Advies voor richtlijnen voor het milieu-effectrapport

recreatieproject 'Pare Hollandsch Diep'

11 mei 1995

680-21

CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK. DEN HAAG

Ad vies

Advles voor rtcbllijnen voor bet mllieu-etrectrapport recreat teproject 'Pare Hollandsch Diep' /

[Commissle voor de mll1eu-effectrapportage). - Utrecht : Commlssle voor de mUieu-e!fectrapportage

ISBN 90-5237-869-X Trefw.: milleu-effectrapportage; Zuid-Holland I

recreatleparken; Zuid-Holland.

commissie voor de milieu-effectrapportage

uw kenmerk AZ/U51202

onderwerp Adv.Jes voor rtchlltjnen voor het mWeu­effectrapporl rccreaUeproject 'Pare Hollands Diep'

Gemeenteraad van Cromstrijen Postbus 7209 3280 AA NUMANSDORP

uw brie f d.d. 3 maart 1995

doorkiesnr. 030 - 347637

ons kenmerk U253-95/Ts/mp/680-22

Utrecht, 11 met 1995

Met bovengenoemde brief stelde u de Commissie voor de milieu-effectrappor;tage (m.e.r.) in de gelegenheid een advies voor ricbtlijnen uit te brengen voor een milieu-effectrapport (MER) ten behoeve van de besluitvorming over de realisatie van bet recreatieproject 'Pare Hollandsch Diep'. Overeenkomstig artikel 7 .14 van de Wet milleubeheer (Wm) bied ik u hierbij het advies van de Commissie aan.

De Commissie hoopt met haar advies een constructieve bijdrage te leveren aan de totstandko­ming van de richtlijnen voor bet MER Zlj zal gaarne vernemen hoe u gebruik maakt van haar aanbevelingen.

Secretariaat: Arthur van Schendelstraat 800 Utrecht, tel. : 030 • 347 666 Telefax: 030. 33 12 95

l

v, orzitter van de werkgroep m.e.r. recreatieproject 'Pare Hollandsch Diep'

·.

Correspondenlie-adres: Postbus 2345

3500 GH UTRECHT

Advies voor richtlijnen voor bet milieu-effectrapport

recreatieproject 'Pare Hollandsch Diep'

Advies op grond van artik.el 7.14 van de Wet milieubeheer voor het rnilieu-effectrapport over

de rcalisatie van het recreatieproject 'Pare Hollandsch Diep',

uitgebracht aan de gemeenteraad van Cromstrijen door de Commissie voor de milieu­

effectrapportage: namens deze,

de werkgroep m .e.r. recreatieproject 'Pare Hollandsch Diep'

de secretaris de voorzitter

1n(~~,JJr , dr. J.T. de Smidt

Utrecht, 11 mei 1995

1.

2.

3.

4.

5.

6.

7.

8.

9.

INHOUDSOPGAVE

Hoofdpunten van het advies

lnleiding

Doel en besluitvorming

Voorgenomen activiteit en alternatieven 3.1 Algemeen 3.2 Altematieven

3.2. l Referentiesituatie 3.2.2 Meest milieuvrtendelijk altematief

Bestaande milieutoestand, autonome ontwikkeling en milieugevolgen

Vergelijking van alternatieven

Leemten in kennis

Evaluatieprogramma

Vorm en presentatie

Samenvatting van het MER

BIJLAGEN

Pagina

1

3

3

4 4 5 5 5

6

7

8

8

9

9

1. Brief van het bevoegd gezag d.d. 3 maart 1995 waarin de Commissie in de gele­genheid wordt gesteld om advies uit te brengen

2. Openbare kennisgeving van de startnotitie in 'Het Kompas' d.d. 10 maart 1995

3. Projectgegevens

4. Lijst van inspraakreacties en adviezen

HOOFDPUNTEN VAN HET ADVIES

De initiatiefnemer Dennedael B.V. heeft het voomemen in samenwerking met de AMEV als grondeigenaar en het Natuur- en Recreatieschap Haringvliet een grootschalig recreatieproject - Pare Hollandsch Diep - te realiseren. Het ini­tiatlef omvat circa 350 recreatiewoningen, een 18-holes golfbaan met een cen­trale voorziening, een jachthaven met circa 100 ligplaatsen, een stelsel van doorgaande openbare fiets- en wandelpaden. De m.e.r.-procedure wordt doorlopen ten behoeve van de besluitvorming over de herziening van het bestemmingplan.

De Commissie meent dat in het MER voor dit project in het bijzonder de volgende punte:n aandacht behoeven: • de wijze waarop recreatief medegebruik met inachtneming van de veiligheid

in het ontwerp wordt ingepast: • de wijze waarop inhet plangebied optimaal kansen voor natuurontwikkeling

worden benut.

-1-

1.

2.

INLEIDING

Dennedael B.V. heeft het voomemen in samenwerking met de AMEV als grondeigenaar en het Natuur- en Recreatieschap Haringvliet een grootschalig recreatieproject - Pare Hollandsch Diep - te realiseren. Het initiatief omvat circa 350 recreatiewoningen, een 18-holes golfbaan met een centrale voorzie­ning, een jachthaven met circa 100 ligplaatsen, een stelsel van doorgaande openbare fiets- en wandelpaden. Het bevoegde gezag is de gemeenteraad van de gemeente Cromstrijen.

De m.e.r.-procedure dient ter onderbouwing van de besluitvorming omtrent de herziening van het bestemmingsplan.

Dit advies is opgesteld door een werkgroep van de Commissie voor de milieu-effectrapportage. De samenstelling hiervan is gegeven in bijlage 3. De werkgroep treedt op namens de Commissie voor de milieu-effectrapportage en wordt verder in dit advies 'de Commissie' genoemd. Het doel van dit advies is om de gewenste inhoud van de richtlijnen voor het milieu-effectrapport (MER) aan te geven. Bij de opstelling van haar advies heeft de Commissie rekening gehouden met de via het bevoegd gezag ontvangen adviezen, commentaren en opmerkingen. Bijlage 4 geeft een overzicht van deze reacties.

DOEL EN BESLUITVORMING

Artikel 7.10, lid I, onder a van de Wm: Een MER bevat ten minste: "een beschrijvtng van hetgeen met de voorgenomen activiteit wordt beoogd.

"Artikel 7.10, lid I, onder c van de Wm: Een MER bevat ten minste: "een aanduiding van de besluiten bij de voorbereiding waarvan het milieu-effectrapporl wordt gemaakt, en een overzicht van de eerder genomen besluiten van bestuursorganen, die betrekking hebben op de voorgenomen actlviteit en de beschreven alternatleven."

Het doel van het voomemen wordt in de startnotitie duidelijk omschreven: "Het realiseren van een grootschalig recreatieproject met een parkachtig karak­ter in de Molenpolder bij Numansdorp, bestaande uit recreatiewoningen gele­gen op een volwaardige (18 holes)-golfbaan, gecombineerd met eenjachthaven en fiets- en wandelpaden." In het MER dient nog wel te worden aangegeven op welke wijze het doel van openbaar medegebruik (fiets- en wandelpaden) met inachtneming van de veilig­heid bereikt gaat worden.

De samenvatting van de beleidsuitgangspunten in de startnotitie geeft duidelijk het kader aan voor de voorgenomen activiteit. Aangegeven moet worden welke beoordelingscriteria, grens- en streefwaarden die aan het milieubeleid kunnen worden ontleend voor dit initiatief gelden. De Commissie denkt hierbij vooral aan:

-3-

3.

3.1

• geluidhinder (industrielawaai en de transporten van en naar het industrie­terrein);

• beleid gericht op duurzaam gebruik van energie en grondstoffen (gesloten grand- en waterbalans).

In de startnotitie is duidelijk gemaakt hoe de besluitvormingsprocedure ver­loopt.

VOORGENOMEN ACTIVITEIT EN ALTERNATIEVEN

Artikel 7.10. lid 1. onder b van de Wm: Een MER bevat ten minste: "een beschrijving van de voorgenomen actlviteit en van de wijze waarop zij zal worden uitgevoerd. alsmede van de alternatleven daarvoor, die redelijkerwijs in beschouwing dienen te worden genomen.

"Artikel 7 .10, lid 3 van de Wm: "Tot de ingevolge het eerste lid, onder b, te beschrijven alternatleven behoort in ieder geval het alternatlef waarbij de nadelige gevolgen voor het milieu worden voorkomen, dan wel. voor zover dat niet mogelijk is, deze met gebruikmaking van de beste bestaande mogelijkheden ter bescherming van het milieu, zoveel mogelijk worden beperkt."

Algemeen

De voorgenomen activiteit moet warden beschreven voor zover van gevolgen voor het milieu sprake is. Het verdient aanbeveling om onderscheid te maken tussen: • de inrichting:

de ligging van de centrale voorziening, de wooneenheden, de jachthaven, de te ontwikkelen natuurelementen, de ontsluiting en interne infrastructuur en de interne zonering. Conflicten tussen de interne en de externe gebruiks­vormen kunnen warden voorkomen door goede zoneringen binnen het plan­gebied.

de wijze waarop openbaar medegebruik van het golfterrein inclusief de rivierdijk (fiets- en wandelpaden) met inachtneming van de veiligheid opgelost wordt; landschappelijke ontwerp (inclusief het programma van eisen).

• de aanleg: waterhuishoudkundige werkzaamheden: aan te brengen hoogte verschil­len Kreekrug, waterpartijen, waterpeilen, diepten en ondiepten, taluds, drainagestelsels.

• de gebruiksfase (gebruik en beheer): toe te passen systeem voor kunstmatige beregening voor (welke) delen van de golfbaan, alsook de herkomst van het beregeningswater om daar­mee aan te geven hoeveel water van welke kwaliteit op welke delen van het gebied terecht komt in welke tijd van het jaar; gebruiksvoorwaarden waaronder beheer en exploitatie plaatsvinden zoals: - gemiddelde en piek bezoekersaantallen, gemiddelde en piekbezettings-

graad, piekverkeersaantrekking gemotoriseerd verkeer;

-4 -

- omvang en beheer van afvalstromen, met name afvalwater om aan te geven of belasting van grand- of oppervlaktewater kan optreden;

- beheer van groen (bemesting, maaien/begrazen, intensiteit beregening, gebruik van bestrijdingsmiddelen), afspraken over de organisatie en verantwoordelijkheden met betrekking tot groenbeheer.

recreatief medegebruik: - organisatie: regeling van openbaarheid en toegankelijkheid; - beleving door de gebruikers. de wijze waarop de verschillende (publiek en/ of private) verantwoordelijk­heden zullen warden georganiseerd gedurende de projectontwikkeling, de inrichtingsactiviteiten en het beheer van de situatie.

3.2 Alternatieven

De keuze van de beschouwde alternatieven moet warden gemotiveerd, evenals de selectie van het voorkeursalternatief. Bij de motivering gaat in het MER vooral de aandacht uit naar de milieuargumenten. Om een onderlinge vergelij­king mogelijk te maken moeten de te vergelijken alternatieven tot op hetzelfde detailniveau warden uitgewerkt. In ieder geval moet het meest milieuvriende­lijke alternatief warden beschreven (kan tevens het voorkeursalternatief zijn).

3.2.1 Referentiesituatie

3.2.2

In de startnotitie is reeds gemotiveerd dat een nulalternatief geen reeel alter­natief is omdat het doel niet wordt bereikt. De huidige situatie en autonome ontwikkeling kunnen dienen als referentiekader bij de vergelijking van alter­natieven.

Meest milieuvriendelijk altematief

Het meest milieuvriendelijke alternatief moet aan de volgende voorwaarden vol­doen: • het moet realistisch zijn, dat wil zeggen het moet voldoen aan de doelstellin­

gen van de initiatiefnemer (het kan dus tevens het voorkeursalternatief zijn), alsmede binnen zijn of haar competentie liggen;

• het moet uitgaan van de beste bestaande mogelijkheden ter bescherming van het milieu;

• het moet gericht zijn op het zo veel mogelijk voorkomen van nadelige milieu­gevolgen, dan wel het behalen van een maxi.male milieuwinst.

Elementen die het meest milieuvriendelijke alternatief kunnen bevatten zijn:

• Benutten van mogelijkheden voor natuurontwikkeling door: creeren van een situatie waarbij zo min mogelijk oppervlaktewater wordt ingelaten, verstoring van de waterbalans door beregening tegengaan, de kwel benutten, het aanbrengen van ondiepten en flauwe taluds zodat gra­dienten in de natuur kunnen ontstaan; beheer van de golfbaan dat gericht is op minimaal gebruik van bestrij­dingsmiddelen.

-5-

4.

• Minimaliseren van overlast door het autoverkeer van en naar het bedrijven­terrein en van en naar de nieuwe jachthaven.

BESTAANDE MILIEUTOESTAND, AUTONOME ONTWIKKELING EN MILIEUGEVOLGEN

Artlkel 7.10, lid 1, onder d van de Wm: Een MER bevat ten minste: "een beschrijving van de bestaande toestand van het milieu, voor zover de voorgenomen activiteit of de beschreven altematieven daarvoor gevolgen kunnen hebben, alsmede van de te verwachten ontwikkeling van dat milieu, indien de activiteit noch de alternatieven worden ondemomen.

"Artlkel 7.10, lid 1, onder e van de Wm: Een MER bevat ten minste: "een beschrijving van de gevolgen voor het milieu, die de voorgenomen activiteit, onderscheidenlijk de altematleven kunnen hebben, alsmede een motivering van de wijze waarop deze gevolgen zijn bepaald en beschreven."

De bestaande toestand van het milieu in het studiegebied en de autonome ont­wikkeling hiervan moeten worden beschreven als referentie voor de beoordeling van de te verwachten milieu-effecten (referentiesituatie). Daarbij is de autono­me ontwikkeling de toekomstige ontwikkeling van het milieu zonder dat de voorgenomen activiteit of een van de altematieven wordt gerealiseerd maar waarbij wel rekening wordt gehouden met eventuele eff ecten van voltooide en lopende ingrepen en ingrepen als gevolg van reeds vastgelegd beleid worden voorzien.

Het studiegebied omvat de locatie en haar omgeving, voor zover daar effecten van de voorgenomen activiteit kunnen gaan optreden. Door de ligging in een afgegrensde polder zullen de meeste effecten ook binnen de polder blijven. Niettemin kan voor een enkel milieu-aspect (grondwater, ecologische verbin­dingszone) de omvang van het studiegebied groter zijn. De begrenzing van de studiegebieden moet worden gemotiveerd en op kaart worden aangegeven. Bij de beschrijving van de gevolgen voor het milieu moet aangegeven worden of de effecten tijdelijk of permanent zijn, ophefbaar of onomkeerbaar, of ze zich afspelen op korte of op lange termijn, in hoeverre er cumulatie (versterken of uitdoven van eff ecten) kan optreden en of er sprake is van positieve effecten. Bij onzekerheden over het wel of niet optreden van effecten (geluidhinder of water) moet een betrouwbaarheidsanalyse worden uitgevoerd. Onzekerheden en onnauwkeurigheden in de voorspellingsmethoden en in gebruikte gegevens moeten worden vermeld.

Voor onderstaande milieugegevens dient het MER informatie te bevatten over de bestaande toestand, de autonome ontwikkeling en de gevolgen voor het milieu:

Bodem, water, flora en fauna Deze informatie is vooral van belang in verband met de mogelijkheden voor ont­wikkelingskansen van natuurelementen in het gebied.

-6-

5.

De volgende elementen dienen in het MER te warden beschreven: • De huidige bodemgesteldheid en de gevolgen daarop door ingrepen. • Het watersysteem en geohydrologische situatie in huidige en nieuwe toe­

stand. Met name de kwel en de parameters die de kwel bepalen (en over het gebied kunnen varieren) zijn daarbij van belang. Verder de stijghoogten en stroming van het grondwater, de fluctuaties (mate en frequenties), de kwali­teit van grand- en oppervlaktewater. De Commissie beveelt daarbij aan een van de algemeen gangbare programma's van de grondwatermodellen te hanteren.

Verkeer, geluid en veiligheid • Geef de veranderingen aan in de verkeerskundige situatie, toename van de

verkeersdruk in Numansdorp en omgeving. • Wat is de geluidbelasting vanuit het industrieterrein (houtverwerkende

industrie). • Het is van belang inzicht te geven in de veiligheidaspecten op en random de

golfbaan, de oefenbaan en de driving range in verband met slecht afgesla­gen golfballen met name in verband met de doelstellingen inzake recreatief medegebruik.

VERGELIJKING VAN ALTERNATIEVEN

Artlkel 7.10, lid 1, onder fvan de Wm: Een MER bevat ten minste: "een vergelijking van de ingevolge onderdeel d beschreven te verwachten ontwikkeling van het milieu met de beschreven gevolgen voor het milieu van de voorgenomen actlviteit, alsmede met de beschreven gevolgen voor het milieu van elk der in beschouwing genomen alternatieven."

De milieu-effecten van de voorgenomen activiteit en de alternatieven moeten onderling en met de ref erentiesituatie word en vergeleken. Dael van de verge­lijking is inzicht te geven in de mate waarin de positieve en negatieve effecten van de voorgenomen activiteit en de alternatieven verschillen. Bij de vergelijking van de alternatieven kunnen de financiele aspecten van de alternatieven warden betrokken om de realiteitswaarde van de alternatieven beter te kunnen beoordelen. Dit is in het kader van de milieu-effectrapportage echter niet verplicht.

-7-

6.

7.

LEEMTEN IN KENNIS

Artlkel 7 .10, ltd 1, onder g van de Wm: Een MER bevat ten minste: "een ovenicht van de leemten in de onder d en e bedoelde beschrijvin­gen [d.w.z. van de bestaande milleutoestand en autonome ontwikkeling daarvan, resp. van de milieu-effectenJ ten gevolge van het ontbreken van de benodigde gegevens."

De leemten in kennis en infonnatie, die van belang zijn voor een goede oor­deelsvonning, moeten worden genoemd. Het doel van deze beschrijving is om een indicatie te krijgen van de volledigheid van de informatie voor de besluit­vonning. Beschreven moet worden: • welke onzekerheden zijn blijven bestaan en wat hiervan de reden is; • in hoeverre <lit de kwaliteit van de besluitvorming beinvloedt. Informatie die voor de besluitvorming essentieel is, kan niet onder leemten in kennis worden opgenomen, maar moet in het MER worden verstrekt.

EvALUATIEPROGRAMMA

Artlkel 7.39 van de Wm:" Het bevoegd gezag dat een besluit heeft genomen, bij de voorbereiding waarvan een mi­lieu-effectrapport is gemaakt, onderzoekt de gevolgen van de betrokken actlviteit voor het milieu, wanneer zij wordt ondernomen of nadat zij is ondernomen."

Het bevoegd gezag moet bij de besluitvorming een evaluatieprogramma op stellen teneinde de voorspelde effecten met de daadwerkelijk optredende effec­ten te kunnen vergelijken en om zo nodig aanvullende mitigerende maatregelen te treffen danwel succesvolle natuurontwikkeling extra kansen te bieden. Het verdient aanbeveling dat de initiatiefnemer in het MER reeds een aanzet tot een dergelijk evaluatieprogramma geeft, omdat er een sterke koppeling bestaat tussen de gebruikte voorspellingsmethoden, de geconstateerde leemten in kennis en het op te stellen evaluatieprogramma.

-8-

8.

9.

VORM EN PRESENTATIE

Bijzondere aandacht verdient de presentatie van de vergelijkende beoordeling van de alternatieven. De onderlinge vergelijking client bij voorkeur te warden gepresenteerd met behulp van tabellen, figuren en kaarten. Voor de overige presentatie beveelt de Commissie het volgende aan: • het goed toegankelijk te maken van het rapport; • achtergrondgegevens (die conclusies, voorspellingen en keuzes onderbou­

wen) niet in de hoofdtekst zelf te vermelden, maar in een bijlage op te ne­men;

• een verklarende woordenlijst, een lijst van gebruikte afkortingen en een literatuurlijst bij het MER op te nemen;

• (eventueel) kaartmateriaal (zo mogelijk) te voorzien van een leesbare onder­grond met de gebruikte topografische namen en een duidelijke legenda.

SAMENVATTING VAN HET MER

Artikel 7.10. lid 1, onder h van de Wm: Een MER bevat ten minste: "een samenvatting die aan een algemeen publiek voldoende inzicht geeft voor de beoordeling van het milieu -effectrapport en van de daarin beschreven gevolgen voor het milieu van de voorgenomen actlviteit en van de beschreven altematleven."

De samenvatting is het deel van het MER dat vooral wordt gelezen door besluitvormers en insprekers en verdient daarom bijzondere aandacht. Het moet als zelfstandig document leesbaar zijn en een goede afspiegeling zijn van de inhoud van het MER. Daarbij moeten de belangrijkste zaken zijn weergege­ven, zoals: • de hoofdpunten voor de besluitvorming, inclusief de belangrijkste waarden

van het milieu in het studiegebied; • de voorgenomen activiteit en de alternatieven; • de belangrijkste effecten voor het milieu bij het uitvoeren van de voorgeno­

men activiteit; • het resultaat van de vergelijking van de alternatieven (zo mogelijk in tabel­

vorm).

-9 -

BIJLAGEN

bij het advies voor richtlijnen voor het milieu-effectrapport

recreatieproject 'Pare Hollandsch Diep'

(bijlagen 1 t/m 4)

BIJLAGE 1

Brief van het bevoegd gezag d.d. 3 maart 1995 waarin de Commissie in de gelegenheid wordt gesteld om advies uit te brengen

' Uw brief van

Uw kenmerk

Aide ling

Doorkiesnr.

Ons kenmerk :

GEMEENTE CROMSTRIJEN Buttervliet 1, 3281 LK Numansdorp, Telefoon 01865-6100 Correspondentieadres: Postbus 7209, 3280 AA Numansdorp Telefaxnr. 01865-4559

AZ/U51202

9504~3

Onderwerp:

Geachte mevrouw /mijnheer.

Aan Comm.Issie voor de Mllleu-effectrapportage Poslbus 2345 3500 GH lll"RECHT

Dennendael B.V. heeft het voomemen In de Molenpolder In de gemeenle Cromslrtjen een groolschallg recreatiecomplex le reallseren. Ten behoeve van de beslultvormlng door bet gemeentebestuur (vaststelllng bestemmingsplan) dlent op grond van de Wet milleubeheer de MER-procedure le worden doorlopen.

In de slartnoUUe. waarvan 7 exemplaren zyn bevoegd, ls bet voomemen bescbreven. Ook wordt lngegaan op mogelljke lnrlcbtlngsaltematieven en worden globaal de tc verwachten mllleugevolgen beschreven.

Overeenkomstlg art1kel 7.14 slelt de raad van de gemeente Cromstrtjen u In de gelegenheld advies ult te brengen over de rlcbtlljnen voor het MER Publlkatle van de startnotltle vlndt plaats op 10 maart 1995 (zle bylage).

Voor nadere lnformatle kunt u contact opnemen met de beer L.C.G.M. de Rooy of de beer B. Deelen van afdellng Algemene Zaken, telefoon 01865-6119/6118.

BD/cl

Hoogachtend, ti burgemeester en wethouders van Cromstrtjen, }.de secretans, de burgemeester,

Postrekening 2451671.n. v. gemeente Cromstrifen le Numansdorp Rabobank rek.nr. 34. 74,00 043

BIJLAGE 2

Openbare kennisgeving van de startnotitie in 'Het Kompas' d.d. 10 maart 1995

OPENBARE KENNISGEVING VAN DE START VAN DE MER-PROCEDURE VOOR DE RECREATIEVE ONTWIKKE­LING VAN DE MOLENPOLDER TE NUMANSDORP

Milieu-effectrapportage (MER) recreatieve ont­wikkeling Molenpolder

De Dennendael B.V., Parkstraat 99 te 's-Graven­hage, heeft het voornemen in samenwerking met AMEV (grondeigenaar) en Natuur- en Recreatie­schap Haringvliet een grootschalig recrealieproject "Pare Hollandsch Diep" le realiseren in de Molen­polder te Numansdorp.

De voorgenomen activiteit bestaat in hoofdzaak uit de volgende onderdelen: - ca. 350 recreatiewoningen; - een 18-holes golfbaan met een centrale recre-

atieve voorziening; - een jachthaven met ca. 100 ligplaatsen; - een stelsel van doorgaande openbare fiets- en

wandelpaden.

Alvorens tot een definitief besluit over de aanleg en inrichting te komen, vast te leggen in een bestem­mingsplan, dient de procedure van Milieu-effecirap­portage te wcirden gevolgd. In het op le stellen Milieu-effectrapport (MER) zul­len mogelijke alternatieven of varianten voor de in­richting van het gebied worden behandeld en zul­len de gevolgen voor het milieu in beeld worden gebracht.

Startnotitie en richtlljnen

De gemeenteraad dient richtlijnen vast le stellen waaraan het MER moet voldoen. De richtlijnen zullen eerst worden vastgesteld na­dat een commissie van deskundigen heeft geadvi­seerd en iedereen in de gelegenheid is gesteld op­merkingen le maken over zaken die in het rapport aan de orde moeten komen. Met dat doel is een startnotitie opgesteld. In deze startnotitie zijn voorstellen opgenomen voor de te onderzoeken alternatieven/varianten en voor het onderzoek naar de milieugevolgen.

lnzage en reacties

De startnotitie ligt met ingang van 13 maart _1995, elke werkdag van 9.00 - 12.00 uur en van 14.00 -16.00 uur, gedurende 4 weken voor een ieder te~ inzage bij afdeling Algemene Zaken in het ge­meentehuis van Cromstrijen, Buttervliet 1 te Nu­mansdorp. Eventuele telefonische inlichlingen kunnen worden ingewonnen bij afdeling Algemene Zaken, telefoon 01865-6100. Rea~ties betreffende de op te stellen richtlijnen kunnen tot en met 10 april 1995 schriftelijk worden ingediend bij de gemeenteraad Postbus 7209 3280 AA Numansdorp. ' '

Cromstrijen, 10 maart 1995,

BIJLAGE 3

Projectgegevens

Initiatiefnemer: Dennendael B.V.

Bevoegd gezag: Gemeenteraad Cromstrijen

Besluit: Herziening van het bestemmingsplan

Categorle Beslult m.e.r.: 18.1

Activiteit: Realiseren van een grootschalig recreatieproject 'Pare Hollandsch Diep' met circa 350 recreatiewoningen, een 18-holes golfbaan met een centrale voorziening, eenjachthaven met circa 100 ligplaatsen en een stelsel van doorgaande openbare fiets- en wandelpaden.

Procedurele gegevens: Kennisgeving startnotitie: 10 maart 1995 richtlijnenadvies uitgebracht: 11 mei 1995

Bijzonderheden: Het is de bedoeling dat de voorgenomen activiteit plaatsvindt in een polder die nu in agrarisch gebruik is. De Commissie heeft in het richtlijnenadvies met name de aan­dacht gevestigd op: • de wijze waarop recreatief medegebruik met inachtneming van de veiligheid in het ontwerp

wordt ingepast; • de wijze waarop in het plangebied optimaal kansen voor natuurontwikkeling warden benut.

Samenstelllng van de werkgroep: ir. G. Grakist ing. G. van der Sterre, Msc dr. J.T. de Smidt (voorzitter)

Secretarls van de werkgroep: drs. V.C.F. Tersteeg

BIJLAGE 4

Lijst van inspraakreacties en adviezen

nr. datum persoon of instantie plaats datum van ontvangst Cie. m.e.r.

1. 950317 'T Hooft & Van Prooijen B.V. Numansdorp 950324

2. 950322 Rijksdienst voor het Oudheidkundig Amersfoort 950405 Bodemonderzoek

3. 940109 Werkgroep Milieu- en Planologie Oud-Beijerland 950405

4. 950407 Jachtwerf Numansdorp Holland v.o.f. Numansdorp 950412

5. 950407 Vereniging Goflclub Cromstrijen Numansdorp 950412