id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

91
Chr. Hogeschool Windesheim, Zwolle HBO-bacheloropleidingen: Bewegingsagogie en Psychomotorische Therapie; vt/dt Leraar Lichamelijke Opvoeding; vt/dt Sport en Bewegen; vt Croho: 34585 + 35025 + 34040 Visitatiedatum: 4 juni 2008 © Netherlands Quality Agency (NQA)

Transcript of id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

Page 1: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

Chr. Hogeschool Windesheim, Zwolle HBO-bacheloropleidingen:

Bewegingsagogie en

Psychomotorische Therapie; vt/dt

Leraar Lichamelijke Opvoeding; vt/dt

Sport en Bewegen; vt

Croho: 34585 + 35025 + 34040

Visitatiedatum: 4 juni 2008

© Netherlands Quality Agency (NQA)

Page 2: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 2/91

Utrecht, november 2008

Page 3: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 3/91

Page 4: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 4/91

Inhou

Inhoud 4

Deel A: Oderwerpen 5

1.1 Voorwoord 7

1.2 Inleiding 8

1.3 Werkwijze 9

1.4 Oordeelsvorming 10

1.5 Oordelen per facet en onderwerp 12

Deel B: Facetten 18

Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 20

Onderwerp 2 Programma 25

Onderwerp 3 Inzet van personeel 41

Onderwerp 4 Voorzieningen 45

Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 48

Onderwerp 6 Resultaten 54

Deel C: Bijlagen 61

Bijlage 1: Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 62

Bijlage 2: Deskundigheden panelleden 63

Bijlage 3: Bezoekprogramma 77

Bijlage 4: Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal 79

Bijlage 5: Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties 91

Page 5: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 5/91

Page 6: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 6/91

Deel A: Oderwerpen

Page 7: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 7/91

Page 8: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 8/91

1.1 Voorwoord

Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de geclusterde opleidingen

Sport van Christelijke Hogeschool Windesheim heeft onderzocht. Het beschrijft de

werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het

kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is begonnen in

april 2008, toen het zelfevaluatierapport bij NQA is aangeleverd. Als onderdeel van het

onderzoek heeft het panel de opleiding gevisiteerd op 4 en 5 juni 2008.

Het panel bestond uit:

dhr. L.M. Stevens (voorzitter, domeinpanellid);

dhr. C.J. Faber (domeinpanellid LO);

dhr. R. Boer (domeinpanellid S&B);

mw. M.C. van Dam (domeinpanellid BPT);

mw. F.I. van Lith (studentpanellid);

mw. drs. M.E. Voorthuis (NQA-auditor);

dhr. J.R. Koopmans (NQA-auditor jr.).

Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van

de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (oktober 2007). Het

panel beschikt over relevante werkvelddeskundigheid en over vakdeskundigheid. Onder

vakdeskundigheid wordt verstaan het vertrouwd zijn met de meest recente ontwikkelingen

en vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op het niveau/oriëntatie

van de te beoordelen opleiding. Daarnaast beschikt het panel over onderwijsdeskundigheid,

studentgebonden deskundigheid en visitatiedeskundigheid (zie bijlage 2).

Het rapport bestaat uit drie delen:

• Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel

over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken

met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om

oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel

geformuleerd.

• Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en

argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan

uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) conform het

voorschrift van de NVAO. Uitzondering hierop is facet 2.6, als gevolg van

aanvullende instructies van de NVAO wordt hier het oordeel voldaan of niet voldaan

gegeven. Dit Facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport.

• Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen.

1.2 Inleiding

De Christelijke Hogeschool Windesheim (CHW) telt 16.000 studenten en circa 1400

medewerkers. De school biedt 50 opleidingen aan, waarvan 44 hbo-bachelors.

Page 9: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 9/91

Hogeschool Windesheim profileert zich als een toonaangevend, breed en innovatief kennis-

en expertisecentrum dat individuen en mensen in arbeidsorganisaties uitdaagt zich te

ontwikkelen tot verantwoordelijke, waardevolle en zelfbewuste professionals, die willen

functioneren op hoger professioneel niveau in beroepen en maatschappij.

De hogeschool hecht belang aan onderwijs op maat. Uitgangspunten daarbij zijn

vraagsturing en competentieleren en een persoonlijk ontwikkelingsplan voor iedere student.

In 2002 is Christelijke Hogeschool Windesheim gefuseerd met de Vrije Universiteit (VU) in

Amsterdam. De hogeschool kiest en handelt vanuit een identiteit die zijn oorsprong vindt in

de christelijke godsdienst en cultuur en de daarin wortelende levensbeschouwelijke

overtuigingen en inspiraties.

De hogeschool heeft haar 50 opleidingen ondergebracht in tien schools. Eén daarvan is de

School of Human Movements & Sports (Calo), waar de bacheloropleidingen

Lerearenopleiding Lichamelijke Opvoeding (ALO), Sport en Bewegen (S&B), en

Bewegingsagogie en Psychomotorische Therapie (BPT) onder vallen.

Alle drie de opleidingen worden in een voltijd variant aangeboden, daarnaast zijn zowel de

Lerarenopleiding Lichamelijke Opvoeding als Bewegingsagogie en Psychomotorische

Therapie ook als deeltijd variant te volgen voor mensen met eerder verworven

competenties.

In totaal zijn 1308 (2007) studenten ingeschreven aan de School, waarvan er voor BPT 344

(voltijd) en 23 (deeltijd) staan ingeschreven, voor LO zijn dat er 710 (voltijd) en 33 (deeltijd).

Tenslotte volgen 198 studenten de (voltijd) opleiding S&B.

Er werken 90 docenten in de School met een omvang van 63,26 fte. Daarmee is de

student/docentratio (op basis van fte) 20,67:1.

In alle programma’s wordt gewerkt met vier onderwijsperioden per jaar van 10 weken. Per

periode staat een thema of kenmerkende beroepssituatie centraal. De programma’s staan

beschreven in de diverse studiegidsen van de opleiding.

1.3 Werkwijze

De beoordeling van de opleiding door het panel verliep volgens de werkwijze zoals die is

neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder

beschreven. Het onderzoek vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader

dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1).

NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek

door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase.

De voorbereidingsfase

Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecontroleerd op kwaliteit en

compleetheid (de validatie) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Vervolgens

bereidden de panelleden zich in de periode april 2008 inhoudelijk voor op het bezoek d.d.

Page 10: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 10/91

4 en 5 juni 2008

Zij bestudeerden het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een

beoordelingsformat hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden

vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor. Op basis van een

overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en

prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende

vergadering is het bezoek door het panel voorbereid.

De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek

referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel

bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere

aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke

landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het

opleidingsprogramma) is gebaseerd.

Het bezoek door het panel

NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door

het panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Er vonden

gesprekken plaats met het opleidingsmanagement, docenten, studenten, afgestudeerden

en met werkveldvertegenwoordigers. Aan het begin en tijdens het bezoek heeft het panel

ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel

ruimte ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer

definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd.

Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven

van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te

spreken.

De fase van rapporteren

Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage

opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van

de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport kan de opleiding accreditatie aanvragen bij de

NVAO.

De opleiding heeft in september 2008 een concept van het Facetrapport (deel B) voor een

controle op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele

wijzigingen aangebracht. In het Onderwerprapport (deel A) wordt door NQA een oordeel op

de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is in oktober 2008 voor

een controle op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd.

Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in oktober 2008. Het visitatierapport is

uiteindelijk in november 2008 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met

de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO.

1.4 Oordeelsvorming

Page 11: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 11/91

In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de

facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals

die door NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de

notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling

rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke

kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. Het

eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als sprake is van:

• weging van de oordelen op facetniveau;

• benchmarking;

• generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden;

• bepaalde accenten respectievelijk ‘best practices’.

In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de

facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide)

argumentatie is te vinden in het facetrapport. Daar waar een argumentatie/beoordeling voor

de deeltijd afwijkt van de voltijd, is dit expliciet vermeld. Indien niet vermeld, gelden voor de

deeltijdopleiding dezelfde argumentatie/oordelen als voor de voltijdopleiding, aangezien de

deeltijdopleiding inhoudelijk voornamelijk zijn gebaseerd op dezelfde module-inhouden als

de voltijdopleiding. Volgorde en onderwijsmethodieken kunnen daarbij verschillen.

Page 12: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 12/91

1.5 Oordelen per facet en onderwerp

Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau

Onderwerp/Facet BPT vt BPT dt LO vt LO dt S&B vt

Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding

1.1 Domeinspecifieke eisen goed goed voldoend

e

voldoend

e

voldoend

e

1.2 Niveau bachelor goed goed goed goed goed

1.3 Oriëntatie HBO bachelor goed goed goed goed voldoend

e

Totaaloordeel Positief Positief Positief Positief Positief

Onderwerp 2 Programma

2.1 Eisen HBO goed goed voldoend

e

voldoend

e

voldoend

e

2.2 Relatie doelstellingen en inhoud

programma

goed goed goed goed goed

2.3 Samenhang in opleidingsprogramma goed goed goed goed voldoend

e

2.4 Studielast voldoend

e

voldoend

e

voldoend

e

voldoend

e

voldoend

e

2.5 Instroom goed goed goed goed goed

2.6 Duur voldoend

e

voldoend

e

voldoend

e

voldoend

e

voldoend

e

2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud voldoend

e

voldoend

e

voldoend

e

voldoend

e

voldoend

e

2.8 Beoordeling en toetsing voldoend

e

voldoend

e

voldoend

e

voldoend

e

voldoend

e

Totaaloordeel Positief Positief Positief Positief Positief

Onderwerp 3 Inzet van personeel

3.1 Eisen HBO goed goed goed goed goed

3.2 Kwantiteit personeel goed goed goed goed goed

3.3 Kwaliteit personeel goed goed goed goed voldoend

e

Totaaloordeel Positief Positief Positief Positief Positief

Onderwerp 4 Voorzieningen

4.1 Materiële voorzieningen voldoend

e

voldoend

e

voldoend

e

voldoend

e

voldoend

e

4.2 Studiebegeleiding goed voldoend

e

goed goed goed

Totaaloordeel Positief Positief Positief Positief Positief

Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg

5.1 Evaluatie resultaten voldoend

e

voldoend

e

voldoend

e

voldoend

e

voldoend

e

5.2 Maatregelen tot verbetering voldoend

e

voldoend

e

voldoend

e

voldoend

e

voldoend

e

5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld

goed

goed

goed

goed

goed

Page 13: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 13/91

Totaaloordeel Positief Positief Positief Positief Positief

Onderwerp 6 Resultaten

6.1 Gerealiseerd niveau goed goed voldoend

e

voldoend

e

voldoend

e

6.2 Onderwijsrendement voldoend

e

voldoend

e

voldoend

e

voldoend

e

voldoend

e

Totaaloordeel Positief Positief Positief Positief Positief

Page 14: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 14/91

Doelstellingen opleiding

BPT

De facetten 1.1. Domeinspecifieke eisen, 1.2 Niveau bachelor en 1.3 Oriëntatie hbo-

bachelor worden zowel voor de voltijd- als de deeltijdvariant met een goed beoordeeld. Het

oordeel over onderwerp 1: Doelstellingen opleiding is derhalve zowel voor de voltijd-

als de deeltijdvariant positief.

LO

Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen wordt voor de voltijd- en de deeltijdvariant met een

voldoende beoordeeld. De facetten 1.2 Niveau bachelor en 1.3 Oriëntatie hbo-bachelor

worden zowel voor de voltijd- als de deeltijdvariant met een goed beoordeeld. Het oordeel

over onderwerp 1: Doelstellingen opleiding is derhalve zowel voor de voltijd- als de

deeltijdvariant positief.

S&B

De facetten 1.1. Domeinspecifieke eisen en 1.3 Oriëntatie hbo-bachelor worden met een

voldoende beoordeeld. Facet 1.2 Niveau bachelor wordt met een goed beoordeeld. Het

oordeel over onderwerp 1: Doelstellingen opleiding is derhalve positief.

Programma

BPT

De facetten 2.4 Studielast, 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud en 2.8

Beoordeling en toetsing worden zowel voor de voltijd- als de deeltijdvariant met een

voldoende beoordeeld. De facetten 2.1 Eisen HBO, 2.2 Relatie doelstellingen, 2.3

Samenhang, 2.5 Instroom worden voor de voltijd- en de deeltijdvariant met een goed

beoordeeld. Aan facet 2.6 Duur is voldaan. Het oordeel over onderwerp 2: Programma is

derhalve zowel voor de voltijd- als de deeltijdvariant positief.

LO

De facetten 2.1 Eisen hbo, 2.4 Studielast, 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud en

2.8 Beoordeling en toetsing worden zowel voor de voltijd- als de deeltijdvariant met een

voldoende beoordeeld. De facetten 2.2 Relatie doelstellingen, 2.3 Samenhang, 2.5

Instroom worden voor de voltijd- en de deeltijdvariant met een goed beoordeeld. Aan facet

2.6 Duur is voldaan. Het oordeel over onderwerp 2: Programma is derhalve zowel voor

de voltijd- als de deeltijdvariant positief.

S&B

De facetten 2.1 Eisen hbo, 2.3 Samenhang in het opleidingsprogramma, 2.4 Studielast,

2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud en 2.8 Beoordeling en toetsing worden met

een voldoende beoordeeld. De facetten 2.2 Relatie doelstellingen en 2.5 Instroom worden

Page 15: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 15/91

met een goed beoordeeld. Aan facet 2.6 Duur is voldaan. Het oordeel over onderwerp 2:

Programma is derhalve positief.

Inzet van personeel

BPT

De facetten 3.1 Eisen hbo, 3.2 Kwantiteit personeel en 3.3 Kwaliteit personeel worden

zowel voor de voltijd- als de deeltijdvariant met een goed beoordeeld. Het oordeel over

onderwerp 3: Inzet van personeel is derhalve positief.

LO

De facetten 3.1 Eisen hbo, 3.2 Kwantiteit personeel en 3.3 Kwaliteit personeel worden

zowel voor de voltijd- als de deeltijdvariant met een goed beoordeeld. Het oordeel over

onderwerp 3: Inzet van personeel is derhalve zowel voor de voltijd- als de

deeltijdvariant derhalve positief.

S&B

De facetten 3.1 Eisen hbo en 3.2 Kwantiteit personeel worden met een goed beoordeeld.

Facet 3.3 Kwaliteit personeel wordt met een voldoende beoordeeld.

Het oordeel over onderwerp 3: Inzet van personeel is derhalve positief.

Voorzieningen

BPT

Facet 4.1 Materiële voorzieningen wordt voor de voltijd- en de deeltijdvariant met een

voldoende beoordeeld. Facet 4.2 Studiebegeleiding wordt voor de beide varianten met een

goed beoordeeld. Het oordeel over onderwerp 4: Voorzieningen is derhalve voor de

beide varianten positief.

LO

Facet 4.1 Materiële voorzieningen wordt voor de voltijd- en de deeltijdvariant met een

voldoende beoordeeld. Facet 4.2 Studiebegeleiding wordt voor de beide varianten met een

goed beoordeeld. Het oordeel over onderwerp 4: Voorzieningen is derhalve voor de

beide varianten positief.

S&B

Facet 4.1 Materiële voorzieningen wordt voor de voltijd- en de deeltijdvariant met een

voldoende beoordeeld. Facet 4.2 Studiebegeleiding wordt met een goed beoordeeld.

Het oordeel over onderwerp 4: Voorzieningen s derhalve positief.

Interne kwaliteitszorg

BPT

Page 16: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 16/91

De facetten 5.1 Evaluatie resultaten en 5.2 Maatregelen tot verbetering worden zowel voor

de voltijd- als de deeltijdvariant met een voldoende beoordeeld. Facet 5.3 Betrekken van

medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld worden zowel voor de voltijd- als de

deeltijdvariant met een goed beoordeeld. Het oordeel over onderwerp 5: Interne

kwaliteitszorg is derhalve zowel voor de voltijd- als de deeltijdvariant positief.

LO

De facetten 5.1 Evaluatie resultaten en 5.2 Maatregelen tot verbetering worden zowel voor

de voltijd- als de deeltijdvariant met een voldoende beoordeeld. Facet 5.3 Betrekken van

medewerkerts, studenten, alumni en het beroepenveld worden zowel voor de voltijd- als de

deeltijdvariant met een goed beoordeeld. Het oordeel over onderwerp 5. Interne

kwaliteitszorg is derhalve zowel voor de voltijd- als de deeltijdvariant positief.

S&B

De facetten 5.1 Evaluatie resultaten en 5.2 Maatregelen tot verbetering worden met een

voldoende beoordeeld. Facet 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het

beroepenveld wordt met een goed beoordeeld. Het oordeel over onderwerp 5: Interne

kwaliteitszorg is derhalve positief.

Resultaten

BPT

Facet 6.1 Resultaten wordt voor de beide varianten met een goed beoordeeld. Facet 6.2

Onderwijsrendement wordt voor de voltijdvariant met een goed beoordeeld en voor de

deeltijdvariant eveneens met een goed. Het oordeel over onderwerp 6: Resultaten is

derhalve positief.

LO

Facet 6.1 Resultaten wordt voor de beide varianten met een voldoende beoordeeld. Facet

6.2 Onderwijsrendement wordt voor de voltijdvariant met een goed beoordeeld en voor de

deeltijdvariant met een voldoende. Het oordeel over onderwerp 6: Resultaten is derhalve

positief.

S&B

Facet 6.1 Resultaten wordt met een voldoende beoordeeld. Facet 6.2 Onderwijsrendement

wordt eveneens met een voldoende beoordeeld. Het oordeel over onderwerp 6:

Resultaten is derhalve positief.

Totaaloordeel

Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan blijkt dat alle

twee de voltijdopleidingen en deeltijdopleidingen BPT, LO op de zes onderwerpen positief

scoren. De conclusie is dat het totaaloordeel over de voltijdvariant en de deeltijdvariant van

deze opleidingen positief is.

Page 17: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 17/91

De opleiding S&B scoort op alle facetten positief met als gevolg dat het eindoordeel over de

opleiding S&B positief is.

Page 18: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 18/91

Deel B: Facetten

Page 19: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 19/91

Page 20: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 20/91

N.b. In de tekst wordt alleen een onderscheid gemaakt tussen de opleidingen en de

varianten, als er verschillen zijn. Indien er geen onderscheid wordt gemaakt in de tekst, zijn

er aldus geen verschillen tussen de opleidingen en de varianten.

Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding

Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen BPT vt goed BPT dt goed

LO vt voldoende LO dt voldoende

S&B vt voldoende

Criterium:

- De eindkwalificaties van de opleidingen sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse)

vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleidingen in het

betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk).

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

BPT, LO en S&B

• Op Schoolniveau zijn tien domeincompetenties geformuleerd, die zijn gerelateerd aan

de vijf Dublin descriptoren en de generieke HBO-kwalificaties van Franssen (2001), zo

blijkt uit een matrix die is opgenomen in het zelfevaluatierapport. De tien School

domeincompetenties zijn beschreven in het Opleidings- en Toetskader School of Human

Movement and Sports (oktober 2007) en per opleiding uitgewerkt in de drie

opleidingsspecifieke Kerndocumenten.

• De voor de drie opleidingen specifieke beroepscompetenties zijn gebaseerd op de

landelijk vastgestelde beroepsprofielen voor de opleidingen. Voor de opleiding BPT zijn

dit de vakverenigingen NVPMT/FVB, voor de opleiding LO de Koninklijke Vereniging

van Leraren Lichamelijke Opvoeding (KVLO) en voor de opleiding S&B de sociale

partners (zie verder hieronder).

• Alle drie de opleidingen hebben een eigen werkveldadviescommissie, waarin het

afnemend werkveld van de drie beroepssectoren over de volle breedte is

vertegenwoordigd. De commissies worden regelmatig door de opleidingen

geraadpleegd, onder andere tijdens de curriculumherziening in 2006. Het nieuwe

curriculum is ook besproken met vertegenwoordigers van stageverlenende instituten.

BPT

• De tien beroepscompetenties van de opleiding Bewegingsagogie & Psychomotorische

Therapie (BPT) zijn beschreven in het Kerndocument opleiding Bewegingsagogie &

Psychomotorische Therapie (Afdeling Calo-Windesheim, maart 2008) en gevalideerd en

vastgesteld door de vakvereniging NVPMT/FVB.

Page 21: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 21/91

• De opleiding BPT heeft regelmatig overleg met de opleiding Creatieve Therapie van de

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, onder andere over de eindkwalificaties.

De opleiding van de HAN is de enige opleiding, die enigszins verwant is aan BPT van

Windesheim.

• Binnen het Europees Platform Psychomotorische Therapie zijn bindende afspraken

gemaakt over de gewenste ontwikkelrichting van de opleiding. De opleiding heeft zich

hieraan gecommitteerd, aldus voldoen de eindkwalificaties van de opleiding aan de

internationale standaarden. Ook participeert de opleiding in een aantal Europese

commissies. Een ander voorbeeld van de internationale oriëntatie van de opleiding, was

haar betrokkenheid bij het “4th European Congress of Psychomotricity, Crossing

Borders”, dat van 21 tot 23 mei plaatsvond in Amsterdam. Een aantal docenten van de

opleiding heeft daar een presentatie gegeven over nieuwe ontwikkelingen en onderzoek

in het vakgebied. Al met al geldt de opleiding BPT internationaal als toonaangevend,

aldus het panel. Het panel is van oordeel dat de opleiding zich duidelijk (internationaal)

positioneert door haar leidende rol in de internationale ontwikkelingen.

LO

• De gemeenschappelijke opleidingskwalificaties voor de opleidingen leraar lichamelijke

opvoeding (LO) zijn vastgesteld door het Alodo (het directeurenoverleg van de zes

Academies voor Lichamelijke opvoeding c.q. HBO-bewegingsinstituten). De

vakvereniging KVLO heeft een waarnemerszetel in het Alodo en in die functie de

eindkwalificaties gelegitimeerd.

• De opleiding LO van de Calo heeft een stimulerende en sturende rol gespeeld in zowel

het proces van het opstellen van beroepscompetentieprofielen als dat van

Gemeenschappelijke Opleidingskwalificaties. De opleidingsmanager is – namens het

Aloco – lid geweest van de klankbordgroep Beroepscompetentieprofiel voor leraren LO

en is nu lid van de werkgroep die zich bezighoudt met de actualisering van het profiel.

Een Calo-docent participeert in het Platform MRT van de KVLO en heeft in die

hoedanigheid meegewerkt aan het tot stand komen van het Beroepscompetentieprofiel

Motorisch Remedial Teacher.

• De opleiding LO kent volgens de opleiding geen internationaal platform, waarin

eindkwalificaties besproken worden. Het panel onderkent dit, maar is van mening dat de

opleiding zich op zijn minst binnen Nederland zou moeten profileren. Het panel komt

vanwege deze constatering tot het oordeel voldoende.

S&B

• De zes opleidingsinstituten hebben op basis van het landelijk door de sociale partner

vastgesteld en daarna hebben de zes opleidingsinstituten een gezamenlijk

Kwalificatieprofiel opgesteld.

• De hierop gebaseerde acht opleidingskwalificaties van de Sportmanager zijn in 2004

vastgesteld door de betrokken sociale partners en verwoord in het Kerndocument

Opleiding Sport & Bewegen (april 2008). In een bijlage van dit document, relateert de

opleiding de eigen competenties aan de School- domeincompetenties.

Page 22: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 22/91

• De opleiding S&B kent geen internationaal platform. De opleiding heeft desondanks de

ambitie om zich meer naar buiten te richten en zich meer maatschappelijk te oriënteren.

Het panel heeft echter vastgesteld, dat de opleiding deze ambitie nog niet heeft

waargemaakt. Ook heeft het panel geconstateerd, dat de opleiding zich met name in de

eerste twee leerjaren nogal specifiek richt op de doelgroep “jeugd”. Dit gaat volgens het

panel ten koste van andere doelgroepen. Het management van de opleiding verklaart

deze keuze uit het feit dat de jeugd een belangrijk issue van de overheid is. In

gesprekken, die het panel had met studenten, is dit aandachtspunt besproken. Uit

gesprekken met de docenten kwam naar voren, dat er wel degelijk aandacht is voor

andere doelgroepen, bijvoorbeeld tijdens de stages.

• Het panel komt op basis van het feit dat de opleiding S&B zich niet (duidelijk) profileert

ten opzichte van soortgelijke opleidingen in het binnen- of buitenland en zich (te)

specifiek richt op de doelgroep jeugd en omdat zij haar ambitie om zich meer

maatschappelijk (ook internationaal) te oriënteren en te profileren nog niet heeft

waargemaakt, tot het oordeel voldoende op dit facet.

Facet 1.2 Niveau bachelor BPT vt goed BPT dt goed

LO vt goed LO dt goed

S&B vt goed

Criterium:

- De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal

geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

BPT, LO en S&B

• De Dublin descriptoren en de tien generieke HBO-kwalificaties en de extra Windesheim

competentie zelfsturing zijn leidend geweest voor de tien School domeincompetenties

en het hiermee nagestreefde niveau van de opleidingen.

• Zoals bij facet 1.1 is vermeld, zijn de domeincompetenties van elk van de drie

opleidingen ontleend aan de eigen beroepscompetentieprofielen, die door

vakorganisaties en sociale partners zijn opgesteld, gevalideerd en goedgekeurd.

• In de afzonderlijke profielen wordt beschreven wat een beginnend beroepsbeoefenaar

moet kennen en kunnen. In de beroepsprofielen wordt een onderscheid gemaakt in een

aantal taakgebieden, die zorgen voor een rode draad in de opleidingen. De complexiteit

van de taakgebieden neemt in de loop van de opleiding toe.

• De taakgebieden van de opleiding BPT zijn: Behandeling, Organisatie, Professionele

ontwikkeling en Onderwijs en Onderzoek. De opleiding LO onderscheidt de

taakgebieden: Verzorgen van lessen bewegingsonderwijs, Functioneren als lid van een

vak- of docententeam en Ontwikkelen van een eigen visie en professionaliteit.

De opleiding S&B onderscheidt de taakgebieden Stimuleren en sportdeelname,

Page 23: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 23/91

Ontwikkelen en organiseren van sport- en bewegingsactiviteiten,

Sportbeleidsontwikkeling, Ondersteunen van verenigingen, Werken in en vanuit een

eigen organisatie en het Ontwikkelen van de eigen professionaliteit.

• In een matrix, die is opgenomen in het zelfevaluatierapport zijn de Dublin descriptoren,

de generieke HBO-kwalificaties (Commissie Franssen, 2001) en de

domeincompetenties (CALO, 2005) aan elkaar gerelateerd. Een voorbeeld hiervan is de

Dublin descriptor Kennis en inzicht, die gekoppeld is aan de domeincompetentie 5 van

de Calo: “het begeleiden van betrokkenen bij werkveldactiviteiten, de

domeincompetentie 10 “reflecteren op eigen ervaringen, de domeincompetentie 7 “het

leveren van een bijdrage aan en formuleren en/of uitvoeren van beleid en de

domeincompetentie 8 “het opbouwen en onderhouden van externe contacten.

• In de opleidingsspecifieke Kerndocumenten worden in matrixen de competenties per

opleiding gekoppeld aan de Calo-competenties. Een voorbeeld voor de opleiding BPT is

de eindkwalificatie “Ontwerpen en arrangeren”, die is gekoppeld aan de

Schoolcompetentie 1) Het ontwerpen, ontwikkelen en plannen van bewegingsituatie, 2)

Het organiseren en/of begeleiden van bewegingssituaties en 9) Het signaleren en

vertalen van trends.

• Een voorbeeld voor de opleiding LO is de operationalisatie van de Dublin descriptor

Leervaardigheden in de kwalificatie “Bezit vaardigheden, die noodzakelijk zijn om een

vervolgstudie met een hoog niveau van autonomie, aan te gaan en de specifieke LO

eindkwalificatie uit Competentiecluster 3: “Werken aan mijn eigen ontwikkeling en ik ben

mij bewust van mijn kernkwaliteiten als leraar lichamelijke opvoeding” (de GOK

kwalificaties is: kritisch reflecteren op eigen functioneren in de school0rganisatie)

• Een voorbeeld voor de opleiding S&B is de beroepscompetentie 1): Het ontwikkelen,

implementeren, verantwoorden, evalueren en bijstellen van strategie en beleid, die is

gekoppeld aan de Schoolcompetenties: Het ontwikkelen van strategie en beleid en

Sportbeleidsontwikkeling.

• In afwachting van een voorbeeld van de koppeling van een opleidingscompetentie aan

de Dublin descriptoren geeft het panel de opleiding LO nog geen oordeel op dit facet

(zie boven).

Facet 1.3 Oriëntatie HBO bachelor BPT vt goed BPT dt goed

LO vt goed LO dt goed

S&B vt voldoende

Criteria:

- De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het

relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties.

- De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in

een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-

opleiding vereist is of dienstig is.

Page 24: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 24/91

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

BPT, LO en S&B

• De eindcompetenties en beroepsprofielen van alle drie de opleidingen zijn tot stand

gekomen met en ontleend aan het relevante beroepenveld, zo heeft het panel

vastgesteld (zie ook facet 1.1 en 1.2).

• Alle drie de opleidingen hebben een eigen werkveldadviescommissie, die de opleiding

op de hoogte brengt van de meest actuele ontwikkelingen in het werkveld. De

beroepenvelden van de opleidingen zijn de laatste jaren sterk aan verandering

onderhevig.

• Een belangrijke rol in het onderhouden van contacten met het beroepenveld is

weggelegd voor de kennisbank van de School: Q-point. Dit bureau verzamelt actief

vragen en opdrachten uit het werkveld. Het profileringsaanbod van de opleidingen is

mede gebaseerd op deze vragen.

• De opleiding BPT heeft naast een veldadviescommissie ook een adviesraad. Deze raad

houdt zich specifiek bezig met de strategische koers van de opleiding in relatie tot de

ontwikkelingen in de beroepspraktijk.

• De opleiding BPT leidt studenten op voor het beroep van bewegingsagoog en

psychomotorisch therapeut. Sectoren, waarin afgestudeerden terecht kunnen komen

zijn: de gezondheidszorg (intra-, semi- en extramuraal), instellingen voor verstandelijk

gehandicapten, orthopedagogische instellingen/jeugdzorg, instellingen voor speciaal

onderwijs en justitiële instellingen.

• Binnen de opleiding LO houdt de werkveldadviescommissie zich specifiek bezig met de

strategische koers van de opleiding in relatie tot de ontwikkelingen in de

beroepspraktijk.

• De opleiding LO leidt studenten op voor het beroep eerstegraads docent lichamelijke

opvoeding in het onderwijs variërend van basisonderwijs tot gymnasium en van speciaal

onderwijs tot hoger beroepsonderwijs.

• De opleiding S&B, die ook een eigen werkveldadviescommissie heeft, leidt studenten op

tot sportmanager op strategisch niveau. De belangrijkste taakgebieden zijn: stimulering

van sportdeelname, het ontwikkelen en organiseren van sport- en bewegingsactiviteiten,

sportbeleidontwikkeling, en adviseren en ondersteunen van sportaanbiedende

organisaties.

• Het panel stelt ten aanzien van de opleiding S&B vast, dat het beroepsbeeld enigszins

onduidelijk is. Dit wordt met name veroorzaakt door het brede karakter van de opleiding

en het feit dat zij opleidt voor nogal uiteenlopende functies. De opleiding S&B, zo heeft

het panel in de gesprekken met de studenten gehoord, is voor de meeste studenten

een antwoord op hun sportbehoefte, zonder dat zij docent willen en hoeven te worden.

Enigszins onduidelijk is voor hen echter, wat ze uiteindelijk wel met de opleiding kunnen

doen.

• In gesprekken met de docenten van de opleiding S&B komt naar voren, dat de

studenten graag meer aandacht willen voor de profit-sector. Ook vinden zij dat er (te)

weinig aandacht is voor de adviserende rol van de beginnend beroepsprofessional.

Page 25: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 25/91

In het vierde jaar komt dit aan bod, maar het panel vindt dit, evenals de studenten

onvoldoende en te laat.

• Doordat de opleiding S&B een (te) breed en daardoor onduidelijk beroepsbeeld heeft en

het feit dat de profit-sector en de adviseursrol (te) weinig aanbod komen, komt het panel

voor de opleiding S&B tot het oordeel voldoende op dit facet. Overigens heeft de School

wel de ambitie om een verheldering van het beroepsprofiel van S&B te realiseren, zo

heeft het management het panel laten weten.

Onderwerp 2 Programma

Facet 2.1 Eisen HBO BPT vt goed BPT dt goed

LO vt voldoende LO dt voldoende

S&B vt voldoende

Criteria:

- Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk

ontleent studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast)

onderzoek.

- Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het

vakgebied/de discipline.

- Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft

aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

BPT, LO en S&B

• De ontwikkeling van de (beroeps)kennis bij studenten van de School wordt in principe

gerealiseerd door middel van een cyclisch proces. Een belangrijk element in de

kennisverwerving zijn de beroepsproducten, die het resultaat zijn van opdrachten, die

de student uitvoert in zogenoemde kenmerkende beroepssituaties (KBS).

• De in de eerdere semesters opgeleverde beroepsproducten, vormen de basis voor de

inhoud en de opdrachten, die in het volgende semester aan bod komen.

• Bij alle drie de opleidingen spelen de stages een belangrijke rol. De stagedoelen zijn

zichtbaar afgeleid van de eindkwalificaties, worden vastgesteld in overleg met het

werkveld en zijn verwoord in beroepscompetenties. De complexiteit van de stagecontext

en de stagedoelen neemt in de loop van de studie toe. De stages worden ondersteund

door de Beroeps Ondersteunende Onderwijseenheden (BOO’s).

• 0p Schoolniveau wordt om de relatie met de beroepspraktijk te realiseren, een aantal

externe projecten uitgevoerd. Een voorbeeld is het project “Duale vakleerkracht”, dat de

opleiding LO uitvoert in samenwerking met de Sportraad Overijssel.

Page 26: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 26/91

• Actuele ontwikkelingen in de beroepspraktijk worden ook door de docenten ingebracht.

Immers zij zijn ook voor een deel werkzaam in de beroepspraktijk.

• Uit het STO 2007 blijkt dat studenten tevreden zijn over de aansluiting bij actuele

ontwikkelingen in de beroepspraktijk. Het panel onderschrijft deze uitkomst.

• Op Schoolniveau kunnen de opleidingen gebruik maken van Q-point, een studenten

projectbureau, dat bemiddelt tussen de student en het werkveld en ten aanzien van de

opdrachten, die in de praktijk moeten worden uitgevoerd.

• Ook de participatie van enkele docenten in de kenniskring van het lectoraat “Bewegen

en Gedragsbeïnvloeding”, draagt er volgens het panel aan bij, dat bij de vormgeving van

het onderwijs in voldoende mate wordt ingespeeld op actuele ontwikkelingen in het

vakgebied. Onderzoek komt aan bod binnen de Schoolthema’s, in de profileringsruimte

en in het pre-master traject (onderdeel van profilering). In de Schoolthema’s leren

studenten om te gaan met conceptuele kennis en moeten zij standaardwerken

bestuderen. Onderzoek heeft voornamelijk de functie om studenten te leren om zich

steeds af te vragen “hoe de werkelijkheid, de praktijk in elkaar zit”.

• Onderzoek komt in de opleiding BPT naar voren in een speciale module, die van

Methoden en Technieken van Onderzoek. In deze module voeren studenten zelfstandig

een onderzoek uit.

• Bij de opleiding LO komt onderzoek in zowel het tweede, als het derde en het vierde jaar

aan bod, dat wil zeggen, dat studenten een eenvoudig toegepast onderzoek uitvoeren.

In de propedeuse binnen de onderwijseenheden Aanbieden van Bewegingsactiviteiten

en het Observatiepracticum. Andere voorbeelden zijn dat studenten participeren in het

promotieonderzoek omtrent zelf waargenomen competenties van leerlingen in de lessen

LO en in de verkennende onderzoeken die vanuit de kenniskring worden geïnitieerd.

Het panel is echter van mening dat de aandacht die thans wordt besteed aan onderzoek

in de opleiding LO nog te onduidelijk en onvoldoende wordt verantwoord. In het gesprek

van het panel met de docenten van deze opleiding kwam naar voren, dat de opleiding

“ontwerpend lesgeven” uitdraagt en de student op deze wijze een onderzoekshouding

wil meegeven. Het panel is echter van mening, dat studenten onvoldoende leren om op

onderzoek gebaseerde resultaten te gebruiken bij het leveren van een bijdrage aan

ontwikkelingen in de beroepspraktijk.

• Onderzoek neemt bij de opleiding S&B een centrale plaats in en komt op verschillende

momenten aan bod. In het derde jaar volgen studenten twee onderwijseenheden

Methoden en Technieken van Onderzoek. Ook komt onderzoek aan bod in de

onderwijseenheden Integratie van Beleid en Praktijk, ook in het derde jaar en Sport en

Bewegen in het vierde jaar en in de scriptie. Onderzoek betreft voornamelijk allerlei

vormen van marktonderzoek en beleidsgericht toegepast onderzoek. Het panel

concludeert, dat er in de opleiding S&B daadwerkelijk aandacht wordt besteed aan

onderzoek en onderzoeksmethodologie.

• Het panel heeft, ondanks alle inspanningen van alle drie de opleidingen die worden

gepleegd op het terrein van onderzoek in het kader van actuele ontwikkelingen in het

vakgebied, vastgesteld dat deze desondanks weinig expliciet in de programma’s is terug

te vinden. De lector, die hierbij een belangrijke rol zou kunnen spelen, is verbonden aan

Page 27: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 27/91

het centrale niveau van de hogeschool en ook de kenniskring is organisatorisch niet

ondergebracht bij de School. Het panel veronderstelt dat de relatie van de opleidingen

met de kenniskring hierdoor minder intensief is dan wenselijk en mogelijk is.

• Het panel heeft het studiemateriaal en de literatuurlijsten van de drie opleidingen

bestudeerd.

• Het materiaal en de literatuurlijst van de opleiding BPT zijn volgens het panel van een

goede kwaliteit en een goed niveau. De moduleboeken, de literatuur en de readers zijn

up-to-date en in voldoende mate ontleend aan de beroepspraktijk. Dit geldt ook voor de

enkele Engelstalige boeken op de literatuurlijst staan.

• De opleiding LO heeft ervoor gekozen om een aanzienlijk deel van de literatuur in

readers te bundelen. Het panel beoordeelt de literatuur als voldoende actueel en aan de

beroepspraktijk ontleend. De literatuur is voornamelijk Nederlandstalig. Het panel is van

mening dat er wel degelijk relevante internationale literatuur voor deze opleiding

voorhanden, die nuttig kan zijn bij het leren ontwikkelen en formuleren van eigen

opvattingen over het vakgebied. Het overige studiemateriaal is volgens het panel van

voldoende niveau en kwaliteit.

• Ook van de opleiding S&B heeft het panel het studiemateriaal en de literatuurlijst

bestudeerd. De moduleboeken zijn in orde. Over de literatuur van de opleiding S&B is

het panel gematigd tevreden. Het panel vindt deze erg toepassingsgericht. Wat weinig

gebruik wordt gemaakt van standaardwerken. De opleiding maakt wel volgens het panel

in voldoende gebruik van relevante Engelstalige literatuur.

• Aangezien het panel van mening is, dat in het kader van de kennisontwikkeling van

studenten bij de opleidingen LO en S&B te weinig aandacht wordt besteed aan actueel

toegepast onderzoek. Tevens heeft het panel over de literatuurlijsten van de opleidingen

LO en S&B enige kritische kanttekeningen gemaakt. Het panel komt op basis van deze

argumenten voor deze twee opleidingen en varianten tot het oordeel voldoende op dit

facet.

Facet 2.2 Relatie doelstellingen en BPT vt goed BPT dt goed

inhoud programma LO vt goed LO dt goed

S&B vt goed

Criteria:

- Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau,

oriëntatie en domeinspecifieke eisen.

- De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van

(onderdelen van) het programma.

- De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde

eindkwalificaties te bereiken.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

Page 28: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 28/91

BPT, LO en S&B

• De School onderscheidt drie niveaus in het onderwijs: het basis-, het gevorderde- en het

bachelorniveau.

• De opzet van de programma’s van de drie opleidingen volgt die van Windesheim.

Studenten volgen een major van 120 EC (112 EC en 8 EC SLB), een verdiepende

minor van 60 EC (56 EC en 4 EC SLB) en één of twee verdiepende of verbredende

minors van 28 of 56 EC (respectievelijk 30 EC, waarvan 2 EC SLB of 60 EC, waarvan 4

EC SLB).

• De major is geprogrammeerd in het eerste, het tweede, het derde en het zevende

semester. De verdiepende minor is geprogrammeerd in het vijfde en het zesde

semester en de verbredende minor is geprogrammeerd in het vierde en zevende

semester. Elk semester heeft een beroepscomponent: de zogenoemde Kenmerkende

Beroepssituatie (KBS), die wordt ondersteund door de Beroeps Ondersteunende

Onderwijseenheden (BOO’s) (samen14-18 EC), een

Schoolthemacomponent/domeincomponent (7 EC), een Profileringscomponent (3-7 EC)

en studieloopbaanbegeleiding (2 EC).

• In de gezamenlijke propedeuse lopen studenten een stage op een basisschool en

volgen daarnaast lessen methodiek/eigenvaardigheid. De theorie in de propedeuse

bereidt studenten voor op de drie afzonderlijke opleidingen en gaat vooral over

bewegen (redenen en visie), het lichaam en het beïnvloeden van gedrag.

BPT

• Na de met de andere twee opleidingen gezamenlijke propedeuse start het

opleidingsspecifieke BPT-deel. De opleiding BPT kent drie leerroutes. Leerroute A is de

standaardroute. In leerroute B is de volgorde van de major en de minors anders.

Leerroute C is een variant op leerroute B.

• In elk jaar van de hoofdfase van de opleiding BPT komen de (eind)stage (zwemstage),

sportmix, SIC (Supervisie, Intervisie en Coaching), methodische vaardigheden en het

activiteitenpracticum terug. Ook wordt elk jaar theorie behandeld en kiest de student zijn

profilering. Tevens worden er jaarlijks twee Schoolthema’s behandeld. In jaar vier kiest

de studenten in verband met zijn afstuderen één Schoolthema.

• Zoals uit het Kerndocument van de opleiding BPT blijkt, is in mei 2007 een aanzet

gegeven om de competentieniveaus tot concrete leerdoelen uit te werken voor de

competenties: overleggen en samenwerken, reflecteren en positioneren, observeren en

analyseren, begeleiden en behandelen, ontwerpen en arrangeren, evalueren en

rapporteren en conceptueel en narratief handelen. Voor elk van deze competenties zijn

leerdoelen geformuleerd, die in verschillende onderdelen van het 2de, 3

de en 4

de

studiejaar moeten worden behaald. Een voorbeeld hiervan is de competentie

“Begeleiden en Behandelen”. De student dient na het tweede jaar in staat te zijn om een

werkrelatie met de cliënt aan te gaan. Na het derde jaar moet hij in staat om een

werkrelatie aan te gaan met een cliënt, waarbij sprake is van pathologie. Na het vierde

jaar kan de student op basis van PMT doelen en afspraken over wederzijdse

Page 29: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 29/91

verwachtingen een werkrelatie opbouwen en daarin omgaan met lastig

psychopathologisch gedrag van een cliënt en van zijn reacties daarop.

LO

• Na de gezamenlijke propedeuse, start voor LO het opleidingsspecifieke deel. Ook in

deze opleiding komen in elk jaar een stage (groepsstage, lintstage, zwemstage,

snuffelstage en eind- of lio-stage), methodiek/eigenvaardigheid, en het didactisch

practicum terug. Daarnaast kiest ook de LO- student per jaar twee Schoolthema’s en in

jaar vier één Schoolthema.

• Deeltijdstudent LO volgen in het eerste jaar een vast programma, daarna wordt een

contract opgesteld, waarin een individuele leerweg wordt vastgelegd. Hieraan

voorafgaand wordt een assessment afgenomen, waarin de reeds behaalde

competenties werden onderzocht.

• In het Kerndocument van de opleiding staan de competenties beschreven. Studenten

dienen zelf hun leerdoelen te formuleren in relatie tot hun persoonlijke en professionele

ontwikkeling. Bij elk van de onderwijseenheden staat in het studentenstatuut Opleiding

lichamelijke Opvoeding: curriculumoverzicht/onderwijseenheden , 2007-2008 en aantal

leerdoelen geformuleerd. Deze leerdoelen zijn op Blackboard bij de verschillende

onderdelen meer concreet uitgewerkt.

S&B

• Na de gezamenlijke propedeuse start het opleidingsspecifieke deel van de opleiding

S&B. In elk jaar van de hoofdfase zijn bij S&B stages georganiseerd: de oriënterende en

verdiepende beroepsstage en de strategische en sporttechnische managementstage,

de practica sport en bewegen, theoretische vakken in relatie met beleid en management

& organisatie, en theorie met betrekking tot onderzoek (niet in jaar twee). Daarnaast

wordt in jaar twee en jaar vier algemene vaktheorie behandeld.

Ook bij S&B kiest de student jaarlijks twee Schoolthema’s en in het vierde jaar één

Schoolthema.

• In het Kerndocument van de opleiding staan in bijlage 6 bij elk van de onderdelen de

leerdoel van het programma beschreven en de hiermee beoogde eindkwalificaties. Een

voorbeeld hiervan is Practicum 1 met als leerdoelen” het kunnen organiseren van sport-

en bewegingsactiviteiten in verschillende contexten en voor verschillende doelgroepen”

en “in staat zijn om activiteiten aan te passen aan de doelgroep en de context met als

beoogde eindkwalificaties”. De hiermee beoogde eindkwalificatie is “het Organiseren en

Begeleiden van sport- en bewegingsactiviteiten”.

Facet 2.3 Samenhang in BPT vt goed BPT dt goed

opleidingsprogramma LO vt goed LO dt goed

S&B vt voldoende

Criterium:

Page 30: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 30/91

- Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

BPT, LO en S&B

• De belangrijkste samenbindende factor in de gezamenlijke propedeuse is de “body of

knowledge”.

• De postpropedeutische fase van alle drie de opleidingen kenmerkt zich door een

cyclische opbouw. In elk semester wordt voortgebouwd op de in de eerdere semesters

verworven kennis en beroepscompetenties, die steeds geïntegreerd worden behandeld.

De context waarin dit gebeurt, wordt in de loop van de opleidingen steeds complexer en

de mate van zelfsturing van de studenten neemt toe. Er worden steeds hogere eisen

gesteld aan de mate, waarin de student verantwoording moet afleggen over zijn eigen

leerproces.

• Binnen de School worden in het curriculum een aantal leerlijnen onderscheiden: de

integrale leerlijn, de reflectieve leerlijn, de conceptuele leerlijn en de lijn van

vaardigheden. Deze leerlijnen worden geïntegreerd in de beroepsleerlijn, de

Schoolthemalijn, de profileringslijn en de studieloopbaanbegeleiding. De leerlijnen

kunnen worden beschouwd als een clustering van samenhangende

opleidingsactiviteiten. De leerlijnen, clusters van samenhangende opleidingsactiviteiten,

zorgen voor samenhang in de programma’s.

• In de hoofdfase kiezen studenten elk semester een Schoolthema en een profilering. In

de Schoolthema’s dienen studenten een relatie te leggen met hun eigen

beroepsontwikkeling. Naast de Schoolthema’s worden opleidingsoverstijgende

onderwijseenheden aangeboden, die op thematische wijze handelen over een specifiek

perspectief op het beïnvloeden van bewegingsgedrag. Deelnemers aan de

Schoolthema’s kunnen uit elk van de drie opleidingen en/of leerjaren afkomstig zijn. De

profilering stelt studenten in de gelegenheid om de eigen beroepscompetenties, kennis

en vaardigheden te verdiepen of juist te verbreden naar andere vakinhouden en

kennisgebieden, zodat de samenhang van de programma’s wordt versterkt. Ook kan de

student ervoor kiezen de Profilering op te vullen met een extra ‘maatschappelijke’ stage.

Keuzes dienen door de student gemotiveerd te worden en worden beschreven in het

POP, dat ter goedkeuring wordt aangeboden aan de SLB'er.

• Horizontale samenhang wordt gerealiseerd, doordat er in elk semester een

Kenmerkende Beroepssituatie (KBS) centraal staat, die wordt ondersteund door

Beroeps Ondersteunende Onderwijseenheden (BOO). Dit kunnen zowel practica als

theorievakken zijn.

• De gezamenlijke opleidingscommissie (binnen de School curriculumcommissie

genoemd) ziet toe op de samenhang van de onderwijsprogramma’s. En vaksecties

bewaken de inhoudelijke samenhang van de programma’s.

• Uit de STO 2007 evaluaties, blijkt dat de BPT studenten tevreden zijn over de

samenhang: 78%. De studenten LO zijn ook tevreden zijn over de samenhang: 85%. De

studenten S&B zijn blijkens dit onderzoek iets minder tevreden over de samenhang:

Page 31: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 31/91

61%. In het gesprek van het panel met de S&B studenten kwam naar voren dat voor

deze studenten de samenhang tussen de praktijk (het sporten) en de theorie onduidelijk

is.

• Het panel komt op basis van de resultaten van het STO 2007 en op basis van her

gesprek over de samenhang van het programma voor de opleiding S&B tot het oordeel

voldoende.

Page 32: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 32/91

Facet 2.4 Studielast BPT vt voldoende BPT dt voldoende

LO vt voldoende LO dt voldoende

S&B vt voldoende

Criterium:

- Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat

programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden

weggenomen.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

BPT, LO en S&B

• Het programma van de voltijdopleidingen is verdeeld in semesters van 30 EC. Dit geldt

ook voor de deeltijdopleiding LO.

• Het aantal contacturen per week is in het eerste jaar 25 (binnenschools) en 2

(buitenschools). In jaar twee neemt het aantal binnenschoolse contacturen af tot 16 en

in jaar vier tot 14.

• Aan het eind van elke semesterperiode is een tentamenperiode gepland. Er zijn twee

toetsmomenten per jaar per onderwijseenheid.

• Studenten BPT vertelden het panel dat zij veel uren bezig zijn men hun opleiding en dat

deze uren veelal binnen het Instituut worden doorgebracht. Studenten LO hebben in de

gesprekken met het panel aangegeven, dat zij gemiddeld 40 uur aan hun studie

besteden. Zij zijn in het eerste jaar 5 dagen per week op school. In het tweede jaar is dit

gereduceerd tot 2 dagen. In het eerste jaar zijn en in het eerste semester van het

tweede jaar zijn 24 contacturen geprogrammeerd. In het tweede jaar komen hier vier uur

voor de stage bij. De deeltijdvariant LO kent één contactdag per week, die bestaat uit

twee uur SLB/intervisie/supervisie, drie uur kernprogramma en twee uur verdiepend

programma. Daarnaast is er één stagedag, die na/voorbesproken wordt tijdens de SLB-

uren. In het gesprek van het panel met de studenten S&B, hebben zij aangegeven, dat

het af en toe hard werken is. Over het algemeen maken zij veel uren. Bij de stages is dit

minder.

• De studievoortgang is een belangrijk onderdeel van de SLB. In toenemende mate ligt de

verantwoordelijkheid van de organisatie van de SLB bij de student. Studenten die in het

eerste en/of tweede jaar zijn vertraagd, worden uitgenodigd voor een gesprek. Zowel in

het eerste als tweede jaar van inschrijving kan bij een achterblijvende studievoortgang

een Bindend Negatief Studieadvies worden gegeven. De norm is na één jaar minder

dan 45 EC en na twee jaar minder dan 60 EC.

• Om de studievoortgang zo weinig mogelijk te belemmeren, voert de School een beleid,

waarbij zo min mogelijk instapeisen per onderwijseenheid aan de studenten worden

gesteld.

• In de gesprekken met het panel, gaven de studenten van alle drie de opleidingen aan

dat zij de opbouw per blok en de verdeling van de studielast niet evenwichtig vinden.

Page 33: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 33/91

Aan het begin van het blok is de hoeveelheid theorie en daardoor de studielast (te)

groot in vergelijking met het eind van het blok. Ook uit het STO 2007 blijkt, dat

studenten gematigd tevreden zijn over de spreiding van de studielast over het jaar.

Echter, studenten vinden de opleiding wel te doen in de tijd, die daarvoor staat, zo

hebben studenten het panel laten weten.

• De opleidingen publiceren in het kader van de studievoortgang de lesroosters via

publicatieborden en Portaal, evenals de wijzigingen daarin en de tentamenroosters. Via

Portaal kunnen studenten op ieder gewenst moment de actuele stand van zaken ten

aanzien van afgeronde onderwijseenheden raadplegen.

• Studenten van alle drie de opleidingen ervaren Humane Biologie als een struikelvak. Dit

betreft voornamelijk die studenten, die geen exact pakket hebben gehad tijdens hun

vooropleiding. Studenten LO hebben nog een tweede struikelvak genoemd, namelijk

Fysiologie.

• Vanwege het feit dat de studenten van alle drie de opleidingen de spreiding van de

studielast over de onderwijseenheden niet goed vinden en vanwege het feit dat

Humane Biologie voor de studenten van alle drie de opleidingen een struikelvak is en

Fysiologie voor de studenten LO, komt het panel voor alle drie de opleidingen voor alle

varianten tot het oordeel voldoende op dit facet.

Facet 2.5 Instroom BPT vt goed BPT dt goed

LO vt goed LO dt goed

S&B vt goed

Criterium:

- Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende

studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee

vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

BPT, LO en S&B

• De School werkt met een instellingsfixus, die is afgestemd op de marktbehoefte in de

werkvelden en de organisatorisch-facilitaire mogelijkheden van de School.

• De gemeenschappelijk instroomeisen staan beschreven in het OER. Studenten dienen

in het bezit te zijn van havo- of vwo-diploma. Hierbij worden geen eisen gesteld aan de

vakkenpakketten of profielen. Andere mogelijk instroomeisen zijn een diploma

middenkaderopleiding of een specialistenopleiding. Studenten met een vwo-diploma

kunnen vrijstellingen aanvragen voor één of meer onderwijsonderdelen op basisniveau,

indien zij aannemelijk kunnen maken dat zij beschikken over de relevante competenties,

c.q. de kennis, vaardigheden en inzichten, zo wordt in het OER vermeld. Dit geldt

eveneens voor studenten die in het bezit zijn van een WEB-diploma.

Page 34: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 34/91

• Van belang is verder dat afgestudeerden in de toekomstige beroepsuitoefening

verschillende bewegingsactiviteiten op maat (agogisch dan wel therapeutisch) moeten

kunnen aanbieden aan de verschillende doelgroepen. Afgestudeerden moeten hierin actief

kunnen participeren. Tengevolge hiervan is het noodzakelijk dat studenten beschikken over

een behoorlijk niveau van eigen bewegingsvaardigheid. Alleen indien studenten beschikken

over een voldoende bewegingsvaardigheden worden zij toegelaten.

• Toelatingseisen voor de deeltijdopleiding LO zijn: in het bezit zijn van een getuigschrift van

de opleiding Sport en Bewegen (niveau 4, MBO) of Sport en Bewegen (niveau 5: onder

andere Sport en Bewegen aan een HBO-instituut), een lerarenopleiding hbo of wo of een

een hbo-opleiding Psychomotorische Therapie (School of Human Movement and

Sports). Mensen die in het bezit zijn van een getuigschrift van een andere hbo- of wo-

opleiding met aantoonbare relevante werkervaring op het gebied van sport & bewegen

(leiding- en/of training geven) kunnen ook worden toegelaten tot de opleiding.

• De kandidaat-student volgt een assesmentprocedure. Hierin wordt gekeken naar het

praktijkniveau, het ingeleverde portfolio en wordt een casus gemaakt. Indien

noodzakelijk moet een capaciteitstest worden gedaan. Ook een sportmedische keuring

maakt deel uit van de toelatingsprocedure.

• Voor de deeltijd BPT geldt een werk- of stage-eis. In de folder wordt dit omschreven als

ervaring in het actief aanbieden van bewegingsactiviteiten in 'speciale

beweegcontexten'. Dat wil zeggen dat de student naast de studie werkt of stage loopt

en dat in die werksituatie voor het beroep PMT’er relevante werkervaring wordt

opgedaan. De student dient daartoe een door de werkgever ondertekende verklaring in

te leveren.

• De kandidaat-student doet een intake bij de coördinator van de deeltijdopleiding.

Tijdens de intake wordt gekeken naar het praktijkniveau, de werkervaring en wordt een

casus gemaakt. Indien noodzakelijk moet een capaciteitstest worden gedaan.

• Ook een sportmedische keuring maakt deel uit van de toelatingsprocedure.

• Daarnaast moet de student in het bezit zijn van een getuigschrift van één van de

volgende opleidingen: Sport en Bewegen (niveau 4 MBO); een lerarenopleiding op een

hbo- of wo-nivea (bijv. Pabo met aantekening), een hbo-opleiding Lichamelijke

Opvoeding (School of Human Movement and Sports). Ook diegenen die in het bezit zijn

van een getuigschrift van een andere hbo- of wo-opleiding in de richting van de sociaal

of mens gerichte opleidingen, met aantoonbare relevante (werk)ervaring in het actief

aanbieden van bewegingsactiviteiten in 'speciale beweegcontexten' kunnen worden

toegelaten.

• De School kent een driejarige leerweg voor studenten met een getuigschrift van een

opleiding mbo-SB, de propedeuse van de lerarenopleiding Lichamelijke Opvoeding of

de opleiding S&B of BPT of een aanverwante hbo-opleiding, zoals de Pabo,

Fysiotherapie, SPH of LVO; een propedeuse van een aanverwante wo-opleiding, zoals

FBW; een propedeuse van een andere ALO of verwante andere opleiding. Deze

studenten dienen het assessmenttraject met goed/ruim voldoende resultaat te hebben

afgerond. De assessmentsprocedures worden uitgevoerd door het Assessment

Development Center (ADC).

Page 35: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 35/91

• De toekenning van plaatsing is ook beschreven in het OER.

• Studenten kunnen behalve in het eerste jaar, ook instromen in het tweede jaar van één

van de opleidingen of in de deeltijdopleidingen BPT en LO. Ook de EVC-procedure

hiervoor staat beschreven in het OER.

• Om de aansluiting zo goed mogelijk te laten verlopen, worden open dagen

georganiseerd, vindt een praktijkkeuring en decentrale selectie plaats en wordt een

module Sport en Bewegen verzorgd. Ook in het (regionaal) overlegplatform mbo/SB –

Calo wordt de afstemming van het programma en de kwalificaties tussen mbo en hbo

besproken en vastgelegd.

• Het panel vindt dat de School laat zien, dat zij door de hierboven genoemde acties er

alles aan doet om de inhoudelijke aansluiting zo goed mogelijk te laten verlopen.

• De instroomvoorwaarden en de toelatingsprocedure voor deeltijdstudenten staan

beschreven in de brochures en op de website.

• De School werkt voor de voltijdvarianten van de opleidingen niet met vrijstellingen. Wel

kunnen studenten de docenten om een extra verdieping vragen, als ze denken de stof

al goed te beheersen.

• Uit het Eerstejaarsonderzoek 2007 blijkt dat de eerstejaars studenten positief zijn over

de aansluiting van de binnen de School gehanteerde pedagogisch-didactische

benadering op hun vooropleiding. De meeste instromers hebben een havo-diploma en

zijn in het Studiehuis al gewend geraakt aan het zelfstandig werken. Uit de

Aansluitingsmonitor 2006-2007 blijkt, dat de studenten van de School ruim voldoende

tot zeer goed scoren wat betreft de aansluiting bij de leerstof, de vereiste

basisvaardigheden, de eisen die worden gesteld aan het zelfstandig leren en het

kunnen werken in groepen. Het panel concludeert op basis van deze gegevens dat de

aansluiting qua vorm goed verloopt.

• Om de instroom van S&B kandidaat-studenten te bevorderen, is in februari 2007 een

pilot gestart voor mbo-SB studenten. In de keuzeruimte binnen hun opleiding kunnen zij

alvast onderwijspakketten volgen om zich zo goed mogelijk voor te bereiden op hun

vervolgstudie in het hbo. In februari 2008 is de pilot uitgebreid naar de opleidingen LO

en BPT. Ten tijde van de visitatie waren er nog geen resultaten van de pilot.

• Hogeschool Windesheim heeft in september 2006 de Code of conduct ondertekend.

Facet 2.6 Duur BPT vt voldaan BPT dt voldaan

LO vt voldaan LO dt voldaan

S&B vt voldaan

Criterium:

- De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het

curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

Page 36: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 36/91

BPT, LO en S&B

• Alle drie de opleidingen hebben een omvang van 240 EC, waarvan 120 EC is

gereserveerd voor de major en 120 EC voor de minors.

• De deeltijdprogramma’s van de opleidingen BPT en LO omvatten eveneens 240 EC.

Kandidaat-studenten van de deeltijdopleidingen, die voldoen aan de toelatingscriteria

kunnen 60 EC aan vrijstellingen krijgen.

Facet 2.7 Afstemming tussen BPT vt voldoende BPT dt voldoende

vormgeving en inhoud LO vt voldoende LO dt voldoende

S&B vt voldoende

Criteria:

- Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen.

- De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

BPT, LO en S&B

• Het in de School gehanteerde didactisch concept staat beschreven in het Opleidings-

en Toetskader School of Human Movement & Sports (OTK, 2007) en is nader

uitgewerkt in het voor elke opleiding afzonderlijke Kerndocument. Belangrijke

uitgangspunten van het didactisch concept zijn het competentiegericht en

vraaggestuurd opleiden. De School wil een leerproces bij studenten stimuleren, dat

gestuurd wordt door zowel persoonlijke leervragen, als door vragen vanuit de

samenleving, het beroepenveld en de School zelf. Om deze vragen zoveel mogelijk op

elkaar af te stemmen is een onderwijsmodel gekozen, dat is opgebouwd uit drie

componenten: de beroeps-, domein- en profileringscomponent.

o Beroepscomponent. Deze component komt aan bod binnen de Kenmerkende

Beroepssituaties. Het werken aan leerwerkopdrachten binnen deze

beroepssituaties stelt de studenten in staat de voor het beroep relevante

competenties te ontwikkelen. Alle beroepssituaties tezamen zijn dekkend voor het

beroep, waarvoor de student wordt opgeleid. De leerwerkopdrachten (inclusief

stages) worden ondersteund door onderwijs in beroepsspecifieke kennis en

vaardigheden (Beroeps Ondersteunende Onderwijseenheden).

o Domeincomponent. Deze component komt met name aan bod binnen de

Schoolthema’s. Deze thematisch geordende onderwijseenheden rondom relevante

kennisgebieden zijn gericht op het kunnen beïnvloeden van bewegingsgedrag. De

student volgt minimaal in het 2de, 3

de en 4

de leerjaar 5 Schoolthema’s van 7 EC, die

aansluiten bij het POP van de student.

o Profileringscomponent. Deze component omvat 7 EC en bestaat uit losse

cursussen, practica, trainingen en dergelijke, die studenten ondersteuning bieden

Page 37: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 37/91

bij het uitvoeren van de leerwerkopdrachten. Projecten of extra leerwerkopdrachten

(bijvoorbeeld extra stage) kunnen onderdeel zijn van de profilering.

• Leerwerkopdrachten die worden uitgevoerd binnen de Beroepscomponent zijn afgeleid

van beroepstaken, die worden uitgevoerd in een Kenmerkende Beroeps Situatie en zijn

gericht op het realiseren van (toetsbare) beroepsproducten. Leerwerkopdrachten

kunnen bestaan uit een stage (stageopdracht), projectonderwijs (bijvoorbeeld.

Segmentteam), integrale opdrachten of een casus. Het onderwijs in kennis en

vaardigheden, die nodig zijn om de leerwerkopdracht (beroepstaak) te kunnen uitvoeren

bestaat uit hoor- en werkcolleges, intervisie, (vaardigheids) training, practica, zelfstudie,

e-learning et cetera.

• Het competentiegerichte onderwijs moet nog verder ontwikkeld worden, zo heeft het

management het panel laten weten. Ook de docenten zijn van mening dat de

implementatie van het competentiegerichte onderwijs nog niet is voltooid.

• De opleiding BPT hanteert veel praktische werkvormen, zo heeft het panel vastgesteld.

Studenten BPT hebben het panel verteld, dat zij hebben moeten wennen aan de

vernieuwingen in het curriculum van 2006 en deze niet altijd als een vooruitgang

hebben ervaren. Zij missen bepaalde vakken, die ofwel zijn geschrapt of samen zijn

gevoegd met andere vakken (hiervoor in de plaats zijn de Schoolthema’s

geïntroduceerd). Studenten zien in deze thema’s thans steeds meer niveau en

diepgang en ervaren dit als een verbetering.

• De studenten LO hebben het panel laten weten, dat zij de vernieuwingen in het

curriculum als positief ervaren. Met name de keuzes die zij nu kunnen maken door

middel van de Profilering en de Schoolthema’s vinden zij prettig. Uit het STO 2007 blijkt

dat het merendeel van de studenten tevreden is over de afwisseling van werkvormen.

De School heeft met 80% de hoogste score van Windesheim op deze vraag. De

deeltijdstudenten LO hebben het panel laten weten, dat zij meer behoefte hebben aan

het ontwikkelen van eigen vaardigheden en het kunnen beoordelen van deze

vaardigheden.

• De studenten S&B vertelden het panel, dat de vernieuwingen in het curriculum voor hen

een vooruitgang zijn geweest. Net als de LO studenten, waarderen zij de keuzes die zij

kunnen maken binnen de Profilering en Schoolthema’s. De S&B studenten vinden

verder, dat er teveel tijd is ingeruimd voor sporten. Met name de eerstejaars Thans zijn

er twee contacturen theorie per week. De studenten zouden meer theorie wenselijk

vinden.

• Het panel is van mening dat de afstemming tussen de vormgeving en inhoud van de

competentiegerichte curricula binnen alle drie de opleidingen nog niet optimaal is,

omdat het competentiegerichte onderwijs nog verder moet worden ontwikkeld en

geïmplementeerd. Het is het panel opgevallen, dat ook de docenten er “nog niet klaar

voor zijn”. Zij blijken vooralsnog voor een deel hun eigen vertrouwde leerprincipes te

hanteren. Deze houding heeft zijn weerslag op de studenten, zo heeft het panel op

basis van de gesprekken met de studenten geconstateerd. Het panel beoordeelt dit

facet voor alle drie de opleidingen en varianten daarom met een voldoende.

Page 38: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 38/91

Facet 2.8 Beoordeling en toetsing BPT vt voldoende BPT dt voldoende

LO vt voldoende LO dt voldoende

S&B vt voldoende

Criterium:

- Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de

studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd.

Page 39: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 39/91

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

BPT, LO en S&B

• Het toetsbeleid van de School is vastgelegd in het document Opleidings- en Toetskader

School of Human Movement & Sports (OTK, 2007). De verantwoordelijkheden van de

toetscommissie zijn vastgelegd in Opdrachtomschrijving Toetscommissie, 2007. De

commissie heeft voornamelijk een adviserende en initiërende rol. De kwaliteitsborging

van de toetsen is de verantwoordelijkheid van de opleidingsteams en de vaksecties.

Toetsen komen tot stand door intercollegiale consultatie. Het management is van

mening, dat de toetsen nog niet in voldoende mate voldoen aan de eisen, die

competentiegericht onderwijs hieraan stelt en is van mening dat er nog te weinig

uniformiteit in de toetsen zit. Bovendien hebben nog niet alle toetsen een integraal

karakter. Studenten zijn hierdoor volgens het management niet altijd tevreden over de

aansluiting van de toetsen op de stof. Het panel heeft geconstateerd dat het

management er hard aan werkt om deze “knelpunten” op te lossen en de toetsen, zowel

qua inhoud als vorm beter te laten aansluiten bij het competentiegerichte curriculum en

de doelstellingen van de opleidingen.

• De binnen de School gebruikte toetsvormen zijn: schriftelijke tentamens (MC, essay),

praktijktoetsen, digitale toetsen, opdrachten, presentaties, portfolio, logboek,

(reflectie)verslagen, en assessments.

• Gemaakte toetsen kunnen altijd door studenten worden ingekeken en indien zij dat

wensen worden nabesproken. Bij de beoordeling van stages en (integrale) opdrachten

is het geven van feedback standaard.

• De beoordelingscriteria voor de (integrale) opdrachten, (reflectie)verslagen,

afstudeerprojecten, scripties en stages liggen vast in studiehandleidingen,

stagehandleidingen, scriptie- en stagebeoordelingsformulieren. De criteria hiervoor zijn

volgens het panel herkenbaar afgeleid van de beroeps- en competentieprofielen. De

meeste toetsen zijn summatief van aard.

• Assessments worden door twee assessoren afgenomen en zijn een onderdeel van de

SLB en dienen ter ondersteuning van het leerproces. Het panel heeft een aantal

assessments bekeken en is hier positief over.

• Stages worden beoordeeld door de stagebegeleidende docent, die zijn oordeel echter

mede baseert op het oordeel van de stagebegeleider en de stageproducten en

stageverslagen van de student. Ook wordt gebruik gemaakt van ‘zelfbeoordeling’ door

de student en soms van een 360 graden feedback.

• In alle drie de opleidingen wordt gewerkt met portfolio’s. Hierin worden de hierboven

genoemde producten verzameld.

• Bij de beoordeling van scripties zijn doorgaans twee personen betrokken. In veel

gevallen is één van hen een vertegenwoordiger uit het werkveld of een stagebegeleider.

Indien er geen werkveldvertegenwoordiger beschikbaar is, wordt in het geval van een

onvoldoende een “second opinion” aan een mededocent gevraagd.

Page 40: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 40/91

• De beoordelingscriteria zijn beschreven in de Afstudeerhandleidingen.

Werkveldvertegenwoordigers zijn betrokken bij de beoordeling van

afstudeeropdrachten.

• De kwaliteitsborging van de toetsing gebeurt behalve door toezicht van de

toetscommissie door de opleidingsteams en de (vak)secties.

• Uit het STO 2007 blijkt, dat studenten van de School tevreden zijn over de wijze waarop

de toetsing aansluit bij het onderwijs en de wijze waarop vooraf wordt aangegeven

waarop beoordeeld wordt. Studenten zijn echter ontevreden over het op tijd

bekendmaken van de toetsresultaten.

• Zowel de studenten als de docenten BPT hebben aangegeven dat er met betrekking tot

de toetsing in het competentiegerichte curriculum nog enige slagen gemaakt moeten

worden. Het toetsen van competenties is lastig en een vak apart, dat nog niet door alle

docenten binnen de opleiding wordt beheerst.

• Het panel heeft toetsen, werkstukken en dergelijke van de opleiding BPT bestudeerd en

beoordeelt deze als van een goede kwaliteit. De lat ligt hoog bij de beoordeling. Uit de

porfolio’s, waarin toetsen zijn opgenomen, is het panel duidelijk geworden hoe cursisten

zich in de loop van de opleiding zich tot echte professionals ontwikkelen.

• Ook heeft het panel toetsen van de opleiding LO bestudeerd en vindt deze in het

algemeen van een goed niveau. Het panel heeft geconstateerd, dat er veel

intercollegiale consultatie met betrekking tot de toetsen binnen de opleiding LO

plaatsvindt. De toetsen krijgen steeds meer een integraal karakter. Het panel heeft ook

portfolio’s bestudeerd en concludeert dat ook deze er goed uitzien, alhoewel ook de

portfolio’s nog verder ontwikkeld moeten worden. De kwaliteit van de digitale toetsen is

in orde. Dit geldt ook voor de beoordeling ervan.

S&B

• Het panel heeft toetsen en andere producten, zoals portfolio’s en stageverslagen van

de S&B studenten bestudeerd constateert het panel dat er aanzienlijke verschillen zijn

in de kwaliteit van de producten. Ook in de beoordeling van de producten heeft het

panel variatie geconstateerd.

BPT, LO en S&B

• Het panel heeft geconstateerd dat het toetsbeleid binnen de School, evenals het

competentiegerichte curriculum nog volop in ontwikkeling zijn. De integrale toetsen en

de portfolio’s moeten nog beter ontwikkeld worden, zo oordeelt het panel. Het panel

beoordeelt dit facet voor alle varianten van de drie opleidingen dientengevolge met een

voldoende.

Page 41: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 41/91

Onderwerp 3 Inzet van personeel

Facet 3.1 Eisen HBO BPT vt goed BPT dt goed

LO vt goed LO dt goed

S&B vt goed

Criterium:

- Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een

verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

BPT, LO en S&B

• Docenten van alle drie de opleidingen zijn actief in de beroepspraktijk. Het

docentencorps van de opleiding S&B is opgebouwd uit docenten met relevante en

elkaar aanvullende opleidingsachtergrond en werkervaring. Thans zijn er vijftien

docenten, die in vaste dienst zijn, die ook werkzaam in de praktijk. Van de opleiding

PMT zijn dit er 5 van de 30, van de opleiding LO zijn dit er 7 van de 30. Van de

opleiding S&B zijn dit er 3 van de 11. Tot deze groep van in totaal 71 docenten worden

die docenten gerekend, die op basis van hun onderwijsbevoegdheid ook in het

onderwijs zouden kunnen werken. Indien ook de overige docenten worden

meegerekend bestaat het docententeam uit in totaal 99 docenten.

• Docenten onderhouden contact met de beroepspraktijk door het verzorgen van

projectonderwijs in samenwerking met het werkveld, het geven van gastcolleges, het

begeleiden van stages en afstudeeropdrachten, het volgen van profileringcursussen en

studiedagen, participatie in redacties van relevante tijdschriften, het bezoeken van

landelijke studiedagen en symposia. Ook participeert een aantal docenten in de

kenniskring van het lectoraat “Bewegen en Gedragsbeïnvloeding”. Van S&B zijn dat er

drie, van BPT vijf en van LO eveneens vijf. Resultaten van het binnen deze kenniskring

verrichte toegepaste onderzoek wordt geïmplementeerd in de onderwijsprogramma’s

van de opleidingen. Alhoewel dit volgens het panel te weinig gebeurt.

• Naast de reguliere docenten zorgen ook gastdocenten voor inbreng van actualiteit in de

programma’s.

• In het projectenbudget van de School is 1 fte formatie opgenomen voor zogenaamde

‘vrije spelers’. Vijf docenten kunnen flexibel worden ingezet ten aanzien van activiteiten

die te maken hebben met “ondernemen”. Sinds een aantal jaren wordt projectmatig

gewerkt met segmentteams, waarbij een multidisciplinaire aanpak het uitgangspunt is.

Werkveld- en opleidingsbetrokkenen denken gezamenlijk na over problemen, die zich in

het werkveld en opleiding voordoen.

• Ook de stage-instellingen spelen voor alle drie de opleidingen een belangrijke rol bij de

kennisuitwisseling tussen docenten, studenten en werkveld. Naast bezoeken aan de

Page 42: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 42/91

stage-instellingen organiseren de opleidingen één à twee keer per jaar een overleg met

stagebegeleiders uit het werkveld.

• Alle drie de opleidingen hebben een eigen veldadviescommissie.

• In 2006/2007 is Q-point binnen de School geformaliseerd, een studentenprojectbureau,

dat zich bezighoudt met “schakelen en makelen” tussen de studenten en het werkveld.

• Ook is de School is in 2001 gestart met het projectbureau LINK. Dit bureau is een

schakel tussen de opleidingen en de verschillende werkvelden. Het bureau ondersteunt

bij het inhoudelijk vormgeven aan maatschappelijke dienstverlening en onderzoek. Ook

worden er, in afstemming met de betrokken werkvelden, projecten opgezet waarin

nieuwe kennis ontwikkeld kan worden, zoals in het Ambulatorium en met de digitale

versie van ‘Bewegen Samen Regelen’.

• Alle drie de opleidingen onderhouden contacten met diverse Europese landen voor

docent- en studentuitwisselingen. Tijdens deze uitwisselingen nemen de ontwikkelingen

in de beroepspraktijk In Nederland en het buitenland een belangrijke plaats in.

• In de gesprekken van het panel met de alumni en het werkveld gaven de

gesprekspartners aan, dat de docenten thans meer dan voorheen naar buiten treden en

gericht zijn op ontwikkelingen in de beroepspraktijk. Zij tonen thans meer

maatschappelijke betrokkenheid.

• Binnen de opleiding BPT is met het werkveld het Ambulatorium “De Praktijk” ontwikkeld.

Hier kunnen studenten onder supervisie van docenten behandelingen uitvoeren, voor

zowel psychomotorische therapie als bewegingsagogie.

• Uit het STO 2007 blijkt dat meer dan 90% van de studenten tevreden is over de kennis

van docenten over de beroepspraktijk. In de HBO-Monitor 2006 krijgt de praktijkkennis

en -ervaring van de docenten van de BPT alumni een 8,1, van de LO-alumni een 8,1 en

van de S&B alumni een 7,0.

Facet 3.2 Kwantiteit personeel BPT vt goed BPT dt goed

LO vt goed LO dt goed

S&B vt goed

Criterium:

- Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te

verzorgen.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

BPT, LO en S&B

• Windesheim is in 2003 gestart met de uitvoering van het Windesheim Organisatie

Ontwikkelplan (WOOP) en wil zich hiermee profileren als een competentiegerichte en

vraaggestuurde hogeschool. In dit kader is 6 fte beschikbaar gesteld voor de facilitering

van het onderwijsvernieuwingsproject. Deze facilitering is deels betaald uit

hogeschoolmiddelen, deels uit WOOP-gelden en deels uit Schoolmiddelen. In het

Page 43: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 43/91

introducerende gesprek met het management van de School en de opleidingen kwam

naar voren, dat de uitvoering van een nieuw Organisatie Ontwikkelplan voor de School

is opgeschort, met name omdat de ontwikkelslag al voor het hele curriculum is gemaakt,

en verder is dan die in andere Schools. De Calo zou te veel last kunnen krijgen van

uitvoeringsproblemen op hogeschoolniveau, onder andere op het gebied van de

centrale roostering en studentenuitwisseling. De in 2007 nieuw aangestelde

Schooldirecteur wil zich ook eerst beter kunnen oriënteren binnen de School. Het panel

is van mening dat dit een zinvolle beslissing is geweest.

• De School hanteert als norm voor de docent/studentratio van 1:27. Gemiddeld komt de

gerealiseerde ratio van de drie opleidingen neer op 1:24,6.

• Het ziekteverzuim binnen de School is thans 3,8%. Het streefcijfer van Windesheim is

3,5%. Het verzuim in de periode 2004-2007 bedroeg 2,9%. Een verklaring voor het

relatief hoge percentage in 2007 is de langdurige ziekte van vier medewerkers, waarvan

bij drie de ziekte niet werk gerelateerd was.

• Elke drie jaar wordt de KWOA-scan uitgevoerd om inzicht te krijgen in de tevredenheid

van de medewerkers, onder andere over de werkdruk. Uit de in 2005 uitgevoerde

evaluatie blijkt dat de medewerkers een behoorlijke werkdruk ervaren. Het panel heeft in

de gesprekken met de docenten geen klachten over de werkdruk gehoord.

• Uit het STO 2007 blijkt dat een ruime meerderheid van de studenten van de School

tevreden is over de bereikbaarheid van de docenten. Uit de HBO-Monitor 2006 blijkt dat

alumni BPT de bereikbaarheid van docenten met een 6,1 waarderen. Alumni LO geven

hiervoor een 7,4 en die S&B een 6,7.

Facet 3.3 Kwaliteit personeel BPT vt goed BPT dt goed

LO vt goed LO dt goed

S&B vt voldoende

Criterium:

- Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en

organisatorische realisatie van het programma.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

BPT, LO en S&B

• De School heeft de procedures voor werving en selectie van haar personeel direct

gerelateerd aan het Personeelsplan en de gewenst personeelskwalificaties.

• In het functiehuis wordt een onderscheid gemaakt tussen A-, B- en hogeschool

hoofddocenten. A-docenten kunnen, als aan de betreffende kwalificatie wordt voldaan,

doorgroeien naar B-functies en docenten in B-functies naar de functie van hogeschool

hoofddocent. Echter, vanwege de beschikbaarheid van formatie is er maar in beperkte

mate de mogelijkheid om door te stromen naar de functie van hogeschool hoofddocent.

De School beschikt momenteel over 51 A-docenten, 40 B-docenten en 3 hogeschool

Page 44: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 44/91

hoofddocenten. In fte’s uitgerukt: 26 (46%) A-docenten, 28 (49%) B-docenten en 3 (5%)

hogeschool hoofddocenten.

• De School voert een personeelsbeleid, waarin taakgerichtheid en persoonlijke

ontwikkeling centrale thema’s zijn. Er zijn twee tot drie keer per jaar plannings-,

voortgangs- en waarderingsgesprekken tussen de medewerker en de direct

leidinggevende. In de gesprekken worden afspraken gemaakt over de te verrichten

taken en de gewenste persoonlijke ontwikkeling van de medewerker.

• Vrijwel elke docent beschikt over een didactische bevoegdheid. Nieuw personeel dient

op korte termijn hierover te beschikken.

• In het cursusjaar 2008-2009 wordt de cursus Competentiegericht Opleiden

aangeboden. Er is 50.000 euro beschikbaar voor (gezamenlijke) scholing, daarnaast is

er 59 euro per docent gereserveerd voor (individuele) scholing. De Calo’ers leveren een

bijdrage aan de Corporate Academy (een interne scholingsfunctie binnen Windesheim).

Deskundigheidsbevordering, met name op het gebied van begeleiding van studenten,

wordt verzorgd door een extern bureau in de vorm van een tweetal cursussen

kernreflectie. In vervolg hierop is er een coachingstraject.

• Andere voorbeelden van scholingsmogelijkheden zijn:

o Schoolbreed: een cursus kernreflectie, een cursus coaching, en scholing en

certificering van SLB’ers.

o Opleidingsbreed: een jaarlijkse tweedaagse studiebijeenkomst (zowel

onderwijskundige als vakinhoudelijke onderwerpen). Viermaal per jaar is er een

opleidingsteamoverleg.

o Op Individueel niveau: expliciete aandacht voor scholing binnen het POP,

stimulans om professionele of wetenschappelijke master te halen (ondersteuning in

tijd en geld) evenals promotie trajecten, en een verplichte didactische scholing voor

docenten die geen onderwijsbevoegdheid bezitten.

• Het management van de School heeft er bewust voor gekozen om geen centraal

(opgelegd) scholingsbeleid te voeren. Dit past volgens het management niet in de visie

van de School: “scholing kun je niet vanuit het centrale niveau plannen en redigeren”.

Het panel vindt het een mooi streven, om de scholing “van onderaf” te laten komen,

maar vraagt zich wel af of scholing en professionalisering van de docenten dan wel

voldoende is geborgd. Uit de gesprekken van het panel met de docenten kwam naar

voren dat zij onlangs een cursus kernreflectie en SLB hebben gevolgd. Ook gaven zij

aan elkaar te coachen.

• Voor docenten is een financiële vergoeding voor de aanschaf van vakliteratuur

opgenomen in de secundaire arbeidsvoorwaarden.

• Uit evaluaties valt af te lezen dat 90% van de studenten tevreden is over de didactische

kwaliteiten van de docenten. Ook de resultaten van de HBO-Monitor 2006 zijn met

ruime zevens voor alle opleidingen goed te noemen.

• Van de in totaal 99 aan de School verbonden docenten hebben er 33 een academische

opleiding en zes docenten hebben een professionele master afgerond. Twee docenten

volgen thans een wo-bachelor opleiding en vier docenten werken aan een

promotietraject.

Page 45: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 45/91

• Het panel beoordeelt de kwaliteit van de BPT docenten als goed. Er is in de afgelopen

jaren sprake van een verjonging. Het panel heeft het docententeam als enthousiast en

ambitieus ervaren. De helft van de BPT docenten is academisch geschoold.

De docenten werken er hard aan om in externe (internationale) netwerken te gaan

participeren. Ook het docententeam van de opleidingen LO heeft het panel als

enthousiast ervaren. Het panel heeft ten aanzien van dit docententeam vastgesteld dat

zij hun “know-how” over het uitvoeren van toegepast onderzoek meer expliciet zouden

moeten gebruiken bij de begeleiding van studenten, die een onderzoek uitvoeren.

• In het gesprek van het panel met de studenten kwam naar voren dat zij de

betrokkenheid en aandacht van hun docenten erg waarderen. Zij voelen zich collegiaal

behandeld. Het werkveld gaf in het gesprek met het panel aan, dat de docenten

initiatiefrijk en sociaal zijn. Ze zijn alert op de omgeving en kunnen goed de verschillen

van studenten herkennen. Daarnaast kunnen de docenten (als opleiding) goed de

competenties ‘bovenhalen’ van de studenten, aldus het werkveld.

• Het panel vindt de docenten S&B (te veel) naar binnen gericht en vindt tevens hun

kennis van marketing en ondernemerschap, twee belangrijke aspecten van de opleiding

S&B, enigszins mager. Studenten S&B toonden zich tijdens het gesprek met het panel

tevreden over de kennis van de docenten en hun omgang met de docenten. Zij zijn

open en behulpzaam en in staat om je “naar een hoger niveau te tillen”, aldus de S&B

studenten. Uit het gesprek van het panel met de alumni en het werkveld van S&B blijkt,

dat ook zij de docenten inhoudelijk sterk betrokken vinden. Zij zijn echter wel in

hoofdzaak gericht op het (theorie) onderwijs en minder op de sport.

• Door de kanttekening met betrekking tot de kennis van docenten S&B over marketing

en ondernemerschap beoordeelt het panel dit facet voor de opleiding S&B (voltijd) met

een voldoende.

Onderwerp 4 Voorzieningen

Facet 4.1 Materiële voorzieningen BPT vt voldoende BPT dt voldoende

LO vt voldoende LO dt voldoende

S&B vt voldoende

Criterium:

- De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te

realiseren.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

BPT, LO en S&B

• De drie opleidingen zijn gehuisvest op de campus van de hogeschool, waarbinnen de

een eigen afdeling heeft. Doordat het gebouw nogal verouderd is, voldoet het volgens

Page 46: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 46/91

eigen maatstaven van de School niet meer aan de eisen van competentiegericht

onderwijs. Gewerkt wordt thans aan nieuwbouw, die echter pas in 2012-2014

gerealiseerd zal zijn. Tot die tijd is er geld vrijgemaakt om de uitstraling van de huidige

locatie op te frissen.

• De materiële voorzieningen zijn, voor zover het gebouw het toelaat, zoveel mogelijk

afgestemd op de onderwijsvisie van de opleidingen: er zijn theorielokalen, kleinere

groepsruimtes, buitenaccommodaties, praktijkruimtes. Er is een uitleendepot waar alle

relevante materialen voor sport- en beweegsituaties beschikbaar zijn. Afsluitbare

projectkamers zijn er niet, deze passen volgens het management niet in de ideologie

van de opleiding.

• Tijdens de rondleiding, die het panel heeft gekregen, heeft het management het panel

verteld, dat de locatie ontworpen is voor ongeveer 600 studenten. Momenteel is het

dubbele aantal studenten op de locatie gehuisvest, met als gevolg een nogal drukke,

onrustige sfeer. Inmiddels is het gebouw gedeeltelijk geherstructureerd, zo heeft het

panel na afloop van het bezoek vernomen. Door het verplaatsen van de wanden is er

zijn er twee theorielokalen bijgekomen en 120 vierkante meter aan werkplekken voor

studenten. Ook is het bedrijfsbureau vergroot van 70 naar 90 vierkante meter. Deze

ruimte was van de Pabo.

• Docenten met een aanstelling groter dan 0,6 fte hebben een vaste werkplek en een

laptop. Andere docenten, die vanwege de aard van hun werkzaamheden een laptop

nodig hebben, kunnen hierover ook beschikken. Docenten met een kleinere aanstelling

dan 0,6 fte kunnen gebruik maken van flexplekken.

• Er zijn ruimtes waar docenten hun studenten kunnen ontvangen. Dit kan tevens op het

‘Calo-lesplein’, waar diverse werkplekken voor zowel studenten als docenten zijn

gecreëerd.

• Zowel medewerkers als studenten werken in een digitale omgeving met Portal/Intranet

en Blackboard. Ook thuis kunnen zij gebruik maken van deze digitale werkomgeving.

• In de nieuwe moderne mediatheek, die in een ander gebouw is gehuisvest, zijn

internationale en nationale publicaties beschikbaar. Afstudeeronderzoeken zijn digitaal

beschikbaar. Het panel is tevreden over de mediatheekvoorzieningen, waarin ook

mogelijkheden zijn tot het bewerken van video- en beeldmateriaal (ten behoeve van

bewegingslessen).

• Het ICTO-office (een bureau voor ICT-toepassingen in het onderwijs) is een krachtige

ontwikkelplek, die digitale toetsen met beelden van bewegingssituaties mogelijk maakt.

• Het panel heeft vernomen, dat een aantal sportvelden is vervangen door

parkeerplaatsen. De velden komen met de nieuwbouw in 2012 weer terug. Enkele

maanden na het visitatiebezoek heeft het panel gehoord, dat er per 1 september 2008

op 250 meter loopafstand en nieuw kunstgrasveld is opgeleverd. Er zijn er zes nieuwe

werpkooien geplaatst.

• Studenten vertelde het panel dat het gebouw veel te warm is. Een goede

klimaatbeheersing ontbreekt. Dit geldt ook voor de computerzalen.

• Uit het STO 2007 blijkt dat studenten het meest tevreden zijn over de mediatheek, de

restauratieve voorzieningen en de studentenadministratie bij de eigen opleiding.

Page 47: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 47/91

• Uit de Keuzegids Hoger Onderwijs 2008 blijkt dat het onderdeel Gebouwen een 7,4

scoort en het onderdeel Faciliteiten een 6,9.

• Concluderend is het panel van mening dat de onderwijslocatie tijdens de bezoekdagen

niet toereikend was voor het huidige aantal studenten, dat het gebouw geen goede

klimaatbeheersing had en voldoende sportvelden ontbraken. Echter, op basis van een

aantal voornemens om deze knelpunten binnen afzienbare tijd op te lossen, komt het

panel voor de drie opleidingen en de bijbehorende varianten tot het oordeel voldoende.

Facet 4.2 Studiebegeleiding BPT vt goed BPT dt voldoende

LO vt goed LO dt goed

S&B vt goed

Criteria:

- De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog

op de studievoortgang.

- De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de

behoefte van studenten.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

BPT, LO en S&B

• In 2004-2005 is een projectgroep van start gegaan, die de SLB vorm en inhoud moest

geven binnen het nieuwe competentiegerichte curriculum. De activiteiten zijn

beschreven in het Visiedocument Studieloopbaanbegeleiding (2006) en een handleiding

voor docenten.

• In 2005-2006 heeft dezelfde projectgroep vorm gegeven aan het portfolio. Het is een

pro-actief format, dat ingezet kan worden bij SLB. In datzelfde jaar zijn alle opleiders,

maar met name SLB’ers, geïnformeerd over de nieuwe onderwijsstructuur en de plaats

van SLB in het curriculum.

• Wekelijks zijn twee uur SLB ingeroosterd. Deze kunnen door de SLB'er op verschillende

wijze worden ingevuld: individuele gesprekken, intervisiebijeenkomsten in kleine

groepen of klassikale bijeenkomsten. In de bufferweken worden voortgangsgesprekken

gevoerd aan de hand van het door de student opgestelde POP en portfolio.

• Er zijn 49 SLB’ers werkzaam binnen de School. Inmiddels zijn 22 SLB’ers getraind en

gecertificeerd in coachingsvaardigheden. Er lopen trajecten om ook de overige SLB’ers

te certificeren.

• Er is een SLB-coördinator aanwezig, die zowel de landelijke als de Windesheim

ontwikkelingen volgt. Te denken valt aan bijvoorbeeld de begeleiding van allochtone

studenten. Hoe kun je hen zo goed mogelijk begeleiden en ervoor zorgen dat je hen

een blijvend facilitair leerklimaat biedt. Ook inventariseert de SLB-coördinator de

scholingsbehoefte en zet hij professionaliseringstrajecten uit. Indien nodig verwijst de

Page 48: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 48/91

SLB'er door naar de decaan, studentenpsycholoog en/of het studentenpastoraat van de

school.

• In de gesprekken met het panel toonden de studenten zich tevreden over de

studiebegeleiding. Ook uit de semesterevaluaties blijkt dat studenten erg tevreden zijn

over SLB en uit het STO 2007 blijkt dat de ruime meerderheid van de studenten

hierover tevreden is.

• Informatie naar studenten over de inhoud van de studie, algemene randvoorwaardelijke

informatie en informatie over de studievoortgang worden verspreid via Blackboard en

publicatieborden. Over het tijdig bekendmaken van de roosters zijn de studenten matig

tevreden.

• Tijdens het gesprek met het panel heeft een student BPT van de deeltijdvariant laten

weten, dat de informatievoorziening voor verbetering vatbaar is. De studenten LO geven

in de gesprekken met het panel aan, dat zij tevreden zijn over de informatievoorziening.

• Het panel komt op basis van de kanttekening ten aanzien van de deeltijdvariant van de

opleiding BPT tot het oordeel voldoende.

Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg

Facet 5.1 Evaluatie resultaten BPT vt voldoende BPT dt voldoende

LO vt voldoende LO dt voldoende

S&B vt voldoende

Criterium:

- De opleidingen worden periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare

streefdoelen.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

BPT, LO en S&B

• De procedures, die in de School worden toegepast in het kader van de kwaliteitszorg

zijn beschreven in het Handboek integraal Kwaliteitszorgsysteem Calo (september

2007). Gewerkt wordt volgens de PDCA-cyclus, die vaak doorlopen wordt in korte

verbetercycli. In het Handboek wordt in een overzicht een onderscheid gemaakt in de

aandachtsgebieden Management, Onderwijskwaliteit en Ondersteunende processen.

Deze aandachtsgebieden worden onderscheiden in een aantal deelgebieden. Bij elk

deelgebied staat aangegeven welk instrument wordt gebruikt, de betrokkenen, het

(streef)doel, het uitvoeringsniveau en de frequentie van afname.

• Evaluaties worden op verschillende niveaus uitgevoerd: op (inter)nationaal niveau (de

accreditatie door de NVAO), de Keuzegids Hoger Onderwijs, de Elsevier enquête het

Studenttevredenheidsonderzoek (STO). Op hogeschoolniveau worden de volgende

instrumenten gebruikt: de interne audit, de KWOA-scan, het imago-onderzoek, het

Page 49: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 49/91

onderzoek open dag en voorlichtingsdagen, het eerstejaarsonderzoek, de

aansluitingsmonitor en het onderzoek naar de medewerkertevredenheid. En tot slot

wordt er geëvalueerd op opleidingsniveau: de semester-, moduul-, stage-, schoolthema-

en propedeuse-evaluaties. Deeltijdstudenten worden afzonderlijk bevraagd. Ook nemen

de opleidingen studiestakers- en docentenenquêtes af. De kwaliteit van de stageplaats

wordt geëvalueerd door middel van een intakegesprek met het stageverlenende bedrijf.

Het panel is van mening dat de School voldoende evaluatie-instrumenten gebruikt.

• In het Handboek zijn op Schoolniveau resultaatindicatoren voor een aantal

resultaatgebieden, c.q. aandachtsgebieden geformuleerd. Prestatie-indicatoren zijn

geformuleerd voor respectievelijk de studenten, het personeel en de bedrijfsvoering. Die

voor de studenten betreffen indicatoren voor het rendement, de studieduur en de uitval.

Voorbeelden van prestatie-indicatoren voor het personeel zijn de docent/studentratio,

het budget voor scholingskosten en het ziekteverzuim. Voorbeelden van indicatoren

voor de bedrijfsvoering zijn de innovatieve investeringen en het percentage

marktgerichte activiteiten. In het overzicht wordt bij elk(e) evaluatie(instrument) het

strategische doel en het operationele doel beschreven. Voor de studentevaluaties en de

alumni-enquête zijn dit kwantitatieve operationele streefdoelen, voor de

docentevaluaties kwalitatieve operationele streefdoelen en voor de alumni-enquêtes is

zowel een operationeel doel geformuleerd, als ook enkele kwantitatieve streefdoelen.

• Voor de digitale studentevaluaties is het strategische doel van de evaluaties: “het

verbeteren van de onderwijskwaliteit”. Het operationele doel van deze evaluaties is dat

75% van de studenten tevreden moet zijn op alle onderdelen. Het strategische doel van

de docentevaluaties is “het verbeteren van de onderwijskwaliteit”. Het operationele doel

van deze evaluaties is eveneens kwantitatief “docenten moeten tevreden zijn met de

onderwijsinhoud en de organisatie”. De strategische doelen van de alumni-enquêtes

zijn:”het verbeteren van de onderwijskwaliteit, het relatiebeheer en de alumni-

activiteiten. De operationele doelen van de alumni-enquêtes zijn zowel kwantitatief:

“80% tevredenheid over onderwijskwaliteit”, als kwalitatief: “het in kaart brengen van

huidige en mogelijke nieuwe relaties en de behoeftes en wensen van de alumni”.

• De uitkomsten van de evaluaties worden altijd aan de betrokkenen gerapporteerd, dat

wil zeggen aan de kernteams van de opleidingen, opleidingsmanagers en/of

(onderwijs)commissies, de studenten.

• Het panel heeft tijdens de bezoekdagen diverse evaluatierapporten bestudeerd en vond

de weergave ervan een enigszins onoverzichtelijke indruk maken, terwijl de opzet van

de evaluaties er op papier goed uitzien. Ook heeft het panel zich geen duidelijk beeld

kunnen vormen van de wijze, waarop de streefdoelen voor de verschillende

resultaatgebieden worden gehanteerd.

• Op basis van de laatste twee argumenten komt het panel voor de drie opleidingen en de

varianten tot het oordeel voldoende.

Page 50: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 50/91

Facet 5.2 Maatregelen tot verbetering BPT vt voldoende BPT dt voldoende

LO vt voldoende LO dt voldoende

S&B vt voldoende

Criterium:

- De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare

verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen.

Page 51: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 51/91

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

BPT, LO en S&B

• Zoals beschreven bij facet 5.1 werkt de School in het kader van de kwaliteitszorg met

de PDCA-cyclus. In de beschrijving van de cyclus is opgenomen wie verantwoordelijk is

voor welke actie. Indien het management dit nodig acht, worden naar aanleiding van

evaluatieresultaten verbetermaatregelen genomen.

• Eén van de resultaten van de vorige visitatie was, dat de opleidingen meer planmatig

en systematisch beleid zouden moeten voeren ten aanzien van de kwaliteitszorg. Deze

aanbeveling is opgepakt door het proces van kwaliteitsverbetering van het onderwijs in

te bedden in de beleidscyclus van Windesheim, zo vermeldt het zelfevaluatierapport.

Hierdoor heeft het verbeterbeleid van de School een meer structureel karakter

gekregen. Belangrijke instrumenten hierbij zijn de interne audit en de KWAO-scan.

Echter, zoals het panel al constateerde bij facet 5.1 werkt de PDCA-cyclus in de praktijk

nog niet vlekkeloos.

• Ook hebben de opleidingen na de vorige visitatie het beleid rondom toetsen onder de

loep genomen. De School heeft dientengevolge Schoolbreed portfolio’s ingevoerd.

Daarnaast worden assessments afgenomen.

• Een derde verbeteractie naar aanleiding van de vorige visitatie is de aandacht die

wordt besteed aan de wetenschappelijke oriëntatie. Er zijn meer wetenschappelijk

onderlegde docenten aangetrokken en onderzoek maakt deel uit van de

afstudeerprogramma’s van de opleidingen. Echter, ook ten aanzien van deze

verbeteractie, heeft het panel geconstateerd dat het resultaat nog niet optimaal is. Het

panel vindt dat de docenten meer geschoold zouden moeten worden in

wetenschappelijke kennis en vaardigheden en het begeleiden van studenten bij het

doen van onderzoek.

• Naast de verbeteracties, die de opleiding heeft genomen naar aanleiding van de vorige

visitatie, noemt de opleiding in het zelfevaluatierapport een aantal lopende

verbeteracties. Deze zijn beschreven in het Activiteitenplan 2008. De

curriculumcommissie (de gemeenschappelijke opleidingscommissie) heeft de taak om

deze acties te formuleren.

• Een voorbeeld van zo’n verbeteractie is, dat er in het nieuwe curriculum in de

propedeuse een beroepsspecifieke dag is ingevoerd. Dit bevredigt de behoefte van

studenten naar meer aandacht voor de beroepspraktijk in het eerste jaar.

• Studenten gaven in de gesprekken met het panel aan, dat zij in het algemeen tevreden

zijn over de verbeteringen, die naar aanleiding van de resultaten van de enquêtes

worden genomen. Als voorbeeld noemen zij dat de invoering van de Schoolthema’s.

• Het panel heeft geconstateerd, dat er indien nodig verbeteracties worden genomen.

Echter, de schriftelijke verslaglegging hierover schiet enigszins te kort. Ook is het panel

niet duidelijk geworden op welke wijze de streefdoelen worden gebruikt. Verder heeft

het panel vastgesteld dat een aantal verbeteracties, die de School naar aanleiding van

de resultaten van de vorige visitatie heeft genomen, nog niet zijn afgerond. Het panel

geeft op basis van deze argumenten een voldoende oordeel op dit facet.

Page 52: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 52/91

Page 53: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 53/91

Facet 5.3 Betrekken van medewerkers, BPT vt goed BPT dt goed

studenten, alumni en het LO vt goed LO dt goed

beroepenveld S&B vt goed

Criterium:

- Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend

beroepenveld van de opleiding actief betrokken.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

BPT, LO en S&B

• Medewerkers en docenten van de drie opleidingen worden betrokken bij de

kwaliteitszorg door deelname aan de docentenevaluaties, de studentenpanels en aan

de KWOA scan (medewerkertevredenheid). Tevens participeren zij in de deelraad en de

gemeenschappelijke opleidingscommissie (GOC).

• Studenten worden betrokken bij de kwaliteitszorg door deelname aan diverse

evaluaties, zoals de semesterevaluaties, de Keuzegids Hoger Onderwijs, de

Aansluitingsmonitor en het STO en door deelname aan de studentenpanels, de

deelraad en het GOC. In de gesprekken van het panel met de studenten is naar voren

gekomen, dat studenten niet erg gemotiveerd zijn om de enquêtes, die zij via de e-mail

ontvangen in te vullen. Het panel veronderstelt dat dit een verklaring zou kunnen zijn

voor de doorgaans lage respons op de enquêtes. Desondanks toonden de studenten

zich in de gesprekken met het panel tevreden over hun betrokkenheid bij de

kwaliteitszorg.

• Alumni worden betrokken bij de kwaliteitszorg door de alumnidag en door deelname aan

de veldadviescommissies. Ook zijn zij betrokken bij de kwaliteitszorg door deelname

aan een alumni-enquête, de HBO-Monitor en het Startbekwaamhedenonderzoek.

• Het werkveld van de drie opleidingen wordt betrokken bij de kwaliteitszorg door hun

deelname aan werkveldevaluaties, de werkveldadviescommissies en door hun

contacten met stagecoördinatoren. De School organiseert 2 à 3 maal per jaar een

bijeenkomst voor werkveldvertegenwoordigers. Het werkveld is tevreden over hun

betrokkenheid bij de kwaliteitszorg. Het panel heeft in de gesprekken met leden van de

werkveldadviescommissies geconstateerd, dat zij inderdaad actief betrokken zijn bij de

opleidingen.

• De opleiding BPT heeft als enige van de drie opleidingen naast de

werkveldadviescommissie een Raad van Advies (RvA), die meedenkt over verdere

ontwikkeling van de opleiding. Het panel heeft het protocol van de RvA bestudeerd en

beoordeelt dit als in orde. Het werkveld van de opleiding S&B heeft het panel verteld,

dat zij veel zien van hun invloed op veranderingen van het curriculum. Het werkveld van

LO is specifiek betrokken bij de opleiding door deelname aan Q-point.

Page 54: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 54/91

Onderwerp 6 Resultaten

Facet 6.1 Gerealiseerd niveau BPT vt goed BPT dt goed

LO vt voldoende LO dt voldoende

S&B vt voldoende

Criterium:

- De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde

eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

BPT, LO en S&B

• De afstudeerfase begint in alle drie de opleidingen al in het derde jaar. Hierin wordt een

eindassessment afgenomen, waarin de student moet aantonen in welke mate hij de

beroepscompetenties in verschillende contexten beheerst en welke ontwikkelpunten er

nog liggen voor het afstudeerjaar.

• De opleidingen hebben het proces van afstuderen beschreven in een “eigen”

Afstudeernota. Het panel vindt de kwaliteit ervan wisselend. Met name die van de

opleiding S&B vindt het panel aan de magere kant (zie verder hieronder).

• Voor alle drie de opleidingen geldt, dat bij de beoordeling van de eindstage/de

eindopdracht de stagebegeleider opdrachtgever van de stageverlenende/

opdrachtverlenende organisatie een adviserende rol hebben. Hiervoor zijn

(stage)beoordelingsformulieren beschikbaar. Vertegenwoordigers uit het werkveld

worden uitgenodigd voor het bijwonen van referaten.

• Aan stages of opdrachten, die in het buitenland worden uitgevoerd, worden dezelfde

eisen gesteld en gelden dezelfde beoordelingscriteria. Ook voor de deeltijdopleidingen

zijn dezelfde eisen van toepassing.

BPT

• Studenten van de opleiding BPT voeren een eindopdracht uit, waarbij theorie en praktijk

moeten worden geïntegreerd. Zowel in het geschreven product, als in de mondelinge

toelichting hierop, als tijdens het referaat dat de student houdt, moet hij aantonen dat hij

conceptueel denken en praktisch handelen met elkaar kan verbinden. Het

afstudeerproces, alsmede de eisen ten aanzien van het afstuderen en de

beoordelingscriteria zijn opgenomen in de Afstudeernota BTP. Deeltijdstudenten volgen

hetzelfde afstudeertraject als de voltijd studenten.

• Het bachelorniveau van de afgestudeerden BPT wordt uiteindelijk vastgesteld door de

werkplaats “Methodisch en therapeutisch practicum”, de eindstage, de

afstudeeropdracht en de SLB.

• Het panel heeft voorafgaand aan het bezoek tien afstudeerwerken van de opleiding

BPT bestudeerd en is positief over het niveau ervan. De vraagstelling/probleemstelling

Page 55: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 55/91

is in het algemeen relevant en de keuze van de literatuur en de wijze waarop deze

wordt gebruikt is in het algemeen ook in orde.

• Het panel geeft aan alle producten, op één na, dezelfde beoordelingen als de

begeleiders van de opleidingen. Eén product zou door het panel lager beoordeeld zijn

dan door de opleiding is gedaan, voornamelijk vanwege de onderbouwing van de

conclusies en de gebruikte literatuur. Alle bestudeerde scripties van de opleiding BPT

voldoen volgens het panel aan het hbo-niveau. Voor twee scripties geldt dit net, met

name omdat deze studenten wat weinig blijk geven van een goede beheersing van

kennis.

• Uit de HBO-Monitor 2006 blijkt dat de voorbereiding op de actuele beroepspraktijk door

de BPT-alumni met een 7,1 wordt gewaardeerd.

• De werkveldvertegenwoordigers van de opleiding BPT, met wie het panel heeft

gesproken waren zeer tevreden over de afgestudeerden. Het zijn enthousiaste,

deskundige en betrokken professionals, die er meestal goed in slagen om in

multidisciplinaire teams hun bijdrage aan diagnostiek en behandeling voor het voetlicht

te brengen. In de (geestelijke) gezondheidszorg van nu is dat volgens het panel geen

eenvoudige opgave. Ook de BPT alumni zijn tevreden. De opleiding heeft hen goed

toegerust voor de complexe behandelpraktijk. Een enkeling vond zichzelf bij het

afstuderen wat te jong en heeft, na het afstuderen, een jaar gereisd om levenservaring

op te doen.

LO

• Studenten LO moeten in het eerste semester van het vierde jaar hun visie op het vak

verantwoorden, door een opdracht uit te voeren, waarin het didactisch practicum,

atletiek en zwemmen geïntegreerd aan bod komen. Deze opdracht mondt uit in een

schriftelijke verslag en een mondelinge presentatie. In het tweede semester van het

vierde jaar maakt de student LO een werkstuk ‘zorg voor onderwijs op maat’. Dit is een

geïntegreerd project over zorgverbreding, spel en turnen en mondt uit in een schriftelijk

werkstuk inclusief een presentatie. Het afstudeerproces en de eisen, die hieraan

worden gesteld, alsmede de beoordelingscriteria zijn opgenomen in de Afstudeernota

LO (maart 2008).

• De deeltijdstudenten LO schrijven een scriptie, waarbij de voorwaarden en beoordeling

vergelijkbaar zijn met die van de reguliere opleiding. Daarnaast zijn er per periode

periodeopdrachten, waarin de student een geïntegreerde opdracht maakt waarin een

bepaald thema wordt gekoppeld aan de stagecontext.

• Uit de HBO-Monitor 2006 blijkt dat de voorbereiding op de actuele beroepspraktijk door

de LO-alumni met een 7,7 wordt gewaardeerd.

• Ook van de afgestudeerden LO heeft het panel tien eindproducten bestudeerd. Het

panel is van oordeel dat het in een aantal producten ontbreekt aan het juiste gebruik

van onderzoeksmethodologie. Dit geldt bijvoorbeeld voor de wijze waarop de

vraagstelling is uitgewerkt. Mede hierdoor zijn in een aantal producten de conclusies

niet goed uitgewerkt (zie ook facet 3.3). De beoordelingen die het panel aan de scripties

heeft gegeven, zijn steeds een cijfer lager dan die van de begeleiders van de opleiding.

Page 56: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 56/91

• Het werkveld van LO vindt de afgestudeerde studenten LO kritische professionals. Ook

bezitten zij de kwaliteit om goed op zichzelf te reflecteren.

• De alumni van de opleiding LO voelen zich startbekwaam na het afronden van de

opleiding, zo hebben zij het panel laten weten.

• Het panel komt met name op basis van haar opmerkingen betreffende het gebruik van

onderzoeksmethodologie in een aantal afstudeerwerken van LO voor zowel de voltijd

als de deeltijdvariant tot het oordeel voldoende op dit facet.

S&B

• Studenten S&B voeren in het vierde studiejaar een opdracht uit bij een externe

opdrachtgever en schrijven er een scriptie over. Tijdens de afstudeerfase volgen de

studenten ook het moduul Sport, Bewegen en Samenleving. Dit moduul wordt

afgesloten met een tentamen. Het hele afstudeerproces is opgenomen in de

Afstudeernota S&B (april 2008).

• Bij het assessment aan het einde van het vierde studiejaar wordt ook het werkveld

uitgenodigd.

• Het panel heeft tien scripties van afgestudeerden S&B bestudeerd en is hier redelijk

positief over. Een aantal producten mist diepgang in de conclusies. In één product is

onvoldoende literatuur gebruikt. In alle gevallen vond het panel de beoordelingen van

de opleiding aan de hoge kant. De alumni en het werkveld geven in gesprekken met het

panel aan dat zij weinig kennis hebben van politiek bestuurlijke verhoudingen. Dit

onderdeel vinden zij te weinig terugkomen in het programma.

• Uit de HBO-Monitor 2006 blijkt dat de voorbereiding op de actuele beroepspraktijk door

de S&B-alumni met een 6,9 wordt gewaardeerd.

• Het panel is van mening dat de wetenschappelijke oriëntatie in de afstudeerwerken S&B

aan de magere kant is.

• Uit het gesprek van het panel met het werkveldvertegenwoordigers kwam naar voren

dat zij het niveau van de afgestudeerden erg wisselend vinden. De

werkveldvertegenwoordigers noemen ook de kennis van politiek bestuurlijke

verhoudingen aan de magere kant.

• Op basis van deze kanttekeningen, komt het panel voor de opleiding S&B tot het

oordeel voldoende op dit facet.

BPT, LO en S&B

• In 2006-2007 heeft de School een werkveldonderzoek laten uitvoeren naar het niveau

van afgestudeerden (Steenbergen, De School of Human Movement & Sports gericht op

de toekomst). Hieruit bleek dat het niveau van de afgestudeerden als voldoende werd

beoordeeld.

Page 57: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 57/91

Facet 6.2 Onderwijsrendement BPT vt voldoende BPT dt goed

LO vt voldoende LO dt voldoende

S&B vt voldoende

Criteria:

- Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante

andere opleidingen.

- Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

BPT, LO en S&B

• De School hanteert als streefcijfer voor de studieduur van voltijdafstudeerders 4,5 jaar

en als streefcijfer voor studiestakers 1,3 jaar. Zij sluit met deze streefcijfers aan bij het

beleid van de hogeschool. Voor wat betreft de streefnormen voor het

propedeuserendement en afstudeerrendement hanteert de School de gemiddelden van

Windesheim.

• In de onderstaande tabellen worden overzichten gegeven van cijfers voor de

voltijdopleidingen van respectievelijk Windesheim, de Calo en de opleidingen LO, BPT

en S&B.

• Tabel 1 geeft het gerealiseerde propedeuserendement na twee jaar van de cohorten

2001 tot en met 2005 (in percentages). Tabel 2 geeft het afstudeerrendement na vijf

jaar van de cohorten 1999 tot en met 2002 (in percentages). Tabel 3 geeft de

gemiddelde studieduur van studiestakers van de cohorten 2000 tot en met 2005 (in

jaren) en tabel 4 de gemiddelde studieduur van gediplomeerden van de cohorten 2002

tot en met 2002 (in jaren). Boven de tabellen worden de streefcijfers genoemd.

Tabel 1. Propedeuserendement na twee jaar (vt), (%)

Streefcijfer: gemiddelden van Windesheim (cursief)

2001 2002 2003 2004 2005

Windesheim 57,0% 55,0% 50,0% 53,0% 51,1%

Calo 71,8 75,9 66,3 69,2 47,5

LO 70,0 74,4 69,0 65,7 45,9

BPT 80,3 88,3 70,9 77,8 60,3

S&B 64,8 60,0 59,0 64,0 36,4

Tabel 2. Afstudeerrendement na vijf jaar (vt) (%)

Streefcijfer: gemiddelden van Windesheim (cursief)

1999 2000 2001 2002

Windesheim 50% 43,0% 47,0% 45,9%

Calo 56,4 57,0 55,1 59,5

LO 64,6 65,6 58,4 67,9

BPT 65,0 62,5 60,7 68,8

Page 58: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 58/91

S&B 39,5 42,9 46,3 41,7

Tabel 3. Studieduur studiestakers in jaren, per cohort (vt)

Streefnorm: 1,3 jaar

2000 2001 2002 2003 2004 2005

Windesheim 1,5 1,4 1,5 1,4 1,5 1,6

Calo 1,4 1,6 1,8 1,7 1,9 1,7

LO 1,7 1,7 2,0 1,5 2,2 1,6

BPT 1,5 1,7 1,7 1,8 1,7 2,1

S&B 0,9 1,5 1,6 1,8 1,7 1,5

Tabel 4. Studieduur gediplomeerden in jaren, per cohort (vt)

Streefnorm: 4,5 jaar

2000 2001 2002

Windesheim 4,1 4,2 4,2

Calo 3,9 4,1 4,1

LO 4,4 4,2 4,5

BPT 4,2 4,1 3,6

S&B 3,0 4,0 4,1

• Tabel 1 laat zien, dat de propedeuserendementen van de cohorten 2001 tot en met

2004 voor alle drie de opleidingen (vt) boven de Windesheim gemiddelden liggen.

Van de opleidingen LO en S&B liggen deze voor 2005 onder het Windesheim

gemiddelde.

• Tabel 2 laat zien dat voor de cohorten 1999 tot en met 2002 de afstudeerrendementen

van de cohorten 1999 tot en met 2002 voor de opleidingen LO (vt) en BPT (vt) boven de

Windesheim gemiddelden liggen. De cohorten 1999, 2000 en 2002 van de opleiding

S&B (vt) ligt net onder het Windesheim gemiddelde.

• Tabel 3 laat zien dat voor de cohorten 2000 tot en met 2005 de streefnorm voor

studiestakers van alle drie de opleidingen (voltijd) (uitgezonderd cohort 2000 van de

opleiding S&B, voltijd) niet wordt gerealiseerd.

• Tabel 4 tot slot, laat zien dat de streefnorm voor de studieduur van gediplomeerden van

4,5 jaar voor de cohorten 2000 tot en met 2002 voor alle drie de opleidingen (vt) wordt

gerealiseerd.

• Het panel komt vanwege de niet gerealiseerde streefnorm voor studiestakers tot het

oordeel voldoende op dit facet voor de voltijdvariant van alle drie de opleidingen. Het

panel is van oordeel dat studenten (te) laat in de studie uitvallen. Het panel vraagt zich

af of er in de propedeuse wel goed geselecteerd wordt om dit tegen te gaan.

• De beide deeltijdtrajecten van respectievelijk de opleiding BPT en LO zijn gestart in

2004 en hebben een zeer beperkte instroom van studenten. Voor de deeltijdopleiding

LO start er eens in de twee jaar een nieuwe groep studenten. Van deze opleiding waren

van de 17 in 2005 gestarte groep 14 afgestudeerd. Drie studenten zijn nog bezig.

Page 59: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 59/91

• Van de deeltijdopleiding BPT was in 2004 het rendement na drie jaar 85,5%, in 2005 na

drie jaar 66,7% en in 2006 na drie jaar 100%. In 2006 wordt tweejaarlijks met een

nieuwe groep gestart.

Page 60: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 60/91

• In verband met de kleine aantallen deeltijdstudenten en het feit dat het om diverse

trajecten gaat, zijn er geen streefcijfers voorhanden. Het panel heeft hier begrip voor.

Wel is er een streefcijfer voor de studieduur van gediplomeerden, namelijk 3,5 jaar. Uit

de door de Calo aangeleverde trajecten blijkt dat vanaf de cohorten 2004 de streefnorm

voor de Calo als geheel wordt gerealiseerd.

• Ook voor het percentage deeltijduitvallers is geen streefnorm gerealiseerd. Uit de door

de Calo aangeleverde cijfers blijkt, dat er1 BPT student van cohort 2004 stopte en in

2005 waren dat er 2. De studieduur van studiestakers BPT was in 2004 0,8 jaar en in

2005 0,8 jaar.

• Het panel komt op basis van de tot op heden zeer schaars beschikbare gegevens over

de rendementen, de studieduur van uitvallers en afgestudeerden van de

deeltijdstudenten van de opleiding LO tot het oordeel voldoende op dit facet.

Page 61: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 61/91

Deel C: Bijlagen

Page 62: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 62/91

Bijlage 1: Onafhankelijkheidsverklaring panelleden

Page 63: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 63/91

Page 64: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 64/91

Page 65: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 65/91

Page 66: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 66/91

Page 67: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 67/91

Page 68: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 68/91

Page 69: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 69/91

Page 70: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 70/91

Page 71: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 71/91

Bijlage 2: Deskundigheden panelleden

Cluster drie sportopleidingen: Sport en bewegen, Bewegingsagogie en Psychomotorische Therapie en

Opleiding tot leraar VO 1e graad lichamelijke opvoeding, Christelijke Hogeschool Windesheim

Deskundigheid cf. Protocol VBI’s; oktober 2007

Panellid:

De heer prof. dr. L. Stevens em.

Panellid:

De heer drs. C.J. Faber

Panellid:

De heer drs. R. Boer

Panellid:

Mevrouw drs. M.C. van Dam

Panellid student:

Mevrouw F. van Lith

Panellid NQA:

Mevrouw drs. M.E. Voorthuis

Panellid NQA:

De heer J.R. Koopmans

Relevante werkvelddeskundigheid

X X X

Vakdeskundigheid: Vertrouwd met meest recente ontwikkelingen

X X

Vakdeskundigheid: Vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op niveau/oriëntatie te beoordelen opleiding

X X

Onderwijsdeskundigheid

X X X X X

Studentgebonden deskundigheid

X

Visitatiedeskundigheid

X X X X X X

NB: Alle panelleden hebben de onafhankelijkheidsverklaring ondertekend.

Nadere informatie over de achtergronden van de panelleden:

Panellid de heer prof.dr. L. Stevens em.

De heer Stevens is ingezet als panellid vanwege zijn onderwijsdeskundigheid en zijn internationale

deskundigheid. Hij is intensief betrokken geweest bij voorbereiding en vormgeving van

overheidsbeleid ten dienste van kinderen met leer- en gedragsproblemen. Daarnaast publiceerde hij

nationaal en internationaal over de kwaliteit van leraar-leerlinginteractie en adaptief onderwijs. In dit

verband is hij een veelgevraagd spreker en veel van zijn bevindingen zijn inmiddels geïntegreerd in

bestaand onderzoek. Na zijn emeritaat als hoogleraar richtte de heer Stevens met enkele

geestverwanten het NIVOZ op, een denktank die via de takken onderzoek, opleiding en forum een

veelvormige onderwijspraktijk als perspectief heeft en bij wil dragen aan het maatschappelijke

gesprek over onderwijs. De heer Stevens is voor deze visitatie individueel geïnstrueerd over het

proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA.

Page 72: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 72/91

Opleiding:

1961 – 1968 Pedagogiek, Rijksuniversiteit van Utrecht (RUU)

1975 Promotie aan de RUU

Werkervaring:

1968 – 1974 Wetenschappelijk medewerker bij de subfaculteit Pedagogische en Andragogische

Wetenschappen, Katholieke Universiteit Nijmegen

1975 – 1981 Lector en wetenschappelijk hoofdmedewerker, RUU

1976 Priorsfield Fellowship aan de Birmingham University, UK

1976 – 1979 Docent aan de M.O.-opleiding Pedagogiek te Tilburg

1981 Decaan van de subfaculteit Pedagogische en Andragogische Wetenschappen

1981 – 2002 Gewoon hoogleraar orthopedagogiek, RUU

1983 Inaugurele rede

1983 – 1996 Leider Orthopedagogisch Project Afstemming (OPA)

1984 – 1989 Adviseur t.b.v. het Ministerie van Onderwijs

1999 – 2004 Leider project Schoolethos

2002 Emeritaat

2003 Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw

2003 – heden Directeur NIVOZ

Panellid de heer drs. C.J. Faber

De heer Faber is ingezet als panellid vanwege zijn auditdeskundigheid, zijn onderwijsdeskundigheid

en zijn domeindeskundigheid, alsmede vanwege zijn internationale deskundigheid. De heer Faber is

twee keer lid geweest van een auditteam binnen een onderwijs(advies)organisatie, hij is

onderwijsdeskundig door zijn ervaring als leraar, ontwikkelaar en adviseur in verschillende

werkvelden van het onderwijs. Op dit moment is hij vooral adviseur en trainer/coach binnen het HBO.

Als zelfstandig adviseur werkt hij tevens voor het MBO en VO. Domeindeskundig is de heer Faber

door zijn ervaring in het bewegingsonderwijs; hij is 9 jaar leraar lichamelijke opvoeding geweest en

heeft ongeveer 20 jaar als ontwikkelaar, adviseur en schrijver gewerkt binnen de wereld van de

lichamelijke opvoeding. Internationale deskundigheid heeft de heer Faber door het geven van

gastcolleges in Litauwen en door het uitvoeren van een project met betrekking tot

bewegingsonderwijs op Aruba.

Voor deze visitatie is de heer Faber aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van

accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA.

Opleiding:

1964 – 1969 HBS-A, Emmeloord

1969 – 1973 Academie Lichamelijke Opvoeding Groningen

1973 – 1982 Onderwijskunde, Rijksuniversiteit Groningen

2000 – 2004 Supervisiekunde, Hanzehogeschool Groningen (registratie LVSB)

Uiteenlopende scholingen op het terrein van kwaliteitszorg, (team)coaching,

supervisie, (kern)reflectie

Werkervaring:

1973 – 1982 Leraar lichamelijke opvoeding, MAVO Surhuisterveen

1975 – 1978 Student assistent Research Instituut voor Onderwijs in het Noorden, Groningen,

project Bewegingsonderwijs en Kommunikatie (BOK)

1982 – 1984 Onderzoeker Vrije Universiteit, Amsterdam, onderzoek sportopleidingsfilosofie

Page 73: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 73/91

1974 – 1994 Free-lance medewerker (NOC-)NSF, Den Haag/Papendal, opleidingsontwikkeling

1984 – 2004 Medewerker Instituut voor Leerplanontwikkeling, Enschede, o.a. als projectleider

Bewegingsonderwijs Voortgezet Onderwijs en medewerker kwaliteitszorg

1998 – 2001 Project Jeugd in Beweging, coördinator onderwijs

2004 – heden Kees Faber, Coaching en supervisie

2004 – heden Medewerker professionalisering Hanzehogeschool Groningen, met name bij Instituut

voor Sportstudies

Diversen:

Bestuursfuncties:

- Bestuurlijke ervaring op het terrein van cultuur en zorg.

Publicaties:

- Aantal boeken en artikelen op het terrein van bewegingsonderwijs en sport.

- Bijdrage over Nederland aan een internationale publicatie over kwaliteitszorg binnen het

voortgezet onderwijs.

- Kwaliteitshandboek CHESS voor jeugdsportplannen.

- Boek over het ontwikkelen van opleidingsmateriaal.

- Vrolijk boekje over strategische keuzes van SLO

- Bijdrage aan verhalenboekje over Instituut voor Sportstudies

Internationale ervaring:

- Bezoeken en bijdragen aan diverse internationale congressen op het terrein van lichamelijke

opvoeding en sport.

- Project bewegingsonderwijs op Aruba.

- Medewerker voor Nederland aan SEQuALS, Europees project Kwaliteitszorg in scholen.

- Gastcolleges aan Universiteit in Kaunas, Litouwen.

Panellid de heer drs. R. Boer

De heer Boer is ingezet als panellid vanwege zijn expertise op het gebied van sport en

bewegingswetenschappen en zijn onderwijsdeskundigheid door zijn ervaring als projectmedewerker

aan een hogeschool in het kader van opleidingen op het gebied van gezondheid, en sport- en

bewegingswetenschap. Hij heeft meer dan tien jaar ervaring in sport en daarmee samenhangende

deelgebieden, zowel theoretisch als in de praktijk. Voor deze visitatie is de heer Boer individueel

geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze

van NQA.

Opleiding:

1982 – 1988 V.W.O. in Wageningen

1988 – 1995 Bewegingswetenschappen aan de V.U. te Amsterdam; afstudeerrichting: Psychologie

m.b.t. bewegen; nevenrichting: Gezondheidskunde

1995 Doctoraalaantekening Sportpsychologie

Cursussen:

1993 Mentale training en begeleiding

1994 Mentale training en begeleiding van teamsporters

1995 Sport en coaching

Page 74: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 74/91

1995 Voortgezette docenten scholing

2001 Toetsing en assessment

2000 – 2001 Physical Rehabilitation trainer A-B

2003 Summerschool ‘Werken met Ketens en Netwerken’

2004 – 2005 Projectmanagement voor Projectleiders (IPMA-certificaat)

Werkervaring:

1995 – 1997 Maken voorlichtingsvideo voor ouders van getalenteerde kinderen i.h.k.v. het project

talentherkenning & ontwikkeling van het NOC*NSF (sector Sport en Ontwikkeling).

1995 – 1997 Organisatorische leiding over de intervisiegroep van de Vereniging Sport Psychologie

Nederland (onder toezicht NOC*NSF).

1995 – 1997 Extern deskundige NOC*NSF. Lid van projectgroep (sector Topsport) voor leidraad

mentale training en begeleiding nationale teamsportselecties

1996 – 2003 Medeoprichter, vennoot van V.O.F. Chiron; dienstverlening op het terrein van

prestatieverbetering, advisering, begeleiding, training en coaching op het gebied van

sport, studie, werk en algemene ontwikkeling

1998 – 2002 HAN Projectmedewerker met als doel onderzoeken van mogelijkheden te starten met

een nieuwe hbo-opleiding Sport Gezondheid en Management (SGM), daarna

ontwikkeling van deze opleiding en start in 2002 – 2003

1998 – 2001 HAN Projectmedewerker Preventieve Gezondheidszorg en Gezondheidsbevordering,

gericht op het zodanig vernieuwen van de paramedische opleidingen dat preventie

expliciet en modelmatig een rol speelt

1998 – 2002 HAN, faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij, manager van een

kennisknooppunt waar opleiding en werkveld elkaar ontmoeten

2000 – 2001 Trainer-coach hoofdklasse korfbalteam Oost Arnhem

2002 – 2005 Senior Beleidsmedewerker bij het Ministerie van VWS. Werkzaam bij de directie

Sport, afdeling Breedtesport

2002 – 2006 Trainer-coach 1e selectie korfballeague team Blauw Wit Amsterdam.

2005 – 2006 Manager Implementatie en professionaliseringscentrum van het Nederlands Instituut

voor Sport en Bewegen

2006 – heden Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen, Sectormanager en lid MT, trekker van

het project Nationaal Actieplan Sport en Bewegen

Panellid mevrouw drs. M.C. van Dam

Mevrouw Van Dam is ingezet als panellid vanwege haar expertise in de psychologie en haar

onderwijsdeskundigheid. Vanuit haar ervaring als hoofd afdeling nascholing bij een

opleidingsorganisatie in de Geestelijke Gezondheidszorg heeft zij gedegen kennis van talloze vormen

van (psycho-)therapie en bewegingstherapie, daarnaast beschikt zij door haar ervaring als docent

tevens over onderwijsdeskundigheid. Mevrouw Van Dam heeft uit opleiding en werkervaring kennis

van de accreditatiesystematiek, daarnaast is zij voor deze visitatie aanvullend individueel

geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze

van NQA.

Opleiding:

1973 – 1979 Universitaire opleiding Klinische Psychologie Universiteit Utrecht

1991 – 1993 Tweejarige postdoctorale leergang Opleidingskunde

Tot heden Talloze kortere en langere nascholingscursussen.

Page 75: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 75/91

Werkervaring:

1975 – 1980 Docentschap Psychologie bij de opleiding tot B-verpleegkundige van de Willem

Arntsz Hoeve in Den Dolder (nu Altrecht)

1976 – 1980 Docentschap Psychologie bij de opleiding Verpleegkunde aan het VU Ziekenhuis

1980 – 1985 Psycholoog bij een behandelafdeling voor jong volwassenen van de Willem Arntz

Hoeve

1985 – 1986 Psycholoog bij een afdeling voor ouderenzorg

1986 – 1987 Coördinator van een opnameafdeling.

1987 – 1994 Hoofd afdeling nascholing RINO Noord-Holland

1994 – heden Directeur RINO Noord-Holland, Instelling voor Nascholing en Opleiding in de

Geestelijke Gezondheidszorg te Amsterdam. Zie: www.rino.nl

Diversen:

• Bestuurservaring bij Vrouwengezondheidszorgcentrum Aletta in Utrecht

• Internationale ervaring in diverse Europese projecten t.b.v. de ontwikkeling en implementatie van

onderwijsprogramma’s op het gebied van de geestelijk gezondheidszorg/psychiatrie en

huisartsenzorg, bijvoorbeeld in Tsjechië en Roemenie

• Tevens actief in Europese trajecten gericht op het ontwikkelen van curricula op het gebied van

rehabilitatie en casemanagement.

Panellid student mevrouw F.I. van Lith

Mevrouw Van Lith is in dit panel ingezet als studentpanellid. Zij is laatstejaars student 1e graads

leraren opleiding Lichamelijke Opvoeding aan de Fontys Sporthogeschool te Tilburg en is lid van de

opleidingscommissie en kwaliteitskring. Mevrouw Van Lith is qua leeftijd representatief voor de

primaire doelgroep van de opleiding. Zij beschikt over studentgebonden deskundigheid met

betrekking tot studielast, onderwijsaanpak, voorzieningen en kwaliteitszorg bij opleidingen in het

domein. Voor deze visitatie is mevrouw Van Lith individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie

en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA.

Opleiding:

1998 – 2004 VWO, Profiel Natuur en Gezondheid

2006 Sportmassage

2004 – heden 1e graad Leraren Opleiding LO, afstuderen juli 2008

Werkervaring

2004 – heden Opleidingscommissie FSH

2004 – heden Kwaliteitscommissie FSH

2005 – 2007 Tutor Probleem Gestuurd Onderwijs FSH

2005 Stage Basisschool ‘de Cocon’ te Tilburg

2006 Stage Basisschool ‘de Sporckt’ te Tilburg

2006 Stage Middelbare School ‘Theresialyceum’

2007 Stage Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen

2008 Afstudeerstage Bewegingsonderwijs realiseren op basis- en middelbare school in

Ghana

Page 76: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 76/91

Mevrouw drs. M.E. Voorthuis

Mevrouw Voorthuis beschikt zowel door haar opleiding als door haar werk over een brede

onderwijskundige kennis van en ervaring met het onderwijs. Zij heeft een groot aantal jaren gewerkt

als senior-adviseur en -onderzoeker op het terrein van met name het hoger onderwijs en de bve

sector en hierover gepubliceerd. Voor het hoger onderwijs voerde zij een groot aantal onderzoeken

en adviestrajecten uit. Deze hadden onder andere betrekking op de implementatie en evaluatie van

tal van onderwijskundige vernieuwingen, alsook op kwaliteitszorg. Andere terreinen waarop zij

onderzoek deed en adviestrajecten uitvoerde zijn studiebegeleiding en studieloopbanen,

studiekeuzeprocessen en de positie van allochtone studenten in het hoger onderwijs. Daarnaast was

zij gedurende een aantal jaren projectleider van een monitorproject van management- en

verkooptrainingen bij een gerenommeerd internationaal bedrijf voor managementtrainingen. Als

auditor heeft zij ruime ervaring binnen verschillende domeinen in zowel het hoger beroepsonderwijs,

als het universitaire onderwijs.

Opleiding:

1973 Diploma Pedagogische Academie

1985 Doctoraal Pedagogische Wetenschappen, met het hoofdvak Onderwijskunde en de

bijvakken Organisatiesociologie en Bestuurskunde

1989 Leergang Modulair Onderwijs bij het Nederlands Studie Centrum

1992 Cursus Gegevensverwerking met Data Entry en SPSS/PC+

1995 Training Krauthammer International

2000 Cursus Vergelijking ATLAS/ti-Nvivo

Werkervaring:

1973 – 1977 Basisonderwijs

1985 – 2002 SCO-Kohnstamm instituut van de Universiteit van Amsterdam

2002 – 2004 HBO-raad, afdeling Kwaliteitszorg

2004 – heden Netherlands Quality Agency

2005 Vanuit NQA gedetacheerd bij de Quality Assurance Netherlands Universities (QANU)

Panellid NQA de heer J.R. Koopmans

Panellid de heer Koopmans heeft in 2008 de opleiding Facility Management aan de Hanzehogeschool

Groningen afgerond. Met zijn Bachelor Degree of Business Administration is hij begin 2008 als junior

auditor bij NQA begonnen. Hij is bekend met het proces van visitatie en accreditatie in het hoger

onderwijs en is ingewerkt in de werkwijze van NQA.

Opleiding:

1992 – 1996 Mavo

1996 – 1998 Mbo Levenmiddelentechnologie (nu Mbo Voeding)

1998 – 2002 Mbo Informatie en Communicatie Technologie

2004 – 2008 HBO Facility Management

Werkervaring:

2007 Novon Schoonmaak, Managementstage bedrijfsbureau (assistant to the manager)

2007 Alysis Zorggroep, afstudeerstage facilitair bedrijf (advies m.b.t. klanttevredenheid)

2008 – heden NQA, junior auditor

Page 77: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 77/91

Bijlage 3: Bezoekprogramma

Visitatiedatum: 4 juni 2008

Tijdstip Programmaonderdeel Deelnemers

13.00 – 13.30 Ontvangst - lokaal A-131

Toelichting door opleidingsmanagement

Opleidingsmanagement

13.30 – 16.30 Materiaalbestudering - lokaal A-131

(Visitatiepanel)

16.30 – 17.30 Gesprek met Opleidingsmanagement – lokaal A-131

Opleidingsmanagement

17.30 – 18.00 Overleg panel – lokaal A-131

(Visitatiepanel)

18.00 Vertrek panel

Visitatiedatum: 5 juni 2008

Tijdstip Programmaonderdeel Deelnemers

9.00 - 9.15 Ontvangst lokaal A-131 (Visitatiepanel)

9.15 - 9.45 Gesprek met studenten (jaar 1 t/m 4) – lokaal A-131

Algemene thema’s

representatieve groep

studenten, verspreid over

opleidingen (in geval van

cluster), studiejaren,

varianten, vooropleiding

9.45 - 10.15 Gesprek met

studenten

Opleiding 1 – LO

Lokaal A-131

Gesprek met

studenten

Opleiding 2 -

BPT

Lokaal A-132

Gesprek met

studenten

Opleiding 3 –

S&B

Lokaal A-163

10.15 - 10.30 Pauze

10.30 - 11.00 Gesprek met docenten - lokaal A-131

Algemene thema’s

representatieve groep

docenten: verspreid over

opleidingen (in geval van

cluster), vakken, specifieke

taken (bijv. begeleiding/

stagebegeleiding), varianten

etc.

Page 78: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 78/91

Tijdstip Programmaonderdeel Deelnemers

11.00 - 11.30 Gesprek met

docenten

Opleiding 1 – LO

Lokaal A-131

Gesprek met

docenten

Opleiding 2 –

BPT

Lokaal A-132

Gesprek met

docenten Opl. 3

– S&B

Lokaal A-163

12.00 - 12.30 Rondleiding door drs. A. Donkers in de hogeschool/

Bestudering documenten

Deel van het panel

12.30 - 13.15 Lunchpauze in lokaal A-163 (A-131 is ook mogelijk) Panel

13.15 - 13.45 Bestudering documenten Panel

13.45 - 14.30 Gesprek met

werkveld en

alumni

Opleiding 1 – LO

Lokaal A-131

Gesprek met

werkveld en

alumni

Opleiding 2 –

BPT

Lokaal A-132

Gesprek met

werkveld en

alumni

Opleiding 3 –

S&B

Lokaal A-163

- leden werkveldcie.

- Stagebegeleiders

- Werkgevers afgestudeerden

- Recent afgestudeerden

(max. 3 jaar)

14.30 - 17.00 Eventuele extra gesprekken – lokaal A-131

Materiaal bestuderen

Intern paneloverleg

(Visitatiepanel)

17.00 - 17.30 Tweede gesprek met opleidingsmanagement en

afronding

Lokaal A-131

Opleidingsmanagement

17.30 - 18.00 Afsluitend paneloverleg

Lokaal A-131

(Visitatiepanel)

Page 79: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 79/91

Bijlage 4: Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal

Missie Windesheim

• Windesheim Organisatie Ontwikkelingsplan (WOOP), Instellingsplan Windesheim,

2007–2012

• Contouren van het nieuwe onderwijs, februari 2005, een uitgave in het kader van WOOP

• Roeters, A. (april 2007). Facts en figures – presentatie in het kader van het onderwijsdebat

Missie Calo

• OOP, Missie Calo, School of Human Movement & SPorts, 2001

Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding

• Windesheim, Windesheim Onderwijs Standaarden. Versie 4.4.4, 2007

• Kuijpers, M.A.C.T., Loopbaanontwikkeling – onderzoek naar competenties, 2003

• NVPMT, Nederlandse Vereniging voor Psychomotorische Therapie, beroepsprofiel

2007–2008

• FVB, Federatie Vaktherapeutische Beroepen, kader beroepsprofielen vaktherapeutische

beroepen, 2007

• KVLO, Koninklijke vereniging voor Leraren in de Lichamelijke Opvoeding,

beroepscompetentieprofielen, 2005

• Sociale parnters van de sport, Beroepen en beroepscompetentieprofielen sportmanagement,

CBE Consultants, 2005

• Opleidings- en Toetskader, School of Human Movement & Sports, 2007

Onderwerp 2 Programma

• Windesheim, Windesheim Onderwijs Standaarden. Versie 4.4.4, 2007

• Opleidings- en Toetskader, School of Human Movement & Sports, 2007

• Ontwikkelgids School of Human Movement & Sports, 2005

• Kerndocument Opleiding BPT, 2007

• Kerndocument Opleiding S&B, 2007

• Kerndocument Opleiding LO, 2007

Onderwerp 3 Inzet van personeel

• ‘Resultaat en ontwikkeling van medewerkers’. Het personeelsevaluatiesysteem- en

beloningsbeleid van Windesheim, 2002

• Aanscherping personeelsevaluatiebeleid, 2006

• Resultaatgericht werken en persoonlijke ontwikkeling, personeelsevaluatiebeleid bij

Windesheim, 2007–2008

• Werken met competenties. Competentiewoordenboek Windesheim, 2005

• Ziekte overkomt je, verzuim is een keuze. Verzuimbeleid Windesheim, 2004

• Arbo beleidsplan 2003–2005: ‘kwaliteit van werken en leren bij Windesheim’.

• Inzet van de KWOA-scan in de periode 2008–2011

• Leren op 1, diverse brochures en boekjes van de Corporate Academy/dienst P&O

• Organisatie Ontwikkelplan, School of Human Movement & Sports, Concept

• Organisatiestructuur School of Human Movement & Sports, 2007

Page 80: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 80/91

Onderwerp 4 Voorzieningen

• Windesheim, Instellingsplan 2007–2012

• Kuijpers, M.A.C.T., Loopbaanontwikkeling – onderzoek naar competenties, 2003

• Windesheim. Studentenstatuut – opleidingsdeel, studiejaar 2007 -2008

• Windesheim, Windesheim Onderwijs Standaarden. Versie 4.4.4, 2007

Onderwerp 5 Interne Kwaliteitszorg

• Windesheim. Kwaliteitszorg Beleidsmatig verankerd 2007–2010 (werknotitie)

• Windesheim. Windesheim organisatie ontwikkelplan, 2004

• Stevens Consultancy. Integratie Planning en Control en kwaliteitszorg – een plan van aanpak,

2007

• Kwaliteitskaarten Windesheim voor Schools en Diensten, 2007

• Kleinpast, J., Interactieve digitale communicatie, 2007

• Akker, A. & Maas, van der, L., Integrale Kwaliteitszorg Calo, School of Human Movement &

Sports, 2007

Onderwerp 6 Resultaten

• Kennispraktijk Steenbergen, De School of Human Movement & Sports gericht op de

toekomst, 2007

• HBO-Monitor 2006

Sleuteldocumenten per onderwerp

Onderwerp 1 • Opleidings- en Toetskader, School of Human Movement & Sports, 2007

• Kerndocument Opleiding BPT, 2007

• Kerndocument Opleiding LO, 2007

• Kerndocument Opleiding S&B, 2007

Onderwerp 2 • Kerndocument Opleiding BPT, 2007

• Kerndocument Opleiding LO, 2007

• Kerndocument Opleiding S&B, 2007

• Onderwijs- en Examenreglement 2007 – 2008

• Opleidings- en Toetskader, School of Human Movement & Sports, 2007

Onderwerp 3 • Activiteitenplan 2007 – 2008

• C.V.’s docenten

• Werken met competenties. Competentiewoordenboek Windesheim, 2005

Onderwerp 4 • Visiedocument Studieloopbaanbegeleiding

• Beleidsnotitie ICTO-beleid

Onderwerp 5 • Integrale kwaliteitszorg Calo, School of Human Movement & Sports

• Activiteitenplan 2007 – 2008

• Ontwikkelgids School Human Movement & Sports, 2005

Onderwerp 6 • Afstudeernota S&B, 2007

• Afstudeernota LO, 2007

• Afstudeernota BPT, 2007

• Kerngegevens studentaantallen & onderwijsrendement, 2008

Page 81: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 81/91

Volgnummer

argument

Document

Vindplaats

1.

• NVPMT Nederlandse Vereniging voor Psychomotorische Therapie, concept beroepsprofiel 2007/2008

• KVLO Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Leraren in de Lichamelijke Opvoeding, beroepscompetentieprofiel, 2005

• Sociale partners van de sport. Beroepen en beroepscompetentieprofielen sportmanagement. CBE consultants, 2004

2. • ALODO. Academies voor Lichamelijke Opvoeding Directeuren Overleg, Gemeenschappelijke Opleidingskwalificaties voor de Lerarenopleiding aan ALO’s en Sporthogescholen in Nederland, 2005.

• ALODO. Overleg van directeuren van de sporthogescholen, -instituten en academie, Kwalificatieprofiel sportmanager, 2007.

• Notulen HAN-CALO/BPT

3. • Opleidings- en Toetskader School of Human Movement & Sports, 2007*

• Kerndocument BPT, 2007*

• Kerndocument LO, 2007*

• Kerndocument S&B, 2007*

Gehele document, specifiek Hst 3 en 4

4. • Notulen VAC’s, 2006 en 2007

5. • Notulen platform Mbo/SB - Calo

6. • Notulen internationaal platform PMT

7. • Notulen Platform bewegen en hulpverlenen

Volgnummer

argument

Document

Vindplaats

1. • NVPMT. Nederlandse Vereniging voor Psychomotorische Therapie, concept beroepsprofiel 2007/2008

• KVLO. Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Leraren in de Lichamelijke Opvoeding, beroepscompetentieprofiel, 2005

• Sociale partners van de sport. Beroepen en beroepscompetentieprofielen sportmanagement. CBE consultants, 2004

• ALODO. Academies voor Lichamelijke Opvoeding Directeuren Overleg, Gemeenschappelijke Opleidingskwalificaties voor de Lerarenopleiding aan ALO’s en Sporthogescholen in Nederland, 2005.

• ALODO. Overleg van directeuren van de sporthogescholen, -instituten en academie, Kwalificatieprofiel sportmanager, 2007.

• Kerndocument BPT, 2007*

• Kerndocument LO, 2007*

• Kerndocument S&B, 2007*

2. • Kerndocument BPT, 2007*

• Kerndocument LO, 2007*

• Kerndocument S&B, 2007*

3. • Opleidings- en Toetskader School of Human Movement & Sports, 2007*

5.2

Page 82: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 82/91

Page 83: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 83/91

Volgnummer

argument

Document

Vindplaats

1. • Profileringsboek Q-point

2. • Overzicht van de genoemde thema ‘s

• C.V.’s van docenten

3. • HBO-Monitor 2006

4. • De School of Human Movement & Sports, gericht op de toekomst, Bureau Steenbergen, 2007

Volgnummer

argument

Document

Vindplaats

1. • Opleidings- en toetskader School of Human Movement & Sports, 2007*

5.1

3. • Literatuurlijsten

4. • Notulen stagebegeleidingsbijeenkomsten

• C.V.’s van docenten

5. • Kerndocument BPT, 2007*

• Kerndocument LO, 2007*

• Kerndocument S&B, 2007*

6. • Beleidsnotitie Toegepast Onderzoek School of Human Movement & Sports

7. • Overzicht leden kenniskring

9. • Studenttevredenheidsonderzoek 2007

Volgnumme

r

argument

Document

Vindplaats

1. • Kerndocument BPT, 2007*

• Kerndocument LO, 2007*

• Kerndocument S&B, 2007*

3. • Opleidings- en Toetskader, School of Human Movement & Sports, 2007*

5.2

5. • HBO-Monitor 2006, Management Summary leraar voortgezet onderwijs eerste graads

• HBO-Monitor 2006, Management Summary sector HGZO

Volgnumme

r

argument

Document

Vindplaats

1. • Opleidings- en Toetskader School of Human Movement & Sports, 2007*

Hst 6

2. • Schoolthema en Profilering

3. • Idem

4. • Beschrijving organisatiestructuur

5. • Studenttevredenheidsonderzoek 2007

6. • Organigram Calo

7. • Semesterevaluaties

Page 84: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 84/91

Volgnumme

r

argument

Document

Vindplaats

1. • Windesheim (2007). Windesheim Onderwijs Standaarden. Versie 4.4.4.

2. • Overzicht contacttijd

7. • Verschillende onderzoeken uitgevoerd door het bureau kwaliteitszorg

8. • Student Tevredenheidsonderzoek, 2007

Volgnumme

r

argument

Document

Vindplaats

2. • OER 2007 – 2008* hfdst. 1 en bijlagen

3. • Selecterende keuring

• Decentrale selectie

• LOB-opdrachten 07-08

• Startschot

• Taakomschrijving tutoraat

4. • Instroomprocedure Calo voor Mbo-SB cursusjaar 2008-2009

5. • Instroomprocedure deeltijd BPT en LO

6. • Eerstejaarsonderzoek 2007, School of Human Movement & Sports

• Management summary STO 2007

7. • Opleidingsbijlage BPT. Aansluitingsmonitor 2006 – 2007

• Opleidingsbijlage LO. Aansluitingsmonitor 2006 – 2007

• Opleidingsbijlage S&B. Aansluitingsmonitor 2006 - 2007

8. • Keuzegids Hoger Onderwijs 2006 - 2007

Volgnumme

r

argument

Document

Vindplaats

1. • Onderwijs- en Examenregeling 2007 - 2008*

• Kerndocument BPT, 2007*

• Kerndocment LO, 2007*

• Kerndocument S&B, 2007*

2. • Rendementscijfers Windesheim

• Kerngegevens studentaantallen & onderwijsrendement, 2008

Volgnumme

r

argument

Document

Vindplaats

1. • Opleidings- en Toetskader School of Human Movement & Sports, 2007*

6.2 en 6.3

2. • Studenttevredenheidsonderzoek 2007

• Semesterevaluaties School of Human Movement & Sports

Page 85: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 85/91

Volgnumme

r

argument

Document

Vindplaats

1. • Opleidings- en Toetskader School of Human Movement & Sports, 2007*

7.1

5. • Diverse studiehandleidingen

9. • Opdrachtomschrijving toetscommissie, 2007

10. • Toelatingsprocedure deeltijd

11. • Studenttevredenheidsonderzoek 2007

• Eerstejaarsonderzoek Windesheim 2007

12. • Diverse evaluaties uitgevoerd door het Bureau Kwaliteitszorg

Volgnumme

r

argument

Document

Vindplaats

1. • Docenten cv’s*

2. • Overzicht inzet en taakbelasting, 2007 - 2008

3. • Evaluatie en verslaglegging segmentteams, 207

6. • concept Organisatie Ontwikkel Plan, 2007*

11. • Imago onderzoek DMC

15. • Studenttevredenheidsonderzoek 2007

17. • De School of Human Movement & Sports, gericht op de toekomst, Bureau Steenbergen, 2007

18. • HBO-Monitor 2006

Volgnumme

r

argument

Document

Vindplaats

1. • Kerngegevens, studentaantallen & onderwijsrendement, 2008

3. • Windesheim Organisatie Ontwikkel Plan, 2004

7. • Ziekte overkomt je, verzuim is een keuze, 2004

11. • KWOA-scan 2005*

12. • Studenttevredenheidsonderzoek 2007

13. • HBO-Monitor 2006

Volgnumme

r

argument

Document

Vindplaats

1. • Overzicht inzet en taakbelasting, 2007 - 2008

2. • Scholingsplan

4. • Resultaat en ontwikkeling van medewerkers, het PE-beleid van Windesheim, 2002

• Werken met competenties. Competentiewoordenboek Windesheim, 2005

6. • De School of Human Movement & Sports, gericht op de toekomst, Bureau Steenbergen, 2007

Pagina’s 81, 91 en 101

7. • Studenttevredenheidsonderzoek 2007

8. • HBO-Monitor 2006

9. • Keuzegids Hoger Onderwijs

Page 86: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 86/91

Volgnumme

r

argument

Document

Vindplaats

3. • Samenvatting bevindingen INK audit juni 2007 pagina 12

4. • Beleidsnotitie ICTO-beleid*

6. • Bezettingsgraad accomodatie, G. van Driel en C. Teunis

9. • Keuzegids Hoger Onderwijs 2008

10. • Studenttevredenheidsonderzoek 2007

11. • Semesterevaluaties

12. • Fasering nieuwbouw G. van Driel, 2007

Volgnumme

r

argument

Document

Vindplaats (pagina, paragraaf, passage etc.)

1. • Visiedocument Studieloopbaanbegeleiding*

• Onderwijsprogramma’s per opleiding

2. • Portfolio Calo

3. • ZóCalo! Interne professionalisering

5. • idem

7. • idem

11. • Semesterevaluaties

12. • Studenttevredenheidsonderzoek 2007

Volgnumme

r

argument

Document

Vindplaats

1. • Draaiboek interne audits Windesheim 2007 – 2009

• Integrale kwaliteitszorg Calo, School of Human Movements & Sports, 2007*

Pagina 7

2. • Integrale kwaliteitszorg Calo, School of Human Movements & Sports, 2007*

4. • Bureau kwaliteitszorg evaluatie Schoolthema 2006-2007 semester 1 en Schoolthema evaluatie semester 2

H-schijf kwaliteitszorg

5. • Studiegids profilering School of Human Movement & Sports

Pagina 3 t/m 14

Volgnumme

r

argument

Document

Vindplaats

1. • Ontwikkelgids School of Human Movement & Sports, 2005*

• Interne Audit Calo 2003, juni 2004

• Interne Audit Calo 2007, mei 2007

• Activiteitenplan 2007 – 2008*

• KWOA-scan Calo, december 2005

Pagina 9 e.v. Pagina 5 t/m 8 Pagina 5 t/m 7 Pagina 7

2. • Managementsamenvatting Studenttevredenheidsonderzoek, 2007

• Overzicht werkzaamheden curriculumcommissie 2006 – 2007

• Kwaliteit beleidsmatig verankerd, 2005

• Ontwikkelgids School of Human Movement & Sports, 2005*

Pagina 3 en 4 Hoofdstuk 4

Page 87: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 87/91

3. • Integrale kwaliteitszorg Calo, School of Human Movements & Sports, 2007*

Hoofdstuk 5 en 6

Page 88: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 88/91

Volgnumme

r

argument

Document

Vindplaats

1. • Opleidings- en Toetskader School of Human Movement & Sports, 2007

Hst 2 en 3

2. • Notulen Raad van Advies, opleiding BPT, 2007

3. • De School of Human Movement & Sports, gericht op de toekomst, Bureau Steenbergen, 2007

• Scholingsaanbod Q Point en LINK

• Projectenoverzicht bureau LINK, 2007

4. • Notulen strategisch overleg, januari 2008

5. • Uitnodiging Lustrumviering en Gordijnlezing, 2007

Volgnumme

r

argument

Document

Vindplaats

3 • Afstudeernota LO*

• Afstudeernota BPT*

• Afstudeernota S&B*

8 • De School of Human Movement & Sports, gericht op de toekomst, Bureau Steenbergen, 2007

9 • HBO-Monitor 2006

Volgnumme

r

argument

Document

Vindplaats

1. • Kerngegevens studentaantallen & onderwijsrendement, 2008*

2. • Kerngegevens studentaantallen & onderwijsrendement, 2008*

Onderwijsproducten ter inzage Boeken en CD-roms die gebruikt worden bij de opleidingen, van propedeuse tot hoofdfase Readers, Moduulbeschrijvingen en uitwerkingen van Blackboard Uitgewerkte opdrachten van propedeuse- en hoofdfasestudenten Scripties en beoordelingen van scripties Informatiebrochures en materiaal welke gebruikt worden tijdens voorlichtingsbijeenkomsten en opendagen om nieuwe studenten te werven. Informatie van Respo international Informatie over Bewegen Samen Regelen Daarnaast stonden er de volgende ordners met inhoud, die gemaakt zijn in juni 2007 voor de interne audit. Ordner 1 – KIC, MDV en Onderzoek

1. Projectbeschrijving projectgroep Kennis en Innovatie Centrum 2. Visiedocument Maatschappelijke Dienstverlening 3. Segmentteams als krachtige leer-werkplek in het werkveld 4. Adviesnota 2005 externe bedrijfsvoering 5. Beleidsnotitie Toegepast onderzoek 6. Projectenbureau LINK – Bestedingsplan ontwikkelingsgelden 07-08

Ordner 2 – Kwaliteitszorg en competentieprofielen 7. Kwaliteitszorg, studenten onderwijs evalutatie 8. Competent aan de slag: BPT-competenties en hun assessement 9. Basisdocument Opleiding Sport en Bewegen 10. Beroepen en beroepscompetentieprofielen sportmanagement 11. Kwalificatieprofiel Sportmanager

Page 89: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 89/91

12. Beroepscompetentieprofiel Operationeel Sportmanager (I) 13. Beroepscompetentieprofiel Sportmanager (II) 14. Gemeenschappelijke opleidingskwalificaties voor de lerarenopleidingen aan ALO’s 15. Verdeling van de competenties over major en de minoren

Ordner 3 – OER en overige studentinformatie 16. Studentenstatuut 2006-2007 17. Overzicht onderwijseenheden per opleiding en/of fase 18. Boekenlijsten 19. Beschrijvingen onderwijseenheden 20. Schoolthema-studiegids, studentversie 21. Profilering o de SHMS (Calo) 22. Informatie gegeven aan studenten

Ordner 4 – op weg naar een domein 23. Studiedagen april 2006 24. Ontwikkelgids Calo maart 2006 25. Domeinontwikkeling 2005-2006 april 2005 26. Studiedagen december 2005 27. Nieuwsbrief medewerkers november 2004 28. Programma studiedag november 2004 29. Werkboek studiedag november 2004

Ordner 5 – overdrachtsdossier 30. Overdrachtsdossier, begeleidend schrijven 31. Brief CvB aan MT Calo 32. Concept Activiteitenplan (2006)-2007 “Kort en Goed” 33. Budgetbrief 2007 34. Formatieplan 2007-2008 35. Projectenportefeuille 2006-2007 36. Tijdlijn 37. OOP ‘Innovatief in bewegen’ 38. Quickscan en advies 39. Ontwikkelgids 40. Offerte marktonderzoek 41. Projecten LINK (met FEZ) 42. Analyse diverse onderzoeken kwaliteit en Imago 43. Verslag jaargesprek 44. Management informatie GSA 45. Voortgangsrapportage 46. Tabel onderwijstijd 47. Resultaten enquete KWAO-scan

Ordner 6 – SLB en didactische scholing 48. Studieloopbaanbegeleiding , docentenhandleiding 49. Sudieloopbaanbegeleiding; organisatie, plaats en theorie van studieloopbaanbegeleiding 50. Beroepsprofiel van de SLB’er op de Calo 51. Cursushandleiding voor de SLB’er 52. Voorbeeld van een PAP 53. Studieloopbaanbegeleiding SLB voor docenten mbt BPT-studenten 54. Planningen en docentenhandleidingen domeintrekkers

Ordner 7 – toetsbeleid 55. Handboek beoordeling 56. Notitie assessement 57. Onderzoek Humaan-Biologische vakken – competentie gericht opleiden 58. Analyse toetsen SOS, OES

Ordner 8 – Zer, interne audit en INK 59. Rapport visitatiecommissie: Kwaliteit in Beweging , oktober 2003 60. Interne Audit, september 2004 61. Managementletter, december 2003 62. Stand van zaken notitie opleiding Sport en Bewegen, december 2005

Page 90: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 90/91

Page 91: id_3342_rapport Windesheim hbo-ba Bewegingsagogie en ...

© NQA – visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim: Cluster Sport, hbo-bachelor 91/91

Bijlage 5: Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties

Het domeinspecifieke referentiekader is te vinden op de website van de HBO-raad:

www.hbo-raad.nl