002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

57
AVANS Hogeschool Maatschappelijk Werk en Dienstverlening ’s-Hertogenbosch Beperkte opleidingsbeoordeling © Netherlands Quality Agency (NQA) November 2013

Transcript of 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

Page 1: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

AVANS Hogeschool

Maatschappelijk Werk en Dienstverlening

’s-Hertogenbosch

Beperkte opleidingsbeoordeling

© Netherlands Quality Agency (NQA)

November 2013

Page 2: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 2/57

Page 3: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 3/57

Inleiding

Dit visitatierapport bevat de beoordeling van de bestaande, voltijdse hbo-bacheloropleiding

Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD) van AVANS Hogeschool te ’s-

Hertogenbosch. De opleiding MWD maakt samen met de opleidingen Culturele en

Maatschappelijke Vorming (CMV) en Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) deel uit

van de Academie voor Sociale Studies ’s-Hertogenbosch (ASH).

Bij de opleiding MWD in Den Bosch studeren ruim 600 studenten. Het MWD-team bestaat uit

29 docenten met een gezamenlijk aanstellingsomvang van 22,9 fte.

De beoordeling is uitgevoerd door een visitatiepanel dat door NQA in opdracht van AVANS

Hogeschool en in overleg met de opleiding is samengesteld. Het panel is voorafgaand aan

de visitatie goedgekeurd door de NVAO.

Onder verantwoordelijkheid van AVANS Hogeschool wordt te Breda ook een voltijd- en in

Breda en Den Bosch een deeltijdopleiding MWD uitgevoerd. Deze opleidingen maken deel

uit van de Academie voor Sociale Studies Breda (ASB). De voltijd- en deeltijdopleidingen van

ASB worden apart, maar wel door hetzelfde NQA-panel, gevisiteerd.

Het rapport beschrijft de bevindingen, overwegingen en conclusies van het panel. Het is

opgesteld conform het Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de

NVAO (22 november 2011) en het NQA Protocol 2013 voor de beperkte

opleidingsbeoordeling.

De visitatie heeft plaatsgevonden op 22 en 23 oktober 2013.

Het visitatiepanel bestond uit:

Mevrouw K. Kleine (voorzitter, domeindeskundige)

De heer drs. J. Loovers (domeindeskundige)

Mevrouw M. Verharen MLC (domeindeskundige)

Mevrouw M. Heesters (studentlid)

Mevrouw H.G. Burgler-Feenstra, auditor van NQA, trad op als secretaris van het panel.

Bij de aanvraag werd door de instelling een kritische reflectie aangeboden die naar vorm en

inhoud voldeed aan de eisen van het desbetreffende beoordelingskader van de NVAO en

aan de eisen van het NQA Protocol 2013.

Het panel heeft de kritische reflectie bestudeerd en een bezoek aan de opleiding gebracht.

De visitatie is uitgevoerd conform de in het NQA Protocol 2013 beschreven procedure.

De opleiding heeft zowel voor studenten als docenten het open spreekuur aangekondigd,

maar hiervan is geen gebruik gemaakt.

De kritische reflectie en alle overige (mondeling en schriftelijk) verstrekte informatie hebben

het visitatiepanel in staat gesteld om tot een weloverwogen oordeel te komen.

Page 4: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 4/57

Het visitatiepanel verklaart dat de beoordeling van de opleiding in onafhankelijkheid heeft

plaatsgevonden.

Utrecht, 28 november 2013

Panelvoorzitter Panelsecretaris

Mevrouw K. Kleine Mevrouw H.G. Burgler-Feenstra

Page 5: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 5/57

Samenvatting

AVANS Hogeschool in Den Bosch verzorgt de voltijdopleiding Maatschappelijk Werk en

Dienstverlening (MWD). Deze opleiding maakt deel uit van de Academie voor Sociale

Studies ‘s-Hertogenbosch. Bij deze Academie horen ook de opleidingen Culturele en

Maatschappelijke Vorming (CMV) en Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH). Alle

studenten van de Academie voor Sociale Studies volgen in het eerste studiejaar dezelfde

onderwijsmodules. Je werkt eerst in gemengde groepen en het laatste blok in een

opleidingsspecifieke groep. Hierdoor kun je nog gemakkelijk naar een andere opleiding

overstappen als je eerste keuze verkeerd zou zijn. Studenten met een verwant mbo-4

diploma kunnen zich laten adviseren over een versneld studietraject.

Bij de opleiding MWD staan in 2013 ongeveer 600 studenten ingeschreven. De opleiding

wordt door 29 docenten verzorgd.

Op 22 en 23 oktober 2013 is de opleiding door een visitatiepanel beoordeeld. Op grond van

alle verkregen informatie beoordeelt het panel de opleiding, als goed.

Standaard 1, Beoogde eindkwalificaties

Wie afstudeert aan de MWD-opleiding ontvangt de graad Bachelor of Social Work. Als

maatschappelijk werker beheers je dan 28 landelijk vastgestelde eindkwalificaties of

competenties. Samengevat kun je als beginnend maatschappelijk werker met cliënten

werken, ben je geschoold in samenwerken, kun je een bijdrage geven aan het functioneren

van een instelling en aan de ontwikkeling van het beroep en heb je de houding om jezelf in

het beroep te blijven bijscholen. Specifiek voor de opleiding in Den Bosch geldt dat je ook

ervaring hebt opgedaan met de bredere sociaal agogische competenties, doordat je

gedeeltelijk hetzelfde onderwijs volgt als de SPH- en CMV-studenten. De opleiding vindt het

belangrijk dat studenten over de schotten van het eigen beroep heen kunnen kijken.

Een tweede speerpunt is het opleiden van maatschappelijk geëngageerde en kritische

professionals.

De opleiding volgt belangrijke ontwikkelingen in de samenleving en in het beroep van de

maatschappelijk werker, onder andere door jaarlijks samen met het werkveld een congres te

organiseren.

Het visitatiepanel beoordeelt standaard 1 als goed.

Standaard 2, Onderwijsleeromgeving

De opleiding geeft een duidelijke verantwoording voor de inhoud van het

onderwijsprogramma. De verschillende onderwijseenheden gezamenlijk zorgen ervoor dat

de student alle sociaal agogische en MWD-competenties leert beheersen. In jaar 3 draagt de

jaarstage daar in belangrijke mate aan bij. In jaar 4 volgen de studenten naar eigen keuze

een minorprogramma. Dit kan leiden tot verbreding of juist verdieping van de competenties.

De opleiding MWD werkt de eindkwalificaties uit tot op het niveau van leerdoelen en

toetscriteria. Dit is goed zichtbaar in de studiehandleidingen voor studenten, die van zeer

goede kwaliteit zijn.

Page 6: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 6/57

De opleiding weet de eigen profilering in het curriculum tot uitdrukking te brengen. De

student wordt vaak gevraagd om zijn eigen visie te geven en stelling te nemen in

professionele discussies. Onderzoeksvaardigheden spelen naar de mening van de opleiding

een belangrijke rol bij de ontwikkeling van een kritische beroepshouding. Ze vormen daarom

een herkenbare leerlijn in het curriculum.

De docenten van de opleiding zijn enthousiast en deskundig. Samen met het management

zorgen zij ervoor dat de organisatie goed loopt en dat de kwaliteit van het onderwijs hoog

blijft. Dat vraagt ook een actieve houding van studenten bijvoorbeeld in de vorm van

meedoen aan de onderwijsenquêtes, of begeleiden van medestudenten. Docenten blijven op

de hoogte van de praktijk, onder andere door elk jaar een docentstage van 40 uur in het

werkveld te lopen.

Op het gebied van internationalisering is de opleiding nog in ontwikkeling. Studenten kunnen

stage lopen in het buitenland of daar een afstudeerproject uitvoeren. Terecht worden er dan

strenge eisen gesteld aan de kwaliteit van de buitenlandse organisaties of opleidingen.

Alles bij elkaar biedt de opleiding voldoende faciliteiten en een stimulerende en

samenhangende leeromgeving, waarin de competenties kunnen worden gerealiseerd.

Het visitatiepanel beoordeelt standaard 2 als goed.

Standaard 3, Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties

De toetsen, waarmee de studieonderdelen worden afgesloten zijn gevarieerd en passen bij

het gegeven onderwijs. Er zijn schriftelijke tentamens, opdrachten om een beroepsproduct te

maken, presentaties en verslagen. De toetsen worden individueel of met een groep gemaakt.

Docenten zijn en worden geschoold in het ontwikkelen en beoordelen van toetsen en zijn

hierover met elkaar in gesprek. De opleiding laat in de studiehandleidingen zien dat de

beoordelingscriteria aansluiten bij de sociaal agogische en de MWD-competenties. Alle

toetsen gezamenlijk dekken zo de beoogde eindkwalificaties. De kwaliteit van de toetsen

wordt geborgd door actief en ondersteunend optreden van de examen- en toetscommissie.

De opleiding werkt met toetsmatrijzen, antwoordmodellen en feedbackformulieren, waardoor

studenten erop kunnen vertrouwen dat docenten het onderling over de inhoud en

beoordeling van de toets eens zijn.

In jaar 4 studeert de student af met een afstudeerproject en de individuele profilering. Het

project wordt in duo’s uitgevoerd die samen een opdracht vanuit het werkveld uitwerken. Dit

mogen ook twee studenten van verschillende opleidingen binnen de Academie voor Sociale

Studies zijn. Bij de individuele verantwoording wordt elke student uitgedaagd kritisch stelling

te nemen en maatschappelijke betrokkenheid aan het beroep van maatschappelijk werker te

verbinden.

Het visitatiepanel vindt het afstudeerwerk ten minste van voldoende hbo-bachelorniveau. De

projectrapporten vallen op door hun goede structuur en overwegend goede methodische

aanpak. Bij de individuele verantwoording en profilering bereiken de meeste studenten een

meer dan gemiddelde diepgang. De opleiding houdt zelf de kwaliteit van het afstudeerwerk

kritisch in de gaten en vraagt elk jaar aan studenten om hierover een evaluatie in te vullen.

Het visitatiepanel beoordeelt standaard 3 als goed.

Page 7: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 7/57

Inhoudsopgave

1 Basisgegevens van de opleiding 9

2 Beoordeling 11

Standaard 1 Beoogde eindkwalificaties 11

Standaard 2 Onderwijsleeromgeving 14

Standaard 3 Toetsing en gerealiseerde resultaten 24

3 Eindoordeel over de opleiding 31

4 Aanbevelingen 33

5 Bijlagen 35

Bijlage 1: Eindkwalificaties van de opleiding 37

Bijlage 2: Overzicht opleidingsprogramma 39

Bijlage 3: Bij verantwoordingsformulier 43

Bijlage 4: Bezoekprogramma 49

Bijlage 5: Bestudeerde en ter inzage gegeven documenten 51

Bijlage 6: Overzicht bestudeerde afstudeerwerken 55

Bijlage 7: Verklaring van volledigheid en correctheid 57

Page 8: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 8/57

Page 9: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 9/57

1 Basisgegevens van de opleiding

Administratieve gegevens van de opleiding

1. Naam opleiding in CROHO Maatschappelijk Werk en Dienstverlening

2. Registratienummer opleiding in CROHO 34616

3. Oriëntatie en niveau Hbo-bachelor

4. Aantal studiepunten 240

5. Afstudeerrichting(en) N.v.t.

6. Variant(en) Voltijd

7. Locatie(s) Den Bosch

8. Jaar vorige visitatie en datum besluit NVAO Vorige visitatie: 2007

Besluit NVAO: 14-5-2008

9. Code of conduct Is getekend

*) Associate degree, indien van toepassing

Administratieve gegevens van de instelling

10. Naam instelling AVANS Hogeschool

11. Status instelling Bekostigd

12. Resultaat instellingstoets kwaliteitszorg Positief

Kwantitatieve gegevens over de opleiding

1. In- door- en uitstroomgegevens van de laatste vijf cohorten

2008 2009 2010 2011 2012

Uitval uit het eerste jaar (percentage) 32% 28% 23% 23% 23%

Uitval uit de bachelor (percentage van de herinschrijvers na jr 1)*

11% 20% 19%

Rendement n+1 van herinschrijvers na jaar 1 (percentage van de herinschrijvers na jr 1)

84%

2. Docentkwaliteit

66 procent van de 29 MWD-docenten heeft een mastergraad, er zijn geen gepromoveerde

docenten.

3. Gerealiseerde docent-studentratio

De docent-student ratio in 2010, 2011 en 2012 was respectievelijk 1:23,7, 1:21,4 en 1:23,2.

Page 10: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 10/57

4. Gemiddeld aantal contacturen1 per fase van de studie (een fase kan bijvoorbeeld

aangegeven worden in reguliere studiejaren, de stage en de afstudeerperiode).

Jaar 1: 15,7 Jaar 2: 13,7 Jaar 3 (Stagejaar): 3,7 Jaar 4 Minorfase: 8,9 Jaar 4 Afstudeerfase: 3,6

1 Een contactuur is een klokuur waarbij een docent fysiek aanwezig is. Bij de berekening van contacturen per week is het totaal aantal klokuren per jaar gebruikt als grondslag, uitgaande van het aantal weken per jaar dat de opleiding besteedt aan lesweken (32 weken)

Page 11: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 11/57

2 Beoordeling

Het visitatiepanel beschrijft hieronder per standaard van het NVAO beoordelingskader de

bevindingen, overwegingen en conclusies. Het eindoordeel over de opleiding volgt in

hoofdstuk 3.

Standaard 1 Beoogde eindkwalificaties

De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie

geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen.

Bevindingen

De eindkwalificaties van de opleiding MWD zijn gelijk aan de MWD-competenties die in 2009

zijn vastgesteld in het landelijk opleidingsoverleg MWD (Herkenbaar en Toekomstgericht,

Landelijk opleidingsprofiel voor de HBO bacheloropleiding Maatschappelijk Werk en

Dienstverlening, oktober 2009). De opleidingscoördinator van MWD-Den Bosch nam ten tijde

van de ontwikkeling van de competenties deel aan het landelijk opleidingsoverleg en dat is

nu nog het geval.

De MWD-competenties corresponderen met de sociaal agogische kwalificaties zoals

geformuleerd in Vele takken, één stam, november 2008, die ook gelden voor de opleidingen

CMV en SPH. Zo ontstaat voor de MWD-competenties een dubbele verantwoording. Ze zijn

enerzijds verankerd in bredere landelijke afspraken binnen het sociaal agogische domein,

anderzijds in specifieke, eveneens landelijk gemaakte afspraken over de startbekwaamheid

van de MWD-professional.

De MWD-competenties zijn geordend in drie sociaal agogische taakgebieden of segmenten

en zes MWD-specifieke kerntaken:

- Directe en indirecte hulp- en dienstverlening

• Werken met en namens cliënten

• Werken voor cliënten en potentiële cliënten

- Werken in en vanuit een arbeidsomgeving

• Werken in de eigen instelling of organisatie

• Werken in externe samenwerkingsverbanden

- Werken aan professionaliteit en professionalisering

• Zichzelf ontwikkelen in het beroep

• Bijdragen aan de ontwikkeling van het beroep

Elk van de zes kerntaken is in het opleidingsprofiel uitgewerkt in MWD-competenties, 28 in

totaal (zie bijlage 1).

Het opleidingsprofiel is tot stand gekomen in samenspraak met de Nederlandse Vereniging

van Maatschappelijk Werkers.

Page 12: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 12/57

Zo is er voor gezorgd dat het aansluit bij het gewenste beroepsprofiel (Het Beroepsprofiel

van de maatschappelijk werker, 2006). Bij de ontwikkeling van het opleidingsprofiel is

rekening gehouden met een internationaal perspectief op het beroep van maatschappelijk

werker. Dit is gebeurd door uit te gaan van internationaal erkende standpunten zoals

verwoord in het internationale Mission statement social work en de Global Standards for the

Education and Training of the Social Work Profession.

Het niveau van de landelijk vastgestelde eindkwalificaties wordt verantwoord door de relatie

met de Dublin descriptoren aan te tonen en daar een eigen uitwerking aan te geven. Een

aantal voorbeelden van de manier waarop het bachelorniveau wordt gekarakteriseerd:

- Een beginnend maatschappelijk werker heeft het vermogen om methodisch reflectief te

handelen, gebaseerd op kennis van, inzicht in en ervaring met beproefde methoden. De

maatschappelijk werker is in staat om op basis van praktijkervaring en praktijkonderzoek

een methodische benadering te kiezen en te verantwoorden;

- Een beginnend maatschappelijk werker heeft het vermogen om overwegingen,

bevindingen, resultaten mondeling en schriftelijk voor het voetlicht te brengen aan leken

(cliënten), de organisatie en professionals.

De opleiding heeft uit didactische overwegingen het te bereiken bachelorniveau verdeeld in

vier categorieën, in navolging van de landelijke niveaubeschrijving voor sociaal agogische

beroepen. Studenten ontwikkelen hun competenties van eenvoudig tot complex in vier

stappen (A, B1, B2, tot en met C). De mate van beroepsontwikkeling en zelfstandigheid loopt

op naar het eind van de opleiding. Het bachelorniveau van de opleiding correspondeert met

de landelijke afspraken hierover.

Het huidige curriculum van de MWD-opleiding is vanaf september 2008 gefaseerd per

studiejaar ingevoerd. Dit proces liep nagenoeg parallel aan de ontwikkeling en implementatie

van de landelijke kaders voor de sociaal agogische beroepen, zoals vastgelegd in Vele

takken, één stam. In het landelijk opleidingsprofiel wordt een Body of Knowledge and Skills

gedefinieerd (BoKS / kennis en vaardigheden), die de opleiding hanteert om de juiste inhoud

aan het opleidingsprogramma te geven. Kennisgebieden zijn bijvoorbeeld agogiek, ethiek of

recht. Voorbeelden van vaardigheden zijn gespreks- of expressieve vaardigheden.

Landelijke ontwikkelingen en de reactie van de opleiding daarop worden besproken in de

werkveldadviesraad. De werkveldadviesraad bestaat uit zes personen uit het werkveld en

drie personen vanuit de opleiding, waaronder de voorzitter van de onderwijscommissie.

Mede door deze bezetting is de opleiding in staat concreet gestalte te geven aan de

validering van het curriculum door het werkveld. In de werkveldadviescommissie is

tweerichtingsverkeer mogelijk tussen opleiding en werkveld. Het visitatiepanel heeft dit in de

verslagen van de werkveldadviesraad kunnen zien. Een andere manier om mee te denken

en te praten over landelijke ontwikkelingen realiseert de opleiding door een jaarlijks congres

te organiseren samen met één van de ASH-convenantpartners. Onderwerpen voor deze

congressen in de afgelopen jaren waren bijvoorbeeld ‘Werken met risicojongeren’,

‘Samenlevingsopbouw’ en ‘Welzijn nieuwe stijl’.

Page 13: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 13/57

Alle opleidingen van ASH profileren zich op twee aspecten:

- ASH leidt geëngageerde en kritische professionals op;

- ASH leidt op tot breed georiënteerde professionals, die in staat zijn om ‘over de schotten’

van het eigen beroep heen te kijken.

Voor de MWD’er betekent dit een voorkeur voor een systeemgericht perspectief en het

werken in (multi)disciplinaire teams. Dit sluit aan bij ontwikkelingen in de beroepspraktijk,

zoals het netwerk- en wijkgericht werken.

Het visitatiepanel heeft de gekozen profilering bij de verschillende gespreksgroepen ter

sprake gebracht en stelt vast dat management, docenten en studenten hier op een

eenduidige manier over spreken. De geëngageerde en (zelf)kritische attitude komt in vele

aspecten van de opleiding tot uitdrukking.

Op het gebied van internationalisering hebben ASH en ASB samen beleid geformuleerd

(Internationaliseringsbeleid ASB-ASH, 2011). ASH concretiseert dit beleid op verschillende

manieren, waaronder het onderhouden van contacten met collega- instellingen in het

buitenland, het mogelijk maken voor studenten om in het buitenland stage te lopen of een

periode te studeren en het invoeren van internationaal georiënteerde elementen in het

curriculum. Het panel is positief over de doordachte manier, waarop het management

internationalisering benadert. Dit blijkt onder andere uit de principiële houding tegenover de

kwaliteit van buitenlandse stageplaatsen. Naar de mening van het visitatiepanel verkeert de

internationalisering van het curriculum in een beginfase.

De Basiswaarden van het beroepshandelen 2007, Het Opleidingskader ASH 2013 en Het

Visiedocument MWD 2012-2013 vormen de brug van de eindkwalificaties naar het

onderwijsprogramma. Het visitatiepanel stelt vast dat de opleiding hiermee een goed

onderbouwd startpunt heeft voor de uitvoering van het onderwijs. De afgestudeerde ontvangt

de graad Bachelor of Social Work. De opleiding onderzoekt de mogelijkheden om studenten

binnen het bewust brede programma toch erkend te kunnen laten specialiseren, bijvoorbeeld

in het jeugdzorgwerk.

Overwegingen en conclusie

De opleiding beoogt eindkwalificaties te bereiken die wat betreft inhoud en niveau passend

zijn voor de Bachelor of Social Work. Deze eindkwalificaties zijn vervat in 28 landelijk

vastgestelde competenties. Het panel stelt vast dat de opleiding de landelijke ontwikkelingen

op een correcte manier volgt en daar, bijvoorbeeld met het jaarlijkse congres, zelf een

bijdrage aan levert. De keus om geëngageerde en kritische professionals op te leiden die

breed georiënteerd zijn en in staat zijn om ‘over de schotten’ van het eigen beroep heen te

kijken, wordt binnen de opleiding breed ondersteund en uitgedragen.

In de uitwerking van de eindkwalificaties is een tweesporenbeleid zichtbaar, ASH-breed en

MWD-specifiek. De keus voor een gedeeltelijk generieke uitwerking van het curriculum past

bij de doelstelling om studenten te leren verder te kijken dan het eigen beroep. Het panel

vindt de documenten, zoals Het Opleidingskader ASH 2013, waarmee de basis wordt gelegd

voor de uitwerking van het onderwijsprogramma, van goede kwaliteit.

Op het gebied van internationalisering is de opleiding nog in ontwikkeling.

Page 14: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 14/57

Het panel is positief over de keus om het curriculum geleidelijk van internationale aspecten

te voorzien en steunt de opleiding in het handhaven van strenge kwaliteitseisen voor stages

of studeren in het buitenland.

Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel goed.

Standaard 2 Onderwijsleeromgeving

Het programma, het personeel en de opleidingsspecifieke voorzieningen maken het voor de

instromende studenten mogelijk de beoogde eindkwalificaties te realiseren.

Bevindingen

De structuur van het programma

Het curriculum van de opleiding MWD omvat 240 EC, 210 EC voor de major en 30 EC voor

de minor. De structuur van het curriculum is ASH-breed voor alle drie opleidingen gelijk en

kent verschillende indelingsprincipes. Er is een periodestructuur in de eerste twee jaren, met

15 EC per periode. Elke periode bestaat uit zeven onderwijsweken, een tentamenweek, een

herkansingsweek en een evaluatieweek; tien weken in totaal. Jaar 3 wordt gekenmerkt door

de ‘jaarstage’ en jaar 4 kent een verdeling in twee semesters van elk 30 EC voor de minor en

het afstuderen.

Alle vier perioden in de propedeuse worden ASH-breed/generiek ingevuld. Studenten van de

drie opleidingen vormen gedurende de eerste drie perioden gemengde groepen en in

periode 4 maken ze de overstap naar opleidingsspecifieke groepen. Jaar 2 wordt

voornamelijk opleidingsspecifiek ingevuld (42 EC), maar kent ook generieke lijnen:

Studieloopbaanbegeleiding, Bijzondere Leer Activiteiten, Beroepspraktijkvorming en

Onderzoeksvaardigheden, gezamenlijk 18 EC. In jaar 3 zijn de onderdelen

Beroepspraktijkvorming, Professionele dilemma’s en Verantwoording methodisch handelen

beroepsspecifiek (49 EC) en Supervisie en Studieloopbaanbegeleiding generiek (11 EC).

Jaar 4 tenslotte is met de minor en het afstuderen geheel generiek ingericht, hoewel de

beoordelingscriteria voor het afstuderen mede vanuit de MWD-competenties worden

verantwoord.

Jaar 1 wordt ook wel de oriënterende en selecterende fase genoemd, jaar 2 en 3 samen de

beroepsvoorbereidende en beroepsvormende fase en jaar 4 is de verdiepende of

verbredende afstudeerfase. In de relatief grote omvang van het generiek ingevulde

curriculum herkent het panel de keus van de opleiding om studenten te leren over de

grenzen van het eigen beroep heen te kijken.

Page 15: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 15/57

Inhoud van het programma

Relatie tussen de beoogde eindkwalificaties en de inhoud van het programma

Het MWD-curriculum is vanaf september 2008 over de verschillende studiejaren uitgerold.

De opleiding kent een cyclus van ‘klein onderhoud’, die elk jaar op basis van evaluaties

wordt uitgevoerd en ‘groot onderhoud’ voor meer ingrijpende aanpassingen één maal per

vier jaar. Het huidige curriculum is uitontwikkeld en op grond van evaluaties continu

bijgesteld.

In de Curriculumverantwoording MWD geeft de opleiding per studiejaar een onderbouwing

voor het onderwijsprogramma. De inhoud van het onderwijs is gedeeltelijk ASH-breed

(generiek) en gebaseerd op de algemene sociaal agogische competenties en voor een deel

MWD-specifiek. In beide gevallen verantwoordt de opleiding bij de onderdelen van elk

studiejaar hoe de relatie met de MWD-beroepspraktijk moet worden gezien. Een aantal

voorbeelden: de propedeuse start met ‘de contouren, de waarde en de zin van het sociaal

agogisch werk vanuit macroperspectief’. Dit is gerelateerd aan de MWD-kerntaken ‘Werken

in externe samenwerkingsverbanden’ en ‘Werken aan professionaliteit en

professionalisering’. In jaar 2 leert de student onder andere ‘systeemgericht werken met een

scherp oog voor de intermenselijke zelfregulatie’. Hier komen veel MWD-competenties uit de

kerntaak ‘Werken met en namens cliënten’ aan bod.

De onderbouwing mondt uit in een leerplanschema per jaar. De leerplanschema’s laten zien

welke studieonderdelen in het jaar voorkomen. Per studieonderdeel wordt terugverwezen

naar de bijbehorende sociaal agogische- en MWD-competenties, wordt een korte

inhoudsbeschrijving gegeven en is een omschrijving opgenomen van de toetsvorm en -

inhoud.

De zogenaamde blauwdrukken van elk studiejaar geven een compact overzicht van de

verschillende studieonderdelen en de onderwijsinhoud. In de blauwdrukken is ook te zien

gedurende welke perioden de studieonderdelen worden uitgevoerd. De studieonderdelen

vertegenwoordigen doorlopende lijnen, zoals Studieloopbaanbegeleiding,

Onderzoeksvaardigheden of Beroepspraktijkvorming of vormen inhoudelijke eenheden met

de duur van een periode. Voorbeelden van inhoudelijke eenheden zijn Mens, gedrag en

communicatie, Relatie als fundament in het maatschappelijk Werk en De normatieve

professional. Bij de onderwijseenheden wordt verwezen naar de domeinen van de BoKS,

waaruit kennis en vaardigheden afkomstig zijn, zoals recht, psychologie, systeemtheorie of

projectmatig werken.

Het panel vindt dat de opleiding met de curriculumverantwoording goed zicht geeft op de

inhoud van het curriculum in relatie tot de te bereiken eindkwalificaties en dat deze inhoud

relevant en up to date is. In de inhoudsbeschrijving van het curriculum ziet het panel terug

dat de opleiding breed georiënteerde professionals wil opleiden die een geëngageerde en

kritische attitude hebben. Een goed voorbeeld hiervan is het studieonderdeel ‘Kernvragen

van het beroep’, waarin de student wordt uitgedaagd om een eigen standpunt in te nemen

tegenover dilemma’s in het beroep en hierbij gebruik te maken van vakliteratuur.

Page 16: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 16/57

De volgende stap in de concretisering van de eindkwalificaties wordt gezet in de

studiehandleidingen. Deze studiehandleidingen zijn steeds volgens een vaste structuur

opgezet en bieden de student houvast bij de uitvoering van zijn taken en de voorbereiding op

de toets. De studiehandleidingen starten met een uitgebreide uitleg over de competenties

waaraan gewerkt wordt. De betrokken competenties worden uitgeschreven, waarna de

bijbehorende leerdoelen worden genoemd. Verderop in de studiehandleiding volgt een

vertaling van de leerdoelen naar beoordelingscriteria. Andere vaste onderdelen in de

studiehandleidingen zijn de beroepscontext (relevantie van dit studieonderdeel voor het

beroep), de plaats in het curriculum, studiebelasting en niveau, de studiewijzer per week,

informatie over de toetsing en de verplichte en aanbevolen literatuur. De studiehandleidingen

zijn voor de student op Blackboard, de elektronische leeromgeving van AVANS Hogeschool,

beschikbaar. Het visitatiepanel heeft Blackboard in werking gezien en vastgesteld dat dit

naar behoren functioneert.

Tijdens de visitatie lagen alle studiehandleidingen voor het panel ter inzage. Het panel is

onder de indruk van de kwaliteit van de studiehandleidingen, zowel wat betreft vormgeving

als wat betreft inhoud. De handleidingen maken de relatie tussen leerdoelen,

beoordelingscriteria en eindkwalificaties prima inzichtelijk en geven tegelijkertijd een goede

ondersteuning voor het leerproces van de student. Het panel vindt dat de opleiding hiermee

een voorbeeldfunctie zou kunnen hebben voor collega-opleidingen.

In de NSE 2013 zijn de studenten in hoge mate tevreden over de inhoud van de opleiding.

De score hiervoor is 4,04 op een vijfpuntschaal.

Kennis en kunde

Het programma van de opleiding MWD is gericht op competentieverwerving. Kennis,

vaardigheden en houdingsaspecten leveren de bouwstenen voor de competenties die

geïntegreerd tot uitdrukking komen in beroepsproducten, de stage en de

afstudeeropdrachten. De vereiste kennis en vaardigheden zijn landelijk vastgelegd in de

BoKS voor MWD-opleidingen. Hieraan refereert de opleiding in de leerplanschema’s per

jaar.

Kennisverwerving is ondergebracht in de zogenaamde conceptuele leerlijn en studenten

oefenen met het toepassen van specifieke beroepsvaardigheden in de vaardighedenlijn.

Over dit laatste vertellen studenten tijdens de visitatie dat ze hun vaardigheden wel vaker en

grondiger hadden willen oefenen alvorens op stage te gaan. Een aantal studenten komt nu

‘zichzelf tegen’ als ze in jaar 3 stage lopen. Met 13 EC in jaar 1 en 2 samen lijkt de

vaardighedenlijn inderdaad weinig omvangrijk.

In de regielijn, studieloopbaanbegeleiding, staat de attitude van de student centraal.

De Beroepspraktijkvorming, in de stagelijn, begint in jaar 1 en wordt afgerond in jaar 3. De

derdejaars stage vormt samen met de Supervisie en de onderwijsprogramma’s ‘Kernvragen

van het beroep’ en ‘Verantwoording van het methodisch handelen’, een goed

samenhangend geheel. In jaar 3 wordt bij uitstek de integratie van kennis, vaardigheden en

attitude gezocht, en wordt de student door docenten en werkveld op zijn competenties

getoetst.

In jaar 1 en 2 toetst de opleiding de ICT- en taalvaardigheden van de student. Het behalen

van deze toetsen is een voorwaarde om de propedeuse te kunnen halen.

Page 17: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 17/57

ASH ondersteunt studenten die hier moeite mee hebben met een oefenprogramma en

studenten kunnen gebruikmaken van de Academiegids ASH 2013, met richtlijnen voor

professioneel taalgebruik en verslaglegging.

De opleiding heeft een expliciete visie op het belang van onderzoeksvaardigheden voor

studenten en beginnende professionals. Onderzoeksvaardigheden worden gezien als de

basis voor een kritische, onderzoekende en reflectieve houding. Professionals moeten

onderzoek van anderen kunnen interpreteren en gebruiken en zelf kunnen participeren in

onderzoek, bijvoorbeeld ten behoeve van beleidsevaluatie of om de effectiviteit van

interventies te kunnen aantonen. Vanwege het belang zijn onderzoeksvaardigheden als lijn

in het curriculum opgenomen én vervlochten in de gehele opleiding. Een viertal docenten is

als onderzoeker betrokken bij een van de lectoraten van het expertisecentrum Veiligheid of

het lectoraat Jeugd, Gezin en Samenleving. Deze docenten brengen voorbeelden uit

onderzoek terug in het onderwijs. Het beleid over onderzoeksvaardigheden is vastgelegd in

de Notitie Onderzoeksvaardigheden in het nieuwe curriculum ASH 2010.

Studenten kunnen, onder andere tijdens de minor, naar keuze hun kennis en vaardigheden

verdiepen of verbreden. De ASH-minor ‘MWD nieuwe stijl’ sluit aan bij de profilering van de

opleiding. Andere ASH-minoren zijn ‘Krachten en kansen in de wijk’, ‘GGZ-agoog’, ‘Werken

in een gedwongen kader’, ‘Werken met jeugd’ en ‘Verslavingskunde’. Maar studenten mogen

ook verbreden buiten ASH.

Het visitatiepanel heeft de Literatuurlijst MWD, 2012-2013 bestudeerd en stelt vast dat de

voorgeschreven en aanbevolen literatuur inhoudelijk relevant en actueel is. De lijst is

geordend volgens de studieonderdelen uit het programma. De student kan in één oogopslag

zien welke literatuur bij een studieonderdeel wordt gebruikt. Op de lijst komt bij de minoren

ook een enkele keer Engelstalige literatuur voor. Dit zou, volgens het eigen

internationaliseringsbeleid, in de toekomst moeten toenemen.

Het oordeel van de studenten in de NSE 2013 over praktijkgericht onderzoek binnen de

opleiding krijgt de score 3,62. Studenten zijn in ruim voldoende mate tevreden hierover.

Vormgeving van het programma

Didactisch concept en werkvormen

In 2007, bij de voorbereiding op een nieuw curriculum, heeft ASH Basiswaarden van het

beroepshandelen geformuleerd. Voorbeelden van deze waarden zijn:

- De curatieve waarde van probleemoplossing in het sociaal functioneren;

- Verbinden van normatieve en instrumentele professionaliteit;

- Ontwikkelen van een eigen persoonlijke visie op het beroep.

Om deze waarden in het onderwijs tot uitdrukking te kunnen brengen en te combineren met

het uitgangspunt van competentiegericht leren (Uitgangspunten en kenmerken van het

didactisch model, 2008), heeft ASH gekozen voor het leerlijnenmodel van Ploegman en de

Bie (2008). Zo zijn in het MWD-curriculum vijf leerlijnen te herkennen: de stagelijn, integrale

lijn, conceptuele lijn, vaardigheden- en regielijn.

Page 18: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 18/57

Deze lijnen zijn duidelijk zichtbaar in de Curriculumverantwoording MWD. De stage-,

integrale- (waaronder onderzoeksvaardigheden) en conceptuele leerlijn zijn sterk (met veel

EC) in het curriculum vertegenwoordigd.

Binnen de leerlijnen is het curriculum concentrisch opgebouwd. In elk studiejaar wordt aan

de volledige set van beroepscompetenties gewerkt, waarbij de moeilijkheidsgraad per jaar

toeneemt. De opleiding heeft de verschillende niveaus (A, B1, B2, C) gedefinieerd in termen

van:

- Mate van complexiteit, van eenvoudig naar complex;

- Mate van beroepsuitoefening, van oriënteren naar verdiepen;

- Mate van zelfstandigheid, van structureren/begeleiden naar adviseren en consulteren.

De concretisering van de niveaus is vastgelegd in de Niveautaxonomie ASH 2008. In het

begin worden de opdrachten voorgestructureerd en door de docenten actief begeleid, aan

het eind van de opleiding vraagt de student op eigen initiatief consult of advies. In elke

studiehandleiding staat een uitleg over het niveau. Studenten weten vooraf wat de

moeilijkheidsgraad van de opdrachten is, hoe zelfstandig ze moeten zijn en wat er bij de

toets van hen wordt verwacht.

In alle leerlijnen zijn de opdrachten realistisch voor de praktijk en zoveel mogelijk authentiek.

De opleiding versterkt de praktijkgerichtheid door convenanten af te sluiten met

werkveldpartners. In deze convenanten worden wederzijdse bijdragen aan en vanuit het

onderwijs afgesproken, zoals stageplaatsen, afstudeerprojecten en gastdocentschappen.

Bij de verschillende leerlijnen horen passende werkvormen. Voorbeelden zijn: hoorcolleges,

basis- en studiegroeplessen, leerteam- en individuele opdrachten. Studenten werken in

groepen van verschillende grootte. Een basisgroep in de propedeuse bestaat uit 28

studenten en in jaar 2 uit 32 studenten. Hoorcolleges worden gegeven aan twee of meer

basisgroepen tegelijk. Een studiegroep, waarin bijvoorbeeld vaardigheden worden geoefend,

bestaat uit 14 of 16 studenten. Studenten werken aan opdrachten in de zogenaamde

leerteams. Dit zijn groepen van zeven of acht studenten.

In de NSE 2013 zijn de studenten in ruim voldoende mate tevreden over hun voorbereiding

op de beroepsloopbaan. De score is 3,81.

Begeleiding van studenten

Volgens ASH start de begeleiding van studenten voor aanvang van de opleiding. Er is een

team Public Relations & Voorlichting, dat verschillende activiteiten organiseert, zoals

meeloopdagen, proefstuderen en voorlichting op middelbare scholen. Studenten worden bij

deze activiteiten betrokken. Vanaf 2013-2014 worden intake-assessments gehouden met

elke student die zich aanmeldt. Doel van vroegtijdige begeleiding is uitval te voorkomen.

Voor zittende studenten heeft de opleiding MWD verschillende begeleidingsvormen en –

systemen in werking: onderwijsinhoudelijke begeleiding, studieloopbaanbegeleiding,

stagebegeleiding, supervisie en afstudeerbegeleiding. Ook voor de begeleiding geldt de

niveauopbouw van structureren en actief begeleiden, via coachen naar adviseren en consult

geven.

Page 19: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 19/57

De leerlijn studieloopbaanbegeleiding richt zich op het vergroten van het reflectieve en

zelfregulerende vermogen van de student, die op weg is zich tot normatieve professional te

ontwikkelen.

ASH voert voor en door studenten een buddysysteem en een systeem van peertutoring uit.

Het buddysysteem is bedoeld voor studenten die extra ondersteuning kunnen gebruiken om

hun weg binnen de opleiding te vinden. Dit zijn bijvoorbeeld studenten uit Duitsland,

studenten met een handicap of studenten die het versnelde programma volgen. In het kader

van peertutoring begeleiden vierdejaarsstudenten van de minor ‘Werken met jeugd’

leerteams van eerstejaars studenten of geven tweedejaars ondersteuning aan eerste- of

tweedejaars studenten bij de voorbereiding op moeilijke tentamens die zij moeten

herkansen. Bij deze laatste vorm van tutoring moet de begeleidende student zelf ten minste

een 7 voor het tentamen hebben gehaald. Het visitatiepanel vindt het buddysysteem en

peertutoring een mooie manier om de studenten verantwoordelijkheid te geven en betrokken

te maken bij het onderwijs en de organisatie.

Het visitatiepanel vindt dat de opleiding de studenten goede en gevarieerde begeleiding en

ondersteuning biedt. Studenten geven in de NSE 2013 voor de studiebegeleiding de score

3,77.

Verschillende leerroutes

De opleiding heeft een omvang van 240 EC en duurt vier jaar. Studenten met een havo-,

vwo- of mbo-4 diploma worden toegelaten. De Onderwijs- en Examenregeling SPH, MWD,

CMV van de ASH 2012-2013 (OER) geeft weer aan welke vooropleidingseisen de student

moet voldoen en welke uitzonderingen en/of vrijstellingen er mogelijk zijn.

Studenten met een verwant mbo-4 diploma, met name genoemd in de OER, kunnen naar

eigen keuze gebruik maken van een versnelde studieroute van drie jaar. Na een

intakeprocedure krijgen deze studenten een nadrukkelijk advies, of de opleiding hen geschikt

acht voor het versnelde, en daardoor zware, traject. In de OER ASB en ASH 2012-2013

staan de vrijstellingen beschreven, die studenten in het versnelde programma standaard

krijgen. De omvang van de vrijstellingen is 60 EC van vooral het eerstejaarsprogramma.

Door ook een klein deel van het tweedejaars programma vrij te stellen ontstaat de

mogelijkheid om speciaal voor deze groep studenten conceptuele studieonderdelen te

creëren, waarin propedeuseonderdelen uit de conceptuele leerlijn kunnen worden behaald.

Het panel heeft deze procedure nagevraagd bij de examencommissie en stelt vast dat de

vrijstellingen inderdaad standaard worden verleend als de student tot de versnelde route

wordt toegelaten. Het panel vindt dit een te vrijblijvende werkwijze voor een omvangrijk

pakket aan vrijstellingen en vindt dat de diploma’s en prestaties van deze groep studenten

individueel beoordeeld zouden moeten worden.

Een student krijgt een bindend negatief studieadvies als aan het eind van de propedeuse

minder dan 52 EC zijn behaald of als de student na twee jaar de propedeuse nog niet geheel

heeft gehaald. De regelgeving hiervoor is vastgelegd in de OER.

De regels voor doorstroom naar het derde en vierde studiejaar zijn eveneens vastgelegd in

de OER.

Page 20: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 20/57

Om met jaar 3 te kunnen starten moet de student de propedeuse hebben behaald én ten

minste 45 EC uit het tweedejaars programma. Voor de afstudeerfase geldt de voorwaarde

dat de stage en de supervisie met een voldoende moeten zijn afgerond.

Het visitatiepanel heeft geen negatieve signalen gekregen over de studeerbaarheid van het

programma, behalve de opmerking van studenten over de stage. Studenten kunnen hun

studie in vier jaar afronden, studenten met een passende mbo-4 opleiding in drie jaar. Van

de studenten die zich voor de hoofdfase inschrijven is het meest recente rendementscijfer 84

procent. Het uitvalpercentage uit de propedeuse was voor cohort 2012 23 procent en uit de

hoofdfase is de laatste jaren rond de 20 procent uitgevallen. Het management ziet

terugdringen van de uitval als een maatschappelijke verplichting en ook vanuit AVANS

Hogeschool wordt hierop gestuurd.

Kwaliteit van het personeel

De opleiding MWD wordt door 29 docenten uitgevoerd met een gezamenlijke

aanstellingsomvang van 22,9 fte. De docent-student ratio is 1:23. Naast de vast aangestelde

docenten worden er gastdocenten ingezet met specifieke expertise. ASH gaat voor het

personeelsbestand bewust uit van 70 procent vast en een flexibele schil van 30 procent.

De instroom bij de opleiding MWD is de afgelopen vier jaar gegroeid van 166 naar 212

studenten. Deze groei, die zich ASH-breed voordoet, heeft tot gevolg dat er veel nieuwe

docenten zijn aangenomen. Tekenend hiervoor in het MWD-team is dat van de 29 docenten

er 12 korter dan drie jaar in dienst zijn. Nieuw te werven personeel dient zoveel als mogelijk

te voldoen aan het profiel van taakvolwassenheid, naast een masterkwalificatie en actuele,

relevante werkervaring. De opleiding wil dat docenten breed inzetbaar zijn,

verantwoordelijkheid en initiatief nemen en inspirerend zijn voor de studenten. Breed

inzetbaar betekent dat docenten zowel ASH-generieke als MWD-specifieke programma’s

moeten kunnen verzorgen, studieloopbaanbegeleiding en supervisie kunnen geven en

onderwijs kunnen ontwikkelen. Nieuwe docenten worden aan een mentor-docent gekoppeld

en zij krijgen tijd om zich te kunnen inwerken. Het visitatiepanel heeft met een aantal nieuwe

docenten gesproken. Zij vertellen dat ze gemakkelijk worden opgenomen in het team en

worden meegenomen in de cultuur van taakvolwassenheid. Om een vaste aanstelling te

kunnen krijgen moeten de nieuwe docenten een pedagogisch didactische aantekening

hebben of behalen. Alle uitgangspunten voor het personeelsbeleid en de –planning zijn

vastgelegd in Personeelsplan, Betrokkenheid – (y)our future, juni 2011.

De opleiding heeft in Samenstelling team MWD, augustus 2013 aan het visitatiepanel een

overzicht verstrekt van de kwaliteiten binnen het MWD-team. In dit overzicht is bij elke

docent aangegeven wat zijn hoogst genoten opleiding is, of hij een onderwijsbevoegdheid

heeft, welke belangrijke taken hij naast het docentschap uitvoert, wat zijn vakspecifieke

kennis is en over welke MWD-werkervaring hij beschikt. Met deze informatie toont de

opleiding aan dat de docenten gezamenlijk voldoende vakspecifieke kennis en

praktijkervaring hebben om alle onderdelen van de opleiding te kunnen uitvoeren. Drie

recent aangestelde docenten moeten nog didactisch geschoold worden.

Page 21: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 21/57

Docenten worden gestimuleerd om zich te blijven scholen en ontwikkelen. Om op de hoogte

te blijven van ontwikkelingen in het werkveld volgen alle docenten standaard elk jaar een

docentstage met een omvang van 40 uur. In het document Samenstelling team MWD is te

zien dat dit ook daadwerkelijk gebeurt. Voor nieuwe docenten kan de stage bestaan uit

meelopen met een ervaren docent. Voor masterscholing, een supervisortitel en promoveren

is een apart budget beschikbaar. Docenten maken een persoonlijk ontwikkelingsplan en

bespreken individuele scholingswensen met de directie in de functioneringsgesprekken.

Daarnaast is er een Teamontwikkelingsplan Opleidingsteam MWD 2011. Dit plan heeft een

scope van drie jaar (2011-2014). Het team heeft vanuit vier perspectieven (beroep MWD,

teamontwikkeling, onderwijs en vernieuwing) een uitgebreide SWOT-analyse gemaakt. Op

basis van deze analyse zijn korte- en langetermijn resultaten geformuleerd. Bijvoorbeeld

- De geografische en inhoudelijke variatie in stageplaatsen is in 2014 groter dan nu;

- Elk lectoraat heeft een afvaardiging uit het MWD opleidingsteam in de kenniskring;

- Alle docenten hebben een opleidingstraject afgelegd op toetsdeskundigheid;

- Enkele docenten volgen jaarlijks een korte stage in het buitenland in een vreemde taal.

Het visitatiepanel is onder de indruk van de manier waarop de kwaliteit van de docenten

hoog wordt gehouden. De verplichte, jaarlijkse docentstages vindt het panel bijzonder en het

teamontwikkelingsplan getuigt van visie en inzicht. Ook ziet het panel dat de documenten op

AVANS-, ASH- en opleidingsniveau met elkaar in lijn zijn en beluistert het panel tijdens de

visitatie in de gesprekken met docenten en commissieleden een grote mate van

eenduidigheid en professionaliteit. De docenten leveren volgens het panel zelf het bewijs

voor de gewenste taakvolwassenheid, die het management voorstaat. Het visitatiepanel

heeft de werkdruk met de docenten besproken en als antwoord gekregen dat die er zeker is,

maar dat deze goed met het management is te bespreken en is op te vangen door goede

collegiale samenwerking. Het management heeft in 2008 en 2011 onderzoek laten doen

naar de taakbelasting van docenten en op grond daarvan verlichtende maatregelen

genomen. Het management zelf ziet ontwikkelingsmogelijkheden op het innovatieve en

creatieve vlak. Na een periode van studentengroei en organisatieontwikkeling is het volgens

het management nu tijd om vanuit een stabiele positie de blik weer meer naar buiten te

richten.

Studenten vertellen tijdens de visitatie dat hun docenten betrokken en enthousiast zijn en

goede praktijkvoorbeelden kunnen geven. In de NSE 2013 tonen studenten zich goed

tevreden over de docenten; de score is 3,98. Het panel stelt op grond van de documenten en

de gesprekken vast dat er in aantal voldoende en goed gekwalificeerd personeel is om de

opleiding uit te voeren.

Kwaliteit van de opleidingsspecifieke voorzieningen

De opleiding MWD wordt in Den Bosch uitgevoerd aan het Hervenplein, waar ook de

Juridische Hogeschool van AVANS/Fontys is gehuisvest.

De opleiding beschikt hier over grotere ruimtes voor de colleges en kleinere ruimtes voor

groepswerk en trainingen en over een aantal specifieke lokalen voor muzisch

agogische/creatieve activiteiten. De voorzieningen in het gebouw, zoals de kantine, zijn niet

ruim, maar voldoen.

Page 22: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 22/57

Er zijn AVANS-brede computer- en reprovoorzieningen. Eveneens AVANS-breed is het

leercentrum Xplora, waar studenten in groepen kunnen samenwerken en waar alle relevante

informatie voor hen beschikbaar is. Voor MWD is hier alle verplichte literatuur aanwezig; om

te lenen en ter inzage. De medewerkers van Xplora vervullen een actieve rol in het aanleren

van onderzoeksvaardigheden, voor zover het het ontsluiten van informatie in het algemeen

en van databanken in het bijzonder betreft.

Studenten kunnen door het hele gebouw heen gebruik maken van een draadloos netwerk.

Ze worden over hun studieresultaten geïnformeerd via OSIRIS. Roosterwijzigingen en

dergelijke worden via AVANS Portal bekendgemaakt en de onderwijsinformatie is

beschikbaar in Blackboard. Al deze informatie is ook van buiten de onderwijsgebouwen te

benaderen. Heel AVANS maakt voor het documentbeheer een migratie door naar ‘Xythos’.

Het visitatiepanel heeft dit in werking gezien voor de opslag van notulen van verschillende

gremia, zoals de toets- en examencommissie.

De studiefaciliteiten worden door de studenten in de NSE 2013 in ruim voldoende mate

gewaardeerd. De score hiervoor is 3,54. Binnen de categorie studiefaciliteiten scoort de

beschikbaarheid van werkplekken met 2,87 het laagst.

Hoe wordt de kwaliteit van de onderwijsleeromgeving gewaarborgd?

De kern van de formele structuur wordt gevormd door de resultaatverantwoordelijke

kernteams, die per studiejaar zijn georganiseerd, en door het opleidingsteam MWD. De

kernteams voor de propedeuse en voor jaar 4 zijn samengesteld uit docenten van de

opleidingen MWD, SPH en CMV, omdat in die jaren het onderwijsprogramma generiek is

ingericht. De kernteams voor jaar 2 en 3 zijn MWD-specifiek samengesteld. Elk kernteam is

verantwoordelijk voor de ontwikkeling, voorbereiding, uitvoering, evaluatie en verbetering van

het onderwijs. Elke docent is binnen één kernteam breed verantwoordelijk en kan binnen een

ander kernteam alleen uitvoerend zijn betrokken. Om de uitvoering van het onderwijs goed te

laten verlopen wordt er elke periode voor elk programma met de betrokken docenten een

voorbereidings-, uitvoerings- en evaluatieoverleg gehouden.

In het opleidingsteam, waar alle MWD-docenten deel van uitmaken, worden overstijgende

ontwikkelingen besproken en wordt hiervoor onder eigen verantwoordelijkheid beleid

ontwikkeld. Dit wordt vastgelegd in het al eerder besproken teamontwikkelingsplan.

Om alle overleg te kunnen organiseren is de woensdagmiddag hier standaard voor

vrijgeroosterd.

De onderwijskundige coördinatie is belegd bij de onderwijscommissie. Deze commissie

wordt gevormd uit docenten van de drie ASH-opleidingen. De onderwijscommissie bewaakt

de lijn en samenhang in het curriculum als geheel en zorgt voor de afstemming tussen de

opleidingen MWD, CMV en SPH. Eveneens ASH-breed functioneren de toetscommissie en

expertgroepen van docenten die deelgebieden of –thema’s inhoudelijk aansturen, zoals

internationalisering, taal, onderzoeksvaardigheden. En er zijn docenten met specifieke taken,

zoals een inzetcoördinator die lid is van de onderwijscommissie en binnen de academie de

financiële en urenconsequenties bewaakt, een minorcoördinator, stage- en

afstudeercoördinator. De opleidingscoördinator is een docent met een bijzondere taak.

Page 23: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 23/57

Hij is aanspreekpunt voor allerlei praktische zaken en ondersteunt het MWD-team en de

kernteams in hun resultaatverantwoordelijkheid.

Voor de beide Academies voor Sociale Studies in Den Bosch en Breda gezamenlijk is één

examencommissie en één opleidingscommissie ingericht, die in de praktijk in onderscheiden

kamers voor Breda en Den Bosch functioneren.

De drie opleidingen van de Academie worden aangestuurd door een directeur en een

adjunct-directeur, die gedeeltelijk overlappende en gedeeltelijk gescheiden portefeuilles

beheren. Zij voelen zich geheel gezamenlijk verantwoordelijk voor de docententeams en

voeren beiden functioneringsgesprekken met docenten.

De opleiding laat zich adviseren door een werkveldadviesraad op MWD-niveau.

Het visitatiepanel heeft met vertegenwoordigers van de docenten en de commissies en met

het management gesproken. In de verschillende gesprekken valt een grote mate van

saamhorigheid en verantwoordelijkheid op. Deze opleiding wordt naar de mening van het

visitatiepanel in gezamenlijkheid gemaakt en gedragen. Ieder neemt zijn

verantwoordelijkheid en het maakt niet uit of het panel in gesprek is met MWD-docenten of,

wat betreft de commissies, met docenten van de opleidingen SPH of CMV.

De onderwijscommissie vervult een spilfunctie als er veranderingen in het onderwijs nodig

zijn. De leden van andere commissies, de opleidings-, examen- en toetscommissie en de

Academie(medezeggenschaps)raad, nemen elk hun eigen rol in de veranderingsprocessen.

Het management slaagt er in AVANS- of ASH-breed beleid binnen de teams onder de

aandacht te brengen en om vervolgens een grote mate van ruimte te geven om dit beleid uit

te voeren.

Studenten hebben invloed op de opleiding via schriftelijke en mondelinge evaluaties. De

studenten met wie het visitatiepanel sprak, zijn hierover te spreken. Ook vertellen zij dat ze

gemakkelijk bij de docenten aankloppen als er klachten of problemen zijn. Een centrale rol in

de kwaliteitsborging spelen de verbeterplannen, die naar aanleiding van evaluaties of van

andere verbeterimpulsen worden geschreven. Deze plannen volgen steeds eenzelfde format

en verplichten om rekening te houden met input vanuit de verschillende commissies.

Het visitatiepanel is overtuigd dat door de combinatie van betrokken en deskundige

docenten, goede documenten, daadkrachtige commissies en door een goed samenspel

tussen management en teams er een stimulerende leeromgeving ontstaat. Op de vraag of je

deze opleiding zou aanraden aan vrienden of familie reageren studenten in de NSE 2013

met de hoge score 4,48. Dit ziet het visitatiepanel als een bevestiging van de kwaliteit van de

leeromgeving als geheel.

Overwegingen en conclusie

De opleiding MWD werkt de eindkwalificaties uit tot op het niveau van leerdoelen en

toetscriteria. Deze uitwerking is zichtbaar in de curriculumverantwoording en de

studiehandleidingen. De opleiding baseert zich voor haar onderwijs op zowel de drie ASH-

brede agogische taakgebieden als op de MWD-specifieke competenties. Het panel vindt het

stramien onder het curriculum stevig en de samenhang tussen eindkwalificaties, leerdoelen

en toetscriteria transparant.

Page 24: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 24/57

De studiehandleidingen zijn naar de mening van het panel van uitstekende kwaliteit. Het

panel vindt het curriculum inhoudelijk relevant en heeft er vertrouwen in dat er een goede

voeling met het werkveld bestaat. Ook weet de opleiding de eigen profilering in het

curriculum tot uitdrukking te brengen. Het panel is onder de indruk van de borging van de

kwaliteit door het goede samenspel tussen docenten, commissies en management.

De opleiding heeft een duidelijke eigen visie op onderzoeksvaardigheden voor MWD-

studenten. Deze visie is verwerkt in de leerlijn Onderzoeksvaardigheden. Internationalisering

in het curriculum verkeert nog in een beginfase. Het panel heeft het vertrouwen dat de

opleiding ook dit aspect met visie zal behandelen.

Het panel ziet een enthousiast en deskundig team aan het werk, dat invulling geeft aan

‘taakvolwassenheid’, het kernpunt van het personeelsbeleid. De jaarlijkse docentstages vindt

het panel een sterk punt in het kwaliteitsbeleid van de opleiding. Het percentage

mastergeschoolde docenten is nu 66 procent. Dit zal nog moeten toenemen in de toekomst,

evenals het aantal gepromoveerde docenten. Die zijn er nu niet in het MWD-team. Het

management stimuleert masterscholing en promotietrajecten.

Het panel maakt kanttekeningen bij de standaard toekenning van 60 EC vrijstelling voor

studenten met een verwant mbo-4 diploma. Naar de mening van het panel zou dit proces

meer geïndividualiseerd moeten worden door de examencommissie.

Alles bij elkaar stelt het panel vast dat er voldoende faciliteiten zijn en een stimulerende en

samenhangende leeromgeving is, waarin de competenties kunnen worden gerealiseerd. De

kwaliteit van de opleiding wordt naar de mening van het panel geborgd door de kwaliteit van

docenten en management, die binnen een goed werkende organisatiestructuur ieder hun

verantwoordelijkheid nemen.

Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel goed.

Standaard 3 Toetsing en gerealiseerde resultaten

De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing en toont aan dat de beoogde

eindkwalificaties worden gerealiseerd.

Bevindingen

Systeem van toetsing

Het toetsbeleid van de opleiding MWD is ASH-breed vastgelegd in Toetsbeleid ASH 2013,

en de regelgeving met betrekking tot de uitvoering van examens en tentamens in de OER

ASB en ASH 2012-2013. Per periode wordt elke leerlijn met een toets afgesloten. Eén toets

kan bestaan uit verschillende deeltoetsen. Elke toets moet ten minste met voldaan,

voldoende of een 5,5 worden beoordeeld.

De toetsen worden steeds in week 8 van een periode afgenomen. De herkansing volgt in de

periode daarop in week 9 en in week 10 ontvangen de studenten feedback op de gemaakte

toetsen. Per jaar zijn er twee kansen om een toets te halen.

Toetsing kan formatief zijn, gericht op feedback, of summatief. Formatieve toetsen zijn

bedoeld als voorbereiding op een summatieve toets.

Page 25: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 25/57

Welke toetsvorm van toepassing is staat aangegeven in de studiehandleidingen, waarin ook

de beoordelingscriteria en beoordelingsformulieren zijn opgenomen.

De toetsvormen verschillen bij de leerlijnen. Een aantal voorbeelden: Bij de

stagelijn/Beroepspraktijkvorming passen leer- of ontwikkelingsverslagen. Bij de conceptuele

lijn passen schriftelijke tentamens. Studieonderdelen uit de integrale lijn kunnen met een

visiedocument of een presentatie worden afgerond. Bij vaardigheden kan een DVD worden

gevraagd waarop de student de vaardigheid daadwerkelijk toont. Zo ontstaat een grote

variëteit. De opleiding maakt onderscheid tussen thuistoetsen en schooltoetsen.

Thuistoetsen kunnen individueel of met het leerteam worden uitgevoerd, waarbij ook altijd

een individuele toetscomponent wordt gevraagd. Het beleid van de opleiding is om de

individuele beoordeling voor ten minste 50 procent te laten meetellen in de eindbeoordeling.

Waar relevant zijn in de studiehandleidingen richtlijnen opgenomen om met disfunctioneel

groepsgedrag om te gaan. Ook wordt in de studiehandleidingen duidelijk aangegeven welke

opdrachten via Ephorus, de plagiaatscan, moeten worden ingeleverd.

Bij de ontwikkeling van toetsen kunnen docenten gebruik maken van het ASH-model voor

toetsconstructie 2013.

De opleiding borgt de kwaliteit van de toetsen op verschillende manieren. Er is een actieve

toetscommissie, die in opdracht van de examencommissie en in goede samenspraak met de

onderwijscommissie de kwaliteit van toetsen in de gaten houdt. Hier staat bewust niet

‘controleert’. De vertegenwoordiger van de toetscommissie, met wie het panel sprak, gaf aan

dat de toetscommissie vooral ondersteunend en adviserend werkt en dat docenten daarvan

graag gebruik maken. De toetscommissie neemt zelf initiatief om een toets te beoordelen,

wanneer de toetsresultaten opvallend positief of juist negatief zijn.

De examencommissie neemt haar rol onder andere door het aanwijzen van examinatoren op

grond van vooraf opgestelde criteria. Zo kan een beginnend docent alleen samen met een

meer ervaren docent tentamens beoordelen.

Docenten overleggen met elkaar over toetsen die zij maken en over de beoordeling daarvan,

met als doel valide te toetsen en betrouwbaar te beoordelen. Dit gebeurt binnen het formele

overleg over de onderwijseenheden, maar ook informeel.

De opleiding laat zich ook extern adviseren over de kwaliteit van de toetsen. Dit gebeurt door

een advies- en trainingscentrum van de Universiteit Utrecht. Dit heeft er in de propedeuse

toe geleid dat de meeste multiple choice toetsen zijn vervangen door toetsen met open

vragen. Hetzelfde centrum verzorgde voor de onderwijs-, examen- en toetscommissie een

scholingstraject ‘Waarborgen kwaliteit toetsen en beoordelen’.

Het visitatiepanel heeft voorbeelden van toetsen gezien en stelt vast dat deze gevarieerd zijn

en inhoudelijk matchen met het curriculum. Het panel is zeer positief over de toetsmatrijzen,

antwoordmodellen en feedbackformulieren voor studenten, die bij de gemaakte toetsen

beschikbaar waren.

In de NSE 2013 zijn de studenten in ruim voldoende mate tevreden over toetsing en

beoordeling; de score is 3,61.

Page 26: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 26/57

Realisatie van de beoogde eindkwalificaties

Het bachelorniveau (niveau C) van de opleiding MWD wordt in jaar 4 bij twee onderdelen

getoetst: het Afstudeerproject (20 EC) en de Individuele profilering (10 EC).

Het afstudeerproject

Bij het afstudeerproject voeren twee studenten samen een opdracht uit, die in de meeste

gevallen uit het werkveld afkomstig is. Het project kan ook bij één van de lectoraten worden

uitgevoerd en de opleiding zou het aantal onderzoeksopdrachten vanuit de lectoraten graag

nog zien toenemen. In alle gevallen voeren de studenten praktijkgericht onderzoek uit dat

uitmondt in een (beroeps)product voor de opdrachtgever. De studentduo’s mogen

monodisciplinair (alleen MWD) of multidisciplinair (MWD samen met SPH of CMV) worden

samengesteld. Dit is in lijn met de doelstelling van ASH om studenten op te leiden die over

de schotten van hun eigen beroep kunnen heenkijken.

Het afstudeerproject kent vier deeltoetsen: het projectvoorstel (1 EC) en het projectplan (2

EC), gevolgd door het eindverslag, het beroepsproduct en een individuele verantwoording

(samen 15 EC) en tot slot de presentatie over het project (2 EC). Elk van de deeltoetsen

moet met voldaan of ten minste een 5,5 zijn beoordeeld. Bij de beoordeling van de

deeltoetsen zijn diverse functionarissen betrokken, van de opleiding zelf en uit het werkveld.

Het projectvoorstel moet worden goedgekeurd door de zogenaamde projectcommissie; een

vast commissielid samen met de betrokken begeleider. Het projectplan wordt beoordeeld

door de begeleider en de opdrachtgever uit het werkveld. Het goedgekeurde projectplan

mondt uit in een getekend samenwerkingscontract. Het eindverslag wordt beoordeeld door

de begeleider en een tweede beoordelaar, hun gezamenlijke oordeel telt voor 90 procent

mee en de opdrachtgever geeft een adviesbeoordeling die voor 10 procent meeweegt. Bij de

beoordeling van het beroepsproduct zijn dezelfde beoordelaars betrokken, maar dan is de

verhouding intern-extern 50-50. De begeleider beoordeelt de individuele verantwoording en

begeleider en opdrachtgever samen beoordelen de presentatie over het project.

De individuele profilering

Bij de Individuele profilering levert elke individuele student een Visiedocument (8 EC) over

het beroep maatschappelijk werker en de eigen profilering en positionering daarin. Tot slot

verantwoordt de student zijn visie en zijn professionele identiteit tijdens de Meesterproef (2

EC) in de vorm van een sollicitatiegesprek.

Het visiedocument wordt door een docent beoordeeld, de meesterproef door twee docenten,

een vertegenwoordiger uit het werkveld of een alumnus, die samen de ‘sollicitatiecommissie’

vormen. Visiedocument en meesterproef moeten beide ten minste met een 5,5 worden

beoordeeld.

De Studiehandleiding Afstudeertraject ASH, december 2012 geeft duidelijke informatie over

inhoud en proces van het afstuderen. Deze handleiding volgt het format van alle

studiehandleidingen en dat betekent onder andere dat de relatie tussen de beoogde

competenties en de leerdoelen en vervolgens de beoordelingscriteria wordt verantwoord.

Page 27: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 27/57

Bij het afstuderen zijn de generieke sociaal agogische competenties het vertrekpunt voor de

leerdoelen en worden de MWD-specifieke competenties als referentie in de handleiding

opgenomen. Studenten weten van te voren goed waarop ze beoordeeld worden, omdat de

beoordelingsformulieren met alle criteria in de studiehandleiding staan.

Het visitatiepanel vindt de instructies in de handleiding zeer transparant, maar heeft wel de

vraag gesteld of dit niet in strijd is met de mate van zelfstandigheid die bij het bachelorniveau

(niveau C) hoort. Studenten en docenten antwoorden daarop dat binnen de duidelijke kaders

voor het proces, alle verantwoordelijkheid voor inhoud en werkwijze bij de studenten ligt.

Het afstuderen met een duoproject en een individuele profilering is voor alle drie opleidingen

van ASH op dezelfde manier ingericht. Naar de mening van het visitatiepanel biedt deze

manier van examineren de mogelijkheid om de sociaal agogische competenties te toetsen.

Ook zijn er in het systeem voldoende onderdelen opgenomen om de studenten individueel te

beoordelen en zijn voldoende beoordelaars van binnen en buiten de opleiding bij de

beoordeling betrokken. Over de rol van het werkveld bij de beoordeling is de opleiding niet

helemaal duidelijk. De studiehandleiding suggereert een feitelijk beoordelende rol met een

duidelijk afgebakende weging. In het gesprek met de docenten tijdens de visitatie werd

gesproken over een adviserende rol. Ook de taakverdeling tussen eerste en tweede

beoordelaar is niet volstrekt duidelijk. Het panel heeft de indruk gekregen dat het eindcijfer in

overleg tussen begeleider en tweede beoordelaar en in overleg tussen begeleider en

opdrachtgever tot stand komt. Dit neemt niet weg dat het panel er vertrouwen in heeft dat de

beoordeling betrouwbaar is, niet in de laatste plaats omdat de beoordelingscriteria helder

zijn.

Het visitatiepanel heeft van 15 studenten het afstudeerwerk beoordeeld, verdeeld over de

studiejaren 2011-2012 en 2012-2013, zie bijlage 6. De beoordeling van deze werken door de

opleiding varieerde van 5,5 tot het cijfer 9.

Het panel vindt het afstudeerwerk van deze 15 studenten ten minste van hbo-

bachelorniveau. De projecten passen over het algemeen goed binnen het beroepsdomein

MWD. De gekozen onderwerpen zijn bijvoorbeeld ‘de behoeften van Marokkaanse ouderen

op het gebeid van wonen, zorg en welzijn’ of ‘de effecten van de wmo op cliënten van een

gemeente’. In een enkel geval vond het panel (en de student zelf ook) het onderwerp meer

op het terrein van de SPH-opleiding liggen. Dit kan een gevolg zijn van de werkwijze met

duo’s uit de verschillende ASH-opleidingen. Het panel heeft dit bij de opleiding ter sprake

gebracht en geconstateerd dat docenten zich goed bewust zijn van het belang van een

goede projectvoorbereiding en de goedkeuring door de projectcommissie. Dit is één van de

aspecten die bij het aanstaand ‘groot onderhoud’ van de afstudeerfase zullen worden

aangescherpt.

Alle onderzoeksrapporten zijn goed gestructureerd en de studenten maken onderscheid

tussen het onderzoeksgedeelte en het beroepsproduct. Het beroepsproduct is (per definitie)

wel heel verschillend van aard en omvang. Het kan een beleidsnotitie zijn, een

voorlichtingsbrochure, een nieuw behandelprotocol enzovoort. Het panel vraagt zich af hoe

de opleiding de relatie bewaakt tussen de gewenste omvang in studiebelastingsuren/EC’s en

het geleverde beroepsproduct.

Page 28: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 28/57

Over het algemeen geven de studenten een goede verantwoording voor de gekozen

onderzoeksmethode en wordt er in de rapporten aandacht besteed aan validiteit en

betrouwbaarheid van de resultaten. Wel kiezen de studenten tamelijk eenzijdig voor een

enquête of interviews. De opleiding is zich dit goed bewust en wil aandacht besteden aan

een breder palet van onderzoeksmethoden, zodat die in het afstudeerwerk kunnen worden

toegepast.

Het gebruik van literatuur vindt het panel wisselend. Een aantal studenten baseert de

theoretische onderbouwing op ruim voldoende literatuur, maar er zijn ook studenten, waarbij

de literatuurlijst mager is en/of te veel internetverwijzingen bevat. Studenten gebruiken

nauwelijks internationale literatuur.

Bij de individuele verantwoording van het project moet de student de eigen bijdrage en de

onderlinge samenwerking evalueren aan de hand van een zelfgekozen theoretisch model en

moet de student een onderbouwd, normatief standpunt innemen ten opzichte van het

onderzochte sociaal agogische probleem. Deze aanpak stuurt aan op diepgang in de

verantwoording.

Diepgang in de visiedocumenten die voor de individuele profilering geschreven moeten

worden stimuleert de opleiding met deelopdrachten, onder andere over de veranderende

samenleving, maatschappelijke betrokkenheid en mensbeelden. Bij de individuele profilering

ziet het panel terug dat de opleiding maatschappelijk betrokken professionals wil opleiden.

Het panel vindt de beoordelingscriteria voor zowel het project als de individuele profilering

relevant en goed gekoppeld aan de agogische competenties. Door het eindverslag los te

koppelen van het beroepsproduct hebben de onderzoeksvaardigheden én de

beroepsrelevantie in de beoordeling een duidelijke eigen plaats. Ook in de beoordeling van

de presentatie komen onderzoekstechnische en beroepsinhoudelijke aspecten aan de orde.

De beoordelingscriteria bij het visiedocument zijn alle inhoudelijk georiënteerd. Het totaal aan

beoordelingscriteria bij de verschillende onderdelen van de afstudeerfase dekt naar de

mening van het visitatiepanel de drie agogische taakgebieden van micro naar macro niveau.

Wel is duidelijk dat niet alle studenten even makkelijk op macroniveau presteren.

De meeste beoordelingsformulieren worden door de beoordelaars voorzien van feedback en

een onderbouwing van de beoordeling. Het panel vond de beoordelingen vaak wat aan de

hoge kant, maar kon het wel eens zijn met wat hoger en lager door de opleiding werd

beoordeeld. Het panel signaleert dus dezelfde zwakkere of sterkere studenten als de

docenten en nergens heeft het panel aan de ondergrens getwijfeld.

De werkveldvertegenwoordigers met wie het panel sprak zijn positief over de

afstudeerproducten. Ze zijn ook lovend over de volharding waarmee de opleiding voor de

kwaliteit van het onderzoek waakt en over de ruimte die zij krijgen om te waken over de

kwaliteit van het beroepsproduct. De hbo-monitor 2012 laat zien dat ruim 85 procent van de

respondenten werk heeft. Ruim 80 procent van de respondenten werkt in een functierichting

die bij de opleidingsrichting past en 62 procent op een niveau dat past bij het

opleidingsniveau. Van alle respondenten is 79 procent (zeer) tevreden over de studie en zou

85 procent de opleiding aanraden aan familie of vrienden.

Page 29: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 29/57

De opleiding houdt zelf de kwaliteit van de afstudeerfase goed in de gaten. Net als de andere

studieonderdelen worden ook het afstudeerproject en de individuele profilering jaarlijks met

studenten en docenten geëvalueerd. Daarnaast laat de opleiding vanaf 2011 en nu voor de

derde keer op rij een aantal afstudeerwerken extern beoordelen door medewerkers van de

Universiteit Utrecht. De uitkomsten van intern en extern onderzoek worden samengebracht

in een verbeterplan. Zo ziet de opleiding op dit moment aanleiding om antwoordmodellen te

ontwikkelen voor het visiedocument en de individuele verantwoording van het project. Het

visitatiepanel heeft de eigen evaluatie, de externe rapportage en het verbeterplan ingezien

en waardeert deze grondige verbetercyclus positief.

Overwegingen en conclusie

De opleiding heeft een goed onderbouwd en goed uitgewerkt toetsbeleid. De toetsen zijn

gevarieerd en passen bij de verschillende leerlijnen. Docenten en commissieleden zijn en

worden geschoold in het ontwikkelen en beoordelen van toetsen en zijn hierover met elkaar

in gesprek. De opleiding toont op een transparante manier aan dat de leerdoelen en

beoordelingscriteria bij de verschillende studieonderdelen in relatie staan tot de sociaal

agogische en de MWD-competenties. Alle toetsen gezamenlijk dekken naar de mening van

het visitatiepanel de beoogde eindkwalificaties. De kwaliteit van de toetsen wordt geborgd

door actief en ondersteunend optreden van de examen- en toetscommissie en dit in

productieve samenspraak met de onderwijscommissie. Met de toetsmatrijzen,

antwoordmodellen en feedbackformulieren functioneert de opleiding naar de mening van het

panel bovengemiddeld goed.

Het afstudeerproject en de individuele profilering samen geven de mogelijkheid om de

beoogde eindkwalificaties aan te tonen en in het afstudeerproces en de -producten is de

profilering van de opleiding zichtbaar. Studenten kunnen bewijzen dat ze multidisciplinair

kunnen werken in de duo’s bij het afstudeerproject. Bij de individuele verantwoording van het

project en de individuele profilering worden studenten uitgedaagd kritisch stelling te nemen

en hun maatschappelijke betrokkenheid aan hun beroep te verbinden.

Het panel waardeert het zeer positief dat de opleiding zich door externen laat beoordelen en

adviseren over het afstuderen.

De afstudeerwerken vindt het panel ten minste van voldoende hbo-bachelorniveau. De

projectrapporten vallen op door hun goede structuur en overwegend goede methodische

aanpak. Bij de individuele verantwoording en profilering bereiken de meeste studenten een

meer dan gemiddelde diepgang. Er zijn enkele kanttekeningen te maken over het gebruik

van (internationale) literatuur en over de goedkeuring van projectonderwerpen in relatie tot

het beroepsdomein van de maatschappelijk werker. Daar staat tegenover dat de opleiding

zich hiervan goed bewust is en de afstudeerfase, net als alle studieonderdelen, in een

grondige en structurele verbetercyclus continu bijstelt. Het panel is overtuigd dat de opleiding

het afstudeerniveau goed bewaakt en met het werkveld afstemt over de relevantie van de

projecten.

Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel goed.

Page 30: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 30/57

Page 31: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 31/57

3 Eindoordeel over de opleiding

Oordelen op de standaarden

Het visitatiepanel komt tot de volgende oordelen op de standaarden:

Standaard Oordeel

1 Beoogde eindkwalificaties Goed

2 Onderwijsleeromgeving Goed

3 Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties Goed

Overwegingen en conclusie

Het visitatiepanel heeft vastgesteld dat de beoogde eindkwalificaties van de opleiding wat

betreft inhoud, niveau en oriëntatie goed zijn geconcretiseerd en voldoen aan internationale

eisen. De opleiding volgt de landelijke ontwikkelingen op het gebied van de eindkwalificaties

en weet daar een eigen profilering en goede concretisering in aan te brengen.

Het programma, het personeel en de opleidingsspecifieke voorzieningen maken het voor de

instromende studenten goed mogelijk de beoogde eindkwalificaties te realiseren in een

samenhangende en stimulerende leeromgeving. Op onderdelen, zoals de

studiehandleidingen en de kwaliteitsborging, zou de opleiding een voorbeeldfunctie kunnen

hebben.

De opleiding beschikt naar de mening van het panel over een adequaat systeem van

toetsing en toont aan dat de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd, inclusief de

eigen profilering.

Het visitatiepanel beoordeelt de kwaliteit van de bestaande hbo-bacheloropleiding

Maatschappelijk Werk en Dienstverlening van AVANS Hogeschool (onder

verantwoordelijkheid van de Academie voor Sociale Studies ’s-Hertogenbosch) als goed.

Page 32: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 32/57

Page 33: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 33/57

4 Aanbevelingen

Het panel geeft de opleiding over de hele linie een goede beoordeling. Deze beoordeling is

mede gebaseerd op de sterke eigen kwaliteitsborging, die docenten en management weten

te realiseren. Aanbevelingen zouden in de context van een goede beoordeling gauw een

herhaling zijn van wat al bij de drie standaarden is beschreven. Het panel is ervan overtuigd

dat de opleiding de kanttekeningen of opmerkingen die in het visitatierapport zijn

opgenomen, een plaats in het eigen kwaliteitsbeleid zal geven en laat specifieke

aanbevelingen daarom achterwege.

Page 34: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 34/57

Page 35: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 35/57

5 Bijlagen

Page 36: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 36/57

Page 37: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 37/57

Bijlage 1: Eindkwalificaties van de opleiding

Taakgebied 1: Directe en indirecte hulp- en dienstverlening

A. Kerntaak 1: Werken met en namens cliënten: psychosociale hulpverlening

1. De maatschappelijk werker legt contact met de cliënt of het cliëntsysteem en streeft naar een

samenwerkingsrelatie met de cliënt, ook in situaties gekarakteriseerd door drang of dwang.

2. De maatschappelijk werker vormt zich samen met de cliënt een beeld van de aard van de

vraag van de cliënt - of van de problemen in de situatie waarin de cliënt verkeert.

3. De maatschappelijk werker maakt een hulpverleningsplan of dienstverleningsplan in

samenspraak met de cliënt, verantwoordt dit plan op toegankelijke wijze voor betrokkenen en

spreekt daarmee de ontwikkelingsmogelijkheden van de cliënt aan.

4. De maatschappelijk werker verleent hulp en diensten op methodische en reflectieve wijze. Hij

of zij handelt volgens de regulatieve cyclus en vangt, afhankelijk van de situatie, op

verschillende punten in deze cyclus aan. Deze hulp- en dienstverlening neemt, afhankelijk van

de situatie de volgende vormen aan.

5. De maatschappelijk werker verleent op resultaatgerichte wijze hulp- en dienstverlening

volgens een breed spectrum van methodische benaderingen (eclectisch integratief,

methodisch niet eenkennig en evidence based als dat mogelijk en gezien de situatie geëigend

is) en verantwoordt de inzet ervan. Ontwikkeling van het zelfregulerend vermogen en

empowerment van de cliënt binnen de reële mogelijkheden vormen daarbij uitgangspunten.

Ten minste de methodische benaderingswijzen, beschreven in de body of knowledge and

skills maken onderdeel uit van zijn methodische handelingsvermogen.

6. De maatschappelijk werker kan verwijzen naar netwerkpartners, evalueert en sluit af.

B. Kerntaak 2: Werken voor cliënten en potentiële cliënten

1. De maatschappelijk werker signaleert probleemveroorzakende of probleemversterkende

factoren in de maatschappelijke context (van cliënt, cliëntsysteem), zoals wetten, regels,

voorzieningen, situaties die voor bepaalde groepen in de samenleving nadelig werken en

handelt gericht op cliënt, cliëntsysteem en/of samenleving.

2. De maatschappelijk werker voorziet probleemveroorzakende of probleemversterkende

factoren en handelt preventief.

3. De maatschappelijk werker bevordert interculturele communicatie.

4. De maatschappelijk werker begeleidt vrijwilligers die betrokken zijn bij hulpverlening aan

cliënten op adequate wijze en gaat om met het spanningsveld tussen de (persoonlijke) doelen

van de vrijwilligers, betrokken cliënt(en) en die van de organisatie.

Taakgebied 2: Werken in en vanuit een arbeidsomgeving

C. Kerntaak 3: Werken in de eigen instelling of organisatie

1. De maatschappelijk werker voert taken uit, in en vanuit een organisatie, en is daarbij een

proactief sociaal ondernemer die belang stelt in het welzijn van mensen in de samenleving.

2. De maatschappelijk werker maakt deel uit van een organisatie, is als professional loyaal aan

die organisatie, maakt zich missie, beleid, doelstellingen en cultuur van de organisatie eigen

en levert vanuit ‘maatschappelijk werk’-perspectief een bijdrage aan de uitvoering en

ontwikkeling van missie, beleid, doelstellingen en cultuur.

Page 38: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 38/57

3. De maatschappelijk werker initieert intercollegiaal overleg en samenwerking en werkt in

teamverband. Hij neemt deel aan: voortgangs- en beleidsoverleg, projectgroepen,

intervisiegroepen, signaleringsgroepen en werkbegeleiding.

4. De maatschappelijk werker (bege)leidt zo nodig vrijwilligers in of vanuit de organisatie.

5. De maatschappelijk werker levert een actieve bijdrage aan vernieuwingsprojecten die binnen

de organisatie in gang zijn of worden gezet of initieert, indien nodig, vernieuwingsprojecten en

acquireert daarbij zo nodig subsidiegelden.

6. De maatschappelijk werker werkt volgens en rapporteert conform het kwaliteitsborging-

systeem van de organisatie. De maatschappelijk werker verantwoordt de effectiviteit en

efficiëntie van zijn functioneren naar collega’s en leidinggevenden vanuit de bestaande kaders

van de eigen organisatie.

7. De maatschappelijk werker levert een bijdrage aan beheersmatige aspecten van de

organisatie. Beheer valt daarbij op te vatten als het richting geven aan alle processen die zich

in een organisatie afspelen met het oog op de gestelde doelen. De maatschappelijk werker

voedt de informatiesystemen met gegevens uit de eigen portefeuille en gebruikt (ICT-

)hulpmiddelen voor het registreren van deze werkzaamheden. Hij is zich bewust van

financiële afrekening en verantwoording.

D. Kerntaak 4: Werken in externe samenwerkingsverbanden

1. De maatschappelijk werker draagt de in het beroep vigerende waarden en normen uit.

2. De maatschappelijk werker organiseert en coördineert multidisciplinair overleg en

samenwerking ten behoeve van cliënten, cliëntsystemen en situaties waarvoor dat nodig is en

neemt daaraan deel.

3. De maatschappelijk werker voert de werkzaamheden uit die voortvloeien uit de samenwerking

en levert een proactieve bijdrage aan het optimaal functioneren van externe

samenwerkingsverbanden waarin hij of zij participeert.

4. De maatschappelijk werker kan het beroep maatschappelijk werk profileren en zijn

taakuitvoering vanuit het beroepsmatig werken verantwoorden.

5. De maatschappelijk werker kan andere professionals consulteren, adviseren en coachen.

6. De maatschappelijk werker kan een andere professional aanspreken op het uitvoeren van zijn

taken in het externe samenwerkingsverband.

Taakgebied 3: Werken aan professionaliteit en professionalisering

E. Kerntaak 5: Zichzelf ontwikkelen in het beroep

1. De maatschappelijk werker reflecteert op het eigen handelen en stuurt de eigen

competentieontwikkeling.

2. De maatschappelijk werker handelt: normatief – ethisch volgens de grondslagen van het

beroep; ondernemend en innovatief; met bewustzijn van de eigen grenzen; betrokken;

empathisch; assertief; integer; doel- en resultaatgericht; kwaliteitsgericht.

F. Kerntaak 6: Bijdragen aan de ontwikkeling van het beroep

1. De maatschappelijk werker hanteert de beroepscode en leert werken volgens de

beroepscode; hij kan omgaan met ethische dilemma’s.

2. De maatschappelijk werker levert een bijdrage aan de opleiding van maatschappelijk werkers

bijvoorbeeld door het begeleiden van stagiairs.

3. De maatschappelijk werker draagt bij aan innovatie en beroepsontwikkeling.

Page 39: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 39/57

Bijlage 2: Overzicht opleidingsprogramma

Onderwijsjaar 1 (reguliere leerroute)

Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4

GP110 Sociaal agogisch werk

en de samenleving -Signaleren -Onderzoeks-vaardigheden

-Sociaal agogisch werk -Sociologie

12 ec

GP120 Mens gedrag en communicatie

-Praktijkgericht onderzoek -Gespreks-vaardigheden -Psychologie

-Groepsdynamica

12 ec

GP130 Professioneel

handelen

-Professioneel handelen

-Expressieve vaardigheden -Planning & Diagnostiek -Filosofie

12 ec

GP140 Werk in uitvoering

-Professioneel organiseren

-Maatschappelijke betrokkenheid

-Communicatieve vaardigheden

-Recht

12 ec

SLB Studieloopbaan-

begeleiding

2 ec

SLB Studieloopbaan-

begeleiding

2 ec

SLB Studieloopbaan-

begeleiding

1 ec

SLB Studieloopbaan-

begeleiding

1 ec

BPV Beroeps-praktijkvorming

1 ec

BPV Beroeps-

praktijkvorming

1 ec

BPV Beroeps-

praktijkvorming

2 ec

BPV Beroeps-

praktijkvorming

2 ec

Totaal 15 ec

Totaal 15 ec

Totaal 15 ec

Totaal 15 ec

Page 40: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 40/57

Onderwijsjaar 2 (reguliere leerroute)

Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4

MWD210 Methodisch handelen

-Taakgerichte hulpverlening en oplossingsgericht

werken -Zelfregulatie

-Recht -Visie op het beroep

10 ec

MWD220 Relatie als

fundament in het maatschappelijk

werk

-Methodiek -Zelfregulatie

-Ervaringsgericht werken

-Psychologie

10 ec

MWD230 Het systeem als uitgangspunt

-Systeemgericht werken

-Zelfregulatie -Recht

- Gezinsverkenning

10 ec

MWD240 Maak het verschil!

-Eclectisch integratief werken

- Interculturele gespreksvoering -Psychopathologie -Idealen in uitvoering

12 ec

OZV2 Onderzoeks-vaardigheden

2 ec

OZV2 Onderzoeks-vaardigheden

2 ec

OZV2 Onderzoeks-vaardigheden

2 ec

SLB Studieloopbaan-

begeleiding

1 ec

SLB Studieloop-

baanbegeleiding

1 ec

SLB Studieloop-

baanbegeleiding

1 ec

SLB Studieloop-

baanbegeleiding

1 ec

BPV Beroeps-

praktijkvorming

2 ec

BPV Beroeps-

praktijkvorming

2 ec

BPV Beroeps-

praktijkvorming

2 ec

BPV Beroeps-

praktijkvorming

2 ec

Totaal 15 ec

Totaal 15 ec

Totaal 15 ec

Totaal 15 ec

Page 41: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 41/57

Onderwijsjaar 1 en 2 (verkorte leerroute)

Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4

MWD210 Methodisch handelen

-Taakgerichte hulpverlening en oplossingsgericht

werken -Zelfregulatie

-Recht -Visie op het beroep

10 ec

MWD220 Relatie als

fundament in het maatschappelijk

werk

-Methodiek -Zelfregulatie

-Ervaringsgericht werken

-Psychologie

10 ec

MWD230 Het systeem als uitgangspunt

-Systeemgericht werken

-Zelfregulatie -Recht

- Gezinsverkenning

10 ec

MWD240 Maak het verschil!

-Eclectisch integratief werken

- Interculturele gespreksvoering -Psychopathologie -Idealen in uitvoering

12 ec

OZV2 Onderzoeks-vaardigheden

2 ec

OZV2 Onderzoeks-vaardigheden

2 ec

OZV2 Onderzoeks-vaardigheden

2 ec

SLB Studieloopbaan-

begeleiding

1 ec

SLB Studieloop-

baanbegeleiding

1 ec

SLB Studieloop-

baanbegeleiding

1 ec

GPvk110 Basiskennis

menselijk gedrag

2 ec

GPvk120 Methodisch agogisch

handelen

3 ec

GPvk130 De normatieve professional

2 ec

BPV Beroeps-

praktijkvorming

2 ec

Totaal 15 ec

Totaal 15 ec

Totaal 15 ec

Totaal 15 ec

Page 42: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 42/57

Onderwijsjaar 3

Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4

MWD310 Professionele dilemma’s

4 ec

MWD330 Verantwoording van het methodisch handelen

4 ec

BPV Beroepspraktijkvorming

49 ec

SLB Studieloopbaanbegeleiding

0 ec

Supervisie

3 ec

Totaal 15 ec

Totaal 15 ec

Totaal 15 ec

Totaal 15 ec

Onderwijsjaar 4

Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4

Minor Verdiepende minor: -MWD Nieuwe Stijl

Verbredende minoren van ASH:

-De GGZ-agoog -Verslavingskunde -Werken met Jeugd

-Werken in een Gedwongen Kader -Krachten en Kansen in de Wijk

30 ec

Afstudeertraject: Afstudeerproject:

-Projectvoorstel (Beslisdocument 1 / 1 EC) -Projectplan (Beslisdocument 2 / 2 EC)

-Eindverslag, beroepsproduct en individuele verantwoording (15 EC) -Presentatie (2 EC)

Individuele profilering: -Visiedocument (8 EC) -Meesterproef (2 EC)

30 ec

SLB Studieloopbaanbegeleiding

0 ec

Totaal 15 ec

Totaal 15 ec

Totaal 15 ec

Totaal 15 ec

Page 43: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 43/57

Bijlage 3: Bij verantwoordingsformulier

Nadere informatie over de achtergronden van de leden van het beoordelingspanel en secretaris:

Mevrouw K. Kleine, voorzitter

Mevrouw Kleine is ingezet vanwege haar onderwijsdeskundigheid en haar vakdeskundigheid op het

gebied van hoger sociaal agogisch onderwijs. Zij is directeur van HaKa-Nederland, dat met name

actief is binnen het onderwijs en de (jeugd)zorg. Daarnaast is zij bij de HBO-Raad projectleider van

het project “diversiteit in jeugdbeleid” en projectleider “praktijkervaring HSAO docenten”. Tot 2011 was

zij directeur bij Hogeschool INHolland Rotterdam en Den Haag van de hbo bacheloropleidingen CMV,

MWD en SPH, waar ook 3 mbo-opleidingen waren ondergebracht. Zij heeft verschillende publicaties

op haar naam staan. Voor deze visitatie heeft mevrouw Kleine onze handleiding voor panelleden

ontvangen en is zij aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger

onderwijs en over de werkwijze van NQA.

Opleiding:

2002 – 2003 Management cursus bij IBO

1998 Didactiek voor HBO-docenten

1994 – 1995 VO-supervisie en begeleidingskunde

1989 – 1991 VO-management

1982 – 1986 HBO-jeugdwelzijnswerk

Werkervaring:

2011 – heden Directeur HaKa-Nederland, Projectleider HBO-Raad in het kader van

professionaliseren van docenten, Projectleider Jeugdzorg Nederland voor traineeship

startende werkers in de jeugdzorg

2005 – 2011 Directeur bij Hogeschool Inholland Rotterdam en Den Haag van CMV, MWD en SPH.

2003 – 2005 Programma directeur bij Hogeschool Inholland bij de economische opleidingen ( MER,

P&A, SJD, CE, IBMS, IBL)

2002 – 2003 Opleidingsmanager SJD bij Hogeschool Inholland

1999 – 2002 Trainer op het gebied van communicatie, verhoortechnieken, leiderschap en

jeugdzorg

1986 – 1999 Werkzaam in de jeugdzorg als groepsleider, manager, opleidingsadviseur en trainer

Overig:

heden Bestuurslid Stichting Fie van der Hoop en SOD, Bestuurslid bij Socio pro, Bestuurslid

Landelijk Cliëntenforum Jeugdzorg

2006 – 2011 voorzitter van de sectorraad HSAO en lid van het SAC HSAO

Publicaties:

2012 Hoofdstuk in het boek: DE JEUGDPROFESSIONAL IN ONTWIKKELING. Handboek

voor professionals in het jeugddomein.

2011 Tijdschrift Sozio-SPH “van wantrouwen naar vertrouwen”

2011 Tijdschrift HO management “ruimte voor de professional”

2009 Tijdschrift HO management “praktijkgericht onderwijs en onderzoek in communities”

Page 44: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 44/57

De heer drs J. Loovers

De heer Loovers is voornamelijk ingezet vanwege zijn expertise op het gebied van onderwijs in

maatschappelijk en welzijnswerk, sociaal pedagogische hulpverlening en culturele en

maatschappelijke vorming. Sinds 1 januari 2012 is hij voorzitter van de landelijke Stichting Sociale

Professionaliteit. Deze stichting ontwikkelt een landelijk digitaal platform mbt de sociale beroepen.

Hogescholen, werkveldinstellingen en overheden kunnen gebruik maken (halen en brengen) van dit

platform dat zich richt op het werkgebied de sociale beroepsbeoefenaar. Eveneens sinds 1 januari

2012 is hij programmaraad – secretaris van de in ontwikkeling zijnde HBO-Master

Onderwijskundigleiderschap voor ROC-managers en ROC-docenten. De programmaraad is

eindverantwoordelijk voor de hele master, zoals ontwerpen, ontwikkelen, waarborgen van continuïteit.

Naast programma-secretaris is hij verantwoordelijk voor het visitatie-klaar maken van deze master.

De heer Loovers heeft vanuit opleiding en werkervaring kennis van en ervaring met de

accreditatiesystematiek.

Opleiding:

2004 – 2006 Tweejarige coachcursus bureau GREEP, Woerden

1977 – 2003 Diverse interne en externe managementcursussen (o.a Interstudie, GITP) tijdens de

loopbaan

1978 – 1984 Nederlandse Taal en Letterkunde (doctoraal) en bijvak Pedagogiek, Rijksuniversiteit

Utrecht

1965 – 1978 Nederlandse Taal en Letterkunde MO-A en MO- B, Noordelijke Leergangen

1960 – 1965 Hervormde Kweekschool Assen

Werkervaring:

2012 – heden voorzitter van de landelijke Stichting Sociale Professionaliteit.

2012 – heden programmaraad – secretaris van de in ontwikkeling zijnde HBO-Master

Onderwijskundigleiderschap voor ROC-managers en ROC-docenten.

2009 – 2010 vast lid van visitatiepanels voor in totaal 8 visitaties van de Vlaamse

bacheloropleidingen Orthopedagogie en de bachelor na bacheloropleidingen voor

resp. Educatieve Benadering van Personen met Autismespectrum stoornissen en

Orthopedagogisch Management in opdracht van VLHORA (Vlaamse

Hogescholenraad) te Brussel.

2006 – 2009 lid van verschillende visitatiepanels voor in totaal 15 visitaties van sociale opleidingen

CMV, MWD en SPH van hogescholen in opdracht van NQA, Utrecht.

2005 – 2011 als coach/adviseur en als projectleider freelance verbonden aan de Hogeschool

Windesheim te Zwolle. Het projectleiderschap betreft aparte projecten nl.:

• projectleider project SoziO-kennistoetsen, uitgeverij SWP, Amsterdam

(2007 – 2010)

• ontwikkelen van een Windesheim HBO service – en innovatiecentrum

te Harderwijk (2007 – 2010).

• ontwikkelen van geïntegreerd concept voor Creatieve Industrie binnen

de Hogeschool Windesheim (2006 – 2009);

• ontwikkelen van een Windesheim HBO service – en innovatiecentrum

te Hardenberg (2006 – 2007);

2002 – 2005 instellingsdirecteur

(functies vanaf 1977 waren bij Hogeschool Windesheim of rechtsvoorgangers)

2000 – 2002 afdelingsdirecteur CMV, MWD, SPH

1998 – 2000 clusterdirecteur SPH en CMV/MWD

1994 – 1998 opleidingsdirecteur SPH

Page 45: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 45/57

1986 – 1994 studierichtingsleider HBO-J / SPH

1984 – 1986 adjunct-directeur HBO-Jeugdwelzijnswerk

1979 – 1984 coördinator examenjaar HBO-Jeugdwelzijnswerk

1977 – 1984 docent Nederlands HBO-Jeugdwelzijnswerk

1977 – 1978 leraar Nederlands MBO

1975 – 1977 leraar Nederlands MAVO

1966 – 1975 onderwijzer basisonderwijs

Diversen:

2009 – heden lid van de Raad van Toezicht Baalderborg Groep (instelling verstandelijk

gehandicapten- en ouderenzorg)

2008 – heden projectleider project /Socio Kennistoetsen, uitgeverij SWP, Amsterdam

2008 – 2011 voorzitter redactieraad vakblad SoziO-SPH

2006 – 2008 hoofdredacteur vakblad SoziO-SPH

2003 – 2009 lid Raad van Toezicht woonzorgcentrum “Avondlicht” te Dedemsvaart

2001 – 2009 lid Raad van Toezicht “Travers” te Zwolle (instelling voor maatschappelijk welzijn)

2001 – 2005 lid Sectoraal Advies College (SAC/HBO-raad)

1999 – 2005 lid Sectorraad Hoger Sociaal Agogisch Onderwijs (HBO-raad)

1996 – 2000 lid afdelingsbestuur onderwijsvakbond CNV

1993 – 1997 secretaris van de Vereniging voor Christelijk Basisonderwijs te Avereest

1990 – 2006 redactielid vakblad SoziO-SPH (Landelijk vakblad voor sociale en pedagogische

beroepen)

Mevrouw M.A. Verharen MLC

Mevrouw Verharen is ingezet vanwege haar deskundigheid op het gebied van Social Work. Mevrouw

Verharen is programmamanager, organisatie adviseur, intern auditor bij Zuyd Hogeschool. Sinds 1996

is zij werkzaam voor en binnen de opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening van de

toenmalige Hogeschool Sittard. Na neutrale conversie is dat uitstroomprofiel opgegaan in wat nu de

brede bacheloropleiding voor Social Work is. Als intern auditor heeft zij de afgelopen jaren de

visitatierapporten geschreven voor de opleidingen bachelor Social Work in 2006; EVC-procedures 16

opleidingen in 2007-2008, master Advanced Nurse Practitioner in 2008 en bachelor Social Work in

2010-2012. Zij is adviseur bij de visitatierapportages voor de bacheloropleidingen Hogere Juridische

Opleiding in 2011 en People & Business Management in 2011-2012. Samen met de heer Wim

Goossens is zij medeschrijver / ontwikkelaar van de gehele nieuwe brede bacheloropleiding Social

Work inclusief nieuw profiel (en op dat moment enig in z’n soort in Nederland) van de sociaal agoog

zowel voltijd als deeltijd variant. Ook is zij voorzitter geweest van de examencommissie, deelraad,

theorie en methodiekdocent met als vakspecialisatie organisatie & management, systeembenadering

en legitimatievraagstukken. Voor deze visitatie heeft mevrouw Verharen onze handleiding voor

panelleden ontvangen en is zij aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in

het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA.

Opleiding:

2009 – 2012 Masteropleiding Leadership in Change

1999 – 2004 Katholieke Universiteit Nijmegen Pedagogische Wetenschappen & Onderwijskunde

1993 VO- Supervisie HvA

1992 VO-systeembenadering HvA

1984 – 1988 HBO-MWD Hogeschool Sittard (nu Zuyd)

Page 46: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 46/57

Werkervaring:

1996 – heden ZUYD Hogeschool

2010 – heden Programmamanager | organisatie adviseur | intern auditor

2008 – 2010 Platform secretaris

2007 Interim Directeur Social Work

1988 – 2006 Maatschappelijk werker / coördinator MW Stichting Welzijnswerk Landgraaf (nu

WELSUN)

Mevrouw M.M. Heesters

Mevrouw Heesters is ingezet als studentlid. Zij volgt de opleiding Maatschappelijk Werk en

Dienstverlening aan Hanzehogeschool te Groningen. Binnen deze opleiding volgt mevrouw Heesters

het honoursprogramma, het Landelijk Uitstroomprofiel Jeugdzorgwerker. Zij werkt als

woonbegeleidster van gehandicapten bij Stichting de Trans Rolde. Mevrouw Heesters is

representatief voor de primaire doelgroep van de opleiding en beschikt over studentgebonden

deskundigheden met betrekking tot de studielast, de onderwijsaanpak, de voorzieningen en de

kwaliteitszorg bij opleidingen in het domein. Voor deze visitatie is mevrouw Heesters aanvullend

individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de

werkwijze van NQA.

Opleiding:

2010 – heden Maatschappelijk Werk en Dienstverlening - Hanzehogeschool Groningen

2008 – 2010 Psychologie - Rijksuniversiteit Groningen

2002 – 2008 VWO - Zernike College Haren

Werkervaring:

2012 – heden Honours stage - Accare UCKJP Groningen

2011 – 2012 Telefoonwacht - Sensoor Groningen/Drenthe

2010 – heden Woonbegeleidster gehandicapten - Stichting de Trans Rolde

2009 – 2010 Simulatie patiënt - Faculteit geneeskunde UMCG/RUG Groningen

2008 – heden Zelfstandig gediplomeerd paardrijdinstructrice

2004 – 2009 Horeca medewerkster - Camping De Vledders Schipborg

Mevrouw H.G. Burgler-Feenstra, NQA-auditor

Mevrouw Burgler-Feenstra is ingezet als NQA-auditor. Zij heeft een ruime ervaring met visitaties in het

hoger onderwijs en met EFQM-audits bij de Hanzehogeschool. Op grond van deze werkervaring heeft

zij auditdeskundigheid. Zij is bekend met het proces van accreditatie in het hoger onderwijs en is

verder ingewerkt binnen de werkwijze van NQA. In 2010 heeft zij deelgenomen aan de NVAO-training

voor gecertificeerd secretaris. In 2012 maakte zij enkele malen deel uit van een door de VLUHR

(Vlaanderen) samengesteld visitatiepanel.

Opleiding:

1985 Eerstegraads lesbevoegdheid, RijksUniversiteit Limburg

1981 Diploma logopedist, Academie voor Logopedie Groningen

1974 Diploma maatschappelijke werkende, Sociale Academie Den Haag

1969 Diploma HBS-B, Haags Montessori Lyceum

1966 Diploma MULO-B, Dr. O.G. Heldringhschool

Page 47: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 47/57

Werkervaring:

2010 - heden NQA auditor

2001 – heden Beleidsadviseur kwaliteitszorg bij het Stafbureau Onderwijs en Onderzoek van de

Hanzehogeschool Groningen

1999 – 2001 Studentendecaan en beleidsadviseur faculteit Gamma dienst Onderwijs en

Studentenzaken

1984 – 1999 Docent logopedie Hanzehogeschool Groningen

1981 – 1984 Logopediste voortgezet speciaal onderwijs / zelfstandig gevestigd logopediste

Page 48: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 48/57

Page 49: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 49/57

Bijlage 4: Bezoekprogramma

Dag 1: 22 oktober 2013

Tijdstip Programmaonderdeel

Deelnemers

12.30 Kennismaking en rondleiding

Panel NQA + Opleidingsmanagement

13.15 Lunch

Panel NQA

13.30 – 18.30

15.30

Voorbereiding en materiaalbestudering

- Studiemateriaal

- Studentmateriaal

- Alle door NQA en de opleiding

geselecteerde afstudeerproducten

Spreekuur (in TB301)

Panel NQA

Dag 2: 23 oktober 2013

Tijdstip Programmaonderdeel Deelnemers

08.30 – 09.15 Blok Inhoud I: afstuderen

Docenten

MSc. mevr. Frissen

MSc. mevr. Krijnen

Drs. dhr. Stoop

Bc. dhr. Alouad Hadj

Externe beoordelaars (werkveld)

Drs. dhr. van Alphen

Drs. dhr. Pellen

Bc. dhr. van den Berg

Bc, dhr. Stiphout 09.30 – 10.15 Blok Inhoud II: afstudeerfase Studenten van de geselecteerde

afstudeerwerken

B. mevr. Petry Tindemans

B. mevr. Maud van Hoogstraten

Alumni 2011-2013

B. mevr. Marijke Bakerman

B. mevr. Hanneke van Uden

B. mevr. Tamara Schlatmann

B. mevr. Loes van Boxtel

B. dhr. Tom van Sprang

10.30 – 11.15 Blok Inhoud III: propedeuse en

hoofdfase

Studenten jaar 2, 3, 4

Mevr. Britt Hilliger

mevr. Cindy rekelmans

Dhr, Tim Janssen

Dhr. Pim Philippo

Mevr. Elle van der Heyden

Mevr. Ena Bilic

Mevr. Nicole Wijman

Mevr. Inge van Schijndel

Page 50: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 50/57

Mevr. Stephanie van Seeters

11.30 – 12.15 Gesprek met docenten Docenten

MSc. mevr. Krijnen

MSc. dhr van den Bosch

Drs. mevr. van Beers

Bc. dhr. van Eijck

Drs. mevr. Merks

Bc. dhr. Gootjes

Drs. dhr. Stoop

12.15 – 13.15 Lunchpauze

+ overleg / extra bestuderen materiaal

Panel

13.15 – 14.00 1e gesprek met opleidingsmanagement

Opleidingsmanagement

Drs. dhr. Huibers

M. dhr. Nicolasen

Bc.. dhr. Meier 14.15 – 15.00 Blok Borging Examencie, toetscie, oplcie, onderw. cie,

et cetera

Bc dhr. Flamman

Bc. mevr. Hulskotte

Bc. dhr. Van Teeffelen

Bc. mevr. Matthijse

Drs. mevr. Blom

Drs. mevr. Gijsbers

Drs. mevr. van Rooij

15.00 – 15.45 Eventuele extra gesprekken

15.45 – 16.45 Beoordelingsoverleg Panel

Panel

16.45 – 17.30 2e gesprek opleidingsmanagement,

inclusief afronding

Opleidingsmanagement

Drs. dhr. Huibers

M dhr. Nicolasen

Bc. dhr. Meier

Page 51: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 51/57

Bijlage 5: Bestudeerde en ter inzage gegeven documenten

Inleiding:

Landelijke documenten:

• NVAO (2011). Beoordelingskaders accreditatiestelsel hoger onderwijs

• Sectorraad HSAO (2008). Vele takken, één stam. Kader voor de hogere sociaal-agogische

opleidingen. Amsterdam: Uitgeverij SWP.

Academie- en Opleidingsdocumenten:

• Businessplan ASH, 2012

• Kwaliteitsbeleidsplan ASH, 2012

• Kwaliteitshandboek ASH, 2012

• Organisatieplan ASH, 2011 en 2013

• Startdocument OC ASH, 2007

Standaard 1:

Landelijke documenten:

• LOO-MWD (2010). Herkenbaar en Toekomstgericht 2.0. Opleidingsprofiel Maatschappelijk

Werk en Dienstverlening. Amsterdam: Uitgeverij SWP.

• Nederlandse vereniging van maatschappelijk werkers (2006). Beroepsprofiel van de

maatschappelijk werker. Nieuwegein: Drukkerij Anraad BV.

• Sectorraad HSAO (2008). Vele takken, één stam. Kader voor de hogere sociaal-agogische

opleidingen. Amsterdam: Uitgeverij SWP.

• Vlaar, P., Hattum, M. van, Dam, C. van & Broeken, R. (2006). Klaar voor de toekomst. De

nieuwe beroepenstructuur voor de branches welzijn en maatschappelijke dienstverlening,

gehandicaptenzorg, jeugdzorg en kinderopvang. Utrecht: NIZW.

Avans document:

• Meerjarenbeleidsplan 2011-2014, 2011

Academie- en Opleidingsdocumenten:

• ASH Convenanten

• BPV-lijn, Beroepspraktijkvorming in de brede bachelor van ASH, 2008

• Erasmus programme training agreement and quality commitment, 2011

• Internationalisering – Uitvoering van beleid ASH, 2013

• Internationaliseringsbeleid ASB-ASH, 2011

• Kader voor Studieloopbaanbegeleiding binnen ASH, 2011

• Niveautaxonomie ASH, 2008

• Notitie Inrichting en doelformulering WAR ASH, 2012

• Notitie Onderzoeksvaardigheden in het nieuwe curriculum van ASH, 2010

• Notitie Onderzoeksvaardigheden in het onderwijs van ASH, 2008

• Notulen WAR ASH, 2011-2013

• Opleidingskader ASH, 2013

• Verbeterplannen

• Verslagen Internationale Werkbezoeken, 2010-2013

• Verslagen Werkveldoverleg, 2011-2013

Page 52: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 52/57

Standaard 2:

Landelijke documenten:

• Ploegman, M. & De Bie, D. (2008). Aan de slag! Inspirerende opdrachten maken voor

beroepsopleidingen. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.

Avans documenten:

• Avans Hogeschool verbindt mensen, creëert kennis. Visie op leren en onderwijs, 2007

• Beleidskader Bacheloropleidingen Avans Hogeschool, 2005

Academie- en Opleidingsdocumenten:

• Aanvraag Lectoraat JGS, 2011

• Aanvulling Routing Onderwijsprogramma, 2013

• Academiegids ASH, 2013

• Basiswaarden van het agogisch beroepshandelen, 2007

• Beoordelingsrapport Keurmerk DHO, 2013

• Businessplan ASH, 2012

• Communicatie- en activiteitenplan ASH, 2012

• Curriculumverantwoording MWD, 2013

• Druk, drukker, werkdruk. Een onderzoek naar werkdruk bij ASH, 2011

• In-, door- en uitstroomnota ASH, 2012

• Kader voor Studieloopbaanbegeleiding binnen ASH, 2011 en 2013

• Kwaliteitsbeleidsplan ASH, 2012

• Kwaliteitshandboek ASH, 2012

• Lectoraat JGS en de verbinding met onderwijs, 2012

• Literatuurlijst MWD 2012-2013

• Niveautaxonomie ASH, 2008

• Notitie Onderzoeksvaardigheden in het nieuwe curriculum van ASH, 2010

• Notitie Onderzoeksvaardigheden in het onderwijs van ASH, 2008

• Notitie Van 45 naar 52 studiepunten in jaar 1, 2011

• OER ASB en ASH 2012-2013

• Opleidingskader ASH, 2013

• Organisatieplan ASH, 2011 en 2013

• Personeelsplan Betrokkenheid – (y)our future ASH, 2011

• Project Vraagarticulatie Lectoraat JGS, 2012

• Routing Onderwijsprogramma, 2013

• Samenstelling MWD Team, 2013

• Studiegids 2013-2014

• Studiehandleiding Afstudeertraject ASH, 2012

• Studiehandleidingen

• Taakbelasting ASH, 2011

• Taalbeleid ASH, 2011

• TOP MWD, 2011

• Uitgangspunten en kenmerken van het didactisch model, 2008

• Verbeterplannen

Page 53: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 53/57

Standaard 3:

Avans documenten:

• Kadernotitie Toetsbeleid Avans Hogeschool, 2011

• Kaderregeling Examencommissies Avans Hogeschool, 2011

Academie- en Opleidingsdocumenten:

• Adviezen TC, 2011-2013

• Alumnibeleid ASH, 2010

• ASH model voor toetsconstructie, 2013

• Besselink, J., Jie, S.L., Laaroussi, L., Lith, K. van, Schie, L.M. van & Willems, M. (2010).

Social Works. Een onderzoek naar bevindingen van alumni binnen het sociaalagogisch

werkveld

• Curriculumverantwoording MWD, 2013

• OER ASB en ASH 2012-2013

• Startnotitie Opleidingscommissie ASH & ASB, 2012

• Studiehandleiding Afstudeertraject ASH, 2012

• Studiehandleidingen

• Toetsbeleid ASH, 2013

• Verbeterplan Afstudeertraject ASH, 2012

• Verbeterplan Afstudeertraject ASH, 2013

• Zelfevaluatie CAP Propedeuse ASH, 2010

Page 54: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 54/57

Page 55: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 55/57

Bijlage 6: Overzicht bestudeerde afstudeerwerken

Hieronder een overzicht van de studenten van wie het panel de afstudeerwerken heeft bestudeerd. Conform de regels van de NVAO zijn alleen de studentnummers opgenomen. 9950395 2009516 2016624 2016914 2018658 2019110 2022567 2022850 2025330 2028401 2028566 2030766 2030828 2032172 2038903

Page 56: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 56/57

Page 57: 002476 rapport Avans Den Bosch hbo-ba Maatschappelijk Werk en ...

© NQA – AVANS Hogeschool: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Den Bosch - BOB 57/57

Bijlage 7: Verklaring van volledigheid en correctheid