hva_vitaal_werken_nakijken_zonder_stress_mehra

1
Nakijken is voor veel docenten een terug- kerende frustratie. Niet zozeer, omdat het moet; het hoort bij het vak van een docent. Maar vooral omdat het veel is en ook: veel van hetzelfde. En al die tijd die je in nakijken steekt, had je ook – wie kan het ontkennen? – in iets anders kun- nen steken, zoals het ontwikkelen van een nieuwe module of het lezen van vakliteratuur. Veel docenten vragen zich daarom nogal eens af of het nakijken van toetsen niet efficiënter kan. Soms met succes. Zo besloot Susan Swaan, docent bij BE en FSM een lijst met gestandaardiseerde feedback voor haar studenten Nederlands te maken toen bleek dat studenten veel dezelfde fouten maken. In deze lijst geeft Swaan naast de juiste spelling- en grammaticaregels onder meer ook links naar websites met oefeningen en taal- adviezen. Ook de kwaliteit van het toet- sen is volgens Swaan hierdoor vooruit- gegaan: ‘Het is makkelijker te zien wat voor type fouten een student veel maakt en of de student na meerdere toetsen sommige typen fouten minder maakt.’ Ook Hans Mackaaij, opleidingsmanager van de ALO, besloot dat het tijd werd om efficiënter te gaan toetsen toen uit een inventarisatie bleek dat ALO-studenten maar liefst 180 toetsen per jaar maakten. ‘Docenten toetsten meer dan formeel nodig was, omdat zij dachten dat zij zo het leerproces van studenten beter stuur- den’, aldus Mackaaij. Het resultaat was dat ALO-studenten na een korte afwezigheid, bijvoorbeeld door ziekte, een grote achterstand opliepen die ze nauwelijks nog konden inhalen. Docenten bewerkstelligden dus het tegenovergestelde van wat ze wilden bereiken. De oplossing: een grondige herziening van de toetspraktijk en de vaststelling van de norm van maximaal twintig toetsen per jaar voor alle theorie- vakken samen. DIGITAAL NAKIJKEN VAN PAPERS Maar ook digitale toetsen kunnen het nakijkwerk van docenten vergemakkelij- ken, zegt Sumit Mehra, onderwijskun- dig adviseur en docent. En dan niet alleen in het geval van multiple-choice-toetsen, maar ook als het gaat om papers. Toen Mehra als docent begon, moest hij veel papers nakijken en werkte hij met een zelfgemaakt feedbackoverzicht. Collega’s namen dit overzicht al snel over en pasten het naar eigen inzicht aan. Doel bereikt, zou je zeggen. Maar voor Mehra was dit pas stap één. Online vond hij een speciaal nakijkprogramma voor hogescholen en universiteiten: Turnitin. Met dit programma kunnen docenten papers controleren op plagiaat en samen digitale bibliotheken van feedback aanleggen. ‘Een programma als Turnitin blijkt een uitkomst als een docent veel studenten heeft die elk afzonderlijk een paper moe- ten inleveren’, vertelt Mehra, die inmid- dels HvA-breed acht pilots heeft uitgezet om de werkzaamheid van Turnitin voor de HvA te testen (zie kader). ‘Een docent hoeft niet elk commentaar opnieuw in te tikken, maar kan dit vanuit de biblio- theek naar de paper slepen en daaraan, als dat nodig is, makkelijk individueel commentaar toevoegen. Ook kunnen docenten papers makkelijk en consistent markeren dankzij rubrics, tabellen waarin beoordelingscriteria zijn uitgesplitst naar prestatieniveaus.’ Maar de echte voordelen van een digitaal nakijkprogramma voor papers ziet Mehra in een fase eerder, de voorbereidingsfase. ‘Een digitaal nakijkprogramma dwingt docenten om in een vroeg stadium keu- zes te maken over de nakijkcriteria en welke feedback je geeft. Als je samen een vak geeft, moet je hier echt even voor gaan zitten. Wat vind je belangrijk? Is elk commentaar wel echt nodig als je kijkt naar het doel van het vak? Meer dan voorheen kun je in zo’n voorberei- dingsfase het gevoel krijgen dat je samen met je collega’s een vak vormgeeft. Nakijken is niet langer een individuele exercitie.’ En scheelt het gebruik van een program- ma als Turnitin ook tijd? ‘In praktijk gebruiken de meeste docenten de tijd die ze winnen voor het geven van extra feed- back: ze zijn dus nog evenveel tijd kwijt. Wel ervaren de meeste docenten de werkdruk als minder hoog: ze geven aan dat ze het nakijken minder stressvol vin- den, doordat ze een digitale bibliotheek van goede feedback bij de hand hebben. Dat is winst.’ ZONDER STRESS NAKIJKEN. Kan dat? Project SCALA en de HvA In 2012 is het project SCALA (Scaffolding Assessment for LeArning) gestart. Dit door SURF gefinancierde ICTO-project is bedoeld om het gebruik van digitale middelen bij het beoordelen van onder andere papers en onderzoeksverslagen onder docenten te bevorderen. Vier partners doen mee: de Universiteit Utrecht, de Vrije Universiteit, de Hogeschool Utrecht en de Hogeschool van Amsterdam. De HvA heeft in het kader van SCALA acht pilots uitgevoerd met Turnitin, een commercieel nakijkprogramma voor papers. Op basis van de uitkomsten zal de HvA besluiten of het zinvol is om een hogeschoolbrede licentie aan te schaffen. Elke docent wanhoopt wel eens bij het zien van een stapel nakijkwerk. Is digitaal toetsen de oplossing? Sumit Mehra ‘Een digitaal nakijkprogramma dwingt docenten om keuzes te maken over de toetscriteria.’ Vitaal werken bij de HvA 22 Vitaal werken bij de HvA DIGITAAL TOETSEN 23

Transcript of hva_vitaal_werken_nakijken_zonder_stress_mehra

Page 1: hva_vitaal_werken_nakijken_zonder_stress_mehra

nakijken is voor veel docenten een terug-

kerende frustratie. niet zozeer, omdat het

moet; het hoort bij het vak van een

docent. maar vooral omdat het veel is en

ook: veel van hetzelfde. en al die tijd die

je in nakijken steekt, had je ook – wie

kan het ontkennen? – in iets anders kun-

nen steken, zoals het ontwikkelen van

een nieuwe module of het lezen van

vakliteratuur.

Veel docenten vragen zich daarom nogal

eens af of het nakijken van toetsen

niet efficiënter kan. soms met succes.

zo besloot Susan Swaan, docent bij be

en fsm een lijst met gestandaardiseerde

feedback voor haar studenten nederlands

te maken toen bleek dat studenten veel

dezelfde fouten maken. in deze lijst

geeft swaan naast de juiste spelling- en

grammaticaregels onder meer ook links

naar websites met oefeningen en taal-

adviezen. ook de kwaliteit van het toet-

sen is volgens swaan hierdoor vooruit-

gegaan: ‘Het is makkelijker te zien wat

voor type fouten een student veel maakt

en of de student na meerdere toetsen

sommige typen fouten minder maakt.’

ook hans Mackaaij, opleidingsmanager

van de alo, besloot dat het tijd werd om

efficiënter te gaan toetsen toen uit een

inventarisatie bleek dat alo-studenten

maar liefst 180 toetsen per jaar maakten.

‘docenten toetsten meer dan formeel

nodig was, omdat zij dachten dat zij zo

het leerproces van studenten beter stuur-

den’, aldus mackaaij.

Het resultaat was dat alo-studenten na

een korte afwezigheid, bijvoorbeeld door

ziekte, een grote achterstand opliepen

die ze nauwelijks nog konden inhalen.

docenten bewerkstelligden dus het

tegenovergestelde van wat ze wilden

bereiken. de oplossing: een grondige

herziening van de toetspraktijk en de

vaststelling van de norm van maximaal

twintig toetsen per jaar voor alle theorie-

vakken samen.

digitaal nakijken van papersmaar ook digitale toetsen kunnen het

nakijkwerk van docenten vergemakkelij-

ken, zegt Sumit Mehra, onderwijskun-

dig adviseur en docent. en dan niet alleen

in het geval van multiple-choice-toetsen,

maar ook als het gaat om papers.

toen mehra als docent begon, moest hij

veel papers nakijken en werkte hij met

een zelfgemaakt feedbackoverzicht.

collega’s namen dit overzicht al snel over

en pasten het naar eigen inzicht aan.

doel bereikt, zou je zeggen. maar voor

mehra was dit pas stap één. online vond

hij een speciaal nakijkprogramma voor

hogescholen en universiteiten: turnitin.

met dit programma kunnen docenten

papers controleren op plagiaat en samen

digitale bibliotheken van feedback

aanleggen.

‘een programma als turnitin blijkt een

uitkomst als een docent veel studenten

heeft die elk afzonderlijk een paper moe-

ten inleveren’, vertelt mehra, die inmid-

dels Hva-breed acht pilots heeft uitgezet

om de werkzaamheid van turnitin voor

de Hva te testen (zie kader). ‘een docent

hoeft niet elk commentaar opnieuw in te

tikken, maar kan dit vanuit de biblio-

theek naar de paper slepen en daaraan,

als dat nodig is, makkelijk individueel

commentaar toevoegen. ook kunnen

docenten papers makkelijk en consistent

markeren dankzij rubrics, tabellen waarin

beoordelingscriteria zijn uitgesplitst naar

prestatieniveaus.’

maar de echte voordelen van een digitaal

nakijkprogramma voor papers ziet mehra

in een fase eerder, de voorbereidingsfase.

‘een digitaal nakijkprogramma dwingt

docenten om in een vroeg stadium keu-

zes te maken over de nakijkcriteria en

welke feedback je geeft. als je samen

een vak geeft, moet je hier echt even

voor gaan zitten. wat vind je belangrijk?

is elk commentaar wel echt nodig als je

kijkt naar het doel van het vak? meer

dan voorheen kun je in zo’n voorberei-

dingsfase het gevoel krijgen dat je samen

met je collega’s een vak vormgeeft.

nakijken is niet langer een individuele

exercitie.’

en scheelt het gebruik van een program-

ma als turnitin ook tijd? ‘in praktijk

gebruiken de meeste docenten de tijd die

ze winnen voor het geven van extra feed-

back: ze zijn dus nog evenveel tijd kwijt.

wel ervaren de meeste docenten de

werkdruk als minder hoog: ze geven aan

dat ze het nakijken minder stressvol vin-

den, doordat ze een digitale bibliotheek

van goede feedback bij de hand hebben.

dat is winst.’ ‹

zonder stress nakijken. kan dat?

Project SCALA en de HvA

In 2012 is het project SCALA (Scaffolding Assessment for LeArning) gestart. Dit door

SURF gefinancierde ICTO-project is bedoeld om het gebruik van digitale middelen bij

het beoordelen van onder andere papers en onderzoeksverslagen onder docenten te

bevorderen. Vier partners doen mee: de Universiteit Utrecht, de Vrije Universiteit, de

Hogeschool Utrecht en de Hogeschool van Amsterdam. De HvA heeft in het kader

van SCALA acht pilots uitgevoerd met Turnitin, een commercieel nakijkprogramma

voor papers. Op basis van de uitkomsten zal de HvA besluiten of het zinvol is om een

hogeschoolbrede licentie aan te schaffen.

elke docent wanhoopt wel eens bij het zien van een stapel nakijkwerk.

is digitaal toetsen de oplossing?

sumit mehra

‘een digitaal nakijkprogramma dwingt docenten om keuzes te maken over de toetscriteria.’

Vitaal werken bij de HvA22 vitaal werken bij de Hva

digitaal toetsen

23