Huidige wetgeving voldoende om mogelijke misstanden in franchise aan te pakken

1
15 januari 2014 © Het Financieele Dagblad Huidige wetgeving voldoende om mogelijke misstanden in franchise aan te pakken Iedere franchisenemer wordt in staat geacht te eisen dat erecode onderdeel uitmaakt van contract Romana Engeman F F ranchise heeft als vorm van samenwerking tussen zelf- standige ondernemers een grote vlucht genomen. In 2012 waren er in Nederland zo’n 30.000 franchiseves- tigingen met 260.000 medewerkers en ruim € 30 mrd omzet in retail, horeca, dienstverlening en zorg. De samenwer- king kenmerkt zich door het feit dat een franchisegever zijn concept (mede) door franchisenemers laat exploiteren. De rechten en verplichtingen van beide par- tijen zijn doorgaans in een contract vast- gelegd. Het model franchisecontract van de Nederlandse Franchise Vereniging (NFV) wordt vaak toegepast. Ter bevordering van de kwaliteit van de samenwerking tussen ondernemers heeft de NFV met een aantal andere Eu- ropese landen ook de Europese Erecode inzake Franchising opgesteld. Deze door ieder NFV-lid onderschreven code bevat spelregels over met name de voor- en be- ginfase van de franchisesamenwerking. Jan willem Kolenbrander stelt onder meer dat er twee soorten franchisene- mers zijn. Zij die wel zijn aangesloten bij NFV-leden en onder de erecode vallen, en zij die dat niet zijn en daar niet onder vallen, hetgeen rechtsongelijkheid met zich mee zou brengen (FD, 3 januari). Deze rechtsongelijkheid zou franchise- wetgeving rechtvaardigen. Dit zijn twee verschillende zaken. Ie- dere franchisenemer is een zelfstandig ondernemer die in staat moet worden geacht bij de contractonderhandelingen te eisen dat de erecode onderdeel uit- maakt van het franchisecontract. Gezien de evenwichtigheid van deze code zal bijna geen franchisegever dat weigeren. Doet hij dat wel, dan is de franchisene- mer een gewaarschuwd mens. Daarnaast heeft een franchisenemer die zich aan- sluit bij een formule die is aangesloten bij de NFV de zekerheid — naast ge- noemde toepasselijkheid van de erecode — dat het gehanteerde franchisecontract getoetst is op een evenwichtige verdeling van rechten en plichten. Een potentiële franchisenemer kan dus het beste kijken of de door hem geselecteerde formule is aangesloten bij de NFV en deze gedrags- code onderschrijft. De franchisenemer is immers als zelfstandig ondernemer verantwoordelijk voor de overeenkomst die getekend wordt. Kolenbrander stelt verder dat er een ernstige toename is van misstanden bin- nen franchise. Deze zouden specifieke franchisewetgeving rechtvaardigen. In iedere onderneming of samenwerking kunnen echter zaken misgaan of anders lopen dan verwacht. Om uit de telkens terugkerende publiciteit over een en- kel aantal formules, zonder feitelijk algemeen geldende ‘misstanden’, de conclusie te trekken dat er iets grondig mis is met het systeem franchise en dat specifieke franchisewetgeving daarvoor de oplossing is, gaat veel te ver. Bestaan- de wettelijke bepalingen zijn van toepas- sing bij misstanden. En ondernemers, zowel franchisegevers als -nemers, zitten niet te wachten op extra regeldruk van overheidswege met alle inspanningen en kosten van dien. Zowel franchisegever als franchise- nemers zijn zelfstandige ondernemers die bewust de samenwerking in een franchisesetting met elkaar zoeken om er beiden beter van te worden. Al decen- nia blijkt zo’n samenwerking zeer pro- fijtelijk en in de huidige tijd zelfs meer crisisbestendig dan ondernemerschap met een eigen concept of in een filiaalbe- drijf. Dat het soms minder of zelfs slecht gaat, hoort simpelweg bij het onderne- merschap. Extra wetgeving zal daar geen invloed op hebben. Het toepassen van het NFV-modelfranchisecontract en de Europese erecode daarentegen maakt partijen bewust, niet alleen van de voor- delen van franchise maar ook van de nadelen en eventuele valkuilen. Drs. Romana J. Engeman is algemeen directeur van de Nederlandse Franchise Vereniging. Dat het soms minder of zelfs slecht gaat, hoort simpelweg bij het ondernemerschap

description

Huidige wetgeving voldoende om mogelijke misstanden in franchise aan te pakken - Romana Engeman FD d.d. 15 januari 2014

Transcript of Huidige wetgeving voldoende om mogelijke misstanden in franchise aan te pakken

15 januari 2014 © Het Financieele Dagblad

Huidige wetgeving voldoende om mogelijke misstanden in franchise aan te pakkenIedere franchisenemer wordt in staat geacht te eisen dat erecode onderdeel uitmaakt van contract

Romana Engeman

FFranchise heeft als vorm van samenwerking tussen zelf-standige ondernemers een grote vlucht genomen. In 2012 waren er in Nederland zo’n 30.000 franchiseves-

tigingen met 260.000 medewerkers en ruim € 30 mrd omzet in retail, horeca, dienstverlening en zorg. De samenwer-king kenmerkt zich door het feit dat een franchisegever zijn concept (mede) door franchisenemers laat exploiteren. De rechten en verplichtingen van beide par-tijen zijn doorgaans in een contract vast-gelegd. Het model franchisecontract van de Nederlandse Franchise Vereniging (NFV) wordt vaak toegepast.

Ter bevordering van de kwaliteit van de samenwerking tussen ondernemers heeft de NFV met een aantal andere Eu-ropese landen ook de Europese Erecode inzake Franchising opgesteld. Deze door ieder NFV-lid onderschreven code bevat spelregels over met name de voor- en be-ginfase van de franchisesamenwerking.

Jan willem Kolenbrander stelt onder meer dat er twee soorten franchisene-mers zijn. Zij die wel zijn aangesloten bij NFV-leden en onder de erecode vallen, en zij die dat niet zijn en daar niet onder vallen, hetgeen rechtsongelijkheid met zich mee zou brengen (FD, 3 januari). Deze rechtsongelijkheid zou franchise-wetgeving rechtvaardigen.

Dit zijn twee verschillende zaken. Ie-dere franchisenemer is een zelfstandig ondernemer die in staat moet worden geacht bij de contractonderhandelingen te eisen dat de erecode onderdeel uit-maakt van het franchisecontract. Gezien de evenwichtigheid van deze code zal bijna geen franchisegever dat weigeren. Doet hij dat wel, dan is de franchisene-mer een gewaarschuwd mens. Daarnaast heeft een franchisenemer die zich aan-sluit bij een formule die is aangesloten bij de NFV de zekerheid — naast ge-noemde toepasselijkheid van de erecode — dat het gehanteerde franchisecontract getoetst is op een evenwichtige verdeling

van rechten en plichten. Een potentiële franchisenemer kan dus het beste kijken of de door hem geselecteerde formule is aangesloten bij de NFV en deze gedrags-code onderschrijft. De franchisenemer is immers als zelfstandig ondernemer verantwoordelijk voor de overeenkomst die getekend wordt.

Kolenbrander stelt verder dat er een ernstige toename is van misstanden bin-nen franchise. Deze zouden specifieke franchisewetgeving rechtvaardigen. In

iedere onderneming of samenwerking kunnen echter zaken misgaan of anders lopen dan verwacht. Om uit de telkens terugkerende publiciteit over een en-kel aantal formules, zonder feitelijk algemeen geldende ‘misstanden’, de conclusie te trekken dat er iets grondig mis is met het systeem franchise en dat specifieke franchisewetgeving daarvoor de oplossing is, gaat veel te ver. Bestaan-de wettelijke bepalingen zijn van toepas-sing bij misstanden. En ondernemers, zowel franchisegevers als -nemers, zitten niet te wachten op extra regeldruk van overheidswege met alle inspanningen en kosten van dien.

Zowel franchisegever als franchise-nemers zijn zelfstandige ondernemers die bewust de samenwerking in een

franchisesetting met elkaar zoeken om er beiden beter van te worden. Al decen-nia blijkt zo’n samenwerking zeer pro-fijtelijk en in de huidige tijd zelfs meer crisisbestendig dan ondernemerschap met een eigen concept of in een filiaalbe-drijf. Dat het soms minder of zelfs slecht gaat, hoort simpelweg bij het onderne-merschap. Extra wetgeving zal daar geen invloed op hebben. Het toepassen van het NFV-modelfranchisecontract en de Europese erecode daarentegen maakt partijen bewust, niet alleen van de voor-delen van franchise maar ook van de nadelen en eventuele valkuilen.

Drs. Romana J. Engeman is algemeen directeur van de Nederlandse Franchise Vereniging.

Dat het soms minder of zelfs slecht gaat, hoort simpelweg bij het ondernemerschap