Huidige stand van ontwikkeling en toepassing...Zichtbare ontwikkelingen van Leven Lang Leren zijn de...

37
E-portfolio Huidige stand van ontwikkeling en toepassing E-portfolio binnen de Zorg, Welzijn en Sport Bouwen aan kennis Calibris Kenniscentrum voor leren in de praktijk in Zorg, Welzijn en Sport Postbus 131 3980 CC Bunnik T 030 750 7000 F 030 750 7001 I www.calibris.nl E [email protected]

Transcript of Huidige stand van ontwikkeling en toepassing...Zichtbare ontwikkelingen van Leven Lang Leren zijn de...

E-portfolio Huidige stand van ontwikkeling en toepassing E-portfolio binnen de Zorg, Welzijn en Sport Bouwen aan kennis

Calibris Kenniscentrum voor leren in de praktijk in Zorg, Welzijn en Sport Postbus 131 3980 CC Bunnik T 030 750 7000 F 030 750 7001 I www.calibris.nl E [email protected]

Disclaimer Calibris kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden in dit document. Aan de inhoud van dit document kunnen geen rechten worden ontleend.

Pagina 1 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave .................................................................................................................................................. 2  1. Inleiding ......................................................................................................................................................... 4  2. Werkwijze en aanpak..................................................................................................................................... 6 

2.1 Doelstelling onderzoek ........................................................................................................................... 6 2.2 Doelgroepen ........................................................................................................................................... 6 2.3 Onderzoeksmethoden ............................................................................................................................ 6 2.4 Onderzoeksinstrument ........................................................................................................................... 7 

3. Wat is een e-portfolio?................................................................................................................................... 8 

3.1 Waarom een e-portfolio .......................................................................................................................... 8 3.1.1 Veranderingen in de vraag naar arbeid.......................................................................................... 8 3.1.2 Veranderingen in het aanbod van arbeid ....................................................................................... 9 3.1.3 Ontwikkelingen in de technologie maken het mogelijk ................................................................ 11 3.1.4 Waarom een e-portfolio gaat helpen............................................................................................ 11 

3.2. Hoe werkt een e-portfolio? .................................................................................................................. 11 3.2.1 Definitie van een e-portfolio.......................................................................................................... 11 3.2.2 Doelstellingen van e-portfolio's .................................................................................................... 12 3.2.3 Het instrument e-portfolio ............................................................................................................. 12 

3.3 Principes voor het gebruik van e-portfolio’s ......................................................................................... 15  4. Stand van ontwikkeling en toepassing; ervaringen en initiatieven .............................................................. 18 

4.1 Waar wordt het e-portfolio toegepast? ................................................................................................. 18 4.2 E-portfolio in het onderwijs ................................................................................................................... 19 4.3 E-portfolio in het bedrijfsleven .............................................................................................................. 20 4.3 E-portfolio bij arbeidsbemiddeling ........................................................................................................ 24 4.4 E-portfolio applicatieleveranciers ......................................................................................................... 25 

5. Samenvattende conclusies.......................................................................................................................... 26  Bronnen ........................................................................................................................................................... 28  Bijlage 1 – Overzicht onderzochte praktijkcases en leveranciers ................................................................... 29 Bijlage 2 – Onderzoeksinstrument................................................................................................................... 30 Bijlage 3 – E-portfolio NL / NTA gegevensstandaard...................................................................................... 32 Bijlage 4 – Modulaire opbouw van het instrument........................................................................................... 33 Bijlage 5 - Overzicht e-portfolio applicatieleveranciers.................................................................................... 34 

Pagina 2 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

Pagina 3 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

1. Inleiding Voorliggend rapport beschrijft de huidige stand van ontwikkeling en toepassing van het e-portfolio. Het rapport beschrijft de kennis die is opgedaan gedurende het onderzoek dat is uitgevoerd tijdens fase 1 “Verkennen en inventariseren, bouwen aan kennis” van het project e-portfolio binnen de Zorg Welzijn en Sport. Het project E-portfolio binnen de Zorg, Welzijn en Sport is geïnitieerd om een zinvolle bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van ‘employability’ en een Leven Lang Leren binnen de sectoren Zorg, Welzijn en Sport. Dit zijn voor Calibris belangrijke aandachtsgebieden omdat door vergrijzing krapte op de arbeidsmarkt ontstaat terwijl dezelfde vergrijzing de vraag naar zorg zal doen stijgen. Het zal daarom voor veel bedrijven in de sectoren van Calibris niet eenvoudig zijn om nu en in de toekomst over voldoende mensen met de juiste competenties te kunnen beschikken. Om zowel het kwantiteits- als het kwaliteitsvraagstuk het hoofd te bieden is er steeds meer aandacht voor employability vraagstukken. Vraagstukken waarbij het vergroten van de inzetbaarheid van mensen een belangrijke rol speelt. Aanleiding onderzoek: gemeenschappelijke taal en gedeeld referentiekader In de periode mei tot en met september 2010 is het project gestart met een kwartiermakersfase. Het doel van die fase was om te onderzoeken waar de stakeholders van Calibris staan op het gebied van een Leven Lang Leren, employability en het e-portfolio als digitaal instrument om beide te kunnen ondersteunen. Uit de ronde langs een representatieve afvaardiging van stakeholders is gebleken dat er een grote diversiteit aan beelden, visies, initiatieven, doelstellingen, resultaten en behoeften bestaat rondom het onderwerp e-portfolio. Stakeholders hebben aangegeven behoefte te hebben aan een gemeenschappelijke taal, standaardisatie en doelmatige samenwerking. Waarbij duidelijk géén behoefte is aan een instrumentgerichte of korte termijn project. Doel fase één; Verkennen en inventariseren Om te voldoen aan deze behoefte is fase één; “Verkennen en inventariseren” van het project e-portfolio uitgevoerd. Doelstelling van deze fase is: “Het ontsluiten van kennis over en het inzichtelijk maken van de mogelijkheden van een sectoroverstijgend e-portfolio binnen de Zorg, Welzijn en Sport als een hulpmiddel om meer balans en dynamiek te creëren binnen de arbeidsmarkt.” Resultaten De opgedane kennis en inzichten worden op verschillende wijze gepresenteerd:

Tijdens een workshop op 30 november jl. zijn de opgedane inzichten gedeeld met de stakeholders. Hierbij is gebruik gemaakt van een multimediale presentatie, met hierin opgenomen een animatie die d.m.v. beelden duidelijk maakt wat de mogelijkheden zijn van een e-portfolio voor Zorg, Welzijn en Sport Deze rapportage is te beschouwen als een aanvulling en verdieping van deze animatie en presentatie.

In dit rapport zijn de inzichten uit het onderzoek naar de huidige stand van ontwikkeling en toepassing van het e-portfolio samengevat.

Door deze aanpak wordt voorzien in een gemeenschappelijke taal en er is een start gemaakt met het opbouwen van een gedeeld referentiekader. Leeswijzer Hoofdstuk twee beschrijft de werkwijze en aanpak van het onderzoek. In hoofdstuk drie wordt de toegevoegde waarde van het e-portfolio toegelicht en wordt aandacht besteed aan de werking en opbouw van het digitale instrument. Hoe het e-portfolio in de praktijk wordt toegepast wordt in hoofdstuk vier aan de hand van enkele cases besproken. Tot slot worden in hoofdstuk vijf de belangrijkste conclusies samengevat.

Pagina 4 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

Pagina 5 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

2. Werkwijze en aanpak Dit hoofdstuk beschrijft de werkwijze en aanpak van het onderzoek. Het onderzoek is gestart met het ontwikkelen van een diagnose instrument. Dit instrument is gebruikt om het onderzoek naar de beschikbare kennis en expertise over het ontwikkelen, implementeren en gebruik van e-portfolio’s te structureren.

2.1 Doelstelling onderzoek Doel van het onderzoek is om antwoord te krijgen op de volgende vragen:

1. Wat is een e-portfolio? 2. Waarom een e-portfolio? 3. Hoe werkt een e-portfolio? 4. Wie werken er met een e-portfolio? 5. Wat is de huidige stand van ontwikkeling rondom het e-portfolio?

2.2 Doelgroepen Er zijn drie verschillende doelgroepen die gebruikmaken van het e-portfolio, namelijk:

Onderwijs; onderwijsinstellingen en deelnemers/studenten Arbeid; Werkgevers en werknemers Arbeidsbemiddelingorganisaties en toeleidende instanties en werkzoekenden

2.3 Onderzoeksmethoden Om antwoorden te vinden op de onderzoeksvragen in relatie tot de drie doelgroepen zijn de volgende onderzoeksmethoden ingezet:

Deskresearch Openbare bronnen, vaak beschikbaar gesteld via Internet, zijn onderzocht. Denk hierbij aan onderzoeksrapporten, whitepapers, casebeschrijvingen en nieuwsartikelen. De kennis en inzichten uit de verschillende omgevingen zijn verzameld, gecombineerd, vergeleken en gestructureerd. Op deze wijze ontstaat een belangrijke kennisbasis en theoretisch kader gebaseerd op wat al is bedacht en onderzocht.

Interviews en gesprekken met experts

Er zijn gesprekken met experts op het gebied van e-portfolio gevoerd. Bijvoorbeeld met de auteurs van onderzoeksrapporten, projectleiders van e-portfolio gerelateerde projecten en leveranciers. Het zijn mensen die inzicht hebben in de (on)mogelijkheden van het e-portfolio en beschikken over technische en/of inhoudelijke kennis en ervaring.

Case studies van praktijkvoorbeelden

“The proof of the pudding, is in the eating”. Praktijkcases waarin een e-portfolio is ontwikkeld, is geïmplementeerd of met succes wordt toegepast zijn onderzocht. Op basis van deskresearch en gesprekken met betrokkenen is getracht inzicht te krijgen in de succesvolle en minder succesvolle praktijkvoorbeelden. Bijlage één bevat een overzicht van onderzochte praktijkcases en applicatie-leveranciers.

Pagina 6 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

2.4 Onderzoeksinstrument Op basis van een theoretisch vooronderzoek is een semigestructureerde aanpak opgezet. Het onderzoek is vervolgens uitgevoerd op basis van onderstaand model en de onderzoeksvragen. Het onderzoeks-instrument, met vragenlijst, is opgenomen in bijlage twee.

Figuur 2.1: Onderzoeksmodel voor diagnose-instrument

Pagina 7 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

3. Wat is een e-portfolio? In dit hoofdstuk wordt aan de hand van trends en ontwikkelingen de toegenomen aandacht voor e-portfolio’s verklaard. Het schetst de aanleiding en toegevoegde waarde van het e-portfolio gezien arbeidsmarkt-ontwikkelingen. Vervolgens wordt ingegaan op de werking van het e-portfolio en de opbouw van het digitale instrument. Dit hoofdstuk sluit af met een overzicht van de principes die relevant zijn bij het gebruik van een e-portfolio.

3.1 Waarom een e-portfolio De toenemende aandacht voor elektronische portfolio’s in het Leren en Werken domein vindt zijn oorsprong in drie belangrijke trends:

Door technologische vooruitgang en globalisering zien we steeds snellere veranderingen in functies en functie-inhoud.

Aan de aanbodzijde van de arbeidsmarkt zorgen vergrijzing en ontgroening voor structurele krapte. Nieuwe ICT technologieën maken informatie eenvoudig transparant en uitwisselbaar.

3.1.1 Veranderingen in de vraag naar arbeid Door de snelle ontwikkelingen in de economie en technologie, binnen bedrijven, op de arbeidsmarkt en in het onderwijs zijn mensen zich steeds meer bewust van het feit dat zij een leven lang moeten blijven leren. Moeten blijven werken aan het (door)ontwikkelen van competenties. Functienamen en functie-inhoud veranderen snel als gevolg van deze ontwikkelingen. Voortdurende investeringen in (bij)scholingen zijn vereist om veroudering van kennis en vaardigheden tegen te gaan en flexibel aan te kunnen passen aan nieuwe omstandigheden. Door dit toenemende bewustzijn ontstaat er binnen het Leren en Werken domein méér en méér aandacht voor het perspectief van een Leven Lang Leren als een continu leerproces van een individu dat tijdens zijn hele leven doorloopt.

Figuur 3.1: Leven Lang Leren en informatie-uitwisseling

Het leerproces start voor veel individuen in het onderwijs. Hier werken zij onder begeleiding aan het ontwikkelen van competenties (kennis, vaardigheden en attitudes (of ‘houdingen’)) die hen in staat moeten stellen om op termijn professionele taken en functies succesvol uit te kunnen voeren en verantwoordelijkheden op zich te kunnen nemen. In de meer competentiegerichte aanpak van het huidige (beroeps) onderwijs wordt de onderwezen kennis en vaardigheden continu gerelateerd aan een praktijk waarin ze moeten worden toegepast. Competentiegericht leren is hiermee gericht op het vergroten van de persoonlijke vermogens. Daarom wordt uitgegaan van de vermogens waar het individu al over beschikt, de eerder verworven competenties. Met competentiegericht leren wordt geprobeerd de competenties die het individu al heeft verder te ontwikkelen en om daarnaast nieuwe competenties te ontwikkelen. Om dat proces

Pagina 8 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

te faciliteren gebruikt men steeds vaker een digitaal instrument om (leer)ervaringen en informatie vast te leggen en mee te kunnen nemen. Naast dat het individu meer verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen leerproces, bouwt het Leven Lang Leren concept op partnerschappen tussen ministeries, werkgevers, onderwijsorganisaties, beroeps-verenigingen en toeleidende instanties. Op allerlei maatschappelijke, economische en politieke niveaus wordt steeds meer overeenstemming bereikt om Leven Lang Leren in de praktijk te brengen, zo te denken en te acteren. EVP en EVC Zichtbare ontwikkelingen van Leven Lang Leren zijn de introductie van het Ervaringsprofiel (EVP) en de Erkenning van Verworven Competenties (EVC). Een Ervaringsprofiel laat zien over welke kwaliteiten individuen beschikken ten opzichte van een landelijke standaard (zoals een diploma) zonder dat er een formele beoordeling heeft plaatsgevonden. Individuen brengen deze informatie zelf in kaart onder deskundige begeleiding. Het maken van een Ervaringsprofiel vergroot het zelfinzicht en de zelfovertuiging. Daardoor is men beter in staat om bijvoorbeeld een nieuwe werkgever van de eigen kwaliteiten te overtuigen. Daarnaast kan het Ervaringsprofiel dienen als opstap naar het Ervaringscertificaat. Een EVC-procedure geeft een beeld van de talenten, kennis en vaardigheden (competenties) van een individu. Deze kan hij verworven hebben op school, op het werk, thuis of door het beoefenen van hobby’s. Het instrument EVC brengt de kennis en kunde in beeld die mensen op een bepaald moment hebben. Die competenties kunnen overal ontwikkeld zijn, de essentie van EVC is het erkennen dat leren niet alleen gebeurt via het formele onderwijs. Het resultaat van een EVC-procedure wordt altijd beschreven in een EVC-rapportage, tegenwoordig beter bekend als ervaringscertificaat. Daaruit blijkt over welke competenties de deelnemer beschikt ten opzichte van een bepaalde standaard. Soms is de EVC-rapportage alleen al genoeg voor de deelnemer om verder te kunnen in zijn loopbaan. Indien gewenst kan de EVC-rapportage leiden tot erkenning; een of meer deelcertificaten of zelfs een volledig diploma. Binnen de onderwijssector worden (digitale) portfolio’s al langere tijd ingezet om de voortgang en competentieontwikkeling van de lerende vast te kunnen leggen en (leer)ervaringen, informatie en bewijsmateriaal te ordenen. Tot op heden blijft het gebruik echter wel beperkt tot toepassing ervan in de leeromgeving.

3.1.2 Veranderingen in het aanbod van arbeid Vanaf 2010 krimpt de beroepsbevolking1. Nederland staat aan de vooravond van een belangrijke verandering. In de afgelopen zestig jaar is de beroepsbevolking - iedereen tussen de 20 en de 64 jaar - gegroeid van ruim 5 miljoen naar 10 miljoen mensen. Aan deze groei komt een eind: vanaf 2010 neemt de omvang van de beroepsbevolking af. De omvangrijke generatie babyboomers stopt dan met werken, terwijl er veel minder jonge mensen op de arbeidsmarkt bijkomen. In de periode tot 2040 leidt dit tot een daling van de beroepsbevolking met maar liefst 1 miljoen mensen. Er wordt nu al gesproken van een structurele krapte op de arbeidsmarkt. De omvang van de totale bevolking groeit in die periode nog licht en het aandeel van mensen ouder dan 65 jaar stijgt sterk.

Figuur 3.2: Ontwikkeling geboortecijfer en pensioenen

De vraag naar arbeid blijft echter groeien. Ramingen laten zien dat de vraag naar arbeid nog flink zal doorgroeien. In de periode tot 2015 komen er 600.000 banen bij, terwijl er door pensioen en arbeidsongeschiktheid ook nog eens 2,6 miljoen banen vrijkomen waarvoor mensen nodig zijn.

1 Bron: Advies Commissie Arbeidsparticipatie, Naar een toekomst die werkt, juni 2008 

Pagina 9 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

Voor het eerst in de geschiedenis zullen er daardoor structureel minder mensen beschikbaar zijn om te werken, dan er banen zijn. Werken aan ‘balans en dynamiek op de arbeidsmarkt’ Door snelle ontwikkelingen wordt de wereld minder voorspelbaar en ontstaat er meer onzekerheid. Tegelijkertijd wordt er méér gevraagd van mensen en wordt aanpassingsvermogen, flexibiliteit en verantwoordelijkheid steeds belangrijker. De opgave waar we vanuit arbeidsmarktperspectief voor staan is om zo veel mogelijk mensen inzetbaar te maken en te houden2. Inzetbaarheid vormt de achilleshiel van de arbeidsmarkt. Inzetbaarheid (employability, ‘polyvalentie’, workability, werkvermogen) en arbeidsmobiliteit zijn dé issues op de arbeidsmarkt. Inzetbaarheid is een kwestie van de beste ‘job to person’ match. Dit betekent dat het een uitdaging is om de vraag- en aanbodzijde van de arbeidsmarkt in balans te brengen en nu en in de toekomst te streven naar een dynamisch evenwicht. Wat is er nodig? Hoeveel mensen? Met welke competenties? Op welke plek? Op welk moment? En hoe gaan we dat waarmaken? Arbeidsmobiliteit gaat over het vraagstuk hoe mensen van werk naar werk te begeleiden.

Figuur 3.3: De uitdaging: meer balans en dynamiek op de arbeidsmarkt Het is een uitdaging om de match en begeleiding te optimaliseren waarbij betere en snellere informatie over de vraag naar en het aanbod van arbeid cruciaal is. Duidelijkheid over de verwachte en benodigde competenties aan de vraagzijde van de arbeidsmarkt én duidelijkheid over de behaalde en te ontwikkelen competenties van het individu aan de aanbodzijde van de arbeidsmarkt is nodig. Dat maakt het mogelijk om een betere match te maken tussen competentieprofielen (vraag) en de behaalde en te ontwikkelen competenties van individuen (aanbod). Daardoor kunnen individuen gerichter worden opgeleid en worden begeleid.

Figuur 3.4: Matching vraag naar en aanbod van arbeid

2 Bron: Advies Commissie Arbeidsparticipatie, Naar een toekomst die werkt, juni 2008 

Pagina 10 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

In de werkomgeving worden (digitale) portfolio’s nog maar beperkt ingezet om de behaalde en te ontwikkelen competenties van medewerkers vast te kunnen leggen.

3.1.3 Ontwikkelingen in de technologie maken het mogelijk Als individu werk je tijdens je hele leven aan je (persoonlijke)ontwikkeling, bijvoorbeeld als leerling, student, werknemer of in je vrije tijd. Tijdens je loopbaanontwikkeling bouw je ongemerkt aan je portfolio, omdat op allerlei plaatsen gegevens over je loopbaanontwikkeling worden bewaard. Deze informatie is veelal versnipperd over verschillende organisaties en wordt op verschillende plaatsen bewaard. Als individu heb je geen, of nog weinig, overzicht van welke (persoonlijke) informatie waar beschikbaar is. In toenemende mate wordt deze informatie digitaal opgeslagen en met de ontwikkelingen van WEB 2.0 op internet wordt de digitale hoeveelheid informatie steeds groter. Door technologische ontwikkelingen in de ICT en het ontstaan van open standaarden is het vele malen eenvoudiger geworden om informatie tussen verschillende informatiesystemen en domeinen uit te wisselen. Ontwikkelingen in de technologie maken het mogelijk om informatie over loopbaanontwikkeling te ontsluiten in een persoonlijk digitaal portfolio en dit naar eigen inzicht beschikbaar te stellen aan partijen in het Leren en Werken domein. Op deze manier kan het individu de informatie zelf beheren en bepalen wie toegang krijgt tot bepaalde informatie. Door portfoliogegevens te verzamelen en mee te nemen naar vervolgonderwijs, arbeidsbemiddeling en werk is het mogelijk het eigen leerproces meer te sturen en voort te bouwen op reeds behaalde competenties. Een voordeel van het werken met een digitaal portfolio is dan ook dat er een uitgebreid beeld ontstaat van de eigen vaardigheden en de te ontwikkelen aspecten.

3.1.4 Waarom een e-portfolio gaat helpen Een globaliserende economie, technologische vooruitgang en digitalisering zorgen voor snelle veranderingen in functies en functie-inhoud. Aan de aanbodzijde van de arbeidsmarkt zorgen vergrijzing en ontgroening voor structurele krapte. Het is daardoor voor veel organisaties een uitdaging om nu en in de toekomst over voldoende mensen met de juiste competenties te beschikken. Een e-portfolio gaat hierbij helpen. Het maakt ervaringen en competenties van mensen transparant en kan leerervaringen verbeteren en de loopbaanontwikkeling beter ondersteunen.

3.2. Hoe werkt een e-portfolio? In dit hoofdstuk wordt toegelicht wat e-portfolio’s zijn, hoe het instrument werkt en is opgebouwd. Vervolgens wordt de afspraak E-portfolio NL toegelicht en wordt beschreven welke principes er in Nederland zijn uitgewerkt die als uitgangspunt zouden moeten dienen voor inrichtingskeuzes van verschillende partijen in het Leren en Werken domein. Het volgen van deze principes door deze partijen draagt bij aan de adoptie van standaarden en daarmee aan de uitwisselbaarheid van e-portfolio gegevens tussen verschillende organisaties en instanties.

3.2.1 Definitie van een e-portfolio Een e-portfolio is een multimediaal CV. Een digitaal instrument waarmee een individu transparant maakt over welke talenten, competenties, diploma’s, ervaringen, certificaten, bewijsstukken, ambities, voorkeuren en aanbevelingen hij beschikt. In het e-portfolio legt hij leerresultaten en ervaringen vast die hij vervolgens kan tonen aan anderen. Het oorspronkelijke begrip portfolio (van "portare", dragen en "foglio", blad) komt uit de wereld van kunst & cultuur en betekent "draagmap voor grote tekeningen, schema's enzovoort"3. Tegenwoordig wordt het in veel meer maatschappelijke contexten gebruikt4. De laatste jaren wordt er op steeds meer plaatsen gebruik gemaakt van een digitaal of elektronisch portfolio, ook wel e-portfolio genoemd.

3 Van Dale 4 http://en.wikipedia.org/wiki/Portfolio    

Pagina 11 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

Voor e-portfolio's worden vele definities gehanteerd. Zolang er geen sprake is van uitwisseling of standaardisatie van informatie, is dit toegestaan. Elke verzameling van elektronische documenten, ook de eigen thuis-pc, kan een e-portfolio genoemd worden. Ten aanzien van het gebruik van het e-portfolio kan worden geconstateerd dat in Nederland veel initiatieven en samenwerkingsverbanden actief zijn. Er komen vele verschijningsvormen van het e-portfolio voor en de gebruikte terminologie komt niet altijd overeen. De set van relevante gegevenselementen daarentegen komt op grote lijnen wel overeen (Hensen, 2005 en Hensen, 2007). Hier maken we gebruik van een definitie die een groot aantal van de verschillende definities afdekt, maar ook voor de noodzakelijke afbakening zorgt:

Een e-portfolio of elektronisch portfolio is een verzameling van doelgericht bij elkaar gebrachte elektronische gegevens en documenten (bestanden), die wordt beheerd door het lerende en werkende individu. Het doel van het samenstellen van een e-portfolio is het tonen van resultaten (en eventueel het leerproces) aan anderen.

Bron: Kennisnet Ict op school, 2007

3.2.2 Doelstellingen van e-portfolio's Een e-portfolio is bedoeld voor het vastleggen en tonen van leerresultaten en eventueel het leerproces aan zichzelf of aan anderen. Met het portfolio als tastbaar “bewijs” van het leren kan men meerdere doel-stellingen ondersteunen. De in de literatuur (Wolf e.a. (1997)) en praktijk meest voorkomende indeling is:

Ontwikkelings/reflectie portfolio: heeft als doel de professionele groei van de samensteller te documenteren. Het belang hiervan is, dat het leerproces zichtbaar wordt, zowel voor de omgeving als voor het individu zelf (is dus ook een bewustwordingsproces);

Beoordelingsportfolio (ook wel: assessment portfolio): bevat materiaal op basis waarvan uitspraken gedaan kunnen worden over bekwaamheden waaraan de student moet voldoen;

Presentatieportfolio (ook wel: showcase): heeft vooral een toonfunctie. Hierin worden uitspraken aannemelijk gemaakt die de samensteller over zijn of haar eigen competenties / capaciteiten doet.

In de praktijk staan de bovengenoemde functies niet los van elkaar, maar wordt het portfolio voor meerdere functies (zowel procesgericht als productgericht) tegelijk ingezet. Hierbij valt op dat het portfolio evolueert van presentatiegericht naar ontwikkelingsgericht.

3.2.3 Het instrument e-portfolio Het instrument e-portfolio bestaat uit drie onderdelen:

1. De NTA gegevensstandaard; 2. De applicatie met gebruikersinterface

en gewenste functionaliteiten 3. Aanvullende content, plugin’s en add-ons

Figuur 3.5: Modulaire opbouw van het e-portfolio

Pagina 12 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

NTA-gegevensstandaard5

De gegevensstandaard uit de Nederlands Technische Afspraak (NTA) vormt de basis van het e-portfolio. De NTA definieert de elementen van de dataset waaruit het e-portfolio is opgebouwd. De NTA gaat over de inhoud, structuur, (meta)data en eisen aan de gegevens en documenten in een e-portfolio. De NTA zorgt ervoor dat bij het uitwisselen van informatie geen gegevens verloren gaan, ook niet wanneer de ontvangende partij bepaalde gegevens niet begrijpt. De NTA b

kan lezen of niet kan gebruiken omdat hij de betekenis niet

estaat uit een syntactisch en en semantisch deel. Het syntactische

isselbaarheid te borgen zijn fspraken over het uitwisselen van

selen van se afspraak te ontwikkelen op basis van de internationale IMS

daard E-portfolio NL geplaatst op de lijst met pen standaarden waarvoor het ‘pas toe of leg uit’-regime

edeel definieert de elementen van het E-portfolio NL, hun structuur en hun formaat. Deze elementen worden gedefinieerd en gespecificeerd in een XML-bestand. Het semantische deel beperkt zich tot een korte definitie van de gebruikte begrippen in de afspraak en de betekenis van alle elementen en waarden. Om de uitwadigitale portfoliogegevens vastgelegd in een Nederlands Technische Afspraak (ofwel NTA). Tussen 2005 en 2009 hebben verschillende partijen in het Leren en Werken domein gewerkt aan afspraken om het uitwisprogramma gestart om een NederlandePortfolio-specificatie van het IMS Global Learning Consortium. IMS is één van de belangrijkste internationale organisaties op het gebied van leertechnologie-standaardisatie en de “IMS ePortfolio-specificatie” is de meest gedetailleerde e-portfolio specificatie. Op 18 mei 2010 heeft het College Standaardisatie de open stan

Figuur 3.6: Globale structuur van de E-portfolio NL gegevensstandaard

elektronische portfolio’s mogelijk te maken. Er is een

o geldt. Dit houdt in dat (semi-) publieke

op ontwikkelde competenties mogelijk te aken moeten e-portfolio gegevens uitwisselbaar zijn tussen verschillende organisaties. Hoe meer

e applicatie met gebruikersinterface en gewenste functionaliteiten

twikkelaars van e-portfolio pplicaties ontwerpen vervolgens een gebruikersinterface en ontwikkelen specifieke functionaliteiten om

gebruiker met een omputersysteem communiceert. Onderdelen van de gebruikersinterface zijn bijvoorbeeld het scherm, met

organisaties bij aanschaf van een systeem voor een digitaal portfolio, verplicht zijn om te kiezen voor E-portfolio NL. Alleen als dat tot onoverkomelijke problemen leidt in de bedrijfsvoering, moet in het jaarverslag verantwoordt worden waarom niet voor E-portfolio NL is gekozen. Om een Leven Lang Leren te ondersteunen en het voortbouwen morganisaties hierbij een uitwisselbaar e-portfolio gebruiken, hoe meer er een continue keten van leren voor individuen kan ontstaan. D De NTA is bedoeld voor ontwikkelaars van ‘E-portfolio NL’-applicaties. De onaleergegevens en bestanden te kunnen uploaden, opslaan, ordenen, bewerken en tonen. De gebruikersinterface, ook wel gebruikersomgeving, definieert de manier waarop de cvensters, menu's, knoppen, keuzerondjes, pictogrammen en de hardware waarmee de gebruiker gegevens invoert, zoals een keyboard en muis. De gebruikersinterface maakt de interactie tussen mens en systeem mogelijk.

5 NTA 2035, E‐portfolio NL ‐ Het uitwisselen van e‐portfolio's volgens een toepassingsprofiel op basis van de IMS ePortfolio 

Pagina 13 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

Iedere portfolio applicatie bevat specifieke functionaliteiten die standaard zijn ingericht of die op basis van de wensen van de ebruiker en/of de aanbieder zijn ontwikkeld. Het gaat hier dan

rfunctie voor persoonlijke gegevens, e-mailadres en wachtwoord

eigen profielpagina

opslagruimte voor documenten (de basis

ningen

beoordeling

ortfolio-xternen

ling van bestanden

De A nctionalite-portfolio gegevens in en uit de desbetreffende applicaties.

iden. Zo zijn er standaard e-portfolio applicaties p de markt beschikbaar en zijn er maatwerk pakketten om aan te sluiten op specifieke wensen van

et e-portfolio is een digitaal instrument waarmee het individu zijn (leer)resultaten en ervaringen kan hierop kunnen, afhankelijk van de wensen en behoeften,

iverse partijen aanvullende diensten en informatie leveren die het e-portfolio nog waardevoller maken voor

ekoppeld en ontsloten via het e-portfolio. In combinatie met het op aat tonen van branche-informatie en mogelijk zelfs openstaande vacatures ontstaat een compleet

De NTA vormt de basis maar de ebruikersinterface, de functionaliteiten en de plugin’s en add-ons zijn op maat vorm te geven, in te richten

voortgangsgesprekken bij het verwerven van aanvullende competenties om door te stromen naar een hogere functie.

-

gbijvoorbeeld om:

een voorpagina met mededelingen een behee

een profiel voor de opmaak van eendat geheel of gedeeltelijk getoond kan worden een persoonlijkevan ieder e-portfolio) een persoonlijke agenda voor afspraken en plan

een voortgangs- en begeleidingsinstrument voor bewijslast,reflectie, feedback en

een opdrachtenfunctionaliteit, voor het maken en beoordelen van opdrachten een showcase-portfolio met een selectie van pelementen, commentaar van medegebruikers en eeen postbus voor de uitwisse Figuur 3.7: Voorbeelden gebruikersinterface

NT ondersteunt daarnaast specifiek de bouw van fu eit voor het importeren en exporteren van

Geen e-portfolio applicatie ziet er hetzelfde uit. Dit komt doordat leveranciers zich op het vlak van de gebruikersinterface en de functionaliteiten kunnen onderscheogebruikers en/of organisaties. Aanvullende content, plugin’s en add-ons Hvastleggen en kan tonen aan anderen. Aanvullenddhet individu en/of de (leer)organisatie. Zo kunnen digitale employability scans, beroepen- en persoonlijkheidstesten, EVC quickscans en ook specifieke competentiescans worden gminstrument voor de loopbaanontwikkeling en oriëntatie op de arbeidsmarkt. E-portfolio applicaties zijn modulair opgebouwd en zo in te richten dat ze passen bij de leerdoelstelling van het individu en de wensen en eisen van de organisatie die het wil inzetten. gen/of te ontwikkelen. Door deze modulaire opbouw kan het e-portfolio meerdere doelstellingen ondersteunen zoals:

- Het begeleiden van medewerkers aan de hand van persoonlijke ontwikkelingsplannen en

- Het inzetten van een e-portfolio ter ondersteuning van EVC trajecten. Het beoordelen en doelgericht begeleiden van zij-instromers.

Pagina 14 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

3.3 Principes voor het gebruik van e-portfolio’s Het gebruik van e-portfolio's en in het bijzonder de uitwisseling daarvan tussen systemen levert een belangrijke bijdrage aan het Leven Lang Leren" van individuen, het vergroten van de inzetbaarheid en de arbeidsmobiliteit. Rondom de toepassing van e-portfolio's als instrument spelen echter nogal wat (informatiserings)aspecten een rol, zodat effectiviteit in gebruik en uitwisseling voor en tussen organisaties niet altijd eenvoudig is. Om de verschillende stakeholders in het Leren en Werken domein meer op één lijn te krijgen en het gesprek over informatie-uitwisseling en samenwerking op gang te brengen zijn enkele principes opgesteld. Op basis van experimenten, praktijkcases en ervaringen hebben de stakeholders in het Leren en Werken domein naast de NTA E-portfolio NL gewerkt aan een overzicht van de principes die relevant zijn bij het gebruik van een e-portfolio6. Een principe is een richtinggevende uitspraak over een gewenste situatie, die gevolgen heeft voor de partijen die zich er aan willen conformeren. Het adopteren van de hier uitgewerkte principes moet leiden tot een grotere uitwisseling van e-portfolio's. Hieronder wordt elk principe kort uitgelegd. Deze hebben niet allemaal dezelfde diepgang of impact in het veld en ze gaan niet steeds over uitwisseling in de traditionele zin van het woord. De keuze voor deze principes en volgorde is gemaakt op basis van de mate van discussie die elk principe opriep in het Leren en Werken domein'.

1. Een individu is eigenaar van zijn of haar e-portfolio Een individu heeft de zeggenschap (alle rechten) over de inhoud van zijn e-portfolio, tenzij hij hierover nadere afspraken heeft gemaakt.

2. Organisaties die werken met e-portfolio’s stellen zich in het kader van een Leven Lang Leren als ketenpartner richting individu en richting elkaar op. Organisaties, waarin geleerd, gewerkt en/of voor het leren en werken bemiddeld wordt, stellen zich als (zakelijke) ketenpartner van het individu en van overige organisaties op.

3. Een e-portfolio moet het gebruik in meerdere domeinen ondersteunen

Een e-portfolio moet bruikbaar zijn in alle situaties waarin een individu kan leren, dus zowel informeel / non-formeel, in het onderwijs, in de arbeidsbemiddeling of bij een werkgever.

4. Het individu kiest voor de “bewijsvoeringsmethode” in zijn/haar e-portfolio Een e-portfolio mag zowel gegevens en documenten bevatten die het individu zelf heeft gecreëerd als door externe (overheids)partijen gecertificeerde kopieën van gegevens en documenten waarvan de authentieke bron bij die partijen berust.

5. Een e-portfolio moet kunnen verwijzen naar bronnen buiten zichzelf (is een virtueel dossier) Het e-portfolio bevat zelf gegevens en documenten, maar verwijst ook via metadata (dit zijn in principe ook gegevens) naar gegevens en documenten die elders in de wereld zijn opgeslagen.

6. E-portfolio’s zijn exporteerbaar en importeerbaar E-portfolio's moeten via een digitaal medium verplaatst of gekopieerd kunnen worden, waarbij uitwisseling over organisatie- en systeemgrenzen heen, mogelijk moet zijn.

7. Uitwisseling van e-portfolio's geschiedt op basis van een afspraak met als voorkeur de afspraak E-portfolio NL Uitwisseling vindt plaats door (tijdelijke) opslag en export en import van e-portfolio’s in een standaardformaat (informatiestandaard).

8. Een ketenpartner moet alle door het individu aangeboden informatie van het e-portfolio

opslaan en beschikbaar houden voor verder transport of deling op aangeven van dat individu

6 Zalm, van der M. “Whitepaper architectuuraspecten e-portfolio, Kennisnet 2007”

Pagina 15 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

Bij het exporteren van een e-portfolio moet zowel de gebruikte als de ongebruikte informatie die in eerste instantie geïmporteerd is en niet gewijzigd is, ook weer met de dataset mee naar ‘buiten' geëxporteerd worden.

9. Ketenpartners borgen de vertrouwelijkheid en integriteit De organisaties in de keten die e-portfolio's hosten voor het individu, nemen afdoende maatregelen om e-portfolio's te beschermen tegen ongeautoriseerde toegang, beschadiging of verlies, zowel bij opslag als transport.

10. Ketenpartners houden zich aan wettelijke bewaartermijnen De organisaties in de keten die e-portfolio's hosten voor het individu, houden zich bij de opslag van persoonsgebonden gegevens aan de wettelijke bewaartermijnen (minimaal en maximaal) die daarvoor staan.

Pagina 16 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

Pagina 17 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

4. Stand van ontwikkeling en toepassing; ervaringen en initiatieven Het e-portfolio ondersteunt het Leven Lang Leren van een individu gedurende zijn hele loopbaan zodat hij in elke nieuwe leerorganisatie kan voortbouwen op datgene wat hij elders heeft gerealiseerd. Maar tegelijkertijd biedt het e-portfolio ook vele voordelen voor de instellingen en organisaties in het Leren en Werken domein waar het lerende en werkende individu een relatie mee aan gaat. Dit hoofdstuk beschrijft waar en hoe e-portfolio’s op dit moment worden toegepast. Vervolgens wordt per toepassingsomgeving ingegaan op de toegevoegde waarde die het biedt en welke kansen de inzet van e-portfolio functionaliteiten mogelijk maakt.

4.1 Waar wordt het e-portfolio toegepast? Het e-portfolio en de afspraken daarover zijn in Nederland belangrijke instrumenten voor stakeholders in het Leren en Werken domein. Het Leren en Werken domein is op zich geen zelfstandige context, maar één die vooral, maar niet exclusief, steunt op de traditionele sectoren Onderwijs en Arbeidsmarkt. Hiermee is de plaatsbepaling van e-portfolio in het politieke en bestuurlijke krachtenveld enigszins ingewikkeld, omdat het onderwerp sectoroverstijgend is.

Figuur 4.1: Stakeholders in het Leren en Werken domein

Voor de plaatsbepaling van stakeholders maken we gebruik van een indeling in 4 niveaus7 of ´schillen´, waarbij het individu centraal staat:

1. De kern: het individu, Hij of zij gebruikt het e-portfolio om het leren zichtbaar te maken voor anderen, waardoor hij of zij vooruitkomt in de persoonlijke en/of maatschappelijke ontwikkeling. Dit e-portfolio is beschikbaar in elke omgeving waarin geleerd wordt.

2. De eerste schil: inrichters en professionals. Organisaties waarin e-portfolio als begeleidings- en

beoordelingsinstrument gebruikt wordt en hun medewerkers. Dit zijn in Nederland onderwijs-instellingen, werkgevers, het UWV / CWI en de uitzendbureaus.

7 Zalm, van der M. “Whitepaper architectuuraspecten e‐portfolio, Kennisnet 2007” 

Pagina 18 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

3. Tweede schil: coördinatoren. Organisaties die de effectiviteit van de stakeholders in de tweede schil versterken. Individuen hebben hier in principe niet direct mee te maken. Hierin vinden we vooral branche-, beroeps- en koepelorganisaties, maar ook de ministeries vallen binnen deze schil.

4. Derde schil: faciliterende partijen. Partijen die in samenwerking met stakeholders in de tweede schil

(op basis van projecten) en met stakeholders in de derde schil (op basis van regelmatige afstemming) zorgen dat afspraken over syntax en semantiek bij e-portfolio’s het veld als geheel versterken. Zij werken daarmee standaardiserend.

Op basis van de analyse van stakeholders is gebleken dat e-portfolio’s in en tussen de drie werelden van het Leren en Werken domein wordt toegepast. E-portfolio’s worden het meest intensief in het onderwijs toegepast. Ook arbeidsbemiddelingorganisaties zetten het digitale instrument steeds vaker in bij de begeleiding van werkzoekenden. Vanuit het bedrijfsleven is er een toenemende interesse zichtbaar in de mogelijkheden van het e-portfolio en de (nieuwe) kansen die het biedt.

Figuur 4.2: De drie werelden van het Leren en Werken domein

4.2 E-portfolio in het onderwijs Om de stand van ontwikkeling en toepassing in het onderwijs te onderzoeken zijn praktijkcases uit het e-portfolio programma van Kennisnet in kaart gebracht en onderzocht. Eveneens is een aantal verdiepende gesprekken gevoerd met onderwijsinstellingen. Omdat de cases veel overeenkomsten bevatten wordt de onderwijssector als geheel beschouwd en hieronder beschreven. Het e-portfolio wordt in het onderwijs voornamelijk ingezet om het administratieve en onderwijskundige intakeproces te ondersteunen en ter ondersteuning van competentiegericht onderwijs; van het leerproces van deelnemers en bedrijfsproces van de onderwijsinstelling. Hieronder een aantal bevindingen Doorstroomportfolio in ontwikkeling Om het administratieve en onderwijskundige intakeproces te verbeteren en te versnellen zoeken mbo-instellingen de samenwerking op met instellingen in het Voortgezet Onderwijs. In deze projecten wordt getracht om de digitale dossiers van deelnemers met persoon- en leergegevens te exporteren en bij de nieuwe instelling te importeren. Dit zogenoemde doorstroomportfolio is een initiatief in ontwikkeling waarbij blijkt dat de NTA-gegevensstandaard en de import/export functionaliteit nog niet in alle onderwijsapplicaties is ingebed en/of goed functioneert. Tot op heden is de gegevensuitwisseling tussen onderwijsinstellingen in de leerketen nog beperkt.

Figuur 4.3: Leerproces met een e-portfolio

Ontwikkelings-, beoordelings-, en showportfolio In het primaire onderwijsproces worden e-portfolio’s ingezet als digitale ondersteuning van het leerproces en het bedrijfsproces (opleidingsaanbod/ beoordeling/curriculum) van de onderwijs-instellingen. De portfolio functionaliteiten zijn veelal verweven in het totaal aan Elektronische Leeromgevingen (ELO’s). Onderwijsinstellingen zetten het portfolio in voor de ontwikkeling, dbeoordeling en om leerresultaten te tonen (“showen”) aan derdZo gebruiken zij het e-portfolio om alle leerresultaten van

e en.

Pagina 19 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

deelnemers zichtbaar te maken en hen inzicht te geven in de voortgang. Reflectie op het eigen leerprocehierbij het belangrijkste doel omdat met een ontwikkelportfolio meer inzicht in het leren wordt gerealiseerdSteeds meer leerproducten worden digitaal ingeleverd of voor beoordeling gedigitaliseerd. Docenten beoordelen deze producten en bespreken de resultaten in een evaluatiegesprek. Voor het vinden van een passende BPV-plaats kunnen dee

s is .

lnemers het showportfolio inrichten als een aantrekkelijk CV en zo inzicht even in hun competenties en interesses.

actueel is, zij de standaard e-portfolio NL TA) zullen omarmen en leveranciers vragen die te integreren.

room/intake, digitale beroepentesten en het showportfolio voor het vinden van een passende BPV-laats.

n een instelling op Leven Lang Leren concreet emaakt en wordt de verbinding gelegd met de betrokkenen.

.3 E-portfolio in het bedrijfsleven

en ervaringen in een digitaal portfolio een waardevolle bijdrage levert an de oplossing van dit vraagstuk.

opsomming van vraagstukken en uitdagingen van het bedrijfsleven waarbij het e-portfolio ordt ingezet:

d (mensprofiel) op de arbeidsmarkt

ntwikkeling van medewerkers EVC en EVP trajecten

k amenwerken en verbinden

er een erkenning van praktijkvoorbeelden heeft plaatsgevonden en geen volledig feitelijk detailonderzoek.

g Veel verschillende applicaties, beperkte gegevensuitwisseling Onderwijsinstellingen hebben een snelle ontwikkeling doorgemaakt op het gebied van digitalisering. Veel branches en opleidingen hebben de beschikking over budgetten om digitale ondersteuning van de eigen processen te organiseren. ICT ondersteuning is dan in veel gevallen decentraal georganiseerd. Zo is er een ROC met meer dan 7 actieve portfolioapplicaties die ook nog eens verschillend worden gebruikt. Qua visie en aanpak zijn onderwijsinstellingen vooral intern gefocust. Er vindt maar beperkte uitwisseling van gegevens plaats. Deelnemers vragen er niet om en ook het bedrijfsleven vraagt vrijwel niet actief om digitale dossiers. De urgentie wordt nog maar beperkt gevoeld. Onderwijsinstellingen volgen de ontwikkelingen op het vlak van e-portfolio’s en geven aan dat wanneer vervanging(N Prioriteit ligt bij veel onderwijsinstellingen bij het op orde krijgen van de eigen informatiehuishouding en bedrijfsvoering. Urgente vraagstukken zijn, de aanval op schooluitval, begeleiding van deelnemers, aandacht voor instp Integratie onderwijs – HRM Als succesfactor voor het gebruik van het e-portfolio binnen onderwijsinstellingen wordt de integratie van het onderwijs met HRM genoemd. Hiermee wordt bedoeld dat zowel studenten en docenten werken met een e-portfolio en dus bewust omgaan met hun eigen competentieontwikkeling en loopbaan. Vanuit HRM-oogpunt wordt de ontwikkeling van docenten ondermeer ondersteund door het gebruik van een e-portfolio. De docenten zijn dan bekend met deze wijze van werken en kunnen hun ervaringen vertalen naar de begeleiding van de studenten. Op deze wijze wordt de visie vag

4 Om de stand van ontwikkeling en toepassing in het bedrijfsleven te onderzoeken is eveneens een aantal praktijkcases onderzocht. Hieruit is gebleken dat het e-portfolio in het bedrijfsleven voor verschillende doelstellingen wordt ingezet. Per individuele praktijkcase speelt een actueel vraagstuk waarbij het transparant maken van leergegevens a Hieronder een w

Matching van vraag (functieprofiel) en aanbo Beoordelen en begeleiden van zij-instroom Beoordeling, begeleiding en meer bewuste competentieo Ondersteunen en versnellen van Begeleiden van werk naar wer

S

Dit is geen uitputtende opsomming, maar een weerspiegeling van de praktijkvoorbeelden die in het project e-portfolio zijn onderzocht. Hieronder worden de verschillende toepassingsvormen nader toegelicht. Afhankelijk van de hoeveelheid beschikbare informatie en de relevantie is aanvullende informatie over de context van de praktijkcase opgenomen in een grijs kader. Hierbij moet opgemerkt worden dat v

Pagina 20 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

Matching van vraag (functieprofiel) en aanbod (mensprofiel) op de arbeidsmarkt

r is dat hoe specifieker gegevens zijn gedetailleerd des te beter de match kan worden gemaakt.

rin de ompetentiebeschrijvingen worden gemaakt zodat er ook daadwerkelijk op gematched kan worden.

eoordelen en begeleiden van zij-instroom

eschikt is voor werk in een andere sector en welke competenties mogelijk (door)ontwikkeld moeten orden.

leidingen en hebben begeleider en medewerker beiden inzicht in e voortgang en te ontwikkelen aspecten.

Het vinden van de juiste persoon voor een functie is voor ieder bedrijf een uitdaging. Hetzelfde geldt voor de mens die op zoek is naar het juiste bedrijf en die ene perfect passende functie. Om vraag en aanbod dichter bij elkaar te brengen en elkaar beter te laten vinden, werken verschillende partijen aan matching-systemen en technologieën. Omdat in het e-portfolio ervaringen, behaalde competenties en voorkeuren en interesses zijn gespecificeerd kunnen deze gebruikt worden voor matching. Het idee hierachtede Om dit te laten werken wordt van de vraagzijde van de arbeidsmarkt gevraagd om bij het opstellen van functieprofielen in meer detail de gevraagde competenties en ervaringen te specificeren. Grote uitdagingen hierbij zijn op het gebied van standaardisatie van een gemeenschappelijke taal waac Het horeca branche portfolio van Stichting Vakbekwaamheid Horeca

kosten om voldoende personeel, et de juiste vaardigheden, te behouden voor de sector.

tieregister. Op asis van deze gegevens wil SVH een snellere en betere match faciliteren.

verder aan het ontwikkelen. In 2011 gaat het SVH aan de slag met een hernieuwde opzet.

Stichting Vakbekwaamheid Horeca (SVH) heeft als taak het bewaken van de vakbekwaamheid van mensen in de horeca (van ondernemers tot bediening op de werkvloer). De horecabranche is een van de grootste werkgevers in Nederland maar bestaat tegelijkertijd uit veel kleine (familie) bedrijven. Doordat er veel jonge mensen werken heeft deze sector een aanzienlijk verloop. Het zal dan ook in de nabije toekomst, als gevolg van een krappere arbeidsmarkt, meer moeite m Om horeca bedrijven te ondersteunen bij het vinden van de juiste mensen en de mensen bij het vinden van een passende baan heeft de SVH het Horeca Branche Portfolio ingericht. Schoolverlaters met een horeca opleiding kunnen dan de (leer)gegevens uit hun onderwijsinstelling meenemen (mits zij kunnen exporteren) om die vervolgens in het Horeca portfolio te importeren. In het portfolio wordt een profiel van het individu opgemaakt en worden diploma’s en ervaringen gekoppeld aan het Horeca Competentie register Aan de andere kant kunnen horeca bedrijven hun vacatures aanmelden waarbij de gevraagde competenties ook vertaald zijn naar de activiteiten uit het Horeca Competenb Het e-portfolio van SVH heeft twee doelen: profilering en intelligente matching. Over de profilering is SVH tevreden en deze functionaliteit wil zij verder uitbreiden zodat ook horeca bedrijven zich beter kunnen presenteren. De matchingsfunctionaliteit is men bij SVH

B Door vergrijzing en ontgroening ontstaat structurele krapte op de arbeidsmarkt. In combinatie met technologische ontwikkelingen heeft dit per sector (en soms zelfs per bedrijf) een verschillende impact. Zo zijn veel mensen in de post- en grafische sector in de afgelopen jaren boventallig geworden, terwijl er in de zorgsector tekorten zijn ontstaan. Om aan het werk te kunnen blijven maken mensen de overstap naar een andere sector. Om deze zo genoemde zij-instromers te kunnen beoordelen en vervolgens doelgericht te kunnen begeleiden zetten bedrijven in samenwerking met mobiliteitscentra het e-portfolio in. Van iedere zij-instromer wordt een persoonlijk- en competentieprofiel opgemaakt om zo snel te kunnen beoordelen of iemand gw Zodra de overstap is gemaakt vormt het e-portfolio een basis waar vanuit de nieuwe medewerker kan worden begeleid in de nieuwe rol en functie. Zo kan het opleidingstraject op de werkvloer bewust worden gecombineerd met aanvullende externe opd

Pagina 21 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

Beoordeling, begeleiding en meer bewuste c

gewenste ontwikkeling kunnen realiseren.

n kunnen bedrijven gericht aandacht besteden en begeleiding ieden bij de ontwikkeling van medewerkers.

ndersteunen en versnellen van EVC en EVP trajecten

e leerervaringen voldoende zijn gedocumenteerd, naar verwachting versneld het VC traject doorlopen.

ompetentieontwikkeling van medewerkers Vanuit het Leven Lang Leren concept hebben veel bedrijven de laatste jaren actief beleid geformuleerd gericht op het begeleiden en ontwikkelen van medewerkers. Het bedrijfsleven had al een beeld van de competenties waarover een beginnende beroepsbeoefenaar moet beschikken. Dit beeld wordt nu steeds vaker uitgebreid met het competentieprofiel van een vakvolwassen beroepsbeoefenaar. Het idee hierachter is dat bedrijven en individuele medewerkers hierdoor gerichter kunnen werken aan de persoonlijke en professionele ontwikkeling. Medewerkers leggen in samenwerking met HRM persoonlijk ontwikkelingsdoelstellingen vast en werken samen aan een persoonlijk actieplan (PAP) om dete Vanuit dit perspectief wordt het e-portfolio ingezet als het digitale instrument voor het vastleggen van deze ontwikkeling. Medewerkers gebruiken het als persoonlijk dossier en vehikel voor de samenwerking met de eigen manager en de HR functionaris rondom bijvoorbeeld beoordelings- en functioneringsgesprekken. Bedrijven kunnen hiermee allerlei slimme HR-instrumenten ter beschikking stellen zoals bedrijfsspecifieke beoordelingssystematieken. Deze kunnen dan als plugin’s en add-ons worden toegevoegd aan het e-portfolio. Op basis van de opgedane inzichte

Figuur 4.4: Competentieontwikkeling begeleiden

b O Om een Leven Lang Leren te stimuleren en inzetbaarheid van mensen te vergroten heeft de overheid in samenwerking met sociale partners gewerkt aan het laten certificeren van competenties die verworven zijn door het opdoen van praktijkervaringen. In een EVC procedure brengen individuen hun talenten, kennis en vaardigheden (competenties) in kaart die vervolgens tegen wettelijke standaarden worden afgezet en beoordeeld. Het e-portfolio vormt een ondersteunend instrument om deze (leer)ervaringen vast te leggen en het EVC traject digitaal te ondersteunen. Bedrijven waarvan de medewerkers al een e-portfolio hebben opgebouwd kunnen, als dE Het e-portfolio van Kenteq

l aan te maken voor matching van competenties/kwaliteiten van mensen et vacatures.

door het starten van EVP-trajecten, waarna alle medewerkers een e-portfolio hebben….

[vervolg volgende pagina]

Kenteq is het kennis- en adviescentrum voor technisch vakmanschap. Kenteq biedt EVP- en EVC-trajecten en sinds een paar jaar ook e-portfolio functionaliteiten aan haar achterban, de werkgevers en werknemers in de technische sectoren. Kenteq heeft hiervoor een aparte ontwikkelafdeling: Digiteq. Die ontwikkelen digitaal instrumentarium zoals competentiescans/testen, digitale leermiddelen en de mogelijkheid om online een persoonlijk profiem Kenteq is gestart met het aanbieden van e-portfolio functionaliteiten als logische volgende stap op de EVP- en EVC-trajecten. Dit vanuit de gedachte dat een individu in dergelijke trajecten veel leergegevens en ervaringen expliciet maakt en (digitaal) verzameld, waarbij hij behoefte heeft om die ergens vast te kunnen leggen. Ieder individu dat nu een EVP- of EVC-traject doorloopt bij Kenteq krijgt zijn resultaten gepresenteerd in een persoonlijk digitaal portfolio dat Kenteq beschikbaar stelt. De laatste tijd krijgt Kenteq steeds meer aanvragen van bedrijven die meer inzicht willen in de beschikbare (en ontbrekende) kennis en vaardigheden in hun bedrijf. Kenteq helpt deze bedrijven

Pagina 22 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

[vervolg]… Kenteq werkt hierbij samen met een technologiepartner die de technische infrastructuur verzorgd. Kenteq maakt zelf de competentiescans, de digitale leermiddelen en doet begeleiding van de bedrijven. Aan de kant van d

e werkgevers ziet Kenteq dat het -portfolio steeds meer integreert in de HRM-processen.

igitale competentiescans en beroepentesten lugin’s en add-ons) worden toegevoegd.

e Naast de ondersteuning van EVP- en EVC-trajecten zet Kenteq het e-portfolio in bij projecten die zich richten op mobiliteitsvraagstukken. Het e-portfolio wordt daarin gebruikt om een persoonlijk- en competentieprofiel op te maken van werkzoekende zij-instromers. Afhankelijk van de behoeften kunnen d(p

Begeleiden van werk naar werk

informatie over openstaande vacatures, de enodigde competenties en mogelijke begeleidingstrajecten.

Door outsourcing en de recessie moeten verschillende bedrijven reorganiseren en hun personeelsbestand anders organiseren. Bedrijven moeten dan, al dan niet gedwongen, medewerkers ontslaan en hebben tegelijkertijd de (maatschappelijke) verantwoordelijkheid om deze mensen een begeleidingstraject aan te bieden. Doel is om die medewerkers snel en kostenefficiënt te begeleiden van werk naar werk. Het portfolio wordt hier dan ingezet om per medewerker een profiel op te stellen en zo inzicht te krijgen in de behaalde competenties en persoonlijke interesses en voorkeuren. Om een nieuwe uitdaging voor deze medewerkers te vinden werken bedrijven steeds meer samen met de sociale partners zoals het UWV, kenniscentra en onderwijsinstellingen. Deze partners hebben inzicht in enb

E-portfolio inzet bij NedCar

eren, de productiekosten verlagen en mensen herplaatsen of aar nieuw werk begeleiden.

m 1.000 mensen van werk naar werk te begeleiden en hen zo behouden voor de sector.

ing en/of trainingen nodig hadden dan werden die door de etrokken ROC’s aangeboden.

e infrastructuur voor een Leven Lang Leren en informatie-uitwisseling is geborgd.

De case van NedCar is de eerste echt opvallende en goed gedocumenteerde praktijkcase waarin de inzet van het e-portfolio is beschreven. NedCar heeft het e-portfolio ingezet voor het begeleiden van 1.000 gedwongen ontslagen nadat moederbedrijf DaimlerChrysler het besluit had genomen om de productie van de Smart ForFour stop te zetten. NedCar moest op dat moment snel reorganisn NedCar had als doelstelling om de boventallige medewerkers een snelle begeleiding van werk naar werk te bieden in dezelfde sector en binnen de regio. Het e-portfolio is als instrument ingezet om snel de competenties, ervaringen en interesses van medewerkers te inventariseren en de samenwerking met regionale sociale partners te ondersteunen. Zo heeft NedCar direct de samenwerking gezocht met Kenteq (kenniscentrum Techniek), het UWV / CWI en de ROC’s in de regio. Deze partners zijn hierdoor gezamenlijk eigenaar geworden van de uitdaging ote Het e-portfolio ondersteunde de serviceverlening van en informatie-uitwisseling tussen de verschillende partners. Kenteq heeft, met ondersteuning van het e-portfolio, versneld EVC trajecten kunnen aanbieden en uitvoeren. Het UWV heeft regionale arbeidsmarktinformatie en openstaande vacatures aangeleverd. Daarnaast heeft het UWV op maat digitale assessments en competentietesten beschikbaar kunnen stellen aan medewerkers die daar behoefte aan hadden. Mocht uit de EVC-trajecten en assessments blijken dat de medewerkers aanvullende opleidb Met het oog op de toekomst streeft NedCar naar meer flexibele en mobiele arbeidskrachten. Het e-portfolio is nu onderdeel van de HR-strategie geworden. Alle 3.000 medewerkers hebben nu een e-portfolio, zijn bewuster bezig met hun persoonlijke ontwikkeling, worden regelmatig uitgewisseld tussen bedrijven in de sector en zijn daardoor breder inzetbaar. De samenwerking met sociale partners bestaat nog steeds waardoor de benodigd

Pagina 23 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

Samenwerken en verbinden

nieuwe samenwerkingsvormen ontstaat er voor het individu steeds eer één keten van leren en werken.

he oplossing om egevensuitwisseling tussen de verschillende systemen (en partijen) mogelijk te maken.

.3 E-portfolio bij arbeidsbemiddeling

at e-portfolio functionaliteiten in de arbeidsbemiddeling wordt ingezet voor een drietal oelstellingen:

- en bemiddelingsproces

Verbinden van (sociale) partners

ndersteunen van het intake- en bemiddelingsproces

ieke vacatures en bran e-informatie op basis van de wensen, eisen en voorkeuren van de werkzoekenden.

etere en snellere matching

ak continu te verbeteren is het UWV WERKbedrijf ook et de vraagzijde van de arbeidsmarkt in gesprek.

erbinden van (sociale) partners

platform waarmee informatie kan worden uitgewisseld. Hierbij stellen werkzoekenden een profiel op en

Naast dat het individu meer verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen leerproces bouwt het Leven Lang leren concept op partnerschappen tussen ministeries, werkgevers, onderwijsorganisaties, beroepsverenigingen en toeleidende instanties. Op allerlei maatschappelijke, economische en politieke niveaus wordt steeds meer overeenstemming bereikt om het Leven Lang Leren concept in de praktijk te brengen, zo te denken en te acteren. Omdat het individu hierbij centraal staat sluit het e-portfolio hier goed bij aan. Dankzij deze verbindingen enm Verschillende initiatieven op dit gebied zijn en worden ontplooid in de provincie Limburg. Het doel wat de provincie heeft gesteld is een e-portfolio voor elke inwoner van Limburg. Om dit te bereiken is nu gekozen voor een meerledige aanpak. Enerzijds verbinden en samenwerken vanuit verschillende projecten, initiatieven en instellingen. Denk hierbij aan Employability Limburg, Let’s Connect, het Servicecentrum Leven Lang Leren, zorginstellingen, NedCar, Limburg Leisure Academy, en onderwijs; HBO (Hogeschool Zuyd), MBO (Arcus College en Leeuwenborgh). Anderzijds zorgen voor een techniscg

4 Om de stand van ontwikkeling en toepassing bij arbeidsbemiddeling te onderzoeken is een aantal praktijkcases, projecten en ontwikkelingen onderzocht. Het UWV WERKbedrijf staat hierin centraal. Gebleken is dd

Ondersteunen van het intake Betere en snellere matching

O Het UWV WERKbedrijf gebruikt de Werkm@p voor de digitale ondersteuning van haar intake- en begeleidingsproces. In de Werkm@p kunnen werkzoekenden een persoonlijk- en competentieprofiel opstellen vergelijkbaar met de basis e-portfolio functionaliteiten. Aanvullend daarop heeft het UWV WERKbedrijf functionaliteiten laten ontwikkelen waarmee werkzoekenden in samenwerking met de werkcoach/begeleiders de sollicitatieactiviteiten kunnen plannen en bijhouden, gegevens van personen uit het persoonlijke netwerk kunnen bewaren en documenten kunnen opslaan. Voor het UWV WERKbedrijf vormt de Werkm@p de digitale ondersteuning van het bedrijfsproces en het platform voor het kunnen aanbieden van digitale diensten (services). Zo biedt het UWV WERKbedrijf bijvoorbeeld specif

ch

B Dankzij de digitale ondersteuning van de Werkm@p heeft het UWV WERKbedrijf sneller inzicht in het competentieprofiel en de wensen en voorkeuren van de werkzoekenden. Omdat ervaringen, behaalde competenties en voorkeuren en interesses zijn gespecificeerd kunnen deze ook gebruikt worden voor matching. Het UWV WERKbedrijf is hierdoor sneller in staat om relevante vacatures te vinden en die te bespreken met de werkzoekenden. Om deze aanpm V UWV WERKbedrijf begeleid mensen “van werk naar werk” of “van werkloosheid naar werk”. In dit speelveld heeft het UWV WERKbedrijf verschillende partners waarmee men samenwerkt en informatie uitwisselt. In toenemende mate werkt men aan het digitaliseren van deze uitwisseling van informatie. Enkele concrete voorbeelden zijn de aanpak van jeugdwerkloosheid in samenwerking met Kenteq. Maar ook de eerder beschreven praktijkcase van NedCar. Hier is zichtbaar dat voor de samenwerking gezocht wordt naar een

Pagina 24 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

leveren de verschillende partners in de keten diensten. Denk hierbij aan EVC trajecten door Kenteq. Vacatures, matching en competentiescans door het UWV WERKbedrijf en scholing door ROC’s.

4.4 E-portfolio applicatieleveranciers Naast de verkenning van praktijkcases is ook een verkenning uitgevoerd van de markt van applicatieleveranciers. Hiermee is een eerste overzicht ontstaan van de belangrijkste spelers in de markt. Onderstaand overzicht is mogelijk niet uitputtend, maar bevat de meest opvallende applicatieleveranciers en de leveranciers die actief zijn in de onderzochte praktijkcases. Bijlage vijf bevat een overzicht van de e-portfolio applicatieleveranciers met contactgegevens.

Figuur 4.5: Overzicht e-portfolio applicatieleveranciers Uit dit overzicht blijkt dat er een behoorlijk aantal leveranciers op de markt is die e-portfolio diensten leveren. Veelal zijn deze leveranciers actief in de onderwijssector met Elektronische Leeromgevingen en aanverwante diensten. Daarnaast zijn er ook leveranciers die actief zijn in de ondersteuning van EVP en EVC trajecten of die actief zijn in de automatisering van HR diensten en processen. Applicatieleveranciers zien de ontwikkelingen en uitdagingen op de arbeidsmarkt zoals vergrijzing, krapte en de aandacht voor inzetbaarheid en zoeken naar digitale instrumenten die daar een bijdrage aan kunnen leveren. In de basis zijn de functionaliteiten van de verschillende applicatieleveranciers vergelijkbaar. Ze kunnen allen dezelfde type (leer)gegevens vastleggen en deze tonen aan andere. De applicaties zijn echter allen uniek door een verschillende gebruikersinterface en specifieke aanvullende functionaliteiten. Daarnaast zijn er applicatieleveranciers die samenwerken met kennis- en expertisecentra voor het ontwikkelen van specifieke plugin’s en add-ons. Niet alle applicaties voldoen nog aan het NTA-afspraken waardoor het eenvoudig kunnen importeren en exporteren van portfoliogegevens en dus uitwisseling tussen organisaties en instellingen nog niet is geborgd. Applicatieleveranciers geven echter wel allemaal aan hier mee bezig te zijn en dat de benodigde aanpassingen op de ontwikkelroadmap staan.

Pagina 25 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

5. Samenvattende conclusies Waarom een e-portfolio? De aandacht voor competentieontwikkeling in een concept van een Leven Lang Leren neemt sterk toe. Aanbieders van competentiegericht onderwijs en EVP en EVC trajecten hebben digitale ondersteunende instrumenten (e-portfolio's) nodig om de onderbouwingen van reeds behaalde competenties en de ontwikkeling van nieuwe competenties vast te kunnen leggen. Hierdoor ontstaat een digitaal persoonlijk portfolio dat de loopbaanontwikkeling van het individu inzichtelijk maakt vanuit de invalshoek competenties. Om nu en in de toekomst te overleven en te kunnen concurreren, moeten Nederlandse bedrijven kunnen blijven beschikken over voldoende mensen, met de juiste kennis en vaardigheden, op het juiste tijdstip. Gezien de krimp van de beroepsbevolking komt er meer druk te staan op de inzetbaarheid van mensen en de beste ‘job to person’ match. Om deze match te kunnen blijven maken en schommelingen op de arbeidsmarkt te kunnen opvangen hebben bedrijven behoefte aan meer inzicht in de gevraagde competenties. Dit in relatie tot behaalde en te ontwikkelen competenties van hun (potentiële) medewerkers. Een e-portfolio gaat hierbij helpen. Wat is een e-portfolio Een e-portfolio is een multimediaal CV. Een digitaal instrument waarmee een individu leerresultaten vastlegt en kan tonen aan anderen. Om een Leven Lang Leren te ondersteunen en het voortbouwen op ontwikkelde competenties mogelijk te maken moeten e-portfolio gegevens uitwisselbaar zijn tussen verschillende organisaties. Hoe meer organisaties hierbij een uitwisselbaar e-portfolio gebruiken, hoe meer er een continue keten van leren voor individuen kan ontstaan. Om deze uitwisselbaarheid te borgen zijn afspraken over het uitwisselen van digitale portfoliogegevens vastgelegd in een Nederlands Technische Afspraak (ofwel NTA). De NTA zorgt ervoor dat portfoliogegevens tussen informatiesystemen kunnen worden uitgewisseld. Het instrument e-portfolio bestaat uit drie onderdelen:

1. De NTA gegevensstandaard; 2. Een gebruikersinterface en gewenste functionaliteiten 3. En plugin’s en add-ons zoals employability scans, EVC- en EVP-scans en beroepen- en

persoonlijkheidstesten. De modulaire opbouw van het instrument zorgt ervoor dat het geheel volgens de wensen en eisen van de organisatie en het individu is in te richten. Met een e-portfolio wordt sneller en beter inzicht in de behaalde en te ontwikkelen competenties van een individu verkregen. Daarmee kunnen opleiders, instituten en bedrijven:

competentieontwikkeling beter bewaken en stimuleren leerervaringen verbeteren en de loopbaanontwikkeling ondersteunen

Het e-portfolio in het onderwijs In de onderwijssector wordt het e-portfolio eenduidig ingezet voor het versoepelen en versnellen van de administratieve en onderwijskundige intake, de ondersteuning van het leerproces van deelnemers en de bedrijfsprocessen van de onderwijsinstellingen. Onderwijsinstellingen gebruiken het e-portfolio als ontwikkelings-, beoordelings-, en showportfolio en hebben veelal meerdere actieve portfolio applicaties. Qua visie en aanpak zijn onderwijsinstellingen vooral intern gefocust. Er vindt maar beperkte uitwisseling van gegevens plaats met het bedrijfsleven. Die urgentie wordt nog maar beperkt gevoeld omdat er nog niet actief om wordt gevraagd. Het e-portfolio in het bedrijfsleven Waar het e-portfolio in de onderwijssector op eenduidige manier wordt ingezet zie je binnen het bedrijfsleven verschillende doelstellingen en toepassingsvormen. Per individuele praktijkcase speelt een actueel

Pagina 26 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

vraagstuk waarbij het transparant maken van leergegevens en ervaringen in een digitaal portfolio een waardevolle bijdrage levert aan de oplossing. In het geval van ontslagen kan het e-portfolio ondersteunen bij het begeleiden van werk naar werk en de samenwerking tussen sociale partners. Door vergrijzing ontstaat structurele krapte op de arbeidsmarkt. Het e-portfolio kan ondersteunen bij het vinden van de juiste persoon voor de juiste baan. Maar ook bij het beoordelen en doelgericht begeleiden van zij-instromers en het begeleiden van de ontwikkeling van medewerkers waardoor zij kunnen doorgroeien van bijvoorbeeld niveau 2 naar niveau 3 en naar een hogere functie. Uit de onderzochte praktijkcases blijkt dat ook in het bedrijfsleven er veel verschillende applicaties worden gebruikt en dat die applicaties ook nog eens heel verschillend worden toegepast. In de basis is zichtbaar dat dezelfde type (leer)gegevens worden vastgelegd en dat afhankelijk van de uitdaging en het vraagstuk diverse op maat gemaakte plugin’s en add-ons door bedrijven worden gekoppeld. In de onderzochte praktijkcases raakt het e-portfolio steeds meer geïntegreerd in het HR proces. Daar vormt het e-portfolio een platform voor de samenwerking tussen medewerker, manager en HR functionaris. Voor de organisatie kan het dan ook als platform fungeren voor de externe samenwerking met (sociale) partners die met specifieke diensten kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van hun medewerkers. Het e-portfolio bij arbeidsbemiddeling Het e-portfolio wordt bij arbeidsbemiddelingorganisaties voor een drietal doelstellingen ingezet. Het vormt de digitale ondersteuning van het bedrijfsproces en vormt een platform voor het kunnen aanbieden van digitale diensten (services). Zo kan via het e-portfolio bijvoorbeeld specifieke vacatures en branche-informatie op basis van de wensen, eisen en voorkeuren van de werkzoekenden worden aangeboden. Daarnaast stelt het e-portfolio de bemiddelaar in staat om sneller relevante vacatures te vinden en dus een betere match tot stand te brengen. Tot slot draagt het digitale portfolio bij aan het verbeteren van samenwerking met (sociale) partners omdat het een digitaal platform biedt waarmee informatie kan worden uitgewisseld. Tot slot Het e-portfolio ondersteunt een Leven Lang Leren en draagt bij aan het vergroten van de inzetbaarheid van mensen. De techniek is beschikbaar en modulair naar eigen wensen en eisen in te richten. Door het omarmen van de NTA-gegevensstandaard wordt uitwisseling tussen informatiesystemen mogelijk gemaakt en ontstaat er een continue keten van leren voor het individu. Toepassing van het e-portfolio biedt dan ook vele kansen voor het individu, bedrijven en instellingen. Onderstaande stappen bieden een leidraad bij het inrichten van een e-portfolio: • Definieer de doelstelling: ‘Waarvoor wil ik het e-portfolio inzetten? ‘Wat wil ik bereiken?’ • Bedenk: ‘Wie en wat heb ik daarvoor nodig? Welke informatie en inzichten? • Verbind die mensen en partijen in de keten die onderdeel zijn van de oplossing. • Organiseer de benodigde technische randvoorwaarden

Pagina 27 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

Bronnen

Calibris animatie, Wat is een e-portfolio en wat zijn de kansen, november 2010 http://www.youtube.com/watch?v=dgM2cpu7rWk

Calibris presentatie Workshop, “e-portfolio binnen de Zorg, Welzijn en Sport”, november 2010

Commissie Arbeidsparticipatie, Advies: Naar een toekomst die werkt, juni 2008.

Hensen 2005 - Onderzoek e-Portfolio, Een organisatorische en infrastructurele uitdaging; T. Hensen - Kennisnet, Zoetermeer, 2005.

Hensen, 2007 - Onderzoek E-portfolio 2006, E-portfolio in Nederland, status en hoe verder; T.

Henssen - Kennisnet, Zoetermeer, 2005.

NTA 2035, E-portfolio NL - Het uitwisselen van e-portfolio's volgens een toepassingsprofiel op basis van de IMS ePortfolio, 2010.

Wilthagen, T. Presentatie: “e-Portfolio: een esperanto voor meer mobiliteit en een betere match op

de arbeidsmarkt”, 2010.

Wilthagen, T. Presentatie: “Inzetbaarbeid – de vrijblijvendheid voorbij?”, 2010.

Wolf 1997 - Wolf, K., Lichtenstein, G., Stevenson, C., (1997). Portfolios in teacher education. In: Strange, J.H. (Ed.), In: Evaluating teaching: a guide to current thinking and best practice (193-214). Thousands Oaks, CA: Corwin Press Inc.

Zalm, van der M. “Whitepaper architectuuraspecten e-portfolio, Kennisnet 2007”

Pagina 28 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

Bijlage 1 – Overzicht onderzochte praktijkcases en leveranciers Onderwijs

Projecten Kennisnet uit het programma e-portfolio (2007 & 2008) http://e-portfolio.kennisnet.nl/kennisdelen/projecten

o De uitwisseling van het e-portfolio ZDP tussen VMBO en MBO (SCHAR): ROC Zeeland o Verschillende e-portfoliosystemen binnen het MBO en tussen MBO en HBO (Groene

scharnieren): Aeresgroep o Doorstroomportfolio’s van VO naar MBO: Stedelijk College Eindhoven o Uitwisseling en gebruik van een geïntegreerd LCMS/ e-portfolio systeem: ROC Eindhoven o Doorstroomportfolio: Hanze Hogeschool o Het Werkt ePortfolio: Alescon o Vanaf je 10e een doorlopende CV: Scope Scholen groep o E-POF, Helicon Opleidingen o E-Portfolio in bedrijf: Zadkine Techniek

Toepassing e-portfolio bij het Albeda College Initiatieven Limburg: Hogeschool Zuyd Initiatieven onderwijs in Limburg: Open Universiteit, Hogeschool Zuyd, Zorgacademie Parkstad,

Arcus College, Leeuwenborgh

Bedrijfsleven

Albeda College en een zorginstelling, Examn (e-portfolio toepassing) NedCar, gegevens uitwisseling, bemiddeling (CWI) en MBO: Leeuwenborgh opleidingen SVH / HBI Horeca Brancheportfolio E-portfolio uitwisseling Midden-Limburg Kenteq, eigen e-portfolio systeem ter ondersteuning van EVC en EVP trajecten Initiatieven provincie Limburg; Employability Limburg, Let’s Connect, Zorgacademie Parkstad,

Zorginstellingen

Arbeidsbemiddeling

UWV WERKbedrijf met het digitale instrument de Werkm@p Diverse UWV WERKbedrijf, toegangtottechniek.nl, toegangtotwerk.nl

Applicatieleveranciers

Matchcare, leverancier Werkplanet Paragin, leverancier Remindo Dactique, leverancier Dapter CAOP, leverancier zorgportfolio.nl

Pagina 29 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

Bijlage 2 – Onderzoeksinstrument Het instrument is gebaseerd op een semigestructureerde aanpak. Op basis van onderstaand model en de bijbehorende vragen wordt het onderzoek uitgevoerd en antwoord gegeven op de onderzoeksvragen. Visie

Wat zijn de achterliggende problemen, vragen en behoeften van het e-portfolio? Wat is het doel van het e-portfolio, wat wil men ermee bereiken? Wat is de visie op ontwikkelingen in leren en onderwijs, op werk en de arbeidsmarkt en de rol van

technologie? Wat is een goed e-portfolio?

Stakeholders/gebruikers

Welke actoren onderscheiden we? Wie zijn de stakeholders? Wat zijn hun belangen? Wat is de positie van het lerende en werkende individu? Wie zijn de gebruikers? Wat is de positie van de onderwijsinstelling, de werkgevers en het arbeidsbemiddelingsbureau?

Inhoud

Wat zit er in het e-portfolio? Welke informatie, welke gegevens in welk formaat kunnen worden vastgelegd?

Welke ordening volgt het e-portfolio? Welke standaard voor competentiebeschrijvingen wordt gehanteerd? (ordening KD, BCP)? Welke standaard voor functiebeschrijvingen wordt gehanteerd?

Randvoorwaarden/kaders

Welke randvoorwaarden en uitgangspunten zijn er geformuleerd? Welke keuzes zijn er (gemaakt) ten aanzien van eigenaarschap? Welke keuzes zijn er (gemaakt) ten aanzien van de rechten en plichten voor actoren? Welke keuzes zijn er (gemaakt) ten aanzien van bewijslast, privacy, de bewaarplicht en

bewaartermijnen? Welke kaders zijn er; wettelijk, sector, instelling?

Functionaliteiten

Wat doet en kan het e-portfolio? Welke processen ondersteunt het? Welke uitgangspunten zijn daarbij gekozen? Hoe verhoudt zich dat tot andere applicaties (bundeling van functionaliteiten)?

Pagina 30 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

Techniek

Hoe ziet de architectuur eruit? Denk hierbij aan bedrijfsarchitectuur, informatiearchitectuur en technische architectuur

Wat zijn de technische aspecten? Denk hierbij aan: Informatiemodellen Standaard e-portfolio NL (NTA 2035)

Uitwisselbaarheid

Gegevensbronnen Betrouwbaarheid Gegevenstransport (import/export) Beveiliging

Business case

Wat zijn de kosten? Wat zijn de opbrengsten? Hoe wordt het gefinancierd? Hoe en door wie is beheer, marketing en exploitatie geregeld? Aantallen gebruikers?

Pagina 31 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

Bijlage 3 – E-portfolio NL / NTA gegevensstandaard

Pagina 32 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

Bijlage 4 – Modulaire opbouw van het instrument

Pagina 33 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

Bijlage 5 - Overzicht e-portfolio applicatieleveranciers Logo Naam Website

Blackboard

www.blackboard.com

Dapter (Dactique)

www.dapter.nl

EVC-Online

www.evc-online.eu

Filemaker

www.filemaker.nl

Kwaliteitsregister V&V

www.kwaliteitsregistervenv.nl

Milestones E-portfolio

www.milestoneseportfolio.nl

N@tschool (Threeships)

www.threeships.nl

Portfolio4U

www.portfolio4u.nl

Remindo (Paragin)

www.remindo.nl

Sonar

www.deoverdracht.nl

Pagina 34 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

UWV WERKbedrijf

www.werk.nl

Werkplanet (Matchcare)

www.werkplanet.nl

Winvision

www.winvision.nl

Zorgportfolio

www.zorgportfolio.nl

Pagina 35 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio

Pagina 36 van 37 Rapport kennisbron | E-portfolio – Huidige stand van ontwikkeling en toepassing | project e-portfolio