Hugo Stuer (A4) - · PDF fileHugo assimileerde wat hij in de verschillende takken van de...

2
Hugo assimileerde wat hij in de verschillende takken van de klassieke en holistische genees- kunde en in de aanpalende vak- gebieden had geleerd en ontwik- kelde een integraal model dat steunt op drie pijlers. “Ik geef mijn patiënten de raad acties te ondernemen op die drie vlak- ken. De ziekte zelf dient behan- deld te worden, klassiek en aan- vullend, of het nu gaat om kan- ker, diabetes of hartziekte. En ook de menselijke persoon - hoe voelt iemand zich, wat heeft hij nodig om zich beter in zijn vel te voelen – draagt bij tot het zelfhe- lend vermogen.” Het is belang- rijk actief te zijn op zoveel mogelijk vlakken... “Fundamenteel was dat ik het verschil leerde zien tussen gene- zen en helen. Een mens kan per- fect fysiek genezen zonder te helen, een mens kan ook helen zonder fysiek te genezen”. Soms is het ook mogelijk te helen èn te genezen. Stel dat je moet kiezen, waar geef je dan de voorkeur aan? Op een bepaald moment kreeg dokter Stuer zelf darmkanker. “Dankzij mijn 25 jaar ervaring met kankerpatiënten, was ik goed voorbereid en wist ik wat me te wachten stond. Het was ook mijn geluk dat ik in mijn opleidingen had leren stil staan bij de moeilijke din- gen in het leven. Daar heb ik ook geleerd om mijn gevoelens toe te laten en te wenen. Toen ik kan- ker kreeg, waren die tranen zeer welkom.” Hugo is een kind van de oorlog. “Ik ben geboren tussen de bom- men in 1942. Ik had als jongste zoon van in de wieg onbewust de taak op me genomen om de afwezigheid van mijn vader zo goed mogelijk te compenseren door voor mijn moeder te zor- gen.”** Blijkbaar ontstond daar de logica van een levenslange interesse in de lach. Ook na de oorlog, zette dit patroon zich door. “Mijn vader was een filo- soof, uiterst creatief maar ietwat onbruikbaar . Ik keek enorm naar hem op, maar mijn moeder was diegene die brood op de plank bracht. Zij moest voor alles en iedereen zorgen en dat was niet niks met vier kinde- ren.” Het lachen van haar jong- ste zoon zal dus meer dan wel- kom geweest zijn. Later kwam Hugo Stuer in een school terecht waar discipline hoog in het vaandel stond. “Het was een strenge Jezuïetenorde. Humor werd daar niet naar waarde geschat en aangezien dat één van mijn sterke kanten was, heb ik letterlijk kilometers straf geschreven. Men geloofde toen nog in de “harde” leerme- thodes.” Hugo heeft er een allergie voor autoriteiten en controle aan overgehouden en veel opgekr- opt... De overal aanwezige voor- rang voor de lach leidde ertoe dat hij niet gewend was om op een rustige manier te zeggen wat hem stoorde of wat er op zijn lever lag, ook niet in intieme kring. Hij ergerde zich ook vaak aan allerlei zaken, zelfs als ze ver van zijn bed waren, omdat die vroegere gevoelens nooit toegelaten of aan bod waren gekomen. “Hoewel ik geleerd had contact te maken met mijn gevoelens en kon wenen, heb ik me altijd vei- liger gevoeld in mijn hoofd. Tijdens al die cursussen en opleidingen was ik wel actief met mijn gevoelens bezig, maar zodra dat afgelopen was, viel ik gemakkelijk terug in oude gewoontes.” Hugo is zeer belezen en kan honderduit praten over alle mogelijke theorieën. Maar het is niet zo gemakkelijk om hem aan de praat te krijgen over zijn eigen gevoelens. Volgens de lite- ratuur kan darmkanker te maken hebben met het opkrop- pen van emoties, met kwaad- heid, met dingen of mensen niet kunnen loslaten, ook als het niet goed meer voor je is. Toch blijft Hugo bij zijn standpunt dat je deze theorie moet benaderen met heel veel vraagtekens. “Er zijn zoveel boeken verschenen Hugo Dokter Hugo Stuer ontvangt me in zijn praktijk in Sint-Gillis-Waas. Naast de klassieke huisartsgenees- kunde, studeerde hij antroposofische geneeskunde in Zwitserland. “Dat was voor mij een verademing omdat ik daar een holistisch model kreeg dat weten- schappelijk heel goed onderbouwd werd.” Hij volgde ook medische synthese in Rotterdam en antropologie van het lichaam te Leuven en Antwerpen. Deze scholen hoewel zeer verschillend, zijn toch alle gebaseerd op een drieledig mensbeeld: fysiek, emotioneel en mentaal. In de antroposofie wordt dat denken-willen-voelen.* Dat drieledig mensbeeld vind je trouwens in de meeste culturen terug,” voegt hij eraan toe. “Het is zo belangrijk om de dingen die je doet, bewust te doen, in contact met jezelf en je omgeving, “aarden” noemt men dat tegenwoordig.” (*) Dit vinden we ook terug bij Dr. Barbara Brennan in “Licht op de aura”, 1991, Gottmer, Bloemendaal, een aanrader voor eenieder die dieper wil doordringen in het fenomeen healing. (**) Het belang van het respecteren van de natuurlijke orde binnen families vinden we ook heel duidelijk en uitgebreid bij Bert Hellinger in “Verborgen Dynamiek van Familiebanden”, Altamira, 2002.

Transcript of Hugo Stuer (A4) - · PDF fileHugo assimileerde wat hij in de verschillende takken van de...

Page 1: Hugo Stuer (A4) - · PDF fileHugo assimileerde wat hij in de verschillende takken van de klassieke en holistische genees-kunde en in de aanpalende vak-gebieden had geleerd en ontwik

Hugo assimileerde wat hij in deverschillende takken van deklassieke en holistische genees-kunde en in de aanpalende vak-gebieden had geleerd en ontwik-kelde een integraal model datsteunt op drie pijlers. “Ik geefmijn patiënten de raad acties teondernemen op die drie vlak-ken. De ziekte zelf dient behan-deld te worden, klassiek en aan-vullend, of het nu gaat om kan-ker, diabetes of hartziekte. Enook de menselijke persoon - hoevoelt iemand zich, wat heeft hijnodig om zich beter in zijn vel tevoelen – draagt bij tot het zelfhe-lend vermogen.” Het is belang-rijk actief te zijn op zoveelmogelijk vlakken...“Fundamenteel was dat ik hetverschil leerde zien tussen gene-zen en helen. Een mens kan per-fect fysiek genezen zonder tehelen, een mens kan ook helenzonder fysiek te genezen”. Somsis het ook mogelijk te helen èn tegenezen. Stel dat je moet kiezen,waar geef je dan de voorkeuraan?

Op een bepaald moment kreegdokter Stuer zelf darmkanker.“Dankzij mijn 25 jaar ervaringmet kankerpatiënten, was ikgoed voorbereid en wist ik watme te wachten stond. Het wasook mijn geluk dat ik in mijn

opleidingen had leren stilstaan bij de moeilijke din-gen in het leven. Daar hebik ook geleerd om mijngevoelens toe te laten en

te wenen. Toen ik kan-ker kreeg, waren

die tranen zeerwelkom.”

Hugo is een kind van de oorlog.“Ik ben geboren tussen de bom-men in 1942. Ik had als jongstezoon van in de wieg onbewustde taak op me genomen om deafwezigheid van mijn vader zogoed mogelijk te compenserendoor voor mijn moeder te zor-gen.”** Blijkbaar ontstond daarde logica van een levenslangeinteresse in de lach. Ook na deoorlog, zette dit patroon zichdoor. “Mijn vader was een filo-soof, uiterst creatief maar ietwatonbruikbaar . Ik keek enorm

naar hem op, maar mijn moederwas diegene die brood op deplank bracht. Zij moest vooralles en iedereen zorgen en datwas niet niks met vier kinde-ren.” Het lachen van haar jong-ste zoon zal dus meer dan wel-kom geweest zijn.

Later kwam Hugo Stuer in eenschool terecht waar disciplinehoog in het vaandel stond. “Hetwas een strenge Jezuïetenorde.Humor werd daar niet naarwaarde geschat en aangeziendat één van mijn sterke kantenwas, heb ik letterlijk kilometers

straf geschreven. Men geloofdetoen nog in de “harde” leerme-thodes.”

Hugo heeft er een allergie voorautoriteiten en controle aanovergehouden en veel opgekr-opt... De overal aanwezige voor-rang voor de lach leidde ertoedat hij niet gewend was om opeen rustige manier te zeggenwat hem stoorde of wat er opzijn lever lag, ook niet in intiemekring. Hij ergerde zich ook vaakaan allerlei zaken, zelfs als zever van zijn bed waren, omdatdie vroegere gevoelens nooittoegelaten of aan bod warengekomen.

“Hoewel ik geleerd had contactte maken met mijn gevoelens enkon wenen, heb ik me altijd vei-liger gevoeld in mijn hoofd.Tijdens al die cursussen enopleidingen was ik wel actiefmet mijn gevoelens bezig, maarzodra dat afgelopen was, viel ikgemakkelijk terug in oudegewoontes.”

Hugo is zeer belezen en kanhonderduit praten over allemogelijke theorieën. Maar het isniet zo gemakkelijk om hem aande praat te krijgen over zijneigen gevoelens. Volgens de lite-ratuur kan darmkanker temaken hebben met het opkrop-pen van emoties, met kwaad-heid, met dingen of mensen nietkunnen loslaten, ook als het nietgoed meer voor je is. Toch blijftHugo bij zijn standpunt dat jedeze theorie moet benaderenmet heel veel vraagtekens. “Erzijn zoveel boeken verschenen

HugoDokter Hugo Stuer ontvangt me in zijn praktijk inSint-Gillis-Waas. Naast de klassieke huisartsgenees-kunde, studeerde hij antroposofische geneeskunde inZwitserland. “Dat was voor mij een verademingomdat ik daar een holistisch model kreeg dat weten-schappelijk heel goed onderbouwd werd.” Hij volgdeook medische synthese in Rotterdam en antropologie

van het lichaam te Leuven enAntwerpen. Deze scholen hoewelzeer verschillend, zijn toch alle gebaseerd op eendrieledig mensbeeld: fysiek, emotioneel en mentaal.In de antroposofie wordt dat denken-willen-voelen.*Dat drieledig mensbeeld vind je trouwens in demeeste culturen terug,” voegt hij eraan toe.

“Het is zo belangrijkom de dingen die jedoet, bewust te doen,in contact met jezelfen je omgeving,“aarden” noemt mendat tegenwoordig.”

(*) Dit vinden we ook terug bij Dr. Barbara Brennan in “Licht op de aura”, 1991, Gottmer, Bloemendaal, een aanrader voor eenieder diedieper wil doordringen in het fenomeen healing. (**) Het belang van het respecteren van de natuurlijke orde binnen families vinden weook heel duidelijk en uitgebreid bij Bert Hellinger in “Verborgen Dynamiek van Familiebanden”, Altamira, 2002.

Page 2: Hugo Stuer (A4) - · PDF fileHugo assimileerde wat hij in de verschillende takken van de klassieke en holistische genees-kunde en in de aanpalende vak-gebieden had geleerd en ontwik

over ‘de zin van ziekten’ waarmen bepaalde ziekten verbindtaan specifieke oorzaken. Datvind ik te ver gaan. Als er al ver-banden zijn, zijn deze daaromniet causaal”

Dokter Stuer publiceerde ver-scheidene boekjes over lachenen humor. Het begon met hetprediken van ‘lachen is gezond’in de medische sector, naar

‘humor in moeilijke tijden’.Maar nu zou hij eerder lachen enwenen aan elkaar koppelen. “Ikdenk dat zowel lachen alswenen zeer gezond zijn en temaken hebben met existentiëleontroering. Ik zie ze ook niet alstegengesteld, maar als varian-ten, twee kanten van de medail-le van het leven. Lachen enwenen zijn mijn manieren omstil te staan bij mezelf. Ze doenme allebei nadenken en helpenme naar de essentie gaan.”

“Toen ik mijn diagnose kreeg,merkte ik uiteraard dat hetlachen mij niet goed afging. Ikwas echt ontzet. Pas nadat iknachtenlang geweend had tot deemmer leeg was, kwam er weerruimte voor vrolijkheid. Op datmoment ging dat gepaard metcynisme en galgenhumor, watvoor mijn omgeving niet altijdgemakkelijk te verteren was. Hetevenwicht tussen lachen enwenen is zo belangrijk. Als je

geen tranen kunt toelaten,kan je ook je vreugdeniet beleven. Het is vaakniet evident om in con-

tact te komen met je gevoe-

lens…”. Mensendie alleen maarlachen, hebben de nei-ging de realiteit tenegeren en zichzelfwijs te maken dat allesgoed is zoals het is. Ik ben ervanovertuigd dat het de combinatieis tussen beiden die mijn herstelvergemakkelijkt heeft.

Vooraleer hij besliste om zich telaten behandelen met een che-mokuur, legde Hugo Stuer deresultaten van zijn weefselon-derzoek voor aan verschillendedeskundigen voor een prognose.Hij kreeg heel uiteenlopendeantwoorden van de verschillen-de specialisten. “Sommige dok-ters voorspelden 30 % overle-vingskans, anderen 50% of 60 %,weer anderen 89 %. Er was zelfsiemand bij die zei dat ik er hele-maal niet zo goed voorstondhoewel ik geen klachten meerhad en de tumor verwijderdwas... Die cijfers benamen mede adem. Ik was bereid naar hente luisteren, maar wou welwetenschappelijke bewijzenzien. Toen ik me zelf steeds meerin de literatuur verdiepte, werdmijn verwarring nog groter.Uiteindelijk heb ik dan maarbesloten geen risico te nemen ende chemokuur te ondergaan.”

“Ik raad mensen die een kanker-diagnose krijgen aan geen tijd teinvesteren in schuldgevoelens,maar in hoofdzaak te kijkennaar wat ze kunnen doen omhun herstel nu te bevorderen .Het is natuurlijk wel belangrijkstil te staan bij mogelijke verban-den. Zeker in mijn geval, bij eendarmkanker die eigenlijk eenvermijdbare kanker is. Als je datkan aanpakken als het nog maareen onschuldig weefselpropje is,dan zal die zich nooit ontwikke-len tot een tumor.” De natuur-arts leerde me bovendien datniet alleen wat je eet, maar ookhoe je eet, belangrijk is. “ Ik atgezond, rookte niet en dacht inmijn naïviteit dat dit voldoendewas om gezond te blijven. Maarer is meer. Ik was altijd heelactief bezig en nam geen tijd om

mijn eten te laten verteren Sneliets naar binnen werken en

daarna onmiddellijk je agendanemen voor de volgendeafspraak is echt niet ideaal!Hetzelfde geldt voor rechtstaandeten, televisie kijken of autorij-den terwijl je eet. Hij raadde meaan te genieten van mijn eten,ook met mijn ogen en dan echtde tijd te nemen om mijn eten teverteren, letterlijk en figuurlijk,want ondertussen verteer je ookje stress, je emoties, alles wat erbinnenkomt aan prikkels.”

Samen met een psychotherapeutdie gespecialiseerd was in hetbegeleiden van kankerpatiëntenging Hugo op verkenning in dewereld van de humane factoren“Het is zo belangrijk om de din-gen die je doet, bewust te doen,in contact met jezelf en je omge-ving, “aarden” noemt men dattegenwoordig. Een indiaansewijsheid zegt: Als je onkruidwiedt, kan je allerlei dingendoen vergelijkbaar met eenmeditatieve toestand. Voor mijwerd dit: naar muziek luisteren,mijn zorgen ordenen, mij echtontspannen, genieten van hetcontact met gelijkgestemde zie-len en met de aarde, de natuur,een schaduwplek enz. In ditgeval verlaagt de frequentie vanje brein vertragen alfa. Ditschijnt een zeer gunstig effect tehebben op het basisbioritme vande mens, van onschatbare waar-de zeker bij zulke diagnose.”

Hugo nam in het ziekenhuis nogeen aantal radicale beslissingenom zijn leven over een andereboeg te gooien. “Ik stapte uit depolitiek omdat ik merkte dat hetvooral negatieve kenmerken inme wakker maakte: cynisme,hardheid, achterdocht. Ik gafmijn werk aan de universiteitop. Deze vrijstelling van routine-taken geeft me meer tijd enruimte voor mezelf.

“Fundamenteel wasdat ik het verschilleerde zien tussengenezen en helen.Een mens kan perfectfysiek genezen zonderte helen, een menskan ook helen zonderfysiek te genezen”.