Hoofdstuk 5

12
Hoofdstuk 5: Leerinhoud 1. Wat is leerinhoud? De leerinhoud of leerstof is steeds een uitwerking van de lesdoelstelling. In elke lesdoelstelling vermeld je leerinhoud, die je vervolgens moet gaan uitwerken. Bv. "de leerlingen kunnen 2 lichamelijke veranderingen opsommen die gepaard gaan met de puberteit”. Leerinhoud: lichamelijke veranderingen die gepaard gaan met de puberteit: groeispurt, menstruatie, lichaamsbeharing, verandering van de geslachtsdelen, … Merk op dat er in de lesdoelstelling slechts sprake is van 2 veranderingen, terwijl er bij de leerinhoud meer vermeld staan. Er kan dus meer leerinhoud in de les aan bod komen dan de lesdoelstelling laat vermoeden! Samengevat: leerinhoud is ALLE inhoud die in de les aan bod komt (terwijl lesdoelstellingen enkel verwijzen naar de leerinhoud die eveneens het voorwerp is van evaluatie! Meer info hierover krijg je later in het hoofdstuk over evaluatie. 2. Leerinhoud structureren Je kan de leerinhoud op verschillende manieren structureren. Hoe je dat doet, hangt af van je vak. In de geschiedenisles gebeurt dit bv. best chronologisch, in de les chemie begin je best met een concrete proef om daarna een abstracte wet te bespreken, enz. Dit zijn ook nog enkele mogelijkheden om te structureren: - van oud naar nieuw - van globaal naar gedetailleerd - ....

description

Didactische leerinhoud

Transcript of Hoofdstuk 5

Page 1: Hoofdstuk 5

Hoofdstuk 5: Leerinhoud

1. Wat is leerinhoud?

De leerinhoud of leerstof is steeds een uitwerking van de lesdoelstelling. In elke lesdoelstelling

vermeld je leerinhoud, die je vervolgens moet gaan uitwerken.

Bv. "de leerlingen kunnen 2 lichamelijke veranderingen opsommen die gepaard gaan met de

puberteit”.

Leerinhoud: lichamelijke veranderingen die gepaard gaan met de puberteit: groeispurt, menstruatie,

lichaamsbeharing, verandering van de geslachtsdelen, …

Merk op dat er in de lesdoelstelling slechts sprake is van 2 veranderingen, terwijl er bij de leerinhoud

meer vermeld staan. Er kan dus meer leerinhoud in de les aan bod komen dan de lesdoelstelling laat

vermoeden!

Samengevat: leerinhoud is ALLE inhoud die in de les aan bod komt (terwijl lesdoelstellingen enkel

verwijzen naar de leerinhoud die eveneens het voorwerp is van evaluatie! Meer info hierover krijg je

later in het hoofdstuk over evaluatie.

2. Leerinhoud structureren

Je kan de leerinhoud op verschillende manieren

structureren. Hoe je dat doet, hangt af van je

vak. In de geschiedenisles gebeurt dit bv. best

chronologisch, in de les chemie begin je best

met een concrete proef om daarna een

abstracte wet te bespreken, enz.

Dit zijn ook nog enkele mogelijkheden om te

structureren:

- van oud naar nieuw

- van globaal naar gedetailleerd

- ....

Page 2: Hoofdstuk 5

3. Leerinhoud integreren

Losse weetjes gaan snel verloren. Daarom is het belangrijk de leerinhoud te

integreren in / te koppelen aan een groter geheel. Leerlingen hebben allerlei

kapstokken in hun hoofd, waar ze nieuwe info kunnen aan ophangen.

Bijvoorbeeld: aan de vorige lessen, het vak in zijn geheel, andere vakken, het

latere beroep, het dagelijkse leven, enz..

Als je in de les Chemie een chemisch proces wil aanbrengen, begin je best met

alledaagse bevindingen, zoals bv. thee zetten.

4. Infobronnen

eigen boeken, tijdschriften, leerplannen, cursussen ...

bibliotheken

internet

educatieve uitgeverijen

bedrijven, organisaties, scholen…

www.klascement.net

Het is niet zo eenvoudig om in dit grote aanbod de gepaste informatie te vinden. Hieronder vind je

enkele kritische bedenkingen bij de verschillende bronnen.

4.1 Bibliotheek of internetzoekmachines?

Google is omwille van zijn gebruiksvriendelijkheid terecht enorm populair, zowel bij onderzoekers als

bij leerlingen en studenten. Maar, er is een grote MAAR ......

- de kwaliteit van de Google-zoekresultaten is niet gegarandeerd: vaak zijn de resultaten niet

relevant, of onbetrouwbaar

- zoekmachines geven slechts toegang tot een beperkt deel van het internet

- bij zoekmachines spelen ook niet-inhoudelijke factoren mee bij het rangschikken van de

zoekresultaten, bv. commerciële (hoe meer gesponsord, hoe hoger je ranking), statistische

(hoe meer aangeklikt, hoe hoger je ranking), .... Dit is misleidend: veel mensen raadplegen

enkel de eerste links die de zoekactie oplevert, waardoor ze andere, vaak meer nuttige

informatie, mislopen!

Page 3: Hoofdstuk 5

Conclusie: het internet heeft voor- en nadelen, maar je vult je internetbronnen best aan met

bronnen die je vindt in de bibliotheek. We raden je zelfs aan om je zoektocht naar interessante

bronnen te starten in de bibliotheek, en internetzoekmachines aanvullend te gebruiken.

Hieronder volgt een schematisch overzicht van de voor- en nadelen van bibliotheken en

internetzoekmachines.

Bibliotheken

Internetzoekmachines

Page 4: Hoofdstuk 5

4.2 Bibliotheken

De openbare bibliotheken

van de stad Antwerpen

vind je online via de

portaalsite van de stad1.

Je kan ook de catalogus

online raadplegen.

Om meer vaktypische

werken te vinden, kan

het nodig zijn om naar

gespecialiseerde

bibliotheken te stappen

zoals

universiteitsbibliotheken

of zelfs bibliotheken van

gespecialiseerde

organisaties. Bv.

- documentatie- en expertisecentrum inzake dementie

- de samenlevingsopbouwbibliotheek: informatie over thema's als (kans)armoede,

werkloosheid, huisvesting, migranten, stedelijke vernieuwing

- het Atlas documentatiecentrum: documentatie- en leermiddelencentrum gespecialiseerd in

Nederlands voor anderstaligen, intercultureel onderwijs, mondiale vorming en

interculturaliteit.

- bib van het Vlaams Agentschap voor Personen met een handicap

- enz.

Vaak vind je in bibliotheken meer dan boeken alleen : ook educatieve video’s, DVD’s en CD-roms zijn

er ter beschikking.

1 www.antwerpen.be

Page 5: Hoofdstuk 5

4.3 Internet

Het internet is een oneindige

bron van informatie. Vaak is het

wel moeilijk om in te schatten

wat de waarde van website-

informatie is. De informatie die

je vindt op internetsites moet

je daarom altijd controleren op

betrouwbaarheid. Hieronder

lees je een aantal tips die je

daarbij in acht kan nemen...

4.3.1 Soorten zoekmachines

Algemene zoekmachines: maken verschillende soorten

webpagina’s opzoekbaar (bv. Google, Yahoo, ...)

Gespecialiseerde

zoekmachines: maken

webpagina’s met

wetenschappelijke

inhoud opzoekbaar (bv.

Google Scholar, Scirus,

…).

4.3.2 Betrouwbaarheid website

Niet alle informatie die je vindt op het internet is correct. Daarom is het belangrijk altijd de

betrouwbaarheid na te gaan van gevonden informatie, vooraleer je die zelf gaat gebruiken. In wat

volgt krijg je vier tips om de betrouwbaarheid van een website af te toetsen!

1) Verantwoordelijke website

Als je weet wie de site heeft gemaakt, kun je beter inschatten wat de waarde is van de informatie die

je op de site vindt!

Page 6: Hoofdstuk 5

Je komt te weten wie verantwoordelijk is voor de site via het webadres of de URL, of via de

homepage.

Het webadres evat informatie over de organisatie of persoon die de website ter beschikking

stelt. Bv. http://www.khk.be/bibliotheken

Op de homepage vind je vaak informatie over de verantwoordelijken van de site.

Als je een zoekmachine hebt gebruikt, is de kans groot dat je niet op de homepage terecht bent

gekomen, maar op een vervolgpagina van de site. De homepage van een website vind je:

- door de URL te strippen. De verschillende delen van een URL worden van elkaar gescheiden

met een schuine streep, bv. http://www.khk.be/khk04/campusGeel/contact.asp. Je

verwijdert alle delen tot je de homepage bereikt. In ons voorbeeld: http://www.khk.be

- via de knop “Home”: deze knop vormt een directe link naar de homepage.

Hieronder vind je een overzicht van de plaatsen op de homepage waar je info vindt over de auteurs

van de website:

Page 7: Hoofdstuk 5

2) Actualiteit website

Tips om te weten te komen hoe actueel je gevonden informatie is, vind je in onderstaand overzicht:

Page 8: Hoofdstuk 5

3) Inhoud website

De inhoud van de website geeft ook veel informatie over de betrouwbaarheid van de website:

4) Onderhoud website

Een laatste criterium waarop je je kan baseren om de betrouwbaarheid van een website na te gaan,

is het onderhoud van een website:

4.4 Educatieve uitgeverijen

Naast het internet en bibliotheken kun je nog andere bronnen raadplegen. Bv. educatieve

uitgeverijen.

Een voorbeeld van een educatieve uitgeverij waar je veel goede handboeken vindt is

www.plantyn.com. Ook uitgeverij Epo verdeelt heel wat onderwijsgerelateerde boeken.

Uiteraard zijn er nog tal van andere uitgeverijen die informatie over je vak aanbieden.

Page 9: Hoofdstuk 5

Informatie over educatieve uitgeverijen vind je op de website van Openleerplatform. Op deze site

vind je ook een overzicht van boekenlijsten, bibliotheekcatalogi, ...

Een mooi overzicht van uitgeverijen en handboeken vind je ook op de jaarlijkse boekenbeurs in

Antwerpen (in november). De meeste uitgeverijen verdelen folders met hun aanbod van

schoolboeken of houden je, als je dat wenst, (digitaal) op de hoogte van nieuwe uitgaven. Als je de

boekenbeurs bezoekt op de dag van de leerkracht kan je er ook tal van lezingen en/of demo's van

nieuw materiaal bijwonen.

4.5 Organisaties, bedrijven, ….

Vooral voor praktijkvakken kan je ook materiaal, folders, beeldmateriaal en andere media bekomen

via bedrijven en organisaties. Vaak is dit louter bedoeld als promotiemateriaal. Je moet je dan ook

afvragen of je het in de klas wel kan gebruiken. Eventueel kan je slechts die delen van het materiaal

gebruiken die geen al te expliciete reclame inhouden.

Bijvoorbeeld: cursisten die voor het vak...

- "Toerisme" toeristische folders of posters gebruiken

- "Economie" brochures van een bank gebruiken

- "Haartooi" die het beursmateriaal gebruiken van een bepaald merk van

verzorgingsproducten

4.6 Laatste tips

Bibliografie van je leerplan

Vergeet zeker niet de bibliografie van je leerplan te raadplegen! Achteraan in elk leerplan vind je een

lijst met geraadpleegde bronnen. Deze bronnen zijn vrijwel altijd recent én betrouwbaar! Je vindt er

zowel boeken, tijdschriften, internetbronnen, verwijzingen naar vakorganisaties, CD-roms, enz.

Twitter

Via Twitter leer je vaak mensen kennen met hetzelfde interessegebied als jij. Via heel korte

berichten kun je op korte termijn snel op de hoogte gehouden worden van nieuwe ontwikkelingen

binnen je vakgebied. Hier moet je niet zelf op zoek naar informatie, de informatie komt gewoon naar

je toe....

Andere sociale media

Ook via Facebook, RSS, abonnementen op weblogs, enz. kun je bepaalde informatie automatisch

bij jou laten toekomen.

Page 10: Hoofdstuk 5

5 Bronvermelding

Informatie gebruiken kan je op verschillende manieren doen:

- Je kan letterlijk een stukje

tekst overnemen. Dat is citeren. Je

plaatst de overgenomen tekst

tussen aanhalingstekens in je tekst.

- Je kan een bepaald stuk tekst

uit de originele bron in je eigen

woorden weergeven, zodanig dat

de achterliggende idee juist

bewaard blijft. Dat is parafraseren.

- Je kan de belangrijkste

punten uit grotere stukken tekst

(een bladzijde, een hoofdstuk, een

volledige publicatie...) op een

beknopte manier in je eigen

woorden weergeven. Dat is

samenvatten.

- Je kan informatie kopiëren.

Dat kunnen schema’s, grafieken,

figuren, geluids- en

beeldfragmenten zijn.

- Je kan informatie vertalen.

Telkens je op één van deze manieren informatie gebruikt die je gevonden hebt, moet je verwijzen

naar het werk van de auteur. Dit is een referentie noteren.

Al je referenties moet je verzamelen in een bronnenlijst. Een bronnenlijst voeg je meestal achteraan

je werk toe.

5.1 Een referentie noteren

Een boek

Achternaam auteur, voorletter(s), Titel, Eventuele subtitel, Uitgever, Plaats van uitgave, jaar van

uitgave.

Bv. Hoogeveen, P., Winkels, J., Het didactisch werkvormenboek, Variatie en differentiatie in de

praktijk, Van Gorcum, Assen, 1996.

Page 11: Hoofdstuk 5

Een artikel

AUTEUR, voornaam. Titel van het artikel.

Naam van krant of tijdschrift, nummer,

jaargang, jaar, pagina.

Bv. DE FEYTER, K.

Ontwikkelingssamenwerking door een

mensenrechtenbril bekeken, enkele

voorbeelden. Noordzuid cahier, nr. 4,

jaargang 25, 2000, p. 28.

ROOS, J. Een hekel aan geborneerdheid,

Het Parool, 2, jg 61, 2001, p 34.

Internetbronnen

Achternaam auteur, voorletter(s)

(Publicatiejaar of update). Titel van het

document of de website. Geraadpleegd

op dag maand jaar, adres website.

Bv. Meijden, B. van der (1998). Schiphol als thema voor een geschiedenis-, internet- en/of

profielwerkstuk. Geraadpleegd op 7 juli 2005, http://www.histopia.nl/schiphol.htm

De geschiedenis van het internet. (z.d.). Geraadpleegd op 7 juli 2005, http://www.be-

wired.nl/info/geschiedenis.htm

In het tekstverwerkingsprogramma Word kun je ook werken met automatische verwijzingen! Het

loont de moeite om dit eens uit te zoeken….

5.2 Plagiaat

Als we onze gevonden

informatie toch klakkeloos

overnemen, zonder

bovenstaande regels m.b.t.

bronvermelding te

respecteren, plegen we

plagiaat! Dit is strafbaar....

Page 12: Hoofdstuk 5

Na het bestuderen van dit hoofdstuk kun je….

recente en geschikte bronnen raadplegen om leerinhoud (die hoort bij een

bepaalde lesdoelstelling) uit te werken

deze bronnen correct vermelden

de gevonden leerinhoud structureren