HOOFDOPDRACHT INFORMATIE-VAARDIGHEDEN

Thema: Syndromen Onderdeel: Het Syndroom van Asperger

Nele Vandenbulcke 1BaO 3.1

InhoudSynthese.................................................................................................................................................2

Stap 1.....................................................................................................................................................5

Referentie...........................................................................................................................................5

Context kenmerken van het basisartiken...........................................................................................5

De auteurs..........................................................................................................................................5

Structuur............................................................................................................................................6

Andere handige bronnen....................................................................................................................6

Organisaties betrokken bij het syndroom van Asperger.....................................................................6

Specialisten in het thema...................................................................................................................6

Moeilijke woorden of definities..........................................................................................................6

Wetteksten in verband met het thema..............................................................................................6

Stap 2.....................................................................................................................................................0

Stap 3.....................................................................................................................................................1

Trefwoordenlijst.................................................................................................................................1

Specialisten........................................................................................................................................1

Organisaties en voorzieningen...........................................................................................................3

Bronnenlijst........................................................................................................................................3

Stap 4.....................................................................................................................................................4

Boeken van auteur in de bibliotheek?................................................................................................4

Publicaties bronnenlijst te vinden in bibliotheek?..............................................................................4

Sterauteurs.........................................................................................................................................6

Excel-oefening....................................................................................................................................6

Publicatie uit bronnenlijst opzoeken..................................................................................................6

Check!.................................................................................................................................................6

Andere werken van sterauteurs.........................................................................................................7

Stap 5: contextualiseren.........................................................................................................................8

Organisaties .......................................................................................................................................8

Statistieken.........................................................................................................................................8

Excel statistieken................................................................................................................................9

Juridische context...............................................................................................................................9

Politieke context (maatschappelijk / beleid / visie )...........................................................................9

Besluit...................................................................................................................................................11

Synthese

Synthese Syndroom van AspergerHet syndroom van Asperger is relatief nieuw opgenomen in het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM)en is onder de pervasieve ontwikkelingsstoornissen geplaatst (net zoals autisme). Mensen met het syndroom van Asperger krijgen vaak de verkeerde of maar op een latere leeftijd de diagnose. Dit komt omdat ze hun problemen redelijk kunnen verbergen door hun sterke punten (terwijl mensen met een zwaardere vorm van autisme vlugger worden opgemerkt). Juist doordat ze hun problemen zo goed kunnen verbergen, is er vaak onbegrip voor mensen met het Syndroom van Asperger, ondanks het feit dat deze stoornis grote problemen in de omgang met anderen oplevert.

Diagnose

Het doel van een diagnose is niet een label geven, maar een soort samenvatting weergeven waarin de kenmerken beschreven worden. Daardoor is er meer kans dat een persoon de juiste hulp en aanpassingen krijgt.

De diagnose voor het syndroom van Asperger wordt opgedeeld in 2 categorieën. Volgens het DSM moet een persoon voldoen aan 2 kenmerken uit de eerste categorie en aan 1 kenmerk uit de tweede categorie. Naast de twee categorieën, zijn er nog 4 noodzakelijke criteria om een diagnose van Asperger te rechtvaardigen.

Categorie 1: beperking in de sociale interactie (minimum twee kenmerken vertonen)

Duidelijke beperking in het gebruik van diverse vormen van non-verbaal gedrag (oogcontact, gezichtsuitdrukking, lichaamshouding…). De persoon heeft moeite met het interpreteren en tonen van lichaamstaal.

De persoon is niet in staat om een relatie aan te knopen met leeftijdsgenoten die past bij het ontwikkelingsniveau. (Uit zich vaak in het hebben van oudere of jongere vrienden)

Er is geen interesse in de andere persoon. Er wordt geen rekening gehouden met wat de ander interessant zou kunnen vinden.

Het empatisch vermogen functioneert anders dan bij mensen zonder autisme/Asperger syndroom . De persoon heeft moeite om zich in te leven in de gevoelens van de anderen.

Categorie 2: betrekking op beperkte, zich herhalende en stereotiepe gedragspatronen, interesses en activiteiten (minimum 1 kenmerk vertonen)

Sterke bezighouding met 1 of meer stereotiepe en beperkte interessepatronen, waar er abnormaal veel aandacht wordt aan besteed.

Duidelijke vasthouding aan specifieke niet functionele routines of rituelen. Stereotiepe motorische handelingen die voortdurend worden herhaald. Een hardnekkige preoccupatie met delen van objecten.

4 noodzakelijke criteria voor Asperger

Deelname aan sociaal verkeer is beperkt door de gedragingen van de persoon Er is geen aantoonbare taalachterstand Er is geen aantoonbare achterstand in de cognitieve ontwikkeling. De persoon voldoet niet aan diagnostische criteria voor een andere specifieke pervasieve

ontwikkelingsstoornis of schizofrenie.

Andere persoonlijkheidskenmerken van het syndroom van Asperger

Naast de kenmerken die een persoon moet vertonen volgens het DSM, zijn er nog een aantal kenmerken die frequent voorkomen bij mensen met Asperger.

Gemiddeld tot bovengemiddeld IQ Concreet zwart-wit denken, letterlijk denken. De persoon heeft moeite om ongeschreven

regels te begrijpen. Er is ook moeite om non-verbale communicatie te interpreteren, de persoon is dus vaak afhankelijk van woorden, die hij letterlijk neemt.

Er is geen grote achterstand in verbale communicatie. Ze gebruiken correcte zinnen, zonder echter te weten wat deze precies betekent. Er is ook een ander gebruik van melodie, ritme, tempo en toonhoogte.

De persoon weet niet hoe een vriendschap te sluiten, omdat hij moeite heeft om zich in te leven in de ander.

De persoon ervaart een overmaat aan emoties en heeft moeite om te herkennen welke emoties hij voelt en hoe hij deze kan uiten zodat andere hem begrijpen.

Er zijn problemen in de sociale omgang. De persoon is goed in exacte vakken. Er is overgevoeligheid op het gebied van zien, tast, horen en/of smaak. Er is vaak

overprikkeling, waarop er vaak negatief op gereageerd wordt.

Mensen met het syndroom van Asperger leren omgaan met anderen

Mensen met het syndroom van Asperger vertonen een opvallend tekort in de omgang met anderen. Een aantal strategieën kunnen deze mensen helpen bij hun sociale vaardigheden. Twee voorbeelden van zo’n strategieën zijn ‘het verborgen curriculum opsporen’ en ‘omgaan met idioom en figuurlijk taalgebruik’.

Het verborgen curriculum opzoeken

Onder verborgen curriculum verstaat men de ongeschreven regels die niemand direct leert, maar die iedereen wel kent (Bijvoorbeeld: andere personen ook laten praten waarin zij geïnteresseerd zijn, anders zal er geen vriendschap ontstaan). Om deze ongeschreven regels aan een persoon met Asperger te leren, kun je een situatie nadoen aan de hand van een rollenspel, en zo uitleggen hoe ze een bepaald conflict kunnen vermijden.

Omgaan met idioom en figuurlijk taalgebruik

Mensen met het Asperger syndroom hebben moeite wanneer iemand een uitdrukking gebruikt waarbij de feitelijke betekenis verschilt met de letterlijke betekenis (wat de persoon dus zegt). Dit

noemt met een idioom (Bijvoorbeeld: Zand erover de persoon zal zich afvragen waar er zand over moet). Bij dit probleem kan een rollenspel die de betekenis uitlegt ook weer helpen. Eenvoudige strips en tekstballonnetjes kunnen ook het verschil tussen figuurlijk en letterlijk uitleggen.

Omgaan met de emoties

Mensen met het syndroom van Asperger uiten hun emoties heel anders dan gebruikelijk. Er zijn soms ook onvermijdelijke woede-uitbarstingen, die anderen vaak als onredelijk beschouwen, omdat ze uit het niets lijken te komen.

Bij de woede-uitbarstingen kan het helpen als je de signalen kent die aan zo’n woedeaanval voorafgaat. Zo kun je de persoon uit de situatie verwijderen (op een positieve manier bv: hem een andere opdracht geven) zodat het niet tot een uitbarsting komt. De persoon zelf kan een aantal tactieken leren die kalmerend werken, zoals zich gaan bezighouden met iets dat hem sterk interesseert.

Het is moeilijk om in te schatten hoe een persoon met het syndroom van Asperger zich voelt, juist omdat hij zijn emoties op een andere manier toont. Een middel om zijn emoties beter te kunnen begrijpen, is een Emotiethermometer. Daarop staan verschillende emoties op aangeduid, met daarnaast beschreven hoe de persoon zich in het algemeen gedraagt en welke activiteiten helpen in die situatie. Zo’n emotiethermometer is er ook voor de stress aan te duiden. Daarop staat het stressniveau aangeduid, de lichaamssignalen en verschillende kalmeermethoden.

Als mensen met het Syndroom van Asperger leren omgaan met het uiten van hun gevoelens op een meer sociaal-aanvaardbare manier zal dit hun helpen in de omgang met anderen.

Besluit

Al hebben mensen met het syndroom van Asperger vaak geen probleem met het communiceren en zijn ze een sterk geheugen , toch hebben ze in het dagelijkse leven problemen in de omgang met anderen. Ze kunnen zich maar moeilijk inleven in de ander en begrijpen de ongeschreven regels niet, wat vaak tot ergernis of conflicten leidt bij andere mensen. Het syndroom van Asperger mag dus niet onderschat of als ‘maar een beetje autisme’ bekeken worden

Stap 1

Referentie

Shore, S., Rastelli, L. (2010). Autisme voor dummies. Amserdam: Pearson Education Benelux bv

Het hoofdstuk van het boek geeft uitleg over het syndroom van Asperger in het algemeen. Zo bespreekt met waar in het Autisme spectrum het syndroom zich bevindt, hoe de diagnose wordt gesteld en ook de typische kenmerken van een persoon met het syndroom van Asperger. Verder wordt er ook nog tips gegeven over onder andere mensen met Asperger leren omgaan met anderen, hoe je hen leert hun woedeaanvallen te beheersen…

Context kenmerken van het basisartiken

Het hoofdstuk komt uit het boek: Autisme voor dummies, en is vertaald uit het Engels. De originele titel is: Understanding Autism For Dummies. Het is uitgegeven door Pearson education Benelux bv (de Nederlandse versie), en de Nederlandse Vereniging voor Autisme heet hierbij geholpen. Het boek is geschreven voor mensen die nog niet zoveel weten over autisme, of mensen die informatie over autisme op een redelijk simpele en duidelijke manier willen lezen. Het is zowel voor jongeren als volwassenen.

De auteursHet boek is geschreven door Stephen M. Shore en Linda G. Rastell. In het boek zelf wordt er kort beschreven wie deze auteurs zijn.

Stephen M. Shore is van de Verenigde Staten en behaalde een bachelorgraad in muziek en boekhoud-en informatiesystemen. Ook heeft hij een mastergraad in muziekonderwijs en een doctoraat in onderwijs. Hij houdt voordrachten in binnen-en buitenland over autisme, heeft colleges over speciaal onderwijs, leert kinderen met autisme muziekinstrumenten bespelen enzoverder. Zelf kreeg hij aan 18 maanden de diagnose regressief autisme.

Linda G. Rastell is ook van de Verenigde Staten. Ze behaalde een bachelor of arts degree en een mastergraad. Ze is een bekroond journaliste en heeft al zo’n 20 jaar ervaring in het schrijven van instructieve handboeken. Deze handboeken gaan over gezondheidszorg, onderwijs en bedrijfsleven. Ze heeft al meerdere awards op haar naam staan.

Stephen M.Shore heeft een eigen website: http://www.autismasperger.net/ . Hier staat nog extra uitleg zoals de boeken die hij heeft geschreven/ mee heeft helpen schrijven (Living Along the Autism Spectrum - What Does It Mean to Have Autism or Asperger Syndrome?, Understanding Autism for Dummies, Beyond the Wall: Personal Experiences with Autism and Asperger Syndrome, 2ndEd., Ask and Tell: Self-Advocacy and Disclosure for People on the Autism Spectrum. ) Je vin der ook handige links naar artikels, video’s en radio interviews.

Over Linda G. Rastell was er niet veel andere informatie te vinden.

Andere boeken van de auteur(s)

Stephen M.Shore: Living Along the Autism Spectrum - What Does It Mean to Have Autism or Asperger Syndrome?/ Understanding Autism for Dummies/ Beyond the Wall: Personal Experiences with Autism and Asperger Syndrome, 2ndEd./ Ask and Tell: Self-Advocacy and Disclosure for People on the Autism Spectrum.

Structuur- De tekst is duidelijk opgedeeld in verschillende onderdelen, het is dus geen doorlopende tekst

- Er zijn redelijk veel tussentitels, om alles goed duidelijk te maken

- De referenties zijn achteraan in het boek te vinden, aan de hand van links naar boeken, films en websites. In de tekst zelf worden er geen referenties gemaakt

- De structuur is duidelijk, alle titels volgen redelijk logisch op elkaar op, wat het handig maakt om het ‘verhaal’ te kunnen volgen.

Andere handige bronnen

De interviews en video’s die op Stephen M. Shore zijn website staan

de boeken over Asperger-syndroom die opgesomd staan in de referenties van mijn boek

mogelijke online artikels op limo

http://www.aspergersyndroom.nl/

Organisaties betrokken bij het syndroom van Asperger

De website van de Nederlandse vereniging voor Autisme

de website van de Vlaamse vereniging voor autisme

PAS (personen uit het autisme spectrum)/

Specialisten in het themaStephen M. Shore

Moeilijke woorden of definitiesZie verklarende woordenlijst op wiki en uitleg bij trefwoordenlijst in stap 3.

Autisme spectrum, Verborgen Curriculum, Idioom, Pervasieve ontwikkelingsstoornis

Wetteksten in verband met het thema Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van artikel 6 en 14 van

het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 1998 tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van de centra voor ontwikkelingsstoornissen (7 september 2012). Belgisch staatsblad, 66814

Stap 2Zie wiki-pagina www.sossyndroom.wikidot.com

Stap 3

1. Vooraf : deze "lijsten" moeten duidelijk als afzonderlijke pagina's binnen jullie wiki terug te vinden zijn (al dan niet met subpagina's, afhankelijk van de eigen gekozen structuur van jullie wiki).

Zie wiki

Trefwoordenlijst

2. Zorg voor een trefwoordenlijst (vaktermen) over jullie thema : voeg alle lijstjes van de projectleden samen tot één handige, gefilterde alfabetische lijst.

Autisme spectrum= mensen die een stoornis hebben die onder de Autisme spectrum stoornissen vallen, zijn mensen waar de opvoeding verstoord verloopt/verlopen is op de grond van:

- Een stoornis in het sociaal contact- Een stoornis in de verbale- en non-verbale communicatie- Een stoornis in het verbeeldingsvermogen- Een opvallend beperkte repertoire van interesses en activiteiten

Verzamelwoord voor autisme en alle ontwikkelingsstoornissen die een vorm zijn of verwant zijn aan autisme.

Verborgen Curriculum = de verzameling ongeschreven regels die niemand direct leert maar die iedereen wel kent

Idioom= een uitdrukking waarbij de feitelijke betekenis (wat je bedoelt) verschilt van de letterlijke woorden verschilt.

Pervasieve ontwikkelingsstoornis= Stoornissen die betrekkingen hebben op allerlei basale (basis) functies

Specialisten

3. Zorg voor een lijst van specialisten (deskundigen, ervaringsdeskundigen, sleutelfiguren) die bezig zijn met dit onderwerp. Noteer van een viertal specialisten de naam, de voornaam, hoe je ze op het spoor kwam, de functie, de contactgegevens, eventuele publicaties. Contacteer ze niet, maar bedenk een drietal vragen die je hen kan stellen.

Stephen M. Shore (Verenigde Staten) kreeg op 18 maanden de diagnose van regressief autisme. Hij houdt voordrachten over autisme in the Verenigde staten en vele landen daarbuiten. Hij is voormalig lid van de 'Austism Society' en actief in : 'Interagency Autism Coordinating Committee'', Asperger Syndrome and High Functioning Autism Association', 'United States Autism and Asperger Alliance', en andere organisaties die met Autisme te maken hebben. Stephen M. Shore is ook auteur van een aantal boeken over Autisme of afgeleide stoornissen zoals het syndroom van Asperger.

Klik hier om zijn website te bezoeken

*Hoe op het spoor gekomen?Stephen M. Shore is de auteur van het boek 'Autisme voor Dummies', wat ik als basistekst gebruikt heb.

*Contact gegevensTerug te vinden op zijn website

*Eventuele vragen die je kan stellen

- Van het Asperger syndroom wordt er soms gezegd dat dit een lichtere vorm van autisme is. Vindt u dat dit klopt?

-Heeft u enkele tips voor mensen met het syndroom van Asperger om hun emoties op een gepaste manier te kunnen verwoorden?

-Welke moeilijkheden ervaart u in de omgang met anderen?

Peter Vermeulen is afgestudeerd als orthopedagoog and de Katholiek Universiteit Leuven, en is autismedeskundige met al meer dan 20 jaar ervaring in het werkveld. Peter is momenteel educatief medewerker bij Autisme Centraal in Gent. Dit is een expertisecentrum voor autismespectrumstoornissen. Hij verzorgt lezingen, workshops en trainingen in meer dan 15 landen, binnen en buiten Europa. Hij is auteur van verschillende boeken over autisme.

*Hoe op het spoor gekomen?

Peter Vermeulen werd meerdere keren vermeld in de bronnenlijst van mijn basisartikel. Daaruit kon ik afleiden dat hij waarschijnlijk veel rond autisme weet. Ik ben dan meer informatie over hem gaan opzoeken.

*Contact gegevens

*Eventuele vragen die je kan stellen

-Van het Asperger syndroom wordt er soms gezegd dat dit een lichtere vorm van autisme is. Vindt u dat dit klopt?

-Wat onderscheidt Asperger van Autisme?

Maxine Aston (Engeland) behaalde haar bachelor in de psychologie aan Coventry University in 1999 en in 2007 haar Masters in Gezondheids psychologie. Ze is gespecialiseerd in werken met personen met Asperger en koppels/Families waar een persoon het syndroom van Asperger heeft, waaraan ze begeleiding en workshops geeft. Maxine aston schreef ook een aantal boeken over mensen met Asperger in relaties.

*Hoe op het spoor gekomen?

Maxine Aston werd meerdere keren vermeld in de bronnenlijst van mijn basisartikel. Daaruit kon ik afleiden dat zij waarschijnlijk veel rond autisme/Syndroom van Asperger weet. Ik ben dan meer informatie over haar gaan opzoeken.

*Contact gegevens

Terug te vinden op haar site

*Eventuele vragen die je kan stellen

-Van het Asperger syndroom wordt er soms gezegd dat dit een lichtere vorm van autisme is. Vindt u dat dit klopt?

-Welke tips kunt u geven aan personen die in een relatie zijn met iemand met het syndroom van Asperger?

Organisaties en voorzieningen

4. Zorg voor een lijst van  die zich met jullie thema inlaten (zie ook Stap 5). Zoek zeker aanknopingspunten in je basistekst, maar grasduinen in je eigen kennis kan ook, en het hanteren van de sociale kaart een must (en/of info uit het vak Sociale instituties).

Vlaamse vereniging voor Autisme (VVA) http://www.autismevlaanderen.be/

Bronnenlijst

5. (deels nieuw; vervolg in Stap 4 ) Zorg voor een bronnenlijst. In de tekst onderlijnde je de verwijzingen naar publicaties. Selecteer vijf tot tien referenties door middel van uitsluiting [b.v. Indien mogelijk sluit je publicaties uit waar de auteur niet direct naar verwijst, publicaties met een algemene gedachte, publicaties die moeilijk op te sporen zijn, publicaties die de methoden, technieken of het onderzoek verantwoorden of publicaties van gewaardeerde vakgenoten]. Let vooral op de auteurs die in je artikel meer dan eens worden aangehaald . Doorgaans zijn deze ‘sterauteurs’ relevant voor je onderwerp, voor het zoeken naar bijkomende informatie. Wat je overhoudt neem je op in een (automatische) APA-bronnenlijst in je eigen tekstdocument (verken functie bronnenbeheer in tabblad Verwijzingen; let wel : is op zich handige functie, maar werkt niet steeds voldoende juist). Daarna breng je die bronnen over op een geschikte pagina van jullie wiki. De referenties dienen uiteraard volledig, correct en consequent te zijn (zie basisprincipes van refereren).

Bronnenlijst

- Vermeulen, P. (2008). …!? Autisme en communicatie. Berchem: Epo.- Vermeulen, P., Degrieck, S. (2008). Mijn kind heeft autisme. Tielt: Lannoo- Myles, B., Trautman, M., Shelvan, R. (2007). Verborgen regels. Praktische hulp bij

het leren van sociale vaardigheden. Huizen:Pica.- Aston, M. (2008). Als je partner Asperger syndroom heef: een praktische gids met

relatieadvies. Amsterdam: Niewezijds.- Aston, M. (2009). Werken aan je Asperger-relatie. Amsterdam: Niewezijds.- Attwood, T. (2007). Hulpgids Aspergersyndroom. Amsterdam: Niewezijds.- www.landelijknetwerkautisme.nl

Stap 4

Boeken van auteur in de bibliotheek?

1. Zoek uit of er van de auteur(s) van je artikel andere werken aanwezig zijn in minstens twee voor jou bereikbare bibliotheken. Noteer titels verwant met het thema.

- Living Along the Autism Spectrum - What Does It Mean to Have Autism or Asperger Syndrome? (Stephen M. Shore) niet te vinden in de buurt

- Beyond the Wall: Personal Experiences with Autism and Asperger Syndrome (Stephen M. Shore) niet te vinden in de bibliotheek

Publicaties bronnenlijst te vinden in bibliotheek?

2. Ga van de publicaties in de bronnenlijst van je basisartikel na of ze ter beschikking zijn in je campusbibliotheek, andere bibliotheken binnen Limo, de openbare bibliotheek in de buurt van de school of deze van je gemeente. Als je een publicatie vindt in de campusbibliotheek, herneem je de zoekactie niet in een andere bieb. Je eindigt met voor elke bron een vindplaats overzichtelijk in een tabel weer te geven. Combineer deze opdracht met 4 hier net onder.

Boeken basisartikel

Vermeulen, P. (1999). …!? Autisme en communicatie. Berchem: Epo.

Beschikbaar op campus Kortrijk

Vermeulen, P., Degrieck, S. (2006). Mijn kind heeft autisme. Tielt: Lannoo

Beschikbaar Campus Tielt

Myles, B., Trautman, M., Shelvan, R. (2007). Verborgen regels. Praktische hulp bij het leren van sociale vaardigheden. Huizen:Pica.

Beschikbaar campus Tielt

Aston, M. (2008). Als je partner Asperger syndroom heeft: een praktische gids met relatieadvies. Amsterdam: Niewezijds.

Beschikbaar Campus Kortrijk

Aston, M. (2009). Werken aan je Asperger-relatie. Amsterdam: Niewezijds.

Beschikbaar bibliotheek Roeselare

Attwood, T. (2009). Hulpgids Aspergersyndroom. Amsterdam: Niewezijds.

Beschikbaar bibliotheek Roeselare

Bronnen niet uit basisartikel

Internet

Via Stephen M. Shore zijn eigen website http://www.autismasperger.net/bio.htm

Shore, S. (2003). Beyond the wall: personal experiences with autism and Asperger Syndrome. Overland Park: AAPC Publishing.

Shore, S. (2004.) Ask and tell: self-advocacy and disclosure for people on the autism spectrum. Overland Park: AAPC Publishing.

Van alle twee de boeken zijn er korte samenvattingen te vinden op de website.

Kranten/week-of maandbladen/magazines (commercieel)

De Persgroep Publishing. (8 november 2012). Hemaco houdt conferentie rond leerstoornissen. Het laatste Nieuws. 20.

De Persgroep Publishing. (11 oktober 2012). Dries (21) schrijft boek over autisme. Het Laatste Nieuws. 22

Hanot. J. (6 oktober 2012). ‘Ik ben in mijn hoofd gaan wonen’. De Morgen. 50

Iro. (18 oktober 2012). Hacker ontsnapt aan uitwijzing, ‘maar moslims niet?. De Standaard. 17

Vanmarsenille, K. (19 november 2011). De pijn van het anders zijn. Gazet van Antwerpen. 4

Vaktijdschriften

1. Relevante tijdschriften voor het thema Syndroom van Asperger

Autisme Centraal

2. Referentie van twee artikels uit Autisme Centraal

Fondelli, T. (2009). Het Syndroom van Asperger. Autisme Centraal, 28(1), 21-26.

Vermeulen, P. (2001). Asperger Syndroom: de doos van Pandora. Autisme Centraal, 20(1), 2-6.

Bijdrage uit een verzamelwerk

van Berckelaer-Onnes, I. (2009). Autismespectrumstoornissen. In E. Eurelings-Bontekoe, R.Verheul, W. Snellen (red.), Handboek persoonlijkheidspathologie (pp 483-497). Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Eindwerken/Bachelorproeven

D’hont, W. (1999). De taak van de groepsleider bij de behandeling van pervasieve ontwikkelingsstoornissen - niet anders omschreven (PDD-NOS) in een residentiële kinderpsychiatrische setting [eindwerk]. Kortrijk: Katho HIVV.

Handboeken/ Losbladige werken/ Verzamelwerken/ monografiën

Welke vindt je relevant voor je onderwerp? Vernoem de titelsZie vorige referenties

Sterauteurs

3. Let vooral op de auteurs die in je artikel meer dan eens worden aangehaald . Doorgaans zijn deze ‘sterauteurs’ relevant voor je onderwerp.

Peter Vermeulen Maxine Aston

Excel-oefening

4. Maak de Excel-oefening die je hier onderaan vindt. Het is een combinatie van het onderscheiden van soorten bronnen en eenvoudig werken in een rekenblad.

Zie excel documentje op de wiki

Publicatie uit bronnenlijst opzoeken

5. Kies één van de publicaties uit je bronnenlijst die je fysiek binnen handbereik hebt (dichtbije bieb). Ga deze effectief opzoeken, even ontlenen is sterk aan te raden. Bestudeer het colofon en voor- en achterflap van de publicatie. Neem hieruit enkele trefwoorden / vaktermen en voeg ze toe aan je trefwoordenlijst. Rangschik die lijst alfabetisch (kan eventueel in laatste Afwerking gebeuren, bij de afronding van de opdracht dus).

Communicatieproblematiek= problemen in de communicatie Communicatiesystemen= taalmiddelen; Het specifieke, geïntegreerde

samenstel van communicatievormen, -methoden of -hulpmiddelen, gebruikt om communicatieve doelen van mensen met een handicap te verwezenlijken.

Check!

6. …check

Andere werken van sterauteurs

7. Zoek van twee van je 'sterauteurs' van de bronnenlijst van je basisartikel (zie vorige Stap 3) uit of er andere (dan vermeld in de bronnenlijst) werken aanwezig zijn van hen in minstens één voor jou bereikbare bibliotheken. Noteer titels verwant met het thema.

Peter Vermeulen: Autisme en normaal begaafdheid in het onderwijs. (Katho Kortrijk)

Peter Vermeulen: Mijn kind heeft autisme, gids voor ouders, leerkrachten en begeleiders. (Katho Kortrijk)

Stap 5: contextualiseren

Waar je tijdens de onderwerpsverkenning de directe context van je basisartikel (op zich) doornam, maak je hier de stap naar het verkennen van en info verzamelen over de ruimere context (in meer algemene betekenis van het woord).

Organisaties 1

In Stap 3 staat reeds de opdracht om organisaties op te zoeken. Elke student zoekt minstens één organisatie / voorziening die met deze thematiek bezig is. Zoek online via de Sociale Kaart. Bezoek de website van de betrokken organisatie en bespreek die in maximaal 350 woorden. Laat automatisch het aantal woorden tellen (functie in MSWord) en noteer het aantal woorden in een voetnoot. Gebruik bij de beschrijving van de website van de gekozen voorziening het tekstkritiekmodel (paragraaf Evalueren).

Via sociale kaart: Vlaamse vereniging voor Autisme (VVA) http://www.autismevlaanderen.be/

De Vlaamse Vereniging voor Autisme (VVA) is een ouder- en familie vereniging. Ze staan in voor de belangen van mensen met autisme of met een stoornis binnen het autismespectrum en voor hun onmiddellijke omgeving. Ze gaan uit van empowerment (= geloven in de mogelijkheden/competenties van de mensen maar hen ook aangepaste ondersteuning bieden) zodat de levenskwaliteiten van mensen met autisme en hun netwerk rondom hen kan vergroten. De VVA heeft als doel de mensen zelf in beweging te krijgen, ze te inspireren en ze te overtuigen dat het anders kan. Hun ideaal is een samenleving waarin iedereen openstaat voor alle facetten van autisme en waar ze diversiteit niet zien als ‘anders zijn’ maar als een meerwaarde voor de maatschappij.

http://www.autismecentraal.com/public/index.asp

Autisme Centraal is een kennis- en ondersteuningscentrum. Ze verzamelen allerlei theoretische en praktische informatie over autisme en verwerken deze in begrijpbare boeken en publicaties. Ze hebben ook hun eigen tijdschrift namelijk: autisme centraal. Ze organiseren studiedagen, workshops en cursussen om de kennis rond autisme bekend te maken. Autisme Centraal werkt aan een positieve beeldvorming rond autisme.Er worden jaarlijks evenementen voor het grote publiek georganiseerd. Autisme centraal organiseert ook sociaal-culturele activiteiten voor (jong)volwassenen met autisme.

Statistieken

Zijn er aangaande het onderwerp statistieken te vinden ? Let op: noteer niet de cijfergegevens maar de verwijzing naar die gegevens. Met andere woorden: welke statistieken zijn er rond je onderwerp te vinden [benoem ze] en waar zijn ze te vinden. Overheidsdiensten stellen steeds vaker statistieken ter beschikking via hun website. De federale overheid doet dit via www.statbel.fgov.be, de Vlaamse overheid via www.vlaanderen.be en de lokale overheid via www.lokalestatistieken.be. Andere databanken kunnen gerust ook (zie - telkens weer eigenlijk - ons vademecum bronnenonderzoek).

Op http://www.participate-autisme.be/go/nl/what_is_autisme/autisme_in_cijfers.cfm

1 119 woorden over de organisatie VVA geschreven 75 woorden over Autisme Centraal geschreven

staat er bij hoeveel mensen per 10 000 autisme of stoornissen uit het autismespectrum voorkomen

Excel statistieken

Werk verder in je excelbestand van opdracht 1 en 2 (zie Stap 4). Maak deze oefening op een nieuw werkblad(en).Ga via bovenstaande of andere websites op zoek naar statistieken over het bestudeerde onderwerp. Selecteer hieruit gegevens over verschillende provincies, gewesten, groepen of jaren (dus in ieder geval verschillende reeksen)

1. Breng deze gegevens onder in een tabel.2. Stel deze gegevens visueel voor via een zinvolle grafiek naar keuze; zorg voor

passende titels en wat lay-out.3. Toon aan de hand van de reeksnamen aan dat je kan filteren, sorteren en

subtotalen maken (datamatrix).

De drie uitgewerkte excelopdrachten staan aldus samen in één bestand, telkens op een ander (intern) werkblad. Dat plaats je op een logische en vindbare plek van jullie wiki en maak je via een hyperlink toegankelijk.

Juridische context

Welke wetteksten, reglementen, decreten, parlementaire documenten, omzendbrieven,… bestaan er aangaande je onderwerp ? Gebruik de zoekfunctie van het Belgisch Staatsblad of via juridische databanken (o.a. Juriwel, juridat, jura,…). Een overzicht vind je via www.rechtslinks.be en in ons vademecum bronnenonderzoek.

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van artikel 6 en 14 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 1998 tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van de centra voor ontwikkelingsstoornissen (7 september 2012). Belgisch staatsblad, 66814

Politieke context (maatschappelijk / beleid / visie )

Wat vind je omtrent je onderwerp aangaande de verantwoordelijke minister en het bevoegde departement ? Of (ook) : welke maatschappelijke organisaties (middenveld, belangengroepen en andere) zijn actief rond jullie thema ?Elke student bespreekt indien mogelijk kort een standpunt van één partij of van een bekende maatschappelijke groepering.

http://www.vlaanderen.be/nl/onderwijs-en-wetenschap/diplomas-en- getuigschriften/diploma-behalen/diploma-secundair-onderwijs-behalen-de-examencommissie-secundair-onderwijs/houdt-de-examencommissie-rekening-met-een-leerstoornis-een-handicap

= De examencommissie houdt rekening met mensen die autisme of autismespectrumstoornis (zoals syndroom van Asperger) hebben. Als ze een attest kunnen voorleggen mogen ze bijvoorbeeld hun schriftelijk examen afleggen in kleinere groepjes zodat het niet te druk wordt voor hen.

http://www.begeleidingscentrumvoorpersonenmetautisme.be/

VZW begeleidingscentrum voor Personen met Autisme. Deze VZW is erkend en gesubsidieerd door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH). Het begeleidingscentrum voor personen met autisme biedt residentiële begeleiding en professionele ondersteuning aan zowel jongeren als volwassenen met autisme. Omdat ze de mensen in kleine groepen willen begeleiden, zijn er verschillende afdelingen.

Dit is hun visie:

Het Begeleidingscentrum zal de werking van de bestaande afdelingen voortdurend optimaliseren en daarbij actief inspelen op de noden van de doelgroep.    

Het Begeleidingscentrum kiest voor een vraaggestuurde werking.   Het zal daartoe zowel interne als externe samenwerkingsverbanden opzetten en onderzoeken wat de mogelijkheden en grenzen daarvan zijn.   Zo wil de organisatie zowel de zorg op maat garanderen als de continuïteit van de hulpverlening nastreven.     

Zorg dat deze 'context'-rubrieken ook gestructureerd terug te vinden zijn binnen jullie wiki.

Besluit

1. Hoe is deze Sadan-opdracht in zijn geheel voor jou verlopen ?

Op zich vond ik de Sadan-opdracht niet echt moeilijk, maar het nam enorm veel tijd in beslag omdat we ontzettend veel moesten opzoeken. In het begin had ik ook moeite om alles correct op de wiki te plaatsen, omdat de codes nog onbekend waren. Na even te zoeken was dit probleem van de kaart. Juist omdat het zoveel opzoekwerk was, was het soms moeilijk om gemotiveerd aan de wiki te werken. Hoe langer de opdracht duurde, en dus hoe dichter bij de deadline, lukte het wel beter om te concentreren, juist omdat ik vlugger zaken terugvond.

2. Heb je voldoende info gevonden ? Waar heb je niet gezocht en waar kan je nog zoeken ?

Ik had moeite om een geschikt basisartikel of boek te vinden. De andere informatie heb ik relatief moeiteloos gevonden, als moest ik wel weten waar precies te vinden. Niet alles was op limo aanwezig in voldoende mate. Soms moest ik bijvoorbeeld de plaats van de uitgeverij opzoeken omdat deze niet te vinden was. Voor de statistieken en juridische bronnen heb ik meer moeite moeten doen, omdat er over mijn thema niet veel te vinden was. Voor statistische bronnen heb ik uiteindelijk via google moeten zoeken.

In het algemeen had ik waarschijnlijk nog meer via de e-bronnen opgezocht.

3. Wat moet je nog verder trainen ?

Ik denk dat ik vooral nog moet werken aan het correct refereren van bronnen. Bij sommige publicaties vond ik niet alle gegevens. Ik wist niet wat je dan moest doen, waardoor sommige referenties mogelijk niet compleet zijn.

4. Waar ben je sterk in ?

Ik vind dat ik redelijk sterk ben in het gericht opzoeken van juiste bronnen, maar wel als ik weet waar die precies te vinden (bv limo, springerlink,…). Dan duurt het niet lang voor ik een geschikte bron heb gevonden.

5. Wat heb je geleerd en wat zal je bijblijven ?

Als je alle elementen voor je referentie hebt, is het eigenlijk niet zo moeilijk om een juiste referentie te maken. Het neemt alleen ontzettend veel tijd in beslag om meerdere bronnen te refereren.

6. Heb je eventueel tips om bepaalde (deel)opdrachten anders te formuleren ? Of zijn er nieuwe (deel-)opdrachten nodig voor belangrijke of interessante informatievaardigheden die niet of te weinig worden ingeoefend ?

Misschien nog wat duidelijker formuleren wat precies van referenties op de wiki moet, en welke niet.