Hoe staat het nu met

1
HOESTAATHETNUMET WAT SPEELT Nog steeds scheurt de grote, gele Ameri- kaanse bus gevuld met jongeren uit de jeugdzorg, waarover we in JeugdenCo 3 in 2011 schreven, naar Gelderse vmbo-scho- len. Daar vertellen de jongeren over hun ervaringen en vergroten zo de bekendheid van jeugdzorg onder vmbo-scholieren. Dit jaar rijdt de bus wel minder vaak: vijf scholen worden bezocht in plaats van tien. Hellen Houterman van Zorgbelang Gel- derland, een van de organisatoren van Tha Bus on Tour, legt uit: “In eerdere jaren financierden een koepel van Gelderse jeugdzorginstellingen en de provincie Gelderland het project; dit jaar subsidi- eerde alleen de provincie. Hopelijk willen fondsen en de gemeenten volgend jaar bijdragen.” Want het enthousiasme op scholen én onder de jeugdzorgjongeren is groot. “De bezochte klassen zijn geïnteresseerd en betrokken. En voor de (ex-)jeugdzorgjon- geren blijkt het vertellen over hun erva- ringen met jeugdzorg een boost voor hun zelfvertrouwen, als de eerste spanning eraf is. Een aantal van hen traint nu an- dere jongeren in het geven van gastlessen en geeft gastlessen aan toekomstige hulp- verleners op hogescholen en de Radboud Universiteit Nijmegen.” Tha Bus wordt georganiseerd door onder meer Lindenhout, Zorgbelang Gelderland, Entréa, Lijn 5, Tactus verslavingszorg en de Kindertelefoon. Het initiatief startte in 2007. Houterman: “Gemiddeld bereiken we per school 150, vooral tweedejaars, vmbo-leerlingen. Na bijna elk schoolbe- zoek melden zich wel jongeren aan die óók gastlessen willen geven over hun jeugdzorgervaringen.” Op de website thabus.nl is informatie te vinden over jeugdzorg en zijn foto’s en videofragmenten te bekijken over de be- zoeken. (MvD) Door Annemarie van Dijk, Merel van Dorp en Eva Prins IN CIJFERS 14 jaar zijn jongens met een PIJ-maatregel (Plaatsing in een Inrichting voor Jeug- digen) gemiddeld als zij hun eerste gewelddadige delict plegen. Nog voor hun dertiende begaan zij hun eerste niet-gewelddadige delict. Dit blijkt uit het rapport 15 jaar PIJ’ers in beeld, van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Gemiddeld hebben ze vijftien delicten gepleegd als ze de maatregel krij- gen opgelegd, zowel vermogens- als geweldsdelicten. De gemiddelde PIJ’er is bijna zeventien jaar oud. Vrouwelijke PIJ’ers zijn er niet. 2.170 keer is de PIJ-maatregel opgelegd in de periode 1995-2010. Het aantal veroor- delingen tot onvoorwaardelijke PIJ is in deze periode gehalveerd, mogelijk door- dat jongeren minder ernstige gewelds- delicten pleegden of doordat rechters terughoudender zijn geworden in het opleggen van deze maatregel. Delicten worden zowel alleen als in groepsver- band gepleegd, vaak onder invloed van drank of drugs. Korte update van een onderwerp dat eerder in JeugdenCo aan bod kwam. PRATEN NIET NOODZAKELIJK VOOR MINDERJARIGE GETUIGEN VAN GEWELD Ontspannende activiteiten helpen min- derjarige getuigen van huiselijk geweld bij de verwerking daarvan. Expliciet pra- ten over het geweld werkt niet beter. Kinderen die geweld tussen hun ouders of verzorgers meemaken, lopen een onge- veer even grote kans op het ontwikkelen van gedragsproblemen als kinderen die zelf lichamelijk zijn mishandeld. Wat werkt beter om deze kinderen te helpen het huiselijk geweld te verwerken: praten over het meegemaakte geweld of ont- spannende activiteiten? Mathilde Overbeek, ontwikkelingspe- dagoog aan de Vrije Universiteit in Am- sterdam, onderzocht het. Ze vergeleek twee laagdrempelige cursussen met elkaar. Beide bestonden uit negen bijeen- komsten voor kinderen, met parallelle bijeenkomsten voor hun ouders. “In de ene cursus besteedden we aandacht aan het huiselijk geweld, in de andere niet. In beide groepen deden de kinderen ontspannende activiteiten met elkaar. Na de cursus hadden kinderen in beide groe- pen minder last van posttraumatische stress. De kinderen in de ‘traumacursus’ deden het dus niet beter. Daaruit blijkt dat aandacht, structuur en samen in een groep zitten net zo belangrijk zijn.” Als de ouders beter functioneren doordat de begeleiders veel positieve aandacht voor hen hebben, gaat het ook beter met de kinderen, zo blijkt ook uit het onder- zoek. “Tegen hulpverleners willen we dan ook zeggen: betrek de ouders bij de behandeling, hoe lastig dat soms ook is.” Wat is nu de beste cursus? Daarvoor is meer onderzoek nodig naar het effect van de verschillende onderdelen, stelt Overbeek. “De ‘traumacursus’ willen we verbeteren. We verwachten dat die dan nog beter zijn werk doet dan de algeme- ne cursus. Een cursus is sowieso zinvol. Hoewel niet alle kinderen vooruitgin- gen: de cursussen kunnen dan ook niet in de plaats komen van een gerichte therapie.” (AvD) tinyurl.com/lekenpraatjeOverbeek tinyurl.com/proefschriftOverbeek 21 JeugdenCo Reageren? [email protected] De klas lacht. Danielle begint te vertellen. Over een stiefvader die haar misbruikte. Huiselijk geweld. Eenzaamheid. Rondko- men van weinig. Haar anorexia. Anders zijn en zich anders kleden. De dertienja- rigen zitten met open mond te luisteren. Ze fronsen hun wenkbrauwen. Bijten op nagels. Ergeren zich aan de onderbrekin- gen van Brechtje, die op het whiteboard samenvat welke vormen van hulp Daniel- le kreeg en in wat voor gezinsvervangende tehuizen ze zat. Als Danielle de draad kwijtraakt – “Ik lul te veel, waar was ik gebleven?” – stuurt Brechtje bij. “Hoe lang duurt het voordat je bij kamertraining in fase vier zit?”, informeert een leerling, die in een gezinsvervangend tehuis blijkt te wonen. Een klasgenoot heeft een vriend in een pleeggezin en stelt daar een vraag over. Het uur is zo om. Danielle, Brechtje en de twee jongens blijven nog even in het muzieklokaal. “Goed gedaan”, zegt Brechtje. De jongens kloppen haar op de rug. De vmbo’ers lo- pen intussen terug naar de aula, voor de afsluiting. Op de gang stoten twee klas- genoten elkaar aan. “Woow, die had veel meegemaakt. Ik had allang zelfmoord ge- pleegd.” WAT IS THA BuS? Sinds vorig jaar geven zo’n dertig (ex-) jeugdzorgjongeren en -medewerkers in Gelderland jaarlijks op tien vmbo-scholen gastlessen over jeugdzorg. Op de bijbeho- rende site thabus.nl staat informatie over de bus en over jeugdzorg. Sitebezoekers kunnen video’s bekijken over ervaringen van jongeren met jeugdzorg. Ook kun- nen ze via de site hulp vragen, maar dat is sinds de start in 2009 nog niet gebeurd. Wie de enquête, een kennistoets over jeugdzorg, voor en na het bezoek van THA BUS invult, kan een Nintendo DS winnen. Uit de ingevulde enquêtes – niet zo erg veel, overigens – blijkt dat de kennis na het bezoek groter is. Docenten nemen na de bustour sneller contact op met het ZAT- team, blijkt uit het rapport van de provin- cie Gelderland over THA BUS. De bustour wordt georganiseerd door Bu- reau Jeugdzorg Gelderland en Lindenhout , een instelling voor jeugd- en opvoedhulp in diezelfde provincie. Diverse jeugdzorg- organisaties, zoals Entréa, Zorgbelang Gelderland, Pactum en Hoenderloogroep werken mee. Uw organisatie ook on tour? • Zorg voor goede gastlessen. Train de jeugdzorgjongere daarin en leer de me- dewerker hoe hij ondersteunt. • Zet korte filmverslagen van (ex-)jeugd- zorgjongeren op de site van uw organi- satie of op YouTube. • Zorg voor een coole, stoere uitstraling. THA BUS doet dit met hulp van de oude gele bus en een hippe rapper. • Aparte site over uw tour? Zorg dat toon en beeld aansluiten bij de belevingswe- reld van de jongeren. • Geef een aanzet tot nazorg aan leerlin- gen, hun ouders en docenten. Denk aan informatieve ouderavonden, een lijst van belangrijke telefoonnummers en verwerkingsmateriaal voor in de klas. • Betrek andere jeugdorganisaties in de regio of provincie en verdeel zo de organisatorische en financiële last. Bijkomend voordeel: een verbeterde sa- menwerking doordat medewerkers el- kaar leren kennen. De Gelderse bustour levert zelfs gezamenlijke borrels op. D Ronkend zwenkt de gele, Amerikaanse bus de straat in waaraan het Nijmeegse Mondial College staat. Jongeren en jeugdzorg- medewerkers stommelen het voertuig uit en omhullen zich met slierten ademdamp en sigarettenrook. De jongeren drommen samen, medewerkers vormen hun eigen groepjes. Danielle (15) gaat op een muurtje naast het fietsenhok zitten en deint mee op de muziek uit de iPod van een gezette jongen. Vandaag geeft ze haar eerste gastles voor THA BUS. Ze zal een vmbo-klas vertellen over haar verleden en de hulp die ze kreeg. “Zonder jeugdzorg stond ik nu op straat”, moti- veert ze haar inzet. “Niet dat ik alles maar goed vind, hoor, van jeugdzorg. Maar die leerlingen moeten wel weten wat die hulpverleners doen. En dat je niet meteen crimineel bent of zo, als je hulp krijgt.” Ze draait met haar tong aan haar lippiercing. Zenuwachtig? “Als ik mijn ‘lulknop’ kan vinden, komt het goed.” De schoolbel. Met de handen in de zak- ken van haar zwartleren jackie slentert ze naar binnen, de aula in. Als alle eer- steklassers van het Mondial College op de stoelen hebben plaatsgenomen en de me- dewerkers en jongeren uit de jeugdzorg zich achter hen hebben geschaard, klinkt een beat. Rapper S7N warmt het publiek op. Jeugdzorg moet ook een beetje cool lijken natuurlijk. Daarna zwermen de brugpiepers naar ver- schillende lokalen, gevolgd door de jonge- ren en jeugdzorgwerkers. Pratend alsof ze al jaren lief en leed delen, lopen Danielle en twee jongens naar een leslokaal. Ze kennen elkaar pas vijf minuten, maar jeugdzorgervaring verbindt. De eerste gastles luistert Danielle mee. De tweede geeft ze zelf. “Wat weten jullie van jeugd- zorg?” Niemand antwoordt. Medewerker Brechtje van Zorgbelang Gelderland pakt een stift en omcirkelt op het whiteboard het woordje jeugdzorg. Danielle: “Jullie beeld is heel weinig. Geen fuck eigenlijk.” Geel gevaarte neemt angst voor jeugdzorg weg THA BuS ON TOuR Binnenkomen in een stoere Amerikaanse schoolbus, een rapper in het voorprogramma, gastlessen door jeugdzorgjongeren zelf. In Gelderland werken zo’n twaalf jeugdorganisaties met THA BUS aan bekendheid van jeugdzorg bij vmbo’ers. “Jullie weten geen fuck over jeugdzorg.” DOOR MEREL VAN DORP Foto Claudia Kamergorodski JeugdenCo 4 JAARGANG 8, NR. 2, APR 2014

Transcript of Hoe staat het nu met

Page 1: Hoe staat het nu met

HOESTAATHETNUMET

WAT SPEELT

Nog steeds scheurt de grote, gele Ameri-

kaanse bus gevuld met jongeren uit de

jeugdzorg, waarover we in JeugdenCo 3 in

2011 schreven, naar Gelderse vmbo-scho-

len. Daar vertellen de jongeren over hun

ervaringen en vergroten zo de bekendheid

van jeugdzorg onder vmbo-scholieren.

Dit jaar rijdt de bus wel minder vaak: vijf

scholen worden bezocht in plaats van

tien.

Hellen Houterman van Zorgbelang Gel-

derland, een van de organisatoren van

Tha Bus on Tour, legt uit: “In eerdere jaren

financierden een koepel van Gelderse

jeugdzorginstellingen en de provincie

Gelderland het project; dit jaar subsidi-

eerde alleen de provincie. Hopelijk willen

fondsen en de gemeenten volgend jaar

bijdragen.”

Want het enthousiasme op scholen én

onder de jeugdzorgjongeren is groot. “De

bezochte klassen zijn geïnteresseerd en

betrokken. En voor de (ex-)jeugdzorgjon-

geren blijkt het vertellen over hun erva-

ringen met jeugdzorg een boost voor hun

zelfvertrouwen, als de eerste spanning

eraf is. Een aantal van hen traint nu an-

dere jongeren in het geven van gastlessen

en geeft gastlessen aan toekomstige hulp-

verleners op hogescholen en de Radboud

Universiteit Nijmegen.”

Tha Bus wordt georganiseerd door onder

meer Lindenhout, Zorgbelang Gelderland,

Entréa, Lijn 5, Tactus verslavingszorg en

de Kindertelefoon. Het initiatief startte in

2007. Houterman: “Gemiddeld bereiken

we per school 150, vooral tweedejaars,

vmbo-leerlingen. Na bijna elk schoolbe-

zoek melden zich wel jongeren aan die

óók gastlessen willen geven over hun

jeugdzorgervaringen.”

Op de website thabus.nl is informatie te

vinden over jeugdzorg en zijn foto’s en

videofragmenten te bekijken over de be-

zoeken. (MvD)

Door Annemarie van Dijk, Merel van Dorp en Eva Prins

IN CIJFERS

14jaar zijn jongens met een PIJ-maatregel (Plaatsing in een Inrichting voor Jeug-digen) gemiddeld als zij hun eerste gewelddadige delict plegen. Nog voor hun dertiende begaan zij hun eerste niet-gewelddadige delict. Dit blijkt uit het rapport 15 jaar PIJ’ers in beeld, van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Gemiddeld hebben ze vijftien delicten gepleegd als ze de maatregel krij-gen opgelegd, zowel vermogens- als geweldsdelicten. De gemiddelde PIJ’er is bijna zeventien jaar oud. Vrouwelijke PIJ’ers zijn er niet.

2.170keer is de PIJ-maatregel opgelegd in de periode 1995-2010. Het aantal veroor-delingen tot onvoorwaardelijke PIJ is in deze periode gehalveerd, mogelijk door-dat jongeren minder ernstige gewelds-delicten pleegden of doordat rechters terughoudender zijn geworden in het opleggen van deze maatregel. Delicten worden zowel alleen als in groepsver-band gepleegd, vaak onder invloed van drank of drugs.

Korte update van een onderwerp dat eerder in JeugdenCo aan bod kwam.

PRATEN NIET NOODZAkELIJk VOOR MINDERJARIGE GETUIGEN VAN GEWELD Ontspannende activiteiten helpen min-derjarige getuigen van huiselijk geweld bij de verwerking daarvan. Expliciet pra-ten over het geweld werkt niet beter.

Kinderen die geweld tussen hun ouders

of verzorgers meemaken, lopen een onge-

veer even grote kans op het ontwikkelen

van gedragsproblemen als kinderen die

zelf lichamelijk zijn mishandeld. Wat

werkt beter om deze kinderen te helpen

het huiselijk geweld te verwerken: praten

over het meegemaakte geweld of ont-

spannende activiteiten?

Mathilde Overbeek, ontwikkelingspe-

dagoog aan de Vrije Universiteit in Am-

sterdam, onderzocht het. Ze vergeleek

twee laagdrempelige cursussen met

elkaar. Beide bestonden uit negen bijeen-

komsten voor kinderen, met parallelle

bijeenkomsten voor hun ouders. “In de

ene cursus besteedden we aandacht aan

het huiselijk geweld, in de andere niet.

In beide groepen deden de kinderen

ontspannende activiteiten met elkaar. Na

de cursus hadden kinderen in beide groe-

pen minder last van posttraumatische

stress. De kinderen in de ‘traumacursus’

deden het dus niet beter. Daaruit blijkt

dat aandacht, structuur en samen in een

groep zitten net zo belangrijk zijn.”

Als de ouders beter functioneren doordat

de begeleiders veel positieve aandacht

voor hen hebben, gaat het ook beter met

de kinderen, zo blijkt ook uit het onder-

zoek. “Tegen hulpverleners willen we

dan ook zeggen: betrek de ouders bij de

behandeling, hoe lastig dat soms ook is.”

Wat is nu de beste cursus? Daarvoor is

meer onderzoek nodig naar het effect

van de verschillende onderdelen, stelt

Overbeek. “De ‘traumacursus’ willen we

verbeteren. We verwachten dat die dan

nog beter zijn werk doet dan de algeme-

ne cursus. Een cursus is sowieso zinvol.

Hoewel niet alle kinderen vooruitgin-

gen: de cursussen kunnen dan ook niet

in de plaats komen van een gerichte

therapie.” (AvD)

tinyurl.com/lekenpraatjeOverbeek

tinyurl.com/proefschriftOverbeek

21 JeugdenCo

Reageren? [email protected]

De klas lacht. Danielle begint te vertellen.

Over een stiefvader die haar misbruikte.

Huiselijk geweld. Eenzaamheid. Rondko-

men van weinig. Haar anorexia. Anders

zijn en zich anders kleden. De dertienja-

rigen zitten met open mond te luisteren.

Ze fronsen hun wenkbrauwen. Bijten op

nagels. Ergeren zich aan de onderbrekin-

gen van Brechtje, die op het whiteboard

samenvat welke vormen van hulp Daniel-

le kreeg en in wat voor gezinsvervangende

tehuizen ze zat. Als Danielle de draad

kwijtraakt – “Ik lul te veel, waar was ik

gebleven?” – stuurt Brechtje bij. “Hoe lang

duurt het voordat je bij kamertraining in

fase vier zit?”, informeert een leerling, die

in een gezinsvervangend tehuis blijkt te

wonen. Een klasgenoot heeft een vriend

in een pleeggezin en stelt daar een vraag

over. Het uur is zo om.

Danielle, Brechtje en de twee jongens

blijven nog even in het muzieklokaal.

“Goed gedaan”, zegt Brechtje. De jongens

kloppen haar op de rug. De vmbo’ers lo-

pen intussen terug naar de aula, voor de

afsluiting. Op de gang stoten twee klas-

genoten elkaar aan. “Woow, die had veel

meegemaakt. Ik had allang zelfmoord ge-

pleegd.” •

WAT IS THA BuS?Sinds vorig jaar geven zo’n dertig (ex-)jeugdzorgjongeren en -medewerkers in Gelderland jaarlijks op tien vmbo-scholen gastlessen over jeugdzorg. Op de bijbeho-rende site thabus.nl staat informatie over de bus en over jeugdzorg. Sitebezoekers kunnen video’s bekijken over ervaringen van jongeren met jeugdzorg. Ook kun-nen ze via de site hulp vragen, maar dat is sinds de start in 2009 nog niet gebeurd. Wie de enquête, een kennistoets over jeugdzorg, voor en na het bezoek van THA BUS invult, kan een Nintendo DS winnen. Uit de ingevulde enquêtes – niet zo erg veel, overigens – blijkt dat de kennis na het bezoek groter is. Docenten nemen na de bustour sneller contact op met het ZAT-team, blijkt uit het rapport van de provin-cie Gelderland over THA BUS.De bustour wordt georganiseerd door Bu-reau Jeugdzorg Gelderland en Lindenhout , een instelling voor jeugd- en opvoedhulp in diezelfde provincie. Diverse jeugdzorg-organisaties, zoals Entréa, Zorgbelang Gelderland, Pactum en Hoenderloogroep werken mee.

Uw organisatie ook on tour?• Zorg voor goede gastlessen. Train de

jeugdzorgjongere daarin en leer de me-dewerker hoe hij ondersteunt.

• Zet korte filmverslagen van (ex-)jeugd-zorgjongeren op de site van uw organi-satie of op YouTube.

• Zorg voor een coole, stoere uitstraling. THA BUS doet dit met hulp van de oude gele bus en een hippe rapper.

• Aparte site over uw tour? Zorg dat toon en beeld aansluiten bij de belevingswe-reld van de jongeren.

• Geef een aanzet tot nazorg aan leerlin-gen, hun ouders en docenten. Denk aan informatieve ouderavonden, een lijst van belangrijke telefoonnummers en verwerkingsmateriaal voor in de klas.

• Betrek andere jeugdorganisaties in de regio of provincie en verdeel zo de organisatorische en financiële last. Bijkomend voordeel: een verbeterde sa-menwerking doordat medewerkers el-kaar leren kennen. De Gelderse bustour levert zelfs gezamenlijke borrels op.

JeugdenCo 20

DRonkend zwenkt de gele,

Amerikaanse bus de straat

in waaraan het Nijmeegse

Mondial College staat.

Jongeren en jeugdzorg-

medewerkers stommelen

het voertuig uit en omhullen zich met

slierten ademdamp en sigarettenrook. De

jongeren drommen samen, medewerkers

vormen hun eigen groepjes. Danielle (15)

gaat op een muurtje naast het fietsenhok

zitten en deint mee op de muziek uit de

iPod van een gezette jongen. Vandaag

geeft ze haar eerste gastles voor THA BUS.

Ze zal een vmbo-klas vertellen over haar

verleden en de hulp die ze kreeg. “Zonder

jeugdzorg stond ik nu op straat”, moti-

veert ze haar inzet. “Niet dat ik alles maar

goed vind, hoor, van jeugdzorg. Maar

die leerlingen moeten wel weten wat die

hulpverleners doen. En dat je niet meteen

crimineel bent of zo, als je hulp krijgt.” Ze

draait met haar tong aan haar lippiercing.

Zenuwachtig? “Als ik mijn ‘lulknop’ kan

vinden, komt het goed.”

De schoolbel. Met de handen in de zak-

ken van haar zwartleren jackie slentert

ze naar binnen, de aula in. Als alle eer-

steklassers van het Mondial College op de

stoelen hebben plaatsgenomen en de me-

dewerkers en jongeren uit de jeugdzorg

zich achter hen hebben geschaard, klinkt

een beat. Rapper S7N warmt het publiek

op. Jeugdzorg moet ook een beetje cool

lijken natuurlijk.

Daarna zwermen de brugpiepers naar ver-

schillende lokalen, gevolgd door de jonge-

ren en jeugdzorgwerkers. Pratend alsof ze

al jaren lief en leed delen, lopen Danielle

en twee jongens naar een leslokaal. Ze

kennen elkaar pas vijf minuten, maar

jeugdzorgervaring verbindt. De eerste

gastles luistert Danielle mee. De tweede

geeft ze zelf. “Wat weten jullie van jeugd-

zorg?” Niemand antwoordt. Medewerker

Brechtje van Zorgbelang Gelderland pakt

een stift en omcirkelt op het whiteboard

het woordje jeugdzorg. Danielle: “Jullie

beeld is heel weinig. Geen fuck eigenlijk.”

Geel gevaarte neemt angst voor jeugdzorg weg

THA BuS ON TOuR

Binnenkomen in een stoere Amerikaanse schoolbus, een rapper in het voorprogramma, gastlessen door jeugdzorgjongeren zelf. In Gelderland werken zo’n twaalf jeugdorganisaties met THA BUS aan bekendheid van jeugdzorg bij vmbo’ers. “Jullie weten geen fuck over jeugdzorg.”

DOOR MEREL VAN DORP

jouw probleem in kaart te brengen en

op te lossen. Het is een lang proces ge-

weest om jeugdhulpverleners in Overijs-

sel te overtuigen van het nut van EKC’s.

Anderhalf jaar geleden zijn we gestart

met de invoering ervan in de Centra

voor Jeugd en Gezin. Het is een experi-

ment dat ZonMw onderzoekt. Geluk-

kig zie je nu een duidelijke kentering

in Overijssel. Steeds meer professionals

zien de meerwaarde.”

Straks gaat de provinciale jeugd-

zorg naar gemeenten. Wat vindt u

daarvan?

“Het biedt geweldige kansen omdat alle

financieringsstromen in één hand ko-

men te liggen. Nadeel is dat zo’n opera-

tie, die gevolgen heeft voor structuren,

bevoegdheden, machtposities en geld,

altijd afleidt van de inhoud, de hulp

aan kinderen en gezinnen. Verder is

de jeugdzorg destijds bij de provincies

neergelegd vanwege de schaalgrootte.

Dat geldt nog steeds. Kleine gemeenten

zeggen nu al dat ze er geen raad mee we-

ten. Ik verwacht dan ook dat gemeenten

samenwerkingsverbanden aangaan om

die schaalgrootte te realiseren. Provin-

cies zullen hun kennis en ervaring aan

gemeenten moeten overdragen. Overijs-

sel wacht daarmee niet tot 2015, als het

zover is. Ik heb onlangs alle betrokken

wethouders bij elkaar gehaald om hen

te informeren over wat jeugdzorg be-

helst en om een overgangsprogramma

te maken. De komende tijd gaan we re-

gelmatig bijeenkomsten met gemeenten

organiseren. Wij staan dan ook stil bij

gemeenten die weinig kinderen verwij-

zen naar geïndiceerde jeugdzorg. Waar-

aan ligt dat? Gemeenten leren dan niet

alleen iets van de provincie, maar ook

van elkaar.” •

Gert Ranter (41, CDA) studeerde bestuurskun-

de en was sinds 1995 lid van de Provinciale

Staten van Overijssel. Van 2003 tot voorjaar

2011 was hij gedeputeerde met de portefeuille

jeugd, sociale infrastructuur en maatschap-

pelijke ontwikkeling. Na de provinciale ver-

kiezingen stopte hij daarmee. Per 1 september

gaat hij werken bij het organisatie- en advies-

buro BMC, bij de marktgroep Jeugd. Ranter

woont samen en heeft twee kinderen, van twee

en drie jaar oud.

Reageren? [email protected] Foto

Cla

udia

Kam

ergo

rods

ki

JeugdenCo 4 Jaargang 8, nr. 2, apr 2014