Hoe een etentje mijn leven even op zijn kop zette...

5
Hoe een etentje mijn leven even op zijn kop zette Hoe het allemaal begon Het begon allemaal op een fundraising event van SOS Kinderdorpen in juni. Vincent Kompany, ambassadeur van SOS kinderdorpen, nodigde bedrijven uit voor een heerlijk diner aangevuld met leuke attracties. Het hele event draaide om geld inzamelen voor SOS Kinderdorpen en BX Brussels. En zo geschiedde dat mijn man, in naam van JAVA Coffee Company, op een gegeven moment zijn arm in de lucht gooide om te bieden op een reis voor twee naar Kinshasa, om een kinderdorp te bezoeken. We beseften toen nog maar half welke intense indruk deze reis op ons zou nalaten. In november zouden we gaan voor vier dagen, drie dagen ter plekke, bij- gestaan door Tom Moons, Head of partnerships & external communications van SOS Kinderdorpen België. Het duurde even voor we ons ten volle bewust werden van wat we gingen beleven. Zo kregen we wel reminders van Tom in verband met onze paspoorten en gele kaarten die in orde moesten gemaakt worden, maar eigenlijk waren we meer bezig met de praktische regelingen voor onze kinderen, dan met ons eigen programma. Dag van vertrek Maar dan was het eindelijk zover, de dag van vertrek. Het begon al me- teen goed: onze vlucht was serieus vertraagd. Dit bleek al een goede voor- bereidende oefening voor de rest van onze reis, want wachten bleek er toch standaard bij te horen. Op de luchthaven kregen we elk onze bundel met informatie over de reis, met de planning, wat begeleidende uitleg, etc. We zouden het kinderdorp bezoeken, een dag in de arme wijken van Kinshasa de initiatieven van hun familieversterkend programma bekijken en tot slot de verschillende klassen van het schooltje bezoeken. Na een lange vlucht kwamen we in het donker toe. Het regende licht, waar- door mijn net geföhnde haar meteen ging kroezen, iets waar ik al snel vrede moest leren nemen, want ondanks de hitte in Congo, bleek een stevige regenbui nooit veraf. Buiten stond een groepje ‘mama’s’ ons op te wachten. Ze zongen en verwelkomden ons in hun kinderdorp. Er werd ons een guest- house toegewezen op het terrein waar we de volgende nachten zouden logeren. De guesthouse bleek voorzien van alle basis comfort, al moest je je wel wassen met een teil water en een schepje en diende je het waterreservoir van de wc zelf te vullen.

description

Hallo, we hebben de kans gehad om het SOS kinderdorp in Kinshaha te bezoeken, en hebben een geweldige ervaring gehad. In dit verslag beleef je ons bezoek aan het SOS Kinderdorp te Kinshaha. Je kan SOS Kinderdorpen zelf steunen via https://www.sos-kinderdorpen.be/steun-ons. Doen!

Transcript of Hoe een etentje mijn leven even op zijn kop zette...

Page 1: Hoe een etentje mijn leven even op zijn kop zette...

Hoe een etentje mijn leven even op zijn kop zette

Hoe het allemaal begonHet begon allemaal op een fundraising event van SOS Kinderdorpen in juni. Vincent Kompany, ambassadeur van SOS kinderdorpen, nodigde bedrijven uit voor een heerlijk diner aangevuld met leuke attracties. Het hele event draaide om geld inzamelen voor SOS Kinderdorpen en BX Brussels. En zo geschiedde dat mijn man, in naam van JAVA Coffee Company, op een gegeven moment zijn arm in de lucht gooide om te bieden op een reis voor twee naar Kinshasa, om een kinderdorp te bezoeken. We beseften toen nog maar half welke intense indruk deze reis op ons zou nalaten.

In november zouden we gaan voor vier dagen, drie dagen ter plekke, bij-gestaan door Tom Moons, Head of partnerships & external communications van SOS Kinderdorpen België. Het duurde even voor we ons ten volle bewust werden van wat we gingen beleven. Zo kregen we wel reminders van Tom in verband met onze paspoorten en gele kaarten die in orde moesten gemaakt worden, maar eigenlijk waren we meer bezig met de praktische regelingen voor onze kinderen, dan met ons eigen programma.

Dag van vertrekMaar dan was het eindelijk zover, de dag van vertrek. Het begon al me-teen goed: onze vlucht was serieus vertraagd. Dit bleek al een goede voor- bereidende oefening voor de rest van onze reis, want wachten bleek er toch standaard bij te horen. Op de luchthaven kregen we elk onze bundel met informatie over de reis, met de planning, wat begeleidende uitleg, etc. We zouden het kinderdorp bezoeken, een dag in de arme wijken van Kinshasa de initiatieven van hun familieversterkend programma bekijken en tot slot de verschillende klassen van het schooltje bezoeken.

Na een lange vlucht kwamen we in het donker toe. Het regende licht, waar-door mijn net geföhnde haar meteen ging kroezen, iets waar ik al snel vrede moest leren nemen, want ondanks de hitte in Congo, bleek een stevige regenbui nooit veraf. Buiten stond een groepje ‘mama’s’ ons op te wachten. Ze zongen en verwelkomden ons in hun kinderdorp. Er werd ons een guest-house toegewezen op het terrein waar we de volgende nachten zouden logeren. De guesthouse bleek voorzien van alle basis comfort, al moest je je wel wassen met een teil water en een schepje en diende je het waterreservoir van de wc zelf te vullen.

Page 2: Hoe een etentje mijn leven even op zijn kop zette...

Dag 1 — Bezoek aan het kinderdorpIn de ochtend ontwaakte het dorp en hoorde je al verschillende spelende kinderstemmetjes. Later zouden we vernemen dat er 150 kinderen in het dorp worden opgevangen. Weeskinderen die geen dichte familie meer hebben om voor hen te zorgen, maar die wel nog een ver familielid hebben om naar terug te gaan in de grote vakantie. Kwestie van toch niet te veel te vervreem-den van de echte wereld buiten het kinderdorp.

We bezochten enkele huizen, elk volgens hetzelfde stramien gebouwd. Elk huis had een grote leefruimte met een grote massieve tafel voor een ‘mama’ en haar tien kinderen. Er was ook een kleine zithoek en vier grote kamers met stapelbedden. Alles proper geveegd en heel ordelijk. In de keuken hing het weekmenu aan de muur. Later zouden we pas beseffen hoe veel beter deze kinderen het hebben in vergelijking met de arme kinderen buiten het kinderdorp, met een ‘mama’ die voor drie gegarandeerde maaltijden per dag zorgt en hen de huiselijkheid biedt van een echt gezin. Een ‘mama’ die ook wordt bijgestaan door een ‘tante’ die de kinderen begeleidt met hun schoolwerk.

De kinderen in het kinderdorp zien er echt gelukkig uit. Ze zijn fier op hun kamer en tonen ons graag hun spulletjes. Wat kleren en schoenen, afdanker-tjes uit het Westen, netjes opgeplooid in een open kast. Hun schoolschriftje en een fotoalbum waar ze enkele foto’s in bewaren. Sommigen hebben ook wat extra foto’s en brieven in hun album zitten, van hun peter of meter uit België. Wat ons opvalt is de fierheid van de Congolezen, zowel bij de ‘mama’s’, ‘tantes’ als de kinderen. Zo zien ze er allen heel verzorgd uit, met hun haar netjes gevlochten, hun kleren proper gewassen, hun rechte houding en standaard een lach op hun gezicht.

Elke zaterdag om 15 uur wordt er gesport. Er is een voetbal en een basket-balveldje op het terrein. Mijn man en Tom springen in hun sporttenue en zijn duidelijk van plan om de kinderen eens te tonen hoe je deftig voet- en basketbal speelt. Ik hou me wijselijk wat op de achtergrond onder het mom van ‘ik trek wel wat foto’s’ en zie hen later afzien in de hitte. De vreugdevolle gezichtjes van de kinderen maken dat ze nog wat volhouden. Ook ik kan er niet aan weerstaan. Sommige kleintjes hebben zich aan mijn benen ge-schaard en zoeken mijn aandacht op. Misschien kennen ze wel ‘1-2-3’ piano?

Om 18 uur horen we een fluitsignaal. Dat is het teken van het avondgebed. Vanuit alle windstreken komen de kinderen naar het verzamelpunt gelopen. Een zachte drum hoor je in de verte. Alle kinderen verzamelen in een kring, klappen in hun handen op het ritme van de trommels en zingen luidkeels mee. Ondertussen verdwijnt de zon achter de horizon en valt het dorp in een zachte avondschemer. In België lopen de kerken leeg, maar het avond- gebed in het kinderdorp is echt heel ontroerend.

Dag 2 — Bezoek aan enkele familieversterkende programma’sDe volgende ochtend staat er een bezoek aan een aantal familieverster-kende programma’s op de agenda. We kruipen in het busje, een recente schenking van ICI Paris XL, op weg naar de stad. Onderweg zie je de gek-ste taferelen: auto’ s en vrachtwagens tot de nok volgeladen met maniok in grote balen en daarbovenop nog een eenzame ziel, die transport zocht naar de stad. Die nacht heeft het enorm hard geregend en alle straten liggen vol diepe kuilen met plassen. Ons busje rijdt er lustig doorheen. Weer bedenken we ons hoe de lokale mensen er toch zo proper bij blijven lopen, terwijl wij na een half uur in de hitte er al onfris uitzien met een kapsel dat alle kanten uitgaat.

Madame Agnes, de straffe madame van SOS te velde, loodst ons door modderige straatjes vol stenen hutjes naar een achterafstraatje waar helemaal op het einde een moeder woont met dertien kinderen. Een paar maanden voordien had Madame Agnes haar ontdekt in een erbarmelijke staat. Haar man was overleden, zij had geen inkomen en daarbovenop had haar schoonfamilie haar verstoten, want dat is blijkbaar de gewoonte bij een vroeg overlijden. Haar twee jongste kinderen konden nog niet lopen en balanceerden op het randje van ondervoeding. Nu vonden we haar terug met een zekere fierheid. Haar huisje was proper geborsteld en net, haar kinderen liepen gezond rond en zij en haar oudste dochter waren naarstig aan het werk. Ze stikten kinderbroekjes uit balen oude lappen. Beiden had-den van SOS Kinderdorpen een naaimachine gekregen, waardoor ze in hun

Page 3: Hoe een etentje mijn leven even op zijn kop zette...

eigen onderhoud konden voorzien. Wij staan er met verstomming naar te kijken, met een grote brok in onze keel. Hoe alleen en onmachtig moet deze vrouw zich gevoeld hebben en hoe goed is het toch dat er zulke charity- initiatieven bestaan. Door slechts twee naaimachines te doneren, had SOS Kinderdorpen deze vrouw en haar kinderen weer levensperspectief gegeven.

Dan is het ineens tijd om door te gaan. Madame Agnes gebaart en meldt ons dat er nog anderen op ons wachten. We kruipen terug het busje in en rijden naar een volgende wijk. Daar aangekomen vinden we in iemands tuintje een bonte verzameling vrouwen, allen gehuld in jurken en gewaden vol vrolijke kleuren, gezeten op lichtblauwe plastic stoeltjes. Ze wachten precies een koning en zijn gemalin op, maar de hele opzet blijkt voor ons te zijn. Vooraan staat een lange tafel vol handwerk. Op het eerste gezicht ont-waren we handtassen in verschillende kleuren en formaten, sleutelhangers gemaakt van kralen en dergelijke. We worden begroet en verwelkomd in de lokale taal. Gelukkig wordt het voor ons simultaan vertaald naar het Frans. De vrouwen blijken samen in een ‘communauté’ te zitten die op regelmatige tijdstippen samenkomt om samen aan handwerk te doen. Ik begrijp dat SOS Kinderdorpen hen via workshops geleerd heeft om deze haaktechniek onder de knie te krijgen en ook instaat voor de materialen. Stiekem doet het hele gebeuren me aan de vroegere KAV van mijn oma denken. De vrouwen zijn ontzettend dankbaar. Ze tonen ons graag wat ze allemaal kunnen en er is ook één bij, die ons gelijk heel haar kraam probeert te verkopen. Dat is er nog één voor bij ons op het werk, gaat er door mijn hoofd.

Page 4: Hoe een etentje mijn leven even op zijn kop zette...

In de namiddag rijden we door de stad. Ze willen ons een paar belangrijke monumenten laten zien. Zo zien we het parlement, het mausoleum van Kabila, de nationale bank en dergelijke. Stuk voor stuk enorm imposante gebouwen. Geen kat te zien op straat, wel. Hier is het duidelijk de wereld van de rijke Congolezen, met huizen zwaar afgezet met prikkeldraad en wachters. Ik heb er niet zoveel aan. Selfies nemen aan het graf van Kabila, is minder mijn ding, of ligt het eerder aan mijn rommelende buik door de halve bus fruitsap die ik tijdens de lunch heb opgedronken? Ik wil graag terug naar het kinderdorp. Het is snikheet en iemand heeft me verteld van een idyllisch plekje genaamd ‘Les pieds dans l’eau’.

Dat idyllische plekje blijkt geen understatement te zijn. Uitgebaat door een Belgische ex-militair en zijn Congolese vrouw vinden we een zwemvijver terug tussen de palmbomen, gevuld met bronwater. Begeleid door een twintigtal kinderen uit het SOS Kinderdorp trekken we er te voet naartoe. Onderweg genieten we van de prachtige groene natuur en de stroom in de verte. We mogen er gratis in. Want, zo vindt de Belgische ex-militair: “SOS doet hier goed werk”. We kunnen ons amper inhouden en snellen naar de verkleed-hokjes. Het koele water is erg verkwikkend.

Dag 3 — Bezoek aan de school, het medischcentrum en het weeshuisOm 6.30 u gaat onze wekker. We hebben goed geslapen, want er was afge-lopen nacht eens geen vreselijk onweer. Tijd om ons klaar te maken, want we willen de school van het kinderdorp bezoeken en die start al om 7.30 u. Aan de school verzamelen alle kinderen zich in hun blauw met witte schooluniform in rijen voor hun klas. Ze groeten de vlag en bespreken de mededelingen van de dag. Het doet wat aan een scoutsopening denken. Maar dan beginnen ze te zingen. Het heeft wel wat, jong en oud zingen uit volle borst, doen on-dertussen wat strek- en buigoefeningen en wachten tot de laatste leerlingen uit het dorp zich hebben aangesloten. Dan gaat het fluitsignaal en gaan ze in stilte en zonder drummen elk naar hun klas.

De schooldirecteur neemt ons mee naar de kleuterschool, het gebouw naast de school. Daar staan een vijftigtal kleintjes naar ons te kijken met een beteuterd gezichtje en een snotneus, rugzakje op de rug. Kleuters zijn overal hetzelfde, bedenk ik me. Maar dan begint de kleuterjuf te zingen. Ze straalt een enorme energie uit en krijgt alle kleintjes in beweging. Met haar zachte hand duwt ze allen in een kring en door het opzwepende ritme van haar lied staat iedereen snel mee te doen. Wij ontsnappen er niet aan. ‘Chichiwa’ kennen ze daar ook. Voor we het weten staan we daar mee te wiegen met onze duimen naar voor, achterwerk naar achteren en tong uit de mond.

We nemen afscheid van de kleuters en lopen terug naar de lagere school. Daar worden we in elke klas plechtig verwelkomd. Elke klas heeft één leraar en telt zo’n veertig kinderen. Een mengeling van kinderen uit het SOS Kinder-dorp en kinderen uit de naburige dorpen. Ze zitten netjes en braaf met elk één schriftje op hun bank. Maar al snel herkennen we de leerstof die ze op het bord schrijven. Deze is net dezelfde als die die onze kinderen thuis moeten leren. Op een gegeven moment dagen de leerlingen ons uit. Ze leren over het vereenvoudigen van breuken en twee leerlingen mogen een moeilijke opdracht voor ons op het bord schrijven. Aan ons om te tonen of we het kunnen. Ik voel me meteen uitgedaagd en wil in naam van alle meisjes en vrouwen tonen dat wij ook goed kunnen rekenen. Ik win, halleluja, gelukkig maar.

Na de heerlijke lunch, waar Madame Annie elke dag zorgvuldig voor zorgt, trekken we weer weg. We zullen nog een dorp bezoeken waar veel kwets-bare families leven en er een medisch centrum en een weeshuis bekijken. Het valt ons onderweg op hoeveel kinderen we nog op straat zien, op een schooldag. Madame Agnes legt ons uit dat het schoolsysteem voor vele ou-ders nog te duur is. De onderwijzers worden niet door de overheid betaald en dus kunnen ze de school niet gratis maken. Vele gezinnen kiezen er dan voor om één of twee van hun kinderen naar school te sturen, meestal de jongens.

We komen in een dorp, niet meer dan een groot stoffig terrein met verschillen-de bouwvallige stenen koterijen, al dan niet met een dak. In het midden staat er een grote waterpomp met een slot op. Het komt bij ons wat corrupt over, want naast de pomp staat een bureau voor iemand van de administratie. Ook daar ligt een schooltje, maar meteen valt ons op dat er in dat schooltje geen materiaal is. Er liggen wat vergeelde stencils in een slordige stapel in de hoek van de klas en dat is het. Ook zijn niet alle banken bezet. Dat komt omdat de school de kinderen terugstuurt die het schoolgeld niet hebben betaald. Het maakt ons intriest.

Page 5: Hoe een etentje mijn leven even op zijn kop zette...

Een beetje verder ligt het medisch centrum. Verpleegsters in spe krijgen er les. We zien een thermometer op het bord getekend en verstaan dat ze over de lichaamstemperatuur en koorts leren. Binnen in het centrum vinden we de materniteit, een zaal met een aantal bedden met ressorts al dan niet met een matras erop. Jonge vrouwen liggen er te bekomen van hun bevalling. Een zaal verder liggen de ondervoede kinderen. Dat beeld zullen we nooit meer vergeten. Starende ogen, bolle buikjes en schriele armpjes. Mama’s die ten einde raad zijn. We hopen dat het centrum hen nog kan redden, maar soms komt alle hulp te laat. De apotheek van het centrum bestaat uit een voorraadkamer met wat dozen erin en een grote diepvries, geschonken door een Belgische Rotary Club.

‘Misschien willen jullie ook het plaatselijke weeshuis nog bezoeken?’, wordt ons gevraagd. We knikken, want veel zeggen we niet meer en we gaan op weg door de modderige straten. Een ijzeren poort wordt opengedaan en we worden verwittigd voor de kwade hond. Een zuster komt ons tegemoet gelo-pen. Ze heet ons welkom en haalt spontaan haar voor- en nafoto’s boven. Ze toont ons hoe sommige kinderen ondervoed of ziek worden binnengebracht en hoe zij hen na enkele maanden weer opgelapt naar huis kan laten gaan. Het is niet altijd een succesverhaal, begrijpen we al snel. Bij sommigen komt de hulp te laat, anderen hervallen soms. Mij beklijft vooral de foto van een jonge moeder met haar pas geboren kind. Beiden zien er enorm ondervoed uit. Het beeld doet me denken aan de gruwelbeelden van Auschwitz. Maar gelukkig zie ik op de ‘na’-foto dat ze het beiden gehaald hebben. Ik zie een blozende jonge vrouw, met een volle boezem en haar kind op de heup.

Eens terug in onze guesthouse is het alweer tijd om onze valies te maken. Die avond trekken we weer naar huis. We zijn alle drie opvallend stil. De beelden van de afgelopen dagen spoken door ons hoofd. ‘Kunnen we misschien nog een plons maken voor we vertrekken’, opper ik zacht? We hebben er duidelijk behoefte aan om wat spanning te ontladen. Dat blijkt wat moeilijk, want wij zouden graag met z’n drieën eropuit trekken, maar begrijpen al snel dat dat niet aangeraden is. We wachten geduldig op wat mensen en tegen dat we goed en wel vertrokken zijn, breken ineens de hemelsluizen open. Kloddernat tot op het bot, stappen we door de regen naar ons klein stukje paradijs. Maar het deert ons niet. Het voelt net goed aan. Aan de zwemvijver aangekomen, stopt het als bij toverslag met regenen en breekt de zon weer door. We genieten met volle teugen van het zwemmen en voelen een intense verbondenheid, opgebouwd door de belevenis van de afgelopen dagen. We vetrekken die avond dan ook met een geladen gemoed terug naar huis. Blij voor de intense momenten samen, maar ook enigszins terughoudend om de dagelijkse routine van ons leven thuis weer op te nemen.

Woord van dankVia deze vermelding zou ik graag Tom Moons en zijn team bedanken voor de organisatie van deze prachtige reis. Ik wil hem bedanken voor zijn down-to-earth en no-nonsense bege-leiding tijdens de reis, doorspekt met humor. Ik denk dat ik meer gelachen heb tijdens deze vier dagen dan in de laatste acht maanden tezamen. Ook wil via deze weg mijn man, Pieter Claes en JAVA Coffee Company bedanken voor het bieden op deze reis. Had hij zijn arm niet omhooggestoken, was deze reis nooit doorgegaan. Top team!

Ook wil ik graag Robert Half bedanken om mee te doen aan de eindejaarsactie Work 1 hour for Life. Op deze manier kunnen we samen geld inzamelen voor de familieversterkende pro-gramma’s in Kinshasa. Ik heb het met mijn eigen ogen gezien en kan jullie garanderen dat het geld dat aan SOS Kinderdorpen geschonken wordt, goed besteed wordt.