Hightech industrie groeimotor voor Gelderland en … › media › ING_EBZ_...
Transcript of Hightech industrie groeimotor voor Gelderland en … › media › ING_EBZ_...
Regiovisie Oost-Nederland
Hightech industrie groeimotor voor Gelderland en Overijssel
De economie in zowel Gelderland als Overijssel groeit in 2017 met 2,4%. Dit is
iets hoger dan de landelijke groei.
De economie van Noord-Overijssel groeit het sterkst (2,8%). De groei in Twen-
te en Achterhoek blijft een fractie achter. Dit komt door de hier matig verte-
genwoordigde, maar sterk groeiende zakelijke dienstverlening. Rivierenland is
in deze regio de snelste groeier van de laatste twintig jaar.
In alle oostelijke regio’s stijgt het aantal inwoners weer en is de krimp in werk-
gelegenheid voorbij. Het aantal banen verdubbelde in 2016 naar 14.000. In de
hightech industrie kwamen er bijna 1.000 banen bij.
De daling van de werkloosheid zet in 2017 sterk door. De percentages variëren
naar verwachting van circa 4% in Rivierenland tot 6% in Twente. De spanning
op de arbeidsmarkt in Oost-Nederland neemt iets toe. Vooral in diverse tech-
nische beroepen is de arbeidsmarkt krap.
De sterk in beide provincies gewortelde maakindustrie staat er goed voor en
kan ook op lange termijn een groeimotor blijven. Om het innovatief vermogen
van de regio en de smart industry op een hoger niveau te krijgen, dienen on-
dernemers slimmer onderwijs en betere samenwerking binnen en buiten de
regio meer prioriteit geven.
ING Economisch Bureau / april 2016
Economische
groei 2017
Overijssel
+2,4%
Gelderland
+2,4%
ING Economisch Bureau 2 Regiovisie Gelderland en Overijssel / april 2017
Groei Oost-Nederland iets hoger dan nationaal
Bron: CBS, raming ING Economisch Bureau
Zelfde groeipad landelijke en regionale economie De economieën van Gelderland en Overijssel hebben een
gezamenlijke omvang van bijna 100 miljard euro en daar-
mee een aandeel in de nationale economie van 16%.
In de periode 1996-2015 groeide de economie met gemid-
deld 1,9% per jaar, conform het landelijke beeld. In de ma-
gere jaren (2009-2013) kromp de economie wel iets sterker
dan in Nederland. In 2017 is de verwachte regionale econo-
mische groei met 2,4% voor zowel Gelderland als Overijssel
iets hoger dan de BBP-groei.
Vooral Noord-Overijssel presteert prima Er zijn drie regio’s in Oost-Nederland die de laatste twintig
jaar een in vergelijking met Nederland bovengemiddelde
groei kenden. Vooral de economie van Rivierenland
(Zuidwest-Gelderland) groeide met bijna 3% fors, maar ook
Noord-Overijssel (de regio rond Zwolle) en de Veluwe
(+2,2% per jaar) ontwikkelden zich sterk.
Ook in 2017 is Noord-Overijssel met een verwachte groei
van 2,7% een sterk presterende regio. De regio Arnhem/
Nijmegen volgt op de tweede plaats. De Achterhoek en
Twente blijven ook in 2017 iets achter. De oorzaak hiervan
is de ondervertegenwoordiging van de zakelijke dienstver-
lening. Deze sector groeit in 2017 naar verwachtring met
3,5%.
Bevolking in Achterhoek en Twente groeit weer Per saldo blijft de laatste tien jaar de bevolkingsgroei in
Overijssel en Gelderland (+5%) achter bij de landelijke groei.
Gunstig is dat er geen enkele regio meer is met teruglopen-
de bevolkingsaantallen. De demografische ontwikkeling
binnen de provincies varieert sterk. Sinds 2007 nam de be-
volking vooral in Noord-Overijssel (Zwolle en omstreken)
met 8,4% sterker toe dan nationaal (+6,0%). Ook de Ve-
luwse bevolkingsomvang stijgt bovengemiddeld snel. In
Twente is de demografische groei (+2,5%) het laagst. Posi-
tief is dat in deze regio sinds 2015 de bevolkingsomvang na
twee jaren krimp weer is toegenomen. Ook de Achterhoek
is - na zes jaar van daling de bevolkingsomvang - geen
krimpgebied meer. De vestiging van statushouders heeft
hier een substantiële bijdrage aan geleverd.
Economische ontwikkeling
1996-2015 2016R 2017R
Noord-Overijssel 2,2% 2,6% 2,8%
Zuidwest-Overijssel 1,4% 2,3% 2,3%
Twente 1,9% 2,0% 2,1%
Veluwe 2,2% 2,4% 2,5%
Achterhoek 1,7% 2,0% 2,0%
Arnhem/Nijmegen 1,3% 2,2% 2,4%
Rivierenland 2.9% 2,6% 2,6%
OVERIJSSEL 1,9% 2,2% 2,4%
GELDERLAND 1,9% 2,3% 2,4%
NEDERLAND 1,9% 2,2% 2,2%
Economische groei per regio
ING Economisch Bureau 3 Regiovisie Gelderland en Overijssel / april 2017
Ook weer banengroei in industrie
Banenmotor in Oost-Nederland komt weer op gang Sinds 2015 draait ook in Oost-Nederland de banenmotor
weer. In 2015 groeide het aantal banen per saldo met
7.000 en in 2016 met 14.000. De 1,5 miljoen banen vormen
18,5% van de Nederlandse werkgelegenheid. Er vinden flin-
ke verschuivingen plaats tussen sectoren. De afgelopen tien
jaar bleken de zorg en de specialistische zakelijke dienstver-
lening (waaronder uitzendbureaus) de grootste banen-
scheppers. In de industrie en de bouw verdwenen in deze
periode de meeste banen.
In 2016 was er alleen banenverlies in de financiële en de
energiesector. In de andere sectoren was er banengroei. De
grootste banenmotoren waren de zakelijke dienstverlening,
de horeca en transport en opslag.
Binnen de industrie nam de werkgelegenheid alleen af in de
papier– en grafische en de aardolie-industrie. In de high-
tech industrie (metaal, elektrotechnische, machine– en
transportmiddelenindustrie) kwamen er per saldo 900 ba-
nen bij. Technologische bedrijven waar de werkgelegenheid
flink toeneemt, zijn onder meer Scania, Demcon en Reesink.
Arbeidsmarkt
Banenontwikkeling Gelderland en Overijssel in periode 2007-2016
Sectoren met grootste banengroei Sectoren met grootste banenverlies
+ 25.000 banen
+ 23.500 banen
Specialistische zakelijke dienstverlening
- 17.500 banen Bouw
- 23.000 banen Industrie
Bron: LISA, berekeningen ING Economisch Bureau
Banenontwikkeling Gelderland en Overijssel in 2016
Sectoren met grootste banengroei Sectoren met grootste banenverlies
Energie
Gezondheids- en welzijnszorg
Financiële
instellingen
Specialistische
zakelijke diensten
Horeca
Logistiek
+ 5.000 banen
+ 3.000 banen
+ 2.000 banen
-1.500 banen
- 500 banen
Papier– en grafische
industrie - 500 banen
ING Economisch Bureau 4 Regiovisie Gelderland en Overijssel / april 2017
Arbeidsmarkt Oost-Nederland herstelt snel De arbeidsmarkt herstelt dit jaar verder en zorgt voor een
stevig fundament onder de economische groei. Net als in
de rest van Nederland loopt de werkloosheid in 2017 ook in
Gelderland en Overijssel flink terug. Het gemiddelde werk-
loosheidpercentage ligt in Overijssel naar verwachting met
5,2% iets boven het landelijke gemiddelde. In Gelderland
heeft de werkzame beroepsbevolking in 2016 het niveau
van 1 miljoen gehaald, het hoogste niveau sinds 2009. De
gemiddelde werkloosheid daalt in 2017 naar verwachting
tot 4,7%.
Het werkloosheidsniveau blijft daarmee onder het landelij-
ke percentage (5,2%). Alleen in de regio Arnhem-Nijmegen
In Twente, Arnhem/Nijmegen en Zuidwest-Overijssel blijft
de werkloosheid hoger dan in Nederland. In Almelo is de
werkloosheid het hoogst. De kwantitatieve en kwalitatieve
mismatch op de arbeidsmarkt is hier aanzienlijk. Door ver-
grijzing en de - ondanks de aanwezigheid van Universiteit
Twente - in vergelijking met Nederland minder hoog opge-
leide beroepsbevolking is de gehele Twentse arbeidsmarkt
niet goed in balans. In Arnhem en Nijmegen wonen relatief
veel afgestudeerden die nog werkzoekend zijn.
Spanning op de arbeidsmarkt hoogst in Food Valley De spanning op de arbeidsmarkt loopt langzaam maar ze-
ker weer op. In Food Valley is de arbeidsmarkt het krapst, in
de Achterhoek en Twente het ruimst. In onder meer high-
tech en IT bedrijven is het aantal vacatures dusdanig opge-
lopen dat hier sprake is van een krappe arbeidsmarkt.
Grote verschillen in werkloosheid* Oost-Nederland
Lagere werkloosheid en krappere arbeidsmarkt Arbeidsmarkt
Regio 2016R 2017R
Noord-Overijssel 5,8% 4,9%
Zuidwest-Overijssel 6,1% 5,2%
Twente 6,7% 6,0%
Veluwe 5,3% 4,4%
Achterhoek 5,5% 4,8%
Arnhem/Nijmegen 6,3% 5,4%
Zuidwest-Gelderland 5,0% 4,2%
OVERIJSSEL 6,3% 5,2%
GELDERLAND 5,7% 4,7%
NEDERLAND 6,0% 4,9%
Bron: CBS; raming ING Economisch Bureau; * jaargemiddelde
ING Economisch Bureau 5 Regiovisie Gelderland en Overijssel / april 2017
Gevarieerde sectorstructuur Gelderland/Overijssel De verschillen met de Nederlandse sectorstructuur zijn in
Oost-Nederland kleiner dan elders. In de zeven oostelijke
regio’s zijn steeds verschillende sectoren het sterkst over-
vertegenwoordigd in de sectorstructuur in vergelijking met
Nederland. Deze differentiatie vormt een stabiele basis van
de economie in Oost-Nederland. Arnhem-Nijmegen kent
naast een sterke energiesector (Nuon) een relatief groot
belang in de sectoren zorg en onderwijs. Rivierenland kent
naast relatief veel groothandels en logistieke bedrijven ook
veel activiteiten in de agrarische sector, de bouwmateria-
lenindustrie en de grond-, weg– en waterbouw. De Veluwe
kent veel food industrie, bouw en leisure activiteiten.
Maakindustrie geworteld in Oost-Nederland
Bron: CBS; bewerking ING Economisch Bureau
Industrie
Noord-Overijssel ZW-Overijssel Twente Achterhoek Veluwe Arnhem/Nijmegen ZW-Gelderland
1
2
3
Hightech industrie goed vertegenwoordigd in Noord-
Overijssel, Twente en Achterhoek Een dominante sector in grote delen van Oost-Nederland is
vanouds de industrie. In Zuidwest-Overijssel zijn de farma-
ceutische, grafische en chemische industrie sterker dan ge-
middeld vertegenwoordigd. De laatste is samen met de food
industrie ook in de Achterhoek sterk gefundeerd. De textiel-
industrie is dat in Twente en Noord-Overijssel. De hightech
industrie is prominent aanwezig in Noord-Overijssel
(transportmiddelen en rubber– en kunststoffen), Twente
(rubber– en kunststoffen en elektrotechnische en machine-
industrie) en de Achterhoek (metaalindustrie).
TRANSPORTMIDDELENINDUSTRIE
De drie sterkst oververtegenwoordigde sectoren per regio. De hightech industrie is vooral sterk aanwezig in Noord-Overijssel, Twente en de Achterhoek.
METAALINDUSTRIE KUNSTSTOFFENINDUSTRIE
KUNSTSTOFFENINDUSTRIE
MACHINE-INDUSTRIE
ING Economisch Bureau 6 Regiovisie Gelderland en Overijssel / april 2017
Seinen op groen voor verdere groei industrie De industrie laat recent een reeks aan positieve cijfers zien
voor productie, omzet en vertrouwen. De gemiddelde dag-
productie was in februari 5% hoger dan een jaar eerder. De
stijging van de afzetprijzen was in deze maand met 11%
jaar-op-jaar de hoogste sinds 2011.
Ook de omzet ontwikkelt zich daarmee goed. De ROVC
TechBarometer geeft aan ruim de helft van de technische
bedrijven in 2016 omzetgroei boekte. Voor 2017 verwacht
56% een stijgende omzet.
Het producentenvertrouwen in de industrie blijft volgens
het CBS en de NEVI inkoopmanagersindex hoog en duidt op
verdere groei.
Hightech industrie staat er goed voor Industrie
Maakindustrie excelleert De hightech industrie wordt een steeds steviger pijler van
de Nederlandse industrie. Sinds 2010 groeide de branche
met zo’n 10% waar de industrie als geheel zo’n 5% in om-
vang toenam. De branche exporteert twee derde van haar
productie direct naar het buitenland. De precieze impact
van de voorgenomen brexit en nieuw beleid in de VS zijn
onzekerheden, maar door de sterke spreiding van afzet-
markten heeft de hightechindustrie een goede basis voor
verdere groei. ING raamt de groei van de elektrotechnische
– en machine-industrie voor 2017 op 5% en voor 2018 op
3%.
Energietransitie nieuwe uitdaging maakindustrie In “Hightech meets business” (juni 2015) concludeerde ING
dat technologische veranderingen steeds sneller zullen
plaatsvinden en dat de Nederlandse economie daar per
saldo bij wint. “Van productverkoop naar duurzame klant-
oplossing” (april 2016) gaat over de kansrijke transformatie
van de maakindustrie. ING stelt dat deze sector in toene-
mende mate geld kan verdienen met een servicemodel.
Anno 2017 dient de maakindustrie behalve op de aanhou-
dende trends van digitalisering en “verdiensting” voor te
sorteren op de energietransitie en de dreigende opkomst
van meer protectionisme in de wereldhandel. Dit vraagt om
forse investeringen in onder meer nieuwe technologie en
medewerkers.
ING Economisch Bureau 7 Regiovisie Gelderland en Overijssel / april 2017
Arnhem/Nijmegen, Veluwe en Twente kennen rela-
tief sterk innovatief vermogen De door ING samengestelde regionale innovatie index ver-
gelijkt voor vijf pijlers het aanpassingsvermogen. Gelder-
land en Overijssel staan met een 6e respectievelijk 7e
plaats in de middenmoot op de provincie ranglijst. Ten op-
zichte van de nationale resultaten wordt voor alle factoren
beneden het gemiddelde gepresteerd. Uitzondering is de
relatief jonge beroepsbevolking in Overijssel.
Op regionaal niveau scoort de Veluwe goed op jeugdpoten-
tieel en Arnhem/Nijmegen goed op opleidingsniveau en
gemiddeld op bedrijvendynamiek. Een pre voor de Veluwe,
de Achterhoek en Zuidwest-Gelderland is het relatief hoge
aantal zelfstandigen (tenzij ze uit nood zzp-er zijn gewor-
den). Wat betreft patentaanvragen per inwoner vallen
Overijssel en Gelderland net buiten de top 3, ook al blijven
de aantallen ruim achter. Vooral Twente presteert dankzij
de Technische Universiteit goed. Al met al zijn Arnhem/
Nijmegen (6e plaats), Veluwe (13e) en Twente (16e) de
regio’s met het hoogste aanpassingsvermogen.
Concurrentiepositie in EU hoog, maar licht gedaald De Europese Unie stelt elke drie jaar de regionale concur-
rentie-index samen voor alle 263 regio’s. Zowel Overijssel
als Gelderland scoren ruim boven het EU-gemiddelde. Te-
leurstellend is dat beide provincies in 2016 een aantal
plaatsen zijn gezakt: Gelderland naar plaats 21 en Overijs-
sel naar 36. Van de Nederlandse provincies betreft dat de
6e respectievelijk 8e positie. Vooral op het gebied van ge-
zondheid scoren beiden provincies aan de lage kant. Ook
de innovatieprestatie valt in vergelijking met peer regio’s
tegen. In Overijssel zijn bovendien de effectiviteit van de
arbeidsmarkt en de marktomvang verbeterpunten.
Innovatief vermogen regio’s varieert sterk Aanpassingsvermogen
Oost-Nederland kent gemiddeld aanpassingsvermogen
rang op basis van vijf factoren (groen = beter dan gemiddeld; rood = slechter dan gemiddeld)
Jeugd-
potentieel
Competenties Bedrijven-
dynamiek
Flexibiliteit Innovatieve
investeringen
Rang totaal
Overijssel 1,33 (6e) 31% (7e) 0,15 (7e) 15,4% (11e) 232 (4e) 7e (v.d. 12)
Gelderland 1,24 (8e) 34% (5e) 0,15 (8e) 14,6% (6e) 227 (5e) 6e
NEDERLAND 1,32 36% 0,16 16,7% 364
Noord-Overijssel 1,37 31% 0,14 15,5% 174 22e (v.d.40)
Zuidwest-Overijssel 1,44 36% 0,15 15,8% 147 21e
Twente 1,43 30% 0,15 15,2% 285 16e
Veluwe 1,39 32% 0,14 16,8% 235 13e
Achterhoek 1,16 29% 0,13 17,1% 238 32e
Arnhem/Nijmegen 1,29 41% 0,16 16,0% 220 6e
Zuidwest-Gelderland 1,09 29% 0,13 17,6% 221 25e
Bron: CBS en Eurostat; bewerking ING Economisch Bureau
Jeugdpotentieel = binnen werkzame beroepsbevolking verhou-
ding 15-45 jarigen versus 45+ (hoger cijfer is relatief jongere
beroepsbevolking) in 2015.
Competenties = binnen werkzame beroepsbevolking percenta-
ge hoog opgeleid in 2015.
Bedrijvendynamiek = verhouding oprichtingen en opheffingen
vestigingen gedeeld door totaal aantal vestigingen bedrijven
(een hoger cijfer betekent meer dynamiek) in 2015.
Flexibiliteit = aandeel zelfstandigen binnen werkzame beroeps-
bevolking in 2015.
Innovatieve investeringen = patentaanvragen per 1 miljoen
inwoners in 2011 en 2012 samen o.b.v. European Patent Office
data en Eurostat.
ING Economisch Bureau 8 Regiovisie Gelderland en Overijssel / april 2017
Opleiding en samenwerking grootste uitdaging
Naar een krachtiger Oost-Nederland In de recente analyse “De kracht van Oost-Nederland”
staat dat het vestigings– en innovatieklimaat in Overijssel
en Gelderland achterblijft bij dat in Noord-Brabant en
Utrecht, waar de concentratie aan hightech ondernemin-
gen groter is. Het gebrek aan grootstedelijkheid in deze
regio kan volgens het rapport worden gecompenseerd door
een gezamenlijke inzet van elkaars aanvullende specialisa-
ties. De hightech industrie is hiervoor (naast life sciences &
health) de belangrijkste sector. Het zwaartepunt van high-
techbedrijven bevindt zich in de zone van Brainport tot en
met Twente. Ook Food Valley en enkele Duitse regio’s be-
horen tot deze zone.
Ontwikkelingszone hightech industrie
Vooruitzichten
De uitdagingen voor Oost-Nederland schuilen onder meer
in het interesseren voor de jongste generatie kenniswer-
kers uit binnen– en buitenland. Een constatering is ook
dat “de regio’s in Oost-Nederland zwakker zijn getakt op
de interregionale omgeving en te maken hebben met de
landsgrens die barrières geeft in arbeidsmarkten”.
Noord-Brabant “first”, Oost-Nederland “second”? Om in te spelen op de snelle ontwikkelingen binnen de
maakindustrie zullen de eerder genoemde achterstanden
op het gebied van de competenties en de flexibiliteit van
de beroepsbevolking en de bedrijvendynamiek moeten
worden goedgemaakt.
Volgens de Actie-agenda, die is opgesteld in samenwer-
king met het ministerie van Economische Zaken en werk-
geversorganisatie VNO-NCW, heeft Brainport ‘de sterkste
concentratie van kennisintensieve maakindustrie in Ne-
derland.’
Industriële ondernemers in Oost-Nederland vinden echter
dat hun regio prima als “overloopgebied” kan profiteren
van de oplopende congestie in Noordoost-Brabant. Im-
mers de spanning op de arbeidsmarkt voor hoog opgelei-
de technici (en expats) is hoger dan die Gelderland en
Overijssel. De woningmarkt in Eindhoven is oververhit,
nieuwbouwplannen zijn er nauwelijks en ook in de rand-
gemeenten lopen de huizenprijzen fors op. In Eindhoven
liggen de gemiddelde woningprijzen 5% boven het natio-
nale gemiddelde, in Den Bosch zelfs 15%. En ook al stijgen
ook in Nijmegen, Almelo, Hengelo en Enschede de prijzen
sneller dan landelijk, de niveaus liggen in deze stedelijke
regio’s 5 tot 14% onder het Nederlandse niveau.
Gelderland en Overijssel staan er redelijk tot goed
voor op kernonderdelen van economie
Score boven, op of onder landelijke ontwikkeling GE OV Economische groei korte termijn +/- +/-
Groeiperspectief lange termijn + +
Bevolkingsontwikkeling +/- +/-
Banen en werkloosheid +/- +/-
Niveau huizenprijzen - -
Ontwikkeling huizenprijzen +/- +/-
Innovatie +/- +/-
Toekomst maakindustrie + +
Bron: ING Economisch Bureau
Bron: “De kracht van Oost-Nederland”, Regioplan, ESD2, IHS Eras-
mus, Ruimtelijk Economisch Atelier Tordoir
Slimmer opleiden en sterkere verbindingen maken Om uit de congestie elders voordeel te trekken zal het
regionale bedrijfsleven allereerst moeten investeren in
nog slimmer en creatiever opleiden. Het sterke punt van
de werkzame beroepsbevolking is haar loyaliteit aan het
bedrijf en de regio en dat zal moeten worden benut. Met
de combinatie van een hoog niveau van technologische
innovatie en “de menselijke maat” kan Oost-Nederland
zich onderscheiden (zie ook de drie “koploper case stu-
dies” op de volgende pagina). Daarnaast zullen nieuwe en
sterkere verbindingen moeten worden aangegaan, ook
pal over de Duitse grens. Gelderland en Overijssel kennen
nog te veel “eilandjes”. Achterhoek, Twente, Zwolle en al
die andere regio’s zijn alleen samen sterk genoeg om - al
dan niet samen met Noord-Brabant - ook in 2030 een
bloeiende maakindustrieregio te blijven.
ING Economisch Bureau 9 Regiovisie Gelderland en Overijssel / april 2017
Koplopers hameren op hervorming onderwijs
Koplopers
247TailorSteel CEO Carel van Sorgen startte 247TailorSteel in 2007. Anno
2017 zijn er vestigingen in Varsseveld, Winterswijk en Bre-
men. Van Sorgen ziet het bedrijf steeds meer als een soft-
ware house dat metaalproducten produceert. Het bedrijf
combineert robotica, digitalisering, Internet of Things en Big
Data in optima forma. Via internet kunnen klanten volledig
gedigitaliseerd laser gesneden metalen platen, buizen en
kantdelen bestellen. Groei is niet alleen in Nederland, maar
ook in het buitenland van strategisch belang binnen het
247TailorSteel conceptm dat world-wide scaleable is.
In Nederland loopt het bedrijf aan tegen een gebrek aan
technisch opgeleid personeel. Het bedrijf wil dit onder meer
oplossen door voor jonge werknemers, zij-instromers e.d.
een eigen Academy op te richten. Om in de aanhoudende
behoefte aan IT-ers te voorzien, is het voornemen om mo-
gelijk met andere regionale industriële bedrijven een IT-
bedrijf op te richten, mogelijk in het buitenland. Voor ont-
wikkeling in de regio is het van belang en een uitdaging om
nieuwe medewerkers een kwalitatief uitstekende woning in
een perfecte woonomgeving te kunnen aanbieden. Hier
schort het volgens Van Sorgen aan, mede omdat tussen de
plannen van regionale en lokale overheden en de industrie
een onbalans bestaat. Om de strijd met andere regio’s om
nieuwe industriële bedrijvigheid niet te verliezen, zijn een
betere samenwerking binnen de regio en een minder intro-
verte opstelling een must. Voor succesvolle innovaties in de
toekomst is het volgens Van Sorgen cruciaal dat ‘de mens’
centraal staat en dat bijvoorbeeld ook de sociale zekerheid
en het leerstelsel worden hervormd en aangepast aan de
huidige tijd.
AWL AWL in Harderwijk produceert geautomatiseerde lasmachi-
nes voor haar klanten, ook vanuit Tsjechië, China en Mexico
en binnenkort de V.S. Piet Mosterd, in 2016 na ruim 40
dienstjaren teruggetreden als algemeen directeur, heeft
altijd gezorgd voor goede relaties met hbo-instellingen.
Managers werden bovendien altijd aangemoedigd met
nieuwe projecten te komen en daar stagiairs voor in te zet-
ten. Eind 2000 werd Platform Techniek Noordwest Veluwe
gestart om middelbare scholieren te interesseren voor
technische bedrijven. Inmiddels telt dit platform 8 scholen
en 35 bedrijven. In 2012 is de regionale bedrijfsopleiding De
Techniek Academie gestart om de weggevallen aanwas van
beroepsgerichte vmbo-ers zelf op te leiden en een baan te
garanderen. Inmiddels zijn 86 bedrijven aangehaakt en vol-
gen 110 studenten deze opleiding. Het initiatief “De Dia-
mant van Midden-Nederland” wil innovatie en vestigingskli-
maat naar een hoger niveau brengen. Speerpunten zijn o.a.
het Innovatiehuis De Diamant en Fieldlab Industrial Ro-
botics, dat mbo– en hbo-opleidingen robotprogrammering
en –bediening ontwikkelt. In september start de eerste fase:
robot operator. AWL heeft zelf 20 robotprogrammeurs in
dienst, maar ieder met een eigen opleiding en expertise.
Meer homogeniteit in kennis en kunde maakt het een stuk
eenvoudiger deze programmeurs efficiënt in te zetten. Het
Fieldlab zal een belangrijke bijdrage leveren om aanbod en
vaardigheden op het juiste niveau te brengen. Certificering
wordt toegevoegd om het resultaat meetbaar te maken.
Voor HRM wordt het selecteren
dan eenvoudiger. Om te komen
tot een professionele opleiding
worden vier vakgebieden ontwik-
keld (zie: www.fieldlabir.nl).
IJssel Technologie Algemeen directeur Rien Slingerland van IJssel Technologie
(IJssel) omschrijft zijn bedrijf als een hightech kennisover-
dracht bedrijf, met als kernactiviteiten het verbeteren en
onderhouden van productieprocessen. Het bedrijf telt 8
vestigingen verspreid over Nederland (hoofdvestiging in
Zwolle), 450 medewerkers en een omzet van circa € 50 mil-
joen. De binnenlandse markt is nog lang niet verzadigd. Met
name de groei van Smart Industry biedt veel kansen bij het
verbeteren van productieprocessen. Daarnaast is een fors
aantal klanten grote internationaal opererende partijen,
waardoor IJssel ook regelmatig opdrachten uit het buiten-
land krijgt. Er werken relatief veel hoog opgeleide engineers
en bedrijfskundigen. Bijna tien jaar geleden werd het drei-
gende tekort aan technici opgepakt door het oprichten van
de IJssel Academie. Samen met een ontwikkelaar van leer-
middelen voor technische mbo-opleidingen is in Zwolle in
2010 een Experience Center geopend. Inmiddels biedt IJssel
naast technische opleidingen ook programma’s voor Lean
Manufacturing, Smart Industry en Smart Maintenance voor
eigen en klantmedewerkers. Slingerland beaamt dat het
oostelijke startersklimaat wat achterblijft bij andere regio’s.
De motivatie en de ondernemersgeest zelf zijn prima, even-
als het woonklimaat, zeker rond Zwolle en op de Veluwe.
Een betere samenwerking en infrastructurele verbinding
tussen de regio’s in het oosten is een must. Veel wordt ver-
wacht van de regionale Smart Industry actieagenda BOOST,
waarbij bedrijfsleven, kennisinstellingen en de provincies de
handen ineen slaan. De sleutel voor
succes is volgens Slingerland de
kracht van het menselijk kapitaal in
het oosten: er zijn voldoende loyale
en gemotiveerde medewerkers.
ING Economisch Bureau 10 Regiovisie Gelderland en Overijssel / april 2017
Meer weten?
Kijk op ing.nl/kennis en volg ons op Twitter
Of neem contact op met:
Disclaimer
De informatie in dit rapport geeft de persoonlijke mening weer van de analist(en) en geen enkel deel van de beloning van de analist(en)
was, is, of zal direct of indirect gerelateerd zijn aan het opnemen van specifieke aanbevelingen of meningen in dit rapport. De analisten
die aan deze publicatie hebben bijgedragen voldoen allen aan de vereisten zoals gesteld door hun nationale toezichthouders aan de uit
oefening van hun vak. Deze publicatie is opgesteld namens ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam en slechts bedoeld ter informatie
van haar cliënten. ING Bank N.V. is onderdeel van ING Groep N.V. Deze publicatie is geen beleggingsaanbeveling noch een aanbieding of
uitnodiging tot koop of verkoop van enig financieel instrument. Deze publicatie is louter informatief en mag niet worden beschouwd als
advies. ING Bank N.V. betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle mogelijk zorg betracht om er voor te
zorgen dat ten tijde van de publicatie de informatie waarop zij haar visie in dit rapport heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is. ING
Bank N.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie accuraat of compleet is. De informatie in dit rapport kan gewijzigd
worden zonder enige vorm van aankondiging. ING Bank N.V. noch één of meer van haar directeuren of werknemers aanvaardt enige
aansprakelijkheid voor enig direct of indirect verlies of schade voortkomend uit het gebruik van (de inhoud van) deze publicatie alsmede
voor druk- en zetfouten in deze publicatie. Auteursrecht en rechten ter bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op
deze publicatie. Overneming van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. In Nederland is ING Bank N.V.
geregistreerd bij en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. De tekst is afgesloten op 14
april 2017.
Henk van den Brink ING Economisch Bureau
Regio-econoom
Oost-Nederland
06 19 30 31 53
Gerrit Keen Regiodirecteur
Grootbedrijf & Instellingen
Regio Noord-Oost
06 55 87 00 25