HET MAGAZINE VAN DE BELGISCHE … · kost een zwangerschap of bevalling nog altijd het leven aan...

24
1 JANUARI 2009 dimensie DOSSIER GENDERGELIJKHEID TUSSEN VROUW EN MAN Commissie Vrouwen en Ontwikkeling Liberia BIODIVERSITEIT Rijkdom voor natuur en mens AIDS Peter Piot, een leven gewijd aan de strijd tegen aids BONUS Een kunstportfolio TWEEMAANDELIJKS MAGAZINE JANUARI-FEBRUARI 2009 NR.1 P308613 AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X HET MAGAZINE VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Transcript of HET MAGAZINE VAN DE BELGISCHE … · kost een zwangerschap of bevalling nog altijd het leven aan...

1 januari 2009 dimensie

DOSSIER GENDERGELIJKHEID TUSSEN VROUW EN MAN commissie Vrouwen en OntwikkelingLiberia

BIODIVERSITEITrijkdom voor natuur en mens

AIDSPeter Piot, een leven gewijd aan de strijd tegen aids

BONUS Een kunstportfolio

TWEEMaanDELijKS MaGaZinE januari-FEBruari 2009 nr.1

P308613 aFGiFTEKanTOOr BruSSEL X

HET MAGAZINE VAN DE BELGISCHEONTWIKKELINGSSAMENWERKING

2 dimensie januari 2009

04

08

Dossier Gendergelijkheid Een kwestie van mensenrechten

Dossier Verkrachting is een ziekte van de oorlog

En verder...

"De strijd voor gendergelijkheid is een integraal onderdeel van de strijd tegen de armoede. Meer nog, het is een fundamentele voorwaarde om de armoede uit de wereld te helpen.”

Vabah Gayflor, Liberiaans minister van Gender en Ontwikkeling.

20

Milieubescherming Biodiversiteit

18

PartnerPeter Piot, een leven gewijd aan de strijd tegen aids

Gendergelijkheid, een kwestie van mensenrechten? 4

Ontsnappen de arme landen aan de financiële crisis? 7

"Verkrachting is een ziekte van de oorlog" 8

Europese Unie zet lokaal bestuur in de verf 10

Portfolio 11

Geletterde vrouwen maken het verschil 15

Vrouwelijke laureaten scoren met hún thema’s 16

Peter Piot, een leven gewijd aan de strijd tegen aids 18

Biodiversiteit, een rijkdom voor natuur en mens 20

Puntkomma 22

Tentoonstelling in Afrikamuseum over de Omo-vallei 24

Het blad van de Belgische ontwikkelingssamenwerking

Tweemaandelijks tijdschrift uitgegeven door de

Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking (DGOS)

Redactie: DGOS Directie Sensibiliseringsprogramma’s

Karmelietenstraat, 15 | B-1000 Brussel

Tel: 0032 (0)2 501.48.81 – Fax: 0032 (0)2 501.45.44

E-mail: [email protected]

www.diplomatie.be | www.dgos.be

Redactiesecretariaat: Elise Pirsoul, Jean-Michel Corhay, Chris Simoens

Lay-out en productie: www.propaganda.be

De artikels geven niet noodzakelijk het officiële standpunt weer van DGOS

of van de Belgische regering.

Overname van de artikels is toegestaan mits bronvermelding

en een kopie voor de redactie.

Dimensie 3 verschijnt 5 maal per jaar om de 2 maanden, behalve in de zomer.

Abonnement: gratis in België en in het buitenland.

Gedrukt op chloorvrij papier, met FSC-label.

Gelijkheid vrouw-man: drukt de gelaatsuitdrukking van dit jonge Toeareg-meisje enige verbijstering uit?

1 2009 dimensie

DOSSIER GENDERGELIJKHEID TUSSEN VROUW EN MAN Commissie Vrouwen en OntwikkelingLiberia

BIODIVERSITEITRijkdom voor natuur en mens

AIDSPeter Piot, een leven gewijd aan de strijd tegen aids

BONUS Een kunstportfolio

TWEEMAANDELIJKS MAGAZINE JANUARI-FEBRUARI 2009 .1

P308613 A B X

HET MAGAZINE VAN DE BELGISCHEONTWIKKELINGSSAMENWERKING

3 januari 2009 dimensie

Waar blijven de mannen?

Opkomen voor gelijke rechten is niet zozeer een strijd van vrouwen voor vrouwen. Het is veeleer een sociaal gegeven, een kwestie van mensenrechten en algemeen welzijn. Op 16 december 2008 vierde de Commissie Vrouwen en Ontwikkeling haar 15-jarig bestaan met de internationale conferentie Investeren in gelijke rechten en kansen voor vrouwen en mannen, is investeren in ontwikkeling (meer op p.6). Hoewel mannen doorgaans in de meerderheid zijn op internationale conferenties, waren ze op deze conferentie duidelijk ondervertegenwoordigd. Mannen hebben nog steeds de teugels in handen, maar blijkbaar valt het hen moeilijk om de genderstrijd mee te voeren. En deze is nog lang niet gewonnen, ook niet bij ons. Met de opkomst van het religieus integrisme is er in bepaalde streken zelfs sprake van een terugval: centra voor gezinsplanning sluiten de deuren, genitale verminking komt opnieuw meer voor, enz. Op het gebied van internationale verplichtingen worden vrouwenrechten opnieuw een ondergeschikt thema. Ze dienen om andere doelstellingen te bereiken. Hoe bestrijd je aids wanneer vrouwen niet over de rechten en de middelen beschikken om de risico’s te ontlopen? Armoedebestrijding, kindersterfte, onderwijs: hoe pak je dat aan wanneer vrouwen ongeletterd zijn en geen enkele beslissingsmacht hebben?

Bepaalde ‘gewoontes’ hebben veel weg van gruwelijkheden. Gedwongen huwelijken, genitale verminking, steniging, opsluiting… vrouwenrechten worden wereldwijd met de voeten getreden. Naar schatting zijn in DR Congo 1.200 vrouwen per maand het slachtoffer van verkrachting en seksueel geweld. Verwerpelijke misdrijven die vooral als oorlogswapens worden gebruikt. Dat was het geval in Rwanda en Joegoslavië, en vandaag de dag in Soedan. Vrouwen zijn de dragers van nieuw leven. Ze zijn de hoedsters van de sociale cohesie in hun gemeenschap, maar afhankelijk van de goodwill van hun man. Wie verkracht werd treft geen schuld, maar wordt wel vaak veracht en verstoten. Of hun ongestrafte beulen zadelen hen op met aids of een ongewenste zwangerschap. Er moet dringend iets gebeuren. Reden waarom België deze materie bij de Verenigde Naties blijft aankaarten.

De gastsprekers van de Commissie Vrouwen en Ontwikkeling toonden aan dat vrouwen die rechten hebben en zeggenschap krijgen, ook kunnen uitblinken in typisch ‘mannelijke’ domeinen en dat ze de drijvende kracht kunnen zijn achter de wederopbouw van de samenleving. Zo heeft de vrouwelijke president van Liberia, Ellen Johnson-Sirleaf, met succes vrouwen een rol laten spelen in de wederopbouw van een land waar 14 jaar lang een burgeroorlog heeft gewoed. Ook in Marokko zijn de vrouwenrechten er het voorbije decennium flink op vooruitgegaan, dankzij de onverdroten inzet van vrouwenverenigingen en de openheid van de regering. Tot slot zetten we nog een weliswaar kleinschalig maar geslaagd project in Niger in de kijker. Een Belgisch project waarbij vrouwen dankzij alfabetisering een eigen inkomen verwerven (meer op p.15). En dan zijn er nog al die moedige en onzichtbare vrouwen, hier bij ons en ver weg. Laten we ook hen niet vergeten.

De redactie© J

.M. C

orha

y

4 dimensie januari 2009

Een zaak van mensenrechtenInvesteren in gelijke rechten en kansen voor vrouw en man is vooreerst een kwes-tie van mensenrechten. De Universele ver-klaring van de rechten van de mens, de Verdragen inzake de burgerlijke, politieke en sociale rechten, het Verdrag tot uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrou-wen zijn de universele uitdrukking dat vrou-wen gelijke rechten en vrijheden hebben. De staten die deze principes onderschreven hebben, engageren zich om de mensen-rechten voor iedereen te verwezenlijken. Ze verschaffen het bindend normatief kader voor de fi nanciering van activiteiten die de mensenrechten bevorderen, waaronder de gelijkheid voor vrouw en man.

DOSSIEr GENDEr

gendergelijkheid, een kwestie van mensenrechten?

Op het moment dat de Mensenrechten hun 60ste verjaardag vieren, blijft de Commissie Vrouwen en Ontwikkeling ervoor pleiten dat de rechten van de vrouw universeel erkend worden. De commissie vertelt de geschiedenis van haar vorderingen en obstakels op de weg naar gelijkheid.

commissie Vrouwen en Ontwikkeling

Het bevorderen van de rechten van de vrouw is een voorwaarde voor ontwikkeling.

Welke invulling?Doorheen de tijd werden binnen de schoot van de Verenigde Naties verschillende con-ferenties georganiseerd om deze rechts-beginselen verder te vertalen in con-crete acties en beleidsaanbevelingen. Vanuit het perspectief van vrouwenrech-ten zijn de Verklaring en het Actieplatform van de Mensenrechtenconferentie van Wenen (1993), het Actieplatform van de Caïro Bevolkingsconferentie (1994) en de Peking-Verklaring en -Actieplatform van de vierde Wereldvrouwenconferentie (1995) de belangrijkste instrumenten. Zij verschaffen een concrete leidraad voor het (ontwikke-lings) beleid van staten en andere actoren. Zij zijn uitdrukking van de politieke wil om

Deze verdragen en verklaringen zijn onder-tussen al enkele decennia oud. In de prak-tijk blijken achterstelling en discriminatie van vrouwen hardnekkig voort te woeke-ren. Vooroordelen over vrouwen als min-derwaardige wezens, als ondergeschikt, als bezit van mannen of als tweederangs-burgers met ongelijke rechten zijn nog lang de wereld niet uit. Ondanks enige vorderingen (zie kader) zien we het laatste decennium wereldwijd hernieuwd en sterk verzet tegen vrouwenrechten opduiken. Alleen deze feiten op zich zijn voldoende redenen om te investeren in de gelijkheid voor vrouw en man. Vrouwenrechten zijn mensenrechten waarop niet af te dingen valt.

© J-

M. C

orha

y

5 januari 2009 dimensie

gendergelijkheid, een kwestie van mensenrechten?

commissie Vrouwen en Ontwikkeling

• Heel wat middeninkomenslanden hebben goede vorderingen gemaakt bij de verbetering van de gezondheid van moeders. In de armste landen echter, en vooral in Sub-Sahara Afrika, kost een zwangerschap of bevalling nog altijd het leven aan één vrouw op zestien. • Seksuele en reproductieve rech-ten zijn een prioritair thema voor de Belgische ontwikkelingssamen-werking. In Ecuador steunt BTC een project inzake seksuele en repro-ductieve gezondheidszorg voor jon-geren dat gericht is op meer autono-mie voor meisjes. Anderzijds worden programma’s voor gezinsplanning en, meer algemeen, elke vooruit-gang in het kader van het platform van Caïro, beknot door stellingna-mes met vooral religieuze inslag.• De verhouding meisjes/jongens in het lager onderwijs verbetert stilaan. Toch maken meisjes nog 57% uit van het aantal kinderen dat niet of niet regelma-tig naar school gaat. Ook komt het vaker voor dat meisjes tijdens het schooljaar moeten afhaken. • Geweld tegen vrouwen is wereld-wijd nog altijd een feit. In bepaalde regio’s is verkrachting een oorlogs-wapen. Resolutie 1325 van de VN-veiligheidsraad herinnert aan de belangrijke rol die vrouwen ver-vullen in de wederopbouw van een land na een confl ict, zoals in Liberia (zie interview p.8). • Vrouwen zijn hoe langer hoe meer politiek vertegenwoordigd. In 2007 was 17% van de parlements-leden wereldwijd een vrouw. In 1990 was dat nog 13%. Rwanda is het land met de hoogste pariteit (met 49% vrouwelijke parlementsleden).

Bronnen: The Millenium Development Goals report 2007, United Nations. Twaalf genderfi ches, Commissie Vrouwen en Ontwikkeling, december 2008.

werk te maken van ontwikkeling, ook voor vrouwen.

De jaren ‘90 kunnen de jaren van de men-senrechten genoemd worden: de grote VN-conferenties geven uitdrukking aan de wil en het engagement van staten om wereldwijd werk te maken van de realisa-tie van de mensenrechten. De oprichting van de Commissie Vrouwen en Ontwikkeling (CVO) in 1993 moet tegen deze achter-grond gezien worden. Het was een uitdruk-king van de Belgische politieke wil om te investeren in ontwikkeling voor vrouwen. De Commissie is sinds haar ontstaan sys-tematisch aandacht blijven vragen voor de genoemde actieplatforms en voor vrou-wenrechten als prioriteit van het ontwikke-lingsbeleid.

Een verschuiving in het discours en hulpparadigmaMet het eind van de jaren ‘90 eindigt dit decennium zowel letterlijk als fi guurlijk. De Millenniumontwikkelingsdoelen (MDG) van

2000 zijn slechts een mager afkooksel van de grote engagementen van de conferen-ties van de jaren ’90. De Commissie wijst erop dat de dimensie gender onvoldoende aan bod komt in de MDG’s. MDG 3 (gelijk-heid van behandeling van de geslachten en autonomie van vrouwen) beperkt zich namelijk tot ongelijkheden in het lager en middelbaar onderwijs, het aantal vrouwen met een betaalde job en het aantal vrouwe-lijke parlementairen. Het Peking-Platform interpreteerde gelijkheid veel ruimer. Het discours is blijkbaar gewijzigd, de tijd van idealen is voorbij. Vrouwenrechten zijn niet langer een ideaal of een norm op zich. Een pleidooi voor vrouwenrechten moet voort-aan verantwoord worden: omdat het goed is voor de kinderen, omdat het goed is voor de economische ontwikkeling van het land, omdat het bijdraagt tot de stabiliteit in het land…

De nieuwe paradigma’s van de doeltref-fendheid van de hulp vormen een extra complicatie voor de toepassing van gen-

De integratie van gender in ontwikkelingssamenwerking

Begin jaren 90 werd het concept gender gelanceerd. Gender verwijst niet naar de biologische verschillen tussen mannen en vrouwen (sekse) maar naar de maatschappelijke invulling daarvan. Gender gaat ervan uit dat de relaties tussen mannen en vrouwen niet biologisch of genetisch, maar sociaal gedetermineerd zijn. Intercultureel en antropologisch onderzoek heeft aangetoond dat de rollen die mannen en vrouwen toegewezen krijgen, sociaal en cultureel bepaald en dus veranderbaar zijn. Ze zijn niet universeel, maar hangen af van de maatschappij, het tijdperk, de klasse en de leeftijd. Het gaat om de machtsverhouding tussen beiden (genderverhoudingen). De relaties tussen mannen en vrouwen worden vaak gekenmerkt door ongelijkheid.

Gender mainstreaming is een strategie om gender systematisch te integreren in het ontwikkelingsbeleid, en doorheen alle fasen van de projectcyclus (formulering, uitvoering en evaluatie). Deze strategie moet garanderen dat ontwikkeling de (feitelijke en juridische) gelijkheid van mannen en vrouwen tot stand brengt.

online

U vindt deze defi nities op de site van de Commissie bij DGOS http://www.dgos.be/nl/cvo/publicaties.html

>

Een stap vooruit, een stap achteruit…

6 dimensie januari 2009

Feestzitting cVO in Egmontpaleis

(Catholic University of Peru) deed een oproep om in de programma’s voor armoedebestrijding meer aandacht te besteden aan vrouwenrechten. Uit het betoog van Naila Kabeer (Institute of Development Studies, VK) onthielden we dat gelijkheid van vrouw en man tot reële empowerment van vrouwen moet leiden, en dus op alle niveaus moet spe-len, van het louter persoonlijke tot het breed maatschappelijke. Hierop volg-den bijdragen van Fouzia Assouli over de Marokkaanse vrouwen en van Vabah Gayfl or, minister van gender en ont-wikkeling van Liberia (p. 8). Een tiental jongeren waren present om in één zin hun visie te geven over het belang van gelijke kansen voor vrouw en man. Ten slotte vond in de marge van de confe-rentie een tentoonstelling plaats van werken van vrouwelijke kunstenaars die hun visie over gender weergaven (u vindt de reproductie van deze werken en van enkele zinnen terug in de centrale portfolio). Deze conferentie markeerde het grote nut dat het CVO kan hebben, maar toonde terzelfder tijd aan dat er ondanks de vooruitgang nog heel veel te verwezenlijken is. Het CVO timmert ver-der aan de weg.

cS

Een internationale conferentie in het Egmontpaleis op 16 december 2008 werd het orgelpunt van de feestelijkhe-den rond 15 jaar CVO. Prinses Mathilde onderstreepte er dat de vrouw de motor is om een gezin uit de armoede te hel-pen. "Echt duurzame ontwikkeling is niet mogelijk zonder gelijke kansen voor vrouw en man", zo stelde minister Charles Michel. Hij loofde de bewonde-renswaardige inzet van het CVO voor een fundamenteel mensenrecht. De inspanningen van de Belgische ontwik-kelingssamenwerking voor meer gelijk-heid tussen vrouw en man werden uit de doeken gedaan door Peter Moors, directeur-generaal van DGOS. Volgens een rapport van de OESO heeft 50% van de Belgische projecten een dimen-sie gender. Daarnaast vertelde Rose Mutombo Kiese over de moeizame weg naar meer vrouwenrechten in DR Congo. Ze is de voorzitster van het ‘Permanent overlegkader voor de Congolese vrouw’ (CAFCO), een nationaal platform waar alle Congolese vrouwenverenigingen bij aangesloten zijn. Jeanine Anderson

Commissie Vrouwen en Ontwikkeling (CVO)

In 1993 werd de Commissie Vrouwen en Ontwikkeling (CVO) opgericht alsadviescommissie voor gelijkheid tussen vrouwen en mannen voor de Belgischeminister van Ontwikkelingssamenwerking. Zij dient erop toe te zien dat de gelijkheid tussen vrouwen en mannen voldoende aan bod komt in de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Om haar 15-jarig bestaan te vieren heeft het CVO een reeks feestelijkheden georganiseerd, waaronder een internationale conferentie in het Egmontpaleis. Het CVO geeft ook een groot aantal publicaties uit. Onder andere thematische fi ches zoals ‘Gender, confl ict en wederopbouw’ en ‘Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en strijd tegen genitale verminking van vrouwen’.

online

http://www.dgcd.be/nl/cvo/publicaties.html of vragen op 02 501 44 43

der in het ontwikkelingsbeleid. Begin 21ste eeuw werd het ontwikkelingsbeleid immers ingenomen door het pragmatisme van de bank- en zakenwereld: cijfers, statistieken, indicatoren en SMART-doelstellingen. Met de werkelijkheid heeft dit weinig uitstaans. Men kan zich afvragen of al die zakenbe-grippen, met hun focus op kwantiteit en pragmatische effi ciëntie, niet hun doel voorbijschieten. Wat blijft er over van het aanvankelijk engagement om van vrouwen-rechten een beleidsprioriteit te maken?

Een zaak van ontwikkelingDe Commissie Vrouwen en Ontwikkeling is al die tijd, haar missie getrouw, blijven hameren op de prioriteit van investeren in vrouwen en vrouwenrechten: investeren in empowerment (versterking) van vrouwen en vrouwenorganisaties op politiek, eco-nomisch, sociaal en cultureel vlak en inves-teren in de ontwikkeling van instrumen-ten, structuren en instellingen die vrouwen sterker kunnen maken. De Commissie heeft zich moeten aanpassen aan de nieuwe modellen - MDG’s, Verklaring van Parijs, Eigenaarschap, Afstemming, Effi ciëntie van de hulp – maar nooit verloor zij de essentie van haar missie uit het oog: investeren in gelijkheid voor vrouw en man.

Omdat de gelijkheid van vrouw en man deel uitmaakt van de mensenrechten. Het is een zaak van vrijheid, rechtvaardigheid en men-selijke waardigheid, maar ook een zaak van ontwikkeling. Dit aanvaarden, en de empo-werment van vrouwen en vrouwenorgani-saties promoten, zijn een voorwaarde voor ontwikkeling.

commissie Vrouwen en Ontwikkeling

© D

GO

S /

D. A

rdel

ean

7 januari 2009 dimensie

AcTUALITEIT

Verminderde groei De mondiale economische groei onder-ging een fl inke terugval door de fi nan-ciële en economische crisis: van 3,5% in 2007 tot een voorspelde groei van 1% in 2009. Voor ontwikkelingslanden oogt het plaatje op het eerste zicht iets beter. De groei lag er in 2008 nog rond de 6,5%, maar voor 2009 voorspelt men toch een inkrimping tot 4,5%. Voor Sub-Sahara Afrika verwacht de Wereldbank een daling van 5,4% in 2008 tot 4,6% in 2009. Cijfers waarvan Europa zou water-tanden, maar die in Afrika met haar hoge geboortegraad nauwelijks voor betere levensomstandigheden zullen zorgen.

Hoewel arme landen geen grote belan-gen hebben op de internationale fi nan-ciële markten, voelen ze toch de indirecte effecten van de huidige crisis. De gevol-gen verschillen sterk naargelang de economische situatie van het land, de blootstelling aan risico’s en de capaciteit om problemen op te lossen. Het is echter duidelijk dat de crisis ook de armste landen treft, landen die bijna volledig afwezig zijn op de fi nanciële markten.

1. Uitvoercijfers lopen terug Heel wat landen in het Zuiden zijn afhanke-lijk van de uitvoer van grondstoffen. Door de economische recessie kenden de grondstoffenprijzen in de tweede helft van 2008 een sterke daling. Vooral de prijs van olie en metaalertsen ging in vrije val. Ontwikkelingslanden waarvan de grondstoffenexport een belangrijk deel is van hun broodwinning, zien hun inkomsten fors inkrimpen. Ook de exportvraag neemt af door de terugval van de orders uit geïndustrialiseerde landen.

Arme landen zijn nauwelijks verbonden met de wereldeconomie en de fi nanciële markten: de fi nanciële crisis zal hen dan ook veel minder direct treffen. Dat is de analyse van de meeste deskundigen. Ontsnappen ontwikkelingslanden aan het slabakken van de mondiale economie?

Financiële crisis

Ontsnappen de arme landen

aan de fi nanciële crisis?

2. Investeringen drogen op Ontwikkelingslanden worden door inves-teerders als risicovoller beschouwd dan geïndustrialiseerde landen. Bovendien stroomt er opvallend minder inves-teringsgeld uit het Noorden naar het Zuiden. Het vertrouwen is zoek. Banken en investeringsfondsen zitten krap bij kas. In 2007 bedroegen investeringen in ontwikkelingslanden ongeveer 1 biljoen dollar en waren ze goed voor 8% van het mondiale BNP. Die investeringsstroom is vorig jaar gehalveerd tot 500 miljard dollar.

3. Remittances nemen af Heel wat mensen voelen de crisis mis-schien nog het meest via de teruglopende remittances. De belangrijkste brug tussen ontwikkelingslanden en de rest van de wereld zijn de migranten. Wereldwijd sturen migranten meer geld op naar hun land van oorsprong (de remittances), dan dat alle donorlanden samen uitgeven aan ontwikkelingssamenwerking. Maar nu sturen ze minder op dan voorheen. Sommigen verliezen hun werk, voor anderen wordt het leven duurder.

4. Ontwikkelingshulp vermindert Naast investeringen en remittances is ontwikkelingshulp de derde grote geldstroom richting arme landen. Maar het hulpbudget staat onder druk. Het is één van de opmerkelijkste effecten van deze crisis. De voorbije jaren beloofden veel donorlanden meer geld uit te geven aan ontwikkelingshulp. In vele gevallen bleken dat loze woorden, nu wordt de neiging om de hand op de knip te houden nog groter. Burgers en politici kijken kritischer naar de budgetten.

Vooral voor Sub-Sahara Afrika kan dat dramatisch worden. Bijna tweederde van de netto kapitaalinstroom bestaat er uit ontwikkelingshulp. Ook het feit dat in veel donorlanden de ontwikkelingshulp gekoppeld is aan het nationaal inkomen, brengt een automatische verlaging van het hulpbudget tot stand wanneer de economie inkrimpt.

Thomas Hiergens

België houdt vast aan groeipad 0,7%-norm

Ons land houdt in elk geval wel woord voor haar hulpbudget. De regering besliste om tegen 2010 de 0,7%-norm te halen volgens een wettelijk bepaald groeipad: 0,5% in 2008, 0,6% in 2009 en 0,7% in 2010. Daarmee gaat ons land harder vooruit dan de EU, die 2015 heeft opgesteld als streefdoel voor de 0,7%-norm. De ambitieuze doelstellingen van België werden in 2008 behaald.

© R

TBF

/ Lé

s N

iouz

z

8 dimensie januari 2009

Interview

Liberia klimt na een 14 jaar durende burgeroorlog uit het diepe dal van bloedvergieten en sociale ellende. De overheid en de civiele samenleving werken er keihard in de hoop het land weer op de rails te zetten. De rol van de vrouw in de maatschappelijke wederopbouw is cruciaal. Na de burgeroorlog verkozen de Liberianen in 2005 Ellen Johnson Sirleaf tot president, de eerste vrouwelijke democratisch verkozen president van Afrika. Een mijlpaal. "Maar niet verwonderlijk dat Liberia met deze eer gaat lopen", meent Vabah Gayflor, de Liberiaanse minister van Gender en Ontwikkeling. "Onze geschiedenis toont aan dat we zeer progressief zijn op het vlak van gender. Andere landen kunnen veel van ons leren.” Hier spreekt een overtuigde, strijdvaardige vrouw. “We hebben al veel werk verzet, maar we mogen niet opgeven. De weg is nog bijzonder lang."

Minister Vabah Gayflor zette op 16 december 2008 voor de Commissie Vrouwen en Ontwikkeling de plannen uiteen over hoe en waarom Liberia resolutie 1325 zal implementeren in een Nationaal Actieplan.

DOSSIEr

"verkrachting is een ziekte van de oorlog"

Vooreerst wenst Dimensie 3 u te felici-teren met de ontvangst van de MDG3-Fakkel. Wat betekent deze erkenning voor u? (De MDG3-Fakkel is een erken-ning voor het werk dat iemand levert op het vlak van Millenniumdoel 3: de promotie van gendergelijkheid. n.v.d.r.)Door deze fakkel ben ik nog meer overtuigd van ons werk. Het is een mooie erkenning die mij er toe aanzet te vechten voor de ver-dere concretisering van gemaakte beloftes. Heel wat Liberiaanse vrouwen, vooral op het platteland, zijn nog niet op de hoogte van hun fundamentele rechten en vrijhe-den. Ons werk is er in eerste instantie op gericht deze vrouwen een stem te geven, door de voorwaarden te creëren om van zich te kunnen laten horen. Ze weten dat we voor hen werken, en verwachten dus ook concrete resultaten. Liberia is in Afrika een pilootland inzake de strijd voor vrou-wenrechten en gendergelijkheid. Het is de vurige droom van Mevr. Johnson Sirleaf, onze hardwerkende president, om op dit vlak grote vooruitgang te realiseren.

Hoe vindt een land als Liberia, langdu-rig verscheurd door een burgeroorlog, de kracht om te vechten voor gender-gelijkheid?Kijk, ik vertel u de waarheid. De beste tijd die ik gekend heb, was toen ik met mijn familie op het platteland woonde. Alle vrou-

wen sliepen samen in de keuken, dicht bij het haardvuur. ‘s Avonds speelden we spel-letjes om de tijd te doden of keken we naar de maan. Elke vrouw kende haar taak in de groep. Dergelijke intieme situaties smeden banden en maken mensen sterker. Vrouwen hebben deze collectieve kracht nodig om het dagelijkse labeur op de velden te bol-werken. U moet weten dat de landbouw-sector in Liberia voor 80% op vrouwelijke schouders rust. Dat is niet min.

In 2008 stelde de Wereldbank de armoedegrens bij van 1 naar 1,25 dollar per dag. Het deel van de Liberiaanse bevolking dat onder de nieuwe armoe-degrens van 1,25 dollar per dag leeft, is nog steeds zeer hoog. Is de strijd tegen de armoede niet belangrijker dan de strijd voor gendergelijkheid? Of maakt het ene deel uit van het andere?Men kan niet gelijk zijn, zonder rechtvaar-dig te zijn. De strijd tegen de armoede houdt in dat men kan zorgen voor zichzelf, kan opkomen voor zijn mening. De strijd voor gendergelijkheid is dus een integraal onderdeel van de strijd tegen de armoede. Meer nog, het is een fundamentele voor-waarde om de armoede de wereld uit te helpen. Hoe kunnen we dat doen, zonder onze burgers gelijke rechten toe te ken-nen? Simpelweg onmogelijk.

U staat bekend voor uw pleidooi voor strenge verkrachtingswetten. De huidige Liberiaanse wet is zeer streng. Wie een minderjarige ver-kracht, kan tot levenslang krijgen. Maar er blijft een probleem met de effectieve veroordeling van de daders. Weinig daders worden gevat, berecht én gestraft. Zijn de rechters te laks?Samen met gewapende overval staat ver-krachting bovenaan de lijst van zware mis-drijven. Vóór de burgeroorlog kende ons land dit fenomeen niet, of toch amper. Beide sexen leefden samen op basis van onderling respect. Maar de oorlog heeft dat volledig veranderd. Verkrachting werd gebruikt als oorlogswapen, en deze prak-tijk zet zich nu nog verder. Verkrachting is dus een ziekte van de oorlog. Veel van de huidige rechtszaken verwateren omdat de rechters niet voorbereid zijn, omdat de advocaten over te magere dossiers beschik-ken of omdat de slachtoffers niet durven spreken. De schande is voor sommigen te groot. Er zijn ook ouders van verkrachte meisjes die op vraag van de dader de zaak in de doofpot steken, in ruil voor geld. Ze verkiezen het geld boven de berechting van de dader en de publieke schande. Armoede is mede de oorzaak voor het lage aantal effectieve veroordelingen in verkrachtings-zaken. We doen er alles aan om onze rech-ters bewust te maken van het sérieux van

© D

GO

S /

D. A

rdel

ean

9 januari 2009 dimensie

Interview

Resolutie 1325 over Vrouwen, Vrede en Veiligheid

Op 31 oktober 2000 aanvaardde de VN-Veiligheidsraad unaniem resolutie 1325 inzake vrouwen, vrede en veilig-heid. De aanvaarding van deze histo-rische resolutie geldt als een belang-rijke stap in de erkenning van de rol van vrouwen bij het beheersen van confl icten en in vredeshandhaving. Het is de eerste resolutie ooit die de impact van gewapende confl icten op vrouwen aan de orde stelt en de rol van vrouwen in confl ictpreventie en duurzame vrede onderstreept.

Resolutie 1325• Bevestigt de essentiële rol van vrou-

wen bij confl ictpreventie, vredes-opbouw en de socio-economische en politieke wederopbouw van hun land.

• Benadrukt de noodzaak om vrouwen te integreren op alle beslissingsni-veaus.

• Vraagt om rekening te houden met de specifi eke noden van vrouwen en om hun rechten te respecteren.

• Vraagt om bijzondere maatregelen te treffen om vrouwen te beschermen tegen seksueel geweld.

In 2004 heeft de Veiligheidsraad aan de lidstaten gevraagd een Nationaal Actieplan (NAP) op te stellen voor de effectieve uitvoering van de Resolutie. Het Belgische Actieplan wacht momen-teel op goedkeuring van de minister-raad.

deze zaken. Ze krijgen extra opleidingen over fundamentele mensenrechten, zoals het recht op de fysieke integriteit. We heb-ben zelfs in november 2008 een speciale rechtbank opgericht voor deze zaken. Zo hopen we het fenomeen sterker onder de aandacht te brengen en de rechter-lijke macht te mobiliseren voor deze schrij-nende problematiek. Maar we moeten nog zien hoe dat loopt.

Liberia zal in maart 2009 een Nationaal Actieplan (NAP) lanceren, gebaseerd op resolutie 1325 (zie inzet). Daartoe hebben alle landen die de resolutie onderschreven zich verbon-den. Uw land zal daarmee het eer-ste ontwikkelingsland zijn dat zo’n actieplan opstelt. Beschouwt u het Liberiaanse actieplan als een model voor andere ontwikkelingslanden?Resolutie 1325 gaat in essentie over duur-zame vrede. En duurzame vrede betekent voor mij dat iedereen gelukkig kan zijn. Maar het is ook meer dan dat. Het is de grondslag voor een wereldwijde strijd voor gelijkheid en rechtvaardigheid. Het gaat over kansen creëren voor iedereen, door hen te betrekken in een brede ontwikke-lingsdynamiek. Zonder vrede en veiligheid, is het onmogelijk te werken aan ontwikke-ling. Onze buurlanden kijken naar wat bij ons gebeurt op het vlak van gender. Pas

"verkrachting is een ziekte van de oorlog"

dan bepalen ze hun houding op het inter-nationaal toneel. Politici weten dat we ver gevorderd zijn met ons actieplan. Het zou me niet verwonderen als ze eerst even bij ons komen kijken vooraleer ze zelf een actieplan opstellen.

Ondervindt u oppositie tegen uw werk?Inderdaad, dat ondervind ik vaak, maar het verzet neemt langzaam af. Toen ik in 2003 aan de slag ging als minister, was gender geen issue, laat staan een staatszaak. We kregen veel tegenwind van mensen die ons werk bagatelliseren. Maar gaandeweg zagen ook zij er de noodzaak van in. We hebben een reusachtige informatiecam-pagne op touw gezet om onze burgers en bestuurders te sensibiliseren voor gender-gelijkheid. Daarin maken we duidelijk dat dit niet gaat over persoonlijke zaken of over vergelding voor bepaalde wandaden tijdens de oorlog, maar over sociale recht-vaardigheid. En ik geloof dat ons werk nu echt aanslaat. We laten ons niet afl eiden en zijn meer dan ooit overtuigd van onze zaak.

Thomas Hiergens

"Vrouwen kennen als geen ander de tol die confl icten eisen en zijn vaak ook beter in staat dan mannen om ze te voorkomen of op te lossen. Al generaties lang treden vrouwen op als pleitbezorgers voor de vrede, zowel in de huiselijke sfeer als in de bredere samenleving. Zij hebben een doorslaggevende rol gespeeld dankzij hun talent bruggen te slaan in plaats van muren op te trekken. Ook zijn zij onvervangbaar gebleken bij het in stand houden van het maatschappelijk bestel wanneer gemeenschappen verscheurd raakten…"

Kofi Annan, Secretaris-Generaal van de VNVerklaring voor de Veiligheidsraad

24 oktober 2000

© V

ocaa

c.or

g

10 dimensie januari 2009

Europese Unie zet lokaal bestuur in de verf

EUrOPESE UNIE

De Europese Ontwikkelingsdagen (EOD) 2008 gingen door in Straatsburg van 15 tot 17 november. Thema was 'lokaal bestuur'.

"We hebben het domein van de lokale bestu-ren – gemeenten, provincies, districten e.d. – nog te weinig benut", was de boodschap van Louis Michel, Europees commissaris voor Ontwikkeling en Humanitaire Hulp.Lokale besturen staan immers dicht bij de bevolking en ze kennen zeer goed de plaat-selijke context. Actoren van allerlei slag werken samen op het lokale niveau: de pri-vésector, de staat, de civiele maatschappij... Typische taken zijn wegenaanleg, water-voorziening, gezondheidszorg en afvalbe-heer. In Straatsburg werd een Europees charter voor ondertekening gelanceerd dat het belang van lokale besturen in ontwik-keling onderlijnt. Er werden ook 70 nieuwe jumelages afgesloten, waaronder 18 met Belgische gemeenten.

Maar lokaal bestuur was niet het enige aan-dachtspunt. Zo ging een aantal sessies in op brandende actualiteit: voedselcrisis en fi nanciële crisis. Hierbij inbegrepen een reactie van de deelnemende staatshoofden op de top van de G20. Het uiterste belang van een vrije pers voor ontwikkeling werd extra benadrukt. Met een wedstrijd (ont-werp van een affi che) werden jongeren gestimuleerd over ontwikkelingssamen-werking na te denken. Een modeshow illus-treerde levendig het creatieve potentieel van Afrika.

Besluiten van de EU-ministerraadHet Franse EU-voorzitterschap hechtte een groot belang aan het promoten van de lokale besturen als actoren van ontwikkeling. De Europese Commissie zette haar visie hierover uiteen in een Mededeling. De EU-ministerraad bepaalde zijn standpunt hierover op 11 november 2008 in het document: "Besluiten van de Raad over plaatse-lijke overheden als ontwikkelingsacto-ren met het oog op de terugdringing van de armoede"..

Een uittreksel:De Raad verzoekt de Commissie hem verslag uit te brengen over de uitvoe-ring van de beoogde acties voor een betere synergie tussen de actoren, en in breder verband, over de follow-up van het denkwerk over de ondersteu-ning van democratische plaatselijke governance in de ontwikkelingslanden. De Raad verzoekt ook de Commissie en de lidstaten om, voor zover nodig, de plaatselijke overheden van de ont-wikkelingslanden te raadplegen bij het opstellen van de programma's betreffende de instrumenten voor ontwikkelingshulp, daaronder begre-pen het thematisch programma "Niet-overheidsactoren en plaatselijke over-heden in het ontwikkelingsproces".

Sam BiesemansDGOS – Dienst Europese Unie

online

De volledige tekst van de besluiten is beschikbaar op de website van VVSG: http://www.vvsg.be/internationaal/

Ten slotte zijn de EOD in hoofdzaak een ont-moetingsplaats voor al wie beroepsmatig met ontwikkelingssamenwerking bezig is: ngo’s, overheid, politici, leraren, studenten, experten, journalisten, ondernemers... Het ontwikkelingsdorp telde 120 standen waar de meer dan 4000 deelnemers terecht kon-den. Met 11 standen was België ruim ver-tegenwoordigd. Naast de gouvernemen-tele Belgische ontwikkelingssamenwerking (DGOS en BTC) waren ook de gewesten ver-tegenwoordigd (VAIS en CGRI-DRI). VVSG, de koepel van Vlaamse gemeenten, hield er ook een stand. Verder waren er onder meer Africalia, Dierenartsen zonder Grenzen en een school uit Ottignies.

Pas aan hun derde editie toe zijn de EOD aardig op weg op om uit te groeien tot 'the place to be', het grote jaarlijkse rendez-vous van de ontwikkelingswereld. Afspraak dit jaar in Stockholm van 21 tot 23 okto-ber, thema 'Burgerschap en ontwikkeling' (Citizenship and Development).

chris Simoens

online

http://www.localgovernance-coop-charter.eu

http://www.eudevdays.eu

Europese Ontwikkelingsdagen

De Belgische ontwikkelingssamenwerking was present op de Europese Ontwikkelingsdagen

© D

GO

S /

Chri

s Si

moe

ns

januari 2009 dimensie

Batik

kunstenaars voor gelijkheid tussen vrouw en man

POrTFOLIO

De 15de verjaardag van de Commissie Vrouwen en Ontwikkeling was een bron van inspiratie voor 17 vrouwelijke kunstenaars. Diverse kruisende blikken putten uit hun "roots" - of die nu in het Noorden, het Zuiden of het Oosten liggen - een bijzondere gevoeligheid voor het thema gelijkheid, en een diepe liefde voor schoonheid.

Een festival van gendercreatievelingen

Sculpturen

Op een dag zullen mannen en vrouwen gelijke kansen hebben omdat men zal beseffen dat iedere man een beetje vrouw is

en omgekeerd.

Evy Goemaere, Machelen

Jettem Sara Mostaccero

Onvermurwbaar Gigi Warny Onvermurwbaar Gigi Warny

Sublieme halfbloed Liliane Aguirre

Sculpturen

Kind aan de borst Rhode Bath-Schéba Makoumbou Sara Mostaccero

Onvermurwbaar Gigi Warny

dimensie januari 2009

Gravures

Schilderijen – Tekeningen

Reeks Nicolas Bouvier n° 5Claire Hilgers

Ingelijst(e)Samia Smahi

Mij, jij, wij Lisette Caubergs

Ik zeg neen aan geweld tegen vrouwen omdat zij, met elke dag die voorbij-gaat, een beetje meer hun trots verliezen om iemand

uitzonderlijk te zijn.

Franny Hulscher, Bergen

Investeren in de opvoeding van meisjes is belangrijk omdat zij de toekomstige wereld zullen dragen en haar deze

opvoeding zullen doorgeven.

Joséphine Bangale Ilambo, Geraardsbergen

Suzanne Marie-Françoise Vandenberghe

januari 2009 dimensie

Uitwisselingen Sandra Zidani

Autonomie Fadila Hosna

Beeld van vrouwenRoxana Alvarado

Op een dag zullen mannen en vrou-wen gelijk zijn omdat, als mannen en vrouwen gelijk geboren worden en sterven, ik niet inzie waarom ze

ook niet gelijk zouden leven.

Quentin Duez, Bergen

De latinasClarice

dimensie januari 2009

Foto'sJuweel

Op een dag zal er gelijkheid zijn voor mannen en vrouwen omdat deze wereld nood heeft aan vrijheid van meningsuiting, zonder bepaalde rassen, geslach-ten of taalgemeenschappen uit

te sluiten.

Fabian Depester, Oetingen

Tegenover jou Dominique Michiels Tegenover jou

Ik zeg neen aan geweld tegen vrouwen omdat geweld het tegenovergestelde

is van intelligentie.

Lucie Hennebo, Moeskroen

Aubades Céline Marique

Tibet Danièle Huet

Frechal, BraziliëChristine Leidgens

15 januari 2009 dimensie

geletterde vrouwen maken het verschil

Getuigenis van een vrijwilligster in Niger

De eerste maanden volgde ik de begrotingshulp op die België via een basket fund (gemengd donorfonds) aan het Nigerese onderwijs ter beschikking stelde. Toen vroeg men me mee te werken met het Belgo-Nigerees project Inkomstenverhoging van vrou-wen in de regio Dosso (ARMFD). Dit project wil de sociaal-eco-nomische situatie van vrou-wen verbeteren. Hiertoe wor-den vrouwen gesensibiliseerd en opgeleid. Men voorziet ook microkredieten en budgetten voor de aankoop van materi-aal. Maar een zwaar probleem was het analfabetisme van de vrouwen. Enerzijds konden de ongeletterde vrouwen moei-lijk hun inkomsten consequent verhogen, anderzijds verhin-derde het analfabetisme het versterken van hun leiderschap binnen de besluitvormingsor-ganen.

Mij werd gevraagd op basis van een experiment methodes uit te werken om vrouwen te alfa-betiseren. We begonnen met een grootschalig onderzoek naar alfabetisering in Niger,

© S

. Hoo

gew

ijs

Suzanne Hoogewijs behoort tot de eerste lichting vrijwilligers van de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Ze vertelt over haar ervaringen in Niger waar ze een alfabetiseringscampagne voor vrouwen uitdokterde.

met onder meer een enquête in alle 122 partnerdorpen van het project waaraan meer dan 5.000 vrouwen deelnamen. Op basis hiervan stelde ik een planning op voor een experi-mentele en functionele alfabe-tiseringscampagne.

Vijf dorpen, gekenmerkt door verschillende contexten, wer-den geselecteerd. Deze dorpen strekten zich uit over 2 cultu-reel verschillende departemen-ten. Daarom werkte ik samen met 2 inspecteurs van alfabe-tisering en 2 antennechefs van ngo’s. Agenten van het minis-terie van de Promotie van de Vrouw, onder wiens verant-woordelijkheid het project valt, stonden in voor de begeleiding, elk op hun niveau (staat, regio, departement, gemeente).

De campagne was experimen-teel omdat we een nieuwe manier van onderwijzen uit-probeerden. Zo maakten we gebruik van technische hand-boekjes en uitwisselingsreizen tussen de centra. Interviews op 11 lokale radio’s wakkerden het enthousiasme bij de cursisten

DOSSIEr

Sa'a Aliou, 30 jaar, Tombo Gatao :

"Ik heb me in eerste instantie ingeschreven om mijn onwetendheid te verjagen; ik kon immers niet lezen noch schrijven. Maar ook om betere kennis op te doen omtrent kleinhandel en om beter overweg te kunnen met de microkredieten van het project. Als ik nu een papiertje zie liggen, raap ik het op en kan ik het ontcijferen!"

>

© S

. Hoo

gew

ijs

16 dimensie januari 2009

De Prijs 2007De Prijs Ontwikkelingssamenwerking werd in 1998 in het leven geroepen door de Belgische Ontwikkelingssamenwerking. Doel is om studenten en onderzoekers uit noord en zuid te bekronen voor hun geëngageerde werkstukken. Als prioritair selectiecri-terium geldt de bijdrage van het onderzoek aan duurzame ont-wikkeling en armoedebestrijding. Alle laureaten ontvangen een fi nanciële steun: een student 1.250 euro, een onderzoeker 2.500 euro. Zo stimuleert de Prijs hen om zich verder te blijven inzetten voor internationale samenwerking. Op een totaal van 134 inzendingen weerhield de jury voor editie 2007 19 onderzoeksprojecten van 12 studenten en 7 onderzoe-kers. Onder de 19 laureaten vinden we 11 vrouwen en 8 mannen terug. Tahia Devisscher (Bolivia), Virginie Ebner (België) en Ursula Woodburn (Verenigd Koninkrijk) lichtten ons hun onderzoekskeu-zes toe.

Radio 2 voor Burkinese vrouwen“Vrouwenrechten, dat is mijn stokpaardje”, steekt Virginie Ebner van wal. Ebners thesis handelt over de promotie van vrouwen-rechten door participatieve communicatie op de radio in Burkina Faso. "Het Afrikaanse continent draait voor een groot stuk op de draagkracht van haar vrouwen. Niettemin worden hun rechten er niet genoeg beschermd. Kijk maar naar wat hen nog al te vaak straffeloos wordt aangedaan op het vlak van de fysieke integri-teit. Ronduit schandalig."

Ebner wil dat vrouwen meer opkomen voor hun rechten en dat hun essentiële bijdrage aan lokale ontwikkeling beter wordt erkend. Met participatieve communicatie bedoelt ze dat de begunstig-den van een ontwikkelingsproject rechtstreeks hun zegje kunnen doen. "Radio is hier een uitstekend instrument voor. Het lokale karakter van dit medium geeft ons de mogelijkheid vele vrouwen te bereiken en ook effectief aan het woord te laten. Daarbovenop heb je geen elektriciteit nodig om radio te beluisteren. Vooral op het platteland geeft dat de radio een uitzonderlijke meerwaarde als communicatiemiddel."

Suzanne Hoogewijs: "Analfabetisme verhindert het versterken van het leiderschap van vrouwen in besluitvormingsorganen."

DOSSIEr

aan en sensibiliseerden andere dorpen. We ontwikkelden ook nieuwe testen en testmetho-des. Daarnaast werkten we in dorpen met verschillende ont-wikkelingsniveaus en karakte-ristieken wat extra informatie opleverde voor het formuleren van een werkingsstrategie.

Het functionele karakter van de campagne bereikten we door het leren lezen, schrijven en rekenen te koppelen aan concrete activiteiten: het ver-werken van apennoten tot olie, en het houden van kleinvee. De vrouwen organiseerden demonstraties voor de man-nen, opdat ook zij de techni-sche kneepjes zouden kennen. De eindproducten gemaakt in de centra werden verkocht, de cursisten hielden zelf een kas bij. Diverse maatregelen wer-den genomen opdat de alfabe-tiseringscentra na 3 jaar volle-dig autonoom kunnen draaien. Zo werden tijdens het eerste jaar enkele zakken zaad aan de centra geschonken opdat ze met de opbrengst verder kunnen. Er werd ook aange-leerd hoe men andere actoren in de gemeente kan contacte-ren. Vanaf het tweede jaar al moest er een autochtone lera-res werkzaam zijn.

De resultaten waren enorm bemoedigend. Slechts 8% van de cursisten haakte af, de rest heeft zijn technische kennis rond hun economische acti-

viteiten verbeterd. 72% kent nu het alfabet en de cijfers. In het nieuwe samenwerkings-programma tussen België en Niger ontvangt de Nigerese overheid steun om de resulta-ten van de Belgische interven-tie uit te breiden naar het hele land. Bovendien gaat een 2de fase van het ARMFD-project van start.

Suzanne HoogewijsEx-vrijwilligster VDOS

Vrijwillige DienstDe Vrijwillige Dienst voor Ontwikkelingssamen-werking (VDOS) werd in 2006 opgericht om jongeren de kans te geven een eerste beroeps-ervaring op te doen in ontwikkelingssamen-werking.

online

www.btcctb.org (vrijwillige dienst)

Prijs Ontwikkelingssamenwerking

Het Koloniënpaleis van het Afrikamuseum in Tervuren was op 16 oktober 2008 andermaal het toneel voor de uitreikingceremonie van de Prijs Ontwikkelingssamenwerking. Deze prijs lauwert studenten en onderzoekers die met hun wetenschappelijk werk een vruchtbare bijdrage leveren aan de zoektocht naar duurzame ontwikkelingsinitiatieven. Naast heel wat biologische en geografi sche studies in Ethiopië, zette editie 2007 ook veel vrouwen en hun thema’s in het licht.

Vrouwelijke laureaten scoren met hún thema’s

>

© S

. Hoo

gew

ijs

17 januari 2009 dimensie

Prijs Ontwikkelingssamenwerking

De promotie van vrouwenrechten… het is een werk van lange adem. Afrikaanse mannen hebben vaak het eerste én het laat-ste woord. "In Burkina Faso gelden nog steeds oude culturele gewoontes", verduidelijkt Ebner. "Het is niet overal even van-zelfsprekend dat de cruciale inbreng van de vrouw in de lokale ontwikkeling wordt erkend. Mijn thesis tracht hier een steentje aan bij te dragen door te wijzen op het fundamentele belang van goede communicatiemiddelen."

Lijdende individuenDe Britse Ursula Woodburn werd gelauwerd met haar onder-zoek naar de rollenpatronen van mannen en vrouwen bij interne ontheemden* in Noord-Oeganda. Ebner’s bevindingen zijn voor haar het ideale aanknopingspunt. Noord-Oeganda wordt al twee decennia lang geterroriseerd door het Verzetsleger van de Heer, een rebellenbeweging onder leiding van de zelfverklaarde profeet Joseph Kony. Tienduizenden Oegandezen zijn op de vlucht gesla-gen uit angst voor de terreurcampagnes van Kony’s troepen. "Bij toeval ben ik op deze thematiek gebotst", vertelt Woodburn.Woodburn zou de steden in Noord-Oeganda gaan bestude-ren, maar verzeilde uiteindelijk bij de genderproblematiek. In de erbarmelijke omstandigheden waarin interne ontheemden leven, zijn de genderrelaties erg gespannen. "De vrouw verzet enorm veel werk, en dus wint haar economische rol aan belang", weet Woodburn. "Mannen kunnen of willen niet langer instaan voor alle inkomsten, terwijl de nieuwe economische rol van de vrouw ertoe leidt dat ze zich onafhankelijker gaat opstellen, tot ergernis van de mannen". Zij klagen dit aan met de woorden "mon dong gu dugu calo coo" - "vrouwen zijn net als mannen geworden."

De genderconflicten worden nog verergerd door een schrijnende schaarste aan levensmiddelen. In deze context van herdefiniëring van onderlinge rolpatronen, spreekt Woodburn van ‘lijdende indi-viduen’. De man weet niet meer wie hij is, de vrouw weet amper wie ze moet worden. "Maar vooraleer men begint te sleutelen aan de nieuwe rollen van deze lijdende individuen, moet een einde gesteld worden aan het geweld", concludeert Woodburn. "Zonder vrede is elke vooruitgang onmogelijk."

Wat gebeurt er aan de aanbodzijde?Tahia Devisscher bestudeerde de effecten van biodieselproductie op lokale gemeenschappen in Maleisië. "Toen ik aan mijn onder-zoek begon in 2006 was er enorm veel interesse voor biodiesel. Maar men focuste vooral op de vraagzijde. ‘Welk aandeel van het totale energieverbruik kunnen de geïndustrialiseerde landen uit biodiesel halen?’, vroeg men zich hoofdzakelijk af. De vraag wat er gebeurt aan de aanbodzijde werd amper gesteld." Tahia wou te weten komen hoe ontwikkelingslanden de productie aanpakten, wat de effecten waren op de lokale bevolking, hoe het spel van

* 'Interne ontheemden' (Internally Displaced Persons) zijn mensen die gevlucht zijn van hun huis, maar, in tegenstelling tot vluchtelingen, daarbij geen staatsgrenzen hebben overschreden. Ontheemden bevinden zich dus nog binnen de grenzen van hun land. Bijgevolg genieten ze niet van het vluchtelingenstatuut.

vraag en aanbod verliep…Devisscher stootte al snel op de eenzijdige Maleisische plannen waarin de overheid zich blind staarde op winstbejag. Om planta-ges te ontwikkelen op grote schaal, werden duizenden hectares bos gekapt. "Een regelrechte aanslag op de levensomstandighe-den van de lokale gemeenschappen”, weet Devisscher. "Jagers vonden nog amper wild, vissers merkten een daling in de visbe-standen op, erosie tastte de vruchtbaarheid van de grond aan… De gemeenschappen werden niet enkel zeer kwetsbaar, de plan-tages brachten ook territoriale conflicten tussen gemeenschap-pen met zich mee." De overheid had nagelaten het totale plaatje in rekening te brengen. Devisscher pleit dan ook voor een multidi-mensionale en geïntegreerde aanpak bij soortgelijke projecten.

Biodiversiteit in 2010De Prijs Ontwikkelingssamenwerking steekt ondertussen in een nieuw jasje. De naam is veranderd in Prijs Belgische Ontwikkelingssamenwerking en er wordt resoluut gekozen voor één multidisciplinair thema (voordien was er geen thematische afbakening). Voor de Prijs 2010 is dat biodiversiteit. Ook wordt het aantal laureaten gereduceerd tot 3. De som geld die zij zul-len ontvangen gaat sterk omhoog, want de prijzenpot werd vast-gelegd op 25.000 euro. Twee studenten ontvangen elk 5.000 euro en één onderzoeker krijgt 15.000 euro. Ook zal de Prijs nog slechts om de twee jaar georganiseerd worden. De volgende edi-tie zal dus pas in 2010 plaatsvinden.

Thomas Hiergens

online

www.devcoprize.africamuseum.be

www.fao.org/dimitra

Een trotse Tahia Devisscher ontvangt haar prijs uit de handen van adjunct-kabinetschef John Cornet d’Elzius.

Ursula Woodburn labelt ontheemde mannen en vrouwen die worstelen met hun rollenpatroon als ‘lijdende individuen’.

Virginie Ebner : “Een betere erkenning

van vrouwenrechten is héél belangrijk in Afrika.”

Dimensie 3 sprak met drie vrouwelijke laureaten op de Prijs Ontwikkelingssamenwerking 2007. Over de kracht van radio, de oorzaken van genderconflicten en de effecten van biodieselproductie.

© D

GO

S /

D. A

rdel

ean

© D

GO

S ©

DG

OS

18 dimensie januari 2009

Zijn loopbaan hangt samen met de geschiedenis van aids. Begin jaren 1980 worden de eerste symptomen van dit nog onbekende virus ontdekt, dan volgt de Afrikaanse pandemie waarvan in de eerste plaats vrouwen het slachtoffer zijn, tot de statistieken eindelijk een daling aangeven van het aantal aids-besmettingen en aids-doden. Begin 2009 verlaat dr. Piot UNAIDS waarvan hij 13 jaar lang met vaste hand de leiding had. Gedreven schetst hij een beeld van de bestrijding van de ziekte en de uitdagingen voor de ontwikkelingslanden.

Een groot deel van uw loopbaan hebt u besteed aan de bestrijding van hiv/aids. Hoe bent u bij UNAIDS terechtgekomen?Ik hield me voor het eerst bezig met gezondheid en ontwikkeling toen ik in de jaren 1970 bij het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen onderzoek ver-richte naar het ebolavirus. Later hield ik me in Zaïre en Kenia bezig met seksueel overdraagbare ziektes en reproductieve gezondheid. Uiteraard kreeg ik met aids te maken, wanneer patiënten uit Centraal-Afrika zich met een mysterieuze ziekte bij het Instituut meldden… In 1983 begeleidde ik een zending naar Kinshasa die moest nagaan of het virus daar hetzelfde was als dat beschreven door de Verenigde Staten. Als er in Antwerpen namelijk honderden welgestelde Afrikaanse patiënten toekwa-men die de reis konden betalen, dan kon dit betekenen dat er ter plaatse misschien wel duizenden zieken waren. En inderdaad, in Kinshasa was het merendeel van de vol-wassen patiënten in de algemene zieken-huizen besmet met aids.

In de jaren 1980 was hiv een nog niet zo bekende ziekte waarvoor geen behandeling bestond. Inmiddels heeft 30% van de seropositief geteste personen recht op een antiretrovirale behandeling.

Bij welke belangrijke fase van de bestrijding van de ziekte was u betrokken?Eerst werd de ziekte volledig ontkend. Het was een geslachtsziekte die in de eerste plaats bij homoseksuelen voorkwam, dus bij ”marginalen“, en de schuld hiervoor werd eerder in de schoenen van de zieken zelf geschoven. Vervolgens ontstond er paniek, de zieken werden geïsoleerd. Zo kon in België een seropositieve geen rijkswach-ter worden, seropositieve beursstudenten werden niet toegelaten. Momenteel is aids vooral een probleem in sub-Sahara Afrika waar de ziekte tot begin jaren 2000 dood-gezwegen werd. In 2001 kwam het tot een ommekeer toen een bijzondere zitting van de Verenigde Naties aids voor het eerst als gezondheidsprobleem erkende. In het ver-lengde hiervan werd het Wereldfonds ter bestrijding van aids opgericht en lanceerde president Bush het Noodplan voor aidshulp met een budget van 15 miljard dollar, dat onlangs voor een tweede keer ter beschik-king werd gesteld. Vandaag is een nieuwe fase aangebroken, die van de resultaten. Voor het eerst daalt het aantal personen dat de ziekte oploopt of eraan sterft. Nu komt het erop aan ervoor te zorgen dat de maatregelen een duurzaam effect hebben.

Met welk doel werd UNAIDS in 1995 opgericht?Van bij het begin van de activiteiten in 1996 plaatste de organisatie het thema aids

UNAIDS

peter piot, een leven gewijd aan de strijd tegen aids

op de internationale agenda. Dit was een absolute voorwaarde voor het vrijmaken van de nodige middelen. We hebben ook geijverd voor een verlaging van de genees-middelenprijzen. In 2001 vond een debat plaats over de toegang tot geneesmidde-len. Alle ontwikkelingsagentschappen kant-ten zich hiertegen, omdat ze vonden dat de gezondheidssystemen te zwak waren. Ik ben blij dat we niet op een verbetering van de gezondheidszorg hebben gewacht, anders waren de 4 miljoen mensen die anti-retrovirale middelen innemen, al overleden. Bovendien werden de seropositieven zelf bij de bestrijding van de ziekte betrokken. Deze gemeenschapsontwikkeling berustte op de eerbied van de rechten van elk indi-vidu en het gebruik van wetenschappelijke methodes.

Hebt u contacten met de Belgische ontwikkelings-samenwerking?Ja, de Belgische ontwikkelingssamenwer-king ondersteunt UNAIDS, maar levert ook technische diensten. Ze is zeer vakkundig in de medische sector en in de eerstelijns-zorg. België is zeer actief, maar Nederland draagt 10 keer meer bij…

Sinds de jaren 1980 is het profiel van de aidsslachtoffers veranderd, van blanke homoseksuele man uit de middenklasse naar de arme,

PArTNEr

© t

opne

ws.

indi

a

19 januari 2009 dimensie

UNAIDS

meestal vrouwelijke Afrikaan. Hoe is dit te verklaren?De ziekte verspreidt zich almaar meer onder vrouwen. Vandaag is meer dan 60% van de besmette personen een vrouw. Hiervoor bestaat ten eerste een biolo-gische verklaring: bij seksuele contacten gaat de ziekte makkelijker over van man op vrouw dan omgekeerd. Ten tweede staat de vrouw lager in aanzien en kan ze haar seksualiteit niet zelf bepalen, om maar te zwijgen van het seksueel geweld op vrou-wen. Vastgesteld werd dat in Afrika meisjes van 20 jaar 5 à 10 keer vaker besmet zijn dan jongens van dezelfde leeftijd. Het zijn niet de jongens uit hun leeftijdsgroep die meisjes besmetten, maar oudere mannen. Het genderaspect is zeer belangrijk bij de bestrijding van aids.

Empowerment (verzelfstandiging) van de vrouwen zou de epidemie dus kunnen afremmen?Dat is van fundamenteel belang. Bovendien draagt de vrouw de ziekte over op haar kind. Ongeveer 400.000 baby’s worden met hiv geboren. Dat kan met medicatie perfect worden voorkomen.

Hiv is niet alleen een medisch probleem maar heeft ook een invloed op de cultuur, taboes, …De taboes en de discriminatie van seroposi-tieven zijn niet enkel een schending van de rechten van het individu, maar belemme-ren ook daadwerkelijk informatiecampag-nes, preventie en behandeling. Een voor-beeld: in het kader van de preventie van de overdracht van moeder op kind weigeren veel vrouwen zich te laten testen, uit schrik geslagen of verstoten te worden. Wanneer een vrouw in een landelijke gemeenschap haar kind de borst niet geeft (omdat er bij borstvoeding besmettingsgevaar bestaat), dan begrijpen de andere vrouwen dat ze besmet is en verachten haar.

Hoeveel impact heeft deze ziekte op de vertraging van de

ontwikkeling van de landen in Sub-Sahara Afrika?Aids is in Sub-Sahara Afrika de eerste doodsoorzaak, maar de ziekte is niet overal op dezelfde manier aanwezig. In Oost- en Noord-Afrika is tot 25% van de bevolking besmet met het aidsvirus. Beeldt u zich in dat in België één op vier personen de ziekte had, dat zou nogal een ramp zijn voor het RIZIV! Ook is het zo dat aids, in tegenstelling tot andere ziektes, niet alleen kinderen en ouderen treft, maar ook personen op “pro-ductieve” leeftijd. Uit economisch oogpunt leidt dat tot een vermindering van het bruto nationaal product. Het is geen toeval dat grote mijnbedrijven in Zuid-Afrika als eer-sten antiretrovirale middelen verdeelden onder hun werknemers. En dan zijn er nog de 14 miljoen aidswezen!

Zullen we weldra het verdwijnen van aids meemaken?Niet in een nabije toekomst. Wat wel mag worden verhoopt is dat het aantal besmette personen en vooral het aantal zieken, dat aan aids sterven, aanzienlijk zal afnemen. Met de geneesmiddelen is dat nu mogelijk. Er is de hypothese van de massale testen, maar daar geloof ik niet in. Dit is een mathematisch model dat ervan uitgaat dat 100% van de bevolking jaarlijks op aids wordt getest en dat alle besmette perso-nen geneesmiddelen nemen.

U gaat na 13 jaar weg bij UNAIDS. Betekent dit dat u niet langer met aids begaan bent?(Lacht) Neen, meewerken aan de bestrij-ding van aids is geen «nine to fi ve job», het vereist een grote mate van strijdbaarheid. Het werk dat ik nu bij een universiteit in Londen ga verrichten, behelst de gezond-heid in de ontwikkelingslanden vanuit een multidisciplinaire benadering. De lessen uit 20 jaar aidsbestrijding zullen goed van pas komen.

Elise Pirsoul

Peter Piot: De Belgische dokter verlaat zijn post als directeur van UNAIDS na 13 jaar goede diensten. Maar zijn strijd tegen aids gaat door…

Aids in de wereld, UNAIDS en Belgische bijdrage

Geraamd wordt dat wereldwijd 33 mil-joen personen besmet zijn met hiv/aids. Tweeëntwintig miljoen zieken leven in Sub-Sahara Afrika en de helft daarvan zijn vrouwen. Dat de strijd tegen hiv vooruitgang boekt, blijkt uit het feit dat in 2007 “slechts” 2,7 miljoen mensen met het virus besmet raakten tegen 5 miljoen in 2005. Meer dan 3 miljoen mensen krijgen nu een therapie op basis van antiretrovirale geneesmidde-len die hen in staat stellen een nage-noeg normaal leven te lijden, ook al zijn ze seropositief. Maar de strijd is nog lang niet gewonnen.

De Belgische ontwikkelingssamenwer-king draagt actief bij tot de bestrijding van hiv/aids, wat blijkt uit de ontwik-kelingsprogramma’s waarin de ziekte als transversaal thema is opgeno-men en uit de geïntegreerde aanpak van de gezondheidszorg. Ze is partner van UNAIDS sinds de oprichting van de organisatie en stelt tot in 2011 een bij-drage van ongeveer 5 miljoen euro ter beschikking. UNAIDS is een samenwer-kingsovereenkomst van tien verschil-lende organisaties (UNHCR, UNICEF, WFP, UNDP, UNODC, ILO, UNESCO, WTO en Wereldbank) onder de coördinatie van het UNAIDS-secretariaat dat tot in 2008 onder leiding stond van de Belg dr. Peter Piot.

EP

online

UNAIDS-verslag 2008 over de aidse-

pidemie in de wereld: http://www.

unaids.org/fr/Knowledgecentre/

HIVData/Globalreport/2008/

de wereld, de wereld, © D

GO

S /

D. A

rdel

ean

20 dimensie januari 2009

Biodiversiteit en ontwikkeling

Biodiversiteit en ontwikkelingDe term ‘biodiversiteit’ verwijst naar de buitengewone verschei-denheid van het leven op aarde. Toch is biodiversiteit meer dan een geheel van levende soorten. Al deze soorten, met inbegrip van de mens, interageren met elkaar om een uniek natuurlijk evenwicht te bereiken. Heel wat onmisbare producten uit ons dagelijks leven zijn het resultaat van deze wisselwerking: voedsel, geneesmidde-len, bouwmaterialen, enz. Bovendien brengen zij tal van onzicht-bare processen op gang: zuivering van water, productie van zuur-stof, vermindering van de risico’s op overstromingen en bestuiving van gewassen.

Verstoringen van dit subtiele evenwicht kunnen rampzalig zijn: het verdwijnen van een planten- of diersoort kan het uitsterven van tientallen andere soorten tot gevolg hebben. De mens is daarbij steeds verliezende partij. Hoe minder economische middelen een bevolking heeft, hoe afhankelijker zij is van de biodiversiteit. In de armste landen verschaffen vlees van in het wild levende dieren en vis meer dan 20 % van de proteïnen. De bossen leveren brandhout, vruchten en eetbare paddenstoelen en vezels voor kledij of om hui-zen te bouwen. Volgens de Wereldbank is deze onderlinge afhan-kelijkheid zo groot dat de landen met de laagste inkomsten 25 % van hun middelen rechtstreeks uit de natuurlijke omgeving halen. Daarom moet elk ontwikkelingsbeleid dat duurzaam wil zijn bijzon-dere aandacht besteden aan het behoud van de biodiversiteit.

Opleidingen ter plaatseOm de biodiversiteit te kunnen beschermen dient men ze eerst goed te kennen. Een goede kennis van de biodiversiteit is dan ook het doel van de opleidingen die het Instituut in de betref-fende landen of in België organiseert. Twee voorbeelden:

- François Muhashy werkt in de Nationale Parken van D.R. Congo. "Het doel is de beheerders van de Congolese parken te leren de fauna en flora in deze parken beter te inventariseren, de verschil-lende leefmilieus te identificeren en de vormen van milieuafbraak te herkennen", legt hij uit. "De resultaten zullen bepalend zijn voor de beleidskeuzes en voor de verbetering van de maatregelen tegen de stroperij.”

- In Marokko ondersteunt het Instituut een project voor de inven-tarisering van ongewervelde dieren in grondwater. Dit project is ingegeven door het chronisch gebrek aan zoet water waar-mee Marokko kampt. "De soorten die zich in de waterhoudende grondlagen bevinden kunnen dienen als bio-indicator voor een bepaalde grondlaag. De inventarissen dienen namelijk om een stand van zaken op te maken van de kwaliteit van de water- voorraad en om de impact van de klimaatverandering op de waterhoudende lagen te evalueren", vertelt Yves Samyn, verantwoordelijke voor de taxonomische opleidingen. In België

biodiversiteit, een rijkdom voor natuur en mens

Het natuurlijke evenwicht is bepalend voor het welzijn van alle soorten, ook voor het welzijn van de mens. Het Koninklijk Instituut voor Natuurwetenschappen draagt bij aan het verwezenlijken van de Millenniumdoelstellingen en aan het verminderen van de armoede door zijn deskundigheid en zijn collecties ter beschikking te stellen van ontwikkelingslanden.

In 2003 ondertekenden de Directie-Generaal voor Ontwikkelingssamenwerking en het Koninklijk Instituut voor Natuurwetenschappen een overeenkomst die de bescherming van de biodiversiteit van de landen uit het Zuiden tot doel heeft en aldus bijdraagt aan de ontwikkeling van die landen. Dit programma vormt het uitgangspunt voor verschillende activiteiten: opleidingen voor onderzoek naar biodiversiteit, ter beschikking stellen van informatie over de soorten die in het Zuiden leven, hulp bij het verspreiden van informatie over biodiversiteit en sensibiliseren rond biodiversiteit.

MILIEUBEScHErMING

© ir

scnb

21 januari 2009 dimensie

Bijen, uitstekende indicatoren van de biodiversiteit

Overal ter wereld worden bijenpopulaties alsmaar zeldzamer. Indien niets wordt ondernomen om hun uitroeiing te stop-pen, dan verdwijnt met de bijen een aanzienlijk deel van de biodiversiteit, met alle gevolgen van dien.

80% van de plantensoorten op aarde zijn deels afhankelijk van bestuiving door insecten. In de Verenigde Staten heeft de achteruitgang van de bijenpopulaties gevolgen voor de economie. De Amerikaanse bijenkasten worden namelijk niet alleen gebruikt voor de productie van honing, maar worden overal in het land ingezet voor de bestuiving in de grote fruit- en groentekwekerijen. Voorlopig zijn de bijenpopulaties nog voldoende groot voor deze ‘dienst’, maar als de sterke terug-loop blijft aanhouden zullen er over drie à vier jaar ernstige problemen rijzen. De situatie in Europa is vergelijkbaar met de situatie in Noord-Amerika. In Brazilië en Nepal moet nu al de bestuiving voor sommige gewassen manueel gebeuren als gevolg van de sterke daling van de bijenpopulaties.

Als één van de oorzaken worden pesticiden naar voor ge-schoven. Hoewel er meestal geen sporen van chemische residu’s worden gevonden in de bijenkasten, is het niet ondenkbaar dat de effecten van de blootstelling van bijen aan pesticiden pas na weken zichtbaar worden en een verzwakking van het immuunsysteem veroorzaken. Dit pro-bleem vraagt een dringende oplossing, temeer omdat teel-ten als cacao, koffi e, vanille, pompoenen en watermeloenen bijna volledig afhankelijk zijn van bestuiving door insecten.

2010, Internationaal jaar van de biodiversiteitMet het doel een zo groot mogelijke groep mensen te sensibiliseren voor de teloorgang van de biodiversiteit, riepen de Verenigde Naties het jaar 2010 uit tot Internationaal Jaar van de Biodiversiteit. Centraal thema is het belang van de biodi-versiteit voor de ontwikkeling en het welzijn van de mens. Bovendien komt het jaar 2010 overeen met de termijn die werd afgesproken om "een aanzienlijke verminde-ring van het huidige verlies aan biodiversiteit" te bereiken. Deze Doelstelling 2010 werd goedgekeurd op de Conferentie over de Aarde in Johannesburg in 2002 en zal door de Verenigde Naties in 2010 worden geëvalueerd.

Biodiversiteit en ontwikkeling

verwelkomt het Instituut talrijke buitenlandse onderzoekers die er een gespecialiseerde opleiding komen volgen.

Webmasters opleidenAndere stagiairs komen naar het Instituut voor een opleiding ‘webmastering’. "Het betreft hoofdzakelijk mensen die verant-woordelijk zijn voor de informatie over de biodiversiteit van hun land. Wij leren hen de nationale gegevens te verzamelen en de offi ciële website van hun land te bouwen als middel om de infor-matie over het onderwerp zo wijd mogelijk te verspreiden", licht lesgever Han de Koeijer toe. "We leren hen de website te beheren en voortdurend aan te vullen met nieuwe informatie. Het opstar-ten van informatienetwerken over biodiversiteit is niet eenvou-dig, maar het draagt duidelijk bij tot een verbetering van het beleid inzake biodiversiteit". Tot nog toe waren de gegevens in verband met biodiversiteit erg versnipperd. Vaak bevonden gege-vens over het Zuiden zich in het Noorden en hadden de betrok-ken personen geen toegang tot deze gegevens. Het internet is een middel om deze lacune te dichten. Het Instituut werkt aan de informatisering van zijn archief over de Nationale Parken van D.R. Congo om het voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk te maken via ‘het web’.

Vincent Pinton en Anne FranklinKBIN

online

Website KBIN : http://www.natuurwetenschappen.be

Biodiversiteit in België: http://www.biodiv.be

Meer info : 02 627 45 45.

© ir

scnb

© w

orld

pres

s.co

m

© ir

scnb

22 dimensie januari 2009

PUNTKOMMA

30 jaar ontwikkelingssamenwerking tussen België en VietnamOp 11 oktober 1977 ondertekenden beide landen een eerste Kaderakkoord voor econo-mische, industriële en technische samenwerking. Vietnam heeft het afgelopen decen-nium opmerkelijke vooruitgang geboekt op alle niveaus, zowel economisch als sociaal. Over de jaren heen was er een belangrijke verschuiving van steun aan het herstel van de tijdens de oorlog beschadigde infrastructuur naar steun aan sociale sectoren en aan de plattelandsbevolking, om de impact van de economische hervormingen in de richting van een markteconomie te verzachten.

België was het eerste land dat Vietnam schuldverlichting toekende, en ons land blijft een eersterangsrol spelen om geschillen te regelen tussen Vietnam, derde landen en internationale organisaties.

De samenwerking tussen België en Vietnam viert nu haar 30ste verjaardag. Voor die gelegenheid bracht DGOS een nieuw boek uit. Aan de hand van voorbeelden, trends, overzichten en foto’s gaat het boek dieper in op de successen, de problemen en de evoluties die de samenwerking onderging.

Op de website www.dgos.be kan u het boek downloaden. Voor alle inlichtingen en bestellingen van een gratis exemplaar kunt u terecht bij Jeroen François: jeroen.franç[email protected]

Didactisch dossier over de hulp aan het Zuiden

Planète SolidaireDe Belgische ontwikkelingssamen-werking ligt aan de basis van een nieuwe samenwerking tussen Liberty TV en de openbare omroep RTBF. De twee TV-netten hebben de kop-pen samengestoken om 'Planète Solidaire' te creëren met als doel het aanmoedigen van de internatio-nale solidariteit. Bij Liberty TV staat 'Terre Solidaire' op het menu en op RTBF krijgen we 'Planète en Question' te zien. Ook de prachtige documen-taires van 'Le Jardin Extraordinaire' en andere reeksen van het 'Niouzz' staan op het programma.

In de loop van 2009 zal Liberty TV meermaals de gerealiseerde co-pro-gramma’s uitzenden. Hierin wor-den gasten geïnterviewd en komt de actualiteit ruimschoots aan bod. Op de website www.planetesolidaire.be kunt u de geplande uitzendingen over ontwikkelingssamenwerking en duurzame milieuzorg ontdekken en fragmenten ervan bekijken. Over dit alles kunt u eveneens uw mening kwijt op de blog van 'Planète Nature' (www.planetenature.be).

De Belgische ontwikkelingssamenwerking heeft samen met Le Journal des Enfants (bijlage bij de krant Vers l’Avenir) een spe-ciaal dossier samengesteld over ontwikkelingssamenwerking. Het dossier 'Waarom helpt België de landen in het Zuiden?' werd bezorgd aan alle lagere scholen van België. De bedoeling is om jongeren te sensibiliseren over de situatie van landen in het Zuiden en over de noodzaak om deze landen te helpen.

Het is een didactisch en helder dossier dat de prioriteiten van België aankaart: de honger in de wereld, de klimaat-verandering en de rechten van het kind. U kunt het volle-dige dossier 'Waarom helpt België de landen in het Zuiden?' lezen en downloaden op www.dgos.be of bestellen via [email protected]

© B

TC /

CTB

De samenwerking tussen België en Vietnam viert nu haar 30ste verjaardag. Voor die gelegenheid bracht DGOS een nieuw boek uit. Aan de hand van

23 januari 2009 dimensie

Humanitaire acties van België in Gaza

De beelden in het nieuws in januari 2009 lieten er geen twijfel over bestaan: de humanitaire situatie in Gaza is fors verslechterd door de oorlog tus-sen Israël en Hamas. De Belgische regering heeft van meet af aan aangestuurd op een diplomatieke oplossing en pogingen ondernomen humanitaire acties op touw te zetten.

De FOD Buitenlandse Zaken heeft de evacu-atie van 6 zwaargewonde Palestijnse kinderen uit Gaza georganiseerd. Zij kwamen in het gezel-schap van een familielid op 14 januari aan in België. Vijf Brusselse klinieken ontfermden zich over de gewonde kinderen. Een ploeg van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft de kinderen geselecteerd in functie van medische criteria.

Naar aanleiding van de oproep van de huma-nitaire organisaties UNRWA (United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees) en OCHA (Offi ce for the Coordination of Humanitarian Affairs) heeft de minister van Ontwikkelingssamenwerking beslist om 500.000 euro vrij te maken voor voedselhulp als eerste antwoord op de humanitaire crisis in Gaza.

Gezelschapsspel over ontwikkelingssamenwerkingHoe komt een project tot stand? Wat heb je nodig en bij welke organisaties moet je daarvoor aankloppen? Kleur Bekennen en Annoncer la Couleur stellen een nieuw gezelschapsspel voor dat een antwoord biedt op deze vragen: 'Fifty-fi fty voor Langar?'.

Het spel speelt zich af in Langar, een denkbeeldig ontwikkelingsland. Langar kampt met grote sociaal-economische en politieke problemen. Vastbesloten om de situatie te verbeteren, werken de Langaren samen met verschillende partners. 'Fifty-fi fty voor Langar?' verwijst naar evidente begrippen zoals partnerschap en billijkheid, maar het vraagteken doet de spelers nadenken over die 'evidenties'. De realiteit is vaak complexer dan we denken. Heel wat omgevingsfactoren hebben een impact op de slaagkansen van een project. Einddoel van het spel is om zes projecten in verschillende sectoren tot een goed einde te brengen door te werken met de meest geschikte partners, mensen en middelen.

Kleur Bekennen en Annoncer la Couleur ontwikkelden het spel om jongeren vanaf de tweede graad ASO en TSO bewust te maken van de hedendaagse uitdagingen. Verschillende partners zoals ngo's, bilaterale-, multilaterale- en vierde-pijlerorganisaties komen aan bod.

'Fifty-fi fty voor Langar?' kan gratis worden uitgeleend bij de documenta-tiecentra van Kleur Bekennen en Annoncer la Couleur. Scholen, educatieve organisaties en jongerenwerkers kunnen het spel en de educatieve aan-pak zelf ontdekken tijdens de presentatie op 12 februari 2009 in Brussel. Inschrijven en meer informatie via www.kleurbekennen.be en www.annoncerlacouleur.be

Begin december publiceerde het Centrum voor Mondiale Ontwikkeling in Washington haar nieuwe Commitment to Development Index (CDI – Toewijding aan Ontwikkeling). De CDI geeft een gemiddelde score weer voor 21 geïndustriali-seerde hoge-inkomenslanden op basis van resultaten in zeven beleidsdomeinen: ontwikkelingshulp, handel, investeringen, migratie, milieu, veiligheid en technologie.

De algemene score van België blijft constant, met een 14de plaats één plaatsje hoger dan vorig jaar. Sinds 2003, het start-jaar van de CDI, en in vergelijking met 2007, valt dus een lichte verbetering van de Belgische algemene score op te tekenen. Nederland voert nog steeds de ranglijst aan, gevolgd door de Scandinavische landen. De Verenigde Staten zijn fors gezakt in vergelijking met 2007: van de 14de naar de 19de naar de plaats. Hekkensluiter is Zuid-Korea.

Net zoals vorig jaar bekleedt België qua ontwikkelingshulp de 7de plaats, dankzij weinig gebonden hulp, fi nancieringen van gemiddelde grootte, een relatief groot percentage hulp van zijn BNI, en een goede regeling voor de fi scale aangifte van giften. In milieubeleid behoort België ook in het bovenste derde deel van de rangschikking. Volgens de index scoort ons land in het onderste derde deel van de rangschikking in de categorieën handel, investeringen, migratie, veiligheid en technologie.

online

www.cgdev.org

commitment to Development Index 2008

© Kleur Bekennen

24 dimensie januari 2009

Vera

ntw

oo

rdelij

ke U

itgeve

r: D

irk

Ach

ten, Vo

orz

itte

r va

n h

et

dir

ect

ieco

mit

é, K

arm

elie

tenst

raat

15,

B-1

00

0 B

russ

el Het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in

Tervuren heeft opnieuw een intrigerende tentoon-stelling samengesteld: 'Omo. Herders en design'. De Omo-vallei in Ethiopië is een unieke paleontologi-sche vindplaats van onze voorouders. Er wordt vaak naar verwezen als 'de bakermat van de mensheid'. De vallei staat op de werelderfgoedlijst van Unesco. Vandaag wordt de Omo-vallei beschouwd als één van de meest afgelegen streken in Afrika.

De tentoonstelling biedt een originele kijk op de smeltkroes van 12 herdersvolkeren en hun relatie met het milieu. De aandacht gaat uit naar de esthe-tiek van eenvoudige gebruiksvoorwerpen, en naar de rol van deze voorwerpen binnen de maatschappij. Tevens wordt een blik geworpen op de recente uit-dagingen waarmee deze pastorale gemeenschappen worden geconfronteerd.

Met zijn meer dan 1.205 voorwerpen bezit het Afrikamuseum één van de belangrijkste collec-ties ter wereld over deze heldersvolkeren. Een deel ervan wordt nu voor het eerst getoond. 60 foto’s van lichaamsbeschilderingen en portretten van Hans Silvester vullen de tentoonstelling aan. Er werd ook een prachtige catalogus opgesteld met 230 foto’s. De tentoonstelling loopt van 7 november 2008 tot 31 augustus 2009.

online

www.africamuseum.be/omo

© H

ans

Silv

este

r

Tentoonstelling in Afrikamuseum over de Omo-vallei

© D

GO

S /

D. A

rdel

ean