Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van...

102
FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Academiejaar 2010 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index na initiële therapie. Verhoef Willem Promotor Prof. Dr. Hugo De Bruyn Masterproef voorgedragen in de Tweede Master in het kader van de opleiding tot TANDARTS

Transcript of Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van...

Page 1: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN

Academiejaar 2010 – 2011

Het effect van online versus mondelinge

“patiënteninformatie over mondhygiëne” op de

plaque-index na initiële therapie.

Verhoef Willem

Promotor Prof. Dr. Hugo De Bruyn

Masterproef voorgedragen in de Tweede Master in het kader van de opleiding tot

TANDARTS

Page 2: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index
Page 3: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

Academiejaar 2010 – 2011

Het effect van online versus mondelinge

“patiënteninformatie over mondhygiëne” op de

plaque-index na initiële therapie.

Verhoef Willem

Promotor Prof. Dr. Hugo De Bruyn

Masterproef voorgedragen in de Tweede Master in het kader van de opleiding tot

TANDARTS

Page 4: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

I

De auteur(s) en de promotor geven de toelating deze Masterproef voor consultatie

beschikbaar te stellen en delen ervan te kopiëren voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik

valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de

verplichting uitdrukkelijk de bron te vermelden bij het aanhalen van resultaten uit deze

Masterproef.

Datum

(handtekening student(en)) (handtekening promotor)

(Naam student) (Naam promotor)

Page 5: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

II

1 Voorwoord

Door een kennismaking met het Zweedse studentenonderwijs in de zomer van 2008 ervoer ik

als student de efficiëntie en het gemak van interactieve online-educatie. In Malmö werd er

namelijk al vroeg in de ontwikkeling van het internet onderzoek gedaan naar digitale

onderwijsvormen (1, 2). Dankzij deze ervaring kwam de vraag voort of de patiënten die

mondhygiëne-instructies nodig hebben ook baat zouden hebben bij online-informatie.

Binnen de tandheelkunde is er jammer genoeg nog nauwelijks onderzoek uitgevoerd naar

patiëntenvoorlichting via het internet (3). Daardoor is er een achterstand opgelopen in

vergelijking met andere medische disciplines, waar kwalitatief hoogwaardig onderzoek naar

online-patiëntencommunicatie is uitgevoerd (4). Op het moment dat ik deze thesis schrijf

wordt er zelfs overgegaan naar grootschalige implementatie. Dit wordt waarschijnlijk

versterkt door de nieuwe beleidslijn binnen de gezondheidszorg in de Verenigde Staten waar

President Barak Obama opteert voor een integratie ICT in de zorg en er een groot budget voor

beschikbaar stelt.

Dit is een logische ontwikkeling omdat IHCA‟s (interactieve gezondheidscommunicatie-

applicaties) een positief effect hebben op het gebied van: specifieke kennis en

gezondheidsgedrag (4-6). Daarbij komt dat vandaag de dag het percentage van de bevolking

dat online actief is groeit (7). Veel patiënten zijn online opzoek naar gezondheid gerelateerde

informatie (8). Het is dan ook niet verwonderlijk dat er in de tandheelkunde vraag is naar

onderzoek rond online-patiëntencommunicatie (9).

Bij een universiteit met het credo “Durf Denken” en een professor die daar gehoor aan geeft

was het voor mij gemakkelijk om als student mijn onderzoeksvraag als onderwerp voor mijn

masterthesis voor te dragen. Mijn dank gaat dan ook uit naar de excellente begeleiding die

prof. dr. Hugo De Bruyn mij gaf gedurende het project en zijn open manier van

communiceren. In het bijzonder wil ik mijn begeleider de heer Eric Thevissen bedanken voor

zijn bijdrage aan de RCT, de tijd die hij heeft uitgetrokken voor mijn begeleiding en de vele

nuttige adviezen die hij mij heeft gegeven. Verder gaat mijn dank uit naar dr. Jan Cosyn voor

zijn adviezen over de statistische benadering binnen de thesis.

Barak Obama January 20th 2009

“Everywhere we look there is work to be done ... We will restore science to its rightful place and wield

technology’s wonders to raise health care’s quality and lower its cost.’’

Page 6: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

III

2 Lexicon

Begrip en afkorting Uitleg en/of definitie

Compliance De mate waarmee de aan de patiënt aanbevolen handelingen worden

nagekomen.

Betrouwbaarheidsinterval

(CI)

Het betreft telkens een CI van 95% mits anders vermeld.

Flash Dit is een computerprogramma waarmee animaties, webvideo‟s en

webapplicaties gemaakt kunnen worden, deze zijn gebaseerd op de

computertaal “ActionScript”

Focusgroep Dit is een groep van betrokken personen die wordt samengesteld

voor kwalitatief onderzoek, ze worden ondervraagd over hun

percepties, opinies, ideeën en houding tegenover een bepaald

product of dienst.

Hyper Text Markup

Language (HTML)

Dit is een opmaaktaal voor de specificatie van documenten,

voornamelijk bedoeld voor het World Wide Web.

Informatie- en

communicatietechnologie

(ICT)

Dit is een vakgebied dat zich bezighoudt met informatiesystemen,

telecommunicatie en computers.

Interactive Health

Communication

Application (IHCA)

Een digitaal, meestal via het internet aangeboden, informatiepakket

voor patiënten dat gezondheid gerelateerde informatie combineert

met sociale ondersteuning, keuze ondersteuning en/of de

ondersteuning van gedragswijziging.

Odds-ratio (OR) De verhouding tussen twee wedverhoudingen

Tailoring Het samenstellen van informatie, al dan niet gecombineerd met

gedragsveranderingsstrategieën, bedoeld om specifiek met één

patiënt te communiceren, gebaseerd op eigenschappen die specifiek

zijn voor die persoon en die gerelateerd zijn aan het te behalen doel

en die door een individuele assessment zijn ontdekt.

Page 7: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

IV

Hypertext Preprocessor

(PHP)

Dit is een computertaal die bedoeld is om op webservers

dynamische webpagina‟s te creëren.

Secure Sockets Layer (SSL) Dit zijn encryptie-protocollen die communicatie op het internet

beveiligen.

Ubiquitous computing

(ubicomp)

Dit is een post-desktop model voor mens-computer interactie

waarbij de informatieverwerking geïntegreerd is met

alledaagse objecten en activiteiten.

personal digital assistant

(pda)

Dit is een klein draagbaar toestel dat computer-, telefonie-, fax- en

netwerkfuncties combineert.

Gerandomiseerd onderzoek

met controlegroep

“randomised controlled

trail” (RCT)

Dit is een type onderzoek waarbij de proefpersonen op voorhand

willekeurig over twee groepen worden verdeeld, waarna de

controlegroep wordt blootgesteld aan een experimentele

behandeling (interventie) en over een testperiode wordt vergeleken

met de controlegroep die niet word blootgesteld.

Eigen effectiviteit “self-

efficacy”

De mate waarin de patiënt zijns inziens in staat is het gepropageerde

gedrag uit te voeren.

standaard deviatie (SD)

Een begrip in de statistiek, het is een maat voor de spreiding van een

variabele of van een verdeling.

social-economische status

(SES)

Dit is de plaats op de maatschappelijke ladder vanuit sociaal en

economisch gezichtspunt (bepaald aan de hand van ondermeer

opleidingsniveau, beroep en/of inkomen).

Tag Dit is een (relevant) sleutelwoord of term geassocieerd met,

toegewezen aan of opgenomen in een digitaal bestand. Het vergroot

de vindbaarheid en navigeerbaarheid van elementen binnen een

website.

Page 8: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

V

3 Inhoudsopgave

1 Voorwoord....................................................................................................................................... II

2 Lexicon ............................................................................................................................................ III

4 Samenvatting ................................................................................................................................... 1

5 Inleiding ........................................................................................................................................... 3

5.1 Onderzoeksvraag IHCA ............................................................................................................ 4

5.2 De planmatige aanpak ............................................................................................................. 5

6 Materiaal en methode ..................................................................................................................... 7

6.1 Ontwikkeling van de IHCA ....................................................................................................... 7

6.1.1 Analyse van het probleem. .............................................................................................. 8

6.1.2 Analyse van het gedrag. .................................................................................................. 9

6.1.3 Analyse van determinanten van het gedrag. ................................................................ 10

6.1.4 Ontwikkeling van de IHCA ............................................................................................. 11

6.1.5 Psychologische modellen en theorieën van de IHCA .................................................... 15

6.1.6 Veiligheid en privacy...................................................................................................... 21

6.2 Supragingivale plaquecontrole: zelfzorgtechnieken en materiaal ........................................ 22

6.2.1 Tandenborsteltechniek .................................................................................................. 22

6.2.2 Interdentale reiniging .................................................................................................... 24

6.2.3 Tongreiniging ................................................................................................................. 25

6.3 De mondelinge mondhygiëne-instructies ............................................................................. 26

6.4 Protocol RCT naar de effecten van de IHCA .......................................................................... 27

6.4.1 Stappenplan ................................................................................................................... 30

6.4.2 Inclusie- en exclusiecriteria ........................................................................................... 31

6.4.3 Indices voor het meten van de mondhygiëne ............................................................... 32

6.4.4 Ontwikkeling, validatie en gebruik van schriftelijke en digitale vragenlijsten. ............. 34

6.5 Protocol enquête parodontologen ........................................................................................ 36

7 Resultaten...................................................................................................................................... 38

7.1 IHCA ....................................................................................................................................... 38

7.1.1 Validatie vragenlijst ....................................................................................................... 39

7.1.2 Kennis rond mondgezondheid ...................................................................................... 39

7.1.3 Plaque- en gingiva-index ............................................................................................... 41

7.2 Enquête parodontologen ...................................................................................................... 46

8 Discussie ........................................................................................................................................ 48

Page 9: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

VI

8.1 Conclusie uit de hypotheses van de RCT ............................................................................... 48

8.1.1 Kennis rond mondgezondheid ...................................................................................... 48

8.1.2 Plaque- en gingiva-index ............................................................................................... 49

8.2 Discussie (IHCA) ..................................................................................................................... 50

8.2.1 Ontwikkeling en inhoud ................................................................................................ 50

8.2.2 De RCT ........................................................................................................................... 51

8.3 Enquête parodontologen ...................................................................................................... 53

9 Referenties .................................................................................................................................... 56

10 Bijlagen ...................................................................................................................................... 62

Page 10: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

1

4 Samenvatting

Inleiding:

Gezien het succes van IHCA‟s buiten de tandheelkunde (4) zou de toepassing van een IHCA

voor het aanbieden van mondhygiëne-instructies mogelijk een toegevoegde waarde kunnen

bieden aan de patiëntencommunicatie binnen de parodontologie. Ze verbeteren immers de

kennis, klinische resultaten, het gedrag op lange termijn en zeer waarschijnlijk de eigen-

effectiviteit.

Materiaal en methode:

Om de effecten van een IHCA te kunnen testen werd er eerst één ontwikkeld. We kozen voor

een interactieve website, die zo werd samengesteld dat ze de mondhygiëne-instructie, die bij

initiële parodontale therapie gegeven wordt, volledig zou kunnen vervangen. Een eerste versie

werd door een expert in de parodontologie overlopen en opmerkingen werden gecorrigeerd.

Het effect van de IHCA werd vergeleken met de mondelinge mondhygiëne-instructie in een

gerandomiseerd controle onderzoek. Veranderingen in de plaque- en gingiva-index (volgens

Silness en Löe), werden over één maand gemeten en de kennistoename en zelfgerapporteerde

frequentie van mondhygiënehandelingen werden getoetst met een meerkeuzevragenlijsten

voor en na het verstrekken van de mondhygiëne-instructies.

Resultaten:

Voor de start van het onderzoek was er geen meetbaar statistisch significant verschil tussen de

test- en controlegroep voor leeftijd, geslacht, gemiddelde van de plaque-index, gemiddelde

van de gingiva-index en de gerapporteerde frequentie voor het gebruik van interdentale

reinigingsmiddelen, tandenborstel en aan mondgezondheid gerelateerde kennis. Eén maand na

het verstrekken van de mondhygiëne-instructies is er een significant verschil waarneembaar

op de volgende punten: de gemiddelde plaque-index op de proximale vlakken is bij de

testgroep sterker afgenomen dan bij de controlegroep, de reductie van het aantal sites met een

plaquescore ≥ 2 bevestigt dit. Op de buccale vlakken is de reductie van de gemiddelde plaque-

index bij de controlegroep groter, de reductie van het aantal sites met een plaquescore ≥ 2

bevestigt dit niet. Op het totaal en op de linguale sites is geen verschil waarneembaar.

Page 11: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

2

De aan mondgezondheid gerelateerde kennis is bij de testgroep sterker toegenomen dan bij de

controlegroep. Op de andere parameters was er geen statistisch significant verschil

waarneembaar.

Discussie en conclusie:

Stijging van de aan mondgezondheid gerelateerde kennis toont aan dat het verstrekken van

mondhygiëne-instructies via een IHCA mogelijk een geschikte methode is om kennis rond

mondhygiëne en mondgezondheid over te brengen bij patiënten die initiële parodontale

therapie krijgen. De sterkere daling van de plaque-index proximaal geeft aan dat de patiënten

uit de testgroep er beter in slaagden om met behulp van de aangeleerde technieken de

proximale plaque te reduceren dan de controlegroep en bijgevolg deze technieken ook beter

toepasten. Naast een significant verschil in de plaque-index zagen we voor de gingiva-index

geen verschil. Dit kan verklaard worden door het positieve effect dat de SRP op de

gezondheid van de gingiva had en de korte tijd na de SRP voor herevaluatie. Een langere

testperiode is nodig om na te gaan of dit daadwerkelijk een permanenter effect heeft.

Gegevens uit deze studie zijn op een kleine steekproef gebaseerd en de periode waarover het

onderzoek liep was beperkt. Of op lange termijn het mondhygiënegedrag gewijzigd zal

blijven is de vraag. Het was niet mogelijk om te bepalen of het verschil kwam door het type

interventie of de tijd die de patiënt besteedt aan het volgen van de mondhygiëne-instructies.

Er werd geen rekening gehouden met een eventueel verschil in SES of mate van parodontale

aantasting tussen de groepen. Er zijn elementen op de site die de eigen-effectiviteit zouden

kunnen verhogen maar dat werd niet gemeten. Dit samen met het ontbreken van de

mogelijkheid voor het blind afnemen van de metingen bij de patiënten maakt dat we

voorzichtig moeten omgaan met de resultaten van de studie. De ontwikkelde IHCA kan als

aanvulling op de bestaande mondelinge mondhygiëne-instructies gebruikt worden. Verdere

doorontwikkeling van de IHCA en grootschaliger onderzoek alvorens deze als vervanger van

de mondelinge mondhygiëne-instructies te implementeren is aangeraden.

Page 12: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

3

5 Inleiding

Parodontitis is een chronische inflammatoire aandoening die na cariës de belangrijkste reden

is van verlies van gebitselementen in de volwassen populatie (10). Uit epidemiologisch

onderzoek blijkt gelukkig dat de parodontale gezondheid in Europa verbetert (11). Dit

betekent echter niet dat de prevalentie en ernst van parodontale aandoeningen zullen afnemen.

Door technologische verbeteringen binnen de tandheelkunde behouden de patiënten

tegenwoordig steeds langer hun tanden, waardoor de prevalentie en ernst van het parodontale

aanhechtingsverlies gaat toenemen (12). Ook de toegenomen levensverwachting zorgt ervoor

dat we een grotere prevalentie van ernstig parodontaal verval kunnen verwachten (13).

Daarom zullen we in de praktijk steeds vaker geconfronteerd worden met parodontitis in

verscheidene stadia van ontwikkeling en zullen we dit adequaat moeten behandelen. De

behandeling van parodontitis is een tweeluik met enerzijds de parodontale therapie en

anderzijds het onderhouden van een goede mondhygiëne door de patiënt zelf. Het uitvoeren

van een goede mondhygiëne is van groot belang voor het verkrijgen en behouden van een

goede parodontale conditie na parodontale therapie (14-16).

Het spreekt voor zich dat naast het helen van ziekte de preventie ervan een primaire taak is

voor de zorgverlener. Een van de belangrijkste pijlers in de primaire en secundaire preventie

van gingivitis en parodontitis is een efficiënte zelfzorg van de patiënt (17). Over het algemeen

was de zelfzorg van patiënten die parodontitis ontwikkelden ontoereikend. Om de zelfzorg te

verbeteren is er een belangrijke rol weggelegd voor patiënteneducatie (18).

Klassiek gebeurt dit mondeling maar recent biedt er zich een nieuw medium aan namelijk het

internet. Het afgelopen decennium is het gebruik ervan drastisch toegenomen. In 2009

bedroeg in het Vlaamse gewest het aantal gezinnen met een internetaansluiting 73%, in

Nederland bedroeg dit toen al 90% (19). Bij het gebruik ervan blijkt gezondheidgerelateerde

informatie een frequent zoekonderwerp te zijn bij 80% van de surfers (8). Daarvan is maar

liefst 33% op zoek naar tandheelkundige informatie (3). We hebben dus te maken met een

sterk en gegroeid medium met een groot bereik. Daarom stelt zich de vraag welke waarde dit

medium heeft voor patiënteneducatie binnen de parodontologie. In verschillende medische

disciplines is er reeds aangetoond dat “IHCA‟s” een positief effect hebben op het gebied van:

specifieke kennis, klinische resultaten, het gezondheidsgedrag op lange termijn en zeer

waarschijnlijk de eigen-effectiviteit (4-6). De beschreven effecten zouden een positieve

Page 13: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

4

bijdrage kunnen leveren aan de verandering van het mondgezondheidsgedrag. Binnen de

parodontologie is er nog geen onderzoek gedaan naar de effecten van een IHCA. Er is echter

wel vraag naar de ontwikkeling en onderzoek van interventies via het internet binnen de

tandheelkunde (9). Daarom lijkt de ontwikkeling van een IHCA en onderzoek naar zijn

effecten gerechtvaardigd.

5.1 Onderzoeksvraag IHCA

De hoofdvraag voor deze masterthesis was vastgesteld als:

Wat is het effect van “patiënteninformatie over mondhygiëne via een IHCA” versus de

“mondelinge patiënteninformatie” gegeven door de tandarts aan de stoel als onderdeel

van de initiële parodontale therapie?

Als deelvragen werden gedefinieerd:

Welk effect heeft “patiënteninformatie over mondhygiëne via een IHCA” versus de

“mondelinge patiënteninformatie” gegeven door de tandarts aan de stoel tijdens

initiële parodontale therapie op de plaque- en gingiva-index gemeten na één maand?

Welk effect heeft “patiënteninformatie over mondhygiëne via een IHCA” versus de

“mondelinge patiënteninformatie” gegeven door de tandarts aan de stoel op de kennis

over mondgezondheid van patiënten tijdens initiële parodontale therapie gemeten na

het verstrekken van de informatie?

Aan de hand van de twee deelvragen stelden we de volgende hypotheses op:

H1: “Patiënteninformatie over mondhygiëne via een IHCA” geeft een groter reductie

van de plaque-index volgens Silness & Löe (1964) (20) dan “mondelinge

patiënteninformatie” gemeten na één maand.

H1: “Patiënteninformatie over mondhygiëne via een IHCA” geeft een groter reductie

van de gingiva-index volgens Löe & Silness (1963) (21) dan “mondelinge

patiënteninformatie” gemeten na één maand.

H1: “Patiënteninformatie over mondhygiëne via een IHCA” geeft een groter toename

van de kennis over mondgezondheid dan “mondelinge patiënteninformatie” na het

verstrekken van de informatie.

Page 14: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

5

Bijkomend werd een inventarisatie gemaakt van de informatie die patiënten van het web halen

en hoe dat de arts-patiëntrelatie en de communicatie beïnvloedt.

5.2 De planmatige aanpak

Om deze vragen te kunnen beantwoorden werd een IHCA gemaakt die gericht was op de

noden van de patiënten in de parodontologie. Vervolgens werd RCT rond deze interventie

gestart.

Dit vormt een interdisciplinair project waarbij expertise rond verschillenden disciplines nodig

was (22). Zo is kennis van tandheelkunde, ICT en psychologie nodig. De combinatie van deze

disciplines maken het een complex project en zijn waarschijnlijk de reden waarom er binnen

de parodontologie nog geen onderzoek naar het opzetten en toepassen van een IHCA is

gedaan. In het kader van een masterthesis is het een uitdaging om aan een dergelijk

interdisciplinair project te starten. Omwille van de complexiteit en haalbaarheid en relevantie

binnen het beperkte kader van een masterthesis worden enkel de meest essentiële zaken van

ICT en psychologie besproken.

Bij de ontwikkelen van een IHCA kan men niet in één stap het eindresultaat nodig voor

grootschalig implementatie bereiken. We hebben immers met een complexe interventie te

maken en zullen dus rekening moeten houden met een proces van continue verbetering. Om

uiteindelijke tot grootschalige implementatie te komen worden er dus ruim omschreven drie

fases doorlopen (23):

1. In de eerste fase wordt er na een studie van de noden van de patiënten op het gebied

van mondgezondheid een ruwe versie van de IHCA gemaakt. Deze is zoveel mogelijk

gebaseerd op de behoeften van de doelgroep en wordt door experts geëvalueerd en

bijgestuurd. Op basis van deze evaluatie wordt de inhoud aangepast en eventuele

softwarefouten gecorrigeerd alvorens over te gaan naar de tweede fase.

2. In de tweede fase vindt er een beoordeling van het effect van de IHCA plaats waarbij

geselecteerde parameters als kennis, plaque en gingivitis worden getoetst in een RCT.

3. Een derde fase omvat het evalueren van systemen na grootschalige implementatie om

variaties te beoordelen in de deelnemers, gerapporteerde fouten, technische

problemen, tevredenheid van de zorgverstrekker en langere termijneffecten op de

proces of uitkomstindicatoren.

Page 15: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

6

Bij elk van de drie fases wordt er aan

kwaliteitsverbetering gedaan door het doorlopen

van de Deming-cyclus (Plan Do Study Act) (24).

In de subparagraaf “Ontwikkeling van de IHCA”.

bij “materiaal en methode” gaan we verder in op

het gebruik van modellen.

Het spreekt voor zich dat het in het kader van een

masterthesis niet mogelijk is om vanuit de situatie waarin we ons nu bevinden tot

grootschalige implementatie over te gaan. De doelstelling moet realistisch zijn. Er is dan ook

voor gekozen om voor de masterthesis de IHCA te ontwikkelen en een exploratief onderzoek

uit te voeren. Uit de bevindingen van deze masterthesis kan zo mogelijk verdere

kwaliteitsverbetering volgen met het oog op toekomstige grootschaliger tests (25).

Naast het opzetten en onderzoeken van de effecten van een IHCA zijn we ook benieuwd naar

de aard van de informatie die patiënten van het internet halen en bespreken met hun

parodontoloog en hoe dit vaak dan wel voorkomt in de praktijkvoering van een

parodontoloog.

Het inspelen op de noden van de patiënten is belangrijk omdat dit volgens het RIM

“Readiness for Implementation Model ”een belangrijke predictor vormt voor een succesvolle

implementatie van een IHCA (26). Door te weten welke informatie patiënten het meest met

hun parodontoloog bespreken kunnen we daar in de toekomst extra de aandacht op vestigen

en zo de grootschalige implementatie succesvoller maken.

Ten derde willen we achterhalen welk percentage van de parodontologen online informatie

beschikbaar stellen. En of deze sites ook patiënteninformatie over mondhygiëne bevatten.

En tot slot willen we achterhalen hoe parodontologen staan tegenover informatie die patiënten

van het internet halen.

Om deze vragen te kunnen beantwoorden is er besloten om een enquête uit te voeren bij de

Vlaamse parodontologen aangesloten bij de Belgische Vereniging voor Parodontologie.

Figuur 1. Deming-cyclus

Page 16: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

7

6 Materiaal en methode

6.1 Ontwikkeling van de IHCA

Om op een efficiënte en planmatige wijze een IHCA te ontwikkelen en te testen zullen we ons

baseren op modellen. Volgens het model voor Planmatige gezondheidsvoorlichting en

gedragsverandering (27), dat zelf sterk is geïnspireerd op het Precede-Proceed model (28),

zullen er 3 stappen gezet moeten worden voordat de IHCA ontwikkeld kan worden. Deze zijn

analyse van het probleem (slechte parodontale conditie), analyse van het gedrag (gebrekkige

mondhygiëne) en analyse van gedragsdeterminanten.

Na deze korte analyse zullen we een goed beeld hebben van het probleem en de oorzaken. Nu

kunnen we als 4e stap de interventie ontwikkelen gericht op de oorzaken. Een 5

e stap vormt de

implementatie van de IHCA voor deze thesis via een kleinschalig exploratief onderzoek.

Daarna kan men overgaan naar een fase van grootschalige implementatie “de disseminatie”.

Bij elke stap die we zetten vindt er een evaluatie plaats. Vooral bij de laatste twee stappen is

het doorlopen van de Deming-cyclus (24) van groot belang.

De stappen van het model voor Planmatige gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering

kunnen als volgt schematisch weergegeven:

Analyse van probleem

Analyse van gedrag

Gedragsdeterminanten

Interventie ontwikkeling

Implementatie en disseminatie

Evaluatie

Figuur 2. Model voor planmatige gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering

Page 17: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

8

6.1.1 Analyse van het probleem.

De parodontale gezondheid is een belangrijk aspect van de mondgezondheid. Parodontitis kan

wanneer het niet wordt gestopt, leiden tot het verlies van tanden die anders als gezond zijn aan

te merken (29). Ongeveer 40–45% van de volwassen bevolking heeft matige parodontitis en

5-10% zelfs ernstige parodontitis (30).

Deze situatie zal in de toekomst waarschijnlijk niet verbeteren omdat men tegenwoordig

langer betand blijft. Omdat tanden langer behouden kunnen blijven kan chronische

parodontitis mogelijks een steeds grotere invloed gaan hebben op de mondgezondheid (12,

31). In combinatie met de toegenomen levensverwachting zorgt dit ervoor dat we een grotere

prevalentie van ernstig parodontaal verval kunnen verwachten (13).

Niet alleen wordt de mondgezondheid door parodontitis bedreigd, ook de algemene

gezondheid loopt gevaar. Zo kan een parodontale infectie de regulatie van de glucocespiegel

verstoren bij patiënten met diabetes (32), dit kan leiden tot infectieuze endocarditis (33) en

veroorzaakt mogelijk een lager geboortegewicht en premature geboorte (34). Met in acht

name van deze negatieve effecten lijkt het wenselijk de progressie van parodontitis in te

dijken.

Dit is goed mogelijk door het verwijderen van tandplaque en haar retentieve factoren zoals

tandsteen zowel supra- als sub-gingivaal. Dit vormt de basis van de initiële parodontale

therapie. Na deze therapie dient de patiënt echter zelf voor een goede mondhygiëne in te

staan. Wanneer dit niet gebeurt zal er een herkolonisatie optreden van de pathogene bacteriën

die bij de initiële therapie werden verwijderd (35). Men zal dan terugvallen in een situatie van

ontsteking en mogelijke progressie van bot- en aanhechtingsverlies. Om dit te voorkomen

dient de patiënt zelf op regelmatige basis de plaquefilm te verstoren. Daarom krijgt de patiënt

mondhygiëne- instructies en wordt er van de patiënt verwacht dat hij de aangeleerde

handelingen thuis uitvoert.

Page 18: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

9

6.1.2 Analyse van het gedrag.

Het gedrag van patiënten kan een invloed hebben op de risicofactoren voor parodontitis.

Daarom overlopen we ze en kijken we met welk deze zijn geassocieerd. De risicofactoren

zijn:

Niet modificeerbaar: zoals leeftijd, geslacht, etniciteit en genpolymorfisme. We

bespreken ze verder niet. Hier kan geen gedrag mee geassocieerd worden en zijn dus

niet interessant in het kader van deze thesis.

Modificeerbaar: van deze bespreken we enkel degenen waarover consensus is bereikt

zoals: pathogene factoren in de tandplaque, roken, en slecht gereguleerde diabetes

(36).

Pathogene factoren in tandplaque:

Het was halverwege de twintigste eeuw dat de relatie tussen dentale bio-films en de initiatie

en progressie van gingivale inflammatie gelegd werd (37). Het is tegenwoordig algemeen

geaccepteerd dat parodontitis het gevolg is van een langdurige inflammatie van de gingiva

door plaque-accumulatie met pathogene bacteriën. Specifieke bacteriën die sinds 1996 door

de “World Workshop in Periodontics” geassocieerd worden met parodontitis zijn: P.

Gingivalis, A. Actinomycetemcomitans en T. Forsythia. De aanwezigheid en vooral de

hoeveelheid van deze species die het zogenaamde rode complex vormen wordt geassocieerd

met een verhoogde odds-ratio voor parodontaal aanhechtingsverlies OR=4,0 ( CI 95% 2,5-

6,6)(38). Door onvoldoende verstoring/verwijdering van de tandplaque door

mondhygiënehandelingen kunnen deze pathogene bacteriën de plaque weer gaan

koloniseren(35). Dit is dan ook een belangrijke gedragsoorzaak van het

gezondheidsprobleem. De oplossing van dit probleem is de regelmatige verwijdering van de

tandplaque. Zelfzorg van de patiënt speelt hierin een belangrijke rol. De compliance voor het

gebruik van de aanbevolen mondhygiëne-hulpmiddelen is echter laag (39).

Een tweede belangrijke gedragsfactor die we onderscheiden is het roken van tabak. De meeste

epidemiologische studies tonen aan dat rokers meer plaque hebben dan niet rokers. De plaque

is echter niet anders wat samenstelling betreft (40). De pathogenen in de plaque hebben echter

wel een schadelijker effect door een veranderde immuunrespons bij rokers. Lichte rokers

hebben een 3.2 (95% CI: 2.33-4.54) maal hoger risico op aanhechtingsverlies dan niet-rokers

en bij zware rokers is dit zelfs 7.28 (95% CI: 5.09-10.31)maal hoger (41). Een rookstop is de

Page 19: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

10

aangeraden oplossing. Bij de ontwikkeling van de website is besloten om geen rookstop

online aan te bieden. Omwille van de complexiteit van een dergelijke extra interventie.

Een derde gedragsfactor die we kunnen onderscheiden is een slechte regulatie van de

bloedglucosespiegel bij diabetici. Slechte glucoseregulatie wordt geassocieerd met een

verhoogde gingivale inflammatie (42). Diabetes geeft een odds-ratio van 2.32 (95% CI:1.17-

4.60) voor klinisch aanhechtingsverlies (43). Een betere regulatie van de glucosespiegel zal

mogelijk de gingivale inflammatie doen verlagen (44). Voor diabetici is de regulatie van hun

glucosespiegel dus van belang. Ze zullen hun gedrag moeten aanpassen om een goede

regulatie te verkrijgen. Voor adviezen hierover kunnen patiënten naar de huisarts worden

doorgestuurd.

6.1.3 Analyse van determinanten van het gedrag.

Een lage sociaal-economische status (SES) heeft invloed op de toegankelijkheid van zorg en

informatie en resulteert in een vermindering van de kennis en attitude rond

mondhygiënehandelingen. Een lage SES wordt dan ook geassocieerd met een verhoogde

prevalentie van parodontitis (45). Vlaams onderzoek bevestigt dat de SES een grote invloed

heeft op het mondgezondheidsgedrag (46). Sociale ondersteuning door vrienden en familie is

een belangrijke factor om aan verbetering van het gezondheidsgedrag te werken. De culturele

achtergrond speelt hierbij ook een rol (41). Stress is manifest voor de parodontale gezondheid

doordat er minder aandacht aan mondhygiëne wordt besteed en er ook meer wordt gerookt

(47).

Wanneer kennis rond parodontitis, mondgezondheid en mondhygiëne werd getoetst blijkt dat

kennis rond parodontitis en de perceptie van risico‟s laag is (48). Een pre-conditie voor het

verbeteren van gezondheid-gerelateerd gedrag is het hebben van voldoende kennis van het

gewenste gedrag en de reden waarom het zou moeten worden verbeterd (49, 50). Onderzoek

bevestigt dit, kennis van parodontale ziekten blijkt namelijk een goede predictor voor het

hebben van een goede mondgezondheid (51). We zullen dus aandacht besteden aan verhoging

van mondgezondheid-gerelateerde kennis.

De SES en culturele achtergrond zijn factoren die we moeilijk kunnen veranderen. We

kunnen er bij de ontwikkeling van de IHCA echter wel rekening mee houden.

Page 20: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

11

Uit onderzoek binnen de parodontologie blijkt dat juist interventies die onderbouwd zijn met

psychologische modellen en theorieën rond gedragswijziging op lange termijn mondhygiëne-

gerelateerd gedrag verbeteren (39). Gebruik maken van modellen en theorieën zou dus het

gedrag op lange termijn kunnen veranderen en compliance met de aangeleerde technieken

verbeteren. Voor de ontwikkeling van de interventie zal er dan ook aandacht aan modellen en

theorieën besteed moeten worden. Toepassing ervan bij de ontwikkeling van de IHCA wordt

verder aangehaald bij de paragraaf “psychologische modellen en theorieën van de IHCA”.

6.1.4 Ontwikkeling van de IHCA

Binnen deze stap zijn de software en de inhoud van de IHCA ontwikkeld en geëvalueerd.

Voor de ontwikkeling van software zijn speciale lifecycle modellen.

Het model dat wij voor de softwareontwikkeling gebruiken is het model van de International

Standardisation Organisation beschreven in ISO 9241-210:2010 “standard for human-

centered design processes for interactive systems” (52).

Schematisch weergegeven omvat het de volgende stappen:

Systeem haalt de

doelstellingen

Identificeer de noodzaak voor

een ontwerp dat door

mensen wordt gebruikt

Specificeer en begrijp het

bedoelde gebruik

Specificeer de doelstellingen

van de gebruiker en de

organisatie

Produceer de software

Evalueer de software

tegen de doelstellingen

Figuur 3. ISO 9241-210:2010 “standard for human-centered design processes for interactive

systems” (36).

Page 21: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

12

Identificeer de noodzaak voor een ontwerp dat door mensen wordt gebruikt.

Er is een noodzaak voor de ontwikkeling van een IHCA die voorziet in de

patiënteninformatie bij initiële parodontale therapie. Er zijn aanwijzingen dat deze vorm

van communicatie voordelen biedt boven de mondelinge vorm van communicatie (38-40).

Specificeer en begrijp het bedoelde gebruik.

Het softwaresysteem is bedoeld als patiënteninformatiesysteem bij initiële parodontale

therapie.Via de website wordt de mondhygiëne-instructie besproken. Deze maakt normaal

deel uit van de instructie die aan de stoel wordt gegeven.

Specificeer de doelstellingen van de gebruiker en de organisatie.

Doelstelling van de software is het overbrengen van de mondhygiëne-instructies op de

patiënt. Door gebruik te maken van psychologische modellen en theorieën wordt een

kennisverhoging en gedragswijziging op het gebied van mondgezondheid gerealiseerd.

Naast deze doelstellingen zal de website aan de HON code moeten voldoen (53).

o Aandachtspunten bij de ontwikkeling zijn:

Navigeerbaarheid: Binnen de website mogen er geen doodlopende paden zijn.

Een patiënt moet op elk moment terug kunnen navigeren naar een andere pagina.

De navigatiebalk leidt niet af, neemt niet teveel ruimte in en geeft aan welke

pagina‟s er al bezocht zijn.

Het systeem voor tailoring moet foutloos in de architectuur van de website

geïntegreerd zijn.

Presentatie van de boodschap. Deze krijgt goed de ruimte op de pagina en er is

geen storende reclame of andere elementen die kunnen afleiden en ze staat in

een duidelijk letterformaat, kleur en type.

Elementen zijn van een tag voorzien zodat de site voor personen met een visuele

beperking toegankelijk is.

De architectuur van de website maakt gebruik van multimediale bronnen en deze

zijn geïntegreerd in de pagina‟s.

Het taalgebruik is toegankelijk voor de doelgroep.

Psychologische modellen en theorieën zijn correct geïntegreerd in de media.

De inhoud van de site kan met verschillende browsers worden geopend en met

producten zoals pda‟s.

Respons van de server is snel genoeg zodat de pagina‟s snel en vloeiend openen.

Page 22: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

13

Veiligheid: Het systeem is niet gevoelig voor hackers en voor de patiënt blijft de

privacy gegarandeerd.

o Doelstellingen in het kader van tandheelkundige voorlichting:

Op korte termijn:

- De patiënt vertoont compliance met de frequentie en methode van de

aanbevolen mondhygiënetechnieken.

- De patiënt weet waarom hij deze handelingen dient uit te voeren en kent de

voordelen van een goede mondhygiëne en de risico‟s van een slechte.

- De patiënt leert de technieken, wil deze toepassen en past ze ook toe.

Op lange termijn:

- De patiënt blijft plaquevrij en heeft een gezonde gingiva.

- Er is geen verdere toename van aanhechtingsverlies.

- De patiënt blijft de aangeleerde technieken toepassen en integreert ze in zijn

eigen levensstijl

Produceer de software. Voor de productie kunnen we twee zaken van elkaar scheiden:

Namelijk de inhoud van de website en de technische aspecten.

o Technische aspecten: De website is gebaseerd op html met CSS technologie en maakt

daarnaast gebruik van flash-elementen om multimediale informatie op een soepele manier

te presenteren. Op zich zijn html en actionscript (de taal waar op de flash toepassingen zijn

gebaseerd) vrij eenvoudige talen. Ze vormen voor iemand zonder onderbouw in de ICT een

uitdaging om er een goed lopende website mee te maken. Na veel volhouden en zeer veel

goedgevulde avonden en vrije dagen is er uiteindelijk een goedlopende website ontstaan.

o Voor de opbouw van de inhoud is er gebruik gemaakt van psychologische modellen en

theorieën. Hoe deze zijn toegepast wordt verder besproken in de paragraaf “psychologische

modellen en theorieën” ook de tailoring (het aanpassen van berichten) wordt verderop

besproken. Evenals de wetenschappelijke onderbouwing van de op de site aanbevolen

mondhygiënehandelingen en materialen.

In totaal bevat de website 14 pagina‟s waarvan er 6 specifieke mondhygiëne-instructies

bevatten en één de etiologie van de ziekte op een toegankelijke manier uitlegt.

Deze 7 pagina‟s hebben telkens de zelfde lay-out. Er is bewust gekozen om de pagina‟s

met instructies telkens van een video of animatie te voorzien. Mondhygiëne-instructies via

Page 23: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

14

video geven in vergelijking met geschreven instructies namelijk een grotere plaque-

reductie (54). De pagina‟s zijn voorzien van afbeeldingen die de essentiële stappen en

bewegingen van de mondhygiënehandelingen uitbeelden omdat dit het begrijpelijk maakt

(55). Omdat mensen met een verlaagde SES meer parodontale problemen hebben zullen

we deze frequent als patiënt tegenkomen en instructies moeten geven. Een verlaagde SES

gaat echter ook samen met een verlaagd opleidingsniveau. Video en animatie verhogen het

begrijpen voor deze personen (56).

Daarom is er voor een ontwerp gekozen waarin de patiënt de vrijekeuze heeft welke tekst

hij leest. De pagina‟s bevatten namelijk telkens een languit geschreven tekst die voor

minder geschoolden minder toegankelijk is. Zij kunnen de beknopte tekst lezen die rijk

geïllustreerd is.

Navigatie door de inhoud van een website is een belangrijk item. Omwille van tailoring

van de pagina‟s worden de patiënten op de startpagina aanbevolen om de links van het

individuele traject te volgen. Voor patiënten die terugkeren is er links op de pagina een

navigatiebalk voorzien die naar alle pagina‟s van de site kan linken. In totaal werd er voor

de ontwikkeling van de video‟s ruim 8 uur aan videomateriaal vastgelegd. Na editing van

het materiaal bleef er voor 20 minuten aan video- en animatie-materiaal voor de website

over. Al het video materiaal is na montage ingesproken dit om de boodschap goed over te

brengen. Het video materiaal kan op de website bekeken worden op het webadres

www.parodontoloog.info. De pagina‟s van de website en het stroomdiagram van de

website staan in bijlage nummer 1.

Evalueren van de software aan de doelstellingen. Aan deze stap werd invulling

gegeven door de voorlopige versie van de website met een expert in de

patiëntencommunicatie binnen de parodontologie door te nemen. In deze stap haalde het

systeem niet de beoogde doelstellingen. We waren bang dat de gebruikers de

mondhygiëne-instructies niet goed zouden kunnen opnemen omdat het taalgebruik niet

toegankelijk genoeg was.

Na deze stap werden de berichten in de software opnieuw aangepast. We hebben dus een

tweede keer de cyclus doorlopen waarbij de tekst op de pagina‟s werd vereenvoudigd.

Page 24: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

15

Systeem haalt intern de doelstellingen. Nu kunnen we het systeem evalueren in een piloot

studie waarvoor er een RCT werd op gezet. Zie: “Protocol RCT naar de effecten van de

IHCA”

6.1.5 Psychologische modellen en theorieën van de IHCA

Omdat we naast het aanleren van mondhygiëne-technieken ook willen dat ze worden

toegepast en dat de compliance voor mondhygiënehandelingen vergroot zal een wijziging van

het gedrag van de patiënten van belang zijn. We zullen in de parodontologie bewezen

technieken voor gedragswijziging proberen te integreren in de informatie op de website.

Daarbij wordt er ook aandacht besteed aan het gebruik van deze theorieën in een online-

omgeving. Een computer kan immers enkel berekeningen uitvoeren en nooit een interpretatie

maken of een beslissing namen zoals een mens dit zou doen.

We stellen eerst de vraag: Welke psychologische theorieën en modellen er zijn onderzocht bij

patiënten met parodontale aandoeningen?

De toepassing van sociaal cognitieve modellen voor gedragsmodificatie staat in de

parodontologie nog in zijn kinderschoenen. Er zijn maar weinig betrouwbare studies

beschikbaar. Zo werden er in een Cochrane review slechts vier studies opgenomen (57).

Hierbij hadden alle testgroepen een grotere reductie in de plaquescore dan de controle. Het

baseren van een interventie op modellen en theorieën lijkt dus zinvol.

Wanneer de criteria minder streng zijn is er meer informatie voor handen. Renz & Newton

concludeerden in 2009 in een review van 15 studies (58) dat de belangrijke doelstellingen

voor het verbeteren van de motivatie voor mondhygiënehandelingen het verhogen is van de

eigen-effectiviteit (self-efficacy) en het overbrengen van voordelen van een goede

mondhygiëne. Bij de ontwikkeling van de IHCA werd hiermee rekening gehouden.

Daarnaast werd bij het samenstellen van de inhoud en volgorde van de verschillende pagina‟s

van de website rekening gehouden met de stadia die mensen doorlopen bij een wijziging van

het gedrag. Deze stadia worden door het transtheoretisch model van Prochaska & DiClemente

1983 (59) beschreven.

Page 25: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

16

We overlopen de verschillende stadia en bespreken hoe we per onderdeel van de website

inspelen op de verschillende stadia. Door gebruik te maken van cognitieve- en gedragsmatige-

processen pogen we de overgang naar het volgende stadium te begunstigen.

1e Stadium: Precontemplatie Patiënten in dit stadium zijn niet van plan om het

mondgezondheidsgedrag aan te passen in de nabije toekomst en zijn mogelijk niet op de

hoogte van de nood om te veranderen. Het is typisch voor precontemplatoren dat ze de

voordelen van een goede mondhygiëne onderschatten en de nadelen overschatten. Om van uit

dit stadium over te gaan naar het volgende maken we gebruik van het volgende cognitieve

proces.

Bewustwording (consciousness raising): Dit wordt gerealiseerd door op de eerste pagina

informatie te geven over de oorzaak en gevolgen van parodontitis. De positieve effecten van

een goed mondgezondheidsgedrag worden toegelicht. In onderzoek naar de toepassing van

het “health belief model” binnen de parodontologie blijkt namelijk dat vooral de perceptie van

voordelen van een goede mondhygiëne gecorreleerd zijn met een verbeterde compliance (60).

Er wordt uiteraard ook aandacht besteed aan de gevolgen van een slechte mondhygiëne. Op

deze pagina wordt gebruik gemaakt van tekst en afbeeldingen over de oorzaak en het gevolg

van gingivitis en parodontitis en dat de patiënt het voortschrijden van de ziekte kan stoppen.

Aan het einde van de pagina staat een animatie die hier verder op in gaat en op de

contemplatie voortbouwt. De sub-technieken van het bewustwordingsproces zijn:

verontrusting (dramatic relief) en herwaardering van de omgeving (environmental re-

evaluation).

2e stadium: Contemplatie

In dit stadium overdenken patiënten de nood om mondhygiënehandelingen uit te voeren. Er

is de overweging om ze uit te voeren maar niet op korte termijn Ze zijn nu bewuster van de

positieve aspecten van goede mondhygiënehandelingen. De nadelen zijn ongeveer gelijk met

de voordelen. Deze ambivalentie kan leiden tot het blijven uitstellen van de actie. Om vanuit

dit stadium over te gaan naar preparatie maken we gebruik van herwaardering van zichzelf

(self-reevaluation): Dit houdt in dat er bij patiënten het besef moet ontstaan dat het hebben

van een goede mondhygiëne onderdeel is van de eigen identiteit. We spelen hierop in door

licht te werpen op de voordelen van het behoud van de eigen tanden en over het verdwijnen

van sociale beperkingen die patiënten kunnen ervaren door halitose of zichtbaar bloedend

Page 26: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

17

tandvlees. We maken duidelijk welke impact het huidige gedrag heeft en hoe het leven beter

zou zijn met een goede mondhygiëne.

3e Stadium: Preparatie

De patiënt heeft de keuze gemaakt om op korte termijn het beoogde gedrag te realiseren. En

zet kleine stappen waarvan hij/zij denkt dat ze helpen het bij het uitvoeren van het gewenste

gedrag. Patiënten die in deze fase zitten kunnen starten met het doorlopen van de pagina‟s met

de mondhygiëne-instructies. We proberen in kleine stappen de technieken duidelijk te maken

en uitleg te geven over het materiaal dat de patiënten kunnen gebruiken. In de video‟s met de

instructies wordt er gebruik gemaakt van demonstraties op modellen en op echte personen.

Dit is minder abstract voor de patiënten en kan dienen als een rolmodel. Op deze manier

willen wij zelfbevrijding (self-liberation) van de patiënt bewerkstelligen zodat de patiënt voor

zichzelf belooft de handelingen uit te voeren. Sociale contracten spelen hierbij ook een rol en

we gaan ervan uit dat de patiënt al een sociaal contract heeft. De patiënt weet immers dat de

parodontoloog verwacht dat de patiënt de moeite neemt om naar de website te gaan om tegen

het volgende bezoek een verbeterde mondhygiëne te hebben.

4e stadium: actie

Patiënten die deze fase hebben bereikt vertonen het gewenste mondhygiënegedrag. Ze zullen

er aan moeten blijven werken om het gedrag te blijven vertonen en terugval tegen te gaan. De

volgende zaken kunnen daarbij helpen:

Tegengestelde conditionering (counter-conditioning): Het vervangen van ongezond gedrag

door een gezond alternatief.

Ondersteunende relaties (helping relationships): Hieronder verstaan we sociale steun om de

doelstellingen te blijven nastreven. Patiënten kunnen op de website ondersteuning krijgen

door op het forum hun problemen met lotgenoten te bespreken. Het forum wordt beheerd en

er wordt door de beheerder zoveel mogelijk gemotiveerd om vast te houden aan de

doelstellingen. Patiënten die in de onderhoudsfase zitten kunnen eventueel ook een rol spelen

in deze sociale ondersteuning. Zo ontstaat er een online community. Waarin nieuwe

gebruikers vragen stellen en de ervaren gebruikers antwoorden geven (61).

Page 27: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

18

5e stadium onderhoud

Patiënten in dit stadium hebben voor meer dan 6 maanden hun gedrag gewijzigd. Het gedrag

is dan een gewoonte geworden. Dit valt in het onderzoek buiten de meetinterval. Maar voor

deze patiënten is het wel belangrijk dat ze bewust blijven dat ze het mondhygiënegedrag

blijven handhaven en niet terugvallen naar oude gewoontes. Om deze reden is regelmatige

recall belangrijk. De website voorziet voor deze groep de mogelijkheid tot sociale

ondersteuning via het forum.

Eigen effectiviteit (Self-efficacy)

Dit is het concept dat verwijst naar de mate waarin de patiënt zijns inziens in staat is het

gepropageerde gedrag uit te voeren “dat lukt mij wel”. Het vormt de kern van de social

learning theory van Bandura (62). Het vergroten van de eigen effectiviteit is gunstig voor het

bewerkstelligen van een gedragsverandering (63). Ook in de parodontologie zijn de effecten

bewezen: een interventie gebaseerd op de social learning theory geeft 4 maanden na de

interventie een significant betere mondhygiëne voor de testgroep dan voor de controlegroep

(64). Tandheelkundige eigen-effectiviteit heeft een doorslaggevende rol in bij het vertonen

van mondgezondheidsgedrag (65).

Bij de patiënten die gebruikmaken van de IHCA trachten we een toename van de eigen

effectiviteit te bewerkstelligen door in de video‟s op de website van rolmodellen gebruik te

maken. Anders dan enkel gebruik te maken van animaties en demonstraties op modellen

zitten er in de video‟s ook stukjes waar een persoon de handelingen uitvoert. De gedachte is

dat wanneer patiënten zien dat de handelingen met succes door een ander worden uitgevoerd

hun eigen effectiviteit verhoogt. Voor de ontwikkeling van de video‟s werden geen patiënten

gebruikt maar de handelingen werden door mij zelf uitgevoerd.

De ervaring van beheersing (mastery experience): Het hebben van succes laat de eigen

effectiviteit stijgen. Een faling daarentegen laat deze dalen. Ook hiervan maken we gebruik in

de video‟s. Het voor het eerst en correct uitvoeren van bepaalde mondhygiënehandelingen is

heel moeilijk. Om te zorgen dat niet direct de eigen effectiviteit daalt, doordat men de indruk

krijg dat het te moeilijk is, wordt er aan het einde van iedere video verteld dat “het eerste

begin moeilijk is, maar dat als men bezig is men goed bezig is want al doende leert men”.

Page 28: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

19

Daarnaast maken we gebruik van de mogelijkheden die het internet ons kan bieden. Een

belangrijk aspect daarbij is de mogelijkheid om de boodschap via de website aan te passen op

de doelgroep en zo een doelgroepsegmentatie te bewerkstelligen.

Dit proces van “tailoring” wordt bij onze IHCA gebruikt en verder op nader toegelicht.

6.1.5.1 Algemene aspecten bij tailoring binnen de IHCA

Binnen de gezondheidspromotie wordt er veel aandacht besteed aan het veranderen van

attitudes, gedrag en empowerment. Door gebruik te maken van klassieke media zoals kranten,

radio, tv, en folders kunnen we grote groepen patiënten bereiken maar deze zullen relatief

weinig gedragsverandering vertonen. Persoonlijke communicatie kan wel attitude en

gedragsverandering motiveren. Deze aanpak heeft als nadeel dat het moeilijk al dan niet

onmogelijk is om een groot publiek te bereiken en dat het bijzonder kostelijk is. Massamedia

kunnen “awareness” (aandacht voor een bepaald onderwerp) vergroten maar persoonlijke

communicatie blijft dus noodzakelijk voor gedragsverandering (66).

Door recente ontwikkelingen in de communicatietechnologie kunnen we de beste

eigenschappen van de twee vormen van communicatie met elkaar combineren. Namelijk door

middel van web 2.0 en een proces dat men tailoring noemt. We kunnen het als volgt

definiëren: Een combinatie van informatie, al dan niet gecombineerd met

gedragsveranderingsstrategieën, bedoeld om specifiek met één patiënt te communiceren,

gebaseerd op eigenschappen die specifiek zijn voor die persoon en die gerelateerd zijn aan het

te behalen doel en die door een individuele assessment zijn ontdekt (67). Deze definitie laat

duidelijk de twee voordelen van tailoring zien, namelijk: 1. De boodschappencollectie die in

het systeem zit is bedoeld voor een bepaalde persoon en niet voor een hele groep; 2.

boodschappen of strategieën zijn gebaseerd op individuele factoren die gerelateerd zijn aan de

doelstellingen.

Alhoewel de voordelen van tailoring duidelijk zijn is tailoring toch niet in iedere situatie

aangewezen. Wanneer een populatie zeer uniform is, bijvoorbeeld door bepaalde criteria die

de populatie vormen zal het verschil tussen de individuele berichten minimaal zijn en is

tailoring niet de moeite waard (67).

Page 29: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

20

Waarom werkt communicatie met tailoring beter? Het Elaboration Likelihood Model van

Petty en Cacioppo (1981) biedt hier inzicht. Zij stellen twee routes voor, voor attitude en

gedragsverandering, een centrale route en een perifere. De centrale staat in voor een

cognitieve component waarbij er na veel overdenken attitude wordt gevormd en herzien. Dit

vraagt een zekere inspanning van de patiënt en zal veel eerder door de patiënt gedaan worden

wanneer de informatie persoonlijk relevant is. Berichten die via de centrale route worden

verwerkt zullen een grotere impact hebben op de attitude en gedragsverandering (68). Een

positieve attitude zal het gedrag positief beïnvloeden (69). Recent onderzoek wijst dan ook

uit dat tailoring de aandacht van de patiënt voor patiënteninformatie vergroot (70). Eveneens

geeft ze een positievere attitude ten opzichte van de interventie (71-73). Dit wordt verklaard

doordat door tailoring overtollige informatie wordt geëlimineerd. Tevens wordt de

geselecteerde informatie persoonlijker en meer relevant. Als de ontvanger informatie ontvangt

die persoonlijk relevant is zal die hier meer aandacht aan besteden en wanneer er aandacht aan

informatie wordt besteed zal deze informatie eerder effect hebben.

6.1.5.2 Project gerelateerde tailoring

Vele problemen binnen de gezondheidszorg zijn interdisciplinair. Hun oplossing vraagt

kennis over verschillende disciplines. Bij tailoring zijn dit onder meer tandheelkunde,

psychologie en informatie computer technologie (ICT). Omdat het uitwerken van een

tailoring systeem vanuit één discipline gezien al een complexe zaak is, is het combineren van

verschillende disciplines zonder gebruik te maken van een model gedoemd om te mislukken.

Een slecht werkende interventie zonder de juiste samenwerking van de patiënt kan de therapie

doen falen. Daarom maken we bij het uitwerken van het tailoring systeem van onze

interventie gebruik van de “five-step approach” volgens Kreuter et al. (74).

Stap 1 Probleem en haar determinanten in kaart brengen.

Stap 2 Het ontwikkelen van een meetinstrument om een persoon zijn status

rond de determinanten te bepalen.

Stap 3 Het creëren van op maat gemaakte patiëntinformatiefragmenten.

Stap 4 Het ontwikkelen van software die antwoorden van patiënten koppelt

aan specifieke patiëntinformatiefragmenten

Stap 5 Het maken van de uiteindelijke patiëntencommunicatie.

Page 30: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

21

Stap 1 Iedere patiënt heeft behoefte aan een ander type interdentaal

reinigingshulpmiddel. Alle informatie aan de patiënt geven zou ze overbelasten met

informatie die ze toch niet nodig hebben.

Stap 2 Deze wordt uitgevoerd door besluitvorming van de parodontoloog die test

welke interdentale reinigingsmiddelen het meest geschikt zijn voor de patiënt. Dit gebeurt

door deze te passen in de interdentale ruimtes. Dit is een specifieke stap die de patiënt

nooit zelf kan uitvoeren. Dit wordt vervolgens op het mondhygiënepaspoort vastgelegd.

Stap 3 Deze stap bestaat uit het uitschrijven van alle mondhygiëne-instructies Dit

werd voor ieder interdentaal reinigingshulpmiddel apart gedaan. Eveneens werden de

methodieken voor elektrisch en manueel poetsen apart opgesteld.

Stap 4 We gebruiken “html code” om telkens een vraag te stellen die naar het

mondhygiënepaspoort refereert. Door deze vragen te beantwoorden komt de patiënt op de

voor hem bedoelde pagina‟s.

Stap 5 Het uiteindelijke resultaat van de website is te zien in bijlage nummer 1. In

deze bijlage staat ook het stroomdiagram van het tailoring proces.

6.1.6 Veiligheid en privacy

Elementen van de website waarbij er privacy gevoelige informatie werd uitgewisseld met de

server zijn gecodeerd. Dit gebeurde onder andere bij de online geplaatste vragenlijst die van

ssl 128bit encryptie is voorzien om de privacy van de patiënten te garanderen.

Om veiligheidsredenen werd het forum dat zich op de website bevond gesloten voor openbaar

publiek. Dit omdat het forum, na een aantal weken actief te zijn, door spambot‟s werd gehackt

om reclame op plaatsten voor vage pseudomedicamenten te maken. Iets waar wij ons van

willen distantiëren. Vandaar dat het forum niet meer openbaar toegankelijk is.

Page 31: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

22

6.2 Supragingivale plaquecontrole: zelfzorgtechnieken en materiaal

Om de accumulatie en maturatie van supragingivale plaque onder controle te houden dienen

de patiënten naast de juiste motivatie ook te beschikken over kennis van het juiste materiaal

en de technieken. In het volgende onderdeel wordt ingegaan op de keuze van de materialen en

technieken die via de website worden aangeboden. Er is zoveel mogelijk geprobeerd om deze

informatie overeen te laten komen met de technieken die gebruikelijk in de kliniek worden

gehanteerd.

6.2.1 Tandenborsteltechniek

6.2.1.1 Manueel of elektrisch

Een eerste belangrijke overweging die we moeten maken voor het geven van mondhygiëne-

instructies is of de patiënt elektrisch dan wel manueel gaat poetsen. Via de site proberen we

de patiënten te overtuigen om met een elektrische oscilerende-roterende borstel te gaan

poetsen. We baseren ons daarbij op de volgende bevindingen uit een Cochrane Review

waarbij manuele tandenborstels met elektrische worden vergeleken. Ze worden niet als

superieure instrumenten beschouwd maar geven wel een grotere reductie van plaque en

gingivitis dan manuele binnen een bepaalde tijdseenheid (75). Wanneer er gekeken wordt naar

schadelijke effecten op de harde en zachte delen zijn manuele tandenborstels even veilig als

elektrische (76).

6.2.1.2 Manueel

Methode:

We kiezen voor de sulculaire poetstechniek volgens Bass (1948) (77) Deze techniek

kan als volgt omschreven worden: met de borstelharen onder een hoek van 45° met de

tand-as langs de sulcus gepositioneerd worden er kleine heen en weer gaande

bewegingen gemaakt. Voor de linguale vlakken in het anterieure gebied wordt de

borstel horizontaal gehouden en worden er kleine schrobbewegingen gemaakt. Met

deze methode bewegen de haren van de borstel in en uit de sulcus. De focus ligt dus

op het cervicale gedeelte van de tand. Er zou tot 1mm subgingivaal plaque verwijderd

kunnen worden met deze methode (78). Horizontale bewegingen met veel kracht

zouden cervicaal abrasie en gingivale recessie veroorzaken. Om deze reden is er

gekozen om de methode aan te passen en aan te bevelen om kleine rotaties te maken.

Zo voorkomen we dat horizontale bewegingen die aanvankelijk klein zijn na verloop

van tijd weer groter worden.

Page 32: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

23

Efficiëntie van de plaqueverwijdering:

Over het algemeen is deze laag wanneer personen een minuut met hun eigen methode

poetsen. Er is in totaal maar 39% van de plaque verwijderd, vestibulair 69% en

linguaal 21% (79).

Frequentie en duur:

Men zal dus langer en vaker moeten poetsen. De gemiddelde populatie poetst met een

manuele tandenborstel tussen de 30 á 60 seconden (80). De hoeveelheid verwijderde

tandplaque is positief gecorreleerd aan de tijd die men aan het poetsen besteedt (81).

Een optimum voor plaqueverwijdering wordt bereikt wanneer er twee minuten wordt

gepoetst (80). Bij de instucties op de website wordt dit wat overdreven omdat onze

patiënten frequent locaties hebben waar meer aandacht aan moet worden besteed

onder andere op de mesiale en distale vlakken van extractiediastemen. We zetten

hoger in omdat de patiënt meestal denkt meer tijd kwijt te zijn aan het poetsen dan

werkelijk het geval is (82). Om de twee dagen de tandplaque verwijderen zou genoeg

zijn om gingivitis tegen te gaan (83), maar uit klinisch oogpunt wordt er aangeraden

om minstens tweemaal daags de plaque te verwijderen.

Borsteldesign:

We gaan uit van de punten die door de European Workshop on Mechanical Plaque

Control zijn opgesteld (84) en halen daaruit dat de borstel haren zacht moeten zijn

men een ronde top. Deze punten vinden we belangrijk omdat harde haren eventueel

onnodig veel schade zouden kunnen aanrichten.

6.2.1.3 Elektrisch

Methode:

Een elektrische borstel heeft een ander ontwerp dan een manuele borstel en vraagt dus

een andere poestmethode. De adviezen voor de frequentie en duur van het poetsen

blijven wel hetzelfde. We raden aan om de borstelkop onder een hoek van 70° met de

tand-as langs de sulcus te positioneren en per tand de borstelkop in 2 seconden er

langs te laten glijden. Er worden geen poetsbewegingen gemaakt. In het onderfront

worden er twee tanden tegelijk gepoetst. Net als voor de manuele tandenborstel wordt

er aangeraden om een hoeveelheid fluoride houdende tandpasta ter grote van een erwt

te gebruiken. Te veel tandpasta zou resulteren in verlies van zicht op de tanden door te

veel schuimvorming.

Page 33: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

24

6.2.2 Interdentale reiniging

Omdat interdentale reiniging moeilijk is, wordt het door maar 10% van de bevolking op

dagelijkse basis uitgevoerd (85, 86). Verdere studies tonen aan dat maar 2-10% van de

bevolking regelmatig flost (87, 88). Plaqueverwijdering zal minstens om de dag moeten

plaatsvinden om het ontstaan van gingivitis tegen te gaan (83). Het gebruik van enkel een

tandenborstel volstaat niet want de interdentale sites worden nooit volledig bereikt er zijn dus

andere bijkomende hulpmiddelen nodig (89).

- dentaal floss:

We raden floss enkel aan bij patiënten met intacte interdentale papillen.

De instructie is als volgt: Een methode die het gebruik van flossdraad een stuk eenvoudiger

maakt is de lustechniek. Knoop beide uiteinden van een stukje floss aan elkaar zodat er een

lus ontstaat die wat kleiner is dan een CD. Het gebruiksgemak hangt sterk af van de grootte

van de lus. De juiste grootte wisselt van persoon tot persoon. Probeer verschillende maten en

ontdek welke omtrek voor u het beste werkt. Hou de lus met beide handen beet en pak een

stukje draad tussen duim(en) en wijsvinger(s). Hiermee flost u tussen de tanden. Het

inbrengen. Breng de draad met een schuivende beweging tussen de tanden. Schuif de

flossdraad langs een van de tanden zo diep mogelijk onder het tandvlees. Kom met een

zagende beweging omhoog maar trek de draad niet tussen de tanden vandaan. Herhaal dit aan

het aangrenzende tandvlak van de buurtand. Trek daarna de draad tussen de tanden vandaan.

Verschuif de lus zodat u weer een schoon stukje van de draad heeft voor de volgende plek. Op

die manier voorkomt u het verplaatsen van bacteriën van de ene naar de andere plek.

- tandenstokers:

Kunnen nuttig zijn bij patiënten die enkel een lichte recessie van de interdentale papillen

hebben ondergaan. De instructie is als volgt: Een goede tandenstoker is van hout omdat nat

hout soepel is en meegeeft met de rondingen van de tanden. Ze zijn driehoekig van vorm

omdat de ruimte tussen de tanden ook driehoekig is. Gebruik geen ronde tandenstokers of

kaasprikkers. Maak voor gebruik de stoker vochtig met speeksel. De stoker wordt dan

soepeler en zal minder snel breken. Houdt de tandenstoker tussen duim en wijsvinger en steun

met de rest van de vingers af op de kin. Dit vergroot de controle op uw bewegingen en

verkleint de kans op kwetsuren. Wanneer u bij het inbrengen van de stoker tussen de tanden

vastloopt of in het tandvlees prikt, helpt het om de stoker omlaag of omhoog te kantelen. U

Page 34: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

25

zult zien dat de stoker dan beter past. Maak een in- en uitgaande beweging met de stoker, 5

maal tegen de linker zijde en 5 maal tegen de rechter zijde. Zo volgt u de rondingen van de

tanden. Er wordt in een kruisvormig patroon gewerkt. Dit geeft een maximale verwijdering

van de tandplaque. Er mag behoorlijk wat kracht op de stoker worden uitgeoefend. Wanneer u

start met stokeren kan het tandvlees bloeden wat een teken is dat het tandvlees ontstoken is.

Wanneer u blijft stokeren zal het tandvlees binnen twee weken genezen en niet meer bloeden.

- ragers:

Deze worden aanbevolen voor grotere interdentale ruimten. De instructie is als volgt: Houdt

de rager tussen duim en wijsvinger vast en steun met de rest van de vingers af op de kin. Dit

vergroot de controle op uw bewegingen en verkleint de kans op kwetsuren. Wanneer u bij het

inbrengen van de rager tussen de tanden vastloopt of in het tandvlees prikt, helpt het om de

rager omlaag of omhoog te kantelen. U zult zien dat de rager dan beter past. Maak een in- en

uitgaande beweging met de rager, 5 maal tegen de linker zijde en 5 maal tegen de rechter

zijde. Zo volgt u de rondingen van de tanden. Er wordt in een kruisvormig patroon gewerkt.

Dit geeft een maximale verwijdering van de tandplaque.

- We raden aan om één maal daags interdentaal te reinigen. De duur hangt af van de tijd die

de patiënt nodig heeft om alle plekken af te lopen en we stellen dus geen bepaalde tijd voor.

6.2.3 Tongreiniging

De tong kan een reservoir vormen voor bacteriën die zich over andere delen van de mond

kunnen verspreiden. Reiniging van de tong maakt deel uit van de “full-mouth desinfection”

aanpak met als doel het voorkomen van mogelijke reservoirs van pathogene bacteriën (90).

Deze bacteriën kunnen zwavelverbindingen produceren en halitose veroorzaken. Over het

algemeen vormt het verspreiden van een slechte geur een sociale beperking. Veel patiënten

willen dit dan ook voorkomen. De meeste gevallen van halitose zijn afkomstig van een grote

opstapeling van bacteriën op de tongrug. Deze kunnen gemakkelijk verwijderd worden en

daarmee ook de halitose. Tongreiniging kan met een tandenborstel worden uitgevoerd maar

schrapers blijken effectiever te zijn (91). Dus raden we het gebruik hiervan aan en instrueren

we het nut en het gebruik ervan op de website met behulp van tekst en afbeeldingen.

Page 35: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

26

6.3 De mondelinge mondhygiëne-instructies

Voor de mondelinge mondhygiëne-instructies maken we geen gebruik van een model voor

gedragsverandering. Integratie van dergelijke modellen bij de mondelinge mondhygiëne-

instructies geeft weliswaar een voordeel. Namelijk een verhoging van de door de patiënt

gerapporteerde poets- en flossfrequentie en stijging van de eigen effectiviteit (47). Maar er is

nog maar weinig onderzoek naar uitgevoerd (47) en de betrokken onderzoekers zijn niet

geschoold om aan de hand van een gedragsmodificatiemodel op gestandaardiseerde wijze met

de patiënt rond mondhygiëne te communiceren.

De instructies bestaan uit de volgende drie onderwerpen:

1. Plaque verwijdering.

2. Plaque verwijdering interdentaal.

3. Reiniging van de tongrug

De technieken die aan de patiënten worden aangeleerd zijn deze uit de paragraaf

“Supragingivale plaquecontrole zelfzorg technieken en materiaal”. Bij de instructies wordt

telkens uitleg gegeven over de nood van medewerking van de patiënt bij de

plaqueverwijdering. Technieken worden in de mond van de patiënt gedemonstreerd terwijl de

patiënt in de spiegel mee volgt. Vervolgens mag de patiënt de handelingen nadoen voor de

spiegel en wordt er waar nodig door de arts bijgestuurd.

Page 36: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

27

6.4 Protocol RCT naar de effecten van de IHCA

Voordat er met de inclusie van patiënten gestart werd, berekenden we de benodigde

steekproefgrootte voor een power (1-β) van 0,8 en een significantieniveau α van 0,05. We

baseren ons op een „two-sided‟ test en maken gebruik van de in de literatuur gevonden

waarden van de gemiddelde en standaard deviatie van de plaque-index volgens Sillnes en Loë

bij een vergelijkbare patiëntenpopulatie (92). Hieruit blijkt dat we 20 patiënten in de studie

zullen moeten opnemen en over de groepen zullen moeten verdelen.

De studie werd goedgekeurd door het ethisch comité van het UZGent en kreeg het Belgisch

registratie nummer B67020097242 en Europees registratie nummer EC UZG 2009/559

Voor patiënten die een afspraak hebben voor initiële parodontale therapie wordt gekeken of ze

aan de in- en exclusie criteria van het onderzoek voldoen.

Deze zijn:

Patiënten krijgen voor het eerst initiële parodontale therapie,

zijn 18 jaar of ouder,

hebben 20 of meer gebitselementen,

er wordt geen uitneembare prothetiek gedragen,

spreken Nederlands,

hebben toegang tot internet,

roken niet,

hebben geen diabetes mellitus,

zijn niet immunologisch gecompromiteerd,

zijn niet zwanger,

gebruiken geen anti-epileptica

en gebruikten geen systemische antibiotica in de afgelopen drie maanden.

De in- en exclusiecriteria worden verder uiteengezet in de paragraaf “In- en exclusiecriteria”.

Patiënten die voldoen worden uitgenodigd om aan het onderzoek deel te nemen. De patiënt

krijgt mondeling en schriftelijk informatie omtrent de aard van het onderzoek en kan

schriftelijk akkoord gaan door het informed consent door te nemen en te tekenen.

Page 37: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

28

Vervolgens wordt de patiënt at random toegewezen aan de test- of controlegroep. Dit gebeurt

door een op serie genummerde envelop te openen. De randomlijst kwam tot stand door

gebruik te maken van de random functie van het programma Excel 2010 uit het software

pakket MS Office professional 2010.

De beide groepen die ontstaan krijgen voor de behandeling:

een schriftelijke meerkeuzenvragenlijst die kennis van de nodige handelingen voor

orale hygiëne toetst.

er wordt een plaque- en gingiva-index volgens Silness en Loë op 6 vlakken van de

Ramfjord elementen opgesteld.

Op deze wijze wordt de beginsituatie vastgelegd. De vragenlijsten en plaque- en gingiva-

index worden nader besproken in respectievelijk de paragrafen “Indices voor het meten van

de mondhygiëne” en “Ontwikkeling, validatie en gebruik van schriftelijke- en digitale-

vragenlijsten”

De testgroep krijgt bij de initiële therapie niet de mondelinge mondhygiëne-instructies aan de

stoel, maar krijgt deze aangeboden via de ontwikkelde IHCA die op de website

www.parodontoloog.info staat.

De middelen die de patiënt voor de mondhygiënehandelingen dient te gebruiken worden

gedurende de behandeling geëvalueerd en in het dossier en in het “mondhygiënepaspoort”

genoteerd. Er worden geen instructies over het gebruik ervan aan de stoel gegeven. Het

invullen en aan de patiënt meegeven zal maximaal 2 minuten in beslag nemen. De patiënten

worden vervolgens verzocht om na de eerste subgingivale therapie (in gesloten veld) de

speciaal ontworpen website omtrent patiënt-informatie te bezoeken en daar de aangeboden

informatie door te nemen. Daarvoor krijgen de patiënten een uitnodiging mee namelijk het

ingevulde “mondhygiënepaspoort”. Hierop staat het adres van

de site en de middelen voor de mondhygiëne die aan de

patiënt worden aanbevolen. De voornaamste functie ervan is

als geheugensteuntje voor de patiënt, de site koppelt er

eveneens naar terug voor de tailoring van de pagina‟s.

Figuur 4. Mondhygiënepaspoort.

Page 38: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

29

Wanneer de patiënten vragen hebben kunnen ze deze kwijt bij het forum dat gemodereerd

wordt door een practicus of ze kunnen een mail sturen. Na het doornemen van de informatie

kunnen ze de tweede vragenlijst invullen. Zij krijgen geen mondhygiëne-instructies aan de

stoel. Dit omdat we er van uitgaan dat de patiënt de nodige kennis en motivatie opdoet via de

website. Om ethische redenen zullen de standaard mondelinge instructies aan de patiënt

verstrekt worden na het afsluiten van de onderzoeksperiode.

De controlegroep krijgt bij initiële therapie de mondhygiëne-instructies mondeling aan de

stoel en krijgt nadien een vragenlijst mee die de opgedane kennis toetst. Deze mag thuis

ingevuld worden en bij een volgend bezoek worden afgegeven. Bij deze instructies worden de

handelingen kort voor gedaan terwijl de patiënt in de spiegel mee volgt. Vervolgens wordt er

aan de patiënt gevraagd om de handelingen voor de spiegel te herhalen. Deze worden

eventueel bijgestuurd. De instructies zullen maximaal 5 minuten in beslag nemen. Bij een

tweede zittijd (indien van toepassing) wordt de patiënt eventueel bijgestuurd. Dit is de

methode die op dit moment standaard in de kliniek wordt toegepast.

Bij beide groepen worden er na initiële parodontale therapie een plaque en gingiva-index

volgens Silness en Loë op 6 vlakken van de Ramfjord elementen opgesteld. We bestuderen

vervolgens de verschillen in verworven kennis tussen beide groepen en de efficiëntie van de

mondhygiëne.

Page 39: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

30

6.4.1 Stappenplan

Te verduidelijking en als geheugensteuntje van de schriftelijke instructies voor de

onderzoekers werd er een stroomdiagram van het protocol opgesteld. De gekleurde vlakken

verwijzen naar de kleurcodering die op de formulieren in de envelop werd toegepast.

Controleer In- en exclusiecriteria

Plak klever op paro-fiche.

START bij eerste onderzoek

Informed consent & akkoord tandvleesonderzoek

1e vragenlijst + S&L indices

Einde zittijd 1e SRP 5 min.

Mondhygiëne-instructie

Met behulp van een spiegel in

de mond van de patiënt voor

doen, de patiënt laten herhalen.

1e SRP

CONTROLEGROEP

1e SRP

TESTGROEP

Einde zittijd 1e SRP 2 min.

Selecteer middel interdent. reiniging

Vul mondhygiënepaspoort in.

Max. 2 middelen interdentaal.

Motiveer om website te bezoeken, geef

geen instructies aan de stoel maar verwijs

door naar website.

Einde zittijd 2e SRP.

Stuur de patiënt bij indien nodig.

Einde zittijd 2e SRP.

Vraag naar site bezoek.

Na 1 maand PiGi

Na 1 maand PiGi.

2e vragenlijst terug vragen

+ S&L indices.

S&L indices.

Geef mondelinge

Mondhygiëne-instructies.

Stap 2 blauwe documenten

Stap 3 groene documenten

Stap 1 gele documenten

Legenda:

Reguliere stappen

Page 40: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

31

6.4.2 Inclusie- en exclusiecriteria

In dit deel bespreken we de in het protocol opgesomde in- en exclusiecriteria en de reden voor

de keuze van elk afzonderlijk. We hebben bepaalde criteria vastgelegd zodat we de voor het

onderzoek in aanmerking komende populatie kunnen filteren uit het totale patiëntenaanbod en

we mogelijke belemmerende (confounding) factoren filteren zodat de kans op een selectie-

bias tot een minimum beperkt blijft.

Patiënten die voor het eerst initiële parodontale therapie krijgen. Wanneer patiënten in

een eerder stadium parodontale therapie zouden hebben gekregen hebben ze volgens

het protocol mondhygiëne-instructie gehad. Dit kan de metingen beïnvloeden doordat

de patiënten de reeds aangebrachte technieken al in toepassing kunnen brengen. Of

erger, door na een eerdere initiële parodontale therapie een gebrekkige motivatie voor

een goede mondhygiëne hebben. En daardoor terug vallen in een parodontaal

aangetaste toestand (relaps). Voor deze patiënten moeten we afwijken van het

standaardprotocol en speciaal aangepaste motivatietechnieken gebruiken. Omdat deze

technieken niet binnen de studiegroepen worden toegepast zou het in de studie

betrekken van deze patiënten onethisch zijn.

18 jaar of ouder zijn dit omwille van ethische en juridische redenen en om niet in het

pediatrisch werkterrein te komen waar een ander verloop van parodontitis kan

voorkomen en waar naar leeftijdsgroep andere instructies dienen te worden gegeven.

20 of meer gebitselementen hebben; zo zijn er voldoende elementen om te kunnen

scoren en voldoende contactpunten.

Geen uitneembare prothetiek wordt gedragen. Dit zou een verhoogde accumulatie en

meer gingivitis geven ter hoogte van elementen waar de prothese aanligt (93).

Om praktische redenen wordt de internetapplicatie enkel aangeboden in het

Nederlands. Anderstaligen kunnen dus niet in het onderzoek worden betrokken.

Toegang tot internet. Er wordt van de patiënten verwacht dat ze thuis toegang met

internet kunnen maken. Reeds 73% (7) van de huishoudens heeft dit al en er bestaat

een stijgende trend.

Rookt niet. Via de IHCA wordt nog geen rookstop aangeboden. Wanneer de patiënt

rookt is het aanbieden van een rookstop een essentieel onderdeel van de mondhygiëne-

instructies. Roken is immers een factor die parodontitis in de hand werkt (94).

Patiënten die roken kunnen dus nog niet worden doorverwezen naar de IHCA.

Geen diabetes mellitus. Een slechte regulatie van de glucosespiegel geeft een

abnormale immuunrespons en daardoor een verhoogde ernst van parodontitis en

Page 41: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

32

gingivitis (95, 96). De glucosespiegel kan over de interval van het onderzoek

verbeteren of verslechteren en de metingen beïnvloeden.

Geen immuun-suppressieve patiënten. Zoals bij een patiënt met HIV. Deze patiënten

vertonen een ander verloop van de infectie met eventueel ontwikkeling van lineair

gingivaal erytheem, necrotiserende ulceratieve gingivitis en parodontitis (97).

Geen zwangere patiënten. Zwangerschap verergert bestaande gingivitis en verandert

de vascularisatie van de gingiva. Er treedt gemakkelijker bloeding op (98). Dit

beïnvloedt de scores op de gingiva index volgens Silness en Loë.

Geen recent gebruik van anti-epileptica, cyclosporine en of nifedipine.

Geen gebruik van systemische antibiotica in de afgelopen 3 maanden.

6.4.3 Indices voor het meten van de mondhygiëne

Om de efficiëntie van de door de patiënt uitgevoerde mondhygiënehandelingen te evalueren

kijken we naar de aanwezigheid en ernst van de plaque-accumulatie en de gingivale

inflammatie. Om deze parameters in kaart te brengen kunnen we gebruik maken van

verschillende indices. We willen met een systeem werken om de verschillende sites van de

dentitie in kaart te brengen. Een score als de Eastman Interdental Bleeding Index (99) valt dus

af omdat de nadruk enkel ligt op het interdentale aspect en dan enkel op de inflammatie of

ontwikkelde weerstand tegen bloeden. Gebruik van een tweede index voor de andere plaatsen

zou dus nodig zijn, hetgeen ongewenst is. Dichotome score zoals bloeding na sonderen en

plaque aanwezigheid hebben een te lage gevoeligheid om een beperkte verandering te

registreren en worden dus vermeden. Een plaque-index zoals de index volgens Turesky of

Quigley en Hein (100, 101) heeft een verdeling in 6 gradaties. Een kleine verandering is dus

te meten maar kalibratie van de verschillende onderzoekers wordt daarmee kritischer. Voor

het scoren is er een plaquekleuring op bijvoorbeeld erythrosine basis nodig, een methode die

tegenwoordig als volkomen veilig en niet meer met teratogene effecten geassocieerd hoeft te

worden (102). Dit kan educatief zijn voor de patiënt door de plaque zichtbaar te maken (103)

maar het wordt over het algemeen onaangenaam gevonden door de patiënten als de kleuring

een aantal maal herhaald wordt.

Het systeem dat het meest geschikt is, is dat volgens Silness & Loë uit 1963-1967 (6, 8, 104).

Het is een van de meest gebruikte indices. Bij de plaque-index wordt er een gradatie aan de

plaque gegeven van 0 tot en met 3 in functie van de dikte aan de gingivale zoom en niet

zozeer uitbreiding naar coronaal. Ook hier is een nadeel van mogelijke subjectieve quotering.

Page 42: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

33

Daarom wordt aangeraden om een index te gebruiken die op dichotome wijze scoort (105).

Dit zou tot een objectiever en meer reproduceerbaar resultaat leiden en is ook in de kliniek

praktischer te gebruiken en duidelijker voor de patiënt. Wij wensen in ons onderzoek echter

een hogere gevoeligheid van de index. Er is via informatie-sessies aan training en onderlinge

kalibratie van de betrokken onderzoekers gedaan. Dit om subjectiviteit van de quotering tot

een minimum te reduceren en de inter- en intra-observer agreement te vergroten. Daar waar

fouten gemaakt werden werd er bijgestuurd en de tests herhaald.

Als richtlijn voor het opstellen van de plaque-index volgens Silness & Löe (1964) (8) stellen

we het volgende: we scoren 6 vlakken op de Ramfjord elementen namelijk midbuccaal,

midvestibulair, mesiobuccaal, mesiovestibulair, distobuccaal en distovestibulair. We doen dit

op droge elementen en zonder gebruik van kleuring. Bij het scoren maken we gebruik van een

parosonde (Hu-Friedy PQW Williams) en eventueel een frontsurface mondspiegel nr. 4. De

scores 0 t/m 3 komen als volgt tot stand:

0 Gingivale gebied van de tand is geheel plaquevrij. Dit testen we door voorzichtig

met de sonde over de tand te strijken ter hoogte van de aanliggende gingiva. De sonde

is geheel plaque vrij.

1 Met het blote oog is er geen plaque zichtbaar maar er zit nu plaque aan de sonde.

2 Er is met het blote oog een dunne tot matige plaque-accumulatie zichtbaar op het

gebitselement ter hoogte van de gingiva.

3 Er is een zware plaque-accumulatie die de rand van de gingiva met het

tandoppervlak opvult en de interdentale ruimte opvult.

De gingiva-index volgens Silness en Loë (1963) (6) wordt op de volgende wijze gescoord.

Weer werken we op droge elementen en maken we gebruik van parosonde en spiegel. Door

met de sonde voorzichtig oppervlakkig door de sulcus te glijden testen we de graad van

ontsteking van de hoger gelegen gebieden. De ontstekingsprocessen in de diepte blijven zo

enigszins buiten beschouwing. De patiënt heeft daar immers geen controle op. Het gebruik

van de sonde is een afwijking van de originele methode die om de hierboven beschreven

reden tegenwoordig door veel auteurs wordt gehanteerd (106).

Page 43: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

34

0 Geen inflammatie van de gingiva.

1 Lichte inflammatie, er is een verandering in textuur (geen sinaasappelaspect) en er is

een kleurverandering. Er treedt echter geen bloeding op.

2 Matige inflammatie, matige roodheid, oedeem, hypertrofie en bloeden na

manipulatie.

3 Ernstige inflammatie sterke roodheid, oedeem, hypertrofie en spontane bloeding na

drogen met perslucht.

Naast het opstellen van deze index dichotomiseren we deze we tellen alle scores ≥ 2 en

bereken het percentage van de sites met bloeding en plaque. Op deze manier stellen we een

drempel voor het hebben van een goede compliance. In de literatuur is er geen eenduidige

drempelwaarde maar we stellen de drempel voor het hebben van een goede compliance op:

< 25% van de sites heeft zichtbare plaque en < 15% heeft bloeding (107, 108). Hiermee is een

sensitiviteit van 98.6% een specificiteit van 75.0%, een positieve predicatieve waarde van

97.3% en een negatieve predicatieve waarde van 85.7% geassocieerd (107). We verwachten

dat na de interventie alle personen uit de groepen onder deze drempel scoren.

6.4.4 Ontwikkeling, validatie en gebruik van schriftelijke en digitale vragenlijsten.

Wanneer we naar de uitvoering van mondhygiënehandelingen kijken weten we dat er naast

motivatie ook voorkennis nodig is om ze correct uit te voeren. Kennis van mondhygiëne-

technieken en parodontale aandoeningen is immers sterk gerelateerd aan het

mondverzorgingsgedrag (25). Het vergroten van kennis is dus één van de basisdoelstellingen

van de interventie. Ze draagt eveneens bij aan de overgang naar de verschillende fasen van

gedragsverandering volgens het “transtheoretisch” model (109). Voor consciousness raising

bij de overgang van precontemplation naar contemplation speelt kennis van de ziekte en haar

gevolgen een belangrijker rol. Men heeft altijd al enige vorm van basiskennis opgenomen:

passief in de jeugd, via reclame materiaal, actief via folders, tijdschriften en instructies al dan

niet van de tandarts. Ondanks dat patiënten voor het eerst in aanraking komen met de

parodontologie (door het ondergaan van een SRP en het krijgen van bijbehorende

mondhygiëne-instructies) is er dus altijd al theoretische basiskennis aanwezig.

Page 44: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

35

Om de doelstelling, het vergroten van de kennis rond mondhygiëne-handelingen te kunnen

toetsen, is het dus van belang om een basisniveau vast te leggen. Dit zal vastgelegd worden

bij het eerste meetmoment door het invullen van een meerkeuzenvragenlijst. De vragenlijst

wordt zelfstandig, door de patiënt ingevuld aan het einde van de zittijd van de eerste

consultatie. Dit omdat er op dat moment nog geen instructies zijn gegeven en de patiënt zelf

een minimum aan informatie passief of actief heeft kunnen opnemen. Een tweede meting

vindt plaats na de interventie. Aan de hand van de verschillen kunnen we vervolgens het

effect in de zin van een kennistoename meten.

Omdat er nooit eerder een vragenlijst voor dergelijke “online patiënteninformatie” is

ontwikkeld werd deze voor dit onderzoek samengesteld. De eerste samenstelling gebeurde in

overleg met ervaren parodontologen en met inachtname van sleutelinformatie op de website.

De vragen die gesteld worden zijn gesloten meerkeuzenvragen. Hierdoor we er vanuit gaan

dat er geen verschil zal optreden tussen een online bevraging en een schriftelijke bevraging in

de kliniek (110).

In bijlage 3. staat de complete initiële vragenlijst. Er worden vragen gesteld rond

mondgezondheidsgedrag zoals poetsfrequentie, frequentie van het gebruik van interdentale

middelen en vragen rond kennis van mondgezondheid dat een determinant vormt van het

mondhygiënegedrag. Vervolgens werd nagegaan of alle in de eerste versie gesteld vragen ook

beantwoord konden worden na een bezoek van de website en of er consensus rond bestond.

Bij studenten tandheelkunde werd een kort onderzoek uitgevoerd om de vragen te kunnen

valideren. We vroegen studenten tandheelkunde 3e bachelor en 1

e master om de website te

bezoeken en via het navigatiemenu alle pagina‟s aandachtig door te nemen en vervolgens de

vragenlijst te overlopen. Enkel vragen die binnen deze test voor 95% correct werden

beantwoord werden gebruikt voor het onderzoek. In totaal hadden we 78 studenten die

konden deelnemen. Zie bijlage voor de resultaten. Over de onderwerpen van vragen waarbij

slechtere scores weren behaald gaf de website blijkbaar niet genoeg informatie. Of er bestond

vanuit de opleiding onvoldoende consensus over. Dergelijke vragen zouden bij het onderzoek

op patiënten geen of valse informatie kunnen verschaffen en dienen dus niet betrokken te

worden bij het onderzoek. Nu bestaat er dus een specifiek instrument voor de evaluatie van

kennis toename die de door ons aangeboden informatie geeft.

Page 45: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

36

6.5 Protocol enquête parodontologen

Zoals in de inleiding reeds werd aangehaald, hebben we ons vier extra vragen gesteld

namelijk:

Hoe vaak patiënten met de parodontoloog over informatie die ze op het internet vinden

spreken?

Over wat voor onderwerpen dit het meest gaat?

Wat de opinie is van de parodontoloog over online patiënteninformatie?

En of de kliniek waarin de parodontoloog werkt al online-patiënteninformatie

aanbiedt?

Om dit te kunnen onderzoeken werd er een studie onder de parodontologen in Vlaanderen

gedaan. De studie werd goedgekeurd door het ethisch comité van het UZGent en kreeg het

Belgisch registratie nummer B67020109593 en Europees registratie nummer EC UZG

2010/599

Er werd een enquête samengesteld met de volgende onderwerpen.

Frequentie en aard van de informatie die patiënten op internet vinden en bespreken

met hun arts.

Opinie van de arts rond het nut en invloed van patiënten-informatie die patiënten van

het internet afhalen.

Als basis bij de samenstelling van de vragenlijst diende de studie van Chessnut (111) Deze

werd gemodificeerd door de onderwerpen in de enquête meer op de parodontologie af te

stemmen. De enquête die naar de parodontologen werd verzonden staat in zijn geheel in

bijlage nummer 8.

Deze enquête werd samen met een informatiebrief, die als “informed consent” dienst deed

verstuurd naar alle Vlaamse parodontologen die aangesloten waren bij de Belgische

Vereniging voor Parodontologie. In totaal werden er 73 stuks verzonden, alle voorzien van

een begeleidende brief en gefrankeerde retourenvelop.

We werken met de post en niet met mail of internet omdat er eventueel een bias zou kunnen

optreden door de enquête via deze nieuwe media te versturen. We stellen namelijk dat de

respondenten die via de nieuwe media zouden reageren enthousiaster zijn over het internet en

vaker een eigen site zouden hebben.

Page 46: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

37

Er werden 6 weken voorzien waarin de enquête retour gezonden kon worden. Daarna werden

de resultaten geanalyseerd. Voor de analyse van de resultaten van de enquête maken we

gebruik van beschrijvende statistieken.

Page 47: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

38

7 Resultaten

Voor de analyse van de data maken we gebruik van het statistisch softwarepakket SPSS©

(IBM©

SPSS©

Statistics, versie 19, SPSS Inc., Chicago, IL, USA).

7.1 IHCA In totaal werden er 26 patiënten verzocht om deel te nemen aan de studie, daarvan namen er

17 deel. Deze werden ad random verdeeld over de groepen, waarbij er 9 in de testgroep

werden opgenomen en 8 in de controlegroep. Van de testgroep vielen er twee af omwille van

verlies van opvolging. De andere 9 patiënten weigerden om deel te nemen aan de studie.

De groep patiënten die de studie afronden bestond voor 60.0% (n=9) uit vrouwen en voor

40.0% (n=6) uit mannen. Voor de controlegroep waren dit respectievelijk 75.0% (n=6) en

25.0% (n=2) en voor de testgroep 42.9% (n=2) en 57.1% (n=4). Er bestaat geen statistisch

significant verschil tussen de groepen volgens Fisher‟s exact toets. De gemiddelde leeftijd van

de patiënten in de studie is 46.7 (SD 3.5) jaar. Voor de controlegroep is dit 49.6 (SD 5.3) jaar

en voor de testgroep is dit 43.3 (SD 4.4) jaar. Door middel van een Mann-Whitney U toets

werd bepaald dat er geen statistisch significant verschil bestaat tussen beide groepen.

controlegroep Testgroep totaal

Geslacht V/M (%) 75.0%/25.0% 41.9%/57.1% 60.0%/40.0%

Leeftijd (jaar) 49.6 (SD 5.3) 43.3 (SD 4.4) 46.7 (SD 3.5)

Tabel 1. Verdeling van leeftijd en geslacht. Geslacht wordt als percentage van het totaal in de respectievelijke

groep weergegeven, leeftijd als gemiddelde met de standaard afwijking

Patiënten uitgenodigd

voor deelname aan

de studie (n=26)

Afgevallen (n=2)

Patiënten

betrokken in de

studie (n=17)

Patiënten in

de testgroep

(n=9)

Patiënten in

de controle -

groep (n=8)

Patiënten in de

testgroep

afgerond (n=7)

Patiënten in de

controlegroep

afgerond (n=8)

Figuur 5. Stroomdiagram van de patiënten binnen de studie.

Page 48: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

39

7.1.1 Validatie vragenlijst

Van de studenten die werden gevraagd de informatie op de website door te nemen en de

enquête in te vullen deed uiteindelijk 100% mee. De antwoorden van de studenten werden

verzameld via een online enquête. Na analyse van de resultaten werden er twee drop-outs uit

de gegevens verwijderd omdat er een sterk vermoeden was dat de antwoorden ad random

waren ingevuld.

Van de 30 vragen die we stelden haalden 15 een correcte score ≥ 95% bij de studenten. Deze

15 vragen werden vervolgens gebruikt voor de RCT. De resultaten staan in bijlage 4.

7.1.2 Kennis rond mondgezondheid

We analyseerden de resultaten van de vragenlijsten die de patiënten invulden voor en na het

verstrekken van de informatie. De totaalscore van de correct beantwoorde vragen over

mondgezondheid werd als percentage berekend en het verschil in de scores voor en na het

verstrekken van de informatie werd berekend.

We toetsten of er een significant verschil was tussen de groepen. Daarna werd getest of de

toename van de scores tussen de groepen verschilde. Omwille van de beperkte grootte van de

studiegroepen en de niet normale verdeling van de resultaten, gebruikten we de niet-

parametrische Mann-Whitney U toets. Bij de startsituatie was er geen significant verschil

tussen de scores van de groepen (p>0.05). Voor alle patiënten binnen de studie vond een

stijging van de kennis plaats. Na het verstrekken van de informatie was er een significant

verschil tussen de controle- en de testgroep (p ≤ 0.05) waarbij de testgroep significant hoger

scoorde dan de controlegroep. De gemiddelde score nam bij de testgroep met 45.24% ±4.46

(CI 34.33-56.15) toe deze toename is significant (p ≤ 0.05) groter dan bij de controlegroep

waar hij met 28.91% ±4.46 (CI 18.36-39.46) toenam.

De resultaten staan in tabel 2. de procentuele toename van de goede antwoorden voor en na de

interventie zijn visueel weergegeven als box-plot in figuur 6. In figuur 7 staat de box-plot

voor de percentages goede antwoorden na de interventie.

.

Page 49: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

40

Score vóór het verstrekken van de informatie.

Score na het verstrekken van de informatie.

Verschil in score tussen de metingen

Toename van de score procentueel.

Controlegroep 50.00% (SD 2.97) †

(CI 42.98-57.02)

63.89% (SD2.97) †‡

(CI 56.87-70.91)

13.89% (SD1.82) ‡

(CI 9.59-18.19)

28.91% (SD 4.46) ‡

(CI 18.36-39.46)

Testgroep 51.59% (SD 1.59) †

(CI 47.70-55.47)

74.60% (SD1.65) †‡

(CI 70.56-78.64)

23.02% (SD1.89) ‡

(CI 18.39-27.64)

45.24% (SD 4.46) ‡

(CI 34.33-56.15)

Tabel 2. Percentage goed beantwoorde vragen bij de vragenlijst die de patiënten kregen voor en na de

interventie. ‡ Er is een statistisch significant verschil tussen de groepen (p ≤ 0.05) getoetst met de Mann-

Whitney U toets, † = (p ≤ 0.05) tussen de metingen voor en na de interventie volgens de Wilcoxon signed ranks

toets.

Figuur

Figuur 7

Naast kennis werd er in de vragenlijst ook gevraagd naar de frequentie van

mondhygiënehandelingen, meer bepaald het gebruik van interdentale reinigingsmiddelen en

tandenborstels. Als goede compliance stelden we dat men minimaal 2 maal daags de tanden

poetst en 1 maal daags interdentaalreinigt. Om significante verschillen in de ontwikkeling

tussen de test- en de controlegroep te detecteren maakten we gebruik van de Fisher‟s exact

toets omdat we met een kleine steekproef te maken hadden. We toetsten op het

significantieniveau (p ≤ 0.05). Er bleek op de meetmomenten geen significant verschil te zijn

in compliance tussen de groepen (p > 0.05). Zie tabel 3

Figuur 6. Procentuele toename van de goede antwoorden over mondgezondheid op de vragenlijst voor en na de interventie.

Figuur 7. Percentages goede antwoorden over mondgezondheid op de vragenlijst na de interventie.

Page 50: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

41

Compliance met de aanbevolen Controle- of testgroep

Non-compliance Compliance

Poetsfrequentie voor de interventie C 5 (62.5%) 3 (37.5%)

T 5 (71.4%) 2 (28.6%)

Frequentie van interdentalereiniging C 7 (87.5%) 1 (12.5%)

voor de interventie T 7 (100.0%) 0 (0.0%)

Poetsfrequentie na de interventie C 1 (12.5%) 7 (87.5%)

T 0 (0.0%) 7 (100%)

Frequentie van interdentalereiniging na de C 4 (50.0%) 4 (50.0%)

interventie T 2 (28.6%) 5 (71.4%)

Tabel 3. Compliance en non-compliance tussen de controle- en testgroep op het meetmoment. C =

controlegroep T = testgroep

Wanneer we de resultaten voor en na de interventie met elkaar vergeleken zagen we de

volgende statistisch significante veranderingen: De compliance met de poetsfrequentie en

frequentie van interdentalereiniging voor de testgroep nam toe (p ≤ 0.05). Voor de

controlegroep konden we geen significant verschil meten. Zie tabel 4

Compliance met de aanbevolen Voor of na interventie

Non-compliance Compliance

Poetsfrequentie voor de V 5 (62.5%) 3 (37.5%)

controlegroep N 1 (12.5%) 7 (87.5%)

Frequentie van interdentale reiniging V 7 (87.5%) 1 (12.5%)

voor de controlegroep N 4 (50.0%) 4 (50.0%)

Poetsfrequentie voor de testgroep* V 5 (71.4%) 2 (28.6%)

N 0 (0.0%) 7 (100%)

Frequentie van interdentale reiniging V 7 (100.0%) 0 (0.0%)

voor de testgroep* N 2 (28.6%) 5 (71.4%)

Tabel 4. Compliance en non-compliance voor controle- en testgroep tussen de meetmomenten. V = voor de

interventie N = na de interventie * = Fisher’s exact toets (p≤0.05)

7.1.3 Plaque- en gingiva-index

Om de hypotheses te kunnen toetsen berekenden we de gemiddelde plaque-index uit de

metingen voor en één maand na de interventie en het gemiddelde verschil in plaque-index dat

optreedt over één maand. We deden dit voor de totale index en voor de proximale, buccale en

linguale sites van de index. Gezien de grootte en verdeling van de steekproef gebruikten we

Page 51: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

42

de niet parametrische Mann-Whitney U toets om de significantie van de verschillen tussen de

groepen te berekenen. Om over het verloop van de meetinterval een significant verschil aan te

tonen gebruikten we de Wilcoxon signed ranks toets. We toetsen met een significantie niveau

van (p ≤ 0.05). We maakten geen gebruik van 2x2 anova‟s.

Op het startmoment was er geen statistisch significant verschil in plaque-index tussen de

controle- en de testgroep. Voor beide groepen vond over de meetinterval van één maand een

significante reductie van de plaque-index plaats, dit gold voor alle sites. Na één maand was bij

de testgroep de totale gemiddelde plaque-index significant lager dan bij de controlegroep.

Hetzelfde gold voor de gemiddelde plaque-index op de proximale vlakken. Op de buccale

vlakken zagen we het omgekeerde beeld en op de linguale vlakken was er geen significant

verschil waarneembaar. Enkel op de proximale vlakken was de gemiddelde afname van de

plaque-index over één maand gemeten voor de testgroep groter (p ≤ 0.05) dan voor de

controlegroep. Op de buccale sites was dit beeld andersom. Op het totaal van de gemiddelde

plaque-index en op de linguale sites was er geen significant verschil in de reductie van de

plaque-index tussen de groepen.

De resultaten staan samengevat in tabel 5. Een box-plot van de gemiddelde plaque-index na

de interventie staat in figuur 8. Een box-plot van de reductie van de gemiddelde plaque-index

staat in figuur 9.

Gemiddelde plaque-index op:

Gemiddelde score voor de interventie.

Gemiddelde score één maand na de interventie.

Gemiddelde verschil in score over een maand.

Procentuele verandering van de score.

Alle vlakken C 1.45 (SD 0.17) † (CI 1.05-1.85)

0.76 (SD 0.20) † ‡ (CI 0.38-1.25)

-0.69 (SD 0.12) (CI -0.40-0.89)

-49.08% (SD 8.72) (CI -28.47-69.70)

Alle vlakken T 1.26 (SD 0.18) † (CI 0.83-1.70)

0.29 (SD 0.04) † ‡ (CI 0.20-0.38)

-0.97 (SD 0.17) (CI -0.57-1.38)

-73.89% (SD 4.59) (CI -62.64-85.13)

Proximale vlakken C

1.66 (SD 0.20) † (CI 1.20-2.14)

1.11 (SD 0.23) † ‡ (CI 0.57-1.65)

-0.55 (SD 0.11) ‡ (CI -0.20-0.91)

-37.75% (SD 11.27) ‡ (CI -11.09-64.40)

Proximale vlakken T

1.54 (SD 0.20) † (CI 1.06-2.02)

0.33 (SD 0.06) † ‡ (CI 0.19-0.46)

-1.22 (SD 0.21) ‡ (CI -0.70-1.73)

-74.67% (SD 6.38) ‡ (CI -59.07-90.27)

Buccale vlakken C

0.98 (SD 0.15) † (CI 0.63-1.32)

0.04 (SD 0.02) †‡ (CI 0-0.11)

-0.94 (SD 0.12) ‡ (CI -0.64-1.23)

-97.17% (SD 1.85) ‡ (CI -92.78-101.55)

Buccale vlakken T

0.80 (SD 0.15) † (CI 0.38-1.23)

0.27 (SD 0.10) †‡ (CI 0.01-0.54)

-0.53 (SD 0.22) ‡ (CI -0.07-1.13)

-54.71% (SD 20.95) ‡ (CI 3.45-112.87)

Linguale vlakken C

1.04 (SD 0.18) † (CI 0.62-1.47)

0.15 (SD 0.12) † (CI -0.15-0.44)

-0.89 (SD 0.13) (CI -0.60-1.19)

-91.90% (SD 6.8) (CI -75.90-107.90)

Linguale vlakken T

0.86 (SD 0.23) † (CI 0.30-1.42)

0.24 (SD 0.08) † (CI 0.05-0.43)

-0.62 (SD 0.22) (CI 0.07-1.17)

-65.29% (SD 16.09) (CI 25.92-104.66)

Tabel 5. Gemiddelde van de plaque-index volgens Silness en Löe. C = controlegroep T =testgroep ‡ = (p ≤ 0.05)

tussen de controle- en de testgroep volgens de Mann-Whitney U toets † = (p ≤ 0.05) tussen de meting voor en

na de interventie volgens de Wilcoxon signed ranks toets.

Page 52: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

43

Figuur 8. Box-plot van de gemiddelde plaque-index voor de test- en de controlegroep na de interventie.

Figuur 9. Box-plot van de reductie van de gemiddelde plaque-index over één maand tijd voor de test- en de

controlegroep.

Page 53: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

44

Naast de gemiddelde plaque-index berekenden we het percentage van de sites met zichtbare

plaque (dit is een score boven de twee). Dit omdat deze graad van plaque-accumulatie als

klinisch relevanter wordt beschouwd dan een score 1 die al na 3 uur opgebouwd kan zijn

(112). We gebruikten voor de statistische analyse dezelfde aanpak als voor de gemiddelde

plaque-index. Op het startmoment was er geen statistisch significant verschil in het aantal

sites met zichtbare plaque tussen de controle- en de testgroep. Voor beide groepen vond over

de meetinterval van één maand een significante reductie plaats van de plaque-index dit gold

voor alle sites. Alle proefpersonen scoorden na de interventie onder de 25%. Over de

meetinterval van één maand had de testgroep een grotere reductie van het aantal sites met

plaque dan de controlegroep op de totaalscore en op de proximale sites. Op de buccale en

linguale sites was er geen verschil in reductie tussen de groepen.

Zichtbare plaque op:

Percentage van de sites met zichtbare plaque één maand na de interventie

Percentage van de sites met zichtbare plaque één maand na de interventie.

Procentuele reductie van de sites met zichtbare plaque.

Alle vlakken C 53.57% (SD 6.74) † (CI 37.07-70.07)

20.63% (SD 4.81) † (CI 8.88-32.39)

-59.48% (SD 10.78) ‡ (CI -33.11-85.84)

Alle vlakken T 43.65% (SD 6.85) † (CI 26.89-60.41)

3.57% (SD 1.68) † (CI -0.55-7.69)

-90.78% (SD 5.48) ‡ (CI -77.37-104.19)

Proximale vlakken C

61.31% (SD 8.02) † (CI 41.67-80.92)

26.56% (SD 7.04) † (CI 9.91-43.21)

-43.34% (SD 17.60) ‡ (CI -0.28-86.39)

Proximale vlakken T

58.33% (SD 10.12) † (CI 33.56-83.11)

5.37% (SD 2.53) † (CI -0.82-11.54)

-89.80% (SD 6.13) ‡ (CI -74.81-104.80)

Buccale vlakken C

22.22% (SD 5.56) † (CI 7.94-36.50)

0% †

-100%

Buccale vlakken T

22.22% (SD 5.56) † (CI -1.68-46.13)

0% †

-100%

Linguale vlakken C

46.67% (SD 11.06) † (CI 15.97-77.36)

3.33% (SD 3.33) † (CI -5.92-12.59)

-96.00% (SD 4.00) (CI -84.89-107.11)

Linguale vlakken T

50.00% (SD 16.67) † (CI -21.71-121.71)

0% †

-100%

Tabel 6. Percentage van de tandvlakken bedekt met zichtbare plaque C = controlegroep T =testgroep ‡ = (p ≤

0.05) tussen de controle- en de testgroep volgens de Mann-Whitney U toets † = (p ≤ 0.05) tussen de meting

voor en na de interventie volgens de Wilcoxon signed ranks toets.

Om de hypothese voor de gingiva-index te kunnen toetsen hanteerden we een gelijkaardige

aanpak als bij de plaque-index.

We zagen voor alle gemiddelde gingivascores een significante (p ≤ 0.05) daling over één

maand. Tussen de groepen zagen we geen statistisch significant verschil.

De resultaten staan samengevat in tabel 6.

Page 54: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

45

Gemiddelde gingiva-index op:

Gemiddelde score voor de interventie.

Gemiddelde score één maand na de interventie.

Gemiddelde verschil in score over een maand.

Procentuele verandering van de score.

Alle vlakken C

1.46 (SD 0.12) † (CI 1.18-1.73)

0.32 (SD 0.10) † (CI 0.08-0.55)

-1.14 (SD 0.11) (CI -0.89-1.39)

-79.68% (SD 5.67) (CI 66.26-93.10)

Alle vlakken T

1.22 (SD 0.17) † (CI 0.80-1.65)

0.36 (SD 0.08) † (CI 0.16-0.57)

-0.86 (SD 0.15) (CI -0.49-1.23)

-67.86% (SD 6.44) (CI 52.09-83.62)

Proximale vlakken C

1.63 (SD 0.15) † (CI 1.29-1.97)

0.39 (SD 0.20) † (CI 0.12-0.66)

-1.23 (SD 0.11) (CI -0.96-1.51)

-77.61% (SD 5.64) (CI -64.28-90.94)

Proximale vlakken T

1.32 (SD 0.18) † (CI 0.95-1.83)

0.47 (SD 0.06) † (CI 0.25-0.68)

-0.85 (SD 0.15) (CI -0.53-1.32)

-62.45% (SD 7.44) (CI -44.24-80.66)

Buccale vlakken C

0.88 (SD 0.15) † (CI 0.52-1.24)

0.08 (SD 0.04) † (CI -0.02-0.19)

-0.80 (SD 0.16) (CI -0.43-1.17)

-89.29% (SD 6.08) (CI -74.92-103.66)

Buccale vlakken T

0.70 (SD 0.16) † (CI 0.32-1.09)

0.12 (SD 0.09) † (CI -0.11-0.35)

-0.58 (SD 0.17) (CI -0.16-1.01)

-84.31% (SD 12.64) (CI -53.38-115.25)

Linguale vlakken C

1.21 (SD 0.17) † (CI 0.81-1.62)

0.22 (SD 0.12) † (CI -0.07-0.51)

-1.00 (SD 0.20) (CI -0.52-1.47)

-80.49% (SD 9.88) (CI -57.12-103.86)

Linguale vlakken T

1.08 (SD 0.24) † (CI 0.51-1.65)

0.18 (SD 0.09) † (CI -0.03-0.40)

-0.90 (SD 0.21) (CI -0.39-1.42)

-85.66% (SD 6.52) (CI -69.71-101.61)

Tabel 7. Gemiddelde van de gingiva-index volgens Löe en Silness. C = controlegroep T =testgroep ‡ = (p ≤ 0.05)

tussen de controle- en de testgroep volgens de Mann-Whitney U toets † = (p ≤ 0.05) tussen de meting voor en

na de interventie volgens de Wilcoxon signed rank toets.

Net als voor de plaque-index digotomiseerden we de scores. We gebruikten de score 2

(bloeding na manipulatie) als criterium. Er is met name een sterke negatieve predicatieve

waarde (98%) de afwezigheid van bloeding is dus een goede indicator voor parodontale

stabiliteit(113). Voor alle sites berekenden we het percentage van de plekken met een score ≥

2. Op het startmoment en één maand na de interventie was er geen statistisch significant

verschil in het aantal sites met bloeding tussen de controle- en de testgroep. Bij de twee

groepen vond er voor alle sites een significante reductie plaats van de scores. Geen van de

proefpersonen scoorde na de interventie hoger dan 15%. Tussen de groepen was er geen

significant verschil in de reductie.

Page 55: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

46

7.2 Enquête parodontologen

Van de 73 enquêtes die verstuurd werden, was er 1 verkeerd geadresseerd. Van de 72

enquêtes van de parodontologen werden er 51 teruggestuurd. Daarvan waren er twee niet

bruikbaar omdat ze incorrect waren ingevuld. Er was een hoge respons, namelijk 70%.

We berekenden de percentages van hoe vaak er door patiënten in de praktijk over

tandheelkundige informatie, gevonden op het internet, werd gesproken.

Tabel 8. Frequentie van het bespreken van op het internet gevonden informatie.

Vragen Percentage van de parodontologen Cumulatief percentage

Meer dan eens per week 20,4 % 20,4% Eens per week 12,2% 32,6% 2 a 3 maal per maand 26,5% 59,1% Eens per maand 22,4% 81,5% Minder dan eens per maand 14,3% 95,8% Nooit 4,1% 100,0%

Onderwerpen die patiënten het meest van het internet haalden en bespraken met hun

parodontoloog zijn uitgezet in de volgende tabel.

Tabel 9. Percentage meest voorkomende onderwerpen.

Onderwerp Meest besproken onderwerpen (percentage)

Implantaten 55,1% Initiële parodontale therapie 26,5% Esthetische behandelingen 12,2% Prothetiek 2,0% Mondhygiëne 2,0% Tumoren en afwijkingen 2,0%

Verstuurde

enquêtes

(n=73)

Gereageerd

(n=51)

Verkeerd

geadresseerd

(n=1)

Niet

gereageerd

(n=21) Ingevulde

enquêtes

(n=49)

Niet bruikbare

enquêtes (n=2)

Figuur 10. Stroomdiagram van de respondenten binnen de studie.

Page 56: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

47

Voor de stellingen die in de enquête stonden, berekenden we het percentage dat het eens of

oneens is met de stelling en het percentage dat zich neutraal opstelde.

Tabel 10. Eens of oneens met de stelling.

Stelling Percentage Eens

Percentage Neutraal

Percentage Oneens

Voor de patiënt is het internet een goede informatie bron. 53,1% 30,6% 16,3%

Voor de patiënten zijn websites van praktijken of ziekenhuizen handig om consultatie-uren en contact informatie te vinden.

89,8% 10,2% 0%

Voor de patiënten zijn websites van praktijken of ziekenhuizen handig om informatie rond behandelingen en zelfzorg te vinden.

53,1% 30,6% 16,3%

Door dat patiënten op internet informatie vinden vragen ze naar complexere behandelingen.

44,9 34,7% 20,4%

Patiënten vragen naar voor hen niet toepasbare behandelingen door informatie gevonden op het internet.

79,6% 14,3% 6,1%

Patiënten kunnen informatie gevonden op het internet verkeerd interpreteren.

100% 0% 0%

Het is vervelend om tijd vrij te maken om met patiënten te praten over informatie die ze op internet hebben gevonden.

30,6% 34,7 34,7%

Het internet is een bedreiging voor de arts-patiënt relatie

10,2% 24,5% 65,3%

Ik kan patiënten naar voor hen geschikte websites verwijzen.

73,5% 20,4% 6,1%

We vroegen aan de parodontologen of hun praktijk een eigen website heeft en of deze

informatie over mondhygiëne en behandelingen bevat. Daarnaast vroegen we of ze een

website kennen die bruikbaar is om patiënten naar door te sturen. De antwoorden op deze

vragen staan in procenten uitgedrukt in de onderstaande tabel.

Tabel 11. Eigen website en mogelijkheid tot doorverwijzen.

Vragen Ja percentage Nee Percentage

Heeft uw praktijk een eigen website? 57,1 % 42,9% Indien uw praktijk een eigen website heeft, biedt die ook informatie rond mondhygiëne en behandelingen.

68,0% 32,0%

Page 57: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

48

8 Discussie

8.1 Conclusie uit de hypotheses van de RCT

8.1.1 Kennis rond mondgezondheid

Om de H1 hypothese (“Patiënteninformatie over mondhygiëne via een IHCA” geeft een groter

toename van de kennis over mondgezondheid dan “mondelinge patiënteninformatie” na het

verstrekken van de informatie.) aan te kunnen nemen zullen we de H0 hypothese:

(“Patiënteninformatie over mondhygiëne via een IHCA” geeft géén groter toename van de

kennis over mondgezondheid dan “mondelinge patiënteninformatie” na het verstrekken van

de informatie.) moeten verwerpen.

Omdat de toename van de kennis bij de testgroep significant groter was (p ≤ 0.05) dan voor

de controle groep kunnen we de H0 hypothese verwerpen en de H1 hypothese aannemen. De

IHCA geeft dus direct na de interventie een grotere toename van kennis dan de mondelinge

patiënteninformatie aan de stoel. Daarom kunnen we concluderen dat een IHCA met

patiënteninformatie voor patiënten die parodontale therapie ondergaan een effectieve

interventie is om kennis rond mondgezondheid op de patiënt over te brengen. Dit is gunstig

omdat kennis van mondhygiëne-technieken en parodontale aandoeningen zijn gerelateerd aan

het mondverzorgingsgedrag (25). Ze draagt immers bij tot de overgang naar de verschillende

fasen van gedragsverandering volgens het transtheoretisch model (109).

De grotere stijging van de kennis bij de testgroep was een te verwachten effect want

interventies die gebruik maken van een IHCA geven een vergroting van de specifieke kennis

(4).

De verschillen in compliance met de mondhygiënehandelingen waren op de meetmomenten

niet statistisch significant. Tussen de meetmomenten was er bij de testgroep een significante

(p ≤ 0.05) toename in compliance voor zowel het gebruik van interdentale reinigingsmiddelen

als tandenborstels. We kunnen dus stellen dat de IHCA de compliance vergroot. Of de

compliance door de IHCA sterker toeneemt dan door de mondelinge mondhygiëne-instructies

is op basis van deze kleine steekproef niet met zekerheid te zeggen. Er zal een groter

steekproef nodig zijn om dat onderscheid te kunnen maken.

Page 58: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

49

8.1.2 Plaque- en gingiva-index

Om de H1 hypothese: (“Patiënteninformatie over mondhygiëne via een IHCA” geeft een

grotere reductie van de plaque-index volgens Silness & Löe (1964) (20) dan “mondelinge

patiënteninformatie” gemeten na één maand.) aan te kunnen nemen zullen we de H0

hypothese: (“Patiënteninformatie over mondhygiëne via een IHCA” geeft géén grotere

reductie van de plaque-index volgens Silness & Löe (1964) (20) dan “mondelinge

patiënteninformatie” gemeten na één maand.) moeten verwerpen.

Op de totale en linguale plaque-index is dit niet mogelijk, er was namelijk geen statistisch

significant verschil de tussen de reductie van de plaque-index van beide groepen. Voor de

proximale vlakken kunnen we de H0 hypothese verwerpen en de H1 hypothese aannemen.

Patiënten die via de IHCA mondhygiëne-instructies krijgen, hebben een grotere reductie van

de gemiddelde plaque-index op de proximale sites. Zij brengen de aangeleerde technieken dus

beter in praktijk dan de patiënten in de testgroep.

Wanneer we naar de zichtbare plaque keken zagen we dat het aantal met plaque bedekte sites

bij de totale score en op de proximale sites bij de testgroep sterker afnam dan bij de

controlegroep. Dit bevestigt de klinische relevantie van het verschil in reductie van de plaque

index tussen de groepen.

Op de buccale aspecten was de reductie van de gemiddelde plaque-index bij de controlegroep

groter dan bij de testgroep. De reductie van de zichtbare plaque bevestigde dit beeld niet. De

percentages van de buccale sites met zichtbare plaque kwamen op 0% te liggen.

Omdat vooral de proximale sites een grotere reductie van de plaque vertoonden zal met name

het gebruik van interdentale reinigingsmiddelen bij de testgroep verbeterd zijn. Voor de

linguale sites konden we geen statistisch significant verschil detecteren tussen de groepen.

We kunnen als conclusie trekken dat voor de interdentale-reiniging van de dentitie het

verstrekken van mondhygiëne instructies via een IHCA effectiever is dan de mondelinge

mondhygiëne instructies. Op de sites die met de tandenborstel gereinigd kunnen worden

zagen we geen verschil dat van klinisch belang is tussen beide methoden.

Voor de gingiva-index kan de H0 hypothese niet worden verworpen er was immers geen

significant verschil in de reductie van de gingiva-index tussen de groepen gemeten met een

interval van een maand. We zien dat over één maand gemeten voor beide groepen de totale en

de proximale gemiddelde gingivascores significant (p ≤ 0.05) zijn gedaald. Zowel voor als na

de interventie was er geen significant verschil tussen beide groepen. We kunnen stellen dat

Page 59: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

50

beide types van patiënteninstructies even effectief zijn in het reduceren van de graad van

gingivale ontsteking.

8.2 Discussie (IHCA)

8.2.1 Ontwikkeling en inhoud

Voor de ontwikkeling van de inhoud van de website baseerden we ons op bestaande evidentie

en doorliepen we de stappen van het model voor Planmatige gezondheidsvoorlichting en

gedragsverandering (55). In dit proces werden de patiënten niet gevraagd naar hun noden en

verwachtingen van een IHCA. Om de vraag uit de populatie beter in beeld te brengen zou er

gebruik gemaakt kunnen worden van focusgroepgesprekken. Het betrekken van patiënten bij

de ontwikkeling van patiënteninformatie zou resulteren in materiaal dat relevanter, beter

leesbaar en toegankelijker is voor de patiënten (114). We zouden eveneens de patiënten

kunnen betrekken in de eerste evaluatie van de website. Deze stap werd nu uitgevoerd door de

website te overlopen met een expert in de parodontologie. In deze stap zou feedback van

patiënten die de site bezoeken nuttig kunnen zijn om aanpassingen in taalgebruik, ontwerp en

inhoud te kunnen maken. Dit zou bijvoorbeeld kunnen door gebruik te maken van een

interview van patiënten die de primaire versie van de website bezocht hebben (115). Voor de

ontwikkeling van deze primaire versie zou een interdisiplinair team samengesteld kunnen

worden. Dit team zou kunnen bestaan uit een parodontoloog, een informatica deskundige en

een psycholoog. Zo kan er een IHCA met een optimale kwaliteit worden ontwikkeld (22).

De website waar de IHCA op wordt gepresenteerd heeft een openbaar toegankelijke structuur.

Dat wil zeggen dat er geen loginsysteem is dat enkel toegang geeft aan de patiënten die naar

de website worden doorverwezen. Er werd voor deze opzet gekozen omdat we van mening

zijn dat een dergelijk product openbaar toegankelijk moet zijn zodat patiënten buiten de kring

van het UZGent gebruik kunnen maken van een dergelijke informatiebron. Door deze opzet

konden we niet nagaan hoe vaak patiënten de website bezochten, op wat voor manier de

patiënten door de website navigeren en of sommige elementen zoals animaties en films

misschien snel worden weggeklikt. Voor een website die in een onderzoeksfase zit, is

dergelijke informatie wel nuttig omdat we hiermee kunnen inspelen op elementen die minder

aandacht krijgen. Door via een login-systeem het gebruik van de website vast te leggen

kunnen we het gebruik analyseren, de kwaliteit van een tweede versie van de website

verbeteren, en bij langdurige implementatie aan continue kwaliteitsverbetering doen. In deze

Page 60: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

51

vorm van continue kwaliteitsverbetering is een website sterk omdat elementen op een website

heel snel aangepast kunnen worden. Dit is bij drukwerk zeker niet het geval.

8.2.2 De RCT

De inclusie- en exclusiecriteria voor deelname aan de studie zijn streng. Dit is onder andere

de reden van het kleine aantal patiënten die in de studie betrokken werden. Door bijvoorbeeld

rokers aan de studie te laten deelnemen kan een grotere steekproef verkregen worden.

Daarnaast zou binnen de afdeling parodontologie een fulltime medewerker of assistent

verantwoordelijk moeten zijn voor de uitnodiging en opvolging van de patiënten. Nu werden

deze taken door mij uitgevoerd maar dit bleek moeilijk te combineren met lessen, practica en

patiëntenbehandeling die ik op andere afdelingen uitvoerde. Om deze reden zijn 3 patiënten

bij de controle na een maand niet gescoord op plaque en gingivitis. Deze patiënten heb ik

binnen drie dagen terug laten komen en alsnog gescoord.

In totaal nodigden we n=26 patiënten uit voor deelname aan de studie. Daarvan wilden er

n=17 deelnemen. Dit zijn er relatief weinig gezien het feit dat deelname aan de studie geen

belasting oplevert voor de patiënten. Meer reclame voor de studie en eventueel een

tegemoetkoming in de kosten van de initiële parodontale therapie zou meer patiënten kunnen

motiveren om aan de studie deel te nemen. Wellicht was de participatie graad zo laag omdat

vele patiënten nog onbekend zijn met het internet als bron voor tandheelkunde informatie (3).

Daarnaast hebben niet alle patiënten de fysieke/mentale mogelijkheid om informatie op het

internet correct te interpreteren. Een IHCA met patiënteninformatie voor bij de initiële

parodontale therapie zal dan ook niet voor iedere patiënt met internet geschikt zijn.

De patiënten werden random verdeeld over de groepen. Achteraf is de interne validiteit

gecontroleerd op leeftijd, geslacht, gingivascore, plaquescore en kennis over

mondgezondheid. Een eventueel verschil in SES werd niet tussen de groepen gecontroleerd.

De in- en exclusiecriteria vergrootten de interne validiteit verder. De externe validiteit kan

gegarandeerd worden wanneer er bij grootschaligere tests verschillende externe praktijken

betrokken worden.

Het afnemen van de metingen gebeurde niet blind. De onderzoeker heeft immers ook de

patiënten uitgenodigd en de instructies gegeven. Het blind afnemen van de metingen door één

specifieke onderzoeker die niet weet in welke groep een patiënt zit is aangeraden om de

kwaliteit van het onderzoek te vergroten. Kalibratie die werd uitgevoerd was gebaseerd op

Page 61: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

52

foto‟s met verschillende situaties met plaque en gingivitis. Dit om de inter- en intra-observer

agreement te vergroten. Fouten werden bijgestuurd totdat de onderzoekers op alle punten

overeen kwamen, er werd echter geen kappa-coëfficiënt berekend. Het is de vraag of dit een

betrouwbare kalibratie methode is. Voor de plaque index volgens Quigley en Hein

gemodificeerd volgens Turesky et al. (100, 101) werd er reeds aangetoond dat dit een

betrouwbare methode is om onderzoekers te trainen en te kalibreren (116). Wij zijn er van uit

gegaan dat deze methode ook mogelijk is voor de indices die wij gebruiken.

Alle patiënten binnen het onderzoek hadden na de interventie een totale score van zichtbare

plaque lager dan 25% en een totale score van bloedingen na manipulatie met de sonde lager

dan 15%. We kunnen hier uit concluderen dat de compliance na een maand voor beide

groepen nog voldoende was om een parodontaal stabiele situatie te behouden (107, 108). Bij

een langer en grootschaliger onderzoek zouden er op deze criteria verschillen gemeten kunnen

worden tussen de groepen.

De kennistoename was voor de patiënten uit de testgroep significant groter dan voor de

controlegroep. Deze toename werd gemeten wanneer de patiënten de vragenlijst invulden.

Zowel de controle- als de testgroep kregen de vragenlijst direct na de interventie. Het gemeten

verschil in kennistoename bestaat direct na de interventie. Het is de vraag of dit verschil blijft

bestaan wanneer we meten over een langere periode zoals bijvoorbeeld 3 maanden of één jaar.

Uit de antwoorden die de patiënten gaven op de vragen rond de frequentie van het gebruik

van mondhygiënemiddelen berekenden we de toename van compliance. Bij de testgroep bleek

deze over de meetperiode significant te stijgen. Tussen de groepen was er op beide

meetmomenten geen significant verschil waar te nemen. Om hier een verschil te kunnen

detecteren is een grotere steekproef nodig. De toename van compliance werd op zeer korte

termijn gemeten en vormt enkel een indicatie dat een IHCA de compliance zou kunnen

vergroten. Het is belangrijk om te weten of de met de vragenlijst gemeten resultaten blijven

bestaan op langere termijn. Om daar antwoord op te kunnen geven zijn er meer

meetmomenten nodig en voor de detectie van verschil in veranderingen van compliance

tussen de groepen is er een grotere steekproef nodig. Gezien de beperkingen moeten we dus

voorzichtig omgaan met de resultaten van de vragenlijst.

Voor de testgroep was de reductie van de gemiddelde proximale plaque-index na één maand

significant groter dan voor de controlegroep. Voor de reductie van de totale gemiddelde

plaque-index gold dit niet. Om hier een significant verschil te kunnen meten is er een grotere

Page 62: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

53

steekproef nodig. De metingen werden uitgevoerd voor en één maand na de interventie. Het is

de vraag of het effect op langer termijn standhoudt. Een grotere steekproef en twee extra

meetmomenten 3 maanden en een jaar na de interventie zijn nuttig. Daarnaast zullen we aan

de patiënten de instructie moeten geven om de ochtend voor het bezoek van de controle niet

te poetsen om overdreven mondhygiënehandelingen kort voor het bezoek uit te sluiten.

Hierdoor zou het verschil in reductie dat op de buccale sites werd gemeten kunnen verdwijnen

de controle groep had immers een zeer sterke reductie van de gemiddelde plaque-index op

deze sites. Een dergelijke reductie bleef achterwege voor de proximale sites bij de testgroep.

Dit vormt een indicatie dat kort voor het bezoek de tanden werden gepoetst. Ook bij de

testgroep is dit van belang. We maten immers zeer grote reductie van de plaque- index voor

deze groep. Mogelijk speelt het mondhygiënepaspoort hier in een rol als “cue to action”. Door

patiënten te vragen om dit op een neutrale plek te bewaren kunnen we deze mogelijke bias

uitsluiten.

Zeker omdat er na een maand geen verschil was in de gingiva-index tussen de controle- en de

testgroep is het van belang om met een mogelijke bias rekening te houden. Het kleine verschil

in de gingiva index tussen de groepen laat zich anderzijds verklaren door het positieve effect

dat de initiële parodontale therapie op de gingiva-index heeft. Een effect door

mondhygiënehandelingen laat zich beter op 3 maanden na de therapie evalueren omdat het

positieve effect dat de initiële parodontale therapie had op de gingiva-index is afgenomen.

De voorgaande punten van de discussie in rekening nemende moeten we voorzichtig

omspringen met de conclusies die we trekken uit de RCT. We kunnen stellen dat de IHCA

zeker een goede aanvulling vormt op het huidige scala aan voorlichtingsmiddelen. Om met

zekerheid te concluderen dat een IHCA de mondelingemondhygiëne-instructies volledig kan

vervangen is er groter en singe-blinded onderzoek nodig met meetintervallen over een

langere periode.

8.3 Enquête parodontologen

De respons op de enquête was hoog omdat 70% van de parodontologen in Vlaanderen

reageerden op de enquête. We gaan er daarom vanuit dat de gegevens representatief zijn.

Vrijwel alle parodontologen krijgen vragen over onderwerpen die patiënten van het internet

halen. Slechts 4,1% geeft aan hier nooit mee te maken te hebben. Deze zouden er zelf mee te

Page 63: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

54

maken kunnen hebben maar patiënten hoeven niet te zeggen of het internet aanleiding vormde

om in de praktijk over een bepaald onderwerp informatie te vragen. De werkelijke cijfers

vanuit de patiënt gemeten zouden dus veel hoger kunnen liggen. Hieruit kunnen we afleiden

dat ook binnen de parodontologie het internet een bron van informatie vormt voor de

patiënten. Met een groeiend aantal internet aansluitingen in Vlaanderen (7, 19) en patiënten

die medische informatie zoeken via het internet (43) zal dit ook binnen de parodontologie een

medium vormen met een steeds groter potentieel.

Uit de vraag “welke onderwerpen patiënten het meest van het internet haalden en bespraken

met hun parodontoloog” kunnen de volgende conclusies worden getrokken. Vragen rond

implantaten, initiële parodontale therapie en esthetische behandelingen bleeken hoog te

scoren. Dit vormt een duidelijke indicatie dat deze onderwerpen frequent door patiënten op

het internet worden opgezocht. Op onze website geven we geen informatie over

behandelingen terwijl het duidelijk is dat patiënten daar informatie over opzoeken en in de

praktijk bespreken. In een volgende versie van een IHCA kan er mogelijk wel aandacht

besteed worden aan behandelingen. Dit om een totaal pakket met betrouwbare informatie aan

de patiënt te kunnen aanbieden en om de noden van de patiënt te vervullen. Dit blijkt namelijk

een belangrijke predictor voor succesvolle implementatie van de IHCA (26).

Mondhygiëne bleek laag te scoren en enkel vragen over tumoren en afwijkingen worden nog

minder gesteld. Patiënten zijn, voordat ze de parodontoloog bezoeken, waarschijnlijk niet met

mondhygiëne bezig en zitten in een contemplatie of precontemplatie fase (106) en halen

daarover dus geen informatie van het internet. Dit geeft aan dat we er goed aan doen om te

starten met deze twee fases op de eerste pagina.

Wanneer we naar de stellingen kijken kunnen we de volgen de conclusies trekken: een ruime

meerderheid (89,8%) van de parodontologen ziet het nut in van een website als

informatiebron voor adres en consultatie-uren. 53,1% ziet nut in het verstrekken van

patiënteninformatie via het internet. Slechts 10,2% ziet in het internet een gevaar voor de arts-

patiëntrelatie. Alle ondervraagden zijn het er ook mee eens dat informatie op het internet

verkeerd geïnterpreteerd kan worden en patiënten naar voor hen niet geïndiceerde

behandelingen kunnen vragen. Het lijkt nuttig om als practicus zelf patiënteninformatie op het

net aan te bieden om onbekende factoren zoveel mogelijk te vermijden.

Page 64: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

55

Reeds 57,1% van de parodontologen heeft een website met in 68,1% van de gevallen

informatie rond behandelingen en mondhygiëne. Dit geeft aan dat het internet frequent benut

wordt door parodontologen. Implementatie van een IHCA die modulair aan een website van

een praktijk gekoppeld kan worden is dan ook mogelijk. Aangezien 68,1% al aandacht

besteedt aan patiënteninformatie op de website gaan we er van uit dat er een goede

organisatorische motivatie is om een IHCA te implementeren. Organisatorische motivatie

vormt volgens “het Readiness for Implementation Model” (Wen et al. 2010) (26) een tweede

belangrijke predictor voor een succesvolle implementatie van een IHCA.

We ontdekten via de parodontologen dat er vanuit de patiënten veel vraag blijkt te zijn naar

informatie over behandelingen. Patiënten bespreken echter niet alle tandheelkundige

informatie met de parodontoloog. We zouden dus in de enquête een verkeerd beeld kunnen

krijgen van de tandheelkundige informatie die patiënten op internet zoeken en wat ze

verwachten van een website met tandheelkundige patiënteninformatie.

Een tweede punt waar we bij stil staan is dat er geen onderzoeksgegevens beschikbaar zijn om

een eventueel verschil tussen de parodontologen die reageren en niet reageren uit te sluiten.

De parodontologen zijn wel allemaal erkend maar er zou toch verschil kunnen bestaan in de

leeftijd van de parodontologen en patiëntenpopulaties in de praktijk. Dit zou een invloed

kunnen hebben op de betrouwbaarheid van de gegevens.

Aan de hand van de antwoorden op de stellingen en vragen rond het gebruik van het internet

in de praktijk hebben we een indruk kunnen krijgen van het mogelijke succes bij een

grootschaliger implementatie. We baseerden ons daarbij op de twee belangrijkste elementen

uit het RIM model (26). Op het moment dat we de vragenlijst samenstelden was de studie

voor de validatie van het RIM model nog niet gepubliceerd. Bij de samenstelling is er dus

geen rekening gehouden met de elementen uit dit model. Bij de analyse van de data werd dit

model wel gebruikt, bijgevolg zijn dus niet alle elementen uit het model in de enquête

verwerkt. Bij een verdere analyse voor grootschalige implementatie zal het model volledig

gebruikt kunnen worden en zullen de patiënten betrokken moeten worden. Een mogelijkheid

hiervoor ligt in het gebruik van focusgroepgesprekken.

We kunnen besluiten dat de resultaten van de enquête aandachtspunten boven brengen die in

een volgende versie van de IHCA verwerkt kunnen worden en dat grootschalige

implementatie succesvol kan zijn. Er is echter diepgaander onderzoek nodig gebaseerd op

gevalideerde modellen en vragenlijsten om dit met zekerheid te kunnen stellen.

Page 65: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

56

9 Referenties

1. Mattheos N. Information technology and interaction in learning studies of applications

in academic oral health education. PhD. thesis: Malmö University; 2004.

2. Schittek M. Studies on the design of free text communication and video components in

Computer Assisted Learinig. PhD. thesis: Malmö University; 2005.

3. Ní Ríordáin R, McCreary C. Dental patients‟ use of the Internet. Br Dent J.

2009;207(12):583-6.

4. Murray E, Burns J, See TS, Lai R, Nazareth I. Interactive Health Communication

Applications for people with chronic disease. Cochrane Database Syst Rev. 2005(4).

5. Myung SK, McDonnell DD, Kazinets G, Seo HG, Moskowitz JM. Effects of Web-

and computer-based smoking cessation programs: meta-analysis of randomized controlled

trials. . Arch Intern Med. 2009;169(10):929-37.

6. Wantland DJ, Portillo CJ, Holzemer WL, Slaughter R, McGhee EM. The effectiveness

of web-based vs. non-web-based interventions: a meta-analysis of behavioral change

outcomes. J Med Internet Res. 2004;6(4):e 40.

7. Eurostat, (epp.eurostat.cec.eu.int). Percentage van de huishoudens met een

internetaansluiting. 2010.

8. Fox S. Pew research center‟s internet & american life project health topics.

Washington2011 [20-02-2011]; Available from:

http://pewinternet.org/Reports/2011/HealthTopics.aspx.

9. Harris CE, Chestnutt IG. The use of the Internet to access oral health-related

information by patients attending dental hygiene clinics. Int J Dent Hyg. 2005;3(2):70-3.

10. Albandar J. Epidemiology and risk factors of periodontal diseases. Dent Clin North

Am. 2005;49:517-32.

11. Sheiham A, Netuveli GH. Periodontal disease in Europe. Periodontol 2000.

2002;29:104-21.

12. Hugoson A, Laurell L, Lundgren D. Frequency distribution of individuals aged 20-70

years according to severity of periodontal disease experience in 1973 and 1983. J Clin

Periodontol. 1992;19:227-32.

13. Berkey D, Meckstroth R, Berg R. An ageing world: facing the challenges for dentistry.

Int Dent J. 2001;51:177-80.

14. Nyman S, Rosling B, Lindhe J. Effect of professional tooth cleaning on healing after

periodontal surgery. J Clin Periodontol. 1975;2(2):80-6.

15. Rosling B. Periodontally treated dentitions: their maintenance and prognosis. Int Dent

J. 1983;33(2):147-51.

16. Westfelt E, Rylander H, Dahlén G, Lindhe J. The effect of supragingival plaque

control on the progression of advanced periodontal disease. J Clin Periodontol.

1998;25(7):536-41.

17. Loë H. Oral hygiene in the prevention of caries and periodontal desease. Int Dent J.

2000;50:129-39.

18. Wilson TG. Compliance and its role in periodontal therapy. Periodontol 2000.

1996;12:16-23.

19. Studiedienst, Vlaamse, regering. Evolutie van internetaansluitingen in Vlaamse

huishoudens. In: Regering SV, editor. Brussel 2009.

20. Silness J, Loë H. Periodontal desease in pregnancy. (II) Correlation between oral

hygiene and periodontal condition. . Acta Odontol Scand. 1964;22:121-35.

Page 66: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

57

21. Loë H, Silness J. Periodontal desease in pregnancy. (I) Prevalance and severity,. Acta

Odontol Scand. 1963;21:533-51.

22. Hayes B, Aspray W. Health Informatics: A patient centered approach to diabetes.

Cambridge, Massachusetts The MIT Press; 2010.

23. Friedman CP, Wyatt JC, editors. Evaluation methods in biomedical informatics. New

York: Springer-Verlag; 2006.

24. Deming W. Out of the Crisis. Cambridge: Massachusetts Institute of Technology,

Center for Advanced Engineering Study; 1986.

25. Campbell M, Fitzpatrick R, Haines A, Kinmonth AL, Sandercock P, Spiegelhalter D,

et al. Framework for design and evaluation of complex interventions to improve health. BMJ.

2000;7262(321):694-6.

26. Wen KY, Gustafson DH, Hawkins RP, Brennan PF, Dinauer S, Johnson PR, et al.

Developing and validating a model to predict the success of an IHCS implementation: the

readiness for implementation model. J Am Med Inform Assoc. 2010;17(6):707-13.

27. Burg J, Van Assema P, Lechner L. Planmatige bevordering van gezond gedrag. In:

Kok G, Schaalma H, Burg J, editors. Gezondheidsvoorlichting en gedrachsverandering Een

planmatige aanpak. 7 ed. Assen: Koninklijke Van Gorcum; 2007. p. 15-32.

28. Green W, Kreuter M. Health program planning: An educational and ecological

approach. 4 ed: McGraw-Hill; 2005.

29. Kelly M, Steele J, Nuttall N, Bradnock G, Morris J, Nunn J. Adult dental health

survey - oral health in the United Kingdom 1998. London: The Stationery Office 2000.

30. Morris AJ, Steele J, White DA. The oral cleanliness and periodontal health of UK

adults in 1998. Br Dent J. 2001;191:186-92.

31. Steele J, Treasure E, Pitts NB, Morris J, Bradnock K. Total tooth loss in the United

Kingdom in 1998 and implications for the future. Br Dent J. 2000;189(11):598-603.

32. Taylor GW. The effects of periodontal treatment on diabetes. J Am Dent Assoc.

2003;134:41S-8S.

33. Blaizot A, Vergnes JN, Nuwwareh S, Amar J, Sixou M. Periodontal diseases and

cardiovascular events: meta-analysis of observational studies. Int Dent J. 2009;59(4):197-209.

34. Agueda A, Echeverría A, Manau C. Association between periodontitis in pregnancy

and preterm or low birth weight: Review of the literature. Med Oral Patol Oral Cir Bucal.

2008;13(9):609-15.

35. Sbordone L, Ramaglia L, Gulletta E, Iacono V. Recolonization of the subgingival

microflora after scaling and root planing in human periodontitis. J Periodontol.

1990;61(9):579-84.

36. Borrell LN, Papapanou PN. Analytical epidemiology of periodontitis. J Clin

Periodontol. 2005;32(Suppl 6):132-58.

37. Loë H. Periodontal changes in pregnancy. J Clin Periodontol. 1965;36:209-16.

38. Papapanou PN, Teanpaisan R, Obiechina NS, Pithpornchaiyakul W, Pongpaisal S,

Pisuithanakan S, et al. Periodontal microbiota and clinical periodontal status in a rural sample

in southern Thailand. Eur J Oral Sci. 2002;110(5):345-52.

39. Johansson JA, Oster B, Hamp SE. Evaluation of cause-related periodontal therapy and

compliance with maintenance care recommendations. . J Clin Periodontol. 1984;11:689-99.

40. Lie MA, Van der Weijden GA, Timmerman MF, Loos BG, Steenbergen TJM, Van der

Velden U. Oral microbiota in smokers and non-smokers in natural and experimentally-

induced gingivitis. J Clin Periodontol. 1998;25(8):677-700.

41. Grossi SG, Genco RJ, Machtei EE, Ho AW, Koch G, Dunford R, et al. Assessment of

risk for periodontal disease. II. Risk indicators for alveolar bone loss. J Periodontol.

1995;66(1):23-9.

Page 67: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

58

42. Mealey BL, Oates TW. Diabetes mellitus and periodontal diseases. J Periodontol.

2006;77(8):1289-303.

43. Grossi SG, Zambon JJ, Ho AW, Koch G, Dunford RG, Machtei EE, et al. Assessment

of risk for periodontal disease. I. Risk indicators for attachment loss. . J Periodontol.

1994;65:260–7.

44. Sastrowijoto S, Van der Velden U, Van Steenbergen T. Improved metabolic control,

clinical periodontal status, and subgingival microbiology in insulin dependent diabetes

mellitus. A prospective study. J Clin Periodontol. 1990;17(4):233-42.

45. Hobdell MH, Oliveira ER, Bautista R, Myburgh NG, Lalloo R, Narendran S, et al.

Oral diseases and socio-economic status (SES). Br Dent J. 2003;194(2):91-6.

46. De Reu G, Vanobbergen J, Martens LC. The influence of social indices on oral health

and oral health behaviour in a group of Flemish socially deprived adolescents. Community

Dent Health. 2008;25(1):33-7.

47. Genco RJ, Ho AW, Kopman J, Grossi SG, Dunford RG, Tedesco LA. Models to

evaluate the role of stress in periodontal disease. Ann Periodontol. 1998;3(1):288-302.

48. Deinzer R, Micheelis W, Granrath N, Hoffmann T. More to learn about: periodontitis

related knowledge and its relationship with periodontal health behavior. J Clin Periodontol.

2009;36(9):756-64.

49. Ajzen I. The theory of planned behavior. Organ Behav Hum Decis Process.

1991;50:179-211.

50. Prochaska JO, Velicer WF. The transtheoretical model of health behavior change. Am

J Health Promot. 1997;12:38-48.

51. Hugoson A, Lundgren D, Asklöw B, Borgklint G. Effect of three different dental

health preventive programmes on young adult individuals: arondomized, blinded, parallel

group, controlled evaluation of oral hygiene behavior on plaque and gingivitis. J Clin

Periodontol. 2007;34:407-15.

52. Standardization IOf. ISO 9241-210:2010 Human-centred design for interactive

systems. In: ISO, editor. Ergonomics of human-system interaction. Geneva2010.

53. Boyer C, Selby M, Scherrer JR, Appel RD. The health on the net code of conduct for

medical and health websites. Comput Biol Med. 1998;28(5):603-10.

54. Renton-Harper P, Addy M, Warren P, Newcombe RG. Comparison of video and

written instructions for plaque removal by an oscillating/rotating/reciprocating electric

toothbrush. J Clin Periodontol. 1999;26(11):752-6.

55. Levie WH, Lentz R. Effects of text illustrations: A review of the research. Educ

Comm Tech J. 1982;30:195-232.

56. Liao L, Jollis JG, DeLong ER, Peterson ED, Morris KG, Mark DB. Impact of an

interactive video on decision making of patients with ischemic heart disease. J Gen Intern

Med. 1996;11(6):373-6.

57. Renz A, Ide M, Newton T, Robinson PG, Smith D. Psychological interventions to

improve adherence to oral hygiene instructions in adults with periodontal diseases. Cochrane

Database Syst Rev. 2008;18:1-17.

58. Renz ANPJ, Newton JT. Changing the behavior of patients with periodontitis.

Periodontol 2000. 2009;51(1):252-68.

59. Prochaska J, DiClemente C. Stages and processes of self-change in smoking: Toward

an integrative model of change. J Consult Clin Psychol. 1983;51:390-5.

60. Barker T. Role of health beliefs in patient compliance with preventive dental advice.

Community Dent Oral Epidemiol. 1994;22(5):327-30.

61. De Bruin J, Ventevogel A. Patiëntencommunities op het web. Theorie en praktijk.

Amsterdam: VU Uitgeverij; 2007.

Page 68: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

59

62. Bandura A. Self-efficacy: toward a unifying theory of behavioural change. Psychol

Rev. 1977;84(2):191-215.

63. Luszczynska A, Tryburcy M, Schwarzer R. Improving fruit and vegetable

consumption: a self-efficacy intervention compared with a combined self-efficacy and

planning intervention. Health Educ Res. 2007;22(5):630-8.

64. Little SJ, Hollis JF, Stevens VJ, Mount K, Mullooly JP, Johnson BD. Effective group

behavioral intervention for older periodontal patients. J Periodontal Res. 1997;32(3):315-25.

65. Syrjälä AM, Kneckt MC, Knuuttila ML. Dental self-efficacy as a determinant to oral

health behaviour, oral hygiene and HbA1c level among diabetic patients. J Clin Periodontol.

1999;29(9):616-21.

66. Valente TW, Poppe PR, AP. M. Mass-media-generated interpersonal communication

as sources of information about family planning. J Health Commun. 1996;1(3):259-73.

67. Kreuter M, Strecher V, B. G. One size does not fit all: the case for tailoring print

materials. Ann Behav Med. 1999;21(4):1-9.

68. Dijkstra A, H. DV. The development of computer-generated tailored interventions.

Patient Educ Couns. 1999;36(2):193-203.

69. Eagly AH, S. C. The psychology of attitudes. New York: Harcourt; 1993.

70. Ruiter RA, Kessels LT, Jansma BM, J. B. Increased attention for computer-tailored

health communications: An event-related potential study. Health Psychol. 2006;25(3):300-6.

71. Brug J, Oenema A, Kroeze W, H. R. The internet and nutrition education: Challenges

and opportunities. Eur J Clin Nutr. 2005;59(1):130-7.

72. Kroeze W, Werkman A, J. B. A systematic review of randomized trails on the

effectiveness of computer-tailored education on physical activity and dietary behaviors. Ann

Behav Med. 2006;31(3):205-23.

73. Spittaels H, De Bourdeaudhuij I, Brug J, C. V. Effectiveness of an online computer-

tailored physical activity intervention in a real-life setting. Health Educ Res. 2007;22(3):385-

96.

74. Kreuter M, Farrell D, L. O. Tailoring health messages: Costumizing communications

with computer technology. Mahwah New Jersy: Lawrence Erlbaum; 2000.

75. Robinson P, Deacon SA, Deery C, Heanue M, Walmsley AD, Worthington HV, et al.

Manual versus powered toothbrushing for oral health. . Cochrane Database Syst Rev. 2005(2).

76. Van der Weijden FA, Campbell SL, Dörfer CE, González-Cabezas C, Slot DE. Safety

of oscillating-rotating powered brushes compared to manual toothbrushes: a systematic

review. J Periodontol. 2011;82(1):5-24.

77. Bass CC. The optimum characteristics of toothbrushes for personal oral hygiene. Dent

Items Interest. 1948;70:969.

78. Waerhaug J. The effect of toothbrushing on the subgingival plaque formation. J

Periodontol. 1981;52(1):30-4.

79. Van der Weijden GA, Timmerman MF, Danser MM, Van der Velden U. Relationship

between the plaque removal efficacy of a manual toothbrush and brushing force. J Clin

Periodontol. 1998;25(5):413-6.

80. Van der Weijden GA, Timmerman MF, Nijboer A, Lie MA, Van der Velden U. A

comparative study of electric toothbrushes for the effectiveness of plaque removal in relation

to toothbrushing duration. Timerstudy. J Clin Periodontol. 1993;20(7):476-81.

81. Hawkins BF, Kohout FJ, Lainson PA, Heckert A. Duration of toothbrushing for

effective plaque control. Quintessence Int. 1986;17(6):361-5.

82. Saxer UP, Barbakow J, Yankell SL. New studies on estimated and actual

toothbrushing times and dentifrice use. J Clin Dent. 1998;9(2):49-51.

83. Lang NP, Cumming BR, Löe H. Toothbrushing frequency as it relates to plaque

development and gingival health. J Periodontol. 1973;44(7):396-405.

Page 69: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

60

84. Egelberg J, Claffey N. Role of mechanical dental plaque removal in prevention and

therapy of caries and periodontal diseases. Proceedings of the European Workshop on

Mechanical Plaque Control London: Quintessence. 1998:169-72.

85. Kalsbeek H, Truin GJ, Poorterman JH, Van Rossum GM, Van Rijkom HM, Verrips

GH. Trends in periodontal status and oral hygiene habits in Dutch adults between 1983 and

1995. Community Dent Oral Epidemiol. 2000;28(2):112-8.

86. Ronis DL, Lang WP, Farghaly MM, Passow E. Tooth brushing, flossing, and

preventive dental visits by Detroit-area residents in relation to demographic and

socioeconomic factors. J Public Health Dent. 1993;53(3):138-45.

87. Macgregor ID, Balding JW, Regis D. Flossing behaviour in English adolescents. J

Clin Periodontol. 1998;25(4):291-6.

88. Stewart JE, Strack S, Graves P. Development of oral hygiene self-efficacy and

outcome expectancy questionnaires. . Community Dent Oral Epidemiol. 1997;25(5):337-42.

89. Lang NP, Cummings BR, Löe HA. Oral hygiene and gingival health in Danish dental

students and faculty. Community Dent Oral Epidemiol. 1977;5(5):237-42.

90. Quirynen M, Mongardini C, De Soete M, Pauwels M, Coucke W, Van Eldere J, et al.

The role of chlorhexidine in the one-stage full-mouth disinfection treatment of patients with

advanced adult periodontitis. . J Clin Periodontol. 2000;27(8):578-89.

91. Outhouse TL, Al-Alawi R, Fedorowicz Z, Keenan JV. Tongue scraping for treating

halitosis. Cochrane Database Syst Rev. 2006 (2).

92. Jönsson B, Lindberg P, Oscarson N, Öhrn K. Improve compliance and self-care in

patients with periodontitis - a randomized control trail. Int J Dent Hyg. 2006;4(2):77-83.

93. Zlatarić DK, Celebić A, Valentić-Peruzović M. The effect of removable partial

dentures on periodontal health of abutment and non-abutment teeth. J Periodontol. 2002

73(2):137-44.

94. Tomar SL, Astma S. Smoking-attributable periodontitis in the United States: Findings

from NHANES III national health and nutrition examination survey. J Periodontol.

2000;71(5):743-51.

95. Salvi GE, Carollo-Bittel B, Lang NP. Effects of diabetes mellitus on periodontal and

peri-implant conditions: update on associations and risks. J Clin Periodontol. 2008;35(8

):398-409.

96. Ryan ME, Carnu O, Kamer A. The influence of diabetes on the periodontal tissues. J

Am Dent Assoc. 2003;134(supl. 1):34-40.

97. Barr CE. Periodontal problems related to HIV-1 infection. Adv Dent Res.

1995;9(2):147-51.

98. Laine M. Effect of pregnancy on periodontal and dental health. Acta Odontol Scand.

2002;60(5):257-64.

99. Caton JG, Polson AM. The interdental bleeding index: a simplified procedure for

monitoring gingival health. Compend Contin Educ Dent. 1985;6(2):88-92.

100. Quigeley GA, Hein JW. Comparative cleansing efficiency of manual and power

brushing. J Am Dent Assoc. 1962;65:26-9.

101. Turseky S, Gilmore ND, Glickman I. Reduced plaque formation by the chloromethyl

analogue of vitamine C. J Periodontol. 1970;41(1):41-3.

102. Collins TF, Black TN, O'Donnell MW, Shackelford ME, Bulhack P. Teratogenic

potential of FD & C red no. 3 when given in drinking water. Food Chem Toxicol.

1993;31(3):161-7.

103. Nyman S, Bratthall D, Böhlin E. The Swedish dental health program for adults. Int

Dent J. 1984;34:130-4.

104. Loë H. The gingival index, the plaque index and the retention index systems. J

Periodontol. 1967;38(6):610-6.

Page 70: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

61

105. Ainamo J, Bay I. Problems and proposals for recording gingivitis and plaque. Int Dent

J. 1975;25(4):229-35.

106. Egelberg J. Oral Hygiene Methods The scientific way Malmö: OdontoScience; 1999.

p. 271-8.

107. Htoon HM, Peng LL, CY. H. Assessment criteria for compliance with oral hygiene:

application of ROC analysis. Oral Health Prev Dent. 2007;5(2):83-8.

108. Lang NP, MS. T. Periodontal risk assessment (PRA) for patients in supportive

periodontal therapy (SPT). Oral Health Prev Dent. 2003;1(1):7-16.

109. Theilade E, Wright WH, Börglum Jensen S, H L. Experimental gingivitis in man. II. A

longitudinal clinical and bacteriological investigation. . J Periodontal Res. 1966;1:1-13.

110. Chestnutt IG, Morgan MZ, Hoddell C, Playle R. A comparison of a computer-based

questionnaire and pesonal intervieuws in determining oral health-related behaviours.

Community Dent Oral Epidemiol. 2004;32(6):410-7.

111. Chestnutt IG, Reynolds K. Perceptions of how the Internet has impacted on dentistry.

Br Dent J. 2006;200(3):161–5.

112. Lim LP, Tay FB, Waite IM, DE. C. A comparison of 4 techniques for clinical

detection of early plaque formed during different dietary regimes. J Clin Periodontol.

1986;13(7):658-65.

113. Lang NP, Adler R, Joss A, S. N. Absence of bleeding on probing. An indicator of

periodontal stability. J Clin Periodontol. 1990;17(10):714-21.

114. Nilsen ES, Myrhaug HT, Johansen M, Oliver S, Oxman AD. Methods of consumer

involvement in developing healthcare policy and research, clinical practice guidelines and

patient information material. Cochrane Database Syst Rev. 2006(3).

115. Fetters MD, Ivankova NV, Ruffin MT, Creswell JW, D P. Developing a web site in

primary care. Fam Med. 2004;9(36):651-9.

116. Kelly A, Antonio AG, Maia LC, Luiz RR, Vianna RB, LE. Q. Reliability assessment

of a plaque scoring index using photographs. Methods Inf Med. 2008;47(5):443-7.

Page 71: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

62

Legenda:

door tailoring geleide navigatie

vrije navigatie

10 Bijlagen Bijlage 1: Stroomdiagram website en pagina‟s website

www.parodontoloog.info

tailoring mondhygiëne-instructies

Startpagina

Ziek en gezond

Ragers

Manueel poetsen

Keuze type tandenborstel

Elektrisch poetsen

Tandzijde

Keuze tandzijde

Keuze ragers

Keuze stokers

Stokers

Halitose

Kennistest

Uitnodiging test

Page 72: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

63

Printscreen van de pagina‟s van de website met de IHCA

De website is ook online te bezoeken op het adres www.parodontloog.info tevens kan de

website en haar elementen bekeken worden op de bijgeleverde CD-ROM.

Pagina website 1 Startpagina

Page 73: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

64

Pagina website 2 Oorzaak en gevolg

Page 74: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

65

Pagina website 3 Keuze elektrisch of manueel

Op deze pagina wordt er aan de patiënten de keuze aan geboden om of de instructies voor een

manuele tandenborstel te volgen of voor een elektrische

Page 75: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

66

Pagina website 4 Instructies elektrisch poetsen

Page 76: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

67

Pagina website 5 instructies manueel poetsen

Page 77: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

68

Pagina website 6 vraag voor keuze tandzijde

Page 78: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

69

Pagina website 7 instructies tandzijde

Page 79: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

70

Pagina website 8 vraag keuze voor ragers

Page 80: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

71

Pagina website 9 instructies ragers

Page 81: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

72

Pagina website 10 vraag keuze voor stokers

Page 82: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

73

Pagina website 11 instructies stokers

Page 83: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

74

Pagina website 12 tongrug hygiëne

Page 84: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

75

Pagina website 13 link naar de server met de vragen

Page 85: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

76

Bijlage 2:

Scoreformulier van de plaque en gingiva index volgens Silness en Loë.

Van dit score formulier werden twee versies gebruikt met blauwe kleurcodering en groene

kleurcodering voor respectievelijk de meting voor en een maand na de interventie.

Als geheugensteuntje werd er op de achterkant van de score kaarten een samenvatting van het

gebruik van de plaque en gingiva index gedrukt.

Plaque

Droog element zonder kleuring.

Score 0 De zone langs de gingiva rand is vrij van plaque.

Geen plaque aan de paro-sonde

Score 1 Met het blote oog geen plaque zichtbaar op het element.

Maar er zit wel plaque aan de paro-sonde

Score 2 Met het blote oog is er een dunne laag plaque zichtbaar.

Score 3 Er een zware accumulatie van plaque.

De interdentale ruimte zijn gevuld met plaque.

Gingivitis

Score 0 Voor de gezonde gingiva. Ze heeft een roze uiterlijk zit stevig rond de tand is licht gepit als een sinaasappel.

Score 1 Er is een lichte ontsteking. Er is een lichte kleur- en textuurverandering.

Bloedt niet wanneer we voorzichtig met de paro-sonde in de sulcus horizontaal langs de gingivarand strijken.

Score 2 Gingiva is ontstoken bloeding na de zelfde lichte beweging als hierboven.

De gingiva ziet er rood en glanzend uit.

Score 3 De gingiva is zwaar ontstoken. Ze bloedt spontaan, is rood, gezwollen en glanzend.

Page 86: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

77

Bijlage 3:

Eerste vragenlijst zoals aan de studenten aangeboden voor validatie van de vragen.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Geef bij de stellingen aan of ze goed of fout zijn door één bolletje te kleuren.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Als het tandvlees bloedt tijdens het poetsen moet ik op die

plekken niet meer poetsen.

O goed O fout

Gingivitis (bloedend tandvlees) wordt veroorzaakt door dat er

na een tijd slechte bacteriën in de tandplaque komen.

O goed O fout

Door zelf regelmatig tandplaque te verwijderen is het

ontstaan van bloedend tandvlees te voorkomen.

O goed O fout

Bij aanleg voor tandvleesproblemen heeft goed poetsen

weinig effect op de tandvleesproblemen.

O goed O fout

Ik kan tandsteen vorming onmogelijk voorkomen. O goed O fout

Tandplaque verwijderen kan ik niet zelf uitvoeren. O goed O fout

Het belangrijkste gevolg van tandvleesproblemen is de

afbraak van bot rond de tanden.

O goed O fout

Ik poets 2x daags. Hiermee doe ik het maximale voor een

goede mondhygiëne.

O goed O fout

Een hoeveelheid tandpasta ter grote van een erwt is

voldoende.

O goed O fout

Ik gebruik best een tandenborstel met zachte haren voor mijn

tanden

O goed O fout

Een tandenborstel verwijdert geen tandplaque tussen de

tanden.

O goed O fout

Bij het gebruik van tandzijde moet ik telkens de draad

verschuiven zodat ik tussen iedere tand een schoon stukje

draad gebruik.

O goed O fout

Ronde tandenstokers zijn beter dan driehoekige. O goed O fout

Bij het gebruik van een ragertje (= een soort borsteltje voor

tussen de tanden) is er altijd tandpasta nodig.

O goed O fout

Page 87: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

78

Houten tandenstokers zijn beter dan plastieken. O goed O fout

Het is aan te raden om een tandenstoker voor gebruik met

speeksel nat te maken.

O goed O fout

Door regelmatig een mondspoelmiddel te gebruiken kan ik

tandvlees problemen voorkomen.

O goed O fout

Door een stoker of rager te kantelen zal hij op sommige

plekken gemakkelijker passen.

O goed O fout

Door bij het bewegen van tandenstokers en ragers uit twee

richtingen te komen zullen ze meer tandplaque verwijderen.

O goed O fout

Duid het juiste antwoord aan, slechts een antwoord is goed.

Als u het niet weet vult u „‟weet het niet‟‟ in.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Hoe vaak poetst u uw tanden? O a) enkele malen per week

O b) 1x per dag

O c) 2x per dag

O d) meer dan 2x per dag

Hoe vaak zou u uw tanden moeten poetsen? O a) enkele malen per week

O b) 1x per dag

O c) 2x per dag

O d) meer dan 2x per dag

Hoe vaak gebruikt tandzijde of andere O a) nooit

middelen om tussen de tanden te reinigen? O b) enkele malen per week

O c) 1x per dag

O d) 2x per dag

O e) meer dan 2x per dag

Hoe vaak zou u tussen uw tanden moeten O a) nooit

reinigen? O b) enkele malen per week

O c) 1x per dag

O d) 2x per dag

O e) meer dan 2x per dag

Raadpleegde u ooit informatie over O a) Ja internet

tandvlees aandoeningen? O b) Ja informatie folder

O c) Ja mondeling tandarts

O d) Neen

O e) Pers

Page 88: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

79

Hoe lang moet u minimaal per poetsbeurt O a) 5 minuten

de tandenborstel gebruiken? O b) 3 minuten

O c) maakt niet uit

O d) 2 mintuten

O e) 10 minuten

Parodontitis is een O a) hart aandoening.

O b) ziekte waarbij de tanden langer

worden.

O c) ziekte waarbij het tandvlees bij het

poetsen bloedt

Een mondspoelmiddel O a) kan het poetsen vervangen.

O b) lost alle tandplaque op (door de

menthol)

O c) werkt ook onder het tandvlees

O d) is niet effectief genoeg in het

reinigen van de tanden

Het is het best voor mijn tandvlees om O a) een harde tandenborstel te

gebruiken.

O b) een zachte tandenborstel te.

gebruiken

O c) een medium tandenborstel te.

gebruiken

O d) maakt niet uit.

Bloedend tandvlees tijdens het poetsen O a) is normaal

O b) is het gevolg van een slechte

mondhygiëne

O c) mensen waar dit in de familie

voorkomt kunnen hier niks aan.

doen

O d) komt vooral door een verkeerde

voedingsgewoonte

Bij het flossen (gebruik van tandzijde) moet u O a) zo ver mogelijk zonder pijn met de

draad tussen tand en tandvlees

gaan

O b) nooit tot onder het tandvlees

komen

O c) nooit meer de 10 cm tandzijde

pakken voor een compleet gebit

Page 89: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

80

O d) de draad tussen de tanden laten

schieten.

Tandenstokers O a) die rond zijn verwijderen

gemakkelijk

voedselresten

O b) die driehoekig zijn verwijderen het

tandplaque efficiënt

O c) van plastiek nemen geen bacteriën

op.

Ik beweeg mijn tandenborstel O a) onder een hoek van 45º tot tegen

het tandvlees.

O b) en raak het tandvlees niet aan

anders dan gaat het bloeden

O c) met grote schrob bewegingen.

O d) maar een beetje ik poets elektrisch.

Als mij tandvlees bloedt wanneer ik poets O a) moet ik ophouden met poetsen en

een mondspoelmiddel gaan

gebruiken.

O b) moet ik doorgaan met poetsen

want het bloeden gaat na een

aantal dagen over.

Ik poets: O a) elektrisch.

O b) manueel.

De belangrijkste veroorzaker van halitose O a) vaak een maagprobleem

(slechte mondgeur) is O b) onbekend

O c) een plaque laag op de tong (witte

tong)

O d) het niet frequent gebruiken van

mondspoelmiddelen.

Page 90: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

81

Bijlage 4: Resultaten validatie vragenlijst.

De groen gearceerde percentages zijn deze boven de 95% en markeren de vragen die valide

genoeg zijn om op de vragenlijst van de patiënten te gebruiken. Daar waar “-----” staat is er

geen eenduidig goed antwoord mogelijk

Resultaten van de test onder 79 studenten na bezoek van de website

VRAGEN correct

1 Als het tandvlees bloedt tijdens het poetsen moet ik op die plekken niet meer poetsen. 96,2%

2 Tandsteen veroorzaakt parodontitis. 58,2%

3 Bloedend tandvlees noemen we gingivitis. 92,4%

4 Parodontitis wordt veroorzaakt door dat er na een tijd slechte bacteriën in de tandplaque

komen. 72,2%

5 Door zelf regelmatig tandplaque te verwijderen is het ontstaan van gingivitis en parodontitis te voorkomen. 97,5%

6 Bij aanleg voor tandvleesproblemen heeft goed poetsen weinig niet veel effect op de tandvleesproblemen. 97,5%

7 Ik kan tandsteen vorming onmogelijk voorkomen. 89,9%

8 Tandplaque verwijderen kan ik niet zelf uitvoeren. 96,2%

9 Het belangrijkste gevolg van parodontitis is de afbraak van bot rond de tanden. 97,5%

10 Ik poets 2x daags. Hiermee doe ik het maximale voor een goede mondhygiëne. 97,5%

11 Een hoeveelheid tandpasta ter grote van een erwt is voldoende. 98,7%

12 Ik gebruik best een tandenborstel met zachte haren voor mijn tanden 87,3%

13 Een tandenborstel verwijdert onvoldoende tandplaque tussen de tanden. 97,5%

14 Om alle tanden te flossen (= reinigen tussen de tanden) heb ik 40 cm tandzijde nodig 21,5%

15 Ronde tandenstokers zijn beter dan driehoekige. 97,5%

16 Bij het gebruik van een ragertje (= een soort borsteltje voor tussen de tanden) is er altijd tandpasta nodig. 98,7%

17 Houten tandenstokers zijn beter dan plastieken. 96,2%

18 Het is aan te raden om een tandenstoker voor gebruik met speeksel nat te maken. 92,4%

19 Door regelmatig een mondspoelmiddel te gebruiken kan ik tandvlees problemen

voorkomen. 89,9%

20 Hoe vaak poetst u uw tanden? ---------

21 Hoe vaak zou u uw tanden moeten poetsen? 63,3%

22 Hoe vaak flost u uw tanden of gebruikt u andere middelen om tussen de tanden te

reinigen ? ---------

23 Hoe vaak zou u tussen uw tanden moeten reinigen? 79,7%

24 Hoe lang moet u minimaal per poetsbeurt de tandenborstel gebruiken? 58,2%

25 Parodontitis is een......(vul aan) 36,7%

26 Een mondspoelmiddel 96,2%

27 Het is het best voor mijn tandvlees om 74,7%

28 Bloedend tandvlees tijdens het poetsen 98,7%

29 Bij het flossen moet u 77,2%

30 Tandenstokers 96,2%

31 Ik beweeg mijn tandenborstel 16,5%

32 Als mij tandvlees bloedt wanneer ik poets 98,7%

Page 91: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

82

Bijlage 5: Vragenlijst voor de start van de interventie

1e vragenlijst: invullen bij de 1e consultatie. -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Naam: Patiëntnummer:

Achternaam: Datum:

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Geef bij de stellingen aan of ze goed of fout zijn door één bolletje te kleuren.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Als het tandvlees bloedt tijdens het poetsen moet ik op die

plekken niet meer poetsen.

O goed O fout O weet het niet

Door zelf regelmatig tandplaque te verwijderen is het

ontstaan van bloedend tandvlees te voorkomen.

O goed O fout O weet het niet

Tandplaque verwijderen kan ik niet zelf uitvoeren. O goed O fout O weet het niet

Het belangrijkste gevolg van tandvleesproblemen is de

afbraak van bot rond de tanden.

O goed O fout O weet het niet

Ik poets 2x daags. Hiermee doe ik het maximale voor een

goede mondhygiëne.

O goed O fout O weet het niet

Een hoeveelheid tandpasta ter grote van een erwt is

voldoende.

O goed O fout O weet het niet

Een tandenborstel verwijdert geen tandplaque tussen de

tanden.

O goed O fout O weet het niet

Bij het gebruik van tandzijde moet ik telkens de draad

verschuiven zodat ik tussen iedere tand een schoon stukje

draad gebruik.

O goed O fout O weet het niet

O Ik gebruik geen tandzijde

Ronde tandenstokers zijn beter dan driehoekige. O goed O fout O weet het niet

OIk gebruik geen

tandenstokers

Bij het gebruik van een ragertje (= een soort borsteltje voor

tussen de tanden) is er altijd tandpasta nodig.

O goed O fout O weet het niet

O Ik gebruik geen ragertjes

Houten tandenstokers zijn beter dan plastieken. O goed O fout O weet het niet

OIk gebruik geen

tandenstokers

Page 92: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

83

Duid het juiste antwoord aan, slechts een antwoord is goed.

Als u het niet weet vult u „‟weet het niet‟‟ in.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Hoe vaak poetst u uw tanden? O a) enkele malen per week

O b) 1x per dag

O c) 2x per dag

O d) meer dan 2x per dag

O e) weet het niet

Hoe vaak flost u uw tanden of gebruikt u O a) nooit

andere middelen om tussen de tanden te O b) enkele malen per week

reinigen? O c) 1x per dag

O d) 2x per dag

O e) meer dan 2x per dag

Raadpleegde u ooit informatie over O a) Ja internet

tandvlees aandoeningen? O b) Ja informatie folder

O c) Ja mondeling tandarts

O d) Neen

O e) Pers

O f) weet het niet

Een mondspoelmiddel O a) kan het poetsen vervangen.

O b) lost alle tandplaque op (door de

menthol)

O c) werkt ook onder het tandvlees

O d) is niet effectief genoeg in het

reinigen van de tanden

O e) weet het niet

Bloedend tandvlees tijdens het poetsen O a) is normaal

O b) is het gevolg van een slechte

mondhygiëne

O c) mensen waar dit in de familie

voorkomt kunnen hier niks aan

doen.

O d) komt vooral door een verkeerde

voedingsgewoonte

O e) weet het niet

Page 93: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

84

Tandenstokers O a) die rond zijn verwijderen

gemakkelijk voedselresten

O b) die driehoekig zijn verwijderen het

tandplaque efficiënt

O c) van plastiek nemen geen bacteriën

op.

O e) weet het niet

Ik beweeg mijn tandenborstel O a) onder een hoek van 45º tot tegen

het tandvlees.

O b) en raak het tandvlees niet aan

anders dan gaat het bloeden

O c) met grote schrob bewegingen.

O d) maar een beetje ik poets elektrisch.

O e) weet het niet

Als mij tandvlees bloedt wanneer ik poets O a) moet ik ophouden met poetsen en

een mondspoelmiddel gaan

gebruiken.

O b) moet ik doorgaan met poetsen

want het bloeden gaat na een

aantal dagen over.

O e) weet het niet

De belangrijkste veroorzaker van halitose O a) vaak een maagprobleem

(slechte mondgeur) is O b) onbekend

O c) een plaque laag op de tong (witte

tong)

O d) het niet frequent gebruiken van

mondspoelmiddelen.

O e) weet het niet

Ik poets: (als u beiden gebruikt kiest u degene O a) elektrisch.

die u het meest gebruikt) O b) manueel.

Page 94: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

85

Bijlage 6: Vragenlijst na de interventie voor de controle groep

2e vragenlijst: invullen na mondhygiëneinstructies. -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Naam: Patiëntnummer:

Achternaam: Datum:

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Geef bij de stellingen aan of ze goed of fout zijn door één bolletje te kleuren.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Als het tandvlees bloedt tijdens het poetsen moet ik op die

plekken niet meer poetsen.

O goed O fout O weet het niet

Door zelf regelmatig tandplaque te verwijderen is het

ontstaan van bloedend tandvlees te voorkomen.

O goed O fout O weet het niet

Tandplaque verwijderen kan ik niet zelf uitvoeren. O goed O fout O weet het niet

Het belangrijkste gevolg van tandvleesproblemen is de

afbraak van bot rond de tanden.

O goed O fout O weet het niet

Ik poets 2x daags. Hiermee doe ik het maximale voor een

goede mondhygiëne.

O goed O fout O weet het niet

Een hoeveelheid tandpasta ter grote van een erwt is

voldoende.

O goed O fout O weet het niet

Een tandenborstel verwijdert geen tandplaque tussen de

tanden.

O goed O fout O weet het niet

Bij het gebruik van tandzijde moet ik telkens de draad

verschuiven zodat ik tussen iedere tand een schoon stukje

draad gebruik.

O goed O fout O weet het niet

O Ik gebruik geen tandzijde

Ronde tandenstokers zijn beter dan driehoekige. O goed O fout O weet het niet

OIk gebruik geen

tandenstokers

Bij het gebruik van een ragertje (= een soort borsteltje voor

tussen de tanden) is er altijd tandpasta nodig.

O goed O fout O weet het niet

O Ik gebruik geen ragertjes

Houten tandenstokers zijn beter dan plastieken. O goed O fout O weet het niet

OIk gebruik geen

tandenstokers

Ik zou graag nog eens rustig de informatie willen overlopen. O ja O neen

Ik zie het belang in van een goede mondhygiene. O ja O neen

Naast de informatie van mijn parodontoloog ben ik op zoek

gegaan naar meer informatie omtrent mijn tandvlees

problemen.

O ja O neen

Page 95: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

86

Duid het juiste antwoord aan, slechts een antwoord is goed.

Als u het niet weet vult u „‟weet het niet‟‟ in.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Hoe vaak poetst u uw tanden? O a) enkele malen per week

O b) 1x per dag

O c) 2x per dag

O d) meer dan 2x per dag

O e) weet het niet

Hoe vaak flost u uw tanden of gebruikt u O a) nooit

andere middelen om tussen de tanden te O b) enkele malen per week

reinigen? O c) 1x per dag

O d) 2x per dag

O e) meer dan 2x per dag

Raadpleegde u ooit informatie over O a) Ja internet

tandvlees aandoeningen? O b) Ja informatie folder

O c) Ja mondeling tandarts

O d) Neen

O e) Pers

O f) weet het niet

Een mondspoelmiddel O a) kan het poetsen vervangen.

O b) lost alle tandplaque op (door de

menthol)

O c) werkt ook onder het tandvlees

O d) is niet effectief genoeg in het

reinigen van de tanden

O e) weet het niet

Bloedend tandvlees tijdens het poetsen O a) is normaal

O b) is het gevolg van een slechte

mondhygiëne

O c) mensen waar dit in de familie

voorkomt kunnen hier niks aan

doen.

O d) komt vooral door een verkeerde

voedingsgewoonte

O e) weet het niet

Page 96: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

87

Tandenstokers O a) die rond zijn verwijderen

gemakkelijk voedselresten

O b) die driehoekig zijn verwijderen het

tandplaque efficiënt

O c) van plastiek nemen geen bacteriën

op.

O e) weet het niet

Ik beweeg mijn tandenborstel O a) onder een hoek van 45º tot tegen

het tandvlees.

O b) en raak het tandvlees niet aan

anders dan gaat het bloeden

O c) met grote schrob bewegingen.

O d) maar een beetje ik poets elektrisch.

O e) weet het niet

Als mij tandvlees bloedt wanneer ik poets O a) moet ik ophouden met poetsen en

een mondspoelmiddel gaan

gebruiken.

O b) moet ik doorgaan met poetsen

want het bloeden gaat na een

aantal dagen over.

O e) weet het niet

De belangrijkste veroorzaker van halitose O a) vaak een maagprobleem

(slechte mondgeur) is O b) onbekend

O c) een plaque laag op de tong (witte

tong)

O d) het niet frequent gebruiken van

mondspoelmiddelen.

O e) weet het niet

Ik poets: (als u beiden gebruikt kiest u degene O a) elektrisch.

die u het meest gebruikt) O b) manueel.

Page 97: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

88

Bijlage 7: Vragenlijst na de interventie voor de test groep

2e vragenlijst: invullen na bezoek website. -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Naam: Patiëntnummer:

Achternaam: Datum:

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Geef bij de stellingen aan of ze goed of fout zijn door één bolletje te kleuren.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Als het tandvlees bloedt tijdens het poetsen moet ik op die

plekken niet meer poetsen.

O goed O fout O weet het niet

Door zelf regelmatig tandplaque te verwijderen is het

ontstaan van bloedend tandvlees te voorkomen.

O goed O fout O weet het niet

Tandplaque verwijderen kan ik niet zelf uitvoeren. O goed O fout O weet het niet

Het belangrijkste gevolg van tandvleesproblemen is de

afbraak van bot rond de tanden.

O goed O fout O weet het niet

Ik poets 2x daags. Hiermee doe ik het maximale voor een

goede mondhygiëne.

O goed O fout O weet het niet

Een hoeveelheid tandpasta ter grote van een erwt is

voldoende.

O goed O fout O weet het niet

Een tandenborstel verwijdert geen tandplaque tussen de

tanden.

O goed O fout O weet het niet

Bij het gebruik van tandzijde moet ik telkens de draad

verschuiven zodat ik tussen iedere tand een schoon stukje

draad gebruik.

O goed O fout O weet het niet

O Ik gebruik geen tandzijde

Ronde tandenstokers zijn beter dan driehoekige. O goed O fout O weet het niet

OIk gebruik geen

tandenstokers

Bij het gebruik van een ragertje (= een soort borsteltje voor

tussen de tanden) is er altijd tandpasta nodig.

O goed O fout O weet het niet

O Ik gebruik geen ragertjes

Houten tandenstokers zijn beter dan plastieken. O goed O fout O weet het niet

OIk gebruik geen

tandenstokers

Ik ben van plan om nog eens de website te bezoeken. O ja O neen

Ik zie het belang in van een goede mondhygiene. O ja O neen

Naast de informatie op de website ben ik op zoek gegaan

naar meer informatie omtrent mijn tandvlees problemen.

O ja O neen

Page 98: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

89

Duid het juiste antwoord aan, slechts een antwoord is goed.

Als u het niet weet vult u „‟weet het niet‟‟ in.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Hoe vaak poetst u uw tanden? O a) enkele malen per week

O b) 1x per dag

O c) 2x per dag

O d) meer dan 2x per dag

O e) weet het niet

Hoe vaak flost u uw tanden of gebruikt u O a) nooit

andere middelen om tussen de tanden te O b) enkele malen per week

reinigen? O c) 1x per dag

O d) 2x per dag

O e) meer dan 2x per dag

Raadpleegde u ooit informatie over O a) Ja internet

tandvlees aandoeningen? O b) Ja informatie folder

O c) Ja mondeling tandarts

O d) Neen

O e) Pers

O f) weet het niet

Een mondspoelmiddel O a) kan het poetsen vervangen.

O b) lost alle tandplaque op (door de

menthol)

O c) werkt ook onder het tandvlees

O d) is niet effectief genoeg in het

reinigen van de tanden

O e) weet het niet

Bloedend tandvlees tijdens het poetsen O a) is normaal

O b) is het gevolg van een slechte

mondhygiëne

O c) mensen waar dit in de familie

voorkomt kunnen hier niks aan

doen.

O d) komt vooral door een verkeerde

voedingsgewoonte

O e) weet het niet

Page 99: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

90

Tandenstokers O a) die rond zijn verwijderen

gemakkelijk voedselresten

O b) die driehoekig zijn verwijderen het

tandplaque efficiënt

O c) van plastiek nemen geen bacteriën

op.

O e) weet het niet

Ik beweeg mijn tandenborstel O a) onder een hoek van 45º tot tegen

het tandvlees.

O b) en raak het tandvlees niet aan

anders dan gaat het bloeden

O c) met grote schrob bewegingen.

O d) maar een beetje ik poets elektrisch.

O e) weet het niet

Als mij tandvlees bloedt wanneer ik poets O a) moet ik ophouden met poetsen en

een mondspoelmiddel gaan

gebruiken.

O b) moet ik doorgaan met poetsen

want het bloeden gaat na een

aantal dagen over.

O e) weet het niet

De belangrijkste veroorzaker van halitose O a) vaak een maagprobleem

(slechte mondgeur) is O b) onbekend

O c) een plaque laag op de tong (witte

tong)

O d) het niet frequent gebruiken van

mondspoelmiddelen.

O e) weet het niet

Ik poets: (als u beiden gebruikt kiest u degene O a) elektrisch.

die u het meest gebruikt) O b) manueel.

Page 100: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

91

Bijlage 8: Enquête rond de invloed van informatie die patiënten van het internet halen op de

communicatie tussen de arts en de patiënt.

Hoe vaak heeft u een patiënt in de stoel die praat over tandheelkundige informatie gevonden op het internet? O Meer dan eens per week O Eens per week O 2 a 3 maal per maand O Eens per maand O Minder dan eens per maand O Nooit

Indien er patiënten vragen stelde naar aanleiding van op het op internet gevonden informatie over welk onderwerp ging dit dan het meest rangschik nr. 1 tm 6 in volgorde van veel naar weinig voorkomend. 1 Initiële parodontale therapie Nr. _______________________________ 2 Mondhygiëne 3 Implantaten 4 Esthetische behandelingen 5 Orale tumoren en afwijkingen. 6 Prothetiek

Geef bij elke stelling uw mening door een vakje aan te kruisen.

helemaal eens

eens neutraal oneens helemaal oneens

Voor de patiënt is het internet een goede informatie bron.

Voor de patiënten zijn websites van praktijken of ziekenhuizen handig om consultatie-uren en contact informatie te vinden.

Voor de patiënten zijn websites van praktijken of ziekenhuizen handig om informatie rond behandelingen en zelfzorg te vinden.

Door dat patiënten op internet informatie vinden vragen ze naar complexere behandelingen.

Patiënten vragen naar voor hen niet toepasbare behandelingen door informatie gevonden op het internet.

Patiënten kunnen informatie gevonden op het internet verkeerd interpreteren.

Het is vervelend om tijd vrij te maken om met patiënten te praten over informatie die ze op internet hebben gevonden.

Het internet is een bedreiging voor de artspatiënt relatie

Ik kan patiënten naar voor hen geschikte websites verwijzen.

Page 101: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

92

Eigen websites

Heeft uw praktijk een eigen website? O ja O nee

Indien uw praktijk een eigen website heeft, biedt O ja O nee die ook informatie rond mondhygiëne en behandelingen Ik heb een aantal adressen van websites waar ik patiënten naar kan doorverwijzen. O ja O nee

Bedankt voor het invullen van deze enquête u kunt hem in de voorgefrankeerde

envelop retour zenden.

Door deze enquête retour te zenden stem u in dat u kennis genomen heeft van en geen bezwaar maakt op de voorwaarde onderaan de

begeleidende brief.

Page 102: Het effect van online versus mondelinge · 2012-03-14 · Academiejaar 2010 – 2011 Het effect van online versus mondelinge “patiënteninformatie over mondhygiëne” op de plaque-index

93