Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectif

9
Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectif Klas 3

Transcript of Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectif

Page 1: Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectif

Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectif

Klas 3

Page 2: Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectif

Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectifHet bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord.

In het Frans moet je ervoor zorgen dat het bijvoeglijk naamwoord en het zelfstandig naamwoord van hetzelfde “geslacht” zijn.

Kortom: is het zelfstandig naamwoord vrouwelijk enkelvoud, dan moet het bijvoeglijk naamwoord dat ook worden.

De twee onderdelen die we gaan behandelen zijn:

de plek

de vorm

Page 3: Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectif

Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectifDe plek

Het bijvoeglijk naamwoord komt in het Frans ACHTER het zelfstandig naamwoord.

La voiture verte – de groene auto

Er zijn 12 uitzonderingen, deze komen VOOR het zelfstandig naamwoord.

La belle voiture – de mooie auto

Leer deze uitzonderingen uit je hoofd!

Page 4: Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectif

Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectifDe uitzonderingen:

+ alle rangtelwoorden (premier, deuxième etc.)

Frans Nederlands Frans Nederlands

Beau Mooi Jeune Jong

Bon Goed, lekker Mauvais Slecht

Joli Leuk, mooi Haut Hoog

Grand Groot Long Lang

Gros Dik Vieux Oud

Petit Klein Nouveau Nieuw

Page 5: Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectif

Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectifDe vorm

Om het bijvoeglijk naamwoord hetzelfde te maken als het zelfstandig naamwoord, plak je extra letters achter het bijvoeglijk naamwoord

La chaise / vert

LA chaise = vrouwelijk enkelvoud

Vert + e

La chaise verte

Zelfstandig naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

Mannelijk enkelvoud -

Vrouwelijk enkelvoud +e

Mannelijk meervoud +s

Vrouwelijk meervoud +es

Page 6: Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectif

Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectifDe vorm – de uitzonderingen

Als het bijvoeglijk naamwoord op bepaalde letters eindigt mag je er niet zomaar de letters aan vast plakken.

Mannelijk enkelvoud Vrouwelijk enkelvoud

- On (bon) - Onne (bonne)

- Et (violet) - Ette (violette)

- Eux (heureux) - Euse (heureuse)

- F (sportif) - Ve (sportive)

- Er (cher) - Ère (chère)

- S (gros) - Sse (grosse)

Page 7: Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectif

Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectifDe vorm – de uitzonderingen

Er zijn ook nog een aantal uitzonderingen die je uit je hoofd moet leren.

Mannelijk enkelvoud

Vrouwelijk enkelvoud

Mannelijk meervoud

Vrouwelijk meervoud

Beau Belle Beaux Belles

Vieux Vieille Vieux Vieilles

Nouveau Nouvelle Nouveaux Nouvelles

Long Longue Longs Longues

Blanc Blanche Blancs Blanches

Page 8: Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectif

Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectifÀ toi maintenant!

Maak de onderstaande oefening in je schrift. Laat het controleren als je er mee klaar bent.

• les cheveux (m) / noir

• la fille / grand

• la femme / vieux

• l’homme (m) / gros

• les sœurs (v) / joli

Als je nog extra wilt oefenen, maak dan de volgende 5 zinnen op de volgende dia.

Page 9: Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectif

Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectifÀ toi maintenant!

• les livres (m) / intéressant

• un papillon / rose

• la note / bon

• les garçons / heureux

• l’aventure (v) / dangereux