HET BEZOEK VAN PRINS WILLEM V EN ZIJNE GEMALIN MET...

11
HET BEZOEK VAN PRINS WILLEM V EN ZIJNE GEMALIN MET PRINS HENDRIK VAN PRUISSEN AAN ROTTERDAM OP 29 AUGUSTUS 1768 *) DOOR PROF. DR. J. G. SLEESWIJK REDERIK de Groote, wien het huwelijk geen geluk noch kinderzegen had geschonken, had eene schier va- derlijke genegenheid opgevat voor zijn nicht Frederika Sophia Wilhelmina, dochter van zijn op nog jeugdigen leef- tijd overleden broeder August Willem. Hij stelde er dus prijs op, dat zij een goed huwelijk zou doen, waarbij hij in- derdaad in de eerste plaats haar persoonlijk geluk beoogde. In onzen jongen Stadhouder Willem V, die in 1766 op acht- tienjarigen leeftijd meerderjarig was verklaard, meende Frederik een goeden echtgenoot voor haar te hebben ge- vonden. Op 4 October van het volgend jaar vond te Berlijn de inzegening der verbintenis plaats en de vrouw, die Willem V naar Holland geleidde, werd onze later zoo populaire „Willemijntje". Dadelijk ontwikkelt zich een levendige correspondentie tusschen oom en nicht. Reeds in een brief van Frederik van 1 November 1767 vinden wij de belofte:, Je oude oom zal je op het Loo komen bezoeken*'. En hij heeft woord gehouden; op 13 Juni van het volgend jaar kwam hij via Wesel op het buitengoed aan, waar hij - Frederik had nooit lang rust - slechts twee dagen vertoefde. Maar uit de daarop gevolgde briefwisseling blijkt wel, hoezeer beiden van deze ontmoeting hebben genoten. Ook met kleine geschenken werd de vriend- schap onderhouden: in een hartelijk schrijven van 20 Juli bedankt Frederik zijn nicht voor de „voortreffelijke harin- gen" die zij hem, reeds spoedig na zijn terugreis, had ge- zonden. 1) Aan Dr. E. Wiersum te Rotterdam en Prof. Dr. B. Volz te Pots- dam ben ik dank verschuldigd voor het archiefmateriaal, hetwelk zij te mijner beschikking stelden. Men zie voorts: /e Mainfr'enrfrai II, Leiden, A. W. Sijthoff, blz. 215 e. v. en Volz, -4us der Zei* Friedricfo des Grossen, Gotha, F. A. Perthes, blz. 64 e.v. i 129

Transcript of HET BEZOEK VAN PRINS WILLEM V EN ZIJNE GEMALIN MET...

Page 1: HET BEZOEK VAN PRINS WILLEM V EN ZIJNE GEMALIN MET …rjb.x-cago.com/GARJB/1924/12/19241231/GARJB... · tusschen oom en nicht. Reeds in een brief van Frederik van 1 November 1767

HET BEZOEK VAN PRINS WILLEM V ENZIJNE GEMALIN MET PRINS HENDRIK

VAN PRUISSEN AAN ROTTERDAMOP 29 AUGUSTUS 1768 *)

DOOR PROF. DR. J. G. SLEESWIJKREDERIK de Groote, wien het huwelijk geen geluknoch kinderzegen had geschonken, had eene schier va-

derlijke genegenheid opgevat voor zijn nicht FrederikaSophia Wilhelmina, dochter van zijn op nog jeugdigen leef-tijd overleden broeder August Willem. Hij stelde er dus

prijs op, dat zij een goed huwelijk zou doen, waarbij hij in-derdaad in de eerste plaats haar persoonlijk geluk beoogde.In onzen jongen Stadhouder Willem V, die in 1766 op acht-tienjarigen leeftijd meerderjarig was verklaard, meendeFrederik een goeden echtgenoot voor haar te hebben ge-vonden. Op 4 October van het volgend jaar vond te Berlijnde inzegening der verbintenis plaats en de vrouw, die WillemV naar Holland geleidde, werd onze later zoo populaire„Willemijntje".

Dadelijk ontwikkelt zich een levendige correspondentietusschen oom en nicht. Reeds in een brief van Frederik van1 November 1767 vinden wij de belofte:, Je oude oom zal jeop het Loo komen bezoeken*'. En hij heeft woord gehouden;op 13 Juni van het volgend jaar kwam hij via Wesel op hetbuitengoed aan, waar hij - Frederik had nooit lang rust -slechts twee dagen vertoefde. Maar uit de daarop gevolgdebriefwisseling blijkt wel, hoezeer beiden van deze ontmoetinghebben genoten. Ook met kleine geschenken werd de vriend-schap onderhouden: in een hartelijk schrijven van 20 Julibedankt Frederik zijn nicht voor de „voortreffelijke harin-gen" die zij hem, reeds spoedig na zijn terugreis, had ge-zonden.

1) Aan Dr. E. Wiersum te Rotterdam en Prof. Dr. B. Volz te Pots-dam ben ik dank verschuldigd voor het archiefmateriaal, hetwelk zijte mijner beschikking stelden. Men zie voorts: /e Mainfr'enrfrai II,Leiden, A. W. Sijthoff, blz. 215 e. v. en Volz, -4us der Zei* Friedricfodes Grossen, Gotha, F. A. Perthes, blz. 64 e.v.

i 129

Page 2: HET BEZOEK VAN PRINS WILLEM V EN ZIJNE GEMALIN MET …rjb.x-cago.com/GARJB/1924/12/19241231/GARJB... · tusschen oom en nicht. Reeds in een brief van Frederik van 1 November 1767

Prinses Wilhelmina was als jong meisje blijkbaar de lieve-ling van de familie geweest. Ook haar oom Hendrik, de inde geschiedenis meest bekende der broeders van den oudenFrits, had een zwak voor zijn nichtje. Toen de Koning nuvan zijn Nederlandsche reis terugkwam en er blijkbaar nietsdan goeds van vertelde, kon Prins Hendrik de verleidingniet weerstaan en reeds vóór het einde van Juli vertrok hijnaar Holland. Maar hij, die niet werd geplaagd door de tal-looze beslommeringen der Pruissische staatszaken, kon aanzijn verblijf hier te lande meer tijd besteden. Den 6en Augus-tus kwam hij op het Huis ten Bosch aan, waar hij de gast wasvan het Stadhouderlijk echtpaar; hij bleef in ons land toteind September en keerde via Antwerpen en Brussel naarPruissen terug.

Tijdens zijn buitenlandsch verblijf hield Prins Hendrikden Koning op de hoogte van hetgeen hij hier zag en be-leefde, en Frederik liet niet na hem daarop te antwoorden.Een zevental brieven van Hendrik worden in het Pruis-sische Geh. Staatsarchief te Berlijn bewaard. Ik zal mij in ditopstel beperken tot het citeeren van een gedeelte uit denderden brief, dat betrekking heeft op een bezoek aan Rotter-dam. Ik moge hier nog slechts aanstippen, dat Prins Hen-drik te Utrecht een militaire parade bijwoonde, dat hij degast was van de Bentincks, de Fagels en de Duivenvoordes,dat hij voorts Hellevoetsluis, den Briel, Amsterdam, Zaan-dam, Broek, Delft en Bergen op Zoom heeft bezocht endat hij van Amsterdam uit een zeiltocht naar Texel heeftgemaakt. Hij geeft zijn oogen en ooren goed den kost, maakttalrijke opmerkingen over personen en zaken en hij steltblijkbaar levendig belang in alles, wat hij ziet, vooral dekunstschatten en de zee. Hij is ook in 't bijzonder getroffendoor de welvarendheid der bevolking.

Thans echter moeten wij overgaan tot het onderwerp vandit opstel.

Eigenlijk is Prins Hendrik tijdens zijn verblijf in Hollandtweemaal te Rotterdam geweest. Den eersten keer was hetechter slechts een doorreis. De Rotterdamsche Courant van16 Augustus 1768 vermeldt daaromtrent het volgende:

130

Page 3: HET BEZOEK VAN PRINS WILLEM V EN ZIJNE GEMALIN MET …rjb.x-cago.com/GARJB/1924/12/19241231/GARJB... · tusschen oom en nicht. Reeds in een brief van Frederik van 1 November 1767

„Rotterdam den 15 Augustus. Eergisteren morgen kwamzijne DoorL Hoogheid de Heer Prins Erf-Stadhouder ophet alleronverwagst in deze stad. Zijne Hoogheit was verzeldvan den Prins Hendrik van Pruissen en eenige Edellieden,zittende in 3 koetsen met 6 paarden bespannen. Zijne Hoog-heid kwam de Delffsche Poort inrijden, reed door de Wage-straat, over de Hoogstraat, Groote Markt, Westnieuwland,hielt voor de Beurs een weinig stil, en reed vervolgens langsde Geldersekaai, de Boompjes en Leuvehaven, en nam dusden weg naar de Schiedamsche Poort, om verder de reizeover Delfshaven, Schiedam, Vlaardingen en Maassluis naarHonsholredijk voort te zetten".

De aanleiding tot het kort daarop volgende werkelijkebezoek aan de Maasstad was . . . de Rotterdamsche kermis!Dit klinkt ons ietwat vreemd; maar in vroeger eeuwen wasde jaarlijksche kermis eene openbare vermakelijkheid, waar-aan jong en oud en hoog en laag deelnam en waaraan ookvorstelijke personen zich niet onttrokken. Ik herinner aaneen tweetal schilderijen, welke in September jl. op de Oranje-Nassau Tentoonstelling te 's-Gravenhage aanwezig waren,beide werken van A. Pz. van der Venne. Het eene (uit hetRijksmuseum) stelt voor een bezoek van Prins Maurits metzijn broeder Frederik Hendrik aan de kermis te Rijswijk;op het andere bezoeken Prins Willem II en Henriëtte Mariade Haagsche kermis op het Buitenhof. En in een feuilletonin de Nieuwe Rotterd. Ct. van 10 Dec. 1919 heeft de heerS. Kalff eraan herinnerd, dat ook Willem III als koning vanEngeland, te midden van de pracht van Hampton Court,nog meermalen naar dat volksfeest terugverlangde. In Huy-gens' Journaal toch leest men: „10 Mei 1689. Naermiddachsbij de Coningh wesende, die mij werck gaff tegens de post,seijde hij: „Het is warm weer; het is nu Haegsche kermis.O, dat men nu soo, gelijck een vogel door de lucht, eenskonde overvliegen! lek gaff er wel hondert duysent gld. om".

En zoo was de Rotterdamsche kermis van Augustus 1768ook de aanleiding tot het bezoek van het toenmalig Stad-houderlijk echtpaar met hun Duitschen gast. Wat er in devoorafgaande week ter voorbereiding van dit bezoek doorde bestuurderen dezer stad alzoo werd behandeld, leeren ons.

131

Page 4: HET BEZOEK VAN PRINS WILLEM V EN ZIJNE GEMALIN MET …rjb.x-cago.com/GARJB/1924/12/19241231/GARJB... · tusschen oom en nicht. Reeds in een brief van Frederik van 1 November 1767

de notulen der schier dagelijksche vergaderingen van Hee-ren Burgemeesteren•

In die van 24 Augustus, waar de heeren Meyners, Cos-sart en Bichon aanwezig waren, deelde de laatste mede, datBurgemeester De Groot, in Den Haag zijnde, van den stad-houder had vernomen, dat deze voornemens was met PrinsHendrik van Pruissen in de volgende week i n c o g n i t oRotterdam te bezoeken, „bij haar Edel Mogenden de heerenvan de admiraliteit op de werf te eeten en een tourtje op dekermis te doen". De burgemeesters-vergadering was vanmeening dat, hoezeer bleek, „dat zijne doorlugtigste Hoog-heyd bij desselys arrivement alhier, geen de minste ceremo-nie of eerbewijsingen van wegens de Regering deser stadgelievde te ontfangen, nogthans de voorsigtigheyd vorderde,om zoo veel het in het vermogen van heeren Burgemeesterenis, zorge te dragen, dat voor de veiligheyd van den persoonvan zijne doorlugtigste Hoogheyd en hoog aanzienlijk ge-selschap eenige mesures wierden genomen". Dies werd aande onderschouten en hun ondergeschikt personeel opge-dragen, „om allen aandrang en allerley soort van onordente-lijkheyd te weeren, en te zorgen, dat geen de alderminsteonaengenaemheyd aan zijne doorlugtigste Hoogheyd ofhoogstdesselvs geselschap werde toegebragt".

Men vermoedde wel, dat eenige afzetting van het terreinder admiraliteit wenschelijk zou blijken. Hoe het stads-bestuur ten deze aan zijne rechten vasthield, moge blijkenuit de volgende aanhaling: „Dat voorts bijaldien door haerEd. Mog. (nl. de admiraliteit) aan Burgemeesteren verzoekmogte werden gedaen, om op het territoir van dese stad bij's lands werf eenige staketsels te slaen, zulks zal worden ge-accordeert, mits daardoor niet zal werden verstaen eenige dealderminste atteinte aan de jurisdictie deser stad te zijn toe-gebragt".

In de vergadering van Burgemeesteren van den volgendendag (25 Aug.) verscheen de heer Abraham Gevers, oud-burgemeester van Rotterdam, zitting hebbende in het collegeder admiraliteit. Namens genoemd college deelde hij de aan-staande komst van den Stadhouder, diens Gemalin en PrinsHendrik van Pruissen mede. Hij verzocht, „de nodige adsis-

132

Page 5: HET BEZOEK VAN PRINS WILLEM V EN ZIJNE GEMALIN MET …rjb.x-cago.com/GARJB/1924/12/19241231/GARJB... · tusschen oom en nicht. Reeds in een brief van Frederik van 1 November 1767

tentie van de bediendens der justitie tot wering van alleconfusie". Voorts vroeg de heer Gevers om de boven-bedoelde staketsels, om eenige ordemaatregelen voor hetverkeer te water, benevens om gelegenheid tot stalling vande paarden der koetsen van het vorstelijk gezelschap. Hijdrukte verder nog de bijzondere spijt der admiraliteit uit,dat men Heeren Burgemeesteren niet bij den maaltijd konnoodigen, aangezien er in het daartoe bestemde vertrekslechts een tafel van niet meer dan dertig couverts kon wor-den gedekt» Van de zijde der Burgemeesters werd hieropgeantwoord, dat men reeds van het aanstaande incognito-bezoek der vorstelijke personen op de hoogte was, dat dePrins wel is waar „geen honeurs of ceremonie gelievde teontfangen", maar dat men toch „eenige mesures" wildenemen. In overleg met den heer Gevers werd voorloopigbepaald, dat op den dag van aankomst de onderschouten„benevens derselver bediendens der justitie** des morgensom 10 uur aan 's lands werf present zouden zijn. Voorts ver-kreeg de admiraliteit toestemming, om voor 's lands werf opden grond van de stad de noodige staketsels te laten aan-brengen, echter onder uitdrukkelijk voorbehoud omtrent dejurisdictie der stad, gelijk den vorigen dag ter vergaderingwas besloten. Ten aanzien van de gevraagde beperking vanhet verkeer te water in de buurt van 's lands werf zou denoodige orde worden gesteld. De zorg voor de paarden konechter niet van Burgemeesteren worden gevergd. Dezediende de admiraliteit (bij welke het vorstelijk gezelschapimmers op bezoek kwam) op zich te nemen, evenals bijvorige dergelijke gelegenheden Heeren Bewindhebbers derO.-I. Compagnie zulks ook hadden gedaan. Voor de ver-ontschuldiging ten slotte, dat Heeren Burgemeesterenwegens de beperkte ruimte niet ter maaltijd konden wordengenoodigd, toonden dezen zich volkomen toegankelijk; zijbegrepen, „dat er geen valider excuus konde werden ge-allegeert en vervolgens haer Ed. Mog. voor desselvs attentiein desen bedankten".

In de burgemeestersvergadering van 27 Augustus warende onderschouten ontboden. Zij kregen den last, om opMaandag 29 Augustus, des morgens om 10 uur, met hun

133

Page 6: HET BEZOEK VAN PRINS WILLEM V EN ZIJNE GEMALIN MET …rjb.x-cago.com/GARJB/1924/12/19241231/GARJB... · tusschen oom en nicht. Reeds in een brief van Frederik van 1 November 1767

personeel voor 's lands werf aan het einde van het Haring-vliet aanwezig te zijn, om „allen aandrang en onordentelijk-heden op het kragtigste te weeren en zijne Hoogheyd enverdere hoogstdesselvs geselschap alomme te versellen"* Debouwmeester der stad kreeg de opdracht zorg te dragen,„dat den boom voor het Boeregad s' maendags zal blijven ge-sloten en de schuitjes binnen de voornoemde boom leggendewerden weggehaelt".

De gewichtige dag naderde en zelfs op Zondag den 28enkwamen Burgemeesteren nog bijeen. In deze vergaderingwaren mede aanwezig de heeren Denick en Van der Heim,fiscaal en secretaris van het „Collegie ter Admiraliteyt", diemededeelden, dat er in het oorspronkelijke plan iets wasgewijzigd, in dier voege dat het hooge gezelschap „met hetbinnenjagt aan den aenslag buiten de Delfse Poort zouwdeaanlanden en aldaer in koetsen treden om een tourtje doorde stad te doen, in plaetse dat haere Hoogheden met het jagtdoor de ótad zouwden varen na de werf van de admiraliteyt".

Nadat was overeengekomen dat de bruggen zouden wor-den gesloten, werd er wederom over de te treffen politie-maatregelen beraadslaagd - men was blijkbaar zeer bevreesdvoor „onordentelijkheden en confusie". De heeren van deadmiraliteit verzochten, „dat de twaalff sergeanten van deBurgercompagnie wierden gelast zigh ter plaetsen van hetarrivement van hare Hoogheden te laten vinden, en hoogst-deselven door dese stad te versellen".

In het antwoord van Burgemeesteren klinkt daarop eenietwat geprikkelde toon. Wij willen (zoo heet het ongeveer inde notulen) gaarne alles doen om voor „de dierbare per-sonen van hare Hoogheden" te zorgen. Wij hebben dit ge-toond, door alles wat de heeren van de admiraliteit bij mondevan den heer Gevers ons hebben gevraagd, niet alleen ter-stond toe te staan, maar ook doordat wij reeds bij voorbaatallerlei maatregelen hadden getroffen. Ten opzichte van het-geen men thans weer verlangt doen zich „verscheiden in-convenienten en swarigheden" voor. Immers, de Prins komti n c o g n i t o , zoodat er geen aanleiding is voor „verschul-digde ceremonie off eerbewijsingen van Stadsweegen".Bovendien is het thans Zondag en morgenochtend komt

134

Page 7: HET BEZOEK VAN PRINS WILLEM V EN ZIJNE GEMALIN MET …rjb.x-cago.com/GARJB/1924/12/19241231/GARJB... · tusschen oom en nicht. Reeds in een brief van Frederik van 1 November 1767

zijne Hoogheid reeds aan, zoodat er geen tijd is voor hettreffen van nieuwe maatregelen. Voorts kunnen wij in dezeniet voltallige vergadering (waar slechts twee van de vierburgemeesters aanwezig waren) niet terugkomen op vroegerebesluiten. Daarbij komt, dat het bestellen van de twaalf ser-geanten van de burgercompagnie een bedenkelijk novum is,dat zelfs zeer onaangename gevolgen zou kunnen hebben (?).Indien men echter de hulp van alle „bediendens van dejustitie" nog niet voldoende acht, dan zijn wij burgemeesters,bereid, daaraan nog toe te voegen „den Commandeur van deHellebaerdiers en onderhorige manschap".

Het was waar: de a d m i r a l i t e i t ontving het vorste-lijk bezoek en de s t a d werd incognito gepasseerd. En ter-wijl men alle mogelijke veiligheids- en ordemaatregelen vanburgemeesteren verlangde, werden dezen niet eens aan denofficieelen maaltijd genoodigd!

Men ging uiteen in de hoop op nader bericht omtrent hetjuiste uur van aankomst van het hooge gezelschap. Aan-gezien burgemeester De Groot dien avond uit den Haagwerd terugverwacht, besloot men den volgenden ochtendom negen uur nogmaals te vergaderen, om dan de laatstemaatregelen te kunnen treffen.

In deze Maandagochtend-vergadering was inderdaadburgemeester De Groot ook aanwezig. Hij deelde mede, dathij, Zondagnamiddag in de stad teruggekeerd zijnde, denheer Van der Heim had opgezocht, dien hij niet thuis, maarmet andere heeren aan de admiraliteit had aangetroffen endat hij daar het volgende had vernomen. Zijne Hoogheid zouom acht uur met het binnenjacht van Delft vertrekken, teRotterdam aan de oostzijde van de Heul aan land stappen envervolgens met koetsen de Goudsche poort door en directnaar 's lands werf rijden. De heeren hadden hem (De Groot)verzocht, om een onderschout met zes gerechtsdienaars omnegen uur ter plaatse aan de Heul te willen bestellen, opdathet aan land stappen en in de koetsen stijgen „op een be-tamelijke en gemakkelijke wijse" zou kunnen geschieden.Daarna moesten de onderschout en zijn dienaars zich langsden kortsten weg naar 's lands werf begeven. Verder hadmen verzocht, dat de Commandeur van de hellebaardiers

135

Page 8: HET BEZOEK VAN PRINS WILLEM V EN ZIJNE GEMALIN MET …rjb.x-cago.com/GARJB/1924/12/19241231/GARJB... · tusschen oom en nicht. Reeds in een brief van Frederik van 1 November 1767

met zijne manschappen zich zou opstellen aan het einde vanhet Haringvliet, om aldaar de orde te handhaven, en voortsom samen met de onderschouten en gerechtsdienaars hethooge gezelschap „alomme door dese stad te versellen".„Dat voorts de noodige voorsieninge mogte werde gedaen,dat de beurs niet mogte werde gesloten, om bijaldien hareHoogheden genegen mogten sijn op de beurs te gaen, daertoede bequame gelegentheyt wierde gegeven".

Burgemeester De Groot voegde hieraan toe, dat hij, vanden heer Van der Heim vernomen hebbende, wat er in devergadering van Zondag was behandeld, geen bezwaren hadgemaakt, deze verzoeken toe te staan en tevens de noodigeorders had gegeven, opdat een en ander aldus zou geschie-den. Dank zij de activiteit van den heer De Groot kon dusalles vlot van stapel loopen. Ten slotte werd nog „aan allende bediendens van de bruggens in de buitenstad" een spoed-boodschap gezonden, de bruggen tot drie uur gesloten tehouden, ze daarna tot half vijf te openen en ze dan weer tesluiten tot na het vertrek van het vorstelijk gezelschap.

Aldus waren nog tijdig alle noodige maatregelen getroffen.Laat ons thans zien, hoe het vorstelijk bezoek van stapelliep. In de Rotterdamsche Courant van 30 Augustus lezenwij daaromtrent het volgende verslag:

„Rotterdam den 29 Augustus. Heden hebben hunneHoogheden de Prins Hendrik van Pruissen, benevens dePrins Erf-Stadhouder en Hoogstdeszelfs Gemalinne dezeStad met hunne tegenwoordigheid vereerd. Deze VorstlijkePersonen, omtrent half 11 uren, met een Binnejagt, aan deStad genaderd zijnde, stapten met hun gevolg op de Schieuit hetzelve in verscheiden aldaar gereed staande koetzenen reden door de Stad naar de Admiraliteits Werf, alwaarhet Hoog Gezelschap door de Leden van den Raad (Collegevan de Admiraliteit), verzeld met hunne Vrouwen, ver-welkomt werd. Na aldaar eenigen tijd vertoefd te hebben,gingen de beide Prinsen, met de Heeren van den Raad enhun aanzienlijk gevolg, het onlangs nieuw gebouwd en voorde Werf leggende oorlogschip de Thetis bezigtigen. Kortdaarna reed het hoog gezelschap in een trein van ver-scheiden koetzen naar de Groote Markt, alwaar hetzelve

136

Page 9: HET BEZOEK VAN PRINS WILLEM V EN ZIJNE GEMALIN MET …rjb.x-cago.com/GARJB/1924/12/19241231/GARJB... · tusschen oom en nicht. Reeds in een brief van Frederik van 1 November 1767

uitgetreden zijnde, eene wandeling door de kermis deet, enzich vervolgens naar het huis van den Heer Bisschop *) opde Leuvehaven begaf en aldaar dat gedeelte van het kabinetschilderijen en andere fraaiheden van dien Heer, welken indat huis bewaard worden, bezigtigde. Omtrent 4 uren redenhunne Hoogheden naar 's Lands Werf terug, alwaar Hoogst-dezelven pragtig ter maaltijd onthaald werden. Het vertrek,waarin hunne Hoogheden spijsden, uitzigt op de Maashebbende, waren tot vermaak van deze Vorstlijke personeneen groot getal Jagten, zoo kleine als groote, alle rijklijk metvlaggen en wimpels vercierd, agter gemelde AdmiraliteitsWerf gelegd: ook waren verscheiden koopvaardijschepen, uitde havens, voor de stad op stroom gehaald, waarbij zich nogeen menigte kleine vaartuigen gevoegd hadden, hetgeeneene geheele vloot vertoonde en een allerfraaist gezigt uit-leverde. Van de overkomst hunner Hoogheden tot derzelververtrek werd gestadig uit de jagten geschoten, hetwelk doorde andere schepen telkens gevolgd werd. Na de maaltijdbegaf het gezelschap zich naar de tent der Brusselsche muzi-kanten, alwaar de £wee /agers en /ze£ Me/Zcmezs/e, en na het-zelve rfe £uzper, in het vlaamsche vertoond werden".

Een later bericht in hetzelfde blad van 1 September zegtnog het volgende:

„Rotterdam den 31 Augustus. Ten opzigte van het ge-passeerde bij het verblijf van hunne Hoogheden in dezeStad, kunnen wij nog het volgende melden, hetgeen wij inonze vorige, wegens het onzekere van soortgelijke zaken,wanneer ze nog gebeuren moeten, niet vooraf hebben kun-nen mededeelen, en ons de tijd niet toeliet om het einde afte wagten. Het Hoog Gezelschap uit de opera der Brussel-sche muzikanten terug gekomen zijnde, begaf zich ander-maal naar 's Lands Werf, daar Hunne Hoogheden met zeerveel genoegen zagen, dat een der grootste van de op deMaze leggende schepen, toebehoorende aan de HeerenCoopstad en Rochussen, en gevoerd door Kapt. Mallenberg,op het allerfraaist geillumineerd was, welke vertooning eene

1) Zie over den kunstverzamelaar Jan Bisschop: Dr. E. Wiersumin itotterda/nsc/i /aarftoe/cye, VIII, 1910, blz. 50 e. v. en Dez. in Oud-UoZZand, XXVIII, 1910, blz. 161 e. v.

137

Page 10: HET BEZOEK VAN PRINS WILLEM V EN ZIJNE GEMALIN MET …rjb.x-cago.com/GARJB/1924/12/19241231/GARJB... · tusschen oom en nicht. Reeds in een brief van Frederik van 1 November 1767

menigte inwoners dezer Stad derwaarts lokte. Hunne Hoog-heden, hier maar korten tijd vertoefd hebbende, namen evenna 9 uren de terugreize aan, en werden door de Admirali-teits Heeren, in een trein van verscheiden koetsen uitgeleidegedaan tot op de Schie, alwaar Hunne Hoogheden, onderbetuiging van hoogstderzelver genoegen, van gemelde Hee-ren afscheid namen, en met het Binnejagt naar 's Hage ver-trokken".

In hetzelfde nummer lezen wij nog dit bericht d.d. 31Augustus uit 's Gravenhage:

„Hunne Doorl. en KoningL Hoogheden benevens zijneKoningL Hoogheit Prins Hendrik van Pruissen, zijn eer-gisterenavond laat van Rotterdam op de Oranje-Zaal *)teruggekomen, hebbende onderweg in het jagt gesoupeerd".

Thans nog een korte nabetrachting. Burgemeesteren vandeze stad kwamen wederom ter vergadering bijeen op 31Augustus, Daar verscheen ook de heer Gevers, om „haerEd, gr, agtb." den dank der admiraliteit over te brengenvoor alle goede zorgen tijdens het verblijf van den Prins enzijn gezelschap binnen de stad Rotterdam, De heer Geversdeelde mede, „dat zijne Hoogheyd deswegens zijne bij-zondere genoegen en contentement had getoont". Hieropwerd de heer Gevers bedankt „voor desselvs moeiten enattentie in dese" en werd hem de verzekering gegeven dathet Burgemeesteren zeer aangenaam was geweest, aan deadmiraliteit een dienst te hebben kunnen bewijzen, dietevens de goedkeuring van zijne doorluchtigste Hoogheidhad mogen wegdragen.

Na deze plichtplegingen behoorde de hier beschreven ge-beurtenis weder tot het verleden. Nu nog een enkel woordover Prins Hendrik van Pruissen. Twee dagen na het Rot-terdamsch uitstapje, dus 31 Augustus, was hij naar Amster-dam vertrokken. Vandaar schreef hij aan zijn koninklijkenbroeder op 4 September 1768:

„J'ai été deux jours avant de quitter La Haye, avec manièce et Ie prince d'Orange a la foire de Rotterdam. Cetteville est sans contredit la plus belle de la Hollande, la

1) Huis ten Bosch.138

Page 11: HET BEZOEK VAN PRINS WILLEM V EN ZIJNE GEMALIN MET …rjb.x-cago.com/GARJB/1924/12/19241231/GARJB... · tusschen oom en nicht. Reeds in een brief van Frederik van 1 November 1767

mieux bltie et qui frappe le plus par les beaux canaux et lesrivières qui la traversent. Le monde était prodigieux a cettefoire, vu a diner a ramirauté de la Meuse, qui donne surrembouchure de cette rivière, sur laquelle on avait faitranger en ordre de combat les plus grands vaisseaux. Unefoule innombrable de barques voltigeait, pour ainsi dire,autour des grands navires, pendant que ceux-ci faisaient lefeu de canon dans Tordre convenable a leur arrangement. Lesoir, on est allé au spectacle, après lequel un vaisseau, dontles mats et les cordages étaient éclairés par des lampions,attira Tattention de tous les spectateurs. Nous sommesrevenus sur la yacht a la Have".

Met deze getuigenis kunnen de Rotterdammers tevredenzijn. Hunne stad de schoonste van Holland. . . Waarlijk,Prins Hendrik was wel voldaan!

139