Herfst Queeste 2009

48
Schoolkrant Steinerschool Antwerpen MUZIEK!

description

thema muziek

Transcript of Herfst Queeste 2009

Page 1: Herfst Queeste 2009

Schoolkrant Steinerschool Antwerpen

M U Z I E K !

Page 2: Herfst Queeste 2009

2

Page 3: Herfst Queeste 2009

COLOFON

De Queeste is het berichtenblad van de

Steinerschool Antwerpen,

Volkstraat 40, 2000 Antwerpen.

De redactieraad van deze Queeste was

samengesteld uit

Yolanda Habraken

Joke Jacobs

Annemie Morbee

Layout: Petra Sorge

De keuze van de artikels gebeurt vanuit

de relatieve autonomie van de redac-

tieraad. Meningen of standpunten die

verkondigd worden in de bijdragen lopen

niet noodzakelijk parallel met de visie

van het schoolbestuur, het pedagogisch

college of de redactie zelf, maar blijven

voor rekening van de auteur.

Werkten extra mee aan dit nummer:

Heidi Vyncke, Caroline, Philippe Berna-

erts, Tijl, Maye, Lander, Ine Goossens,

Zoë Bossuyt, Michaël Denis, Hans, Ezra,

Benoît, Tamia, David, Elisa, Wilbert Lam-

brechts, juf Veerle, Lisa, Timur, Yrka,

Nadia, Marthe, Hazel, Tsjêbbe, juf Ilse,

Kim Van Leuven, Louise, juf Marlies

ABONNEES

Een abonnement op DQ kost 25 euro

per jaar (vier edities, inclusief verzen-

dingskosten). Overschrijven op

rekeningnummer 001-0786770-79

van vzw Driesprong met vermelding:

Abonnement DQ + naam

E I KWI JT?

Wie zijn ei kwijt wil, maar hiervoor

geen plek vindt, kan wellicht in

De Queeste terecht.

Gedachten, gedichten, ideeën,

overwegingen ... van leerkrachten,

ouders én kinderen.

Mailen naar Annemie Morbee:

[email protected]

3

Steinerschool Los Angeles 4

Feestelijke opening 6-8

Temperamenten in de achtste klas 10

Kalender met terugwerkende kracht 12

Nieuwe juffen in één en twee 13

De leerlingenraad 13

Help uzelve en dans 14

Zesdeklassers omhullen eersteklassers 16

Zuiderzinnen 18

Chartres 20

Mooi 22

De schriften van de zesde klas 23-26

MUZIEK 27-33

Waarom ik voor de steinerschool koos 34

Sint Michaël 36-39

Uit de eerste klas 40

(Voor)Lezen 41

Via Libra 42

Wow-feest elfde klas 42

INHOUD

Page 4: Herfst Queeste 2009

4

Ouder en peutergroepje in de steinerschool in Los Angeles

T I E N J A A R werkte ik met veel plezier

in de kleuterklas in de Volkstraat. In die

tijd leerde ik mijn man Mark kennen, uit

de VS. Na zeven gezellige jaren in Ant-

werpen, ben ik dan eindelijk gezwicht

voor zijn smeekbeden. Nu wonen we in

Los Angeles. Vlak na ons uitgebreid fami-

liebezoek in de zomer, vlieg ik terug voor

een korte interim in Amerika.

In het vliegtuig zit ik nog te nagelbijten:

morgenochtend werk ik als juf in de stei-

nerschool van Los Angeles. Zal ik de lied-

jes niet vergeten zijn? Wat als ik te vroeg

of te laat klaar ben? Stel dat de kinderen

niets van me willen weten?

Door de vlucht in verschillende tijdszo-

nes telt mijn eerste werkdag dag maar

liefst 9 uur extra. Gelukkig ben ik al fris

wakker om vijf uur ‚s morgens.

Het ouder/peutergroepje is een concept

dat in Vlaanderen niet zo gebruikelijk is.

Ouders en anderhalf- tot tweejarigen ko-

men voor enkele uren naar de school. Ze

spelen in de klas, eten fruit en crackers

aan tafel, ploeteren in de zandbak en

luisteren naar een verhaaltje. Man, wat

zijn ze klein. Ze wriemelen alle kanten

op. Maar het lukt toch aardig om samen

te spelen, om rond de tafel samen een

maaltijd op te smikkelen, en de vinger-

popjes bij het verhaaltje worden bijna

opgegeten.

De Waldorfschool, zo heet de steiner-

school hier, lijkt heel erg op wat ik ge-

woon ben. Roze muren, een wollig pop-

penhuis en houten speelgoed. De tuin is

een klein paradijs waarvan ik groen van

jaloezie uitsla: heuveltjes en grasveldjes,

struiken en bomen, een konijnenhok en

een kippenren. De jongste kleuters was-

sen hun servetjes buiten in een wastob-

be met een wasbordje. Daarna worden

ze netjes op een droogrek in de zon

gehangen. In de hoek is ook nog een

groentetuin met venkel, selder en geuri-

ge kruiden.

Het leukste aan de peutervoormiddag is

het afscheid. Dan wapperen een behulp-

zame ouder en ik met een zijden doek

met gekleurde strepen. De kinderen die

eronder staan, zien een regenboog bo-

ven hun hoofd en voelen een zacht bries-

je. Ik zing: ‘Goodbye, goodbye, blessings

on your way, may the sun shine bright in

your hearts today!’

Als de kinderen dan naar huis zijn, stap

ik nog even langs het konijnenhok om

de konijntjes fris water te geven. Ook de

kippen krijgen graantjes en drinken. Ze

willen uit hun hok en ik heb alle moeite

om het voer in hun bakje, dat achter in

het hok staat, te gieten. Dat zou nog

eens een schande zijn, als ik de kippen

liet ontsnappen en ze in heel Los Ange-

les moet achternazitten.

Heidi Vyncke

Page 5: Herfst Queeste 2009

5

Page 6: Herfst Queeste 2009

Gelukkig zong ook de muziekleraar mee

en loodste de zangers vakkundig langs

de eerste spannende noten, waarna de

groep duidelijk hun plezier in samenwer-

king tentoonspreidde.

Als moeder van vier kinderen zag ik nog

nooit zo’n hecht, gemotiveerd team en

alweer komt de spijt. Had ik dit niet eer-

der moeten weten?

Dan is het de beurt aan de leerkrachten

van het middelbaar. Dit zijn de mensen

die ik ken van de verhalen thuis. Nu mag

ik mijn eigen oordeel vellen. Ja, de zenu-

wen zijn er niet voor niets (die heb ik nu

ook, want wie weet wie dit gaat lezen?).

Je voorstellen aan een zaal vol ouders

is anders, een soort vulkaanuitbarsting.

Eerst zit je nog rustig op je plaats, veilig

tussen collegae, maar dan is er plots,

onherroepelijk het moment dat je uit je

stoeltje op moet staan en de mensen in

de ogen moet zien.

Muisstil was het, bij elke leerkracht die

op zijn of haar manier uitdrukking gaf

aan de verwachtingen van het komende

schooljaar. Bij navraag bleek dit ook tij-

dens de voordracht voor de leerlingen

op de eerste schooldag zo te zijn ge-

weest. Een goed begin is het halve werk.

Mensen die weten dat ze serieus geno-

men worden, zowel jong als oud, zullen

aandachtiger zijn voor hen die iets willen

vertellen.

Gelukkig al wat voorbereid op gruwel-

verhalen en vernieuwende manieren van

de aandacht nemen, kan ik niet anders

zeggen dan dat er een golf van herken-

ning door mij heen ging.

Waarom ging ik zelf nooit naar een stei-

nerschool? Ik ben blij dat mijn kind jullie

heeft gevonden. Zij krijgt hier een goede

kaart van de wegen die voor haar be-

gaanbaar zijn.

Verrassend goed georganiseerd is de fij-

ne manier waarop ouders en leerkrach-

ten elkaar nog wat beter kunnen leren

kennen onder gezellige en ongedwongen

omstandigheden. Na de officiële viering

van de avond was er de gelegenheid

een hapje en een drankje te nuttigen en

met de diverse mensen een babbeltje te

slaan.

Al met al een avond die ieder volgend

jaar in zijn agenda moet noteren als niet

te missen!

Caroline,

moeder van Jolien (tiende klas)

6

Als pas kort met de Steinerschool verbonden ouder, werd ik uitge-nodigd een stukje te schrijven voor de Queeste over mijn indruk van de feestelijke opening van het nieuwe schooljaar op 2 sep-tember. Nu zal ook ik in de zee moeten duiken, het ziet er koud uit, maar het moet en anderen deden het al voor. Misschien is het wel plezant ook?

De eerste indrukken die ik in de loop van

het afgelopen jaar heb opgedaan, zijn die

van het tonen van menselijkheid door ie-

dereen die zich inzet voor de school en

onze kinderen, het gevoel echt welkom

te zijn, een dochter die supergelukkig is

na haar keuze voor een grote overstap.

Natuurlijk was ik nieuwsgierig naar de

gezichten die bij de verhalen aan tafel

horen.

Daarom ook was het zo fijn om alle leer-

krachten aanwezig te zien. (Dit kan van

ouders niet gezegd worden. Jammer,

jullie hebben iets gemist.). In een korte

tijd maakten wij kennis met de juffen die

de kinderen van De Kleine Wereldbur-

ger onder hun hoede hebben, de juffen

van kleuter- en lagere school in de Volk-

straat, ieder met hun eigen uitleg over

het klasgebeuren en de leerkrachten

van het middelbaar, met stof tot naden-

ken over hun jaarthema’s.

Eigenlijk zou ik opnieuw kleuter willen zijn

dan kon ik ook naar die lieve juffen en

opnieuw op zoek gaan naar wie ik ben.

Misschien zou ik dan later ook kleuterjuf

kunnen worden. Spijt krijg je ervan als

je merkt dat er mensen zijn die denken

zoals jij, maar die je pas erg laat vond.

Hans Annoot, de directeur van de lage-

re school, die zijn leerkrachten vol trots

heeft voorgesteld, legde zijn visie over

het begeleiden van jonge geesten duide-

lijk uit en hield zich goed staande tussen

zijn meerderheid aan vrouwelijk schoon.

De harmonie van dit team kwam tot ui-

ting tijdens de opvoering van twee liede-

ren.

Feestelijke opening: een impressie

Beste ouders, leerkrachten,

scholieren, directie,

beste leden van de raad van bestuur,

beste iedereen,

Ik mag jullie vanavond allemaal van harte

welkom heten op het openingsfeest van

de Steinerschool Antwerpen, schooljaar

2009/2010.

Ik hoop dat jullie allemaal heb-

ben kunnen genieten van een deugddo-

ende vakantie en dat zowel ouders als

kinderen weer helemaal klaar zijn om

een goede start te nemen in dit nieuwe

schooljaar. Laat ons het vanavond vooral

niet hebben over de Mexicaanse griep of

over de financiële crisis. Laat ons het ook

niet hebben over ontsnapte gevangen of

over de Brusselse magistratuur.

We concentreren ons vana-

vond op onze Steinerschool Antwerpen,

waarvan we vandaag met fierheid het

schooljaar 2009/2010 feestelijk mo-

gen openen.

Ik las gisteren op onze websi-

te dat het Speelschooltje al sinds 1948

bestaat, de lagere school sinds 1954

en Hibernia sinds 1970. Voor het speel-

schooltje gaat het dus om jaargang 61,

voor de lagere school om nr. 55 en voor

Hibernia om nr. 39. Al meer dan 60 jaar

dus staat er elke eerste september van

het jaar een team van leerkrachten klaar

dat zich keer op keer een heel schooljaar

Het welkomstwoord van de voorzitter van de raad van bestuur

Page 7: Herfst Queeste 2009

7

lang inspant om het beste in onze kinde-

ren naar boven te halen. Ook dit jaar is

dat niet anders, en u zal daar straks een

klein voorproefje van mogen aanschou-

wen.

In naam van het schoolbestuur

en in naam van alle ouders wil ik dan ook

de leerkrachten al bij voorbaat bedan-

ken voor de vele energie die ze ook dit

schooljaar weer opnieuw met zoveel lief-

de in onze kinderen zullen investeren. En

nu moet ik toch iets kwijt over de finan-

ciële crisis: ik las in de krant dat dankzij

de financiële crisis het lerarentekort fel

gedaald zou zijn: toen ik het hele artikel

las, begreep ik dat dat wil zeggen dat er

nog maar 2000 openstaande vacatures

zijn, ipv de 2800 leraren die we vorig

jaar tekort hadden. Een daling van bijna

30%, maar nog altijd een schrijnend ge-

brek aan leerkrachten. Weinigen voelen

zich blijkbaar geroepen om leerkracht te

worden, nog minder zijn uitverkoren om

het te blijven. Daarom mijn appreciatie

voor het voltallige college hier aanwezig

om dag in dag uit de jongens en meisjes

van deze school te begeleiden op hun

weg naar de wereld van de volwasse-

nen.

Het schoolbestuur dankt ook

de beide directies: zonder Hans Annoot

en Ann Vervoort zou de school niet zijn

wat ze vandaag geworden is. De vele ver-

gaderingen, vaak ’s avonds na de uren,

de vele taken, uitdagingen, beslommerin-

gen, enz... en toch dat dagelijkse enthou-

siasme: we zijn er jullie dankbaar voor.

Naast de leerkrachten en de

directies, ook een woord van dank en

appreciatie voor de vele andere perso-

neelsleden van deze school: de mensen

van het secretariaat, het onderhouds-

personeel, de veiligheidscoördinator,

het zorgteam: stuk voor stuk mensen

die deze school tot een unicum maken,

waarvoor ik hen graag bedank.

Maar een steinerschool zou

niets zijn zonder de steun en de inzet van

de ouders. Ook hen bedank ik van harte

voor het vele werk dat zij verzetten. Nota

bene: de data voor de klusdagen worden

zo snel mogelijk vastgelegd, achteraan in

de zaal ligt alvast een lijst waarop U zich

als vrijwilliger kan opgeven. Neen, zonder

grappen: ik dank van harte de leden van

de Ouderraad, de leden van de verschil-

lende Mandaatgroepen, die vanaf nu

bekend staan als MAC (Mandaatgroep

Communicatie), MAP (= Mandaatgroep

Patrimonium) en je moet gek zijn om er

in te zitten, de MAF (dat is de mandaat-

groep Financiën). Ik bedank ook de leden

van de Reflectiecel en de redactieleden

van de Nieuwe Queeste. Zonder deze

mensen en hun tomeloze inzet zouden

we hier niet zitten.

Voor de ouders ook nog een

extra woord van dank voor jullie maan-

delijkse financiële bijdragen: Vrijheid van

onderwijs heeft zijn prijs, en het is dank-

zij jullie bijdragen aan de school dat de

school zich die vrijheid kan permitteren.

Er zijn immers een heleboel uitgaven die

niet gesubsidieerd worden, en die toch

noodzakelijk zijn om het pedagogisch pro-

ject waar de school voor gekozen heeft,

gefinancierd te krijgen. Ik heb als ouder

van twee kinderen hier op school alvast

de stellige indruk dat het goed bestede

centen zijn, dat we meer dan waar voor

ons geld krijgen. Wil U overigens precies

weten hoe de school met haar centen

omgaat, dan is de jaarlijkse algemene

vergadering in november the place to

be: daar krijgt U tekst en uitleg over de

cijfers van het afgelopen schooljaar en

over de budgettering van het lopende

schooljaar.

Over die vrijheid van onderwijs

nog één citaat: gevonden op internet,

van in de tijd dat de Belgische Magistra-

tuur nog boven iedere verdenking stond.

Het is een stuk uit het zgn. Hibernia-

arrest van de Raad van State van 31 mei

1985 waar een zeer brede interpretatie

werd gegeven aan het begrip “vrijheid

van onderwijs”, en waarvan ik het de

moeite waard vond om ze toch nog eens

in herinnering te brengen:

“Belangrijk is dat bedoelde scholen met

eigen karakter zijn opgericht door en voor

ouders met eigen, buiten de traditionele

gamma liggende levensbeschouwing,

waaruit opvattingen over opvoeding en

dus over onderwijs, onderwijsmethodes

en onderwijsorganisatie zijn voortgeko-

men. De oprichting van die scholen ver-

schijnt alzo als de uitoefening van een

bevoegdheid die nadrukkelijk door artikel

17 van de Grondwet aan particulieren

is gegeven, waarbij het zonder belang

is wat de redenen mogen zijn welke die

particulieren ertoe hebben aangezet om,

van hun grondwettelijke vrijheid gebruik

makend, hun kinderen bij voorkeur aan

een bepaalde school toe te vertrouwen,

of om zelf, zo nodig een school op te rich-

ten. Het beroep dat door vorenbedelde

soort personen vanuit een niet traditi-

onele levensbeschouwing op artikel 17

van de Grondwet wordt gedaan, kan, in

het kader van dat artikel 17, niet worden

geacht tweederangs te zijn: hun aan-

spraak op gelijke behandeling binnen het

kader van artikel 17 is niet als minder

legitiem en daarom ook niet als minder

dwingend te beschouwen.”

We zijn ondertussen 15 jaar

verder en ik denk dat we trots mogen

zijn, niet alleen op de juridische strijd die

destijds en sindsdien geleverd is, maar

ook op hoe onze “school met eigen ka-

rakter”, concrete vorm en kleur heeft

gegeven aan het Grondwettelijk principe

van de vrijheid van onderwijs.

Last but nog least wil ik de

mensen van de Kleine Wereldburger

nog even in de bloemetjes zetten. U

wist het al, of U wist het nog niet, maar

sinds 2007 is er ook een steinerschool

in hartje Borgerhout. Begonnen als een

kleuterschool met één kleuterklasje,

opende gisteren de vierde kleuterklas

en telt de Kleine Wereldburger nu al

74 kleuters! Het is een knap initiatief,

dat onze school altijd graag met raad

en daad gesteund heeft. Ik hoop ook van

harte dat zij vanaf volgend schooljaar

hun intrek zullen kunnen nemen in het

nieuwe schoolgebouw aan het Kruger-

plein en langzaam maar zeker zullen kun-

nen groeien tot een volwaardige basis-

school waar Steineronderwijs geboden

wordt in een multiculturele omgeving!

En wie weet spreekt de voor-

zitter van de raad van bestuur in 2067

dan wel op de opening van het school-

jaar 2067/2068 dat de Kleine Wereld-

burger ondertussen 60 jaar bestaat …

Philippe Bernaerts

Page 8: Herfst Queeste 2009

8

Het was in het begin van het schooljaar

en het is een traditie: ouders van alle

klassen -kleuter tot en met het laatste

jaar middelbaar- worden uitgenodigd om

een avond te komen luisteren.

Iemand vertelt hoelang ze reeds op de

kaart van het onderwijs staan en dat ze

het nog steeds met liefde voor het jonge

volk doen.

Iemand zet de mensen van Borgerhout,

die zowaar een nieuws school op de

kaart zetten, in de kijker en geeft hen

het woord. Ze vertellen over hun kijk op

deze multiculturele samenleving met zijn

grote diversiteit, ze herkennen dit in hun

wijk en dat is meteen het uitgangspunt

om te zorgen dat zich dat ook weerspie-

gelt in de steinerschool aldaar.

De dames die de kleuters begeleiden,

spelen een verhaal met figuren, aan-

sluitend zijn de begeleiders van de lagere

school aan het woord die ons inleiden in

wat ze van plan zijn en dat bezegelen met

een paar liederen die ze in meerstem-

migheid te berde brengen. Ze doen het

voluit en schaamteloos, prachtig.

Vervolgens is de middelbare school aan

de orde en ook daar verhalen over de

plannen, maar persoonlijke gebracht.

Sommigen doen het met een verhaal

over de jongeren, anderen vertellen

het verhaal van een operatie die ze on-

dergingen, bekeken dezelfde medische

wetenschap vanuit een historisch per-

spectief -dit met de nodige humor- om

uiteindelijk te zeggen dat de vooruitgang

van de wetenschap een van de thema’s

zouden zijn die in het jaar aan bod zal

komen. Een leerkracht doet het met

een lied, broos en zacht gezongen, zelfs

eerder wat verlegen, maar o zo schoon!

Een lied over ‘de stilte’. Kortom, allemaal

deden ze het op hun manier.

Maar wat me vooral bijblijft, is dat ze al-

lemaal in ‘hun element’ waren. Ik had net

het boek ‘Het Element’ van Sir Ken Ro-

binson gelezen en zijn wereldwijde kritiek

op de veelal lineaire manier van mensen

onderwijzen. Een onderwijsvorm die

zorgt dat creativiteit wordt gedood en

waar competenties voorbijgelopen wor-

den. Daardoor geraken zo weinig men-

sen in ‘hun element’.

Deze avond stemde mij gelukkig en ge-

rust: hier is men wel degelijk begaan

met het kind en de opgroeiende jongere.

Men is niet lineair vanuit een plannings-

drift bezig, maar begaan met ontwikke-

ling. Men heeft oog voor talent en com-

petentie die aanwezig is. Daarom zag

ik ook bij leerkrachten zoveel positieve

energie.

Jammer dat zo weinig ouders naar dit

initiatief komen, ze kunnen er aardig wat

van opsteken en het hun aanwezigheid

is ook een blijk van vertrouwen die men

in het team en zijn gedachten en plan-

nen stelt.

Mijn vertrouwen hadden ze en het werd

die avond weer eens versterkt. Want

indien we me zijn allen in “ons element”

willen zijn dan is het vertrouwen hebben

in elkaar en in wat we met kinderen en

jongeren willen, een absolute basis.

Tijl (vader van Zoë, tiende klas)

Ze zijn in hun ELEMENT!

“de frisse lucht na een regenbui, dàt is mooi”

Maye (derde klas)

Lander vijf jaar: Ik ben niet boos, ik ben Lander!

Page 9: Herfst Queeste 2009

9

Page 10: Herfst Queeste 2009

De temperamenten in de achtste klas.

DE NIEUWE DIERSOORT

Twee Afrikaanse mensen zitten te dis-

cussiëren op een bankje.

“Kijk daar, een kameel!”

“Waar?”

“Maar daar, zie je dat dan niet?”

“Maar dat is een dromedaris!”

“Nee hoor, het is een kameel!”

“Het is een dromedaris want hij heeft

maar één bult!”

“Wel, kamelen hebben toch ook maar

één bult?”

“Nee, ik weet het zeker, ik heb er nog

nooit een met één bult gezien!”

“O nee? Kijk eens voor je!”

“Voor de laatste keer: dat is een drome-

daris!”

“Ja zeg, er moeten toch ook kamelen be-

staan met één bult!”

“Nee, ben je gek?”

“Ik?! Gek?? Hoe kom je erbij? Ik sta op

het punt een nieuwe diersoort te ont-

dekken!”

“En toch beweer ik dat dromedarissen twee

bulten hebben! Of is het nu andersom?”

Op de afbeelding (uit Norbert Glas „Gang und Haltung des Menschen“) staan vier verschillende figuren die allen op een andere manier door het leven stappen. De eerste doet het met krachtige tred, de tweede huppe-lend, de volgende waggelend en de laatste sleept zich voort.Het is een weergave van de vier temperamenten: cholerisch, sanguï-nisch, flegmatisch en melancholisch. Mevrouw Verdaet heeft dit met de achtsteklassers uitvoerig besproken en vroeg hen dan een cholerische, sanguïnische, flegmatische of melancholische tekst te schrijven ....

10

Een man keek uit het raam. Hij was al

wat oud. Rond de zeventig. Buiten, hoog

in de boom kwetterden de vrolijke vo-

geltjes. Nog hoger zag hij de vliegers van

de kinderen zweven en dartelen op de

wind.

De man bedacht wat hij die dag zou

doen. “Ja, ik heb het”, zei hij, “ik ga met

de auto naar mijn zoon en dan met mijn

kleinzoon naar het bos.”

Hij nam een ontbijt (krunsch kronsch

krunsch) van crackers met jam en stap-

te in de auto. VROEM daar ging hij.

Het was twaalf uur. Bijna middag. Hij

stopte voor de deur van zijn zoon en

kleinzoon.

Tuutuut toeterde hij. Zijn kleinzoon Jacob

kwam al meteen naar buiten gesneld.

“Opa! Opa!”, riep hij vrolijk terwijl hij opa

zo stevig omhelsde dat hij bijna omviel.

Opa nam Jacob op zijn schouders en

liep naar zijn zoon. “Vader”, zei hij, “wat

gezellig dat je even langskomt. We gin-

gen net eten. Eet je een hapje mee?”

“Natuurlijk”, zei opa. Tijdens het eten ver-

telde opa over het plan om met Jacob

naar het bos te gaan. Vader vond het

een goed idee, want dan had hij even zijn

handen vrij.

Even later stonden opa en Jacob aan

de rand van het bos. “Durf je er wel in

te gaan?”, vroeg opa plagerig. Hij kreeg

niet eens antwoord, want Jacob was al

lachend in het bos verdwenen. “Hé, niet

zo snel! Opa is al oud hoor!”

Jacob wachtte. Samen stapten ze ver-

der. Opa vertelde over de verschillende

bomen, die waar elfjes inzaten of woud-

nimfen. Hij vertelde het sprookje over

de prinses die omgetoverd werd in een

mus en die hier ergens rondliep. Dat had

tot gevolg dat Jacob tegen elke vogel die

hij tegenkwam zei: “Goedemiddag, Hoog-

heid.”

Uiteindelijk kwamen ze bij een beekje.

Daar mocht Jacob samen met opa poot-

jebaden. Het was erg leuk, want er zaten

kleine visjes in die aan je voeten knab-

belden. Knabbelvisjes, noemde Jacob

ze. Toen hun voeten helemaal rimpelig

“Welwel, hij begint al te twijfelen aan zijn

eigen woorden!”

“Ja, mag dat tegenwoordig niet meer?”

“Wel, ik heb in ieder geval een nieuw dier

ontdekt!”

“Ha, ik zal het je bewijzen!”

“Hoe zal ik hem noemen?”

“Ik zoek het overal op!”

“Ik noem hem de kamelaris.”

“Hé, de wat?”

“De kamelaris, kameel en dromedaris in

mekaar. Slim hé!”

“Belachelijk!”

“Zouden er nog meer van deze beesten

rondlopen?”

“Bespottelijk!”

“Geweldig, ik word nog beroemd!”

“Ja, ja, ik ga op wereldreis!”

“Waarom dat nu weer?”

“Misschien ontdek ik meer nieuwe dier-

soorten!”

“Ik trap het af!”

Geschreven door Hans

Page 11: Herfst Queeste 2009

11

Een man keek uit het raam en zag de

donkere, dreigende wolken boven het

kleine, vergeten dorpje radeloos rond-

zwerven. Hij nam zijn lange, zwarte jas

van de kapstok en liep naar buiten. Daar

slenterde hij door de smalle weggetjes

en steegjes, terwijl de wolken al zacht

treurend begonnen te huilen.

Het was doodstil. Alleen het geluid van

uiteenspattende wolkentranen en zijn ei-

gen voetstappen waren hoorbaar. Nadat

hij een stuk door het verlaten park had

gestapt, kwam hij bij het eveneens ver-

laten meer en hij keek naar het donke-

re, dode water waar af en toe een glad-

de, natte rots uitstak. Aan de overkant

stond een boom, een treurwilg. Triest

slenterde hij er naartoe en toen hij er

was, zette hij zich op een grote, donkere

rots aan de rand van het water. Diep in

zichzelf dat hij na, hij peinsde. Uiteinde-

lijk bedacht hij dat de wereld één groot

tranendal was, vol ongeluk en verdriet.

De regen minderde even en er kwamen

twee mensen met een hond voorbij. Ze

zagen een schim op een rots aan de

rand van het water onder de treurwilg, of

nee, toch niet. Toen begon de man zacht

te snikken. Waarom hadden ze hem niet

gezien? Hij was slechts een schim, een

illusie of nog erger. Misschien was hij wel

helemaal niemand.

Geschreven door Tamia

“Papa, ik wil dat jij met mijn broer trouwt, dan kan ik met mama trouwen, want ik hou heel veel van mama”David (kleuterklas – juf Ilse)

werden en de zon achter hun rug onder

ging, moesten Jacob en opa maar weer

eens op huis aan.

Rustig liepen ze allebei terug naar de

auto. Opa bracht Jacob naar huis.

Toen Jacob hem uitzwaaide, hoorde hij

nog: “Kom je morgen weer, opa?”

Opa wist het nog niet. Net zoals hij het

alle dagen van de afgelopen maand niet

had geweten ...

Geschreven door Ezra

HERFSTTAFEREEL

Op een mooie, rustige, gezellige herfst-

dag zat ik uitgeput op een bank te mij-

meren in het midden van een prachtige,

ongerepte, kalme en gebruinde natuur.

Hier en daar zie je nog groene, hoge

bomen met hun uit de grond stekende

wortels, liggend in een donkergroen

grastapijt.

Je neus wordt vervuld met die speciale,

lekker ruikende geur van rottende, op

het gras liggende bladermozaïeken.

In de vijver, gevuld met dobberende bla-

adjes, zie je de feeërieke bomen met de

blauwe lucht die getint is met witte stre-

pen weerspiegeld.

In de verte zie je ook hoe de boer en de

boerin in de eeuwenoude boomgaard

zorgvuldig de kweeperen plukken en ze

in een grote mand leggen.

Toen ik naar huis terugkeerde, merkte

is hoe heerlijk die geur van open haar-

den mij overviel. Het was ondertussen

al avond geworden en ik viel voor het

haardvuur in slaap met een dekentje

over me heen.

Geschreven door Benoît

Page 12: Herfst Queeste 2009

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31

De kalender met terugwerkende kracht

EERSTE SCHOOLDAG

Niet alleen voor de nieuwe kinderen, ook

voor de ouders was dit een bijzondere

dag. Alle kinderen van de lagere school

kwamen met de nieuwe ouders samen

in de euritmiezaal. Een welkomstlied

klonk:

Hé hello, bonjour, goedendag,

WELKOM, WELKOM, WELKOM, WEL-

KOM

buenos dias, buenos dias ...

Eén voor één werden de namen van de

eersteklassers door hun kersverse juf

afgeroepen en mochten ze letterlijk en fi-

guurlijk de grote stap naar voren zetten.

Ze kregen een zonnebloem overhandigd

uit de hand van een zesdeklasser.

Ieder kind staat op de eerste schooldag

eventjes helemaal in de belangstelling,

er volgt een applaus en daarmee voelt

iedereen zich welkom. Het is prachtig

om te zien op welke manier de kinderen

dit welkomstgebaar ontvangen. De één

verlegen, maar diep van binnen toch

aan het genieten, de ander vol trots en

zwaaiend naar zijn ouders. Het blijft een

moment waarbij ik menig ouder een

traantje zie wegpinken!

DE KAST

In de Transvaalstraat stond al een tijd-

je een oude, houten kast die zijn beste

tijd had gehad. Het werd daarom tijdelijk

in de tuin gezet. En daar gebeurde iets

wonderlijks: de kast kreeg nieuwe bewo-

ners!

Tijdens de speeltijd ontdekte een van

de kinderen dat er kabouters in waren

komen wonen. Met vereende krachten

zorgden de kleuters ervoor dat er tafel-

tjes, stoeltjes en bedjes kwamen voor

hun kleine vrienden. De kastanjes wer-

den stoeltjes, van takken werden de

bedjes gemaakt en de blaadjes van de

bomen werden warme dekentjes. En de

kabouters? Die willen nooit meer weg ...

OUDERRAAD

De ouderraad kwam samen om aan elk-

aar te vertellen wat er in de verschillende

klassen leeft en gebeurt. Elke klas heeft

minstens één en soms meerdere afge-

vaardigden. Het belang van deze groep

is zeer groot, zoals Rudolf Steiner het

ooit stelde: “ik wil erop wijzen dat leraren

de ouders als goede vrienden nodig heb-

ben: we hebben de ouders nodig die als

het ware een muur van vertrouwen om

de school heen vormen.” Dank dus aan

de mensen die deze taak op zich hebben

genomen.

LERARENDAG

Op maandag 12 oktober hadden alle

leerlingen vrijaf. Dit was niet omdat de

leerkrachten zomaar een extra vrije dag

hadden. Jaarlijks wordt er een overkoe-

pelende lerarendag ingericht voor de

leerkrachten van alle steinerscholen in

Vlaanderen. Dit jaar was het thema: ‘het

belang van het kunstzinnige’.

Met ‘de kalender met terugwerkende

kracht’ willen we kort terugblikken op de

vorige periode. Daarin passen ook spe-

ciale momenten die niet gepland werden

(zoals het onaangekondigde bezoek van

de kabouters aan de Transvaalstraat).

Als u de komende periode iets mee-

maakt waarvan u denkt: dat is de moeite

..., schroom niet en stuur het door naar:

[email protected]

12

Vlinders op papier

Marthe Schneider (9e klas) heeft

een gedichtenbundel geschreven

die in boekvorm is uitgegeven.

Op de flaptekst lezen we:

Woorden die je slechts vluchtig

aanraken, als een vlinder die

even neerstrijkt op een blad. Een

boek met slechts weinig woor-

den, maar niettemin een grote

inhoud. Als in een cocon ligt het

daar, een vlinder die haar vleu-

gels nog zal uitslaan. De vlinder

die haar schoonheid nog zal

tonen aan de wereld.

De bundel telt 34 pagina’s en is

voor 11,95 euro te verkrijgen via

[email protected]. Of gewoon

bij Marthe, natuurlijk!

Page 13: Herfst Queeste 2009

13

Juf Marlies is de nieuwe leerkracht in de

eerste klas. Vorig jaar liep ze hier stage

in de zesde klas. Juf Lore is een klasge-

note van haar en is nu klasleerkracht in

de tweede klas. We waren een beetje

nieuwsgierig en vroegen hen zeven vra-

gen ...

JUF MARL IES

Ging jij vroeger graag naar school?

Héééél graag.

Het voelde nooit als een opgave, ik vond

het altijd leuk.

Mijn school was een gemeenteschool in

Borsbeek, vlak achter de hoek.

Waar ben je geboren?

In Mortsel. Ik groeide op in Borsbeek.

Wat is je lievelingsgerecht?

Mmmmm .... dat is niet makkelijk. Taglia-

telli met spinazie dan maar. Maar eerlijk

gezegd hou ik meer van desserten. En als

ik dàt mag kiezen: chocolademousse!

Hou je van muziek?

Heel veel. Ik speel zelf geen instrument,

maar ik zing heel graag: op de fiets, in de

klas ... en dat doe ik dan ook veel.

Hoe laat kruip je onder de wol?

Sinds september (hahaha) om 22 u!

Hoe zou jij jezelf omschrijven in 2 woor-

den?

Jong en enthousiast.

Wat begeestert je?

Ik vind het heel bijzonder om met kinde-

ren te werken. En ik wil vooral een juf zijn

die meer doet dan lesgeven.

Ik wil de kinderen helpen, hen bijstaan in

de jonge jaren van hun leven.

Ik wilde altijd al schooljuf worden en

speelde als kind altijd schooltje. Dit pad

ben ik blijven volgen.

JUF LORE

Ging jij vroeger graag naar school?

Heel graag. Eerst in de steinerschool in

Lier, later in Wilrijk en de Es. Ik was vro-

eger een babbelaar schijnt het, daarom

kan ik moeilijk boos worden op de praat-

grage leerlingen in mijn klas ...

Waar ben je geboren?

In Mortsel. Ik groeide op in Zandhoven,

aan de rand van een groot bos.

Wat is je lievelingsgerecht?

Mmmmm .... eigenlijk ben ik een zoete-

kauw: ik hou van alle soorten gebak met

als top het brownie-ijs van Ben & Jerry’s.

Daarnaast: de oosterse keuken of een

pizza!

Hou je van muziek?

Ik heb jarenlang piano gespeeld, maar

ik was niet zo’n groot licht. Zingen doe

ik zeer graag: ik zing al jaren in het koor

van de Proms.

Hoe laat kruip je onder de wol?

Ik probeer er vòòr 23 u in te liggen ...

Hoe zou jij jezelf omschrijven in 2 woor-

den?

Openhartig en een waterrat.

Wat begeestert je?

Voor de klas staan. Manieren uitdokte-

ren om de leerstof samen met de kinde-

ren te doorleven en beleven. Elk van hen

progressie zien maken, dat kan me zo

vervullen. Het is fascinerend, de eigen-

heid die ieder kind met zich meebrengt

en hoe die elkaar in een klasgroep sa-

menvoegen. Het zorgt altijd voor een

boel leven!

Nieuwe juffen in één en twee!

De leerlingenraad is al enkele weken aan

het brainstormen over nieuwe ideeën

om onze school nog wat leuker te ma-

ken!

Wat nog beter is: we hebben al twee din-

gen bereikt dit jaar!

1. We zijn weer van start gegaan met

Oxfam op school.

2. Thamy (10e klas) en ikzelf zorgen elke

week voor een middagactiviteit met de

zevende, achtste en negende klas.

Maar ik beloof oprecht dat we het hier

niet bij zullen laten. Ik wil ervoor zorgen

dat de leerlingenraad echt een naam

krijgt en een bank vooruit mag aan het

einde van het jaar.

Ik ben ook enorm blij dat we zo‘n leuke

groep zijn: we luisteren naar elkaars me-

ningen en geven op een beleefde manier

onze mening zonder iemand te verge-

ten.

En natuurlijk wil ik de Queeste ook altijd

op de hoogte houden van wat we berei-

ken!

Groetjes van de altijd-voor-ideeën-open-

staande Elisa (11e klas)

De leerlingenraad

Page 14: Herfst Queeste 2009

14

kun je zeer goed merken als je vanuit de

leraarskamer omlaag naar de straat

kijkt. Het is voor mij ook fantastisch dat

dat mijn school is/was, de school waar

ik mijn gehele actieve leven werkzaam

kon zijn, zo centraal in die weerbarstige

stad Antwerpen gelegen in die prachti-

ge Zuidwijk, zo dicht bij de Schelde met

zijn verdwaalde zeeschepen uit de hele

wereld. Ik heb er steeds een punt van ge-

maakt in de stad te blijven wonen zodat

ik minstens met de fiets naar school kon

(ofschoon ik in diepste wezen een wan-

delaar tussen de velden ben en mij altijd

afvraag of ik wel in de stad hoor). Ik ben

er ook altijd fier op geweest dat ik kon

werken op een school met dat gebouw

en dat ikzelf als leraar er zo mee een

soort sint petrus van was want ik had er

de sleutel van op zak en kon ernaar toe

gaan, kon afspreken, kon gaan werken

wanneer ik wilde, in het weekend of in de

week, gedurende de dag of zelfs midden

in de nacht (wat ik ooit eens deed met

de legendarische Julien Schoenaerts

om een geschikt lokaal te vinden voor

zijn voordracht voor leerlingen met ge-

dichten van Gezelle, van de Woestijne &

van Ostaijen). Dat gebouw heeft volgens

mij zijn roeping gevonden, maar die roe-

ping is nog lang niet volledig of zelfs niet

half gerealiseerd. Zo mijn aanvoelen.

Het mooie daaraan is dat het weer zo

weinig van een schoolgebouw heeft met

zijn dakspeelplaatsen (die ondertussen

groene oases zijn door het toedoen

van enkele idealistische leraren, ik denk

vooral aan mevrouw Roux en mijnheer

Willens) en zijn bijna verscholen klasloka-

len. Het lijkt meer op een gebouw om te

feesten, om theater te spelen, om ten-

toonstellingen te houden, om veel volk in

te ontvangen in foyer en feestzaal voor

bezielende, geest-wekkende voordrach-

ten en dat volk te zien heen en weer lo-

pen op de royale draaitrappen. Hier heb

ik –naast het werk van anderen, ik denk

aan ontroerende lagereschoolstukken,

aan tonelen van de achtste klassers,

aan de stukken die Lucas Debruine en

(uit de memoires van

Wilbert Lambrechts)

“De charme van de Steinerschool was

van in het begin voor mij ook verbon-

den met het gebouw. Ik bedoel niet het

riante gebouw dat we nu hebben in de

Volkstraat (dat ik nog mee heb weten

aankopen en verbouwen, wat zeg ik: ik

zat mee in de raad van bestuur die het

aankocht en kan me de avond nog her-

inneren toen we de aankoop besloten,

een waarlijk feestelijk moment). Nee, ik

bedoel dan vooral het grootburgerlijke,

huiselijke gebouw van de Prins Albert-

lei met zijn fantastische, bijna barokke

Renaissancezaal die voor feestzaal

doorging en waarin ik het eerste Kerst-

feest heb meegemaakt, de eerste jaar-

werkenvoorstelling van de 12de klas,

de eerste en onvergetelijke afscheids-

receptie van de 12de klas en later nog

veel, veel meer. Dat gebouw straalde

een zekere vervallenheid en tegelijk een

grandeur uit en was, als schoolgebouw,

geheel vrij van iedere associatie met een

school, met overheid, met rapporten, in-

spectie en al die andere dingen die met

hekel met het begrip school in verband

gebracht worden (en die er toch ook wel

waren, daar niet van). Dat gebouw stond

spoedig in brand na een eerste grote

vakantie (volgens de legende het gevolg

van het afschuren van het parket tijdens

de zomervakantie door een toen te-

werkgestelde sympathieke gewetensbe-

zwaarde, een vredelievend man dus die

aan zijn militaire dienstplicht ontsnapte

door te klussen op school). Toen ver-

huisden we naar de Ossemarktbuurt,

alwaar het veel minder gezellig en zelfs

soms wat catacombeachtig groezelig

was. Daarna kwam, na een zware crisis-

periode, de Volkstraat, de verbouwing en

inrichting van dat gebouw, het bezielen

ervan enzovoort. Ik ga met een leerling

akkoord die ooit eens vanop het terrasje

aan de overkant van onze meesterlijke

voorgevel zei: het is toch fantastisch

dat dat onze school is. Vrijwel iedere

voorbijganger kijkt op naar die gevel, dat

HELP U ZELVE EN DANS

Bert Willems e.a. te voorschijn toverden-

toneelstuk na toneelstuk op de planken

mogen brengen en dat heeft behoudens

een enkele keer toen Kurt van Eeghem

in Humo de opvoering van Ibsens’ Een

Vijand van het Volk uitriep tot het beste

toneelstuk van dat jaar, nooit in de gazet-

ten gestaan, maar wel des te meer in de

harten van die jonge mensen die eraan

hebben deelgenomen. Hier leek mij een

tempel mogelijk voor een Vrij Geestes-

leven: niet alleen voor individuele jonge

mensen (die kiemdragers zijn), maar

voor een hele generaties overlappende

gemeenschap van mensen en zelfs mis-

schien voor een ‘volk’. Moge dat in de

toekomst na mij nog veel meer het geval

zijn. Het zou mooi zijn als dit gebouw met

zijn zaal en foyer geen enkele vakantie,

geen enkel weekend, geen enkele avond

ooit leeg stond en dat er een geestelijke

uitstraling vanuit ging, een passie voor

leren en zich ontwikkelen op alle moge-

lijke gebieden, voor creëren en zich ver-

nieuwen en verjongen. Een plaats van

intense wisselwerking tussen de gene-

raties en tussen mensen van alle slag

– een bezielende en geïnspireerde acti-

viteit in het teken van het mysterie van

het kind-zijn, een niet-commerciële vrije

en geestelijke cultuur.

Tenslotte -nu ik toch aan het dromen

ben- zou het mooi zijn als dit mooie

kunstgebouw aan de Schelde, dit vroege-

re Volkshuis, dat geen museum is, maar

door toedoen van de school gerestau-

reerd en na een doodse periode in zijn

oorspronkelijke functie hersteld werd,

schuldenvrij zou zijn. Wat is er meer no-

dig in deze samenleving dan loskomen

uit de passieve consumentensfeer ten

voordele van een actieve cultuurproduc-

tie en waarom zou daar –in plaats van

op bankgebouwen, ministeries, grote

bedrijven, militaire installaties, kerncen-

trales enz.- in godsnaam een (financië-

le) schuld op rusten? Die belemmering

voor zijn functioneren en groeien zou de

wereld uit geholpen moeten worden. En

spoedig. Dat meen ik.”

Page 15: Herfst Queeste 2009

15

Page 16: Herfst Queeste 2009

16

Vrijdag, 28 augustus 2009

Emmaüsklooster, Weelde.

Met vier leerkrachten steken we de kop-

pen bij elkaar en brainstormen over de

nieuwe eersteklassers. Juf Marlies ver-

telt met vuur over haar nieuwe leerlin-

gen, juf Ietje vult aan. Als juf van de zesde

klas zoek ik een geschikte peter of meter

voor deze nieuwe leerlingen. Zorgcoördi-

nator Linda houdt alles nauwkeurig in de

gaten.

Zondag, 11 oktober 2010

Thuis. Ik schrijf voor de Queeste.

De zesde klas neemt het peterschap

met verantwoordelijkheid op. Ze staan

toegewijd, zij aan zij in de rij om wekelijks

op vrijdag, samen met hun pete- en me-

tekind naar het park te wandelen.

Deze opdracht nemen de zesdeklassers

bijzonder ter harte.

Op 1 september schenkt de peter of

meter van de zesde klas fier een zomer-

se zonnebloem aan zijn of haar pete- of

metekind.

Lees verder wat zij ervan vinden.

Juf Veerle

Zesdeklassers omhullen eersteklassers

Page 17: Herfst Queeste 2009

17

Page 18: Herfst Queeste 2009

Poëzie is het hart van de steinerschool

Zuiderzinnen is een literair feest dat

ieder jaar op het Zuid (Antwerpen) in

september doorgaat. Grote en kleine

namen, vele podia, familie-uitstap, zon,

literatuur is van iedereen: dat zijn enkele

steekwoorden om de manifestatie te ka-

rakteriseren. Van in den beginne hebben

wij er onze schoolpoorten voor openge-

steld. We werden die dag ieder jaar het

podium voor de jeugdschrijvers. Zelf bo-

den we drank en voedsel aan en verdien-

den een cent aan de soms honderden

mensen die ons gebouw betraden.

De ouderraad wilde echter meer dit jaar

en zo mogelijk actief participeren, tonen

welk belang literatuur op onze school

inneemt. Voorgesteld werd de rol van

poëzie te belichten.

Een tentoonstellinkje legde bij het bin-

nentreden in het gebouw in twee kasten

uit wat we in de tiende klas gedurende

de poëtica-periode doen: een lessen-

reeks over de geheime keuken van de

poëzie, het schrijven van gedichten door

de leerlingen, het maken van een eigen

klasdichtbundel, een avondvoorstelling

met licht, muziek, beweging en woord-

kunst. Een selectie uit het werk van de

laatste tien jaar lag er uitgestald.

Daarnaast lazen zes leerlingen van de

negende tot de twaalfde klas, plus een

oud-leerlinge, Pauline De Kok, voor uit

eigen werk in het euritmielokaal. Een

dertigtal mensen daagden op om een

gevoelig, intiem en toch krachtig mo-

ment te beleven. Daarna toonden we de

video die door Marie Julia Bollansee (=

Mevr. De Schutter) gemaakt werd van

de poëticavoorstellling van vorig school-

jaar. Een mooie kaart lichtte dit alles toe

en plaatste het in een ruimer kader on-

der de titel „Poëzie is het hart van de

steinerschool“. Honderden exemplaren

daarvan werden onder het publiek ver-

spreid.

Wilbert Lambrechts

Kenbaar

mijn en uw gedachte

scheiden ons van elkaar

opsluitend on-ontcijferbaar

en ik kan ze niet lezen

onderzoek de sleutelwoorden

barricadeer je niet

maak van elke stap een

woord

en bekijk geen bewegend

ogenblik als vergeten

nutteloos, verend

laat ik ze kopiëren

kantel je, dan lach onophoudelijk

lampionnen in verheuging

eerder adelijk schemerend.

ELISA EBERLEIN (11e klas)

Je te ne vois pas, tu me ne vois pas.

Comme un piano nous sommes

blanc et noir.

Il se hurle une tempête dans mon

corps,

l‘air me mange et fait exploder

mon tympan dans le

tognon d‘une rose.

Tu peux choisir

une rose, une fleur

une rose, un but

l‘un et lautre joli.

Tu grates mes nuages silencieux,

Dans une mer de tranquillité.

Ik zie jou niet, jij ziet mij niet.

Als een piano zijn wij

zwart en wit.

Er raast een koude storm door mijn lijf,

de lucht eet me op en laat mijn trom-

melvlies ontploffen

in het klokhuis van een roos.

Je mag kiezen

een bloemen roos

of een pijlen roos

beide mooi

Jij krabt aan mijn stille wolken,

in een zee van stilte.

LISA WILLEMS (11e klas)

18

Zuiderzinnen

EEN BLOEMLEZ ING VAN ENKELE GED ICHTEN D IE IN HET EUR ITMIE -

LOKAAL TE HOREN WAREN . . .

Page 19: Herfst Queeste 2009

19

Sterrenstof...

Ja, ook wij zijn sterrenstof, onbekende,

Ik groet u, hoe uw naam ook wezen

mag,

Want uw naam, die doet er nu niet toe,

Hij is op u geplakt door de wil der om-

standigheden,

Het is uw naam, maar die zegt niets,

over u, en het heelal,

Wij zijn allen stof,

Wij zijn allen stof der sterren,

Wij allen zijn gelijk!

Wij zijn allen, één,

Afkomstig uit hetzelfde niets

Afkomstig van dezelfde onbestaande

plaats,

Afkomstig van de plaats waar alles

begon,

En waar het heelal ontstond,

Wij zijn een gebeurtenis,

Wij zijn dat, en het heelal is het ook,

Wij zijn niet, wij gebeuren...

Hebt u zich al eens afgevraagd,

Wat zou zijn als u niet u was,

En, als iemand anders u zou zijn?

Denkt u maar eens goed,

Maar ik zal u zeggen wat wij denken,

U en ik,

Er zou geen verschil zijn geweest,

Of u, onbekende nu uzelf zou zijn,

Of dat iemand anders u zou zijn,

Want wij zijn allemaal van dezelfde stof,

Wij zijn van de sterrenstof,

En in ieder van ons,

Is een druppel,

Van het goddelijk verstand gesijpeld,

Dat verstand,

Dat ons tot mensen maakt,

Ik ben u, u bent mij,

Ik ben niet u, u bent niet mij,

Dat denken we,

Maar is dat juist?

Is het juist wat we denken?

Is het juist, dat we denken?

Is het juist te wezen?

Of goed dat we gebeuren?

Wie bent u?

En als u niet u was?

Wat doet u?

Waarom bent u hier?

En waarom denkt u na over deze

vragen?

TIMUR MICHELASHVILI (10e klas)

When I walk among the people

who live so easily

I notice that their happiness

comes from small and pretty things.

Objects which I see

as houses build on air

as playgrounds without children

as boxes filled with ghosts--

And then

their happiness appears to me

as a hypocritical fact

a word without deed

an object without purpose

a world without limits but where actu-

ally

nothing is allowed.

The ground is fake

and so are the beautiful houses build on

these grounds

-stone without content-

and the substance of these houses are

bound

soon to resolve

soon to fall apart

and at that given moment

the Monster

shows its true face

and the men and women go,

obsessed with the ‚new‘

to furniture their lives again.

YRKA DE BRUCKER (12e klas)

De tuin

Was ik een wolk

dan dreef ik mee

boven het volk

tot in de zee

Maar ik ben een seconde

en ga gebukt

onder de zonde

en het geluk

Ik hoopte op een eeuwigheid

of toch een kleine winst

de verwerping van de tijd

van de ernst op zijn minst

Maar donker is de tuin

verlaten en vol puin

nergens is er licht

geen glans, geen schicht

Ik opende mijn ogen

en alles was gelogen

NADIA BIJL (12e klas)

Portret

Haar grote ogen staren me aan.

Haar mond opent zich een beetje

als om een stroom van woorden

naar buiten te laten.

Het enige wat uit haar mond ontsnapt,

is stilte.

Haar hoge jukbeenderen

werpen schaduw op haar ingevallen

wangen.

Haar koude, kale hoofd schrikt me af.

Haar hals strekt zich uit

als om zich in waarde te herstellen.

Zij denkt dat wij haar vrezen.

Het tegendeel is waar.

MARTHE SCHNEIDER (9e klas)

Page 20: Herfst Queeste 2009

Chartres

20

Van Parzival (1200) naar Chartres

(1200) en van Chartres naar Parzival,

van 1200 naar 2009 (en later) en van

2009 (en vroeger) naar 1200.

Begin elfde klas: zes weken als pelgrims

op zoek naar de graal in woorden, ge-

dichten verhalen, voetpaden, liederen,

beschouwingen, tekeningen, begrippen,

ontdekkingen, portfolio, boekbinden.

Van Wolfram von Eschenbach (schrijver

van Parzival in 1200) naar een eigen

boek, van het eigen boek naar Wolfram

von Eschenbach.

Van Volkstraat (gebouw steinerschool)

naar Chartres (kathedraal) en terug.

Foto’s: Zino Moons

Page 21: Herfst Queeste 2009

21

Page 22: Herfst Queeste 2009

22

Het plenzende water in de regen-ton,zegt moeder,is van de engeltjes die huilen.En het gedonder en gebliksem,is van de engeltjes die op hun trommeltjes slaan.Het flitsende aan en uit licht, is van het gevecht tussen het goede en het kwade. En de zon die altijd mijn hart verwarmt, is gemaakt om de vrede terug te brengen. Daarna zei ze ook, dat ik voortaan moest onthouden,dat na regen altijd zonneschijn kwam. En ze had gelijk: hier zit ik te schrijven onder deze hartverwarmende zon.

1 druppel

Donkere bliksem,bliksem van duister.Water dat opspat,regendruppels roffelend op het lekke dak,daar valt dan 1 druppel,recht op mijn kaak,waarop moeder vraagt:Waarom huil je?

Hazel Engels (achtste klas)

Rode lippen zoekend naar een kus die alles zou kunnen strikken en verstommen tot het eind der dagen.

Tsjebbe Van Damme (9e klas)

Spiegeling en mij.

Een spiegel Wat is dat, een kwelling? De jongen die ik zie is niet wie ik ben. Wie ben ik? Of wie is die jongen in de spie-gel? Die jongen is een afspiegeling van mijzelf, Maar, Is dat werkelijk zo? Kan hij eten, drinken, lachen, Geluiden maken? Ben ik die jongen in de spiegel? Of is die spiegeling mij? Misschien ben ik die spiegeling? Koud en hard. Wie zal het zeggen? Wie zal het zeggen?

Tsjebbe Van Damme (9e klas)

Wijze uitspraak van een kind van vier:

Maar ik vind dat verliezen veel belangrijker is dan winnen!

“Scepsis is er van uitgaan dat het niet waar is.Kritiek is onderzoeken of het waar is.”

Bram Vermeulen

„ik kan elk moment wanhopen bij de vleetmaar ga dat nu niet doen,niets kan mij overkomen,dit besef en ik ben in leven“

Wilbert Lambrechts

„Leef langzaamin een snelle wereld“

(zinnetje waarmee Paul Van hooydonck, Ehipassiko Boeddhis-tisch Centrum Zurenborg, steevast zijn mails ondertekent)

Vorig jaar tijdens het St Jans-feest vertelde juf Linda me dat ze met het lerarencollege hadden afgesproken de stress van het organiseren los te laten en vooral te genieten van het feest.Dat vind ik mooi! Ik wens dan ook alle juffen en meesters toe dit voornemen verder te zetten en ook dit jaar vooral te genieten van de feesten.

Joke Jacobs (moeder van Maye, derde klas, en Neil, zesde klas)

Page 23: Herfst Queeste 2009

23

De zesdeklassers hadden net een periode over de

Romeinen achter de rug toen we hun schriften inke-

ken. Geniet mee van deze prachtige verwerking.

Kijken in de schriften van de zesde klas

Page 24: Herfst Queeste 2009

24

Page 25: Herfst Queeste 2009

25

Page 26: Herfst Queeste 2009

26

Page 27: Herfst Queeste 2009

27

WAAROM VEEL MUZIEK OP SCHOOL?

Omdat muziek een veelomvattende

kunstzinnige activiteit is. Muziek is steeds

en overal aanwezig en spreekt de mens

bijzonder sterk aan. We zijn in onze cultu-

ur zo vertrouwd (zelfs verslaafd) gewor-

den aan muziek, dat die in de opvoeding

absoluut niet mag ontbreken.

Zingen is bijzonder sterk met het gevoels-

leven verbonden. Wanneer zingt iemand

spontaan ? Als hij blij is, vrolijk is, zich

licht voelt. Of als een diepe smart of ver-

driet hem overmant. Bij kinderen zal het

meestal om het eerste gaan.

Via de muziek en dan vooral via het zin-

gen kunnen we het gemoed van de kin-

deren bereiken. Een zingend kind is altijd

een blij kind. Anders zingt het niet.

Als de hele klas zingt, lukt het bijna altijd

om een kind dat niet blij is, maar bijvoor-

beeld kwaad of slecht gezind of droef,

mee aan het zingen te krijgen en het ge-

moed te ‘openen’.

Een tweede belangrijk aspect van het

zingen en musiceren is het oefenen van

de waarneming. Bijna tegelijk komen de

kinderen tot uitdrukking via de stem. In

de eerste klas starten we zuiver op het

gehoor. Waarneming en expressie vol-

gen onmiddellijk op elkaar. Dat verhoogt

tevens de concentratie. Een lied wordt

niet even gezongen en dan onmiddellijk

daarna een ander lied. De waarneming

bij een eerste ontmoeting met een me-

lodie (en tekst) is nog niet voldoende. Er

is nog een verrassingsaspect aanwezig.

Als we een tweede maal hetzelfde lied

zingen, dan is er al een zekere herken-

ning en is de waarneming scherper. Bij

de derde herhaling is er al een zekere

vertrouwdheid en een gevoel van mee

te kunnen doen. Dat gebeurt zo bij een

nieuw lied, maar dat gebeurt de volgen-

de dag met dat lied weer, en de volgen-

de dag nog eens, en daarna nog en nog.

Altijd wordt het herhaald, omdat elke

eerste zangbeurt nooit volledige wakker-

heid oplevert.

Ook de wilskracht wordt daardoor aan-

gesproken. We proberen het elke keer

beter te doen. Daarom moet er ook ge-

varieerd worden, want anders slaat de

verveling toe. Muziek en zang zijn dus

zeer geschikte elementen in het ped-

agogisch werk: wat daar gerealiseerd

wordt, werkt door in andere vakken en

opdrachten. Daarom is het zinvol om

wat je met een kind of met een klas wil

bereiken eerst via de muziek te doen.

Door het feit dat muziek steeds geleid

wordt - er is altijd iemand die maat, ritme

en toon aangeeft - is muziek heel goed

om de kinderen aandacht bij te brengen.

Wie goed muzikaal bezig is, krijgt als van-

zelfsprekend de aandacht van de kinde-

ren en kan die ook vasthouden.

Elke les is in die zin een ‘muzikale’ les. Een

element dat daarbij komt kijken is ritme,

een element dat in alle schoolactiviteiten

en lessen terug te vinden is. Met ritme

wordt in deze context een evenwicht

bedoeld tussen spanning en ontspan-

ning, van aandacht en afgeleid zijn, van

concentratie en loslaten, van inademen

en uitademen. Elke les wordt zo opge-

bouwd. Maar in de muzieklessen en in

de ochtendmuziek kan dat het meest

zicht- en voelbaar gemaakt worden.

Dankzij het zingen kunnen we de adem-

haling verbeteren en het stemgebruik

corrigeren. Dat begint al heel vroeg in

de kleuterklas, waar de kinderen via

het zingen en via het zeggen van spreu-

ken de ademhaling en de stem op een

correcte manier leren gebruiken. Door

zingen, door blokfluitspelen, door stem-

en ademhalingsoefeningen kan er bijge-

stuurd worden, wat de gezondheid be-

vordert. Een belangrijk aspect hierbij is

de aandacht voor de zinnen in een lied.

Men moet trachten een hele zin, of een

samenhorend deel van een zin op één

ademstroom te zingen. Vaak zijn lied-

teksten in dichtvorm geschreven en zijn

de zinnen vrij kort. Zo ontstaat er een rit-

misch proces van in- en uitademen. Het

inademen verloopt kort, het uitademen

op de zang verloopt traag. Laag zingen

veroorzaakt druk op de keel. Kinderen

gaan dan ook gemakkelijk luider zingen.

Het enige middel hiertegen is hoger

gaan zingen. Hoog zingen is gezond-

makend, laag zingen kan schadelijk zijn.

Een zesde element is de taalontwikke-

ling. Een gezongen tekst onthoudt veel

beter dan een gesproken tekst. Daar-

door wordt de woordenschat rijker, voo-

ral ook omdat vele liedteksten toch ook

poëtisch zijn en kinderen woorden ont-

moeten die in het dagelijkse taalgebru-

ik minder courant zijn. Maar ook vanuit

het standpunt van taalbeschouwing is er

een ongelooflijk voordeel bij het zingen

van liederen: muzikaal wordt elk woord

opgesplitst in klankgrepen, die dikwijls

samenvallen met lettergrepen. En let-

tergrepen zijn nu net de basis van de

Nederlandse taal wat betreft de spelling

van klanken in open lettergrepen (bv. ko-

men) en verdubbeling van medeklinkers

in gesloten lettergrepen (bv. kom-men).

En dan hebben we nog de vreemde talen

als Frans en Engels die via de zang alle-

maal aan bod komen. Er is geen enkel

andere manier denkbaar waarop zo een-

voudig teksten in andere talen kunnen

geoefend worden. Dit heeft niet direct

effect voor het leren van een vreemde

taal, maar de kinderen maken wel ken-

nis met vreemde klanken. Klanken die ze

tijdens deze leeftijdsfase gemakkelijker

oppakken door nabootsing en waar ze in

een latere fase bewust van kunnen wor-

den gemaakt.

Het laatste element, maar daarom niet

het minst belangrijke, is het sociale

aspect. Op school is het muzikale bijna

steeds ingebed in een sociale activiteit:

zingen en musiceren in groep. Kinderen

kunnen elkaar aansteken en veel van el-

kaar leren vanuit een enthousiasme dat

de leerkracht alleen niet kan bereiken.

Bron: www.cielen.eu

Bewerkt door: Yolanda Habraken

&

&

V

V

?

#

#

#

#

#

44

44

44

44

44

..

..

..

..

..

S1

S2

A

T

B

œ œ œ œ

œ œ œ œ

œ œ ˙

œ œ œ œ

œ œ œ œ

œ œ œ œ

œ œ ˙œ œ ˙

œ œ ˙

œ œ œ œ

œ œ œ œ

œ œ œ œ

œ œ œ œ

œ œ œ œ

œ œ œ œ

˙ ˙

œ œ œ œ ˙

˙ ˙

˙ ˙

˙ ˙

&

&

V

V

?

#

#

#

#

#

..

..

..

..

..

..

..

..

..

..

˙ ˙

˙ ˙

˙ ˙

˙ ˙

˙ ˙

œ œ œ œ œ œ

œ œ œ œœ œ ˙

œ œ ˙

œ œ ˙

˙ ˙

˙ ˙

˙ ˙

˙ ˙

˙ ˙

œ œ œ œ ˙

œ œ ˙œ œ ˙

œ œ ˙

œ œ ˙

GavotteMichael Praetorius, 1571 - 1621

Page 28: Herfst Queeste 2009

28

‘k Heb twee flinke handen, klap, klap, klap.

En twee sterke voeten, stap, stap, stap.

Ik kijk eens hier. Ik kijk eens daar.

Alle kind’ren van de klas die staan nu bij elkaar.

Zo openen we elke keer weer onze klas-

dag.: zingend, klappend, stappend.

Van overal zijn de kinderen gekomen, ie-

der met z’n eigen verhaal. Maar als dit

ochtendlied klinkt, vormen we één groep,

één stem, één gebaar.

Daarna zingen we ter ere van de zon die

elke keer weer met haar licht de dag in-

luidt:

Stralend stijgt de zon omhoog,

rijzend langs de hemelboog,

schenkt zij ons de dag.

Door de stille nacht omhuld,

werden wij met kracht

vervuld voor de nieuwe dag.

Dankbaar gaan wij aan het werk, blij en sterk.

Nog vele liederen zullen er volgen als

herkenningspunten doorheen het dag-

verloop:

Rie ra roets, wij stappen in de koets ...

wanneer we van de gezamenlijke ar-

beidskring naar het vrije spel gaan.

Bim, bam, bim, bam, hoor de klokken van de

toren ...

wanneer het vrije spel stilaan ten einde

loopt.

Wiegen, wiegen, wiegen en vliegen,

en vleugels toe ...

wanneer we de speeldoeken weer opp-

looien.

Door het dagelijks of wekelijks weerke-

rende karakter van deze liederen maken

ze deel uit van een vaste, goede gewoon-

te. Na een tijdje kennen de kleuters deze

liedjes en worden ze voor hen tijdsba-

kens in het dag- of weekverloop.

Sommige kinderen zingen ze met een

klok van een stem mee, andere ‘brom-

men’ vooral de woorden, soms tracht

een oudere kleuter de tonen te fluiten ...

ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is.

Ook zijn er kinderen die al luisterend in-

nerlijk meezingen.

In het echt beluisteren van muziek ligt

een even grote waarde als het actief

meedoen. Daarom zijn de gerichte luis-

termomenten zo wezenlijk.

In de herfsttijd hebben we een houten

doosje waarin eerst enkele eikeltjes zit-

ten. Nadien worden de eikeltjes vervan-

gen door een kastanje, beukennootjes

of gedroogde herfstbladeren. Bij het

schudden van het doosje heeft alles z’n

eigen geluid. Zo kan je raden wat er ver-

borgen zit.

Ook gewoon naar de stilte luisteren is

deugddoend. Soms hoor je dan wel een

vogel fluiten of een mug door de klas zo-

emen.

In onze tijd van alom aanwezige gelui-

den en muziek wordt het jonge kind nog

meer dan de volwassene voortdurend

overprikkeld. Al deze geluidsindrukken

komen bij hen ongefilterd binnen. Geen

wonder dat steeds meer kleuters deze

vaak mechanische geluiden onbewust te

pas en te onpas nabootsen.

In onze kleuterklassen willen we daarom

heel bewust kiezen voor ‘echte’ muziek:

geen misleidende reproducties, geen cd,

geen radio geen ... maar zelf zingen en

zelf muziek maken.

Niet ieder lied en ieder instrument sluit

even goed aan bij het wezen van een jong

kind. Ook daar willen we bewust kiezen.

Jonge kinderen leven nog in een droom-

wereld, ze zijn nog hecht verbonden met

In de kleuterklas

&

&

V

V

?

#

#

#

#

#

44

44

44

44

44

..

..

..

..

..

S1

S2

A

T

B

œ œ œ œ

œ œ œ œ

œ œ ˙

œ œ œ œ

œ œ œ œ

œ œ œ œ

œ œ ˙œ œ ˙

œ œ ˙

œ œ œ œ

œ œ œ œ

œ œ œ œ

œ œ œ œ

œ œ œ œ

œ œ œ œ

˙ ˙

œ œ œ œ ˙

˙ ˙

˙ ˙

˙ ˙

&

&

V

V

?

#

#

#

#

#

..

..

..

..

..

..

..

..

..

..

˙ ˙

˙ ˙

˙ ˙

˙ ˙

˙ ˙

œ œ œ œ œ œ

œ œ œ œœ œ ˙

œ œ ˙

œ œ ˙

˙ ˙

˙ ˙

˙ ˙

˙ ˙

˙ ˙

œ œ œ œ ˙

œ œ ˙œ œ ˙

œ œ ˙

œ œ ˙

GavotteMichael Praetorius, 1571 - 1621

Page 29: Herfst Queeste 2009

29

de hemelse sferen. Muziek en geluiden

die daarbij aansluiten, ervaren ze als

aangenaam.

Als een kleuter in rust en harmonie

speelt, kan het gebeuren dat het onbe-

staande melodieën gaan neuriën. Wie

goed op het materiaal van deze gezan-

gen let, zal merken dat ze ver verwijderd

zijn van onze hedendaagse westerse mu-

ziek. Het ritmisch element is veel minder

aanwezig en het melodisch materiaal is

eerder zwevend.

Onze westerse muziek maakt al eeuwen

hoofdzakelijk gebruik van de diatonische

toonladders. In een vaste volgorde vol-

gen hele en halve tonen elkaar op. Een

grondnoot geeft de melodie als het ware

grond en stevigheid. Dominant, medi-

ant en leidtoon geven ons de vertrouw-

de stemming van de grote en de kleine

tertstoonladder.

In de loop van de geschiedenis is dat niet

altijd zo geweest, denk maar aan de Gre-

goriaanse gezangen en de oude muziek.

Ook in andere culturen worden andere

toonladders gebruikt, bijvoorbeeld de

typische Arabische of Aziatische melo-

dieën.

Hoe verder we teruggaan in de geschie-

denis van de muziek, hoe meer we de ty-

pische ‘kinderharmonie’ bereiken.

In de kleuterklas zingen we geregeld

liederen in kwintenstemming. Voor

volwassenen klinken die in eerste instan-

tie vreemd in de oren, maar als je langer

luistert, kan je de dromende en rust-

gevende werking ervan ervaren. Deze

liederen maken geen gebruik van de ge-

kende toonladder, do-re-mi-fa-sol-la-si-do,

maar van een beperktere reeks van vijf

tonen (pentatoniek): re-mi-sol-la-si.. Uit-

gebreid met de hoge re en mi ontstaat

een tonenreeks waarin vooral de kwin-

ten domineren, symmetrisch geschikt

rond een centrale la.

De oorsprong van deze kwintenstem-

ming en de pentatoniek is te vinden in

de oude culturen van Egypte en China.

Zoals de mensheid zich in deze zeer

oude tijden nog niet bewust was van een

historisch tijdsverloop, maar leefde in

de steeds wederkerende kringloop van

dagen en jaargetijden en afhankelijk was

van zijn leiders, zo is ook het jonge kind

nog zonder tijdsbesef, afhankelijk van de

mensen in zijn omgeving en ontvankelijk

voor dag- en jaarverloop. Zingen en spe-

len kunnen dit verloop vormgeven en be-

elden kunnen het zielenleven van het kind

aanspreken en ‘voeden’.

Zoals de kwintenstemming de muzikale

omgeving was van de mens in de oud-

heid, zo leeft ook het kind, dat dit mens-

heidsstadium in het kort herhaalt, in de

kwintenstemming. Ook al kan het dat niet

aan de volwassene meedelen of zichzelf

ervan bewust zijn. De zwevende, open

klank van de kwintenstemmingsmuziek

en het tijdloze karakter van de melodie-

stroom komen overeen met de zielege-

aardheid van het kleine kind.

Juf Ilse

Page 30: Herfst Queeste 2009

In de lagere school

30

Philippe Cassiers geeft al 22 jaar muziek-

les op onze school. De eerste jaren in

alle klassen, tussendoor (een zevental

jaar) enkel in klas 4, 5 en 6, en sinds dit

schooljaar opnieuw in alle klassen. We

vroegen hem wat er zo allemaal aan bod

komt in zijn lessen muziek.

Ik vind het een enorme rijkdom dat mu-

ziek zo’n belangrijke plaats inneemt in de

pedagogie van de school. Elke ochtend

wordt er in de opmaat met de klasleraar

gemusiceerd en 2 uur per week kom

ik als muziekleraar nieuwe liederen en

stukjes inoefenen.

Op die manier kan ik zorgen voor een

doorstroming van de muziekbeleving in

alle klassen waarbij zoveel mogelijk fa-

cetten aan bod komen. Mijn hoofddoel-

stelling met muziek is kansen scheppen

om het innerlijk gehoor te vormen. In de

eerste klas zing ik bijvoorbeeld een ge-

kend lied en draai dan zogezegd de knop

van de radio om. Ondertussen zingen ze

het liedje verder in hun hoofd. Wanneer

ik vervolgens de radio weer aan zet, zin-

gen we luidop het lied verder. Zulke oe-

feningen rond innerlijk gehoor worden

verder uitgebreid en opgebouwd tot de

kinderen een partituur in hun hoofd kun-

nen horen klinken.”

Muziek is zowel klasoverstijgend (met de

feesten bijvoorbeeld) als klasgebonden

(eigen aan de leeftijd en de interesses

van die klas) en kent een specifieke op-

bouw over de jaren heen.

“Bij de feesten hebben we allemaal de

liederen ingeoefend, waarbij de leer-

lingen uit klas 1, 2 en 3 eenstemmig

zingen. De hogere klassen zorgen voor

de meerstemmige begeleiding. Zowel

vocaal als instrumentaal. Bij Palmpasen

koppelen meester Dave en ik muziek aan

dans: de ene klas danst op de muziek

van de andere klas.”

“In de eerste klas geef ik in het begin veel

vocale spelletjes: liedjes waarbij ze een

beweging moeten doen, uitbeelden, na-

bootsen, handenklappen ... de beleving

en het verhaal staan hierbij centraal.

Ook veel ritmespelletjes komen aan bod.

Van de Sint krijgen ze een blokfluit en

dan spelen ze het lied mee. Ze spelen op

gehoor: naspelen wat ze horen.”

Ritme is ook een belangrijke rode draad.

Vertrekkende van de lichaamsinstru-

menten (handen voeten) gaan we over

naar het slagwerk. Aanvankelijk doen

we veel klapspelletjes en worden ritmes

doorgegeven’ om later via percussie en

andere instrumenten zelf ritmes te ma-

ken en die ook vol te houden, minuten-

lang! Djembé’s, klein slagwerk, xylofonen

en andere percussie-instrumenten lei-

den de kinderen ook naar een kennisma-

king met andere culturen ...

“Van de eerste tot de derde klas wordt

er eenstemmig gewerkt, zowel vocaal

als instrumentaal. De eerste twee ja-

ren zijn het veel pentatonische liederen,

liederen zonder halve tonen (zie: in de

kleuterschool). Tegen het einde van de

derde klas kunnen ze vlot alle mogelijke

liederen, zowel kinderliedjes, volksliedjes

als ingewikkelde liedjes eenstemmig zin-

gen.”

“Pas in de derde klas begin ik met noten-

beelden. Eerst zijn het ritmische noten

op een lijn.Stap voor stap komen er meer

lijnen en meer noten.Tegen het eind van

het schooljaar kunnen ze alle noten op

de notenbalk lezen. Vanaf de vierde klas

krijgen ze partituren en bouwen we een

kaft op met het hele repertoire.”

De vierde klas, wanneer het eigen ik zich

ontwikkelt en zich afzet tegen dat van

een ander, is het ideaal moment voor

canon-liederen: dan moeten de kinderen

hun stem behouden tegenover de stem

van de ander. In klas vijf en zes gaan we

verder met meerstemmige liederen en

instrumentale stukjes.

“Kinderen die een eigen instrument be-

spelen, kunnen dit meebrengen naar de

klas. Ze spelen dan het lied dat de ande-

ren op hun blokfluit spelen. Soms is hun

partij te gemakkelijk omdat ze in de mu-

ziekschool al ‘verder’ staan, maar het sa-

menspel is verrijkend voor hun gevoel.”

De muzieklessen van meester Philippe

werken verder door in de opmaat waar-

mee de leerkrachten de ochtend in de

klas beginnen en waarin liederen gezon-

gen en gespeeld worden die ze in de mu-

zieklessen gekregen hebben.

“In de mate van het mogelijke sluit ik ook

aan bij de vertelstof die wordt gegeven

door de klasleerkracht. Zoals de Dori-

sche toonladder in de derde klas en de

klassieke componisten in de vijfde en

zesde klas.”

De opvoeringen van de tonelen zijn voor

ouders niet enkel een openbaring omdat

ze hun kind zien acteren, maar ook musi-

ceren. Heel veel toneelstukken beginnen

met een muziekstuk dat wordt gespeeld

door het klasorkest. Het leidmotief door-

heen het stuk wordt uitgevoerd door de

kinderen zelf die én acteur én muzikant

zijn.

Opgetekend door Annemie Morbee

& # # 86 jœDe

œ jœ œ jœD

or gelman, de

œ jœ œ jœorgelman, die

œ jœ œjœ

A7

loopt er door de

.œ œ jœD

straat. Hij- - - -

& # #5

œ jœ œ jœD

draait er aan een

œ jœ œ jœwie le ke, de

œ jœ œjœ

A7

pop pen slaan de

.œ œ ‰D

maat- - -

DE ORGELMAN

Dit is een leuk liedje van de eerste klas, waarbij ze de orgelman uitbeelden en de poppen nadoen die op het orgeltje muziek staan te spelen.

Page 31: Herfst Queeste 2009

31

kan het dan zijn om de kinderen te leren

hoe je de “juiste taal” kan gebruiken om

je uit te drukken als je boos, verdrietig,

gelukkig of echt woest bent.

Hieronder een aantal voorbeelden uit de

klas van een uitroepzin die nog werden

onderverdeeld in beeldnamen.

VREUGDEZIN: Joepie, we gaan zwem-

men!

KLAAGZIN: Wat ben ik toch moe!

SPIJTZIN: Ik zal het nooit meer doen!

BEVELZIN: En nu gaat iedereen zitten!

DREIGZIN: Als je nu niet stopt dan word

ik boos!

De uitroepzin blijft nog doorklinken over

het laatste woord heen. Er gaat een stu-

wende kracht van uit!

De meest abstracte zin, de mededelende

zin, komt als laatste aan bod. Het zijn zin-

nen zoals in deze tekst, waarin gewoon

iets wordt verteld. De melodie van deze

zinnen start en eindigt op dezelfde toon.

Met dank aan de juf waarop je muziek

kunt spelen! (Is dit nu een raadselvraag

of een raadseluitroepzin?)

Yolanda Habraken

De D E R D E K L A S S E R S hadden de af-

gelopen periode spraakkunst. Dat hierbij

het melodisch aspect ook een belang-

rijke rol speelt, kun je zelf ontdekken als

je de drie zinnen hieronder hardop leest.

Gaat deze Queeste over muziek?

Deze Queeste gaat over muziek!

Muziek is het onderwerp van deze

Queeste.

Is het je opgevallen dat iedere zin een an-

der melodie heeft?

Dat is goed!

Dit werd namelijk ook ontdekt door de

kinderen van de derde klas.

Spraakkunst is een belangrijk onderdeel

binnen onze pedagogie. Het bestaat uit

wetten die aan de bouw van onze taal

ten grondslag liggen. Het is het dragen-

de kader van onze levende taal. Je zou

het kunnen vergelijken met het skelet

van de mens. Zoals we ons zonder ske-

let niet kunnen voortbewegen, zo kunnen

we ons ook niet verbaal voortbewegen

zonder kennis van de taalwetten.

Gedurende drie weken gingen de kin-

deren samen met de juf op onderzoek

naar de verschillende zinnen die in onze

taal worden gebruikt en vooral naar de

verschillende soorten zinnen die er be-

staan.

Als eerste kwam de vraagzin aan bod.

Dat is geen toeval: het is het soort zin

dat het dichtst bij jonge kinderen ligt.

Kleine kinderen ontdekken al heel snel

dat ze met de melodie van de vraagzin

een antwoord op hun vraag krijgen. In

de klas werd onderzoek gedaan naar

een speciale zin, namelijk de strikvraag

via raadsels.

Kijk maar:! De tweede zin die aan bod

komt, is de uitroepzin. Juf Titia noemt

het liever de gevoelszin. Het doel van

deze zin is niet om een antwoord te krij-

gen, maar vooral om een ervaring van

het ‘gevoel’ in uit te drukken. De der-

deklassers zitten middenin de fase van

het gevoel. Ze beginnen de buitenwereld

anders te bekijken, de fantasie en de re-

aliteit beginnen zich met elkaar te verwe-

ven. En dat is soms best lastig! Hoe fijn

Taal en melodie

Page 32: Herfst Queeste 2009

32

In het middelbaar

de ontdekkingsreizen, de rode draad in

de zevende klas, kenden hun hoogtepunt

tijdens die periode.

Hier zien we de bouwstenen van de ba-

rokmuziek met de componisten uit de

vroegbarokke tijden. Actief muziek bele-

ven staat hier centraal, waarbij het in-

nerlijke gespiegeld wordt aan het inner-

lijke van de ander om zo een wij-gevoel

te creëren.

Vanaf de negende klas werken we meer

op het zelfbewustzijn en de toenemende

ik-beleving: stijlelementen van Haydn,

Mozart, Beethoven komen hier aan bod.

Door middel van de concertante stijl van

deze Weense Klassieken verkennen de

leerlingen de wereld van de solozang.

Ook de individuele beleving van de le-

venslopen krijgt hier veel aandacht met

biografieën over verschillende compo-

nisten. Het zingen blijft natuurlijk onont-

beerlijk; dit jaar met de introductie van

het klavierlied.”

De rode draad in het middelbaar zijn de

liederen: liederen die sfeer oproepen, ge-

bonden zijn aan jaarfeesten, seizoenen.

Het gaat hierbij steeds om zowel balla-

des, klavierliederen als meerstemmige

koorzang.

Voor de klassen 9 en 10 is er ook elke

woensdagochtend extra koor. Omdat de

stemmen en het chorisch kunnen van

9, 10, 11 en 12 nog ver uit elkaar lig-

gen, zijn er twee koorgroepen. Donder-

dagmorgen hebben klassen 11 en 12

hun koormoment.

Mijnheer Melaerts, in de wandelgan-

gen van de leerlingen beter bekend als

‘de Meli’, is de vakleerkracht muziek in

het middelbaar. Van hem hoorden we

in vogelvlucht de opbouw van de muzie-

klessen binnen de steinerpedagogie en

specifiek het aanbod in de verschillende

klassen van het middelbaar.

In der Kunst erlöst der Mensch

den in der Welt gebund‘nen Geist.

In der musikalischen Kunst

den in ihm selbst gebund‘nen Geist.

Rudolf Steiner

De opbouw van de muzieklessen ver-

tonen een versneld verloop van de mu-

zikale ontwikkeling in de mensheid. De

eerste zeven levensjaren refereren we

met de muziek naar de periode in de

muziekgeschiedenis toen er nog niet ge-

noteerd werd. De eerste echte toonlad-

ders die in de lagere school aangeleerd

worden, zijn de oude Griekse toonaarden

of modi. Muziek in de derde klas, met de

Bijbel als vertelstof, loopt parallel met

de periode van de kerktoonaarden. En

pas daarna, in de vierde klas, verschijnt

in de geschiedenis van de muziek de

meerstemmigheid vanuit de imitatie (cfr.

de vele canons). In de vijfde en de zesde

klas zijn melodisch en harmonisch spel-

materiaal gebaseerd op renaissance- en

barokmuziek.

MUZIEK OP SCHOOL IS HET CEMENT

VAN DE KLAS

“Zet 30 vreemdelingen in een kamer, laat

hen samen zingen en er ontstaat een

band tussen hen. Bij het zingen ervaar

je zowel je eigen innerlijk als het innerlijk

van de ander. Je oefent ook onbewust

het spiegelen aan de ander. De harmo-

nische werking die zingen kan hebben,

is eten en drinken voor een klas. Soms

komen leerlingen de les binnen met voel-

bare tegenstellingen of spanningen. Na

een half uur zingen voelen ze zich terug

verenigd. Kijk naar de opmaat in de lage-

re school. Die werkt als een zich verzo-

enen met elkaar om de schooldag mee

te beginnen. Pas dan ben je klaar voor

de les.”

Blokfluit spelen in een klasorkest is er

niet meer bij in het middelbaar. De mu-

zikaliteit van de groep is ondertussen té

verscheiden geworden. Na 1750 is er

trouwens geen enkele componist meer

die nog blokfluitmuziek heeft geschreven

en die periode valt ongeveer samen met

de zevende en achtste klas.

Vocaal krijg je de leerlingen vrij snel op

één lijn, maar instrumentaal is dat niet

meer doenbaar omwille van het meer

heterogene publiek in het middelbaar: er

zitten veel leerlingen uit niet-steinerscho-

len in een zevende klas.

De samenspelvormen die hier ontstaan,

zijn projectmatig: naar aanleiding van

een schoolfeest, een toneel, jaarfees-

ten, opendeurdag, poëzieavond... Er is

ook een klasoverstijgend schoolorkest:

de jongsten en de oudsten bij elkaar.

Zo kunnen musiceren slaat bruggen en

wekt verbindingen.

Je hoort hun zieleleven aan de manier

waarop ze muziek maken

“Een zevende en achtsteklasser zit in

volle baroktijd: veel kostuums en camou-

flagedrang, veel versiersels om het in-

nerlijke niet te moeten prijsgeven, want

daar zijn verbouwingen aan de gang. Ook

Page 33: Herfst Queeste 2009

33

“In de tiende klas maken we parallellen

naar esthetica-poëtica maar ook naar

de romantiek met figuren als Brahms,

Mendelssohn, Schumann.

De elfde klas krijgt naast muziek ook

esthetica-muziekgeschiedenis: beschou-

wingen bij muziekgeschiedenis, hoe wor-

den de dingen beleefd, wat is esthetiek

en dit door alle stijlperiodes heen. Hierop

worden de muzieklessen geënt.

En in de twaalfde klas doe ik een inhaal-

manoeuvre: alle zaken die in de elfde klas

niet aan bod zijn gekomen plus cross-

overs, muzikale fenomenen en curiosa,

muziek-filosofische overwegingen ...”

“Als tegenhanger voor de meerstemmi-

ge liederen, zien we ook veel ballades. In

de achtste zingen we geuzenliederen en

bv. ballades van Wannes Van de Velde

over Breughel, en zo verder de geschie-

denis in, jaar na jaar.

Wat ook in alle klassen terugkeert, zijn

crossovers naar andere vakgebieden,

soms parallel met de lessen PO, de peri-

ode poëtica, taallessen, cultuurbeschou-

wing ...

Ach, mochten we maar elke dag muziek

kunnen geven, dat was de hemel op aar-

de ...”

Opgetekend door Annemie Morbee

Page 34: Herfst Queeste 2009

34

KLAAS is de vader van Anthe (eerste

klas) en Dorian (derde klas). Zelf is hij op-

gegroeid in een ‘steinermilieu’: hij heeft

de hele steinerschool doorlopen, zijn

ouders waren heel actief in de school

en zijn neven en nichten gingen ook alle-

maal naar de steinerschool.

Hij kon bijna niet anders, zou je haast

denken, dan zijn kinderen te laten genie-

ten van de steinerschool ...

Ik ben als kleuter begonnen in de Lange

Lozannastraat bij mevrouw Smits, daar-

na naar de Transvaalstraat en tot de

vierde klas in de Lange Lozannastraat

(naast de kleuterschool).

Vervolgens Lohrangrin en dan Hibernia

(in de Rodestraat en de laatste twee

jaar in de Keizerstraat).

Daarna ben ik informatica gaan stude-

ren aan het RUCA. Dat was toen een

nagelnieuwe opleiding en we kregen

les van een verzameling proffen die ze

uit verschillende vakgebieden hadden

verzameld en die dat heel theoretisch

benaderden. Het was de periode van de

bloei van de informatica en er was een

zeer grote vraag naar deskundigen op

dat vlak.

Na vier jaar heb ik me laten verleiden

door een IT-bedrijf om er te gaan werken

en heb ik mijn studies niet afgemaakt.

VOND JE DAT JE VOLDOENDE VOOR-

BEREID WAS OP DIE STUDIES?

Toen ik besloten had om informatica te

gaan studeren, heb ik mij laten beïnvlo-

eden door de idee dat de steinerschool

te weinig voorbereidde op wiskundige

richtingen. In plaats van voluit te genie-

ten van de zomervakantie na de twaalfde

klas, volgde ik wiskunde. Terwijl dat he-

lemaal niet nodig was! Ik had een meer

dan solide basis gekregen en ik was ook

sterk in het verbanden leggen tussen de

verschillende vakken. Dat had ik op de

steinerschool geleerd.

Waarom ik voor de steinerschool koos

ANNICK IS NIET NAAR EEN STEINER-

SCHOOL GEGAAN. HEB JE HAAR

MOETEN OVERTUIGEN?

Nee. Eén opendeurdag en ze was ver-

kocht.

WAAROM WIL JE JE KINDEREN DIE

PEDAGOGIE LATEN ERVAREN?

Omwille van het breed spectrum dat

ze hier aangereikt krijgen; ik vind het

heel belangrijk dat een kind keuzes

kan maken.

Het is ook geen speciale school, het

is een school met een leerplan en je

weet dat je kind een ASO-niveau zal

hebben als het hier buiten stapt. Dat

vind ik ook belangrijk. Bovendien kun je

door die drieledigheid hoofd-hart-han-

den als ouder snel aanvoelen in welke

richting je kind evolueert. Ik ben zeer

te vinden voor die veelzijdigheid.

De persoonlijke manier waarop je op

een steinerschool benaderd wordt, de

intense relatie die je met je leerkracht

opbouwt tijdens de periodevakken en

de intensiteit van de leerstof, dat vind

je nergens anders.

Precies door die verschillende vakken

en die intensieve onderdompeling

ontwikkel je een enorm goede feeling

voor het leggen van verbanden. Dat is

iets waar ik in mijn professioneel le-

ven nog steeds de vruchten van pluk.

Ook toneel, jaarwerken ... vind ik een

zeer goede manier om met een be-

paald leerproces bezig te zijn.

IS ER DAN GEEN ENKEL FUNDAMEN-

TEEL MINPUNT?

(denkt lang na)

Ik ben atheïst en sommige zaken gaan

mij te ver. Maar tegelijkertijd besef en

merk ik dat het christelijk aspect ge-

hanteerd wordt als middel en niet als

doel.

Waar ik als kind een hekel aan had,

waren de lessen euritmie. We gingen

ook jaarlijks naar een euritmievoor-

stellling en pfff... dat was aan mij echt

niet besteed.

WELKE LERAREN ZIJN JOU HET MEES-

TE BIJGEBLEVEN?

Mijnheer Van Doninck, de geschiede-

nisleraar die ook Engels gaf. Een enorm

bevlogen man. Voor het mondeling ex-

amen Engels moesten we een artikel

bespreken. Hij koos de artikels afhan-

kelijk van de leerling. Na een kwartiertje

Engels examen gingen we dan een half

uurtje discussiëren over de inhoud van

het artikel. Ook mijnheer Verhulst, leraar

wetenschappen in de twee laatste jaren

en promotor van mijn eindwerk. Hij kon

als geen ander de leerstof aanpassen

aan de interesses van de leerlingen. Hij

hoefde slechts het woord ‘windsurfen’op

te vangen in de klas (surfen was in die

tijd nog windsurfen) of hij was vertrokken

voor een hele fysicales over de krachten

die op een surfplank inwerken.

Daarnaast mijnheer Van Hoof, mijnheer

Willems, mevrouw Bollansée, mevrouw

Vets ...

Wat ik ook enorm goed vind is dat de

leraren een enorme vrijheid kunnen han-

teren terwijl ze het leerplan respecteren.

Dat geeft leerlingen zo’n rijk palet mee.

Ze leggen er allemaal hun persoonlijke

invulling in. Je ziet het aan de werken bij

de handvaardigheidsvakken. In een an-

dere school komen de kinderen met alle-

maal dezelfde knutselwerkjes naar huis.

Hier niet. Nooit. Dat vind ik formidabel.

Opgetekend door Annemie Morbee

Page 35: Herfst Queeste 2009

35

SpeelGoedKRONENBURGSTRAAT 8-10

2000 ANTWERPEN03/290 87 81

Een greep uit onze merken:Haba, Djeco, Caran d’Ache, 4M, Vilac, Brio, Corolle, Plan Toys, Steiff, Sigikids,

Clavis, Castermans, Gallimard Jeunesse, Usborne, Lamazze, Rubbabu …

en zoveel meer.

Page 36: Herfst Queeste 2009

Sint Michaël

36

Ieder jaar vieren wij Sint Michaël (29

september), de aartsengel die blijkbaar

hoog in ons vaandel staat.

Het is op het eerste gezicht een van

de excentrische dingen van de steiner-

school.Op het tweede gezicht zijn het

juist deze dingen die de school de moeite

waard maken.

Wordt er van de leerlingen (en lera-

ren) verwacht dat zij „geloven“ in Sint

Michaël?

Welnee, natuurlijk niet, zoals met alle

christelijke feesten en religieuze inhou-

den op onze school, gaat het eerder om

ons in ons denken, doen en voelen te

openen voor de kracht van de beelden

die met deze inhouden en feesten ver-

bonden zijn. Dat is al heel veel.

Iedereen wordt uitgenodigd die beelden

te laten ‘ademen’ in zichzelf. (Geloven is

dan een privé-affaire).

Met de aartsengel van de herfst Sint

Michaël -volgens Rudolf Steiner de dieps-

te inspirator van wat nodig is in deze tijd-

, zijn traditioneel twee essentiële beelden

verbonden.

Het eerste gaat aan de geschiedenis

vooraf: Michäel als drakenbestrijder,

hij die de duistere machten uit de he-

mel stoot (zie een oneindige schat aan

kunstwerken die dit gevecht uitbeelden,

bij Breughel bij voorbeeld). Het tweede

beeld is dan aan het einde van de ge-

schiedenis geplaatst: Michaël die bij het

Laatste Oordeel de zielen weegt, die

goede en kwade daden in de weegschaal

met elkaar vergelijkt en een op ons leven

terugblikkend oordeel velt. (Zie het beeld

daarvan in het voorportaal van de Ant-

werpse kathedraal).

Het eerste beeld heeft met een funda-

mentele, misschien wel voorgeboorte-

lijke levenskeuze te maken. Want die

draken zijn niet dood en bevinden zich nu

in de plaats van in de hemel op aarde.

We staan vandaag middenin in de dra-

kenpoel.

Sterrenlicht in ons bloed

Zijn wij bereid verderzetters van het werk

van Michaël te worden in ons leven? Zijn

we bereid mee te vechten of willen we

ons onverschillig aan de kant houden of

zelfs de kant kiezen van de duisternis?

„Wij willen dragen sterrenlicht in ons

bloed“, staat in de tekst van het school-

lied dat een Michaëlslied is. Het Michaëls-

feest is het feest van de (verborgen)

patroonheilige van onze school.

Het tweede beeld heeft te maken met

rekenschap afleggen. Met durven een

terugblik maken op jezelf. Als iets voorbij

is, jezelf evalueren.

Op ons doodsbed zullen we zeker ooit

met een beeld van onszelf te maken krij-

gen en met de vraag of we wel voldeden,

of we beantwoord hebben aan de eisen

die we aan onszelf gesteld hebben ten

aanzien van de aarde, ten aanzien van de

anderen, ten aanzien van ons eigen

levensgeschenk. Hebben we echt wel ge-

noeg ons best gedaan? Uiteraard zullen

we ons levenseinde niet moeten afwach-

ten om met de weegschaal geconfron-

teerd te worden. Ieder jaar, zelfs iedere

dag, elk moment kunnen we ons afvra-

gen hoe het met ons licht gesteld staat.

Zeker als het dreigt donkerder en

donkerder te worden. Het begin van een

antwoord ligt steeds in het nu.

Wilbert Lambrechts

Page 37: Herfst Queeste 2009

37

Op 29 september, het feest van Michaël,

zijn dag en nacht even lang.

Heel de natuur laat nog een keer z’n

kleur zien. Bloesems en de bloemen

hebben zich omgevormd tot vruchten en

zaden, oogsten worden binnengehaald,

bladeren waaien door de wind hoog op

en de vogels trekken naar het zuiden

met de zon.

Michaël, symbool van kracht en moed,

toont ons dat we niet bang moeten zijn

voor de herfststormen en de donkere

dagen.

We zijn gesterkt en ‚gewapend‘ met al-

les wat door de zomerzon is gegroeid en

gerijpt.

Het leven in de natuur trekt zich steeds

meer terug in de aarde, in rust, na een

uitbundige zomertijd. Sommige planten

sterven af, maar laten dan vruchten en

zaden los waar binnenin de kiem van

nieuw leven al gevormd is en goed be-

schut wacht op de lente. Daar waar de

mens in de zomertijd zijn kracht uit het

buiten zijn in de natuur kon halen, begint

nu de tijd van het naar binnen keren. Bin-

nen in ons ligt de kracht om ons zowel

letterlijk als figuurlijk recht te houden

in de fameuze herfststormen en met

onze eigen kiem innerlijk aan het werk

te gaan.

Sommigen kennen de neiging depres-

sief te worden, mee te ‚sterven‘ met de

natuur. Wil de mens niet in dit proces

meegaan, dan zal hij in zijn geest actief

moeten worden.

Daar is moed en bewustzijn voor nodig.

In de kleuterklas wordt vooral het oogs-

ten gevierd. Ter voorbereiding van het

feest op school, trokken we zondagoch-

tend heel vroeg met de kinderen „al

herfstliedjes zingend“ het bos in. In mooie

mandjes verzamelden en sprokkelden

we, om het nadien binnen gezellig warm

te maken. Het werd een uitgebreid ont-

bijt met versgebakken brood en veel kas-

tanjes en noten.

De dag van het feest had juf `s morgens

een grote oogsttafel in de kring gezet,

waar elk kind fier zijn mandje op mocht

zetten. De mama‘s en papa‘s stonden vol

bewondering voor het mooie Michaëls-

brood dat de kinderen samen met juf de

dag voordien gebakken hadden.

In de legende van Sint Joris en de draak

wordt ons verteld hoe de aartsengel

Michaël de ridder Joris helpt door hem

een sterrenzwaard aan te reiken. Hier-

mee kan Joris de strijd met de draak

aanbinden en met kracht en moed de

draak temmen. Tijdens het Michaëls-

feest spelen we daarom spelletjes waar

moed voor nodig is.

Wij bouwden op de speelplaats een don-

kere tunnel met tafels, schommelboot,

bakjes en mooie rode doeken.

De grote kleuters kropen daar dan een

voor een door, gesterkt door het zwaard

van Michaël dat ze eerst konden vast-

nemen. Aan het uiteinde van de tunnel

stonden 2 kleintjes met juf te piepen hoe

en wanneer die moedige groten uit die

donkere weg kropen. En dan klonk het:

In de kleuterschool

De fiere held of heldin kreeg een gouden

sterrenkroon op het hoofd en de enthou-

siaste kleintjes een rode.

Binnen in de kring werd er nog gezellig

warm verder gezongen, gefeest, geluis-

terd en als afsluiter kreeg elke kleuter

een appel, mooi ingepakt, met een won-

der in....

Het Michaëlsfeest, een oogs tfeest, het

feest van het geloof in de kracht van het

leven, in de moed van de mens, geschon-

ken door het Licht.

Kim Van Leuven (moeder van Luna, eers-

te klas, en Lotte, kleuterklas)

Sint Michaël

Page 38: Herfst Queeste 2009

38

In de lagere school wordt er op het

Michaëlsfeest gezocht naar uitdagingen.

In groepjes volbrengen de leerlingen op-

drachten in de vorm van spelen die door

de 10e klas van het middelbaar werden

bedacht en begeleid.

Louise Stessens (10e klas) pende haar

eerste ervaringen met een Michaëls-

feest neer.

Joepie! Wij, de tiende klas, waren dit

schooljaar verantwoordelijk voor het or-

ganiseren van het Michaëlsfeest van de

lagere school. We kregen de opdracht

om in groepjes van 3 of 4 een aantal

spannende, originele, leuke … opdrach-

ten te verzinnen die veel moed vergden

van de leerlingen. Gretig gingen we aan

de slag en er kwamen vele leuke ideetjes

uit de bus.

Een weekje later was het tijd voor het

echte werk: we moesten de kinderen

een namiddag lang zien te amuseren.

Na de periodelessen wandelden we sa-

men, gepakt en gezakt met al ons ma-

teriaal, naar de zeescoutsterreinen op

Linkeroever. Verspreid over heel het

grote terrein zocht ieder een gepast

plekje om zijn opdracht op te stellen. We

verstopten de schat, maakten nog snel

enkele zaakjes klaar voor onze spelle-

tjes toen we de enthousiaste 1ste-, 2de-,

3de-,4de- , 5de- en 6de-klassers zagen

(lees: hoorden) aankomen. Het spel kon

beginnen.

De leerlingen werden verdeeld in gro-

epjes van verschillende leeftijden en

moesten in een bepaalde volgorde onze

opdrachten uitvoeren. Er waren heel

wat toffe opdrachten bij zoals: met z’n

allen doorheen spinnenwebben geraken,

de drakenravijn oversteken zonder de

grond te raken, moertjes zoeken, even

groot als een tiendeklasser proberen te

zijn … Wanneer de opdracht geslaagd

was, verdiende het groepje een gouden

muntstuk. Opgepast, de goudstukjes

konden ook afgenomen worden door de

draken die steeds op de loer lagen voor

groepen die elkaars handen niet vasthiel-

den terwijl ze in een kring stonden. Als

De lagere school

je goudstukje dan toch afgenomen werd,

kon je langsgaan bij aartsengel Michaël.

Als de onschuldige kinderen erin slaag-

den hem te bekoren met hun engelen-

gezang (lees: prettig gekweel) konden

ze hun rode muntstuk omwisselen in

een gouden. De groep met de meeste

goudstukjes won het spel en mocht de

schat gaan zoeken. Hoera, gevonden! De

schat zat vol lekkere appeltjes. Iedereen

was blij, zowel de lagereschoolleerlingen

als de 10de klas omdat deze dag een

groot succes was! We keerden met een

gerust hart naar huis.

Page 39: Herfst Queeste 2009

39

De laatste jaren hebben we ons feest

georiënteerd aan de maatschappelijke

werkelijkheid.

Twee jaar geleden bezochten we met

alle klassen het dorpje Doel dat met zijn

windmolen en zijn kerncentrale achter

de Scheldedijken zo‘n unieke plaats is. Is

de strijd van dat dorp voor zijn bestaan

symptomatisch voor de vernietigings-

kracht van een dolgedraaide wereld van

geld, industrie, materialisme?

Vorig jaar organiseerden we een debat

tussen de strijdende partijen die bij het

Lange Wapper-viaduct betrokken zijn.

Kan een referendum het bewustzijn van

mensen vergroten en ze strijdvaardi-

ger maken tegen misschien onleefbare

ontwikkelingen? (Op onze uitnodiging

kwamen honderd leerlingen van het Sint

Lievenscollege het debat bijwonen, een

nooit geziene verbroedering).

Beide onderwerpen zijn uiteraard alleen

maar actueler geworden. Dit jaar wil-

den we, naar aanleiding van een inter-

view over pater Damiaan in Knack met

advocaat Jef Vermassen, deze empati-

sche meester uitnodigen. Hij stelde dat

Damiaan en zijn levensengagement het

beste antidepressivum is dat er bestaat.

De mensen die hun leven aan solidariteit

met anderen wijden, zijn volgens hem de

gelukkigsten. Dat hadden we hem graag

horen uitleggen naar aanleiding van

Michaëlsdag, maar hij kon helaas niet.

Graag was hij zelf gekomen (hij bleek als

oud-ouder van de Gentse steinerschool

grote waardering voor de steinerschool

te hebben, wat we op voorhand niet

wisten), maar hij was dus druk met as-

sisenzaken bezig. Ontkwamen we zo aan

de Damiaanhype?

Daarom kozen we voor een heel ander

thema. We kozen voor Iran.

Iran wordt al jaren als boos land opge-

voerd, als boeman van de internationa-

le (lees: westerse) wereldorde. Al jaren

wordt gesproken over oorlogsdreiging

en atoomwapens. Maar hoe is dat land

van binnenin? Hoe zijn de mensen daar

en wat denken en voelen zij? Beantwoor-

den zij aan onze clichés van fanatieke

moslims? Hoe is dit land dat over een

bevolking beschikt waarvan 70 % jonger

is dan 30? Welk licht leeft daar?

Om iets daarvan te ervaren hebben we

een film bekeken : De Schoolborden van

Samira Makbaldaf. Zij is een hoofddoek-

draagster uit dat land van islamitische

vrouwenonderdrukking die reeds op 17

jarige leeftijd een film vertoonde op het

filmfestival van Cannes en die in 2000

met De Schoolborden de Gouden Palm

won op -hou je vast- twintigjarige leeftijd.

Deze ongewone film toont enkele onder-

wijzers die met hun schoolbord op hun

rug op zoek gaan naar jonge mensen

die niet kunnen lezen en schrijven, Koer-

dische zwervers, vluchtelingen, smok-

kelaars in het oorlogs- en grensgebied

tussen Irak en Iran. De film is een adem-

benemende bergwandeling. Een odyssee

van een dolende mensheid die lijdt onder

de oorlog. Een getuigenis van solidariteit

en van elementaire levenskracht, ook al

mislukken de grote idealen en telt het

bij-de-ander-zijn. De film bevat veel poë-

zie en humor, maar is traag en confron-

teert je met een vreemde wereld die je

nog nooit gezien had en die je bijna niet

voor mogelijk houdt en daarom schokt

(zonder dat hij wreed of cynisch is).

In de namiddag nodigden we Bülent uit,

onze buurman in de Volkstraat, die een

winkeltje met Koerdische kilems (tapij-

ten) heeft en die momenteel zelf film stu-

deert. Met hem praatten de leerlingen

(vooral van de hoogste klassen) over de

film, zijn leven, de Koerdische en Iraanse

cinema. Ook zagen we een documentai-

re waarin de twintigjarige Samira aan

het werk te zien is als regisseur in de

bergen en waarin je haar tevens met

groot gezag, charme en natuurlijkheid

ziet optreden in het mondaine Cannes.

Zij droeg haar prijs op aan de jeugd van

Iran en hun strijd.

De vliegers die in alle klassen gemaakt

werden konden nadien niet opgelaten

worden wegens regen en regen, maar

zij kunnen hun tijd afwachten met ge-

duld. Net zoals alle echte idealen.

Wilbert Lambrechts

In het middelbaar Sint Michaël

Page 40: Herfst Queeste 2009

40

Uit de eerste klasDe eersteklassers hadden hun eerste periode bijna achter de rug: een periode waarin

voor velen een wereld openging. Elke letter die we van een reus, vogel, zevenmijlslaars

of tovertafeltje kregen, kwamen we plots overal tegen! In reclame, brieven, liedjes,

versjes ... en zelfs in tekeningen. Mooi! Juf Marlies

Page 41: Herfst Queeste 2009

41

DE GOUDEN SLEUTEL

Een ontspannend en ontroerend verhaal

voor kinderen vanaf negen jaar.

Het hoofdpersonage Fernando moet na

de dood van zijn vader de boerderij ver-

laten waar hij altijd al heeft gewoond. Sa-

men met Clara, de meid, komt hij terecht

bij zijn oom Ricardo en tante Amalia. Die

maken hem, op zijn zachtst gezegd, het

leven zuur. Al deze karakters komen op

een uitstekende manier tot hun recht,

wat de verdienste is van de auteur, Hans

Schmidt. De vele leuke details en de een-

voudige, maar mooie beschrijvingen ma-

ken het verhaal zeer levendig en daar-

door leest het vlot. Het enige minpunt is

de voorspelbaarheid van het einde, maar

misschien niet voor een negenjarige ...

123 pagina’s – Uitgeverij Clavis – 15,95

euro

Ine Goossens

CANDIDE

Het is geschreven door Kristien Dieltiens

en is bedoeld voor kinderen ouder dan

13 (maar nog steeds leuk om te lezen

voor 15-jarige, zoals ikzelf).

‘Candide’ is een historisch verhaal dat

zich afspeelt in de 13e eeuw.

Het 16-jarige hoofdpersonage (Candide)

wordt uitgehuwelijkt aan een Brugse la-

kenhandelaar. Ze reist per koets vanuit

Spanje naar Vlaanderen, samen met

haar gezelschapsdame en een vreemd

gezelschap. Als er onderweg een aan-

slag op haar leven plaatsvindt, blijkt dit

geen toeval te zijn.

Tegelijkertijd speelt zich het verhaal af

van Balder, een jongen die tekenen van

gevaar in de wolken ziet. Hij besluit zijn

leven achter zich te laten en de wolken

te volgen.

320 pagina’s – Uitgeverij Clavis – 19,95

euro

Zoë Bossuyt

Bij Mandragora zochten we ditmaal naar boeken die door leerlingen uit het middelbaar gelezen en besproken worden. Ine (negende klas), Michaël (tiende klas) en Zoë (tiende klas) lazen en schreven.

Mandragora, Beeldhouwersstraat 46

(Voor)Lezen

HASSE S IMONSDOCHTER

Het is geschreven door de alom gepre-

zen kinderboekenschrijfster Thea Beck-

man, speelt zich af in de 15de eeuw en ik

vermoed dat het geschikt is voor lezers

van ongeveer 10 tot 16 jaar.

Hasse (ongeveer 15 jaar bij aanvang

van het boek) is de dochter van een

mandenvlechter op het platteland in de

omgeving van de welvarende Hollandse

stad Kampen. Haar familie heeft het niet

breed en omdat zij toevallig een moeilijk

karakter heeft wordt ze, onder het mom

van Middeleeuws bijgeloof, slechter be-

handeld dan haar broers en zusjes ...

Als je van spannende, historisch correc-

te (het hoofdpersonage is wél fictie) en

avontuurlijke verhalen houdt met een

tikkeltje romantiek is dit boek voor jou

een aanrader! Ik heb er me goed mee

geamuseerd! :D

306 pagina’s – Uitgeverij Lemniscaat

– 15,95 euro

Michaël Denis

Page 42: Herfst Queeste 2009

A A N A L L E L E Z E R S V A N Q U E E S T E

VRIJDAGAVOND 13 november: WOW-FEEST IN ONZE FEESTZAAL

Aankondiging: op 13 november is het wow-dag in de middelbare school. Dat is traditioneel de dag dat leerlingen van alle klassen geld trachten te verdienen voor (sociale) initiatieven in de Derde Wereld in het kader van een Europese Waldorf One World day (Waldorf is een andere naam voor steinerschool). De elfde klas nodigt iedereen -medeleerlingen, ouders, vrienden, buitenstaanders en binnenstaanders, mensen met en zonder dak- uit op een knallend live muziek- (en dans)feest in de feestzaal die avond om de wow-dag af te sluiten. Nadere de-tails volgen via flyer. De opbrengst gaat naar een initiatief voor daklozen.

Noteer je dit alvast in je agenda, kruis je het aan op je kalender, geef die avond de voorkeur aan het wow-feest !!!

42

Enkele weken geleden heeft uitgeverij

Via Libra (de vroegere Rudolf Steiner-

academie) een brochure op de markt

gebracht: ‘Een -betere- wereld voor kin-

deren’ geschreven door Christopher

Clouder, Werner Govaerts en Michiel

Matthes.

Kinderen worden door politici en bel-

angrijke actoren in de maatschappij nog

altijd te veel beschouwd als toekomstige

‚soldaten‘ voor hun land in de globale

competitie met andere landen. Van een

kindgericht beleid komt er dan niet veel

in huis.

De auteurs van deze brochure hebben

ontdekt dat met relatief beperkte midde-

len en investeringen de kwaliteit van het

kind-zijn in de westerse samenlevingen

(nog) behoorlijk verbeterd kan worden.

Dat is geen kwestie van geld, maar van

Nieuw! Een – betere – wereld voor kinderen

het toepassen van nieuwe inzichten.

Op het gebied van de belangenbeharti-

ging van het kind-zijn kan er nog heel wat

gebeuren! Deze brochure (32 pagina’s)

wil daartoe bijdragen. Beleidsmakers

kunnen hierin veel inspiratie vinden om

in alle kindgerelateerde beleidsdomei-

nen meer coherentie na te streven. Op-

voeders, leraren en ouders vinden in de

brochure de resultaten van het meest

recente onderzoek op tal van domeinen.

De teksten zijn geïnspireerd op het denk-

werk van de Alliance for Childhood Euro-

pean Network Group, en de werkgroep

voor de kwaliteit van het kind-zijn in het

Europees Parlement. Het is gebaseerd

op een aantal fundamentele nieuwe

ontdekkingen over de kwaliteit van onze

Westerse samenleving in het algemeen

en over de kwaliteit van het kind-zijn in

het bijzonder.

ISBN: 978 90 77611 00 5

Prijs: 5,00 eur

(+ 1,18 eur verzendingskosten)

Page 43: Herfst Queeste 2009

43

Geuzenstraat 19 2000 Antwerpen

Harpen 03 / 237.37.18

Verkoop - Verhuur - Huurkoop

[email protected]

WWW.PROARTE.BE

Klassieke snaarinstrumenten

GRATIS CATALOGUS

Herstellingen

Snaarinstrumenten 03 / 216.99.28

eigen hersteldienst en vioolbouwatelier

GRAM_op_add_A6_ZW-W.indd 1 09-03-2009 11:57:52

Page 44: Herfst Queeste 2009

44

ABSKOPIEERCENTRUM

Page 45: Herfst Queeste 2009

45

SCHELDESTRAAT 58 2000 ANTWERPEN

OPEN: MAANDAG T.E.M. VRIJDAG VAN 7.30 U TOT 17 U

Page 46: Herfst Queeste 2009

46

BVBA BIOgroup BEHandel in BIO-logische groenten en fruit.

Levering aan winkels,markten,scholen,enz.

Eikenstraat 1992840 Reet (Rumst) (( Antwerpen))

STEEDS WELKOM !!! [email protected] 003232945386Fax 003232945387

BIOLOGISCHE SLAGER IN ONS MAGAZIJN.ELKE ZATERDAG VAN 14.00 - 17.00 uur

MODERNE ENERGIEZUINIGE /

ECOLOGISCHE ARCHITECTUUR

Bvba Architecten- en

ingenieursbureau

Bamps CarolDe Bosschaertstraat 82 bus 6

2020 Antwerpen

Tel : 03/449 55 32 fax : 03/449 88 35

E: [email protected]

W : www.abcbvba.be

Page 47: Herfst Queeste 2009

KLEDING MET AANDACHT VOOR MENS EN MILIEU

Wij bieden u een uniek assortiment van natuur- en mensvriendelijke kleding.Voor baby’s kinderen en volwassenen.

SPEELGOED,

Het speelgoed dat wij aanbieden is met zorg uitgekozen, zowel qua materiaalals qua vorm en kleur

BOEKEN

karton boekjes voor de allerkleinsten, de mooiste prentenboeken , boeken voor beginnende lezers en boeken rond opvoeding. Mocht u niet vinden wat u zoekt in ons assortiment, geen nood, wij kunnen het voor u bestellen.

MERCURIUS

School- en knutselgerief, verf, potloden, krijtjes, papier en nog veel meer.

Bent u opzoek naar een KAART om iemand te feliciteren of uw seizoentafel te verfraaien: bij ons vindt u een ruim assortiment.

47

Page 48: Herfst Queeste 2009

Apotheek SollieKasteelpleinstraat 24

2000 Antwerpen

Open van maandag t/m vrijdag

9.00 – 12.30 en 14.00 – 18.30

www.apsollie.be