HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het...

65
HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem

Transcript of HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het...

Page 1: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER

over het kerkenraadswerk in de praktijk

Christelijke Gereformeerde KerkHaarlem

Page 2: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

BLOK I

DE PLAATS VAN DE AMBTEN IN DE

GEMEENTE

Page 3: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

BLOK I - INHOUD

1. KARAKTER EN DOEL VAN HET AMBT

1.1 De ambten zijn gegeven door Christus1.2 Karakter van het ambt

1.2.1 gezag van Christus1.2.2 dienend

1.3 Doel van het ambt

2. WELKE AMBTEN ZIJN ER?

3. DE WEG NAAR HET AMBT

3.1 Bijbelse vereisten voor ouderlingen en diakenen3.2 Verkiezing door de gemeente

3.2.1 achtergrond3.2.2 praktisch3.2.3 periodieke aftreding

3.3 Ondertekening van de belijdenis

LITERATUUR BLOK I

Page 4: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-1-

1. KARAKTER EN DOEL VAN HET AMBT

1.1 De ambten zijn gegeven door Christus

Als gereformeerde christenen weten we haast niet beter dandat er ‘ambtsdragers’ in de gemeente zijn. Ambts-dragers, dragers van het ambt van ouderling, of van het ambt vandiaken of het ambt van dienaar des Woords. Dat zijn we zogewend, dat er ambten in de gemeente zijn. Maar wist u, dater een heleboel christenen zijn die het niet zo hebben op hetambt? Ze zeggen: het ambt, dat is iets dat in het NT helemaalniet voorkomt, dat heeft de kerk later bedacht. In het NT leesje dat àlle gelovigen in de gemeente gaven van de Heilige Geesthebben gekregen en dat de gemeente daardoor zèlf mondiggenoeg is om de leiding van de Heilige Geest te volgen. Het iseigenlijk een bewijs van slecht geestelijk leven als er in degemeente kennelijk een soort leiding nodig is die dan boven degemeente zou moeten staan. Dat is een belemmering voor degaven van de Geest die iedere gelovige voor zich gekregenheeft. En bovendien, ga het NT er maar op doorlezen, in hethele NT komt het woord 'ambt' niet voor. Dus hoezo:'ambtsdragers'? þ Hoe komen wij er als gereformeerden eigenlijk bij om overambten te spreken?

Wat in ieder geval gereformeerd is, is om bij alles in de kerk tezoeken naar een bijbelse fundering. En als we dan in het NTgaan zoeken naar dingen over het ambt, dan blijkt dat het NTde záák van het ambt wel degelijk kent, ook al komt de naam'ambt' als aanduiding van het werk van ouderlingen endiakenen niet voor.

Een paar voorbeelden:* In Hand.6:1-7 wordt verteld hoe de veelheid van

werkzaamheden de apostelen dringt tot het uitbreidenvan het aantal werkers in de gemeente. Naast het collegevan de twaalf apostelen, komt dat van 'de zeven', alweten we niet precies wat hun werk is geweest.

* In Hand.11:30 komen we voor het eerst oudsten tegenals degenen die de opbrengst van de collecte in ontvangstnemen.

* Uit Hand.14:23 blijkt dat Paulus en Barnabas in elkegemeente oudsten aanwezen.

* In Hand. 15:2 lezen we dat Paulus en Barnabas zich omraad naar de apostelen en oudsten te Jeruzalem begeven.

* In 1 Tim.5:17 lezen we: "De oudsten die goede leidinggeven komt dubbel eerbewijs toe, vooral hun die zichbeslasten met prediking en onderricht".

Page 5: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-2-

* In 1 Tim.3 wordt uitvoerig over de vereisten vooropzieners en diakenen gesproken, net als in Titus 1:5-9en Fil.1:1.

Uit al deze teksten blijkt dat het NT de ambten kent. Hetbelangrijkste dat wij echter uit het NT leren is dat het de HereJezus Zélf was die de ambten instelde. In Ef.4 zegt Paulus: "EnHij (dat is Christus) heeft zowel apostelen als profeten gegeven,zowel evangelisten als herders en leraars, om de heiligen toe terusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam vanChristus" (Ef.4:11,12). Het woordje 'en' heeft hier de betekenisvan 'bovendien'. Naast de vele genadegaven aan iedere gelo-vige afzonderlijk heeft Christus bovendien ambtsdragers gege-ven. Een andere belangrijke tekst is Hand.20:28, waarin welezen dat Paulus tot de oudsten van Efeze zegt: "Ziet dan toe opuzelf en op de gehele kudde, waarover de Heilige Geest u totopzieners gesteld heeft om de gemeente Gods te weiden". Dathier de Heilige Geest wordt genoemd als Degene die de ambts-dragers heeft gegeven in plaats van Christus, kan omdat deHeilige Geest en Christus nauw samenwerken, de HeiligeGeest wordt ook wel genoemd: de Geest van Christus.

Samenvattend: de Here Jezus heeft ambtsdragers gegeven aanzijn gemeente. Dat wij over 'ambten' spreken, is niet omdat wijdat zelf uitgevonden hebben, bijvoorbeeld om praktischeredenen, maar omdat wij daarin Christus' zorg voor zijngemeente erkennen. Wat moeilijk gezegd: Het ambt komt nietvan beneden maar van boven, van Christus. 1.2 Karakter van het ambt

1.2.1 Gezag van Christus Als we zeggen dat we in de ambten Christus' zorg voor zijngemeente erkennen, dan moet dat iets verder uitgelegdworden.

Als eerste moeten we zeggen dat Christus alléén de kerkregeert. Christus heeft alle macht en heerschappij over zijngemeente. Hij Zelf regeert haar, weidt haar, verzorgt haar enbeschermt haar. Maar Hij doet dat op zó'n wijze, dat Hijhiervoor mensen gebruikt. De Here Jezus regeert en weidt zijngemeente door middel van mensen die Hij hiertoe roept.

Er loopt dus een rechtstreekse lijn van ambtsdragers naar deHere Jezus Zelf. Dit blijkt ook uit teksten als Math.10:40: "Wieu ontvangt, ontvangt Mij.." en Luc.10:16: "Wie naar u hoort,hoort naar Mij ...". Ambtsdragers zijn gezanten van Christus enzij mogen handelen in zijn naam. Vandaar dat de Bijbel ookkan spreken over gehoorzaamheid van de gemeente aan de

Page 6: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-3-

ambtsdragers (1 Kor.16:16, 1 Thess.5:12,13, 1 Tim.5:17,Hebr.13:17). Het ambt brengt gezag met zich mee en daar magde gemeente ook op aangesproken worden.

Maar daar moet wel iets bij gezegd worden: ambtsdragershebben geen gezag in zichzelf. Het gezag van ambtsdragers ishet gezag van Christus. Het is het gezag van Iemand anders,van Christus, waar ambtsdragers gebruik van mogen maken.Dat betekent twee dingen: je hebt als ambtsdrager geen gezagvanwege iets in jezelf waar je trots op zou kunnen zijn, en tentweede: het geldt ook alleen maar zolang je handelt in Zijnnaam! En daarom is de gehoorzaamheid van de gemeentenooit onderwerping zonder meer. De gemeente moet deambtsdrager toetsen of hij niet in strijd handelt met het Woordvan God.

1.2.2 DienendEen tweede karaktertrek van het ambt is dat het dienend vanaard is. Zoals gezegd kent het NT het woord 'ambt' alsaanduiding van het werk van ouderlingen en diakenen niet. Inplaats daarvan gebruikt het NT het woord 'dienst' alsaanduiding voor zowel het ambtelijke werk als al het anderewerk in de gemeente. Dienst is de enige manier waarop hetambt in de kerk kan worden uitgeoefend. Daarom wordt vaakgesproken van 'ambtelijke dienst' of 'ambtelijke bediening'.

In het bijbelse woord diakonia, dienst, klinkt mee depersoonlijke inzet voor de naaste. Een diakonos was eigenlijkeen tafeldienaar, d.w.z. hij reikte aan tafel het eten aan endroeg zo zorg voor het levensonderhoud van de ander. Hetambt als diakonia laat voor de ambtsdrager maar één wegopen: die van de navolging van Christus. Christus heeft zijneigen leven als één grote dienst verstaan. Hij nam de gestalteaan van een dienstknecht en gaf zijn leven in dienst van denaaste. Daarom kan ambtsdienst in Christus' naam nooitanders dan in de vorm van dienstverlening plaatsvinden (zieJoh.12:26, 13:14).

1.3 Doel van het ambt

We zagen dat Christus de ambten gaf. In Ef.4:11,12 lezen weook het doel daarvan: "om de heiligen toe te rusten tot dienstbe-toon, tot opbouw van het lichaam van Christus". Het doel vanhet werk van ambtsdragers is niet om de gemeente het werkuit handen te nemen, maar om de gemeente juist actief temaken. Het woord dat Paulus in het Grieks voor 'toerusten'gebruikt, betekent zoveel als 'iemand iets geven, waardoor hijten volle kan functioneren'. Daaruit blijkt dat het de taak vande ambtsdragers is om aan de gelovigen datgene aan te

Page 7: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-4-

reiken, waardoor zij als leden van het lichaam kunnenfunctioneren. Christus gaf de ambtsdragers om de gelovigentoe te rusten, geschikt te maken voor de opbouw van degemeente.

Ook in Ef.4:16 zegt Paulus iets over de taak vanambtsdragers. Hij spreekt daar over de gemeente die bijeenge-houden wordt door de dienst van al zijn 'geledingen'. HetGriekse woord dat Paulus hier gebruikt heeft de betekenis van'pees'. Paulus zegt dat de pezen het lichaam bij elkaar moetenhouden, terwijl elk lid op eigen wijze meewerkt aan de opbouwvan het lichaam. Met die pezen bedoelt Paulus de ambtsdra-gers. De ambtsdragers zijn gegeven om de verschillende gavenin de gemeente te coördineren, om ze op één doel te richten:de opbouw van het lichaam.

Als je het zo bekijkt, en dan kom ik nog even terug op wat ikhelemaal aan het begin zei; hebben die mensen nou gelijk diezeggen dat het ambt eigenlijk een bedreiging is voor de gavendie iedere gelovige van de Heilige Geest heeft gekregen? Als jehoort wat Paulus in Ef.4 zegt over het ambt, dan merk je dathet ambt de gaven van de Geest helemaal niet bedreigt. Hetambt is er juist voor bedoeld om de gaven die iedergemeentelid gekregen heeft te activeren en te coördineren!

2. WELKE AMBTEN ZIJN ER?

Artikel 2 van onze kerkorde noemt drie ambten: het ambt vandienaar des Woords, van ouderling en van diaken. We moetenechter constateren dat wij deze drie ambten zoals de kerkordedaarover spreekt niet zonder meer in het NT terugvinden. Dedominee, zoals wij die kennen, komt in de apostolische kerkniet voor. Ook onze ouderling vinden wij niet zonder meerterug. Volgens het NT waren alle oudsten bv. ook leer-ouder-lingen (zie Hand.20:28-31, 1 Tim.3:2, 1 Tim.5:17, Tit.1:9). Hoede diakenen precies in de apostolische kerk gefunctioneerdhebben is moeilijk te achterhalen. Paulus zegt in 1 Tim.3 welaan welke vereisten zij moeten voldoen, maar spreekt nietduidelijk over hun taak.

Wanneer wij het NT lezen, komen we met een grotehoeveelheid van ambtelijke en niet-ambtelijke diensten inaanraking. - In het boek Handelingen komen we tegen:

- apostelen (o.a. 1:13, 2:42, 4:33, 5:12) - oudsten (11:30, 14:23, 15:2, 15:4-23, 16:4)- profeten (13:1-3)- leraars (13:1-3)

Page 8: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-5-

- In de brieven van Paulus vinden we: - profeten (Rom.12:7, 1 Kor.12:10,28, Ef.4:11)- leraars (Rom.12:7, 1 Kor.12:28, Ef.4:11)- onderwijzers (Gal.6:16, Rom.12:7)- evangelisten (Ef.4:11, 2 Tim.4:5)- onderlinge dienstverleners (Rom.12:7)- helpers (1 Kor.12:29)- regeerders (Rom.12:8, 1 Thess.5:12, 1 Tim.5:17, 1

Kor.12:28)- uitdelers van de gave van vertroosting en vermaning

(Rom.12:7, 1 Thess.5:12, 1 Kor.12:8)- Verder spreekt Paulus over:

- krachten (1 Kor.12:10,28)- gaven van genezing (1 Kor.12:9,18)- tongentaal (1 Kor.12:10,28)- uitlegging daarvan (1 Kor.12:10,28)- onderscheiden van geesten (1 Kor.12:10)- voorgangers (Hebr.13:7,17)- opzieners (Fil.1:1, 1 Tim.3:2, Tit.1:7)- oudsten (1 Tim.5:17,19, Tit.1:5)- herders (Ef.4:11)- diakenen (Fil.1:1, 1 Tim.3:8,12)

We zien dat er zowel gaven genoemd worden, als mensen diede gaven ontvangen hebben. Prof. Velema zegt hierover: "Er iseen breed spectrum van gaven waarmee de leden elkaar mogendienen. Dat er ambten zijn, is onmiskenbaar. Dat er gaven zijnis even onmiskenbaar. Dat niet elke gave als ambt dienstbaargemaakt wordt is even onmiskenbaar. We zullen ook eerlijkmoeten zeggen dat de drie ambten die wij kennen niet zondermeer teruggaan op het NT. We bedoelen hiermee niet te zeggendat ze t.o.v. het NT niet gelegitimeerd kunnen worden. Dat lijktons stellig wel het geval te zijn. Het betekent wel, dat hetplaatje er in het NT ingewikkelder heeft uitgezien, dan watdaarvan bij ons is overgekomen" (Inleiding in de diakoniologie(coll.dictaat), blz.31).

Hoe komen we dan wel aan onze drie ambten? De drie ambtenzoals onze kerkorde die kent, zijn niet los te zien vanbeslissingen die men in de Reformatie heeft genomen. Het isde verdienste van de reformatoren, vooral van Bucer enCalvijn, geweest, dat zij in de veelheid van diensten driefundamentele diensten hebben herkend die de gemeente vanChristus altijd nodig heeft: de prediking, de herderlijkeregering en het barmhartigheidswerk.

En het is in het voetspoor van deze reformatoren dat degereformeerde kerken hebben gezegd: wij gaan uit van dezedrie ambten:

Page 9: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-6-

1. het ambt van dienaar des Woords2. het ambt van ouderling3. het ambt van diaken.

Tussen deze ambten bestaat naar gereformeerd principe geenonderscheid in rangorde, alleen in dienstbetoon (Art.2 AKSNGK).

3. DE WEG NAAR HET AMBT

3.1 Bijbelse vereisten voor ouderlingen en diakenen

In 1 Tim. 3:1-13 wordt uitvoerig over de vereisten voorouderlingen en diakenen gesproken. Voor de ouderlingen isook te noemen Titus 1:5-9.

1 Tim. 3:1-7 (ouderlingen):"Dit is een betrouwbaar woord: indien iemand staat naar hetopzienersambt, dan begeert hij een voortreffelijke taak. Eenopziener dan moet zijn onbesproken, de man van één vrouw,nuchter, bezadigd, beschaafd, gastvrij, bekwaam om teonderwijzen, niet aan de wijn verslaafd, niet opvliegend, maarvriendelijk, niet strijdlustig of geldzuchtig, een goed bestierdervan zijn eigen huis, die met alle waardigheid zijn kinderenonder tucht houdt; indien echter iemand zijn eigen huis nietweet te bestieren, hoe zal hij voor de gemeente Gods zorgen?Hij mag niet een pas bekeerde zijn, opdat hij niet dooropgeblazenheid in het oordeel des duivels valle. Hij moet ookgunstig bekend zijn bij de buitenstaanden, opdat hij niet inopspraak kome en in een strik des duivels valle."

Tit.1:5-9 (ouderlingen):"Ik heb u op Kreta achtergelaten met de bedoeling, dat gij...inalle steden als oudsten zoudt aanstellen mannen, dieonberispelijk zijn, één vrouw hebben, die gelovige kinderenhebben, die niet in opspraak zijn wegens losbandigheid of vangeen tucht willen weten. Want een opziener moet onberispelijkzijn als een beheerder van het huis Gods, niet aanmatigend,niet driftig, niet aan de wijn verslaafd, niet opvliegend, niet oponeerlijke winst uit, maar gastvrij, met liefde voor wat goed is,bezadigd, rechtvaardig, vroom, ingetogen, zich houdende aanhet betrouwbare woord naar de leer, zodat hij ook in staat is tevermanen op grond van de gezonde leer en de tegensprekers teweerleggen."

1 Tim.3:13 (diakenen):"Evenzo moeten de diakenen waardig zijn, niet met twee tongensprekende, niet verzot op veel wijn, niet op winstbejag uit, maarhet geheimenis des geloofs bewarend in een rein geweten.Laten ook dezen eerst op de proef gesteld worden, om daarna,

Page 10: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-7-

als zij onberispelijk blijken, hun dienst te vervullen. Evenzomoeten hun vrouwen zijn: waardig, geen kwaadspreeksters,nuchter, betrouwbaar in alles. Diakenen moeten mannen vanéén vrouw zijn, hun kinderen en hun eigen huis goed bestieren.Want zij die hun dienst goed hebben vervuld, verwerven zicheen ereplaats en veel vrijmoedigheid om te speken door hetgeloof in Christus Jezus."

3.2 Verkiezing door de gemeente

3.2.1 principieelChristus geeft de ambtsdragers, dat hebben we gezien. Maardit betekent niet dat de gemeente bij de weg naar het ambtvolledig is uitgeschakeld. Ambtsdragers worden niet uit dehemel in de gemeente gedropt.

Wij zien al in Handelingen dat de gemeente wordt ingescha-keld wanneer er ambtsdragers moeten komen: * In Hand.1:12-26 wordt de verkiezing van de apostel

Matthias verteld. De apostelen voorzien niet zelf in devacature van Judas, maar zij betrekken de broederserbij. Het zijn de broeders die tot het formeren van eentweetal komen, waaruit vervolgens door het lot Matthiaswordt aangewezen.

* In Hand.6:1-8 zetten de apostelen de vereisten uiteenwaaraan de zeven mannen die gekozen moeten wordenmoeten voldoen, maar de gemeente moet uitzien naargeschikte broeders en vervolgens tot een verkiezingkomen.

* Wanneer we in Hand.14:13 lezen dat Paulus enBarnabas oudsten in elke gemeente aanwezen, hoeft ditniet te betekenen dat de gemeenten door hen werdenuitgeschakeld. De gelovigen hebben gebeden en gevast(:23), zij waren dus bij de aanstelling betrokken.

Uit wat Paulus in zijn brieven zegt, blijkt dat de plaats dieiemand in de gemeente mag innemen teruggaat op de gave vande Heilige Geest, het charisma, dat hem geschonken is (zie 1Kor.12). Dat geldt ook voor de ambtsdragers (:28). Uit devereisten voor het ambt blijkt dat ambtsdragers mensenmoeten zijn die goed bekend staan bij de gelovigen en desamenleving, en dat zij bijzondere gaven moeten hebben om tekunnen onderwijzen en te regeren. De taak van de gemeente isnu om deze bijzondere bekwaamheid, deze gaven van deGeest, op te merken. Het is dus heel bijbels als de kerkeraadde gemeente vraagt om namen van broeders die men geschiktvindt voor het ambt. De kerkenraad honoreert daarin dat degemeente de gave van de Geest heeft en in staat is hierover te

Page 11: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-8-

oordelen. Ook de verkiezing staat in dit licht. De gemeentespreekt dan uit wie naar haar oordeel het meest bekwaam is.

Via dit opmerken en verkiezen van de gemeente geeft Christusde ambtsdragers. Het bevestigingsformulier voor ouderlingenen diakenen brengt dit prachtig onder woorden wanneerdaarin gevraagd wordt: 'Bent u ervan overtuigd, dat God Zelf udoor zijn gemeente tot deze heilige dienst geroepen heeft?'

3.2.2 praktischGod roept tot het ambt door middel van de gemeente. Hoehebben we dat principe in onze kerken nou praktischvormgegeven?

In art. 22 K.O. lezen we:"De ouderlingen worden uit een voordracht van de kerken-raad met medewerking van de gemeente verkozen,doordat een aantal, dubbel zo groot als het te verkiezenaantal, aan de gemeente wordt voorgesteld, waarvan zijverkiest zoveel er nodig zijn, waarna de gekozenen, als zijdoor haar zijn geapprobeerd, onder aanroeping van deNaam des Heren volgens het daarvoor bestemde formulierworden bevestigd".

En in art. 24 K.O.:"Op dezelfde wijze als omschreven in art. 22, heeft ook deverkiezing, approbatie en bevestiging van diakenenplaats".

Art. 22 spreekt van een verkiezing 'met medewerking van degemeente uit een voordracht van de kerkenraad'. Zowel dekerkenraad als de gemeente hebben dus met die verkiezing temaken. Dat klinkt misschien logisch, maar er zit eenprincipiële keuze achter. Er waren mensen die de verkiezingvan ambtsdragers helemaal wilden losmaken van het ambt.De gemeente kon toch zelf bij meerderheid van stemmen weluitmaken wie ze wilde kiezen? Daartegen hebben de gerefor-meerde kerken altijd volgehouden dat de kerkenraad eeneigen verantwoordelijkheid draagt om toe te zien dat de ver-kiezing naar Gods Woord plaats vindt. De kerkenraad heeftbijvoorbeeld te oordelen of iemand beschikt over de vereistendie nodig zijn tot het ambt. Ook kunnen er bezwaren zijn omiemand kandidaat te stellen die wel bij de kerkenraad bekendzijn, maar niet bij de leden.

Toch wilden de gereformeerde kerken vasthouden aan hetbijbelse principe dat de gemeente betrokken is bij deverkiezing van ambtsdragers. Zij vonden het bijbels principehet best vertegenwoordigd bij een samenwerking tussen

Page 12: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-9-

kerkenraad en gemeente. De manier waarop die samenwer-king vorm kreeg verschilde nog wel eens: 1. de kerkenraad verkoos de ambtsdragers en die werden

ter goedkeuring aan de gemeente voorgesteld, 2. de gemeente zorgde door een vrije stemming voor een

hele rij namen en de kerkenraad koos daaruit de meestgeschikte,

3. (zoals in de Nederlandse kerken gebruik is geworden): dekerkenraad stelt een dubbelgetal, waarvan de gemeentede helft kan kiezen. Vooraf is de gemeente in de gelegen-heid namen in te dienen van mensen die men geschiktacht voor het ambt.

De hele weg naar het ambt op een rijtje:1. De kerkenraad vraagt de gemeente om namen.2. De binnengekomen namen vormen het eerste deel van de

groslijst. Bij bespreking op de kerkenraad kunnen daarnamen aan toegevoegd worden of (bij gewichtige redenen)vanaf gehaald worden.

3. Dan volgt de stemming op de kerkenraad om tot eendubbel getal te komen. Hierbij moet door de kerkenraadallereerst gelet worden op de vereisten voor het ambtzoals ze in de bijbel genoemd worden. Verder zalgeprobeerd worden de meest geschikte mensen te vinden.Het stellen van een dubbel getal moet zorgvuldiggebeuren en de kerkenraad moet er van uitgaan dat allekandidaten, zonder onderscheid, geschikt zijn voor hetambt. Het moet dus niet zo zijn dat er maar een aantalserieuze kandidaten zijn en er vervolgens namen bijgezocht worden om het getal vol te maken. De stemmingop de kerkenraad moet schriftelijk plaatsvinden, om hetgevaar van overheersing van elkaar te vermijden.

4. Na het bekendmaken van het dubbele getal volgt destemming op de gemeentevergadering. Gekozen zijndegenen, die meer dan de helft van het aantal geldiguitgebrachte stemmen hebben. Bij een even getal is ditde helft +1 en bij een oneven getal de helft +½. Elke ge-meente hoort een eigen regeling voor de stemmingsver-gadering te hebben waarin dingen geregeld zijn als: wan-neer is een stem ongeldig, hoe gaat het als er twee eengelijk aantal stemmen hebben, hoe gaat het met schri-ftelijke stemmen, etc. en dit reglement hoort ook bij degemeente bekend te zijn. Degenen die verkozen zijn doorde gemeente zijn tegelijk benoemd door de kerkenraad.

5. Nu volgt de approbatie (= goedkeuring) door degemeente, d.w.z. hun namen worden twee maalachtereenvolgens aan de gemeente voorgelezen, waarnade gemeente ruimte heeft om bezwaren in te dienen. Ditmoeten gegronde bezwaren zijn tegen leer of leven van de

Page 13: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-10-

verkozenen. Dit recht komt niet alleen de stem-gerechtigde leden toe, maar ook de doopleden. Worden ergeen gegronde bezwaren ingediend, dan heeft degemeente daarmee haar goedkeuring aan de benoeminggegeven.

7. Bevestiging is de openlijke vastmaking van eenambtsdrager aan het werk in de gemeente. In het daarbijgebruikte formulier wordt gewezen op de ambtelijkeplichten en door de beantwoording van de vragen'verbindt' hij zich tot het nakomen daarvan. De bevesti-ging is iets anders dan de RK-ordening, waarbij iemandvan de leken wordt afgezonderd en voorgoed wordt opge-nomen in de geestelijke stand. Ouderlingen en diakenenworden in de gereformeerde kerken voor een bepaaldetijd gekozen, en aan het einde van die periode treden zijaf. Wanneer zij afgetreden zijn, staan zij precies gelijkmet alle andere leden van de gemeente. Wordt eenouderling of diaken opnieuw gekozen, dan is dit eennieuwe roeping die een nieuwe bevestiging inhoudt.

3.2.3 periodieke aftredingNog even iets nu we het over aftreden na een bepaalde periodehebben; dit principe is ook in de kerkorde vastgelegd, enwordt genoemd 'periodieke aftreding'. We lezen erover in art.27 K.O.:

"De ouderlingen en diakenen dienen naar plaatselijkeregeling twee of meer jaren, terwijl elk jaar een evenredigdeel aftreedt. De aftredenden worden door anderevervangen, tenzij de toestand en het belang van een kerkeen herkiezing raadzaam maken."

Niet alle kerken van de Reformatie dachten over de diensttijdvan ouderlingen en diakenen hetzelfde. Er waren er die meen-den dat ouderlingen en diakenen voor hun leven gekozenmoesten worden. Zo werd o.m. aangevoerd dat men nergens inde bijbel leest dat de apostelen maar voor een bepaalde tijdouderlingen aanstelden, maar wel dat Paulus juist deouderlingen in Efeze vermaant dat zij de dienst niet mochtenverlaten.

Toch hebben de Nederlandse Gereformeerde Kerken vanaf hetbegin als regel aangenomen dat er periodieke aftreding moestzijn. Zij gingen hierbij in het voetspoor van Calvijn. Calvijnachtte aftreden na een bepaalde tijd nodig om drie redenen:a. opdat hiërarchie in de kerk zou worden voorkomen, b. opdat de invloed van de gemeente op de regering van de

kerk zou worden versterkt, c. opdat de gaven in de gemeente zoveel mogelijk tot open-

baring zouden komen.

Page 14: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-11-

Hiernaast hadden de eerste Nederlandse synoden vooralpraktische redenen waarom zij het tijdelijk dienen van ouder-lingen en diakenen wenselijk achtten. Als praktische redennoemden zij o.a. dat een trouwe vervulling van het ambt somsmoeilijk gaat zonder schade voor het dagelijkse beroep ennadeel voor het gezin. Daar kwam bij dat het leven van m.n.ouderlingen in vervolgingstijd in gevaar was, zodat de kerkenvonden dat ze deze zware last niet altijd mochten leggen opdezelfde schouders.

3.3 Ondertekening van de belijdenis

De laatste stap op de weg naar het ambt, na de verkiezing ende bevestiging, is de ondertekening van de belijdenis. In art.53 K.O. staat:

"Insgelijks (net als de dienaren des Woords en de hoogle-raren, art. 52) zullen ook de ouderlingen en diakenen bijde aanvaarding van hun ambt, in een vergadering van dekerkeraad, hun instemming betuigen met de drieformulieren van enigheid door ondertekening van het voorhen bestemde verbindingsformulier.".

Op de eerste kerkenraadsvergadering na de bevestiging wordtvan de nieuwe ambtsdragers verwacht dat ze hun instemmingmet de belijdenis betuigen door een formulier te ondertekenen.

Met de ondertekening verklaart men:1. te geloven dat de leer van de kerk, zoals die in de

belijdenis van de kerk vervat is met Gods Woordovereenkomt

2. deze leer ijverig te zullen leren en getrouw voor te staan3. alle dwalingen te verwerpen, weerleggen en bestrijden4. evt. afwijkende gevoelens ten opzichte van de leer van de

kerk langs kerkelijke weg kenbaar te zullen maken5. te handelen naar de geldende kerkorde.

Literatuur:

Bucer, M.,Over de ware zielzorg (vert.: H.J. Selderhuis), Kampen1991 Dijk, J.H. van, 'De ambten' in: Liefde voor Gods Kerk,H.J.Selderhuis, J. Westerink (red.), Leiden 1995Hendriks, A.N., 'De plaats en de betekenis van de ambten in degemeente' in: A.N. Hendriks, Die alles in allen volmaakt, Haarlem1990Trimp, C., Inleiding in de ambtelijke vakken, Kampen 1989

Page 15: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

AANTEKENINGEN BIJ BLOK I

Page 16: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

BLOK II

HET WERK VAN DE OUDERLING

Page 17: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

BLOK II - INHOUD

1. NIEUWTESTAMENTISCHE GEGEVENS IN VERBAND METDE OUDERLING

2. TAKEN VAN DE OUDERLING

3. ENKELE PRAKTISCHE DINGEN IN VERBAND MET HETAMBT VAN OUDERLING

3.1 Ouderlingen met bijzondere opdracht3.1.1 de jeugdouderling3.1.2 de scriba

3.2 Huisbezoek3.2.1 hoe doe je dat?3.2.2 het huisbezoekverslag op de kerkenraad

3.3 Bijzondere taken van de ouderling3.3.1 ouderling van dienst3.3.2 preeklezen

LITERATUUR BLOK II

Page 18: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-1-

1. NIEUWTESTAMENTISCHE GEGEVENS IN VERBAND MET DEOUDERLING

De NTe woorden voor ouderling zijn episcopos (opziener) enpresbyter (oudste). Deze twee worden synoniem gebruikt.

Een belangrijke tekst voor het werk van de opziener of oudsteis Hand. 20:28: "Ziet dan toe op uzelf en op de gehele kudde,waarover de Heilige Geest u tot opzieners gesteld heeft, om degemeente Gods te weiden, die Hij door het bloed van zijn Eigeneverworven heeft". Uit deze tekst kunnen we als centrale termvoor het werk van de oudste afleiden: het weiden van dekudde. Daarmee zitten we midden in een Bijbels beeld: datvan de herder. De herder zorgt voor de kudde, verzorgtgewonde schapen, jaagt roofdieren weg en leidt de kudde naar'grazige weiden'. Het beeld van de herder kom je in de Bijbeltegen van God (Ps.23), maar ook van mensen die namens Hem'herder' mogen zijn voor het volk (Ez.34). In Joh.10 lezen wedat Jezus de Goede Herder is. Het weiden van de kudde datde oudsten mogen doen gebeurt in zijn naam.

Het weiden vindt plaats doordat de ouderlingen toezien opzichzelf en de gehele kudde. Daarom wordt een oudste ook'opziener' genoemd. De woorden 'toezien' en 'opziener' sprekenvan het leidinggeven aan de gemeente. Maar ook van het ver-zorgen van de gemeente. Toezien op de gemeente is een om-zien naar de gemeente.

Over het weiden van de kudde spreekt ook 1 Petr.5:1-5.Petrus zegt daar de oudsten iets over de manier waarop datweiden moet gebeuren; ouderlingen hebben gezag, maarmoeten in ootmoed dat gezag uitoefenen: "De oudsten onder uvermaan ik dan...: hoedt de kudde Gods die bij u is, nietgedwongen, maar uit vrije beweging, naar de wil van God, nietuit schandelijke winzucht, maar uit bereidwilligheid, niet alsheerschappij voerend over hetgeen u ten deel gevallen is, maarals voorbeelden der kudde. En wanneer de opperherder ver-schijnt, zult gij de onverwelkelijke krans der heerlijkheidverwerven. Evenzo gij, jongeren, onderwerpt u aan de oudsten."

Op twee plaatsen spreekt Paulus over de voorwaarden omouderling te mogen zijn: 1 Tim. 3:2-7 en Tit.1:6-9. Het gaatvooral om de voorwaarde van het onbesproken enonberispelijk zijn. Paulus wil ermee zeggen dat een oudste ingeen enkel opzicht iemand mag zijn die anderen een argumentin handen geeft om zich tegen het evangelie en tegen de ge-meente te keren. Wat verder opvalt is de geschiktheid om dechristelijke leer te onderwijzen en te verdedigen. De ouderlingmoet 'bekwaam zijn om te onderwijzen' 1 Tim.3:2 en hij moet

Page 19: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-2-

'vasthouden aan het betrouwbare woord overeenkomstig deleer, opdat hij ook in staat is te vermanen op grond van degezonde leer', Tit.1:9. Kortom: een ouderling moet de Schriftenkennen! Dat is echt noodzakelijk. Hoe wil je ooit de gemeenteleiden, vertroosten en vermanen, wanneer je zelf het Woordvan God niet kent?

Enkele NTe woorden voor het werk van een ouderling:- weiden (poimainein): het weiden bedoelt de gemeente te

doen leven bij het heil in Christus en haar daarbij tebewaren

- omzien naar (episkopein): het wakend en zorgend leidinggeven aan de gemeente

- vermanen en vertroosten (parakaleo): het aansporen omtot geloof te komen en uit de kracht ervan te leven.

- bemoedigen (paramutheistai): het gaat om eenbemoedigende aansporing op grond van Gods heilswerkin Christus, opdat degene die er het voorwerp van is hetheil beleeft

- versterken (sterizein): de weerbaarheid van de gemeentemoet versterkt worden met het oog op aanvallen vansatans kant.

- toerusten (katartizein): toerusten ziet er op dat degemeente aan haar doel zal beantwoorden en alsgemeente zal functioneren

- terechtwijzen (nouthetein): iemand zijn zonde voorhoudenen tot bekering oproepen

- lankmoedig zijn, geduld hebben (makrothumein): dit zietop de wijze waarop pastoraat geoefend moet worden: nietoverhaasten, dringen of dwingen, maar met geduld zoalsGod Zelf deze betoont

- opbouwen (oikodomein): bouwen ziet daarop dat ieder lidzijn plaats in het geheel inneemt, het ziet op hettoenemen in kennis van het geloof en voortgang in eenchristelijke levenswandel; grens van het bouwen is devoltooiing van de gemeente als tempel van de levendeGod

2. TAKEN VAN DE OUDERLING

In art. 23 K.O. lezen we: "Tot de ambtelijke opdracht van de ouderlingen behoort,behalve hetgeen in art. 16 genoemd is (nl. tucht oefenenmet de dienaren des Woords), toe te zien, dat de dienaren,zowel als hun medeopzieners en diakenen, hun ambtgetrouw waarnemen, zowel vóór als na het heilig avond-maal huisbezoek te doen, om de leden van de gemeente tevertroosten en te onderwijzen en anderen te bewegen tothet geloof in Christus".

Page 20: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-3-

Als we dit samenvatten komen we op drie taken van deouderling:a. de regering en tuchtb. het opzicht over medeambtsdragersc. het huisbezoek om gemeenteleden te vertroosten en

onderwijzen

a. de regering en de tuchtDe regering van de kerk en het oefenen van kerkelijke tucht iseen zaak van de ouderlingen gezamenlijk met de predikant.Over de tucht wordt verderop in de kerkorde gesproken, hierdoelt de kerkorde meer op de regering van de kerk in hetalgemeen. Het hoofddoel daarvan is geestelijk opzicht over degemeente te houden en de geestelijke opbouw van degemeente te bevorderen. Zoals we gezien hebben worden deouderlingen in de Schrift genoemd: opzieners der kudde. Aanhen wordt uitdrukkelijk de regering van de gemeenteopgedragen, bv in Hand.20:28: "Ziet dan toe op uzelf en op degehele kudde, waarover de Heilige Geest u als opzienersgesteld heeft, om de gemeente Gods te weiden, die Hij zich doorhet bloed van zijn Eigene verworven heeft". De regering van dekerk heeft tot doel de heerschappij van Christus in degemeente tot werkelijkheid te brengen.

b. het houden van opzicht over medeambtsdragersOnder medeambtsdragers wordt verstaan: de predikant, demedeouderlingen en de diakenen. Dit opzicht over elkaar alsambtsdragers rust op de Schrift. Ook de apostelen hielden op-zicht over elkaar. Ook het toezicht op de leer en de wandel vande dienaren des Woords is nodig. Predikanten zijn gezantenvan Christus, maar ook de trouwste gezant blijft een mens enleert en handelt niet altijd overeenkomstig zijn opdracht. Watbetreft de taak om de prediking van Gods Woord te beoor-delen, is het dringend nodig dat ouderlingen de bijbel en debelijdenis onderzoeken. Als zij zelf de Schrift niet verstaan,kunnen zij ook niet beoordelen of hetgeen de gemeente voorge-houden wordt naar de goede leer is. Het toezicht opmedeouderlingen en diakenen is er niet om heerschappij overelkaar te oefenen, maar integendeel om elkaar op te scherpentot getrouwe dienst.

c. het huisbezoek en het Heilig AvondmaalNa de Reformatie is in de gereformeerde kerken hethuisbezoek van de grond gekomen als een bijzondereverzorging van de gemeenteleden. Het ambtelijke huisbezoekwerd door Calvijn in Genève ingesteld in verband met hetAvondmaal. Vanuit Genève werd het huisbezoek verbreid naarde meeste gereformeerde kerken. Ook op de vroegste Ne-derlandse synoden werd het huisbezoek ingevoerd, weer

Page 21: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-4-

meestal in verband met het Avondmaal. Die relatie is ook inonze kerkorde nog terug te vinden, als daar gesproken wordtvan het zowel voor als na het Heilig Avondmaal huisbezoekdoen. Ook al is bij ons de praktijk geworden dat er eens perjaar huisbezoek plaats vindt, is het toch goed die relatie methet Avondmaal wat in het achterhoofd te houden. Het doet erin ieder geval aan herinneren dat op het huisbezoek ook ietsvan een 'onderzoek' moet plaatsvinden of er sprake is van eenlevend geloof en een leven waarin iets te zien is van de hei-liging. Op het huisbezoek komen verder alle aspecten van hetherderlijk werk van de ouderling aan bod. We kunnen datherderlijk werk kort in vier taken samenvatten:

1. vertroosten en bemoedigen2. vermanen en terechtwijzen3. raadgeven4. helen, vrede stichten en verzoenen.

Helemaal in dezelfde lijn als de kerkorde spreekt het formuliervoor bevestiging van ouderlingen en diakenen over de taakvan ouderlingen:

"Tot de ambten waardoor het Christus behaagt Zijn gemeente tebouwen, behoort dat der ouderlingen. Ten aanzien van hen leertde Heilige Schrift, dat zij met de dienaren des Woords opzichthebben over de gemeente. In gehoorzaamheid aan deOpperherder zullen zij de kudde Gods hoeden, zonderheerschappij te voeren, maar als voorbeelden van de kudde.Het behoort tot hun taak de leden van de gemeente trouw tebezoeken en hun geestelijke leiding te geven. Zij zullen ouderenen jongeren opwekken tot de dienst des Heren en erop toezien,dat een ieder naar het gebod des Heren zich zal openbaren alseen levend lidmaat van Jezus Christus. Zij moeten de gemeentewijzen op haar roeping, in deze wereld van het Evangelie tegetuigen en door handel en wandel anderen voor Christus tewinnen. Hen die niet naar de regel der Schriften leven, behorenzij te vermanen, en over hen die geen boetvaardigheid betonen,de christelijke tucht te oefenen. Als opzieners van de gemeentemoeten zij waken tegen het binnendringen van alle dwaalleer,die haar zou kunnen afbrengen van de gehoorzaamheid aanJezus Christus, en tegen elke ontheiliging van de sacramenten.Zij hebben toe te zien op elkaar en op de dienaren des Woods,voor wier leer en dienst zij mede verantwoordelijkheid dragen.Daarom dienen zij Gods Woord te onderzoeken en zich gedurigte oefenen in de overdenking van de verborgenheden desgeloofs.Het is de taak van de ouderlingen met de dienaren des Woorderop acht te geven, dat in de gemeente alles betamelijk en metgoede orde zal geschieden, naar de wil van Hem Die geen Godvan wanorde is, maar van vrede.

Page 22: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-5-

Zo zullen zij in hun werk zich gedragen naar het woord datPaulus richtte tot de oudsten van Efeze: "Ziet toe op uzelf en opde gehele kudde, waarover de Heilige Geest u tot opzienersgesteld heeft, om de gemeente Gods te weiden, die Hij Zich doorhet bloed van Zijn Eigene verworven heeft".

3. ENKELE PRAKTISCHE DINGEN ROND HET AMBT VANOUDERLING

3.1 Ouderlingen met bijzondere opdracht

3.1.1 de jeugdouderlingJongeren van de gemeente staan misschien wel het meest vanalle gemeenteleden bloot aan de invloed van de tijdgeest, opschool, op de universiteit, op het werk. Zij vragen daarombijzondere zorg. Omdat de 'gewone' ouderlingen daar vaak nietaan toekomen (vanwege hun volle taak) hebben veelgemeenten de functie van jeugdouderling in het levengeroepen.

Dr. T. Brienen schrijft in Uit liefde tot Christus en Zijngemeente, Kampen 1982:

"De jeugdouderling is volledig ouderling, lid van de ker-kenraad in gelijke rechten en plichten als de anderen,alleen met een speciale opdracht... De jeugdouderling isde personificatie van de zorg en de aandacht die dekerkenraad voor de jeugd heeft. Waar de wijkouderlinggeen contact met jonge leden kan krijgen, daar vindt dejeugdouderling zijn arbeidsveld. Hij is tegelijk de schakeltussen de kerkenraad enerzijds en de jeugd met hetjeugdwerk anderzijds. Daarom geeft hij de gedachten vande jeugd door aan de kerkenraad, opdat men daar weetwat er onder de jeugd leeft, om ook daarmee rekening tehouden in het uitstippelen van het beleid. De jeugdou-derling moet daarom de man zijn, die het vertrouwen vande gemeente heeft en de gemeente moet hem omringenmet meeleven, gebed en liefde".

De taak van de jeugdouderling wordt door Brienen uitgesplitstin:

1. een pastorale taakAan hem is het pastoraat aan de wat oudere jeugdtoevertrouwd. Naast jongeren die nog thuis wonen gaat hetdan vooral om zelfstandig wonende doopleden en jongebelijdende leden. Hij zoekt jongeren op en legt contacten methen, individueel of in groepjes. Hij is beschikbaar als ze hemwillen spreken. Hij bevordert hun onderlinge contacten enprobeert hen bij het leven van de gemeente te betrekken.

Page 23: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-6-

2. Een taak binnen de kerkenraadAls ouderling is hij lid van de kerkenraad en levert eenbijdrage in het gehele beleid van de gemeente. Daarom ziet hijerop toe dat bij de behandeling van de zaken ook de jeugdaandacht ontvangt. Hij is betrokken bij de catechisaties diegegeven worden. Aan de andere kant licht hij de kerkenraad inover het jeugdwerk en over de eigen denk- en leefwereld vande jeugd. 3. Een adviserende en stimulerende taakNamens de kerkenraad onderhoudt de jeugdouderling contactmet het jeugdwerk. Hij bezoekt de verenigingen, activeertjongeren om daaraan mee te doen en dient als vraagbaak enstimulator van het hele jeugdwerk.4. Een taak naar de gemeente toeDe jeugdouderling zal contacten onderhouden met ouders ensoms bepaalde dingen over hun kinderen met hun bespreken.Daarbij blijft voor hem het ambtsgeheim naar beide partijenvan kracht. Verder zou je kunnen denken aan het op dehoogte houden van de gemeente van wat er rondom dejeugdverenigingen) zoal gaande is.

3.1.2 de scribaVolgens art. 35 KO is de taak van de scriba:

"zorgvuldig te notuleren hetgeen het optekenen waard is". Deze nog wel te overziene opdracht wordt in de kerkelijkepraktijk echter vaak aanzienlijk uitgebreid.

Dr. T. Brienen omschrijft in 'Uit liefde tot Christus en zijngemeente' vijf taken van de scriba:

1. de scriba is notulist van de kerkenraadsverga-deringen

2. de scriba is het postadres van de gemeente3. de scriba is samensteller van de kerkenraadsagen-

da4. de scriba treft regelingen voor de eredienst, zoals

kanselafkondigingen5. de scriba houdt het ledenbestand bij.

Als voorwaarden om dit werk goed te doen noemt Brienen: degave hebben met de pen om te kunnen gaan, kunnenformuleren, zaken nauwkeurig kunnen bijhouden enuitwerken, op de hoogte zijn van het functioneren van allerleicommissies in de gemeente en daarbuiten (deputaatschappenen kerkelijke organen). Een scriba zal de weg moeten weten inhet Jaarboek van de Kerken en een zekere mate van inzichthebben in kerkordelijke bepalingen en besluiten van hetkerkverband.

Als je dit zo leest, lijkt dat een vrijwel onmogelijke opgave vooréén persoon. De vraag is overigens of het werk van de scriba

Page 24: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-7-

werkelijk door één ouderling gedaan zou moeten worden. Hetkarakter van het ouderlingenambt moet hier toch wel wat inhet oog gehouden worden (een ouderling die alleen maarscriba is, kan eigenlijk niet, want waar is je opdracht totpastoraat dan gebleven?).

3.2 huisbezoek

3.2.1 Hoe moet dat?Eén van de belangrijkste taken van de ouderling is het doenvan huisbezoek. Het is waarschijnlijk ook één van de takenwaar ouderlingen het meest tegenop zien. Het is daarom goedeens wat dingen op een rijtje te zetten die kunnen helpen bijhet afleggen van een huisbezoek. Natuurlijk zal iedereouderling hierbij zijn eigen kwaliteiten en manier van doenhebben, en mag hij voluit op zijn eigen manier herder zijn voorde gemeenteleden die aan hem zijn toevertrouwd.

Voorbereiding1. Een afspraak maken

Een afspraak maken is goed voor jezelf en voor het gezindat je wilt bezoeken. Het is verstandig je agenda bij dehand te hebben. Als een bepaalde datum niet past, dankun je meteen een andere datum vastleggen, dat is beterdan zeggen: ik bel nog wel eens weer. Het is misschienook verstandig een vaste avond voor huisbezoeken tehebben.

2. Verdiepen in het bezochte gezinHet is goed je van te voren te verdiepen in het adres waarje naar toe gaat. Hoe is de samenstelling van het gezin(schoolgaande/studerende kinderen? hoeveel kinderenen hoe heten ze)? Is men belijdend lid? Is men betrokkenbij commissies of verenigingen? Hoe is hun situatie inhet dagelijks leven (werk/school/pensioen)? Als het niethet eerste bezoek is, lees dan eerdere aantekeningen nogeens door. Het is heel vervelend als ze precies het zelfdeals vorig jaar moeten vertellen.

3. Een duidelijk doel voor ogen hebbenHet is goed om bij de voorbereiding al over het doel na tedenken. Het huisbezoek is geen koffievisite, maar heefttot doel om de gemeente te leiden, te vertroosten en tevermanen op grond van Gods Woord. Het is ook goed omje af te vragen of er in dit speciale geval nog eenbijzonder doel van het gesprek is; is er een specifiekemoeite in dit gezin, is er misschien sprake van iets waarmen op aangesproken moet worden, is er iets speciaalsom naar te vragen?

Page 25: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-8-

4. Persoonlijke voorbereidingTot de persoonlijke voorbereiding hoort het persoonlijkbidden om Gods leiding in het gesprek. Verder bestaateen goede voorbereiding uit openheid voor degene naarwie je toegaat, en uit toewijding aan het werk van deGoede Herder en de schapen van zijn kudde.

Het gesprek zelf1. Gebed en Schriftlezing aan het begin of aan het einde vanhet huisbezoek?

Er zijn ouderlingen die een gesprek zo kunnen sturen datze via 'koetjes en kalfjes' op de meer wezenlijke dingenvan het leven en het geloven terechtkomen. Ze hebben zoveel bijbelkennis dat ze hun huisbezoek goed kunnenafsluiten met een toepasselijk Schriftgedeelte en gebed.Het voordeel hiervan is dat je als ambtsdrager helemaalopen het gesprek in gaat, het vertrekpunt van hetgesprek is wat de ander bezighoudt. Er zijn echter ookouderlingen die er moeite mee hebben om vanuit eenalgemeen gesprek ook het geestelijk leven aan bod telaten komen. Dan is het heel goed om van te voren eenSchriftgedeelte uit te zoeken en met gebed enSchriftlezing te beginnen. Er is sowieso wel wat voor tezeggen om een huisbezoek met gebed te beginnen: jespreekt uit dat je samen, als gemeenteleden en alsambtsdrager lid van de gemeente van de Here Jezus benten Hem wilt dienen en je bidt om vrijmoedigheid in hetspreken zodat het gesprek tot opbouw van het geloof entot eer van God zal zijn.

2. Bereidheid om te luisterenEcht luisteren naar mensen is moeilijk. Er zijn veeldingen die ons er van af kunnen brengen:- We zijn tijdens hun verhaal bezig met onszelf (bv.

wat moet ik straks zeggen?).- Sommige mensen kunnen het moeilijk maken om

naar hun verhaal te luisteren; ze vertellen zolangdradig, we kennen het verhaal al. Aan echtluisteren komen we niet meer toe.

- We zijn zelf nogal praterig. We vallen onzegesprekspartner in de rede en zeggen dat we hemhelemaal begrijpen, we uiten uitgebreid onsmedegevoel, we geven een advies. En de ander zitmet een onaf verhaal dat hij of zij niet kwijt kan.

- We luisteren soms selectief. Wat we niet graaghoren, laten we niet tot ons doordringen of we gaanover op ander voor ons belangrijkere zaken.

Het is goed je te realiseren dat luisteren zo moeilijk is.Besteedt daar tijdens de voorbereiding ook maar eenstijd aan. In je persoonlijk gebed voorafgaand aan het

Page 26: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-9-

gesprek kun je je moeite hiermee aan God opdragen.Tijdens het gesprek is voor echt luisteren vooralbelangrijk ook te letten op de dingen die niet gezegdworden. Afgebroken zinnen of bepaalde gebaren kunnenheel wat aangeven.

3. Het stellen van vragenBelangrijk voor een goed gesprek is het stellen van goedevragen. Over het algemeen is het beter open vragen testellen dan vragen die beantwoord kunnen worden met jaof nee. Verder komen vragen naar gevoelens het gesprekmeer ten goede dan vragen naar feiten. Tenslotte is hetgoed om door vragen te stellen er achter te komen of jehet verhaal van de ander goed gevolgd hebt, en of jeopgepakt hebt wat de ander misschien niet met zoveelwoorden zei, maar wel bedoelde.

4. Huisbezoek raakt heel het levenHuisbezoek staat in dienst van de pastorale zorg dieChristus aan zijn gemeente besteedt. Het gaat niet omwat de ouderling kwijt wil, het gaat ook niet om wat hetgemeentelid verlangt, het gaat om wat Christus door deouderling wil zeggen of doen. Pastoraat is een stukjebediening van het Woord van God aan een afzonderlijkgemeentelid. Het Woord van God bestrijkt heel het leven,daarom mag heel het leven ook aan de orde komen ophet huisbezoek. In het pastoraat mogen alledaagsedingen besproken worden voor Gods aangezicht. Degedachte dat het alleen zou mogen gaan over 'geestelijkezaken' en dat de dagelijkse dingen op het huisbezoek nietthuis zouden horen is niet juist. Het gaat er juist om hetdagelijkse leven bij het licht van Gods Woord te houden.

5. De bijbel op het huisbezoekHet gedeelte wat je gaat lezen moet afgestemd zijn op desituatie van het huisbezoek. Het is goed om vooraf tebedenken wat je gaat lezen, maar je moet ook bedachtzijn op wat er tijdens het gesprek in gedachten komt. Hetkan helpen om een aantal teksten die in bepaaldeomstandigheden gelezen kunnen worden bij de hand tehebben, evt. op een briefje. Je moet in elk geval wetenwaar ze staan.

6. Afsluiting van het huisbezoekJe hebt met elkaar over het leven met God gesproken,het is goed om aan het einde van de avond ook samenmét God te spreken. Voor het dankgebed kun je vragennaar gebedsonderwerpen: wat zullen we bidden? Het isgoed om in het gebed zaken die in het gesprek naarvoren zijn gekomen voor God te noemen. Ook de dankvoor wat God gaf hoort in het gebed thuis en de voorbedevoor het gezin. Het kan nodig zijn samenschuldbelijdenis te doen.

Page 27: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-10-

Het is verstandig om na afloop van het bezoek een paar dingenop te schrijven. Dat is goed voor de rapportage op dekerkenraad (zie onder), maar ook voor jezelf. Als tijdens hetgesprek bv. bleek dat iemand uit de naaste familie ernstig ziekwas, kan dat een reden zijn om er later nog eens naar teinformeren.

3.2.2 Het huisbezoekverslag op de kerkenraadOp geregelde tijden moet je verslag uit brengen van jehuisbezoeken. Meestal gebeurt dit op de daartoe bestemdekerkenraadsvergaderingen (PZ-vergaderingen/smal verband).Deze rapportage is voor de kerkenraad belangrijk om eenbeeld van het christelijk leven in de gemeente te krijgen en omte zien of alle adressen zijn bezocht. De vraag is vaak wat ervan een huisbezoek nu wel moet worden gerapporteerd en watniet. Heel kort zou je kunnen zeggen:

Wel:- de algemene indruk van het gesprek en

omstandigheden v.h. gezin (zijn er bepaalde moeitenof blijde dingen?)

- dienen de gemeenteleden de Here? (geloof/levens-heiliging)

- zijn ze aktie in het leven van de gemeente?- concrete vragen of suggesties aan de kerkenraadNiet:- het hele verloop van het gesprek- algemene of vage opmerkingen.

Overigens hoef je niet alles te vertellen, ook niet aan dekerkenraad. Wat mensen je in vertrouwen hebben verteld hoefje niet in het verslag te vermelden. Bij je bevestiging alsambtsdrager heb je beloofd de vereiste geheimhouding tebetrachten ten aanzien van wat bij de uitoefening van je ambtin vertrouwen is meegedeeld (het ambtsgeheim).

Ir. H.G. Aalbersberg wees er in een artikel in AmbtelijkContact (1993, blz. 137) op dat een ouderling in hethuisbezoekverslag geen oordelen hoort te vellen of conclusieshoort te trekken. Dat moet tijdens de bespreking op dekerkenraad gebeuren. Het verslag moet informatie bevattendie relevant is voor de taak van de kerkenraad. En datbetekent dat zowel het huisbezoekverslag als het gesprek opde kerkenraad ten dienste moeten staan van het gemeentelidwaarover gerapporteerd wordt.

Page 28: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-11-

3.3 Bijzondere taken van de ouderling

3.3.1 ouderling van dienstDe ouderling van dienst draagt de praktischeeindverantwoordelijkheid voor de gang van zaken tijdens deeredienst. Dat wil zeggen dat hij moet zorgen dat de dienst optijd begint. Maar hij geeft ook tijdens de dienst de doorslag ofde dienst al of niet voortgezet wordt als er iets mis gaat(iemand word bv. onwel). Verder is hij de aangewezen man omeen reserve-preek bij zich te hebben voor als een predikantonverwacht niet komt, en er ook voor te zorgen dat iemand diepreek zal gaan houden. Als er een gastpredikant voorgaat ishet plezierig als de ouderling van dienst op tijd in deconsistorie is om hem te verwelkomen en te vertellen wat degebruikelijke gang van zaken is.

Op een 'gewone' zondag blijkt zijn taak vooral in het doen vanhet kerkenraadsgebed voor de dienst, en het geven van dehanddruk aan de predikant voor en na de dienst. Hetkerkenraadsgebed is bedoeld om een zegen te vragen over dedienst en om kracht voor de voorganger. Dit hoeft helemaalgeen lang gebed te zijn. De handdruk aan de predikant geeftaan dat de kerkenraad de verantwoordelijkheid voor deprediking toevertrouwt aan de predikant en achter hem staat.

3.3.2 preeklezenLeesdiensten waren in de tijd van de Reformatie algebruikelijk. De synode van Embden nam in 1571 het besluitom in plaatsen waar geen predikant was vaste preeklezers aante stellen, maar latere synodes raadden dit gebruik af. Lezersmoesten noodhulpen blijven en mochten geen vaste positie inde gemeente krijgen. Men wilde voorkomen dat er een soortnieuw ambt zou ontstaan. Men wilde de bediening van hetWoord uitsluitend opgedragen hebben aan de predikanten diedaarvoor door de kerken zijn geëxamineerd en toegelaten. Datprincipe is nu ook nog van belang. De lezer is zelf geendienaar des Woords en moet de preek daarom lezen zoals zijdoor de predikant is geschreven. Als er toch wijzigingenaangebracht worden hoort dit te geschieden onderverantwoordelijkheid van de kerkenraad.

Over de praktijk van het preeklezen schreef B. Lantink eenartikel in Ambtelijk Contact (1998, blz. 270). De preeklezerheeft als taak de uitgezochte preek voor te lezen en te zorgenvoor een goede liturgie. Hij kan daarvoor in de meeste gevallende liturgie uit 'de Levensbron' volgen, maar hij mag de liturgieaanpassen aan zijn visie. Dit geldt ook voor het gebed. Met depreek ligt dat toch iets anders. Men leest immers uit het werkvan anderen en het zou unfair zijn om dan woorden te

Page 29: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-12-

spreken die de schrijver niet geschreven heeft, laat staan eeninhoud te verkondigen die niet overeenkomt met hetgeschrevene. Op een geschreven preek ligt als het ware eencopyright van de auteur.

Hij geeft ook een aantal adviezen voor het preeklezen:

1. Spreek duidelijk, niet te snel of te zacht, en probeer na tegaan hoe de gemeente reageert.

2. Probeer regelmatig de gemeente aan te kijken.3. Probeer variatie van toon aan te brengen.4. Probeer de kern van de preek te benadrukken. Sommige

predikanten delen hun preek in in punten; benoem zedan duidelijk. Ook is het goed soms iets te herhalen.

5. Vermijd te lange zinnen. Als in de geschreven preek dezinnen te lang zijn, knip de zinnen dan in delen, zodathet duidelijker wordt. Ook ouderwetse taal magvereenvoudigd worden, of een ouderwets voorbeeldvervangen door een vergelijkbaar voorbeeld.

6. Preeklezers mogen weten brengers van het Woord te zijnen daarom moed van spreken hebben.

Literatuur:

Bucer, M., Over de ware zielzorg (vert.: H.J. Selderhuis), Kampen1991Dijkstra-Algra, N., Huisman, P. (e.a.), Help, ik ben ambtsdrager. Eenpraktische cursus voor het werk, Kampen 1994Velema, W.H., Koole, D. (red.), Uit liefde voor Christus en Zijngemeente. Een handreiking voor de ouderling, Kampen 1982Velema, W.H., Koole, D. (red.), Verricht uw dienst ten volle. Deouderling in de praktijk, Kampen 1985Winter, J., Ouderling, waar begin je aan? Handreiking voor debeginnende ouderling, Amsterdam 1998

Page 30: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

AANTEKENINGEN BIJ BLOK II

Page 31: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

BLOK III

HET WERK VAN DE DIAKEN

Page 32: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

BLOK III - INHOUD

1. NIEUWTESTAMENTISCHE GEGEVENS IN VERBAND METDE DIAKEN

2. TAKEN VAN DE DIAKEN

3. DIAKONALE WERKVELDEN

3.1 De eredienst3.2 De gemeente3.3 De samenleving3.4 Het werelddiakonaat

LITERATUUR BLOK III

Page 33: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-1-

1. NIEUWTESTAMENTISCHE GEGEVENS IN VERBAND MET DEDIAKEN

1.1 Het woord 'diaken' in het Nieuwe Testament

Het woord 'diaken' is afgeleid van het Griekse woorddiakonein, wat in de eerste plaats betekent: aan tafelbedienen. In die betekenis wordt het bijvoorbeeld van Marthagezegd in Luc.10:40. Vervolgens heeft dit werkwoord een veelbredere betekenis en is dan uitdrukking voor 'dienstbaar zijn',een dienst verrichten aan anderen. Dienen als liefdedaadjegens de naaste. Deze diakonia, dienst, is kenmerkend vooreen discipel van Jezus, en Jezus' eigen dienst tot in de dood isde basis en het voorbeeld voor de dienst van zijn discipelen.

Het woord diakonia wordt gebruikt voor allerlei soorten vandienstbetoon, maar het wordt ook specifiek gebruikt voorambtelijke arbeid. Het apostelambt heet bv. een dienst(Rom.11:13, 2 Kor.4:1), en ook het ambt van evangelist (2Tim.4:5). Heel in het bijzonder heet het bijeenbrengen vangelden voor de heiligen in Jeruzalem een dienst (2 Kor. 8:4,9:1,12).

Slechts op twee plaatsen komen we in het NT diakonia tegenals aanduiding van het ambt van diaken. Allereerst in Fil.1:1waar de diakenen naast en op één lijn met de opzienersworden genoemd. Vervolgens in 1 Tim.3:8 en 12 waar devereisten voor een diaken worden opgesomd. Over hetontstaan van het ambt van diaken licht het NT ons niet duide-lijk in. Soms wordt hiervoor verwezen naar de verkiezing vande zeven mannen in Hand.6:1-6, maar waarschijnlijker is datwe hier te maken hebben met de instelling van het ambt vande oudsten, die waarschijnlijk aanvankelijk ook de dienst derbarmhartigheid in de kerken hebben behartigd. Wij weten niethoe het diakonale ambt nog weer van dat van de oudsten isafgesplitst. Duidelijk is wel dat het ambt dat in Hand.6ingesteld werd mede de diakonale taak omvatte, en dat diediakonale taak dus al heel vroeg in de kerk een plaats heeftgehad.

In 1 Tim.3:8-13 somt Paulus de voorwaarden op waaraan eendiaken moet voldoen. Opvallend is het verschil met devereisten voor het opzienersambt. We vinden hier devoorwaarde om niet met twee tongen te spreken en om hetgeheimenis van het geloof te bewaren in een rein geweten.Diakenen moeten in hun zorg voor de mensen niet met tweemonden spreken maar waarachtig zijn. Uit het zo naast elkaarnoemen van oudsten en diakenen blijkt dat Paulus het

Page 34: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-2-

diakenambt als volkomen passend in de opbouw van degemeente heeft gezien.

1.2 De aard van het diakonale werk

Al in het OT komen we het wezen van het diakonale werktegen. De Here God Zelf is het die "wees en weduwe recht doeten de vreemdeling liefde bewijst door hem brood en kleding tegeven", Deut.10:18. Direkt daarop volgt: "Daarom zult gij devreemdeling liefde bewijzen, want vreemdelingen zijt gijgeweest in het land Egypte", Deut.10:19. De oproep om aanvreemdelingen liefde te bewijzen rust in wat God Zelf doet enin wat Israël zelf ondervonden heeft. We lezen in Deuteronomi-um en Leviticus tal van voorschriften om te zorgen voor dearmen (Deut.14:28,29, Deut.26:12-15, Deut.16:11,Deut.24:19, Lev.19:9). Israël moet de naaste, de broeder,liefhebben (Lev.19:18). We lezen in het OT niet dat Israël denood van de wereld moet lenigen.

Christus doorbreekt de OTe grenzen van liefde tot de broederen spreekt over het gebod tot naastenliefde (Mat.22:34-40).Christus heeft in Joh.13:1-20 duidelijk gemaakt dat Zijndienst aan de discipelen zowel de basis als het voorbeeld voorde dienst van de gemeente is. In het laatste oordeel zal hetdiakonaat de norm zijn waarnaar mensen worden geoordeeld(Mat.25:31-46). Christus wil zijn gemeente een diakonalegemeente doen zijn. Dat betekent dat de gemeente gekenmerktwordt door en herkend wordt aan het onderlinge dienstbetoon.Diakonaat is karakteristiek voor het gemeentezijn, de helegemeente moet door een diakonale, dat is dienende houdinggekenmerkt worden.

Tot nu toe is de nadruk gelegd op het diakonaat dat door dehele gemeente verricht moet worden. Maar het diakonaat isniet alleen een taak van de gemeente. Als het goed is ligt hetwerk van de diakenen en het werk van de gemeenteleden inelkaar gevouwen. Het is op elkaar betrokken. De gemeentemoet een diakonale gemeente zijn. Daartoe moet ze door deambtsdragers gestimuleerd worden. Maar de diakenen hebbenzelf als ambtsdragers ook een diakonale taak te vervullen. Zijdienen in het lenigen van noden voorop te gaan en hetvoorbeeld te geven. We zouden de volgende omschrijvingkunnen geven:

"Het diakonaat is de dienst der barmhartigheid om denood van de mens in zijn persoonlijk leven en in zijn levenmet anderen te lenigen. Zij wordt verricht door degemeente van Christus in Zijn naam ten dienste van haarleden en ten dienste van de wereld. Diakenen hebben indeze dienst ambtelijk en daadwerkelijk voor te gaan, en

Page 35: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-3-

samen met de andere ambtsdragers de gemeente alslichaam van Christus tot deze dienst toe te rusten." (W.H.Velema, Inleiding in het diakonaat (coll.dictaat), blz.18).

Met deze omschrijving worden twee misvattingen weerlegd: demisvatting dat diakonaat alleen maar werk van diakenen zouzijn, maar ook de misvatting dat diakonaat alleen maar taakvan gemeenteleden zou zijn.

2. TAKEN VAN DE DIAKEN

Art. 25 K.O.: "De ambtelijke opdracht van de diakenen is gelden en goederenin te zamelen ter voorziening in de nood van de behoeftigen,deze getrouw en ijverig naar gelang van de behoefte, naonderling overleg, te besteden, de bedrukten te bezoeken en tevertroosten en te bevorderen dat de ter beschikking gesteldemiddelen goed worden gebruikt. Van hun beleid hebben zijrekening en verantwoording te doen aan de gehele kerkeraaden desgevraagd dunnen zij dit doen aan de leden van degemeente op een door de kerkeraad vast te stellen tijd en wij-ze."Art. 26 K.O.: "De diakenen zullen zo nodig hetzij met andere diaconieën,hetzij met instellingen die zich bewegen op het terrein van hetdiaconaal en maatschappelijk werk, geregeld contactonderhouden, en zo mogelijk samenwerken voor de uitoefeningvan hun ambtelijke opdracht."Art. 40 K.O.: "De diakenen komen regelmatig samen om onder aanroepingvan de Naam des Heren de diaconale aangelegenheden tebehandelen. Zij doen verantwoording van hun beleid en beheeraan de kerkeraad."

Volgens art. 25 K.O. valt de taak van de diakenen in vier delenuiteen:1. het verzamelen van de gaven2. het uitdelen van de gaven3. het bezoeken en troosten van de armen4. administratie en verantwoording

a. het verzamelen van de gavenDe armen van de gemeente moeten uit liefde verzorgd worden.De inzameling van gaven voor de armen is sinds de Reformatieonderdeel van de eredienst. Men vond dat de offerande van degemeente geen aanhangsel mocht zijn, maar recht had op eenplaats in de eredienst. Naast de gewone collecten voor debehoeften in eigen gemeente, kwamen ook buitengewonecollecten voor andere gemeenten of doelen. Dat is een bijbelsbeginsel (1 Kor.16:2). Vanaf de NTe gemeente is het degewoonte geweest om aan het Avondmaal uit dankbaarheid

Page 36: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-4-

voor de ontvangen genade van Christus een offer te brengenvoor de behoeftigen van de gemeente. Dit gebruik is door deeeuwen blijven bestaan. Natuurlijk kan de kerkenraad van ditgebruik afwijken, maar dan hoort (net als bij alle collectenoverigens) de bestemming vooraf aan de gemeente bekend ge-maakt te worden. In ieder geval heeft de kerkeraad niet hetrecht om aan de gelden een andere bestemming te geven danwaarvoor ze gegeven zijn.

b. het uitdelen van de gavenDe diakenen moeten de gaven uitdelen 'naar gelang debehoefte'. Het beginsel hierbij is dat de diakenen niet uitdelennaar dat er inkomt, maar naar dat nodig is. Noodzakelijk isdat gegeven wordt wat voor het levensonderhoud nodig is. Isde kerk er echter toe in staat, dan is zij gehouden méér danhet allernodigste te geven (2 Kor.8:14). Wat de verplichting totzorg voor de behoeftigen in eigen gemeente betreft, deze moetgegeven worden zonder onderscheid tussen doopleden en be-lijdende leden. Tot de leden moeten ook de leden gerekendworden die onder censuur staan (Bouman schrijft inGereformeerd Kerkrecht dat het aan te bevelen zou zijn henzelfs na excommunicatie te blijven steunen, 'opdat ook hierinuitkome dat de tucht niet dient om te verderven, maar om tebehouden'). De diakenen moeten bij de ondersteuninghandelen 'na onderling overleg'. Soms kan een diaken innoodgevallen iets uitkeren om in de eerste nood te voorzien.Maar als regel geldt dat in onderling overleg de wijze vanondersteuning wordt vastgesteld. Het geld dat de diakoniebezit is niet haar eigen geld, maar het geld van de gemeente endaarom moet er met beleid gehandeld worden. Ook mogen dediakenen de namen van degenen die ondersteund worden nietnaar buiten brengen. Op een gemeentevergadering mogen welde totale ontvangsten en uitgaven meegedeeld worden, maarde namen van personen en bedragen van afzonderlijkeondersteuningen horen in ieder geval tot het ambtsgeheim.

c. De bedrukten bezoeken en vertroostenHet is een oude regel, maar misschien wel een goede, dat dediakenen persoonlijk de gaven aan huis bezorgen. Dekerkorde bedoelt nu met de zin hierboven dat het diaconaalbezoek meer moet zijn dan een zakje met geld afgeven. Dediakenen moeten de bedrukten bezoeken en vertroosten enbevorderen dat gegeven middelen goed worden gebruikt. Het isdus een vorm van huisbezoek, maar met een ander karakterdan het huisbezoek van de ouderlingen. Het is een huisbezoekmet het oog op de nood die ergens heerst. Barmhartigheidbewijzen doen diakenen niet alleen door materiële gaven, maarook met een woord van troost of een gebed. Een diaken moeteen zekere levenswijsheid bezitten om vertrouwelijk te kunnen

Page 37: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-5-

spreken over allerlei toestanden van het maatschappelijkleven. Hij moet in bepaalde gevallen raad kunnen geven, maarsoms ook vermanende woorden spreken wanneer er sprake isvan eigen schuld. Zo heeft het werk van de diakenen ook eenopvoedende en onderwijzende taak.

d. verantwoordingsplicht aan de kerkenraad en tegenover degemeenteDe kerkenraad heeft de opdracht om in de naam van Christusde gemeente te regeren, te leiden en te verzorgen. Aan dekerkenraad is ook de taak om toe te zien dat alleambtsdragers getrouw hun werk verrichten. Dat wil zeggendat er ook toezicht moet zijn op het werk van de barmhartig-heid. Wanneer art. 25 zegt dat de diakenen rekenschapmoeten afleggen in de kerkenraad wil dit niet zeggen dat zevan alle kleinigheden verslag moeten doen. Bij de diakonie ligtde beslissing over ondersteuning. Maar het is tegen het gere-formeerd kerkrecht dat de diakonie een geheel zelfstandig be-stuurscollege zou zijn, geheel los van de kerkenraad (dit geldtook voor een geheel zelfstandige kerkvoogdij). Anderzijdskunnen de diakenen ook in moeilijke zaken raad vragen vande hele kerkenraad. De verantwoordingsplicht tegenover degemeente draagt een ander karakter. Het gaat dan meer omhet uitbrengen van een algemeen financieel verslag en eventu-eel het geven van inlichtingen over één of ander punt. Meestalgebeurt dit op de jaarlijkse gemeentevergadering. Op dezevergadering mogen in ieder geval de namen van deondersteunden en het uitgekeerde bedrag niet bekend ge-maakt worden.

Tot slot het gedeelte uit het bevestigingsformulier voorambtsdragers dat over de diakenen gaat:

"Christus maakt ook van de dienst der diakenen gebruik omzijn gemeente te bouwen.Van het begin af heeft in de gemeente naast de bediening vanhet Woord en de sacramenten het werk van de christelijkebarmhartigheid een plaats gehad. Wij lezen hiervan onder meerin Handelingen 6, waar gesproken wordt over de dagelijkseverzorging van de weduwen.De diakenen hebben samen met de dienaren des Woords en deouderlingen zorg te dragen voor de gemeente, terwijl hun in hetbijzonder de dienst van de barmhartigheid is toevertrouwd.Zij mogen de liefde van Christus zichtbaar maken door in nodenen moeilijkheden van onderscheiden aard met raad en daadsteun te verlenen. Zij zullen zoeken naar passende wegen enmiddelen om de bedoelde taak op de rechte wijze te vervullen.Verder zullen zij zorgen voor de juiste besteding van de gavendie door hen worden ingezameld.

Page 38: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-6-

Zij zullen de gemeente opwekken barmhartigheid te bewijzenaan de naasten. Zij mogen hun arbeid verrichten inblijmoedigheid en met een bewogen hart, bereid om de troostvan het Evangelie mee te delen aan hen die in nood verkeren. Inde gebrokenheid van de menselijke verhoudingen staan zij indienst van Christus, Die de arme zal redden die om hulp roept,de ellendige en wie geen helper heeft."

3. DIAKONALE WERKVELDEN

3.1 Eredienst

Het eerste waaraan we denken bij het werk van diakenen inde eredienst is ongetwijfeld de collecte. De diaconale collecte istypisch voor de gereformeerde eredienst. Hiernaast wordt erdoor de diakenen gecollecteerd voor de commissie van beheerof algemeen kerkelijke kassen.

Maar behalve bij de collecte heeft het diaconaat met veel meeronderdelen van de liturgie te maken. Denk maar eens aan devoorbede als wezenlijke dienst van de kerk aan de wereld. Hetzou niet onjuist zijn om deze voorbede te laten behoren tot hetambtelijk werk van de diaken. Zo gebeurde dat in de oudekerk. Daar deed de diaken overigens ook de evangelielezing.Bij ons heeft de diaken behalve tijdens de collecte eigenlijkalleen nog een eigen bijdrage bij de viering van het avondmaal.De diakenen zorgen dan voor het gereedmaken van de tafel enhet aangeven van brood en wijn. Dat is een heel mooi gebruik.De taak van de diaken is immers rechtstreeks afgeleid van hetvoorbeeld van de Here Jezus bij de voetwassing en de in-stelling van het avondmaal. Het is daarom mooi dat juist dia-kenen een eigen verantwoordelijkheid hebben in het ge-reedmaken en bedienen aan de avondmaalstafel.

Ten slotte is er rond de kerkdiensten te denken aan het zorgenvoor mensen die hulp nodig hebben bij het meemaken van dedienst: d.w.z. rijdienst, cassettebandjes en kerktelefoon.

Taken van de diakonie met betrekking tot de kerkdiensten:- het collecteren in de eredienst- het gereedmaken van en bedienen aan de

avondmaalstafel- het zorgdragen voor vervoer - het zorgdragen voor cassettebandjes en kerktelefoon

3.2 De gemeente

We hebben gezien dat de hele gemeente een diakonale roepingheeft omdat diakonaat tot haar wezen behoort. De taak van de

Page 39: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-7-

diakenen in de gemeente zal daarom vooral zijn de gemeentetot haar diaconale taak te stimuleren en toe te rusten.

Dat toerusten is niet overbodig. Voor veel gemeenteleden isdiakonaat niet meer dan dat diakenen in de eredienstcollecteren en jaarlijks een uitje organiseren voor de ouderen.Belangrijk is dan om de gemeente te leren zien wat diakonaatinhoudt vanuit de Bijbel. Het is vooral goed om te leren ziendat gaven en talenten niet alleen materieel en financieel vanaard zijn. Als we elkaar dienen met onze gaven gaat het omveel meer dan geld en goederen. Door voorlichting (b.v. viastukjes in het kerkblad of het organiseren van bepaaldeaktiviteiten) en voorbeeld kan een diakonie de gemeente hel-pen haar kijk op diakonaat te verbreden.

Een belangrijk aspect van het werk van een diaken in degemeente is het doen van diaconaal huisbezoek. In eendiakonaal huisbezoek gaat het om een bezoek vanuitdiakonaal oogpunt. Vroeger betekende dat vaak het halen vangeld bij rijkere mensen en het uitdelen van geld bij armemensen (het 'inzamelen en uitdelen van gaven'). Wat in onzetijd soms veel belangrijker is dan geld, zijn de gaven van tijden aandacht. Het is nodig dat diakenen bij de gemeenteledeninzamelen wat die leden aan 'gaven' hebben, bv. aan tijd, be-hulpzaamheid, creativiteit etc. Waar die gaven in de gemeentenodig zijn, kunnen zij ze dan uitdelen. Zo kan het diakonalehuisbezoek in het teken staan van de vragen: wat hebt u tegeven aan de gemeente en wat hebt u nodig van de gemeente?Op deze wijze geeft een diaken leiding aan de opbouw van degemeente. Naast dit algemene huisbezoek, kan het ook zijndat er een bezoek gebracht moet worden vanwege specifiekemoeilijkheden in een bepaald gezin. Dat kunnen financiëlemoeilijkheden zijn, maar het kan ook gaan om een gesprekover beroepskeuze, hulp bij ziekte of ongeluk, problemenvanwege spanningen op het werk of een grote werkdruk, enz.Moet een diakonaal huisbezoek met schriftlezing en gebedafgesloten worden? Het zal lang niet altijd hoeven, maar alshet gesprek er aanleiding toe gaf, zou dit heel goed zijn. Eendiaken mag tenslotte de troost van het evangelie brengen. Endat omvat naast de evt. praktische hulp ook een woord datgesproken wordt of een voorbede die gedaan wordt.

Tenslotte is bij het werk van diakenen in de gemeente te den-ken aan het organiseren van activiteiten voor bv. ouderegemeenteleden (ouderentocht, kerstviering), maar ook aanvoorlichtingsavonden voor de hele gemeente over een diako-naal onderwerp.

Page 40: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-8-

Taken van de diakonie met betrekking tot de gemeente:- de gemeente tot haar diakonale taak stimuleren en

toerusten- afleggen van diakonale huisbezoeken- het waar nodig verlenen van materiële of praktische

bijstand- het organiseren van activiteiten op diakonaal terrein 3.3 De samenleving

Diakonaat houdt zich ook bezig met nood in de samenleving.Het gaat dan om zowel maatschappelijke problemen (alcohol-of drugsproblematiek bv.) als persoonlijke nood. Bijmaatschappelijke problemen waar de diakonie hulp wilverlenen, zal er vaak samenwerking zijn tussen verschillendediakoniën, bv. in classicaal verband. Als het gaat om plaat-selijke problemen kan ook gedacht worden aan samenwerkingvan diakoniën van verschillende kerken.

De gecompliceerdheid van onze wetten maakt dat een diakenlang niet alles zelf weet. Dat hoeft ook niet omdat er allerleiinstanties zijn die informatie kunnen geven. Als het gaat ominformatie over wetgeving moet genoemd worden de uitgaveDiaconaal Sociaal Info. Alles waar een diaken mee inaanraking kan komen als het gaat om wettelijke regels envoorzieningen komt hier aan de orde. Ook zijn er over diverseonderwerpen themanummers van Adma-Info, die zijn tebestellen bij het Diaconaal Bureau. Daar kan een diakentrouwens terecht voor al zijn vragen. Ook de ClassicaleDiaconale Commissie kan hem zo nodig van dienst zijn.

Taken van de diaconie met betrekking tot de samenleving:- financiële of daadwerkelijke ondersteuning van bepaalde

projecten- vertegenwoordiging in verschillende instanties- op de hoogte zijn van bestaande voorzieningen

3.4 Werelddiaconaat

Hierbij denken we aan hulp overal over de wereld. Het is goedom ook te denken aan de 'wereld' die in ons eigen landaanwezig is: aan vluchtelingen en gastarbeiders. Diaconalebijstand aan mensen in Afrika geven en tegelijk dezelfdemensen in Nederland niet helpen is onmogelijk. Het DiakonaalBureau helpt diakonieën die een aktie willen ondernemen omals gemeente hulp te gaan verlenen elders in de wereld.Jaarlijks staat het septembernummer van Adma-info in hetteken van de projecten van Deputaten Hulpverlening Binnen-

Page 41: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-9-

en Buitenland, waaraan plaatselijke gemeenten mee kunnendoen.

Taken van de diaconie met betrekking tot hetwerelddiakonaat:- financiële of daadwerkelijke ondersteuning van bepaalde

projecten

Literatuur:

Deputaten ADMA, Diakonaat, diaken en kerkelijke vergaderingen,Veenendaal 1999Dijkstra-Algra, N., Huisman, P. (e.a.), Help, ik ben ambtsdrager. Eenpraktische cursus voor het werk, Kampen 1994.Hendriks, A.N., 'Het ambt en de positie van de diaken in degemeente van Christus' in: A.N. Hendriks, Met het oog op degemeente, Kampen 1991Koole, D., Velema, W.H. (red.), Zichtbare liefde van Christus - Hetdiakonaat in de gemeente, Kampen 1991Well, H.H. van, 'Taak van de diakenen' in: Adma-info 17e jaargangnr. 2, Veenendaal 1998Well, H.H. van, 'Diaconaal huisbezoek' in: Adma-info 18e jaargangnr. 2, Veenendaal 1999

Page 42: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

AANTEKENINGEN BIJ BLOK III

Page 43: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

BLOK IV

HET FUNCTIONEREN VAN KERKVERBAND

EN KERKORDE

Page 44: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

BLOK IV - INHOUD

1. KERKVERBAND EN KERKELIJKE VERGADERINGEN

1.1 Is het kerkverband de grootste zonde van de kerk? 1.2 Hoe zit ons kerkverband in elkaar?1.3 Het karakter van de kerkelijke vergaderingen

1.3.1 kerkelijke zaken1.3.2 op kerkelijke wijze1.3.3 begrenzing autonomie plaatselijke gemeente1.3.4 bevoegdheid

1.4 Afvaardiging naar kerkelijke vergaderingen1.5 Besluiten van kerkelijke vergaderingen en het rechtvan appèl

2. DE KERKORDE

2.1 Bedoeling en karakter van de kerkorde2.2 Hoe ziet onze kerkorde er uit?

2.2.1 de ambten2.2.2 de kerkelijke vergaderingen2.2.3 leer, sakramenten en ceremoniën2.2.4 christelijke tucht

2.3 Enkele belangrijke artikelen uit de kerkorde

LITERATUUR BLOK IV

Page 45: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-1-

1. KERKVERBAND EN KERKELIJKE VERGADERINGEN

1.1 Is het kerkverband de grootste zonde van de kerk?

Onze gemeente behoort tot het kerkverband van deChristelijke Gereformeerde Kerken in Nederland. Weer zoietswaar we niet zo vaak over nadenken. Het is nu eenmaal zo.Maar; waarom hebben wij eigenlijk een kerkverband? Spreektde bijbel niet meestal over de plaatselijke gemeente als overeen kerk op zich, die zelf uit mag maken hoe de gang vanzaken in de gemeente is? En wat hebben andere gemeentendaar eigenlijk zo nodig mee te maken?

Voor het antwoord op deze vragen gaan we weer zoeken in hetNT. En dan vooral in de brieven van Paulus. Als Paulus hetheeft over de kerk, dan bedoelt hij daarmee inderdaad meestalde plaatselijke gemeente. De plaatselijke gemeente wordt doorhem aangesproken als zelfstandig en mondig, met eigen ambt-sdragers en eigen verantwoordelijkheid. Maar toch... Als we Paulus' brieven lezen blijkt dat hij opallerlei manieren die plaatselijke gemeenten laat beseffen datze deel zijn van een groter geheel. En dat niet alleen, hij wilook een zo groot mogelijke overeenstemming in handelenonder hen bevorderen. Let maar eens op:

- telkens wijst hij de gemeenten op wat elders geschiedt(zie bv. Kol.1:6,23);

- wat in andere gemeenten aan de hand is moet hun be-langstelling hebben (2 Kor.9:2, Kol.4:16);

- ze moeten deelnemen in wat in andere gemeenten wordtondernomen (1Kor.16:1);

- hij legt er de nadruk op dat hij in alle gemeenten dezelfderichtlijnen geeft (1 Kor.7:17, 4:17, 14:34);

- hij wil dat ze zich aan elkaars kerkelijke regels gelegenlaten liggen en bestraft de Korinthiërs om huneigenzinnige houding: "Of is het woord Gods bij u begon-nen? Of heeft het alleen u bereikt?" (1 Kor.14:36).

Waarom wil Paulus dat de verschillende gemeenten zich zoveelaan elkaar gelegen laten liggen? Is het omdat het uit praktischoogpunt wel goed is om samen te werken als gemeenten, bv.om elkaar met geld te kunnen helpen of elkaar advies tekunnen geven in bepaalde zaken? Ja, ongetwijfeld is dit eenreden waarom gemeenten onderling verband zouden moetenhebben. Maar het is niet de belangrijkste reden. De belang-rijkste reden is dat wat de kerk in wezen is, namelijk het li-chaam van Christus. Wij zijn er aan gewend het beeld van hetlichaam van Christus te gebruiken voor de plaatselijkegemeente, als beeld van hoe je in de gemeente met elkaaromgaat. Maar zoals dit beeld geldt in de plaatselijke gemeente,geldt het ook voor alle gemeenten samen. Want Christus heeft

Page 46: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-2-

niet vele lichamen, Hij heeft maar één lichaam, Zijn kerk. Enals Christus maar één lichaam heeft, dan zal dat ook moetenblijken in de manier waarop dat lichaam zich presenteert; nl.als een eenheid.

Vandaar dat de gereformeerde kerken steeds op bijbelse enpraktische gronden de noodzakelijkheid van een kerkverbandhebben verdedigd. Zij wilden een organisatie waarbij enerzijdsde zelfstandigheid van de plaatselijke gemeente werdgehandhaafd en waarbij anderzijds de samenwerkingonderling tot openbaring kon komen, omdat de gemeenten éénzijn in Christus. Vanuit Genève en Frankrijk werden degedachten van een synodale organisatie overgedragen aan degemeenten in de Nederlanden. In 1571 te Embden werdenvoor het eerst de zaken rond kerkverband en synodes nadergeregeld. De kerkelijke organisatie werd door de synode vanEmbden niet opgelegd aan de gemeenten, maar zij werd doorde gemeenten met algemeen akkoord aangenomen. Omdatmen één was in belijdenis was er eenheid om ook verder alleswat de regering van de kerk en het welzijn van degezamenlijke gemeenten betrof samen nader te regelen. Debeleden eenheid in het ware geloof werd geprobeerd zoveelmogelijk ook in de praktijk te laten zien.

1.2 Hoe zit ons kerkverband in elkaar?

Onze kerkorde spreekt in art. 29 van vier kerkelijkevergaderingen: 1. de kerkenraad 2. de classis (samenkomst van een aantal plaatselijke

gemeenten die dicht bij elkaar liggen; vergadert minstens2x per jaar)

3. de particuliere synode (PS) (samenkomst van een aantalclasses; vergadert 1x per jaar)

4. de generale synode (GS) (de meest brede vergadering;vergadert 1x per 3 jaar - wordt 'generaal' of 'algemeen'genoemd omdat de hele kerk er vertegenwoordigd is)

1.3 Karakter kerkelijke vergaderingen

Art. 30 K.O. spreekt over het karakter van de kerkelijkevergaderingen: "In deze vergaderingen zullen geen andere dankerkelijke zaken en die op kerkelijke wijze, behandeld worden.In meerdere vergadering behoort slechts datgene te wordenbehandeld, wat in de mindere niet kon worden afgedaan, of watbehoort tot de kerken van de meerdere vergadering in hetalgemeen."

Page 47: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-3-

1.3.1 kerkelijke zakenDe kerkelijke vergaderingen (kerkenraad, classis, PS en GS)hebben zich volgens art. 30 alleen te bemoeien met kerkelijkezaken. Voor deze bepaling was aanleiding, want in de Roomsekerk werden op de kerkelijke vergaderingen allerlei besluitengenomen die lagen buiten het kerkelijk terrein, zoals over hetal of niet oorlogvoeren en andere zaken die behoorden tot derechten van de overheid. Daarom: op de kerkelijkevergaderingen geen politieke zaken, ook geen maatschappelij-ke of militaire, maar kerkelijke.

1.3.2 op kerkelijke wijzeDeze kerkelijke zaken moeten vervolgens op kerkelijke wijzeworden behandeld. De kerkelijke wijze van behandelen is nietoverheersend, bevelend en dwingend, maar overtuigend,terechtwijzend, overredend en leidend. Kerkelijk betekentaltijd broederlijk en eenvoudig. De kerkelijke vergaderingenhebben zich te gedragen naar het Woord van de Koning derkerk. Op kerkelijke wijze wil ook zeggen dat er op de ker-kelijke vergaderingen alleen zaken behandeld worden, diedoor de gemeenten zelf aan de orde gesteld zijn.

1.3.3 begrenzing autonomie plaatselijke gemeenteArt. 30 spreekt over 'meerdere' en 'mindere' vergaderingen. Ditonderscheid betekent niet dat de meerdere vergaderingen eensoort hoger bestuur zouden vormen, of hoger in macht zoudenzijn. De meerdere vergaderingen zijn samenkomsten vanmeerdere gemeenten. Het woord meerder wijst op een grotereof bredere vergadering, omdat er een groter aantal leden opdeze kerkelijke samenkomst aanwezig is. Maar het wijst ookop een meerder gezag omdat meerdere gemeenten door hunafgevaardigden vertegenwoordigd zijn. Een meerdere verga-dering heeft geen gezag in zichzelf, zoals de kerkenraad, maarde gemeenten brengen door hun afvaardiging hun gezag opeen meerdere vergadering. En het gezag van tien kerken is ingraad meer dan van één kerk. Het gezag van de plaatselijkekerkenraden blijft altijd bestaan, ook tijdens de bijeenkomstvan een classis of synode. Maar voor de gevallen die op demeerdere vergadering gebracht zijn, laten de kerkenraden debeslissing over aan die vergaderingen, waarin zij zelf door hunafvaardiging vertegenwoordigd zijn. De plaatselijke gemeentehoudt haar zelfstandigheid, maar zij besluit vrijwillig te beho-ren tot een kerkverband met een gemeenschappelijkaanvaarde kerkorde. De plaatselijke gemeente heeft zo eenautonomie, die zij vrijwillig laat begrenzen door de besluitenvan de meerdere vergaderingen.

Page 48: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-4-

1.3.4 bevoegdheidIn de eerste plaats behoort tot de bevoegdheid van demeerdere vergadering te handelen over datgene wat in demindere vergadering niet afgehandeld kan worden. Dit zijnzaken waarin de plaatselijke kerkenraad de hulp inroept vande classis of waarbij een gemeentelid zich beroept op eenmeerdere vergadering. Behalve deze zaken zegt art. 30 dat erook zaken zijn die 'in het algemeen behoren tot de kerken vande meerdere vergadering'. Het gaat hier om gemeenschappe-lijke zaken die alle kerken aangaan. Je kunt dan denken aanzaken van leer, orde en tucht, maar ook aan de opleiding totde dienst des Woords en het benoemen van deputaatschap-pen.

1.4 Afvaardiging naar kerkelijke vergaderingen

Art.33 K.O.: "Zij die naar de meerdere vergaderingen wordenafgevaardigd, behoren hun geloofsbrieven en instructieën,ondertekend door hen die ze hebben afgevaardigd, mede tebrengen en alleen dezen hebben stemrecht...".

Afgevaardigden naar een meerdere vergadering krijgen'geloofsbrieven' of, zoals ze ook wel genoemd worden,'lastbrieven' mee. Daarin staat dat deze afgevaardigdengemachtigd zijn de kerkelijke vergadering die hen heeftgezonden te vertegenwoordigen. Een geloofsbrief vermeldt alshet goed is niet alleen de naam van de afgevaardigde (met zijnplaatsvervanger), maar bevat ook een verklaring dat dezepersoon last en macht (opdracht en bevoegdheid) is gegevenom alle ter tafel komende zaken mede te behandelen.

Onder instructies verstaan we opdrachten die de kerkelijkevergadering meegeeft aan de afgevaardigden om te behandelenop de meerdere vergadering. In de praktijk nemen deafgevaardigden die instructies niet mee naar de vergadering,maar worden ze vooraf opgestuurd naar de roepende kerk,zodat die een agenda kan samenstellen.

Omdat de meerdere vergaderingen samenkomsten zijn vangemeenten, kunnen deze samenkomsten niet officieelhandelen zonder de lastbrieven die de afgevaardigdenmeebrengen. Door de lastbrieven, waarin de kerkenraad zegtzijn gezag in deze wettige afgevaardigde op de vergaderingaanwezig te doen zijn, krijgen de meerdere vergaderingen pashun autoriteit. Daarom mogen ook alleen afgevaardigden metzo'n lastbrief stemmen.

Page 49: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-5-

Nog iets over het aantal afgevaardigden:- iedere plaatselijke kerk stuurt naar de classis: 1

predikant + 1 ouderling + (op proef) 1 diaken- iedere classis stuurt naar de particuliere synode: 3

predikanten + 3 ouderlingen + 1 diaken- iedere particuliere synode stuurt naar de generale

synode: 6 predikanten + 6 ouderlingen + 1 diaken

1.5 Besluiten van kerkelijke vergaderingen en het recht vanappèl

Art. 31 K.O.: "Wanneer iemand zich erover beklaagt, dat hijdoor de uitspraak van een mindere vergadering verongelijkt is,kan hij zich op een meerdere vergadering beroepen. Hetgeen bijmeerderheid van stemmen uitgesproken wordt, zal voor vast enbondig worden gehouden, tenzij bewezen wordt, dat dit in strijdis met het Woord van God of met de artikelen, in deze generalesynode vastgesteld, zolang zij niet door een andere generalesynode veranderd zijn."

Christus heeft de plaatselijke gemeente macht gegeven om inZijn naam de kerk te regeren. En als zodanig heeft geen enkelegemeente heerschappij over een andere gemeente; geen enkelekerkenraad iets te zeggen over een andere kerkenraad. Tochgaan wij uit van een zeggenschap van de meerderevergaderingen over de mindere (van classis over kerkenraad,van PS over classis en van GS over PS). Dat komt, omdat hetgereformeerd kerkrecht er van uitgaat, dat een gemeente zichvrijwillig heeft aangesloten bij een kerkverband en ook vrij-willig de uitoefening van een deel van zijn bevoegdheid over-draagt aan de meerdere vergaderingen. De plaatselijkegemeenten sturen hun afgevaardigden naar de meerderevergaderingen om gezamenlijk met de andere kerken bepaaldedingen te regelen. Als de plaatselijke gemeente bepaaldebeslissingen vrijwillig overlaat aan het oordeel van demeerdere vergaderingen, dan heeft zij zich ook aan de be-sluiten van die meerdere vergaderingen te houden. Hetprincipe dat besluiten van meerdere vergaderingen bindendzijn, is vanaf het begin van de Reformatie in ons landuitgesproken, en is gegrond op Gods Woord, o.a. op Hand.15(convent te Jeruzalem; vgl. Hand.16:4).

Ieder heeft zich dus aan de kerkelijke besluiten te houden. Be-halve in twee gevallen. Art.30 zegt: als een besluit in strijdkomt met Gods Woord of de geldende kerkorde hoeft het nietvoor vast en bondig gehouden te worden. Wanneer een besluitin strijd is met Gods Woord mag het niet uitgevoerd worden,niemand mag gedwongen worden te doen wat hij voor God nietkan doen. Maar zegt de kerkorde: het moet dan ook

Page 50: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-6-

aangetoond worden dat het besluit strijdig is met het Woordvan God. De bezwaarde moet proberen de kerkelijke verga-dering te overtuigen en op kerkelijke wijze zijn bezwarenkenbaar maken.

Zo'n kerkelijke wijze van bezwaar maken is het recht vanappèl (of: hoger beroep). Het recht van appèl is het recht omtegen een besluit van een kerkelijke vergadering in beroep tegaan op een meerdere vergadering. Het is een waarborg voorgemeenteleden en kerkeraden tegenover heerszucht enwillekeur van kerkelijke vergaderingen. In art. 31 K.O. is tevinden hoe het in z'n werk gaat. Een aantal algemene regelsvoor het recht van appèl:

a. Er is een onbeperkt appèl-recht. Wanneer iemand bij zijneerste appèl geen instemming ontmoet heeft hij het rechtzich tot een meerdere vergadering te wenden. Eventueelkan hij doorgaan tot de generale synode.

b. Bij het hoger beroep mag geen beroepsinstantieovergeslagen worden.

c. Degene die zich beroept op een meerdere vergaderingmoet de redenen aangeven waarom hij tegen eengenomen besluit is. Het hoger beroep is ook aan eentermijn gebonden, en het moet geschieden metkennisgeving aan de scriba van de vergadering die hetbesluit nam waardoor men zich bezwaard voelt.

d. Met eenzelfde zaak kan men slechts eenmaal op eenbepaalde kerkelijke vergadering komen. Als een appelvan een gemeentelid door de classis is afgewezen, kan ditlid op de volgende classisvergadering niet met hetzelfdebezwaarschrift komen.

2. DE KERKORDE

2.1 Bedoeling en karakter van de kerkorde

Art.1 K.O. noemt het doel van de kerkorde: "Om in de ge-meente van Christus naar de vereiste orde te leven....". Goedeorde is in de gemeente van Christus nodig. Een kerntekst hier-voor is 1 Kor.14:40: "Laat alles betamelijk en in goede ordegeschieden", en 1 Kor.14:33: "want God is geen God vanwanorde, maar van vrede". Uit deze laatste tekst blijkt dat de'orde' die in de gemeente moet gelden, in verband staat methet welzijn van de gemeente. Het gaat om de orde, de vrede,het heil van God waarvoor in de kerkorde de weg vrijgehoudenwordt. De kerkorde wil de weg vrijhouden voor Gods regering,zodat de kerk een ware kerk kan blijven. De orde van de kerkis dan ook niet dwingend, maar regelend van aard. Voor degemeente van Christus is een kerkorde nodig. Maar niet als

Page 51: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-7-

een noodzakelijke voorwaarde voor haar wezen. Wel is hetnoodzakelijk voor haar welwezen. Er moet een vaste grondslagzijn om willekeur in het kerkelijk leven tegen te gaan, en goedeorde te bevorderen.

We hebben in de bijbel niet een handboek gekregen waarinprecies staat hoe alles in de kerk geregeld moet worden. Tochzijn de hoofdlijnen van het gereformeerde kerkrecht weldegelijk terug te vinden in het NT. In de kerkorde staanprincipes die zo rechtstreeks op de bijbel teruggaan, dat zevoor alle tijden gelden. Maar daarnaast zijn er veel dingen dieelke kerk zelf moet regelen naar de vragen van een bepaaldetijd. Het karakter van de kerkorde is dan ook dat zij de regelsgeeft, die, op grond van Gods Woord, in een bepaalde tijd ensituatie nodig zijn voor een goede orde in de kerk (Selderhuis:principes van de Schrift + les van de geschiedenis = de kerkor-de).

Het zijn de plaatselijke gemeenten (die tenslotte van Christusde macht ontvangen hebben om de gemeente te regeren) diesamenkomen in synoden en daar de kerkorde vaststellen. Eenkerkorde is dan ook geen onveranderlijke regel. Dezelfdekerken, die haar hebben vastgesteld, kunnen haar ookwijzigen (art.87 K.O.). De kerkorde is een menselijke en geengoddelijke wet. Toch zijn de regelingen díe afgesproken zijn,zolang zij met onderlinge afspraak niet veranderd zijn,bindend (zie hierboven, 1.5).

2.2 Hoe ziet onze kerkorde eruit?

De kerkorde is ingedeeld in vier delen:a. de ambten (art.2-28)b. de kerkelijke vergaderingen (art.29-51)c. leer, sakramenten en kerkdiensten (art.52-70)d. de christelijke tucht (art.71-81) + slotartikelen (art.82-

87)

2.2.1 de ambtenHierin komt aan de orde: wie er mag toegelaten worden alsdienaar des Woords, de weg naar het ambt van dienaar desWoords, beroepen van een predikant, predikanten met eenbijzondere opdracht, verlating van het ambt en emeritaat, taakvan predikanten, gelijkheid van de ambten, taak van hooglera-ren, regels rond de Theologische Universiteit, evangelisatie enzending, verkiezing en taak van ouderlingen, verkiezing entaak van diakenen, diensttijd van ouderlingen en diakenen.

Page 52: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

-8-

2.2.2 de kerkelijke vergaderingenHier komt aan de orde: welke vergaderingen er zijn, welkezaken daar behandeld worden en op welke wijze, het recht vanappèl, het begin van de vergadering met gebed, de lastbrieven,taak van de praeses, taak van de scriba, gezag van devergaderingen, de kerkenraad, de diaconale vergaderingen, declassis, stemrecht op de vergaderingen, censuur tijdens devergaderingen, visitatoren, archieven, instructies, de PS, deGS, verhouding met kerken in het buitenland.

2.2.3 leer, sakramenten en kerkdienstenHier komt aan de orde: ondertekeningsformulier voorpredikanten en hoogleraren, ondertekeningsformulier voorouderlingen en diakenen, regelingen rond de doop, regelingenrond het avondmaal, kerkdiensten, rouwdiensten, biddagen,feestdagen, catechismusprediking, kerklied, huwelijks-bepalingen.

2.2.4 de christelijke tuchtHier komt aan de orde: censuur over de leden, ban,wederopneming, censuur over ambtsdragers, censura morum.Hierna volgen nog enkele slotbepalingen over attestaties,zelfstandigheid van de plaatselijke gemeenten en mogelijkheidvan wijziging van de kerkorde.

Literatuur:

Deputaten voor de uitgave van de Kerkorde van de ChristelijkeGereformeerde Kerken in Nederland, Kerkorde van de ChristelijkeGereformeerde Kerken in Nederland, Amsterdam 1993Gier, K. de, De Dordtse Kerkorde. Een praktische verklaring, Houten1989

Page 53: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

AANTEKENINGEN BIJ BLOK IV

Page 54: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

BLOK V

PRAKTISCH GEDEELTE

Page 55: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

BLOK V - OUDERLINGEN

1. HET VINDEN VAN BIJBELGEDEELTEN VOOR DEHUISBEZOEKEN

Ds. W.H. Velema geeft in zijn boekje Zullen we lezen? Over hetgebruik van de Bijbel in het pastoraat, Zoetermeer 1997, aanouderlingen de tip mee om bij het persoonlijke bijbellezen hetbijbelgedeelte ook al wat te lezen met het oog op de mensendie ze moeten bezoeken. Als er iets is dat je zelf geraakt heeft,zou je je af kunnen vragen: voor wie zou dit nu toepasselijkzijn? Velema stelt voor om de teksten die je op die maniergevonden hebt op te schrijven, misschien zelfs al met de situa-tie erbij waarvoor je denkt dat ze te gebruiken zijn. Hij noemtzelf o.a. de situaties:

- stervensbegeleiding- eenzaamheid- schuld- geestelijke groei- moeilijke beslissingen- spanningen / conflicten

Vragen:1. Hoe gaat u om met uw persoonlijk bijbellezen met het

oog op het pastoraat?2. Lijkt het u een goed idee om teksten op deze manier op te

schrijven? 3. Zou u andere situaties aan het lijstje hierboven

toevoegen en heeft u zelf teksten die u in bepaaldesituaties vaak gebruikt?

2. GOED LUISTEREN

In het hoofdstuk over het huisbezoek is al iets gezegd over hoemoeilijk goed luisteren eigenlijk is. Ook het boekje Help, ikben ambtsdrager. Een praktische cursus voor het werk,Kampen 1994, schrijft over dit onderwerp: "Luisteren is veelmoeilijker dan je denkt. Voor je het weet gaat het mis. Een paarvoorbeelden:* We komen te snel met ons eigen verhaal. "O ja, ik weet

precies wat u bedoelt, ik heb ook zoiets eensmeegemaakt.". Zo neem je het verhaal van de ander a.h.w.over. De vraag is of je werkelijk weet wat die ander wildevertellen.

* We zijn te vol van onszelf. Soms heb e het zelf zo druk ofheb je net veel meegemaakt. Dan zit je hoofd vol met vanalles en kun je je niet goed concentreren op het verhaalvan de ander.

* We komen snel met een eigen oordeel. "Ja, maar dat hoeftu zo niet te voelen, u hebt toch ook nog veel om dankbaarvoor te zijn.." Eigenlijk verbied je dan iemand - hoe goed

Page 56: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

bedoeld ook - om zijn verdriet helemaal te uiten. Opdezelfde manier kun je ook te snel komen met eenBijbeltekst of een gebed. Zoiets helpt iemand dan nietverder, maar bedekt de pijn om er maar niet meer naar tehoeven luisteren.

* We zijn te oplossingsgericht. Soms kun je er niet tegen jeonmachtig te voelen en bedenk je snel allerlei oplossingen:'U kunt wel meedoen met een gesprekskring, dan voelt uzich niet zo eenzaam meer', 'zal ik de dominee vragenlangs te komen?', 'ik kom u wel iedere week bezoeken'.Allemaal goedbedoelde ideeën, maar die soms veel te snelkomen en lang niet altijd de oplossing zijn.

* We gaan discussiëren. Dan wordt het gesprek alleen maargevoerd op rationeel niveau. We zijn bezig elkaar teovertuigen en niet meer benieuwd naar wat de ander nuwerkelijk vindt en voelt. Voorzover er wordt geluisterdgebeurt dat alleen om weer nieuwe tegenargumenten tekunnen formuleren."

Vragen:1. Doe eens een luisteroefening met elkaar (twee aan twee).

De één vertelt de ander iets over wat hij het mooiste inzijn ambt vindt en wat hij het moeilijkste vindt. De ander luistert en mag alleen verhelderende vragen stellen. Naafloop vertelt degene die geluisterd heeft wat er bij hemals belangrijkste boodschap over is gekomen. Voelde deverteller zich beluisterd? Of ontbrak er iets aan hetluisteren?

2. Herkent u iets van de valkuilen voor het goede luisterendie hier boven staan? Voor welke valkuil bent u zelfgevoelig?

3. GEHEIMHOUDINGSPLICHT

"Belooft gij de nodige geheimhouding te betrachten t.a.v. wat bijde uitoefening van Uw ambt vertrouwelijk te Uwer kennis wordtgebracht? " Een ambtsdrager heeft bij zijn bevestiging eeneed afgelegd die hem verplicht uiterst zorgvuldig om te gaanmet wat hij als ambtsdrager te horen krijgt. Over deze eedschreef H.W. van den Brink een artikel in Ambtelijk Contact(1990, blz. 452). Hij zegt: voor veel nieuwe ambtsdragers is degeheimhoudingsplicht een onbekend verschijnsel. Hoe ga jedaarmee om? Voor wat de kerkenraadsvergaderingen betreftdienen duidelijke afspraken te worden gemaakt over wat naarde gemeente toe wordt bekendgemaakt. Veel zaken dievertrouwelijk ter kennis van ambtsdragers komen gaan echterniet overbeleidszaken, maar over dingen in de privé-sfeer vangemeenteleden. Het spreekt vanzelf dat zulke zaken door dekerkenraad zorgvuldig worden behandeld. Zoveel mogelijk zalgeprobeerd worden de privacy van de betrokkenen terespecteren. De ambtsdrager hoeft niet alles te zeggen wat hijweet, de kerkenraad mag niet doorvragen tot het naadje van

Page 57: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

de kous. Kernzaak is dat de ambtsdragers in alle oprechtheidhet goede voor het gemeentelid zoeken en dat zij naar buitenzwijgen. Van den Brink: "Eigenlijk weten we als ambtsdragersheel goed hoe het bij de behandeling van kerkenraadszakenzou moeten gaan. We weten eveneens dat het, alle goedebedoelingen en voornemens ten spijt, toch van tijd tot tijd weereens verkeerd uitpakt. Dit komt waarschijnlijk mede doordatiedere ambtsdrager de neiging heeft zijn eigen nuances aan tebrengen in de geheimhoudingsplicht". Hij pleit er voor datambtsdragers zich oefenen in de beroepshouding van mensendie vanuit hun dagelijks werk een beroepsgeheim kennen. Zijmoeten zich er ook aan wennen dat ze niet alles uit hun werkmet iedereen kunnen bespreken.

Vragen: 1. Komt u vaak met de geheimhoudingsplicht in aanraking

en vindt u het moeilijk hier mee om te gaan? 2. Tot hoever gaat naar uw mening de geheim-

houdingsplicht, geldt het b.v. ook t.o.v van uw vrouw?

Page 58: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

BLOK V - DIAKENEN

1. Diakenen hebben tot taak het bewijzen van barmhartigheidaan mensen in nood. Zij hebben eveneens tot taak degemeente tot die dienst op te wekken. Vraag: op welke wijzegeeft u gestalte aan beide taken?

2. Mensen zeggen wel eens: <een goede diaken is op weg naar hetouderlingenambt'. Hoe kan een kerkenraad veranderingbrengen in die gedachte?

3. GEHEIMHOUDINGSPLICHT

"Belooft gij de nodige geheimhouding te betrachten t.a.v. wat bijde uitoefening van Uw ambt vertrouwelijk te Uwer kennis wordtgebracht? " Een ambtsdrager heeft bij zijn bevestiging eeneed afgelegd die hem verplicht uiterst zorgvuldig om te gaanmet wat hij als ambtsdrager te horen krijgt. Over deze eedschreef H.W. van den Brink een artikel in Ambtelijk Contact(1990, blz. 452). Hij zegt: voor veel nieuwe ambtsdragers is degeheimhoudingsplicht een onbekend verschijnsel. Hoe ga jedaarmee om? Voor wat de kerkenraadsvergaderingen betreftdienen duidelijke afspraken te worden gemaakt over wat naarde gemeente toe wordt bekendgemaakt. Veel zaken dievertrouwelijk ter kennis van ambtsdragers komen gaan echterniet overbeleidszaken, maar over dingen in de privé-sfeer vangemeenteleden. Het spreekt vanzelf dat zulke zaken door dekerkenraad zorgvuldig worden behandeld. Zoveel mogelijk zalgeprobeerd worden de privacy van de betrokkenen terespecteren. De ambtsdrager hoeft niet alles te zeggen wat hijweet, de kerkenraad mag niet doorvragen tot het naadje vande kous. Kernzaak is dat de ambtsdragers in alle oprechtheidhet goede voor het gemeentelid zoeken en dat zij naar buitenzwijgen. Van den Brink: "Eigenlijk weten we als ambtsdragersheel goed hoe het bij de behandeling van kerkenraadszakenzou moeten gaan. We weten eveneens dat het, alle goedebedoelingen en voornemens ten spijt, toch van tijd tot tijd weereens verkeerd uitpakt. Dit komt waarschijnlijk mede doordatiedere ambtsdrager de neiging heeft zijn eigen nuances aan tebrengen in de geheimhoudingsplicht". Hij pleit er voor datambtsdragers zich oefenen in de beroepshouding van mensendie vanuit hun dagelijks werk een beroepsgeheim kennen. Zijmoeten zich er ook aan wennen dat ze niet alles uit hun werkmet iedereen kunnen bespreken.

Vragen: 1. Komt u vaak met de geheimhoudingsplicht in aanraking

en vindt u het moeilijk hier mee om te gaan? 2. Tot hoever gaat naar uw mening de

geheimhoudingsplicht, geldt het b.v. ook t.o.v van uwvrouw?

Page 59: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

WOORDENBOEK VOOR AMBTSDRAGERS

Ambt

"Het ambt is een opdracht met volmacht die op grond van doorde Geest geschonken bekwaamheid met medewerking van degemeente aan gelovigen verleend wordt, om de opbouw van degemeente van Christus te dienen, naar het voorbeeld van dedienst van Christus en genormeerd door de apostolischeoverlevering" (W.H. Velema).

Appèl

Het recht van hoger beroep, of recht van appèl, is het recht omtegen een besluit van een kerkelijke vergadering in beroep tegaan op een meerdere vergadering (zie hiervoor art.31 K.O.).

Approbatie

Approbatie betekent in kerkelijke taal eigenlijk 'goedkeuring',en wel goedkeuring door de gemeente. Het bekendst is hetgebruik bij de goedkeuring door de gemeente van door dekerkenraad benoemde ouderlingen en diakenen. Indien ergeen wettige bezwaren ingebracht worden bij de kerkenraad,heeft de approbatie plaats door stilzwijgende instemming.

Attestatie

Een attestatie is een getuigschrift van leer en levenswandel datde kerkenraad afgeeft als een gemeentelid verhuist naar eenandere gemeente. Op grond van dit getuigschrift van zijnkerkenraad wordt hij in een nieuwe gemeente als lidopgenomen.

Belijdenisgeschriften

De drie algemene belijdenisgeschriften zijn: 1. de Apostolischegeloofsbelijdenis, 2. de geloofsbelijdenis van Nicea, 3. degeloofsbelijdenis van Athanasius. Daarnaast kennen we drieNederlandse belijdenisgeschriften, ook wel genoemd 'de drieFormulieren van Enigheid': a. de Heidelbergse Catechismus,b. de Nederlandse Geloofsbelijdenis, c. de Dordtse Leerregels.Ze zijn te vinden achterin de meeste kerkboekjes, en in hetzgn. 'groene boekje' (De Nederlandse Belijdenisgeschriften,uitgegeven in opdracht van de NHK, de CGK en de GKN, Boe-kencentrum 's-Gravenhage, 1983).

Page 60: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

Censura morum

In de betekenis van art. 81 K.O. is censura morum het elkaarin liefde vermanen van de ambtsdragers met betrekking tothun ambtsbediening. In de praktijk is censura morumgeworden tot het onderzoek op de kerkenraad waarbijgevraagd wordt of er bij de broeders bezwaren leven die eenverhindering kunnen zijn om samen het Avondmaal te vieren.

Censuur (of: kerkelijke tucht)

De kerkelijke tucht bestaat uit twee fasen:1. de stille censuur (kan voor onbepaalde tijd, is niet

openbaar en ontneemt het lid niet het lidmaatschap vande kerk, maar het gebruik van sommige rechten: bv. af-houding van het avondmaal)

2. de uitsluiting uit de gemeente of de ban (is vanaf hetbegin openbaar en gebeurt in drie trappen, die bijverharding in de zonde op elkaar volgen:1. het bekendmaken aan de gemeente van de 1e trap

van kerkelijke afsnijding waarbij de zonde wel,maar de naam van het gemeentelid niet wordtgenoemd

2. het bekendmaken aan de gemeente van de 2e trapvan kerkelijke afsnijding, waarbij ook de naam vanhet gemeentelid wordt genoemd

3. het bekendmaken aan de gemeente dat men hemals hij zich niet bekeert van de gemeenschap derkerk zal uitsluiten. Deze derde mededeling is deafsnijding zelf nog niet. De gemeente moet nogmaalsopgewekt worden voor de betrokkene te bidden. Welmoet meegedeeld worden wanneer bij volharding deafsnijding zal plaatsvinden.)

De precieze gang van zaken bij de kerkelijke tucht is te vindenin art.71-78 K.O.

Classis

De classis is de samenkomst van een aantal gemeenten uitdezelfde omgeving. De classis vergadert 2x per jaar, tenzij hetvaker nodig is. Naar een classisvergadering vaardigt iedereplaatselijke kerk 1 predikant, 1 ouderling en (op proef) 1diaken af.

Consulent

Oorspronkelijk was de consulent een predikant die door declassis aan een vacante gemeente was toegewezen om dezegemeente bij te staan in het beroepingswerk. In de praktijkhebben niet alleen vacante gemeenten, maar alle gemeenten

Page 61: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

een consulent gekregen en wordt zijn taak nogal eens watbreder opgevat dan de oorspronkelijke bedoeling was.

Diakenen

Taken van de diakenen volgens het bevestigingsfomulier:- zorgdragen voor de gemeente - dienst der barmhartigheid - liefde van Christus zichtbaar maken- besteden van de ingezamelde gaven- opwekken van de gemeente om barmhartigheid te

bewijzen

Diakonaal huisbezoek

Diakonaal huisbezoek is een huisbezoek vanuit diakonaaloogpunt. Vroeger was dat vaak het halen van geld bij rijkeremensen en het uitdelen van dat geld bij arme mensen. Wat inonze tijd vaak belangrijker is dan geld, zijn andere gaven alstijd en aandacht. Op het diakonale huisbezoek kunnen dediakenen bij gemeenteleden inzamelen wat zij aan 'gaven'hebben. Waar gaven in de gemeente nodig zijn, kunnen zij dandie gaven uitdelen. Op deze wijze geeft een diaken leiding aande gemeente en wordt de gemeente gebouwd.

Formulieren van Enigheid

Dit is een benaming voor drie Nederlandsebelijdenisgeschriften die vlak na de Reformatie door deNederlandse Gereformeerde Kerken opgesteld zijn en waarinmen eenheid in het ware geloof vond. Het zijn: de NederlandseGeloofsbelijdenis (1561), de Heidelbergse Catechismus (1563)en de Dordtse Leerregels (1619).

Generale synode (GS)

De generale synode is de meest brede vergadering van dekerk. Ze wordt generaal of algemeen genoemd omdat de gehelekerk er vertegenwoordigd is. De generale synode vergadert inde regel 1x per 3 jaar. Naar deze vergadering vaardigt elkeparticuliere synode 6 predikanten, 6 ouderlingen en 1 diakenaf.

Jeugdouderling

De jeugdouderling is ouderling in gelijke rechten en plichtenals de anderen, maar met een speciale opdracht. Hij is deschakel tussen de kerkenraad en de jeugd en het jeugdwerk.Hij heeft:a. een pastorale taak (hem is het pastoraat aan de wat

oudere jeugd toevertrouwd)

Page 62: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

b. een taak binnen de kerkenraad (hij licht de kerkenraadin over het jeugdwerk en betrekt de jeugd in het beleidvan de kerkenraad)

c. een stimulerende taak (hij houdt contact met hetjeugdwerk en activeert jongeren tot deelname)

d. een taak naar de gemeente toe (bv. in het contact houdenmet ouders)

Kerkenraad

Art.37 K.O. zegt over de kerkenraad: "In alle kerken moet eenkerkenraad zijn, bestaande uit de dienaren des Woords, deouderlingen en de diakenen, welke regelmatig zal samenkomenen waarin de dienaren des Woords - indien er meer zijn danéén, de dienaren om beurten - heeft te presideren."

Kerkenraadsvergadering

Vaak wordt onderscheid gemaakt in kerkenraadsvergadering-en in smal en breed verband. Onder vergaderingen in smalverband wordt bedoeld: vergaderingen zonder diakenen. Opdeze vergaderingen worden de huisbezoeken gerapporteerd enkomen pastorale zaken aan de orde. Kerkenraadsvergadering-en in breed verband zijn vergaderingen met ouderlingen endiakenen. Deze vergaderingen zijn ingesteld om allerlei zakendie het kerkelijk leven raken te bespreken.

Kerkorde

De kerkorde geeft de regels die, op grond van het Woord vanGod, voor de goede orde in de kerk nodig zijn. Het vaststellenvan deze kerkelijke orde berust bij de plaatselijke kerken diein synode samenkomen. Een kerkorde is dan ook geen onver-anderlijke regel. Dezelfde kerken die haar hebben vastgesteld,kunnen haar ook wijzigen. Zolang dit echter niet is gebeurd,heeft de kerkorde kracht en geldigheid voor de kerken diehaar opgesteld hebben.

Kerkvisitatie

Eenmaal per jaar vindt er op de kerkenraad kerkvisitatieplaats door afgevaardigden van de classis. De bedoelinghiervan is volgens art. 44 K.O.: "toe te zien of de predikanten,ouderlingen en diakenen hun ambt getrouw waarnemen, bij dezuiverheid der leer volharden, de aangenomen kerkorde in elkopzicht handhaven en de opbouw van de gemeente, alsmedevan de jeugd, naar behoren, zoveel hun mogelijk is, metwoorden en werken bevorderen, opdat zij hen die nalatig zijn inhet één of ander, bijtijds broederlijk vermanen en met raad endaad alles doen verstrekken tot vrede, opbouw en welzijn vande kerken".

Page 63: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

Lastbrieven

Lastbrieven (ook wel genoemd: geloofsbrieven) zijn de brievendie afgevaardigden meekrijgen naar een meerdere vergadering.In de brieven staat dat de afgevaardigden gemachtigd zijn dekerkenraad die hen gezonden heeft te vertegenwoordigen. Hetis een verklaring van de kerkenraad dat deze personen 'last'(opdracht) en 'macht' (bevoegdheid) is gegeven om alle daar tertafel komende onderwerpen te behandelen.

Moderamen

Het moderamen van een vergadering vormt de leiding van dievergadering. Het bestaat in ieder geval uit een voorzitter omleiding te geven en een scriba om te notuleren. Meestal wordtdit nog aangevuld met een assessor (tweede voorzitter) die devoorzitter moet bijstaan. Volgens art.35 K.O. moet zo'n mode-ramen er in alle kerkelijke samenkomsten zijn, d.w.z. in ker-kenraden, classes en synoden.

Ondertekeningsformulier (of: verbindingsformulier)

Het ondertekenen van het verbindingsformulier betekent datde ambtsdragers zich binden aan de leer van de kerk, zoalsdie in de belijdenisgeschriften is vervat.

Ouderlingen

Taken van de ouderlingen volgens het bevestigingsformulier:- gemeenteleden trouw bezoeken en geestelijke leiding

geven- opwekken tot de dienst des Heren- wijzen op de roeping om te getuigen- vermanen en christelijke tucht oefenen- waken tegen dwaalleer- toezien op elkaar en de dienaren des Woords- er op acht geven dat alles in de gemeente betamelijk en

in goede orde geschiedt

Ouderling van dienst

De ouderling van dienst is degene die de praktischeeindverantwoordelijkheid draagt in de eredienst. Zijn taakblijkt vooral uit:- het doen van het kerkenraadsgebed voor de dienst- het geven van de handdruk voor en na de dienst- het zorgen voor een reserve-preek in geval van nood- het beslissen over al of niet voortzetten van de dienst in

bijzondere situaties

Page 64: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

Periodiek aftreden

Art. 27 K.O.: "De ouderlingen en diakenen dienen naarplaatselijke regeling twee of meer jaren, terwijl elk jaar eenevenredig deel aftreedt. De aftredenden worden door anderevervangen, tenzij de toestand en het belang van een kerk eenherkiezing raadzaam maken." De Nederlandse GereformeerdeKerken hebben vanaf het begin als regel aangenomen datouderlingen en diakenen niet levenslang, maar voor eenbepaalde periode in het ambt dienen. Ze gingen daarmee inhet voetspoor van Calvijn. Calvijn had drie redenen vooraftreden na een bepaalde tijd: 1. zo wordt de kans opheerschappij door de ambtsdragers in de gemeente kleiner; 2.zo heeft de gemeente meer invloed op de regering van de kerk;3. zo komen de verschillende gaven die in de gemeente zijnmeer tot ontplooiing.

Preses

Art. 34 K.O.: "De taak van de preses is om aan de orde testellen en toe te lichten hetgeen behandeld moet worden, toe tezien dat een ieder op zijn beurt spreke, hen die te scherp enstrijdlustig zijn in het spreken het zwijgen op te leggen en,indien zij daaraan geen gehoor geven, op hen censuur toe tepassen. Zijn taak eindigt wanneer de vergadering uiteengaat.".Dat de predikant praeses is van de kerkenraad, isovereenkomstig art. 37 van de K.O.

Preeklezen

De opdracht van een preeklezer is het begeleiden van eeneredienst onder verantwoordelijkheid van de kerkenraad. Hijheeft de taak een uitgezochte preek voor te lezen en zorg tedragen voor een goede liturgie.

Predikant

Taken van een predikant volgens het bevestigingsformulier:- het Woord van God verkondigen in alle getrouwheid- de sacramenten bedienen- het aanroepen van Gods naam met schuldbelijdenis,

lofprijzing en voorbede- onderwijzen van de jeugd- het 'in goede orde en tucht' houden van de gemeente

Particuliere synode (PS)

De particuliere synode is een samenkomst van een aantalclasses en vergadert 1x per jaar. Elke classis stuurt naar dezevergadering 3 predikanten, 3 ouderlingen en 1 diaken.

Page 65: HELP IK BEN EEN AMBTSDRAGER › 2010 › 06 › ...HELP, IK BEN EEN AMBTSDRAGER over het kerkenraadswerk in de praktijk Christelijke Gereformeerde Kerk Haarlem. BLOK I DE PLAATS VAN

Scriba

Een scriba moet er zorg voor dragen dat er een getrouweschriftelijke vastlegging is van alle besluiten en belangrijkehandelingen van een kerkelijke vergadering. Dr. T. Brienenomschrijft 5 taken van de scriba in Uit liefde tot Christus enzijn gemeente:- hij is notulist van de kerkenraadsvergaderingen- hij is het postadres van de gemeente- hij is samensteller van de kerkenraadsagenda- hij treft regelingen voor de eredienst, zoals kanselafkon-

digingen- hij houdt het ledenbestand bij

Verkiezing ouderlingen / diakenen

Art. 22 K.O.: "De ouderlingen worden uit een voordracht van dekerkenraad met medewerking van de gemeente verkozen,doordat een aantal, dubbel zo groot als het te verkiezen aantal,aan de gemeente wordt voorgesteld, waarvan de gemeenteverkiest zoveel er nodig zijn, waarna de gekozenen, als zij doorde gemeente zijn goedgekeurd, onder aanroeping van de Naamdes Heren volgens het daarvoor bestemde formulier wordenbevestigd."; art. 24 K.O.: "Op dezelfde wijze als omschreven inart. 22 heeft ook de verkiezing, approbatie en bevestiging vandiakenen plaats". Praktisch is de gang van zaken in onze kerken de volgende:1. de kerkenraad vraagt de gemeente om namen2. uit de binnengekomen namen en bespreking op de

kerkenraad komt een groslijst3. uit deze groslijst kiest de kerkenraad een aantal namen,

dubbel zo groot als het aantal vacatures4. de gemeente kiest uit dit dubbele getal het benodigde

aantal5. degenen die door de gemeente gekozen zijn, zijn door de

kerkenraad benoemd en hun namen worden twee maalaan de gemeente bekend gemaakt

6. als er geen wettige bezwaren tegen hen wordeningebracht, worden zij in het ambt bevestigd.