HBvL - 09 - Welzijn

9

description

Zorg en gezondheid - Jongerenwelzijn - Opvoedingsondersteuning - Kind en Gezin

Transcript of HBvL - 09 - Welzijn

Page 1: HBvL - 09 - Welzijn
hverstraelen
Typewritten Text
Welzijn
Page 2: HBvL - 09 - Welzijn

LIMBURGHET BELANG VAN LIMBURG - d

18

Laat naarje borsten kijkenDat is de naam van de rondreizende expo over borstkankerpreventie die het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid heeft samen-gesteld. Foto’s, getuigenis-sen en video’s vertellen hoe je eventuele borstkanker vroegtijdig kan opsporen.

Borstkanker is een niet te verwaarlozen gezondheids-probleem. Bij vrouwen van 35 tot 69 jaar is het de voornaamste doodsoorzaak. Borstkankeropsporing is dan ook een van de doelstellingen of prioriteiten van een pre-ventief gezondheidsbeleid. De expo wil naast infor-meren zeker ook vrouwen aansporen mee te doen aan het Vlaams bevolkingson-derzoek naar borstkanker. Elke vrouw van 50 tot en met 69 jaar kan om de twee jaar een gratis screeningsmam-mografie - een röntgenfoto dus van de borsten - laten ne-men in een mammografische eenheid in haar buurt. “Dat gebeurt nog veel te weinig”, zegt men bij de Centra voor Borstkankeropsporing. “Het gemiddelde in Vlaanderen is 47 procent, dus bijna 1 op 2 vrouwen. Limburg staat wel ver op kop met 70 procent. Maar ons streefdoel is toch minstens 75 procent van de vrouwen tussen 50 en 69 naar het onderzoek te krijgen. Als borstkanker vroeger wordt opgespoord, kan de kanker sneller behandeld worden.”

De tentoostelling komt in februari 2010 naar De Kimpel in Bilzen en naar het Troempeelke in Opglabbeek.Meer info: www.zorg-en-gezond-heid.be/borstkankerop-sporing

i

Het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid is een dienst binnen de Vlaamse overheid. Zo’n 240 medewerkers houden zich bezig met allerhande zaken rond de zorg en gezondheid van de Vlaamse bevol-king. Het ondersteunt en reglementeert uiteenlopende zorginitiatie-

ven: van palliatieve zorgen, goed drink- en zwembadwater tot gezond fruit voor de kleintjes.

Vandaag zetten we een aantal van hun domeinen in de kijker.

BINNENSTE BuITEN

MorgEN: joNgErENwElzIjN

Elke week fruit voor kinderen

De jongste kleuters van De Boomgaard tasten gretig toe.

Kris Patteet van het Vlaams Agentschap Zorg enGezondheid en Emiel Soetens, directeur van rusthuis Sint Franciscus in Tongeren.

Foto Tony VAN GALEN

Limburg maakt inhaalbeweging in zorg voor ouderen Tongeren

Limburg zal dit jaar nog de kaap van 6.000 erkende rusthuiswoongelegenheden overschrijden. Daarmee is onze provincie aan een inhaalbeweging bezig in Vlaanderen, waar op dit moment 65.000 rusthuis-woongelegenheden erkend zijn. Ook het aantal serviceflats zal in Limburg de komende jaren verdub-belen.

Dat zegt Kris Patteet, sectorverantwoordelijke van het team Ouderenzorg van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. “Limburg is achtergesteld in vergelij-king met de andere provincies”, zegt Patteet tijdens ons gesprek dat niet toevallig in rusthuis Sint Franciscus in Tongeren plaats vindt. Deze jonge en moderne campus is immers aan uitbreiding toe. Het is de taak van Patteet en zijn collega’s om de zorgvoorzieningen zoals de rusthuizen aan te sturen. “Er is een duidelijke evolutie merkbaar in onze samenleving”, zegt Patteet. “Niet alleen neemt de gemiddelde leeftijd toe, maar ook de

wijze waarop we ouderen opvangen. Vroeger werden zowel valide als zorgbehoevende ouderen opgenomen in rusthuizen. Nu zijn dat vooral zorgbehoevende mensen en blijven degenen die kunnen zo lang mogelijk in hun eigen huis of bij familie.”

ServiceflatsToch is er een toenemende nood aan rusthuiswoongelegenheden en serviceflats voor ouderen. “In Vlaanderen hebben we met bijna 14.000 serviceflats 41 procent van onze maximum capaciteit bereikt. Die zijn verdeeld over bijna 430 gebouwen. Daar komen de komende jaren nog eens bijna 270 gebouwen met ruim 11.000 serviceflats bij. Dan zitten we aan driekwart van onze capaciteit in Vlaanderen. In Limburg zijn er 45 erkende gebouwen met ruim 1.300 serviceflats.” Patteet verwacht dat dat aantal de komende jaren zal verdubbelen. Het aantal erkende rusthuiswoongelegenheden in onze provincie zal dit jaar de kaap van 6.000 overschrijden. “Dat cijfer zal ook de komende jaren toenemen. Daarmee is Limburg duidelijk aan een inhaalbeweging

De 47 kleuters en 110 leerlingen van De Boomgaard zijn blij met het fruit. “Het past in de gezonde levensvisie van onze school”, verduidelijkt directrice Hilde Cordie. “Elke donderdag krijgen alle kinderen een stuk fruit via Tutti Frutti. Via de actie Kom op Tegen Kanker krijgen ze ook nog een appel op een andere weekdag. Kinderen die verjaren, trakteren ook altijd op fruit of een droge koek, maar nooit op snoep. Zelfs tijdens personeelsver-gaderingen komt er geen zoetigheid op tafel. Als leerkrachten hebben we een voorbeeldfunctie.” Vlaamse scholen die voor 30 weken een overeenkomst met een handelaar afsluiten, kunnen dankzij Europese en Vlaamse subsidies genieten van een korting van 4 euro voor elke deelnemende leerling. “We hebben een afspraak met de goedkoopste leverancier in de buurt. Normaal bedroeg de kostprijs 8 euro, maar hij gaf ons een korting van 2 euro. Als je dan de subsidie aftrekt, is het nog

slechts 2 euro per kind voor een heel schooljaar”, berekent Cordie. “Voor dat bedrag krijgt een leerling hier 32 stukken fruit. We kunnen putten uit een gevarieerd en seizoensgebonden aanbod, van appels over druiven to t zelfs ananas.”

KiwiIn de klas haalt juf Annemie Caymax de mand met appels boven waarin de jongste kleuters enthousiast toetasten. Een amusante toelichting maakt het ook nog eens licht verteerbaar. “Door de jaren heen merken we dat de koek in de brooddoos meer en meer plaats maakt voor een stuk fruit. Natuurlijk vinden ze niet alles even lekker. Bij-voorbeeld een kiwi, vooral omdat ze het zo onhandig vinden om te eten.” Directrice Hilde Cordie wijst ook even naar de speelplaats. “Kijk, hoe schoon. Geen enkel snoeppapiertje dat rond waait. Nog een ander voordeel van veel fruit op school.”

Geert VAN BAELEN

Vandaag: Vlaams Agentschap zorg en

Cijfer van de dag

25Dat is het bedrag in euro dat alle Vlamingen ouder dan 25 jaar jaarlijks moeten betalen als ledenbijdrage aan de Vlaamse zorgverzekering. Die bijdrage, aangevuld met geld van de overheid, gebruikt de Vlaamse zorgverzekering om de niet-medische kosten van zorgbehoevende mensen gedeeltelijk te vergoeden. Zo draagt het bij aan rusthuizen maar ook thuiszorg. De Vlaamse zorgverzekering inde in 2008 voor zo’n 100 miljoen euro aan ledenbij-dragen en betaalde zo’n 245 miljoen euro aan zorgbehoe-venden.

Meeuwen-Gruitrode

Eenmaal ze de smaak te pakken hebben, blijken kinderen fruit wel de-gelijk lekker te vinden. Dat is voor een deel te danken aan Tutti Frutti, een actie die fruit op school brengt. Hiermee promoot het Vlaams instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie samen met het Lokaal Gezondheidsoverleg fruit in bijna 1.600 Vlaamse scholen. Maar liefst 250.000 schoolkinderen eten dankzij dit initiatief alvast minstens één stuk fruit per week. “Ik vrees dat heel wat kinderen het anders zonder zouden stellen”, zegt Hilde Cordie, directrice van basisschool De Boomgaard uit Meeuwen-Gruitrode. Het is één van de 200 Limburgse scholen - samen goed voor 34.000 kinderen - die deelnemen aan dit initiatief.

Met onder meer een reportage in de open instelling Pieter Simenon in Lommel

Page 3: HBvL - 09 - Welzijn

39LIMBURGHET BELANG VAN LIMBURG - dINsdAG 24 NoVEMBER 2009

ven: van palliatieve zorgen, goed drink- en zwembadwater tot gezond

Vandaag zetten we een aantal van hun domeinen in de kijker.

ITEN wElzIjN Sint-TruidenElke woensdag komt Roger Everaerts (68) naar de familie Vanhove-Strauven in Sint-Truiden, waar hij meedraait op hun boerde-rij, tussen hun vier kinderen, een stel honden én 100 koeien. “Toen Landelijke Thuiszorg me voor die dagopvang van senioren polste, heb ik niet getwijfeld. Roger maakt nu deel uit van ons gezin”, lachen Lydia Strauven en echtgenoot Eddy Vanhove.

Landelijke Thuiszorg is voor het Vlaams Agentschap Zorg en Ge-zondheid één van de pioniers voor deze nieuwe vorm van vrijwillige opvang bij gastmensen thuis. In Limburg, Antwerpen en Vlaams-Brabant gebeurt dat nu voor 24 senioren. De gasten hebben geen nood aan intense zorg, wel aan wat begeleiding bij de bezigheden. Roger heeft eerst als leerkracht gewerkt en daarna als opvoeder. De drank bracht hem in moeilijk-heden.“Als Roger ‘s morgens toekomt, staat de koffie al klaar”, vertelt Lydia. “Nadien ga ik buiten, wat borstelen of bij de koeien kijken,” haakt Roger in. “Dieren liggen me nauw aan het hart. Ik stam uit een familie van veekoopmannen.” ’s Middags schuift Roger mee aan tafel bij Lydia en Eddy en hun vier pleegkinderen en andere zorggas-

Elke week fruit voor kinderen

Foto Dick DEMEY

Team houdt volksgezondheid in het oog

“Ik kan hier een kijkje bij de dieren nemen of wat helpen schoonma-ken”, vertelt Roger Everaerts. Foto KH

ten. Na het middageten doet Roger het rustig aan. Na het avondmaal en nog wat nakaarten, is het voor Roger tijd om terug te keren naar den Akker.“Een gast in huis nemen, dat kost tijd en geld”, geeft Lydia toe. “We hebben hier een vleugel aan het huis moeten bijbouwen. Maar we zou-den niemand meer kunnen missen. Met de komst van Roger zitten hier nu alle generaties onder een dak. Zo leren de kinderen met iedereen omgaan.” Lydia werkte 20 jaar in Ziekeren. “Met de komst van onze pleegkinderen in 2002 heb ik die job vaarwel gezegd, maar hier krijg ik zoveel terug.” “We zien Roger hier openbloeien.

Hij is nu vrolijker, levenslustiger”, beaamt stafmedewerker Sonia Benaets van Landelijke Thuiszorg. “Zoeken naar gastopvang gebeurt altijd op maat: proberen de juiste parallel tussen gast en gastgezin te vinden. Roger zijn voorkeur voor een boerderij was duidelijk. Dit is een proefproject, dat we aan het uit-bouwen zijn.” “Vanaf volgend jaar kunnen 6 diensten van gastopvang voor senioren erkend worden”, zegt communicatieverantwoordelijke Joris Moonens van het Agentschap Zorg en Gezondheid. “Het is een ideale formule om mantelzorgers een dag te ontlasten en ook voor men-sen met weinig contact met familie, buren of kennissen.” LW

HasseltDe volksgezondheid in Limburg wordt grondig in het oog ge-houden. Dat is de conclusie na een gesprek met Bart Bautmans, die verantwoordelijk is voor het Limburgse team ‘milieugezond-heidszorg’. Gezondheidsenquêtes, onderzoek naar luchtkwaliteit, of naar de waterkwaliteit in een zwembad, of naar cadmium in de ondergrond, en het voorkomen van legionella. Het passeert er allemaal.

Hun adviezen komen terecht bij provinciale en gemeentelijke be-leidsvoerders en ambtenaren, die ze in tips en soms zelfs verplichtingen voor hun bewoners omzetten.“De link tussen milieu en gezond-heid is zo alledaags aanwezig op het terrein dat we de handen meer dan vol hebben. Wij koppelen het medische of gezondheidsluik aan het milieu”, legt Bautmans uit. “Dat doen we vanuit een aantal speerpunten. Zo is er de ‘project-matige benadering’. Denk maar aan Genk-Zuid. Wij schatten daar in wat de gevolgen kunnen zijn van de bedrijven en het drukke verkeer daar op de gezondheid van de bevolking. Verder doen we de opvolging van ‘milieumonitoring’: we zoeken uit of mensen bijvoor-beeld de groenten uit hun eigen tuin kunnen eten. Soms maken we daar een folder over en zoals bij de cadmiumvervuiling in de Noor-derkempen gaan we zelfs metingen doen bij de mensen zelf. Zo trekken we conclusies over wat dit nu voor de volksgezondheid betekent, maar altijd in overleg met anderen. Als er meer wetenschappelijke slagkracht nodig is, werken we samen met het steunpunt ‘milieu en gezondheid’.

Onze eigen dienst van 3 mensen is te beperkt om dat zelf te kunnen doen. We nemen, met onze partners, ook een ‘gezondheidsenquete’ af, in Genk-Zuid en nu begeleiden we zo’n initiatief in West- en Noord-Lim-burg en in het Maasland. Dankzij die informatie weten we waaraan we extra aandacht moeten besteden. Een laatste opdracht is het geven van adviezen over de gezondheidsaspec-ten bij milieuvergunningen. Bedrij-ven krijgen echt nooit ‘zomaar’ een milieuvergunning, dat wordt echt wel onderzocht.

Legionella“Ook problemen met de kwaliteit van het drinkwater (leiding en put) volgen we op. Op vraag van artsen trekken we soms ook naar huizen op zoek naar schimmels, vervuiling met chemische stoffen of meten we legionella.“Die legionellacontroles voeren we, net als de andere taken, uit volgens het ‘auditprincipe’”, legt inspecteur Patricia Schapmans uit. “We willen absoluut samenwerken. Daarom

kondigen we ons bezoek 14 dagen vooraf aan. Onze focus ligt nu op hoge risicogroepen zoals rust- en zie-kenhuizen. Uiteindelijk controleren we daar vooral de administratie en de opvolging daarvan. Is er een legionel-labeheersplan? Wordt het gevolgd? Doet de instelling de gevraagde controles? Legionella zie je immers niet. Wat wij vragen is éénvoudig: een risicoanalyse op elk watertappunt en dat wekelijks. Het antwoord ligt niet zomaar voor de hand. Te lage tem-peraturen en kranen die ongeregeld gebruikt worden, vormen een begin-nend risico. We voorzien maatregelen die dat risico moeten verminderen. Eén keer per jaar verwachten we staalnames door een erkend lab. Het blijft onze bedoeling de wetgeving uit te leggen en mee oplossingen te zoeken. Maar als de verantwoordelij-ken hardleers blijven, durven we ook een pv opstellen. En we verliezen ook sporthallen, zwembaden, koeltorens en douches op exposities niet uit het oog. Met gezondheid speel je immers niet.”

DJ

Inspecteur Patricia Schapmans controleert de watertemperatuur.Foto KH

Limburg maakt inhaalbeweging in zorg voor ouderen wijze waarop we ouderen opvangen. Vroeger werden zowel valide als zorgbehoevende ouderen opgenomen in rusthuizen. Nu zijn dat vooral zorgbehoevende men-sen en blijven degenen die kunnen zo lang mogelijk in

Toch is er een toenemende nood aan rusthuiswoongele-genheden en serviceflats voor ouderen. “In Vlaanderen hebben we met bijna 14.000 serviceflats 41 procent van onze maximum capaciteit bereikt. Die zijn verdeeld over bijna 430 gebouwen. Daar komen de komende jaren nog eens bijna 270 gebouwen met ruim 11.000 serviceflats bij. Dan zitten we aan driekwart van onze capaciteit in Vlaanderen. In Limburg zijn er 45 erkende gebouwen met ruim 1.300 serviceflats.” Patteet ver-wacht dat dat aantal de komende jaren zal verdubbelen. Het aantal erkende rusthuiswoongelegenheden in onze provincie zal dit jaar de kaap van 6.000 overschrij-den. “Dat cijfer zal ook de komende jaren toenemen. Daarmee is Limburg duidelijk aan een inhaalbeweging

bezig. Voor een deel is dat te danken aan het Limburg-plan.” Patteet wijst er op dat de termen ‘rusthuis’ en ‘serviceflats’ verdwijnen. Het worden respectievelijk ‘woonzorgcentra’ en ‘assistentiewoningen’. Ook de normen zijn aangepast aan de maatschappelijke evolutie. “We willen de kwaliteit voor de bewoners doen toenemen. Op 1 januari 2010 treedt het nieuwe woonzorgdecreet in werking en dat geeft een nieuwe impuls aan thuis- en ouderenzorg.”Het rusthuis Sint Franciscus in Tongeren is een woon- en zorgcentrum dat drie jaar geleden de deuren opende als één van de modernste van de provincie. “We heb-ben nu een aanvraag ingediend voor de bouw van drie bijkomende woningen met elk plaats voor zeven ouderen”, zegt campusdirecteur Emiel Soetens. “De zorg die we daar aanbieden is specifiek gericht naar demente ouderen. We zijn dan ook blij dat we bij de ontwikkeling van dit soort nieuwe projecten worden aangestuurd en begeleid door de mensen van het team Ouderenzorg.”

CN

Dagopvang senioren dankzij nieuw project

org en Gezondheid

Met onder meer een reportage in de open instelling Pieter Simenon in Lommel

Page 4: HBvL - 09 - Welzijn

LIMBURGHET BELANG VAN LIMBURG - wo

20

Vandaag: agentschap Jongerenwelzijn“�Niet alleen

ontspoordejongeren”

BRUSSEL - “Vaak denken de mensen dat wij alleen bezig zijn met criminele jongeren”, zegt Linda Van Weyenberg. communicatieverantwoordelijke van agentschap Jongerenwelzijn. “Dat is uiteindelijk 12 procent. Al onze andere cliënten zitten onder meer in pleegzorg of begeleidingstehuizen. Jongeren die zwaar ontspoord zijn, het is maar een deeltje.”

Jongerenwelzijn heeft in zijn beheers-overeenkomst met de Vlaamse minis-ter van Welzijn, Volksgezondheid enGezin (nu minister Jo Vandeurzen)onder meer het organiseren en co-ordineren van het verwijzersbeleid(de consulenten); het erkennen,subsidiëren en aansturen van hetprivate hulpaanbod (de voorzienin-gen); voeren van een preventiebeleiden het organiseren en beheren vangemeenschapsinstellingen.

Al blijven problematische leefsituatiesvoor sommige kinderen en jongereneen realiteit. “Voor hen zoeken we dejuiste hulp en organiseren of onder-steunen we die hulp. Dat doen we met1.239 personeelsleden. Van hen zijner 570 consulenten, van wie zeventigin Limburg, die rechtstreeks met dejongere in contact komen.”

“Er is vrijwillige en gedwongen hulp-verlening”, legt Van Weyenberg uit.“Jongeren en ouders kunnen vrijwil-lig hulp vragen aan een comité voorbijzondere jeugdzorg. Zo is er een inelk bestuurlijk arrondissement. Eenconsulent zoekt dan samen naareen oplossing. Wie het daarmee nieteens is, kan naar een bemiddelings-commissie stappen. En dan is er dejeugdrechtbank voor jongeren dieeen misdrijf gepleegd hebben of eenproblematisch leven leiden. Een con-sulent van de gerechtelijke jeugdbij-stand onderzoekt de situatie. Op basisdaarvan beslist de jeugdrechter. Diekan begeleiding opleggen, een jongeretoewijzen, of plaatsen in een voorzie-ning of gemeenschapsinstelling. Ookhet comité kan een jongere een projectof hulpverleningstraject voorstellenof plaatsen in een voorziening.”

Jo-lijn is de luisterlijn van Jon-gerenwelzijn. Gratis nummer 0800/ 900 33. Of mail naar [email protected]

i

BInnEnSTE BuITEn

MorgEn: opVoEdIngSond

3.305In 2008 kwamen 23.350 jongerenin Vlaanderen in aanraking met debijzondere jeugdbijstand. Dat zijnjongeren die in de jeugdhulpverle-ning terechtkwamen via een comitévoor bijzondere jeugdzorg of via dejeugdrechter. In Limburg ging hetover 3.305 minderjarigen. Iets meerdan de helft daarvan zijn jongens.De grootste groep is tussen 15 en 19jaar oud. Ongeveer 30 procent van deminderjarigen is jonger dan 10.

CiJfer VAn De DAG

Het agentschap Jongerenwelzijn is een dienst binnen de Vlaamse overheid. Zo’n 1.340 medewerkers houden de vinger aan de pols bij jongeren, een kwetsbare groep in onze samenleving. Zo deden in 2008 ruim 23.000 jongeren

“In de weekends ga ik naar huis,vaak gaat dat goed, soms ook niet”

Cedric Devaux (l.) en Kris Cuppens, begeleiders in het Pieter Simenon-tehuis. Foto Tony VAN GALEN

“Zestig procent functioneert nadienLOMMEL - in de open instelling voor jongens Pieter Simenon is Cedric Devaux een van de acht leergroep-begeleiders. “We blijven ook ‘s nachts. We hebben hier drie blokkenvoor onze gasten. Die komen overeen met de drie fasesvan het traject dat ze hier afleggen. In blok 1 krijgenze veel ondersteuning en hebben ze minder vrijheid.Hebben ze bijvoorbeeld geen tv op de kamer. Daarleren we hen koken en helpen bij de boodschappen. Inblok 2 zijn ze al wat vrijer. Koken ze in principe alleen,al kijken we nog toe of ze wel volwaardig eten. En zehebben tv op de kamer. Tot middernacht kunnen zekijken. In blok 3 koken ze alleen. Is het tv-gebruik ookvrij. Zo leren ze dat ze best op tijd moeten gaan slapen.Het is al de overgang naar zelfstandig leren wonen.”Naast Cedric zit Kris Cuppens, een van de zeven con-textbegeleiders bij Pieter Simenon. Dat zijn begeleidersdie vier à vijf jongeren intensief opvolgen. “Van schoolover ouders tot eventueel (project)werk. Zodat we een

volledig beeldken. Heel vaakinstellingen achterantwoorden.waardoor weze jammer genoeg

“Nu verblijvenbedden hebben”,teur van de vzwinzoomen opjongere. En danVier hier in eenfamilie en achtzitten even inmoeten herbronnen,boerderij ofziekenhuis en

Dat vertelt de 17-jarige Glennuit Antwerpen, geplaatst in be-geleidingstehuis Pieter Simenonin Lommel Werkplaatsen. Glennheet in het echt anders. Zoals alleminderjarigen die hulp krijgen viaJongerenwelzijn mag zijn identiteitwettelijk niet openbaar gemaaktworden. “Ik hoorde niet thuis inMol. Maar er was nergens plaats.En nadien moest ik nog eens terugomdat ik een opvoedster geviseerdzou hebben. Als dat al waar zou zijn,dan hoorde ik daar nog niet. Tochniet bij al die criminelen. Hier is hetoké. Ik word begeleid. En ik ga naarschool. Tot ik m’n diploma heb vankeukenmedewerker. Ik heb ook weercontact met mijn moeder. Niet metmijn vader, die wil ik niet meer zien.M’n moeder heb ik vergeven. Nukomen we weer goed overeen.”

JeugdzondeOok uit het Antwerpse komt de18-jarige Claudio. “Ik heb vaakwoorden met m’n stiefmoeder. M’n

ouders zijn gescheiden. Vader heeftsinds vier jaar een nieuwe vrouw.Neen, ik heb geen contact meer metmijnmoeder.Waarom?Kweenie. Eenbeetje drugsverslaafd. Ik heb niksmet drugs. Ik heb altijd vastgezetenvoor die ruzies thuis. Eén keer ben ikmet de politie in contact gekomen.Een handtasdiefstal. Maar dat waseen jeugdzonde. Ik heb drie keer inMol gezeten, een keer in Everbergen in Antwerpen. Lommel is tot nude beste instelling. In de weekendsga ik meestal naar huis. Vaak gaatdat goed. Soms ook niet. Want zijziet altijd slechte dingen in me. Enaltijd heeft ze commentaar. Dan kanik niet zwijgen, maar ik moet welvan mijn vader.”“Mijn toekomst? Ik wil kapperworden, maar heb geen diploma.Ik ga al werken. Het geld moet iksparen van hier. Zo kan ik aan eenstudio geraken om alleen te kunnengaan wonen. Ik wil blijven werkenen dan avondschool volgen. En zoword ik dan toch coiffeur.”

LOMMEL - “Van mijn 2 jaar tot nu heb ik altijd in een instelling gezeten. er was iets ergs gebeurd thuis. ik kan dat niet zeggen. Doet te veel pijn. M’n ouders zijn gescheiden, altijd ambras. ik heb in Mol gezeten. een gesloten instelling. Kut was het daar. Hier in Lommel is het leuk. er zijn wel afspraken en regels, maar je kan alles doen wat een normale mens kan doen. Alleen heb je geen vader of moeder.”

ProbLEEmjoNGErEN ViNdENLommELs bEGELEidiNGsTEhuispIETEr SIMEnon oKÉ

Page 5: HBvL - 09 - Welzijn

37LIMBURGHET BELANG VAN LIMBURG - woENsdAG 25 NoVEMBER 2009

n

ngSondErSTEunIng

HASSELT - “Kinderen horen in een gezin. Daarvan ben ik overtuigd. Als kinderen en jongeren niet meer thuis kunnen wo-nen, dan is zorg in een pleeggezin het beste alternatief”, zegt Madie Smeets, coördinator van Pleegzorg Limburg.

De Hasseltse Madie Smeets, roots in Meeuwen, werkt al sinds 1978 in de pleegzorg. “Op dit moment hebben we 610 Limburgse kinderen en jongeren die in een pleeggezin verblijven. We hebben nu zo’n 520 gezinnen waarop we een beroep doen. Maar we zijn altijd op zoek naar nieuwe gezinnen. We sluiten ook niemand uit op vlak van gezinsvorm. Het ideale gezin bestaat niet. We zoeken vooral mensen met een open geest, men-sen die goed communiceren. Die ook kunnen samenwerken met de diensten voor pleegzorg en met de ouders van het kind. Want het is niet omdat een kind niet meer thuis kan wonen dat er geen band meer kan zijn met de ouder. Voorts moeten pleegouders ook pedagogisch vaardig zijn. Vaak gaat het om gekwetste kinderen. Plus moeten ze kunnen in-schatten wat zo’n pleegkind teweeg kan brengen in het eigen gezin. Na een drietal gesprekken en vier vormingsavonden, maken we een balans en beslissen we of het gezin de taak aankan.”

Foto Tony VAN GALEN

“Dit is geen job, dit is een roeping”

Het Hasseltse pleeggezin Her-mans-Hendrikx: hun pleegdoch-ter met Ethiopi-sche roots is 9, adoptiedochter Maglet, ook uit Ethiopië, is 4.

Foto Serge MINTEN

Natuurlijk zijn er wachtlijsten voor plaatsing in een pleeggezin. “In Limburg lopen vrijwel constant 35 aanvragen via een comité voor bijzondere jeugd-bijstand of via de jeugdrechtbank. De nood is hoog voor gezinnen die meer dan een kind willen opvangen. Zodat bijvoorbeeld een broer en een zus samen kunnen blijven. Een half jaar of langer zoeken is geen uitzondering. Ook zijn er weinig kandidaat-gezinnen voor tieners. En kinderen met een beperking vinden al even moeilijk een pleeggezin. Vaak moeten die naar een leefgroep.”

“Plaatsing in zo’n leefgroep is artifici-eel”, vindt Madie. “Waarmee ik niet zeg dat daar geen goeie dingen gebeuren. Maar een gezin, in welke vorm ook, blijft een gezin. Ik ken kinderen die het veel en veel moeilijker gehad zouden hebben als ze in een leefgroep of in-stelling opgegroeid zouden zijn. Een pleeggezin wordt ook vaak nieuwe familie. Heel wat pleegouders vangen bijvoorbeeld de kinderen van hun vroegere pleegkinderen op. Zeker als ze langere tijd in een pleeggezin verbleven hebben, blijven er contacten.”

Interesse? 0499/699.300 [email protected],

i

HASSELT - “Toen ik in 1991 begon wa-ren we met vijf voor 180 gezinnen. Nu zijn we met 14 consulenten en helpen we 1.300 gezinnen. Dat is niet realis-tisch meer om de hulp naar behoren te organiseren. Vandaar mijn noodkreet voor een maximaal aantal gezinnen per jeugdconsulent.”

Aan het woord is Luc Brummans, de teamverantwoordelijke van de bij-zondere jeugdzorg in Hasselt. Lokaal spelen die een centrale rol bij jonge-renwelzijn. In Limburg zijn er zo drie, een per bestuurlijk arrondissement: Maaseik, Tongeren, Hasselt. “We zijn verantwoordelijk voor jongeren en voor gezinnen die in een problematische op-voedingssituatie zitten. Dat is een vaag en tegelijk heel ruim begrip. Want we leven in een maatschappij waarin steeds meer gezinnen dreigen af te haken. Wat komt er allemaal niet op een gezin, en nog meer, op jongeren af? Ten goede en ten kwade? En tegelijk zijn we allemaal veel meer alert voor wat er mogelijk allemaal mis kan gaan met jongeren. Liefst hebben we meldingen uit het gezin zelf. Maar in de praktijk komt een zeer groot aantal meldingen via het parket. En afgezien van de parketten kunnen bijvoorbeeld ook leerkrachten en huisartsen ons contacteren. Eigenlijk kan iedereen dat. De druk loopt op.”“Nu beheert een consulent bij ons constant zo’n 80 tot 90 dossiers. Waarin we telkens de probleemsituatie

onderzoeken en samen met de cliënt de meest aangewezen hulp zoeken. Als die mensen, ouders én minderjarige, dan al daarmee akkoord gaan, is die hulp lang niet ter beschikking. We hebben wachttijden van 6 maanden tot meer dan een jaar.” “Op ons wordt een beroep gedaan, naar ons kijkt iedereen om zo snel mogelijk iets aan die moeilijke situatie te doen. Alleen zijn er zo tientallen gezinnen die wachten. Regelmatig zijn dat gezinnen waar niet alleen alles dreigt te escaleren, maar daadwerkelijk ook àlles escaleert. Cliënten die wachten op hulp, raken gefrustreerd, worden lastig, vinden het niet meer verantwoord, raken over hun toeren... En dat komt allemaal op een consulent af. Dit is geen job, dit is vaak een roeping.”

Luc Brummans. Foto Sven DILLEN

610 Limburgse kinderen in 520 pleeggezinnenwElzIJn

Het agentschap Jongerenwelzijn is een dienst binnen de Vlaamse overheid. Zo’n 1.340 medewerkers houden de vinger aan de pols bij jongeren, een kwetsbare groep in onze samenleving. Zo deden in 2008 ruim 23.000 jongeren

in Vlaanderen een beroep op de diensten van het agent-schap. Het agentschap is de draaischijf voor jongeren in de problemen. Vandaag zetten we een aantal van hun activiteiten in de kijker.

In de weekends ga ik naar huis,vaak gaat dat goed, soms ook niet”

“Zestig procent functioneert nadien in maatschappij”volledig beeld hebben. Toch moeten wij ook uitkij-ken. Heel vaak hebben ze een lange geschiedenis in instellingen achter de rug. En soms geven ze geslepen antwoorden. Waardoor ze beter uit de verf komen en waardoor we ze wel eens overschatten. Maar dan vallen ze jammer genoeg achteraf door de mand.”

Time-out“Nu verblijven hier vier jongens, terwijl we toch dertig bedden hebben”, vertelt Vincent Van Humbeeck, direc-teur van de vzw Pieter Simenon. “Dat komt omdat we inzoomen op de specifieke situatie en context van elke jongere. En dan is er telkens een andere aanpak nodig. Vier hier in een leergroep, tien bij een gezin of ruimere familie en acht wonen begeleid zelfstandig. Twee gasten zitten even in time-out. Die zijn even vastgelopen en moeten herbronnen, bijvoorbeeld twee weken op een boerderij of in een kennel. Een gast kickt af in een ziekenhuis en dan hebben we nog drie jongens in een

zogeheten Project Ervaringsleren. Meestal voor jongens die jaren gezeten hebben in gesloten instellingen. Zet die hier in een leergroep en die lopen nogal eens vast. Maar zet ze op een boerderij, begeleid hen van hieruit en bewaar de link met thuis, dan lukt het vaak beter.”Twee derde van de jongens bij Pieter Simenon, door-gaans tussen 15 en 18, komt uit gesloten instellingen. Twee derde komt ook uit zwakmaatschappelijke of delinquente milieus. “We hebben niet de gemakkelijkste gasten”, bevestigt directeur Van Humbeeck. “En ja, er wordt hier af en toe gevochten. Soms staat hier ook de politie aan de deur. Al kan dat net zo goed voor iets administratiefs zijn. En toch zijn we goed geïntegreerd in Lommel Werkplaatsen. 55 tot 60 procent van onze gasten kunnen met onze aanpak weer functioneren in de maatschappij. Zonder dat ze hervallen of delictgedrag vertonen. Dat is onze voldoening.”

Teksten Jan BEX

Page 6: HBvL - 09 - Welzijn

LIMBURGHET BELANG VAN LIMBURG - do

28

Vandaag: Opvoedingsondersteuning

“�Blijf niet zitten metopvoedingsvragen”

BRUSSEL - “Meer en meer officiële instanties nemen initiatievenin op-voedingsondersteuning. Het Vlaams decreet van 2007 wil er voor zorgen dat dat niet versnippert, maar dat ou-ders overal in Vlaanderen en Brussel terecht kunnen met hun vragen.”Dat zegt Nele Travers, twintig jaarervaring in de sector. Ze werkt voorhet Vlaams Expertisecentrum Op-voedingsondersteuning, kortwegEXPOO. Een initiatief van het agent-schap Jongerenwelzijn en van Kind &Gezin. “We merken dat mensen rondopvoeden heel vaak vragen hebben.Dat wijst op een behoefte. Dat alleenal verrechtvaardigt een aanpak opVlaams niveau.”

“Opvoedingsondersteuning wasplots ook zeer in. Overal begonnenprojecten en projectjes. De overheidwil die expertise bundelen. Iedereenheeft recht op dat soort praktischeinformatie. De mensen mogen niette afhankelijk zijn van lokale toeval-ligheden. Het is belangrijk dat mensenweten dat ze gerust vragen kunnenstellen over opvoeden. Dat hoeft he-lemaal niet altijd over zware thema’ste gaan. De boodschap is vooral: blijfer niet mee zitten, spreek erover. Eenmogelijkheid is een Opvoedingswinkel.Die zijn er in de dertien Vlaamse cen-trumsteden en in Brussel. Maar er isook de opvoedingstelefoon en nu ookde gloednieuwe website groeimee.be.Dat was oorspronkelijk een initiatiefvan het Antwerpse preventieteam vanJongerenwelzijn. Dat hebben we numet het Expoo naar een Vlaams niveaugebracht. Wij hebben als opdracht allevoorhanden kennis te verzamelen entoegankelijk te maken voor iedereendie rond opvoedingsondersteuningbezig is.”

Opvoedingstelefoon: 078/150.010Website rond opvoeding: www.groeimee.be

i

BInnEnSTE BuITEn

MOrgEn: KInd & gEZIn

2+4=6Het beweegt in de Limburgse opvoe-dingsondersteuning: twee gesetteldeopvoedingswinkels (Genk en Has-selt), maar het provinciale SteunpuntOpvoedingsondersteuning werkt viersamenwerkingsverbanden uit voor derest van Limburg. “Bedoeling is datalle Limburgers in hun regio terechtkunnen met opvoedingsvragen”, zegtKatrijn Kelchtermans, coördinatorvan het steunpunt. “Noord-Limburgheeft een samenwerking tussen negengemeenten. Daar zijn twee opvoe-dingsconsulenten aan de slag (wwww.opvoedingswinkelnoordlimburg.be).Hetzelfde geldt voor het Maasland(www.opvoedingswinkelmaasland.be). In het zuiden start een� � inter-gemeentelijke samenwerking vanafjanuari (www.opvoedingswinkelhas-pengouw.be). Er komt een opvoe-dingswinkel in de Truiense Klok-kenstraat. In West-Limburg zijn wenog volop aan het onderhandelen metde gemeenten. Beringen is wel sindsvorige maand op eigen initiatief eenopvoedingswinkel begonnen (www.onderwijsengezin.be).”

Cijfer Van de dag

Opvoeden is van alle tijden, gewoner dan gewoon. de meest uitdagende en meest essentiële opdrachten in een mensenleven. Weinig zekerheden op dat terrein, behalve dat we samen vaak meer weten. Bij de oudere zus, bij grootouders, aan de schoolpoort... len zijn er gelukkig nog altijd, maar de behoefte groeit. Vlaanderen kwam

“Het gaat hier over de gewone dingen,ik heb dus een zalige job”

“Armoede geeft meeste kans op opvoedingsproblemen”GENK - eenentwintig jaar geleden stond ze aan de wieg van het het Steunpunt Opvoedingson-dersteuning in het provinciehuis. Bijna tien jaar geleden richtte ze in genk de eerste opvoedings-winkel in Vlaanderen op. als het over opvoedings-ondersteuning gaat, is Hilde Haerden, hoofd van de genkse opvoedingswinkel, incontournable in Limburg.“We werken hier met 23 professionelen. Bijnaallemaal zijn ze pêdagogisch geschoold. Danhebben we nog eens acht vrijwilligers. Die gaan

op huisbezoek bij moeders die eerder geïsoleerdleven. Ze zijn er in de eerste plaats als klankbord.Dat zijn onze zogeheten babbelma’s. Die leiden wijook op. Eigenlijk doen ze wat vroeger een buurof vriendin deed. Ze noemen zich dan ook eenvriendin met een beroepsgeheim.”

Helpdesk“De meeste overheidsinstanties proberen proble-men op te lossen als ze zich stellen. Ons uitgangs-punt was anders. Wij wilden van opvoeding een

aandachtspunt maken. Waarom onze kennisopvoeding niet delen met elkaar? Bijvoorbeeld:positieve aandacht lost soms veel en veel meerdan een strenge straf. In dat opzicht zijnsoort helpdesk. In Genk hebben we bijvoorbeeldveel meergeneratiegezinnen, een op zes Genksekinderen woont in. Dat geeft meer kans opverstanden, meer kans op verschillende visiesconflicten. Opvoedingsproblemen worden dusmaatschappelijkbepaald.Armoedeisbijvoorbeeldde grootste risicofactor. Toen Ford dreigde

GENK - “Op dit moment is er geen job die ik liever doe.” nochtans werkt Marc janssens (37) uit as al negen jaar als pedagogisch consulent voor de Opvoedingswinkel in genk. Het is een job met heel veel voldoening, ja. ikzit ook niet in de zware hulpverlening, hè.”

Marc beantwoordt in de Genkse Opvoedingswinkel tij-dens individuele spreekuren opvoedingsvragen van ou-ders. “Dat doen we op maat van de ouders. Elke vraag ishet waard om beantwoord te worden. Misschien heb ikin al die jaren ongeveer elke opvoedingsvraag gehoorden toch is het elke dag weer anders. Dat kan gaan vaneen puber waarvan de ouder vindt dat hij of zij toch nogte jong is om met het lief boven op de kamer te zitten.Of een kleuter van drie, die geen neen kan aanvaarden,en dan zo kwaad wordt dat hij moet overgeven. Of eenouder die zich afvraagt of een Wii-apparaat echt nodigis als de kleine pas een PlayStation 3 heeft gekregen.Of ouders die elke dag moeten zeuren opdat de jongstetoch iets zou eten. Allemaal zeer herkenbare, uit hetleven gegrepen, zaken. Daarover gaat het hier. Nietaltijd heb ik pasklare antwoorden, maar heel vaak hebik wel het gevoel dat ik ze heb kunnen helpen. Danantwoorden ze zo van: ‘Ah ja, zo had ik het nog niet

bekeken.’ Als de ouder het gevoelkan, dan is hij of zij al voor eenOpvoeding is iets wat zichzelf voordeblokkeren is belangrijk.”

Thuisbezoeken“Of opvoeding nu moeilijker iseenvoudige vraag. Er wordt nuopvoeding en kinderen besteed.zo beter zichtbaar. Kijk, vroegerkinderen geweest zijn met ADHD.probleem wel erkend. Er is er eenis onze samenleving zo veranderd,had vroeger geen computer thuis,ruzie over internet of computerspelletjes.geen ruzie over de tv, er waren maarneem nu drugs, die problematiekder dan twintig jaar geleden. Debeantwoordt in elk geval aan een2010 bestaan we tien jaar. Elkmensen: 60 procent uit Genk, devan Genk. Een zeer divers publiek.de bevolking. Al zal een tweeoudergezinuren en met een grote tuin allicht

Marc Janssens van OpvOedingswinkel genk zOekt antwOOrden Op maat

Foto

ton

y van

gal

en

Page 7: HBvL - 09 - Welzijn

45LIMBURGHET BELANG VAN LIMBURG - doNdERdAG 26 NoVEMBER 2009

n

EZIn

HASSELT - Opvoedingswinkel Hasselt in de Maastrich-terstraat. Een doordeweekse dag. Een moeder stapt binnen met haar jongste spruit. Een schattig ventje van 4 maanden. Maar het is niet voor hem dat ze komt. Haar zoon van 4,5, die al even droog was, doet sinds kort weer in zijn broek. Maar vooral haar dochtertje van 2,5 gebruikt haar zindelijkheid als een wapen. Of hoe kleine probleempjes grote gevolgen hebben in een gezin.

Voor de eerste keer komt de moeder naar een opvoe-dingswinkel. Ze heeft een afspraak. Tegenover haar consulente Natacha Craeghs (22), afgestudeerd in toegepaste psycholgie. Met specialisatie in school- en pedagogische psychologie. Natacha zit hier dus wel op haar plaats in de Hasseltse opvoedingswinkel, al is het stoeltje en tafeltje tussen hen in laag. Kleuterschool-meubelen. En wij mogen, zij het discreet, het gesprek volgen. Ook op zo’n stoeltje.

StikkapotWie jonge kinderen heeft, spreek niet over stoelgang. Dan houdt een mens het simpelweg bij kaka en pipi. De dingen moeten duidelijk zijn bij kinderen. En het probleem hier is dat dochterlief haar plasgewoonte gebruikt als wapen om aandacht te krijgen. Of om het slapen gaan uit te stellen. “Soms houdt ze haar pipi een halve dag op”, vertelt de mama. “Toen heb ik haar, op aanraden van onze huisdokter, gevraagd om op het potje te gaan. Wat tot brulscènes leidde. Soms drie kwartier lang. Maar als ze dan toch gegaan was, was ze weer opgelucht. Blij. En heb ik haar heel erg geprezen dat ze zo flink was. Ik zou ze zo graag droog hebben wanneer ze naar de kleuterschool mag. De laatste week zei ze weer ‘pipi doen’, maar als ik dan met haar naar het potje ga, wil ze weer niet. Tegenwoordig neem ik haar al mee als ik zelf naar het toilet moet. De ene keer lukt dat, maar vaak ook niet. De strijd is niet meer leuk.” “Ook als ik haar slapen leg, zegt ze heel vaak ‘pipi doen’. Dan wil ze zelfs haar bed niet meer in en ben ik een uur verder eer ze wil slapen. En dan wordt ze in het mid-den van de nacht wakker en schreeuwt ze ‘pipi doen!’. Iedereen in huis is dan wakker. Ook de baby. Mijn man is al een paar keer beneden op de zetel gaan slapen. Zo ver drijven uw kinderen u. Ik doe ze ‘s nachts weer een pamper aan, want we zijn stikkapot. Maar nu heb ik schrik dat ze overdag ook weer in haar pamper doet. Wat doen we verkeerd? Hoe moet ik dit nu aanpakken? Want in januari moet ik weer werken. Mijn man zit net dan voor zijn werk in een hele drukke periode. Ik had het graag daarvoor opgelost. Ik heb nu tijd om extra aandacht te geven aan de kinderen.”

Goed bezigNatacha, die goed luistert en veel knikt, bevestigt de mama herhaaldelijk dat ze goed bezig is. “Je doet al heel veel dingen goed. Zoals je dochter regelmatig op het potje zetten en zo. Dat ze ‘s nachts ‘pipi doen’ roept, is vooral vragen om aandacht. Het lijkt me belangrijk de lijn van tijdens de dag ook ‘s nachts door te trekken. Ze gebruikt haar zindelijkheid om niet in bed te moeten. Ik zou haar ‘s nachts niet meer op het potje zetten. Nu is het vooral belangrijk dat je ze op vaste tijdstippen op het potje blijft zetten. Misschien is het ook zinvol even een dagboek daarover bij te houden, dat krijg je een goed beeld. Al zal het de eerste week wel even doorbijten zijn. Mocht het niet lukken na twee weken, moet je zeker terugkomen.”

Opvoedingswinkel Hasselt, Maastrichterstraat 65, 3500 Hasselt, tel. 011/211.417, e-mail [email protected], www.opvoedingswinkelhasselt.be

i

Consulente Natacha Craeghs. Foto Tony VAN GALEN

Als naar het potje gaan een probleem wordt

wElZIjnOpvoeden is van alle tijden, gewoner dan gewoon. En toch is het een van de meest uitdagende en meest essentiële opdrachten in een mensenleven. Weinig zekerheden op dat terrein, behalve dat we samen vaak meer weten. Bij de oudere zus, bij grootouders, aan de schoolpoort... De informele kana-len zijn er gelukkig nog altijd, maar de behoefte groeit. Vlaanderen kwam

daaraan tegemoet in juli 2007 met een decreet rond opvoedingsonder-steuning. Via opvoedingswinkels, een expertisecentrum, een nagelnieuwe opvoedingswebsite en provinciale steunpunten moet iedereen met vragen in de concrete opvoeding van een kind of jongere, zijn of haar vragen kwijt kunnen.

Het gaat hier over de gewone dingen,ik heb dus een zalige job”

Hilde Haerden.

Foto Tony VAN GALEN

“Armoede geeft meeste kans op opvoedingsproblemen”aandachtspunt maken. Waarom onze kennis over opvoeding niet delen met elkaar? Bijvoorbeeld: positieve aandacht lost soms veel en veel meer op dan een strenge straf. In dat opzicht zijn we een soort helpdesk. In Genk hebben we bijvoorbeeld veel meergeneratiegezinnen, een op zes Genkse kinderen woont in. Dat geeft meer kans op mis-verstanden, meer kans op verschillende visies en conflicten. Opvoedingsproblemen worden dus ook maatschappelijk bepaald. Armoede is bijvoorbeeld de grootste risicofactor. Toen Ford dreigde dicht

te gaan, was de stress te snijden in vele gezinnen. Dat hebben we toen gemerkt. Stress is ook zo’n risicofactor. En vanaf het moment dat je drie tot vier risicofactoren terugvindt in een gezin, vertienvoudigt de kans op opvoedingsproblemen. Met de crisis, en de toename van armoede en echt- en vechtscheidingen, is opvoedingsondersteuning heel erg nodig.”

Opvoedingswinkel Genk, Grotestraat 31, e-mail: [email protected], tel: 089/36.79.40, 089/36.79.41

i

bekeken.’ Als de ouder het gevoel heeft dat hij vooruit kan, dan is hij of zij al voor een groot stuk geholpen. Opvoeding is iets wat zichzelf voor een deel ook regelt,

Thuisbezoeken“Of opvoeding nu moeilijker is dan vroeger? Geen eenvoudige vraag. Er wordt nu meer aandacht aan opvoeding en kinderen besteed. Problemen worden zo beter zichtbaar. Kijk, vroeger zullen er niet minder kinderen geweest zijn met ADHD. Maar nu is het probleem wel erkend. Er is er een zorgaanbod. Tegelijk is onze samenleving zo veranderd, zo veel complexer. Ik had vroeger geen computer thuis, dus was er ook geen ruzie over internet of computerspelletjes. En er was ook geen ruzie over de tv, er waren maar drie zenders. Of neem nu drugs, die problematiek is nu veel zichtbaar-der dan twintig jaar geleden. De opvoedingswinkel beantwoordt in elk geval aan een nood. In september 2010 bestaan we tien jaar. Elk jaar komen er meer mensen: 60 procent uit Genk, de rest uit de omgeving van Genk. Een zeer divers publiek. Echt alle lagen van de bevolking. Al zal een tweeoudergezin met flexibele uren en met een grote tuin allicht minder problemen

ondervinden dan een eenoudergezin op een kleine flat in Kolderbos. Meestal komen de mensen naar hier. Eerder uitzonderlijk bezoeken we ook eens aan huis. Je dringt binnen in de mensen hun privacy. Hoewel dat zinvol kan zijn. Als je bijvoorbeeld vaststelt dat je het probleem niet kan vatten als je het niet ter plekke gezien hebt. En er zijn natuurlijk ook altijd mensen die zich moeilijk kunnen verplaatsen.”

Geen allesweters“Of ik de kant van de ouders kies? In zekere zin wel. Zij zijn uiteindelijk de verantwoordelijke opvoeders. Maar we zorgen er wel voor dat de ouders ook denken aan het perspectief van het kind. Bijvoorbeeld: een vader is pas gescheiden en verliefd. Fijn voor die man, maar moet zijn kind daarin meteen meegezogen worden?”

“Opvoeden is geen exacte wetenschap. Sommige dingen zijn meetbaar, zoals bedplassen of eten. Vele andere dingen niet. Vaak is het hier meer een dialoog. We zijn geen allesweters, hè. Zelf heb ik vier kinderen thuis: twee van m’n eigen, twee stiefkinderen. Het hele spectrum loopt thuis rond: 7, 9, 18 en 21 jaar. Ook dat is handig voor de job.” (lacht)

Begin met een warm nest. Kinderen moeten heel zeker liefde voelen. Dat is de basis.

Wees duidelijk en voorspelbaar in regels en afspraken.

Toon interesse in uw kinderen en in wat hen bezighoudt.

Hou de communicatie open. Zorg dat u er bent als u nodig bent. Luister ook naar uw kinderen en hun problemen, zeker naarmate ze ouder worden.

Zorg dat straffen gezond gedoseerd zijn. Zorg er ook voor dat beloningen gezond gedoseerd zijn. Straf nooit impulsief of vanuit een emotie.

1

2

3

4

5

De vijf vuistregels van Marc

Teksten Jan BEx

Page 8: HBvL - 09 - Welzijn

LIMBURGHET BELANG VAN LIMBURG -

22

Vandaag: Kind & gezinKinderopvang

en preventieBRUSSEL - Kind & Gezin is wereldberoemd in Vlaanderen als gewicht en lengte van baby’s en peuters moet gemeten worden. Maar Kind & Gezin doet nog veel meer voor gezinnen met jonge kinderen.

“Een van de be-langrijke opdrach-ten, die we toebe-deeld krijgen van de Vlaamse over-heid, is de kinder-opvang regisseren en stroomlijnen in Vlaanderen. Dat is dus vooral een administratieve en ondersteunende taak”, licht Leen Du Bois toe, woordvoerder van Kind & Ge-zin. “Onze andere grote opdracht is het organiseren

van preventieve gezinsondersteuning. Die opdrachten zijn fundamenteel verschillend. Daarover bestaat wel eens verwarring. In kindercrèches bijvoorbeeld is geen personeel van Kind & Gezin werkzaam. Maar bij de preventieve gezinsondersteuning gaan regio-verpleegkundigen en gezinsondersteuners ef-fectief naar de gezinnen. Voor bijvoorbeeld kraam- en huisbezoeken.”Bij die twee grote taken zorgt Kind & Gezin telkens ook voor communicatie en weten-schappelijke ondersteuning. De dienstverle-ning aan de gezinnen, zoals huisbezoeken, het wegen en meten van de baby’s, de gehoortest, de prikjes voor het vaccinatieprogramma, zijn gratis. “De mensen zijn evenwel vrij”, zegt Leen Du Bois. “Als de ouders ervoor openstaan, volgen er huisbezoeken. In het eerste levensjaar bereiken we 97,2 procent van de baby’s in Vlaanderen. 88,2 procent komt minstens één keer naar een consultatie-bureau. Bij probleem- of crisissituaties werkt Kind en Gezin ook samen met partners, zoals de diensten voor gezinsondersteunende pleegzorg, de Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning (CKG) en de vertrou-wenscentra voor kindermishandeling.”Kind & Gezin is sinds 2005 ook de Vlaamse Centrale Autoriteit voor Adoptie. Wie een kind wil adopteren, moet dat melden bij Kind & Gezin. “Dan moet je verplicht een voorbereidingscursus volgen. Met daarna een maatschappelijk onderzoek om na te gaan of je een geschikte adoptieouder bent. De jeugdrechter bepaalt dan of je mag adopteren. Dan pas kan de adoptiebemid-deling starten, via een adoptiedienst of op zelfstandige wijze.”

BInnEnSTE BuITEn

SloT

39,339,3 procent van de Limburgse 0- tot 3-jarigen zitten in een dagopvang. Daarbij komt nog eens 19,3 procent die al naar de kleuterschool gaat. Daarmee zit Limburg onder het Vlaams gemiddelde. Alleen Ant-werpen scoort lager. Dat betekent dat ruim 40 procent van de Limburgse 0- tot 3-jarigen thuis blijft of bij familie terecht kan. “In dat opzicht”, zegt Lisette Bergmans, Limburgs afdelingshoofd, “merken we de laatste maanden de gevolgen van de crisis. Heel veel jonge ouders, die werkloos zijn geworden, houden hun kinderen nu thuis.”

Cijfer Van de daG

aan Kind & Gezin kan je niet voorbij in Vlaanderen wanneer het over kleine kinderen gaat. Kind & Gezin is wat preventieve gezinssteun en kinderopvang betreft een verantwoordelijke instantie voor baby’s en peuters van 0 tot 3 jaar. in bepaalde gevallen kan die zorg zelfs duren tot het kind zes jaar is. Kind & Gezin bereikt op die manier zo’n 97

“Ze doen het fantastisch”

Thuis bij het gezin Fotinakes-Gounakes, Griekse roots, slapen de twee nog een gerechtvaardigde slaap in het parkje. Broer, hele grote broer, Taki (15) komt open doen op deze woensdagnamiddag. Stille jongen, vriendelijke jongen. Vader Georges is werken. Boven, op de woonetage, straalt moe-der Katherina (33). Deze verkoopster bij Fashion Point is overduidelijk gelukkig met haar tweeling. Haar moeder, oma Vasilia, is er ook bij. De jongste maanden is ze vaak in de buurt. Een tweeling, dan zijn twee extra handen welkom.

Op de beentjesDe ontvangst is hartelijk. Koffie, koekje, u kent het. Hilde pakt intussen haar materiaal uit, onder meer een opvouwbare weegschaal. Christina - “de donkerste, de vinnigste”, zegt Katherina - wordt nog slaapdronken uit het park gehaald, mag uit de kleren en zo op de weegschaal. “Fantastisch, meid”, zegt Hilde. “Drie kilo tweehonderd. Je bent goed aangekomen.” Christina protesteert. Nu al. En dan begint Hilde aan een uitgebreid onderzoek van alle hoeken en kanten van Christina’s lichaampje. “Eens kijken hoe sterk je bent.” Hilde trekt Christina

omhoog aan de armpjes. Ik zou het niet durven, maar Hilde weet wat ze doet. Christina staat zowaar parmantig even op haar beentjes. Dan mag ze weer liggen, hoewel de turnles nog niet voorbij is. Beentjes plooien, beentjes strekken, Hilde checkt of die wel even lang zijn. Tuurlijk. Dan volgt de buiklig. Hilde betast aandachtig Christina’s schedeltje. “Heel mooi”, zegt ze tegen mama Katherina. “Er is wel een plekje dat iets vlakker aanvoelt. Ik zou haar regelmatig wisselen van houding.” En dan weer tegen Christina: “En nu ga ik je verschrikken.” Even omhoog, een miniscuul klein plofje in de zetel volgt. En voilà, baby Christina zwaait haar armpjes breed open. Vingertjes wijd uiteen. En Christina is duidelijk not amused. “Tien op tien voor de schrikreflex”, noteert Hilde in Christina’s opvolgboekje van Kind & Gezin. “Aangeboren bij elk kind. Zo’n gebaar van ‘pak mij’. Na drie maanden verdwijnt die schrikreflex normaal.”

de zingende babyHilde informeert tussendoor naar de stoelgang van de twee en hoe ze eten. Mama Katherina kolft af en vult aan met hypoallergene melk. “120 milliliter”, Hilde Vanderstegen en Christina.

Leen du Bois.Foto ‘cia JANSEN

Met verpleegkundige HIldE VandErSTEgEnMee op huisbezoek bij preMatuurtjes-tweeling alexandra en Christina

MAASMECHELEN - Ze waren uitgeteld voor 21 november. Voor vorige week zaterdag. Maar kijk, de Breese verpleegkundige Hilde Vanderstegen van de Kind & Gezin-afdeling in Maasmechelen komt al de zesde keer langs om te zien hoe alexandra en Christina, en mama Katherina, het stellen. de twee-eiige tweeling fotinakes werd geboren op 24 september. acht weken te vroeg. “Pre-matuurtjes”, knikt Hilde. “Te vroeg geboren baby’s krijgen bij Kind & Gezin extra aan-dacht. Maar de twee doen het uitstekend. jezal het dadelijk wel merken.”

Page 9: HBvL - 09 - Welzijn

43LIMBURGHET BELANG VAN LIMBURG - VRIjdAG 27 NoVEMBER 2009

n

Teksten Jan BEX

HASSELT - Na een precieze uitleg over de organisatie van kinderopvang in Vlaanderen, en meer in het bijzonder in Lim-burg, zegt Lisette Bergmans, afdelingshoofd Kind & Gezin in Limburg: “Ingewikkeld, hè. Dat is een opdracht voor minister Jo Vandeurzen. Die heeft beloofd heeft om de regelgeving te vereenvoudigen.”Ja, het duurt even eer je de bomen door het bos ziet van de Vlaamse kinderopvang. “Er zijn twee grote sectoren in de voor-schoolse opvang”, legt Lisette Bergmans uit. “De erkende en de zelfstandige sector. In die twee grote blokken heb je telkens de opvanggezinnen en de kinderdagverblijven. Een zelfstandige ont-haalouder mag maximum 7 kinderen gelijktijdig opvangen. De onthaalouder bepaalt zelf de prijs, maar kan ook instappen in het systeem van inkomensgerelateerde kinderopvang (IKG). Daarbij betalen gezinnen volgens hun inkomen. De dagprijs kvarieert van 1,42 euro tot 25,35 euro. Een onthaalouder, aangesloten bij een erkende dienst, mag maximum 4 kinderen gelijktijdig opvangen. Het IKG-systeem is hier altijd van toepassing.”“Vanaf 8 plaatsen worden het kinderdagverblijven, crèches. Een zelfstandig kinderdagverblijf kan weer zelf zijn prijs bepalen of in het IKG stappen. Een erkend kinderdagverblijf moet minstens 23 plaatsen hebben. Ook hier varieert de dagprijs tussen 1,42 euro en 25,35 euro.”

Geen gemakkelijke jobLimburg heeft traditioneel altijd weinig zelfstandige kinderdag-verblijven gehad. “Maar de jongste twee jaar zit Limburg voor die sector in een stroomversnelling”, zegt Lisette Bergmans. “Van 53 voorzieningen eind 2008 naar 69 op 7 oktober 2009. Een stijging van 962 plaatsen naar 1.434. Op nog geen jaar tijd is dat echt wel veel. Een trendbreuk. Al zijn er nog wel wachtlijsten, vooral in de grotere gemeenten.”Bij al die voorzieningen moet Kind & Gezin de erkenning, of, voor de zelfstandige sector, een attest van toezicht leveren. “Ik werk sinds 1991 voor Kind & Gezin. In al die jaren heb ik het twee keer meegemaakt dat een voorziening hoogdringend dicht moest voor flagrante overtredingen. De sector is er zich zeer bewust van dat ze met jonge kinderen bezig is. Het is verre van een makkelijke job. Vooral opvanggezinnen zijn vaak bijzonder flexibel voor concrete vragen van ouders. En dan is er ook nog het eigen gezin.”

Kinderdagverblijf De Hummeltjes in Hasselt. Foto Sven DILLEN

“Een trendbreuk in Limburg”

wElzIJnAan Kind & Gezin kan je niet voorbij in Vlaanderen wanneer het over kleine kinderen gaat. Kind & Gezin is wat preventieve gezinssteun en kinderopvang betreft een verant-woordelijke instantie voor baby’s en peuters van 0 tot 3 jaar. In bepaalde gevallen kan die zorg zelfs duren tot het kind zes jaar is. Kind & Gezin bereikt op die manier zo’n 97

procent van alle kleine kinderen in Vlaanderen. Kind & Gezin doet dat met 1.430 per-soneelsleden. Daarvan zijn er 135 in Limburg actief. Bijna de helft van de werknemers zijn verpleegkundigen. 91 procent van de werknemers zijn vrouwen. Het budget van Kind & Gezin bedraagt 437.429.000 euro. 377 miljoen daarvan zijn dotaties.

e doen het fantastisch”

Hilde is tevreden. De tweeling komt goed aan. Mama Katherina en grote broer Taki zijn trots.

Foto’s Tony VAN GALEN

omhoog aan de armpjes. Ik zou het niet durven, maar Hilde weet wat ze doet. Christina staat zowaar parmantig even op haar beentjes. Dan mag ze weer liggen, hoewel de turnles nog niet voorbij is. Been-tjes plooien, beentjes strekken, Hilde checkt of die wel even lang zijn. Tuurlijk. Dan volgt de buiklig. Hilde betast aandachtig Christina’s schedeltje. “Heel mooi”, zegt ze tegen mama Katherina. “Er is wel een plekje dat iets vlakker aanvoelt. Ik zou haar

En dan weer tegen Christina: “En nu ga ik je ver-schrikken.” Even omhoog, een miniscuul klein plofje in de zetel volgt. En voilà, baby Christina zwaait haar armpjes breed open. Vingertjes wijd uiteen. En Christina is duidelijk not amused. “Tien op tien voor de schrikreflex”, noteert Hilde in Christina’s opvolgboekje van Kind & Gezin. “Aangeboren bij elk kind. Zo’n gebaar van ‘pak mij’. Na drie maanden verdwijnt die schrikreflex normaal.”

Hilde informeert tussendoor naar de stoelgang van de twee en hoe ze eten. Mama Katherina kolft af en vult aan met hypoallergene melk. “120 milliliter”,

antwoordt ze. “Zo om de drie uur. Christina laat zich altijd stipt horen. Alexandra geniet meer, ze zingt zelfs bij het drinken. ‘s Nachts doen ze het super. Om middernacht geef ik nog een flesje en dan slapen ze door tot een uur of vijf.” “Toch opletten”, waarschuwt Hilde, “ze hebben die suikers nodig, ze doen het fantastisch, maar veel reserves hebben ze nog niet. Ik zou ze niet te lang laten doorslapen.” En dan is het tijd voor de zingende baby. Tijd voor Alexandra’s controlebeurt. “3 kilo 160”, zegt Hilde verbaasd. “Goh, eerst was Christina de lichtste, nu heeft ze haar zus voorbijgestoken.” En dan volgt exact eenzelfde procedure. Alleen bij de navel van Alexandra gaat het iets anders. Een klein bobbeltje heeft ze daar, een licht navelbreukje. “Dat gaat toch weg?”, vraagt Katherina bezorgd. “Ja, ja”, stelt Hilde haar gerust. “In 99 procent van de gevallen verdwijnt dat vanzelf. Mocht het toch niet weggaan, dan is er altijd een mogelijkheid voor een hele kleine operatie.”Hilde is tevreden als ze alle gegevens heeft aange-vuld in de opvolgboekjes van de twee. “Ze doen het supergoed. Vaak is het zo dat prematuurtjes tot de

uitgetelde datum in het ziekenhuis blijven. En kijk hier eens.”

WondertjesDe geboorte, dat was voor Katherina in het Genkse ZOL. “Ik had een voorgevoel dat ze vroeger zouden komen. Tja, we waren al zes jaar bezig. We dachten al aan kunstmatige inseminatie. Zelfs al aan adoptie. Maar voor we verder zijn gegaan, was ik toch ineens zwanger. En ik wilde zo graag een tweeling. Liefst nog twee meisjes. En kijk nu eens hier, als dat geen wonder is. Zou het die ooievaar geweest zijn? We wonen hier nu net een jaar, we hebben in het begin echt een ooievaar op bezoek gehad. Daar op het plat dak.”Het was voor Katherina al even geleden dat ze nog een baby in huis had. “Vijftien jaar. Je vergeet toch dingen. Ik ben toch blij met Hilde. De twee zijn nog zo klein. En Hilde legt alles heel goed uit. Ze mag gerust blijven langskomen.” Hilde lacht. Onnadrukkelijk wrijft ze even over de eigen buik. Ja, ja, nog zo’n wonder. Nu is deze vroedvrouw van opleiding, sinds 2002 bij Kind & Gezin, op haar beurt zwanger. Van haar eerste.

HASSELT - In eerste instantie komen ouders met een vraag via het centrale Kind & Gezin-num-mer allemaal in Diegem terecht. Maar daar horen ze vooraf uitgeschreven antwoorden op veel gestelde vragen. Zodra een vraag meer specifiek is, gaan alle telefoontjes uit Vlaams-Brabant, Antwerpen en Limburg naar Has-selt.Mireille Doguet uit Tongeren (39) is het hoofd van de Hasseltse ‘backoffice’: “We werken hier met twintig, allemaal verpleegkundi-gen. De meeste vragen kunnen we beantwoorden. Maar we weten ook niet alles. Dan noteren we de vraag en gaan binnen Kind & Gezin op zoek naar een expert. Gemiddeld zitten we hier met acht per dag voor 250 binnenkomende telefoons. We timen dat niet. Soms zeggen de mensen: ‘Sorry dat ik zoveel tijd van u in beslag neem’, maar dat is geen probleem. Met dat ene centrale nummer zijn we in elk geval veel beter bereikbaar, elke werkdag van 8 tot 20 uur.”

Kind & Gezin-Lijn: 078/150.100i

“Nu veel beter bereikbaar”

Mireille Doguet. Foto TVG