Pagina 1 van 4

Handreiking pgb tarieven

Auteurs: Joep van Dijk (Q-Consult)

Opdrachtgevers: Marjan Schuring (Per Saldo), Ronald Bellekom (VNG)

Datum: 5-1-2015

Aanleiding en doel Gemeenten hebben de beleidsvrijheid om zelf de hoogte van het tarief voor het pgb te bepalen. Hierbij

kunnen gemeenten onderscheid maken in tussen ondersteuning geleverd door professionele

hulpverleners (formele zorg) en ondersteuning geleverd door het sociale netwerk van de cliënt

(informele zorg). Het doel van deze handreiking is om gemeenten handvatten te bieden bij het

vaststellen van hun pgb-tarieven voor zowel formele als informele zorg.

Middel De handreiking beschrijft de verschillende kostencomponenten van een pgb-uurtarief. Er is een Excel-

sjabloon beschikbaar met een voorbeeldberekening, die gemeenten kunnen gebruiken om zelf een

(maximaal) pgb-uurtarief vast te stellen. De voorbeeldberekening is volledig fictief zijn en geeft niet de

realiteit weer.

Inkadering – formele tarief In de handreiking wordt voor de formele zorg onderscheid gemaakt tussen een drietal functies:

1. Begeleiding individueel

2. Begeleiding groep

3. Persoonlijke verzorging (vooral van toepassing op de Jeugdwet)

De overige functies (zoals kortdurend verblijf, beschermd wonen) vallen buiten de scope van deze

handreiking. Mogelijk dat deze op een later moment nog worden uitgewerkt. Daarnaast wordt geen

specifieke aandacht besteed aan de nieuwe functies in de jeugdwet. Het sjabloon kan hier echter wel

voor worden gebruikt. De waardebepaling van een pgb (hoeveel uur heeft een burger nodig en wat is

dan het totale PGB-budget), komt niet aan de orde in deze handreiking.

Inkadering – informele tarief De wetgever geeft in de Wmo aan dat het mogelijk is om een apart tarief te hanteren voor personen die

behoren tot het sociale netwerk. Dit wordt door gemeenten vaak het informele tarief genoemd. In de

Memorie van Toelichting bij de Wmo 2015 staat beschreven: “Tot het sociale netwerk worden gerekend

de personen uit de huiselijke kring en andere personen met wie iemand een sociale relatie onderhoudt.

Met dat laatste worden personen bedoeld met wie hij regelmatig contacten onderhoudt zoals

mantelzorgers, buren, (mede)leden van een vereniging etc.” Er moet dus sprake zijn van een relatie

tussen zorgvrager en zorgverlener. Deze omschrijving is ook terug te vinden in de modelverordening

van de VNG. Een particuliere werknemer die geen relatie heeft met de zorgvrager en beroepsmatig

werkzaamheden verricht, dient op grond van de Wmo 2015 te vallen onder het formele tarief.

Pagina 2 van 4

Kostencomponenten Om tot een onderbouwd uurtarief van een pgb-zorgverlener te komen – voor zowel formele als

informele pgb-zorg – is het van belang om inzicht te krijgen in de verschillende kostencomponenten

waaruit een uur zorg bestaat. Als uitgangspunt is gekeken naar eerdere kostprijsonderzoeken bij

zorgaanbieders die zorg in natura (zzp-zorg) leveren, waaruit verschillende kostencomponenten naar

voren zijn gekomen. Hierbij is geprobeerd om een zo compleet mogelijk inzicht te geven in welke

kosten relevant zijn. Niet alle kostencomponenten zijn van toepassing zijn op de pgb-zorg.

Basis uurtarief De kostencomponenten voor het basis uurtarief zijn:

1. Bruto loon; het loon dat een zorgverlener krijgt, voor aftrek van belastingen en premies. Dit loon

is inclusief vakantiegeld, eindejaarsuitkering en onregelmatigheidstoeslag (indien van

toepassing).

2. Werkgeverslasten; wettelijk verplichte premies die een werkgever moet afdragen, zoals:

- Pensioenpremie;

- Premie WIA, WW, etc.

3. Productiviteit; het percentage van de tijd dat een zorgverlener daadwerkelijk aan het leveren

van zorg besteed. Denk hierbij aan:

- Vertaling van bruto naar netto werkbare uren (vakantie, opleiding, ziekteverzuim);

- Niet-productieve uren (administratie, overleg, reistijd).

Opslagen Mogelijke opslagen op het basis uurtarief kunnen zijn:

4. Overhead; bestaande uit:

- Loonkosten en werkgeverslasten van leidinggevenden en ondersteunend personeel;

- Verzekeringen die een zzp-er zelf moet afsluiten (WW, AOV).

5. Reiskosten; gemaakte reiskosten van/naar cliënt, naar kantoor en tijdens de begeleiding van de

cliënt.

6. Gebouw; voornamelijk van toepassing bij groepsactiviteiten. Denk aan:

- Kapitaallasten (huur, hypotheek);

- Schoonmaak;

- Beveiliging;

- Gas/water/licht;

- Inrichting gebouw / inventaris.

7. Materieel / overig; specifieke materialen nodig voor de zorg en overige kosten:

- Materiaal voor groepsbehandeling;

- Geneesmiddelen;

- Materiaal voor opleiding;

- Overige kosten.

Pagina 3 van 4

8. Risico-opslag; marge bovenop de kostprijs om risico’s te kunnen beheersen en marge te kunnen

maken.

Bronnen kostencomponenten Bronnen die een hulpmiddel zijn bij het berekenen van de verschillende kostencomponenten zijn;

1. Cao VVT; bruto loon, werkgeverslasten.

2. HHM Onderzoek parameterwaarden zorgzwaartepakketten; productiviteit, materiaal/overig,

gebouw.

3. Nza-tarieven; productiviteit, overhead, gebouw.

4. Normen belastingdienst; reiskosten.

Deze (en andere nuttige) bronnen, zijn als bijlage opgenomen bij deze handreiking.

Excel-sjabloon Gezien de verschillen tussen de kostencomponenten die behoren tot de formele en de informele zorg, is

gekozen om voor beide soorten zorg twee aparte sjablonen op te stellen. Uiteindelijk is er dus sprake

van vier sjablonen:

1. Formele zorg – voorbeeld

2. Formele zorg – leeg

3. Informele zorg – voorbeeld

4. Informele zorg – leeg

Het Excel-sjabloon is een hulpmiddel om stap voor stap de verschillende kostencomponenten te

bepalen en berekenen. Wanneer u de verschillende tabbladen in het sjabloon stap voor stap doorlopen

worden, leidt dit tot een PGB-tarief.

Voorblad De oranje velden in het sjabloon kunt u steeds invullen. Het sjabloon is niet beveiligd, dus indien

gewenst kunt u ook veranderingen doorvoeren in andere cellen.

Tabblad 1: Definitie soort pgb Op dit werkblad kunt u invullen voor welke soort pgb u een tarief wilt berekenen. Hierbij kunt u denken

aan:

- Individuele begeleiding;

- Begeleiding groep;

- Persoonlijke verzorging;

- Maar u kunt ook andere vormen hier neerzetten, zoals gespecialiseerde jeugdhulp.

Tabblad 2: Berekenen basis uurtarief De berekening van het basis uurtarief bestaat uit een aantal stappen.

1. Bepaal het bruto loon per soort pgb.

U kunt hiervoor verschillende cao’s uit de zorg raadplegen. Vul in kolom B het bruto loon per

soort in.

2. Bepaal de opslag voor de werkgeverslasten.

U kunt hierin keuzes maken in welke lasten u wel en niet mee wil nemen. De

standaardpercentages zijn gebaseerd op een eerder kostprijsonderzoek bij zorgaanbieders.

Pagina 4 van 4

3. Vertaling van bruto naar netto werkbare uren.

Hoeveel uur is een medewerker beschikbaar voor werk (exclusief vakantie, ziekte, opleiding,

etc.)?

4. Productiviteitspercentage.

Hoeveel procent van de beschikbare uren is een medewerker daadwerkelijk bezig met het

verlenen van zorg?

5. Berekenen basis uurtarief.

Op basis van de eerder ingevulde parameters wordt het basis uurtarief berekend.

Tabblad 3: Opslagen Voor het bepalen van het totale tarief is het nodig te bepalen welke opslagen op het basis uurtarief

toegevoegd worden. In dit tabblad kunt u per soort aangeven of een opslag van toepassing is.

1. Overhead.

Kies een percentage voor de overhead. Er zijn gemiddeldes beschikbaar voor zorgaanbieders,

houdt er rekening mee dat ook ZZP-ers te maken hebben met overhead (zoals kosten voor

verzekeringen).

2. Reiskosten.

Let er bij reiskosten op dat een medewerker een heen- en een terugreis heeft. De

Belastingdienst en de SVB staan €0,19 per kilometer toe als reiskostenvergoeding. De

vergoeding resulteert in een opslag per uur zorg.

3. Gebouwkosten.

Gebouwkosten bestaan uit huur/hypotheek en overige kosten. Hiervoor kunt u zelf een bedrag

invullen wat dient als opslag per uur.

4. Materiële (en overige) kosten.

Kosten voor de materialen die gebruikt worden bij de begeleiding en overige kosten (die u niet

in een andere opslag kunt verwerken). Ook hiervoor kunt u zelf een bedrag invullen als opslag

per uur.

5. Risico-opslag.

Om risico’s, zoals hogere kosten of lagere productiviteit, voor de zorgverleners te beperken. U

kunt zelf een percentage kiezen.

6. Gemiddelde groepsgrootte.

Bij groepsbegeleiding is de groepsgrootte relevant voor het berekenen van een tarief. De

gemiddelden kunt u hier invullen.

Tabblad 4: Totaal In tabblad 4 geeft u aan welke opslagen per soort pgb moeten worden meegenomen. Dit resulteert in

de tarieven per soort pgb en de percentuele aandelen van de verschillende kostencomponenten in het

tarief.