Handleiding Tutoraat Bachelor-1 2012-2013 · 2016-07-18 · Deze handleiding is vooral bedoeld als...

61
Handleiding Tutoraat Bachelor-1 2012-2013 Phil Heiligers Coördinator

Transcript of Handleiding Tutoraat Bachelor-1 2012-2013 · 2016-07-18 · Deze handleiding is vooral bedoeld als...

Handleiding Tutoraat Bachelor-1 2012-2013

Phil Heiligers Coördinator

2

INHOUD Woord vooraf 4 Tutoraat in het eerste bachelorjaar 5 Algemeen 5 Doel tutoraat, profiel tutor en tijdpad 6 Doel en opzet tutoraat 6

Profiel tutor 7 Trainingen voor tutoren 8 Tijdpad Tutoraat 9

Bemensing en taken tutoraat 12 Bemensing 12 Taken 12 Veel voorkomende problemen 12 Bindend studieadvies 12 Successen en bloopers-CV 13 Academische vaardigheden 14 Nuttige en nodige adressen 16 A. Studieadviseurs 16 B. Centrum Studiekeuze Utrecht 17 C. Studentenservice 17 D. Het COLU 18 Regels Studiefinciering 21

Voor het eerst studiefinanciering ontvangen… 21 Geen einddiploma? 21 Stoppen binnen 5 maanden: de 1 februariregel 22 Wanneer wordt studiefinanciering ontvangen? 22

Opbouw eerste bachelorjaar 23 De bijeenkomsten in het eerste bachelorjaar 24 Bijeenkomst 1:kennismaking (ochtend)in de FI-week tutoren 25 Bijeenkomst 2: uitleg Tutoraat (facultatief,

aansluitend bij College) 26 September tot november: Individuele gesprekken 28 Bijlage: Vragenlijst Waarom Psychologie? 29

Bijeenkomst 3: evaluatie 1e blok 31 Tussentijdse evaluatie voor tutoren 33

3

Bijeenkomst 4 : januari 34 Oriëntatie en informatiemiddag 34

Feedbackgroepjes: nabespreking 34 De vragen voor de kerstopdracht 35 Individueel gesprek: maart 36

Voorbereiding voorlichting studiepadkeuze 37 Taken van de tutor 37 Doelen voor feedbackgroepen 37 Tips om de keuze te bepalen 37 Informatie over registratie-eisen 39 De dossierinhoud 40 Voorbeeldexemplaar dossier 41 BIJLAGE 1 48 Folder extra informatie 48 BIJLAGE 2 Aanvullende Reflectieoefeningen 50 Imaginatiemethode 50 Brainstormreflectie 50 Overzicht reflectietools.nl 52 Theorie gebaseerd op Korthage en Lagerwerf 54

Artikel van Lida Nijgh Reflecteren en zelfreflectie (2006) 57

4

WOORD VOORAF Sinds de invoering van het Bachelor-Master systeem (2002) hebben studenten een

grotere vrijheid gekregen om de eigen ontwikkeling vorm te geven. Daarom wordt er in het tutoraat veel aandacht besteed aan de advisering en ondersteuning bij de keuzes en reflectie op de eigen voorkeuren en capaciteiten.

Met ingang van het studiejaar 2004-2005 werd in de Bacheloropleiding Psychologie een bindend studieadvies (BSA) aan het einde van het eerste studiejaar ingevoerd. Een goed werkend tutoraat en tijdige informatie over de consequenties van een mogelijk negatief bindend studieadvies is een belangrijke voorwaarde om een BSA te kunnen invoeren. Met ingang van komend studiejaar (2012-2013) is het aantal te behalen studiepunten verhoogd. Het Bindend Studie Advies is van belang voor studenten die in hun eerste studiejaar minder dan 45 studiepunten halen. Dit vereist extra aandacht voor het volgen van de individuele studievorderingen. Studieachterstand moet tijdig worden gesignaleerd en hulp moet worden geboden bij het maken van een goede planning om de achterstand weg te werken. In 2004-2005 werd een extra reflectiemoment ingevoerd in het tutoraat door het aanbod van een werkveldoriëntatie aan eerstejaars in januari. De bedoeling is dat iedere eerstejaars zou reflecteren op de keuze voor Psychologie met de centrale vraag: “is dit de studie die bij me past?” Deze handleiding is vooral bedoeld als ondersteuning voor de tutoren. Elke tutor zal zeker in het eerste blok, maar vaak nog langer in het eerste jaar tevens de begeleidende docent zijn. Op deze wijze komen studenten in het begin van de studie op verschillende plekken dezelfde persoon tegen: de docent is ook hun tutor. Op enkele momenten in het jaar zullen tutoren studenten vanuit hun tutor-rol benaderen, die op verschillende punten wezenlijk anders is als de rol van docent. In deze handleiding zal daarom ingegaan worden op:

• de rol van de tutor, • informatie die een tutor nodig heeft, • een programma waarin tutoraatbijeenkomsten beschreven worden.

Veel succes! Phil Heiligers

5

TUTORAAT IN HET EERSTE BACHELORJAAR Algemeen Het Tutoraat is in het eerste jaar gericht op begeleiding bij de overgang van het VWO naar het WO, het bevorderen van de studievaardigheden en een goede studieplanning, het monitoren van de studievoortgang, het begeleiden van reflectiemomenten en -opdrachten en het kiezen van het geschikte studiepad. De bijeenkomsten en afspraken van het Tutoraat lopen meestal naast de verplichte vakken, maar de activiteiten sluiten wel aan bij het eerstejaarsprogramma. De tutor is daarbij het vaste aanspreekpunt voor de student. Voor het studiejaar 2012-2013 worden studenten al in de Facultaire Introductieweek binnen een College in hun vaste werkgroep ingedeeld. Dat wil zeggen, dat de groepsindeling geldt voor het hele eerste jaar, zowel voor de onderwijsgroepen als voor de tutorgroep. En vier (of vijf) groepen bij elkaar vormen samen een College. Voordeel van deze vaste groepsindeling is, dat voor de studenten de start van de studie overzichtelijker is: zowel de leden van de groep blijven hetzelfde, terwijl ook dezelfde persoon hun docent en tutor is. Het streven naar kleinschaligheid en het bevorderen van een grotere betrokkenheid is op deze manier ingevuld. Dezelfde docenten zullen, zoveel als mogelijk is, gedurende het eerste studiejaar het tutoraat blijven verzorgen en houden van iedere student een dossier bij (zie de bijlagen).

6

Doel tutoraat, profiel tutor en tijdpad Doel en opzet tutoraat Het tutoraat is in het eerste bachelorjaar gericht op: - het helpen van studenten bij de introductie in de opleiding, bij het vinden van een

studiehouding en -planning en het vinden van sociale aansluiting; - het verkleinen van de afstand tussen student en opleiding en bijdragen aan

wederzijds commitment; - het helpen van studenten bij de studievoortgang door het aanbieden van/verwijzen

naar elementaire studievaardigheden en door een intensieve aanpak van moeilijkheden;

- zo snel mogelijk doorverwijzen van studenten met problemen die tot studievertraging zullen leiden;

- begeleiden van reflectie-opdrachten door opdrachten aan te bieden die keuzes verhelderen en reflectie bevorderen;

- het helpen van studenten bij het maken van keuzes en indien nodig te verwijzen naar andere opleidingen (binnen of buiten de FSW);

- indien nodig het adviseren bij de keuze van een studiepad; De tutor is een vast aanspreekpunt. Concreet zijn de genoemde doelen voor de tutor als volgt te vertalen: - opbouwen van een goede verstandhouding - het monitoren van de studievoortgang - doorverwijzen van studenten - bijdragen aan de ontwikkeling van elementaire studievaardigheden - stimuleren van reflectie - advisering en ondersteuning bij keuzes. Aanpak om deze doelen te realiseren. Iedere student krijgt een individueel kennismakingsgesprek in het eerste of uiterlijk begin van het tweede blok van het jaar en bij achterblijvende prestaties een vervolggesprek in maart. In de groepsbijeenkomsten worden studenten aangezet tot zelfreflectie en wordt het te volgen studiepad in verband gebracht met de verschillende beroepsperspectieven. Studenten die niet optimaal presteren worden opnieuw uitgenodigd voor een individueel gesprek en vervolgafspraken. Dat vervolg kan ook betekenen dat de student verwezen wordt en aan bij de tutor rapporteert of de verwijzing geholpen heeft.

Wat betreft de studievoortgang is de rol van de tutor bedoeld als een soort 'eerste-lijnsvoorziening': een laagdrempelig en persoonlijk contactpunt en eerste hulp bij ongelukken. Bij grotere moeilijkheden wordt doorverwezen. Studenten die na het eerste semester 15 of minder studiepunten hebben gehaald lopen een grote kans aan het eind van het eerste jaar met minder dan 45 studiepunten te eindigen en dus een negatief studieadvies te krijgen. Degenen die in semester 1 nog geen of maar 7,5 studiepunten hebben, kunnen de studie dan niet meer voortzetten, omdat per semester maximaal 30 studiepunten te halen zijn. Studenten met precies 15 studiepunten moeten in het tweede semester alle vakken halen. Het is daarom van belang zo vroeg

7

mogelijk te signaleren welke studenten in de gevarenzone zitten en indien nodig studenten door te verwijzen. In januari ontvangen alle studenten een voorlopig advies dat een indicatie geeft van het te verwachten bindende studieadvies aan het eind van het jaar. Dit voorlopige studieadvies wordt met de studenten besproken. Vanaf maart vinden gesprekken plaats met de studenten die dreigen te weinig studiepunten te halen. Er wordt hulp geboden bij het maken van een goede planning om de achterstand weg te werken. Feedback van de tutoren of gesprekjes met tutoren worden vaker per jaar ingepland, maar niet steeds individueel, ook in kleine feedbackgroepen van 4 studenten. Argument daarvoor is, dat studenten van elkaar veel sneller argumenten overnemen dan van een tutor. Ze kunnen elkaar bovendien ook heel direct helpen tussen bijeenkomsten door. Conclusie: al in blok 1 kleine feedbackgroepen vormen. Hierbij wel instructies geven, zodat ze elkaar ook kunnen steunen als het studeren niet helemaal vlekkeloos loopt. Op de Studionsite van het Tutoraat worden zoveel mogelijk tips en informatie opgenomen, bijv. tips m.b.t. Studievaardigheden. Wat te doen als het studeren tegenvalt: bij welke mensen langsgaan met welke vraag (Studentenservice, studieadviseur, studentenpsycholoog, etc.). De tutor wijst de student op de wijze van schriftelijk rapporteren door de studenten te herinneren aan de wetenschappelijke wijze van rapporteren en het gebruik van de APA-stijl (zie ook bijlage 3 in deze handleiding) Profiel van de tutor Een goede tutor moet:

• op de eerste plaats het tutoraat zelf beschouwen als een zinvolle activiteit • op basis daarvan beschikken over een positieve uitstraling, kunnen

enthousiasmeren en motiveren • studentvriendelijk en empathisch zijn, in die zin dat hij/zij zich kan

verplaatsen in de situatie van een student die nèt aan een academische opleiding is begonnen

• tegelijkertijd duidelijk regels kunnen stellen en handhaven; hiertoe zelf stevig in de schoenen staan

• op de hoogte zijn van diverse regelingen, procedures en verwijzingsmogelijkheden zoals deze bestaan binnen de opleiding of bereid zijn zich daarvan op de hoogte te stellen

• kennis hebben van de programma-opbouw van de bacheloropleiding, zowel wat de major verplicht als het keuzedeel betreft, en van de opbouw van de studiepaden en hoe deze aansluiten bij de onderscheiden (professionele) masteropleidingen; of bereid zijn deze kennis te verwerven

• in het licht van de individuele begeleiding beschikken over de nodige gesprekstechnieken en counselingsvaardigheden

• een student kunnen prikkelen tot reflectie op de opleiding, de daarin te verwerven academische vaardigheden en kennis, de keuzes die binnen de opleiding noodzakelijk zijn, dit op basis van een door de student zelf opgestelde reflectie

• kunnen uitnodigen tot zelfreflectie en deze adequaat kunnen begeleiden

8

• in het licht van de groepsgewijze begeleiding beschikken over de vaardigheid om informatie op een aantrekkelijke wijze over te dragen en in te spelen op wat er leeft in de groep

Trainingen voor tutoren 1. In de laatste week van augustus is er voor de tutoren een voorbereidende

introductie. Tijdens die bijeenkomsten wordt aandacht besteed aan het doceren in het eerste jaar en het begeleiden van beginnende studenten. Belangrijk voor tutoren is het doorverwijzen in bepaalde situaties: studenten met een handicap en studenten die dreigen voor langere tijd uit te vallen moeten onmiddellijk worden doorverwezen naar de studieadviseurs. Dit in verband met het eventueel verkrijgen van bijzondere voorzieningen zoals aangepaste tentamenrechten, afstudeersteun of bijzondere toepassing van het bindend studieadvies.

2. In de derde week van september: op woensdag 26 september, als ondersteuning voor individuele kennismakingsgesprekken met studenten, krijgen de tutoren een training van de studentenpsycholoog van Studentenservice. Het gaat hier om de training ‘Studeer- en persoonlijke problemen’. Tijdens deze training komt aan de orde welke persoonlijke problemen en studeerproblemen een tutor kan tegen komen en wat de verwijzingsmogelijkheden zijn. Tijdens deze training kunnen eigen casussen worden ingebracht.

Innovaties in het onderwijs Zowel landelijke als lokale ontwikkelingen zijn aanleiding tot vernieuwing in het onderwijs. Komende twee jaar (2012-2014) zullen verschillende projecten lopen, die ook voor het eerstejaars onderwijs gevolgen hebben. Er wordt een praktijk-leerlijn voor het curriculum van Psychologie ontwikkeld. Doel is studenten meer kennis te laten maken met de verbinding tussen theoretische kennis, wetenschap en praktijk. Een andere ontwikkeling betreft het realiseren van 12 uur contacttijd per week tussen docent en student. In veel onderdelen van het eerste jaar voldoen we aan die eis, maar nog niet elke week. Enkele aanpassingen zullen nog gerealiseerd worden. Tenslotte zal ook Psychologie aandacht besteden aan de matching met studenten die per september 2013 Psychologie willen studeren in Utrecht. Eind juni 2013 zal dat voor de eerste keer gerealiseerd worden. Momenteel wordt de invulling ervan nog uitgewerkt. Voor tutoren zal dit betekenen dat zij in juni ook met het nieuwe cohort studenten te maken krijgen. Tot nu toe is hiervoor per tutor 16 uur in de taakstelling opgenomen. Bekeken wordt of dit aantal uren realistisch is.

9

Tijdpad tutoraat Tijdschema van activiteiten tutoraat: bijna elke maand iets Tutoraat September FI Kennismaking met je werk-/tutorgroepen in de FI-week;

intekenlijst voor individuele kennismaken; Eerste deel uitleg tutoraat

Eind september Verdere uitleg tutoraat, (eventueel) aansluitend op Collegebijeenkomst 25 en 26 september; eventueel nog een keer intekenlijst individuele kennismaking. Start individuele kennismakingsgesprekken

Oktober Verder kennismakingsgesprekken

November Eind november Feedbackgroepjes: evaluatie blok 1

December Reflectie (aanmoediging tot reflectie op eerste ervaringen

met studeren en het vak Psychologie) Januari Oriëntatiemiddag

Aandacht voor 1 februari regeling Februari

Maart Gesprekken met studenten ‘in de gevarenzone’ :

signaleringsgesprek negatief BSA April

Mei Feedbackgroepjes/plenair: gesprek over studiepad keuze,

studeren in het buitenland, honoursprogramma’s etc. Juni Studiepad voorlichting

Taak bij de matching met nieuwe cohort studenten

10

Tijdpad tutoraat met details September: Korte kennismaking van tutoren met de eigen groep in het kader van

de kennismaking in Collegeverband in de FI-week (facultaire introductie, op dinsdagochtend). Een luchtige kennismaking waarbij de tutor iets vertelt over zijn taak als tutor, het verschil met de studentmentor, en ook dat hij/zij de docent zal zijn voor de eerste vakken in de opleiding. Laat studenten ook alvast intekenen op een lijst van data en tijdstippen voor het individuele kennismakingsgesprek. Een uitvoeriger kennismaking, waarbij ook de studenten iets over zichzelf vertellen, volgt in de werkgroepen.

Eind sept.: Veel tutoren besteden bij de uitvoerige kennismaking met hun werkgroepen in de Inleiding ook aandacht aan hun rol als tutor. Vooral ook om het verschil tussen de rol als docent en tutor duidelijk te maken. Uiterlijk eind september moeten studenten goed weten waarvoor ze terechtkunnen bij hun tutor. Uiteraard mag een tutor ook een aparte bijeenkomst buiten de Inleiding organiseren, maar daarvoor moet de tutor zelf zaalruimte reserveren.

Sept.tot en met november: Individuele kennismakingsgesprekken tutoren met studenten.

Op basis van de positieve ervaringen van voorgaande jaren blijft in het begin van het studiejaar een individuele kennismaking met elke student binnen je tutorgroep gehandhaafd. Anders dan voorgaande jaren worden de gesprekken gespreid, omdat sommige studenten al vroeg vragen hebben en anderen veel minder. De tutor start al vanaf week 39 met afspraken maken. Leg een intekenlijst neer in de werkgroepen van de Inleiding Psychologie. Studenten krijgen opdracht hun vragenlijst tutoraat (zie bijlage in deze handleiding) in te vullen, als voorbereiding voor de individuele kennismaking. Zij moeten de ingevulde lijst per e-mail naar hun tutor sturen. Studenten vinden deze lijst op de tutoraatsite op Studion.

Eind november: alle tutorgroepen komen bij elkaar voor een terugblik op

1e blok Nabespreking blok 1 in kleine feedbackgroepen Tutoren organiseren binnen elke tutorgroep gesprekken in feedbackgroepjes van 4, die in week 47 of week 48 met elkaar napraten over de eerste vakken en de tentamens. Hoe ging het? Wat was moeilijk? Heeft iemand het idee dat het studeren niet lekker loopt? Hebben de anderen tips wat je daaraan kunt doen? Elke tutor spreekt met zijn/haar groepjes af, hoe de vragen vanuit de feedbackgroepjes bij hem of haar terechtkomen. De tutor kan deelnemen aan de gesprekken van de groepjes, of vragen om een kort verslagje met de concrete vragen. In elk geval neemt de tutor contact op met degenen die het minder goed gedaan hebben in het eerste blok (de tutor krijgt eind

11

november inzage in overzichten van de cijferlijsten van de eerste twee vakken). Op Studion staan studeertips en personen en cursussen/workshops, waar studenten terechtkunnen met verschillende studeervragen. De tutor zorgt ervoor dat degenen die vragen hebben die informatie krijgen.

Januari: Beroepenoriëntatiemiddag op woensdag 9 januari 13.00-18.00 door

opleiding psychologie, met als doel reflectie op de keuze voor psychologie: doorgaan of stoppen. De oriëntatiemiddag is een beroepenmarkt, waar zowel docenten van de opleiding als mensen uit de praktijk over de verschillende richtingen in de psychologie. Tutoren organiseren in de week na de markt, maar in elk geval vóór 1 februari gesprekken in de feedbackgroepjes van 4 studenten. Ook wijzen zij via e-mail alle studenten op de 1 februariregeling en de langstudeerdersboete (zie Regels financiering, p.23 in deze handleiding).

Maart: Tutoren voeren individuele gesprekken met studenten die 15 of

minder studiepunten hebben gehaald in semester 1. Tutoren kunnen ervoor kiezen ook in deze fase de feedbackgroepjes bij elkaar te roepen, maar een signalerend gesprek met degenen die een negatief bindend advies dreigen te krijgen, is in elk geval noodzakelijk.

NB! Dit jaar worden voor het eerst ook studenten benaderd die maar twee vakken gehaald hebben, omdat zij in het tweede semester ALLE vakken moeten halen, willen zij voldoen aan de BSA van 45 studiepunten. In voorgaande jaren werden alleen studenten die minder dan 15 studiepunten haalden benaderd.

Mei: Feedbackgroepjes van 4 studenten komen bij elkaar en krijgen een

ondersteunende opdracht als voorbereiding om samen over de studiepadkeuze te praten. De tutor spreekt weer af op welke wijze de informatie met hem/haar wordt doorgenomen: de tutor is aanwezig bij de gesprekken, of de tutor krijgt verslag. De tutor krijgt in elk geval per feedbackgroepje een lijstje van de 4 leden met hun voorkeur voor een studiepadkeuze (of de vermelding: nog geen keuze gemaakt).

Juni: Studiepadvoorlichting door de opleiding, in feite door de

studiepadcoördinatoren. Die voorlichting is elk jaar op de eerste dinsdag in juni (de 4de).

De tutoren geven aan op welke dag(en) zij in de laatste 2 weken van juni nog bereikbaar zijn voor vragen over het studiepad.

Tutoren krijgen ook een taak in de matching met studenten van

het nieuwe cohort 2013-2014. Juni-november: tutoren blijven nog aanspreekbaar voor hun studenten tot zij in

november aan het studiepad beginnen (geef aan hoe je als tutor te bereiken bent).

12

Bemensing en taken van Tutoraat Bemensing 1 Coördinator Tutoraat . 11 -12 tutoren, ingedeeld in één van de Colleges. Taken 1.Coördinator Tutoraat zorgt voor: - de algemene bijeenkomsten voor tutoren : -eind augustus: informatiebijeenkomst over programma -3e week september: informatie tbv. individuele gesprekken (door

Studenten Service) -afstemming over de beroepenoriëntatiemiddag in januari -eind juni: evaluatie - de handleiding tutoraat met informatie voor moeilijke situaties/studenten en

doorverwijzingen

2. Tutoren zorgen voor: - tutoraatbijeenkomsten eerste jaar zoals aangegeven in het tijdpad - zijn aanwezig bij de activiteiten in de Colleges Veel voorkomende problemen bij studenten Er zijn veel soorten problemen die tot achterstand kunnen leiden. Ze zijn ruwweg als volgt onder te brengen: - problemen met plannen (te weinig/te veel/te onregelmatig tijd investeren) - problemen met overzicht op de stof (geen zicht op leerdoelen en op hoofd- en

bijzaken) - problemen met tentamen doen/opdrachten maken (faalangst, vragen slecht lezen,

slecht formuleren) - problemen met motivatie en keuze (is dit wat ik wil?) - problemen van persoonlijke aard (thuissituatie, relatie, sociale contacten) Aan sommige van deze problemen is snel wat te doen. Zo kan bijvoorbeeld laten tijdschrijven helpen bij planningsmoeilijkheden of kunnen tips over hoe te lezen en hoe samen te vatten studenten helpen bij het krijgen van overzicht. In de groepsbijeenkomsten in september komen deze onderwerpen aan de orde. Ook kunnen studenten worden doorverwezen naar cursussen van SSC of COLU (voorheen IVLOS). Bij problemen van persoonlijke aard is doorverwijzing naar de studieadviseurs op zijn plaats. Als studenten door een psychisch of fysiek probleem achterstand oplopen is aanmelding bij de studieadviseurs i.v.m. financiële regelingen, tentamenregelingen en regelingen betreffende de toepassing van het bindend studieadvies beslist noodzakelijk. Bindend Studie Advies (BSA) Met ingang van het studiejaar 2012-2013 worden de eisen in verband met het bindend studieadvies (BSA) verhoogd: aan het eind van het eerste jaar moet de student 45 studiepunten behaald hebben.

13

Aan het einde van zowel het eerste als het tweede semester van het eerste studiejaar krijgt de student op basis van de behaalde resultaten een officieel advies over voort- of stopzetting van de studie. Wie het volledige eerstejaarsprogramma van verplichte majoronderdelen succesvol afrondt (60 studiepunten) krijgt vanzelfsprekend een positief advies. Elke niet voltooide cursus leidt tot studieachterstand en gebrek aan kennis of vaardigheid die voorondersteld wordt in de vervolgcursussen. Voor wie meer dan twee cursussen van het eerstejaarsprogramma niet weet te voltooien, wordt de studieachterstand te groot. Om die reden krijgt een student een negatief studieadvies indien

in het eerste studiejaar minder dan 45 studiepunten van de eerstejaarscursussen in het verplichte programma van de Major Psychologie zijn gerealiseerd

Het eerste advies in januari geeft de student de mogelijkheid om op basis van de behaalde resultaten de studiekeuze te heroverwegen en de studie eventueel te staken. Dit advies geeft een indruk van de prestatie die de opleiding van de studenten verwacht: bij het huidige prestatieniveau is dit het advies dat je aan het einde van het jaar kunt verwachten. Een negatief advies aan het einde van het tweede semester heeft een bindend karakter. Bij een negatief advies kan de student zich in de volgende vier jaar niet meer inschrijven voor de studie psychologie aan de Universiteit Utrecht. Successen en bloopers-CV Elke nieuwe student wordt in het kader van de bacheloropleiding gestimuleerd om een successen en bloopers-CV bij te houden. Het CV is geen tentameneis, maar de opdrachten in het eerste jaar zijn wel handig als voorbereiding voor gesprekken en bijeenkomsten in het tutoraat. Het CV is bedoeld om - gemaakte keuzes en studievoortgang vast te leggen: weten wat je wilt, loopt alles

goed? - persoonlijke ontwikkeling en reflectie te bevorderen: waar moet je extra op letten

(sterke en zwakke punten) - verworven academische vaardigheden bij te houden (zie lijst Academische

vaardigheden op Studion onder Course documents. Aan de hand van drie opdrachten kunnen studenten hun Successen en Bloopers-CV invullen. Die opdrachten zijn geconcentreerd op drie momenten: 1. de persoonlijke introductie (opdracht 1).

Tijdens de introductieweek is de studenten verzocht om een antwoord te formuleren op de vraag ‘waarom psychologie?’ en dit antwoord op te nemen in de Persoonlijke Introductie. Vervolgens wordt de studenten aangeraden om aan de hand van een vragenlijst die naar het kennismakingsgesprek met de studieloopbaanbegeleider wordt meegenomen, de Persoonlijke Introductie in het persoonlijke CV verder aan te vullen. (Deze opdracht wordt door studenten in september uitgevoerd).

2.een reflectie op de studiekeuze. Als voorbereiding op de oriëntatiemiddag in januari wordt de studenten gevraagd om een reflectie op de eigen studiekeuze te schrijven (kerstopdracht) en dit document op te nemen in het persoonlijke CV.

3.een reflectie op de studiepad-keuze.

14

De studenten wordt gevraagd om een beargumenteerde studiepad-keuze op papier te zetten en dit document mee te nemen naar het eindgesprek van het tutoraat van het eerste bachelorjaar (subgroepje van 4). De tutor verzoekt de student deze tekst ook in het persoonlijke CV te plaatsen.

De onderstaande toelichting op academische vaardigheden wordt ook op Studion geplaatst voor Studenten (Course Documents), deze lijst kunnen zij raadplegen als ze reflecteren op hun eigen voortgang in het eerste jaar. Academische vaardigheden Bij de opleiding psychologie gebruiken we een handleiding Academische vaardigheden die ondersteuning biedt bij taken die studenten tijdens de studie opgedragen krijgt. Die handleiding staat op Studion: bij het tutoraat en bij alle psychologievakken in het eerste jaar. Bij elk vak worden opdrachten gegeven, soms een schrijfopdracht, dan weer een presentatie of een onderzoeksverslag. De instructies bij een opdracht worden uiteraard opgevolgd en de handleiding Academische vaardigheden is daarbij een extra hulpmiddel. Naast de handleiding hebben we een feedbackformulier, dat bij opdrachten van elk nieuw onderdeel door studenten ingevuld wordt. Het is de bedoeling dat een student de feedback van elk vak verzamelt en bij een nieuw vak zich dan afvraagt welke vaardigheden goed gaan en welke nog verbetering vragen. Op die manier hebben de student en docenten een goed beeld over de voortgang in academische vaardigheden. Toelichting Academische vaardigheden De universitaire richtlijn Onderwijs UU spreekt van academische vorming oftewel van competenties. Artikel 6 luidt:

Onder academische vorming wordt verstaan het ontwikkelen van competenties (kennis, vaardigheden en attitudes) ten aanzien van: a) academisch denken, handelen en communiceren; b) hanteren van relevant wetenschappelijk instrumentarium; c) (wetenschappelijk) communiceren in de eigen en in tenminste één vreemde taal; d) hanteren van specifieke kennis van een vakgebied in een bredere context. De major bevat cursussen waarin de context van de discipline aan de orde komt. In alle cursussen worden studenten ook op academische vorming getoetst. Iedere student stelt tijdens de bachelorfase een portfolio samen waaruit de omvang en het niveau van academische vorming blijkt.

De belangrijkste algemene, academische vaardigheden zijn als volgt gedefinieerd: basisvaardigheden (geïntegreerd in cursussen en opdrachten): - Nederlands - Engels - ICT: gebruiken van informatie- en communicatietechnologie academisch denkniveau en wetenschappelijk onderzoek (systematische oefening en toetsing): - searchen: systematisch verzamelen van informatie en publicaties - analyseren: kritisch bestuderen en analyseren van theorieën, bevindingen en

beweringen - ontwerpen: ontwikkelen van een standpunt, model of aanpak (conceptualiseren,

structureren, synthetiseren) - onderzoeken: beoordelen van onderzoek en zelf opzetten en uitvoeren van en

rapporteren over onderzoek

15

sociaal-communicatieve vaardigheden (systematische oefening en toetsing): - mondeling presenteren - discussiëren - schrijven (diverse typen tekst) - beoordelen: beoordelen van activiteiten en prestaties van anderen en zichzelf

(peer- en self-assessment) sociaal-organisatorische vaardigheden (aandacht in cursussen, begeleiding en portfolio): - plannen en organiseren - samenwerken metacognitieve vaardigheden: - reflecteren op eigen functioneren als academicus - bewustzijn ten aanzien van de specifieke verantwoordelijkheden van de

psycholoog in relatie tot andere mensen - maken van loopbaankeuzes Binnen de opleiding wordt een systematisch curriculum voor academische vaardigheden ontwikkeld. Het oefenen met verschillende academische vaardigheden gebeurt binnen cursussen en werkgroepen. De vaardigheden die per cursus aan bod komen zijn te vinden in de studiegids en/of de cursushandleiding. De verschillende niveaus van cursussen en academische vaardigheden zijn als volgt te karakteriseren: niveau 1: inleidend cursus: brede introductie in vakgebied: aanleren taal van het vak,

basisbegrippen, introductie in fundamentele concepten, aanreiken referentiekader.

ac. vorming: instructie in en kleinschalige oefening van academische vaardigheden, kennismaking met context aspecten van het vak.

niveau 2 : verdiepend cursus: inzoomen op deelgebieden, state of the art m.b.t. kennis/inzichten,

lopende wetenschappelijke debatten, aanleren specifieke methoden en technieken.

ac. vorming: zelfstandig mondeling en schriftelijk presenteren, eigen reflectie op maatschappelijke/filosofische/ethische implicaties.

niveau 3: gevorderd cursus: integreren/synthetiseren: voorspellen op basis van theorie,

theorievorming op basis van onderzoeksgegevens, eigen bijdrage aan conceptual framework.

ac. vorming: eigen bijdrage aan vraagstelling, in samenhang evalueren van wetenschappelijke informatie over hetzelfde onderwerp uit verschillende bronnen en bovendien vanuit verschillende wetenschappelijke theorieën en perspectieven.

16

NUTTIGE EN NODIGE ADRESSEN Studenten die door overmacht (ziekte, bijzondere familieomstandigheden, zwangerschap, handicap of chronische ziekte) meer dan een maand studievertraging oplopen moeten worden doorgestuurd naar de studieadviseurs in verband met een mogelijk recht op financiële ondersteuning, eventuele speciale tentamenregelingen en/of bijzondere toepassing van het bindend studieadvies. De melding van vertraging moet zo snel mogelijk bij de studieadviseurs geregistreerd worden omdat een voorwaarde voor het toepassen van bijzondere regelingen is dat de vertraging tijdig is gemeld: druk daarom je studenten op het hart dat zij zich altijd onmiddellijk bij jou melden indien zich calamiteiten voordoen en vertraging opgelopen wordt, en stuur ze door naar de studieadviseurs als je denkt dat ze in aanmerking komen voor bovengenoemde regelingen.

A. Studieadviseurs Studieadviseurs Gusta Bouman kamer G123 Psychologie, Sociologie,

Onderwijsk. (klachten)(ma t/m do) Caroline Smulders kamer G123 Psychologie (ma, di, do, vr) Paul Appel kamer G121 Pedagogiek, gehandicapte studenten,

Chronisch zieke studenten en topsporters

Marianne Habraken kamer G117 Culturele antropologie, buitenlandse studenten Silvia Bouwens kamer G117 ASW, gehandicapte en chronisch zieke studenten inloopspreekuur: kamer G119 in het Marinus J. Langeveldgebouw

maandag tot en met donderdag 11.00 - 12.30 uur en 13.00 - 15.00 uur

telefonisch spreekuur: 030-2534876 maandag tot en met vrijdag 11.00 - 12.30 uur

e-mail studieadviseurs: [email protected]

afspraken: via 030-2534949 van het Studiepunt FSW of via de balie van het Studiepunt. Afspraakmogelijkheden zijn verspreid over de week, een half uur per afspraak Let op: Er vindt een verhuizing plaats, de bovengenoemde kamers kunnen niet meer accuraat zijn. E-mail voor de zekerheid de studieadviseurs voor een afspraak. Bijzondere gevallen Studenten krijgen bij het inschrijfpakket een brief en formulier thuisgestuurd waarbij ze verzocht worden aan te geven of ze een handicap/functiebeperking dan wel chronische ziekte hebben. Deze studenten worden vervolgens door Paul Appel en Silvia Bouwens opgeroepen om een aantal zaken door te spreken. In dit gesprek worden ook de eventuele aanpassingen/voorzieningen besproken die vervolgens in een contract worden vastgelegd (dit wordt ondertekend door de opleidingsdirecteur en de student). Dit contract kunnen ze gedurende de hele studie gebruiken en voorleggen aan de persoon die de aanpassingen regelt.

17

Denk hierbij bijvoorbeeld aan: - flexibele omgang aanwezigheidsplicht - half uur extra tentamentijd

Mocht een student zich melden die nog geen contact heeft gehad (of geen contract heeft met aanpassingen terwijl dit volgens jou wel zou moeten) met Paul Appel dan wel Silvia Bouwens, zo spoedig mogelijk doorsturen. Studenten die aangeven topsport status te hebben en nog geen regeling getroffen hebben dienen zich zo spoedig mogelijk te melden bij Paul Appel. Studenten die een uitzondering op de inspanningsverplichting willen vragen omdat zij ziek zijn, begrafenissen of bruiloften hebben en daardoor niet aanwezig kunnen zijn kunnen ook om deelname aan de aanvullende toets of andere mogelijkheden verzoeken bij de opleiding. Deze studenten kunnen schriftelijk een met redenen omkleed verzoek richten aan: de directeur van het Onderwijsinstituut Psychologie Langeveldgebouw Heidelberglaan 1 3584 CS Utrecht en deze brief afgeven op het onderwijssecretariaat (Langeveldgebouw kamer E204). Het is wenselijk dat studenten eerst naar de studieadviseur gaan of deze in het verzoek betrekken. Vaak wordt de studieadviseur ook om advies gevraagd. Studenten met studieproblemen kunnen ook worden doorgestuurd naar een bepaalde cursus die is toegesneden op bepaalde problemen. Studentenservice en het IVLOS bieden verschillende cursussen aan. Hieronder een overzicht.

B. Centrum Studiekeuze Utrecht

Dit centrum ondersteunt studenten bij het kiezen van een (andere) studie voor en tijdens de studie. Het centrum heeft de mogelijkheid verschillende testen af te nemen. Studenten kunnen er bijvoorbeeld een interessetest doen, maar ook capaciteitentesten, leerstijlen- en motivatietesten en persoonlijkheidsvragenlijsten. Zie voor meer informatie: www.centrumstudiekeuze.nl Let op: Vanaf 5 december 2012 verhuist het Centrum Studiekeuze naar het Centrumgebouw Noord.

C. Studentenservice

Via de volgende site vind je alle trainingen die het Studentenservice voor studenten aanbiedt: http://www.uu.nl/NL/Informatie/studenten/studentbegeleiding/Trainingen2/Pages/weergave.aspx Thematisch aanbod

• Studievaardigheden • Studeerproblemen • Persoonlijke problemen • Taalcursus • Wiskunde en Statistiek • Arbeidsmarkt • Studiekeuze

18

D. Het Centrum voor onderwijs en leren

Locatie Heidelberglaan 1 (kamer 302), 3584 CS Utrecht. Postadres: Postbus 80127, 3508 TC Utrecht Contact secretariaat Telefoon: 030-253 3400 E-mail: [email protected] Website: http://www.uu.nl/NL/col/Pages/default.aspx Inloopspreekuur Voor studenten uit het hoger onderwijs biedt het Centrum voor Onderwijs en Leren verschillende cursussen, workshops en individuele trajecten aan die gericht zijn op het ontwikkelen of optimaliseren van academische vaardigheden.

Voor vragen, advies of informatie over het aanbod kun je als student langskomen op het wekelijkse spreekuur. Wanneer: elke dinsdag van 15.30 - 16.30 uur Waar: kamer E337, 3e verdieping Martinus J. Langeveldgebouw. (I.v.m. de vakantie is er geen inloopspreekuur van 10 juli t/m 4 september. De eerstvolgende is op 11 september).

Aanbod Academische Vaardigheden voor studenten Thematisch aanbod

• Academisch leren • Mondeling presenteren • Onderzoeksopzet maken • Studeren met dyslexie • Timemanagement • Wetenschappelijk schrijven

Trainingen relevant voor eerstejaars Psychologie

Trainingen relevant voor eerstejaars Psychologie 1. Wetenschappelijk schrijven Leren een goed gestructureerde en helder geformuleerde tekst te schrijven.

Cursus wetenschappelijk schrijven donderdag 13 september (10.00-12.30), 20 september en 4 oktober 2012 (10.00-13.00) maandag 19 november (17.00-19.30), 26 november en 10 december 2012 (17.00-20.00) Workshop wetenschappelijk schrijven maandag 8 oktober 2012 van 13.00-17.00 uur.

19

Houd de website in de gaten voor nieuwe data of neem contact op met het secretariaat.

Kosten: cursus: € 90,-; workshop: € 50,-

2. Timemanagement Realistisch plannen om uitstelgedrag aan te pakken en meer grip te krijgen op je studeergedrag. Cursus timemanagement en studeren dinsdag 2, 9, 23 en 30 oktober 2012 van 13.00-15.30 uur. donderdag 15, 22, 29 november en 13 december 2012 van 13.30-16.00 uur. Workshop timemanagement en studeren dinsdag 18 september 2012 van 9.30-12.30 uur. maandag 22 oktober 2012 van 13.00-16.00 uur. maandag 19 november 2012 van 13.00-16.00 uur. dinsdag 18 december 2012 van 9.30-12.30 uur. Kosten: cursus: € 65,- workshop: € 35,- 3. Academisch Leren Effectiever en efficiënter studeren om tot betere resultaten te komen. Cursus Academisch Leren woensdag 12, 19 en 26 september 2012, 10.00-12.00 dinsdag 9, 16 en 23 oktober 2012, 13.00-15.00 donderdag 1, 8 en 15 november 2012, 10.00-12.00 woensdag 4, 11 en 18 december 2012, 10.00-12.00 Tentamenworkshop dinsdag 30 oktober 2012, 10.00-13.00 Kosten: cursus: € 65,-; workshop: € 35,-

20

REGELS STUDIEFINANCIERING Voor het eerst studiefinanciering ontvangen voor hbo of universiteit in 2011-2012 of later Studiefinanciering wordt soberder Het kabinet is van plan flink te bezuinigen (let wel dat in september er een nieuw kabinet komt met mogelijke nieuwe plannen). Op dit moment is het plan om met ingang van januari 2013 het recht op OV-kaart ook in te korten naar 5 jaar (bachelor + 1-jarige master) of 6 jaar (bachelor + 2-jarige master). Het is belangrijk om de ontwikkelingen in de gaten te houden. Via www.uu.nl/studenten -> geldzaken -> studiefinanciering kun je eventuele veranderingen of regels nalezen. De regels zijn voor jou op dit moment als volgt. Je valt onder de prestatiebeurs. Je ontvangt de studiefinanciering eerst als rentedragende lening. Alleen als je een einddiploma in het hoger onderwijs haalt binnen 10 jaar, wordt je prestatiebeurs omgezet in een gift waarbij de rente wordt kwijtgescholden. De diplomatermijn van 10 jaar wordt gerekend vanaf de 1ste maand studiefinanciering in het hoger onderwijs. De prestatiebeurs bestaat uit: een basisbeurs, een OV-chipkaart en eventueel een aanvullende beurs. Daarnaast kun je nog rentedragend lenen, maar deze lening wordt nooit een gift. Dit geldt ook voor de lening die je nog 3 jaar kunt ontvangen na je prestatiebeurs. Als einddiploma geldt: een wo-masterdiploma, een (post)doctoraal, een hbo-bachelordiploma of ander hbo-einddiploma. Heb je een wo-bachelordiploma gehaald en wil je niet verder studeren? Dan kun je de DUO vragen om dit diploma als einddiploma aan te merken. Het einddiploma hoeft niet van de opleiding te zijn waarmee je startte. Geen einddiploma? Haal je geen einddiploma binnen 10 jaar dan moet je:

o De ontvangen basisbeurs – met rente – terugbetalen o Een vergoeding betalen over alle maanden dat je een OV-chipkaart in je bezit

had (dus ook bij een lening of nullening). Voor het jaar 2011 is dat € 82,34 per maand.

o De ontvangen aanvullende beurs – met rente – terugbetalen. Alleen de aanvullende beurs die je eventueel tijdens de eerste 12 maanden studiefinanciering ontving hoef je niet te terug te betalen; die ontving je al meteen als een gift. Voor de overige maanden is bovendien bij een laag inkomen (gedeeltelijke) kwijtschelding mogelijk

o De ontvangen rentedragende lening terugbetalen. Deze lening moet je altijd (met rente) terugbetalen, dus ook als je wèl een einddiploma haalt binnen 10 jaar.

21

Stoppen binnen 5 maanden: de 1-februari-regeling Bevalt je studie je niet, of heb je tegenvallende studieprestaties? Misschien verwacht je niet dat je binnen 10 jaar een einddiploma in het hoger onderwijs zult halen, waardoor je prestatiebeurs een lening blijft. In het studiejaar waarin je voor het eerst studiefinanciering ontvangt voor een opleiding in het hoger onderwijs, kun je gebruik maken van de 1-februari-regeling. Je krijgt dan de eerste maanden prestatiebeurs, inclusief je OV-chipkaart, omgezet in een gift (maximaal 5 maanden). Wat moet je doen? Zet uiterlijk per 1 februari je studiefinanciering stop en lever je OV-chipkaart in. Voorwaarde is wel dat je in datzelfde studiejaar geen studiefinanciering meer ontvangt voor het hoger onderwijs. Uiteraard gaan de maanden studiefinanciering die je ontvangen hebt wel af van je totaal aan studiefinancieringsrechten. Als je gebruik maakt van de 1-februari-regeling hoef je niet perse met je studie te stoppen, je mag ingeschreven blijven staan. Het criterium is: stopzetten van je studiefinanciering. Wanneer wordt studiefinanciering ontvangen? Hoeveel maanden rentedragende prestatielening worden omgezet in een gift is afhankelijk van het diploma. Bij het behalen van een wo-masterdiploma, bestaande uit een 3-jarige bachelor en een 1-jarig masteropleiding, ontvang je maximaal 48 maanden prestatiebeurs als een gift. Bij een 2- jarig masterdiploma is dit maximaal 60 maanden. Vraag je DUO je wo-bachelordiploma als einddiploma te zien dan krijg je maximaal 36 maanden als gift.

22

OPBOUW EERSTE BACHELORJAAR Om de studenten adequaat te kunnen begeleiden moet je als tutor de structuur van het studiejaar kennen. Hier is een beknopt overzicht: 1. het jaar is opgedeeld in twee semesters 2. ieder semester bestaat uit twee blokken 3. per blok worden twee cursussen aangeboden 4. iedere cursus heeft een omvang van 7,5 TS Zie de www.uu.nl/psychologie voor de inhoud van de cursussen. Eerste studiejaar (2011-2012)

semester 1 semester 2 blok 1 blok 2 blok 3 blok 4

Inleiding Psychologie Biologische Grondslagen

M&S2 Persoonlijkheidsleer

M&S 1 Functieleer Ontwikkelingspsychologie

Sociale Psychologie

De gehele basisfase van het bachelorprogramma (dit deel van de studie heet officieel ‘major verplicht’) beslaat 2,5 semester oftewel 5 blokken en heeft een omvang van 75 studiepunten. Voor alle duidelijkheid volgt hieronder ook het programma van het eerste blok van het 2e jaar. Tweede studiejaar (2012-2013)

semester 1 blok 1

Psychopathologie Diagnostiek + Testtheorie

Inleiding A&O-psychologie

In het tweede jaar staat in het tweedeblok het onderwijs van de verschillende studiepaden. De studiepaden (officieel ‘major keuze’) kennen een verplicht programma met een omvang van 60 studiepunten terwijl de student ook een profileringsruimte met een omvang van 45 studiepunten dient in te vullen. (Zie voor een uitgebreide beschrijving van het totale bachelorprogramma de site).

* Deze informatie kan nog wijzigen. Hou de website goed in de gaten! Voor vragen kun je terecht bij het Studiepunt (1e etage, Langeveld gebouw, naast het computerlandschap), je tutor of studieadviseur.

23

BIJEENKOMSTEN VAN TUTORAAT

IN HET EERSTE BACHELORJAAR

24

Bijeenkomst 1: (dinsdagochtend) in FI-week: Kennismaken tutoren met hun groepen in het kader van de Colleges (week 36) Kennismaking tijdens Kennismaking Colleges Op de eerste dag van de Facultaire Introductieweek (dinsdagochtend maken de tutoren kennis met hun groep(en).Dit is onderdeel van de kennismaking met de Colleges, waarin het Collegehoofd ook uitleg geeft over de activiteiten die studenten zelf kunnen organiseren binnen hun College). Het Collegehoofd legt uit wat Colleges zijn en hoe studenten daaraan bijdragen. Van elke werkgroep worden 2 personen als contact persoon benoemd voor de Colleges. De tutor maakt heel kort kennismaken, later in de werkgroepen is daar meer tijd voor. De tutor: - stelt zichzelf voor, - geeft het eigen e-mailadres, - vertelt over zijn/haar taak als tutor, - vertelt over het verschil met de studentmentor, - vertelt dat hij de docent zal zijn voor de eerste vakken, - legt uit dat in volgende bijeenkomsten in september (College- en tutorbijeenkomst,

werkgroepen Inleiding) meer tijd zal zijn om kennis te maken, - geeft aan dat er een Studionsite is met veel informatie, ook als je vragen hebt over de

studie. Laat studenten al intekenen op een lijst voor de individuele kennismakingsgesprekken.

25

Bijeenkomst 2: (Eventueel)aansluitend aan de Collegebijeenkomst nog nadere toelichting over het tutoraat (week 39: 25, 26, september)**

I. In tutorgroepen voorafgaand aan Collegebijeenkomst **Deze bijeenkomst in tutorgroepen is alleen nog nodig als de tutor niet al eerder tijdens een werkgroep of in de FI-week verteld heeft over het tutoraat. Vaak is dat wel al gebeurd. Kijk naar onderstaande punten om na te gaan of je alles al verteld hebt!! Is dat al gebeurd, dan is deze extra bijeenkomst eind september niet nodig. Wil je beide tutorgroepen spreken, dan kun je bijvoorbeeld voorafgaand aan de Collegebijeenkomst met elk van je tutorgroepen een afspraak maken. Doe je dat voor vijf uur dan moet je wel een zaal reserveren. Na vijf uur zijn meestal wel lege zalen te vinden. Zoek een zaal die niet te ver van de zaal met de Collegebijeenkomst vandaan ligt. Uitleg over het tutoraat (ongeveer 20 minuten) Doel van de uitleg over het tutoraat: (loop de onderstaande punten langs en geef studenten informatie over het tutoraat, voorzover ze dat nog niet weten, maar herhaling kan ook geen kwaad) - studenten weten na afloop wat een College is, wie het Collegehoofd is, wat het Tutoraat is

en wie hun Tutor is - alle bijeenkomsten in het programma van Colleges en Tutoraat (die vastgesteld zijn in dit

programma) zijn verplicht - studenten kennen globaal het verplichte programma van Colleges en Tutoraat (tot en met

beroepenmiddag in januari) - studenten hebben zich georiënteerd op mogelijke college-activiteiten - zij weten dat zij problemen die tot studievertraging leiden onmiddellijk moeten melden en

tot wie zij zich moeten wenden - de studenten hebben enige kennis omtrent elkaars motivatie voor de studie psychologie - studenten - de studenten worden van meet af aan gestimuleerd om aan een Succes- en bloopers-CV te

werken, elke student stuurt direct na bijeenkomst 2 de ingevulde vragenlijst (Bijlage bij bijeenkomst 2)naar de eigen.

- studenten worden in kleine groepjes van 4 ingedeeld: dit wordt het komende jaar hun feedbackgroepje, waarmee ze op belangrijke keuzemomenten bij elkaar zullen komen om aan de hand van opdrachten over de keuzen van vakken of studiepad na te denken.(bekijk op dat moment als tutor of je studenten zelf groepjes laat vormen, of dat jij de indeling maakt).

Informatie die de tutor geeft over het tutoraat in Bachelor 1 1. De studenten zullen een aantal keren door hun tutor worden uitgenodigd voor een bijeenkomst, vaak met opdrachten voor kleine groepjes of individueel gesprek 2. De tutor geeft bij iedere uitnodiging aan welke voorbereiding van de student wordt verwacht 3. Bij problemen van welke aard dan ook is het dringend gewenst dat de student zelf het initiatief tot een gesprek neemt. Studenten die door overmacht (ziekte, bijzondere familieomstandigheden, zwangerschap, handicap of chronische ziekte) meer dan een maand studievertraging oplopen moeten worden doorgestuurd naar de studieadviseurs in verband met een mogelijk recht op financiële ondersteuning, eventuele speciale tentamenregelingen en/of bijzondere toepassing van het

26

bindend studieadvies. De melding bij de studieadviseurs moet zo snel mogelijk gebeuren omdat een voorwaarde voor het toepassen van bijzondere regelingen is dat de vertraging tijdig is gemeld: druk daarom je studenten op het hart dat zij zich altijd onmiddellijk bij jou melden indien zich calamiteiten voordoen en vertraging opgelopen wordt, en stuur ze door naar de studieadviseurs als je denkt dat ze in aanmerking komen voor speciale regelingen. 4. De tutor zal de student adviseren en stimuleren met betrekking tot het maken van een successen en bloopers-CV Elke nieuwe student wordt in het kader van de bacheloropleiding gestimuleerd om een successen en bloopers-CV bij te houden. Het CV is geen tentameneis, maar de opdrachten in het eerste jaar zijn wel handig als voorbereiding voor gesprekken en bijeenkomsten in het tutoraat. Het CV is bedoeld om - gemaakte keuzes en studievoortgang vast te leggen: weten wat je wilt, loopt alles goed? - persoonlijke ontwikkeling en reflectie te bevorderen: waar moet je extra op letten (sterke

en zwakke punten) - verworven academische vaardigheden bij te houden (zie lijst Academische vaardigheden

op Studion onder Course documents). 5. Opdracht 1 voor het CV: Stuur de ingevulde vragenlijst na bijeenkomst 2 naar je tutor: uiterlijk voor 3 oktober. De tutor gebruikt de lijst ook bij het eerste individuele gesprek Studenten worden gevraagd om tenminste de personalia in te vullen en in de Persoonlijke Introductie een antwoord te geven op de vraag ‘waarom psychologie?’ De Vragenlijst staat op Studion onder Documents. 6. Elke tutor legt een intekenlijst (datum met tijden, waarop de tutor kan) klaar voor een individueel gesprek met elke student. Studenten die zelf niet intekenen, krijgen een uitnodiging. Intekenen is uiteraard veel handiger.

27

SEPTEMBER TOT NOVEMBER: individuele gesprekken Inschrijving voor de individuele kennismakingsgesprekken wordt geregeld aansluitend in de FI-week of bij de Collegebijeenkomst eind september. Individuele kennismakingsgesprekken De kennismakingsgesprekken zijn gespreid over een langere periode, loop je het risico dat het een klus wordt, die steeds maar op de achtergrond in je hoofd hangt. Daarom een paar tips: - Zowel voor jezelf als tutor als voor de studenten zou het een goed idee zijn om per week twee of drie gesprekken in te plannen op een vast deel van een vaste dag: bijv. op maandagmiddag tussen 2 en 4, - Zorg ervoor dat iedereen al op de eerste kennismakingsbijeenkomst in september intekent, maar lukt dat niet, eis dan dat de laatste inschrijvingen in elk geval op de bijeenkomst in oktober vastgelegd worden, - Geef aan dat tutoraat en de drie vaste Collegebijeenkomsten (september, oktober en oriëntatiemarkt in januari verplicht zijn, - Deel het programma met de verplichte onderdelen uit (komt op Studion). Studenten vullen vooraf een vragenlijst) in, die zij meenemen naar het gesprek (zie hieronder, maar deze staat voor hen ook op Studion). De mate van tevredenheid met de studie komt aan de orde bij het bespreken van de vragenlijst. Daarnaast moet worden gevraagd naar de ervaringen met de eerste vakken (en eventueel tentamens als ze die al gehad hebben: Inleiding in de Psychologie; M&S1) en vraag naar de aanwezigheid van eventuele problemen. Als leidraad voor het gesprek zit er in het dossier (achteraan toegevoegd in deze handleiding) een vragenlijst)die je als totor tijdens het gesprek kunt invullen. Let wel: als leidraad! Afhankelijk van de prestaties van de student kan meer of minder aandacht worden besteed aan bepaalde vragen. Doelen - (nadere) kennismaking; vertrouwen wekken opdat contact opnemen met de tutor

een laagdrempelig gebeuren is - tevredenheid met de studie bespreken (aan de hand van de ingevulde vragenlijst) - bespreken studievoortgang (eerste tentamens) - het signaleren van eventuele problemen - aanzetten tot werken aan Successen en Bloopers-CV

28

Bijlage bij bijeenkomst eind september: Vragenlijst: (Deze lijst ingevuld per e-mail opsturen naar Tutor voorafgaand aan individuele gesprek).

Vragenlijst voor tutoraat WAAROM PSYCHOLOGIE?

naam student: studentnummer: 1. Is psychologie je eerste keuze? ja / nee

Zo nee, heb je voor psychologie gekozen omdat je voor een andere studie bent uitgeloot? ja / nee

2. Volg je naast psychologie nog een andere studie? ja / nee

Zo ja, welke?………………………………………………………………………

3. Wat is je

vooropleiding?……………………………………………………………… 4. Heb je na je eindexamen iets anders gedaan/gestudeerd? ja / nee

Zo ja, wat?…………………………………………………………………………

5. Woon je in Utrecht? ja / nee

Als je buiten Utrecht woont, hoeveel reistijd……………………………………... 6. Werk je naast je studie? ja / nee

Zo ja, hoeveel uur per week?………………………………………………………

29

7. Heb je nevenactiviteiten (studentenvereniging, hobby's, vrijwilligerswerk etc)? ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. 8. Waarom heb je voor deze studie gekozen? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 9. Wat verwacht je van de studie? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 10. Komt de studie tot nu toe overeen met wat je verwachtte? (Deze vraag alleen

beantwoorden als je gesprek wat later in het jaar valt) ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 11. Hoeveel uur besteed je aan je studie?.........................................................................

………………….

12. Hoe wil je de studie aanpakken? …………………………………………………………………………………………

30

………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 13. Wanneer zul je tevreden zijn aan het einde van het jaar? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………

31

Bijeenkomst 3: evaluatie blok 1 Evaluatie van het eerste blok De feedbackgroepjes van 4 praten na over de eerste vakken en de tentamens. Iedere student heeft onderstaande lijstjes voor zichzelf ingevuld en denkt er vooraf over na wat hij/zij in het feedbackgroepje wil bespreken en wat hij/zij liever met de tutor bespreekt. In het feedbackgroepje staan enkele vragen centraal: Hoe ging het in het eerste blok? Wat was moeilijk? Heeft iemand het idee dat het studeren niet lekker loopt? Hebben de anderen tips wat je daaraan kunt doen? Iedereen in het feedbackgroepje krijgt de gelegenheid zelf een punt in te brengen waar hij/zij het over wil hebben. Elke tutor spreekt met zijn/haar groepjes af, inventariseert de vragen vanuit de feedbackgroepjes en bespreekt de vraagpunten in het kleine groepje of plenair als het voor iedereen van belang is. De tutor maakt aan het eind van deze sessie een afspraak met degenen waar het in het eerste blok minder goed mee ging. Elke tutor krijgt eind november (in week 38) ook overzichten van de cijferlijsten van de eerste twee vakken om na te gaan of hij/zij iedereen gesproken heeft die in het eerste blok niet goed presteerde. Op Studion staan studeertips en cursussen/workshops, waar studenten terechtkunnen met verschillende studeervragen. De tutor zorgt ervoor dat degenen die vragen hebben die informatie krijgen. (Kijk ook de training Studie- en persoonlijke problemen nog eens na ) Studenten krijgen (via een mail van de Coördinator Tutoraat) de opdracht om zich voor te bereiden. Zij krijgen twee lijstjes met vragen (staan op Studion):

- Een over persoonlijke interesses (ook wat betreft de studie), - Een over hoe het studeren in het eerste blok ging.

Iedereen bereidt zich voor op deze bijeenkomst door van beide lijstjes elk 2 vragen te kiezen, waar hij of zij het liefst over wil praten. Of omdat het echt een vraagpunt voor de student zelf is, of omdat de student daarover graag eens met ander studenten wil praten: bijvoorbeeld hoe zij dat aanpakken of wat zij ervan vinden. De twee lijstjes zijn: Vragen over je persoonlijke interesses 1. Is psychologie je eerste keuze? 2. Volg je naast psychologie nog een andere studie? 3. Wat is je vooropleiding? 4. Heb je na je eindexamen iets anders gedaan/gestudeerd? 5. Heb je moeite met de overgang van middelbare school naar Universiteit? 6. Woon je in Utrecht of reis je op en neer? 7. Heb je thuis een prettige studieomgeving en studeer je wel eens in de bibliotheek? 8. Werk je naast je studie? 9. Heb je nevenactiviteiten (studentenvereniging, hobby's, vrijwilligerswerk etc)? 10. Heb je al leuke mensen ontmoet bij je studie? 11. Waarom heb je voor deze studie gekozen? 12. Wat verwacht je van de studie? 13. Komt de studie tot nu toe overeen met wat je verwachtte? 14. Hoe wil je de studie aanpakken? 15. Wanneer zul je tevreden zijn aan het eind van het jaar?

32

Vragen over het eerste blok 1. Heb je de colleges gevolgd? 2. Hoe vaak ben je bij de werkgroepen geweest? 3. Wat vond je van het tentamen Inleiding in de Psychologie? 4. Heb je het tentamen Inleiding in de Psychologie gehaald? 5. Wat vond je van de tentamens van M&S1? 6. Heb je de tentamens M&S1 gehaald? 7. Heb je problemen of moeite met: - studieplanning - het lezen van Engelstalige literatuur - het structureren van de stof - het maken van samenvattingen - het maken van opdrachten - concentratie 8. Heb je problemen in de persoonlijke sfeer?

33

Tussentijdse evaluatie voor tutoren (graag voor 1 januari mailen) Willen jullie onderstaande vragen voor de coördinator nagaan en via e-mail beantwoorden (naar: [email protected] ). 1. Welke studenten blijven na e-mail en schriftelijke oproep onbereikbaar voor

een individuele kennismaking? Dit zijn niet degenen die hun afspraak afzeggen, maar degenen die helemaal niet reageren. (Maak met degenen die hun afspraak niet nakomen alsnog een afspraak, hoe vervelend het ook is). Van degenen die niet reageren zou ik graag een lijstje willen krijgen: studentnaam en nummer.

2. Welke vragen hebben relatief veel studenten in termen van ondersteuning?

Hierbij gaat het niet om vragen over zaken die studenten ook zelf kunnen opzoeken, maar iets wat minder vanzelfsprekend te vinden is.

3. Welke vragen of wensen hebben jullie als tutor ter ondersteuning van het

tutoraat? Ik kan me voorstellen dat je soms meer overzicht van informatie wilt, maar natuurlijk wil je ook niet ongevraagd overladen worden. Probeer na te gaan wat je nodig hebt, maar vervolgens moeizaam te pakken krijgt.

Ook dat lijstje ontvang ik graag. Verder hebben we afgesproken om alle studenten die niet gereageerd hebben op de uitnodiging per e-mail om een afspraak te maken voor een individueel gesprek vervolgens nog een brief te schrijven (met dezelfde uitnodiging). Het is van belang dat wij kunnen aantonen dat we iedereen uitgenodigd hebben. E-mail is niet aantoonbaar. Het kan zijn dat we moeite doen voor mensen die bijv. gestopt zijn met de studie. Helaas is nu nog niet duidelijk, wie stopte of alleen maar een vak gemist heeft. Vandaar deze -wellicht overdreven zorgzame actie. Het is echter van belang om zorgvuldig te zijn, vanwege het bindend studieadvies.

34

Bijeenkomst 4: 9 januari eerste studiejaar Oriëntatie en informatiemiddag Er wordt een oriëntatiemiddag georganiseerd door de Opleiding Psychologie, waarbij de verschillende beroepsvelden gerelateerd aan een subdiscipline vertegenwoordigd zijn. Ook wordt Alcmeon bij de organisatie betrokken. Verder worden er kraampjes bemenst door Studieadviseurs, Studenten Service, centrum Studiekeuze Utrecht om in de pauzes uitleg en advies te geven. Vooraf wordt de studenten (voor de kerstvakantie) gevraagd om een opdracht in de kerstvakantie uit te voeren. Studenten krijgen in januari een voorlopig BSA, dat als signaal geldt voor een mogelijk negatief BSA. Feedbackgroepjes binnen tutorgroepen: nabespreking De tutoren hebben een motiverende rol. Naast een algemene mail door de coördinator van het Tutoraat sturen de tutoren een mail naar de studenten om hen te motiveren naar de oriëntatiemiddag te gaan. Daarbij kan gewezen worden op de 1 februariregel, die wellicht van belang kan zijn als mensen willen veranderen van opleiding of als ze willen stoppen. Na de oriëntatiemiddag organiseert de tutor een bijeenkomst met de feedbackgroepjes van 4 studenten (voor 1 februari). Er worden weer zalen per groep gereserveerd en de tutor bepaalt, hoe de gereserveerde tijd benut wordt door de feedbackgroepjes (tegelijk of na elkaar). De oriëntatiemiddag is bedoeld om studenten te laten kennismaken met verschillende werkvelden: zowel psychologen met verschillende specialisaties, alsook mensen met een beroep uit een verwant werkveld worden uitgenodigd. Deze deskundigen vertellen hun verhaal bijvoorbeeld aan de hand van een dag uit hun agenda: hoe ziet het werk van een deskundige in hun specialisme eruit? (Dit mag ook een ander format krijgen uiteraard). Om studenten goed voorbereid hieraan te laten deelnemen, is het belangrijk dat zij:

1. de kerstopdracht uitvoeren en de opdracht uitwerken; het resultaat van de kerstopdracht is een profiel van zichzelf: hoe zien zij zichzelf straks aan het werk? De studenten moeten dit naar de tutor terugkoppelen per mail, maar ook meenemen naar de feedbackgroep-bijeenkomst.

2. tijdens de bijeenkomst van het feedbackgroepje bespreken studenten hun eigen geschetste profiel en praten over mogelijkheden om psychologie te blijven volgen of eventueel een andere opleiding (of werkveld) te kiezen.

3. de tutor biedt aan om via de mail (en bij hoge nood ook in een gesprek) studenten individueel nog te woord te staan. Zeker als er nog vragen zijn over de 1 februari-regel en over de gevolgen van een negatief bindend studie advies. Het is mogelijk dat studenten daar in hun feedbackgroep niet uitkomen.

De norm voor het bindend studieadvies is: 45 studiepunten of 6 vakken moeten gehaald zijn in het eerste jaar. In januari krijgen alle eerstejaars een brief met een voorlopig advies. Degenen die 1 of 2 vakken niet gehaald hebben in het eerste blok krijgen een waarschuwing en de opdracht om met hun feedbackgroepje en/of tutor een gesprek te hebben. Kortom, concreet staat in januari op de agenda:

1. studenten sturen hun kerstopdracht naar tutor per e-mail, 2. tutoren stimuleren op verschillende manieren hun studenten om naar de

oriëntatiemiddag te gaan, 3. tutoren verwijzen naar uitleg over BSA en 1 februariregel per mail, 4. feedbackgroepen komen na oriëntatiemiddag bijeen en bespreken kerstopdracht met

als doel: wel of niet doorgaan met psychologie (tutor bewaakt wel de gang van zaken: groepen tegelijk in een zaal of na elkaar),

5. tutoren bieden aan om per e-mail nog individueel vragen te beantwoorden als studenten na de feedbackgroepjes nog met vragen blijven zitten.

35

De kerstopdracht NB: De onderstaande opdracht moet door studenten voorbereid worden vóór januari. Het is goed als ze tijdens de kerstvakantie kunnen nadenken en overleggen over hun keuze voor Psychologie!! De vragen voor de kerst- opdracht zijn globaal: 1. is de studie wat je ervan verwachtte? 2. welke aspecten van de studie spreken je aan? 3. welke aspecten van de studie spreken je absoluut niet aan? 4. worden er andere (studie)eisen aan je gesteld dan voorheen? Zo ja, welke? 5. wat zou voor jou een reden zijn om de studie te staken? 6. hoe stel je je straks je beroepsleven voor? 7. wat zijn je ‘idealen’? De laatste twee vragen komen tijdens de volgende bijeenkomst waarin de keuze van een studiepad wordt voorbereid nog uitgebreid aan de orde. In het onderstaande tekstvak vind je het belangrijkste deel van de kerstopdracht voor studenten, (zoals die ook onder Course Documents) te vinden is.

Activiteit voor de kerstvakantie Het is belangrijk om na te denken over de studiekeuze die je gemaakt hebt. Ook als je nog steeds enthousiast bent over de inhoud van Psychologie kan het toch zo zijn, dat bepaalde onderdelen je minder aanspreken. We willen je vragen na te denken wat je in de studie aantrekkelijk of boeiend vindt. Om daar een helder beeld over te krijgen, voer je de volgende opdracht uit: Praat tijdens de kerstvakantie met minimaal twee mensen over de studie en het vak Psychologie. Dit kunnen mensen zijn uit je familie maar bijvoorbeeld ook uit je vriendenkring. Vertel aan de ander wat je in Psychologie boeiend vindt en leg uit waarom. (Bedenk van tevoren drie interessante onderwerpen en drie onderwerpen die je minder aanspreken.) Ook kun je de ander vragen of hij/zij denkt dat de studie bij jou past en waarom wel (of niet). Met de informatie uit de gesprekken in de kerstvakantie, schrijf je voor de oriëntatiemiddag de volgende opdrachten uit, voorzover je dat daarna helder hebt. Geef ook aan wat je nog niet goed weet. Maak die opdracht in de eerste week van januari, zodat je goed voorbereid naar de oriëntatiemiddag komt Stuur de opdracht in de eerste week van januari naar je tutor. 1. Spreekt de studie Psychologie je tot nu toe aan? Heb je zelf al een idee welke richting binnen de

psychologie jou aanspreekt? Zo ja, heb je een idee wat je toekomstige baan als psycholoog zal inhouden? Heb je wel eens in de krant gekeken naar vacatures voor psychologen en wat sprak je daarin aan?

2. Er is een verschil tussen leren op Universitair niveau of op HBO-niveau en het kan zijn dat je een

bepaalde voorkeur hebt. Probeer na te gaan welke manier van studeren en werken je aanspreekt. Vind je het plezierig om een studieboek te lezen en daar je eigen ideeën over te vormen? Vind je het leuk om theorieën te bestuderen en modellen te begrijpen? Ga je graag zo snel mogelijk concreet aan de slag met mensen: in stage bijvoorbeeld? Zie je jezelf later in je werk als een denker of een doener?

36

Individueel gesprek maart eerste studiejaar De coördinator van het tutoraat stuurt de tutoren de voortgangsoverzichten van de studenten die een studieachterstand hebben (15 studiepunten of minder). Deze studenten worden uitgenodigd voor een individueel gesprek. (Zie ter ondersteuning in het studentdossier de vragen voor het vervolggesprek achter in de bijlage bij deze handleiding.)

37

Voorbereidingen voor voorlichting studiepadkeuze: juni eerste studiejaar Voorlichting over de studiepadkeuze wordt verzorgd door docenten, studieadviseurs, en studieverenigingen. De tutor bereidt de studenten voor en neemt contact op via de mail en in de werkgroepen. Taken van de tutor De tutor stuurt een mail waarin aandacht wordt gevraagd voor de studievoortgang van de studenten. Met de studenten die tot nu toe 15 of minder studiepunten hebben gehaald werd al in maart een individuele afspraak gemaakt omdat zij dreigen te eindigen met minder dan 37,5 studiepunten en dus een negatief studieadvies kunnen krijgen. Degenen die nu nog geen studiepunten hebben behaald, moeten nu al stoppen met de studie, want in een semester haal je maximaal 30 studiepunten, waardoor de eis van 37,5 studiepunten niet meer haalbaar is. In de mail kan de tutor de student vragen een afspraak te maken als de student te weinig punten heeft gehaald en er een negatief bindend studieadvies dreigt. Studenten hebben in januari definitief voor de studie psychologie gekozen en moeten nu kiezen voor een studiepad en dus voor een perspectief op hun toekomstige beroepsleven. Hiervoor is het belangrijk dat zij naar de uitgebreide voorlichtingsdag gaan over de studiepadkeuze. Als de studenten na afloop van deze voorlichtingsdag nog vragen hebben, kunnen zij in de feedbackgroepjes met elkaar praten over hun vragen (er wordt weer een zaal geregeld voor de hele groep, maar de tutor regelt de gang van zaken in de zaal: alle feedbackgroepen tegelijk of na elkaar). Inhoudelijk kun je de feedbackgroepjes de opdracht geven onderstaande tips als voorbereiding onderling te verdelen: elk lid van het groepje zoekt iets uit. Doelen voor de feedbackgroepen - praten over de studievoortgang: heeft iemand problemen of kan iemand geen

keuze maken voor een studiepad? - signalering van 'probleem' studenten waarmee afspraken worden gemaakt - voorbereiding keuze studiepad (zie onderstaande tips) - feedbackgroepjes melden bij de tutor als een van hen of zij allemaal nog met

vragen over het studiepad blijven zitten. De tutor maakt dan alsnog een afspraak met hen.

Tips: wat kan helpen om een keus te bepalen? (zie ook Studion onder Course Documents) Soms blijven studenten twijfelen over het te kiezen studiepad. Wat kunnen zij doen om zich nader te documenteren? Waar vinden zij nadere informatie? Hieronder een aantal tips dat je de studenten kunt geven. Lees de studiegids. Alle studiepaden staan hierin uitgebreid beschreven. Bezoek de voorlichtingsmiddag. Alle studiepad-coördinatoren zullen hun

studiepad nader toelichten. Vraag de coördinator van een studiepad of je wat stageverslagen van dat studiepad

mag lezen. Praat met ouderejaars studenten over hun keuze, de motivatie daarvoor en de

tevredenheid er mee.

38

Bestudeer een aantal weken de advertenties in de kranten waarin psychologen worden gevraagd. In de Openbare Bibliotheken liggen alle kranten op de leestafel. De zaterdagkranten bevatten de meeste advertenties.

Praat met je ouders en je vrienden: wat vinden zij bij jou passen? Blijf je twijfelen tussen twee studiepaden? Soms helpt het om van beide

studiepaden een lijstje te maken met de verplichte literatuur in de verplichte cursussen en in de boekhandel de betreffende studieboeken eens in te kijken. Wat spreekt je het meeste aan?

Volg een workshop studiekeuze bij het Studentenservice. En tenslotte………je moet iets kiezen! Laat de grotere keuzevrijheid in de

bacheloropleiding in je voordeel werken: Maak een keuze en blijk je dan toch verkeerd te zitten? Verander van studiepad en zet de reeds afgeronde vakken van het verlaten pad in je profileringsruimte.

39

Informatie over registratie-eisen (voor het geval hier vragen over komen) Sinds enige jaren moeten werkers in de gezondheidszorg bij het ministerie worden geregistreerd. Dit in het kader van de zogenoemde wet BIG-registratie (Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg). Voor psychologen zijn er twee registraties: een registratie als GZ-psycholoog (gezondheidszorgpsycholoog) en een registratie als klinisch psycholoog (voorheen de registratie als

‘psychotherapeut’. De nieuwe opleiding tot klinisch psycholoog legt minder nadruk op therapie en meer nadruk op diagnostiek en wetenschappelijk onderzoek.)

Om GZ-psycholoog te worden moet een afgestudeerde (master)psycholoog een opleidingsplaats bij een erkende instelling zien te bemachtigen. Om te voldoen aan de ingangseisen moet men een studie klinische psychologie, ontwikkelingspsychologie of neuropsychologie hebben gevolgd. De opleiding duurt twee jaar en bestaat uit 4 dagen werken en 1 dag opleiding in de week. Wie vervolgens BIG-geregistreerd klinisch psycholoog wil worden moet daarna nog eens een opleiding van drie jaar volgen. Het verkrijgen van opleidingsplaatsen valt niet mee: veel gegadigden en relatief weinig plaatsen. Toch moeten studenten zich daardoor niet af laten schrikken als dit hun ideaal is. Ze moeten er dan voluit voor gaan: goede prestaties, extra vakken tijdens de studie en een juiste stage kunnen helpen. Verder bestaat er voor psychologen de basisaantekening NIP (de diagnostiek-aantekening van het Nederlands Instituut van Psychologen). Er zijn een aantal advertenties waarin een psychodiagnostische bevoegdheid wordt gevraagd. Studenten kunnen deze aantekening halen tijdens hun studie door de vakken psychodiagnostiek te volgen. Het NIP vraagt training in: - psychologisch onderzoek - sociaal-psychologische vaardigheden voor (intake)gesprekken - rapportage vaardigheden

40

DE DOSSIERINHOUD

Tutoren kunnen onderstaand dossier per student bijhouden, bij voorkeur digitaal. In het dossier bevinden zich standaard: - een voorblad voor de personalia van de student - een vragenlijst met 12 vragen die door de student ingevuld wordt meegenomen

naar het eerste tutorgesprek in november - een vragenlijst die de tutor tijdens dat eerste gesprek kan gebruiken als leidraad - een blad waarop de tutor verslag kan doen van dat eerste tutorgesprek - een blad waarop de studievoortgang kan worden bijgehouden - een gestandaardiseerd blad waarop verslag kan worden gedaan van

vervolggesprekken.

41

voorbeeldexemplaar

voor tutoren

DOSSIER TEN BEHOEVE VAN TUTORAAT

BACHELOR OPLEIDING PSYCHOLOGIE naam student…………………………………………… studentnummer………………………………………… telefoonnummer……………………………………….. mobiel………………………………………….

e-mail adres……………………………………………. studiebegeleider……………………………………….. (overgestapt naar

studierichting:………………………………..) (gestopt per…………………………)

42

Vragenlijst voor tutoraat naam student: studentnummer: 1.Is psychologie je eerste keuze? ja / nee

Zo nee, heb je voor psychologie gekozen omdat je voor een andere studie bent uitgeloot? ja / nee

2.Volg je naast psychologie nog een andere studie? ja / nee

Zo ja, welke?………………………………………………………………………

3.Wat is je vooropleiding?……………………………………………………………… 4.Heb je na je eindexamen iets anders gedaan/gestudeerd? ja / nee

Zo ja, wat?…………………………………………………………………………

5.Woon je in Utrecht? ja / nee

Als je buiten Utrecht woont, hoeveel reistijd……………………………………... 6.Werk je naast je studie? ja / nee

Zo ja, hoeveel uur per week?………………………………………………………

7.Heb je nevenactiviteiten (studentenvereniging, hobby's, vrijwilligerswerk etc)? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 8.Waarom heb je voor deze studie gekozen? ………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………….

43

……………………………………………………………………………………………. 9.Wat verwacht je van de studie? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 10.Komt de studie tot nu toe overeen met wat je verwachtte? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 11.Hoe wil je de studie aanpakken? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………. 12.Wanneer zul je tevreden zijn aan het einde van het jaar? ………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………

44

Punten voor eerste gesprek tutor

1. Heb je de colleges gevolgd?

altijd / vaak / weinig / bijna nooit / nooit 2. Hoe vaak ben je bij de werkgroepen geweest?

altijd / vaak / weinig / bijna nooit / nooit 3. Wat vond je van het tentamen Inleiding in de Psychologie? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 4. Heb je het tentamen Inleiding in de Psychologie gehaald? ja / nee 5. Wat vond je van de tentamens Methoden & Statistiek 1? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 6. Heb je de tentamens Methoden & Statistiek 1 gehaald? ja / nee 7. Heb je problemen of moeite met:

• studieplanning ja / een beetje / nee • het lezen van Engelstalige literatuur ja / een beetje / nee • het structureren van de stof ja / een beetje / nee

• het maken van samenvattingen ja / een beetje / nee

• het maken van opdrachten ja / een beetje / nee

• concentratie ja / een beetje / nee

8. Heb je problemen in de persoonlijke sfeer? ja / een beetje / nee

45

Verslag eerste gesprek naam student: studentnummer: 1. Eerste indrukken 2. Komen jouw observaties/inschattingen overeen met de antwoorden van de student

op de vragenlijsten? 3. Zijn de antwoorden van de student of jouw inschattingen reden om de student uit

te nodigen voor een tweede gesprek? ja / nee

Zo ja, datum gesprek………………………………………………………………

Indien gestopt, per

wanneer?……………………………………………………...

46

Voortgangsoverzicht naam student:

studentnummer: 1e semester

tentamen aanvullende toets redenen vakken gemaakt = +

niet gem.= - behaald = + gezakt = -

gemaakt = + niet gem.= -

behaald = + gezakt = -

Inleiding in de Psychologie

Methoden en

Staistiek 1

Biologische Grondslagen

Methoden en

Statistiek 2

2e semester

tentamen aanvullende toets redenen vakken gemaakt = +

niet gem.= - behaald = + gezakt = -

gemaakt = + niet gem.= -

behaald = + gezakt = -

Verdieping Ontwikkelings-

Psychologie

Verdieping Functieleer

Verdieping Persoonlijkheid

s-leer

Verdieping Sociale en

Organisatie- Psychologie

47

Verslag vervolggesprek d.d. naam student: studentnummer: 1. kort verslag gesprek 2. gemaakte afspraken: 3. student doorverwezen naar: 4. datum volgende afspraak:

48

BIJLAGE 1 Folder extra informatie

Waar kan/moet ik heen?

Altijd bij studieadviseur en tutor, deze kan je ook naar de goede plek/persoon doorverwijzen!

Met studeerproblemen? - IVLOS www.uu.nl (klik op faculteiten en

vervolgens op IVLOS (doorklikken via Academische vaardigheden: workshops, trainingen en individuele begeleiding)

Moeite met of twijfels over studiekeuze? - www.centrumstudiekeuze.nl

Voor vertraging/ vragen/ hulp/ financiële opties? - Studieadviseurs.

- Afspraak via Studiepunt of: 030-2534949 - Via inloopspreekuur: ma t/m do, 10.00 -

12.00 en 13.00 – 15.00 in G119 Voor studeer- en/of persoonlijke problemen?

- Studentenservice, wordt: Directie O&O afdeling studentenbegeleiding. Tel: 030- 2537000, Bestuursgebouw, Heidelberglaan 8; werkdagen 11.00–16.00

- www.Qdesk.nl

- www.studentenpsychologen.nl UU website overzicht waar kan ik terecht?

- http://www.uu.nl/NL/Informatie/studenten/studentbegeleiding/

Waar kan/moet ik heen?

Altijd bij studieadviseur en tutor, deze kan je ook naar de goede plek/persoon doorverwijzen!

Met studeerproblemen? - IVLOS www.uu.nl (klik op faculteiten en

vervolgens op IVLOS (doorklikken via Academische vaardigheden: workshops, trainingen en individuele begeleiding)

Moeite met of twijfels over studiekeuze? - www.centrumstudiekeuze.nl

Voor vertraging/ vragen/ hulp/ financiële opties? - Studieadviseurs.

- Afspraak via Studiepunt of: 030-2534949 - Via inloopspreekuur: ma t/m do, 10.00 - 12.00 en

13.00 – 15.00 in G119 Voor studeer- en/of persoonlijke problemen?

- Studentenservice, wordt: Directie O&O afdeling studentenbegeleiding. Tel: 030- 2537000, Bestuursgebouw, Heidelberglaan 8; werkdagen 11.00–16.00

- www.Qdesk.nl

- www.studentenpsychologen.nl UU website overzicht waar kan ik terecht?

- http://www.uu.nl/NL/Informatie/studenten/studentbegeleiding/

Waar kan/moet ik heen?

Altijd bij studieadviseur en tutor, deze kan je ook naar de goede plek/persoon doorverwijzen! Met studeerproblemen?

- IVLOS www.uu.nl (klik op faculteiten en vervolgens op IVLOS (doorklikken via Academische vaardigheden: workshops, trainingen en individuele begeleiding)

Moeite met of twijfels over studiekeuze? - www.centrumstudiekeuze.nl

Voor vertraging/ vragen/ hulp/ financiële opties? - Studieadviseurs.

- Afspraak via Studiepunt of: 030-2534949 - Via inloopspreekuur: ma t/m do, 10.00 -

12.00 en 13.00 – 15.00 in G119 Voor studeer- en/of persoonlijke problemen?

- Studentenservice, wordt: Directie O&O afdeling studentenbegeleiding. Tel: 030- 2537000, Bestuursgebouw, Heidelberglaan 8; werkdagen 11.00–16.00.

- www.Qdesk.nl

- www.studentenpsychologen.nl UU website overzicht waar kan ik terecht?

- http://www.uu.nl/NL/Informatie/studenten/studentbegeleiding/

Waar kan/moet ik heen?

Altijd bij studieadviseur en tutor, deze kan je ook naar de goede plek/persoon doorverwijzen! Met studeerproblemen?

- IVLOS www.uu.nl (klik op faculteiten en vervolgens op IVLOS (doorklikken via Academische vaardigheden: workshops, trainingen en individuele begeleiding)

Moeite met of twijfels over studiekeuze? - www.centrumstudiekeuze.nl

Voor vertraging/ vragen/ hulp/ financiële opties? - Studieadviseurs.

- Afspraak via Studiepunt of: 030-2534949 - Via inloopspreekuur: ma t/m do, 10.00 - 12.00 en

13.00 – 15.00 in G119 Voor studeer- en/of persoonlijke problemen?

- Studentenservice, wordt: Directie O&O afdeling studentenbegeleiding. Tel: 030- 2537000, Bestuursgebouw, Heidelberglaan 8; werkdagen 11.00–16.00.

- www.Qdesk.nl

- www.studentenpsychologen.nl UU website overzicht waar kan ik terecht?

- http://www.uu.nl/NL/Informatie/studenten/studentbegeleiding/

49

Waar kan/moet ik heen?

Altijd bij studieadviseur en tutor, deze kan je ook naar de goede plek/persoon doorverwijzen! Met studeerproblemen?

- IVLOS www.uu.nl (klik op faculteiten en vervolgens op IVLOS (doorklikken via Academische vaardigheden: workshops, trainingen en individuele begeleiding)

Moeite met of twijfels over studiekeuze? - www.centrumstudiekeuze.nl

Voor vertraging/ vragen/ hulp/ financiële opties? - Studieadviseurs.

- Afspraak via Studiepunt of: 030-2534949 - Via inloopspreekuur: ma t/m do, 10.00 -

12.00 en 13.00 – 15.00 in G119 Voor studeer- en/of persoonlijke problemen?

- Studentenservice, wordt: Directie O&O afdeling studentenbegeleiding. Tel: 030- 2537000, Bestuursgebouw, Heidelberglaan 8; werkdagen 11.00–16.00.

- www.Qdesk.nl

- www.studentenpsychologen.nl UU website overzicht waar kan ik terecht?

- http://www.uu.nl/NL/Informatie/studenten/studentbegeleiding/

Waar kan/moet ik heen?

Altijd bij studieadviseur en tutor, deze kan je ook naar de goede plek/persoon doorverwijzen! Met studeerproblemen?

- IVLOS www.uu.nl (klik op faculteiten en vervolgens op IVLOS (doorklikken via Academische vaardigheden: workshops, trainingen en individuele begeleiding)

Moeite met of twijfels over studiekeuze? - www.centrumstudiekeuze.nl

Voor vertraging/ vragen/ hulp/ financiële opties? - Studieadviseurs.

- Afspraak via Studiepunt of: 030-2534949 - Via inloopspreekuur: ma t/m do, 10.00 - 12.00 en

13.00 – 15.00 in G119 Voor studeer- en/of persoonlijke problemen?

- Studentenservice, wordt: Directie O&O afdeling studentenbegeleiding. Tel: 030- 2537000, Bestuursgebouw, Heidelberglaan 8; werkdagen 11.00–16.00

- www.Qdesk.nl

- www.studentenpsychologen.nl UU website overzicht waar kan ik terecht?

- http://www.uu.nl/NL/Informatie/studenten/studentbegeleiding/

Waar kan/moet ik heen?

Altijd bij studieadviseur en tutor, deze kan je ook naar de goede plek/persoon doorverwijzen! Met studeerproblemen?

- IVLOS www.uu.nl (klik op faculteiten en vervolgens op IVLOS (doorklikken via Academische vaardigheden: workshops, trainingen en individuele begeleiding)

Moeite met of twijfels over studiekeuze? - www.centrumstudiekeuze.nl

Voor vertraging/ vragen/ hulp/ financiële opties? - Studieadviseurs.

- Afspraak via Studiepunt of: 030-2534949 - Via inloopspreekuur: ma t/m do, 10.00 -

12.00 en 13.00 – 15.00 in G119 Voor studeer- en/of persoonlijke problemen?

- Studentenservice, wordt: Directie O&O afdeling studentenbegeleiding. Tel: 030- 2537000, Bestuursgebouw, Heidelberglaan 8; werkdagen 11.00–16.00.

- www.Qdesk.nl

- www.studentenpsychologen.nl UU website overzicht waar kan ik terecht?

- http://www.uu.nl/NL/Informatie/studenten/studentbegeleiding/

Waar kan/moet ik heen?

Altijd bij studieadviseur en tutor, deze kan je ook naar de goede plek/persoon doorverwijzen! Met studeerproblemen?

- IVLOS www.uu.nl (klik op faculteiten en vervolgens op IVLOS (doorklikken via Academische vaardigheden: workshops, trainingen en individuele begeleiding)

Moeite met of twijfels over studiekeuze? - www.centrumstudiekeuze.nl

Voor vertraging/ vragen/ hulp/ financiële opties? - Studieadviseurs.

- Afspraak via Studiepunt of: 030-2534949 - Via inloopspreekuur: ma t/m do, 10.00 - 12.00 en

13.00 – 15.00 in G119 Voor studeer- en/of persoonlijke problemen?

- Studentenservice, wordt: Directie O&O afdeling studentenbegeleiding. Tel: 030- 2537000, Bestuursgebouw, Heidelberglaan 8; werkdagen 11.00–16.00.

- www.Qdesk.nl

- www.studentenpsychologen.nl UU website overzicht waar kan ik terecht?

- http://www.uu.nl/NL/Informatie/studenten/studentbegeleiding/

50

BIJLAGE 2: Aanvullende reflectieoefeningen Rond Kerst zal er sprake zijn van een reflectiemogelijkheid met studenten. Naar aanleiding van deze bijeenkomst staan onderstaand meerdere oefeningen die gebruikt worden. Deze oefeningen zijn een aanvulling en bieden meer mogelijkheid tot reflectie. 1. De imaginatie methode

Stel je eens voor hoe jij over 10 jaar in het leven staat. In de meest ideale en perfecte situatie, wat ben je dan? Wat voor werk doe je? Als je kijkt naar dit ideaalbeeld en waar je nu staat. Zijn je doelen dan haalbaar? Hoe past deze opleiding bij jouw doelen? En hoe past deze opleiding bij jouw ideaalbeeld over 10 jaar?

Onderstaande reflectieoefening is gevonden via www.reflectietools.nl : Voor meer informatie, theoretische achtergrond zie bovenstaande website. Tijden zijn flexibel aan te passen. Via de website http://www.carrieretijger.nl/functioneren/ontwikkelen/jezelf-ontwikkelen/reflectie zijn meer inzichten te vinden over reflectie voor studenten. Evenals de website http://www.lerenreflecteren.nl/ . 2. Brainstormreflectie: Wat is het? Brainstormreflectie geeft nieuwe invalshoeken door vrije associaties te ordenen en te zoeken naar achterliggende vragen. Deelnemers kunnen vrijuit ideeën lanceren, zonder zich meteen af te vragen of ze uitvoerbaarheid zijn, om zo tot een creatieve aanpak te komen. Waar komt deze tool vandaan? Brainstormreflectie is gebaseerd op het werk van Jeroen Hendriksen

Wat is het doel ervan? Brainstormreflectie is bedoeld om • De inbrenger nieuwe invalshoeken van zijn ervaring te leren kennen. • De andere deelnemers te leren hun kennis, ervaring en analytisch vermogen in te zetten om een probleem of positieve ervaring (van een ander) te verhelderen. Stappenplan van Brainstormreflectie (versie 2.0) Deze tool is gebaseerd op het werk van Jeroen Hendriksen Brainstormreflectie geeft nieuwe invalshoeken door vrije associaties te ordenen en te zoeken naar achterliggende vragen. INBRENG Stap 1: Eén deelnemer (de inbrenger) brengt een actuele ervaring (uit zijn beroepspraktijk) in. Hij beschrijft zijn ervaring – zowel de feiten als de emoties die de situatie heeft opgeroepen. Hij geeft in één à twee zinnen de situatie weer, in één à twee zinnen wat de prikkel is en in één zin de vraag. De prikkel kan zowel een positieve ervaring als een probleem zijn. Stap 2 De andere deelnemers stellen de inbrenger enkele open, niet-suggestieve vragen ter verheldering van de inbreng. Denk aan ‘wie, wat, waar, wanneer en hoe’- vragen.

51

UITVOERING Stap 3 De deelnemers noteren hun reacties op post-its: alle associaties, interpretaties, vermoedens en aandachtspunten zijn van waarde. Let op: één opmerking per post-it, geen volzinnen of tips. De post-its worden door de deelnemers willekeurig op een flap-over geplakt. Maximaal dertig post-its in totaal. Stap 4 De inbrenger rangschikt de reacties van de groep in vier categorieën die de begeleider van tevoren heeft uitgelegd en in kolommen genoteerd op een flap-over. De categorie anders is altijd aanwezig. Bijvoorbeeld: – ik, ander, omgeving, anders of – gedrag, actie, organisatie, anders VARIANT De inbrenger bedenkt naast de categorie anders zelf drie categorienamen. Deze variant kost meer tijd. Stap 5 De reflectiegroep splitst zich op in vier subgroepen. Elke subgroep krijgt een categorie toegewezen. Vervolgens formuleert elke subgroep een vraag die achter de reacties in de betreffende categorieën had kunnen liggen. De inbrenger doet hier niet aan mee. Stap 6 De inbrenger geeft reactie op de per categorie geformuleerde vraag van de subgroepen. AFRONDING Stap 7 De inbrenger blikt terug op zijn beginvraag en denkt tot slot na over de mogelijke aanpak van zijn inbreng. Wanneer de inbrenger met een duidelijk voornemen komt, moedigt de begeleider hem aan om daarover concrete afspraken te maken met een van de deelnemers. VARIANT De inbrenger geeft expliciet aan welke kennis hij nodig heeft om zijn inbreng in een theoretische context te kunnen plaatsen. Groepsleden denken mee welke literatuur op dit onderwerp van toepassing is. Dat kan zowel eerder bestudeerde als ‘nieuwe’ theorie betreffen.

52

Overzicht Reflectietools van www.reflectietools.nl: Aanleren van analytisch vermogen -Brainstormreflectie. Doel: inbrenger leert nieuwe invalshoeken van zijn ervaring kunnen door vrije associaties te ordenen en achterliggende vragen te onderzoeken. Gebaseerd op het werk van Jeroen Hendriksen. Aanleren van creatief denken -Lijnreflectie Doel: op een oorspronkelijke en creatieve manier leren nadenken over de kwaliteit van bijvoorbeeld je beroep, met als doel de kwaliteit te kunnen waarborgen of te verbeteren. Nadenken over ideale kwaliteitsnormen en de concretisering hiervan in een plan van aanpak. Je komt tot een plan van aanpak! Gebaseerd op het werk van Henk Procee. Aanleren van oordeelsvorming -Metafoorreflectie Doel:inbrenger vanuit verschillende invalshoeken naar zijn ervaring laten kijken. Gebaseerd op het werk van Jeroen Hendriksen. -Puntreflectie Doel: denkkaders oprekken en vanuit andere perspectieven naar de werkwijze kijken. Je leert om zelf to een herschikking van je ervaringen te komen. Je leert om zelf oplossingen te bedenken en ermee aan de slag te gaan. Je oefent je oordeelsvermogen door vanuit een extern punt naar je eigen handelen te kijken! Gebaseerd op het werk van Henk Procee. Aanleren van bewust besluiten -Scenarioreflectie De belangrijkste onzekerheden worden in toekomstscenario’s in kaart gebracht. Deelnemer denkt na over belangrijkste waarden in zijn leven. Geeft een beeld van de gewenste toekomst. Doel is om bewuste beslissingen te nemen. Toepassingen bij SLB gekoppeld aan momenten van studiekeuzes. Motiveert om in actie te komen!. Gebaseerd op het werk van Huib Schwaab. Aanleren van kritisch en creatief denken -Socratisch gesprek Doel: elkaars standpunten beter begrijpen. Eventueel komen tot consensus of tot respect voor elkaars, verschillende standpunten. Je oefent een onderzoekende houding! Je leert kritisch en creatief te denken. Gebaseerd op het werk van Huib Schwaab -Spiraalreflectie Doel: de inbrenger te helpen om vat te krijgen op de relatie tussen willen, voelen, denken en doen van hemzelf tov betrokkene(n). Het gaat om een verdiepende reflectie op een gedane handeling die in de toekomst weer terugkomt. Terugblikken, bewustwording en alternatieven ontwikkelen.

53

Het gaat om reflecteren op zowel positieve ervaringen als op problemen. De relatie tussen inbrenger en betrokkene(n) staat centraal. Je oefent bewustwording! Gebaseerd op het werk van Fred Korthagen. Aanleren van analyseren -Succcesreflectie Doel: reflecteren op praktijkervaringen. Positieve ervaringen leiden tot enthousiasme en betrokkenheid. Door de ervaringen te delen komt reflectie op gang. Motiveert om in actie te komen, om te analyseren. Kan leiden tot het verbinden van ervaringen met de Theorie! Gebaseerd op het werk van Fred Korthagen, Ko Melief en Anke Tigchelaar. Aanleren van ontwerpen -Waarderende reflectie Doel: vat krijgen op ‘waarom bepaalde ervaringen zo goed verlopen’. Leren waarom dingen goed gaan! Echte TOP-ervaringen staan centraal! Hoe zou de omgeving eruit zien als het regelmatig zo fantastisch zou gaan? Motiveert tot ontwerpen! Gebaseerd op het werk van David Cooperrider.

54

Korthagen, F.A.J., Leraren leren leren. Tekst van zijn oratie bij zijn benoeming op de Kohnstamm-leerstoel (1998) www.Waarden&Normen

Korthagen, F.A.J., Niveaus in reflectie: naar maatwerk in begeleiding. VELON Tijdschrift voor Lerarenopleiders jrg 23(1) 2002, 29-39.

Korthagen, F.A.J., Vasalos, A., Kwaliteit van binnenuit als sleutel voor professionele ontwikkeling. VELON Tijdschrift voor Lerarenopleiders jrg 28(1) 2007, 1723-39.

1. Theorie gebaseerd op Korthage en Lagerwerf Leren denken: van onbewust handelen naar het bewust zoeken naar de grote T Beschrijven 3 denkniveaus bij het leren onderwijzen. De stap naar een hoger denkniveau wordt mbv reflectie tot stand gebracht. Stap 1.Ervaringen met concrete situaties, er ontstaat een Gestalt. Stap 2.Gestaltniveau: de leraar handelt vrij onbewust. Het gedrag van de leraar wordt (door de leraar) als vanzelfsprekend ervaren. Stap 3.Reflecteren met anderen: reflecteren op het Gestalt: het leraargedrag en het effect ervan op de leerlingen wordt geanalyseerd. De leraar wordt zich bewust van zijn aannames en noties, het ‘werkmodel- ” dat hij hanteert. Hij geeft woorden aan elementen van zijn eigen gedrag en het effect ervan. Stap 4.De leraar gaat schematiseren. Het wordt duidelijker waardoor zijn handelen gestuurd wordt. Begeleiding bij het veranderen ervan wordt mogelijk. Ook ontstaat er ruimte voor de begeleider om de aandacht te richten op andere aspecten die mogelijk van belang zijn. Er is nog grote afstand tot de theorie met de grote T. Stap 5.Het schema, het werkmodel wordt onderwerp van reflectie. De leraar komt tot een logische ordening van relaties in het schema. Sommige relaties kunnen worden gezien als axioma’s waaruit andere relaties af te leiden zijn…als ..dan redeneringen. Zo ontstaat theorie met een kleine t. Stap 6. Door nieuwe ervaringen op te doen worden steeds andere Gestalts gevormd. Op zeker moment wordt dan na reflectie vanzelf ook gezocht naar de theorie met de grote T. Op deze manier leren studenten hun eigen leerproces te sturen. Je moet studenten leren: “hun eigen leerproces te sturen”, help ze bij het zichzelf eigen maken van het proces van reflecteren als zodanig. Als studenten zelf bewust een systematiek gaan hanteren bij het leren van (werk)ervaringen, dan hebben ze geleerd te reflecteren. Ze zijn dan bekwaam om hun eigen ontwikkeling verder te sturen en hebben het vermogen om daar zelf de verantwoordelijkheid voor te nemen. 1. Theorie Mensen hebben verschillende leeroriëntaties. Niet alle studenten zijn geneigd om te leren via reflectie. Intern georiënteerde studenten willen leren door reflectie op eigen ervaringen, het leren reflecteren gaat

55

bijna vanzelf. Extern georiënteerde studenten willen aanwijzingen, houvast, tips van de begeleider. De laatste groep haakt snel af of gaan een quasi-aanpassing tonen als ze op een manier moeten leren die niet de hunne is. Dan spelen ze het reflectiespel maar mee! Reflectiecyclus van Korthagen

51

4

3

2

Alternatieven ontwikkelen en daaruit kiezen

Uitproberen

Handelen / ervaring

Terugblikken

Bewustwording van essentiële aspecten

[Zie voor leerstijlen (Kolb) en kenmerken, leervormen en voorkeur van leervormen ook Groen (blz.132 t/m136) gebaseerd op Jeroen Hendriksen (2005).]

51

4

3

2

alternatievenontwikkelen endaaruit kiezen

handelen(ervaringopdoen)

terugblikken

formuleren vanessentiëleaspecten

ZORGEN VOORCONTINUERING VAN

HET LEERPROCES

HELPEN BIJ HETCREEREN VAN EEN

GESCHIKTE ERVARING

ACCEPTATIEEMPATHIEECHTHEID

CONCREETHEID

ACCEPTATIEEMPATHIEECHTHEIDCONCREETHEIDCONFRONTERENGENERALISERENHIER-EN-NU

GEBRUIKENHELPEN EXPLICITEREN

ALLE VOORGAANDEVAARDIGHEDEN+

uitproberen

HELPEN BEDENKENVAN OPLOSSINGENEN HET MAKENVAN EEN KEUZE evt

leerprogramma. apart

56

De fasen bij kernreflectie

1. Ervaring/problematische situatie: tegen welk probleem liep je op? 2. 1.Bewustwording doeltoestand: wat wilde je eigenlijk graag bereiken of

creëren? 2.Bewustwording beperkingen: (gedrag, gevoelens, beelden, overtuigingen) hoe beperk(te) je jezelf om dat te bereiken?

3. Bewustwording van kernkwaliteit(en): welke kernkwaliteit is nodig om de beperking(en) te overwinnen?

4. Actualisatie van kernkwaliteit(en): hoe kun je deze kernkwaliteit(en) inzetten? 5. Experimenteren met nieuw gedrag. 1. Ervaring/problematische situatie: tegen welk probleem liep je op? 2. etc.

Tools Aanleren van reflecteren bij extern georiënteerde studenten Aanpak introduceer het reflecteren via de weg van geleidelijkheid creëren van houvast creëren van vertrouwen geef deze studenten eerst veel tips en houvast; werk daarna toe naar een meer

reflectieve aanpak. laat studenten reflecteren op de eigen heroriëntatie; dit maakt het bestaan van

verschillende leeroriëntaties expliciet. Dit levert ook begrip op over het bestaan van verschillende leeroriëntaties bij leerlingen PO.

Deze aanpak leidt tot bezinning op de vraag, hoe verschillende type leerlingen het beste geholpen kunnen worden om leerlingen te worden,die zelfstandig leren.

57

Artikel van Lida Nijgh Reflecteren en zelfreflectie (2006) van de website: http://www.carrieretijger.nl/functioneren/ontwikkelen/jezelf-

ontwikkelen/reflectie?searchterm=reflecteren%2520en%2520zelfreflectie 1. Theorie Reflecteren op persoonlijkheid

Wanneer je wilt reflecteren op je gehele persoonlijkheid is het handig hier een handvat voor te hebben. Je kunt jezelf bijvoorbeeld vragen stellen aan de hand van het reflectiemodel, ook wel het persoonlijkheidsmodel van Bateson

genoemd.

Bateson onderscheidt zes niveaus of lagen in de persoonlijkheid.

Kernvragen bij de 'lagen' van het reflectiemodel zijn:

Omgeving. Waar reageer ik op, wanneer en met wie? Gedrag. Wat doe ik, hoe handel ik? Bekwaamheden. Wat kan ik, hoe pak ik het aan? Overtuigingen. Waarom doe ik het, wat vind ik belangrijk? Identiteit. Wie ben ik, wat is mijn levensdoel? Betrokkenheid. Van waaruit handel ik?

2. Tools Aanleren van reflecteren op persoonlijkheid Kijk terug op de eerder beschreven situatie en stel je de volgende vragen:

Omgeving: Op welk moment merk ik dat de opdracht mij niet aanspreekt Wat maakt dat ik deze opdracht niet prettig vindt?

Gedrag

58

Wat heb ik precies gedaan met deze opdracht? Welke acties heb ik ondernomen voor in de uitvoering van de

opdracht? Bekwaamheden Welke vaardigheden heb ik nodig bij de uitvoering van deze opdracht? Welke methoden hanteer ik hierbij?

Overtuigingen Wat vind ik belangrijk in deze situatie? Waarom doe ik deze opdracht?

Identiteit Welke persoonlijke doelen streef ik na in deze situatie? Welke rol neem ik aan?

Betrokkenheid Wat motiveert mij in deze situatie? Wat wil ik bereiken in mijn leven en hoe draagt deze situatie daarin bij. Welke vragen je jezelf stelt, is afhankelijk van de situatie. Je kunt

zoveel vragen stellen als je zelf wilt. Vanuit de ene vraag zal waarschijnlijk als vanzelf een volgende in je opkomen. Wanneer je jezelf geen vragen meer weet te stellen, ga je door naar de volgende 'laag'.

Met dit model kijk je alleen naar je gedrag maar ook naar bijvoorbeeld je visie van waaruit je werkzaamheden vorm geeft. Wanneer je hier bewust van bent, kun je dit eventueel ombuigen. Het is daarom belangrijk om deze methode, naast de puntreflectie, af en toe eens te gebruiken. Oefenen met het reflectiemodel

Probeer zelf eens te spelen met dit model:

· Neem een concrete situatie in gedachten. · Schrijf eerst, bij elk niveau van het reflectiemodel, je vragen uit. Beantwoord ze daarna schriftelijk. · Wanneer er nieuwe vragen opkomen, noteer je deze ook, zodat je daarna naar de antwoorden kunt zoeken

59

BIJLAGE 3: Verwijzingen in APA-stijl Figuren en tabellen in APA-stijl v 6.0 Volgens: Publication Manual of the American Psychological Association (APA) – sixth edition (2009); (meer informatie te vinden in het boek zelf of op “APA ONLINE”: http://www.apastyle.org). U kunt bovendien een duidelijk en zeer compleet overzicht van APA regels vinden op http://owl.english.purdue.edu/owl/section/2/10/. Opmerking vooraf Het is belangrijk om bij wetenschappelijk schrijven op een duidelijke manier gegevens weer te kunnen geven in tabellen en grafieken. De richtlijnen van de American Psychological Association (APA) vormen samen maar één van vele verschillende opvattingen over hoe men dit het beste kan doen. Zoals u in de opleiding tegen zult komen, kan de vormgeving van figuren en tabellen bij verschillende wetenschappelijke tijdschriften enorm verschillen. Deze zijn niet noodzakelijkerwijs verkeerd. Echter, binnen de opleiding psychologie is er in het kader van helderheid voor gekozen om APA aan te houden. Als u zich in opdrachten houdt aan APA regels, weet u dus zeker dat u het goed doet. Algemeen Alle figuren en tabellen dienen ter ondersteuning van de tekst; om die reden moet er in de tekst naar elk figuur of tabel gerefereerd worden. Verder dienen alle figuren en tabellen op zichzelf staand begrijpelijk te zijn – een lezer moet zonder de tekst te hoeven lezen kunnen begrijpen wat er in het figuur of tabel weergegeven is. Verklaar daarom ook afkortingen in titels van figuren of tabellen (met uitzondering van alom bekende afkortingen zoals SD) Figuren en tabellen dienen genummerd te worden (Figuur 1, Figuur 2, en Tabel 1, Tabel 2, etc), op volgorde zoals ze in de tekst aan bod komen. Tabellen en figuren hebben daarnaast een titel, die kort zegt welke informatie weergegeven is in de tabel of figuur. De titel van een tabel staat boven de tabel; de titel van een figuur staat onder het figuur.

60

Tabellen Informatie die weergegeven kan worden in minder dan twee rijen en twee kolommen moeten gewoon in de tekst gegeven worden. Heeft u meer, of ingewikkeldere gegevens, dan kunt u deze in een tabel weergeven. Elke kolom heeft een kolom-titel die boven de kolom staat, en elke rij heeft een rij-titel die er links van staat. Kolomtitels dienen recht boven de gegevens in die kolom te staan. Volgens APA stijl mag een tabel geen verticale lijnen bevatten. U kunt wel de kolomtitels scheiden van de inhoud van de tabel met een horizontale lijn. U mag ter verduidelijking andere horizontale lijnen toevoegen; soms wordt dit gedaan om de tabel zelf te onderscheiden van de titel (erboven) en eventuele notes (opmerkingen) eronder. Hieronder staat een sjabloon voorbeeld van een APA-vormgegeven tabel: Tabel 1

Titel

Rijenkop Kolom kop 1 Kolom kop 2 Kolom kop 3

Rij 1 123 234 17.6

Rij 2a 456 567 31.1

Rij 3 789 891 51.3

Rij 4 1368 1692

Note. Dit is de tekst van een algemene note. a een specifieke opmerking over Rij 2

Let op: de tabelnummering (bijv ‘Tabel 1’) staat op zijn eigen regel bovenaan en is niet schuin gedrukt. De titel staat eronder, ook op zijn eigen regel, en is wel schuin gedrukt. Eventuele opmerkingen staan onderaan, eerst algemene opmerkingen, dan specifieke opmerking, en tot slot significantie opmerkingen. Algemene opmerkingen zijn voorafgegaan door het woord ‘Note.’ schuingedrukt. De opmerking zelf staat erachter op dezelfde regel maar is niet schuingedrukt. Specifieke opmerkingen gaan over bepaalde rijen of kolommen, aangegeven door kleine letter ‘superscript’, in de volgorde a tot z. Tot slot kunt u in een tabel significantie niveaus van bepaalde verschillen aangeven met asterisken. Deze verklaart u als allerlaatste, wederom op een eigen regel. Vaak wordt aangehouden: *p<0.05, **p<0.01, ***p<0.001.

61

Figuren Figuren bevatten grafisch vormgegeven informatie. Dit kunnen grafieken zijn, maar ook diagrammen of plaatjes. Belangrijk bij het vormgeven van figuren is dat deze zo duidelijk en eenvoudig mogelijk de informatie weergeven waarvoor ze bedoelt zijn. Vermijd daarom de uitbundige grafische mogelijkheden die in veel programma’s mogelijk zijn, zoals schaduwen en 3d effecten. Elk figuur heeft een titel. Deze staat onder het figuur, en wordt voorafgegaan door het figuurnummer. Vaak zetten spreadsheet programma’s als Excel ook een titel IN het figuur – deze dient u te verwijderen. Achter de titel staat een korte maar dekkende uitleg over wat er in het figuur te zien is. Zorg dat alle termen en/of afkortingen die in het figuur voorkomen hier verklaard worden. Het figuur nummer is schuingedrukt. Bijvoorbeeld:

Figuur 1. Leeftijdsverdeling van mannen en vrouwen bij de Masai stam. Foutbalken geven standaarddeviaties aan.

Met betrekking tot de vormgeving van grafieken zijn er geen expliciet bindende regels, maar geldt bovenal de richtlijn dat een grafiek zo eenvoudig en duidelijk mogelijk de data moet weergeven, met zo weinig mogelijk overvloedige details. Vaak maakt Excel bijvoorbeeld een horizontaal raster achter een kolomgrafiek; deze verduidelijkt in de meeste gevallen de data niet en kan dan ook het beste verwijderd worden. Zorg er wel voor dat uw assen voorzien zijn van as-titels met eenheden. Gebruik uw gezond verstand bij andere vormgevingskeuzes: lettertypes dienen leesbaar te zijn, niet te groot en niet te klein, en aan te sluiten bij de lettertypes die gebruikt worden in andere figuren in uw verslag. Zorg voor helder kleurgebruik, waarbij u er rekening mee houdt dat de grafiek nog steeds te interpreteren is als deze zwart-wit is afgedrukt. Als een lezer er in uw verslag figuren met elkaar moet vergelijken, zorg er dan voor dat de assen vergelijkbaar zijn (dus bijvoorbeeld niet één as tot 100ms en de ander tot 150ms).