HANDLEIDING RAPPORTEN - carelink.minimed.eu · rapportageperiode worden weergegeven in de rijen van...

23
HANDLEIDING RAPPORTEN CareLink -software Diabetes-therapiesoftware

Transcript of HANDLEIDING RAPPORTEN - carelink.minimed.eu · rapportageperiode worden weergegeven in de rijen van...

HANDLEIDING RAPPORTEN

CareLink™-softwareDiabetes-therapiesoftware

CareLink™ Handleiding RapportenDe in dit document vermelde waarden zijn uitgedrukt in mmol/l.Om de waarden te converteren naar mg/dl, vermenigvuldigt u ze met 18,0182.

1

Hoe u deze handleiding gebruiktIn de volgende secties wordt een beschrijving gegeven van alle CareLink™-rapporten en hoe ze zijn opgebouwd. De gegevens die zijn gebruikt voor het genereren van voorbeeldrapporten, zijn gebaseerd op voorbeeldpatiënten.

Wanneer de geselecteerde periode minder dan vijf dagen aan sensorglucosegegevens bevat, zijn de rapporten Therapy Management Dashboard en Episode-samenvatting niet beschikbaar.

In CareLink-rapporten worden sensorwaarden op of onder de glucosestreefwaarde Laag gerapporteerd als hypoglykemie en worden sensorwaarden op of boven de streefwaarde Hoog gerapporteerd als hyperglykemie. U kunt de streefwaarden Hoog en Laag wijzigen tijdens het genereren van het rapport.

Opmerking: De CareLink-rapporten zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik door professionele zorgverleners. Deze rapporten worden aan patiënten verstrekt om de glucosehistorie met hun professionele zorgverlener te bespreken en evalueren. Patiënten moeten altijd hun professionele zorgverlener raadplegen voordat ze hun pompinstellingen aanpassen.

De standaardeenheid voor glucosemetingen verschilt per land. In deze voorbeeldrapporten zijn de waarden uitgedrukt in mmol/l. Om deze waarden te converteren naar mg/dl, vermenigvuldigt u ze met 18,0182. De werkelijke rapporten kunnen er anders uitzien, afhankelijk van de geüploade apparaatgegevens, de compatibiliteit van apparatuur en de regionale goedkeuringsstatus. Raadpleeg voor meer informatie de veelgestelde vragen op de CareLink-startpagina.

Blz. 2 - Rapport Therapy Management Dashboard Dit rapport geeft een samenvatting van de gegevens voor glucose, koolhydraten en insuline van de patiënt over de geselecteerde periode. Het biedt een overzicht van de glucoseregulering van een patiënt (overdag, '‍s nachts en tijdens maaltijden) en uitgebreide statistische gegevens.

Blz. 4 - Rapport Adherentie Dit rapport bevat gegevens over het therapiegedrag van de patiënt over een geselecteerde periode. Het geeft inzicht in hoe therapietrouw de patiënt is, op basis van de indexen voor glucosemetingen, bolusgebeurtenissen en insulinepompactiviteiten.

Blz. 6 - Rapport Overzicht Sensor & Meter Dit rapport geeft een samenvatting van de gegevens voor meterglucose (en, indien van toepassing, voor sensorglucose), koolhydraten en insuline over een geselecteerde periode. Het biedt een overzicht van de glucoseregulering van een patiënt (overdag, '‍s nachts en tijdens maaltijden) en uitgebreide statistische gegevens.

Blz. 10 - Rapport Logboek Dit rapport bevat de gegevens voor meterglucose, koolhydraten en insuline per uur over een geselecteerde periode. Het is een registratie van de gebeurtenissen op uurbasis, inclusief daggemiddelden en -totalen.

Blz. 12 - Rapport Momentopname apparaatinstellingen Dit rapport geeft de instellingen weer van het apparaat van een patiënt op het moment van een geselecteerde upload. Dit kan nuttig zijn voor een beter begrip van andere rapporten, of eenvoudigweg als documentatie van de apparaatinstellingen van de patiënt over de geselecteerde rapportageperiode.

Blz. 14 - Rapport Dagdetails Dit rapport geeft een samenvatting van de gegevens voor glucose, koolhydraten en insuline over een geselecteerde dag. Het biedt een overzicht van de glucoseregulering van een patiënt, de bolusgebeurtenissen, de basale activiteit en uitgebreide statistische gegevens.

Blz. 16 - Rapport Episode-samenvatting Dit rapport geeft een gedetailleerd overzicht van hypoglykemie- en hyperglykemiepatronen en -episodes die 30 minuten of langer duren, met een beschrijving van eventuele gebeurtenissen die aan perioden met een lage of hoge bloedglucosespiegel voorafgaan.

CareLink™ Handleiding Rapporten 2De in dit document vermelde waarden zijn uitgedrukt in mmol/l.Om de waarden te converteren naar mg/dl, vermenigvuldigt u ze met 18,0182.

Therapy Management Dashboard

CareLink™ Handleiding RapportenDe in dit document vermelde waarden zijn uitgedrukt in mmol/l.Om de waarden te converteren naar mg/dl, vermenigvuldigt u ze met 18,0182.

3

Therapy Management Dashboard Het Therapy Management Dashboard geeft een samenvatting van de gegevens voor glucose, koolhydraten en insuline van een patiënt over een geselecteerde periode. Het biedt een overzicht van de glucoseregulering van een patiënt (overdag, '‍s nachts en tijdens maaltijden) en uitgebreide statistische gegevens.

Op basis van het uitgebreide overzicht in dit rapport kunt u de effectiviteit van de diabetesregulering door de patiënt beoordelen. Het rapport bevat gedetailleerde informatie over de glykemische patronen door de dag, plus gegevens met betrekking tot maaltijden en de toediening van basale en bolusinsuline.

Aan de hand van de verschillende grafieken en tabellen kunt u perioden met hypoglykemie en hyperglykemie onderzoeken. Het rapport toont ook eventuele gebeurtenissen die aan deze overschrijdingen voorafgaan.

24-uurs analysegrafiek–Sensor, insuline en instellingenHet bovenste deel van de 24-uurs analysegrafiek–Sensor, insuline en instellingen geeft de sensorglucosecurven weer van alle dagen waarop een glucosesensor is gedragen. De maaltijdperioden van de patiënt worden in goudkleur boven de grafiek weergegeven. Het glucosestreefbereik van de patiënt wordt grijs gearceerd weergegeven.

Het onderste deel van de grafiek geeft informatie met betrekking tot de insulinetoediening weer. Onder aan de grafiek worden de laatst geprogrammeerde waarden voor insulinegevoeligheid en koolhydraatratio weergegeven.

Grafiek van slapengaan tot opstaanDe grafiek Slapengaan tot opstaan geeft de SG-curven weer zoals die tussen het slapengaan en het opstaan zijn geregistreerd van alle dagen waarop een glucosesensor is gedragen. De specifiek voor de patiënt ingestelde perioden voor het slapengaan en het opstaan worden boven de grafiek weergegeven.

Tabellen met hypoglykemie- en hyperglykemiepatronenDe tabellen Hypoglykemiepatronen en Hyperglykemiepatronen geven het aantal en de perioden weer van episodes van hypoglykemie en hyperglykemie. Om te worden gerapporteerd, moet een episode ten minste 30 minuten duren.

Opmerking: Wanneer de geselecteerde periode minder dan vijf dagen aan sensorglucosegegevens bevat, is het rapport Therapy Management Dashboard niet beschikbaar. Opmerking: Het rapport kan op de sensor gebaseerde hypoglykemie- of hyperglykemie-episodes weergeven hoewel er geen corresponderende bloedglucose-meterwaarden buiten het streefbereik werden gerapporteerd. Andersom kunnen er ook bloedglucose-meterwaarden buiten het streefbereik liggen terwijl er door de sensor geen hypoglykemie- of hyperglykemie-episodes werden gerapporteerd.

Continue registratie door een

glucosesensor

Onderbroken communicatie

Gemiddelde van alle sensorglucosecurven

Basale insulinetoediening

Actieve insuline

CareLink™ Handleiding Rapporten 4De in dit document vermelde waarden zijn uitgedrukt in mmol/l.Om de waarden te converteren naar mg/dl, vermenigvuldigt u ze met 18,0182.

Rapport Adherentie

CareLink™ Handleiding RapportenDe in dit document vermelde waarden zijn uitgedrukt in mmol/l.Om de waarden te converteren naar mg/dl, vermenigvuldigt u ze met 18,0182.

5

Rapport Adherentie Het rapport Adherentie geeft de gegevens weer van de insulinepomp, de bloedglucosemeter en, indien van toepassing, de glucosesensor van de patiënt. Het kan inzicht bieden in het glucosereguleringsgedrag van de patiënt. Het rapport Adherentie bevat tot twee weken aan gegevens. De verschillende rapportsecties worden hieronder beschreven.

DatumkolomHet symbool Dagdeel vóór een datum in deze kolom geeft aan dat de gegevens voor die dag niet volledig zijn. Dat kan gebeuren wanneer de tijd van het apparaat is gewijzigd.

GlucosemetingenDe sectie Glucosemetingen bevat een kolom met het aantal glucosemetingen en een kolom met de gebruiksduur van de glucosesensor.

BolusgebeurtenissenDe sectie Bolusgebeurtenissen bevat vijf kolommen met de volgende totalen:

• Manuele bolussen

• Bolus Wizard™-gebeurtenissen

• Bolus Wizard-bolussen met een voedingscomponent

• Bolus Wizard-bolussen met een correctiecomponent

• Bolus Wizard-berekeningen waarvan afgeweken is

VulgebeurtenissenDe sectie Vulgebeurtenissen bevat kolommen met gebeurtenissen die samenhangen met het vullen van de canule en katheter, inclusief het aantal van die gebeurtenissen en de hoeveelheid insuline die hierbij is gebruikt. De terminologie in dit rapportgedeelte verschilt per pompmodel.

Aantal pompstopsIn deze laatste kolom wordt de tijd (in uren en minuten) weergegeven dat de pomp stop heeft gestaan. In deze kolom kan het symbool voor Drempelstop of Stop bij Laag verschijnen om aan te geven dat op een bepaalde dag ten minste één pompstop plaatsvond.

SamenvattingDe daggemiddelden, -totalen of -percentages van elke kolom worden in de onderste rij weergegeven.

Dagdeel

Stop bij Laag of Drempelstop

Handmatige pompstop

CareLink™ Handleiding Rapporten 6De in dit document vermelde waarden zijn uitgedrukt in mmol/l.Om de waarden te converteren naar mg/dl, vermenigvuldigt u ze met 18,0182.

Rapport Overzicht Sensor & Meter

CareLink™ Handleiding Rapporten 7De in dit document vermelde waarden zijn uitgedrukt in mmol/l.Om de waarden te converteren naar mg/dl, vermenigvuldigt u ze met 18,0182.

CareLink™ Handleiding Rapporten 8De in dit document vermelde waarden zijn uitgedrukt in mmol/l.Om de waarden te converteren naar mg/dl, vermenigvuldigt u ze met 18,0182.

CareLink™ Handleiding RapportenDe in dit document vermelde waarden zijn uitgedrukt in mmol/l.Om de waarden te converteren naar mg/dl, vermenigvuldigt u ze met 18,0182.

9

Rapport Overzicht Sensor & MeterHet rapport Overzicht Sensor & Meter geeft de gegevens weer van de insulinepomp, de glucosemeter en de glucosesensor van de patiënt. Het markeert gedeelten die nader onderzoek vergen. Dit rapport kan meerdere bladzijden beslaan.

Op basis van de gegevens van dit rapport kunt u de effectiviteit van de diabetesregulering door de patiënt beoordelen. Aan de hand van de verschillende grafieken kunt u vaststellen op welke momenten van de dag en van de rapportageperiode de regulering schommelingen vertoont.Opmerking: De maaltijdperioden en het streefbereik stelt u in tijdens het genereren van het rapport.

Bolus

Sensorcurve BG-meetwaardeSensorcurve onderbroken

Stop bij Laag of Drempelstop

PompstopBasaal

Gemiddelde binnen streefbereik

Gemiddelde buiten streefbereik

CareLink™ Handleiding Rapporten 10De in dit document vermelde waarden zijn uitgedrukt in mmol/l.Om de waarden te converteren naar mg/dl, vermenigvuldigt u ze met 18,0182.

Rapport Logboek

CareLink™ Handleiding RapportenDe in dit document vermelde waarden zijn uitgedrukt in mmol/l.Om de waarden te converteren naar mg/dl, vermenigvuldigt u ze met 18,0182.

11

Rapport LogboekHet rapport Logboek geeft in tabelvorm twee weken aan gegevens weer van de insulinepomp en de bloedglucosemeter van de patiënt. De dagen van de rapportageperiode worden weergegeven in de rijen van de tabel, en de uren in de kolommen. De waarden worden weergegeven in de resulterende cellen. Dit rapport bevat geen sensorgegevens.

GlucosewaardenDe bloedglucosewaarden (BG-waarden) worden in het bovenste deel van de cel weergegeven. Glucosewaarden boven of onder het streefbereik van de patiënt zijn gemarkeerd. Als er voor een uur meerdere glucosewaarden beschikbaar zijn, wordt dat aangegeven met een stip rechts boven de waarde. De meest extreme waarde wordt weergegeven, op basis van de volgende voorrangscriteria:

• De laagste van de waarden onder het streefbereik van de patiënt wordt weergegeven.

• Als er geen waarden onder het streefbereik van de patiënt zijn, maar wel waarden boven diens streefbereik, wordt de hoogste daarvan weergegeven.

• Als er geen waarden onder of boven het streefbereik van de patiënt zijn, wordt de waarde weergegeven die het verst verwijderd is van het midden van het streefbereik.

BolussenGeprogrammeerde bolussen worden per uur weergegeven in het onderste deel van de cel. Als het een handmatige bolusdosis of een Bolus Wizard-dosis met correctie betreft, is de waarde omcirkeld.

GegevenscellenElke gegevenscel in de rapportageperiode komt overeen met een uur van een dag, en kan de volgende drie waarden bevatten: (1) meterwaarden, (2) grammen koolhydraten en (3) toegediende eenheden bolusinsuline. Maaltijdperioden zijn boven aan het rapport in kleur gemarkeerd.

MaaltijdenDe voor deze patiënt ingestelde maaltijdperioden zijn boven aan het rapport in kleur gemarkeerd. Het uurtotaal van de door de Bolus Wizard geregistreerde koolhydraatinname wordt in het midden van de cel weergegeven in een zwart veld. Als er voor een uur in een maaltijdperiode geen koolhydraatwaarden zijn geregistreerd, wordt het symbool Maaltijd overgeslagen weergegeven.

Pomp teruggedraaid Maaltijdperiode

Maaltijd overgeslagenToegediende insuline

Meest extreme waarde van meerdere glucosewaarden in

een uur

Koolhydraten

CareLink™ Handleiding Rapporten 12De in dit document vermelde waarden zijn uitgedrukt in mmol/l.Om de waarden te converteren naar mg/dl, vermenigvuldigt u ze met 18,0182.

Momentopname apparaatinstellingen

CareLink™ Handleiding RapportenDe in dit document vermelde waarden zijn uitgedrukt in mmol/l.Om de waarden te converteren naar mg/dl, vermenigvuldigt u ze met 18,0182.

13

Momentopname apparaatinstellingenHet rapport Momentopname apparaatinstellingen geeft de specifieke instellingen van het apparaat van de patiënt weer die actief waren op het moment (datum en tijd) dat het apparaat werd geüpload.

Het rapport bevat tabellen met de actieve instellingen voor de geselecteerde rapportageperiode.

OPMERKING: Het rapport Momentopname apparaatinstellingen geeft alleen de instellingen weer die beschikbaar zijn voor het geüploade apparaat. Raadpleeg de veelgestelde vragen.

CareLink™ Handleiding Rapporten 14De in dit document vermelde waarden zijn uitgedrukt in mmol/l.Om de waarden te converteren naar mg/dl, vermenigvuldigt u ze met 18,0182.

Rapport Dagdetails

CareLink™ Handleiding RapportenDe in dit document vermelde waarden zijn uitgedrukt in mmol/l.Om de waarden te converteren naar mg/dl, vermenigvuldigt u ze met 18,0182.

15

Symbool Betekenis

Onderbroken: Communicatie tussen sensorzender en insulinepomp onderbroken.

Buiten grafiekbereik: Meterglucosewaarde.

Gekoppelde BG: Meterglucosewaarden die automatisch door een draadloos gekoppelde BG-meter naar de insulinepomp zijn gestuurd.Kalibratie-BG: Meterglucosewaarde die is gebruikt voor kalibratie van de sensor.Tijdelijk basaal: Tijdelijke wijziging van de basale insulinesnelheid.Pompstop: Door de patiënt geïnitieerde onderbreking van alle vormen van insulineafgifte door de pomp, of door de pomp geïnitieerde onderbreking van alle vormen van insulineafgifte die niet op SG-waarden is gebaseerd.Tijd gewijzigd: De tijd van de klok in het apparaat is gewijzigd; de dag wordt beschouwd als een dagdeel.Geïnjecteerde insuline (E): Een door de patiënt ingevoerde marker voor een insuline-injectie.Lichaamsbeweging: Een door de patiënt ingevoerde marker voor lichamelijke activiteit.Overig: Een door de patiënt gedefinieerde marker voor gebeurtenissen als medicatie, ziekte, stress, enzovoort.

Rapport DagdetailsHet rapport Dagdetails geeft de gegevens weer van de insulinepomp, de bloedglucosemeter en, indien van toepassing, de glucosesensor van de patiënt, om een beter inzicht te krijgen in diens glucoseregulering, inclusief de respons op de inname van koolhydraten en het gebruik van insuline. Het rapport bestrijkt één dag met gegevens.

Bolus

Basaal

Sensorcurve

Stop bij Laag of Drempelstop

Alarm

Alarm voor dalende glucosewaarde

Alarm voor stijgende glucosewaarde

CareLink™ Handleiding Rapporten 16De in dit document vermelde waarden zijn uitgedrukt in mmol/l.Om de waarden te converteren naar mg/dl, vermenigvuldigt u ze met 18,0182.

Episode-samenvatting

De Episode-samenvattingen zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik door professionele zorgverleners.

CareLink™ Handleiding RapportenDe in dit document vermelde waarden zijn uitgedrukt in mmol/l.Om de waarden te converteren naar mg/dl, vermenigvuldigt u ze met 18,0182.

17

Episode-samenvattingDe Episode-samenvatting geeft een overzicht van de gegevens voor glucose, koolhydraten en insuline van een patiënt over een geselecteerde periode. Het biedt een overzicht van de glucoseregulering van een patiënt (overdag, '‍s nachts en tijdens maaltijden) en uitgebreide statistische gegevens.

De Episode-samenvatting geeft een beschrijving van gebeurtenissen die aan perioden met hypoglykemie en hyperglykemie zijn voorafgegaan, en bevat bovendien een gedeelte met '‍Andere opmerkingen'‍ met factoren die van belang kunnen zijn voor een optimale glucoseregulering. De lijst met aandachtspunten omvat niet alle mogelijke problemen die van invloed kunnen zijn op de glucoseregulering. Klinisch inzicht blijft geboden.

Zie de Bijlage voor meer informatie over de gebeurtenistypen, opmerkingen en besprekingspunten voor patiënt en zorgverlener die CareLink identificeert voor de afzonderlijke onderdelen van de Episode-samenvatting.Opmerking: Wanneer de geselecteerde periode minder dan vijf dagen aan sensorglucosegegevens bevat, is het rapport Episode-samenvatting niet beschikbaar. Opmerking: Het rapport kan op de sensor gebaseerde hypoglykemie- of hyperglykemie-episodes weergeven hoewel er geen corresponderende bloedglucose-meterwaarden buiten het streefbereik werden gerapporteerd. Andersom kunnen er ook bloedglucose-meterwaarden buiten het streefbereik liggen terwijl er door de sensor geen hypoglykemie- of hyperglykemie-episodes werden gerapporteerd.

Het streefbereik voor de glucosewaarden stelt u in tijdens het

genereren van het rapport.

CareLink™ Handleiding RapportenDe in dit document vermelde waarden zijn uitgedrukt in mmol/l.Om de waarden te converteren naar mg/dl, vermenigvuldigt u ze met 18,0182.

18

BijlageDe CareLink-rapporten zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik door professionele zorgverleners. Deze rapporten worden aan patiënten verstrekt om de glucosehistorie met hun professionele zorgverlener te bespreken en evalueren. Patiënten moeten altijd hun professionele zorgverlener raadplegen voordat ze hun pompinstellingen aanpassen.De tabellen in de Bijlage geven een overzicht van de definities voor alle gebeurtenistypen en opmerkingen die CareLink identificeert. Niet alle factoren die vooraf kunnen gaan aan een hoge of lage glucosespiegel worden opgesomd. Daarom vormt CareLink geen vervanging voor de standaard klinische beoordeling van patiënten.

In CareLink-rapporten worden sensorwaarden op of onder de glucosestreefwaarde Laag gerapporteerd als hypoglykemie en worden sensorwaarden op of boven de streefwaarde Hoog gerapporteerd als hyperglykemie. U kunt het streefbereik wijzigen tijdens het genereren van het rapport.Opmerking: Elke periode die in de tabellen wordt genoemd in de kolom met besprekingspunten voor patiënt en zorgverlener, bijvoorbeeld 03.00 uur – 16.00 uur, is gebaseerd op de gepersonaliseerde gegevens van de patiënt. De tijdsperiode kan per patiënt verschillen.

CareLink™ Handleiding RapportenDe in dit document vermelde waarden zijn uitgedrukt in mmol/l.Om de waarden te converteren naar mg/dl, vermenigvuldigt u ze met 18,0182.

19

Hypoglykemie-episode – gebeurtenistypenGebeurtenis Opmerking Besprekingspunten voor patiënt en zorgverlener

Stijging basale snelheidGerapporteerd bij correlatie met hypoglykemie-episodes die beginnen binnen drie uur na een snelheidsverandering.

Overweeg controle van de instellingen voor basale snelheid en tijdelijke basale snelheid.

Bolus met sensordaalsnelheid Gerapporteerd bij correlatie met hypoglykemie-episodes die beginnen binnen drie uur na een bolus.

Overweeg om de patiënt te adviseren de bolusdosis te wijzigen wanneer diens SG-waarden dalen (pijl omlaag wordt weergegeven).

Bolus Wizard KH-bolus Gerapporteerd bij correlatie met hypoglykemie-episodes die beginnen binnen drie uur na een bolus.

Overweeg controle van de Bolus Wizard-instellingen, advisering van de patiënt om beter koolhydraten te tellen en de insulinetoediening beter te timen ten opzichte van de koolhydraatinname.

Afgeweken van Bolus Wizard [+] Gerapporteerd bij correlatie met hypoglykemie-episodes die beginnen binnen drie uur na een bolus.

Overweeg om de patiënt te adviseren de aanbevelingen van de Bolus Wizard op te volgen.

KH-invoer (> 80 g)/KH-invoer (> 5,3 EQ)

Gerapporteerd bij correlatie met hypoglykemie-episodes die beginnen binnen drie uur na het invoeren van de koolhydraten.

Overweeg om de patiënt te adviseren over het effect van een hoge koolhydraatinname.

Correctiebolus met sensordaalsnelheid

Gerapporteerd bij correlatie met hypoglykemie-episodes die beginnen binnen drie uur na een bolus.

Overweeg om de patiënt te adviseren de correctiebolusdosis te wijzigen wanneer diens sensorglucosewaarden dalen (pijl omlaag wordt weergegeven).

Hyperglykemie voorafgaand aan hypoglykemie

Gerapporteerd bij correlatie met hypoglykemie-episodes die beginnen binnen drie uur na een bolus.

Overweeg controle van de insulinegevoeligheid van de patiënt. Overweeg om de patiënt te informeren over het reguleren van hyperglykemieën.

Manuele bolusGerapporteerd bij correlatie met hypoglykemie-episodes die beginnen tussen de tweede bolus en max. drie uur na de laatste bolus.

Overweeg om de patiënt te adviseren gebruik te maken van de Bolus Wizard.

Meerdere correctiebolussenGerapporteerd bij correlatie met hypoglykemie-episodes die beginnen tussen de tweede bolus en max. drie uur na de laatste bolus.

Overweeg om de patiënt te adviseren over het stapeleffect van meerdere correctiebolussen en over het tijdprofiel van de insulinewerking.

Meerdere manuele bolussenGerapporteerd bij correlatie met hypoglykemie-episodes die beginnen tussen de tweede bolus en max. drie uur na de laatste bolus.

Overweeg om de patiënt te adviseren gebruik te maken van de Bolus Wizard. Overweeg om de patiënt te informeren over het stapeleffect van meerdere bolussen en over het tijdprofiel van de insulinewerking.

Nachtelijke hypoglykemie (11PM-5AM)

Gerapporteerd bij correlatie met hypoglykemie-episodes die beginnen tussen 23.00 en 05.00 uur.

Overweeg controle van nachtelijke basale snelheden en de patiënt te informeren over avondbolussen.

Hoge sensordaalsnelheidGerapporteerd bij correlatie met hypoglykemie-episodes die beginnen binnen drie uur na het eind van de periode.

Overweeg om de patiënt te adviseren over maatregelen om hypoglykemie te voorkomen.

CareLink™ Handleiding RapportenDe in dit document vermelde waarden zijn uitgedrukt in mmol/l.Om de waarden te converteren naar mg/dl, vermenigvuldigt u ze met 18,0182.

20

Hyperglykemie-episode – gebeurtenistypenGebeurtenis Opmerking Besprekingspunten voor patiënt en zorgverlener

Daling basale snelheidGerapporteerd bij correlatie met hyperglykemie-episodes die beginnen binnen drie uur na een snelheidsverandering.

Overweeg controle van de instellingen voor basale snelheid, tijdelijke basale snelheid en pompstops.

Bolus met sensorstijgsnelheidGerapporteerd bij correlatie met hyperglykemie-episodes die twee uur na de bolus nog steeds boven het streefbereik liggen.

Overweeg om de patiënt te adviseren de bolusdosis te wijzigen wanneer diens sensorglucosewaarden stijgen (pijl omhoog wordt weergegeven).

Bolus Wizard KH-bolusGerapporteerd bij correlatie met hyperglykemie-episodes die twee uur na de bolus nog steeds boven het streefbereik liggen.

Overweeg controle van de Bolus Wizard-instellingen, advisering van de patiënt om beter koolhydraten te tellen en de insulinetoediening beter te timen ten opzichte van de koolhydraatinname.

Afgeweken van Bolus Wizard [-]Gerapporteerd bij correlatie met hyperglykemie-episodes die twee uur na de bolus nog steeds boven het streefbereik liggen.

Overweeg om de patiënt te adviseren de aanbevelingen van de Bolus Wizard op te volgen.

KH-invoer (> 80 g)/KH-invoer (> 5,3 EQ)

Gerapporteerd bij correlatie met hyperglykemie-episodes die beginnen binnen drie uur na het invoeren van de koolhydraten.

Overweeg om de patiënt te adviseren over het effect van een hoge koolhydraatinname.

Dawn-fenomeen (3AM–7AM) Gerapporteerd bij correlatie met hyperglykemie-episodes die beginnen tussen 03.00 en 07.00 uur. Overweeg controle van de nachtelijke basale snelheden.

Uitgestelde wisseling van infusieplaats

Gerapporteerd bij correlatie met hyperglykemie-episodes die beginnen binnen 3,5 dag na het laatste vaste vulvolume (de laatste canulevulling). Alleen gerapporteerd voor episodes die ten minste 90 minuten duren.

Overweeg om de patiënt te adviseren over de juiste frequentie voor het wisselen van infusieplaats en over het toepassen van vaste vulvolumes en canulevullingen bij het wisselen van infusieplaats.

Overcorrectie van hypoglykemieGerapporteerd bij correlatie met hyperglykemie-episodes die beginnen binnen drie uur na een lage sensormeetwaarde.

Overweeg om de patiënt te adviseren over het reguleren van hypoglykemieën.

Pompstops (> 60 minuten)* Gerapporteerd bij correlatie met hyperglykemie-episodes die beginnen binnen drie uur na de pompstop.

Overweeg om de patiënt te adviseren over het stopzetten van de pomp. Overweeg om de patiënt te adviseren over het gebruik van bolussen voor maaltijden en het corrigeren van snelle glucoseoverschrijdingen.

Sensorstijgsnelheid zonder bolus

Gerapporteerd bij correlatie met hyperglykemie-episodes die beginnen binnen drie uur na de gebeurtenis.

Overweeg om de patiënt te adviseren over het gebruik van bolussen voor maaltijden en het corrigeren van snelle glucoseoverschrijdingen.

* Controleer of hyperglykemie-episodes werden voorafgegaan door patiënt-geïnitieerde pomponderbrekingen of Pompstop door sensor-gebeurtenissen (zoals Drempelstop of Stop bij Laag). Worden hyperglykemie-episodes voorafgegaan door Pompstop door sensor-gebeurtenissen, dan controleert u of de op de pomp ingestelde Pompstop door sensor-grenswaarde(n) juist is (zijn) voor die patiënt.

Als zich herhaaldelijk Pompstop door sensor-gebeurtenissen voordoen die > 60 minuten duren, overweeg dan controle en optimalisatie van de behandeling ter voorkoming van hypoglykemie (pompinstellingen, alarmen, voeding) en respons van de patiënt op alarmen (bevestiging via vingerprikken en aanbevolen behandelingen).

CareLink™ Handleiding RapportenDe in dit document vermelde waarden zijn uitgedrukt in mmol/l.Om de waarden te converteren naar mg/dl, vermenigvuldigt u ze met 18,0182.

21

Andere opmerkingenPrioriteit Gebeurtenis Opmerking Besprekingspunten voor patiënt en zorgverlener

1 Basaal/bolus-ratioMelding wordt weergegeven wanneer het basale gedeelte van de basaal/bolus-ratio 55% of meer bedraagt.

Overweeg controle van de basaal/bolus-ratio.

2 Bolus Wizard-gebruikMelding wordt weergegeven wanneer de Bolus Wizard gedurende minder dan 67% van de tijd wordt gebruikt voor bolussen.

Overweeg om de patiënt te adviseren over het gebruik van de Bolus Wizard voor KH- en correctiebolussen.

3 CorrectiebolusinsulineMelding wordt weergegeven wanneer meer dan 50% van alle door de Bolus Wizard aanbevolen insuline bestaat uit correctie-insuline.

Overweeg controle van de basale snelheden, de Bolus Wizard-instellingen en het koolhydraten tellen, om het toedienen van nauwkeurige maaltijdbolussen zodanig te verbeteren dat het veelvuldig toedienen van correctiebolussen wordt vermeden.

4 Wisseling van infusie-plaats

Melding wordt weergegeven wanneer de tussentijd tussen vulprocedures (vast vulvolume of canulevulling) gemiddeld meer dan 3,5 dag bedraagt.

Overweeg om de patiënt te adviseren over de noodzaak om ten minste elke drie dagen van infusieplaats te wisselen of over de juiste wijze om van infusieplaats te wisselen.

5 Gebruiksduur sensorMelding wordt weergegeven wanneer er gemiddeld minder dan vijf dagen aan sensormeetwaarden per week beschikbaar zijn.

Overweeg om de patiënt te adviseren over de voordelen van frequenter sensorgebruik.

6 Frequentie BG-invoerMelding wordt weergegeven wanneer er gemiddeld minder dan vier BG-meetwaarden per dag beschikbaar zijn.

Bespreek de frequentie van vingerprikmetingen met de patiënt.

©2017 Medtronic MiniMed, Inc. Alle rechten voorbehouden.

MiniMed, CareLink en Bolus Wizard zijn handelsmerken van Medtronic MiniMed, Inc.

M10552616-101_A