Handleiding P&C FPC Rijksinrichtingen 2014
Transcript of Handleiding P&C FPC Rijksinrichtingen 2014
Planning & Control 2014
Handleiding Forensisch Psychiatrische
Centra (Rijksinrichtingen)
Datum 20 september 2013
Planning & Control 2014: Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 20 september 2013
Pagina 3 van 49
Colofon
Afzendgegevens Directie Forensische Zorg
Zorginkoop
Turfmarkt 147
2511 DP Den Haag
Postbus 30132
2500 GC Den Haag
www.forensischezorg.nl
Contactpersoon Directie Forensische Zorg
T 088 07 25496/25497
Ons kenmerk DDS5753003
Auteurs Dienst Justitiële Inrichtingen
Directie Forensische Zorg
Planning & Control 2014: Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 20 september 2013
Pagina 5 van 49
Inhoud
Colofon 3
Inleiding 7
1 Sturingsrelatie rijks fpc’s 9
1.1 Besturingsmodel en Planning & Controlcyclus DJI 9
1.2 Onderdelen van de P&C-cyclus 9
2 Ontwikkelingen tbs 11
2.1 Effectueren bezuinigingen forensische zorg 11
2.1.1 Masterplan DJI 11
2.1.2 Convenant ‘Meerjarenovereenkomst forensische zorg 2013-2017’ 11
2.1.3 Tariefskorting 2014 11
2.2 Wet forensische zorg, consequenties voor de fpc’s 11
2.2.1 Inkoop tbs capaciteit 12
2.2.2 Rol NZa 12
2.3 Gewijzigd plaatsingsbeleid 12
2.4 Zicht op effectiviteit van de forensische zorg 12
2.4.1 Prestatie-indicatoren Forensische zorg 12
2.4.2 Prestatie-indicatoren Doelmatigheid 13
2.5 Kwaliteitsverbetering van de geboden zorg 13
3 Jaarplan 15
3.1 Inleiding 15
3.2 Structuur jaarplan 15
3.3 A3 jaarplan 15
3.4 Toelichting managementafsprakenbrief 16
3.4.1 Te leveren producten 17
3.4.2 Afspraken reguliere capaciteit 17
3.4.3 Budget 17
3.4.4 Plaatsingsafspraken reguliere capaciteit 17
3.5 Leegstandsregeling 18
3.6 Prestatie-indicatoren 19
3.6.1 Afspraken prestatie-indicatoren DJI 19
3.6.2 Prestatie-indicatoren Forensische Psychiatrie (voorheen Zichtbare Zorg) 20
3.6.3 Prestatie-indicatoren Doelmatigheid tbs 20
3.7 MITS 21
3.8 Toelichting op (brand-)veiligheidsaspecten 21
3.8.1 Integrale veiligheidsbenadering 21
3.9 Begroting 22
3.10.1 Onderhandenwerk DBBC’s: afgesloten maar nog niet gefactureerde DBBC’s 23
3.10.2 Tijdslijn DBBC 24
3.10.3 Beveiligingsniveaus 24
3.10.4 Tender- en aanbestedingscontracten 25
3.10.5 DBBC spelregels 26
3.10.6 Relevante documenten over DBBC’s 26
3.10.7 Offerte DBBC 26
3.11 Transitiemodel 26
3.12 Indexatie tarieven 27
3.13 Bijlagen jaarplan 27
3.14 Regeling voor tijdelijke crisisopname en afwezigheidsdagen 27
3.14.1 Vergoeding tijdelijke crisisopname en afwezigheidsdagen tbs-gestelden 27
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 6 van 49
3.14.2 TBS met voorwaarden 28
3.14.3 Vergoeding aan een FPC 28
3.14.4 Vergoeding aan forensische zorginstellingen 28
5 Structuur financieel jaarverslag 32
5.1 Inleiding 32
5.2 Controle van de gegevens 32
5.3 Opstellen van het financiële verslag 32
5.3.1 Begin- en eindbalans en toelichting 33
5.3.2 De verlies- en winstrekening 33
5.4 Bijlagen 34
6 Managementparagraaf 35
6.1 Inleiding 35
6.2 Doelstelling in control verklaring 35
6.3 Werking en opbouw managementparagraaf 35
6.4 Relatie managementparagraaf met de reguliere P&C-cyclus 36
6.4.1 Individueel ‘Niet in control’ 37
6.4.2 Geaggregeerd ‘Niet in control’ 37
6.4.3 Op concernniveau ‘Niet in control’ 37
6.5 Managementparagraaf DJI 37
Bijlage 1 Planning- & controlcyclus 2014 DForZo 39
Bijlage 2 Onderbouwing offerte DBBC FPC 41
Bijlage 3 Conversietabel DBBC’s verblijf 43
Bijlage 4 Uitvraag (brand-)veiligheid 44
Bijlage 5 Formats en P&C documenten 47
Bijlage 6 Informatienummers 49
Planning & Control 2014: Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 20 september 2013
Pagina 7 van 49
Inleiding
De minister van Veiligheid en Justitie is verantwoordelijk voor forensische zorg in
een strafrechtelijk kader en heeft deze verantwoordelijkheid belegd bij de directie
Forensische Zorg (DForZo) van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Voor de
uitvoering van deze verantwoordelijkheid maakt DForZo afspraken met
zorgaanbieders in de geestelijke gezondheidszorg, de gehandicaptenzorg en de
opvang voor forensische zorg. Met de Forensisch Psychiatrische Centra (fpc’s)
worden tot het moment van de inwerkingtreding van de Wet Forensische zorg op
basis van een subsidierelatie afspraken gemaakt voor de TBS met dwangverpleging.
De eerdere subsidieovereenkomst is met het oog op de inwerkingtreding van deze
wet opgezegd per 1-1-2014. Omdat de Wfz bij de publicatie van het inkoopbeleid
2014 nog niet inwerking is getreden, wordt in 2014 de huidige subsidierelatie
gecontinueerd.
Hiertoe stelt DForZo voor het jaar 2014 twee documenten op voor de Fpc’s:
• de Handleiding Planning & Control 2014 Forensisch Psychiatrische Centra
(particuliere inrichtingen);
• de Handleiding Planning & Control 2014 Forensisch Psychiatrische Centra
(Rijksinrichtingen).
Voor u ligt de Handleiding Planning & Control 2014 Forensisch Psychiatrische Centra
(Rijksinrichtingen). In deze handleiding wordt beschreven op welke wijze u het
jaarplan van uw fpc dient op te stellen en op welke wijze u zich hierover in het jaar
2014 dient te verantwoorden.
Deze handleiding is mede gebaseerd op het meerjarenbeleid Inkoop forensische
zorg 2014 -2018. Dit beleid is gepubliceerd op de website www.forensischezorg.nl
De definities van prestatie-indicatoren, de in te vullen formats inclusief de
bijbehorende toelichtingen en algemene teksten zoals financiële kaderregelingen en
de financiële begrippenlijst worden gepubliceerd op www.forensischezorg.nl
Opbouw handleiding
In deze handleiding worden de P&C-cyclus, A3-besturingsmethodiek en
managementparagraaf beschreven. Ook wordt ingegaan op de voor 2014 relevante
ontwikkelingen in de tbs. Daarnaast worden de onderdelen van de P&C-cyclus, zoals
het jaarplan, de viermaandsrapportages, de DBBC’s en het jaarverslag behandeld.
Planning & Control 2014: Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 20 september 2013
Pagina 9 van 49
1 Sturingsrelatie rijks fpc’s
1.1 Besturingsmodel en Planning & Controlcyclus DJI
In het kader van de P&C–cyclus wordt bij DJI een aantal
(kern-)begrippen gehanteerd. Naast ‘Planning en Control’ zijn dat:
• outputsturing;
• competentiemanagement;
• INK-managementmodel;
• A3-methodiek.
Om de ‘sturing en verantwoording’ binnen DJI te operationaliseren is eerder
outputsturing ingevoerd, wordt competentiemanagement ingezet en wordt ook het
INK-managementmodel toegepast. Het in samenhang hanteren van deze drie
besturingsprincipes is de A3-methodiek. Dit instrumentarium heeft als doel de
organisatie te ondersteunen in het behalen van de geformuleerde doelstellingen. En
hoewel de doelstellingen gelijk blijven, kunnen verschillen in sturingsrelatie binnen
DJI (rijks, particulier of inkoop) wel reden zijn voor een verschil in het (verplicht) te
hanteren instrumentarium.
Voor uitgebreide documentatie over het gehanteerde P&C-instrumentarium, wordt u
verwezen naar de volgende documentatie:
− De brochure ‘Besturingsmodel DJI en de P&C-cyclus’;
− A3-gidsen, o.a. ‘Gids voor toepassing van de A3-methodiek’, ‘Gids voor
toepassing van het A3-managementgesprek’, ‘Gids voor A3-digitaal’. Deze
gidsen zijn beschikbaar via intranet;
− Het boek ‘Coachen op gedrag en resultaat’. Hiervoor kunt u terecht bij de
afdeling Managementontwikkeling van CP&O.
1.2 Onderdelen van de P&C-cyclus
Om te komen tot sturing en verantwoording wordt tussen managementlagen een
P&C-cyclus uitgevoerd. Elke P&C-cyclus is in technisch opzicht vooral ‘logistiek,
gebaseerd op de PDCA-principes uit de Deming-circle: plan (planvorming), do
(realisatie), check (control en controle) en act (analyse op gegevens uit ‘check’ als
input voor een nieuw plan). Binnen de P&C-cyclus van DJI, worden de volgende
onderdelen onderscheiden:
• jaarplan (met als onderdeel het managementcontract);
• controlrapportages (twee- en/of viermaandsrapportages);
• jaarverslag;
• managementparagraaf.
Pas door de keuze van besturingsprincipes en -instrumentarium (zoals hiervoor
beschreven) krijgt de P&C-cyclus kleur. De P&C-cyclus kan ook worden getypeerd
als het (vooraf) bepalen en bij contract afspreken van prestaties op (jaar-)
activiteiten en het systematisch volgen, bewaken, monitoren en beheersen van de
uitvoering met behulp van vooraf vastgestelde methoden.
Goed beschouwd maakt de managementparagraaf geen deel uit van de P&C-cyclus,
maar komt hij voort uit de departementale begrotings- en verantwoordingscyclus.
Gezien de samenhang met de P&C-cyclus, is er binnen DJI voor gekozen om de
managementparagraaf wel in de handleidingen P&C op te nemen en wordt in deze
handleiding het proces van de managementparagraaf en de relatie met de P&C-
cyclus uiteengezet.
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 10 van 49
Naast de hierboven genoemde onderdelen van de P&C-cyclus worden tegelijkertijd
met het jaarplan andere informatiedocumenten (zoals huisvestingsvoorzieningen)
gevraagd. Deze zijn geen onderdeel van de P&C-cyclus, maar om praktische
redenen loopt de informatievoorziening hieromtrent wel gelijk met de P&C-cyclus.
Het tijdpad voor de P&C-cyclus is beschreven in bijlage 1.
Planning & Control 2014: Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 20 september 2013
Pagina 11 van 49
2 Ontwikkelingen tbs
In dit hoofdstuk wordt stilgestaan bij de belangrijkste ontwikkelingen in de
forensische zorg die van belang zijn voor de tbs-sector en daarmee voor het
indienen van een jaarplan.
2.1 Effectueren bezuinigingen forensische zorg
2.1.1 Masterplan DJI
In het masterplan DJI is vast gelegd hoe het budget voor forensische zorg wordt
teruggebracht. Deze wordt gerealiseerd door een capaciteitsreductie in de tbs welke
is ingegeven door zowel de bezuinigingsopdracht van het kabinet aan DJI als de
afnemende behoefte aan tbs-capaciteit. De capaciteitsreductie in de tbs was niet
voldoende om de taakstelling voor de forensische zorg van DJI te kunnen realiseren,
daarom wordt zowel in de tbs als in de overige forensische zorg een tariefsingreep
doorgevoerd en wordt de behandelduur in de tbs teruggebracht naar gemiddeld acht
jaar.
2.1.2 Convenant ‘Meerjarenovereenkomst forensische zorg 2013-2017’
Als gevolg van de taakstellingsopdracht van DJI zijn met de overkoepelende
brancheorganisaties in de forensische zorg gesprekken gevoerd over een agenda die
enerzijds recht doet aan de inhoudelijke ambities en mogelijkheden, en anderzijds
op verantwoorde wijze de bezuinigingen verwerkt. Het resultaat hiervan is een
‘Meerjarenovereenkomst Forensische Zorg 2013-2017’ ondertekend door het
ministerie van Veiligheid en Justitie, GGZ Nederland en de Vereniging
Gehandicaptenzorg Nederland. In dit convenant zijn afspraken gemaakt voor een
gezamenlijke agenda om de forensische zorg kwalitatief hoogwaardig en betaalbaar
te houden.
In het convenant is vastgelegd dat voor de terugdringing van de behandelduur een
taskforce wordt ingericht. Er ligt grote druk op de opdracht van de taskforce omdat
wanneer dit niet wordt gehaald als ultiem remedium de financiële taakstelling wordt
gerealiseerd door middel van een generieke tariefskorting.
2.1.3 Tariefskorting 2014
Voor het jaar 2014 geldt voor de tbs-sector een tariefskorting van 4,5 % voor de
basiscapaciteit, dit is exclusief de tenders. Alleen voor tender V geldt de eerder
overeengekomen tariefskorting van 2%.
2.2 Wet forensische zorg, consequenties voor de fpc’s
In de Wet forensische zorg (Wfz) wordt de brede stelselherziening van de
forensische zorg geregeld. Het bevat onder andere wetgeving over de inkoop en
financiering; de aanspraak op forensische zorg; de plaatsing van justitiabelen in de zorg en sturingsrelaties. De inwerkingtreding van deze wet is voorzien in 2014. In afwachting van de inwerkingtreding van de Wfz is het Interimbesluit Forensische Zorg de wettelijke basis voor het huidige forensische zorgstelsel. Met de inwerkingtreding van de Wfz, vervalt dit Interimbesluit.
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 12 van 49
2.2.1 Inkoop tbs capaciteit
Met de inwerkingtreding van de Wfz wordt de inkoop van de tbs-capaciteit geregeld.
Omdat deze wet bij de publicatie van het inkoopbeleid 2014 nog niet inwerking is
getreden, wordt in 2014 de huidige subsidierelatie gecontinueerd. Vanaf 2015 is er
sprake van een inkooprelatie.
In 2014 staan de afspraken met de fpc’s in het teken van de afbouw van de tbs-
capaciteit ten gevolge van het Masterplan DJI.
In 2014 wordt gestart met de voorbereiding van de inkoop van de capaciteit voor
bijzondere doelgroepen in de tbs die vanwege de beperkte omvang en specifieke
gebouwelijke en zorginhoudelijke eisen geconcentreerd worden en/of blijven bij een
aantal fpc’s.
Met de jaarlijkse behoeftestelling voor de forensische zorg wordt de ontwikkeling
van de tbs-capaciteit in kaart gebracht. Deze informatie in combinatie met de PMJ-
ramingen vormen input voor de capaciteitsplanning op korte en lange termijn. Dit
vindt zijn beslag in de jaarlijkse inkoop van tbs-capaciteit.
2.2.2 Rol NZa
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) stelt sinds de inwerkingtreding van het
Interimbesluit de prestaties en tarieven in de forensische zorg vast. De
artikelen van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) waarin de
bevoegdheden van de NZa tot het nemen van handhavingsmaatregelen zijn
vastgelegd, blijven voor wat betreft de forensische zorg vooralsnog buiten
beschouwing. Wanneer de Wfz in werking treedt, wordt de gehele Wmg integraal
(inclusief het handhavingsinstrumentarium) van toepassing op de forensische zorg,
De tarieven voor 2014 zijn op 13 september jl. vastgesteld en zijn te vinden op
www.nza.nl.
2.3 Gewijzigd plaatsingsbeleid
Vanaf 2014 worden tbs-gestelden regionaal geplaatst tenzij er contra-indicaties
daartoe zijn. Contra-indicaties voor regionale plaatsing zijn van toepassing voor
bijvoorbeeld een aantal bijzondere doelgroepen zoals longstay patiënten, patiënten
met een EVBG-status en vreemdelingen en die vanwege de beperkte omvang en
specifieke gebouwelijke en zorginhoudelijke eisen geconcentreerd worden bij een
aantal fpc’s. Deze plaatsingssytematiek speelt een rol bij de regionale
behoeftebepaling die leidend zal zijn bij de inkoop van tbs-capaciteit voor de
komende jaren. Het plaatsingsbeleid wordt in het najaar van 2013 gepubliceerd.
2.4 Zicht op effectiviteit van de forensische zorg
Door middel van verschillende trajecten krijgt DForZo steeds beter zicht op de
kwaliteit van zorg. De prestatie-indicatoren die in deze trajecten worden ontwikkeld,
worden in de zorginkoop toegepast. De scores op de prestatie-indicatoren worden
vanaf 2015 meegewogen. In de tbs-sector zijn twee trajecten van belang.
2.4.1 Prestatie-indicatoren Forensische zorg
Het eerste traject, Prestatie-indicatoren Forensische Zorg, geldt voor alle
forensische zorg aanbieders dus ook voor de fpc’s. De prestatie-indicatoren
Forensische Zorg is een vervolg van het eerdere traject Zichtbare Zorg van het
ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). In dit traject zijn met de
verschillende stakeholders indicatoren ontwikkeld die de kwaliteit van zorg
inzichtelijk maken. Vanaf 2013 heeft het Expertisecentrum Forensische Psychiatrie
(EFP) de opdracht van de Directie Forensische zorg, in samenspraak met GGZ NL,
gekregen de indicatoren door te ontwikkelen. Het doel is te komen tot indicatoren
die zo veel mogelijk op uitkomsten van zorg toezien. Voor de indicatoren over
verslagjaar 2014 geldt dat er de set bestaat uit zowel proces- als outputindicatoren.
Planning & Control 2014: Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 20 september 2013
Pagina 13 van 49
In 2014 zal daarom nog een doorontwikkeling naar meer outputindicatoren
plaatsvinden.
2.4.2 Prestatie-indicatoren Doelmatigheid
Daarnaast is specifiek voor de tbs-sector het ontwikkel traject van de Prestatie-
indicatoren Doelmatigheid gestart in 2011. In samenspraak met
vertegenwoordigers van de fpc’s is afgesproken indicatoren te ontwikkelen die
toezien op een tweetal aspecten van de (effectiviteit van) de tbs-behandeling,
namelijk (1) de doorlooptijd van de behandeling (behandelduur) en (2)
maatschappelijke veiligheid (recidive / risico). De uitwerking van de eerste
indicatoren, betrekking hebbend op de behandelduur, zijn begin 2012 en begin 2013
aan ieder fpc verstrekt en besproken tijdens de jaarverslaggesprekken. Daarnaast
zijn in 2013 nog aanvullende indicatoren ontwikkeld op het gebied van de
behandelduur, zodat het totale behandeltraject in beeld komen. Deze indicatoren
worden naar verwachting begin 2014 voor de eerste keer verstrekt aan de fpc’s. U
wordt per brief geïnformeerd hoe DForZo in 2014 met deze indicatoren zal omgaan.
Met betrekking tot het tweede aspect van de prestatie-indicatoren Doelmatigheid,
de maatschappelijke veiligheid, heeft het Wetenschappelijk Onderzoeks- en
Documentatiecentrum (WODC) in 2012 een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd. Dit
onderzoek had tot doel te onderzoeken in hoeverre het mogelijk is de recidive-
cijfers op instellingsniveau te genereren. Uitkomst van dit haalbaarheidsonderzoek
is onder andere dat bijkomende informatie, primair aanwezig binnen fpc’s, nodig is
om te komen tot meer betrouwbare en interpreteerbare cijfers. Om dit verder te
ontwikkelen zal het WODC in de tweede helft van 2013 het haalbaarheidsonderzoek
met het veld continueren. Dit is des te meer van belang aangezien de
Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie tijdens een algemeen overleg in de eerste
helft van 2013 heeft toegezegd de uitkomsten van het haalbaarheidsonderzoek naar
de Tweede Kamer te zullen sturen. In 2013 worden de recidivecijfers per fpc nog
anoniem verstrekt; in 2014 zullen de recidivecijfers naar verwachting op fpc-niveau
aan de Tweede Kamer gerapporteerd worden.
Hiernaast zal DForZo in 2014 voor de eerste keer de indicator risico-taxatie van de
fpc’s ontvangen.
2.5 Kwaliteitsverbetering van de geboden zorg
Het forensische zorgveld heeft samen met het ministerie van Veiligheid en Justitie
en GGZ Nederland het initiatief genomen om de kwaliteit van de forensische zorg
(verder) te verbeteren en zichtbaar te maken. Deze kwaliteitsverbetering wordt
vormgegeven vanuit het meerjaren Programma Kwaliteit Forensische Zorg (KFZ)
dat in 2011 is gestart. Het programma zet in zowel op methodiekontwikkeling als
het inzichtelijk maken van de uitkomsten van zorg. Het belang van het ministerie
van Veiligheid en Justitie bij dit programma is onder andere dat voor een aantal veel
voorkomende doelgroepen in de forensische zorg specifiek zorgaanbod beschikbaar
komt, duidelijkheid ontstaat over de aangewezen risicotaxatie-instrumenten in
verschillende settingen en bij verschillende doelgroepen, en het routine outcome
monitoring een belangrijke impuls krijgt.
In de ‘Meerjarenovereenkomst forensische zorg 2013-2017’ is afgesproken dat het
programma KFZ in ieder geval tot en met 2017 in geïntensiveerde vorm wordt
voortgezet.
De kwaliteitsontwikkeling binnen dit programma is niet vrijblijvend. De sector zal in
de komende periode worden gevraagd om de positieve resultaten hiervan te
implementeren.
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 15 van 49
3 Jaarplan
3.1 Inleiding
In het jaarplan doet het FPC voorstellen voor productieafspraken in 2014 (op basis
van budgetparameters en DBBC’s). U wordt verzocht het jaarplan uiterlijk 1
november 2013 digitaal ([email protected]) en in tweevoud per post
te versturen naar:
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Directie Forensische Zorg
t.a.v. dhr. G.V.M. van Gemert
Postbus 30132
2500 GC in Den Haag
Bij de inkoop van de overige forensische zorg wordt gebruik gemaakt van de
Forensische Zorg Applicatie (FORZA) voor het digitaal indienen van de offertes. Deze
applicatie wordt niet gebruikt voor het indienen van de jaarplannen tbs.
In november of december vindt het jaarplangesprek plaats tussen u en DForZo. De
afspraken die in dit gesprek worden gemaakt vinden hun weerslag in de
managementafsprakenbrief, inkoop DBBC’s en het verslag van het jaarplangesprek.
3.2 Structuur jaarplan
Het jaarplan van uw FPC dient de volgende onderdelen te omvatten:
• Inleiding (interne ontwikkelingen, trajecten etc.)
• A3-jaarplan
• Toelichting managementafsprakenbrief:
− Te leveren producten
− Afspraken reguliere capaciteit
− Afspraken tijdelijke capaciteit (facultatief)
− Budget
− Doelstelling en toelichting prestatie-indicatoren
− Toelichting brandveiligheid
• Begroting
• Voorstel Diagnose behandel en beveiligingscombinaties (DBBC)
• Bijlagen:
− Inventarisatie huisvestingsvoorzieningen
− Meerjarig investeringsplan
DForZo zal het bij het opstellen van het jaarplan te hanteren format “Financiële
overzichten DForZo Rijks 2014” tijdig op DJI-intranet plaatsen.
3.3 A3 jaarplan
Het A3-jaarplan is een overzichtelijke weergave van de beoogde resultaten die het
FPC voor het komende jaar als doel heeft gesteld en de hiervoor benodigde
activiteiten, op basis van het INK-managementmodel. Een dergelijk ingevuld A3-
format (A3-jaarplan) dient u in het jaarplan van het FPC op te nemen. De voor- (en
achterzijde) van het jaarplan dienen te bestaan uit een A3-overzicht. Een voorbeeld
van een A3-jaarverslag en een toelichting op het A3 jaarplan is te vinden op
www.forensischezorg.nl.
De voorpagina is een uitvouwbaar A3 jaarplan voor het komende jaar (2014).
De achterpagina is een uitvouwbaar A3 jaarplan van het huidige jaar (2013).
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 16 van 49
Het A3-jaarplan toont de missie/visie en de succesbepalende factoren (SBF-en) van
het FPC. De resultaten staan (onder meer als prestatie-indicatoren) genoemd in de
vier resultaatgebieden: medewerkers, klanten en leveranciers, maatschappij en
bestuur en financiers. De inspanningen (activiteiten) staan in de vijf
organisatiegebieden: leiderschap, management van medewerkers, strategie en
beleid, management van middelen en management van processen. Het aandacht
schenken aan de samenhang tussen inspanningen op de organisatiegebieden en de
daarmee beoogde resultaten op de resultaatgebieden is essentieel. Het gaat erom
dat hierin een balans ontstaat.
Om de verbanden aan te geven tussen succesbepalende factoren, prestatie-
indicatoren en activiteiten wordt met kleuren gewerkt. Er wordt per resultaatgebied
één kleur gebruikt die wordt doorgetrokken voor de SBF en de bijbehorende
prestatie-indicatoren en de daartoe te ondernemen activiteiten. Zo worden de ‘rode
draden’ vanuit missie/visie, succesbepalende factoren, prestatie-indicatoren en
activiteiten in één oogopslag en in samenhang door middel van kleuren inzichtelijk
gemaakt.
3.4 Toelichting managementafsprakenbrief
In het verlengde van het jaarplan stelt de FPC-directeur de concept-
managementafsprakenbrief op, waarin hij aangeeft op welke wijze hij de
doelstellingen en de resultaten in het jaarplan denkt te realiseren. De
managementafsprakenbrief bevat de managementafspraken voor een planjaar
tussen de directeur Forensische Zorg en de FPC-directeur. De
managementafspraken betreffen de prestaties respectievelijk de inspanningen die in
het jaar door de inrichting moeten worden geleverd.
In deze paragraaf leest u hoe u een voorstel maakt voor producten, budget en
speerpunten.
De toegevoegde waarde van de managementafsprakenbrief ten opzichte van het
A3-jaarplan, is dat na afloop van het A3–jaarplan gesprek:
• belangrijke thema’s zijn doorvertaald in managementafspraken waarop de
directeur Forensische Zorg stuurt resp. door de FPC-directeur wordt verantwoord;
• P x Q-productieafspraken zijn verbijzonderd naar te onderscheiden producttypes,
en naar de bijbehorende budgetten;
• de prestatieafspraken op alle stuurindicatoren zijn vastgelegd;
• doelstellingen op alle prestatie-indicatoren zijn vastgelegd in het kader van de
verantwoording;
• managementafspraken op speerpunten zijn vastgelegd, die mogelijk niet in de
A3-jaarplannen van de sector en de inrichting zijn opgenomen.
Het ingediende jaarplan is samen met de (concept) managementafsprakenbrief
input voor het A3-jaarplangesprek met de directeur Forensische Zorg. De invulling
van de met u overeengekomen aanpassingen van het managementafsprakenbrief
wordt verzorgd door DForZo. Na het gesprek met de directeur Forensische Zorg
worden de nader gemaakte afspraken verwerkt in het definitieve
managementcontract.
De managementafsprakenbrief omvat een aantal onderwerpen dat hierna wordt
toegelicht. Een voorbeeld van de managementafsprakenbrief met de genoemde
onderwerpen vind u op intranet.
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 17 van 49
3.4.1 Te leveren producten
In deze paragraaf vindt u informatie die betrokken dient te worden bij het opstellen
van een voorstel voor productie- en plaatsingsafspraken. Er wordt in 2014 een
onderscheid gemaakt in de reguliere afspraken en afspraken voor tijdelijke
capaciteit om de uitstroom van de capaciteitsreductie ten gevolge van het
Masterplan DJI op te vangen. Zie voor deze uitvraag van tijdelijke capaciteit in
hoofdstuk 4.
3.4.2 Afspraken reguliere capaciteit
Voor het jaar 2014 wordt met u een afspraak gemaakt voor de reguliere capaciteit
die conform de systematiek zoals ik die met u in 2013 overeen ben gekomen.
In uw jaarplan doet u een voorstel voor de in het planjaar te leveren productie per
producttype. Graag verneemt DForZo van u de door u gewenste verhouding tussen
de volgende parameters:
− EVBG-patiënten en longstay patiënten (absolute aantallen);
− longstay-basis/longstay-intensief (o.b.v. LAP plaatsingsadvies en
plaatsingsbesluit van de Minister);
− aantal tijdelijke tbs-plaatsen -III en/of –IV en/of V.
Ten aanzien van uw vaste capaciteit ontvangt u ten behoeve van de budgetbepaling
van DForZo de verhouding tussen doorstroom- en verblijfsplaatsen.
U geeft het totaal aantal plaatsen voor de te leveren capaciteit aan per 1-1-2014 en
per 31-12-2014. Vervolgens berekent u de gewogen gemiddelde capaciteit over
2014 (berekening op dagbasis). Hierbij houdt u rekening met de periode waarin u
een eventuele capaciteitsuitbreiding of -inkrimping van het betreffende product
verwacht. Indien u wijzigingen verwacht in de capaciteit per 1-1-2014 (ten opzichte
van het lopende jaar) en per 31-12-2014 (ten opzichte van 1-1-2014) verzoekt
DForZo u hierop een toelichting te geven waarin u aangeeft waarom u deze
wijziging verwacht.
3.4.3 Budget
Het budget zal worden vastgesteld bij de managementafsprakenbrief, op basis van
de door u opgestelde en met u besproken begroting.
3.4.4 Plaatsingsafspraken reguliere capaciteit
Voor het bepalen van het aantal eerste opnames verwijst DForZo u naar de definitie
van een eerste opname. Deze kunt u vinden in de betreffende NZa-beleidsregel.
Bij het opstellen van uw voorstel is het belangrijk uw verwachte uitstroom te
betrekken.
Naast het aantal (eerste) opnames verzoekt DForZo u aan te geven wat voor uw
FPC de verhouding is tussen:
• man/vrouw
• persoonlijkheidsgestoorden
• psychotici
• IQ< 80
De plaatsing van tbs-gestelden zal vanaf 2014 geschieden conform het nieuwe
plaatsingsbeleid waarbij geplaatst wordt op basis van regionaliteit (herkomst en
bestemming) tenzij een contra-indicatie aanleiding geeft dit niet te doen. Daarmee
wordt er niet langer conform de aselecte systematiek geplaatst. Dit geldt niet voor
alle doelgroepen. Een aantal doelgroepen zal vanwege specifieke zorginhoudelijke
en gebouwelijke eisen geconcentreerd blijven bij een aantal fpc’s. In 2014 wordt
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 18 van 49
een voorbereiding gemaakt voor inkoop van capaciteit voor deze specifieke
doelgroepen.
DForZo zal voor 2014, voor zover mogelijk en indien van toepassing, flexibele
plaatsingsafspraken maken met de fpc’s voor de reguliere capaciteit. Hierdoor wordt
u gevraagd om –in alle redelijkheid- ook patiënten op te nemen van een andere
categorie dan waarover vooraf plaatsingsafspraken zijn gemaakt.
In 2013 zijn de fpc’s, in het kader van het dalende bezettingspercentage,
geprioriteerd indien het bezettingspercentage minder dan 90% bedroeg. De
verwachting is dat het gemiddelde bezettingspercentage zal stijgen vanwege het feit
dat er geen patiënten meer worden toegeleid naar de fpc’s die in het kader van het
Masterplan zullen worden gesloten of geen tbs-capaciteit zal worden afgesproken.
Daarnaast worden er met de overige fpc’s tijdelijke afspraken gemaakt voor ‘over-
capaciteit’ waarmee de verwachting bestaat dat het niet langer nodig zal zijn fpc’s
op basis van een bezettingspercentaget te prioriteren.
3.5 Leegstandsregeling
Ondanks de hierboven geschetste capaciteitsontwikkelingen bij de Fpc’s, blijft de
leegstandsregeling voor de reguliere capaciteit ook in 2014 van toepassing. In deze
paragraaf wordt de afrekensystematiek van deze regeling beschreven.
3.5.1 Nacalculatie op basis van gerealiseerde productie
De productieafspraken worden nagecalculeerd, indien er geen sprake is van
onvoldoende toeleiding. Dit houdt in dat het budget wordt verminderd als de
gerealiseerde totale productie lager ligt dan de afgesproken totale productie die in
het budget is opgenomen. In een formule wordt de vermindering van het budget als
volgt berekend: (1 -/- (gerealiseerde productie / afgesproken totale productie)) *
(budget conform P x Q).
Een hoger gerealiseerde totale productie dan overeengekomen, dient vooraf
afgestemd te worden en zal, na schriftelijke instemming van de directeur
Forensische Zorg, tot aanpassing van het budget leiden. In beginsel wordt een
hogere productie alleen afgesproken in het kader van ‘uitbreiding tijdelijke tender-
capaciteit’.
Met betrekking tot de nacalculatie op de tijdelijke capaciteitsuitbreiding geldt het
volgende. Indien de gerealiseerde productie minder is dan de in totaal afgesproken
productie zal het niet geproduceerde deel van het budget terugvloeien naar DForZo.
Bij het eventuele terugvloeien van budget wordt eerst gerekend met P*Q - budget –
indien van toepassing van de tijdelijke capaciteit -V, vervolgens –indien van
toepassing– van de tijdelijke capaciteit -IV, vervolgens –indien van toepassing– van
de tijdelijke capaciteit -III en vervolgens – indien van toepassing– van de reguliere
capaciteit.
3.5.2 Voorwaarden leegstandsregeling in 2014
Volgens de leegstandsregeling wordt zoals hierboven beschreven, eerst de P*Q op
de laatst afgesproken en goedgekeurde tender in mindering gebracht. Aan de
leegstandsregeling worden de volgende voorwaarden verbonden:
1 Nadrukkelijk wordt gewezen op het gegeven dat expliciet gekeken zal worden of
er afwijzingen van patiënten hebben plaatsgevonden. Naast het gegeven dat
patiënten niet meer mogen worden geweigerd zal ook de beoordelingstermijn van
langer dan vier weken niet worden toegestaan. Daarnaast dienen de fpc’s na het
verstrijken van de beoordelingstermijn de patiënt binnen afzienbare tijd moeten
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 19 van 49
opnemen, uiterlijk binnen 14 dagen. Indien deze termijnen worden overschreden,
kan geen aanspraak worden gemaakt op de leegstandsregeling.
2 Indien er sprake is van een wachtlijst gedurende 2014, dan zal de reguliere
kortingsregeling worden toegepast gedurende het bestaan van die wachtlijst.
Hierbij wordt de onderproductie niet veroorzaakt door het ontbreken van
toeleiding van patiënten vanuit DForZo.
3 De leegstandsregeling is van toepassing indien er ondanks de flexibele
plaatsingsafspraken sprake is van onderproductie als gevolg van het ontbreken
van toeleiding van patiënten vanuit DForZo.
4 De leegstandsregeling is niet van toepassing op een transmurale voorziening.
3.5.3 Vergoeding leegstandsregeling
Indien sprake is van een leegstandsvergoeding worden de volgende kosten vergoed:
1 de kosten inzake de huisvesting (kapitaallasten (ad € 50 per dag plus indexatie
(indien van toepassing), RGD-huur, energie, OZB);
2 de hoge bedprijs TBS/FPK (in alle gevallen).
De kosten van instandhouding, inventaris en de geoormerkte kosten die separaat
worden afgerekend worden buiten beschouwing gelaten.
De leegstandsregeling vervalt bij volledige invoer van de DBBC’s (en daarmee ook
de NHC’s). In zowel het DBBC tarief als wel in de NHC is een percentage opgenomen
voor dekking van de leegstand. Bij de invoer van het zogenoemde transitiemodel
(zie beleidsregels van de NZa) zal de leegstandregeling ook procentueel worden
berekend op basis van de budgetparameters.
3.6 Prestatie-indicatoren
Bij het opstellen van het A3-jaarplan zijn de prestatie-indicatoren van groot belang.
In het jaar 2014 worden voor de Rijks Fpc’s drie sets prestatie-indicatoren
gehanteerd:
• prestatie-indicatoren van DJI;
• prestatie-indicatoren voor de Forensische zorg (voorheen “Zichtbare Zorg”);
• prestatie-indicatoren “Doelmatigheid tbs”.
Hieronder worden de voor rijks-fpc’s van toepassing zijnde prestatie-indicatoren van
DJI weergegeven. U rapporteert over deze prestatie-indicatoren in uw
viermaandsrapportage en in uw jaarverslag.
DForZo verzoekt u in uw jaarplan een doelstelling op te nemen per indicator. Deze
doelstelling is de af te spreken score van een prestatie-indicator voor 2014. De
doelstelling kan afwijken van andere fpc’s en andere jaren. U wordt verzocht de
doelstelling te relateren aan de scores van de afgelopen jaren en deze toe te lichten.
In het A3 neemt u alleen die indicatoren op waarop u in het jaarplan gaat sturen.
Voor deze prestatie-indicatoren, de stuurindicatoren, zijn zowel de norm als de
doelstelling van toepassing. Voor de resterende prestatie-indicatoren
(verantwoordingsindicatoren) is alleen de norm van toepassing.
3.6.1 Afspraken prestatie-indicatoren DJI
Op de website www.forensischezorg.nl is een overzicht opgenomen van de voor de
rijks-fpc’s geldende prestatie-indicatoren. De prestatie-indicatoren die decentraal
zijn ontwikkeld kunnen door de decentrale manager naar eigen inzicht worden
opgenomen in het eigen A3-jaarplan. Deze prestatie-indicatoren zullen worden
besproken met de directeur Forensische Zorg.
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 20 van 49
Prestatie-indicatoren DForZo 2013 Rijks Fpc’s
FPC
Fre
quentie
Prestatie-indicatoren (relevant) uit informatieprotocol bestuursdepartement
1 Bezettingsgraad X 3
2 Ontvluchtingen X 3
3 Overige onttrekkingen X 3
4 Aantal geweldsincidenten onderling X 3
5 Aantal geweldsincidenten tegen personeel X 3
6 Gegronde klachten X 3
7 Arbeidsverzuim personeel X 3
8 Gemiddelde behandelduur X 1
DJI-brede prestatie-indicatoren
9 Integriteit personeel X 3
10 Functioneringsgesprekken X 3
11 GVM is periodiek geactualiseerd en naar DForZo verzonden X 3
12 Mobiliteit (in- en uitstroom) van personeel X 3
DForZo-sectorale prestatie-indicatoren voor TBS
13 Instroom, voldoen aan aantal afgesproken te vergoeden eerste opnames X 3
14 Doorstroom X 3
15 Uitstroom per vertrekcategorie per FPC X 3
16 Bijzonder voorval X 3
17 Aantal recidive tijdens uitvoering TBS maatregel X 1
18 Mobiliteit personeel X 1
19 Financieel jaarresultaat FPC X 1
3.6.2 Prestatie-indicatoren Forensische Psychiatrie (voorheen Zichtbare Zorg)
Over de kwaliteit van de geboden zorg dient u verantwoording af te leggen middels
het aanleveren van een aantal prestatie-indicatoren. U kunt deze prestatie-
indicatoren vinden op www.forensischezorg.nl. Ten aanzien van de aanlevering van
de prestatie-indicatoren wordt het volgende verwacht:
• Het tijdig en juist aanleveren van de prestatie-indicatoren forensische psychiatrie
die op uw zorgconcern van toepassing zijn in het daartoe gebouwde dataportaal
bereikbaar via www.forensischezorg.nl.
• U dient de prestatie-indicatoren in het dataportaal voor alle zorginstellingen welke
onder uw zorgconcern vallen, te registeren en aan te leveren in het dataportaal (dat
wil zeggen dat er aparte registratie en aanlevering dient te geschieden voor
bijvoorbeeld een polikliniek (ambulante zorg) en een FPA (klinische zorg).
Op basis van de in het dataportaal aangeleverd prestatie-indicatoren wordt een 0-
meting gedaan voor verslagjaar 2013. In 2014 zullen in gezamenlijkheid met het
veld normen worden vastgesteld welke in de inkoop 2015 financiële consequenties
zullen hebben.
3.6.3 Prestatie-indicatoren Doelmatigheid tbs
Zie hoofdstuk 2 voor een toelichting op de prestatie-indicatoren Doelmatigheid tbs.
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 21 van 49
DForZo verzoekt u in uw jaarplan 2014 inzichtelijk te maken op welke wijze u stuurt
op een verkorting van de behandelduur en daarmee een verbetering van de
uitkomst(en) op de indicator(-en).
3.7 MITS
Het FPC heeft een registratieverplichting inzake MITS. Dit houdt in dat alle
mogelijke informatie met betrekking tot de patiënt in MITS bijgehouden dient te
worden. MITS wordt door DForZo gebruikt als informatiebron voor allerlei
doeleinden, onder meer voor rapportages naar de Tweede Kamer. Tevens is MITS in
principe leidend bij onder meer het bepalen van het totaal aan verzorgingsdagen bij
de eindafrekening.
3.8 Toelichting op (brand-)veiligheidsaspecten
In 2006 is naar aanleiding van de Schipholbrand door de Rijksinspecties (parallel
aan het onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid) een indicatief onderzoek
uitgevoerd naar de brandveiligheid van een vijftal, in unitbouw uitgevoerde,
justitiële inrichtingen. De resultaten waren zodanig dat een grootschalig
vervolgonderzoek noodzakelijk was. In 2007 is dit onderzoek door de Rijksinspecties
gehouden. Hieruit kwam naar voren dat de brandveiligheid op alle onderzochte
aspecten weliswaar verbeterd was ten opzichte van het onderzoek uit 2006, maar
dat met name de borging van de brandveiligheid op de langere termijn om aandacht
vroeg.
Voor 2010 werd een herhaling van het onderzoek aangekondigd. De voortgang van
de in 2006 aan de Kamer toegezegde verbetermaatregelen en de aanbevelingen
naar aanleiding van het onderzoek in 2007 zijn uitgangspunt geweest voor het
herhalingsonderzoek van 2010.
Over het herhalingsonderzoek 2010 hebben de inspecties op 24 mei 2011 een
rapport uitgebracht. Eén van de bevindingen betrof dat er strikte contractuele eisen
aan de particuliere klinieken moeten worden gesteld. Richting de Tweede Kamer
heeft het Kabinet, in reactie op deze aanbeveling onder meer aangekondigd dat DJI
door middel van een nieuw monitorsysteem zal monitoren en handhaven waar het
gaat om actuele en passende gebruiksvergunningen en de organisatorische
inbedding van de brandveiligheid bij de particuliere klinieken. Het MT DForZo heeft
daartoe het zogeheten ‘toezichtsarrangement DForZo’ vastgesteld.
Het toezichtarrangement beoogt een balans te vinden tussen enerzijds de eigen
verantwoordelijkheid van de (particuliere) klinieken voor de bedrijfsvoering,
waaronder de organisatie van de processen rond (brand)veiligheid en anderzijds de
verantwoordelijkheid van de Staatssecretaris om adequaat toezicht uit te oefenen
op de brandveiligheid van de klinieken en daarover verantwoording af te leggen.
3.8.1 Integrale veiligheidsbenadering
U dient in uw jaarplan aan te geven hoe de veiligheid in uw kliniek integraal wordt
geborgd. Veiligheid is niet alleen gerelateerd aan brandveiligheid, maar omvat onder
andere ook informatiebeveiliging, fysieke beveiliging, uitval van stroom- en ICT-
voorzieningen. In het jaarplan hoeft geen detailplan te worden opgenomen. Het
verzoek is om in maximaal drie pagina’s uitleg te geven over de aanpak in uw
inrichting over een aantal aspecten met betrekking tot de (brand-)veiligheid. Deze
aspecten staan opgenomen in bijlage 4 van dit document. Waarbij eerst steeds de
tekst van de inspectie wordt weergegeven gevolgd door het verzoek om toelichting
op dit punt (zie bijlage 4). De toelichting hierop kunt u integraal opnemen in uw
Jaarplan.
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 22 van 49
3.9 Begroting
Bij dit onderdeel worden richtlijnen en financiële overzichten gegeven voor het
opstellen van de begroting van uw fpc.
De onderdelen van de begroting zijn:
1 een onderbouwde raming van het vermoedelijk beloop in 2014;
2 een raming van baten en lasten, bestaande uit:
3 een berekening van de integrale bijdrage op basis van de verwachte productie
gekoppeld aan de meest recente tarieven zoals opgenomen in de meest recente
verstuurde budgetbrief van uw FPC, de eventuele door u aangeboden tarieven
voor tijdelijke capaciteit uitbreidingen en aangevraagde (boven)normatieve
toeslagen en toevoegingen;
4 een specificatie van de bovennormatieve toeslagen en toevoegingen voor
beleidsintensivering en /of bijzondere omstandigheden per hoofdkostensoort;
5 een berekening van de bovennormatieve toevoeging i.v.m. afschrijvingskosten
initiële investeringen huisvesting/infra;
6 een onderbouwde raming van de totale integrale uitgaven en ontvangsten voor
het begrotingsjaar.
De begroting dient te bestaan uit onderbouwde ramingen. Per onderdeel van de
begroting betekent dit:
• cijfermatig(e) overzicht(en) met de uitkomsten van de ramingen;
• toelichtingen met een duidelijke onderbouwing van de ramingen.
Zonder een onderbouwing van de ramingen is het financiële gedeelte van het
jaarplan niet volledig. De financiële overzichten kunnen van www.forensischezorg.nl
worden gedownload.
3.10 Ontwikkelingen en offerte DBBC’s
In deze paragraaf wordt beschreven op welke wijze de DBBC-systematiek in 2014
wordt toegepast en wat u in uw jaarplan hierover dient op te nemen.
In 2014 wordt voor het derde achtereenvolgende jaar zorg afspraken gemaakt op
basis van DBBC’s. De basis hiervoor is de DBBC-productstructuur 2014. De
forensische zorg inclusief tbs wordt middels DBBC’s gefactureerd. Het vangnet wordt
gevormd door 95% van de van het budget 2014 in budgetparameters. Ter
ondersteuning is de ‘Profielengids DBBC’s’ 2014 door DBBC Onderhoud opgesteld.
Voor de DBBC’s geldt in 2014 het volgende:
• de systematiek van bevoorschotting zal wijzigen (niet van toepassing bij
Rijksinrichtingen).
• de DBBC offerte vormt de basis voor de capaciteitsafspraken en financiering
(registratie, validatie en facturatie) van forensische zorg in het kader van de
tbs met dwangverpleging. Ter ondersteuning bij het opstellen van de offerte
c.q. het jaarplan is de ‘Profielengids DBBC 2014’ opgesteld;
• de vangnetconstructie (transitiemodel) is voor het 2e jaar van toepassing. De
percentages zijn identiek aan 2013. Zie ook de beleidsregel van de NZa;
• de materiële beveiliging is vanaf 2013 opgenomen in de DBBC’s en zal tot
uitdrukking komen in de Normatieve Huisvestingscomponent. Tot 2018 is een
overgangsregeling van toepassing. In 2014 maakt de NHC 30% uit van de
bekostiging van de kapitaalslasten en de oude systematiek nog voor 70%. Zie
hiervoor de beleidsregel van de NZa (niet van toepassing voor
Rijksinrichtingen);
• door de bezuinigingen zal een korting (al dan niet generiek) op de tarieven en
het volume van de afspraak worden toegepast;
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 23 van 49
• de verblijfsmatrix is gewijzigd. De NZa heeft voor 2014 zeven
verblijfsintensiteiten vastgesteld, in de plaats van de huidige drie. Zie de
prestatiebeschrijvingen van de NZa op www.nza.nl.
• De NZa heeft voor 2014 nieuwe maximum DBBC tarieven vastgesteld. Om
binnen het kader te kunnen blijven van het afgesloten convenant heeft DForZo
deze tarieven aangepast. Het met de branchepartijen overeengekomen
convenant geeft namelijk de budgettaire kaders aan waarbinnen de forensische
zorg wordt bekostigd de komende jaren. In de DBBC sheets zijn de aangepaste
tarieven opgenomen. Het staat u vrij om een lager tarief te offreren. Hoger is
gezien bovenstaande niet mogelijk.
• de DBBC productiesheets worden op 1 oktober 2013 op
www.forensischezorg.nl gepubliceerd.
3.10.1 Onderhandenwerk DBBC’s: afgesloten maar nog niet gefactureerde DBBC’s
Een onderdeel van de DBBC cyclus is het bepalen van het onderhandenwerk en het
totaal van de afgesloten maar nog niet gefactureerde DBBC’s. Op twee
peilmomenten van het uitvoeringsjaar 2014 dient de waarde van het OHW DBBC’s
en de afgesloten maar nog niet gefactureerde DBBC’s te worden bepaald. De
zorgaanbieders dienen uiterlijk 1 maand na het verstrijken van de peildatum, een
verantwoording in bij DForZo conform het door DForZo beschikbaar gesteld format.
Opstellen overzicht op persoonsniveau
De zorgaanbieder stelt van het OHW DBBC op de peildatum, een overzicht op
persoonsniveau op. Het betreft hier de nog niet afgesloten DBBC’s van cliënten.
Tevens stelt de zorgaanbieder een overzicht op persoonsniveau op voor de
patiënten waarvan de DBBC op de peildatum is afgesloten, maar nog niet is
gefactureerd.
Beide verantwoordingsdocumenten zijn te zijner tijd te vinden op de website
(www.forensischezorg.nl).
Waardebepaling onderhanden werk
De waardebepaling van het onderhanden werk vindt plaats op basis van de normen
van de productstructuur DBBC’s voor de forensische zorg. Uitgegaan moet worden
van:
- een gemiddeld uurtarief voor geregistreerde activiteiten en verrichtingen;
- een tarief per verzorgingsdag voor de onderhanden verblijfsoorten. De berekening
wordt uitgevoerd door het aantal verblijfsdagen per patiënt te vermenigvuldigen
met het voor het contractjaar geldende maximum tarief per verblijfsoort
(inclusief de toeslag NHC).
- het geldende maximum tarief voor de overige deel prestaties.
Waardebepaling afgesloten maar nog niet gefactureerde DBBC’s
Dit zijn DBBC's die wel zijn afgesloten voor de peildatum, maar nog niet zijn
gefactureerd. De DBBC’s dienen te worden gewaardeerd tegen het werkelijke (te
verwachten werkelijk) factuurbedrag volgens de productstructuur en de geldende
declaratiebepalingen. Voor alle duidelijkheid: deze post heeft de status van nog te
factureren DBBC’s. Deze DBBC’s worden na de peildatum gefactureerd.
Frequentie van aanlevering
Het overzicht van het OHW DBBC’s en het overzicht afgesloten maar nog niet
gefactureerde DBBC’s moet door de zorgaanbieders tweemaal per jaar aan DForZo
worden aangeleverd. De peildata waarover deze gegevens moet worden
aangeleverd zijn de volgende:
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 24 van 49
− 30 juni
− 31 december.
De zorgaanbieders dienen binnen een maand na deze peildata de overzichten aan te
leveren bij DForZo.
Accountantscontrole onderhanden werk DBBC’s en afgesloten maar nog niet
gefactureerde DBBC’s (peildatum 31 december 2014).
Of het totaal bedrag van het overzicht onderhanden werk DBBC’s per 31 december
2014 en het overzicht afgesloten maar nog niet gefactureerde DBBC’s per 31
december 2014 juist is bepaald, wordt jaarlijkse door middel van een door een
externe accountant uitgevoerde controle getoetst. In de door het Ministerie van
Veiligheid en Justitie op te leveren document ‘Aanwijzing Controleprotocol DBBC’s
Forensische Zorg (Inkoop en TBS)’ staat vermeld welke aanwijzingen de accountant
dient te volgen bij het controleren van deze tbc overzichten.
De zorgaanbieders dienen uiterlijk op 1 juni 2015 (jaar t+1) een controleverklaring
bij DForZo aan te leveren inzake de door de accountant uitgevoerde controle op de
juistheid van het totaal bedrag van het OHW DBBC’s en de afgesloten maar nog niet
gefactureerde DBBC’s (peildatum 31 december 2014). Het voorgaande inclusief de
door de accountant gewaarmerkte overzichten inzake de waarde van het
onderhanden werk DBBC’s en de afgesloten maar nog niet gefactureerde DBBC’s op
de peildatum 31 december 2014.
3.10.2 Tijdslijn DBBC
Hieronder ziet u een overzicht met data wanneer welke informatie opgeleverd dient
te worden in het kader van DBBC’s.
DBBC’s Inhoud Wanneer
1 DBBC factuur DBBC volgens
productstructuur
Bij afsluiting van de
DBBC.
2 DBBC’s die op 30-6-2014 nog
niet zijn afgesloten of wel
afgesloten maar nog niet
gefactureerd
Onderhanden werk
en afgesloten maar
nog niet
gefactureerde
DBBC’s ultimo juni
2014.
1 augustus 2014
Zonder controle
verklaring van de
accountant
3 DBBC's die op 31-12-2014
nog niet zijn afgesloten of
wel afgesloten maar nog niet
gefactureerd
Onderhanden werk
en afgesloten maar
nog niet
gefactureerde
DBBC’s ultimo 2014.
1 februari 2015
Zonder controle
verklaring van de
accountant
4 DBBC's die op 31-12-2014
nog niet zijn afgesloten of
wel afgesloten maar nog niet
gefactureerd
Onderhanden werk
en afgesloten maar
nog niet
gefactureerde
DBBC’s ultimo 2014.
1 juni 2015
Met controle verklaring
van de accountant
3.10.3 Beveiligingsniveaus
In de definitie van de DBBC-beveiligingsniveaus worden materiële (gebouwelijke)
aspecten onderscheiden van immateriële aspecten. De immateriële aspecten zijn
opgenomen in de DBBC tarievenstructuur. Het materiële effect is vanaf 2013
vertaald in de Normatieve Huisvestingscompontent (NHC). De invoering van de NHC
in de forensische zorg vindt gelijktijdig met de invoering van de NHC in de GGZ
plaats.
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 25 van 49
3.10.4 Tender- en aanbestedingscontracten
Een aantal fpc’s heeft naast de basiscapaciteit ook tijdelijke afspraken gemaakt met
het ministerie van Veiligheid en Justitie op basis van zogenaamde tender- en
aanbestedingscontracten. Ook voor deze contracten dienen de zorgaanbieders een
vertaling te maken naar DBBC’s.
Opgenomen in beleidsregel BR/FZ-0001 (overgang naar DBBC bekostiging in de
forensische zorg) is dat eventuele bestaande en toekomstige tenders (inclusief
kapitaallasten) niet meegerekend worden in de budgetomzet voor de vaststelling
van het transitiebedrag. Het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft besloten voor
de huidige tenders het transitiemodel niet toe te passen. Voor deze tenders geldt
dus een 100% vangnet.
Het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft in de afgelopen jaren enkele tenders
uitgezet ten behoeve van (tijdelijke) capaciteitsuitbreiding. Na afloop van de duur
van de gegunde tender vervallen deze tijdelijke capaciteitsuitbreiding. Daarbij
verschillen de afspraken op prijs en volume tussen de toegekende
tenderaanbiedingen.
Voor Fpc’s zijn de volgende tenders uitgezet:
- Tender-IV, looptijd tot 1 januari 2015.
- Tender V, looptijd van 1 januari 2013 tot 1 januari 2016.
Zorgaanbieders en het Ministerie van Veiligheid en Justitie maken afspraken over de
prijs, het volume en de kwaliteit op basis van de DBBC productstructuur. De
afspraken over de plaatsen (oude systematiek) zijn niet één op één te relateren aan
de afspraken in DBBC’s. Aan de zorgaanbieders is gevraagd een voorstel te doen in
de inkoopsheet voor 2014. Dit geldt zowel voor de reguliere (basis) capaciteit als de
tendercapaciteit en/of de aanbestedingen.
Gelijksoortige DBBC
Het kan voorkomen dat gelijksoortige DBBC’s voorkomen in meerdere contracten
per zorgaanbieder. Indien dit van toepassing is geldt het onderstaande voor de
tenders van de Fpc’s:
In het geval een tbs-gestelde in een specifieke doelgroep (zwakbegaafd,
transmuraal of longstay) valt van een tbs-tender brengt de zorgaanbieder de DBBC
eerst onder bij de desbetreffende tbs-tender (tot aan de afgesproken maximale
omzet in huidige parameters). Bij de inkoop 2014 maakt DForZo zo nodig specifieke
afspraken hierover met de zorgaanbieder.
In het geval een tbs-gestelde niet onder één van de bovengenoemde doelgroepen
valt kiest de zorgaanbieder welk contract (regulier of tender IV of -V) passend is om
de DBBC, onder te brengen en factureert hij deze onder het desbetreffende
contractnummer (tot aan de afgesproken maximale omzet in huidige parameters).
Uitnutting contract
Bij volledige uitnutting van het aanbestedingscontract dient de DBBC ten laste van
het reguliere contract gebracht te worden. Bij volledige uitnutting van het reguliere
contract kunnen DBBC’s niet ten laste worden gebracht van het tender contract.
Ieder contract wordt apart afgerekend na afloop van het jaar. De zorgaanbieder
verantwoordt zich separaat over de tender- en aanbestedingscontracten. Daarbij
vindt de verantwoording en afrekening, zoals voorgaande jaren, per contract plaats
in de desbetreffende tender- of aanbestedingstarieven.
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 26 van 49
Ter informatie vindt er door de zorgaanbieder een vergelijking plaats van de onder
het tender- of aanbestedingscontract geboekte DBBC's. Indien er een verschil
bestaat tussen de verantwoording in tender- en aanbestedingstarieven en in DBBC's
verklaart de zorgaanbieder het verschil. Het doel van deze dubbele verantwoording
is dat DForZo inzicht wil krijgen in de manier waarop de tender- of
aanbestedingscontracten het beste kunnen worden verantwoord als in de toekomst
het vangnet wegvalt en DForZo zo nodig spelregels zou moeten aanpassen.
Hieronder volgt een voorbeeld hoe de een FPC kiest voor een contract:
Voorbeeld
Een FPC dat naast haar reguliere contract ook tendercontracten voor tbs-gestelden
heeft wil een afgesloten DBBC factureren van een tbs-gestelde die niet in één van
de bovengenoemde specifieke doelgroepen (zwakbegaafd, transmuraal of longstay)
valt. Hiervoor kiest zij een van de contracten uit, welke nog niet aan het
afgesproken maximum zit.
3.10.5 DBBC spelregels
Met het formeel inwerking treden van het Interim Besluit Forensische zorg is de
NZa bevoegd voor het vaststellen van prestaties en tarieven voor de forensische
zorg. Voor een algemene toelichting op de DBBC-registratie wordt verwezen naar de
beleidsregels van de NZa (waaronder de spelregels DBBC).
3.10.6 Relevante documenten over DBBC’s
De volgende documenten in het kader van DBBC’s zijn terug te vinden op de
website www.forensischezorg.nl:
� Kaderregeling AO/IC DBBC;
� Productieafsprakensheets 2014 DBBC’s;
� Profielengids DBBC 2014.
Voor de beleidsregels en spelregels DBBC van de NZa vindt u op www.nza.nl.
3.10.7 Offerte DBBC
Bij het jaarplan dient tevens een offerte in DBBC’s te worden ingediend. Daarmee
dient u rekening te houden met de verschillende capaciteitsafspraken (basis, tender
en tijdelijke capaciteit). De DBBC offerte dient inhoudelijk te worden onderbouwd
aan de hand van de vragen die in het format ‘Onderbouwing Offerte DBBC’ staat
opgenomen (zie bijlage 2). Voor de DBBC vergelijking kunt u gebruik maken van de
Profielengids DBBC 2014.
Daarnaast vragen wij vanwege de door de NZa ingevoerde wijzigingen in de
verblijfsintensiteiten dit jaar een conversietabel aan te leveren (per contract) waarin
de vertaling wordt gegeven van afspraak DBBC 2013 met drie intensiteiten naar de
DBBC offerte 2014 met zeven intensiteiten, wij vragen u hierbij tevens een
onderbouwing aan te leveren (zie bijlage 3).
3.11 Transitiemodel
De vangnetconstructie (transitiemodel) is voor het 2e jaar van toepassing. De
percentages zijn identiek aan 2013. Gelet op het ingevoerde transitiemodel (zie
beleidsregel van de NZa) is de zorgaanbieder verplicht om in 2014 in DBBC’s te
factureren. Het transitiemodel gaat uit van (een stapsgewijze) afbouw van het
vangnet in Budgetparameters. Voor de zorgaanbieders wordt hiermee de
noodzakelijkheid (en verplichting) van factureren in DBBC’s verder benadrukt.
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 27 van 49
3.12 Indexatie tarieven
In beginsel volgt DForZo de indexatie van de NZa in het geval van prijsbijstellingen
3.13 Bijlagen jaarplan
Bij het jaarplan, levert u tevens de volgende bijlagen aan:
1 Renovatie- en bouwplannen
U wordt verzocht eventuele renovatie- en bouwplannen in volgorde van gewenste
prioritering als bijlage in het jaarplan toe te voegen. Alleen de in het jaarplan
ingebrachte renovatie- en bouwplannen worden in behandeling genomen.
2 Meerjarig investeringsplan
Om vroegtijdig meer inzicht te verkrijgen in gewenste investeringen is het
verplicht om een meerjarig investeringsplan op te nemen in het jaarplan. Het is
hierbij van belang dat alle gewenste investeringen (inclusief
huisvestingsvoorzieningen) worden vermeld in het investeringsplan 2013, ook
wanneer daar nog geen akkoord voor is gegeven. Het SSC zal u voor de invulling
van het format benaderen (zie proces investeringsjaarplan SSC). Het SSC zal in
overleg met u het format invullen en afronden, zodat u deze als bijlage aan het
jaarplan 2014 kan toevoegen. De investeringsplannen worden door het SSC
verzameld, waarna deze worden getotaliseerd. Vervolgens zal het totale
investeringsplan van DJI worden voorgelegd aan de hoofddirectie. Na akkoord
van de hoofddirectie wordt u geïnformeerd over de voorgenomen Europese
aanbestedingen die voor het komende jaar gepland staan. Zoals vermeld in de
circulaire ‘Voorafgaand toezicht inkoop’ (28 mei 2010) zal inkoopbeheer,
waaronder ook de investeringsplannen, een vast agendapunt worden in de A3-
managementgesprekken.
3.14 Regeling voor tijdelijke crisisopname en afwezigheidsdagen
In het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering is voor de
maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden geregeld dat tbs-gestelden
met voorwaarden en tbs-gestelden in de voorwaardelijke beëindiging van de
dwangverpleging in geval van crisis tijdelijk kunnen worden opgenomen.
De tijdelijke crisisopname en afwezigheidsdagen zijn vooralsnog onder voorbehoud.
De reden hiervoor is dat de NZa hiervoor naar alle waarschijnlijkheid een
beleidsregel gaat opstellen. Tot het moment dat een dergelijke beleidsregel is
ingevoerd, zijn onderstaande regels met betrekking tot de tijdelijke crisisopname en
de afwezigheidsdagen van toepassing.
Voor de registratie van de verzorgingsdagen in DBBC’s, wordt in de huidige DBBC-
spelregels een maximum van zes weken gehanteerd. Op basis van de wetswijziging
verandert dit in zeven weken. De DBBC’s Bij de eerstvolgende gelegenheid worden
de DBBC-spelregels aangepast.
In algemene zin geldt dat DForZo de verblijfsdagen en vaste kosten vergoed in
geval van afwezigheid voor de (maximale) duur van de afwezigheid zoals hieronder
per categorie cliënten wordt beschreven. Voor alle categorieën geldt indien een
cliënt langer dan 24 uur ongeoorloofd afwezig is, het meerdere van 24 uur niet als
verzorgingsdagen mogen worden geregistreerd.
3.14.1 Vergoeding tijdelijke crisisopname en afwezigheidsdagen tbs-gestelden
Bij vergoeding van afwezigheid van tbs-gestelden kan het gaan om afwezigheid in
geval van ziekenhuisopname vanuit een FPC of forensische zorginstelling.
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 28 van 49
Daarnaast kan een FPC patiënten in proefverlof of in de voorwaardelijke beëindiging
in geval van crisis tijdelijk opnemen. Vanaf 2011 geschiedt dit voor al deze
patiënten in het kader van Forensisch Psychiatrisch Toezicht (FPT). In een
crisissituatie kan een patiënt voor en termijn van maximaal zeven weken worden
teruggeplaatst in het FPC van herkomst. Het doel van deze tijdelijke crisisopname is
de patiënt te stabiliseren en te voorkomen dat klinische behandeling noodzakelijk
wordt. Indien in deze periode geen stabilisatie is bereikt, kan de periode met nog
eens maximaal zeven weken worden verlengd.
Voor de invoering van FPT werd de tijdelijke crisisopname tijdens proefverlof
maximaal zes weken vergoed, in 2011 wordt deze periode gelijkgetrokken aan de
overige categorieën zoals genoemd, tbs met voorwaarden en bij voorwaardelijke
beëindiging. Daarmee wordt ook bij een tbs-gestelde met proefverlof een tijdelijke
crisisopname van maximaal zeven weken met zeven weken verlenging vergoed.
3.14.2 TBS met voorwaarden
In de aangepaste wet tbs met voorwaarden wordt een tijdelijke crisisopname voor
de duur van zeven weken geregeld, zodat daarmee de omzetting naar tbs met
dwangverpleging kan worden voorkomen.
Tevens voorziet de tijdelijke crisisopname bij tbs met voorwaarden in de
mogelijkheid voor verlenging met maximaal zeven weken als de verwachting is dat
stabilisatie binnen deze verlenging zal worden bereikt. Deze verlening is in de wet
tevens mogelijk gemaakt bij voorwaardelijke beëindiging van de tbs.
3.14.3 Vergoeding aan een FPC
− Bij een ziekenhuisopname worden de dagen tot een maximum van 7 dagen
vergoed. Bij een verblijf langer dan 7 dagen dient er voor vergoeding van de
dagen contact op te worden genomen met DForZo.
− Als er bij een ziekenhuisopname kosten voor beveiliging zijn gemaakt door
inzet van DV&O aan het ziekenhuisbed, dan betaalt DForZo de kosten voor
beveiliging bij opname langer dan 7 dagen. Het FPC komt dan niet in
aanmerking voor vergoeding van de verblijfsdagen langer dan die 7 dagen.
− Als een FPC in het kader van een time out een tbs-gestelde opneemt, worden
deze verblijfsdagen vergoed. Het gaat om een periode van 7 weken die
maximaal nog eens met 7 weken kan worden verlengd. Als er sprake is van
meerdere niet aaneengesloten crisisperioden per jaar, die korter zijn dan de
twee maal zeven weken, dan geldt dat er per tbs-gestelde maximaal 14 weken
per kalenderjaar vergoeding plaatsvindt voor afwezigheid in genoemd kader.
De verzorgingsdagen worden niet vergoed als het gaat om afwezigheid van een tbs-
gestelde in verband met een ongeoorloofde afwezigheid langer dan 24 uur, verblijf
in Huis van Bewaring/politiecel of verblijf in Pieter Baan Centrum.
3.14.4 Vergoeding aan forensische zorginstellingen
− Bij een ziekenhuisopname worden de dagen tot een maximum van zeven
dagen vergoed.
− Als een tbs-gestelde vanuit een intramurale setting van een forensische
zorginstelling wordt teruggeplaatst naar een FPC, dan mag deze zorgaanbieder
voor de duur van de tijdelijke crisisopname de verblijfsdagen in rekening
brengen. Het gaat om een periode van zeven weken die maximaal nog eens
met zeven weken kan worden verlengd.
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 29 van 49
4 Productieafspraken tijdelijke capaciteit
Het jaar 2014 is een bijzonder jaar voor de afspraken die DForZo gaat maken
voor capaciteit van de tbs met dwangverpleging. In het kader van het Masterplan
DJI en de daling van de vraag naar capaciteit wordt er de komende jaren op twee
locaties geen tbs-capaciteit meer afgesproken en sluit er een Rijkskliniek (hierna
de te sluiten klinieken). Daar zijn in 2014 al de eerste gevolgen van merkbaar
aangezien de overplaatsing vanuit deze Fpc’s in 2014 start. Tevens worden er
geen patiënten meer toegeleid naar deze Fpc’s.
Dit heeft tot gevolg dat er bij de overige Fpc’s (justitieel en niet-justitieel) extra
tijdelijke capaciteit moet worden gerealiseerd om de behandeling van deze
patiënten te kunnen voortzetten. Deze groep omvat, op basis van de huidige
gegevens, rond de 380 patiënten. Een deel van deze groep zal voor sluiting van
het betreffende FPC uitstromen via (voorwaardelijke) beëindiging van de
dwangverpleging waardoor overplaatsing niet aan de orde zal zijn.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen patiënten die fysiek moeten worden
overgeplaatst en patiënten die niet fysiek moeten worden overgeplaatst vanwege
de verloffase (transmuraal/proefverlof) waarin zij zich bevinden.
De overplaatsingen vinden plaats in de periode 2014 en 2015. Omdat de Wfz bij
de publicatie van het inkoopbeleid 2014 nog niet inwerking is getreden, wordt in
2014 de huidige subsidierelatie gecontinueerd. Dit betekent dat de afspraken over
de tijdelijke capaciteit in een overeenkomst tot het einde van het kalenderjaar
2014 worden vastgelegd. Voor het jaar 2015 wordt, in het licht van de voortgang
van de overplaatsingen vanuit de te sluiten klinieken en de algemene behoefte
aan tbs-capaciteit, bezien welke afspraken in een inkoopcontract worden
overeengekomen. De tijdelijke afspraken uit 2014 kunnen daar onderdeel van
zijn.
DForZo is voornemens om op de volgende wijze tot afspraken voor deze tijdelijke
capaciteit te komen voor het jaar 2014.
1 In het jaarplan 2014 (offerteaanvraag 2014 FPK) worden Fpc’s gevraagd aan te
geven of er ambities zijn voor tijdelijke uitbreiding van capaciteit in 2014 en
2015.
2 Fpc’s worden gevraagd aan te geven hoe in 2014 de (fysieke) capaciteit en
bezetting voor de tbs-met dwangverpleging is opgebouwd, uitgesplitst naar:
a) Daadwerkelijke fysieke verblijfscapaciteit op de hoofdlocatie(s).
b) Intramurale capaciteit in eigen beheer/op eigen locaties
c) Inkoopplaatsen transmuraal bij andere instellingen.
3 Aan de hand van de gegevens van de septemberbrief 2013 (bezettinggegevens
doorstroom/verblijf), de ambities tot tijdelijke uitbreiding en de
plaatsingsmogelijkheden van Fpc’s en het overzicht van de geplande
overplaatsingen zal DForZo bepalen wat per FPC tijdelijk aanvullend zal worden
afgesproken.
4 Naast een analyse van de aantallen beschikbare en benodigde capaciteit worden
de voorstellen tevens beoordeeld aan de hand van een aantal (zorg-)inhoudelijk
en financiële criteria.
5 Dit besluit wordt separaat van de afspraken voor de reguliere capaciteit (zoals
beschreven bij paragraaf 3.4) voor 1 maart 2014 kenbaar gemaakt. Hiertoe wordt
een specifieke overeenkomst gesloten tot het einde van het kalenderjaar 2014.
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 30 van 49
4.1 Specifieke doelgroepen
Naast capaciteit voor de reguliere doelgroepen is er tevens behoefte aan extra
tijdelijke capaciteit voor specifieke doelgroepen. Zoals in paragraaf 2.3 over het
regionale plaatsingsbeleid staat aangegeven, valt een aantal doelgroepen buiten het
principe van regionale plaatsing en worden/blijven gecentraliseerd bij een aantal
Fpc’s. Dit is vanwege het feit dat er voor deze doelgroepen specifieke
zorginhoudelijk en/of gebouwelijke eisen worden gesteld. De EVBG-capaciteit en
longstaycapaciteit kennen specifieke gebouwelijke vereisten. Deze doelgroepen
worden vanaf 2015 overgeplaatst. U dient wel in uw jaarplan 20414 aan te geven of
u ambities heeft tot het realiseren van capaciteit voor deze twee doelgroepen.
Voor de vreemdelingen wordt, zoals in de huidige situatie de specifieke expertise
geconcentreerd in één FPC. Voor de differentiaties verstandelijk beperkten en
vrouwen gelden geen specifieke gebouwelijke vereisten maar vraagt wel een
specifiek behandelbeleid en veelal groepsgewijze huisvesting. Dit is ook van belang
bij het maken van de tijdelijke capaciteitsafspraken.
Het totaal aantal patiënten van de hierboven genoemde doelgroepen dat moet
worden overgeplaatst vanuit de te sluiten Fpc’s betreft op basis van de huidige
gegevens rond de 160 patiënten.
Fpc’s die zich voor deze specifieke capaciteit in willen schrijven dienen dit aan te
geven in het jaarplan.
4.2 Tariefstelling en verantwoording
De afspraken die DForZo in 2014 met de Fpc’s overeenkomt voor deze tijdelijke
capaciteit worden gemaakt tegen een separaat tarief, dit betreft een
maximumtarief.
Er zijn twee tarieven, waarvan één tarief voor de longstaycapaciteit en één tarief
voor alle overige doelgroepen:
• Doelgroep longstay : €370,11
• Overige doelgroepen : €434, 11
De tarieven zijn inclusief kapitaallasten. Voor deze capaciteit wordt een specifiek
contract gesloten met een specifiek contract nummer voor de verantwoording. Er
dient tevens een aparte offerte in DBBC’s te worden ingediend voor deze capaciteit.
Het is daarbij niet nodig om een inhoudelijke onderbouwing van de DBBC’s in te
dienen of een conversietabel in te vullen.
4.2.1 Leegstandsvergoeding tijdelijke capaciteit
Op de tijdelijke capaciteit is tevens de leegstandsregeling van toepassing.
Bij onderproductie wordt de leegstandsregeling als eerste toegepast op
de tijdelijke capaciteit.
4.3 Overname personeel
DForZo ziet het als een pré als Fpc’s in staat zijn om bij de realisatie voor deze
capaciteit personeel van de te sluiten Fpc’s over te nemen.
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 31 van 49
4.4 Vereisten uitvraag tijdelijke capaciteit
U kunt in uw jaarplan uw ambities voor 2014 en 2015 aangeven voor de tijdelijke
uitbreiding van zowel reguliere capaciteit als voor capaciteit voor de specifieke
doelgroepen. Uitgangspunt is dat de capaciteit in 2014 (met uitzondering van EVBG
en longstay) kan worden gerealiseerd in de huidige beschikbare capaciteit. Hierbij
moet worden opgemerkt dat er vanuit DForZo geen budget beschikbaar is voor
gebouwelijke aanpassingen.
U dient voor de tijdelijke afspraken in uw jaarplan in te gaan op:
1. Het aantal op te nemen patiënten (per doelgroep);
2. Datum per wanneer de tijdelijke capaciteit beschikbaar is;
3. Behandelaanbod en huisvestingsmogelijkheden voor de specifieke
doelgroepen
a. Voor de VG ook specifiek aandacht voor uitstroommogelijkheden
b. Mogelijkheden tot groepsgewijze huisvesting van de doelgroepen VG
en vrouwen;
4. Tariefstelling;
5. Opgave in DBBC’s;
6. Mogelijkheden tot overname van personeel.
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 32 van 49
5 Structuur financieel jaarverslag
5.1 Inleiding
In een inleiding op het financiële verslag geeft u een toelichting op de financiële
situatie van de organisatie. Neem onder meer een korte beschrijving op van de
inhoud van de meest recente managementletter van de Departementale Auditdienst
of van de sectie Interne Controle en Concernadministratie van het hoofdkantoor.
Vermeld hierbij het oordeel over het financiële beheer.
De definitieve afrekening 2013 en de meest recente budgetbrief 2013
De definitieve afrekening over 2013 gebruikt u om de beginbalans uit Leonardo te
corrigeren. Deze gecorrigeerde beginbalans gebruikt u voor het jaarverslag 2013
Omdat de definitieve financiële verslaglegging meer tijd vergt, is het financieel
jaarverslag losgekoppeld van het jaarverslag/3e viermaandsrapportage en wordt dit
op een later moment aangeleverd. De datum voor aanlevering van het financieel
jaarverslag is 1 maart 2014.
In dit hoofdstuk wordt eerst stilgestaan bij het controleren van de financiële
gegevens over het verslagjaar. Vervolgens worden richtlijnen gegeven voor de
financiële verslaglegging in het jaarverslag.
5.2 Controle van de gegevens
De financiële verslaglegging baseert u op de gegevens uit Leonardo-DJI. De
volgende overzichten zijn daarbij in ieder geval nodig:
• Balans/V+W-rekening
• Kostenplaatsadministratie).
Voor details op allerlei gebied kunt u gebruik maken van de informatiesystemen in
de gebieden Grootboek, Activa, Debiteuren en Crediteuren. Indien nodig kunt u
deze overzichten afdrukken. Technische vragen over de overzichten kunt u stellen
aan de GDI in Zoetermeer.
5.3 Opstellen van het financiële verslag
Het financiële deel van het jaarverslag bevat minimaal de volgende onderdelen:
1. Inleiding;
2. Begin- en eindbalans (met toelichting);
3. Winst- en verliesrekening (incl. arbeid met toelichting);
4. Berekening exploitatiereserve;
5. Overzicht uitputting bovennormatieve bijdrage (geoormerkt) met toelichting
en onderbouwing;
6. Verantwoording maatregelen BHV;
7. Formatie- en bezettingsoverzicht.
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 33 van 49
5.3.1 Begin- en eindbalans en toelichting
De begin- en eindbalans dienen te voldoen aan de volgende richtlijnen:
• de begin- en eindbalans bevatten tenminste de posten die aangegeven zijn in
bovenstaand overzicht;
• in de beginbalans 2013 is de definitieve afrekening over 2012 verwerkt. Het
exploitatiesaldo over dat jaar zal daardoor niet zichtbaar zijn en de
exploitatiereserve komt overeen met de bij de afrekening vastgestelde stand.
Bij de balans dient u de volgende toelichtingen te geven:
1. Een overzicht van niet uit de balans blijkende verplichtingen;
2. De veranderingen in de materiële vaste activa;
3. De veranderingen in de leenfaciliteit;
4. De veranderingen in de voorziening met een toelichting op de mutaties;
5. Een toelichting op de stand van de post Vorderingen per 31-12-2013.
Daarbij dienen de vorderingen groter dan € 45.000 te worden
onderscheiden evenals alle eventuele vorderingen als gevolg van ESF-
subsidies. Van deze vorderingen dient tevens de vorderingstermijn te
worden aangegeven;
6. Een toelichting op de stand van de post Schulden en Verplichtingen per 31-
12-2013. Daarbij dienen de verplichtingen groter dan € 45.000 apart te
worden toegelicht. Specifieke aandacht dient te worden besteed aan het
onderwerp ‘Vooruitontvangen bijdrage’ hoofdkantoor. Hierbij zij vermeldt
dat bijdragebrieven die in 2013 zijn ontvangen, (mede) betrekking kunnen
hebben op bedragen, die bedoeld zijn als bijdragen voor jaren na het
boekjaar 2013. In de daarvoor bedoelde kolom vermeldt u het totale bedrag
van de betreffende post, dus inclusief het in 2014 aan te wenden bedrag.
Het in boekjaar 2014 aangewende bedrag noteert u in de daarvoor bedoelde
kolom. Het dan nog resterende ‘overlopende’ bedrag maakt u zichtbaar in
de kolom Stand per 31-12-13. Ook kan het voorkomen dat al in een
voorgaand jaar bedragen zijn ontvangen die doorlopen tot in en eventueel
na het boekjaar 2014. De betreffende bedragen dienen eveneens in het
overzicht te worden opgenomen;
7. Indien de tussenrekeningen niet leeg zijn, vermeldt u de grootte en aard van
de onderliggende posten en de reden(en) waarom deze posten niet weg zijn
geboekt;
8. Geef een toelichting op de ontwikkeling van de exploitatiereserve. Een
positief exploitatiesaldo wordt in beginsel in zijn geheel toegevoegd aan de
exploitatiereserve. Wordt de reserve daardoor groter dan het gestelde
maximum, dan vloeit het meerdere terug naar het hoofdkantoor DJI. Voor
de spelregels wordt verwezen naar de op intranet opgenomen Financiële
kaderregeling.
5.3.2 De verlies- en winstrekening
De verlies- en winstrekening dient te voldoen aan de volgende richtlijnen:
• de rekening bevat ten minste de posten, zoals aangegeven in de formats op
intranet;
• de integrale bijdrage en het resultaat over 2013 zijn aangepast conform de
definitieve afrekening over dat jaar;
• de integrale bijdrage 2013 is gecorrigeerd voor vooruit ontvangen bijdragen (niet
bestemd voor deze verslagperiode), door het FPC voorgestelde afrekening op
geoormerkte bijdragen en een eventuele korting bij onderbezetting (zie het
overzicht Onderbouwing bijdrage hoofdkantoor en aanwending geoormerkte
bijdragen).
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 34 van 49
Geef een toelichting op de verlies- en winstrekening. Besteed zowel aandacht aan
de resultaten over het verslagjaar zelf als aan de verschillen ten opzichte van het
voorafgaande jaar. Verder verzoek ik u in de toelichting de verdeling aan te geven
van afschrijvingskosten ‘normaal’ en afschrijvingskosten ‘ten laste van bono’.
Buitengewone baten en lasten betreffen soms een voorgaand boekjaar, zijn toen
niet voorzien en daarom niet in dat jaar geboekt. Deze baten/lasten worden
gewoonlijk toegerekend aan het lopende boekjaar. Als het aanmerkelijke bedragen
betreffen, dient aangegeven te worden ‘Correctie resultaat voorgaand boekjaar’
zodat zichtbaar wordt dat het resultaat mede wordt bepaald door de ‘erfenis’ van
een voorgaand boekjaar.
5.4 Bijlagen
Het jaarverslag is niet compleet zonder de volgende bijlagen:
1. Renovatie- en bouwplannen
Evenals bij het jaarplan dient u bij het jaarverslag een bijlage te voegen met
betrekking tot de renovatie- en bouwplannen. Hierin dient u de reeds
uitgevoerde en nog in uitvoering zijnde huisvestingsprojecten te
beschrijven. Tevens dient u hierin de stand van zaken met betrekking tot de
gebruiksvergunningen op te nemen.
2. Formatie en bezettingsgegevens
Neem een samenvattend overzicht op van de totale personele formatie en
bezetting per 1 januari 2013 en per 31 december 2013. Neem ook een
overzicht op van het totaal aantal uren overwerk en de inzet van
uitzendkrachten en andere externen in het verslagjaar per functiegroep.
Gebruik hiervoor de op intranet geplaatste overzichten.
3. Verantwoording BHV
Voor de opgave van de gevraagde gegevens inzake de verantwoording BHV
kan gebruik worden gemaakt van de formats die zijn opgenomen in het
model jaarplan 2014. Ook deze formats kunt u vinden op intranet.
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 35 van 49
6 Managementparagraaf
6.1 Inleiding
Goed beschouwd maakt de managementparagraaf geen deel uit van de P&C-cyclus,
maar komt hij voort uit de departementale begrotings- en verantwoordingscyclus.
Bij het departementale jaarverslag wordt door de minister een
managementparagraaf afgegeven, waarin wordt aangegeven dat de bedrijfsvoering
binnen het departement overeenkomstig de vigerende wet- en regelgeving wordt
uitgevoerd, behoudens eventuele tekortkomingen.
Gezien de samenhang met de P&C-cyclus, is er binnen DJI voor gekozen om de
managementparagraaf wel in de handleidingen P&C op te nemen en wordt in dit
hoofdstuk het proces van de managementparagraaf en de relatie met de P&C-cyclus
uiteengezet. Hiermee wordt bovendien tegemoet gekomen aan de wens uit het veld
om de (handleiding) managementparagraaf te integreren in de handleiding P&C.
6.2 Doelstelling in control verklaring
De managementparagraaf beoogt de departementale bedrijfsvoeringsparagraaf voor
de minister van Veiligheid en Justitie - in het kader van de departementale
verantwoording - breder en beter te onderbouwen, in de toekomst verrassingen te
vermijden en tevens te komen tot verdere professionalisering en het transparant
maken van de bedrijfsvoering bij (alle organisatieonderdelen van) het ministerie.
Sinds verslagjaar 2007 vormen de decentrale managementparagrafen aldus
‘bottom-up’ de basis voor de ‘in control’-verklaring van elke regiodirecteur of
bestuurder. Deze verklaringen vormen, samen met de uitkomsten van de
beoordeling van de concernbrede processtappen bij DJI, het uitgangspunt voor
hoofd DJI om te komen tot de onderbouwde verklaring dat alle ondersteunende
processen worden beheerst en voldoen aan de gestelde eisen.
De managementparagraaf ziet op het hoogste niveau op:
• het bewaken van de ‘financiële rechtmatigheid’;
• het realiseren van een ‘betrouwbare informatievoorziening’;
• naleving van het ‘Geïntegreerd normenkader bedrijfsvoering ministerie van
Veiligheid en Justitie’ (in totaal zo’n 45 onderwerpen uit 9 deelkaders).
Het instrument regardeert alle PIOFACH-regelgeving die (al eerder) op DJI en haar
organisatieonderdelen van toepassing is. De managementparagraaf maakt slechts
een systematisch en expliciet oordeel mogelijk over de mate waarin verschillende
onderdelen, op verschillende niveaus binnen DJI aan die regelgeving voldoen.
6.3 Werking en opbouw managementparagraaf
De managementparagraaf is een zogenaamde ‘uitzonderingsverklaring’: dat wil
zeggen dat een manager aangeeft ‘in control’ te zijn op alle onder hem/haar
ressorterende processen, met uitzondering van de door hem zelf vermelde
‘tekortkomingen’ c.q. ‘normafwijkingen’. De managementparagraaf is een vast
onderdeel binnen de verantwoording DJI - Bestuursdepartement in het kader van
het DJI-jaarverslag, en dient na afloop van het verslagjaar eind januari te worden
verstuurd.
De beoogde control in het kader van de Managementparagraaf richt zich op de
beheersing van alle ondersteunende processen, ook wel ‘PIOFACH’-processen
genoemd. De wettelijke kaders op deze gebieden zijn opgenomen in het
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 36 van 49
‘Geïntegreerd normenkader bedrijfsvoering Ministerie van Veiligheid en Justitie’
(opgenomen op intranet), verbreed met deelkaders op gebied van
Beleidsinformatie, Beveiliging, Bescherming persoonsgegevens, Documentaire
informatievoorziening en Communicatie en Milieu.
Het MP-instrument van DJI is ontwikkeld om te komen tot de afgifte van de eigen in
control-verklaring van alle integraal managers centraal en decentraal en vervolgens
via sectorale aggregatie (of samenvatting) tot weging van alle bevindingen voor de
hoofddirecteur.
Het MP-instrument heeft als doel om eerst bestaande tekortkomingen uit het hele
DJI-veld in beeld te krijgen, alvorens DJI-breed naar procesbeheersing te kijken.
Daarmee worden centrale en decentrale managers ook meer expliciet
verantwoordelijk gehouden voor het sturen op en beheersen van hun
ondersteunende processen. Op deze manier draagt het bij aan het bewustzijn
binnen de DJI-organisatie. Het kan de manager voorts helpen in het gesprek met
het eigen MT en daarna met de hogere leidinggevende over te managen
tekortkomingen of aandachtspunten.
Om de verantwoording door elke integraal manager te kunnen organiseren zijn
uitgaande van de door het bestuursdepartement opgestelde brede ‘Checklist
Taakorganisatie’ een drietal (afgeleide) ‘Checklists bedrijfsvoering’ als intern
hulpmiddel door DJI verbijzonderd. Deze zullen, inclusief toelichting op intranet
geplaatst worden en dienen als basis voor de door de directeur FPC af te geven in
control statement.
De verkregen decentrale verklaringen worden per sector geaggregeerd,
samengevoegd (Landelijke diensten) of meegewogen (DForZo rijksinrichtingen en
hoofdkantoor) om te komen tot de in control-verklaring op het niveau van directeur
of bestuurder. Hierbij worden tevens de verklaringen betrokken van de stafdirecties
(na advies van hun deskundigen), afgelegd op de aan hen toegewezen
concernbrede processtappen.
Onder leiding van de directeur Finance & Control wordt vervolgens, via aggregatie,
samenvatting en weging (van m.n. impact, financieel beslag en risico) gekomen tot
de jaarlijkse Managementparagraaf van DJI. Dit resulteert in een in control-
verklaring van de hoofddirecteur DJI, te richten aan de directeur-generaal JS op het
bestuursdepartement.
Het in control statement biedt ook de mogelijkheid aan te geven dat er
tekortkomingen zijn buiten de eigen competentie, omdat anderen (bijv. een
onderdeel van het bestuursdepartement) daarvoor verantwoordelijk zijn.
6.4 Relatie managementparagraaf met de reguliere P&C-cyclus
Op basis van de uitkomsten van de (decentrale) managementparagraaf, worden
mogelijk tekortkomingen geconstateerd in de bedrijfsvoering binnen DJI. Deze
tekortkomingen moeten verbeterd worden en hiertoe worden beheersmaatregelen
geformuleerd die gevolgd moeten worden in de P&C-cyclus. Concreet betekent dit,
dat de uitkomsten van de managementparagraaf van een jaar bij de eerste
viermaandsrapportage van het volgende jaar besproken en belegd worden in een
aanvullende managementafspraak, om vervolgens in de reguliere P&C-cyclus van
het planjaar verder gevolgd te worden in de uitvoering. Afhankelijk van de aard en
omvang van de tekortkoming binnen DJI, wordt de tekortkoming centraal of
decentraal in de organisatie belegd. Daarbij zijn verschillende varianten denkbaar,
die hierna worden beschreven.
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 37 van 49
6.4.1 Individueel ‘Niet in control’
De (de-)centrale manager formuleert hierop zelf de beheersmaatregel en legt deze
voor aan de hogere lijnmanager. Uitgangspunt is dat de directeur van het onderdeel
zelf stuurt op de uitvoering van de beheersmaatregel. De beheersmaatregel wordt
bij 1e viermaandsrapportage toegevoegd aan het managementcontract. In de
uitvoering wordt de beheersmaatregel via viermaandsrapportages en (A3-)
managementgesprekken gevolgd.
6.4.2 Geaggregeerd ‘Niet in control’
Zodra 20% of meer van de decentrale onderdelen onder een sectordirecteur of
bestuurder een ‘Niet in control’ heeft afgegeven op een processtap, ontstaat daarop
(ook) voor hem/haar een verantwoordelijkheid. Deze ‘aggregatie’ speelt alleen bij
GW, JJI, DBV en het SSC.
6.4.3 Op concernniveau ‘Niet in control’
De tekortkomingen die DJI-breed zijn vastgesteld, en extern gemeld bij de DG JS,
dan wel tekortkomingen uit het verleden, die nog niet genoeg verbeterd zijn moeten
worden beheerst. De beheersmaatregel wordt op concernniveau geformuleerd (door
concernstaven). Afhankelijk van de aard van de tekortkoming, kan de
geformuleerde beheersmaatregel ook van toepassing zijn op de individuele
inrichting. In dat geval geldt verder een soortgelijke procedure als bij §6.4.2.
6.5 Managementparagraaf DJI
Via www.forensischezorg.nl worden in het najaar alle benodigde onderdelen
opgenomen om te komen tot de opstelling en tijdige afgifte van de eigen decentrale
managementparagraaf. Het betreft de kaderstelling, instructies en checklists.
Daarnaast verstuurt DForZo als reminder in het najaar een separate
aanschrijvingsbrief ter aanduiding van de vindplaatsen op intranet en ter nadere
instructie.
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 39 van 49
Bijlage 1 Planning- & controlcyclus 2014 DForZo
Data Planning- & controlcyclus 2014 DForZo Aanleveren bij
2013 Planfase
20 september directeur Forensische Zorg zendt aanbiedingsbrief en handleiding
P&C 2013 aan FPC
2 november FPC zendt aan directeur Forensische Zorg jaarplan 2013 digitaal en
in 2-voud Secretariaat DForZo
2 november FPC dient inventarisatie huisvestingsvoorzieningen in bij directeur
Forensische Zorg
Secretariaat DForZo en
afdeling Huisvesting (CBV)
2 november FPC dient inkoopplan in bij de sectie Inkoop en Europese
aanbesteding
sectie IE&A (e-mail:
Nov/ dec directeur Forensische Zorg en het FPC bespreken jaarplan 2014
Februari 2014 directeur Forensische Zorg stelt de managementafsprakenbrief op en
verzendt dit aan het FPC
2014 Uitvoerings-/controlfase
februari
FPC voert A3-managementgesprek vooruitkijkend met directeur
ForZo op onderwerpen uit organisatiegebieden uit het lokale A3–
jaarplan (tevens 3e viermaandsrapportage 2012)
17 mei FPC dient 1e viermaandsrapportage in bij directeur Forensische Zorg Secretariaat DForZo
17 mei -
14 juni
directeur Forensische Zorg voert managementgesprek terugkijkend
met FPC n.a.v. 1e viermaandsrapportage (gecombineerd met het
jaarverslag 2012)
13 september FPC dient 2e viermaandsrapportage in bij directeur Forensische Zorg Secretariaat DForZo
13 september –
11 oktober
directeur Forensische Zorg voert managementgesprek terugkijkend
met FPC n.a.v. 2e viermaandsrapportage
november
FPC voert managementgesprek met directeur Forensische Zorg
terugkijkend en vooruitkijkend op onderwerpen uit
organisatiegebieden uit het lokale A3–jaarplan (gecombineerd met
jaarplangesprek 2014)
13 december FPC dient ‘in control statement’ (managementparagraaf) in bij de
directeur Forensische Zorg Secretariaat DForZo
2014 en 2015 DBBC
1 augustus
FPC levert (conform beleidsregels NZA) het Onderhanden werk
overzicht aan van de DBBC’s die op 31-6-2014 nog niet zijn
afgesloten.
Secretariaat DForZo
1 februari 2015
FPC levert (conform beleidsregels NZA) het Onderhanden werk
overzicht aan van de DBBC’s die op 31-12-2014 nog niet zijn
afgesloten.
Secretariaat DForZo
1 juni 2015
FPC levert (conform beleidsregels NZA) het Onderhanden werk
overzicht aan van de DBBC’s die op 31-12-2014 nog niet zijn
afgesloten. (met accountantsverklaring)
Secretariaat DForZo
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 40 van 49
Verslagleggingfase 2014
17 januari FPC dient 3e viermaandsrapportage/jaarverslag in bij directeur
Forensische Zorg Secretariaat DForZo
februari managementgesprek 3e viermaandsrapportage/jaarverslag 2013
5 maart FPC dient financiële verantwoording 2013 in Secretariaat DForZo;
Accountbeheer
juni
directeur Forensische Zorg voert terugkijkend managementgesprek
n.a.v. jaarverslag 2012 met FPC (tevens 1e viermaandsrapportage
2012)
<15 augustus directeur Forensische Zorg zendt afrekening 2013 toe aan FPC
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 41 van 49
Bijlage 2 Onderbouwing offerte DBBC FPC
U wordt verzocht een het capaciteitsvoorstel DBBC inhoudelijk te onderbouwen door
antwoord te geven op onderstaande vragen in dit format. U dient zoveel mogelijk
gebruik te maken van dit format en (digitaal en schriftelijk) mee te sturen met uw
offerte 2014.
Naam FPC: ………………………………………………………………………………
Onderbouwing offerte DBBC
1 Hoe is de offerte voor het jaar 2014 opgebouwd? Ga daarbij in ieder geval in
op de rol/invloed van de onderstaande elementen:
a Verwachte instroom en uitstroom van patiënten
1. Registratie
2. Facturatie
3. Onder handen werk
2 Als gevolg van de wijziging in de verblijfsintensiteiten (van drie naar zeven)
treedt er automatisch een wijziging op in de geoffreerde verblijfsintensiteiten
ten opzichte van de herschikking 2013. U wordt gevraagd onderstaande
conversietabel in te vullen en te onderbouwen in bijlage 2 (Excel document).
3 Waarop wijkt de realisatie van het jaar 2013 af (los van de
verblijfsintensiteiten) van de offerte voor het jaar 2013 die u hebt ingediend?
Hoe werkt dat door in de offerte voor het jaar 2014?
4 Wat is de gemiddelde looptijd van een DBBC binnen uw organisatie?
5 Vergelijk 2 profielen van de meest voorkomende gecontracteerde hoofd
diagnosegroepen met de profielen uit de Profielengids DBBC (voorheen In- en
Verkoopgids DBBC, vanaf 20 september 2013 te vinden op de website
www.forensischezorg.nl)
Gevraagd wordt in ieder geval aan te geven in hoeverre het profiel van
toepassing is op uw organisatie aangaande de volgende aspecten:
a. Bijbehorende nevendiagnoses;
b. Welk aandeel hebben deze productgroepen in het totaal aantal
DBBC’s;
c. In welke mate is er sprake van afwijkingen ten aanzien van:
− Gemiddelde uren directe/indirecte patiëntenzorg;
− De belangrijkste activiteiten;
− De gemiddelde mix van de beroepsbeoefenaren;
− Het gemiddeld aantal verblijfsdagen.
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 43 van 49
Bijlage 3 Conversietabel DBBC’s verblijf
De verblijfsmatrix voor de DBBC’s is gewijzigd door het besluit van de NZa om het
aantal verblijfsintensiteiten conform de GGZ vast te stellen. Dit betekent een
wijziging van drie naar zeven verblijfsintensiteiten. Om de aansluiting te kunnen
maken met het jaar 2013 wordt u verzocht naast u offerte in DBBC’s voor het jaar
2014 een conversietabel in te vullen. Daarin geeft u aan waar de in 2013 in
afgesproken DBBC’s met verblijf in zorgintensiteiten A-C zijn onderverdeeld in de
nieuwe indeling. Hieronder is als voorbeeld een verkleinde weergave opgenomen. U
dient gebruik te maken van het Excel bestand (per offerte/contract) dat op de
website www.forensischezorg.nl is gepubliceerd bij de inkoopdocumenten 2014.
(Voorbeeld conversietabel DBBC’s verblijf)
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 44 van 49
Bijlage 4 Uitvraag (brand-)veiligheid
In hoofdstuk 3 (paragraaf 3.9.1) is gevraagd om aan te geven hoe de veiligheid in
uw kliniek integraal wordt geborgd. In het jaarplan hoeft geen detailplan te worden
opgenomen. Het verzoek is om in maximaal drie pagina’s in te gaan op integrale
veiligheid. Het is verzoek is om uitleg te geven over de aanpak in uw inrichting over
onderstaande dertien aspecten. Waarbij eerst steeds de tekst van de inspectie wordt
weergegeven, gevolgd door het verzoek om toelichting op dit punt.
Uitvraag (brand-)veiligheid 1 Eén functionaris voor brandveiligheiddossier
De verantwoordelijkheid voor orde en veiligheid ligt bij de directeur van de
kliniek die hierbij wordt ondersteund door een veiligheidsteam (of breed
samengestelde werkgroep). De integrale verantwoordelijkheid voor de
coördinatie van de brandveiligheid in een instelling waar Tbs-gestelden
ingesloten verblijven zal bij één functionaris moeten komen te liggen, aldus
de inspecties. (Dit mag ook een rol (naast een bestaande functie) zijn. U
wordt verzocht aan te geven bij wie dit binnen uw kliniek is belegd.
2 Periodiek Inspectieprogramma
Elke FPC/FPK gaat jaarlijks zelf een periodiek inspectieprogramma (PIP)
uitvoeren. Daarmee worden alle organisatorische, bouwkundige en
elektronische voorzieningen van de Fpc’s/ FPK’s gecontroleerd. Op basis van
de bevindingen wordt een plan van aanpak opgesteld om tekortkomingen
weg te nemen. U wordt verzocht aan te geven hoe uw jaarlijkse
inspectieprogramma er uit ziet.
3 Eenduidige richtlijnen
Het beleid ten aanzien van vertraging in de doormelding van brand aan de
meldkamer van de brandweer zal aangevuld en zo mogelijk aangescherpt
worden, zodat de bandbreedte waarbinnen een vertraging toelaatbaar is zo
klein mogelijk wordt. Uitgangspunt van het beleid is dat er niet wordt
vertraagd tenzij dit vanwege de specifieke situatie noodzakelijk is. Tevens
zal worden toegezien op een betere naleving van dit beleid. U wordt
verzocht aan te geven hoe de doormelding binnen uw kliniek is ingeregeld
en hoe dit wordt nageleefd.
4 Aanvullende bouwkundige voorzieningen rapporteren
Die klinieken die van de inspecties in het onderzoek in 2011/2012
opmerkingen/ aanmerkingen hebben gekregen rapporteren in de stukken
voor hun jaarplangesprek 2014 over de stand van zaken, voortgang en
beoogde eindtermijn van de te treffen aanpassingen (indien van
toepassing), inclusief een rapportage van de eindscan. U wordt verzocht aan
te geven of dit voor uw kliniek van toepassing is en wat hiervan de status is.
5 Vergunningen, certificaten en bouwtekeningen (die nog niet geheel op orde
waren) zijn geactualiseerd
Klinieken rapporteren jaarlijks in de stukken van het jaarplangesprek over
de stand van zaken ten aanzien van de actualiteit van vergunningen,
certificaten en bouwtekeningen en geven aan wat het plan van aanpak is als
deze niet (meer) actueel zijn. U wordt verzocht aan te geven wat de stand
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 45 van 49
van zaken binnen uw kliniek is.
6 Brandveiligheid van de particuliere Fpc’s/FPK’s moet in het algemeen via de
jaarlijkse verantwoordingscyclus steviger wordt geborgd
Klinieken rapporteren jaarlijks in jaarplannen over de stand van zaken ten
aanzien van brandveiligheid. Dit borgt enerzijds visievorming, anderzijds
borgt dit de uitvoering en rapportage ten aanzien van (brand)veiligheid. U
wordt verzocht aan te geven wat de stand van zaken binnen uw kliniek is.
7 In 2013 zullen de particuliere Fpc’s/FPK’s een systematiek gebruiken waarbij
brandveiligheid, BHV-organisatie, informatiebeveiliging, beveiliging en
arbeidsomstandigheden gemonitord wordt.
Klinieken rapporteren jaarlijks over het door hen gebruikte systeem om te
borgen dat alle aspecten van (brand)veiligheid in het oog gehouden worden.
Daartoe kunnen de GVM (gebruiksvoorwaardenmonitor) en de webqubus
(informatiebeveiliging) als voorbeeld gebruikt worden. Maar ook eigen
‘systemen’ zijn toegestaan, mits ze het einddoel (een compleet beeld van de
gebouwelijke, informatieve- en organisatorische beveiliging van een kliniek)
dienen. Middels jaarplanstukken wordt hierover gerapporteerd. U wordt
verzocht aan te geven middels welk systeem/ welke methode u uw integrale
veiligheid binnen de kliniek monitort en beheerst.
8 Geconstateerde onvolkomenheden ten aanzien de brandveilige inrichting van
cellen en kamers zullen meer aandacht krijgen.
Klinieken rapporteren jaarlijks middels de jaarplanstukken over het door hen
gehanteerde beleid ten aanzien van voorwerpen op kamer cq. de
vuurbelasting van kamers. Daarbij rapporteren ze ook over het beleid ten
aanzien van het veilig houden van een kamer (zoals losse draden/
stekkerdozen). U wordt verzocht aan te geven wat uw ‘voorwerpen op
kamer’ beleid is en hoe u dit beleid handhaaft.
9 Het lokale beleid ten aanzien van het brandveilig inrichten van kamers wordt
consequent uitgevoerd. Onmisbare schakel hierbij is het regelmatig
uitvoeren van inspecties en een eenduidige toepassing van het rookbeleid.
Klinieken rapporteren jaarlijks middels de jaarplanstukken over hun beleid
ten aanzien van het brandveilig houden van kamers, alsmede over de (in
voorgaande periode) hoeveelheid gevoerde inspecties en bijbehorende
bevindingen. Hetzelfde geldt voor het rookbeleid. U wordt verzocht aan te
geven wat uw ‘roken op kamer’ beleid is en hoe u dit beleid handhaaft.
10 Waar afspraken met de brandweer inzake opkomsttijden en taakuitvoering
ontbreken of nog onvolledig zijn, worden deze door alle particuliere
Fpc’s/FPK’s gemaakt
Klinieken rapporteren jaarlijks in het jaarplan over de afspraken die ze met
de lokale brandweer hebben ten aanzien van aanrijdtijden. Ook het aantal
gezamenlijk gehouden oefeningen in voorgaande periode wordt
gerapporteerd. Tot slot wordt, in relatie tot de aanrijdtijden van de
brandweer, gerapporteerd over de maatregelen die genomen worden om de
BHV organisatie in relatie tot de aanrijdtijden op te leiden (hoe langer de
aanrijdtijd, hoe ‘zelfredzamer’ de BHV organisatie zal moeten zijn). U wordt
verzocht over deze punten aan te geven wat de stand van zaken binnen uw
kliniek is.
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 46 van 49
11 Inzake de afspraken met de brandweer wordt de BHV-organisatie juist
toegerust zodat de mogelijkheid tot ontruiming gewaarborgd is.
U wordt verzocht aan te geven hoe, in combinatie met de aanrijdtijden
genoemd onder 11, uw BHV organisatie is afgestemd op de aanrijdtijden van
de brandweer.
12 Lokaal zal het uitgevoerde brandveiligheidsbeleid geëvalueerd en bijgesteld
worden, waarbij de evaluaties en te nemen maatregelen in logboeken
worden opgenomen
Klinieken leggen logboeken aan (voor zover niet reeds aanwezig), waar
oefeningen, evaluaties etc. worden bijgehouden. Deze vormen onderwerp
van de te houden inspecties (zie 12). U wordt verzocht te beschrijven hoe u
bovenstaande eis tot registratie en evaluatie heeft vormgegeven.
13 Het bijhouden van een registratie van uitgevoerde
(ver)bouwwerkzaamheden en controle op de naleving van
gebruiksvoorschriften is vereist.
U wordt verzocht aan te geven hoe dit in uw kliniek is gewaarborgd.
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 47 van 49
Bijlage 5 Formats en P&C documenten
De volgende formats en documenten zullen in het kader van de P&C-cyclus 2013 op
www.forensischezorg.nl beschikbaar worden gesteld:
Formats Jaarplan
• Integrale bijdrage
• Onderbouwing BONO’s
• Maatregelen brandveiligheid
• Balans
• Raming van baten en lasten
• Meerjarig investeringsplan
• Kasstroomoverzicht
• Nieuwe leningen
• Formatie- en bezettingsoverzicht
• A3-jaarplan
• Concept-managementcontract
• Prestatie indicatoren
• Inventarisatie huisvestingsvoorzieningen
Format DBBC
• Inkoopsheet DBBC
• Onderbouwing DBBC
• Conversietabel
• Onderhandenwerk bepaling
Formats Twee- en Viermaandsrapportages
• Verlies- en winstrekening
• Onderbouwing bijdrage hoofdkantoor
• Formatie- en bezettingsoverzicht
• Maatregelen brandveiligheid
• Prestatie-indicatoren
Extra formats bij de 3de viermaandsrapportage / jaarverslag
• Voorlopige afrekening
• A3-jaarverslag
Formats financiële verantwoording per 1 maart
I Financiering
• Onderbouwing bijdrage hoofdkantoor
• Maatregelen brandveiligheid
II Realisatie
• Balans
• Verlies- en winstrekening
• Gerealiseerde gemiddelde loonsom
III Personeel: nvt
IV Overig
• Inventarisatie huisvestingsvoorzieningen
Documenten P&C op intranet:
• Voorts worden de te hanteren definities van alle prestatie-indicatoren en
wordt de Financiële Kaderregeling op www.forensischezorg.nl geplaatst.
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 48 van 49
• Ook deze handleiding Planning & Control 2014 wordt op
www.forensischezorg.nl geplaatst.
DEFINITIEF | Planning & Control 2013, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Rijksinrichtingen), | 1
augustus 20123
Pagina 49 van 49
Bijlage 6 Informatienummers
Voor inlichtingen of met suggesties over de inhoud van deze handleiding kunt u
terecht bij:
Directie Forensische Zorg
Zorginkoop
FPC Oostvaarderskliniek: Mirjam Galema 088 0725526
FPC Veldzicht: Marieke Schellart 088 0725532
Financieel accountbeheer
FPC Oostvaarderskliniek: Iwan Lo Fong 088 0725246
FPC Veldzicht: Kees Dankelman 088 0725537
Secretariaat DForZo 088 0725497/0725496
Afdeling Plaatsing TBS 088 0725495
Forensisch Plaatsingsloket 088 0725922
Directie Finance & Control
Business Controller
Emma van Zwol 088 0725270
Financial Accounting
Peter Dorland 088 0725276
Huisvesting
Claire Springer-Scheffer 088 0725254
Informatiemanagement
Dick Groeneveld 088 0725324
Personeelsontwikkeling
Paul van Zurk 088 0725398
GDI
Helpdesk (079) 330 2330
Als u suggesties heeft voor verbetering van deze handleiding vernemen wij dit graag
van u. Uw schriftelijke reactie kunt u sturen naar:
Dienst Justitiële Inrichtingen
Directie Forensische Zorg
Postbus 30132
2500 GC Den Haag