FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

64
FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

description

Met het jaarverslag willen de raad van toezicht, de raad van bestuur en de directie maatschappelijk verantwoording afleggen en optimale transparantie bieden. Dit jaarverslag is een samen­vatting van het uitgebreide jaarverslag dat is geschreven volgens de richtlijnen voor het ‘Jaardocument Zorg voor zorginstellingen die forensische zorg leveren in het kader van een contract met het ministerie van Justitie’. Het uitgebreide jaarverslag kunt u net als de volledige jaarrekening vinden op www.jaarverslagenzorg.nl.In deze samenvatting vindt u achtereenvolgens een toelichting op de ontwikkelingen in 2009 rondom het beleid, het primaire en de ondersteunende processen en op de resultaten. Aansluitend wordt kort ingegaan op het toekomstbeeld. Aanvullende informatie vindt u ten slotte in de bijlagen.

Transcript of FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Page 1: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

FPC. Dr. S. van M

esdagJaarverslag 2009

Page 2: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009
Page 3: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Jaarverslag 2009

FPC Dr. S. van Mesdag

Page 4: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

JaarverslagMet het jaarverslag willen de raad van toezicht, de raad van

bestuur en de directie maatschappelijk verantwoording afleggen

en optimale transparantie bieden. Dit jaarverslag is een samen­

vatting van het uitgebreide jaarverslag dat is geschreven volgens

de richtlijnen voor het ‘Jaardocument Zorg voor zorginstellingen

die forensische zorg leveren in het kader van een contract met het

ministerie van Justitie’. Het uitgebreide jaarverslag is net als de

volledige jaarrekening aan te vragen via [email protected].

In deze samenvatting vindt u achtereenvolgens een toelichting op

de ontwikkelingen in 2009 rondom het beleid, het primaire en de

ondersteunende processen en op de resultaten. Aansluitend wordt

kort ingegaan op het toekomstbeeld. Aanvullende informatie vindt

u ten slotte in de bijlagen.

Missie

FPC Dr. S. van Mesdag is een groot forensisch

psychiatrisch centrum te Groningen. Overtuigd van

nut en noodzaak van tbs, heeft het de ambitie om

vooraanstaand in dit veld te zijn en heeft het daartoe

de kwaliteiten en mogelijkheden.

Door zijn omvang en brede expertise kan FPC Dr. S.

van Mesdag een op het individu georiënteerde en

kleinschalig georganiseerde behandeling aanbieden;

ook aan zeer moeilijke patiënten. Respect voor de

patiënt met ernstige psychiatrische problemen is

daarbij het uitgangspunt. Centraal staat het streven

de patiënt actief verantwoordelijkheid te laten nemen

voor zijn daden en de betekenis daarvan voor het

slachtoffer én voor zijn behandeling.

Door intensieve samenwerking met andere

instellingen binnen de zorgketen, het justitiële veld en

opleidings- en onderzoeksinstellingen, bevordert de

Mesdag de doorstroom van patiënten en bundelt en

ontwikkelt de Mesdag voortdurend kennis en ervaring.

Hierdoor blijft de organisatie zich ontwikkelen naar

een hoge professionele standaard.

Vanuit een solide basis van veiligheid en resultaat-

gerichtheid wordt het delictrisico aanzienlijk ver-

minderd. Daarmee neemt de Mesdag zijn maatschap-

pelijke verantwoordelijkheid ten aanzien van zorg en

bescherming, rechtshandhaving en veiligheid.

Page 5: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

InhoudVoorwoord

Beleid

Primair Proces

Ondersteunende Processen

Resultaten

Toekomst

Verkorte Jaarrekening

Bijlage 1 Bestuur, Toezicht en Structuur van de Organisatie

Bijlage 2 Wetenschappelijk Onderzoek

Bijlage 3 Publicaties en Voordrachten

Afkortingen

5

7

11

19

31

39

41

44

47

56

60

Page 6: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Stichting FPC Dr. S. van Mesdag

Helperlinie 2

9722 AZ Groningen

Postbus 30.002

9700 RC Groningen

T 050 5221 221

F 050 5261 474

[email protected]

www.vanmesdag.nl

Page 7: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Voorwoord 2009 was het tweede jaar in de geschiedenis van Forensisch

Psychiatrisch Centrum (FPC) Dr. S. van Mesdag als particuliere

justitiële stichting. In 2008, het jaar van de verzelfstandiging,

is de stichting op vele organisatieterreinen de herpositionering

aangegaan, variërend van inkoop tot governance (goed bestuur)

en van huisstijl tot de positie in de zorgketen. In 2009 is daar

een vervolg aan gegeven. De relatief toegenomen vrijheid van

handelen heeft ons in staat gesteld slagvaardig te opereren

binnen het zich in een hoog tempo ontwikkelend werkveld van

de forensische psychiatrie.

De directie en de raad van bestuur hebben zich ingespannen om

de invloed van externe ontwikkelingen op de interne processen

zoveel mogelijk te beperken. Daarbij ging het niet alleen om

kwesties binnen de forensische zorgsector, zoals de landelijke

capaciteitsproblematiek, de politieke focus op incidenten en de

wijzigingen in het financieringssysteem, maar ook om landelijke

of zelfs mondiale omstandigheden, bijvoorbeeld het economisch

klimaat, de arbeidsmarktproblematiek en de toenemende druk

op het moeten afleggen van verantwoording.

Met trots kunnen we stellen dat FPC Dr. S. van Mesdag een

geslaagd jaar achter de rug heeft. De inhoudelijke koers voor

de komende jaren is vastgelegd in het in 2009 opgestelde

meerjarenbeleidsplan ‘Naar nieuw elan’. Tevens is in 2009 de

aanbestedingsfase voor Tender III (tijdelijke capaciteit) afgerond,

waardoor gestart kon worden met de bouw van een nieuwe afde­

ling voor 55 patiënten. Het meerjarenbeleid en de capaciteits­

groei geven ons handvatten om op adequate wijze het hoofd

te kunnen bieden aan alle ontwikkelingen die in de komende

jaren op ons af komen. Gezien de ambitie, het innovatieve en

aanpassingsvermogen, de veerkracht en de daadkracht die de

organisatie in 2009 ten toon heeft gesteld, zijn de directie en de

raad van bestuur positief over de richting waarin FPC Dr. S. van

Mesdag zich beweegt.

De organisatie kan terugkijken op een prima jaar waarin ze in

staat is gebleken patiënten uit te laten stromen naar vervolg­

voorzieningen en een relatief hoog aantal nieuwe patiënten

heeft kunnen opnemen. Daarmee is ze in 2009 onverminderd

tegemoet gekomen aan haar doelstelling patiënten met een

tbs­maatregel veilig te behandelen en indien mogelijk terug te

laten keren naar de samenleving. De directie en de raad van

bestuur spreken hun waardering uit naar alle medewerkers voor

hun inspanningen om de kwaliteit van de zorg en behandeling,

en alles wat daar omheen hangt, opnieuw naar een hoger plan te

tillen. In 2009 is dat goed gelukt!

directie

Harry Beintema

Gerard Koorman

raad van bestuur

Corstiaan Bruinsma

Bert van der Hoek

5

Page 8: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Jacob Teterissaportier

Met plezier de Mesdag bezoeken, dat is mijn streven

Drie jaar geleden stapte ik vanuit de beveiligings-

sector over naar FPC Dr. S. van Mesdag. Bij het

beveiligingsbedrijf waar ik werkte bestond het werk

met name uit het controleren van gebouwen en het

lopen van rondes. Een redelijk eenzame functie. Ik

wilde meer. Hier heb ik veel contact met medewerkers

én patiënten.

Als portier ontvang je de bezoekers en je schrijft ze

in. Eigenlijk ben je het visitekaartje, de eerste indruk

van de organisatie. Het is mijn streven bezoekers

op een prettige manier te ontvangen en ze op hun

gemak te stellen. Zo kan ik een bijdrage leveren aan

een plezierig bezoek aan de Mesdag. Omdat je een

belangrijke schakel in de toegangscontrole bent is

dat niet altijd even gemakkelijk. Het kan namelijk

voorkomen dat iemand even moet wachten voor een

deur en niet iedereen heeft er begrip voor dat wij

moeten checken of er geen ongeoorloofde spullen mee

naar binnen gaan. Lukt het mij dan toch om iemand

met een positief gevoel naar binnen te laten gaan, dan

geeft dat voldoening.

Ook voor de patiënten ben je het eerste en laatste

contact wanneer ze op verlof gaan. Patiënten schrijven

zich bij ons uit en wij controleren de verlofpas nog-

maals. Bij binnenkomst checken wij of er geen zaken

mee naar binnen gaan die buiten moeten blijven. Zo

leer je ook veel patiënten kennen.

Door al die verschillende in- en uitgaande mensen

is geen dag hetzelfde. Elke dag doen zich nieuwe

situaties voor, die ik zo goed mogelijk probeer af te

handelen.

Page 9: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Beleid

Uitgangspunt

Naast de kans mogelijkheden te benutten, maken risico’s

deel uit van de bedrijfsvoering van iedere organisatie en zijn

incidenten nooit volledig uit te sluiten. FPC Dr. S. van Mesdag

streeft ernaar de bedrijfsrisico’s zo goed mogelijk te beheersen

en is zich bewust van de impact van incidenten op zijn bedrijfs­

voering. Toch is het vinden van een balans tussen effectieve

risicobeheersing en het behouden van ruimte voor flexibiliteit en

positieve nieuwe ontwikkelingen steeds het uitgangspunt voor

het ontwikkelen en vaststellen van beleid.

Meerjarenbeleid: Naar nieuw elan

In het derde kwartaal van 2009 is binnen het samenwerkings­

verband Forint* het meerjarenbeleidsplan 2009­2012 ‘Naar

nieuw elan’ vastgesteld. In dit document worden voor de

komende jaren de beleidsspeerpunten voor de afzonderlijke

onderdelen in onderlinge samenhang aangegeven. Voor FPC Dr.

S. van Mesdag is daarbij rekening gehouden met zijn omgeving

die dynamisch en onvoorspelbaar is. Vaak weten we wel dat er

iets gaat gebeuren, maar hoe de details en de timing eruit zien

weten we niet. Er zijn meerdere partijen die aan ons trekken en

duwen. Soms gaan we daardoor een stap vooruit en soms gaan

we er één achteruit. Binnen deze dynamiek wil FPC Dr. S. van

Mesdag niet alleen volgen. We willen ons zo organiseren dat we

flexibel kunnen meebewegen zonder dat daar steeds tijdrovende

organisatieveranderingen voor nodig zijn.

* Het samenwerkingsverband Forint bestaat uit de afdelingen forensische en intensieve geestelijke gezondheidszorg van Lentis (AFPN en IZZ) en FPC Dr. S. van Mesdag.

Nieuw in de zorgsector is de snelheid waarmee we op

strategisch, tactisch en operationeel niveau moeten kunnen

reageren op de zorgvraag van vandaag en morgen. Het vergroten

van de bestuurbaarheid vraagt niet alleen goede kwaliteit van

management en managementinformatie, maar stelt ook eisen

aan de inrichting van de organisatie. Om ons perspectief in

eigen handen te kunnen houden hanteren we als leidraad: ‘Hou

het Simpel’, ‘Wees Flexibel’ en ‘Groei Groter’.

Eenvoud

Eenvoud, standaardisatie en souplesse zijn sleutelbegrippen bij

het op elkaar aan laten sluiten van processen. Door te werken

met eenduidige methodieken binnen de gehele zorgketen zullen

er minder breuken in de behandeling voorkomen en zal het risico

op ‘fouten’ afnemen. Informatie­ en communicatietechnologie

(ICT) zal de komende jaren in toenemende mate van strategische

betekenis zijn. Van ‘vooral faciliterend’ zal ICT zich steeds

meer ontwikkelen naar ‘initiërend en sturend’ met als doel de

kritische zorg­ en bedrijfsprocessen kwalitatief hoogwaardig en

efficiënt vorm te geven.

Flexibiliteit

Als de omgeving continu verandert zal de organisatie wendbaar

moeten zijn om in een hoog tempo te kunnen voldoen aan de

wisselende eisen die aan haar worden gesteld. Met de intro­

ductie van de marktwerking in de forensische zorg doet ook het

fenomeen concurrentie haar intrede. We zullen samenwerken

waar het ons gerichte voordelen oplevert en ons aanpassen

met behoud van identiteit indien nodig. Op andere momenten

zullen we de concurrentie aangaan om onze zorginhoudelijke en

bedrijfseconomische positie te verstevigen of te behouden.

7

Page 10: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Groei

Schaalvergroting maakt van ons een speler van formaat op

de markt van de intensieve en forensische psychiatrie. Onze

invloed op regionale en nationale processen zullen we hiermee

vergroten. Schaalvergroting vergroot ook de mogelijkheden

voor differentiatie in ons zorgaanbod, al dan niet op verschil­

lende locaties, en levert inhoudelijk meer mogelijkheden voor

specialistische deskundigheid.

Ten slotte is schaalvergroting nodig om een volwaardige

bedrijfsvoering met daarbinnen de noodzakelijke specialistische

kwaliteit te kunnen waarborgen. Door meer te produceren

kunnen we relatief gezien per patiënt besparen op overheadkos­

ten. Daarmee kunnen we inkrimping van personeel voorkomen

en onze ondersteunende diensten in stand houden.

Kwaliteitsbeleid

In 2008 is het HKZ (Harmonisatie Kwaliteit Zorginstellingen)­

certificaat behaald. Hiermee is aangetoond dat het kwaliteits­

managementsysteem (KMS) van FPC Dr. S. van Mesdag aan

de gestelde eisen voldoet. Binnen FPC Dr. S. van Mesdag zijn

proceseigenaren verantwoordelijk voor de inrichting en de

kwaliteit van de organisatieprocessen.

In februari 2009 is het Kwaliteitsbeleid 2009­2012 vastgesteld.

De gekozen ondertitel is een bondige weergave van de ontwik­

kelrichting: ‘Zoek uit waar vraag naar is en wordt daar beter

in. Stop met dingen doen waar geen vraag naar is en doe wat

anders.’

Vraaggericht werken

Kwaliteit is de mate waarin het geleverde product voldoet aan de

vraag van de klant. Vraaggericht werken houdt niet automatisch

in dat FPC Dr. S. van Mesdag geen eigen keuzes maakt inzake de

diensten die het levert. De beschikbaarheid van middelen, de

(politieke) context van de zorgketen en de tegenstrijdige wensen

van klanten beperken onze mogelijkheden om aan álle vraag

te voldoen. Dit heeft de organisatie in 2009 gedwongen tot het

maken van keuzes en het stellen van prioriteiten. De doelstelling

is onze kwaliteit te vergroten door te innoveren en efficiënter te

werken.

In 2009 is bepaald wie de klanten, de directe afnemers van

onze producten zijn. Er is gestart met het inventariseren van de

klantvraag, het daarop aanpassen van onze activiteiten en het

meten in welke mate de organisatie aan de vraag voldoet.

In 2009 is tevens meer uitvoering gegeven aan het uitgangspunt

dat vraaggericht werken automatisch inhoudt dat er geen tijd en

middelen besteed worden aan dienstverlening waar geen vraag

naar is. De tijd en middelen die daardoor vrijkomen worden in

toenemende mate besteed aan het vergroten van de kwaliteit

van de gevraagde producten.

Vereenvoudigen en verduidelijken van het procesmanagement

Een belangrijk onderdeel van het beheer van het KMS en het

voldoen aan de HKZ­norm is het vastleggen, naleven en beheren

van de spelregels (het procesmanagement). De spelregels

worden sinds eind 2007 beheerd met behulp van het digitaal

8 | Jaar verslag 2009

Page 11: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

handboek. In 2009 is het handboek verder gevuld, waardoor

medewerkers in toenemende mate in staat zijn gesteld kennis

te nemen van het beleid, de procedures en protocollen en de

verbindingen tussen procesbeschrijvingen. In 2012 dient het

handboek alle procesbeschrijvingen te bevatten en dienen

alle documenten in het handboek verbonden te zijn aan

procesbeschrijvingen.

Efficiënt en effectief verbeteren

In een omgeving die steeds sneller verandert en waar de eisen

aan de dienstverlening steeds hoger worden en veranderen, zijn

in 2009 ‘verbeteren’ en ‘veranderen’ vaste onderdelen geworden

van het bedrijfsvoeringsmodel van FPC Dr. S. van Mesdag.

Een verbeterproces start op het moment dat een probleem

wordt geconstateerd en eindigt op het moment dat het probleem

is opgelost. Om effectief en efficiënt te kunnen verbeteren

is gesteld dat er tijdens dit proces zo min mogelijk tijd en

middelen besteed mogen worden aan zaken die niet leiden tot

het oplossen van het probleem. In 2009 is er meer gestuurd

op het zo dicht mogelijk bij de uitvoering beleggen van de

beslissingsbevoegdheid als het gaat om verandering van de

werkwijze.

In 2009 zijn er ook voorbereidingen getroffen om de voortgang

van (verbeter)projecten centraal te volgen en de projecten vanaf

2010 in onderlinge samenhang te besturen.

Beleid | 9

Page 12: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Swanny Krem

erjunior onderzoeker

Pionieren met ethiek: wees je bewust van je keuzes

Ik werk in de Mesdag, omdat ik geloof in het nut

van tbs. Uit cijfers blijkt dat het beter werkt dan

gevangenis straf. Vaak spreekt men van een tweede

kans voor onze patiënten. In veel gevallen zie ik

het echter als hun eerste kans. De mensen die hier

verblijven hebben veelal weinig mogelijkheden

gekregen in hun leven. Aan die eerste kans, met als

doel beter kunnen functioneren in de samenleving, wil

ik graag een bijdrage leveren.

In 1997 werd ik hier aangenomen binnen de

sociotherapie. Intern kreeg en krijg ik de kans om mij

te ontwikkelen. Via de opleidingen maatschappelijk

werk, Forensisch Psychiatrisch Hulpverlener en

Sociaal Netwerkonderzoeker ben ik uiteindelijk bij de

afdeling Onderzoek terechtgekomen om de forensisch

sociale-netwerkanalyses uit te voeren. Inmiddels ben

ik betrokken bij het landelijke FSNA-project en geef ik

cursussen bij andere instellingen. Ook beoordeel ik de

analyses van instellingen die met de FSNA werken.

Daarnaast neem ik risicotaxaties af waarmee je het

delictrisico van patiënten kunt inschatten. Dit wordt

ook gedaan door de behandelaars en samen proberen

we tot een consensus te komen over het eindoordeel.

Naast mijn werk studeer ik filosofie. Voor mijn

eindscriptie richt ik mij op het thema ‘ethiek binnen de

forensische psychiatrie’. Voor mijn onderzoek probeer

ik medewerkers in de Mesdag bewuster te laten

worden van morele afwegingen die ze in bepaalde

situaties al dan niet maken. Omdat het daarbij om

vragen gaat als ‘Hoe zie je de patiënt?’ en ‘Waar

begint en eindigt jouw verantwoordelijkheid?’ raak je

ook meteen aan de cultuur van de organisatie. Door

mijn onderzoek in de Mesdag uit te voeren vergroot ik

niet alleen mijn éigen kennis; ik draag die kennis ook

over aan mijn collega’s. Voor mij een unieke kans om

werk en studie te combineren.

Page 13: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Primair ProcesVerpleging en behandeling van forensisch psychiatrische patiënten met als doel het delictrisico verminderen

Zorgprogrammering

Eind 2006 is FPC Dr. S. van Mesdag gestart met het werken met

vier zorgprogramma’s. Er is een zorgprogramma voor patiënten:

@ met persoonlijkheidsstoornissen;

@ met psychotische kwetsbaarheid;

@ met autismespectrumstoornissen;

@ met seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Voor de opname­ en diagnostiekfase van de behandeling is

er een Entreeprogramma waarmee wordt vastgesteld welk

zorgprogramma het meest geschikt is voor een patiënt. In het

Entreeprogramma en de vier zorgprogramma’s samen wordt het

totale behandel­ en zorgaanbod binnen de Mesdag beschreven.

De behandelmodules die gezamenlijk een zorgprogramma

vormen worden zoveel mogelijk geselecteerd en ontwikkeld

op basis van de principes ‘evidence based medicine’ en ‘best

practice’.

Elke patiënt volgt 80% van het behandelaanbod, zoals

beschreven in het zorgprogramma. Daarnaast kan hij, indien

nodig, behandelmodules uit andere zorgprogramma’s volgen.

In 2010 zal de verslavingszorg niet langer apart worden

vormgegeven, maar in de vier programma’s worden ingebed.

In 2009 is besloten de zorgprogramma’s in 2010 Forintbreed

toe te gaan passen, zodat het zorg­ en behandelaanbod voor

de verschillende beveiligingsniveaus binnen de zorgketen

eenduidig wordt beschreven en uitgevoerd (van tbs tot

ambulante forensische zorg). Voor elk zorgprogramma wordt

in 2010 een zorgprogrammaleider aangesteld die Forintbreed

verantwoordelijk is voor de inhoud en de uitvoering van het

zorgprogramma. De zorgprogrammaleider ziet erop toe dat:

@ behandelmodules op basis van het geïndiceerde zorg­

programma worden voorgeschreven;

@ patiënten daadwerkelijk deelnemen aan hun therapieën;

@ wordt onderzocht of de behandeling het gewenste effect

heeft;

@ (inter)nationale onderzoeksgegevens in het zorgprogramma

verwerkt worden.

De zorgprogrammaleider is ook voorzitter van de Kenniskring

voor het betreffende zorgprogramma. De leden van de

Kenniskring leveren een bijdrage aan de actualiteit en de

kwaliteit van het zorgprogramma.

Effect van de behandeling

Het gewenste effect van de behandeling is ‘vermindering van

de ernst van de problematiek’, wat moet leiden tot vermindering

van het recidiverisico. FPC Dr. S. van Mesdag meet op twee

manieren het effect van de behandeling.

In de eerste plaats wordt het psychisch, sociaal en beroepsmatig

functioneren van de patiënt systematisch gemeten met de

Global Assesment of Functioning (GAF)­scores uit het DSM­IV

systeem. Dit gebeurt voorafgaand aan de eerste multidiscipli­

naire behandelbespreking na opname en voorafgaand aan elke

verlofmachtigingsaanvraag.

11

Page 14: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

In de tweede plaats wordt met Routine Outcome Monitoring

(ROM) de effectiviteit van de behandeling gemeten. Dit doen we

met het in de Mesdag ontwikkelde Patiënt Volg Systeem (PVS).

Via het PVS leveren verschillende disciplines informatie over

de patiënt, waardoor het inzichtelijk wordt welke gedragingen

veranderen, welke nog moeten veranderen en welke op een

acceptabel niveau zijn. Het maakt ook duidelijk of de patiënt

verandert op een manier die overeenkomt met het gewenste

effect van de behandeling of juist niet. De effectmeting met het

PVS op individueel niveau geeft ook inzicht in het effect van de

verschillende behandelmodules en zorgprogramma’s.

Het PVS is in februari 2008 gestart met een pilot voor 55 patiën­

ten. De reacties en de medewerking van de gebruikers zijn zeer

positief. In 2010 wordt het organisatiebreed geïmplementeerd.

De informatie uit het PVS zal gebruikt worden als input voor de

behandelevaluatie en gegevens leveren voor wetenschappelijk

onderzoek. Te zijner tijd zal het PVS ook binnen de overige

Forint­onderdelen worden toegepast.

Lichamelijke gezondheid

De lichamelijke gezondheid van psychiatrische patiënten is vaak

niet optimaal. Zo hebben patiënten met een psychotische stoor­

nis een grotere kans op diabetes, maakt de stoornis de patiën­

ten inactief en kan medicatie eetlust opwekken. Daarnaast

wordt er vaak gerookt en te veel en ongezond gegeten. In 2009

is samen met de patiëntenraad een plan van aanpak opgesteld

om de doelen van het gezondheidsbeleid in de Mesdag te

verwezenlijken.

Onderdeel van het gezondheidsbeleid was de gezondheidsdag

medio 2009 waarbij onder meer clinics & demonstraties op het

programma stonden. Zo gaf Foppe de Haan, voormalig voetbal­

coach van Heerenveen en Jong Oranje en nu werkzaam als KNVB­

adviseur, een voetbalclinic en gaf de Mesdag zelf voorlichting

over de Health4U­training waarmee een gezonde leefstijl

ontwikkeld kan worden. Deze methode is speciaal ontwikkeld

voor mensen die psychische klachten hebben en medicatie

gebruiken. Ook waren er medewerkers van de Hartstichting en

de Stichting Diabetes aanwezig om informatie te verstrekken.

Tijdens de gezondheidsdag is er een enquête gehouden onder

patiënten en medewerkers, met als doel belangrijke actiepunten

voor het thema gezondheid te achterhalen. De uitslag van deze

enquête is de basis voor de actiepunten in 2010.

MIP/MAG

Vanwege het vermoeden dat fouten, bijna­fouten en agres­

sieve incidenten niet altijd worden gemeld heeft de Meldingen

Incidenten Patiëntenzorg/Meldingen Agressieve Gebeurtenissen

(MIP/MAG)­commissie in 2009 een nieuwe procedure voor het

afhandelen van meldingen ingesteld. Er is een nieuw registratie­

systeem in gebruik genomen en er is een projectgroep gestart

die zich ten doel heeft gesteld de meldingsbereidheid te

vergroten.

In 2009 zijn 501 meldingen ontvangen en afgehandeld. Dit is

30% meer dan in 2008 (384) en bijna een verdubbeling ten

opzichte van 2007 (257 meldingen). Bijna de helft van alle mel­

dingen in 2009 betrof medicatiefouten. In het nieuwe registratie­

12 | Jaar verslag 2009

Page 15: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

systeem is de categorie ‘medicatie’ verder onderverdeeld in

prikfouten, verkeerde medicatie, fout in recept, niet afgetekend,

fout in Baxtersysteem, medicatie geweigerd, et cetera, waardoor

een veel duidelijker beeld ontstaat van de oorzaak van de

medicatiefouten. De andere meldingen werden gescoord in

de overige categorieën: beveiligings­ en procedurefouten – 9;

bejegenings­ en zorgfouten – 18; agressie/automutilatie ­ 55 en

overig ­ 130. In het nieuwe registratiesysteem is de categorie

‘overig’ verder opgesplitst, zodat de meldingen in 2010 beter

geanalyseerd kunnen worden.

Naar aanleiding van de meldingen brengt de MIP/MAG­

commissie advies uit aan de directie over de te nemen stappen.

Ketensamenwerking ten behoeve van de door- en uitstroom

In 2009 heeft FPC Dr. S. van Mesdag vooral aan de uitstroom­

kant de samenwerkingsrelaties verstevigd.

Forint

Het verzorgen en bewaken van forensische kwaliteit en

deskundig heid is verankerd in de zorgketen van het samen­

werkings verband Forint. De ketensamenwerking binnen de regio

is geborgd in de actieve deelname van Forint aan het wekelijks

overleg van het Veiligheidshuis Groningen.

Voor Forint is in 2009 een communicatieplan vastgesteld, waarin

de richting van de positionering van het samenwerkingsverband

in de zorgmarkt wordt beschreven. In 2010 wordt gestart met de

uitvoering van dit beleid.

Forint en VNN

FPC Dr. S. van Mesdag, Forint­Lentis en Verslavingszorg Noord

Nederland (VNN) hebben in september 2009 een verklaring

ge tekend waarin de intentie om intensiever samen te gaan

werken is vastgelegd. Het streven is om gedurende de periode

waarin sprake is van een strafrechtelijke titel, de aangeboden

zorg en specifieke behandelmodules zodanig op elkaar af

te stemmen dat continuïteit van zorgverlening en efficiënte

behandel ondersteuning en logistiek, verbeterde zorg en

behandeling opleveren voor de patiënt. Dit moet leiden tot

verkorting van de doorlooptijd en een effectievere behandeling.

Het terugdringen van recidive is hierbij het hoogste doel.

Vervolgvoorzieningen

FPC Dr. S. van Mesdag hanteert een actief beleid ter bevorde­

ring van de door­ en uitstroom van patiënten en vermindering

van de ‘verkeerde beddenproblematiek’. De doorstroom van

patiënten naar een passende vervolgvoorziening is verankerd

in samenwerkingsovereenkomsten op instellingsniveau en

plaatsingsovereenkomsten op individueel patiëntenniveau.

De formats voor deze overeenkomsten zijn in 2008 door FPC

Dr. S. van Mesdag ontwikkeld en worden in toenemende mate

in het forensische werkveld toegepast. In deze documenten zijn

ieders taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden helder

beschreven. Passende vervolgvoorzieningen zijn bijvoorbeeld

forensische poliklinieken, beschermde woonvormen en

Forensisch Psychiatrische Afdelingen (FPA’s) van ggz­instellin­

gen in Nederland.

Pr imair Proces | 13

Page 16: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Bert de H

aanm

aatschappelijk werker

Binnen en buiten verbinden

Een kennis dacht dat ik wel geschikt zou zijn voor het

werk binnen de Mesdag. Hij heeft gelijk gekregen.

Ik werk hier nu bijna dertig jaar en nog steeds met

plezier. Door verschillende opleidingen te volgen

kon ik vanuit de sociotherapie doorstromen naar het

maatschappelijk werk.

Omdat ik op de Instroom werk heb ik bij het Pieter

Baan Centrum de opleiding voor milieurapporteur

gevolgd. Bij het opstellen van een milieurapport doe

je onderzoek naar de levensgeschiedenis van een

patiënt en breng je zijn sociale netwerk in kaart. Dat

is belangrijk om een volledig beeld van de patiënt te

kunnen krijgen: wie ben je, waar kom je vandaan en

waar sta je nu?

Tijdens de gehele behandelduur is de maatschappelijk

werker de schakel tussen binnen en buiten. Nieuwe

bezoekers voor een patiënt bezoek je thuis of ze

komen in de Mesdag voor een gesprek, zodat je ze

kunt uitleggen hoe het hier werkt, wat wij van hen

verwachten en wat ze van ons kunnen verwachten.

Maar we leggen ook uit wat het betekent om tbs

te hebben en hier behandeld te worden. Over het

algemeen wordt dat erg gewaardeerd. Voor relaties

kan het zwaar zijn dat hun zoon, broer of vriend in een

FPC verblijft. Mensen zijn vaak blij hun verhaal kwijt te

kunnen zonder dat er meteen geoordeeld wordt.

Page 17: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Helaas staan de samenwerkingsverbanden met de diverse ggz­

instellingen vanwege financiële perikelen onder druk. Daardoor

is voor patiënten die langer dan zes jaar in de tbs verblijven

de (keten)doorstroom van een FPC naar een FPA in 2009

gestagneerd. De vergoeding die het FPC ontvangt voor deze

categorie patiënten, is niet toereikend om de kosten van de FPA

conform de regelgeving van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

te dekken. De Dienst Forensische Zorg (DforZo) van Justitie heeft

aangegeven te willen onderzoeken in hoeverre zij wil bijdragen

aan het verschil in het tarief. In 2009 heeft een ggz­instelling

de contracten om voornoemde reden formeel opgezegd. Over

mogelijke oplossingen wordt landelijk gediscussieerd. De

betrokken patiënten zijn vooralsnog niet teruggeplaatst.

Forensisch Psychiatrisch Toezicht

Het toezicht op patiënten in de transmurale fase van de

behandeling is sinds 2008 verstevigd door het Forensisch

Psychiatrisch Toezicht (FPT). Door het FPT heeft FPC Dr. S. van

Mesdag tijdens deze fase meer contact met de individuele

patiënt én met de andere begeleidende instanties, zodat de

Mesdag beter in staat is de controle­ c.q. begeleidingsfunctie

tijdens deze fase uit te voeren.

Het FPT heeft geleid tot een intensievere samenwerkingsrelatie

met de Stichting Reclassering Nederland arrondissement

Groningen en de Ambulante Forensische Psychiatrie Noord­

Nederland (AFPN van Forint­Lentis). Hierdoor wordt de

wederzijdse kennis­ en visieontwikkeling én de integratie

van forensisch psychiatrische patiënten in de maatschappij

bevorderd.

Patiëntenraad

Het doel van de patiëntenraad is het behartigen van de

gemeenschappelijke belangen van de patiënten binnen de

doel stellingen van FPC Dr. S. van Mesdag. Het gaat hierbij om

vraagstukken en problemen die het algemeen patiëntenbelang

betreffen. De patiëntenraad wil dit doel bereiken door:

@ open te staan voor wensen, opmerkingen en signalen van

patiënten;

@ overleg te voeren met de directie;

@ gevraagd en ongevraagd advies te geven;

@ participatie, medezeggenschap en belangenbehartiging van

patiënten te bevorderen;

@ aansluiting te zoeken bij landelijke cliëntenorganisaties voor

forensische psychiatrie en in het bijzonder voor tbs.

De werkwijze van de patiëntenraad is in een reglement

vast gelegd.

In het kader van de medezeggenschap werden de patiënten in

2009 structureel geraadpleegd. Op de patiëntenunits vonden

patiënt­staf ontmoetingen plaats en de patiëntenraad is in

toenemende mate gevraagd naar hun mening of geïnformeerd

over ontwikkelingen binnen de organisatie. Op deze wijze is de

betrokkenheid van de patiënten bij de organisatie vergroot en

wordt getracht de cultuurverandering een positieve impuls te

geven. Naar verwachting zal ook de mate van ervaren veiligheid

toenemen als patiënten meer en meer die verantwoordelijk­

heden nemen, die passen bij hun draagkracht. De patiëntenraad

geeft hier actief uiting aan door medepatiënten aan te spreken

op normvervagend gedrag.

Pr imair Proces | 15

Page 18: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

In 2009 is met de patiëntenraad onder andere vergaderd over de

functionele patiëntenzorg, de voortgang van de implementatie

van de zorgprogrammering, het onbegeleid wandelen op de

interne wandelplaatsen, werkplekken in de centrale keuken, de

keuze van inventaris/meubilair en de kwaliteit van het voedsel.

Onder regie van de patiëntenraad waren de uitloopavonden

(activiteiten in de avond waardoor er later ingesloten wordt) in

eigen beheer een succes.

De patiëntenraad houdt wekelijks een inloopvergadering waar

alle patiënten welkom zijn. In 2009 is ook gestart met het

organiseren van kliniekbrede themabijeenkomsten. Zo is het

verlofbeleid in de resocialisatiefase uitgebreid aan de orde

geweest en heeft advocatenkantoor Yspeert op uitnodiging van

de patiëntenraad een levendige presentatie gehouden over de

juridische aspecten van de tbs­maatregel.

Het aantal leden van de patiëntenraad is in 2009 licht gestegen

ten opzichte van 2008. Door succesvol te investeren in deel­

name van patiënten uit het zorgprogramma voor psychotische

kwetsbaarheid is een ruime meerderheid van de patiëntunits nu

vertegenwoordigd in de patiëntenraad en het dagelijks bestuur.

Dat heeft bijgedragen aan een steviger positie van de patiënten­

raad binnen de samenwerking met de organisatie.

Patiënttevredenheidsonderzoek

In november 2009 is de mate van tevredenheid van de klinisch

opgenomen patiënten in FPC Dr. S. van Mesdag gemeten met de

Patiënt Tevredenheid Vragenlijst (PTV). Dit is een vragenlijst die

in samenwerking met negen forensisch psychiatrische centra

in Nederland is ontwikkeld en die is opgesteld als standaard­

instrument voor alle forensisch psychiatrische instellingen

binnen Nederland. De bevindingen van het onderzoek worden in

2010 gepresenteerd. Het management zal vervolgens zorgdragen

voor een plan van aanpak voor verbeteringen.

Commissie van toezicht

De commissie van toezicht is een bij wet ingestelde interne

beklagcommissie die wordt voorgezeten door een rechter. Ook

advocaten hebben zitting in deze commissie. Bij de beklagzit­

tingen komt de commissie in wisselende samenstelling bijeen.

Eenmaal per maand vindt overleg met de directie plaats. De raad

van bestuur is eenmaal per jaar aanwezig bij dit overleg. De

afhandeling van klachten heeft de nodige voeten in de aarde.

De procedures zijn tijdrovend, ingewikkeld en bureaucratisch.

De raad van toezicht wil met de minister overleggen hoe hierin

beweging kan worden gebracht. Ook de voorzitter van de com­

missie heeft hier ideeën over.

16 | Jaar verslag 2009

Page 19: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Bedrijfshulpverlening en brandveiligheid

Het gecombineerde onderzoek door de Inspectie voor de

Volksgezondheid, de Inspectie voor de Sanctietoepassing en de

Arbeidsinspectie eind 2007 heeft aangetoond dat de gebouw­

lijke situatie veilig is. De diverse tekortkomingen en benodigde

aanpassingen zijn geïnventariseerd met de brandveiligheidscan

en sinds 2008 ondergebracht in het project ‘Verbetering

Brandveiligheidsvoorzieningen’. Continue monitoring van de

voortgang vindt plaats in afstemming met de Dienst Justitiële

Instellingen (DJI) en de Rijksgebouwendienst (RGD). Vrijwel alle

verbeterpunten van de oorspronkelijke actielijst zijn uitgevoerd.

In 2010 zal het gehele gebouw aangepast zijn aan de geldende

brandveiligheidseisen.

Sinds 2007 hebben alle medewerkers in de executieve dienst

een bedrijfshulpverlenings(BHV)­opleiding gevolgd en is de

BHV­sterkte kwantitatief en kwalitatief verankerd in de dienst­

roosters. In 2009 hebben de BHV’ers een herhalingstraining

gevolgd en zijn er oefeningen uitgevoerd.

Eind 2009 zijn voorbereidingen getroffen voor de herinrichting

van de BHV­organisatie in 2010, omdat DForZo heeft besloten

de vergoedingen voor de BHV te beëindigen. Dit betekent dat

vanaf 2010 niet iedere medewerker in de executieve dienst

BHV­geschoold zal zijn/blijven, maar dat deze taken en

verantwoordelijk heden belegd worden bij een selecte groep

medewerkers, waardoor de kwaliteit blijft gewaarborgd.

Op basis van de bevindingen uit de RI&E/BHV­2008 is een

verbeterplan van aanpak opgesteld. De verbeteracties uit

dit plan zijn in 2009 uitgevoerd. Het plan van aanpak wordt

periodiek gemonitord in het interne veiligheidsoverleg en het

bedrijfsvoeringsoverleg.

De bevindingen naar aanleiding van de brandoefeningen en

de RI&E hebben in maart en november 2009 geleid tot een

evaluatie van het algemene brandveiligheidsbeleid. Dit beleid

is waar nodig bijgesteld door de directie in samenspraak met

VROM, de Gemeente Groningen, de politie en de brandweer.

Pr imair Proces | 17

Page 20: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Antoinet Smit

behandelrapporteur

Op papier de diepte in gaan

De psychiatrie spreekt mij aan, het intrigeert me.

Hoe het werkt bij een psychiatrische patiënt, vind

ik fascinerend. Sinds kort werk ik hier als behandel-

rapporteur, wat betekent dat je de behandel-

coördinator (BC-er) ondersteunt bij administratieve

werkzaamheden, zodat hij of zij meer tijd heeft voor

het contact met de patiënten.

In de Mesdag werken elf behandelrapporteurs die

allemaal hun eigen BC-er en hun eigen patiënten

hebben. We verzorgen de correspondentie van de

BC-er richting externe relaties, zoals een advocaat of

het ministerie van Justitie en we notuleren en plannen

de multidisciplinaire behandelbesprekingen. De

meeste tijd ben je echter kwijt aan het schrijven van

concepten voor verlengingsadviezen, verlofaanvragen

en verlofevaluaties. Deze documenten moeten aan

allerlei eisen voldoen, zodat Justitie op basis van

juiste en volledige informatie een beslissing kan

nemen. Die informatie haal je uit verschillende

bronnen, zoals het behandelplan, de verslagen van de

behandelbesprekingen en het (straf )dossier van de

patiënt. En je overlegt natuurlijk met de behandelaar,

die eindverantwoordelijk is, over de inhoud.

Om toestemming te krijgen voor verlof, mag een

behandelplan of een risicotaxatie nooit ouder zijn

dan een jaar. Voor verlenging van het verlof dient de

verlofevaluatie op tijd binnen te zijn bij het ministerie.

Het op een gestructureerde wijze bewaken van die ter-

mijnen ligt ook op ons bord. Zo kunnen we voorkomen

dat een patiënt buiten zijn schuld niet op verlof kan.

Al deze werkzaamheden samen maken je werk

uit gebreid, variabel en verrassend. Als behandel-

rapporteur lever je een zinvolle bijdrage aan de

behandeling en krijg je veel van de patiënten te zien.

Ook al is het op papier, je gaat toch de diepte in.

Page 21: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Ondersteunende Processen

Onderzoek

De behandeling van de patiënten binnen FPC Dr. S. van Mesdag

is zoveel mogelijk gebaseerd op de meest recente inzichten

betreffende de forensisch psychiatrische behandeling. Door

wetenschappelijk onderzoek te verrichten speelt de Mesdag

een actieve rol in de ontwikkeling en evaluatie van behandel­

methoden. Het beleid voor het wetenschappelijk onderzoek is

drieledig:

1 De initiatie, begeleiding en/of uitvoering van interne

behandelevaluatieonderzoeken in nauw overleg met de

behandelaars. Dit heeft onder andere betrekking op het

evalueren van de Health4You training, de verslavingsmodule

en studies naar medicatieinstelling.

2 De initiatie van en participatie in landelijk onderzoek en in

landelijke ontwikkelingen, zoals risicotaxatie­onderzoek,

forensisch sociaal netwerk onderzoek en schema­focused

therapie en actieve deelname aan het Expertisecentrum

Forensische Psychiatrie (EFP).

3 Een onderzoekslijn met eigen accent, dat wil zeggen

onderzoek dat collega­in stel lingen niet of weinig doen.

Voorbeelden zijn onderzoek naar de N=1­methodologie voor

behandelevaluatie, onderzoek naar ethische overwegingen

in een forensische behandelsetting, netwerkonderzoek en

neurobiologisch onderzoek.

Partners in het landelijk onderzoek zijn forensisch

psychiatrische collega­instellingen, de vakgroepen psy chiatrie,

psychologie, sociologie en verplegingswetenschappen van de

Rijksuniversiteiten Gro ningen, Utrecht en Tilburg, het Rob Giel

Onderzoekscentrum, Lentis en ge specialiseerde centra zoals

het Kannerhuis (autismebehandeling). Over de onderzoeken

is of wordt gepubliceerd in Nederlandse en in ternationale

vaktijdschriften en op Nederlandse en internationale symposia

worden voor drachten gegeven. Overzichten van de voortgang

van het het wetenschappelijk onderzoek en van de publicaties

en voordrachten in 2009 zijn te vinden in bijlage 2 en 3.

PO&O

FPC Dr. S. van Mesdag beschouwt zijn medewerkers als een

groot en waardevol goed. Om veiligheidsrisico’s en onder­

brekingen in bedrijfsprocessen te voorkomen is voldoende

kwantiteit en kwaliteit van personeel essentieel. Ontwikkelingen

die mogelijk leiden tot personele problemen worden daarom

nauwlettend gevolgd en zo goed mogelijk gemanaged.

Strategische personeelsplanning/arbeidsmarktproblematiek

Medio 2011 breidt FPC Dr. S. van Mesdag uit met 55 plaatsen.

Gezien de (landelijke) schaarste aan goed opgeleid personeel

vindt deze uitbreiding nu al gefaseerd plaats binnen de

bestaande capaciteit. Zodoende willen we het risico van een

tekort aan deskundigheid in 2011 beperken. Hoe de huidige

patiëntenpopulatie zich qua kenmerken zal ontwikkelen en

welke doelgroep geplaatst wordt in de nieuwbouw is niet geheel

duidelijk. Ook daardoor is er onzekerheid over het behalen en

behouden van de gewenste kwaliteit en kwantiteit van personeel.

Om deze onzekerheid te kunnen hanteren is in 2008 het

Masterplan Strategische Personeelsplanning 2008­2011

vast gesteld waarin de kwaliteit (inzetbaarheid) en kwantiteit

(aantallen) van het personeelsbestand van FPC Dr. S. van

Mesdag centraal staan. Er is een analyse gemaakt van het

19

Page 22: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

personeelsbestand op basis van parameters, zoals leeftijd,

man­vrouw verhouding, ervaringsjaren en in­ en uitstroom.

Uitgaande van in­ en externe ontwikkelingen is deze analyse

gespiegeld aan het gewenste (toekomstige) personeelsbestand.

De informatie die de gap­analyse opleverde heeft geleid tot

beleid voor werving en mobiliteit.

In 2009 heeft de verbinding tussen onderwijs en werkveld

verder gestalte gekregen. De reeds goede contacten met

regionale middelbare en hogescholen en universiteiten,

verankerd in deelname aan werkveld­adviescommissies, zijn

verstevigd. Het project Forensisch Opleiden is verder uitgerold,

waardoor in samenspraak met de Hanzehogeschool Groningen

een forensische opleiding op HBO­niveau is ontwikkeld. Begin

2010 wordt in gezamenlijkheid met Lentis, GGz Drenthe, JJI Het

Poortje, Leger des Heils en Verslavingszorg Noord Nederland

onderzocht in hoeverre de opleiding modulair aangeboden kan

worden of gefaseerd doorlopen kan worden.

Bovenstaande heeft ertoe geleid dat:

@ FPC Dr. S. van Mesdag in 2009 kon beschikken over een ruim

aanbod aan stagiaires;

@ de opleidingsplaatsen voor GZ­psycholoog, klinisch psycho­

loog en psychiater continu benut waren;

@ alle 41 opengestelde vacatures zijn opgevuld en de vacature

voor behandelcoördinator blijvend is uitgezet om deze

deskundigheid ook voor de toekomst tijdig in huis te halen.

Competentiemanagement

Individuele doelstellingen worden vastgelegd en gemonitord

tijdens de jaarlijkse gesprekscyclus (doelstellings­, voortgangs­

en beoordelingsgesprek tussen de medewerker en zijn/haar

leidinggevende). Eind 2009 zijn er voorbereidingen getrof­

fen om het competentiemanagement verder te ontwikkelen.

Competentiemanagement biedt de ‘taal’ voor de gesprekscyclus.

Voor een goede uitvoering van de gesprekcyclus zijn actuele

competentieprofielen en getrainde leidinggevenden nodig die in

staat zijn gesprekken met medewerkers te voeren over gedrag en

resultaat.

In 2010 worden er geclusterde rolprofielen beschreven. Daarbij

wordt ook de ontwikkeling van een beroepscompetentieprofiel

voor ‘sociotherapeut’ onder regie van DJI en GGZ Nederland

meegenomen.

Deskundigheidsbevordering

FPC Dr. S. van Mesdag is een organisatie die zich continu ontwik­

kelt. De logische consequentie hiervan is dat ook medewerkers

zich continu moeten ontwikkelen. Daarom werd ook in 2009 de

professionaliteit van de medewerkers door scholingsprogram­

ma’s, supervisie, intervisie en overige vormen van deskundig­

heidsbevordering op peil gehouden. In termen van inzetbaarheid

dient er een blijvende optimale match te zijn tussen medewerker

en functie. De medewerker heeft voldoende kennis en vaardig­

heden om de functie uit te (kunnen blijven) oefenen door middel

van permanente educatie. Ontwikkeling is daarmee niet vrijblij­

vend. Een collectief programma voor gezamenlijke ontwikkeling

en een individueel programma voor individuele ontwikkeling is

in 2009 vastgelegd in het opleidingsplan 2010.

Dit plan omvat de range van interne (bijscholings­)trainingen

door eigen deskundigen tot gecertificeerde externe opleidingen.

In het kader van het Management Development­programma

konden alle leidinggevenden in 2009 een bijeenkomst over

20 | Jaar verslag 2009

Page 23: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

‘vacante verantwoordelijkheid’ door Roel Steenbergen bijwonen.

De algemeen managers doorliepen een traject betreffende

jaarplannen, financiën en kritische prestatie­indicatoren en de

eerste groep unitcoördinatoren rondde samen met hun collega’s

van Accare en Verslavingszorg Noord Nederland hun in­company

managementopleiding af aan Windesheim Hogeschool Zwolle.

Arbeidsomstandigheden

Risico’s betreffende arbeidsomstandigheden worden

systematisch onderzocht met Risico Inventarisaties en

Evaluaties (RI&E’s). In 2009 zijn de voorbereidingen getroffen

om in 2010 een RI&E uit te voeren.

In 2009 heeft de arbocoördinator zich vooral gericht op de

organisatorische inbedding van vier preventiemedewerkers.

Eind 2009 is het beleid geëvalueerd. Geconcludeerd is dat de

invulling van de preventietaken, zoals eind 2007 vastgesteld,

onvoldoende van de grond is gekomen. Voorstellen om op een

andere wijze invulling te geven aan de preventietaken staan in

2010 op de agenda.

Levensfasebeleid

Sinds oktober 2008 neemt FPC Dr. S. van Mesdag deel aan het

brede onderzoek ‘Van ontzie­ naar preventiemaatregelen in

de GGZ’. Het doel is binnen de GGZ te komen tot een adequaat

pakket van ontzie­ en preventiemaatregelen voor medewerkers

van alle leeftijden, vastgelegd in een levensfasebeleid. Door de

universiteit van Tilburg en het IVA Beleidsonderzoek en Advies,

zijn in 2009 met de werkgever en een aantal medewerkers

diepte­interviews gehouden. Door deelname aan dit onderzoek

heeft de Mesdag inzicht en advies verkregen over de vormgeving

van zijn eigen levensfasebeleid.

Gedragscode

Voor alle medewerkers geldt een gedragscode. Vanwege de

geschiedenis als rijksinrichting, hanteerde FPC Dr. S. van

Mesdag in 2009 het Gedragsprotocol Integriteit DJI. Dit protocol

moet eraan bijdragen dat binnen de bedrijfscultuur integriteit

centraal staat. Naast fatsoenlijk gedrag horen daar bijvoorbeeld

ook openheid en wederzijds vertrouwen bij. Integriteit is van

groot belang in de omgang met collega’s, patiënten en (keten)

relaties. In 2009 is opdracht gegeven specifiek voor FPC Dr. S.

van Mesdag een nieuwe gedragscode te ontwikkelen. Deze code

moet in het voorjaar van 2010 gereed zijn.

Vertrouwenspersoon

Medewerkers van FPC Dr. S. van Mesdag hebben de mogelijk­

heid om zonder gevaar voor hun rechtspositie over vermeende

onregelmatigheden te rapporteren aan de vertrouwenspersoon.

De vertrouwenspersoon heeft in 2009 vijftien meldingen binnen

gekregen. Het merendeel ging over ongewenste omgangsvormen

tussen medewerker en leidinggevende. Geregeld lag hier een

discussie over onvoldoende functioneren aan ten grondslag.

De overige meldingen betroffen een verstoorde relatie tussen

medewerkers onderling en in drie gevallen ging het om discrimi­

natie en intimidatie door een patiënt. Van de vijftien meldingen

hebben zeven meldingen geleid tot een voor alle partijen bevre­

digende oplossing, vijf meldingen zijn nog niet afgehandeld en

drie meldingen hebben geleid tot ontslag van een medewerker.

Verzuim

De visie van de organisatie is dat ziekte wordt veroorzaakt door

een discrepantie tussen belasting en belastbaarheid. Het ver­

zuim ontstaat door de beslissing van de werknemer over het wel

Ondersteunende Processen | 21

Page 24: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Wouter B

osma, afdelingscoördinator en

medew

erker arbeidsgerichte activiteiten, DAC

Niet het eindproduct, maar de weg ernaar toe is belangrijk

In 2002 kwam ik voor het eerst in aanraking met

de Mesdag. Ik studeerde aan de kunstacademie in

Groningen en heb samen met een aantal mede-

studenten en patiënten de binnenmuur van de

buitenmuur beschilderd. De doelgroep sprak me aan.

Het is een bijzondere doelgroep waarbinnen bijna elk

individu een andere aanpak vraagt. Voor mij genoeg

reden om te solliciteren toen er in 2007 een vacature

was.

Op het Dagactiviteitencentrum (DAC) bieden we

aan patiënten met een psychotische kwetsbaarheid

laagdrempelig werk aan. Deze patiënten vinden het

lastig om met veel prikkels en werkdruk om te gaan.

Daarom beginnen we bij sommige patiënten met

koffiedrinken en van daaruit werken we dan verder. Bij

ons gaat het niet om het eindproduct, maar om de weg

ernaar toe. Elke patiënt heeft zijn eigen mogelijkheden

en interesses; wij proberen daar passende arbeid bij

te vinden. Patiënten kunnen bij ons bijvoorbeeld in de

groenvoorziening aan de slag, met hout werken, een

opleiding bakken en koken volgen of administratieve

werkzaamheden verrichten. Daarbij streven we

naar de ontwikkeling van vaardigheden en werken

we toe naar een concreet resultaat. Het werk is niet

vrijblijvend.

Het DAC is een dynamische wekplek. Je werkt er niet

alleen creatief met materiaal, maar ook met mensen.

Voor elke patiënt moet je een manier vinden om hem

te motiveren. Bij elke patiënt moet je schakelen;

iedereen heeft zijn eigen niveau en zijn eigen manier

van doen. Kleine succesjes boeken, daar draait het

om!

Page 25: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

of niet in staat zijn om te werken (’ziekte overkomt je, verzuim is

een keuze’). Verzuim heeft te maken met gedrag. Met deze visie

wordt beoogd verzuim en uitstroom naar de WIA te voorkomen

en het verzuimpercentage terug te dringen.

Het verzuimbeleid van FPC Dr. S. van Mesdag is erop gericht het

keuzeproces van de medewerker te beïnvloeden. De leiding­

gevende als casemanager heeft direct en frequent contact met

de medewerker en er zijn korte lijnen tussen de medewerker, de

casemanager en de bedrijfsarts. Vanuit de verzuimvisie zijn de

volgende thema’s centraal gesteld: preventie, ziekteverzuim­

begeleiding, frequent verzuim, inzetbaarheid (reïntegratie/

mobiliteit) en verzuimkosten. Het beleid komt tot uiting in het

aanvullende protocol.

In 2009 heeft het verzuimbeleid geleid tot een lichte daling

van het verzuimcijfer: 4,94% in 2009 ten opzichte van 5,14% in

2008. De doelstelling (norm = ≤ 4%) is echter niet behaald. De

gerealiseerde verzuimfrequentie van gemiddeld 1,64 meldingen

over geheel 2009 is ook hoger dan de beoogde doelstelling

van 1,2. De groep nul­verzuimers geeft een sterk wisselend

beeld. Het lijkt erop dat de frequentie in 2009 sterk afhing van

de griepgolven, zoals in het begin en einde van het jaar. In die

periodes bestond de verzuimgroep uit respectievelijk 60% en

40% van de medewerkers. In de tussenliggende maanden was

die groep rond de 25%. Dit betekent dat slechts een kwart van

de medewerkers al het verzuim veroorzaakt. Leidinggevenden

sturen op het verzuimgedrag van juist deze groep medewerkers.

Klachtencommissie

In 2008, het jaar van de verzelfstandiging, is een interne

klachtenregeling voor medewerkers opgesteld. Begin 2009

is deze geïmplementeerd met de installatie van de klachten­

commissie. De voorzitter van deze commissie is onafhankelijk en

niet werkzaam bij de Mesdag. De klachtencommissie adviseert

de directie c.q. raad van bestuur. De commissie heeft in 2009

één klacht besproken. Dit betrof een meningsverschil over het

opnemen van vakantiedagen tijdens ziekteverzuim. Dit is naar

ieders tevredenheid opgelost.

Een klacht is pas ontvankelijk wanneer er geen andere formele

bezwaarprocedures van toepassing zijn. De klachtencommissie

heeft twee klachten vanwege deze reden niet in behandeling

kunnen nemen.

Interne Bezwaren Commissie

In het kader van de verzelfstandiging is ook de Interne Bezwaren

Commissie (IBC) gestart. De taak van deze commissie is de

directie te adviseren wanneer er een bezwaar wordt ingediend

tegen een besluit omtrent de functiebeschrijving, de functie­

waardering of een verzoek tot herziening. In 2009 heeft de IBC

één klacht behandeld.

Ondernemingsraad

In 2009 had de ondernemingsraad (OR) regulier overleg met de

centrale ondernemingsraad (COR) van Lentis en de OR van Forint.

Met deze laatste zijn vervolgafspraken gemaakt voor het jaar

2010 om daar waar mogelijk gebruik te maken van elkaars kennis

en kunde.

De werkzaamheden van de ondernemingsraad (OR) stonden in

2009 onder meer in het teken van de verkiezingen, het aangekon­

digde meerjarenbeleidsplan ‘Naar nieuw elan’, de voortgang van

de interne verbouwingsactiviteiten, het nieuwbouwtraject en het

Ondersteunende Processen | 23

Page 26: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

ingezette beleid voor de BHV en de preventiemedewerkers.

Met vereende krachten is er in het afgelopen jaar veel bereikt.

Zowel vanuit bestuurszijde als vanuit de OR is veel inspanning

geleverd om gezamenlijk tot weloverwogen besluiten te komen.

De OR en de directie hechten veel waarde aan een constructieve

samenwerkingsrelatie. In 2009 is bewerkstelligd dat er meer

aandacht is voor brede informatieverstrekking, er ontwikkelings­

gericht wordt gekeken en er ruimte is voor informeel overleg.

De invoering van de ‘informele overlegmomenten’ tussen het

dagelijks bestuur of de voorzitter van de OR en de directie wordt

als prettig en verhelderend ervaren. Er is vertrouwen in de

voortzetting van constructief overleg in 2010.

Financieel Beheer

Solvabiliteit

De afgelopen jaren is wereldwijd gebleken dat het cruciaal is

om financiële risico’s goed te beheersen. FPC Dr. S. van Mesdag

heeft middels een businesscase een meerjarenanalyse van

de ontwikkeling van de eigen vermogenspositie geformuleerd,

waarin ook de risico’s inclusief mogelijke effecten en scenario’s

zijn opgenomen. Vanuit de geschiedenis als rijksinrichting is

er een gelimiteerd eigen vermogen opgenomen in de openings­

balans. Voor FPC Dr. S. van Mesdag als particuliere justitiële

inrichting is de bestemmingsreserve gemaximeerd op 10% van

de jaaromzet. De raad van toezicht, raad van bestuur en directie

vinden deze grens onacceptabel aangezien ze daardoor beperkt

worden in de sturingsmogelijkheden ter beperking van finan­

ciële risico’s. Het streven is dat de solvabiliteit in de komende

jaren groeit naar minimaal 15% van de jaaromzet. Het verster­

ken van het eigen vermogen vereist een jaarlijks te behalen

exploitatie resultaat van minimaal 1% van de jaaromzet, onaf­

hankelijk van het creëren van financiële ruimte voor innovaties

en investeringen. In 2009 is aan deze doelstelling voldaan.

Financiering

De financiering van de productie voor 2009 is geschied op basis

van productieafspraken, die eind 2008 met het inkoopbureau

van de Directie Forensische Zorg van DJI zijn gemaakt. De

tarieven zijn gebaseerd op het aantal patiënten doorstroom,

aantal patiënten verblijf, aantal plaatsen tijdelijke capaciteit

(Tenders), aantal eerste opnames, aantal risicointerventie­

patiënten en het aantal patiënten in forensisch psychiatrisch

toezicht. De definitieve afrekening heeft plaatsgevonden

op basis van de achteraf vastgestelde feitelijke gemiddelde

productie voor 2009.

Nieuwbouw

De financiering en aanbesteding van de nieuwbouw in het

kader van Tender III (uitbreiding van de capaciteit in 2011 met 55

bedden) had de nodige voeten in de aarde. De gevolgen van de

kredietcrisis waren duidelijk merkbaar. Tijdens het besluitvor­

mingsproces is nadrukkelijk stilgestaan bij het zoveel mogelijk

beperken van risico’s. Bij verschillende banken zijn offertes

opgevraagd. De raad van toezicht heeft de financiering van de

nieuwbouw via de Rabobank goedgekeurd.

In het kader van de aanbesteding is gediscussieerd over de

risico’s die verbonden zijn aan de looptijd van Tender III,

omdat een aantal jaren van de tender al voorbij is wanneer de

24 | Jaar verslag 2009

Page 27: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

nieuwbouw wordt opgeleverd. Met het oog daarop wordt de

nieuwbouw flexibel gebouwd, zodat in de toekomst ook andere

doelgroepen dan de huidige doelgroep opgenomen kunnen

worden. Verlenging van de looptijd van de tender is een punt van

aandacht. De raad van toezicht is van mening dat de verantwoor­

delijkheid voor de bouw te eenzijdig bij FPC Dr. S. van Mesdag

ligt. De overheid, Justitie, kan haar verantwoordelijkheid niet

eenvoudig beperken tot de termijn van de tender.

Onzekerheden ten aanzien van de nieuwbouw worden ook

ervaren door de (landelijke) stagnatie van de capaciteitsbe­

hoefte. De wachtlijst voor patiënten met een tbs­maatregel is

gedurende 2009 fors afgenomen. FPC Dr. S. van Mesdag werkt

actief aan het tijdig aanvullen van de interne wachtlijst, zodat

in 2009 voldoende eerste opnames en dito bedbezetting zijn

gerealiseerd. Eind 2009 waren 29 van de 55 nieuwe bedden al

ingevuld binnen de huidige locatie.

In de reguliere landelijke gremia en specifiek in de inkoopge­

sprekken voor 2010, zijn de plaatsings­ en productieafspraken

expliciet onderwerpen van gesprek geweest. DForZo financiert

in 2010 onderproductie zolang het FPC aantoonbaar capaciteit

beschikbaar stelt en DForZo geen tbs­gestelden als passant op

de centrale wachtlijst heeft.

Efficiency

De capaciteitsuitbreiding met 55 plaatsen is een kans om

de overhead te verdunnen. Ook wordt continu bezien of de

ondersteunende diensten efficiencyvoordeel kunnen behalen in

de samenwerking met Lentis of andere rechtspersonen waarmee

FPC Dr. S. van Mesdag samenwerkt.

Resultaat

Voor het jaar 2009 – het tweede jaar na de verzelfstandiging

vol risico’s die niet altijd goed te overzien waren – is een goed

eindresultaat gerealiseerd van € 370.690,­ positief.

Inkoop en goederenbeheer

FPC Dr. S. van Mesdag kijkt op het gebied van ondersteuning en

inkoop uiterst kritisch naar de prijs­kwaliteitverhouding. Sinds

2008 is er gewerkt aan een eigen adequaat inkoopbeleid. Dit is

in 2009 vastgesteld en geïmplementeerd. Het inkoopbeleid is

onder meer gericht op het stimuleren van het bewust selecteren

van leveranciers en het beter monitoren van de kwaliteit van de

ingevoerde goederen. Daarbij wordt gelet op kwaliteit, kosten,

ethiek en ideologie. In de loop van 2010 en de jaren daarna zal

het inkoopbeleid verder ontwikkeld worden.

Huisvesting en vastgoed

Het jaar 2009 stond qua vastgoedbeheer voor een groot deel

in het teken van de voorbereidingen van de realisatie van de

nieuwbouw. Dit heeft de prioriteit vanwege de productieaf­

spraken met DForZo. De nieuwbouw wordt op de voormalige

parkeerplaats gebouwd en zal naast vijf patiëntenunits ook een

aantal therapieruimtes, kantoren, vergaderruimtes en arbeids­

ruimtes bevatten. Het gebouw zal vanuit de huidige locatie via

een tunnel toegankelijk zijn. De contracten met de hoofd­ en

onderaannemers zijn eind 2009 getekend.

Ondersteunende Processen | 25

Page 28: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Maya van der W

erffm

edewerker postkam

er/telefoniste

Patiëntendossiers gaan terug in het archief

Wat mij aanspreekt in het werken bij de Mesdag

is de wijze waarop mensen met elkaar omgaan. Je

kunt merken dat je in de zorg werkt. Mensen zijn

vriendelijk tegen elkaar en zien elkaar staan. Dat heb

ik wel anders meegemaakt. Voor mij is dat belangrijk,

want op de interne postronde kom ik overal in de

organisatie.

Het verwerken van de post gebeurt centraal op de

postkamer. Daar wordt de post digitaal ingeschreven,

zodat een poststuk als dat nodig is makkelijk terug-

gevonden kan worden. Ook de uitgaande post wordt

door ons verwerkt. Daarnaast beheren wij het archief

waar onder meer de strafdossiers bewaard worden.

Vanwege de vertrouwelijkheid mogen medewerkers

de dossiers niet zo maar meenemen naar hun kamer.

Willen behandelaars informatie uit het dossier

bestuderen, dan moeten ze dit aanvragen. Zo willen

we voorkomen dat dossiers of delen daarvan kwijt

raken.

Doordat je al snel weet welke post voor wie bestemd

is en naar welke medewerker een telefoontje moet

worden doorverbonden, leer je de organisatie en de

medewerkers snel kennen. Dagelijks spreek je enorm

veel mensen en dat maakt het werk afwisselend. Je

weet nooit precies wat er op je pad komt.

Page 29: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

In het voorgebouw van het in 2007 aangekochte voormalige

Huis van Bewaring komt kantoorruimte voor ongeveer

45 mede werkers van de ondersteunende diensten. Het oude

cellen complex is in 2009 gesloopt voor de aanleg van een

nieuw parkeer terrein. Voorbereidende werkzaamheden voor

de realisatie van het tijdelijke parkeerterrein en de nieuwe

aanrijroute zijn in december 2009 gestart, maar ook weer

stilgelegd vanwege de winterse weersomstandigheden.

In 2009 is unit Eems 1 verbouwd waardoor de capaciteit van

deze unit van zes naar twaalf bedden ging. Aan deze unit kunnen

nog twee bedden van de Medische Dienst worden toegevoegd

waarmee de capaciteit op veertien bedden komt. Op alle overige

units in de nieuwbouw (1995) zijn de douches in de patiënten­

kamers gerenoveerd.

De centraal post en de portiersloge zijn in 2009 volledig gereno­

veerd. De installaties zijn aangepast of vervangen en de ruimtes

zijn opnieuw ingericht. Beide ruimtes voldoen weer aan de eisen

die aan dergelijke werkruimtes gesteld worden. De sportzaal

en herenkleedruimte zijn door de Technische Dienst in nauwe

samenwerking met het klussenbureau van de Dagbesteding

volledig gerenoveerd. Zo heeft de schilder van de Mesdag

samen met patiënten de sportzaal geschilderd en de sportvloer

opnieuw gelakt en van nieuwe belijning voorzien.

De oude ringmuur en de torens inclusief de oude poorten van de

oudbouw zijn gerestaureerd. Van een groot deel van de muren

is het voegwerk vervangen en de houten poorten zijn hersteld

en in de oude kleurstelling geschilderd. Het oude beslag op de

deuren is zoveel mogelijk teruggeplaatst.

In 2009 is beleid vastgesteld voor de verdeling van de beschik­

bare ruimtes. Er is een normering in vierkante meters bepaald

per functiegroep. Op deze wijze kan doelmatiger worden

omgegaan met de beschikbare ruimte in FPC Dr. S. van Mesdag.

In het kader van de nieuwbouw zal een nieuw huisvestingsplan

worden opgesteld.

Milieu

FPC Dr. S. van Mesdag streeft naar een zo laag mogelijke milieu­

belasting. In 2009 is aandacht besteed aan bewust wording

onder medewerkers ten einde het gebruik van materialen en

energie te beperken tot het hoogst noodzakelijke. In 2010

worden de afvalstromen, die nu al gescheiden verwerkt worden,

verder in kaart gebracht. Ook zullen aanvullende maatregelen

getroffen worden voor passende voorzieningen, zoals het

aanleggen van een verbeterde milieustraat en het invoeren van

een milieulogboek. Het plan van aanpak ‘Verbetering Milieuzorg

2006’ wordt in 2010 geactualiseerd.

Informatiebeveiliging

FPC Dr. S. van Mesdag bewaart en verwerkt ter ondersteuning

van de behandeling, een veelvoud aan informatie, waaronder

informatie over patiënten. In het belang van de patiënt en de

samenleving verdient deze informatie voldoende bescherming. In

2009 is de informatiebeveiliging geëvalueerd. Het beleid hierom­

trent stamt nog uit de rijkssituatie. Besloten is een geheel nieuw

en gedragen informatiebeveiligingsbeleid voor de organisatie te

ontwikkelen. De voorbereidingen daartoe zijn eind 2009 getrof­

fen en het vernieuwde plan zal begin 2010 vastgesteld worden.

Ondersteunende Processen | 27

Page 30: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

ICT

Incidenten ten aanzien van informatiebeveiliging hebben grote

gevolgen voor de bedrijfsvoering en kunnen leiden tot reputatie­

schade. De snelheid waarmee nieuwe technologieën worden ont­

wikkeld en het gemak waarmee informatie wordt verspreid maakt

goede informatiebeveiliging en ontwikkeling van Informatie­ en

Communicatietechnologie (ICT) van strategisch belang.

FPC Dr. S. van Mesdag kiest ervoor om de regie omtrent het

informatiebeheer en ICT zoveel mogelijk in eigen hand te

houden. Hierdoor kan de informatiebeveiliging en ICT van

dichtbij worden gemonitord en zijn verbeteringen snel door

te voeren. De koppeling met het Justitienetwerk en de onder­

steuning door het Shared Service Centrum van DJI is in 2009

verbroken om uitvoering te kunnen geven aan deze doelstelling.

Uit praktisch oogpunt is in 2009 alleen de koppeling met het

Justitie­internet gehandhaafd; deze zal in de loop van 2010 ook

ontkoppeld worden. De effecten op het primaire proces van de

totale ontvlechting zijn niet volledig in te schatten en brengen

onzekerheden met zich mee. Het feit dat de Mesdag een kleine

organisatie is brengt ook een risico met zich mee ten aanzien

van het bijhouden van kennis. Om dit op te vangen is de afdeling

Informatisering & Automatisering uitgebreid.

DBBC’s

Vanaf 2011 zal aan DForZo gefactureerd worden op basis van

Diagnose Behandel­ en Beveiligingscombinaties (DBBC’s). De

inrichting en uitvoering in 2010 van het implementatieproces

rondom het openen, registreren, valideren en factureren van

DBBC’s is in 2011 cruciaal voor de financiering op basis van

DBBC’s. Sinds begin 2009 gebruikt de Mesdag het software­

pakket USER voor registratie en verwerking van DBBC’s.

Medewerkers zijn getraind in het werken met USER. Uitgaande

van de zorginkoop voor 2010 is in 2009 al een schaduwofferte in

DBBC’s ingediend bij DForZo.

EPD

FPC Dr. S. van Mesdag werkt aan het verbeteren van zijn ‘patiënt­

gerelateerde informatie­processen’. In 2009 is er verder gewerkt

aan het omzetten van de huidige patiëntendossiers naar een

Elektronisch Patiëntendossier (EPD). Het EPD zal bijdragen aan

het genereren van verbeterde management­ en stuur informatie.

Ook het EPD krijgt vorm binnen USER. De EPD­modules

werden in 2009 nog niet in USER gebruikt, waardoor er geen

optimaal zicht mogelijk was op de voortgang van verschillende

behandelprocessen.

AO/IC

Het belang van het verder op orde brengen van de Administratieve

Organisatie en het houden van Interne Controle hierop (AO/

IC­borging) is in 2009 onderkend. Dit wordt in 2010 opgepakt.

28 | Jaar verslag 2009

Page 31: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Theun Koopstrasociotherapeut

Het is hier manoeuvreren op de millimeter

Via de GeWa* en gevangenis Esserheem in Veenhuizen

kwam ik in 1995 in de Mesdag terecht. In Esserheem heb

ik een aantal jaren op de drugsvrije afdeling gewerkt,

waar het meer om begeleiden dan om bewaken ging. Zo

kwam ik erachter dat het begeleiden van mensen en ze

motiveren om iets van hun leven te maken me meer ligt

dan bewaken alleen.

Op de unit waar ik nu werk bieden we crisisopvang voor

patiënten die erg in de war zijn of in een andere setting

niet goed functioneren. Onze eerste doelstelling is de

patiënt leren kennen, contact maken en hem stimuleren

tot een gezond dag- en nachtritme. Met elke patiënt is

het hier manoeuvreren op de millimeter. Je moet alert

zijn op de signalen die een patiënt geeft, waar heeft hij

behoefte aan en waaraan niet. Zo hebben we een zeer

achterdochtige patiënt die iedereen wantrouwt. Voor

hem is het belangrijk om je regelmatig in de ogen te

kijken en je even de hand te schudden. Dat doe je dan.

Vanwege de problematiek zijn veel patiënten niet

groepsgeschikt. Daarom heeft iedereen zijn eigen

dagprogramma. Binnen het programma, dat is afgestemd

op de capaciteiten van de patiënt, proberen we de

patiënt te motiveren om activiteiten te ondernemen,

zoals wandelen, naar de winkel of de dagbesteding gaan

of je kamer opruimen. Stapje voor stapje proberen we

iemand voor te bereiden op de doorstroom naar een

behandelunit. Voor veel patiënten is dat een lange weg,

omdat ze alleen kunnen doorstromen wanneer ze in een

groep kunnen functioneren.

De patiënten bij wie dat lukt kom je in een later stadium

nog wel eens tegen in de wandelgangen. Vaak kijken ze

met een tevreden gevoel terug op die periode op de ZISZ.

Misschien ook niet verwonderlijk als je bedenkt dat ze

daar vanuit een diep dal weer begonnen zijn aan de weg

terug.

* Het Korps Gestichtswacht (de GeWa) was tot midden jaren ’80 verantwoordelijk voor de buitenbeveiliging van het gevangenisdorp Veenhuizen.

Page 32: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Doelstelling 2009 Resultaat 2009 Resultaat 2008

Plaatsingsafspraken

Patiënt, man 100% 100% 100%

Patiënt, vrouw - - -

Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis 70% 65% 65%

Patiënten met psychotische kwetsbaarheid 30% 35% 35%

IQ<80 - - -

Longstay-basis - - -

Longstay-intensief - - -

Risicointerventie -patiënten 10 8,9 6,3

Regulier vastgestelde capaciteit 181 181 181

Aantal plaatsen tijdelijke capaciteit Tender I 4 4 4

Aantal plaatsen tijdelijke capaciteit Tender II 4 4 4

Aantal plaatsen tijdelijke capaciteit Tender III 29 29 8

Aantal plaatsen tijdelijke capaciteit Tender IV 12 6,5 9

Tijdelijke noodcapaciteit 2008-2010 0 0 10

Productieafspraken

Aantal plaatsen doorstroom 158 139,4 143

Aantal plaatsen verblijf 72 85,1 73

Totaal aantal plaatsen (incl. tijdelijke capaciteit) 230 224,5 216

Productie op basis verzorgingsdagen 83950 81953 78851

Aantal eerste opnames 32 32 34

Aantal preklinische interventies 0 0 2

Aantal Forensisch Psychiatrisch Toezicht 40 26 -

Plaatsings- en Productieafspraken 30

Page 33: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

ResultatenIeder jaar maakt FPC Dr. S. van Mesdag afspraken met de

financier, DForZo, over de te behalen resultaten. De doel­

stellingen, zoals voor 2009 afgesproken met DForZo, en de

behaalde resultaten vindt u in de tabellen ‘Plaatsings­ en

Productieafspraken’ (p. 30) en ‘Prestatie­indicatoren’ (p. 32).

Aantal eerste opnames

Het beoogde aantal van 32 eerste opnames is gerealiseerd.

Daarnaast heeft de Mesdag in 2009 drie patiënten, van wie op

last van de Raad van Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming

(RSJ) de longstaystatus werd opgeheven, ‘nieuw’ opgenomen

van de wachtlijst. Betrokken patiënten zijn in de Mesdag

geplaatst in het kader van een hernieuwde behandelpoging.

De wachtlijst voor tbs­passanten die in een Huis van Bewaring

verblijven, wordt centraal beheerd door DForZo. FPC Dr. S. van

Mesdag beheert alleen de wachtlijst voor patiënten die op basis

van de productieafspraken aan de Mesdag worden toebedeeld

door DForZo. Enige tijd na plaatsing op deze wachtlijst ontvangt

de Mesdag van DForZo de pro­justitia rapportage. Deze wordt

gescreend op mogelijke contra­indicaties voor plaatsing. Waar

noodzakelijk, wordt de patiënt in het Huis van Bewaring bezocht

door een medewerker van de Mesdag. Na goedkeuring van de

voorgenomen plaatsing door de manager patiëntenlogistiek

wordt er een plaatsingsbeschikking door de staatssecretaris

van Justitie afgegeven. Nadien kan FPC Dr. S. van Mesdag de

betreffende patiënt daadwerkelijk opnemen, mits er capaciteit

beschikbaar is op basis van de gemaakte productieafspraken.

In dit gehele proces heeft FPC Dr. S. van Mesdag beperkte

mogelijkheden qua sturing. Zo had de Mesdag medio 2009 haar

opnamequota voor patiënten met primair een psychotische

stoornis reeds gehaald, waardoor deze populatie in eerste

instantie niet meer opgenomen mocht worden. Op basis van

aanvullende afspraken met DForZo is de plaatsingsafspraak

vervolgens verruimd. Gedurende 2009 besloeg de gehele door­

looptijd van de wachtperiode op de wachtlijst voor de Mesdag

gemiddeld 41 dagen.

Bezettingsgraad gemiddeld

De bedbezetting is exclusief:

@ twee ‘crisispatiënten’ die vanwege forse gedrags­

problematiek uit de reguliere ggz tijdelijk in de Mesdag zijn

opgenomen en gestabiliseerd;

@ één Voortgezet Vrijwillig Verblijf; de Mesdag zag de nood­

zaak van opname en nam daarvoor verantwoording. Dit

betrof een patiënt voor wie de gemaximeerde tbs­maatregel

reeds in 2008 verlopen was, maar voor wie nog steeds geen

plek was binnen een reguliere AWBZ­setting. Ook DForZo en

het Centrum Indicatiestellingen Zorg hebben de noodzaak

van opname voor deze patiënt onderschreven;

@ twee patiënten met een status van voorwaardelijk ontslag

(VO) die binnen het kader van Forensisch Psychiatrisch

Toezicht (FPT) als crisis zijn opgenomen.

Doorstroom naar vervolgvoorziening

De intensivering van de samenwerking binnen Forint heeft

ertoe bijgedragen dat patiënten van FPC Dr. S. van Mesdag

in de transmurale fase van hun behandeling binnen de eigen

31

Page 34: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Doelstelling 2009 Resultaat 2009 Resultaat 2008

Bezettingsgraad gemiddeld 100% 97,6% 99,1%

Doorstroom naar vervolgvoorziening 17 15 18

Patiënten in transmuraal traject (eigen beheer) 5 7 9

Plaatsing in een ggz-voorziening (FPA, APZ, RIBW) 12 8 9

Overige bestemming 0 0 0

Uitstroom per vertrekcategorie 14 29 27

Beëindiging tbs conform verlengingsadvies FPC 0 3 3

Beëindiging tbs contrair verlengingsadvies FPC 0 1 1

Voorwaardelijke beëindiging tbs 4 7 10

Proefverloven die hebben geleid tot (voorwaardelijk) einde tbs 4 8 7

Overplaatsing naar een ander FPC 6 19 10

Overplaatsing naar een andere justitiële voorziening 0 0 0

Proefverloven gestart in 2009 8 7 10

Proefverloven ingetrokken in 2009 0 0 0

Ontvluchtingen tbs-gestelden 0 0 1

Onttrekkingen tbs-gestelden 2 2 1

Onttrekking vanaf terrein buiten de externe beveiligingsring 2 1 0

Onttrekking tijdens toegestaan verblijf buiten het FPC 0 1 1

Bijzonder voorval 4 14 6

Natuurlijke dood 1 1 2

Suïcide 1 0 0

Overig onnatuurlijke dood 0 0 0

Geweldsincidenten exclusief geweld ‘tussen patiënten’ en ‘tegen personeel’ 0 0 2

Overig 1 13 2

Gegronde klachten patiënten 30 26 30

Geweldplegingen tussen patiënten 6 3 7

Fysieke geweldplegingen 3 3 7

Dreigingen met fysiek geweld 3 0 0

Geweldplegingen tegen personeel 9 8 9

Fysieke geweldplegingen 3 5 9

Dreigingen met fysiek geweld 6 3 0

Recidive tijdens tbs 0 5 0

Gemiddelde behandelduur n.t.b. 115 maanden -

Prestatie-indicatoren 32

Page 35: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

zorgketen doorgeplaatst konden worden. Van alle patiënten die

in 2009 richting een ggz­setting zijn doorgestroomd, is 38%

gerealiseerd binnen de Forint­keten. De overige patiënten zijn

elders in Nederland geplaatst.

Uitstroom per vertrekcategorie

In 2009 zijn 29 patiënten uitgestroomd; 15 meer dan was

beoogd. Doordat enkele patiënten in twee vertrekcategorieën

worden meegeteld, is de optelsom van de aantallen in de

vertrek categorieën niet gelijk aan het totaal aantal uit­

gestroomde patiënten.

Onttrekkingen tbs-gestelden

Eind 2009 hebben twee patiënten zich onttrokken aan de

behandeling. Eén patiënt heeft zich tijdens een begeleid verlof

onttrokken aan het toezicht van zijn begeleider. Via contacten in

zijn netwerk is de patiënt gelokaliseerd in het buitenland. Omdat

Nederland met dit land geen uitleveringsverdrag heeft, kan de

betrokken patiënt daar niet worden aangehouden.

De andere patiënt verbleef met een transmurale verlofstatus

op de open afdeling van een FPA van een ggz­instelling. Na

een verlof zonder begeleiding is hij niet uit zichzelf terug­

gekeerd. Betreffende patiënt is de volgende dag door de politie

aangehouden. Hij is voor een time­out teruggeplaatst in de

Mesdag. Er zijn geen aanwijzingen dat er in de korte periode

van on geoorloofde afwezigheid strafbare feiten zijn gepleegd.

Inmiddels is de betreffende patiënt weer terug in de FPA waar hij

verbleef.

Bijzonder voorval

In 2009 heeft FPC Dr. S. van Mesdag veertien keer bij DForZo

melding gemaakt van een bijzonder voorval. In één geval was

er sprake van een natuurlijke dood van een patiënt, twee maal

ging het om een poging tot suïcide/ernstige automutilatie en

in drie gevallen was er sprake van brandstichting. De overige

gevallen betroffen zaken die verband houden met de vondst van

strafbare contrabande. Hiervan is aangifte gedaan bij de politie.

Gegronde klachten patiënten

In 2009 hebben de patiënten 179 klachten ingediend bij de

beklagcommissie van de commissie van toezicht. Door de

klachten bespreekbaar te maken via de bottum­up procedure en

bemiddeling door de maandcommissaris zijn 33 klachten inge­

trokken. 26 klachten werden gegrond verklaard. Het merendeel

betrof procedurele fouten, zoals het niet tijdig uitsluiten of het te

laat uitreiken van een mededeling van beperkingen.

Geweldplegingen tussen patiënten

Verdeeld over twee incidenten hebben drie patiënten zich

schuldig gemaakt aan geweldpleging tussen patiënten onderling

waarbij sprake was van een fysiek handgemeen. Bij één incident

ging het om twee patiënten die fors grensoverschrijdend gedrag

vertoonden ten opzichte van een medepatiënt. Tegen alle drie de

patiënten is aangifte gedaan bij de politie. De slachtoffers zijn

opgevangen en de incidenten zijn geëvalueerd. Waar nood­

zakelijk is het uitvoerende beleid aangepast.

Resultaten | 33

Page 36: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Aantal/bedrag 2009 Aantal/bedrag 2008

Patiënten

Aantal patiënten in zorg 236 221

Capaciteit

Aantal beschikbare tbs-bedden 230 218

Personeel

Aantal personeelsleden in loondienst 512 514

Aantal FTE personeelsleden in loondienst 452 469

Bedrijfsopbrengsten

Totaal bedrijfsopbrengsten in verslagjaar € 36.978.738,- € 34.411.834,-

Waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten € 0,- € 0,-

Waarvan niet gebudgetteerde zorgprestaties € 29.507.063,- € 27.067.811,-

Waarvan overige bedrijfsopbrengsten € 7.471.675,- € 7.344.023,-

2009

2008

2007

2006

2005

2004

2003

0 20 40 60 80 100 120 140 160 180

171

153

151

143

115

117

151

35

19

12

14

24

14

4

93

83

81

71

53

52

77

Absoluut aantal separaties

Fysiek ingrijpen

Aantal separaties per 100 patiënten

Overige kerngegevens op 31 december 2009

Aantal separaties

34

Page 37: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

2009

2008

2007

2006

2005

2004

2003

0 20 40 60 80 100 120 140 160 180

Absoluut aantal separaties

Fysiek ingrijpen

Aantal separaties per 100 patiënten

Geweldplegingen tegen personeel

Er vonden in 2009 acht geweldplegingen door patiënten tegen

een medewerker plaats. In vijf gevallen was er sprake van fysiek

contact. Drie keer kon fysieke mishandeling voorkomen worden

door tijdig ingrijpen door collega’s en/of medepatiënten. FPC

Dr. S. van Mesdag is één van de drie FPC’s in Nederland die

Risicointerventie­patiënten (RI­patiënten) huisvest. Dit zijn

patiënten die extreem beheers­ en/of vluchtgevaarlijk zijn. Drie

van de vijf fysieke incidenten vonden plaats op een afdeling voor

Very Intensive Care (VIC) waar deze specifieke doelgroep wordt

behandeld. Alle medewerkers zijn opgevangen en de incidenten

zijn geëvalueerd. Waar noodzakelijk is het uitvoerende beleid

aangepast.

Recidive tijdens tbs

In 2009 heeft FPC Dr. S. van Mesdag tegen vijf patiënten bij

de politie aangifte gedaan wegens het plegen van delicten die

kunnen leiden tot een veroordeling van minimaal zes maanden

gevangenisstraf en/of een nieuwe tbs­oplegging. In alle gevallen

is er door de politie proces­verbaal opgemaakt voor het in bezit

hebben dan wel handelen in kinderporno. Betrokken patiënten

hadden geen verlof en hebben deze strafbare contrabande

clandestien weten te bemachtigen en/of de Mesdag binnen laten

brengen. De rechtszaken tegen de betrokken patiënten vinden in

2010 plaats.

Gemiddelde behandelduur

De gemiddelde behandelduur van de patiënten die in 2009 zijn

uitgestroomd, bedroeg 115 maanden. Dit is berekend voor de

tien patiënten die in 2009 zijn uitgestroomd met een nieuw

proefverlof of voorwaardelijke beëindiging. De behandelduur

is berekend vanaf de eerste dag van opname in een FPC (vijf

patiënten waren reeds medio jaren ’90 van de vorige eeuw

opgenomen in een ander FPC en zijn tussentijds overgeplaatst

naar FPC Dr. S. van Mesdag).

Waarneembaar is dat de ernst van de te behandelen

problematiek de laatste jaren toeneemt. Tevens is sinds enkele

jaren de externe regelgeving voor verlofverlening aangescherpt,

waardoor de doorlooptijd van het gehele verloftraject toe­

neemt. Dat vertaalt zich in een licht stijgend voortschrijdend

gemiddelde.

Aantal separaties

Op de ontregeling van een patiënt zijn vele variabelen van

invloed, waaronder de mate van ge(des)organiseerdheid van

de persoonlijkheid van het individu. FPC Dr. S. van Mesdag is

één van de drie FPC’s in Nederland die Risicointerventie(RI)­

patiënten behandelt. Deze populatie kent extreme beheers­

risico’s, wat invloed heeft op het aantal separaties. Ook zijn

er patiënten die op basis van hun individuele behandelplan

vrijwillig gesepareerd worden om prikkels te beperken teneinde

hun gedrag te reguleren.

Van de 117 separaties in 2009 zijn er 57 toe te schrijven aan zes

patiënten. In 31 gevallen betrof het een RI­patiënt. 49 waren

kortdurend en 68 duurden langer dan 24 uur.

Het proces ‘Integratie behandelen en beveiligen’ dat enige jaren

geleden is ingezet wierp de afgelopen jaren zijn vruchten af. Ook

in 2009 is volop uitvoering gegeven aan het werken met vroeg­

signalering c.q. signaleringsplannen. De handelingsbekwaam­

Resultaten | 35

Page 38: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Sheila van Staverengeestelijk verzorger vanuit de islam

Eén van de patiënten gaat voor in het gebed

Onafhankelijk van zijn geloofsovertuiging heeft elke

patiënt in de tbs recht op geestelijke verzorging.

Contact met een geestelijk verzorger is vrijwillig.

Naast mijzelf zijn er in de Mesdag een pastor, een

dominee en een humaniste. Wil een patiënt contact

met een geestelijk verzorger vanuit een andere

levensovertuiging, dan is dat ook mogelijk.

In de Mesdag zijn ongeveer 40 moslims en met een

groot deel daarvan heb ik contact via individuele

gesprekken of tijdens de tweewekelijkse bijeenkomst

op vrijdag. Bij de tweewekelijkse bijeenkomsten is

het geloof het uitgangspunt. Iedereen is dan welkom.

We bespreken een thema, lezen de Koran en bidden

samen. Het is een moment van samenzijn, van samen

het geloof belijden, zoals je dat ook buiten deed. Ik

vraag één van de patiënten om de gebedsoproep te

doen en een ander om voor te gaan in het gebed. Door

ze een actieve rol te geven probeer ik hun geloof in

eigen kunnen en kracht te stimuleren en te bouwen

aan hun zelfvertrouwen.

Tijdens de individuele gesprekken staat de persoon

centraal. Veel patiënten willen met je praten over hun

levensloop, hoe het komt dat het leven gelopen is

zoals het is gelopen, waar ze nu staan, welke keuzes

er zijn en hoe de toekomst eruit ziet. Dat hoeft niet

altijd in relatie tot het geloof te zijn. Omdat je niet bij

het behandelteam hoort ben je ook een vertrouwens-

persoon, iemand bij wie je je hart kunt luchten.

Ik probeer mensen inspiratie, kracht te geven vanuit

het geloof. Die gesprekken zijn soms heel intens.

Mensen kunnen zich onverwacht kwetsbaar opstellen

en iets zeggen wat je niet verwacht. Als je iemand dan

verder kunt helpen, weet je dat het zin heeft wat je

hier doet.

Page 39: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

heid bij het maken van keuzes inzake het wel of niet ingrijpen in

moeilijke situaties en de wijze waarop, is continu onderwerp van

gesprek tijdens intervisies en werkoverleggen. Het verhogen van

het kennisniveau van de medewerkers en het maken van heldere

afspraken tussen patiënt en medewerker en medewerkers onder­

ling, vertaald in werkprocessen, hebben een gunstig effect op de

verdere professionalisering van de behandeling van de patiënt.

Het trendcijfer met betrekking tot het aantal separaties per 100

patiënten is over 2009, vergeleken met 2008, nagenoeg stabiel

gebleven. Het aantal keren dat fysiek ingrijpen bij separatie

nodig was wegens fors acting­out gedrag, is echter gestegen.

Inspectie voor de Sanctietoepassing

In 2009 is FPC Dr. S. van Mesdag bezocht door de Inspectie van

de Santietoepassing. De uitkomsten van het bezoek stemden

tot tevredenheid. De BHV­organisatie werd goed beoordeeld,

terwijl dat de vorige keer nog een belangrijk punt van aandacht

was. Andere aandachtspunten waren onder meer de borging

en monitoring van het handboek Kwaliteit en de trendmatige

ontwikkelingen in de MIP en MAG. Deze aandachtspunten waren

binnen de Mesdag bekend en verbeteracties waren reeds in

gang gezet.

De inspectie gaf ook aan dat er geen periodieke kamercontroles

zijn. FPC Dr. S. van Mesdag verricht deze controles bij voorkeur

op indicatie vanuit de behandeling en naar aanleiding van

signalen. Indien de politiek daarop aandringt bestaan er echter

geen zwaarwegende bezwaren tegen periodieke kamercontroles.

Inmiddels zijn systematische controles dan ook ingevoerd.

Een ander aandachtspunt is het voortdurende probleem van

drugs binnen de muren. Het is een illusie te denken dat drugs

niet binnenkomen. De raad van bestuur kiest voor bloed­ en

urinecontroles en goede interne contacten, zodat signalen

rondom drugsgebruik snel worden opgemerkt.

Resultaten | 37

Page 40: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Patrick Hum

mel

medew

erker arbeidsgerichte activiteiten, Fietsenmakerij

Ik zie nu een mens en zijn problematiek

In mijn vorige functie als orthopedisch instrument-

maker lag mijn interesse vooral bij het contact met de

patiënten, bij de dienstverlening. Het vak op zich had

minder mijn belangstelling. Daarom besloot ik uit te

kijken naar een functie waarin het sociale aspect meer

tot zijn recht zou komen. Omdat ik ook gediplomeerd

rijwielhersteller met ervaring ben, konden ze me hier

goed gebruiken.

Elke dag werkt een klein aantal patiënten in de

fietsenmakerij. Ik breng ze het vak bij; het repareren

van fietsen in theorie en praktijk. Naast het repareren

van fietsen knappen we ook oude fietsen op. Die

kopen we goedkoop in en na restauratie zetten we de

fiets in de verkoop.

Natuurlijk gaat het er hier niet alleen om dat je ze

een vak leert. Je begeleidt de patiënten ook op de

werkvloer. Je let op hoe ze met elkaar, met de klant

en met mij omgaan. Hoe klantvriendelijk is iemand en

kan een patiënt zich aan de afspraken houden, zoals

op tijd komen en het werk zorgvuldig uitvoeren. Indien

nodig stuur je bij.

Ik werk hier nu ruim een jaar en heb inmiddels een

heel ander beeld van patiënten dan voorheen. Ook al

heeft iemand vaak een vreselijk delict gepleegd, ik zie

nu de mens en de problematiek achter de patiënt. Mijn

doel hier is een steentje bij te dragen aan gedrags-

verandering in de goede richting. Zie je progressie,

ook al is het maar een heel klein stapje vooruit, dan

weet je dat je werk zin heeft.

Page 41: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

ToekomstHet jaar 2010* wordt het jaar van de voorbereiding: grote

stelselwijzigingen in de forensische zorg komen op ons af en

de gevolgen van de externe economische crisis zullen zich

gaandeweg 2010 en de jaren daarna in volle omvang presente­

ren. Naast het verder werken aan het realiseren van zijn ambities

bereidt FPC Dr. S. van Mesdag zich voor op deze ontwikkelingen,

zodat het ook in de toekomst kwalitatief hoogstaande forensisch

psychiatrische zorg kan blijven verlenen.

De toenemende druk op de organisatie laat zich langs drie

hoofdlijnen schetsen: financiële druk, toename van het moeten

afleggen van verantwoording en een toenemende druk op

administratie/registratie. FPC Dr. S. van Mesdag hanteert deze

omgevingsonzekerheid door hefbomen toe te passen die gericht

zijn op het reduceren van die onzekerheid. Deze hefbomen

zijn in het meerjarenbeleidsplan beschreven: eenvoud door

standaardisatie via zorgprogramma’s, flexibilisering van de inzet

van personeel en groei.

De verwachting is dat de opbrengsten de komende jaren niet

afdoende kostendekkend zijn als de organisatie onverminderd

doorgaat op de wijze die ze gewend is. Grote investeringen

zijn nodig voor het verder op orde brengen van het beheer van

ons kwaliteitsmanagementsysteem, ICT­ondersteuning en het

onderhoud van de gebouwen. Daarnaast vindt de nieuwbouw

voor Tender III plaats. Dat alles maakt dat FPC Dr. S. van Mesdag

creatief moet kijken naar hoe we werken en wie we daarvoor

inzetten. Het is essentieel om, passend bij de inhoudelijke en

veiligheidsdoelstellingen, een kostenbesparende efficiëntieslag

te maken door personeel flexibel in te zetten.

* Het Jaarplan 2010 van FPC Dr. S. van Mesdag is op te vragen via [email protected].

39

Page 42: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Grietje ter H

orst functioneel applicatiebeheerder

Intermediair tussen leverancier en gebruiker

De laatste jaren is de afdeling I&A enorm uitgebreid,

waardoor er nu een heel team is dat de organisatie op

ICT-gebied ondersteunt. Binnen dat team heeft ieder-

een zijn of haar eigen specialisatie. Als functioneel

applicatiebeheerder zorg je ervoor dat de software,

de programma’s die de medewerkers nodig hebben

voor hun werk, optimaal functioneert. Een programma

moet aansluiten bij de uit te voeren werkzaamheden

en gebruikersvriendelijk zijn.

Heb je veel ruimte om een programma op basis van de

wensen van de gebruikers in te richten, dan is dat een

creatief proces. Gebruikers geven aan wat mogelijk

moet zijn en wij proberen dat in samenwerking met

de leverancier te regelen. Daarbij gaat het natuurlijk

niet om het Office-pakket, maar om programma’s

die specifiek op de Mesdag worden afgestemd, zoals

User. Je bent als het ware een intermediair tussen de

gebruiker en de leverancier.

Sinds kort zijn we ontkoppeld van het Justitienetwerk.

Er is veel werk verzet voordat dat mogelijk was. In

overleg met de gebruikers moet er ook nu nog veel

ontwikkeld worden, zodat we ons automatiserings-

systeem verder kunnen verbeteren. Doordat

automatisering een steeds grotere plek krijgt

binnen de bedrijfsprocessen wordt ons werk steeds

essentiëler. Bijna iedereen werkt tegenwoordig met

applicaties. Daardoor heb je met veel mensen binnen

de organisatie contact, wordt er belang gehecht aan

wat wij doen en raak je echt betrokken bij de rest van

de organisatie.

Page 43: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Verkorte Jaarrekening

Begin- en eindbalans 2009Bedragen in € 1.000

Activa 31-12-2009 31-12-2008 Passiva 31-12-2009 31-12-2008

Vaste activa

Immateriële vaste activa

Materiële vaste activa

Totaal vaste activa

Vlottende activa

Vorderingen

Liquide middelen

Totaal vlottende activa

181.395

32.204.380

32.385.775

1.006.186

2.085.338

3.091.524

20.339

31.660.748

31.681.087

1.463.321

2.257.860

3.721.181

Eigen vermogen

Kapitaal

Voorzieningen

Langlopende schulden

Kortlopende schulden

2.866.559

1.194.950

23.940.000

7.475.790

2.495.869

728.790

24.826.664

7.350.945

Totaal Activa 35.477.299 35.402.268 Totaal Passiva 35.477.299 35.402.268

41

Page 44: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Resultatenrekening over 2009Bedragen in € 1.000

42 | Jaar verslag 2009

2009 2008

Bedrijfsopbrengsten

Niet-gebudgetteerde zorgprestaties 29.507.063 27.067.811

Overige bedrijfsopbrengsten 7.471.675 7.344.023

Totaal bedrijfsopbrengsten 36.978.738 34.411.834

Bedrijfslasten

Personeelskosten 25.912.801 25.155.050

Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 1.293.987 1.107.988

Overige bedrijfskosten 8.102.847 6.798.866

Totaal bedrijfslasten 35.309.635 33.061.904

Bedrijfsresultaat 1.669.103 1.349.930

Financiële baten en lasten -1.298.412 -1.006.423

Resultaat uit gewone bedrijfsvoering 370.691 343.507

Resultaat boekjaar 370.691 343.507

Resultaatbestemming 2009 2008

Eigen vermogen 370.691 343.507

Page 45: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Wat mensen beweegt fascineert me

In mijn loopbaan heb ik gewerkt als leraar, adviseur,

voor lichter en sociotherapeut. De ervaring die ik binnen al

die functies heb opgedaan kan ik goed gebruiken in mijn hui-

dige functie. Kennis ontwikkelen en overdragen, adviseren,

begeleiden en coachen zijn onderdelen van mijn werk.

Als adviseur deskundigheidsbevordering volg ik nieuwe

medewerkers tijdens hun inwerktraject. Het is belangrijk

om te weten of mensen hier inderdaad op hun plek zijn.

Medewerkers die al langer in dienst zijn begeleid ik in

ontwikkelingstrajecten. Daarbij moet je niet denken aan

het volgen van een opleiding, maar meer aan ‘leren om

feedback te geven aan patiënten’ of ‘beter leren communi-

ceren binnen het team’. Tijdens zo’n traject loop je als het

ware een eindje met iemand mee en probeer je hem of haar

bewust te laten worden van de wijze waarop mensen als

individu en in een groep functioneren. Niets is leuker dan

wanneer het kwartje valt en iemand weer verder kan.

Bij deskundigheidsbevordering geven we intern ook

intervisie en trainingen. Zo hebben we onlangs een

training motiverende gespreksvoering voor de socio-

therapie verzorgd en draaien we regelmatig de training

werk begeleiding waarin medewerkers leren om nieuwe

medewerkers en/of stagiaires methodisch te begeleiden.

We richten onze blik overigens niet alleen intern. We kijken

ook of we samen met andere instellingen een bijdrage

kunnen leveren aan de bevordering van de kennis en kunde

binnen de forensische psychiatrie. Zo hebben we contacten

met de Hanzehogeschool Groningen over het ontwikkelen

van een specialisatie ‘forensische psychiatrie’ binnen de

opleidingen HBO-V en SPH. Ook leveren we een bijdrage

aan de ontwikkeling van een competentieprofiel voor

‘sociotherapeut in de forensische zorg’ op initiatief van het

ministerie van Justitie en GGZ-Nederland.

Wat mensen bezielt, hoe mensen in elkaar zitten, hoe iets

werkt bij iemand en hoe ik daarbij kan begeleiden boeit

mij enorm. Door nieuwsgierig te zijn naar de psyche van

anderen, stel ik mijzelf overigens ook regelmatig de vraag:

‘Maar hoe werkt dat dan bij mij?’. Wat mensen beweegt, dat

blijft mij fascineren.

Tanneke Bloem

endaladviseur deskundigheidsbevordering

Page 46: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Bijlage 1

Bestuur, Toezicht en Structuur van de organisatie

Bestuur

De verantwoordelijkheid voor de operationele besluitvorming en

voor het zorgbeleid van Stichting FPC Dr. S. van Mesdag ligt bij

de directie. De twee directieleden zijn tevens de directieleden

van Forint­Lentis, de zorggroep voor forensische en intensieve

geestelijke gezondheidszorg van Lentis. De directie legt verant­

woording af aan de raad van bestuur.

De raad van bestuur is eindverantwoordelijk voor en belast met

het besturen van FPC Dr. S. van Mesdag. Dit betekent onder meer

dat de raad van bestuur verantwoordelijk is voor de realisatie

van de doelstellingen van de stichting, de strategie, het beleid

en de daaruit voortvloeiende resultaten. De voorzitter van de

raad van bestuur is door de minister van Justitie aangesteld als

hoofd van de instelling. De twee leden van de raad van bestuur

van FPC Dr. S. van Mesdag vormen tevens de raad van bestuur

van Lentis, instelling voor geestelijke gezondheidszorg. De raad

van bestuur legt verantwoording af aan de raad van toezicht.

De samenwerking met FPC Dr. S. van Mesdag is voor Lentis niet

vrijblijvend. De forensische geestelijke gezondheidszorg is één

van de pijlers van Lentis. Doel van de zorggroep Forint is de

transmurale forensische zorgketen uit te bouwen. FPC Dr. S. van

Mesdag speelt in deze keten een prominente rol. Doordat de

directie van FPC Dr. S. van Mesdag tevens de directie van Forint­

Lentis is, is er sprake van eenheid van beleid en aansturing.

Toezicht

Leidend voor het handelen van de raad van toezicht zijn

de statuten van de Stichting FPC Dr. S. van Mesdag, de

verzelfstandigings overeenkomst en het hierop gebaseerde

reglement. De raad van toezicht bestaat uit dezelfde personen

als de raad van toezicht van Lentis. Voor de Mesdag is de raad

echter uitgebreid met één lid op voordracht van het ministerie

van Justitie.

Structuur

De organisatie van FPC Dr. S. van Mesdag is ingericht op

basis van het primaire proces (verpleging en behandeling van

forensisch psychiatrische patiënten gericht op vermindering van

delictrisico) waarbinnen de zorgprogrammering centraal staat.

De vier patiëntenafdelingen, het Behandelhuis en de Dienst

Geïntegreerde Beveiliging dragen zorg voor het primaire proces.

Daarbij worden ze ondersteund door de stafafdeling, PO&O en

Business Control.

44

Page 47: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Psychotherapie

Raad van Toezicht

Raad van Bestuur

Directie Algemene Zaken en

Behandelzaken

Geestelijke Verzorging

Ondernemings-raad

Patiënten-raad

Staf

Patiënten-administratie

Patiënten-afdelingen

BehandelhuisDienst

Geïntegreerde Beveiliging

PO&O Business Control

Instroom

Doorstroom 1

Doorstroom 2

Uitstroom

Diagnostiek

Vaardigheids- training

Vaktherapie

Medische Dienst

Maatschappelijk Werk

Dagbesteding

DienstdoendCoördinator

GeïntegreerdeBeveiliging

Portier/Receptie

Deskundigheids-bevordering

BHV

Personeels-beheer

Personeels-advies

Arbo

BureauPersoneels-

inzet

Financieel Beheer

Informatie-voorziening &

Automatisering

Facilitaire Dienst

Civiele Dienst

Directie-secretariaat

Communicatie Juridische ZakenPatiënten-logistiek

Kwaliteitszorg Onderzoek

Org anog ram | 45

Page 48: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Jeroen Dokter

medew

erker magazijn

Geen dag is hier gelijk

Voordat ik in de Mesdag terecht kwam heb ik jaren als

verhuizer gewerkt. Lange dagen, strakke deadlines

en onregelmatige werktijden waren geen uitzondering.

Na twaalf jaar wilde ik wel iets anders. Ik heb bij de

Mesdag gesolliciteerd vanwege de vaste werktijden

en de doorgroeimogelijkheden binnen de Facilitaire

Dienst. Van tevoren had ik het idee dat ik in een

spannende omgeving met veel beveiliging terecht zou

komen. Dat viel gelukkig mee.

Mijn ervaring als verhuizer komt hier goed van pas. In

het magazijn is het transporteren van goederen aan

de orde van de dag. Goederen die van buiten komen,

zoals voorraden, kantoorartikelen, meubilair en de

eigendommen van patiënten, moeten intern naar de

plaats van bestemming. Goederen van patiënten die

de Mesdag verlaten maken we transportklaar en we

zorgen ervoor dat de interne verhuizingen zo soepel

mogelijk verlopen.

Nieuw voor mij was het beheren van de magazijn-

voorraad, de contacten met buitenfirma’s en de

uitgifte van kantoorartikelen, schoonmaakspullen,

et cetera aan de medewerkers. Verder doen wij

allerlei klussen binnen de Facilitaire Dienst, zoals het

verzorgen van de faciliteiten bij een presentatie en het

aanvullen van de papier- en watervoorraad in huis.

Wat mij hier goed bevalt, is de diversiteit van de

werkzaamheden en de vrijheid die ik heb bij het

inplannen van de klussen.

De voortdurende veranderingen in deze organisatie

vind ik minder prettig. Soms ben je net aan een

nieuwe situatie gewend, wanneer een volgende

verandering zich al weer aandient. Daar heb ik wel

eens moeite mee.

Page 49: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Bijlage 2

Wetenschappelijk Onderzoek

1 Empathieonderzoek (promotieonderzoek)

Onderwerp

Empathie; je kunnen verplaatsen in en meeleven met een

ander. Dit is een centraal begrip in de forensisch psy chi atrische

diagnostiek en behandeling. Het gaat om:

1 Hoe ontwikkelt empathie zich?

2 Is er op die ont wikkeling invloed uit te oefenen en zo ja hoe?

3 Wat is de neurobiologische basis van em pa thie en haar

disfuncties?

Partners

Het onderzoek is een samenwerkingsproject van de School

of Behavioral and Cognitive Neurosciences (BCN) van de

Rijksuniversiteit Groningen, het Universitair Medisch Centrum

Groningen (UMCG) en FPC Dr. S. van Mesdag.

Onderzoekers

drs. Harma Meffert (promovendus); drs. Valeria Gazzola; prof. dr.

Hans den Boer; dr. Christian Keysers; dr. Arnold Bartels

Voortgang in 2009

In 2009 zijn de eerste resultaten gepresenteerd op de Endo­

Neuro­Psycho Meeting te Doorwerth middels de presentatie

‘Shared circuits and empathy in patients with psychopathy’. De

data worden in de eerste helft van 2010 ter publicatie aangebo­

den aan het wetenschappelijke tijdschrift ‘Nature’. Eind 2009

zijn de data geanalyseerd met betrekking tot de structurele her­

senverschillen tussen de twee onderzoeksgroepen. Hierbij zijn

ook de data betrokken van een groep proefpersonen met een

diagnose in het autismespectrum. Deze groep proefpersonen

heeft deelgenomen aan een vergelijkbaar MRI­onderzoek in het

Social Brain Lab, uitgevoerd door drs. Jojanneke Bastiaansen.

Eind 2009 is begonnen met de analyses van de Diffusion Tensor

Imaging data, waarmee verschillen in de connectiviteit tussen

hersengebieden in kaart gebracht kunnen worden.

2 Onderzoek autismespectrumstoornissen

Onderwerp

Tot voor kort werden autismespectrumstoornissen te weinig

onderkend. Schattingen zijn dat het vóórkomen bin nen de

forensische psychiatrie, 10% tot 15% is. Er bestaan nog weinig

behandelmethoden voor fo ren sisch psychiatrische patiënten

met autismespectrumstoornissen en van bestaande methoden

is het re sultaat van systematisch onderzoek nog niet bekend. Nu

de stoornis meer onderkend wordt, is de be hoefte groot meer te

weten over de diagnostiek, de kern van de stoornis en de behan­

deling in relatie tot het specifiek forensische aandachtsgebied

(preventie delictgedrag). Het on derzoek betreft:

@ Diagnostiek: hoe tot een goede diagnose te komen en de

behandelvoortgang goed te evalueren.

@ Behandeling: welke methoden werken goed, op welke

manier en in welke volg or de.

@ Specifieke risicotaxatie: de standaardrisicotaxatie is voor

deze specifieke doelgroep waarschijnlijk niet gericht genoeg.

@ Levensloopbegeleiding: wat is op de langere termijn werk­

zaam en nodig.

47

Page 50: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Partners

Het diag nos tiek on derzoek geschiedt deels in samenwerking

met de Rijksuniversiteit Groningen (Centrum Kinder­ & jeugd­

psychiatrie Accare) en het Rob Giel Onderzoekscentrum (RGOc).

Het be handel­ én di ag nos tiek onderzoek gebeurt ook in

samenwerking met het autismecentrum Dr. Leo Kannerhuis in

Oosterbeek en Door werth.

Onderzoekers

dr. Arnold Bartels; drs. Ernst Horwitz; dr. Cees Ketelaars;

dr. Anne van Lammeren; prof. dr. Ruud Minderaa; prof. dr. Durk

Wiersma; drs. Erwin Schuringa; dr. Astrid van Dijk

Voortgang in 2009

In 2009 is een exploratief onderzoek voortgezet naar de

mogelijkheden voor het construeren van een specifiek foren­

sisch psychiatrische vragenlijst teneinde een diagnose te

kunnen stellen op basis van ‘current’ gegevens. Dit heeft geleid

tot een zeer betrouwbaar te scoren lijst met een lage kans op

foute negatieven (ten onrechte geen autisme diagnostiseren).

Onderzoek over foute positieven loopt nog (ten onrechte wel

autisme diagnostiseren). Ook is in deze periode gestart met een

onderzoek naar prevalentie van symptomen van autismespec­

trumstoornissen bij mensen die niet aan het hele beeld van een

autismespectrumstoornis voldoen, naar specifieke kenmerken

van mensen met autisme in de tbs en naar de relatie tussen

autismekenmerken en delictgedrag.

3 Forensische sociale-netwerkanalyse (FSNA)

Onderwerp

Het sociale netwerk van een patiënt speelde in de meerderheid

van de gevallen een belangrijke rol in de aanloop naar het delict

(falen van de preventie). De invloed van het sociale netwerk als

fac tor komt in de bestaande risicotaxatie­instrumenten slechts

beperkt aan de orde.

Het onderzoek betreft het sociale netwerk van de patiënt

buiten het FPC. Door interviews met patiënten en enkele van

hun net werk le den wordt onderzocht welke netwerkpersonen

en omstandig heden in het in di vi du e le geval bijdragen aan

vermindering of toename van het delictgevaar. Een belangrijk

aandachtspunt in dit onderzoek is het ontwikkelen en evalueren

van hierop gebaseerde interventies. Interventies bestaan uit

afspraken met de patiënt en zijn netwerkleden over het toekom­

stige leven eventueel in de vorm van levensloopbegeleiding.

Partners

Het betreft een landelijk onderzoek in samenwerking met alle

collega­FPC’s. Het Expertisecentrum Forensische Psychiatrie

(EFP) vervult een centrale coördinerende rol en kan daarbij

beschikken over de expertise van FPC Dr. S. van Mesdag

(dr. Marinus Spreen en Swanny Kremer).

Onderzoekers

dr. Marinus Spreen; Swanny Kremer en drs. Marlies van de Berg

48 | Jaar verslag 2009

Page 51: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Linda van der Meulen

medew

erker Dienst G

eïntegreerde Beveiliging

Ik kan hier een verschil maken

Na het afronden van de politieacademie heb ik enkele

jaren als agent gewerkt. In de praktijk bleek dat toch

niet helemaal te zijn wat ik ervan verwacht had. Nu

werk ik sinds een jaar bij de Mesdag en voorlopig blijf

ik nog wel even. Het werk hier ligt wel in het verlengde

van het politiewerk, maar het verschil is dat je dichter

bij de doelgroep staat en dat je een wezenlijke

bijdrage kunt leveren aan de kans die mensen hier

krijgen.

Naast beveiligingstaken als het aan patiënten toegang

verlenen tot bepaalde ruimtes, overzicht houden van

wie zich waar bevindt en ondersteunen bij incidenten,

hebben we veel contact met patiënten. Tijdens de

rondes door het huis proeven we de sfeer, kijken

we wat er gaande is en maken we regelmatig een

praatje met de patiënten. Zo leer je veel patiënten

kennen. Dat is belangrijk, omdat wij meegaan tijdens

buiten gewoon en beveiligd verlof. Een patiënt kan

bijvoorbeeld buitengewoon verlof krijgen wanneer

een familielid op sterven ligt, de patiënt nog geen

toestemming voor verlof heeft, maar toch graag

afscheid wil nemen. De medewerkers van de DGB

gaan dan mee op familiebezoek. In zo’n situatie is

het prettig dat wij weten wie die patiënt is en hoe hij

in elkaar zit. Maar ook voor hem is het plezierig dat

hij met vertrouwde mensen op stap gaat. Dat geldt

trouwens ook voor de separeerverzorging. Worden

patiënten gesepareerd, dan zorgen wij er samen met

de sociotherapie voor dat hij eten en drinken krijgt,

even kan wandelen en een sigaretje kan roken. Ook

dan is het belangrijk dat je elkaar kent.

Vergeleken met de politie is het werk hier persoonlij-

ker. Omdat je een bijdrage levert aan het veiligheids-

gevoel hier binnen word je hier meer gewaardeerd,

door medewerkers én patiënten. Ik heb hier het gevoel

dat ik, samen met mijn collega’s, nuttig werk doe en

een verschil kan maken.

Page 52: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Voortgang in 2009

Per september 2009 is het landelijke implementatieproject FSNA

beëindigd. Dit project werd gefinancierd door DJI en de FPC’s.

Het EFP coördineerde het project. Landelijk eindverantwoorde­

lijk projectleider was dr. Marinus Spreen; voor het EFP was drs.

Lydia Pomp projectcoördinator. Uit het evaluatierapport kwam

naar voren dat de methode als waardevol werd gezien doch

(nog) te arbeidsintensief. Op basis van deze conclusie zal in

2010 het project verlengd worden.

In 2009 heeft de afdeling onderzoek van FPC Dr. S. van Mesdag

samen met Reclassering Nederland een pilotstudie uitgevoerd.

Daarnaast is in 2009 begonnen met het integreren van de FSNA

en de milieurapportage in het kader van sociale diagnostiek.

4 Effecten van netwerken op de behandeling van patiënten (promotieonderzoek)

Onderwerp

Op het ni veau van een behandelunit wordt, door interviews met

pa tiën ten en sociotherapeuten, bestudeerd hoe het sociale

netwerk van een patiënt op de unit eruit ziet. Vervolgens wordt

gekeken naar wat dat aan extra gegevens ter ondersteuning van

de behandeling oplevert: hoe kun je uit wat je als sociotherapeut

wél van patiënten ziet (wie met wie op welke ma nier omgaat) iets

schatten en zo mogelijk iets concluderen over wat je níét ziet

(patiënten die elkaar on der druk zetten, die verboden materiaal

uitwisselen of aan elkaar verkopen, zoals drugs, niet toegestane

cd’s en dergelijke). Onderzocht wordt welke invloed de netwerk­

structuur op de unit op het behandelverloop heeft.

Partners

Het betreft een promotieonderzoek in samenwerking met de

vakgroepen Sociologie van de Rijks uni ver si tei ten Groningen en

Utrecht en de Interuniversity Center for Social ScienceTheory

and Methodology (ICS).

Onderzoekers

drs. Ruud van der Horst (promovendus); prof. dr. Tom Snijders

(University of Oxford); prof. dr. Völker (Interuniversity Center for

Social ScienceTheory and Methodology Utrecht); dr. Marinus

Spreen

Voortgang in 2009

In 2009 is de longitudinale dataverzameling afgerond. Deze

bestond uit drie metingen op vijf behandelunits voor persoon­

lijkheidsstoornissen. Naast gegevens over sociale relaties van

patiënten zijn middels een op de dynamische HKT­30­items

gebaseerde vragenlijst, gegevens verzameld over het functio­

neren (de ‘behandelstaat’) van de patiënten. In 2009 zijn twee

artikelen aangeboden en geaccepteerd.

5 Polygraaf (promotieonderzoek)

Onderwerp

De polygraaf werd vroeger leugendetector genoemd. Het instru­

ment meet fysiologische reacties, zoals elek trische huidweer­

stand, ademhaling en bloedvolumedoorvoer. De reacties worden

geregistreerd tijdens een spe cifiek stapsgewijs opgezet inter­

view naar kernbelevingen van een resocialiserende forensisch

psy chiatrische patiënt. Het gaat niet puur om waarheid of leugen

50 | Jaar verslag 2009

Page 53: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

per gebeurtenis. Het gaat erom dat een patiënt die periodiek

(bijvoorbeeld maandelijks, drie­ of zesmaandelijks) polygrafisch

geïn ter viewd wordt niet onopgemerkt, gedrag kan gaan vertonen

dat een vóórfase is naar delictgedrag. Het onderzoek beoogt na

te gaan of deze werkwijze mogelijkheden biedt voor het beter

kunnen ‘monitoren’ van het resocialisatietraject van een patiënt.

De voorlopige bevindingen zijn positief.

Partners

Universiteit van Tilburg/Leuven.

Onderzoekers

prof. dr. Stefan Bogaerts; dr. Marinus Spreen

Voortgang in 2009

Door het vertrek van de promovendus is dit project voorlopig

stopgezet. De onderzoekers bestuderen of hervatting van de

onderzoekslijn in aangepaste vorm mogelijk is.

6 Risicotaxatieonderzoek

Onderwerp

Risicotaxatie is een verplicht onderdeel van het verlofbeleid.

De kwaliteit van de risicotaxaties is structureel onderwerp van

onderzoek. In FPC Dr. S. van Mesdag wordt gebruikt gemaakt

van de HKT­30 als instrument voor geweldsdelinquenten en van

de SVR­20 voor zedendelinquenten.

Partner

Alle FPC’s in Nederland.

Onderzoekers

dr. Marinus Spreen; prof. dr. Stefan Bogaerts; drs. Koen Koster;

drs. Klaas de Vries

Voortgang in 2009

In 2009 is onder voorzitterschap van dr. Marinus Spreen een

gereviseerde HKT geformuleerd. Dit gebeurde in overleg met

de FPC’s De Woenselse Poort, Oldenkotte, De Rooyse Wissel,

Oostvaarderskliniek en Hoeve Boschoord. In de periode 2010­

2012 zal de gereviseerde HKT onderzocht worden met behulp

van innovatiesubsidie van DJI.

In 2009 hebben drs. Koen Koster en drs. Klaas de Vries in het

kader van hun opleiding tot klinisch psycholoog, in samen­

werking met FPC Van der Hoeven Stichting, retrospectief onder­

zoek uitgevoerd met respectievelijk de SVR­20 en de HKT­30. In

2010 wordt hierover gepubliceerd.

In 2009 heeft dr. Marinus Spreen in samenwerking met een

aantal FPC’s een factoranalyse gedaan en hierover gepubliceerd.

7 N=1 en patiëntvolgsysteem (promotieonderzoek)

Onderwerp

N=1 staat voor: het aantal onderzochte mensen (in onderzoek­

stermen: N) is één. Het gaat dus over één persoon. De overgrote

meerderheid van behandelevaluatie­onderzoek gaat over

groeps ver ge lij kin gen tussen behandelde en niet of anders

behandelde mensen. Dat is uitermate be lang rijk onderzoek,

maar daarnaast blijft de vraag: is er voor het individu een rede­

lijke indicatie te geven voor de werkzaamheid van een behande­

ling; is er een causaal verband tussen de behandeling en geble­

Wetenschappelijk Onder zoek | 51

Page 54: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Tamara Koopal

psychomotorisch therapeut

Elke patiënt is voor mij een puzzel

Tijdens mijn studie aan de Academie voor Lichamelijke

Opvoeding heb ik gemerkt dat mijn interesse vooral

uitging naar een combinatie van bewegen en speciale

doelgroepen. Vandaar dat ik na de ALO ook nog de

opleiding voor psychomotorisch therapeut heb gevolgd.

Psychomotorische therapie (PMT) is een behandel-

methode die zich speciaal richt op signalen van je

lichaam, die kunnen wijzen op psychische en/of sociale

problemen. Door mensen in een ruimte te observeren

en hen bewegingsoefeningen aan te bieden, zoals sport,

spel en rollenspel, krijg je non-verbaal informatie over

het gedrag van mensen. Daarbij kun je denken aan

afstand houden of juist niet, lichamelijke spanningen en

motoriek, assertiviteit of terughoudendheid, de mate van

agressiebeheersing en het al dan niet kunnen aangeven

van grenzen. Ook zie je of iemand kan samenwerken, een

ander durft te vertrouwen, zich kan inleven in iemand

anders en rekening kan houden met een ander.

In overleg met de behandelcoördinator wordt er bepaald

of een patiënt in aanmerking komt voor PMT. Een voor mij

nieuwe patiënt probeer ik zo open mogelijk te benaderen.

Mijn eerste doel is contact maken. Wanneer dat lukt

probeer je iemand bewust te maken van zijn gevoel

en zijn gedrags- en denkpatronen en daarmee van zijn

problematiek. Door hem te leren zijn eigen lichaamstaal

te herkennen kan hij dichter bij zichzelf en zijn gedrag

komen. Wordt een patiënt bijvoorbeeld gespannen

wanneer iets niet lukt, dan ga je samen met de patiënt

na waar dat vandaan komt of dat in situaties buiten de

PMT ook het geval is en hoe hij met die spanning omgaat.

Je legt als het ware een verband tussen de lichaamstaal

en de psyche van iemand.

Elke patiënt is voor mij weer een nieuwe puzzel. Hoe kom

ik van de beweging naar de problematiek en het gedrag

en vervolgens naar het ombuigen van dat gedrag.

Die puzzel is vaak complex. Het is dan ook een enorme

uitdaging om er mee aan de slag te gaan!

Page 55: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

ken vooruitgang bij bijvoorbeeld tests en inzake gedrag? Om dit

te onderzoeken is de zogenoemde N=1­methodiek ontwikkeld.

De ze bestaat in aanzet sinds de jaren ‘70, maar komt vanwege

de benodigde statistiek en me tho do lo gie maar heel langzaam

tot ontwikkeling terwijl er in principe een groot potentieel is. Een

be lang rij ke onderzoekslijn binnen de Mesdag is het ontwikkelen

van de N=1­methodologie: in individuele gevallen kunnen aan­

geven of er vooruitgang is en of er duidelijke indicaties zijn voor

een causale samenhang tussen die vooruitgang en de ge ge ven

behandeling (interventies).

Partner

Tot en met 2006 volledig eigen onderzoek. Sinds 2007 in samen­

werking met het Dr. Leo Kannerhuis, centrum voor autisme in

Doorwerth en Oosterbeek.

Onderzoekers

Dr. Marinus Spreen; dr. Arnold Bartels; drs. Erwin Schuringa;

prof. dr. Durk Wiersma (RGOc)

Voortgang in 2009

In 2009 zijn de drie pilotstudies voor de validatie van de

lijst voor het patiëntvolgsysteem voltooid (Instrument voor

Forensische Behandel Evaluatie (IFBE)). Deze lijst is aangepast

en wordt in 2010 in FPC Dr. S. van Mesdag geïmplementeerd.

Er is gewerkt aan de verdere methodologische onderbouwing

van de N=1­methode. Een algemene handleiding voor N=1­

onderzoek op basis van zelfrapportage is in conceptvorm

gepubliceerd op de website van het EFP. Daarnaast is de

specifieke methode voor het verkrijgen van observatiedata met

het patiëntvolgsysteem beschreven in een wetenschappelijk

artikel dat geaccepteerd is.

8 Vroegsignalering/Signaleringsplannen

Onderwerp

Ernstige gedragsproblematiek die gepaard gaat met incidenten

tijdens de behandeling, verstoort het behandeltraject. Dit is

ongunstig voor het leef­ en behandelklimaat en zet de interactie

tussen patiënt en behandelaars onder druk. Het voorkómen

en verminderen ervan is dus belangrijk. Dit kan door tijdig de

signalen te onderkennen die een gedragsontsporing ‘aankondi­

gen’. Het vaststellen van signalen die het ontstaan van gedrags­

problematiek aankondigen gebeurt door de individuele patiënt

in samenspraak met zijn sociotherapeut­mentor. Dit krijgt vorm

in de toepassing van de methode ‘Vroegsignalering’ en het

bijbehorende signaleringsplan.

Om met de methode Vroegsignalering inclusief signalerings­

plannen te kunnen werken worden trainingen en consultaties

gegeven aan sociotherapeuten. Deze methode is in 2003 in de

Mesdag ingevoerd en wetenschappelijk geëvalueerd op effect

(ma te van terugdringen van incidenten tijdens de behandeling).

Gebleken is dat Vroegsignalering significant bijdraagt aan een

afname van het aantal separaties en een afname van de ernst

van incidenten in de Mesdag. Ook is gebleken dat er een relatie

is tussen ‘afstand­nabijheid’ van sociotherapie naar patiënten

en de toepassing van Vroegsignalering.

Inmiddels wordt de methode toegepast in meerdere forensisch

en algemeen psychiatrische instellingen (FPC’s, FPA’s, ggz­

instellingen) in Nederland, Duitsland, Zweden en Noorwegen. De

methode wordt veel op internatio nale congressen en in inter­

nationale contacten gepresenteerd. De eerste wetenschappelijke

artikelen zijn gepubliceerd in internationale vaktijdschriften.

Wetenschappelijk Onder zoek | 53

Page 56: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Partners

Nederland: Rijksuniversiteit Utrecht, FPA De Meren, ggz­

instellingen Dimence, Symfora, Meerkanten en Grote Rivieren;

Duitsland: forensische instellingen in Eickelborn, Dortmund en

Paderborn; Zweden: forensische kliniek Karsudden (Karolinska

instituut) te Katrineholm; Noorwegen: Buskerud Hospital te Lier

en Kompetanz Centre Olso University te Oslo

Onderzoekers en promotoren

drs. Frans Fluttert; dr. B. van Meijel; prof. dr. M. Grypdonk;

prof. dr. H. Nijman en prof. dr. S. Bjørkly (Noorwegen)

Voortgang in 2009

Het promotieonderzoek ‘Vroegsignalering van Risicogedrag’

(Fluttert et al 2008) verkeert in de afrondings­ en publicatiefase

van internationale wetenschappelijke artikelen. Onderdeel van

dit onderzoek is een multicentre studie naar de aard van vroege

risicosignalen en de ontwikkeling van een ‘Forensic Early Signs

of Agression Inventory’. Dit deelonderzoek is verricht in samen­

werking met FPK De Meren te Amsterdam. Daarnaast is het

concept Vroegsignalering onderwerp van onderzoek in projecten

van Dwang & Drang van de ggz­instellingen Dimence en Symfora.

Het internationale multicentre onderzoek naar de toepassing

van vroegsignalering, onder de naam ‘Platypus Project’, is voort­

gezet in de forensische instellingen in Eickelborn (DL), Dortmund

(DL) en Katrineholm (SE).

Sinds 2008 wordt in Noorwegen onderzoek verricht naar de

toepassing van de methode Vroegsignalering in klinische en

ambulante forensische instellingen in de regio Oslo. Dit gebeurt

in nauwe samenwerking tussen de Mesdag, Buskerud Hospital

en de universiteit te Oslo.

54 | Jaar verslag 2009

Page 57: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Joop Wubbels

verpleegkundige

Wat me raakt is het oprechte contact

Ik val voor de doelgroep. Mijn hele leven werk ik al

met bijzondere doelgroepen: dak- en thuislozen,

verslaafden, zwerfjongeren, asielzoekers met

psychische problemen en nu sinds acht jaar met

forensisch psychiatrische patiënten. Het ‘anders zijn’

spreekt me aan. Niemand is hier doorsnee. Samen met

de patiënt moet je steeds weer een weg vinden voor

het oplossen van een probleem. En elke keer is de

oplossing verrassend.

De medische dienst draagt zorg voor het lichamelijk

welzijn van de patiënten. Onze patiënten kunnen niet

even naar de huisarts of de tandarts als ze klachten

hebben. Daarom houden deze mensen in de Mesdag

spreekuur. Als verpleegkundige bied je daarbij

ondersteuning. Heeft iemand direct medische zorg

nodig, dan verlenen wij de eerste opvang. Meestal

gaat het om een patiënt, maar als het nodig is kan een

medewerker ook bij ons terecht. Onze belangrijkste

taak is echter het verzorgen van de medicatie. We

verzorgen de aanvragen van behandelaars, zetten

medicatie uit en maken depots klaar. Maar ook het

afnemen van urinecontroles behoort tot onze taken

Wat mij het meest raakt is het echte, oprechte

contact dat je met name met de patiënten met

psychotische kwetsbaarheid hebt. Deze mensen zijn

in staat hun kwetsbare kant te laten zien. Door hun

ziektebeeld zijn ze de weg wel eens kwijt en kunnen

ze bijvoorbeeld heel onzeker zijn over de medicatie

die ze moeten gebruiken. Ik probeer ze dan zo goed

mogelijk te adviseren. Door ze vertrouwen te geven in

de behandeling en de bijbehorende medicatie kun je

iemand op weg helpen naar de volgende kleine stap.

Page 58: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Bijlage 3

Publicaties en Voordrachten

Publicaties

Buunk­Werkhoven, Y. A. B., Dijkstra, A., Schaub, R. M. H.,

Schans, C. P. van der & Spreen, M. (2009). Oral health­related

quality of life among imprisoned Dutch forensic psychiatric

patients. Journal of Forensic Nursing. In press.

Fluttert, F., Meijel, B. van, Nijman, H., Bjørkly, S., Grypdonck, M.

(2009 in press). Effect of The Early Recognition Method on the

number of aggressive incidents and episodes of seclusions in

forensic care. Journal Clinical Nursing.

Fluttert, F., Meijel, B. van, Nijman, H., Bjørkly, S., Grypdonck, M.

(2009 in press). Detached Concern of Forensic Mental Health

Nurses to patients with regard to the Early Recognition Method.

Archives of Psychiatric Nursing.

Fluttert, F., Meijel, B. van, Nijman, H., Bjørkly, S., Grypdonck, M.

(2009). Die Methode der Frühwarnsignale in der Prävention

von Risikoverhalten. SCHIZOPHRENIE Beiträge zu Forschung,

Therapie und psychosozialem Management, 25, 34­43.

Fluttert, F., Meijel, B. van, Nijman, H., Bjørkly, S., Grypdonck, M.

(2009). Detached Concern of nursing staff to forensic patients in

perspective of risk management. In: 6th European Congress on

Violence in Clinical Psychiatry.

Hage, S., Meijel, B. van, Fluttert, F., Berden, G. (2009).

Aggressive behaviour in adolescent psychiatric settings: what

are risk factors, possible interventions and implications for

nursing practise? A literature review. Journal of Psychiatric and

Mental Health Nursing.

Horst, R. van der, Snijders, T., Völker, B. & Spreen, M.(2010).

Social interaction related to the functioning of forensic psychi­

atric in­patients. Journal of Forensic Psychology Practice 10(4).

Accepted for publication.

Horst, R. van der & Spreen, M. (2010). De toepassing van sociale

netwerkanalyse in een forensisch psychiatrisch centrum.

Panopticon. Accepted for publication.

Horst, R. van der, Snijders, T., Völker, B. & Spreen, M.(2010).

Social interaction related to the functioning of forensic psychi­

atric in­patients. Journal of Forensic Psychology Practice 10(4).

Accepted for publication.

Kremer, S. (2009). Een ethische bezinning op de FSNA en de

professionalisering van het forensisch maatschappelijk werk. In:

GGzetwetenschappelijk. F. Milders (Red.), tijdschrift van Lentis,

GGZ Friesland, GGZ Drenthe, jaargang 13, nr. 2, p.40 – 53.

Pomp, L., Spreen, M., Bogaerts, S. & Völker, B. (2010). The role

of personal social networks in risk assessment and management

of forensic psychiatric patients. Journal of Forensic Psychology

Practice 10(4). Accepted for publication.

56

Page 59: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Spreen, M., Timmerman, M.E., Horst, P.R.M. ter & Schuringa, E.

(2010). Formalising clinical decisions in individual treatments:

some first steps. Journal of Forensic Psychology Practice 10(4).

Accepted for publication.

Spreen, M., Horst, P.R.M. ter, Bogaerts, S., Lammers, S.M.M.,

Hochstenbach, J., Soe­Agnie, S.E. & Reubsaet, R.J. (2009).

Risicotaxatie aan de hand van de HCR­20 en de HKT­30: een ver­

gelijking tussen beide instrumenten. In: Forensische psychiatrie

en haar grensgebieden. Actualiteit, geschiedenis en toekomst.

T.I. Oei en M.S. Groenhuijsen (Red.), Kluwer, Alphen aan de Rijn,

459­476.

Voordrachten/lezingen/cursussen

Bartels, A.A.J. (Pomp, L., Spreen, M. & Horst, R. van der, 2009).

Forensic Social Network Analy sis (FSNA) for juvenile delinquents.

Con ference Outcome evaluation and prevention and treatment

of juvenile delinquency. Amsterdam: PI­Research (Paedologisch

Instituut Re search, Pedological Institute Re search). 5 februari.

Bartels, A.A.J. (Spreen, M. & Schuringa, E., 2009). N=1 (Single

case studies). Treatment eval uation and routine outcome

monitoring of youth care and juvenile delinquency inter ventions.

Conference Outcome evaluation and prevention and treatment

of juvenile delinquency. Amsterdam: PI­Research (Paedologisch

Instituut Research, Pedological Institute Research). 6 februari.

Bartels, A.A.J. Forensische psychologie. Blik terug en vooruit,

steeds in beweging. Pre sentatie Beleidsdag Algemeen Bestuur

sector G (gezondheidszorgpsychologie). Ne der lands Instituut

voor Psychologen (NIP). Leusden: Conferentiecentrum ISVW

(Internatio na le School voor Wijsbegeerte). 18 juni.

Bartels, A.A.J. Routine Outcome Monitoring (ROM) in de GGZ.

Wat kan ROM (niet)? Hoe ROMmen? Beleidsdag Algemeen

Bestuur sector G (gezondheidszorgpsychologie) Ne derlands

Instituut voor Psychologen (NIP). Leusden: ISVW. 18 juni.

Bartels, A.A.J. & Verstraten, A. Begeleiding van ouder wordende

mensen met autisme. Workshop jubileumcongres Dr. Leo

Kannerhuis ‘Passie voor autisme’. Arnhem: Musis Sacrum.

30 juni.

Bartels, A.A.J. Dwang en drang. Wat werkt binnen dwang

en drang? Voordracht symposium ‘Van aso naar proso’.

Behandeling en preventie van antisociaal gedrag. Amsterdam:

PI­Research, West­Indisch Huis. 2 oktober.

Bartels, A.A.J. Forensische (jeugd)psychologie en (jeugd)

psychiatrie. Voordracht op natio naal psychologie con gres

voor studenten Psychologie van het Ne der lands Instituut voor

Psychologen (NIP) ‘Op ’t randje van je toekomst’. Leiden: Pieter

de La Courtgebouw. 16 oktober.

Bartels, A.A.J. Risicotaxatie en risicomanagement. Zuidlaren:

Lentis, interne cursus GZ­ en klinisch psychologen. 29 oktober.

57

Page 60: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Bartels, A.A.J. Routine Outcome Monitoring in de GGZ (ROM

ggz). Wat kan ROM, hoe gaat ROM? Bewaken doelstellingen en

methoden. Presentatie op werkconferentie ‘Suc ces vol meten

van behandelresultaten’. Zeist, Altrecht, De Kapel. 26 no vem ber.

Bartels, A.A.J. Hoofddocent postacademische opleiding

Gezondheidszorgpsycholoog (GZ­psycholoog) ‘PSY’ van de

Rijksuniversiteit Groningen (RuG) inzake gedrags­ & cognitieve

therapie, inleiding psycho the rapie, sociaal­emotionele en

zelfbeeldontwikkeling, gedrags­ en persoon lijk heids stoornissen.

27 cursusdagen.

Bartels, A.A.J. Cursus Agressieregulatietraining bij adolescenten.

Zeist/Tilburg: Post academisch Onderwijs (PAO). Utrecht: 16 en

30 jan., 16 febr., 17 april en 29 mei.

Bartels, A.A.J. Antisociaal gedrag licht verstandelijk beperkte

jongeren: ambulante en residentiële behandeling. Onderdeel

van Verdiepingscursus Antisociaal gedrag bij LVG­jeugdigen.

Utrecht: Vereniging Orthopedagogische Behandelcentra Licht

verstandelijk gehandicapten/beperkten (VOBC­LVG). 9 oktober.

Fluttert F. Pflegerischen Konzeptes des Fruherkennung und

Intervention von Risikoverhalten. Keynote DGPPN Kongres 2009,

Berlijn, Duitsland.

Fluttert F. Detached Concern before and after ERM. 6th European

Congress on Violence in Clinical Psychiatry 2009, Stockholm,

Zweden.

Fluttert F. Early Recognition Method from Black Box to Brain Box.

Keynote Sikkerhetsseminaret 2009, Oslo, Noorwegen.

Fluttert F. Vroegsignalering van spanningsvolle situaties van

Black Box naar Brain Box. Keynote Congres ‘Forensische psychi­

atrie’ 2009. Kortenberg, België.

Fluttert F. International Perspective of the Contribution of

Nursing to Forensic Mental Health Care, II: Risk assessment and

risk management strategies within FMH­Nursing I. Chair sympo­

sia International Association Forensic Mental Health Services

[IAFMHS] conference. Edinburgh, GB.

Fluttert F. Detached Concern in forensic mental health nursing.

International Association Forensic Mental Health Services

[IAFMHS] conference 2009. Edinburgh, GB.

Fluttert F. Professionele Distantie [Detached Concern]. Lezing

‘Afstand­Nabijheid’ Symposium FPC Dr. S. Van Mesdag,

Groningen.

Fluttert F. Vroegsignalering van spanningsvolle situaties van

Black Box naar Brain Box. Keynote Symposium ‘Verpleegkundige

zorg voor schizofrenie: Yes we can!’ Universitair Medisch

Centrum Groningen.

Fluttert, F. Trainingen Vroegsignalering; het werken met signale­

ringsplannen FPC’s, ggz­ en jeugdhulpverleningsinstellingen in

Nederland en Duitsland.

58 | Jaar verslag 2009

Page 61: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Fluttert, F. Colleges Risk management. Hogeschool Nijmegen/

VDO en BORG (SGLVG­instellingen).

F. Fluttert & Veen J. van,. Riskmanagement in Romanian Forensic

Mental Health Care MATRA Project seminars Roemenië.

2x 2­daags seminar.

Kremer, S. Cursus/presentatie FSNA Reclasseringspilot.

Groningen, 9 maart.

Kremer, S. Presentatie landelijke pilot FSNA bij EFP. Meerdere

terugkomdagen bij EFP, FPC Veldzicht, FPC Van der Hoeven

Stichting en FPC Pompestichting.

Kremer, S. Cursus FSNA. Stenden Hogeschool, 24 maart, 19 juni,

13 augustus.

Spreen, M. Cursus Risicotaxatie. FPK Assen.

Spreen, M. Cursus Risicotaxatie en Forensische Netwerk

Analyse in het kader van de gecertificeerde opleiding BV15,

Opleidingsinstituut van de Federale Overheid. Katholieke

Universiteit Leuven (scholing van alle Vlaamse gevangenispsy­

chologen in forensisch denken). Brussel.

Publicaties en Voordrachten | 59

Page 62: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Afkortingen

AFPN Ambulante Forensische Psychiatrie

Noord­Nederland

AO/IC Administratieve Organisatie/Interne Controle

APZ Algemeen Psychiatrisch Ziekenhuis

AWBZ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten

BHV Bedrijfshulpverlening

DBBC Diagnose Behandeling Beveiliging

Combinatie

DForZo Directie Forensische Zorg

DJI Dienst Justitiële Inrichtingen

DSM Diagnostic and Statistical Manual of Mental

Disorders

EFP Expertisecentrum Forensische Psychiatrie

EPD Elektronisch Patiënten Dossier

FPA Forensisch Psychiatrische Afdeling

FPC Forensisch Psychiatrisch Centrum

FPT Forensisch Psychiatrisch Toezicht

FSNA Forensische sociale­netwerkanalyse

FTE Fulltime­Equivalent

GAF Global Assesment of Functioning

GGZ geestelijke gezondheidszorg

GZ­psycholoog Gezondheidszorg­psycholoog

HBO Hoger Beroeps Onderwijs

HKZ Harmonisatie Kwaliteit Zorginstellingen

IBC Interne Bezwaren Commissie

ICT Informatie Communicatie Technologie

IFBE Instrument voor Forensische Behandel

Evaluatie

IZZ Intensieve Zorg Zuidlaren

JJI Justitiële JeugdInrichting

KMS KwaliteitsManagementSysteem

MIP/MAG Melding Incidenten Patiëntenzorg/Melding

Agressieve Gebeurtenissen

NZa Nederlandse Zorgautoriteit

OO Onvoorwaardelijk Ontslag van de

tbs­maatregel

OR Ondernemingsraad

PO&O Personeel, Organisatie & Ontwikkeling

PTV Patiënt Tevredenheids Vragenlijst

PV Proefverlof

PVS Patiënt Volg Systeem

RGD Rijksgebouwendienst

RGOc Rob Giel Onderzoekscentrum

RI&E Risico Inventarisatie en Evaluatie

RIBW Regionale Instelling voor Beschermd Wonen

RIP RisicoInterventie­Patiënt

ROM Routine Outcome Monitoring

RSJ Raad voor Strafrechttoepassing en

Jeugdbescherming

TBS Ter Beschikking Stelling

UMCG Universitair Medisch Centrum Groningen

VIC Very Intensive Care

VNN Verslavingszorg Noord Nederland

VO Voorwaardelijk Ontslag van de tbs­maatregel

VROM Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke

Ordening en Milieubeheer

WIA Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen

60

Page 63: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009

Colofon

raad van bestuur

C.L. Bruinsma

H.J. van der Hoek

directie

H.J. Beintema

G.E. Koorman

redactie

P.M. de Maar

fotografie

Peter Tahl fotografie

vormgeving

Extra Bold, Groningen

oplage

500 exemplaren

druk

Grafische industrie De Marne, Leens

Page 64: FPC. Dr. S. van Mesdag Jaarverslag 2009