Handleiding mestbeleid 2006 - WUR · de regels rond de export van mest heeft het Ministerie van LNV...

29

Transcript of Handleiding mestbeleid 2006 - WUR · de regels rond de export van mest heeft het Ministerie van LNV...

Page 1: Handleiding mestbeleid 2006 - WUR · de regels rond de export van mest heeft het Ministerie van LNV een brochure gemaakt. Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt
Page 2: Handleiding mestbeleid 2006 - WUR · de regels rond de export van mest heeft het Ministerie van LNV een brochure gemaakt. Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt

CUMELA Nederland Sectie Meststoffendistributie december 2005

Handleiding mestbeleid 2006 1 van 28

Voorwoord Voor u ligt een handleiding voor de mestwetgeving 2006 en verder. Deze handleiding behandelt de regelgeving voor het transport van dierlijke mest binnen Nederland. Over de regels rond de export van mest heeft het Ministerie van LNV een brochure gemaakt. Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt met het transporteren of distribueren van dierlijke mest. De handleiding is samengesteld door CUMELA Nederland in opdracht van het Ministerie van LNV. De handleiding komt daarmee beschikbaar voor zowel leden, als niet-leden van CUMELA Nederland. Met deze handleiding kunt u snel voor de verschillende onderwerpen nagaan wat de regels zijn. Deze handleiding is opgesteld op basis van de regelgeving zoals deze op 15 december 2005 gepubliceerd en beschikbaar was. De inhoud van de handleiding is afgestemd met het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Eventuele wijzigingen in de wetgeving die zich in de toekomst kunnen voordoen, zullen aan u kenbaar worden gemaakt. Voor de leden van de sectie Meststoffendistributie zal dat in eerste instantie plaatsvinden via de nieuwsbrief. De controle en handhaving van het mestbeleid wordt aangescherpt. Het is dus van het grootste belang dat u zich aan de regels houdt. CUMELA Nederland adviseert daarom deze handleiding steeds naast de telefoon op het kantoor van het loonbedrijf of de mestdistributeur beschikbaar te hebben. CUMELA Nederland

Page 3: Handleiding mestbeleid 2006 - WUR · de regels rond de export van mest heeft het Ministerie van LNV een brochure gemaakt. Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt

CUMELA Nederland Sectie Meststoffendistributie december 2005

Handleiding mestbeleid 2006 2 van 28

Colofon Deze publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedelkwaliteit. Uitgave: CUMELA Nederland De belangenvereniging van ondernemers in Cultuurtechnische Werken en Grondverzet, Meststoffendistributie en Loonwerken in de Agrarisch Sector in Nederland Redactie: Ir H.A.C. Verkerk (secretaris Meststoffendistributie) Oplage: 1800 exemplaren Verkrijgbaar bij: CUMELA Nederland Postbus 1156 3860 BD Nijkerk fax: 033 247 4901 mail: [email protected] Nijkerk, december 2005

Page 4: Handleiding mestbeleid 2006 - WUR · de regels rond de export van mest heeft het Ministerie van LNV een brochure gemaakt. Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt

CUMELA Nederland Sectie Meststoffendistributie december 2005

Handleiding mestbeleid 2006 3 van 28

Inhoud Pag. Voorwoord..........................................................................................................1 Inhoud................................................................................................................3 1. Definities, afkortingen en belangrijke begrippen...............................................4 2. Registratie intermediair ................................................................................6 3. Opslagen ...................................................................................................7 4. Apparatuur.................................................................................................8

4.1. Bemonsteren ........................................................................................8 4.2. Monsterverpakker (alleen bij drijfmest) .....................................................9 4.3. Automatische gegevens registratie ..........................................................9 4.4. Positiebepaling (GPS)...........................................................................10 4.5. Storingsprocedure...............................................................................10 4.6. Wegen ..............................................................................................11

5. Vooraf aanmelden mesttransporten .............................................................12 5.1. Lichte variant .....................................................................................12 5.2. Zware variant .....................................................................................12

6. Uitzonderingen .........................................................................................13 6.1. Binnen landbouwbedrijf........................................................................13 6.2. Boer/boertransport ..............................................................................13 6.3. Tijdelijk verhuurd land (Vogelaar-variant) ................................................13 6.4. Particulieren .......................................................................................14 6.5. Percelen in Duitsland en België .............................................................14 6.6. Konijnengier .......................................................................................14 6.7. Kalvergier aan SMG.............................................................................14 6.8. Mestkorrels ........................................................................................15 6.9. Champignonsubstraat ..........................................................................15 6.10. Afvoer van klein bedrijf........................................................................15 6.11. Afvoer naar natuurterrein of overige grond .............................................15

7. Vervoersbewijs dierlijke meststoffen............................................................16 8. Laboratorium............................................................................................18 9. Administratieve verplichtingen ....................................................................19 10. Informatieverstrekking ...............................................................................20 11. Aanwenden van mest................................................................................21 12. Middelvoorschriften...................................................................................22

12.1. Vernietigen van grasland......................................................................22 12.2. Teelt stikstofbehoeftig gewas na maïs ...................................................22

13. Belangrijke internetadressen en telefoonnummers..........................................23 13.1. Internetadressen .................................................................................23 13.2. Telefoonnummers ...............................................................................23 13.3. Organisaties .......................................................................................23

Bijlage 1: Mestcodes en forfaitaire mineralengehalten .............................................24 Bijlage 2: Opmerkingcodes VDM ..........................................................................26 Bijlage 3: Nateelt vernietiging grasland..................................................................27 Bijlage 4: Voorbeeld Machtiging ...........................................................................28

Page 5: Handleiding mestbeleid 2006 - WUR · de regels rond de export van mest heeft het Ministerie van LNV een brochure gemaakt. Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt

CUMELA Nederland Sectie Meststoffendistributie december 2005

Handleiding mestbeleid 2006 4 van 28

1. Definities, afkortingen en belangrijke begrippen Hieronder volgen een aantal belangrijke definities, afkortingen en begrippen zoals die voor het mestbeleid gelden: Bedrijf een landbouwbedrijf dat bestaat uit één of meer gebouwen of

afgescheiden gedeelten daarvan en de daarbij horende landbouwgrond, die geheel of gedeeltelijk dienen tot de uitoefening van de landbouw. Dit wordt beoordeeld naar de feitelijke omstandigheden van het geval.

Intermediaire onderneming

een onderneming, niet zijnde een bedrijf, in het kader waarvan dierlijke meststoffen, zuiveringsslib, compost of mengsels van zuiveringsslib en compost worden verhandeld of gebruikt. Geen landbouwbedrijf en heeft dus geen grond of dieren.

Verhandelen van meststoffen

afleveren van meststoffen aan handelaren in of gebruikers dan wel verwerkers van meststoffen alsmede het met het oog daarop voorhanden of in voorraad hebben, aanbieden of vervoeren van meststoffen.

Vervoerder de intermediaire onderneming die verantwoordelijk is voor het vervoer van meststoffen.

Meststoffen producten die toegevoegd kunnen worden aan grond of een groeimedium, waardoor dit (beter) geschikt wordt als voedingsbodem voor planten of producten die zelf een groeimedium of voedingsstof voor planten zijn.

Dierlijke mest uitwerpselen van dieren die worden gehouden voor gebruiks- of winstdoeleinden, inclusief de geheel of gedeeltelijk verteerde inhoud van het maagdarmkanaal. En alle mengsels met deze uitwerpselen en alle producten ervan, hoe weinig dierlijke mest er ook in zit.

- Drijfmest dierlijke mest die verpompbaar is. - Vaste mest dierlijke mest die niet verpompbaar is. Zuiveringsslib slib dat voor minimaal 50% afkomstig is uit een installatie voor

zuivering van huishoudelijk, stedelijk, industrieel of ander (gelijksoortig) afvalwater of slib dat voor minimaal 50% afkomstig is uit septictanks en andere installaties voor verzameling, afvoer en behandeling van afvalwater (met uitzondering van vet- en zandvangers).

Compost product dat bestaat uit één of meer organische afvalstoffen (eventueel gemengd met bodembestanddelen) die door een composteringsproces zijn omgezet tot een stabiel eindproduct, waarin alleen nog langzame afbraak van organische stoffen plaatsvindt. Er mag geen dierlijke mest aan toegevoegd zijn.

Andere meststoffen

alle meststoffen die geen dierlijke mest, zuiveringsslib of compost zijn. Zoals bijvoorbeeld: kunstmest, schuimaarde enz.

VDM Vervoersbewijs Dierlijke Meststoffen AGR/GPS Automatische Gegevens Registratie / Satellietplaatsbepaling met

behulp van het GPS (Global Positioning System). DR Dienst Regelingen, uitvoerende dienst van het Ministerie van LNV,

voert regelingen en wetten voor het Ministerie uit, zoals het Gemeenschappelijk Landbouw beleid, het mestbeleid en subsidieregelingen.

Page 6: Handleiding mestbeleid 2006 - WUR · de regels rond de export van mest heeft het Ministerie van LNV een brochure gemaakt. Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt

CUMELA Nederland Sectie Meststoffendistributie december 2005

Handleiding mestbeleid 2006 5 van 28

AID Algemene Inspectiedienst, uitvoerende dienst van het Ministerie van LNV, die zich bezighoud met de controle en handhaving van wetten en regelingen van het Ministerie van LNV.

Gebruiksnorm maximale hoeveelheid mineralen die per hectare per jaar op een bedrijf gebruikt mag worden.

- Dierlijke mest jaarlijks mag per hectare maximaal 170 kg stikstof uit dierlijke mest worden gebruikt.

- Stikstof totaal de hoeveelheid stikstof uit alle meststoffen (inclusief werkzame stikstof uit dierlijke mest) die jaarlijks per hectare per gewas(groep) per bodemsoort maximaal mag worden gebruikt.

- Fosfaat de hoeveelheid fosfaat uit alle meststoffen (inclusief fosfaat uit dierlijke mest) die jaarlijks per hectare mag worden gebruikt. Er zijn aparte normen voor gras- en bouwland.

Derogatie moeilijk woord voor uitzondering; in het nieuwe mestbeleid gaat het dan om een uitzondering op de gebruiksnorm voor dierlijke mest. Onder bepaalde voorwaarden wordt deze gebruiksnorm opgehoogd naar 250 kg stikstof per hectare per jaar.

Page 7: Handleiding mestbeleid 2006 - WUR · de regels rond de export van mest heeft het Ministerie van LNV een brochure gemaakt. Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt

CUMELA Nederland Sectie Meststoffendistributie december 2005

Handleiding mestbeleid 2006 6 van 28

2. Registratie intermediair • Alleen geregistreerde intermediaire ondernemingen mogen dierlijke meststoffen

vervoeren. Hierop zijn een beperkt aantal uitzonderingen (zie hoofdstuk 6). • MINAS-intermediairs (erkend monsternemers) hebben in november 2005 een

registratieformulier van DR ontvangen. • Indienen kan tot uiterlijk 30 januari 2006 bij DR. • Intermediaire ondernemingen die na 1 januari 2006 wordt opgericht, moeten zich

binnen 30 dagen laten registeren. Overigens is het verstandig om de registratie zo spoedig mogelijk te doen, omdat allerlei elektronische communicatie (inzenden VDM’s, vooraf aanmeldingen) alleen goed verloopt als u geregistreerd bent.

• Bij de registratie worden de volgende gegevens vastgelegd: - de naam en rechtsvorm; - indien van toepassing de aard en samenstelling van het samenwerkingsverband

van personen of rechtspersonen dat de onderneming voert; - de aard van de activiteiten die de onderneming uitvoert; - de locaties van de tot de onderneming behorende gebouwen en het eventuele

correspondentieadres; - de kadastrale aanduiding van de opslagruimten voor meststoffen; - de serienummers, type, versienummer en fabrikant van bemonsterings- en

verpakkingsapparatuur voor drijfmest en van AGR/GPS apparatuur voor drijfmest en vaste mest, alsmede elektronische herkenningscode van het AGR/GPS-apparaat;

- het kenteken en de meldcode of het chassisnummer van de transportmiddelen voor drijfmest;

- alle wijzigingen in de hierboven genoemde zaken moeten binnen 30 dagen na de wijzingen zijn doorgegeven aan DR: dit kan in de loop van 2006 en later via “mijn dossier” op

www.hetlnvloket.nl; in het begin van 2006 kan dit alleen met een formulier dat u telefonisch kunt

aanvragen bij het LNV Loket. • U mag alleen gebruikmaken van transportmiddelen voor drijfmest die zijn

geregistreerd bij DR.

Page 8: Handleiding mestbeleid 2006 - WUR · de regels rond de export van mest heeft het Ministerie van LNV een brochure gemaakt. Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt

CUMELA Nederland Sectie Meststoffendistributie december 2005

Handleiding mestbeleid 2006 7 van 28

3. Opslagen • Intermediair moet al zijn opslagen registeren, ook opslagen die onder MINAS niet

geregistreerd waren of konden worden. • Het gaat om opslagen voor dierlijke mest, zuiveringsslib, compost, mengsels

daarvan. • Iedere opslag krijgt van DR een uniek registratienummer. Dit moet duidelijk zichtbaar

en leesbaar op opslag aangebracht worden. • Bij meerdere opslagen naast elkaar op één locatie, die aan elkaar verbonden zijn

d.m.v. een pijp of een slang, mogen de opslagen als één opslag worden geregistreerd.

• Van iedere opslag wordt op 1 januari 2006 de voorraad bepaald. Jaarlijks moet u de eindvoorraad van alle meststoffen in de opslagen opgeven.

• Van iedere opslag wordt een H1-staat (in- en uitslagregister) bijgehouden: - op formulier dat door Dienst Regelingen wordt verstrekt; - digitaal of op papier, mits daarbij dezelfde berekeningswijze wordt gehanteerd als

op het formulier. • Wijzigingen in hoeveelheden opgeslagen meststoffen (behalve dierlijke mest) binnen

24 uur verwerken op H1-staat. • Wijziging in de hoeveelheid dierlijke meststoffen binnen 24 uur nadat de

analyseresultaten zijn ontvangen op de H1-staat verwerken. • Mestopslagen mogen niet gezamenlijk gebruikt worden door meer dan één bedrijf of

intermediair. • Bij overdracht opslagen zowel van als naar andere intermediaire ondernemingen

mogen de daarin opgeslagen meststoffen op basis van H1-staat worden overgeboekt.

• Wijzigingen in de registratie van de opslagen doorgeven zoals vermeld in hoofdstuk 2.

Page 9: Handleiding mestbeleid 2006 - WUR · de regels rond de export van mest heeft het Ministerie van LNV een brochure gemaakt. Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt

CUMELA Nederland Sectie Meststoffendistributie december 2005

Handleiding mestbeleid 2006 8 van 28

4. Apparatuur Om drijfmest te mogen transporteren is het nodig dat op de tank een bemonsterings- en verpakkingsapparaat is opgebouwd. Dit apparaat moet elektronisch gekoppeld zijn aan een AGR/GPS-unit. Om vaste mest te transporteren is een AGR/GPS-unit nodig. Bemonsterings- en verpakkingsapparatuur en de AGR/GPS-apparatuur moet een typegoedkeuring van het Ministerie van LNV hebben. Niet voor alle mesttransporten is het gebruik van deze apparatuur verplicht. De uitzonderingen staan vermeld in hoofdstuk 5. Ook binnen een intermediaire onderneming (van de ene naar de andere opslag) moet gebruik gemaakt worden van deze apparatuur en is een VDM nodig. Dit is nodig om zicht te houden op de precieze inhoud van de opslagen.

4.1. Bemonsteren Dierlijke mest moet bemonsterd worden als het van het ene naar het andere landbouw-bedrijf of intermediaire onderneming (relatienummer) en binnen een intermediaire onderneming wordt vervoerd.

4.1.1. Drijfmest • Bemonsteringsapparatuur is voorzien van:

- een typeaanduiding; - een versienummer; - een uniek serienummer; - een identificatie van de fabrikant.

• Monster wordt automatisch genomen. • Monsteren altijd bij het laden, als dat mislukt dan bij het lossen. • De volgende eisen gelden:

- monster is minimaal 650 milliliter (het laboratorium moet dit controleren); - toevallige afwijking mag niet meer dan 15% bedragen; - kan zowel bij laden als bij lossen monsteren; - alle mest moet de bemonsteringsapparatuur passeren; - andere in- of uitstroomopeningen moeten dicht zijn (met uitzondering van een

ontluchtingsopening).

4.1.2. Vaste mest Monster wordt genomen door de vervoerder: • Stelt handmatig een representatief monster samen; • Bestaat uit deelmonsters die evenredig verspreid uit de vracht worden genomen; • Monster wordt genomen bij laden of lossen; • Bij export wordt monster genomen bij laden; • Bij import wordt monster genomen bij lossen.

4.1.3. Mengmonsters Voorwaarden: • Binnen periode van maximaal 7 dagen; • Maximaal 12 vrachten; • Verschil in gewicht tussen grootste en kleinste vracht is maximaal 10 % bij drijfmest

en 20% bij vaste mest; • Zelfde leverancier, zelfde intermediair en zelfde afnemer; • Mengmonster wordt op verzoek samengesteld door laboratorium.

Page 10: Handleiding mestbeleid 2006 - WUR · de regels rond de export van mest heeft het Ministerie van LNV een brochure gemaakt. Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt

CUMELA Nederland Sectie Meststoffendistributie december 2005

Handleiding mestbeleid 2006 9 van 28

4.2. Monsterverpakker (alleen bij drijfmest) • De monsterverpakker is voorzien van:

- een typeaanduiding; - een versienummer; - een uniek serienummer; - een identificatie van de fabrikant.

• Monster wordt automatisch verpakt. • Monsterverpakker onlosmakelijk verbonden aan het bemonsteringsapparaat en

apparaten gezamenlijk onlosmakelijk verbonden aan transportmiddel. • De volgende eisen gelden:

- unieke nummering in barcode verpakking; - waarborgt dat verpakking schoon en droog is; - levert de gevulde verpakking zo af dat deze niet meer te openen is.

4.3. Automatische gegevens registratie

4.3.1. Drijfmest • AGR-apparaat is voorzien van:

- een typeaanduiding; - een versienummer; - een uniek serienummer; - een identificatie van de fabrikant.

• Het apparaat verzameld volgende gegevens: - nummer VDM; - identificatienummer bemonsterings- en verpakkingsapparaat; - nummer monsterverpakking; - datum en tijd van laden en lossen; - precieze locatie van laden en lossen.

• Het apparaat verstuurt bij laden en lossen automatisch een bericht: - rechtstreeks naar DR of, - via een centrale database van de GPS-leverancier naar DR.

• De volgende eisen gelden: - elektronisch verbonden met het bemonsterings- en verpakkingsapparaat en GPS

tijdens transport; - koppelt het unieke serienummer van AGR/GPS aan elk elektronisch databericht; - leest combinatienummer uit verpakkingsapparaat; - legt bij scannen VDM, monsterverpakking en bij detectie laden of lossen de tijd

en GPS-coördinaten vast; - maakt zichtbaar dat alle onderdelen van AGR/GPS correct functioneren.

• De werkvolgorde bij laden is: - handmatig scannen van VDM; - controle monsterverpakking; - scannen nummer(s) verpakking; - start laden; - automatische detectie laden: AGR verstuurt laadbericht.

• De werkvolgorde bij lossen is: - handmatig scannen VDM; - (zo nodig controle monsterverpakking, als monsteren bij laden is mislukt); - start lossen; - automatische detectie lossen: AGR vertuurt losbericht.

Page 11: Handleiding mestbeleid 2006 - WUR · de regels rond de export van mest heeft het Ministerie van LNV een brochure gemaakt. Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt

CUMELA Nederland Sectie Meststoffendistributie december 2005

Handleiding mestbeleid 2006 10 van 28

4.3.2. Vaste mest • Het AGR/GPS-apparaat is losse unit. • Bij het laden:

- handmatig scannen barcode VDM; - handmatig scannen nummer(s) monsterverpakking; - handmatig signaal laden op de laadplaats; - apparaat verstuurt laadbericht.

• Bij het lossen: - opnieuw handmatig scannen barcode VDM; - handmatig scannen monsterverpakking; - handmatig signaal lossen op de losplaats; - apparaat verstuurt losbericht.

• Bij export van mest: - laad- en losmeldingen op respectievelijk de laad- en losplaats; - toegestaan, maar niet gewenst, de losmelding bij verlaten van Nederland.

• Bij import van mest: - laad- en losmeldingen op respectievelijk de laad- en losplaats; - toegestaan, maar niet gewenst, laadmelding bij binnenkomst in Nederland.

4.4. Positiebepaling (GPS) • GPS-apparaat bepaalt continue de exacte locatie van het voertuig. • Peilingen worden steeds vastgelegd, tot er weer een nieuwe peiling is. • Ook als de ontvangst wegvalt blijft de laatste locatie beschikbaar.

4.5. Storingsprocedure • Storing in bemonsterings-, verpakkingsapparaat, verpakking of AGR/GPS? • Onmiddellijk melden aan de AID (tel. 045 546 6230, 24 uur per dag te bereiken). • De meldkamer legt een aantal gegeven vast:

- melder storing; - datum en tijd melding (automatisch); - combinatienummer voertuig; - relatienummer vervoerder (automatisch als combinatienummer is verstrekt); - naam, adres en woonplaats vervoerder (automatisch als relatienummer is

opgegeven); - kenteken voertuig; - soort storing.

• Melder ontvangt storingsnummer, dit nummer is bij de vooraf aanmeldingen en bij het afmelden van de storing nodig.

• Normaal mag nog maximaal 24 uur doorgewerkt worden. • AID beslist of werkzaamheden voortgezet mogen worden. • Als storing in bemonstering- of verpakkingsapparaat: vooraf melden van vrachten via

de zware variant (zie paragraaf 5.2). • Als storing in AGR/GPS-apparaat dan:

- tot 1 juli 2006: transport voortzetten alsof geen AGR/GPS aanwezig is, dus melden via lichte variant (zie paragraaf 5.1);

- vanaf 1 juli 2006: vooraf aanmelden van vrachten via de zware variant (zie paragraaf 5.2).

• Storing niet binnen 24 uur verholpen? geen dierlijke mest meer vervoeren. • Als storing is verholpen dan weer melden bij meldkamer AID. Zij leggen dan vast:

- naam melder storing opgeheven;

Page 12: Handleiding mestbeleid 2006 - WUR · de regels rond de export van mest heeft het Ministerie van LNV een brochure gemaakt. Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt

CUMELA Nederland Sectie Meststoffendistributie december 2005

Handleiding mestbeleid 2006 11 van 28

- datum en tijd van opheffen storing.

4.6. Wegen • Vaststellen gewicht moet met een weegwerktuig, dus alleen geijkt weegsysteem. • Dit kan met een weegbrug (vast of mobiel) of een aanboord weegsysteem. • Het aslastmeetsysteem is dus op dit moment niet toegestaan. • Steeds zowel het leeg- als het volgewicht vaststellen. • Uitzondering voor leegwegen bij containers, waarvan het leeggewicht eenmalig is

vastgesteld en onuitwisbaar op de container is aangebracht. • Indien een aanboord geijkt weegsysteem na reparatie niet opnieuw is gekalibreerd,

mogen de wegingen hiervan niet gebruikt worden(want niet geijkt).

Page 13: Handleiding mestbeleid 2006 - WUR · de regels rond de export van mest heeft het Ministerie van LNV een brochure gemaakt. Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt

CUMELA Nederland Sectie Meststoffendistributie december 2005

Handleiding mestbeleid 2006 12 van 28

5. Vooraf aanmelden mesttransporten In het nieuwe mestbeleid is een mogelijkheid in gebouwd om intermediairs te verplichten alle mesttransporten vooraf aan te melden: • Als overgangsmaatregel voor AGR/GPS tot 1 juli 2006. Hiervoor geldt de lichte

variant en aanmelden kan tot vlak voor aanvang transport (uitzondering voor mestexport onder de EVOA);

• Als onderdeel van de storingsprocedure (zie paragraaf 4.5). Aanmelden kan tot vlak voor aanvang transport bij de meldkamer AID;

• Als strafmaatregel. Hiervoor geldt de zware variant, met als toevoeging dat de meldingen minimaal 24 uur voor aanvang van het transport gedaan moeten zijn. Aanmelden bij DR.

5.1. Lichte variant • Dit kan zowel via internet (24 uur per dag) als via de telefoon (0900 501 5023,

dagelijks van 6.00 tot 22.00 uur, betaalnummer € 0,50 per gesprek). Aanmelding via internet heeft de voorkeur. Voor internetadressen en telefoonnummers, zie hoofdstuk 13.

• Bij de aanmelding moet per transport de volgende gegevens verstrekt worden: - Relatienummer leverancier; - Postcode en huisnummer van de laadlocatie; - Relatienummer intermediair; - Datum van het transport.

• Vrijwillig ook het nummer van het betrokken VDM. • Vrijwillig het emailadres van de intermediair. Wij adviseren u om uw emailadres in

ieder geval ook op te geven, u ontvangt dan een ontvangstbevestiging van de vooraanmelding.

• Als een transport niet doorgaat: afmelden tot één dag na gemelde transportdatum.

5.2. Zware variant Bij de aanmelding moet per transport de volgende gegevens verstrekt worden: • Relatienummer leverancier; • Postcode en huisnummer laadlocatie; • Datum van het transport; • Relatienummer intermediair; • Nummer VDM; • Kenteken en meldcode of chassisnummer transportmiddel; • Relatienummer afnemer; • Postcode en huisnummer loslocatie; • Emailadres intermediair.

Page 14: Handleiding mestbeleid 2006 - WUR · de regels rond de export van mest heeft het Ministerie van LNV een brochure gemaakt. Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt

CUMELA Nederland Sectie Meststoffendistributie december 2005

Handleiding mestbeleid 2006 13 van 28

6. Uitzonderingen Op de verplichting voor bemonsteren, wegen, AGR/GPS zijn een aantal uitzonderingen. In veel van de uitzonderingen hoeft de mest niet bemonsterd en gewogen te worden en hoeft er geen AGR/GPS gebruikt te worden en hoeft het transport ook niet uitgevoerd te worden door een geregistreerd intermediair. De te hanteren mestcodes op het VDM en de forfaitaire gehaltes zijn vermeld in Bijlage 1: Mestcodes en forfaitaire mineralengehalten. Het gewicht wordt in die gevallen berekend op basis van het volume en het soortelijk gewicht van de mest. Een enkele uitzondering gaat alleen over de plaats van bemonsteren en wegen of de vrijstelling van gebruik van AGR/GPS. Bij al deze uitzonderingen gaat het om de afvoer van mest vanaf een veehouderijbedrijf.

6.1. Binnen landbouwbedrijf • Bemonsteren, wegen en AGR/GPS niet nodig. Geregistreerd intermediair niet nodig. • Gebruik VDM niet nodig. • Transport over langere afstand:

- Als lossen in opslag: is beroepsgoederenvervoer, gebruik noodzakelijke documenten (AVC of CMR);

- Als in samenhang met aanwenden: is loonwerk, gebruik hiervoor eigen transportdocument/werkbrief.

• Niet toegestaan dat een afnemer een container huurt en die op het erf van een veehouder zet, waarbij de mest bemonsterd wordt en daarna in de container wordt gepompt, waarna het transport als bedrijfsintern transport naar de afnemer gaat. De gehuurde container en de locatie waar zij staat zijn geen onderdeel van het bedrijf van de afnemer (zie de definitie van bedrijf in paragraaf 1).

6.2. Boer/boertransport • Boer/boertransport: zonder bemonsteren, wegen en AGR/GPS. Wel VDM,

geregistreerd intermediair niet nodig. • Voorwaarden:

- veehouder kan minimaal 85% van de jaarlijkse dierlijke mestproductie (in fosfaat) op de bij zijn bedrijf horende landbouwgrond plaatsen;

- overige maximaal 15% mag via boer/boertransport verreden worden; - bij minder dan 85% plaatsing op eigen grond moet alle af te voeren mest met

wegen, bemonsteren en AGR/GPS plaatsvinden; - afstand tussen productielocatie en loslocatie hemelsbreed maximaal 10 km; - bij overschrijding 10 km kan transporteur ook beboet worden; - mest moet rechtstreeks geleverd worden, tussenopslag is niet toegestaan; - Pas op! Zorg dat de verantwoordelijkheid voor het onderschrijden van de 85% en

voor de maximale 10 kilometer bij de leverancier van de mest blijft liggen. Neem dit in een contract op.

6.3. Tijdelijk verhuurd land (Vogelaar-variant) • Transport naar tijdelijk uitgebruik gegeven (bijvoorbeeld verhuurde) landbouwgrond;

niet bemonsteren, wegen en AGR/GPS. Wel VDM, geregistreerd intermediair niet nodig.

• Voorwaarden: - grond moet minimaal twee jaar voorafgaand bij het verhurende bedrijf in gebruik

zijn geweest; - contract voor de tijdelijke verhuur heeft betrekking op maximaal één jaar;

Page 15: Handleiding mestbeleid 2006 - WUR · de regels rond de export van mest heeft het Ministerie van LNV een brochure gemaakt. Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt

CUMELA Nederland Sectie Meststoffendistributie december 2005

Handleiding mestbeleid 2006 14 van 28

- afstand tussen productielocatie mest en perceel is hemelsbreed maximaal 10 km; - hoeveelheid mest is maximaal de gebruiksnorm fosfaat voor perceel.

6.4. Particulieren • Levering van veehouder aan particulieren: niet bemonsteren, wegen en AGR/GPS.

Wel VDM, geregistreerd intermediair niet nodig. • Voorwaarden:

- maximaal 20 kg fosfaat per kalenderjaar per particulier; - veehouder levert per kalenderjaar maximaal 250 kg fosfaat aan particulieren; - levering alleen rechtstreeks, dus zonder tussenopslag.

• Als een intermediair levert aan een particulier, dan is wegen, bemonsteren en AGR/GPS wel nodig. Er mag dan maximaal 20 kg fosfaat per ha overige grond geleverd worden. Is de overige grond grasland of bouwland dan mag maximaal 85 kg fosfaat en maximaal 170 kg stikstof aangevoerd worden (zie ook paragraaf 6.11).

6.5. Percelen in Duitsland en België • Voor de meststoffenwet hoort alleen grond in Nederland tot het bedrijf. Aanwenden

van mest op eigen grond in Duitsland of België is formeel afvoer van de mest. Afvoer van mest van veehouder voor de bemesting zonder bemonsteren, wegen en AGR/GPS. Wel VDM, geregistreerd intermediair niet nodig.

• Voorwaarden: - hoeveelheid mest overschrijd de aanvoernorm voor die hectares in fosfaat niet; - afstand tussen het perceel en de grens maximaal 25 km is in België of 20 km in

Duitsland; - perceel is in de normale bedrijfsvoering betrokken.

6.6. Konijnengier • Konijnengier met een drogestofgehalte van minder dan 2,5% kan worden afgevoerd

zonder bemonstering, wegen en AGR/GPS. Wel VDM, geregistreerd intermediair niet nodig.

6.7. Kalvergier aan SMG • Bij rechtstreekse levering van kalverhouder aan de kalvergiervoorzuivering, op basis

van een contract: - Bemonsteren niet door intermediair, maar door kalvergiervoorzuivering; - AGR/GPS en geregistreerd intermediair is niet nodig.

• Tijdens het transport moet wel een VDM aanwezig zijn, voorafgaand aan het transport moet hierop de volgende onderdelen ingevuld worden: - onderdeel 1: gegevens van de leverancier; - onderdeel 3a: gegevens van de vervoerder (m.u.v. nummer CMR); - onderdeel 3b: gegevens vervoer (m.u.v. combinatienummer, netto gewicht en

tijdstip van lossen); - onderdeel 5: gegevens van de afnemer; - ondertekening door leverancier.

• Bij het lossen moeten de volgende gegevens worden ingevuld: - onderdaal 3b: alleen tijdstip van het lossen; - ondertekening door vervoerder.

• Na weging en monstering van de vracht worden de volgende gegevens ingevuld: - onderdeel 3b: alleen het netto gewicht; - onderdeel 3c: alleen nummer(s) monsterverpakking;

Page 16: Handleiding mestbeleid 2006 - WUR · de regels rond de export van mest heeft het Ministerie van LNV een brochure gemaakt. Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt

CUMELA Nederland Sectie Meststoffendistributie december 2005

Handleiding mestbeleid 2006 15 van 28

- ondertekening door afnemer.

6.8. Mestkorrels Alle mestkorrels met een drogestof gehalte van 90% of meer zij uitgezonderd van de plicht tot bemonsteren, wegen en AGR/GPS. Wel VDM. , geregistreerd intermediair niet nodig.

6.9. Champignonsubstraat • Grondstoffen en substraat voor de teelt van champignons; niet bemonsteren, wegen

en AGR/GPS.Een geregistreerd intermediair is niet nodig. Een VDM is niet nodig, een ander transportdocument met daarop in ieder geval NAW-gegevens leverancier, relatienummer afnemer, gewicht van de vracht en het soort product is voldoende. Dit geldt voor: - afvoer paardenmest naar een onderneming die substraat voor de teelt van

champignons produceert. Hier is wel een VDM nodig; - afvoer substraat naar de champignonteler; - afvoer gebruikt substraat van de champignonteler naar een landbouwbedrijf.

6.10. Afvoer van klein bedrijf • Afvoer van mest van een klein landbouwbedrijf: niet bemonsteren, wegen en

AGR/GPS. Wel VDM, geregistreerd intermediair is niet nodig. • Voorwaarden:

- oppervlakte landbouwgrond bij bedrijf kleiner dan 3 ha.; - productie en aanvoer van mest is samen minder dan 350 kg stikstof; - heeft alleen betrekking op de meststoffen die op het bedrijf zijn geproduceerd; - aflevering gebeurt rechtstreeks, zonder tussenopslag; - afstand tussen betrokken bedrijven is hemelsbreed maximaal 10 km.

6.11. Afvoer naar natuurterrein of overige grond • Afvoer van mest van veehouder naar natuurterrein of overige grond: niet

bemonsteren, wegen en AGR/GPS. Wel VDM, geregistreerd intermediair is niet nodig.

• Voorwaarden: - leverancier mest heeft exclusieve gebruiksrecht op natuurterrein of overige grond; - maximale afvoer per ha:

Grasland Bouwland Geen gras/bouwland natuurgrond 70 kg fosfaat,

170 kg. stikstof n.v.t. 20 kg fosfaat

overige grond 85 kg fosfaat, 170 kg stikstof

85 kg fosfaat, 170 kg stikstof

20 kg fosfaat

- afstand tussen productielocatie mest en betreffende terreinen maximaal 20 km.

Page 17: Handleiding mestbeleid 2006 - WUR · de regels rond de export van mest heeft het Ministerie van LNV een brochure gemaakt. Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt

CUMELA Nederland Sectie Meststoffendistributie december 2005

Handleiding mestbeleid 2006 16 van 28

7. Vervoersbewijs dierlijke meststoffen • VDM blijft op papier, om te gebruiken tijdens transport en als afschrift voor

leverancier, afnemer en overige betrokkene. Wel elektronisch indienen. • Met de handtekening verklaren leverancier, vervoerder en afnemer dat hun deel van

het VDM naar waarheid is ingevuld. • Vervoerder is verantwoordelijk voor het VDM. Hij draagt er zorg voor dat het VDM

volledig wordt ingevuld. • Bij controles is het ondertekende VDM het bewijsmateriaal. • Het VDM verandert niet, maar veld CMR en code monsternemer hoeven niet meer

ingevuld. • De zonodig te gebruiken opmerkingcodes zijn vermeld in Bijlage 2: Opmerkingcodes

VDM. Deze codes moeten terstond worden ingevuld als één van die omstandigheden zich voordoet.

• Inhuur materieel: - bedrijf dat transport feitelijk uitvoert als vervoerder op VDM; - inhurende partij als overige betrokkene op VDM; - overige betrokkene komt ook op servicemelding.

• Voor een instructie voor het invullen van het VDM wordt verwezen naar de toelichting die bij de VDM’s wordt gevoegd.

• Gegevens kunnen ook op vrije ruimte rechts op VDM wordt ingeprint. Invullen in de velden hoeft dan niet meer.

• Intermediair kan zich laten machtigen om namens leverancier en/of afnemer te tekenen op het VDM. Een voorbeeld machtiging is opgenomen in Bijlage 4: Voorbeeld Machtiging. Voorwaarden zijn: - schriftelijk machtigen voorafgaand aan transport; - ondertekening door beide partijen; - bevat datum en duur van machtiging; - bevat relatienummers van betrokken bedrijf en intermediair; - machtiging wordt op kantoor bewaard en is op eerste vordering voor AID

beschikbaar; - AID kan vragen de machtiging terstond te faxen.

• VDM bestellen bij het LNV-loket: tel 0800 22 333 22 of via www.hetlnvloket.nl. • Vanaf 1 januari 2006 informatie van VDM verplicht elektronisch inzenden. Deze

verplichting geldt niet als gebruik gemaakt mag worden van de uitzonderingen met forfaitaire gehaltes. Mogelijkheden: - via een internetpagina van het Ministerie van LNV (www.hetlnvloket.nl, inloggen

in ‘mijn dossier’); - via de website www.VDMadmin.nl; - via een mestmodule in een bedrijfsmanagementsysteem (bv. AGRO-IT of

ROVECOM); - via sommige dienstverleners (bv. laboratoria, bemiddelingsorganisaties).

• Inzenden gegevens van VDM: - bij wegen, bemonsteren en analyseren: binnen 30 werkdagen; - bij forfaitaire gehaltes en berekend gewicht: binnen 10 werkdagen (hoeft niet

elektronisch). • Bij ontdekken fouten in gegevens VDM voor inzenden naar DR, kan de papierenversie

gecorrigeerd worden en worden alleen de juiste gegevens elektronisch ingezonden. • Bij ontdekken fouten in gegevens VDM na inzending en registratie door DR is

wijziging alleen nog mogelijk na overleggen bewijsmateriaal.

Page 18: Handleiding mestbeleid 2006 - WUR · de regels rond de export van mest heeft het Ministerie van LNV een brochure gemaakt. Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt

CUMELA Nederland Sectie Meststoffendistributie december 2005

Handleiding mestbeleid 2006 17 van 28

• Per kwartaal blijft u een servicemelding ontvangen.

Page 19: Handleiding mestbeleid 2006 - WUR · de regels rond de export van mest heeft het Ministerie van LNV een brochure gemaakt. Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt

CUMELA Nederland Sectie Meststoffendistributie december 2005

Handleiding mestbeleid 2006 18 van 28

8. Laboratorium • Laboratorium moet geaccrediteerd (erkend) zijn door de Raad voor Accreditatie (zie

lijst op www.hetlnvloket.nl, zoek naar “laboratoria”). • Vervoerder bewaart monsters zo dat ze in goede staat blijven. • Mestmonsters binnen tien dagen verzenden naar een laboratorium. • Als monsterverpakking bij binnenkomst laboratorium beschadigd is, wordt AID

gewaarschuwd. • Binnen twee weken na ontvangst monster verzendt laboratorium het analyserapport

aan de vervoerder, afnemer, leverancier, overige betrokkene en DR. • Binnen tien dagen na verzenden analyserapport kan door leverancier, vervoerder of

afnemer één maal een heranalyse worden aangevraagd bij hetzelfde laboratorium.

Page 20: Handleiding mestbeleid 2006 - WUR · de regels rond de export van mest heeft het Ministerie van LNV een brochure gemaakt. Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt

CUMELA Nederland Sectie Meststoffendistributie december 2005

Handleiding mestbeleid 2006 19 van 28

9. Administratieve verplichtingen • Iedere intermediaire onderneming moet zich laten registeren bij DR (zie paragraaf 2). • De intermediair houdt een inzichtelijke administratie bij. Deze administratie bevat in

ieder geval: - originele VDM’s; - afleveringsbewijzen BOOM; - weegbonnen; - analyserapporten; - ritstaten van vervoermiddelen; - werkbriefjes en dagstaten van werknemers; - tachograafschijven (indien noodzakelijk voor gebruikte voertuigen); - facturen en betalingen.

• Zodat op ieder moment inzichtelijk waar meststoffen vandaan komen en heen zijn gegaan.

• De administratie: - wordt tijdig, volledig en naar waarheid bijhouden; - heeft betrekking op een kalenderjaar; - samen met onderliggend bewijsmateriaal gedurende vijf jaar bewaren.

Page 21: Handleiding mestbeleid 2006 - WUR · de regels rond de export van mest heeft het Ministerie van LNV een brochure gemaakt. Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt

CUMELA Nederland Sectie Meststoffendistributie december 2005

Handleiding mestbeleid 2006 20 van 28

10. Informatieverstrekking • Na afloop van een kalenderjaar verstrekt intermediair voor 1 februari volgende

gegevens aan DR: - hoeveelheden meststoffen aan- en afgevoerd (excl. dierlijke mest en BOOM-

stoffen, want al via VDM of afleveringsbewijs BOOM); - hoeveelheid meststoffen die via overdracht mestopslag(en) is aan- of afgevoerd; - hoeveelheden meststoffen die op 31 december in opslag was (zowel dierlijke

mest als andere meststoffen). • U ontvangt hiervoor een formulier.

Page 22: Handleiding mestbeleid 2006 - WUR · de regels rond de export van mest heeft het Ministerie van LNV een brochure gemaakt. Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt

CUMELA Nederland Sectie Meststoffendistributie december 2005

Handleiding mestbeleid 2006 21 van 28

11. Aanwenden van mest • Uitrijverboden zijn de komende jaren in hoofdlijn als volgt:

- Zandgronden: niet uitrijden van 1 september tot en met 31 januari; - Grasland op klei- en veengrond: niet uitrijden van 16 september tot en met 31

januari; - Vaste mest op bouwland op klei- en veengrond: geen uitrijverbod; - Drijfmest op bouwland op veengrond: niet uitrijden van 16 september tot en met

31 januari; - Drijfmest op bouwland op kleigrond, niet uitrijden volgens volgende schema:

Jaar vanaf tot en met 2005/2006 1 december 31 januari 2006/2007 16 november 31 januari 2007/2008 1 november 31 januari 2008/2009 16 oktober 31 januari 2009/2010 en verder 16 september 31 januari

• Verbod op gebruik stikstofkunstmest in hoofdlijn van 16 september tot en met 31 januari.

• Voorschriften emissiearm aanwenden zijn de komende jaren in hoofdlijn als volgt: - Drijfmest op grasland: injecteren, zodebemesten of sleepvoetmachine; - Vaste mest op grasland: bovengronds; - Drijfmest op bouwland:

Beteeld bouwland: in sleufjes in de grond, sleufjes niet breder dan 5 cm; Onbeteeld bouwland: in sleufjes in de grond, sleufjes niet breder dan 5 cm,

minimaal 5 cm diep. tot en met 2007: in maximaal twee direct opeenvolgende werkgangen, zo dat

de mest direct nadat deze op de grond is gekomen in de grond wordt gebracht of intensief met de grond wordt gemengd: Er zijn dus vrijwel steeds twee machines aan het werk!

2008 en verder, drijfmest: in één werkgang, waarbij de mest op de grond wordt aangebracht en ondergewerkt;

2008 en verder, vaste mest: in maximaal twee direct opeenvolgende werkgangen, zo dat de mest direct nadat deze op de grond is gekomen in de grond wordt gebracht of intensief met de grond wordt gemengd: Er zijn dus steeds twee machines aan het werk!

• Alle details en uitzonderingen staan in gebruikswijzer dierlijke en overige organische meststoffen die CUMELA Nederland jaarlijks voor haar leden beschikbaar stelt.

Page 23: Handleiding mestbeleid 2006 - WUR · de regels rond de export van mest heeft het Ministerie van LNV een brochure gemaakt. Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt

CUMELA Nederland Sectie Meststoffendistributie december 2005

Handleiding mestbeleid 2006 22 van 28

12. Middelvoorschriften

12.1. Vernietigen van grasland • Vernietigen grasland: doodspuiten, ploegen, frezen, eggen. • Mag alleen in de volgende periodes:

- Op klei- en veengrond: van 1 februari tot en met 15 september; - Op zandgrond: van 1 februari tot en met 10 mei.

• Voorwaarde: - direct aansluitend een teelt gewas uit lijst (in Bijlage 3: Nateelt vernietiging

grasland); - bemesting van deze percelen mag alleen na monstername en op basis van

bemestingsadvies. • Uitzonderingen:

- van 16 september tot en met 30 november als direct aansluitend tulp, krokus, iris of muscari wordt geplant;

- van 1 november tot en met 31 december op kleigrond als de eerst volgende teelt geen gras is;

- als sprake is van kavelinrichtingswerken na vaststelling plan van toedeling op basis van: landinrichtingsplan, waarin voorzien is in herverkaveling; herinrichtingsplan op basis van Herinrichtingwet Oost –Groningen en de

Gronings-Drentse Veenkoloniën, waarin voorzien is in een herverkaveling; een plan van voorzieningen dat is vastgesteld op basis van de

Reconstructiewet Midden-Delftland; een reconstructieplan op basis van de Reconstructiewet

concentratiegebieden, waarin voorzien is in herverkaveling.

12.2. Teelt stikstofbehoeftig gewas na maïs • Na de teelt van maïs op zand- en lössgrond is het verplicht direct aansluitend gras,

winterrogge, bladkool of bladrammenas te telen. • Deze nateelt mag niet voor 1 februari van het volgende jaar vernietigd worden.

Page 24: Handleiding mestbeleid 2006 - WUR · de regels rond de export van mest heeft het Ministerie van LNV een brochure gemaakt. Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt

CUMELA Nederland Sectie Meststoffendistributie december 2005

Handleiding mestbeleid 2006 23 van 28

13. Belangrijke internetadressen en telefoonnummers

13.1. Internetadressen Vooraf aanmelden mesttransporten (alternatief voor AGR/GPS): www. hetlnvloket.nl; inloggen in ‘mijn dossier’. Als u geen inlogcode (meer) hebt kunt u die telefonisch contact opnemen met het LNV-loket. Het LNV-loket: www.hetlnvloket.nl

13.2. Telefoonnummers Vooraf aanmelden mesttransporten (alternatief voor AG/GPS): 0900 501 5023 (tussen 06.00 en 22.00 uur; € 0,50 per gesprek) Vooraf aanmelden mesttransporten (storingsprocedure of strafmaatregel): 045 546 6230 (24 uur per dag) Melden storing: 045 546 6230 (24 uur per dag) of fax: 045 546 1011 of mail: [email protected] Het LNV-loket: 0800 22 333 22 (op werkdagen tussen 08.30 en 16.30 uur)

13.3. Organisaties Dienst Regelingen Uitvoerende dienst van het Ministerie van LNV Postbus 322 9400 AH Assen tel.: 0800 22 333 22 web: www.hetlnvloket.nl Algemene Inspectiedienst Postbus 234 6461 CA Kerkrade tel.: 045 546 6230 mail: [email protected] CUMELA Nederland Belangenvereniging voor ondernemers in Cultuurtechnische Werken en Grondverzet, Meststoffendistributie en Loonwerken in de Agrarische sector in Nederland Postbus 1156 3860 BD Nijkerk tel.: 033 247 4900 mail: [email protected] web: www.cumela.nl Bureau Mest Afzet (BMA) Postbus 1156 3860 BD Nijkerk tel. 033 247 4980 mail : [email protected] Web : www.bureaumestafzet.nl

Page 25: Handleiding mestbeleid 2006 - WUR · de regels rond de export van mest heeft het Ministerie van LNV een brochure gemaakt. Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt

CUMELA Nederland Sectie Meststoffendistributie december 2005

Handleiding mestbeleid 2006 24 van 28

Bijlage 1: Mestcodes en forfaitaire mineralengehalten Diersoort/omschrijving Mestcode Kg stikstof

per ton mest

Kg fosfaat per ton mest

Rundvee Vaste mest 10 7,1 5,3 Gier en filtraat na mestscheiding 11 4,1 2,0 Koek na mestscheiding 13 19,9 13,9 Drijfmest behalve van

vleeskalveren 14 4,5 1,9

Bewerkte kalvergier 17 3,2 6,8 Vleeskalveren, witvlees 18 3,0 1,9 Vleeskalveren, rosevlees 19 4,7 2,1Kalkoenen Mest, alle systemen 23 23,1 18,7Kippen Drijfmest 30 10,4 7,0 Deeppitstal, kanalenstal 31 28,5 28,8 Mestband 32 25,7 19,8 Mestband + nadroog 33 36,5 28,2 Geheel of gedeeltelijk

strooiselstal (incl voliérestal/ scharrelstal)

35 22,9 25,1

Vleeskuikens en parelhoenders

Mest, alle systemen 39 32,6 17,7

Varkens Vaste mest 40 8,2 8,7 Gier en filtraat na mestscheiding 41 4,7 1,1 Koek na mestscheiding 43 18,7 19,5 Drijfmest fokzeugen, incl.

biggen, opfokzeugen/-beren, dekberen

46 5,8 3,5

Drijfmest vleesvarkens 50 7,0 3,9Schapen Mest, alle systemen 56 8,3 4,6Geiten Drijfmest 60 8,1 4,1 Vaste mest 61 9,6 5,2Vossen Mest, alle systemen 70 37,2 27,4Nertsen Vaste mest 75 34,2 35,8 Drijfmest 76 12,2 7,3Eenden Vaste mest 80 8,9 8,1 Drijfmest 81 6,2 4,7Konijnen Vaste mest 90 11,9 11,7 Drijfmest met percentage droge

stof , 2,5% 91 0,0 0,0

Drijfmest 92 5,1 4,1Paarden Vaste mest 25 5,0 3,0Ezels Vaste mest 26 5,0 3,0Pony’s Vaste mest 27 5,0 3,0Herten Vaste mest 95 7,1 5,3Waterbuffels Mest, alle systemen 96 4,5 1,9Knobbelgans Vaste mest 97 8,9 8,1Grauwe gans Vaste mest 98 8,9 8,1

Page 26: Handleiding mestbeleid 2006 - WUR · de regels rond de export van mest heeft het Ministerie van LNV een brochure gemaakt. Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt

CUMELA Nederland Sectie Meststoffendistributie december 2005

Handleiding mestbeleid 2006 25 van 28

Diersoort/omschrijving Mestcode Kg stikstof per ton mest

Kg fosfaat per ton mest

Fazanten en patrijzen

Vaste mest 99 32,6 17,7

Struisvogels, emoes en nandoes

Vaste mest 100 23,1 18,7

Vleesduif Vaste mest 101 23,1 18,7Bruine rat Vaste mest 102 11,9 11,7Tamme muis Vaste mest 103 11,9 11,7Cavia Vaste mest 104 11,9 11,7Goudhamster Vaste mest 105 11,9 11,7Gerbil Vaste mest 106 11,9 11,7Fase 1 substraat 107 5,0 3,0Fase 3 substraat **) 109 8,0 4,4Champost ***) 110 21,0 *) 12,5 *) *) De stikstof- en fosfaatgehalten voor champost gelden per ton droge stof. **) Fase 3 substraat is het product dat van het compostbedrijf wordt vervoerd naar

de champignonkwekerij. ***) Champost is het product dat van de champignonkweker naar de akkerbouwer

wordt vervoerd.

Page 27: Handleiding mestbeleid 2006 - WUR · de regels rond de export van mest heeft het Ministerie van LNV een brochure gemaakt. Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt

CUMELA Nederland Sectie Meststoffendistributie december 2005

Handleiding mestbeleid 2006 26 van 28

Bijlage 2: Opmerkingcodes VDM Grensoverschrijdend Export België 11 Export Duitsland 12 Verklaring eigen gebruik 13 Export Frankrijk 14 Export overige landen 19 Import België 21 Import Duitsland 22 Erkenning als grensoverschrijdend veeteeltbedrijf 23 Import Frankrijk 24 Import Overige landen 29 Hoeveelheidbepaling Levering aan particulier 31 Boer-boer 32 Afvoer naar uitgebruik gegeven grond 33 Afvoer naar natuurterrein 34 Afvoer kleine bedrijven (< 350 kg N < 3ha) 35 Konijnengier (drogestof < 2,5 %) 36 Afvoer uit COO vergistinginstallatie 93 Bemonstering Mestmonster verloren gegaan 50 Analyse van het monster mislukt 52 Heranalyse 53 Storingen apparatuur Apparatuur defect 55 Bijzonderheden transport Geen wegtransport (bijv. pijpleiding KGBI) 42 Wegtransport KGBI 44

Page 28: Handleiding mestbeleid 2006 - WUR · de regels rond de export van mest heeft het Ministerie van LNV een brochure gemaakt. Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt

CUMELA Nederland Sectie Meststoffendistributie december 2005

Handleiding mestbeleid 2006 27 van 28

Bijlage 3: Nateelt vernietiging grasland Aardbei Aardappelen Acidanthera Andijvie Anemone coronaria Augurk Bleek- en groenselderij Bloemkool Boerenkool Broccoli Buitenbloemen Chinese kool Courgette Fritillaria imperialis Gladiool Gras Graszaad Graszoden Iris Hyacint Karwij Knolbegonia Knolselderij Knolvenkel Koolraap Koolrabi Koolzaad Krokus Kroten Kruiden Laanbomen: opzetters Landbouwstambonen Lelie

Maïs Meloen Muscari Narcis Paksoi Plantui, 2e jaars Pompoen Prei Raapstelen Rabarber Rode kool Savooiekool Schorseneren Sla Spinazie Spitskool Spruitkool Stam- en stokbonen Suikerbiet Suikermaïs Triticale Tulp Vaste planten Venkel Voederbiet Wintergerst Winterrogge Wintertarwe Winterui Witte kool Zaaiui Zomertarwe

Page 29: Handleiding mestbeleid 2006 - WUR · de regels rond de export van mest heeft het Ministerie van LNV een brochure gemaakt. Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt

CUMELA Nederland Sectie Meststoffendistributie december 2005

Handleiding mestbeleid 2006 28 van 28

Bijlage 4: Voorbeeld Machtiging Machtiging ondertekening Vervoersbewijs Dierlijke Mest PARTIJEN Naam leverancier / afnemer *): Naam : Adres : Postcode / Woonplaats : Telefoon / Fax : Relatienummer LNV/DR : Hierna te noemen leverancier / afnemer*) Naam loonwerker / meststoffendistributeur*): Naam : Adres : Postcode / Woonplaats : Telefoon / Fax : Relatienummer LNV/DR : Hierna te noemen loonwerker / meststoffendistributeur*) KOMEN OVEREEN: Leverancier / afnemer*) machtigt loonwerker / meststoffendistributeur*) namens hem te tekenen voor afvoer / aanvoer*) van dierlijke meststoffen op het Vervoersbewijs Dierlijke Mest. Deze machtiging gaat in op de datum van dagtekening en heeft een: • Onbeperkte duur • Beperkte duur tot en met: ... - ... - 20... *) ONDERTEKENING Aldus in tweevoud opgemaakt d.d. … - … - 20… Handtekening leverancier / afnemer*) Handtekening loonwerker / meststoffendistibuteur*) …………………………………………. ……………………………………… *) doorhalen wat niet van toepassing is