Handleiding Industriële Warmtebenutting · inrichting of buiten de grenzen van de eigen...

20
Handleiding Industriële Warmtebenuing

Transcript of Handleiding Industriële Warmtebenutting · inrichting of buiten de grenzen van de eigen...

Page 1: Handleiding Industriële Warmtebenutting · inrichting of buiten de grenzen van de eigen bedrijfsinrichting. Er vindt dan een warmteoptimalisatie plaats op gebiedsniveau. Het gaat

HandleidingIndustriële Warmtebenutting

Page 2: Handleiding Industriële Warmtebenutting · inrichting of buiten de grenzen van de eigen bedrijfsinrichting. Er vindt dan een warmteoptimalisatie plaats op gebiedsniveau. Het gaat
Page 3: Handleiding Industriële Warmtebenutting · inrichting of buiten de grenzen van de eigen bedrijfsinrichting. Er vindt dan een warmteoptimalisatie plaats op gebiedsniveau. Het gaat

Inhoudsopgave

1 Samen bouwen aan efficiënt gebruik van warmte 4 1.1 Waarom deze regeling? 5 1.2 Voor wie is deze handleiding bestemd? 5

2 Programma Industriële Warmtebenutting 6 2.1 Past mijn idee binnen de regeling Industriële 6 Warmtebenutting? 2.2 Haalbaarheidsonderzoek 8 2.3 Investeringsproject 8 2.4 Hoeveel subsidie kan ik krijgen? 8 2.5 Zijn er beperkingen of specifieke voorwaarden? 9

3 Subsidie aanvragen 10 3.1 De voorbereiding: een projectidee indienen 10 3.2 De aanvraag: onderdelen van de subsidieaanvraag 10 3.3 De subsidieaanvraag indienen 11 3.4 De procedure bij Agentschap NL na het 12 indienen van uw aanvraag 3.5 Als aan uw project subsidie wordt toegekend 12 3.6 Wat gebeurt er bij afwijzing van een aanvraag? 12

4 Samenwerkingsovereenkomsten 13 4.1 Welke overeenkomst is voor u van belang? 13 4.2 Wat houdt de overeenkomst in? 13

5 Vereisten aan een haalbaarheidsonderzoek Warmtereductie 14

6 De vijf criteria op basis waarvan de ranking plaatsvindt 16 6.1 Toelichting op de criteria 17 6.2 Toelichting op de berekening van het exergetische criterium 17

3 | Handleiding Industriële Warmtebenutting | Inhoudsopgave

Page 4: Handleiding Industriële Warmtebenutting · inrichting of buiten de grenzen van de eigen bedrijfsinrichting. Er vindt dan een warmteoptimalisatie plaats op gebiedsniveau. Het gaat

1 Samen bouwen aan efficiënt gebruik van warmte

Page 5: Handleiding Industriële Warmtebenutting · inrichting of buiten de grenzen van de eigen bedrijfsinrichting. Er vindt dan een warmteoptimalisatie plaats op gebiedsniveau. Het gaat

1.1 Waarom deze regeling ? Warmte is in de industrie essentieel voor het goed functioneren van het primaire productieproces. Vaak blijft na gebruik restwarmte over, terwijl de jaarlijkse warmtebehoefte groot is: circa 560 PJ. Soms ontbreken binnen de inrichting van een bedrijf mogelijkheden voor (her)benutting. Hergebruik van warmte kan dan alleen in de directe omgeving van het bedrijf worden gezocht. Maar bij veel bedrijven liggen er wel kansen voor warmtereductie binnen de poort. Het ministerie van Economische Zaken stelt met de regeling Industriële Warmtebenutting 10,5 miljoen euro beschikbaar voor een beter gebruik van (rest)warmte en duurzame warmte in de industrie. Deze regeling is één van de maatregelen uit het werkprogramma ‘Warmte op stoom’, waarmee de minister van Economische Zaken een impuls wil geven aan de verduurzaming van het warmtegebruik in Nederland.

De industrie staat centraal in deze regeling. Industriële bedrijven kunnen subsidie aanvragen voor het opzetten van businesscases voor een efficiënter gebruik van warmte. Het onderzoek kan gericht zijn op een optimaler gebruik van warmte binnen de bedrijfs­inrichting of buiten de grenzen van de eigen bedrijfsinrichting. Er vindt dan een warmteoptimalisatie plaats op gebiedsniveau. Het gaat erom een goede businesscase te realiseren. Soms blijkt dat het berekende interne rendement van het investeringsproject te laag is. Een subsidiebijdrage kan dan net het verschil maken, waardoor het investeringsproject wel van de grond komt. Bedrijven die gebruik willen maken van (rest)warmte van een andere industriële onderneming of die hernieuwbare warmte willen invoeden op een bestaand warmtenet ­ dat kan een industrieel warmtenet zijn ­ kunnen voor deze projecten subsidie aanvragen.

De opzet van de regeling is dat de kennis uit deze projecten beschikbaar komt voor anderen. De kennis en leerervaring worden vastgelegd in een kennisbank. Partijen die voor een min of meer vergelijkbaar project staan, kunnen hier gebruik van maken. Kennis en ervaring uit eerdere of vergelijkbare projecten is ook in te brengen door gebruik te maken van de ondersteuning die het Agentschap NL aan de subsidieaanvragers beschikbaar stelt. Denk daarbij aan hulp bij het oplossen van knelpunten.

De regeling richt zich op de industrie, op uw bedrijf. De uitdagingen van het industriële warmtevraagstuk zijn groot. Het serieus nemen van de energie­ en klimaatdoelstellingen vereist meer actie. Deze handleiding helpt u bij het aanvragen van subsidie voor onderzoek en investeringen in de warmtehuishouding van uw bedrijf.

1.2 Voor wie is deze handleiding bestemd?

De industrie staat in deze regeling centraal. De regeling nodigt vooral industriële bedrijven uit om subsidie aan te vragen. Maar ook glastuinbouwbedrijven kunnen van deze regeling gebruik maken en subsidie aanvragen.

Als u van plan bent een aanvraag in te dienen dan is het raadzaam om deze handleiding te lezen.

5 | Handleiding Industriële Warmtebenutting

Page 6: Handleiding Industriële Warmtebenutting · inrichting of buiten de grenzen van de eigen bedrijfsinrichting. Er vindt dan een warmteoptimalisatie plaats op gebiedsniveau. Het gaat

Meer informatie over deze dienst vindt u op onze website: www.AgentschapNL.nl/eos. Onze adviezen zijn gratis en vrijblijvend. Alle informatie die u ons verstrekt, wordt vertrouwelijk behandeld.

Vanwege de beperkte budgetten is het niet mogelijk om elke aanvraag te honoreren. De projecten worden inhoudelijk beoordeeld op een vijftal criteria (zie hoofdstuk 6). Investeringsprojecten worden gehonoreerd in volgorde van waardering op deze criteria, tot het beschikbare budget verdeeld is. Haalbaarheidsonderzoeken worden beoordeeld op volgorde van binnenkomst en compleetheid. In hoofdstuk 6.1. worden de criteria nader toegelicht.Het verloop van de procedure na indienen staat onder punt 3.4 beschreven.

2 Programma Industriële Warmtebenutting

2.1 Past mijn idee binnen de regeling Industriële Warmtebenutting?

De regeling biedt bedrijven de mogelijkheid om subsidie aan te vragen voor:• hetuitvoerenvanhaalbaarheidsonderzoeken(warmte­

optimalisatie binnen de inrichting of op gebiedsniveau); of• voorinvesteringsprojecten(benuttenvanindustriëlerestwarmte

of het invoeden van hernieuwbare warmte in een bestaand net).

Soms kan het bedrijf zelfstandig een aanvraag indienen. Bij een haalbaarheidsonderzoek samenwerkingsverband is er een noodzakelijk samenwerkingsverband tussen verschillende potentiële aanbieders en afnemers van restwarmte.

Laat uw projectidee eerst toetsen!Aanvragen voor de regeling Industriële Warmtebenutting kunt u indienen bij Agentschap NL. Echter: niet alle aanvragen voor projecten komen in aanmerking voor subsidie. Het is verstandig eerst uw projectidee te laten toetsen door een projectadviseur van Agentschap NL voor u de aanvraagformulieren invult en een projectplan opstelt. U krijgt een duidelijk advies en weet snel of het zinvol is een subsidieaanvraag in te dienen.

6 | Handleiding Industriële Warmtebenutting

Page 7: Handleiding Industriële Warmtebenutting · inrichting of buiten de grenzen van de eigen bedrijfsinrichting. Er vindt dan een warmteoptimalisatie plaats op gebiedsniveau. Het gaat

De belangrijkste karakteristieken van de regeling zijn samengevat in tabel 1

Projectkenmerk Haalbaarheidsonderzoek Investeringsproject

Resultaat Rapport met de resultaten uit het

haalbaarheidsonderzoek gericht op de interne

processen en/of de optimale afzet van (rest)

warmte

Uitvoeren van een investeringsproject waarbij

(rest)warmte optimaal wordt ingezet en/of

hernieuwbare (duurzame) warmte wordt geleverd

aan een bestaand warmtenet.

Gericht op Onderzoek naar de technische en economische

haalbaarheid

Realisatie van een (rest) warmteproject.

Criteria

De studie onderzoekt de technische en

economische haalbaarheid van een voorgenomen

investeringsproject Warmtebenutting

1. Slaagkans van het project.

2. Projectbijdrage aan de duurzame

energiehuishouding in termen van CO₂-

reductie.

3. De exergetische waarde van de ingezette

restwarmte of hernieuwbare warmte.

4. Het herhalingspotentieel en de benutting

hiervan.

5. De kosteneffectiviteit, uitgedrukt in euro’s

subsidies per ton vermeden CO₂.

Maximale looptijd 1 jaar 3 jaar

Indienen Doorlopend tot de einddatum. (zie hiervoor de

publicatie op de website)

Verschillende indieningsperiodes. (zie hiervoor de

publicatie op de website)

Maximaal subsidiebedrag per project € 100.000 € 1.000.000

Subsidiepercentage 50% 40% over de meerkosten

Aanvrager of penvoerder Industriële onderneming Industriële onderneming

7 | Handleiding Industriële Warmtebenutting

Page 8: Handleiding Industriële Warmtebenutting · inrichting of buiten de grenzen van de eigen bedrijfsinrichting. Er vindt dan een warmteoptimalisatie plaats op gebiedsniveau. Het gaat

2.3 InvesteringsprojectProjecten die potentieel in aanmerking komen voor een subsidie vallen in twee hoofdgroepen uiteen:• Eenbedrijfkansubsidieaanvragenindienhetbedrijfinzijn

productieproces gebruik wil maken van warmte uit een ander industrieel productiebedrijf. De subsidieaanvrager is hier de afnemer van industriële (rest)warmte.

• Eenbedrijfkanooksubsidieaanvragenindienhernieuwbarewarmte wordt ingevoed in een bestaand warmtenet. Dat warmtenet kan een stadsverwarmingsnet zijn, maar ook industriële warmtenetten passen in de definitie. Het bedrijf is voor dit deel van de regeling de aanbieder/leverancier van hernieuwbare warmte.

Beide type projecten worden op dezelfde wijze en middels dezelfde criteria beoordeeld.

2.4 Hoeveel subsidie kan ik krijgen?Voor een investeringsproject bedraagt de subsidie 40 procent. De maximale subsidie per project is 1 miljoen euro. Het gaat bij de bepaling van de subsidiabele kosten om de kosten die de subsidieaanvrager maakt. Als de afnemer van industriële (rest)warmte investeert in de uitkoppelingskosten van warmte bij het bedrijf van wie de warmte wordt afgenomen, maken deze kosten ook onderdeel uit van het project. Het subsidiepercentage voor een haalbaarheidsonderzoek is 50 procent van de projectkosten tot een maximum subsidiebedrag van 100.000 euro per studie. De ‘eigen’ kosten van het bedrijf kunnen onderdeel uitmaken van de subsidiabele projectkosten.

Actuele informatie over het beschikbare subsidiebudget vindt u op de website www.AgentschapNL.nl/eos.

Uitbetaling en voorschottenBij honorering van een project wordt subsidie uitbetaald aan de aanvrager. In een samenwerkingsverband is dit de penvoerder. Deze zorgt ook voor de verdeling van het subsidiebedrag onder de overige deelnemers.

Voor een haalbaarheidsonderzoek geldt:Eén voorschot wordt automatisch verstrekt binnen twee weken na de datum van de beschikking tot subsidieverlening. Dit voorschot bedraagt 90 procent van de subsidie. De laatste 10 procent van het subsidiebedrag wordt na afsluiting en bij vaststelling van het project uitbetaald.

2.2 HaalbaarheidsonderzoekVoor een haalbaarheidsonderzoek komen twee uitvoeringsvormen in aanmerking:• eeninternhaalbaarheidsonderzoek.Eenonderzoekdatzich

primair richt op het warmtegebruik in het productieproces binnen de inrichtingsgrenzen van een industriële onderneming;

• eengebiedsgerichthaalbaarheidsonderzoek.Eenhaalbaarheidsonderzoek dat zich primair richt op de optimale inzet van (rest)warmte binnen een afgebakend gebied (bijvoorbeeld een industrieterrein).

In beide gevallen wordt het onderzoek uitgevoerd door deskundigen van de subsidieaanvrager(s) en externe deskundigen. Ten minste één externe adviseur (adviesbureau/ingenieursbureau/kennisinstelling) met relevante complementaire deskundigheid dient deel uit te maken van het onderzoeksteam. De voorkeur gaat uit naar het inzetten van meer dan één externe deskundige. Bij een gebiedsgericht haalbaarheidsonderzoek kunnen naast industriële partijen ook andere warmteafnemers of ­aanbieders subsidie aanvragen en deelnemer zijn binnen het onderzoeksteam. Bij haalbaarheidsonderzoeken zijn de externe deskundigen geen onderdeel van het samenwerkingsverband, maar nemen zij als derden deel aan het onderzoeksteam.

Samenwerking in een haalbaarheidsonderzoekSubsidie voor een haalbaarheidsonderzoek kan alleen worden aangevraagd door:• eenondernemerdieeenindustriëleonderneminginstand

houdt; of• eensamenwerkingsverband,waarvantenminsteéénindustriële

onderneming deel uitmaakt die restwarmte beschikbaar heeft.

U moet daarnaast een gedeelte van de werkzaamheden uitbesteden aan een of meer externe partijen met aanvullende deskundigheid. Het inschakelen van meerdere externe deskundigen heeft zich bij eerder uitgevoerde vergelijkbare studies als zeer waardevol bewezen bij het genereren en uitwerken van ideeën.

Indien gewenst kunnen adviseurs van het Agentschap NL u ondersteunen bij het samenstellen van een geschikte deskundigheids groep. Ook gedurende het onderzoekstraject kunt u gebruik maken van de kennis en ervaring van adviseurs van Agentschap NL bij het oplossen van knelpunten.

8 | Handleiding Industriële Warmtebenutting

Page 9: Handleiding Industriële Warmtebenutting · inrichting of buiten de grenzen van de eigen bedrijfsinrichting. Er vindt dan een warmteoptimalisatie plaats op gebiedsniveau. Het gaat

Voor een investeringsproject geldt:Als uw project voor subsidie in aanmerking komt, krijgt u dit bedrag in delen uitgekeerd. Aanvragers en partners(indien van toepasing) krijgen automatisch een voorschot binnen twee weken na aanvang van de activiteiten. U krijgt dan 90 procent van het bedrag waarvoor u dat kwartaal maximaal in aanmerking komt. Vervolgens krijgt u twee weken na de start van een nieuw kwartaal (1 januari, 1 april, 1 juli, 1 oktober) op dezelfde manier een voorschot. Het totaal van de voorschotten bedraagt maximaal 90 procent van de subsidie. De laatste 10 procent van het subsidiebedrag wordt na afsluiting en bij vaststelling van het project uitbetaald.

2.5 Zijn er beperkingen of specifieke voorwaarden?

In de regeling zijn enkele beperkingen en voorwaarden opgenomen. De belangrijkste beperkingen staan hieronder genoemd. Van subsidiëring zijn in ieder geval uitgesloten:• Aanvragenwaarineenhaalbaarheidsonderzoekeneenvolgend

investeringsproject gecombineerd worden. Het is wel mogelijk om na afloop van een haalbaarheidsonderzoek een aanvraag voor een investeringsproject in te dienen. Let hierbij op de sluitingstermijn!

Verder geldt de volgende cumulatiebepaling:• Subsidievananderesubsidiegeverswordtinminderinggebracht

op de eventuele subsidie. Dit geldt niet voor de WBSO. Dit is geen subsidie, maar een vermindering op de belastingafdracht.

Geen subsidie wordt verstrekt indien de aanvrager subsidie op grond van artikel 2 van het Besluit stimulering duurzame energieproductie (SDE) heeft aangevraagd of is verleend voor een productie­installatie waarmee elektriciteit wordt geproduceerd door verwerking van biomassa en voor het invoeden van warmte uit diezelfde installatie op een warmtenet.

Op de website www.AgentschapNL.nl/eos vindt u een uitgebreide toelichting.

9 | Handleiding Industriële Warmtebenutting

Page 10: Handleiding Industriële Warmtebenutting · inrichting of buiten de grenzen van de eigen bedrijfsinrichting. Er vindt dan een warmteoptimalisatie plaats op gebiedsniveau. Het gaat

3.1 De voorbereiding: een projectidee indienen

ProjectideeU hebt een idee, maar weet nog niet goed of het voor subsidie in aanmerking komt. Dan is het verstandig uw plannen door te spreken met een adviseur van Agentschap NL. Een adviseur bekijkt uw idee in het licht van de regeling en geeft daarover advies per e­mail of telefoon.

U kunt het formulier ‘projectidee’ van onze website www.AgentschapNL.nl/eos downloaden en per e-mail retourneren.

Concept aanvraag

Als blijkt dat uw idee in aanmerking kan komen voor subsidie, kunt u het verder uitwerken. Let op: Sluit tijdig de benodigde overeenkomsten af als u gaat samenwerken.

3 Subsidie aanvragenDit schema geeft een overzicht van de verschillende stappen die u doorloopt als u een aanvraag voor een subsidie indient. De stappen worden in dit hoofdstuk nader toegelicht.

3.2 De aanvraag: onderdelen van de subsidieaanvraag

Een subsidieaanvraag bestaat uit:• Hetaanvraagformulier• Bijlage1:Deelnemersformulier(vooriederepartner,indienvan

toepassing) • Bijlage2:Projectplan• Bijlage3:Begroting• Bijlage4:Jaarverslag,bewijsvanfinancieringeigenaandeel

Van de meeste onderdelen van de aanvraag is een model met een toelichting beschikbaar. Deze kunt u downloaden van internet: www.AgentschapNL.nl/eos.

Let op: Alle onderdelen van de subsidieaanvraag zijn nodig om tot een goede, uniforme, inhoudelijke en financiële beoordeling van uw project te komen.

10 | Handleiding Industriële Warmtebenutting

Page 11: Handleiding Industriële Warmtebenutting · inrichting of buiten de grenzen van de eigen bedrijfsinrichting. Er vindt dan een warmteoptimalisatie plaats op gebiedsniveau. Het gaat

Het aanvraagformulierHet aanvraagformulier is het eerste officiële stuk van de aanvraag. Op het aanvraagformulier staan de gegevens van de aanvrager (penvoerder) en komen de namen van de projectpartners voor, in geval er sprake is van een samenwerkingsverband. Op het aanvraagformulier staat een toelichting bij de vragen. Agentschap NL stuurt alle correspondentie naar de penvoerder. De penvoerder moet:• eenondernemingzijn;• eenondertekeningsbevoegdpersoonzijnofeenpersoondie

daarvoor gemachtigd is via een apart bijgevoegde machtiging;• hetaanvraagformulierondertekenen.

Samenwerking is een vereiste bij een haalbaarheisonderzoek­samenwerkingsverband. Bij het gezamenlijk uitvoeren van een project zijn goede afspraken belangrijk. Bij de beoordeling van de projecten is het van belang dat de in het projectplan omschreven activiteiten daadwerkelijk uitgevoerd gaan worden door de betreffende partij. Daarom verklaart u op het aanvraagformulier dat u, bij subsidietoekenning, een samenwerkingsovereenkomst en/of uitbestedingsovereenkomst met de projectdeelnemers zult afsluiten.

Bijlage 1: DeelnemersformulierU dient de gegevens van de deelnemers in het samenwerkings­verband op dit formulier in te vullen. De bijlage hoeft niet ondertekend te worden.

Bijlage 2: ProjectplanDe inhoudelijke beoordeling van uw subsidieaanvraag vindt plaats op grond van het projectplan. Het projectplan voor een investeringsproject telt maximaal 20 pagina’s. Een projectplan voor een haalbaarheidsonderzoek telt maximaal 12 pagina’s. Het projectplan moet een gedetailleerd beeld geven van het project. Om alle aanvragen op dezelfde wijze te kunnen beoordelen is het van belang dat de projectplannen volgens hetzelfde stramien zijn opgesteld. U moet het projectplan volgens het voorgeschreven model schrijven. Er is een ‘modelprojectplan’ voor het haalbaar­heids onderzoek en voor investeringsprojecten. Voordat u een aanvraag indient, adviseren wij u om uw projectidee te bespreken met een adviseur van Agentschap NL.

Bijlage 3: BegrotingGemaakte kosten voor het project, moet u aangeven in het voorgeschreven model. U dient van alle partners een begroting op te sturen. De begroting van de penvoerder bevat een samenvatting van de totale kosten van het project.

Bijlage 4: Jaar verslag / Bewijs van financiering eigen aandeel

Het is van belang dat Agentschap NL ervan uit kan gaan dat u financieel in staat bent om het project uit te voeren. Daarom moet u van alle partners het meest recente jaarverslag bijvoegen. Als dit via internet verkrijgbaar is, of als u dit al eerder aan Agentschap NL heeft verstrekt, kunt u hiernaar verwijzen. Starters kunnen volstaan met een openingsbalans en een businessplan. Als uit de stukken de financiering van het eigen aandeel niet blijkt, moet u andere bewijsstukken (bijvoorbeeld een bankafschrift) meesturen.

3.3 De subsidieaanvraag indienenBij voorkeur wordt uw subsidieaanvraag elektronisch via internet ingediend. Ook kunt u de aanvraag naar Agentschap NL sturen of afgeven aan de balie van het Agentschap NL­kantoor, Croeselaan 15 te Utrecht.

U kunt subsidieaanvragen voor een haalbaarheidsonderzoek doorlopend indienen tot aan de sluitingsdatum. Deze datum wordt gepubliceerd op de website.

Subsidieaanvragen voor investeringsprojecten kunt u alleen tijdens de vastgestelde indieningsperiodes (tenders) indienen. Een overzicht hiervan vindt u op onze website: www.AgentschapNL.nl/eos. Investeringsaanvragen moeten uiterlijk op de sluitingsdatum (tot 17.00 uur) van de desbetreffende indieningperiode fysiek bij Agentschap NL aanwezig zijn! Dit geldt ook voor aanvragen die per post worden verzonden. Agentschap NL adviseert u dringend om uw aanvraag ruim van tevoren in te dienen.

Agentschap NL ontvangt bij uw aanvraag graag:• tweeextrakopieën,enkelzijdigenlosbladig;• eencd­romwaaropuwaanvraagdigitaalstaat(methet

projectplan als Worddocument en de begroting als Exceldocument).

Géén Pdf bestanden!

Hierdoor is Agentschap NL in staat de administratieve afhandeling van uw aanvraag te versnellen en u eerder te wijzen op eventuele ontbrekende zaken in uw aanvraag.

11 | Handleiding Industriële Warmtebenutting

Page 12: Handleiding Industriële Warmtebenutting · inrichting of buiten de grenzen van de eigen bedrijfsinrichting. Er vindt dan een warmteoptimalisatie plaats op gebiedsniveau. Het gaat

3.5 Als aan uw project subsidie wordt toegekend

Als er subsidie aan uw project wordt toegekend, krijgt de aanvrager automatisch een voorschot binnen twee weken na de datum van de beschikking of de startdatum uit het projectplan, als die datum later is. Zie ook paragraaf 2.4 Uitbetaling en voorschottenNa afloop van het project dient u binnen drie maanden een verzoek tot subsidievaststelling in. Daarbij stuurt u een einddeclaratie, een accountantsverklaring en een openbaar en confidentieel eindrapport (indien van toepassing) mee. Uitbetaalde subsidie wordt als een voorschot beschouwd totdat het project is afgesloten. Agentschap NL sluit het project af als u aan al uw verplichtingen hebt voldaan. Het resterende deel van het subsidiebedrag wordt dan uitgekeerd.

Als uw project gesubsidieerd wordt, gelden er een aantal verplichtingen waaraan u moet voldoen. De belangrijkste verplichtingen en bepalingen zijn:

• Udienteenadequateprojectadministratiebijtehouden,waaronder een sluitende urenadministratie.

• Udienthetprojectinprincipeuittevoerenvolgenshetprojectplan en conform de bepalingen in de beschikking.

• Vooreventuelewijzigingenindeuitvoeringvanhetproject of in het samenwerkingsverband, dient u vooraf schriftelijk toestemming te vragen aan Agentschap NL.

• Udienttotvijfjaarnadesubsidievaststellingzorgtedragenvooreen verantwoord gebruik van de uit het project voortvloeiende resultaten overeenkomstig de subsidieaanvraag. Dit gaat onder andereomeenadequatetenaamstellingenbeschermingvan uit het project voortvloeiende intellectuele eigendomsrechten.

• Voorinvesteringsprojectendientuminimaaleenkeerperjaarover de voortgang van het project te rapporteren, schriftelijk en volgens een voorgeschreven format.

• Aanheteindevanhetprojectdientubinnendriemaanden een eindverslag en een eindafrekening te verstrekken. Voor investeringsprojecten dient u eventueel een accountantsverklaring te verstrekken.

3.6 Wat gebeurt er bij afwijzing van een aanvraag?

In het geval van een afwijzing van uw subsidieverzoek ontvangt u schriftelijk bericht in de vorm van een beschikking. U kunt telefonisch een nadere toelichting op de afwijzing ontvangen.Wij bekijken samen met u of opnieuw indienen (in een volgende tender) zinvol is. Dit is afhankelijk van de reden voor afwijzing. Houd er rekening mee dat bij een eventuele tweede indiening al gemaakte kosten niet voor subsidie in aanmerking komen. Ook kunnen wij u informeren over mogelijkheden van andere subsidieregelingen.

3.4 De procedure bij Agentschap NL na het indienen van uw aanvraag

Is uw aanvraag volledig en voldoet u aan de eisen?Als uw aanvraag bij Agentschap NL binnen is, controleren wij of uw aanvraag volledig is. Is het aanvraagformulier volledig ingevuld, ondertekend en zijn alle benodigde bijlagen aanwezig? Is dit niet het geval, dan krijgt u eenmalig de mogelijkheid uw aanvraag binnen enkele dagen aan te vullen. Als uw aanvulling niet binnen de gestelde termijn binnenkomt, nemen wij uw aanvraag niet verder in behandeling. Agentschap NL toetst of uw aanvraag voldoet aan een aantal formele vereisten van de regeling. Vervolgens wordt er een analyse gemaakt ter voorbereiding op de beoordeling door de adviescommissie.

Beoordeling van een haalbaarheidsonderzoekAgentschap NL beoordeelt de haalbaarheidsonderzoeken. Hierbij gaan we na of uw aanvraag voldoet aan de eisen die we aan een haalbaarheidsonderzoek stellen en of alle criteria zijn beschreven. Als dit het geval is, wordt uw aanvraag beoordeeld.

Beoordeling van een investeringsprojectInvesteringsprojecten legt Agentschap NL ter advisering voor aan een adviescommissie. De projecten worden door deze commissie beoordeeld aan de hand van vijf criteria: • slaagkans• projectbijdrageaandeduurzameenergiehuishouding• exergetischewaarde• herhalingspotentieel• kosteneffectiviteit

Het criterium voor de exergetische waarde telt tweemaal zo zwaar als de andere criteria. Elk project krijgt voor elk criterium een score welke wordt gemiddeld tot een eindscore per project. De projecten worden vervolgens gerangschikt van de hoogste tot laagste score.

Toekenning van de aanvraagSubsidie voor haalbaarheidsonderzoeken wordt toegekend tot het beschikbare budget is uitgeput. Aan de investeringsprojecten wordt subsidie toegekend volgens de rangschikking totdat het budget is uitgeput. Agentschap NL controleert in de toekenningsfase de projectbegrotingen van de te honoreren projecten. Het is mogelijk dat de begroting door Agentschap NL op een aantal onderdelen bijgesteld wordt. In de praktijk is dat vrij vaak het geval. Ingrijpende correcties worden vooraf met u besproken.

Uitsluitsel over toekenning of afwijzingDe beoordeling van projecten kost na sluiting van de tender maximaal drie maanden. Haalbaarheidsonderzoeken beoordeelt Agentschap NL binnen acht weken nadat uw aanvraag compleet is. Binnen deze termijnen krijgt u schriftelijk bericht over de toekenning of afwijzing van uw subsidieaanvraag met daarbij een motivatie.

12 | Handleiding Industriële Warmtebenutting

Page 13: Handleiding Industriële Warmtebenutting · inrichting of buiten de grenzen van de eigen bedrijfsinrichting. Er vindt dan een warmteoptimalisatie plaats op gebiedsniveau. Het gaat

4 Samenwerkings- overeenkomsten

Als uw project subsidie krijgt, moet u (indien van toepassing) bij haalbaarheidsonderzoeken de samenwerking tussen de project­partners in een overeenkomst vastleggen. In de toelichting vindt u informatie over het type overeenkomst dat voor uw project voor­geschreven is en een uitleg over de inhoud van deze overeenkomst. De overeenkomsten moeten rechtsgeldig ondertekend zijn. Dit betekent dat per partner een daartoe bevoegd persoon binnen de betreffende organisatie de overeenkomst moet ondertekenen. Het maken van een goede overeenkomst en het verkrijgen van de handtekeningen is een tijdrovend proces.

Agentschap NL adviseert u dringend om de overeenkomsten tijdig af te sluiten. Conceptovereenkomsten zijn niet voldoende.

4.1 Welke overeenkomst is voor u van belang?

Haalbaarheidsonderzoek Bij een haalbaarheidsonderzoek is vereist dat: • alledeelnemersdesamenwerkingsovereenkomsthebben

ondertekend;• bijeenbelangrijkeuitbestedingsrelatiedeovereenkomsttot

uitbesteding door beide partijen is getekend.

4.2 Wat houdt de overeenkomst in?Samenwerkingsovereenkomst

De aanvrager en partner(s) in een samenwerkingsverband moeten een samenwerkingsovereenkomst opstellen waarin alle rechten en plichten van de betrokkenen zijn vastgelegd. De overeenkomst moet definitief en rechtsgeldig ondertekend zijn door alle deelnemende partijen. Zaken die minimaal in de samenwerkingsovereenkomst aan bod moeten komen zijn: • dedeelnemersinhetsamenwerkingsverband;• dedoelstellingvandesamenwerking;• dewijzevansamenwerkingtussendeverschillendedeelnemers;• deduurvandesamenwerking;• derechthebbendenopdeprojectresultaten;• deverdelingvankostenenrisico’stussendedeelnemers.

Voor zover relevant mag u op onderdelen verwijzen naar het projectplan of de begroting.

13 | Handleiding Industriële Warmtebenutting

Page 14: Handleiding Industriële Warmtebenutting · inrichting of buiten de grenzen van de eigen bedrijfsinrichting. Er vindt dan een warmteoptimalisatie plaats op gebiedsniveau. Het gaat

5 Vereisten aan een haalbaarheidsonderzoek Warmtereductie

1) Deskundigheid en samenstelling van de projectgroep

De projectgroep die het haalbaarheidsonderzoek Warmtereductie uitvoert dient relevante deskundigheid te bezitten op het gebied van:

• ontwerpenverbeteringvanproductieprocessen• thermodynamicainclusiefkennisophetgebiedvanpinch­

en exergieanalyse• systeem­,regel­,meet­,enbesturingstechniek• bedrijfsvoeringenorganisatie

De projectgroep dient te zijn samengesteld uit een combinatie van interne én externe deskundigen. Ten minste één externe adviseur (van een adviesbureau/ingenieursbureau/kennisinstelling), met een duidelijke complementaire deskundigheid, dient deel uit te maken van de projectgroep.

Voor de uitvoering van het haalbaarheidsonderzoek Warmtereductie zijn kwaliteitseisen geformuleerd. Aan de volgende eisen dient te worden voldaan.

14 | Handleiding Industriële Warmtebenutting

Page 15: Handleiding Industriële Warmtebenutting · inrichting of buiten de grenzen van de eigen bedrijfsinrichting. Er vindt dan een warmteoptimalisatie plaats op gebiedsniveau. Het gaat

3) Fasen binnen het haalbaarheidsonderzoek

De volgende fasen dienen gedurende het project minimaal te worden doorlopen:

• Startbijeenkomstvoorondermeerplanningenpeilingvaninformatiebehoefte;

• Fasevaninformatieverzameling,zowelinternalsexterngericht;• Analysefasewaarinvanuitverschillendedisciplines

verbetermogelijkheden worden opgesteld (longlist);• Indeanalysefasevooreenhaalbaarheidsonderzoekin

samenwerkingsverband moet op gebiedsniveau een analyse worden gemaakt waarin de vraag en het aanbod van warmte zowel organisatorisch, technisch als economisch wordt geoptimaliseerd;

• Keuzefasewaarbijhetbedrijfbepaaltwelkeverbetervoorstellenverder zullen worden uitgewerkt richting realisatie (shortlist);

• Uitwerkingsfasemetfocusopbruikbarebusinesscases;• Afrondingvanhetonderzoekviaeeneindrapportagemetdaarin:• eentoelichtingopdemeestrelevantebusinesscases;• beschrijvingvandeuitgevoerdestudie.

2) Bedrijfsinformatie

De volgende bedrijfsinformatie vormt de basis voor het haalbaarheidsonderzoek:

• bedrijfsstrategie• belangrijksteknelpuntenbinnenhetbestaandeproductieproces• energie­enmassabalans• processchema• overzichtvandebelangrijkstemeet­enregelkringen

De bedrijfsinformatie moet, voor zover niet aanwezig in de beginfase van de studie, worden verzameld en aan de deelnemers in de projectgroep ter beschikking worden gesteld.

15 | Handleiding Industriële Warmtebenutting

Page 16: Handleiding Industriële Warmtebenutting · inrichting of buiten de grenzen van de eigen bedrijfsinrichting. Er vindt dan een warmteoptimalisatie plaats op gebiedsniveau. Het gaat

6 De vijf criteria op basis waarvan de ranking plaatsvindtHieronder een overzicht en een toelichting op de criteria ten behoeve van investeringspro-jecten. Ranking vindt plaats op basis van:

1 Slaagkans van het project. 2 Projectbijdrage aan de duurzame energiehuishouding in termen van CO2-reductie.3 De exergetische waarde van de ingezette restwarmte of hernieuwbare warmte.4 Het herhalingspotentieel en de benutting hiervan.5 De kosteneffectiviteit, uitgedrukt in euro’s subsidie per ton vermeden CO2.

Page 17: Handleiding Industriële Warmtebenutting · inrichting of buiten de grenzen van de eigen bedrijfsinrichting. Er vindt dan een warmteoptimalisatie plaats op gebiedsniveau. Het gaat

6.1 Toelichting op de criteria1 Slaagkans van het project. Bij de slaagkans van het project wordt

gekeken naar de kwaliteit van het voorstel. Er moet sprake zijn van een economisch of technisch risico. De aanvrager scoort op dit punt indien hij:

• inhetvoorstelaantoontdathijonderzoekheeftgedaannaarde realiseerbaarheid van het project;

• detechnischeenniet­technischerisico’sgoedbeschrevenheeft;

• erblijkvangeefthoedezerisico’sopgelostkunnenworden,waardoor de slaagkans wordt vergroot.

Realiseerbaarheid kenmerkt zich bijvoorbeeld door afgesloten contracten met deelnemende partijen, of verkregen vergunningen.

2 Projectbijdrage aan de duurzame energiehuishouding in termen van CO2­reductie. Hier dient u een herleidbare berekening te gevenvandeabsolutebesparingvanCO2­emissie(equivalent)die gerealiseerd wordt in dit project. De energiebesparing wordt gerelateerd aan de inzet van de restwarmte of de hernieuwbare warmte. U dient de energiebesparingberekening goed te onderbouwen en inzichtelijk te maken met behulp van een proces flowschema.

3 De exergetische waarde van de ingezette restwarmte of hernieuwbare warmte. De exergetische waarde betreft de energie­inhoud van de rest­ of hernieuwbare warmte.

Een ander woord voor ‘kwaliteit van energie’ is ‘exergie’. Exergie is het nuttige deel van een energiestroom. In zijn algemeenheid geldt: hoe kleiner de drijvende kracht, hoe geringer het exergieverlies. De drijvende kracht voor bijvoorbeeld de warmtewisseling in een warmtewisselaar is het temperatuur­verschil tussen de op te warmen en af te koelen stroom. Hoe kleiner het temperatuurverschil hoe kleiner het exergieverlies. Het is van belang dat de juiste energiestromen op elkaar worden afgestemd. Op die manier gaat er de minste warmte verloren aan de omgeving in de zogenoemde ‘warmtecascade’, de opeenvolging van gebruikers van steeds warmer/kouder wordende restwarmte. Voor de toepassing van dit criterium dienen een aantal gegevens aangaande temperaturen en warmtestromen in het proces flowschema te worden aangeleverd. In paragraaf 6.2 worden deze gegevens nader gespecificeerd en wordt de berekeningswijze van het criterium toegelicht.

4 Het herhalingspotentieel en de benutting hiervan. Het herhalingspotentieel wordt bepaald door de kans dat dit project ook op andere locaties kan worden uitgevoerd. Hier gaat het om een onderbouwd beeld van realiseerbare projecten en de omvang van de CO2­besparing.

5 De kosteneffectiviteit, uitgedrukt in euro’s subsidie per ton vermeden CO2. De kosteneffectiviteit wordt bepaald op basis van de CO2­besparing per euro subsidie. Hoe hoger de besparing, hoe hoger het project scoort.

6.2 Toelichting op de berekening van het exergetische criterium

Het begrip ‘exergie’ is relatief onbekend. De berekening van het exergetische criterium, als onderdeel van de ranking, vindt plaats op basis van enkele grootheden, zoals temperaturen en warmtestromen. In deze bijlage wordt toegelicht hoe het begrip ‘exergie’ wordt toegepast ten behoeve van de ranking van de investeringsprojecten en op welke wijze de berekening van het exergetische kengetal door het Agentschap NL plaatsvindt.

Om het rankingscriterium op de juiste wijze te kunnen toepassen dient in het projectplan een proces flowschema van de in­ en uitkoppeling te worden opgenomen. Voor elke inkoppeling en uitkoppeling van warmte moeten de proceszijdige temperaturen rond de warmtewisselaars (Tu1, Tu2, Ti1, Ti2) en de bijbehorende warmtestroom Q worden aangegeven, zoals aangegeven in de figuur 1

Naast deze beknopte toelichting is er een document beschikbaar waarin het onderwerp uitgebreid wordt toegelicht. Natuurlijk kan bij vragen ook contact worden opgenomen met een van de projectadviseurs van Agentschap NL.

In deze toelichting wordt onder meer gebruik gemaakt van de terminologie zoals weergegeven in het flowschema van figuur 1 “Flowschematenbehoevevanhetexergiecriterium”.

Vergelijking v1 wordt gebruikt voor het berekenen van de exergie B uit de warmtestroom Q. Beide grootheden worden uitgedrukt in de eenheid Joule/seconde (J/s), oftewel Watt (W). De temperaturen Tref en T worden uitgedrukt in de eenheid Kelvin (K). De referentie temperatuur Tref wordt binnen deze rankings­methodiek vastgesteld op de gemiddelde temperatuur in De Bilt, zijnde 282.65 K (9.5 °C). De T in formule v1 is de temperatuur waarop de warmte­ of koudeafgifte plaatsvindt.

v1

B=|1– |.QTref

T

17 | Handleiding Industriële Warmtebenutting

Page 18: Handleiding Industriële Warmtebenutting · inrichting of buiten de grenzen van de eigen bedrijfsinrichting. Er vindt dan een warmteoptimalisatie plaats op gebiedsniveau. Het gaat

v2

Om het rankingscriterium op de juiste wijze te kunnen toepassen moet het projectplan een proces flowschema bevatten met daarin voor elke inkoppeling en uitkoppeling van warmte de proceszijdige temperaturen rond de warmtewisselaars (Tu1, Tu2, Ti1, Ti2) en de bijbehorende warmtestroom Q. Dit is aangegeven in figuur 1. Houd tevens rekening met eventuele faseovergangen bij het bepalen van de warmtestroom Q.

De uiteindelijke ranking vindt plaats aan de hand van twee factoren. Eerst wordt het exergetische rendement bepaald, uitgaande van de vergelijking v3.

v3

Figuur 1 Flowschema ten behoeve van het exergiecriterium In de meeste gevallen zal de warmte niet bij een constante temperatuur worden uitgekoppeld (toepassing warmtewisselaar) en dient een gemiddelde overdrachtstemperatuur te worden

bepaald. Voor de exergieranking wordt de gemiddelde temperatuur bepaald aan de hand van formule v2. Alle temperaturen worden vermeld in de eenheid K.

T=T1n

( Thoog – Tlaag )

1n ( )Thoog

Tlaag

ex, warmte–uitwisseling =BQ, proces_in, ontvanger

BQ, proces_uit, leverancier

carnot = Binkoppeling / Qinkoppeling

Dit rendement is een maat voor hoe optimaal met zo laag mogelijk exergieverlies de warmte­uitwisseling wordt uitgevoerd (cascadering). In het eenvoudige schema van figuur 1 waarin een een­op­een koppeling van de warmtestroom wordt weergegeven, reduceert vergelijking v3 met behulp van de vergelijkingen v1 en v2 tot de volgende vergelijking v4.

v4

Als tweede factor wordt gekeken naar de verhouding exergie­inhoud en energie­inhoud van de warmtestroom die wordt uitgewisseld, de Carnot­factor. Dit geeft een maat voor de kwaliteit van de ter beschikking gestelde warmte. Berekening vindt plaats aan de hand van vergelijking v5.

v5

ex, warmte–uitwisseling =(1 – )Tref

T1n,inkoppeling

(1 – )Tref

T1n,uitkoppeling

18 | Handleiding Industriële Warmtebenutting

Tu1 Tu2

Ti1 Ti2

warmtestroom Q

uitkoppeling

inkoppeling

inrichtingsgrens

inrichtingsgrens

Page 19: Handleiding Industriële Warmtebenutting · inrichting of buiten de grenzen van de eigen bedrijfsinrichting. Er vindt dan een warmteoptimalisatie plaats op gebiedsniveau. Het gaat
Page 20: Handleiding Industriële Warmtebenutting · inrichting of buiten de grenzen van de eigen bedrijfsinrichting. Er vindt dan een warmteoptimalisatie plaats op gebiedsniveau. Het gaat

Dit is een publicatie van:

Agentschap NLNL Energie en KlimaatCroeselaan 15Postbus 8242 | 3503 RE Utrechtwww.agentschapnl.nl/eos

© Agentschap NL | maart 2010Publicatie­nr. 2MJAP1012

Hoewel deze publicatie met de grootst mogelijke zorg is samengesteld kan Agentschap NL geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten.

Agentschap NL is een agentschap van het ministerie vanEconomische Zaken. Agentschap NL voert beleid uit voor diverse ministeries als het gaat om duurzaamheid, innovatie en internationaal. Agentschap NL is hét aanspreekpunt voor bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Voor informatie en advies, financiering, netwerken en wet­ en regelgeving.

De divisie NL Energie en Klimaat versterkt de samenleving door te werken aan de energie­ en klimaatoplossingen van de toekomst.