Handleiding Digitale communicatie - Universiteit Utrecht€¦ · samenvattingen en conclusies. Geef...
Transcript of Handleiding Digitale communicatie - Universiteit Utrecht€¦ · samenvattingen en conclusies. Geef...
Handleiding Digitale communicatie
21 september 2017
Nicoline Fokkema
Inhoudsopgave
Inleiding 1
8 regels voor een goede digitale tekst 1
1.Houd het kort 1
2.Kom direct ter zake en zet de essentie van je tekst bovenaan 2
3.Schrijf zoals je praat 2
4.Verplaats je in je lezers en bied oplossingen voor bestaande vragen 3
5.Maak je tekst scanbaar met informatieve tussenkoppen 3
6.Wissel je tekst af met korte opsommingen 3
7.Vermijd omslachtige zinnen 3
8.Giet je tekst ook eens in een andere vorm 4
De opbouw van een webpagina 5
Gebruik Alt-teksten 5
Vindbaarheid in Google 6
Trefwoorden 6
(Meta)beschrijving 6
Links naar je site 6
Redactierichtlijnen 7
Spelling 7
Titels van Engelse pagina’s 7
Buitenlandse termen 7
Links 7
Aanspreekvormen 7
Bestandsnamen 7
Contactgegevens 8
Titulatuur en namen 8
Tijdsnotatie 8
Hoofdletters/kleine letters 9
Bachelor's / Master's 9
Tijdperken 9
Cijfers, getallen, valuta, symbolen, tekens 9
Namen van cursussen en opleidingen 10
Pdf 10
Uithof 10
Specifieke terminologie 10
Handige links en verwijzingen 11
Handleiding Digitale communicatie © 2017 Universiteit Utrecht [email protected] 1 / 11
Inleiding
Het schrijven voor digitale middelen verschilt wezenlijk van het schrijven voor
traditionele media. Bezoekers op een scherm lezen niet, maar scannen. Schrijf helder en
overtuigend. En zet de belangrijkste informatie bovenaan! De tone-of-voice van digitale
teksten is kort, zakelijk, informatief en actief. Een bezoeker van een website of iemand
die een e-mail ontvangt, wil in één oogopslag zien of de inhoud de moeite waard is. Het
is daarom belangrijk dat digitale teksten kort, aantrekkelijk en scanbaar zijn.
8 regels voor een goede digitale tekst
1. Houd het kort.
Knip lange zinnen op en haal uitweidingen en details uit je tekst. Gebruik korte
zinnen van niet meer dan 20 woorden. Voorkom lange lappen tekst. Deel je tekst
op in alinea’s van maximaal 5 regels. Ga steeds na of je niet in minder woorden
hetzelfde kunt zeggen.
2. Kom direct ter zake en zet de essentie van je tekst bovenaan.
3. Schrijf zoals je praat.
Probeer lange en korte zinnen af te wisselen.
4. Verplaats je in je lezers en bied oplossingen voor bestaande vragen.
5. Maak je tekst scanbaar met informatieve tussenkoppen.
6. Wissel je tekst af met korte opsommingen.
7. Vermijd omslachtige zinnen
Gebruik geen jargon en vaagpraterij. Formuleer actief en niet passief. Gebruik zo
min mogelijk bijzinnen en hulpwerkwoorden (kunnen, zullen, moeten, willen).
8. Giet je tekst ook eens in een andere vorm.
1. Houd het kort
Digitale lezers hebben altijd haast. Ze zitten niet rustig met de krant op schoot bij de
haard. Je tekst heeft concurrentie van de beurskoersen, het nieuws of de laatste
berichten op social media. Lezen van een scherm is vermoeiender dan lezen van papier
en gaat gemiddeld een kwart trager. Maak daarom je tekst de helft korter.
Beperk je zo veel mogelijk tot de daadwerkelijke informatie. Gebruik korte, concrete
zinnen met gemiddeld 10 à 20 woorden. Druk je krachtig uit. Door logische verbanden te
leggen en zo helder mogelijk te formuleren, kunnen lezers je tekst gemakkelijk scannen.
Heeft een alinea vijf of meer regels? Knip hem dan op en zet er een subtitel boven.
Volg de logica van je lezers. Zo vergroot je de kans dat ze bereid zijn te scrollen.
Wegklikken is immers zo gebeurd. Heb je toch een lange tekst, overweeg dan om het
stuk als pdf-bestand aan te bieden. Zo kunnen je lezers het gemakkelijk printen.
Handleiding Digitale communicatie © 2017 Universiteit Utrecht [email protected] 2 / 11
2. Kom direct ter zake en zet de essentie van je tekst bovenaan
De belangrijkste informatie komt eerst. Begin dus met de conclusie of de gewenste
actiepunten die er naar aanleiding van je tekst ondernomen moeten worden. Val met de
deur in huis. Gebruik geen inleiding. Dit is vaak overtollige informatie. Details,
achtergronden en de bredere context volgen later.
De volgorde van een digitale tekst is:
noodzakelijke info
nuttige info
extra info
Als je de essentie meteen communiceert, voorkom je dat je
lezers het belangrijkste missen. Kom snel ter zake en laat
algemene verhalen achterwege. Zorg dat je lezers na de
eerste zinnen al begrijpen wat de kern is van je verhaal.
Op deze manier weten je lezers meteen dat de betreffende
informatie voor hen relevant is - of niet. Deze structuur maakt het voor scannende lezers
veel gemakkelijker om snel te bepalen of ze willen doorlezen.
3. Schrijf zoals je praat
Hoewel het verleidelijk is om ingewikkelde taal te gebruiken, blijkt uit onderzoek dat
mensen de boodschap beter onthouden als een tekst is geschreven in spreektaal. Tijdens
het lezen van spreektaal, denken je hersenen namelijk dat er een gesprek met ze
gevoerd wordt. Spreek de lezer dan ook direct aan. Gebruik u of jij. En zeg wij als je het
over de universiteit of een opleiding hebt.
Door spreektaal te gebruiken maak je een tekst toegankelijker. Je hoeft je dus ook geen
zorgen te maken voor je reputatie als je spreektaal gebruikt:
Je maakt de beste indruk als je tekst begrijpelijk en gemakkelijk leesbaar is.
Iedereen waardeert een simpele digitale tekst. Dus ook slimme, serieuze en
professionele bezoekers.
Het grote voordeel van spreektaal is dat je automatisch een natuurlijke, prettig leesbare
schrijfstijl krijgt. Kies voor een informele taal, bijvoorbeeld zoals je tegen vrienden praat.
Je gebruikt dan automatisch geen onbegrijpelijke woorden en constructies meer.
Enkele voorbeelden:
"Je hebt een bibliotheekpasje nodig"
In plaats van
"Men dient in het bezit te zijn van een bibliotheekpasje"
"Voor"
In plaats van
"Met betrekking tot" / "Omtrent" / "Inzake"
"Gebruik"
In plaats van
"Gebruik maken van"
Handleiding Digitale communicatie © 2017 Universiteit Utrecht [email protected] 3 / 11
4. Verplaats je in je lezers en bied oplossingen voor bestaande vragen
Schrijf altijd met in het achterhoofd de vraag van je lezers. Richt je dus op wat zij willen
weten in plaats van wat jij wilt vertellen en creëer geen nieuwe vragen.
De gemiddelde digitale lezer is op zoek naar het antwoord op een bepaalde vraag. De
centrale vraag is dus: waarnaar zijn je lezers op zoek? De vraag van je lezers bepaalt het
onderwerp van je tekst.
Een handige truc is om in de kop (of het onderwerp van je mail) te verwijzen naar het
antwoord op de vraag van je lezers. Dan weet je zeker dat je met de belangrijkste
informatie begint. Maak blokjes die een vraag beantwoorden. Zo'n vraag mag best
letterlijk gesteld worden tot en met het vraagteken aan het einde van de zin.
5. Maak je tekst scanbaar met informatieve tussenkoppen
Digitale lezers zijn scanners. Ze hebben haast en willen in één oogopslag zien wat
belangrijk is. Vooral kopjes en eerste woorden worden veel gelezen. Ga dus altijd na
welke zaken de aandacht moeten trekken en zet boven een belangrijke alinea een
aantrekkelijk tussenkopje. Maak geen lange paragrafen, maar beperk je tot 3-5 regels.
Breng lucht aan tussen alinea’s door witregels te gebruiken. Geef de belangrijkste
boodschap aan het begin van de alinea en maak een duidelijke hiërarchie. Bied
samenvattingen en conclusies. Geef lezers de mogelijkheid om koppen te snellen en snel
de essentie van de pagina op te pikken.
6. Wissel je tekst af met korte opsommingen
Opsommingen met bullets zijn vaak heel handig ter afwisseling van tekstblokken. Maar
ook hier geldt dat de teksten kort en bondig moeten zijn. Gebruik puntsgewijze
opsommingen met maximaal 8 punten. Twintig bullets met daarachter drie regels tekst
bevorderen de leesbaarheid niet. Deel de onderwerpen dan liever op in verschillende
blokjes met opsommingen met daarboven een kop.
7. Vermijd omslachtige zinnen
Gebruik eenvoudige taal en vermijd moeilijke woorden, wollig taalgebruik, afkortingen en
vakjargon. De teksten moeten begrijpelijk blijven voor een brede doelgroep. Een korte
tekst leest nu eenmaal gemakkelijker dan een tekst met allerlei ingewikkelde bijzinnen
met overbodige (hulp)werkwoorden (kunnen, zullen, moeten, willen, lijken) waar je drie
keer over moet nadenken.
Gebruik een directe en actieve aanspreekvorm in plaats van een passieve schrijfstijl. En
in het verlengde hiervan, gebruik ook geen naamwoordstijl (zelfstandig naamwoorden
maken van werkwoorden). Dit leest heel onnatuurlijk.
Schrijf specifiek. Zeg geen apparaat als je de koelkast bedoelt. Probeer ook clichés te
voorkomen, zoals "welkom op onze site". Die zijn namelijk niet informatief. Vertel
gewoon direct wat je te bieden hebt. Voorkom ook ruis-woorden, zoals "NB", "Let op",
"Let wel", uitroeptekens, veel vetgedrukte woorden in een tekst, enzovoort. En tot slot,
wees specifiek in je tijdsaanduiding en werk deze tijdig bij. Tijdsaanduidingen als
Handleiding Digitale communicatie © 2017 Universiteit Utrecht [email protected] 4 / 11
"binnenkort" of "volgend jaar" wekken verwarring bij bezoekers. Realiseer je dat je nooit
weet waar (en wanneer) de lezer je tekst leest.
Enkele voorbeelden:
"We verkopen appels en peren"
in plaats van
"We verkopen appels maar ook peren."
"Vraag een Solis-ID aan op de website."
in plaats van
"Ga naar de website om een Solis-ID aan te vragen."
"U kunt zich inschrijven via de website of aan de balie."
in plaats van
"U kunt zich inschrijven op verschillende manieren, namelijk via de website of
aan de balie."
"Studenten kiezen een specialisatie"
in plaats van
"Door studenten wordt een specialisatie gekozen."
"Vraag een IBL-account aan bij de balie."
in plaats van
"Een IBL-account kan aangevraagd worden bij de balie."
"Lees de hoofdlijnen van het Strategisch plan."
in plaats van
"De hoofdlijnen van het Strategisch Plan kunnen online gelezen worden."
8. Giet je tekst ook eens in een andere vorm
Denk aan alternatieve vormen van het brengen van informatie om je lezer geactiveerd te
houden. Vraag jezelf af of tekst het beste middel is om je boodschap over te brengen.
Vaak kan het gebruik van visuele ondersteuning een boodschap in één oogopslag
duidelijk maken:
foto’s
filmpjes/video
plattegronden
schema’s
organogrammen
andere illustraties
Daarnaast kun je er ook voor kiezen om alternatieve manieren te gebruiken om iets over
te brengen:
quiz
lijstje met veelgestelde vragen of
een rijtje handige links
Gebruik links binnen de tekst die verwijzen naar meer of verdiepende informatie. Dit lokt
uit tot doorlezen en leidt tot binding. Probeer je content ook op andere manieren
interactief in te richten. Leg bijvoorbeeld verbindingen met de social media van de
faculteit.
Handleiding Digitale communicatie © 2017 Universiteit Utrecht [email protected] 5 / 11
De opbouw van een webpagina
De opbouw van een pagina op een website is als volgt:
De belangrijkste informatie staat vooraan
Alinea’s hebben drie tot vijf regels met 1
onderwerp per alinea.
Er is een duidelijke hiërarchie met 2 of 3
kopniveaus:
Kop 1
korte, krachtige en informatieve titel
niet langer dan één regel
geen afsluitende punt
gelijk aan menutitel
Kop 2/tussenkop
informatief / vraaggericht
Kop 3/subtussenkop
Met daaronder bijvoorbeeld
links naar aanvullende informatie
een call-to-action
afwisselende tekstvormen:
o plaatjes, filmpjes, organogrammen
o puntsgewijze opsommingen in
plaats van uitgeschreven tekst
o lijstjes met veelgestelde vragen
Vraag je bij het schrijven van een webtekst continu af:
Hoort deze informatie hier of toch ergens anders?
Of staat de informatie al ergens anders?
Heeft de inhoud één heldere boodschap?
Is er geen sprake van verdubbeling in de tekst (iets 2x in verschillende
bewoording uitgelegd)?
Is het begrijpelijk voor de doelgroep?
Is alle informatie strikt noodzakelijk, of kan het korter?
Gebruik Alt-teksten
Om het visueel gehandicapten zo gemakkelijk mogelijk te maken, moet je alt-teksten
gebruiken bij bijvoorbeeld afbeeldingen en links. Op deze manier kunnen zij gebruik
maken van een voorleesbrowser. De webpagina wordt dan voorgelezen aan de bezoeker.
Afbeeldingen kunnen niet worden voorgelezen, maar de alt-tekst wel. Plaats dus altijd
een alt-tekst. Wees kort en bondig en vertel wat er op de afbeelding te zien valt.
Handleiding Digitale communicatie © 2017 Universiteit Utrecht [email protected] 6 / 11
Vindbaarheid in Google
Unieke inhoud en trefwoorden bepalen de waarde van je webpagina. Het is dus
belangrijk om per pagina maar één onderwerp aan te snijden. Hierdoor zijn je pagina's
beter vindbaar. Maar je pagina wordt niet alleen beter vindbaar door een goed gebruik
van trefwoorden: Google geeft ook punten voor meest klantgerichte teksten. Zorg er dus
voor dat je teksten helder, kort en goed leesbaar geschreven zijn.
Enkele hulpmiddelen om beter gevonden te worden:
zorg ervoor dat andere websites naar je linken (bijv. website UU en je eigen
medewerkerspagina).
zorg ervoor dat de zoektermen die je interessant vindt ook in je teksten
terugkomen.
zorg ervoor dat je url duidelijke woorden bevat is en dat je "slugs" (permanente
links) duidelijk zijn.
Als je bijvoorbeeld wilt dat je Wordpress-site beter gevonden wordt, laat je het
onderwerp van je site niet alleen terugkomen op de hoofdpagina, maar ook bij de pagina
Over/About.
Trefwoorden
Om goed gevonden te kunnen worden binnen de site moet je alleen relevante
trefwoorden invullen en niet zomaar wat termen. Doe je dit niet, dan is de kans heel
groot dat je pagina niet gevonden wordt in een brij van pagina's die allemaal dezelfde
trefwoorden hebben. Gebruik ook niet te veel trefwoorden: maximaal 10 is genoeg. Zorg
dat de belangrijkste trefwoorden waarop je gevonden wilt worden, ook voorkomen in de
tekst.
(Meta)beschrijving
De metadescription is erg belangrijk. Dit is de beschrijving die bij de zoekresultaten vaak
direct onder de link staat met daarin de woorden waarop is gezocht, gehighlight. Heb je
geen goede metabeschrijving ingevuld, dan vullen zoekmachines hier zelf iets in. De
beschrijving is dus het visitekaartje voor bezoekers. Op basis van de beschrijving
beoordelen ze of ze naar je site doorklikken.
Zorg er dus voor dat je beschrijving kort en krachtig is en precies duidelijk maakt wat er
op de betreffende pagina staat.
Links naar je site
Bij Google draait alles om links. Zorg dat kwalitatief goede sites naar je pagina linken en
link zelf ook naar goede sites. Google gebruikt als indicator van de populariteit van sites
de PageRank: een cijfer tussen één en tien. Je kunt de pagerank van een pagina
achterhalen via de Google toolbar of online tools zoals http://www.multipagerank.nl/.
Handleiding Digitale communicatie © 2017 Universiteit Utrecht [email protected] 7 / 11
Redactierichtlijnen
Spelling
Hanteer de spelling zoals toegepast in het Groene Boekje. Voor Engelstalige pagina's
gebruik je de Brits-Engelse spelling i.p.v. de Amerikaans-Engelse spelling (honours ipv
honors, programme ipv program).
Titels van Engelse pagina’s
Schrijf op Engelstalige pagina's de zelfstandig naamwoorden van de titel op de pagina en
in het menu met hoofdletter. Ook in subkopjes.
Buitenlandse termen
Schrijf buitenlandse termen cursief. Dus: cursus Germanistik of Nederlands course. Dit
geldt echter niet voor namen van masterprogramma’s en -opleidingen.
Links
Vermijd http:// in lopende tekst.
Laat links in hetzelfde venster openen als ze verwijzen naar pagina's binnen de
studentensite. Laat links openen in een nieuw venster als ze verwijzen naar
pagina’s buiten de studentensite.
Schrijf teksten alsof er geen links zijn. Schrijf dus niet:
Klik hier om het programma te bekijken.
maar neem de link op in de lopende zin:
Bekijk het programma.
Aanspreekvormen
Schrijf zo veel mogelijk in de tweede persoon.
Bestandsnamen
Gebruik in bestandsnamen geen spaties en geen underscores:
a) De zichtbaarheid van de underscore valt weg bij een geplakte link naar het
bestand.
b) Google indexeert de underscore als ‘deze woorden horen bij elkaar’ (zoals
play_station).
Koppeltekens mogen wel. Bv. Readers-blok4.pdf (i.p.v. Readers blok4.pdf).
Handleiding Digitale communicatie © 2017 Universiteit Utrecht [email protected] 8 / 11
Contactgegevens
Zet bij contactgegevens onder elkaar: hoofdletter met punt erachter T./F./E.
Maak van namen nooit mailto’s, maar link, indien beschikbaar, naar de
profielpagina, zo niet neem dan de contactgegevens achter de naam op. Noem
hierbij dan altijd het volledige e-mailadres en maak hiervan een link.
Telefoonnummers:
Nederlands: (030) 253 8675
Engels: +31 30 253 8911
E-mailadressen:
Nederlands: e-mail [email protected] (dus onderstreept)
Engels: Email [email protected]
Titulatuur en namen
Schrijf bij namen en titels de volledige voor- en achternaam.
Tussen twee titels komt een spatie, tussen voorletters niet:
prof. dr. A.J. Kroneman
In een lopende zin schrijf je in het Nederlands titels met een kleine letter; in het
Engels schrijf je wel een hoofdletter en geen punt:
Dr I. de Vries / Contact the Rector Magnificus Prof Bert van der Zwaan
In het Engels is het niet gebruikelijk om zowel Prof. als Dr te hanteren. In
Engelstalige teksten gebruik je dan alleen Prof:
Prof Gerard ‘t Hooft
In een lopende zin gebruik je (bij de eerste vermelding) titels en de voornaam
(geen voorletters):
Neem hiervoor contact op met prof. dr. Wim Zonneveld.
Noem de volledige titulatuur maar eenmaal in een tekst. Daarna alleen de
achternaam.
In een opsomming (bv. samenstelling examencommissie) gebruik je voorletters
en zet je de voornaam tussen haakjes:
Prof. dr. W. (Wim) Zonneveld.
Ook obp'ers krijgen gewoon een titel.
In het Engels schrijven we niet drs. maar MA (of Msc) achter de naam:
Lisette de Groot MA.
Functietitels aan de UU worden indien mogelijk vertaald en altijd met hoofdletters
geschreven. Een aantal voorbeelden:
aio = PhD candidate
cursuscoördinator = Course Coordinator
decaan = Dean
Tijdsnotatie
Nederlands:
woensdag 12 maart 2010, 9.00 – 13.00 uur
Engels:
Wednesday 12 March 2010, 9:00 – 13:00
In een lopende zin schrijf je van … tot:
De vergadering is op 12 maart 2010 van 9.00 tot 13.00 uur.
Handleiding Digitale communicatie © 2017 Universiteit Utrecht [email protected] 9 / 11
Hoofdletters/kleine letters
Voor namen van onderdelen binnen de universiteit geldt: de eerste letter van de
naam van de faculteit, dienst, instituut of onderzoeksschool in kapitalen. Het
woord ‘faculteit’ hoort niet bij de naam.
faculteit Geowetenschappen
Onderzoeksschool Infectie & Immuniteit
De afkorting hbo wordt met kleine letters geschreven:
hbo’er, hbo-student en hbo-bachelorstudent
De woorden Programme Coordinator/Course Coordinator schrijf je altijd met een
hoofdletter, ook in lopende tekst:
Please contact the Course Coordinator / Programme Coordinator
Bachelor's / Master's
De woorden Master’s en Bachelor’s (in het Engels) schrijf je altijd met kapitalen en met
apostrof voor de s. Het is dus altijd (in deze combinatie althans):
Master’s programme
Bachelor’s programme
Prestige Master’s programme
Master’s thesis
Tijdperken
We schrijven alle geschiedkundige periodes met een hoofdletter:
Middeleeuwen/Oudheid/Renaissance.
Cijfers, getallen, valuta, symbolen, tekens
Voor geldbedragen en studiepunten gebruik je cijfers. Valutasymbolen schrijf je in
de lopende tekst voluit en met kleine letter
Studiekosten bedragen 200 euro per jaar
Costs for non-EEA students are at least 200 euros [let op: niet Euros]
Losstaand en in een opsomming gebruik je het symbool (€) voor de cijfers.
Tussen het valutateken en het getal staat een spatie in het Nederlands, in het
Engels niet.
Andere getallen (bijvoorbeeld aantal weken, maanden) schrijf je voluit tot het
getal twintig; getallen groter dan twintig schrijf je in cijfers.
Bij bedragen van duizend en hoger schrijf je in het Engels een komma ipv een
punt:
2,000 (NIET 2.000).
Bij studiepunten (ECTS) en andere getallen met in het Nederlands cijfers achter
de komma worden juist wel punten gehanteerd:
7.5 EC
8.6%
17.90 euros
Andere getallen (bijvoorbeeld aantal weken, maanden) schrijf je voluit tot het
getal twintig; getallen groter dan twintig schrijf je in cijfers.
third-year course / cursus in je derde jaar
three-year course / cursus van drie jaar
Handleiding Digitale communicatie © 2017 Universiteit Utrecht [email protected] 10 / 11
Namen van cursussen en opleidingen
Opleidingen
Schrijf Nederlandstalige bacheloropleidingen en masterprogramma’s met een
hoofdletter (alleen het eerste zelfstandig naamwoord).
Communicatie- en informatiewetenschappen
Bij Engelse de bacheloropleidingen en masterprogramma’s krijgt ieder zelfstandig
naamwoord een hoofdletter
Liberal Arts and Sciences
He is doing the Research Master’s programme in Sociology and Social Research
Cursussen
Schrijf namen van cursussen met een hoofdletter, ook in lopende tekst. Plaats ze
tussen enkele aanhalingstekens.
‘Nieuwe media en populaire cultuur’
Op Engelse pagina’s schrijf je de zelfstandig naamwoorden in hoofdletters en niet
tussen aanhalingstekens.
Theories on Heritage
In the first year you will take the Theoretical Foundations of Statistics course
Bij een Engelse cursus op een Nederlandse pagina schrijf je alles in hoofdletters,
maar plaats je de titel ook tussen aanhalingstekens. Bij een Nederlandse cursus
op een Engelse pagina schrijf je alleen het eerste woord met een hoofdletter,
gebruik je geen aanhalingstekens, maar zet je de titel wel cursief.
Zet na een link naar een pdf: (pdf). Maak deze toevoeging geen onderdeel van de
link.
Link (liever) niet naar Word-documenten. Kijk of je bewerkbare pdf-documenten
kunt maken.
Uithof
Het is "in De Uithof" in plaats van "op de Uithof" (de Uithof wordt gezien als een
plaatsnaam, vergelijk met Den Haag).
Specifieke terminologie
Blok Gebruik "blok" in plaats van (onderwijs)periode.
EC Gebruik EC i.p.v. studiepunten of "credits".
Staff Voor medewerkers gebruiken we in het Engels de term "staff". Het
gaat dan om wetenschappelijk én ondersteunend personeel.
Wetenschappelijk personeel vertalen we met "academic staff";
ondersteunend personeel met "support staff".
Handleiding Digitale communicatie © 2017 Universiteit Utrecht [email protected] 11 / 11
Handige links en verwijzingen
Digitaal woordenboek
http://www.internetwoordenboek.nl/internetbegrippen
http://www.internetwoordenboek.nl/internetafkortingen
http://www.internetwoordenboek.nl/internetjargon
Synoniemenzoeker
http://www.mijnwoordenboek.nl/synoniem.php
Genootschap Onze Taal
www.onzetaal.nl
Buitenlandse aardrijkskundige namen in het Nederlands
http://taaladvies.net/taal/aardrijkskundige_namen