Samenvattingen en presentaties centrumbijeenkomst februari 2016

Samenvatting en genoemde acties centrumbijeenkomst Mijdrecht 04-02-2016

Het afgelopen jaar hebben de gemeente, ondernemers en pandeigenaren samen gewerkt aan een

levendig dorpscentrum. Samen met gebruikers, pandeigenaren, winkeliers, gemeente en overige

belanghebbenden zijn tijdens de centrumbijeenkomst op 4 februari de successen gedeeld en de

kansen en uitdagingen verkend waar het centrum voor staat. Tijdens de bijeenkomst is tijdens

inspiratiesessies van gedachten gewisseld over de thema’s: toekomstbeeld en inrichting centrum,

marketing, DNA en identiteit Mijdrecht, samenwerking en economische kansen & aanbodversterking.

Met 80 deelnemers is tijdens de bijeenkomst veel energie ontstaan. Energie om samen vast te houden

en verder te laten stromen.

Het voorzitterschap van de avond werd ingevuld door Loes van Maarseveen. Tijdens de aftrap bleek

al duidelijk waar wethouder Anco Goldhoorn en voorzitter van Shopping Mijdrecht Hans Rensink

wilden bereiken deze avond: dat er energie ontstaat om samen te werken om het centrum tot een

succes te maken. Volgens Paul Reurings sr. zijn er drie hoofdrolspelers in deze samenwerking:

winkeliers, eigenaren en de gemeente. De door Hans van Veen, de eventmanager van het centrum,

gemaakte compilatiefilm maakt al snel duidelijk dat er veel is bereikt de afgelopen jaren: sinds het

raadsbesluit vorig jaar mei is er elke maand een koopzondag die wordt aangevuld met evenementen,

de herontwikkeling van de Molenhof en De Lindeboom staan op stapel, in 2017 komt de Action, er is

samen gewerkt aan het succesvol invullen van leegstaande panden. Ook de beeldkwaliteit die is

vastgelegd in het masterplan Haitsmahof-Molenhof werpt zijn vruchten af. Dit wordt duidelijk zichtbaar

bij de uitstraling van nieuwe panden in het centrum en in de beelden voor de Molenhof. De wens is om

dit beeld door te trekken naar Nieuw Avondlicht dat net als de Molenhof nu in ontwikkeling is. En er is

nog meer: wie weet keert dit jaar de ijsbaan terug. De voorbereidingen hiervoor zijn in volle gang en

een voorzitter wordt nog gezocht volgens Klaas Boekschoten sr..

Beleidsmedewerker economie van de gemeente Marloes Krol licht toe dat de inspiratiesessies bedoelt

zijn om jezelf maar ook anderen te inspireren en samen te brainstormen over een aanpak en actieplan

voor Mijdrecht centrum. Tijdens de inspiratiesessies is veel energie losgekomen.

Onder leiding van stedenbouwkundige van de gemeente, René Blom, is een gezamenlijk

toekomstbeeld voor het centrum verkend. Duidelijk is dat het centrum niet goed zichtbaar is,

compacter moet en dat de winkels in de Adelhof en aan de Anselmusstraat volgens de deelnemers

meer toekomst zouden hebben wanneer ze zich vestigen in het centrum. Bij de bushalte aan de

Rondweg zien de deelnemers wel een horeca-etablissement ontstaan met een terras aan het water.

Hierdoor ontstaat een toegangspoort tot het centrum. Uit de zaal wordt toegevoegd dat het wenselijk

is om in de looproute van en naar het centrum het Proostenhuis mee te nemen. Deze knipoog naar

het verleden kan op een breed draagvlak rekenen vanuit de zaal. Het Burgemeester Haitsmaplein is

en blijft volgens de deelnemers een ‘parkeermachine’. Echter, volgens de deelnemers staat het

gemeentehuis de ontwikkeling van een levendig centrum in de weg. Na doorvragen blijkt dat de

deelnemers vooral bedoelen dat in de plint van het gemeentehuis aan het Raadshuisplein meer

gezellige drukte mag ontstaan. Tevens is een herijking van het masterplan nodig, waarbij de goede

elementen van het masterplan worden benut.

René Hendriks Retailactivator Aan Zee wil remixen om het centrum te laten BRUISsen en geeft de

volgende boodschap mee: Betover je Klant, Realiseer je dromen, Uit je ondernemerschap, Inspireer je

omgeving en Stuw de omzet. Kortom: bruis en voorkom ruis. Op de vraag wie dit onderwerp marketing

de gezamenlijke acties gaat oppakken, geeft Jan Posdijk aan het sprookje Mijdrecht te willen gaan

regelen.

Tijdens de inspiratiesessie onder leiding van Hans van den Brink van The History Store bleek dat veel

deelnemers niet wisten dat Mijdrecht op het hoogste punt van het omringende veenlandschap is

gelegen en door de eeuwen heen een bestuurlijk middelpunt vormt, met als symbool het kasteel. Het

gemeentehuis vormt ook daarom onderdeel van het centrum, is onderdeel van het DNA. Kansen

liggen er om in te haken op de industriële grondtoon die Mijdrecht heeft, om kunst en cultuur meer aan

de oppervlakte te brengen en het kasteel of kasteelbeeldmerk terug te brengen. Zo kan Mijdrecht haar

regiofunctie herpakken. Nelie Groenendijk heeft zich al gemeld als Kasteelvrouwe.

Met Annemiek Verstappen, centrummanager Breda, is veelvuldig gesproken over samenwerking.

Deze vele voorbeeld en projecten maken duidelijk dat er veel acties kunnen komen door samen te

werken. Op een geheime facebook pagina kunnen ondernemers, eigenaren en gemeente zaken met

elkaar delen. De rol van een centrummanager is voor het verbinden van de ideeën, partijen en

personen. Dit leidt tot successen is gebleken en daarom wordt ervoor gepleit budget vrij te maken

voor een professionalisering van de samenwerking in de vorm van centrummanagement.

Tot slot is onder leiding van Klaas Boekschoten jr. werkzaam bij ASR gesproken over de

aanbodversterking van het centrum. Zo zouden de kleine winkels uit de Adelhof wel naar het centrum

kunnen verplaatsen, is een parfumerie een welkome aanvulling en is gesproken over diverse sociaal-

culturele voorzieningen. Denk aan een multifunctionele accommodatie met theater-/bioscoopzaal en

het servicepunt. Ook een internationale foodtruckmarkt wordt genoemd. De winkeliers hoeven zich

niets aan te trekken van de verwachte toename van internetaankopen: internet zorgt maar voor 5%

van de totale omzet in plaats van bangmakende berichten van 18% (zie artikel webwinkels SCN). Wel

is het zaak om meer in te spelen op de vergrijzing.

Nu er zoveel energie is losgekomen, is de grote vraag wat we hier met zijn allen aan gaan doen.

Marloes Krol van de gemeente oppert vooral om zelf aan de slag te gaan met de opgedane inspiratie;

men hoeft niet te wachten op wat er vanuit de gemeente en Shopping Mijdrecht zal worden

geïnitieerd. Natuurlijk hebben de partners nagedacht hoe we de vele inspiratie kunnen omzetten in

een actieplan voor het centrum. Hiervoor gaan de ondernemers, eigenaren, Rabobank en gemeente

aan de slag met de aanpak Nieuwe Winkelstraat, een landelijk initiatief ter versterking van

winkelgebieden. Jeroen Roose-Van Leijden wordt voorgesteld als procesmanager hiervan.

Loes van Maarseveen blikt na dit alles samen met Anco Goldhoorn en Hans Rensink terug. Beiden

zijn het volledig met elkaar eens. Het is mooi om de energie te zien die er is om samen het centrum

aan te pakken. Laten we deze energie vasthouden. Ondernemers zijn positief over alle plannen, maar

iedereen realiseert zich dat er blijvend aandacht nodig is om Mijdrecht beter op de kaart te zetten’.

Iedereen wordt bedankt en onder het genot van een borrel wordt nog lang nagepraat en genetwerkt.

Van ideeën naar (nieuwe) acties

Nieuwe ideeën die breed naar voren zijn gekomen:

1. Herijking masterplan: met behoud van de goede elementen van het masterplan.

2. Uitwerken kansen vestiging multifunctionele accommodatie en/of servicepunt in centrum.

3. DNA verder uitwerken met als ‘koploper’ het verbeelden en (ver)markten van het

kasteelbeeldmerk cq Proostenhuis voor Mijdrecht. Overige twee thema’s zijn: inhaken op de

industriële grondtoon van Mijdrecht en kunst en cultuur meer aan de oppervlakte brengen.

4. Aanpak Burgemeester Haitsmaplein, waaronder zowel de parkeermachine als de

toegangspoort met horeca-etablissement inclusief kasteelbeeldmerk/Proostenhuis-historie.

5. Uitwerken plint gemeentehuis Raadhuisplein.

6. Uitwerken van het sprookje van Mijdrecht.

7. Budget vrijmaken voor professionalisering samenwerking cq centrummanagement.

8. Nieuwe Winkelstraat: totaaloverzicht actieplan en aansturing op het verder uitwerken van de

acties.

9. Uitwerken kansen voor een multifunctionele accommodatie, denk aan bibliotheek,

servicepunt, theatertje.

10. Bewegwijzering naar het centrum verbeteren.

11. Verkeersontsluiting centrum optimaliseren, inclusief fietsroute/nieuwe doorsteek van

Haitsmaplein naar plein Janskerk en verbetering stalling fietsen. ‘Shared space’ maken

waardoor voetgangers en fietsers zich gelijkwaardig door het centrum/Dorpsstraat

voortbewegen.

12. Meer functies in het centrum: meer gevarieerd winkelaanbod, vernieuwende concepten,

winkels met webshop en shop-in-shopwinkels, horeca en terrasfunctie, wonen boven winkels,

ruimte bieden aan winkels vanuit Anselmusstraat en Adelhof en aan horeca vanuit Hofland.

13. Verfraaiing centrum: pleinfunctie/terrasfunctie, minder containers boven de grond.

14. Meer groen in het dorp.

15. Icoon/bezienswaardigheden creëren, koppelen aan wandelroute rond het centrum.

16. Uitbouwen van evenementen, denk aan kerstmarkt of koppelen straattheater aan

etalagewedstrijd/fotowedstrijd.

17. Kleine jachthaven of aanlegsteiger Kerkvaart ter hoogte van Haitsmaplein.

Lopende acties:

1. Herontwikkeling Molenhof.

2. Herontwikkeling Lindeboom.

3. Herontwikkeling Nieuw Avondlicht.

4. Herintroductie ijsbaan.

5. Koopzondagen/evenementen.

6. Herinvulling leegstaande panden met functies die aanbodversterkend werken.

winkelgebied huidig

centrumconcept/routing

ontsluiting

winkelgebied toekomst ?

4 februari 2016

Lindeboomcluster

Hoogvliet

AH-HEMAcluster

plein

Mijdrecht Centrum

4 februari 2016

Entree Centrum

4 februari 2016

Gevels &Openbare Ruimte

Samenvatting Inspiratiesessie Toekomstbeeld centrum Mijdrecht René Blom 04-02-2016

De bewegwijzering naar het centrum kan beter. Bijvoorbeeld een aanwijzing ‘Mijdrecht Centrum’ op de

kruising N201-N212 en dan via de Industrieweg naar het centrum. Routing naar het centrum moet met

name gericht zijn op de ‘hoofdentree’ van het centrum: het Haitsmaplein. Dit plein moet meer

uitstraling krijgen, bijvoorbeeld door horeca en een ‘haventje’ toe te voegen aan de ringvaart en een

aantrekkelijk, functioneel parkeerterrein met een gastvrije openbare ruimte. Herkenbaarheid en ‘smoel’

naar de Rondweg ontbreekt nu. Ook werd geopperd om de afslag vanaf de N201 via Hofland te

verleggen via de route achterlangs over de dijk/oude spoortracé. Fietsrouting en –stalling kan beter.

Dit kan bezoekers van het centrum die in Mijdrecht wonen verleiden om meer met de fiets te komen.

Veel bezoekers van het centrum in Mijdrecht komen vanuit andere kernen. Autobereikbaarheid en

parkeercapaciteit is hierdoor een belangrijk punt. In het centrum is efficiency-voordeel te behalen door

bijvoorbeeld het nieuwe parkeerterrein van de Molenhof en het Haitsmaplein met elkaar te verbinden

via de Kerkstraat en een nieuwe route tussen de Lindenboom en de begraafplaats. Hierdoor zouden

minder straten doodlopend kunnen zijn in het centrum.

Het huidige centrum wordt als te groot ervaren. Niet toekomstgericht met een verwachte verdere

afname van benodigd winkeloppervlakte. Geopperd werd om de winkels van de Adelhof en

Anselmusstraat naar het centrum te halen om het centrum te versterken. Het gemeentehuis staat in

zijn huidige verschijningsvorm in de weg. De onderste verdieping doet niets voor het Raadhuisplein.

Hier zou bijvoorbeeld wat horeca kunnen komen. De fietsroute door het centrum werkt verwarrend.

Mogelijke optie om dit te verbeteren is een ‘shared space’ maken waardoor voetgangers en fietsers

zich gelijkwaardig door het centrum/Dorpsstraat voortbewegen. Ook het verleggen van de fietsroute

via de Kerkstraat is een mogelijkheid. Meer bomen in de Dorpsstraat kan de aantrekkelijkheid en

gastvrijheid van het centrum vergroten. Toevoegen van woningen in het centrum kan het beeld en

levendigheid van het centrum verbeteren.

26‐2‐2016

1

een eerste verkenning

Het DNA van Mijdrecht

Houtskoolschets

• Vanaf de Middeleeuwen het (bestuurlijk) centrum van de regio

• Centraal gelegen in de Randstad • Bloeiende economie, vooral na 1950,

met een bovengemiddelde bevolkingsgroei

• Na 1950 van plattelandsdorpje naar industriecentrum met regionale winkelfunctie en actief verenigingsleven

• Karakter: op zichzelf, niet warm, maar wel met een groot ons-kent-onsgehalte

Het DNA van Mijdrecht – een eerste verkenning 1

26‐2‐2016

2

DNA-bepaling

Vijf lagen van een gebied:


5. Bestuur

4. Cultuur

3. Bevolking

2. Economie

1. Plattegrond

LANGE LIJN 1

Haak aan bij de industriële grondtoon

Mijdrecht als het nijvere hart van de (wijde) regio. Hoe maken we hier een verhaal van/brengen het tot leven?


26‐2‐2016

3

LANGE LIJN 2

Cultuur als missing linkMisschien een van de kenmerken van Mijdrecht: waar is de cultuur? Wil je mensen aantrekken zul je absoluut (meer) cultuur moeten aanbieden. En dat geldt niet alleen voor bedrijven, maar ook voor bezoekers.


LANGE LIJN 3

Breng het kasteel terug in Mijdrecht

Mijdrecht is altijd een regionaal centrum geweest, zowel bestuurlijk, industrieel als qua


winkels. Hoe maken we hier een verhaal van/brengen het tot leven?

Verslag Inspiratiesessie ‘DNA & Identiteit van Mijdrecht’ – Centrumbijeenkomst Mijdrecht d.d. 4-2-2016

Verslag Inspiratiesessie ‘DNA & Identiteit van Mijdrecht’ d.d. 4-2-2016 Aanwezig: totaal 12 mensen in onze zaal. Bij de introductie/opening, waar het ging om met name het "karakter" van de Mijdrechtenaar, was er onmiddellijk (h)erkenning en in een levendig gesprek werden er vergelijkingen met onder andere Wilnis gemaakt, omdat sommige daar woonden. Verrassend was de historie van de bestuurscultuur van Mijdrecht door de eeuwen heen, met als symbool toch wel het kasteel. Men realiseerde dit zich niet, net als het feit dat Mijdrecht op een hoger punt lag dan het omringende veenlandschap. De industriële grondtoon (1) werd herkend en erkend. Bij de grondtoon van het niet zichtbaar zijn van de cultuur (2) van Mijdrecht ontstond een discussie. Stelling was dat er wel kunst en cultuur in Mijdrecht is, alleen onder de oppervlakte. Er werden voorbeelden en namen genoemd van mensen uit Mijdrecht die kunst(en) bedrijven en bedreven, maar kennelijk wordt dit dan niet gedeeld/bekend gemaakt omdat daar geen aanleiding of bodem voor is (daar komt bij dat gemeenten met de bezuinigingen in de laatste 5 jaar, vaak met name geld uit kunst en cultuur hebben gehaald. Dit zal voor Mijdrecht niet anders zijn). En, verrassend, niemand had oog voor de positie van het kasteel (3). En, onbekend maakt in deze helemaal niet onbemind. Wat ik mooi vond was dat deze groep vanuit de verbazing en verrassing onmiddellijk in de herkenning en de omarming stapte. Door niet onmiddellijk op de ‘hoe’-vraag in te gaan, maar eerst het beeld "binnen te laten komen" werd ons publiek enthousiast bij de beleving van het kasteel van Mijdrecht, in wat voor materiële of immateriële vorm dan ook, om Mijdrecht regionaal en misschien ook landelijk stevig op de kaart te zetten. Door haar hogere ligging, de oude bestuurspositie en de symboliek van het kasteel onderscheidt Mijdrecht zich duidelijk van haar directe omgeving en kan het zich (ook landelijk) interessant maken. Door de beeldvorming en invulling hiervan te laten beginnen en eindigen in en/of nabij het centrum, komt dit onmiddellijk ten goede van dit centrum. Het lijkt ons zeker de moeite waard om ook daarom ons onderzoek voort te zetten en ons met name de richten op het verder uitwerken van de drie grondtonen, met als ‘koploper’ het verbeelden en (ver)markten van het kasteelbeeldmerk voor Mijdrecht. Dit zonder de andere grondtonen uit het oog te verliezen.

26-2-2016

1

4 februari 2016

Shopping Mijdrecht

Economische kansen & aanbodversterking

Klaas Boekschoten

Waar liggen de kansen voor u als ondernemer?

Hoe kijken retailers aan tegen Mijdrecht?

Waarom winkelt u in Mijdrecht?

Wat is het DNA van Mijdrecht?

Zomaar wat vragen voor vanavond…

26-2-2016

2

26-2-2016

3

• v

26-2-2016

4

CORPORATE STORYREFERENTIES

SUCCESVOLLE RETAILCONCEPTEN IN NL

26-2-2016

5

CORPORATE STORY

REFERENTIES

SUCCESVOLLE RETAILCONCEPTEN IN NL


1. Verbindend

2. Vernieuwend

3. Verleidelijk

4. Verbeterd

5. Voordelig

6. Verdienen

7. Verliefd (de consument)

8. Verduurzamend

9. Verassend

10. Vertrouwd

WAT HEBBEN DEZE RETAILERS GEMEEN?

Maar dat kunnen jullie ook toch ?

26-2-2016

6


IN MIJDRECHT HEBBEN WIJ OOK GENOEG STERKE LANDELIJKE

RETAILERS EN TREKKERS


MAAR IN MIJDRECHT ZIT HET ONDERSCHEID IN DE LOKALE

TREKKERS!

26-2-2016

7

Schaakbord

26-2-2016

8

KERNWINKELGEBIED MIJDRECHT


HOE ZIEN DE LANDELIJKE RETAILERS

MIJDRECHT?

26-2-2016

9


Kernverzorgendwinkelgebied

Gemeente telt ca. 42.000 inwoners, Mijdrecht circa 17.000 inwoners

Focus op dagelijkse bestedingen met sterke lokale ondernemers en goede filialisering

Beperkte mode aanbod, beperkte niet dagelijkse aankopen

Concurrentie is met name Uithoorn

Dorps-stedelijke winkelmix

Beperkte omzet afvloeiing in dagelijkse sector, hoog in niet dagelijkse sector

Mist grote en sterke trekkers om consumenten uit de regio te trekken

HOE ZIEN DE LANDELIJKE RETAILERS

MIJDRECHT?


1) Inspelen op de UNIEKE KWALITEITEN van Mijdrecht

2) AUTHENCITEIT, beleving

3) Dorps-stedelijke winkelmix,

4) VERWEVENHEID van functies: wonen, werken, toerisme, winkelen, uitgaan, cultuur, gemak

Mijdrecht is op de goede weg!!

Volhouden en nog sneller veranderingen doorvoeren

WAAR WILLEN WIJ HEEN MET MIJDRECHT?DENK GROOT MAAR REALISTISCH

26-2-2016

10

CORPORATE STORY

REFERENTIES

Hybride concepten: webwinkels huisvesten in winkel

Focus op lokale consumenten +

Focus op aanzuigende werking Abcoude, Uithoorn

Focus op verblijfsduur

Stimuleer lokaal ondernemerschap

Focus op discount en hoogsement,

en vernieuwende concepten

Focus op gezinnen

Stimuleren om 1 echte trekker te faciliteren met subsidie Gemeente

WAAROP ZOUDEN MIJDRECHT ZICH MOETEN FOCUSSEN?


DOELSTELLING NAAST DE WINKELS

1.Hoe meer functies men combineert, des te langer men verblijft, des te meer men besteedt, des te groter het economisch rendement voor de ondernemers en werkgelegenheid

2. Samenspel tussen de aanbieders van verschillende voorzieningen

Met een realistisch ambitieniveau:

26-2-2016

11


Parken, pleintjes, groen

Unieke winkels, bars, restaurants en terrasjes

Ambacht, creatieve concepten, ondernemers

(Straat)artiesten, bezienswaardigheden, unieke plekken, historie

Koppeling met Vinkeveen, Wilnis en Abcoude en mogelijk Stichtse Vecht

Ook buiten het winkelgebied, landbouw, boeren, kwekers, inzetten op unieke ervaringen en beleving voor de consument

FOCUS OP AUTHENCITEIT


Inzetten op unieke mix tussen kantoren, woningen, winkels binnen 1 bouwblok

Trekkers die het winkelgebied aantrekkingskracht en ZUURSTOF geven naast het directe winkelaanbod: Karwei, Kartbaan, Hotels, scholen, restaurants, congresruimtes, regus concepten

Wat in de aanloopstraten ? Inzetten op publieke ruimte, wonen, broedplaats startende ondernemers

VERWEVENHEID

26-2-2016

12


Inzetten op unieke mix tussen kantoren, woningen, winkels (binnen bouwblokken)

Faciliteren van wonen in het kernwinkelgebied

Faciliteren van flex-werkplekken in het centrum

Inzetten op nieuwe stedelijkheid en investeringen in de panden en winkelcentra, herontwikkelingen

Mobiliteit: voetgangerskwaliteit, fietsbeleid, openbaar vervoer, autobereik en parkeerbeleid

Aangename publieke ruimten

Behoefte creëren ….

INVESTERINGEN

CORPORATE STORY

REFERENTIES

Focus op aanzuigende werking Stichtse Vecht, Abcoude, Woerden, Uithoorn

Gebruik maken van het centrale plein, gratis parkeren, goede invalswegen

Focus op aanzuigende werking Abcoude, Uithoorn

Focus op verblijfsduur

PR evenementen: lancering

Inzetten op google advertising.

Gebruik van hippe concepten, Lindenhoff netwerk

REGIONAAL ONDERSTEUNENDE EVENEMENTEN

26-2-2016

13

CORPORATE STORY

REFERENTIES

Rotonde = entree winkelgebied

Creëren een uniek statement

Invalswegen beter aankleden

A2 vermelding Mijdrecht

Gemeentehuis invulling

Pop-up store samenwerking

WEES UNIEK, prettig voor de lokale kern en aantrekkelijk voor de regionale kern

QUICK WINS

BEDANKT VOOR UW AANDACHT

Wat ziet u als kansen voor Winkelgebied Mijdrecht?

SCN 2015 | 556

VISIE

De toekomst

voor fysieke

winkels is

een zonnige.

In ieder geval voor een aantal. In de

vorige vijf delen van deze artikelreeks

is het negativisme weersproken. De

zogenaamde onheilsboodschap van

predikers die het einde van (fysieke)

winkels voorspellen. Ja, het is helder:

de winkelmarkt is dynamisch. Er ver-

dwijnen winkels. En zelfs complete

formules en branches.

Maar er komen ook nieuwe winkels,

formules en branches bij. En op som-

mige plekken (grotere binnensteden

en in de ‘betere’ regionale winkelge-

bieden met een dominante eigenaar)

is er ook sprake van uitbreidings-

ruimte. Daarbij hebben sommige win-

kelformules een gigantisch positief

e*ect op de passantenstromen en

omzet in de omgeving.

Ook is in deel 5 gebleken dat we veel

kunnen leren van outletcentra. Fysiek

winkelen is onderdeel van het mense-

lijk DNA. En zal dus nooit verdwijnen.

Internet is belangrijk. Maar is meer

een hulpmiddel dan een doel op zich.

Een kans. En geen bedreiging.

LARIEKOEK

In dit deel gaat het over de ‘lariekoek’

die door zogenaamde winkelkenners

naar buiten wordt gebracht. Dat ‘bele-

ving’ (in de vorm van led-lampjes)

bijvoorbeeld dé oplossing biedt voor

de retail. Of dat het omzetpercentage

van het internetaandeel in de retail al

18 procent bedraagt (volgens de bran-

che-organisatie Thuiswinkel.org). Of

dat elke retailer een webshop moet

openen om te overleven (anders wil-

len banken niet 2nancieren). In dit

artikel worden deze drie ‘mythes’ uit-

gebreid ontzenuwd. Van groot belang.

Want als het uitgangspunt verkeerd

is, worden keuzes gemaakt die van

negatieve invloed zijn op het functio-

neren van je winkel.

Maar als de feiten juist helder zijn,

weet je ook waar je naartoe moet met

je winkel, winkelcentrum of winkel-

gebied. En kun je van jouw winkel een

winnaar maken.

THUISWINKEL.ORG

Sinds jaar en dag publiceert bran-

chevereniging Thuiswinkel.org het

aandeel onlinebestedingen. Dus het

percentage ‘online’ ten opzichte van

de totale (online én fysieke) bestedin-

gen. Bij het maken van deze bereke-

ning werkt Thuiswinkel.org samen

met marktonderzoeker GfK.

Het percentage ‘online’ is vanaf de

start van de publicaties nogal over-

dreven. Het is iets dat door velen al

was opgemerkt. Maar waarvan tot

voor kort niemand een issue maakte.

Wanneer percentages van 18 % (het

meest recent gepubliceerde percen-

tage) worden genoemd, is dat name-

lijk ‘nieuwswaardig’. Nu moet het

groeiende belang van onlinebestedin-

gen zeker niet worden onderschat.

Maar laten we vooral streven naar een

juiste en genuanceerde weergave van

de feiten.

In maart 2015 hebben Joost de

Baaij, Gerard Zandbergen en onder-

getekende een gesprek gehad met

Thuiswinkel.org en met GfK. Dat

heeft geleid tot een gedeeltelijke her-

ziening. Het percentage online beste-

dingen zou, maar dat wordt wel op

‘voetnootachtige wijze’ gepresen-

teerd, 7,6 % zijn. Al blijft deze club nog

steeds 18 % als hét percentage zien.

Het echte percentage ligt echter nóg

een stuk lager. Lager dan 18 %. Maar

ook lager dan die 7,6 %.

METEN MET TWEE MATEN

Als basis voor de totale bestedingen

gebruikt Thuiswinkel.org de gegevens

van het CBS. Deze cijfers zijn ‘undis-

puted’. De totale consumptieve beste-

dingen in 2014 bedroegen vrijwel

precies 200 miljard euro. Hierin zijn

zowel diensten (tickets van evene-

menten, concerten en attracties, ver-

zekeringen, vakanties/zakenreizen, et

cetera) in verwerkt als producten (de

feitelijke retailbestedingen als kle-

ding, huishoudelijke artikelen, bruin-

en witgoed, et cetera). De laatste cate-

gorie, ‘producten’, beslaat circa 93

DOOR HANS VAN TELLINGEN MET MEDEWERKING VAN

GERARD ZANDBERGEN EN JOOST DE BAAIJ

De zonnige toekomst van het fysieke winkelenOver het correcte aandeel van webwinkels in de totale

retailomzet, de overschatting van ‘beleving’ in Veghel

en de zin en onzin van het openen van een webshop

DEEL 6

SCN 2015 | 5 57

VISIE

miljard euro. Thuiswinkel.org deelt

in haar berekeningen de totale online

bestedingen (circa 14 miljard, 7 mil-

jard aan producten en 7 miljard aan

diensten), door alleen de totale detail-

handelsverkopen, de producten dus

(circa 93 miljard euro). Dan kom je

uit op circa 15,5 % (hoe Thuiswinkel.

org dan op 18 % komt is niet helder).

Wat gaat hier dan niet goed volgens

ons? Als je online diensten én produc-

ten registreert, moet je dit ook afzet-

ten tegen de totaal verkochte dien-

sten én producten. In de berekening

van Thuiswinkel.org worden zowel

de online verkochte producten en

diensten afgezet tegen enkel de totale

detailhandelsbestedingen. Dan reken

je dus met twee verschillende groot-

heden in de teller en de noemer van je

rekensom. En dat is letterlijk meten

met twee maten.

ECHTE ONLINEPERCENTAGE IS 5% OF ZELFS LAGER

Wij hebben dan ook getracht het

echte percentage te benaderen. Een

belangrijk uitgangspunt is dat wij

online retailbestedingen afzetten

tegen een vergelijkbare grootheid: de

detailhandelsverkopen zoals het CBS

die registreert. Een verkochte ‘dienst’

wordt hiermee buiten beschouwing

gelaten, zowel in de online besteding,

als in de detailhandelsverkopen.

Uitgaande van 93 miljard euro aan

bestedingen aan producten (de feite-

lijke retailbestedingen) en het online

aandeel van 7 miljard aan producten,

kom je uit op circa 7,5 %. Ongeveer het

‘voetnootpercentage’ van Thuiswin-

kel dus.

Maar ook hier zijn vraagtekens bij

te zetten. De noemer van de reken-

som, de detailhandelsverkopen, wordt

door het CBS gevormd door een aan-

tal productgroepen. Een daarvan is

de categorie ‘overig’. Deze heeft een

totale omvang van 1 miljard euro.

Welke goederen hier precies in zitten

is niet duidelijk. Daarnaast bedraagt

de categorie ‘telecom’ ongeveer 2 mil-

jard. In deze categorie is niet alleen

sprake van telefoons en tablets, echte

‘producten’ dus, maar ook (het gros)

van ‘abonnementen’, die worden

afgesloten bij de telecomaanbieders.

Diensten dus.

Nu gaat het te ver om 3 miljard van

de 7 miljard aan online productbe-

stedingen af te trekken. Maar als dat

toch zou gebeuren, zou er sprake zijn

van 4,3 % aandeel online (4 miljard

gedeeld door 93 miljard). Aanneme-

lijk is dus dat het onlineaandeel tus-

sen de 4,3 en 7,5 % zit. En waarschijn-

lijk dichter bij de 4,3 % dan bij de 7 %.

Wij schatten het onlineaandeel detail-

handelsverkopen dan ook op circa

5 %. Royaal onder het ‘voetnootper-

centage van 7,6 %’ van Thuiswinkel.

org en helemaal ver verwijderd van

het gecommuniceerde percentage van

18 %. Let wel: in dit door ons geschatte

percentage van 5 % zitten ook de

online aankopen die in de fysieke

winkel opgehaald worden. Voor

het gemak rekenen we dat maar als

online, terwijl dat natuurlijk eigenlijk

ook een o>ine besteding is.

NOG LAGER

Het kan zelfs zijn dat ons geschatte

percentage van 5 % nog lager wordt.

Er is nog een raar issue met ‘benzine-

stations’ die ook – buiten brandstof-

verbruik – onderdeel uitmaken van

de retailbestedingen. Volgens CBS

zou er voor 9 miljard euro aan snoep-

jes en broodjes worden verkocht. Dat

zou neerkomen op 2,3 miljoen omzet

aan broodjes per benzinestation. Of

1000 euro per automobilist op jaar-

basis. Of 20 euro per week. Dat lijkt

aan de zeer forse kant. Ook dit moet

dus nader worden onderzocht. Het

zou in theorie dus kunnen zijn dat we

zelfs behoorlijk fors onder de 5 % aan

onlineaandeel duiken.

Belangrijk is, dat wij met correcte

cijfers werken. Om zo de markt te

monitoren. Joost, Gerard en ik stellen

daarom voor om het ‘echte’ online-

aandeel precies te laten berekenen

door een ona@ankelijke instantie. En

om dát correcte percentage te publi-

ceren via persberichten. Aan niet-cor-

recte data heeft niemand iets. →

Het aandeel in de

retailomzet van

webwinkels is 5 procent,

geen 18 procent

SCN 2015 | 558

VISIE

HET TOVERWOORD BELEVING

Al jaren is hét toverwoord in de retail

‘beleving’. Beleving is de panacee

voor veel problemen. Beleving verbe-

tert het functioneren van het winkel-

gebied. Beleving is hét antwoord op

‘internet’.

Nu zeg ik niet dat dit allemaal onzin

is. Maar is beleving iets nieuws? En is

beleving inderdaad dé oplossing voor

de complete retail? Nee! Een jaar of

vijftien geleden had iedereen het over

‘leisure’. En daarvoor was het ook al

duidelijk dat ‘winkelen’ meer is dan

alleen maar ‘functioneel aankopen

doen’. Wij wisten toen al dat menig

consument het verrichten van aanko-

pen ziet als een favoriete tijdsbeste-

ding. Beleving is daarom niet nieuw.

Beleving was er altijd al.

Maar beleving moet ‘passend’ zijn.

In een prachtige oude binnenstad is

er al sprake van een natuurlijk soort

beleving. En in een goed functione-

rende ‘shopping mall’ kunnen pas-

sende evenementen en een mooi

design ook zorgen voor extra toe-

stroom van klandizie. Daarbij zullen

in een wijkwinkelcentrum ‘gezel-

lige’ en kneuterige elementen als een

‘clown met ballonnen’ best tot extra

toeloop leiden.

DE DURE LED-LAMPJES IN VEGHEL

Maar wat als het winkelgebied zelf

niet in orde is? Zoals in Veghel? Waar

de concurrentie van Uden moordend

is? Waar het kernwinkelgebied een

versnipperd geheel is? En de belang-

rijkste winkelstraat een benauwende

indruk maakt? Waar er dus geen sfeer

is? Waar de leegstand – zoals eigen-

lijk overal – niet wordt veroorzaakt

door internet? Waar de problematiek

dus eigenlijk een vastgoedprobleem

betreft? Gecombineerd met een

slechte marktpositie gezien de con-

currentie met Uden?

In een dergelijk geval heeft het uit-

sluitend toevoegen van beleving wei-

nig zin.

Waar heb ik het concreet over? In

het najaar van 2013 werd met veel

bombarie het concept van Cor Mole-

naar (wiens leerstoel door de web-

winkelbranche betaald wordt) toe-

gepast. Er werd voor heel veel geld

geïnvesteerd in led-lampjes in een

(voorheen) donker steegje. Dit zou

dé oplossing brengen voor Veghel. Ik

citeer de initiatiefnemer: “Er moet

een belevingsgebied gecreëerd wor-

den door de zintuigen met dyna-

mische en interactieve verlichting,

geluid en de beleving van groen te

prikkelen. Daarnaast moet een slim

gebruik van internettoepassingen

de bezoeker meer bij zijn omgeving

betrekken”.

Nadere inspectie leerde dat het een

beetje een armetierig steegje was. Aan

de rand van het dorpscentrum. Waar

naast led-lampjes tevens bomen en

struiken geplant werden. Die overi-

gens na een maand al verdord waren.

Ook was er sprake van een ‘vreemd

trinkelend geluid’. Er waren hoge

verwachtingen. En volgens de initia-

tiefnemer is er sprake van een groot

succes. Het aantal geparkeerde auto’s

zou zijn toegenomen. En de leegstand

afgenomen. Of dat echt zo is? Hier

volgen de feiten.

LEEGSTAND IN VEGHEL IS TOEGENOMEN

In 2013, vóór de installatie van de led-

lampjes, waren er volgens Locatus 213

verkooppunten in het dorpscentrum

van Veghel, waarvan er 22 leeg ston-

den. Op 1 januari 2015 was er sprake

van 205 units, hiervan stonden er

33 leeg. Op 30 juni 2015 is het aantal

verkooppunten toegenomen tot 209,

maar het aantal leegstaande units

steeg ook, naar 37 units.

OMZET IN VEGHEL IS AFGENOMEN

In juni van 2013 heeft Strabo een

koopstromenonderzoek verricht voor

een van de winkelvastgoedeigena-

ren in Veghel. Dat was (de plannen

omtrent de lampjes waren toen nog

niet bekend) dus vóór de installatie

van de led-lampjes. In juni 2015 heeft

Strabo dat onderzoek exact herhaald

voor dezelfde opdrachtgever. Deze

heeft toestemming aan ons gegeven

om de gegevens te publiceren.

In de gemeente Veghel (bestaande

uit de kernen Veghel en Erp) heeft

Strabo in beide jaren 400 enquêtes

afgenomen. Aankopen in de dage-

lijkse sector doet men doorgaans

dicht bij huis of in de nabijheid van de

werkplek. Anno 2015 bedraagt de bin-

ding in de dagelijkse sector van inwo-

ners uit Veghel aan de eigen gemeente

89 %. Dit is vergelijkbaar met 2013

(90 %).

De positie van het centrum van

Veghel als aankoopplaats voor dage-

lijkse artikelen heeft aan belang inge-

boet. 55 % van de dagelijkse bestedin-

gen van inwoners van Veghel komt

terecht in het centrum, terwijl dit

‘Beleving’ wordt

overschat: over het

effect van de led-

lampjes in Veghel

Het toevoegen

van 'beleving'

in de vorm van

ledlampjes heeft in

Veghel niet gewerkt

SCN 2015 | 5 59

VISIE

in 2013 nog 65 % was. De wijkverzor-

gende winkelvoorzieningen De Boekt

en De Bunder hebben beiden hun

positie verstevigd. De afvloeiing voor

de dagelijkse sector vanuit Veghel

naar omliggende plaatsen is beperkt.

De afvloeiing betreft voornamelijk

Uden (5%) en Schijndel (3%).

BINDING

De binding aan de gemeente Veghel

in de niet-dagelijkse sector in 2015

bedraagt 61% (in 2013 was de bin-

ding 58 %). De oriëntatie op het cen-

trum van Veghel bedraagt 49 %. Er is

sprake van een signi2cante afname

ten opzichte van 2013 (toen 55 %). De

oorzaak hiervan ligt deels in het feit

dat de Poort van Veghel met elektro-

nicazaak BCC een noemenswaardige

niet-dagelijkse concurrent is gewor-

den (lees: witgoed & elektronica).

De grootste concurrent in de niet-

dagelijkse sector is en blijft het nabij-

gelegen Uden. Circa een kwart van

de niet-dagelijkse bestedingen van

inwoners van de gemeente Veghel

komt terecht in (het centrum van)

deze plaats. De oriëntatie op Eind-

hoven bedraagt anno 2015 6 %. En

die op Den Bosch 2 %. De afvloeiing

naar Uden, Eindhoven en Den Bosch

is vrijwel gelijk gebleven in 2015

ten opzichte van 2013. Den Bosch

en Eindhoven zijn steden van een

andere orde, dat zijn in de strikte zin

dus geen concurrenten van Veghel.

Uden is dat wel.

In dit artikel komen alleen de

hoofdgroepen ‘dagelijks’ en ‘niet-

dagelijks’ aan de orde. Het volledige

onderzoek gaat in op elke (sub)bran-

che. Daarnaast is gevraagd naar de

waardering en bezoekfrequentie én is

er een betrouwbare schatting gemaakt

van de omzet. Alle zijn gedaald. De

(‘overall’) waardering van Veghel-

centrum is minder hoog (die was al

erg laag met een 6,4 in 2013) en krijgt

een 6,0 in 2015. De bezoekfrequentie

is fors gedaald in 2015 ten opzichte

van 2013. En de jaaromzet bedroeg in

2013 90 miljoen euro tegen 81 miljoen

in 2015.

THERE IS NO SUCH THING AS A QUICK FIX

Het dorpscentrum van Veghel func-

tioneert in 2015 minder goed dan

voorheen. Er is sprake van fors meer

leegstand. Tevens is de binding voor

dagelijkse en niet-dagelijkse goederen

signi2cant teruggelopen, net als de

omzet. Het toevoegen van ‘beleving’

in de vorm van led-lampjes heeft niet

gewerkt.

Als de basis van het winkelgebied

niet in orde is, zoals in Veghel, heeft

het toevoegen van toeters en bellen

geen enkele zin. ‘There is no such

thing as a quick 2x’. Pas als de basis

wél in orde is, met ‘kennis over de

klant en niet-klant’, passende winkels

in het verzorgingsgebied, duidelijke

routing, aaneengesloten winkelge-

bied (geen ‘losse plukjes bewinke-

ling’), makkelijk parkeren én een

klantgerichte wijze van werken, kent

het toevoegen van beleving een meer-

waarde. →

SCN 2015 | 560

VISIE

EEN AKELIG MISVERSTAND

De auteur van dit artikel heeft

meerdere malen zelfstandige

winkeliers gesproken die klagen

over het feit dat zij geen 2nanciering

kunnen krijgen (bij de Rabobank),

omdat zij geen webshop hebben. Met

andere woorden: winkeliers worden

verplicht om een webshop te openen.

Vreemd. Nu is een webshop (o>ine

gaat online) in veel gevallen wel een

goed idee. En is een fysieke winkel voor

een webaanbieder ook een uitstekend

plan. Ik ben een groot voorstander van

deze ‘veromnichannelisering’ van de

retail. Alleen: niet elke webaanbieder

kan een echte winkel betalen. En

niet voor elke fysieke winkelier loont

een webshop. Een webshop voor

winkelketens in het middensegment

is vaak echter wél een ‘must’. Maar

in het hoge segment ontbreekt een

webshop vaak. En dat geldt al helemaal

voor het lage segment. Action en

Primark hebben er geen. De prijs van

de producten (en daarmee de marge)

is vaak zó laag dat de bezorgkosten

het leeuwendeel van de kosten zouden

vormen. Als de consument deze moet

betalen, verliest deze zijn interesse.

En als de winkelier moet betalen zal

de marge negatief zijn. Zeker als ook

sprake is van een groot percentage

retourzendingen (bij Zalando naar

verluidt zo’n 70%).

PUP’S

Een mogelijke oplossing (de laatste

kilometer is de duurste in bezorgings-

termen) vormen de PUP’s, de Pick Up

Points. Menig supermarkt maakt hier

al gebruik van. Betrouwbare bron-

nen melden dat hier heel veel geld bij

moet. Daarbij is het de vraag of het

onlinepercentage voor supermark-

ten ooit boven de 5 % komt. Wij wil-

len ‘voelen, ruiken, proeven en zien´.

Dat zit in ons DNA. En al helemaal als

het gaat om versproducten. Ooit wel

eens bij een solitaire (circa 40 van

de naar schatting in totaal 210 PUP’s)

PUP geweest? Je kunt er een kanon

afschieten!

Ik geloof wél in ‘pick up possibili-

ties’ in de fysieke winkel zelf (circa

170 van de 210 PUP’s). Dan pro2teert

de desbetre*ende winkel (vaak koopt

de consument dan ook nog wat extra’s

in de winkel), net als de omliggende

winkels van het winkelgebied. De

vraag rijst in zo’n geval ‘hoe online’ de

besteding dan eigenlijk is. Betreft het

niet een fysieke besteding? Die dan

toevallig op de website is besteld?

EN DE ZELFSTANDIGE RETAILER?

Een betere investering dan een

webshop is een investering in de

winkel zelf. En in je personeel. Ken je

klant. Houd je klant als klant. En werf

nieuwe klanten die je nog niet had.

Een mogelijkheid is wel om je aan

te sluiten bij een online initiatief (als

daar in jouw winkelgebied sprake

van is). Zoals bij de ‘Negen Straatjes

Online’. Of ‘Shopping Small’ (Haar-

lemmerstraat en -dijk). Of deze inves-

teringen opwegen tegen de kosten? De

toekomst zal het leren. Initiatieven

als ‘Het Nieuwe Winkelen’ in Veenen-

daal en ‘Arnhem Winkelstad’ hebben

het niet gehaald. Als je weet dat het

totale onlinepercentage 5 % (of eigen-

lijk zelfs minder) is, is het maar de

vraag of jij je op deze 5 % moet richten.

Die andere 95 % is veel interessanter.

ONTZENUWDE FABELS EN TOEKOMSTIG WINKELGEDRAG

Er is zeker nog meer }auwekul die

gebezigd wordt. Mijn collega’s bij

Locatus zijn ook heel goed in het ont-

zenuwen daarvan. Zo beweerde Q&A

onlangs dat er 22.000 winkels verdwe-

nen zouden zijn. Onzin dus. Volstrekt

bezijden de waarheid. En Casengo

beweerde dat er meer webwinkels dan

fysieke winkels zouden zijn aan het

einde van dit jaar. Ook dat is een nogal

lachwekkende constatering.

Verder doen veel ‘retailfuturolo-

gen’ voorspellingen over toekomstig

consumentengedrag door die consu-

menten (met gestuurde enquêtes) te

vragen hoe zij in de toekomst gaan

winkelen. “Zou u gebruik maken van

Picnic als zij gratis de boodschappen

bij u thuis bezorgen met prijzen die

veruit de laagste van alle supermark-

ten zouden zijn?” Een consument

antwoordt dan al snel met ‘ja’. Con-

sumentengedrag is echter alleen te

meten aan de hand van gerealiseerde

bezoeken en bestedingen. Toekomstig

gedrag is niet te ‘bevragen’.

PARKEREN WÉL EEN QUICK FIX?

En dan nog iets over parkeren. In

deel 4 van deze artikelreeks heb ik in

2014 al geconstateerd dat parkeren

van levensbelang is voor de winkel-

omzet (http://strabo.nl/weblog/107/).

En dat ‘gratis’ parkeren weliswaar

niet bestaat, maar dat als je het gratis

maakt voor de consument (en betaald

door gemeente, winkeliers en eigena-

ren) er wel degelijk sprake is van een

positief e*ect op bezoek en omzet.

De heer Molenaar probeert nu te

scoren op dit onderwerp (waar hij in

januari 2015 nog stellig beweerde dat

‘gratis’ parkeren niet helpt ) op basis

van een dorpje in Wales waar de par-

keerautomaat stuk is. Is dit dan toch

een quick 2x?

Nou, ‘gratis parkeren’ helpt zeker.

Lees vooral mijn zojuist genoemde

artikel nog eens. Maar ‘gratis parke-

Hoezo iedere retailer

een webshop?

Overige

Eauwekul

Een betere

investering dan

een webshop is een

investering in je

winkel zelf

SCN 2015 | 5 61

INTERNATIONAAL

HANS VAN TELLINGEN IS ALGEMEEN

DIRECTEUR EN 50% EIGENAAR VAN STRABO

BV. WWW.STRABO.NL. STRABO IS NEDER-

LANDS MARKTLEIDER OP HET GEBIED VAN

PASSANTENONDERZOEKEN VOOR WIN-

KELCENTRA. REACTIES?: VANTELLINGEN@

STRABO.NL / 020-6260817 / 06 54348080 /

TWITTER: @HANSVTELLINGEN.

GERARD ZANDBERGEN (LOCATUS) EN

JOOST DE BAAIJ (VASTGOEDBELEGGER

SYNTRUS ACHMEA REAL ESTATE & FINANCE)

ZIJN DE CO-AUTEURS BIJ HET STUK OVER

HET ONLINEAANDEEL VAN DE RETAIL.

LOCATUS IS DE SPECIALIST OP HET GEBIED

VAN WINKELAANBODDATA. GERARD

ZANDBERGEN IS CEO EN PUBLICEERT

VEELVULDIG OVER FEITEN EN FABELS IN DE

WINKELMARKT. JOOST DE BAAIJ IS SENIOR

RESEARCH ANALIST EN VERRICHT OP MI-

CRO-, MESO- EN MACRONIVEAU ONDER-

ZOEK TEN BEHOEVE VAN BELEGGINGEN IN

WINKELVASTGOED.

Dit is deel 6 van Hans’ reeks

over de zonnige toekomst

van het fysieke winkelen. In

totaal staan er acht delen

op de rol. Over een aan-

tal maanden verschijnt het

boek waarin de artikelreeks

gebundeld wordt.

ren’ op zich is niet dé oplossing. Elk

winkelgebied is anders. Kennis van

het verzorgingsgebied is vereist. Ken-

nis van je klant en je niet-klant. Mar-

keting is maatwerk. Net als de invul-

ling van je winkelgebied. Alleen inte-

grale oplossingen werken.

CONCLUSIE

Het is fair – en ik besef dat dat van

mij verwacht wordt – om te vertellen

waar het dan wél naartoe gaat.

Daarover meer in het volgende deel.

Dat wordt deel 7 van deze reeks. Over

winnaars en verliezers in winkels,

winkelgebieden en winkelcentra. En

in het afsluitende deel 8 zal ik ook

vertellen hoe ‘het dan wel moet’. De

acht delen worden dan gebundeld

in mijn boek: De zonnige toekomst

van winkels, winkelcentra en

winkelgebieden. The end of retail is

overrated. Dat u het maar weet! ←

Promenade Sainte-Catherine is een

mixed-use herontwikkeling van

120 miljoen euro, gelegen in het

centrum van Bordeaux (F). In de eerste

drie dagen sinds de opening op 9 oktober

telde eigenaar/ontwikkelaar Redevco al

een forse 135 duizend bezoekers.

Redevco transformeerde de voormalige

drukkerij van de krant Sud Ouest in een

hoogwaardige, sfeervolle winkelloca-

tie. Een omgeving om te Saneren, dine-

ren, shoppen of ontmoeten. Promenade

Sainte-Catherine brengt een nieuwe

dynamiek in het historische hart van

Bordeaux.

MERKEN

In Promenade Saint-Catherine vinden we

ook nieuwe internationale merken naast

bekende lokale formules op het gebied

van mode, beauty, woninginrichting, lei-

sure en restaurants. Daaronder high-pro-

Ule huurders als LEGO, Monop’, La Grande

Récré en Starbucks. De mode is vertegen-

woordigd met merken als Superdry, C&A,

Esprit, G-Star Raw en JD Sports.

Het project meet 28.000 m2, waarvan

19.000 m2 voor retail. Passende bij Redev-

co’s duurzaamheidsbeleid, heeft het pro-

ject het BREEAM Very Good predicaat

behaald. Architect is Valode & Pistre.

Redevco opent Sainte-Catherine

BEKIJK DE VIDEO EN MEER

FOTO'S IN ONS

DIGITALE SUPPLEMENT:

WWW.SCN.TODAY/DIGITAAL

Bijeenkomst ondernemers centrum Mijdrecht groot succes

Om de aantrekkingskracht van het centrum van Mijdrecht te vergroten werken ondernemers,

eigenaren en gemeente al enige tijd samen. Om tot een gezamenlijk plan van aanpak te komen

heeft donderdag 4 februari een Centrumbijeenkomst plaatsgevonden. Met veel enthousiasme

hebben de deelnemers ideeën uitgewisseld en zijn de eerste acties benoemd. Alle aanwezigen

kijken terug op een geslaagde avond.

Tijdens inspiratiesessies hebben 80 deelnemers nagedacht over het toekomstbeeld van het centrum

van Mijdrecht. De aanwezigen brachten verschillende ideeën naar voren zoals het ontwikkelen van

een heldere bereikbaarheid en entree via Haitsmaplein, meedenken met startende winkeliers door

kortlopende huurcontracten, compacter maken van het centrum, inzet locatie van het gemeentehuis

door het toevoegen van publieksfuncties en het meenemen van het Proostenhuis in de looproute naar

het centrum.

Wethouder Anco Goldhoorn: ‘Samen met Hans Rensink kijk ik terug op een geslaagde avond. Ik vind

het mooi om de energie te zien die er is om samen het centrum aan te pakken. Laten we deze energie

vasthouden. De ondernemers zijn positief over alle plannen. Tegelijkertijd realiseert iedereen zich dat

er blijvend aandacht nodig is om Mijdrecht beter op de kaart te zetten’.

Samenvattingen en presentaties centrumbijeenkomst februari 2016

Documents

Transcript of Samenvattingen en presentaties centrumbijeenkomst februari 2016