handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M....

64
HANDBOEK FUSIES EN OVERNAMES Actualisering na de wet van 8 januari 2012 Prof. dr. Koen Byttebier

Transcript of handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M....

Page 1: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

HANDBOEK FUSIES EN OVERNAMES

Actualisering na de wet van 8 januari 2012

Prof. dr. Koen Byttebier

Page 2: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:
Page 3: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Intersentia 3

VOORWOORD

Enige tijd nadat, in september 2011, de tweede editie van het Handboek fusies en overnames ter perse is gegaan, nl. op 26 oktober 2011, werd het zgn. ‘wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen ingevolge Richtlijn 2009/109/EG wat verslaggevings- en documentatiever-plichtingen in geval van fusies en splitsingen betreft ’ in de Kamer inge-diend.

Hiermee werd de omzetting in de Belgische rechtsorde van de zgn. ‘Richtlijn 2009/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 sep-tember 2009 tot wijziging van de Richtlijnen 77/91/EEG, 78/855/EEG en 82/891/EEG van de Raad en Richtlijn 2005/56/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en splitsingen betreft ’, geambieerd.

Dit leidde reeds op 8 januari 2012 tot de afk ondiging van de wet tot wijzi-ging van het Wetboek van Vennootschappen ingevolge Richtlijn 2009/109/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en overnames betreft .

Hoewel deze wetswijziging ogenschijnlijk een eerder technisch karakter heeft , brengt zij toch een aantal fundamentele wijzigingen aan het recht inzake fusies en splitsingen teweeg, waarmee er, bij het ter perse gaan van het voormelde handboek, nog niet afdoende rekening kon worden gehou-den (toen er van het voormelde wetsontwerp nog geen sprake was).

Deze wetswijzigingen betekenen daarenboven een aanzienlijke verbetering en verduidelijking t.a.v. een eerdere wetswijziging die was aangebracht bij (programma)wet van 30 december 2009.

Gelet op dit grote belang van de wetswijziging van 8 januari 2012, alsmede van het complexe karakter hiervan, is, in samenspraak met de uitgever, de onderhavige beknopte ‘update’ bij het voormelde Handboek fusies en over-names opgesteld.

Page 4: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

4 Intersentia

Van deze gelegenheid werd tevens gebruikgemaakt om enkele recente evo-luties in de rechtspraak van het Hof van Cassatie te vermelden.

Methodologisch valt deze ‘update’ niet als een op zich staand werk te beschouwen; integendeel, enkel de in de ‘update’ telkenmale aangeduide randnummers van het voormelde Handboek dienen als vervangen te wor-den beschouwd door de in de onderhavige ‘update’ zelf nieuw geredigeerde tekstpassussen.

Auteur en uitgever drukken de hoop uit hiermee een nuttige aanvulling bij het voormelde Handboek zelf te kunnen aanbieden.

Prof. dr. Koen Byttebier,Brussel, 28 februari 2012

Page 5: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

Intersentia 5

De tekst van het randnummer 31 wordt vervangen door het-geen volgt:

31. Voornaamste Europese regelgeving. De regels vermeld in Boek XI W.Venn. vinden veelal zelf hun oorsprong in Europese regelgeving.

De voornaamste hiervan (m.b.t. de materies aan bod komend in het onder-havige Handboek) zijn:1° de Richtlijn 2011/35/EU van het Europees Parlement en de Raad van

5 april 2011 betreff ende fusies van naamloze vennootschappen8;2° de Zesde Richtlijn 82/891/EEG van de Raad van 17 december 1982 op

de grondslag van artikel 54, lid 3, sub g), van het Verdrag betreff ende splitsingen van naamloze vennootschappen9;

3° de Verordening (EEG) nr. 2137/85 van de Raad van 25  juli 1985 tot instelling van Europese economische samenwerkingsverbanden (EESV)10;

4° de Verordening (EG) nr. 2157/2001 van de Raad van 8 oktober 2001 betreff ende het statuut van de Europese vennootschap (SE)11 en Richt-

8 Pb.L. 29 april 2011, afl . 110, 1-11. Deze Richtlijn vervangt de oorspronkelijke fusierichtlijn, t.t.z. de zgn. “Derde Richtlijn” (Richtl.

Raad nr. 78/855/EEG, 9 oktober 1978 op de grondslag van art. 54, lid 3, onder g), van het Ver-drag betreff ende fusies van naamloze vennootschappen, Pb.L. 20 oktober 1978, afl . 295, 36-43.

Deze oorspronkelijke fusierichtlijn was in de loop der jaren herhaaldelijk en ingrijpend gewij-zigd. Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst werd tot codifi catie van deze richtlijn overgegaan (zie de inleidende overweging 1 bij de Richtlijn 2011/35/EU).

Een verdere overweging die aan de uitvaardiging van de Richtlijn 2011/35/EU ten grondslag heeft gelegen, vormde de overweging (4), waarin wordt gesteld dat, ter bescherming van de belangen van deelnemers en derden, het nodig was om de wettelijke bepalingen van de lidsta-ten inzake fusies van naamloze vennootschappen te coördineren, waarbij de rechtsfi guur van de fusie in de wetgeving van alle lidstaten dient te worden ingevoerd. Hierbij werd inzonder-heid als verder uitgangspunt genomen dat de schuldeisers, met inbegrip van de obligatiehou-ders, alsook de houders van andere eff ecten van de vennootschappen die een fusie aangaan, moeten worden beschermd tegen benadeling door de fusie (zie inleidende overweging (7)).

Voor een algemene bespreking, zie X, “Richtlijn 2011/35/EU van 5 april 2011 betreff ende fusies van naamloze vennootschappen (Pb.L. 29 april, afl . 110, 1-11)”, TBH 2011, afl . 7, 729 et seq.

9 Pb.L. 31 december 1982, afl . 378, 47-54; M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplichting van de commissaris bij fusies en splitsingen: sense noch simplicity”, Not.Fisc.M. 2011, afl . 1, 2-21.

10 Pb.L. 31 juli 1985, afl . 199, 1-9; D. Van Gerven, “De Europese Vennootschap en het Europees Economisch Samenwerkingsverband”, TRV 2006, afl . 2, 129-149; D. Van Gerven, “Editoriaal – We zijn op weg naar een eenvormig vennootschapsrecht: het glas is halfvol”, TRV 2011, afl . 5, 329 et seq.

11 Pb.L. 10 november 2001, afl . 294, 1-21; D. Van Gerven, “Een overzicht van de rechtspersonen naar Europees recht”, TBH 2006, afl . 2, 151-169; D. Van Gerven, “Editoriaal – We zijn op weg naar een eenvormig vennootschapsrecht: het glas is halfvol”, TRV 2011, afl . 5, 329 et seq.

Zie ook de Verordening van de Raad nr. 1435/2003/EG van 22 juli 2003 betreff ende het statuut voor een Europese Coöperatieve Vennootschap (SCE), Pb.L. 18 augustus 2003, afl . 207, 1-24. (niet verder in dit Handboek behandeld).

Page 6: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

6 Intersentia

lijn 2001/86/EG van de Raad van 8 oktober 2001 tot aanvulling van het statuut van de Europese vennootschap met betrekking tot de rol van de werknemers12;

5° de Richtlijn 2005/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 betreff ende grensoverschrijdende fusies van kapitaal-vennootschappen.13

Voorbeelden van verdere Europese regelgeving die relevant voor de mate-rie is, zijn:– de Mededeling van de Commissie over de overdracht van kleine en

middelgrote ondernemingen14;– de Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parle-

ment – Modernisering van het vennootschapsrecht en verbetering van de corporate governance in de Europese Unie – Een actieplan15;

– de Richtlijn 2009/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16  september 2009 tot wijziging van Richtlijnen 77/91/EEG, 78/855/EEG en 82/891/EEG van de Raad en Richtlijn 2005/56/EG wat verslag-gevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en splitsin-gen betreft 16;

– de Verordening (EG) nr. 1435/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betref-fende het statuut voor een Europese Coöperatieve Vennootschap (SCE)17 en Richtlijn 2003/72/EG van de Raad van 22 juli 2003 tot aan-

12 Pb.L. 10 november 2001, afl . 294, 22-32.13 Pb.L. 25 november 2005, afl . 310, 28-39; M. Wyckaert, “Grensoverschrijdende fusies”, TRV

2006, 90-103; J. Vermeylen en I. Vande Velde, “De Belgische implementatie van de vennoot-schapsrechtelijke en fi scale richtlijnen inzake grensoverschrijdende fusies”, Nieuwsbrief Nota-riaat 2009, afl . 5, 1-8.

14 Pb.C. 28 maart 1998, afl . 93, 2-12.15 COM/2003/0284; C. Bayaert, Q. Helsen en P. Van Den Eynde, “Gouden parachutes en Cor-

porate Governance”, NJW 2010, 730-749 en 774-780.16 Pb.L. 2 oktober 2009, afl . 259, 14-21. Zie ook Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het Voorstel voor een

richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Richtlijnen 77/91/EEG, 78/855/EEG en 82/891/EEG van de Raad en Richtlijn 2005/56/EG wat verslaggevings- en docu-mentatieverplichtingen in geval van fusies en splitsingen betreft (Pb.C. 11 september 2009, afl . 218, 27-29).

Deze Richtlijn werd in de Belgische rechtsorde omgezet door de wet 8 januari 2012 tot wijzi-ging van het Wetboek van Vennootschappen ingevolge Richtlijn 2009/109/EG wat verslagge-vings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en overnames betreft , BS 18 januari 2012.

Voor een algemene bespreking, zie D. Haex, “Richtlijn 2009/109/EG van het Europees Parle-ment en de Raad van 16 september 2009 tot wijziging van de Richtlijnen 77/91/EEG, 78/855/EEG en 82/891/EEG van de Raad en Richtlijn 2005/56/EG wat verslaggevings- en documenta-tieverplichtingen in geval van fusies en splitsingen betreft ”, TBH 2010, afl . 1, 91-92.

17 Pb.L. 18 augustus 2003, afl . 207, 1-24.

Page 7: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

Intersentia 7

vulling van het statuut van een Europese coöperatieve vennootschap met betrekking tot de rol van werknemers18;

– de Richtlijn 2007/63/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 tot wijziging van Richtlijn 78/855/EEG van de Raad en Richtlijn 82/891/EEG van de Raad wat betreft de verplichte opstel-ling van een verslag van een onafh ankelijke deskundige bij fusies of splitsingen van naamloze vennootschappen19;

– het Voorstel voor een verordening van de Raad betreff ende het statuut van de Europese besloten vennootschap.20

De tekst van het randnummer 41 wordt vervangen door het-geen volgt:

41. Voornaamste wetswijzigingen na de introductie in de Belgische rechtsorde van het Wetboek van Vennootschappen. De wet van 2 augus-tus 200221 heeft een aantal verdere, in hoofdzaak technische wijzigingen aan enkele bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen inzake fusies en splitsingen aangebracht.

Een verdere reeks (technische) wijzigingen vloeit voort uit de wet van 30 december 2009 houdende diverse bepalingen betreff ende Justitie (II).22

18 Pb.L. 18 augustus 2003, afl . 207, 25-36; D. Van Gerven, “Een overzicht van de rechtspersonen naar Europees recht”, TBH 2006, afl . 2, 151-169; D. Van Gerven, “Editoriaal – We zijn op weg naar een eenvormig vennootschapsrecht: het glas is halfvol”, TRV 2011, afl . 5, 329 et seq.

19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen: sense noch simplicity”, Not.Fisc.M. 2011, afl . 1, 2-21.

20 COM/2008/0396 def. – CNS 2008/0130. Zie ook Werkdocument van de Diensten van de Commissie – Begeleidend document bij het

Voorstel voor een verordening van de Raad betreff ende het statuut van de Europese besloten vennootschap (SPE) – Samenvatting van de eff ectbeoordeling (COM/2008/0396; SEC/2008/2099).

Raadpleeg verder M. Wyckaert, “Het kapitaal in het vennootschaps- en boekhoudrecht: waar staan we vandaag met het kapitaalbegrip?” in X, 10 jaar Wetboek Vennootschappen in werking: hedendaagse problemen, Mechelen, Kluwer, 2011, 233-262.

21 Wet 2 augustus 2002 houdende wijziging van het Wetboek van Vennootschappen alsook van de wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen en tot reglementering van de openbare overnameaanbiedingen, BS 1 september 2002.

22 BS 15 januari 2010. Zie inzonderheid artt. 53 t.e.m. 57 van de wet van 30 december 2009. (Hier-over M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplichting van de commissaris bij fusies en splitsin-gen: sense noch simplicity”, Not.Fisc.M. 2011, afl . 1, 2-21; X, “Wet 30 december 2009 houdende diverse bepalingen betreff ende justitie (II)”, TBH 2010, afl . 5, 432-433.)

Page 8: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

8 Intersentia

Middels de wet van 8 januari 2012 tot wijziging van het Wetboek van Ven-nootschappen ingevolge Richtlijn 2009/109/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en overnames betreft 23, werd, onder meer, de Richtlijn 2009/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16  september 2009 tot wijziging van Richtlijnen 77/91/EEG, 78/855/EEG en 82/891/EEG van de Raad en Richtlijn 2005/56/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en splitsingen betreft 24, in de Belgische rechtsorde omgezet (zie inzonderheid art. 2 van de wet van 8 januari 2012). De hoofdbedoeling van deze wet van 8 januari 2012 was om een vereenvoudiging en verduidelijking van de na te leven formaliteiten in het kader van (niet-grensoverschrijdende) fusies en splitsingen te bewerkstelligen.25

Gelet op het zeer partiële karakter van deze ingreep (vermits slechts aan een zeer beperkt deel van de bestaande regels inzake de in Boek XI W.Venn. geregelde herstructureringsoperaties werd geraakt), kan echter ook na deze wetswijziging van 8 januari 2012 geenszins worden voorgehouden dat de fusie- en/of splitsingsregels ‘eenvoudig’ zouden kunnen worden genoemd.

23 BS 18 januari 2012 (in werking getreden op 28 januari 2012). Deze wet is van toepassing op fusies of splitsingen waarvan het voorstel wordt neergelegd ter

griffi e na inwerkingtreding van deze wet, i.e na 28 januari 2012 (art. 33 wet 8 januari 2012). Deze geëigende overgangsregeling vloeit voort uit het amendement (K. Uyttersprot) op het

wetsontwerp (d.d. 26 oktober 2011) tot wijziging van het Wetboek van Vennootschappen inge-volge Richtlijn 2009/109/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en splitsingen betreft , Parl.St. Kamer 2011-12, nr.  53K1849/002. Na enig debat in de Kamercommissie belast met de problemen inzake Handels- en Economisch recht, werd dit amendement opgenomen als het artikel 33 van het wetsontwerp (zie Verslag van de Commissie belast met de problemen inzake Handels- en Economisch recht op het wetsontwerp tot wijzi-ging van het Wetboek van Vennootschappen ingevolge Richtlijn 2009/109/EG wat verslagge-vings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en splitsingen betreft , Parl.St. Kamer 2011-12, nr. 53K1849/003, 6).

24 Pb.L. 2 oktober 2009, afl . 259, 14–21.25 Overweging (2) Richtlijn 2009/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 septem-

ber 2009 tot wijziging van de Richtlijnen 77/91/EEG, 78/855/EEG en 82/891/EEG van de Raad en Richtlijn 2005/56/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en splitsingen betreft , Pb.L. 2 oktober 2009, afl . 259, 14-21; MvT wetsontwerp tot wijzi-ging van het Wetboek van Vennootschappen ingevolge Richtlijn 2009/109/EG wat verslagge-vings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en splitsingen betreft , Parl.St. Kamer 2011-12, nr. 53K1849/001, 4.

Page 9: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

Intersentia 9

De tekst van de randnummers 58-60 wordt vervangen door hetgeen volgt:

58. Al dan niet plaatsvinden van een vennootschapsrechtelijke inbreng? Sommige rechtsleer houdt echter voor dat er in het kader van een derge-lijke oprichting geen inbreng in de klassieke vennootschapsrechtelijke betekenis van het woord plaatsvindt, maar veeleer een voortzetting, in een nieuwe vorm, van een aantal voorheen reeds bestaande vennootschap-pen.

In die zin vertoont de operatie meer gelijkenis met een ‘omzettingsopera-tie’ dan met een eigenlijke ‘inbreng’, wat trouwens ook haar aparte vermel-ding in Boek XI van het Wetboek van Vennootschappen, getiteld “Her-structurering van vennootschappen”, verklaart.

Vandaar vertoont de oprichting in geval van een “fusie door oprichting van een nieuwe vennootschap” een aantal bijzondere kenmerken die haar onderscheiden van de inbreng in de klassieke zin van het woord.

Omwille van het feit dat de integraliteit van de vermogens van de bij de fusie betrokken vennootschappen overgaat op de nieuw opgerichte ven-nootschap en eerst vermelde vennootschappen ophouden te bestaan, zou het bv. vrij zinloos zijn om de oprichtersaansprakelijkheid te leggen bij de overgenomen vennootschappen: zij houden immers op te bestaan. Eigen-lijke oprichters van de nieuw opgerichte vennootschap vallen als dusdanig niet te identifi ceren. Er is om die reden dan ook geargumenteerd dat de voorschrift en inzake de oprichtersaansprakelijkheid geen toepassing zou-den kunnen vinden, een stelling die steun vindt in de overweging dat er in het kader van een fusie een continuïteit van de erbij betrokken vennoot-schappen aangenomen wordt. Het voorgaande belet echter niet dat de voorschrift en inzake de aansprakelijkheid van de zaakvoerders (of bestuur-ders) en deskundigen die bij de fusie tussenkomen, wel onverminderd toe-passing vinden.

Voorts is er een (al bij al) complexe interferentie tussen de voorschrift en inzake fusies en splitsingen m.b.t. het zgn. ‘deskundigenverslag’ en de ver-gelijkbare voorschrift en inzake het deskundigenverslag bij inbreng in natura. Hierop wordt verder in de tekst dieper ingegaan.

Page 10: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

10 Intersentia

59. Verdere bepalingen in geval van de oprichting van een nieuwe ven-nootschap. De fusievoorschrift en van Boek XI van het Wetboek van Ven-nootschappen onderwerpen, daarnaast, de oprichting van een dergelijke nieuwe vennootschap aan een aantal bijkomende bepalingen.

Aldus moet de oprichting van de nieuwe vennootschap, op straff e van nie-tigheid, steeds gebeuren bij authentieke akte (zie art. 705, § 2 W.Venn.), dit in afwijking van de gemeenrechtelijke regeling die voor sommige vennoot-schapstypes de oprichting bij onderhandse akte gedoogt. Het Wetboek van  Vennootschappen schrijft verder voor dat deze authentieke akte de conclusies van het deskundigenverslag, dat, in principe (en behoudens een verder in de tekst van dit handboek besproken afwijkingsmogelijkheid), ter gelegenheid van elke fusie moet worden opgesteld, moet weergeven (art. 705, § 2 W.Venn.).

Indien een dergelijk verslag werd opgesteld overeenkomstig artikel 708 W.Venn. (handelend over het schrift elijk deskundigenverslag over het fusievoorstel in geval van een fusie door oprichting van een nieuwe ven-nootschap):– zijn voorts de artikelen 444 en 449, artikel 450, tweede lid, tweede vol-

zin, en de artikelen 451, 452 en 453, 6° en 9° W.Venn. niet van toepas-sing op de naamloze vennootschap en de Europese vennootschap en evenmin, in afwijking van artikel 657 W.Venn., op de commanditaire vennootschap op aandelen (art. 705, § 3, eerste lid W.Venn.);

– zijn eveneens de artikelen 395, 399 en 402, 2° W.Venn. niet van toepas-sing op de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid en de Europese coöperatieve vennootschap die door de fusie tot stand zijn gekomen (art. 705, § 3, tweede lid W.Venn.);

– zijn tot slot ook de artikelen 219 en 224 W.Venn. niet van toepassing op de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid die door de  fusie tot stand is gekomen. Artikel 226, 3° en 6° W.Venn. is dan evenmin van toepassing op deze vennootschap (art. 705, § 3, derde lid W.Venn.).

Omgekeerd geldt, met andere woorden, de vaststelling dat het revisoraal controleverslag inzake de inbreng in natura ‘herleeft ’ indien er geen controleverslag over de fusie dient te worden opgemaakt (omdat hiervoor, o.g.v. de verder in tekst besproken uitzonderingsregeling, een vrijstel-ling  zou zijn verleend; cf. infra, nrs. 94 e.v.). Anders gezegd, moet steeds

Page 11: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

Intersentia 11

minstens hetzij het revisoraal controleverslag inzake de inbreng in natura, hetzij het controleverslag over de fusie voorhanden zijn.26

60. Nuanceringen op de regel dat de (overgenomen) vennootschap ophoudt te bestaan. Sedert een wetswijziging van 8 augustus 2002 is ver-der uitdrukkelijk bepaald dat de regel dat de (overgenomen) vennootschap ophoudt te bestaan, geldt in afwijking van het bepaalde in artikel 183, § 1 W.Venn.

Op deze basisregel gelden evenwel een aantal belangrijke uitzonderingen:– Artikel 682, eerste lid, 1° W.Venn. bepaalt dat, voor de toepassing van

de artikelen 178, 688 en 689 W.Venn. de ontbonden vennootschappen geacht worden voort te bestaan gedurende de in artikel 198, § 2 W.Venn. bepaalde termijn van zes maanden en, ingeval een vordering tot nietigverklaring wordt ingesteld, voor de duur van het geding tot het ogenblik waarop over die vordering tot nietigverklaring uitspraak is gedaan bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing.

– Een tweede afwijking van het beginsel dat de overgenomen vennoot-schap(pen) ophoudt (ophouden) te bestaan, betreft de vaststelling van de jaarrekening (van de overgenomen vennootschap(pen)) met betrek-king tot de aan de fusie onmiddellijk voorafgaande periode.

Met name zal het zich zelden voordoen dat het tijdstip van voltrekking van de fusie – het ogenblik waarop overeenstemmende goedkeurings-besluiten van alle bij de fusie betrokken vennootschappen voorliggen – precies samenvalt met de datum van afsluiting van het boekjaar van alle bij de fusie betrokken vennootschappen.

Derhalve zal er met betrekking tot de overgenomen vennootschap(pen) en in de meeste gevallen, de periode die verstrijkt tussen de datum van (jaar)afsluiting van het laatste boekjaar en de datum van toerekening van de boekhouding aan de overnemende (of nieuw opgerichte) ven-nootschap, geen neerslag kunnen vinden in een door de algemene ver-gadering van aandeelhouders goed te keuren jaarrekening. De reden hiervoor is dat de betreff ende vennootschap op het moment dat de jaar-rekening moet worden opgesteld, niet meer bestaat. Het is dan ook onmogelijk om op dit tijdstip nog (een) algemene vergadering(en) van aandeelhouders (van deze overgenomen vennootschap(pen)) bijeen te

26 MvT wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van Vennootschappen ingevolge Richtlijn 2009/109/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en split-singen betreft , Parl.St. Kamer 2011-12, nr. 53K1849/001, art. 10.

Page 12: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

12 Intersentia

roepen om over de jaarrekening te delibereren. Om hiervoor een oplos-sing te bieden, bepaalt het Wetboek van Vennootschappen, wat de fusie door overneming betreft , dat het vroegere bestuursorgaan van de over-genomen vennootschap de jaarrekening die betrekking heeft op de genoemde periode, moet opstellen en ter goedkeuring aan de algemene vergadering van de overnemende vennootschap – i.e. de na de fusieope-ratie (wel) nog voortbestaande vennootschap – moet voorleggen (art. 704, eerste en tweede lid W.Venn.). Bedoelde algemene vergadering beslist tevens over de kwijting van de bestuurs- en toezichtsorganen van de overgenomen vennootschap, dit onverminderd artikel 687 (art. 704, derde lid W.Venn.).

Wat de fusie door oprichting van een nieuwe vennootschap betreft , ver-meldt artikel 718 W.Venn. mutatis mutandis een soortgelijke regeling. Wat de met fusie door overneming gelijkgestelde verrichting betreft , liggen de betreff ende regels, die opnieuw mutatis mutandis dezelfde zijn, vervat in artikel 727 W.Venn.

In die zin ligt een beperkte afwijking van het beginsel van de onmid-dellijke ontbinding van de overgenomen vennootschap(pen) voor: met het oog op de opstelling of vaststelling van de jaarrekening over de bedoelde periode, komt het bestuursorgaan van de betrokken vennootschap(pen) immers a.h.w. opnieuw (even) tot leven, zij het dat zijn taak beperkt is tot het opstellen van de jaarrekening. Wat de goed-keuring van de jaarrekening en de kwijting betreft , geldt dan weer een consequente toepassing van het beginsel van de ontbinding: het is immers de algemene vergadering van de overnemende vennootschap die ter zake bevoegd is.

In het fusievoorstel dat de bestuursorganen van de te fuseren vennoot-schappen moeten opstellen, dient de datum vanaf welke de handelingen van de over te nemen vennootschap boekhoudkundig geacht worden te zijn verricht voor rekening van de overnemende vennootschap, te wor-den vermeld (art.  693, tweede lid, 5° W.Venn.). Er geldt ter zake een bepaalde praktijk om toepassing te maken van een boekhoudkundige retroactiviteit van de fusie, in die zin dat, met toepassing van de aange-haalde rechtsregel, vaak bepaald wordt dat alle handelingen van de overgenomen vennootschap(pen) gesteld sedert de eerste dag van het boekjaar volgend op het laatst afgesloten boekjaar, worden toegerekend aan de overnemende vennootschap.

Page 13: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

Intersentia 13

De tekst van het randnummer 91 wordt vervangen door het-geen volgt:

91. Verplichting tot tijdige bekendmaking van het fusievoorstel ter griffi e van de rechtbank van koophandel. Het fusievoorstel moet door elke vennootschap die bij de fusie betrokken is, uiterlijk zes weken27 voor de algemene vergadering van aandeelhouders die over de fusie moet besluiten, ter griffi e van de rechtbank van koophandel waar haar respec-tieve maatschappelijke zetel is gevestigd, worden neergelegd en bekendge-maakt bij uittreksel28 overeenkomstig artikel 74 W.Venn., of in de vorm van een mededeling overeenkomstig artikel 75 W.Venn. die een hyper-link29 bevat naar een eigen30 website (art.  693, derde lid W.Venn. en art. 706, derde lid W.Venn.).31

27 De wetgever verlengt de, bij wetswijziging van 8 januari 2012, termijn waarmee rekening dient te worden gehouden de facto tot minstens 8 weken, nu het voorstel niet alleen moet worden neergelegd, maar ook gepubliceerd, uiterlijk 6 weken voor de algemene vergadering van aan-deelhouders (de tijdspanne tussen de neerlegging en de publicatie bedraagt al snel 10 dagen). De zekerheid die men derhalve vóór de wetswijziging van 8 januari 2012 had omtrent de precieze startdatum van de termijn (met name, 6 weken vanaf de neerlegging), gaat hierdoor teloor. Het correct naleven van deze termijn heeft in de praktijk nochtans belangrijke implicaties, daar de notariële wettigheidsverklaring en de fi scale vrijstellingen vereisen dat de bepalingen uit het Wetboek van Vennootschappen correct worden nageleefd. Het is dan ook niet onwaarschijnlijk dat de wetgever binnen afzienbare tijd een nieuw wetgevend initiatief zal ondernemen om deze onzekerheid weg te werken.

28 Het is niet geheel duidelijk welke informatie dit uittreksel moet omvatten. Men zou zich kun-nen beperken tot de essentiële bestanddelen van het voorstel ex art. 693, lid 2 en 706, lid 2.

29 Heden ten dage en praktisch beschouwd is het opnemen van een hyperlink naar de eigen web-site stricto sensu (met name, het kunnen doorklikken via de link in het voorstel naar de eigen website) onmogelijk. Dit kan opgevangen worden door de volledige URL expliciet in het voor-stel te vermelden.

30 De draagwijdte van het begrip “eigen website” is niet strikt omlijnd. Dochtervennootschappen bijvoorbeeld hebben vaak geen eigen website. Een redelijke interpretatie van het begrip “eigen website”, zou dan toelaten dat zij naar de website van de moedervennootschap kan verwijzen.

31 Tot vóór de aanpassing van deze bepalingen voortvloeiend uit het artikel  4 van de wet van 8 januari 2012, diende het fusievoorstel openbaar gemaakt te worden via neerlegging ter griffi e (en via bekendmaking in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad). De Richtlijn 2009/109/EG voorziet in een aantal alternatieven waaruit de lidstaten konden kiezen: openbaarmaking op de website van de vennootschap; openbaarmaking op het centraal elektronisch platform of openbaarmaking op een door de lidstaat gekozen website. Aangezien er, naar Belgisch recht, in hoofde van niet-genoteerde vennootschappen geen verplichting tot het hebben van een website voorligt, achtte de regering het niet opportuun om voor deze publiciteitsvorm een website ver-plicht te stellen. Voortaan zal de publiekmaking geschieden volgens het rechtspersonenregister (dat luidens de artikelsgewijze commentaar bij het artikel  4 van het wetsontwerp (nr. 53K1849/001) beschouwd kan worden als een dergelijk elektronisch platform).

Zie MvT wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van Vennootschappen ingevolge Richtlijn 2009/109/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en split-singen betreft , Parl.St. Kamer 2011-12, nr. 53K1849/001, artt. 4 en 11.

Zie ook X, “Nieuwe regels voor fusies en splitsingen”, KPMG Nieuwsbericht, 2012, www.kpmg.com/BE/en/IssuesAndInsights/ArticlesPublications/TaxandLegalNewsFlashes/Legal-E-Flash/Pages/legale-fl ash20120104-EN.aspx (consultatie 20 februari 2012).

Page 14: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

14 Intersentia

Deze neerlegging leidt aldus, onder meer, tot de publicatie van een mede-deling van de fusievoorstellen in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad (art. 75, tweede lid W.Venn.).

De tekst van het randnummer 92 wordt vervangen door het-geen volgt:

92. Situering van de wettelijk voorgeschreven systemen van beoorde-ling. Om de aandeelhouders de kans te bieden om zich een duidelijk beeld omtrent het fusievoorstel – en in het bijzonder omtrent de voorgestelde ruilverhouding – te vormen, onderwerpt het Wetboek van Vennootschap-pen het fusievoorstel aan een dubbele beoordeling.

In eerste instantie moet het bestuursorgaan in beginsel zelf (en behoudens in geval van toepassing van de hierna verder vermelde uitzonderingsmoge-lijkheid), in een bijzonder verslag, de voorgestelde fusie toelichten.

Daarnaast moet het fusievoorstel principieel (en behoudens bepaalde uit-zonderingsmogelijkheden die verder in de tekst worden besproken) het voorwerp uitmaken van een revisorale of soortgelijke beoordeling door een deskundige (de commissaris, of, wanneer er geen commissaris is, een bedrijfsrevisor of een externe accountant), waarvan de resultaten aan de aandeelhouders moeten worden meegedeeld.

Het ontbreken van één van de verslagen, in de gevallen dat geen van de respectieve uit zon derings mogelijkheden speelt, kan de nietigheid van de fusie tot gevolg hebben (art. 689, eerste lid W.Venn.).32

De tekst van het randnummer 93 wordt vervangen door het-geen volgt:

93. Wettelijke regeling inzake het verslag van het bestuursorgaan en wettelijk voorgeschreven minimuminhoud hiervan. Het Wetboek van Vennootschappen verplicht de bestuursorganen van alle bij de fusie betrok-

32 Echter, wanneer herstel van het gebrek dat tot de vernietiging van de fusie kan leiden, mogelijk is, kan de bevoegde rechter daartoe aan de betrokken vennootschappen een termijn verlenen om de toestand te regulariseren (art. 689, in fi ne W.Venn.).

Page 15: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

Intersentia 15

ken vennootschappen, in beginsel (en behoudens in geval van toepassing van de hierna verder besproken uitzonderingsmogelijkheid), tot het opstel-len van een bijzonder, schrift elijk verslag. Hierin moet het bestuursorgaan de vermogenstoestand van de te fusioneren vennootschappen uiteenzetten. Daarnaast moeten de betrokken bestuursorganen vanuit een juridisch en economisch standpunt elk van volgende punten toelichten (zie art.  694, eerste lid W.Venn. (= m.b.t. de fusie door overneming) en art. 707 W.Venn. (= m.b.t. de fusie door oprichting van een nieuwe vennootschap)):– de wenselijkheid van de fusie;– de voorwaarden en de wijze waarop de fusie zal plaatsvinden;– de gevolgen van de fusie;– de methoden volgens welke de ruilverhouding van de aandelen vastge-

steld is, het betrekkelijke gewicht dat aan elk van deze methoden wordt gehecht en de waardering waartoe elk van deze methodes leidt;

– de moeilijkheden die zich eventueel hebben voorgedaan, en– de ruilverhouding die voorgesteld is.

De bestuurders of zaakvoerders die, behalve in het geval waarin de hierna voorziene uitzonderingsmogelijkheid geldt, zouden nalaten om het bijzon-der verslag op te stellen of aan de aandeelhouders voor te leggen, stellen zich bloot aan de strafrechtelijke sancties vermeld in artikel 773, 2° W.Venn.

Gebeurlijk zullen ook de klassieke civielrechtelijke sancties toepassing vin-den (bv. bestuur ders aansprakelijkheid).

Echter, indien alle vennoten en houders van andere eff ecten waaraan stem-recht is verbonden in elke bij de fusie betrokken vennootschap hiermee hebben ingestemd, is het verslag bepaald in artikel 694, eerste lid niet ver-eist (art. 694, tweede lid W.Venn. en art. 707, tweede lid W.Venn.)).33

33 Zie MvT wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van Vennootschappen ingevolge Richtlijn 2009/109/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en split-singen betreft , Parl.St. Kamer 2011-12, nr. 53K1849/001, artt. 5 en 12.

Opvallend is dat wat betreft splitsingen, deze mogelijkheid niet werd voorzien (zie X, “Nieuwe regels voor fusies en splitsingen”, KPMG Nieuwsbericht, 2012, www.kpmg.com/BE/en/IssuesAndInsights/ArticlesPublications/TaxandLegalNewsFlashes/Legal-E-Flash/Pages/legale-fl ash20120104-EN.aspx (consultatie 20 februari 2012)).

Page 16: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

16 Intersentia

De tekst van de randnummers 94-101 en zijn voorgaande titel worden vervangen door hetgeen volgt:

3. Deskundigenverslag

94. Wettelijke regeling inzake het ‘revisoraal’ (of soortgelijk) verslag en de wettelijk voorgeschreven minimuminhoud hiervan. De Fusiewet van 29 juni 199334 heeft de voorheen gegroeide praktijk, waarbij als gevolg van de tussenkomsten van de toenmalige Bankcommissie in bepaalde fusie-dossiers het fusievoorstel in de regel het voorwerp uitmaakte van een revi-sorale beoordeling, geconsolideerd.

De regeling is thans opgenomen in het Wetboek van Vennootschappen.

95. Herkomst van de wettelijke (basis)regeling inzake het deskundigen-verslag. Reeds in 1966 had de toenmalige Bankcommissie (thans: de Auto-riteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA)) voorgehouden dat de toekenning van nieuwe aan delen aan de aandeel houders van de te fusione-ren vennootschappen tot problemen kon leiden inzake de voorgestelde ruilverhouding.

De bezorgdheid van de toenmalige Bankcommissie gold vooral wanneer een fusie tot stand kwam tussen twee verbonden vennootschappen, omwille van het feit dat in een dergelijk geval de ene vennootschap de invloed verbonden aan haar aandelenparticipatie in de andere vennoot-schap kon aanwenden om de ruilverhouding in het nadeel van deze laatste ongunstig te beïnvloeden. Om hieraan te verhelpen, drong de toenmalige Bankcommissie aan op een revisorale tussenkomst.35

96. Actueel vigerende wettelijke (basis)regeling inzake het deskundi-genverslag. Momenteel gelast het Wetboek van Vennootschappen zelf, bij wege van algemene regel (en onverminderd de in de wet voorziene uitzon-deringsmogelijkheid die verder in de tekst aan bod komt), dat voor elke bij de fusie betrokken vennootschap, de commissaris – of in vennootschappen waarin deze niet voorkomt, een door het bestuursorgaan aan te duiden

34 Wet 29 juni 1993 tot wijziging, wat de fusies en splitsingen van vennootschappen betreft , van de wetten op de handelsvennootschappen gecoördineerd op 30  november 1935, BS 21  juli 1993.

35 Zie Commissie voor het Bank- en Financiewezen (CBF), Jaarverslag CBF 1966, 139, www.fsma.be.

Page 17: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

Intersentia 17

bedrijfsrevisor of externe accountant – een schrift elijk verslag moet uit-brengen (art.  695, § 1, eerste lid W.Venn. (= fusie door overneming36) en art. 708, eerste lid W.Venn. (= fusie door oprichting van een nieuwe ven-nootschap37)).

In dit verslag moet de deskundige in het bijzonder aangeven of de voorge-stelde ruilverhouding naar zijn oordeel al dan niet redelijk is (art. 695, § 1, tweede lid W.Venn. en art. 708, tweede lid W.Venn.).38

Daarnaast moet het deskundigenverslag aangeven (art. 695, § 1, derde lid W.Venn. en art. 708, derde lid W.Venn.):– volgens welke methoden de voorgestelde ruilverhouding vastgesteld is

(punt 1° van het derde lid);– of de bedoelde methoden in de gegeven fusieoperatie passend zijn en

tot welke waardering elk van de gebruikte methoden leidt (punt 2° van het derde lid).

Hierbij moet de deskundige een oordeel geven over het betrekkelijke gewicht dat bij de vaststelling van de in aanmerking genomen waarden aan elk van deze methoden gehecht is;

– (in voorkomend geval) welke moeilijkheden bij de waardering gerezen zijn (art. 695, § 1, vierde lid en art. 708, vierde lid W.Venn.).

Het verslag dient zich niet uit te spreken over de inhoud of de wettelijkheid van het verslag van het bestuursorgaan.

97. Onderzoeksbevoegdheid van de met de redactie van het bijzonder deskundigenverslag belaste expert. Teneinde de oordeelvorming in hoofde van de deskundige voldoende geïnformeerd te doen verlopen, verschaft het Wetboek van Vennootschappen hem zekere bijzondere onderzoeks-bevoegdheden.

Meer in het bijzonder kan de deskundige inzage nemen in alle documen-ten waarvan de raadpleging dienstig is voor de vervulling van zijn taak. Daarenboven is de deskundige gerechtigd van de vennootschappen die bij

36 M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplichting van de commissaris bij fusies en splitsingen: sense noch simplicity”, Not.Fisc.M. 2011, afl . 1, 8, nr. 47.

37 M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplichting van de commissaris bij fusies en splitsingen: sense noch simplicity”, Not.Fisc.M. 2011, afl . 1, 8, nr. 48.

38 Zie ook G.-A. Dal en M. Van den Abbeele, “Les lignes de force et les principes de la loi du 29 juin 1993” in Centre Jean Renauld (ed.), Le nouveau droit des fusions et des scissions de sociétés, Brussel, Bruylant, 1994, (11) 46-47.

Page 18: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

18 Intersentia

de fusie betrokken zijn, te verlangen dat zij hem alle ophelderingen en inlichtingen verstrekken. Hij is tevens gerechtigd alle controles te verrich-ten die hij nodig acht (art. 695, § 1, vierde lid W.Venn. en art. 708, vierde lid W.Venn.).

98. Mogelijkheid van vrijstelling van de deskundigenverslagplicht. Een wetswijziging van 30 december 2009 heeft voorts, tot op zekere hoogte, aan de voormelde verplichtingen van resp. artikel 695, § 1, eerste lid en artikel 708, eerste lid W.Venn. een facultatief karakter verleend.39

Artikel 54 van de wet van 30 december 2009 houdende diverse bepalingen betreff ende Justitie (II)40 heeft daartoe in artikel 695, § 1 W.Venn., m.b.t. de fusie door overneming, een nieuw laatste (zevende) lid ingevoerd (dat sedertdien, tekstueel, werd gewijzigd door het artikel 6, 3° wet 8  januari 2012), en dat actueel als volgt luidt:

“Indien alle vennoten en houders van andere eff ecten waaraan stemrecht is verbonden van alle vennootschappen die aan de fusie deelnemen hiermee hebben ingestemd, is deze paragraaf niet van toepassing.”

In vergelijkbare zin had artikel 55 van dezelfde wet van 30 december 2009, in artikel 708 W.Venn. (= inzake de fusie door oprichting van nieuwe ven-nootschappen), een nieuw laatste lid ingevoerd, waarbij woordelijk dezelfde bepaling werd opgenomen.41 Ook aan deze bepaling werd de voormelde tekstuele wijziging aangebracht, te weten door artikel 13 wet 8  januari 2012.42

99. Problematisch karakter van de wet van 30 december 2009. Vooral na de wijzigingen die ter zake waren aangebracht door de aangehaalde pro-grammawet van 30 december 2009 (en dit vooral tot aan de verdere ver-duidelijkingen die zijn gebleken n.a.v. de uitvaardiging van de wet van 8  januari 2012), was de materie inzake de (deskundigen)verslagplicht bij

39 M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplichting van de commissaris bij fusies en splitsingen: sense noch simplicity”, Not.Fisc.M. 2011, afl . 1, 3, nr. 8-9; J. Van Bael en S. Beernaert, “Gewij-zigde regels betreff ende de verslaggeving bij fusie en splitsing”, Nieuw notarieel Kwartaaltijd-schrift 2010, afl . 4, (3) 3, nr. 1.

40 BS 15 januari 2010.41 J. Van Bael en S. Beernaert, “Gewijzigde regels betreff ende de verslaggeving bij fusie en

splitsing”, Nieuw notarieel Kwartaaltijdschrift 2010, afl . 4, (3) 3, nr. 1.42 Zie MvT wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen ingevolge Richtlijn

2009/109/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en split-singen betreft , Parl.St. Kamer 2011-12, nr. 53K1849/001, artt. 10 en 13.

Page 19: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

Intersentia 19

fusies en splitsingen vrij complex, om niet te stellen quasi-onbegrijpelijk geworden.43

Bonne en Monard (in een grondige bijdrage die werd gepubliceerd in het Notarieel en Fiscaal Maandblad) hadden ter zake de deskundigenverslag-plicht in geval van fusieoperatie(s) de volgende conclusie bereikt44:

“Wat betreft fusies door overneming ligt de zaak complexer. Hier is het ook mogelijk om bij unanimiteit van de eff ectenhouders met stemrecht af te zien van het fusieverslag. Onder het huidige recht kan men eveneens geen verslag inbreng in natura opstellen. Dit zal echter veranderen na 30  juni 2011, wanneer men enkel zal kunnen afzien van het verslag inbreng in natura indien er wel degelijk een fusieverslag werd opgesteld.

(…) De situatie is ook complex voor fusies door oprichting, maar in de omgekeerde rich-ting. Ook hier kan men bij unanimiteit van de eff ectenhouders met stemrecht afzien van het fusieverslag. In dit geval zal men echter wél verplicht zijn om een verslag inbreng in natura op te stellen. Het is namelijk zo dat de Belgische wetgever een recht heeft gecre-eerd dat het Europese recht (nog) niet toestaat. Het Europese recht zal zodoende voor-rang moeten hebben op het Belgische. Wederom zal de situatie wijzigen na 30 juni 2011, wanneer men zal kunnen afzien van het verslag inbreng in natura indien er een fusie-verslag werd opgesteld.”

Er was, met andere woorden, na de uitvaardiging van de wet van 30 decem-ber 2009, door de voormelde rechtsleer betoogd dat het achterwege laten van de gemeenrechtelijke verslagplicht inzake inbreng in natura enkel zou kunnen gelden in de gevallen waarin er eff ectief een bijzonder controlever-slag n.a.v. de fusie (hetzij de fusie door overneming, hetzij de fusie door oprichting van een nieuwe vennootschap) zelf wordt opgesteld.

In die benadering kon van een fusie zonder deskundigenverslag – hetzij het verslag wegens de inbreng in natura, hetzij het verslag wegens de fusie-operatie – niet langer sprake zijn. In de wet van 8 januari 2012 lijkt deze benadering ondertussen bevestigd te zijn (infra, randnr. 101).

100. Benadering in de rechtsleer. Het was de verdienste van de in het vorige randnummer aangehaalde auteurs, Bonne en Monard, dat zij ten-minste hebben gepoogd om in de complexe benadering van de Belgische wetgeving (inzonderheid sedert de uitvaardiging van de eerder aange-

43 M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplichting van de commissaris bij fusies en splitsingen: sense noch simplicity”, Not.Fisc.M. 2011, afl . 1, 17, nr. 101.

44 M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplichting van de commissaris bij fusies en splitsingen: sense noch simplicity”, Not.Fisc.M. 2011, afl . 1, 18, nr. 103.

Page 20: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

20 Intersentia

haalde programmawet van 30 december 2009 en tot aan de inwerkingtre-ding van de verdere wet van 8  januari 2012)45, ook voor het overige een voldoende mate van logica pogen te achterhalen.

De auteurs waren hierbij, mede ratione temporis, uitgekomen op de vol-gende nuance:– in geval van een fusie door overneming zou het door auteurs (in het

vorige randnummer) aangehaalde standpunt dat van een fusie zonder deskundigenverslag – hetzij het verslag wegens de inbreng in natura, hetzij het verslag wegens de fusieoperatie – geen sprake meer kon zijn, gelden met ingang van 30  juni 2011, i.e. de datum waarop Richtlijn 2009/109/EG in de Belgische rechtsorde dient te zijn omgezet;

– in geval van een fusie door oprichting zou er vóór 30  juni 2011 (nog) niet afgeweken kunnen zijn van de verslagplicht inbreng in natura; na deze datum zou de keuze voor een van beide regelingen ook hier gelden (weliswaar met dien verstande dat bij vrijstelling van de verslagplicht n.a.v. de fusieoperatie zelf maar kan gebeuren met unanimiteit van de aan de aandelen verbonden stemrechten).

Gezien de nuances, mede (en vooral) ratione temporis, was er de aanbeveling van deze voormelde auteurs om in alle gevallen – dan: in de gevallen waar het niet door de wetsbepalingen is verplicht, desnoods op vrijwillige basis – te werken met de beide verslagen, wat dan volgens deze auteurs een grotere voorzichtigheid in hoofde van het bestuursorgaan dat de algemene fusiever-gadering van aandeelhouders voorbereidt, zou impliceren (en dus ertoe zou bijdragen de bestuurdersaansprakelijkheid in dat verband te vermijden).46

101. Vigerende wettelijke regeling inzake de verhouding tussen het fusierechtelijk deskundigenverslag en het verslag bij inbreng in natura in zekere vennootschapstypes sedert de wet van 8 januari 2012. Mede gezien er ter zake ook al een parlementaire vraag was gerezen met een antwoord dat evenmin veel verduidelijking bood47, is het verheugend vast te stellen

45 Eveneens wijzend op de zeer grote onduidelijkheid van het regelgevende kader, vooral sedert deze wetswijziging, zie J. Van Bael en S. Beernaert, “Gewijzigde regels betreff ende de ver-slaggeving bij fusie en splitsing”, Nieuw notarieel Kwartaaltijdschrift 2010, afl . 4, (3) 4, nr. 3.

46 M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplichting van de commissaris bij fusies en splitsingen: sense noch simplicity”, Not.Fisc.M. 2011, afl . 1, 3, nr. 7 (fusie door overneming) en 8 (fusie door oprichting van een nieuwe vennootschap).

47 Inderdaad was vast te stellen dat er hierover reeds een parlementaire vraag is geweest, te weten de Vraag nr. 320 van mevrouw de volksvertegenwoordiger Veerle Wouters van 7 februari 2011 (N.) aan de minister van Justitie en het Antwoord van de minister van Justitie van 22 maart 2011, op de vraag nr.  320 van mevrouw de volksvertegenwoordiger Veerle Wouters van 7 februari 2011 (N.) (zie Vr. en Antw. Kamer 2010-11, 22 maart 2011, 155-157 (Vr. nr. 320 V.

Page 21: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

Intersentia 21

dat de wetgever van 8 januari 2012 de door de rechtsleer48 gevraagde dui-delijkheid ondertussen wel heeft gecreëerd.

(Enkel) indien een verslag werd opgesteld overeenkomstig artikel 695, § 1 W.Venn. (i.e. het bijzonder deskundigenverslag wegens de fusie opende), zijn de artikelen 313, 423 of 602 W.Venn. niet van toepassing op een over-nemende vennootschap die de rechtsvorm heeft van een besloten vennoot-schap met beperkte aansprakelijkheid, van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, van een Europese vennootschap, van een Europese coöperatieve vennootschap of van een naamloze vennootschap (art. 695, § 2 W.Venn.).

Aldus wordt verduidelijkt dat, binnen het voormelde ratione societatis toe-passingsgebied, het revisorale controleverslag bij een kapitaalverhoging bij wijze van inbreng in natura ‘herleeft ’ indien er geen controleverslag in het kader van de fusieregels dient te worden opgemaakt in het geval dat alle aan-deelhouders daarvan o.g.v. de door de wet van 30 december 2009 en de wet van 8 januari 2012 vastgelegde uitzonderingsmogelijkheid, zouden afzien.

Er dient met andere woorden steeds een deskundigenverslag te zijn, hetzij het revisoraal controleverslag bij een kapitaalverhoging middels een inbreng in natura, hetzij het controleverslag over de fusie zelf.49

De tekst van de randnummers 103-104 wordt vervangen door hetgeen volgt:

103. Overzicht van de diverse informatie-ontsluitingssystemen. De wetgever heeft verschillende informatiekanalen die de aandeelhouders van de bij de fusie betrokken vennootschappen moeten toelaten om zich omtrent de operatie een beeld te vormen, geopend.

Wouters)). In zijn antwoord merkte de minister op dat “de Richtlijn 2007/63/EG een adminis-tratieve vereenvoudiging [beoogde], en (…) geenszins tot doel [had om] het revisoraal controle-verslag over de inbreng in natura en het bijhorende bestuursverslag over die inbreng te doen her-leven.”

48 K. Byttebier, Handboek Fusies en overnames, Antwerpen, Intersentia, 2012, p. 86, nr. 102.49 Zie MvT wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen ingevolge Richtlijn

2009/109/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en split-singen betreft , Parl.St. Kamer 2011-12, nr. 53K1849/001, art. 6; zie ook X, “Nieuwe regels voor fusies en splitsingen”, KPMG Nieuwsbericht, 2012, www.kpmg.com/BE/en/IssuesAndInsights/ArticlesPublications/TaxandLegalNewsFlashes/Legal-E-Flash/Pages/legale-fl ash20120104-EN.aspx (consultatie 20 februari 2012).

Page 22: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

22 Intersentia

In eerste instantie verplicht het Wetboek de bestuursorganen van de betrokken vennootschappen ertoe om (wanneer voorhanden) een kopie van het fusievoorstel, het bijzonder bestuur dersverslag en het deskundi-genverslag kosteloos ter beschikking te houden van elke aandeelhouder. De agenda van de algemene vergadering van aandeelhouders die omtrent de fusie moet be slissen, moet bovendien uitdrukkelijk melding maken van de mogelijkheid van kosteloze verkrijging van de bedoelde stukken (art. 697, § 1, eerste lid en art. 710, § 1, eerste lid W.Venn.).

In tweede instantie verplicht het Wetboek van Vennootschappen tot toe-zending van een afschrift van voormelde stukken aan alle houders van aandelen op naam of van alle vennoten in een personenvennootschap. Een dergelijke toezending moet gebeuren uiterlijk één maand vóór de algemene vergadering van aandeelhouders die over de fusie beslist (art.  697, § 1, tweede lid W.Venn. en art. 710, § 1, tweede lid W.Venn.).

In geval van een cvba moeten het fusievoorstel en de verslagen bedoeld in het eerste lid van artikel 697, § 1 W.Venn. niet aan de vennoten worden toe-gezonden overeenkomstig het bepaalde in artikel 697, § 1, tweede en derde lid W.Venn. (zie art. 697, § 1, vierde lid W.Venn.). In dat geval heeft iedere vennoot, overeenkomstig het bepaalde in artikel 697, § 2 W.Venn., het recht om uiterlijk een maand voor de algemene vergadering van aandeelhouders op de zetel van de vennootschap van voornoemde stukken kennis te nemen en kan hij op grond van artikel 697, § 3 W.Venn. binnen dezelfde termijn een afschrift ervan verkrijgen (art. 697, § 1, vijfde lid W.Venn.).

In derde instantie moet het bestuursorgaan ook alle personen die alle door de vennootschapsstatuten opgelegde formaliteiten om tot de algemene ver-gadering van aandeelhouders toegelaten te worden, hebben vervuld – bedoeld zijn in het bijzonder de houders van toonderaandelen die met het oog op deelname aan de algemene vergadering hun aandelen hebben neer-gelegd – onverwijld een afschrift van de drie stukken toesturen (art. 697, § 1, derde lid en 710, § 1, derde lid W.Venn.).

In vierde instantie heeft elke aandeelhouder of vennoot het recht om uiter-lijk een maand vóór de datum van de algemene vergadering die over het fusievoorstel moet beslissen, ter zetel van de vennootschap kennis te nemen van de volgende informatie (art. 697, § 2 en art. 710, § 2 W.Venn.):– het fusievoorstel;– in voorkomend geval, het bestuurdersverslag en het deskundigenverslag;

Page 23: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

Intersentia 23

– de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren van elk van de te fusio-neren vennootschappen;

– wat de naamloze vennootschappen, de commanditaire vennootschap-pen op aandelen, de besloten vennootschappen met beperkte aanspra-kelijkheid, de Europese vennootschappen, de Europese coöperatieve vennootschappen en de coöperatieve vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid betreft : alle verslagen van de bestuurders, van de leden van de directieraad, van de leden van de raad van toezicht of zaakvoerders en alle revisorale verslagen, in beide gevallen over de laat-ste drie boekjaren;

– in voorkomend geval, ingeval de laatste jaarrekening betrekking heeft op een boekjaar dat meer dan zes maanden vóór de datum van het boekjaar afgesloten is, tussentijdse cijfers omtrent de stand van het ver-mogen.

Deze tussentijdse cijfers mogen niet meer dan drie maanden vóór de datum van het fusievoorstel opgesteld zijn. Daarenboven moet de opstel-ling van de tussentijdse cijfers gebeurd zijn volgens dezelfde methoden als de opstelling van de jaarrekening (zonder dat echter een nieuwe inventaris moet worden opgesteld) (art. 697, § 2, tweede en derde lid W.Venn.)

De wijzigingen van de in de laatste balans voorkomende waarderingen kunnen beperkt zijn tot de wijzigingen die voortvloeien uit de verrichte boekingen (art. 697, § 2, vierde lid W.Venn.)

Er moet echter rekening worden gehouden met tussentijdse afschrijvingen en voorzieningen, alsmede met belangrijke wijzigingen van de waarden die niet uit de boeken blijken (art. 697, § 2, vierde lid, tweede zin en art. 710, § 2, in fi ne W.Venn.).

Er zijn geen tussentijdse cijfers vereist indien de vennootschap een half-jaarlijks fi nancieel verslag als bedoeld in artikel 13 van het koninklijk besluit van 14 november 2007 betreff ende de verplichtingen van emitten-ten van fi nanciële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt bekendmaakt, en dit overeenkomstig de para-graaf 2 van het artikel 697, resp. 710 W.Venn. aan de aandeelhouders beschikbaar stelt (art. 697, § 2, vijfde lid W.Venn. en art. 710, § 2, vijfde lid W.Venn.).

Daarenboven, indien alle vennoten en houders van andere eff ecten waar-aan stemrecht in de algemene vergadering is verbonden in elke bij de fusie

Page 24: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

24 Intersentia

betrokken vennootschap (ongeacht het al dan niet genoteerde karakter ervan) hiermee hebben ingestemd, zijn er evenmin tussentijdse cijfers ver-eist (art. 697, § 2, zesde lid W.Venn. en art. 710, § 2, zesde lid W.Venn.).50

In vijfde instantie kan elke aandeelhouder of vennoot van elk van de stuk-ken die ter inzage liggen, op eenvoudig verzoek en kosteloos, een volledig (of, desgewenst, gedeeltelijk) afschrift verkrijgen. Evenwel geldt dit niet voor de stukken die de aandeelhouder of vennoot voordien reeds zijn toe-gestuurd (art. 697, § 3, eerste lid en 710, § 3, eerste lid W.Venn.).

Wanneer een vennoot individueel, uitdrukkelijk en schrift elijk ermee heeft ingestemd dat de vennootschap de stukken bedoeld in artikel 697, §§ 1 en 2 W.Venn. langs elektronische weg verstrekt, mogen deze afschrift en per elektronische post worden toegezonden (art. 697, § 3, tweede lid W.Venn. en art. 703, § 3, tweede lid W.Venn.).51 Deze instemming dient m.a.w. indi-vidueel, uitdrukkelijk en schrift elijk te gebeuren, waarmee de wetgever aansluiting heeft gezocht bij de bewoordingen die gehanteerd zijn in arti-kel 533, derde lid W.Venn. (inzake de oproeping tot een algemene vergade-ring van aandeelhouders).52

103bis. Informatieverspreiding via een website. Wanneer een vennoot-schap de resp. in artikel 697, § 2 W.Venn. en artikel 710, § 2 W.Venn. bedoelde stukken gedurende een ononderbroken periode van een maand voor de datum van de algemene vergadering die over het fusievoorstel moet besluiten en die niet eerder eindigt dan op het ogenblik van de slui-ting van die vergadering, kosteloos op haar website beschikbaar stelt, dient zij de resp.in artikel 697, § 2 W.Venn. en artikel 710, § 2 W.Venn. bedoelde stukken niet op haar zetel beschikbaar te stellen (art.  697, § 4, eerste lid W.Venn. en art. 710, § 4, eerste lid W.Venn.).

50 Zie MvT wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen ingevolge Richtlijn 2009/109/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en split-singen betreft , Parl. St Kamer 2011-12, nr. 53K1849/001, artt. 8 en 15.

51 Hiermee is de omzetting van het artikel 2, 5), b), van de Richtlijn 2009/109/EEG beoogd. Zie MvT wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen ingevolge Richtlijn 2009/109/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en split-singen betreft , Parl.St. Kamer 2011-12, nr. 53K1849/001, art. 8; zie ook X, “Nieuwe regels voor fusies en splitsingen”, KPMG Nieuwsbericht, 2012, www.kpmg.com/BE/en/IssuesAndInsights/ArticlesPublications/TaxandLegalNewsFlashes/Legal-E-Flash/Pages/legale-fl ash20120104-EN.aspx (consultatie 20 februari 2012).

52 Zie MvT wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van Vennootschappen ingevolge Richtlijn 2009/109/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en split-singen betreft , Parl.St. Kamer 2011-12, nr. 53K1849/001, art. 8.

Page 25: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

Intersentia 25

Wanneer de website vennoten gedurende de gehele in resp. artikel 697, § 2 W.Venn. en artikel 710, § 2 W.Venn. bedoelde periode de mogelijkheid biedt de in deze respectieve wetsbepalingen bedoelde stukken te downloaden en af te drukken, is het bepaalde in resp. artikel 697, § 3 W.Venn. en artikel 710, § 3 W.Venn. niet van toepassing. In dit geval dient de vennootschap deze stukken ter beschikking te stellen op haar zetel voor raadpleging door de vennoten (art. 697, § 4, tweede lid W.Venn. en art. 710, § 4, tweede lid W.Venn.).

De informatie moet tot één maand na het besluit van de algemene vergade-ring tot fusie op de website blijven staan (art. 697, § 4, derde lid W.Venn. en art. 710, § 4, derde lid W.Venn.).53

104. More is less? Het is duidelijk dat de informatieverplichtingen van de bij een fusie betrokken vennootschappen (buitensporig) groot zijn en daar-enboven getuigen van een grote mate van complexiteit.

De vraag naar het marginale nut van de meeste van deze informatiever-plichtingen is dan ook opgeworpen.

Zeker is de wetgever voorbijgegaan aan de ervaring van buitenlandse regel-gevers inzake informering van de aandeelhouders, die uitwijst dat een teveel aan informatie vaak desinformerend werkt (“more is less”). Boven-dien heeft de wetgever zich onvoldoende rekenschap gegeven van de kosten die de naleving van de informatieverplichtingen voor de betrokken ven-nootschappen met zich meebrengt (en daardoor dit soort van operaties nodeloos compliceert).

De wetsbepalingen die als gevolg van artikel 54 van de wet van 30 decem-ber 2009 houdende diverse bepalingen betreff ende Justitie (II)54 zijn inge-voegd in het Wetboek van Vennootschappen en aan het revisoraal of soort-gelijk verslag, tot op zekere hoogte, een facultatief karakter hebben verleend, vormen alvast een stap in de goede richting.

53 Zie MvT wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van Vennootschappen ingevolge Richtlijn 2009/109/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en split-singen betreft , Parl.St. Kamer 2011-12, nr. 53K1849/001, art. 8; zie ook X, “Nieuwe regels voor fusies en splitsingen”, KPMG Nieuwsbericht, 2012, www.kpmg.com/BE/en/IssuesAndInsights/ArticlesPublications/TaxandLegalNewsFlashes/Legal-E-Flash/Pages/legale-fl ash20120104-EN.aspx (consultatie 20 februari 2012).

54 BS 15 januari 2010.

Page 26: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

26 Intersentia

Deze wetswijziging van 30 december 2009 leidde dan weer, spijtig genoeg, tot geëigende complicaties omwille van het complexe karakter ervan.

Met de wet van 8 januari 2012 werd een verdere stap in deze richting van ‘informatieversobering’ gezet, wat trouwens ook in de memorie van toe-lichting van deze wet onderkend is geworden:

“Bepaalde informatieverplichtingen die op vennootschappen rusten lijken achterhaald of buitensporig. De Regering wenst dan ook maximaal gebruik te maken van de door [de Richtlijn 2009/19/EG] geboden kansen om de administratieve lasten voor vennootschap-pen terug te dringen teneinde het concurrentievermogen van onze vennootschappen te beschermen, en zo mogelijk de concurrentiekracht te vergroten.”55

Tevens (en gelukkig) heeft deze wetswijziging van 8  januari 2012 meteen ook verholpen aan een aantal van de onduidelijkheden veroorzaakt door de wetswijziging van 30 december 2009.

Echter, zelfs na deze wetswijzigingen van 30 december 2009 en van 8 janu-ari 2012 blijft als vaststelling gelden dat het evenwicht tussen imperatief recht en wilsautonomie op het vlak van de informatieverplichtingen nog nader kan worden gezocht door een vergelijkbare eenvoudiger regeling uit te werken voor diverse van de andere informatieverplichtingen en besluit-vormingsprocedures.

De tekst van de randnummers 105-106 wordt vervangen door hetgeen volgt:

105. Situering van de tussentijdse informatieverplichting(en). Tussen het tijdstip van opstelling van het fusievoorstel en de datum waarop de algemene vergaderingen van de bij de fusie betrokken vennootschappen doorgang vinden, verloopt een bepaalde tijdsspanne tijdens welke er zich belangrijke wijzigingen in de activa of passiva van één of meer van de betrokken vennootschappen kunnen voordoen.

Dergelijke wijzigingen kunnen, in voorkomend geval, een betekenisvolle impact op de vermogenspositie van de betrokken vennootschappen, en

55 Zie MvT wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen ingevolge Richtlijn 2009/109/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en split-singen betreft , Parl.St. Kamer 2011-12, nr. 53K1849/001, 4.

Page 27: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

Intersentia 27

derhalve ook op de in het fusievoorstel voorgestelde ruilverhouding, uitoe-fenen.

Om die reden heeft de wetgever het nodig geacht dat, ingeval er zich derge-lijke wijzigingen zouden voordoen, de bij de fusie betrokken vennootschap-pen bijkomende informatie zouden verschaff en.

106. Wettelijke voorschrift en inzake de tussentijdse informatie. Meer in het bijzonder bepaalt het Wetboek van Vennootschappen dat het bestuursorgaan van elk van de over te nemen vennootschappen haar alge-mene vergadering van aandeelhouders, het bestuursorgaan van de overne-mende vennootschap en, in voorkomend geval, de bestuursorganen van de andere, over te nemen vennootschappen van dergelijke betekenisvolle wij-zigingen op de hoogte moet brengen. De bestuursorganen van de overne-mende vennootschap en, in voorkomend geval, van de andere over te nemen vennootschappen, moeten op hun beurt de aldus ontvangen infor-matie voorleggen aan hun respectieve algemene vergaderingen van aan-deelhouders (zie art. 696 W.Venn. (= m.b.t. de fusie door overneming) en art.  709 W.Venn. (= m.b.t. de fusie door oprichting van een nieuwe ven-nootschap)).

Het bestuursorgaan van de overnemende vennootschap is m.b.t. belang-rijke wijzigingen in de samenstelling van de activa en/of passiva van de overnemende vennootschap, aan een soortgelijke informatieverplichting t.a.v. de bestuursorganen van de over te nemen vennootschappen onder-worpen (artt. 696 en 709 W.Venn.).

Bv. luidens artikel 696, eerste lid W.Venn. dienen de bestuursorganen van alle bij de fusie betrokken vennootschappen hun eigen algemene vergade-ring van aandeelhouders, alsmede de bestuursorganen van alle andere bij de fusie betrokken vennootschappen op de hoogte te stellen van elke belangrijke wijziging die zich in de activa en de passiva van het vermogen heeft voorgedaan tussen de datum van opstelling van het fusievoorstel en de datum van de laatste algemene vergadering die tot de fusie besluit (art.  696, eerste lid W.Venn.). De aldus geïnformeerde bestuursorganen moeten hun resp. algemene vergaderingen op de hoogte brengen van de ontvangen informatie (art. 696, tweede lid W.Venn.).

Het Wetboek van Vennootschappen onderwerpt deze tussentijdse infor-matieplicht niet aan enige vormvereiste. De rechtsleer neemt dan ook aan

Page 28: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

28 Intersentia

dat het bestuursorgaan van de vennootschap waarbinnen de betekenisvolle wijziging zich voordoet, eventueel op mondelinge wijze aan zijn verplich-ting zou kunnen voldoen, zij het dat een dergelijke praktijk, minstens om redenen van bewijslevering, geenszins aan te bevelen is.

Natuurlijk zal van de mededeling in elk geval wel melding worden gemaakt in de notulen van de algemene vergadering van aandeelhouders van de overnemende vennootschap, die immers de informatie doorkrijgt van haar bestuursorgaan.

Echter, sedert de wet van 8  januari 2012 is in een uitzondering op deze regeling voorzien. Indien met name alle vennoten en houders van andere eff ecten waaraan stemrecht is verbonden in elke bij de fusie betrokken vennootschap hiermee hebben ingestemd, zijn de inlichtingen waarvan sprake in resp. artikel 696, eerste lid W.Venn. en artikel 709, eerste lid W.Venn. niet vereist (art. 696, derde lid en art. 709, tweede lid W.Venn.).56

Na randnummer 116, wordt een randnummer 116bis inge-voegd, waarvan de tekst als volgt luidt:

116bis. Bijzondere regeling t.a.v. een 90%-dochtervennootschap. Arti-kel 699, § 6, eerste lid W.Venn. bepaalt dat wanneer een naamloze vennoot-schap ten minste 90% maar niet alle aandelen (en andere eff ecten waaraan stemrecht in de algemene vergadering is verbonden) in de overgenomen naamloze vennootschap houdt, de goedkeuring van de fusie door de alge-mene vergadering van de overnemende vennootschap (zoals in de vorige paragrafen van art.  699 W.Venn. bepaald), niet vereist is, in de mate dat aan de volgende voorwaarden is voldaan57:1° de openbaarmaking van het fusievoorstel van artikel 693 W.Venn.

geschiedt voor de overnemende vennootschap uiterlijk zes weken vóór de datum van de algemene vergadering van de overgenomen vennoot-schap of vennootschappen die over het fusievoorstel moeten besluiten;

56 Zie MvT wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van Vennootschappen ingevolge Richtlijn 2009/109/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en split-singen betreft , Parl.St. Kamer 2011-12, nr. 53K1849/001, artt. 7 en 14.

57 Onder deze voorwaarden kan er m.a.w. sprake zijn van een goedkeuring van de fusie zonder goedkeuring door de algemene vergadering van aandeelhouders van de overnemende ven-nootschap (zie MvT wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van Vennootschappen inge-volge Richtlijn 2009/109/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en splitsingen betreft , Parl.St. Kamer 2011-12, nr. 53K1849/001, art. 9).

Page 29: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

Intersentia 29

2° onverminderd artikel 697 W.Venn., heeft iedere aandeelhouder van de overnemende vennootschap het recht ten minste een maand voor de in 1° genoemde datum, op de zetel van de vennootschap kennis te nemen van de stukken vermeld in artikel 697, § 2 W.Venn.

In dat geval hebben één of meer aandeelhouders van de overnemende ven-nootschap die aandelen bezitten die 5% van het geplaatste kapitaal verte-genwoordigen, echter alsnog het recht op bijeenroeping van de algemene vergadering van de overnemende vennootschap, die over het fusie-voorstel moet besluiten. Aandelen zonder stemrecht worden bij de bereke-ning van dit percentage buiten beschouwing gelaten (art. 699, § 6, tweede lid W.Venn.).

De tekst van randnummer 132 wordt vervangen door hetgeen volgt:

132. Wettigheidscontrole m.b.t. de wettelijk voorgeschreven verslagen. Wat de inhoudelijke beoordeling van de verslagen betreft (= de interne wettigheid), lijkt het uitgesloten dat de onderzoeksplicht en bekwaamheid van de notaris zo ver zou gaan dat hij de (inhoudelijke) juistheid ervan zou dienen te controleren. Hij moet zich niet substitueren in de rol van de ver-slaggevers en deelt bij gemis aan bevoegdheid ter zake hun verantwoorde-lijkheid niet.

Wat de mededeling van deze verslagen betreft , zal de notaris zich een bevestiging laten overhandigen uitgaande van het bestuursorgaan dat de mee te delen documenten wel degelijk en tijdig toegezonden werden aan de aandeelhouders die er recht op hadden, samen met een typebrief, zoals deze aan de betrokkenen is toegezonden. Indien alle aandeelhouders aan-wezig zijn op de algemene vergadering van aandeelhouders, die het fusie-besluit goedkeurt, dan kan een dergelijke verifi catie vervangen worden door de bevestiging van de comparanten dat zij erkennen in het bezit te zijn gesteld van de hen krachtens de wet toekomende documenten. Ook ingeval niet alle aandeelhouders aanwezig zijn, kan een dergelijke verkla-ring belangrijk zijn om dit gegeven vast te stellen ten aanzien van de aan-wezigen.58

58 J. Van Bael, Fusies en splitsingen, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen België, 1993, 81, nr. 116.

Page 30: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

30 Intersentia

Met betrekking tot de verslaggeving moet er hierbij worden aangestipt dat het ontbreken van de wettelijk voorgenomen verslagen opgesomd in bv. de artikelen 694-695, § 1 (artt. 707-708) W.Venn. op grond van artikel 689, eerste lid W.Venn. leidt tot de nietigheid van de verrichting (behoudens in de gevallen dat één van de mogelijke respectieve vrijstellingsregelingen zou hebben gespeeld). De notaris zal bij zijn wettigheidscontrole in elk geval moeten nagaan of de verslagen al dan niet bestaan of ontbreken en hieruit de gepaste conclusie trekken.59

Bijzonder delicaat is de vraag of een verslag dat niet beantwoordt aan de wettelijke vereisten, maar, weliswaar ‘ongeldig’ of ‘onvolmaakt’, bestaat, ingeval het wordt voorgelegd aan de vergadering, moet worden beschouwd als juridisch onbestaande en derhalve als ontbrekend moet worden aange-zien. Aldus kan men zich bv. afvragen of een verslag opgesteld door een persoon die niet voldoet aan de hoedanigheid door de wet gesteld om het op te maken, moet worden beschouwd als ‘niet bestaand’ en dus ‘ont-breekt’.

Volgens Van Bael is het vanzelfsprekend dat een dergelijk rapport niet kan gelden als het bij de wet voorgeschreven verslag en is het dan ook dui-delijk dat in het gegeven voorbeeld het wettelijk voorgeschreven rapport ontbreekt en de verrichting bij toepassing van artikel 689, eerste lid W.Venn. nietig zal kunnen worden verklaard. Wanneer de notaris gecon-fronteerd wordt met een dergelijke onregelmatigheid, kan de hij enkel de onwettigheid van de verrichting vaststellen.60

Minder duidelijk is evenwel het antwoord op de vraag naar de wettigheid van de verrichting indien het door de wet voorgeschreven verslag welis-waar is opgemaakt door een bevoegd persoon, maar niet beantwoordt aan de wettelijke vereisten, bv. doordat het vormelijk en/of inhoudelijk niet strookt met wat voorgeschreven is. De vraag rijst of een dergelijk onvolle-dig, onvolmaakt of onjuist verslag kan worden beschouwd als bestaand, dan wel moet worden beschouwd als ‘ontbrekend’. Zal bv. een voorgelegd fusieverslag dat door de commissaris, de aangewezen bedrijfsrevisor, of externe accountant, is op gemaakt met toepassing van de bepalingen van artikel 695, § 1 (art. 708) W.Venn., maar waarin de minimale gegevens die dit artikel voorschrijft op te nemen, ontbreken, moeten worden beschouwd

59 J. Van Bael, Fusies en splitsingen, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen België, 1993, 82, nr. 116.

60 J. Van Bael, Fusies en splitsingen, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen België, 1993, 82, nr. 116.

Page 31: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

Intersentia 31

als ‘ontbrekend’ (bv. bij gebreke van enig gegeven omtrent de methoden van vaststelling der voorgestelde ruilverhouding, of wanneer zou blijken dat slechts één methode werd gehanteerd, waar de wet oplegt dat meerdere methoden in aanmerking moeten worden genomen)? Zal, in vergelijkbare zin, een voorgelegd fusieverslag opgemaakt door de raad van bestuur met toepassing van artikel 694 (art. 707) W.Venn. worden beschouwd als ont-brekend indien het bestuursorgaan hierin bv. geen melding zou maken van de moeilijkheden die zich hebben voorgedaan bij de vaststelling van de ruilverhouding?61

Concluderen dat ook in een dergelijk geval het verslag ‘ontbreekt’, acht Van Bael te vergaand. Het strookt met de normale zorgvuldigheidsplicht dat de notaris bij zijn onderzoek naar de wettigheid van de verrichting, punt voor punt nagaat of alle gegevens die de voorgeschreven verslagen moeten bevatten, er wel degelijk in opgenomen zijn. Daarom zal de nota-ris, voorzichtigheidshalve, indien er in het verslag van het bestuursorgaan geen melding gemaakt zou worden van moeilijkheden als omschreven in artikel 694 (art.  707) W.Venn., in de akte de verklaring van het bestuur laten opnemen dat er zich geen moeilijkheden hebben voorgedaan. Het komt de aangehaalde auteur evenwel niet aannemelijk voor dat de notaris defi nitief zou kunnen concluderen dat een onvolledig of onvolmaakt ver-slag ongeldig is en daarom ontbreekt.62 Zijn taak beperkt zich tot het ken-baar maken van zijn persoonlijk oordeel over de wettigheid van de verrich-ting. Oordelen dat het verslag onvoldoende is, zou de notaris in de plaats laten treden van resp. het orgaan dat of de deskundige die, onder eigen ver-antwoordelijkheid, het verslag heeft opgesteld. De notaris kan er in derge-lijke gevallen enkel op wijzen dat, naar zijn mening, het verslag onvolko-menheden bevat. Een decisief oordeel hierover kan enkel door de rechterlijke macht geveld worden.

De tekst van randnummer 147 wordt vervangen door hetgeen volgt:

147. Neerlegging van het fusievoorstel ter griffi e van de rechtbank van koophandel. Net zoals het geval is voor de gewone fusie door overneming

61 J. Van Bael, Fusies en splitsingen, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen België, 1993, 82, nr. 116.

62 J. Van Bael, Fusies en splitsingen, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen België, 1993, 82, nr. 116.

Page 32: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

32 Intersentia

of oprichting van een nieuwe vennootschap moet ook in geval van een met een fusie door overneming gelijkgestelde verrichting, het fusievoorstel door elke vennootschap die bij de fusie betrokken is, uiterlijk zes weken63 voor de algemene vergadering die over de met de fusie gelijkgestelde ver-richting moet besluiten, ter griffi e van de rechtbank van koophandel waar haar respectieve maatschappelijke zetel is gevestigd, worden neergelegd en bekendgemaakt bij uittreksel64 overeenkomstig artikel 74 W.Venn., of in de vorm van een mededeling overeenkomstig artikel 75 W.Venn. die een hyperlink65 bevat naar een eigen66 website (art. 719, derde lid W.Venn.).67

De tekst van randnummer 150 wordt vervangen door hetgeen volgt:

150. Inzagerecht ter zetel van de vennootschap. Iedere vennoot heeft daarenboven het recht om uiterlijk één maand voor de datum van de alge-mene vergadering die over het fusievoorstel moet besluiten, op de zetel van de vennootschap kennis te nemen van de volgende stukken (art. 720, § 2, eerste lid W.Venn.):1° het fusievoorstel;2° de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren van elk van de ven-

nootschappen die bij de met de fusie gelijkgestelde verrichting betrok-ken zijn;

63 De wetgever verlengt de, bij wetswijziging van 8 januari 2012, termijn waarmee rekening dient te worden gehouden de facto tot 8 weken, nu het voorstel niet alleen moet worden neergelegd, maar ook gepubliceerd, uiterlijk 6 weken voor de algemene vergadering van aandeelhouders (de tijdspanne tussen de neerlegging en de publicatie bedraagt al snel 10 dagen). De zekerheid die men vóór de wetswijziging van 8 januari 2012 had omtrent de precieze startdatum van de termijn (met name, 6 weken vanaf de neerlegging) is hierdoor teloor gegaan. Het correct nale-ven van deze termijn heeft in de praktijk nochtans belangwekkende implicaties, daar de nota-riële wettigheidsverklaring en de fi scale vrijstellingen vereisen dat de bepalingen uit het W.Venn. correct zijn nageleefd. Het is dan ook niet onwaarschijnlijk dat de wetgever binnen afzienbare tijd een nieuw wetgevend initiatief zal nemen om deze onzekerheid weg te werken.

64 Het is niet geheel duidelijk welke informatie dit uittreksel moet omvatten. Men zou zich kun-nen beperken tot de essentiële bestanddelen van het voorstel ex art. 719, lid 2.

65 Heden ten dage en in de praktijk is het opnemen van een hyperlink naar de eigen website stricto sensu (met name, het kunnen doorklikken via de link in het voorstel naar de eigen web-site) onmogelijk. Dit kan opgevangen worden door de volledige URL expliciet in het voorstel te vermelden.

66 De draagwijdte van het begrip “eigen website” is niet strikt omlijnd. Dochtervennootschappen bijvoorbeeld, hebben vaak geen eigen website. Een redelijke interpretatie van het begrip “eigen website”, zou dan toelaten dat zij naar de website van de moedervennootschap kan verwijzen.

67 Zie ook MvT wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van Vennootschappen ingevolge Richtlijn 2009/109/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en splitsingen betreft , Parl.St. Kamer 2011-12, nr. 53K1849/001, art. 16.

Page 33: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

Intersentia 33

3° wat de naamloze vennootschappen, de commanditaire vennootschap-pen op aandelen, de besloten vennootschappen met beperkte aanspra-kelijkheid, de Europese vennootschappen, de Europese coöperatieve vennootschappen en de coöperatieve vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid betreft : de verslagen van de bestuurders, van de leden van de directieraad, van de leden van de raad van toezicht of van de zaakvoerders en de verslagen van de commissarissen over de laatste drie boekjaren;

4° in voorkomend geval, indien de laatste jaarrekening betrekking heeft op een boekjaar dat meer dan zes maanden vóór datum van het fusie-voorstel is afgesloten: tussentijdse cijfers omtrent de stand van het ver-mogen die niet meer dan drie maanden voor de datum van dat voor-stel zijn vastgesteld en die overeenkomstig het tweede tot het vierde lid zijn opgesteld. Deze tussentijdse cijfers moeten opgemaakt zijn volgens dezelfde methoden en dezelfde opstelling als de laatste jaarrekening. Een nieuwe inventaris hoeft echter niet te worden opgemaakt. De wij-zigingen van de in de laatste balans voorkomende waarderingen kun-nen beperkt zijn tot de wijzigingen die voortvloeien uit de verrichte boekingen. Rekening moet echter worden gehouden met: tussentijdse afschrijvingen en voorzieningen, alsmede met belangrijke wijzigingen van de waarden die niet uit de boeken blijken.

Er zijn geen tussentijdse cijfers vereist indien de vennootschap een half-jaarlijks fi nancieel verslag als bedoeld in artikel 13 van het koninklijk besluit van 14 november 2007 betreff ende de verplichtingen van emitten-ten van fi nanciële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt bekendmaakt, en dit overeenkomstig artikel 720, § 2 W.Venn. aan de aandeelhouders beschikbaar stelt (art.  720, § 2, vijfde lid W.Venn.).

Ook indien alle vennoten en houders van andere eff ecten waaraan stem-recht in de algemene vergadering is verbonden, in elke bij de fusie betrok-ken vennootschap hiermee hebben ingestemd, zijn geen tussentijdse cijfers vereist (art. 720, § 2, zesde lid W.Venn.).68

Iedere vennoot kan op zijn verzoek kosteloos een volledig of, desgewenst, gedeeltelijk afschrift verkrijgen van de in artikel 720, § 2 W.Venn. bedoelde

68 Zie MvT wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van Vennootschappen ingevolge Richtlijn 2009/109/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en split-singen betreft , Parl.St. Kamer 2011-12, nr. 53K1849/001, art. 17.

Page 34: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

34 Intersentia

stukken, met uitzondering van die welke hem overeenkomstig artikel 720, § 1 W.Venn. reeds zijn toegezonden (art. 720, § 3, eerste lid W.Venn.).

Wanneer een vennoot individueel, uitdrukkelijk en schrift elijk ermee heeft ingestemd dat de vennootschap de stukken bedoeld in artikel 720, §§ 1 en 2 W.Venn. langs elektronische weg verstrekt, mogen deze afschrift en per elektronische post worden toegezonden (art. 720, § 3, tweede lid W.Venn.).

Na randnummer 150 wordt een randnummer 150bis inge-voegd, waarvan de tekst als volgt luidt:

150bis. Informatieverspreiding via een website. Wanneer een vennoot-schap de in artikel 720, § 2 W.Venn. bedoelde stukken gedurende een onon-derbroken periode van een maand vóór de datum van de algemene verga-dering van aandeelhouders die over het fusievoorstel moet besluiten en die niet eerder eindigt dan de sluiting van die vergadering, kosteloos op haar  website beschikbaar stelt, moet zij de in artikel 720, § 2 W.Venn. bedoelde stukken niet op haar zetel beschikbaar stellen (art. 720, § 4, eerste lid W.Venn.).

Wanneer de website vennoten gedurende de gehele in artikel 720, § 2 W.Venn. bedoelde periode de mogelijkheid biedt de in artikel 720, § 2 W.Venn. bedoelde stukken te downloaden en af te drukken, is artikel 720, § 3 W.Venn. niet van toepassing. In dit geval stelt de vennootschap deze stuk-ken ter beschikking op haar zetel voor raadpleging door de vennoten (art. 720, § 4, tweede lid W.Venn.).

De informatie moet tot één maand na het besluit van de algemene vergade-ring tot fusie op de website blijven staan (art. 720, § 4, derde lid W.Venn.).

Na randnummer 155 wordt een randnummer 155bis inge-voegd, waarvan de tekst als volgt luidt:

155bis. Uitzonderingsregeling in geval van een geruisloze fusie. De wet van 8 januari 2012 heeft het mogelijk gemaakt, althans voor naamloze ven-nootschappen, om onder bepaalde (strikte) cumulatieve voorwaarden tot

Page 35: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

Intersentia 35

een zgn. ‘geruisloze fusie’ te besluiten, i.e. zonder dat de goedkeuring is vereist van de algemene vergadering van aandeelhouders.69

Meer in het bijzonder is sedert deze wetswijziging (inzonderheid luidens de door het artikel 18 van de wet van 8 januari 2012 ingevoerde paragraaf 6 van artikel 722 W.Venn.), de goedkeuring door de algemene vergadering van de naamloze vennootschap, zoals in de vorige paragrafen van artikel 722, § 5 W.Venn. is voorzien, niet vereist indien aan de volgende voorwaar-den is voldaan70:1° de openbaarmaking van het fusievoorstel van artikel 719 W.Venn.

geschiedt voor elke aan de rechtshandeling deelnemende vennoot-schap uiterlijk zes weken voordat de overneming van kracht wordt;

2° onverminderd artikel 720 W.Venn. heeft iedere aandeelhouder van de overnemende vennootschap het recht ten minste een maand voor-dat de overneming van kracht wordt, op de zetel van de vennoot-schap kennis te nemen van de stukken vermeld in artikel 720, § 2 W.Venn.;

3° een of meer aandeelhouders van de overnemende vennootschap die aandelen bezitten die 5% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordi-gen, hebben het recht op bijeenroeping van de algemene vergadering van de overnemende vennootschap, die over het fusievoorstel moet besluiten. Aandelen zonder stemrecht worden bij de berekening van dit percentage buiten beschouwing gelaten.

Alvast is hierover in de rechtsleer opgemerkt dat hiermee een belangwek-kende vereenvoudiging is doorgevoerd. De uitdaging voor de (rechts)praktijk zal luidens deze rechtsleer er vooral in bestaan hoe men, bij ont-stentenis van een formele beslissing van de algemene vergadering van aandeelhouders van de overnemende vennootschap (en dan ook: van de notariële vaststelling van een dergelijke goedkeuring), zal dienen vast te stellen (en aan derden tegenwerpbaar te maken) dat een dergelijke (geruis-loze) fusie eff ectief is vastgesteld en derhalve ook dat de overgenomen vennootschap(pen) heeft (hebben) opgehouden (zelfstandig) te bestaan.71

69 X, “Nieuwe regels voor fusies en splitsingen”, KPMG Nieuwsbericht, 2012, www.kpmg.com/BE/en/IssuesAndInsights/ArticlesPublications/TaxandLegalNewsFlashes/Legal-E-Flash/Pages/legale-fl ash20120104-EN.aspx (consultatie 20 februari 2012).

70 Zie MvT wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van Vennootschappen ingevolge Richtlijn 2009/109/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en split-singen betreft , Parl.St. Kamer 2011-12, nr. 53K1849/001, art. 18.

71 X, “Nieuwe regels voor fusies en splitsingen”, KPMG Nieuwsbericht, 2012, www.kpmg.com/BE/en/IssuesAndInsights/ArticlesPublications/TaxandLegalNewsFlashes/Legal-E-Flash/Pages/legale-fl ash20120104-EN.aspx (consultatie 20 februari 2012).

Page 36: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

36 Intersentia

De tekst van het randnummer 184 wordt vervangen door hetgeen volgt:

184. Wettelijke mogelijkheid voor de schuldeisers om een bijkomende zekerheid te eisen. Met het oog op de bescherming van de schuldeisers biedt het Wetboek de schuldeisers, in eerste instantie, de mogelijkheid om zich in te dekken tegen de mogelijk nadelige gevolgen van een fusie die aan hun rechten afb reuk zou doen, door hen in de gelegenheid te stel-len om binnen de twee maanden na de bekendmaking in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van de overeenstemmende fusiebesluiten, zeker-heid te eisen van de overnemende of nieuw opgerichte vennootschap, dit niettegenstaande ieder hiermee tegenstrijdig beding (art. 684, § 1, eerste lid W.Venn.).72

Deze bescherming geldt niettegenstaande elk andersluidend beding in de fusiebesluiten. Zij strekt zich evenwel enkel uit tot de schuldeisers die titu-laris zijn van een vordering die ontstaan is vóór de bekendmaking van de fusiebesluiten en die op het moment dat de schuldeiser om de zekerheid-stelling verzoekt, nog niet vervallen is.73 De bescherming heeft m.a.w. geen betrekking op de op dat tijdstip reeds vervallen schuldvorderingen, ook al zou de schuldenaar deze nog niet betaald hebben.

Het gegeven dat de vordering moet zijn ontstaan vóór de bekendmaking van de fusiebesluiten, impliceert dat zij op dat ogenblik een zeker karakter heeft .74

De tekst van randnummer 199 wordt vervangen door hetgeen volgt:

199. Nietigheidsgronden. Wat in het bijzonder de Belgische rechtsorde betreft , ligt een (eerste) grond van nietigheid van de fusie voor ingeval de besluiten van de algemene vergaderingen van aandeelhouders die de fusie

72 Zie ook D. Van Gerven en M. Wyckaert, “Kroniek vennootschapsrecht 2003-2004”, TRV 2004, 601, nr. 103.

73 Voor een toepassing in het kader van een splitsing, zie Vz. kh. Brugge 31  maart 1995, TRV 1996, 510-512.

74 Omtrent de lezing van dit begrip door het Hof van Cassatie, en het samenspel van artikel 684 met artikel 686 Wetboek van Vennootschappen, zie infra randnr. 270bis.

Page 37: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

Intersentia 37

hebben goedgekeurd, niet bij authentieke akte genotuleerd zouden zijn (art. 689 W.Venn.).75

Dezelfde regeling geldt indien de besluiten werden genomen terwijl de door het Wetboek voorgeschreven verslagen van het bestuursorgaan, de com-missaris, de bedrijfsrevisor of de externe accountant ontbreken, i.e. in de gevallen waarin er geen van de wettelijk voorziene uitzonderingsregelin-gen speelt (art. 689, eerste lid W.Venn.).

Ingeval herstel mogelijk is van het gebrek dat tot de vernietiging of split-sing kon leiden, verleent de bevoegde rechter daartoe aan de betrokken vennootschappen een termijn om de toestand te regulariseren (art.  689, tweede lid W.Venn.).

De nietigheid treft ook de fusie waarbij een opleggeld dat betaald zou zijn aan de aandeelhouders in (één van) de overgenomen vennootschap(pen) meer bedraagt dan één tiende van de nominale of fractiewaarde van de uitgekeerde aandelen (art.  688, eerste lid W.Venn.). Indien een dergelijke nietigverklaring afb reuk kan doen aan rechten die een derde te goeder trouw jegens de verkrijgende vennootschap heeft verkregen, kan de rechter verklaren dat de nietigheid ten opzichte van die rechten geen gevolg heeft , onverminderd het recht op schadevergoeding van de eiser indien daartoe grond bestaat (art. 688, tweede lid W.Venn.).

De tekst van randnummer 210 wordt vervangen door hetgeen volgt:

210. Bijzondere regeling inzake de oprichting van nieuwe vennoot-schappen kaderend in een splitsingsoperatie. Net als het geval is voor de fusie door oprichting van een nieuwe vennootschap, vinden bepaalde voorschrift en van het Wetboek van Vennootschappen geen toepassing op de oprichting van de in het kader van een splitsing nieuw opgerichte ven-nootschappen.76

75 G.-A. Dal en M. Van den Abbeele, “Les lignes de force et les principes de la loi du 29 juin 1993” in Centre Jean Renauld (ed.), Le nouveau droit des fusions et des scissions de sociétés, Brussel, Bruylant, 1994, (11) 226, nr. 23 et seq.

76 Zoals aangegeven (supra, randnr. 207), is het ook mogelijk dat één of meer van de verkrijgende vennootschappen reeds bestaat, of bestaan, en de andere nieuw opgericht wordt of worden (= gemengde splitsing).

Page 38: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

38 Intersentia

Aldus bepaalt artikel 742, § 3 dat indien een verslag werd opgesteld over-eenkomstig artikel 746 W.Venn. (bedoeld is dus de regeling handelend over het schrift elijk deskundigenverslag over het splitsingsvoorstel):– de artikelen 444 en 449, artikel 450, tweede lid, tweede volzin W.Venn.

en de artikelen 451, 452 en 453, 9° W.Venn. niet van toepassing zijn op de naamloze vennootschap en de Europese vennootschap en evenmin, in afwijking van artikel 657 W.Venn., op de commanditaire vennoot-schap op aandelen die door de splitsing tot stand zijn gekomen (art. 742, § 3, eerste lid W.Venn.);

– de artikelen 395 en 399 W.Venn. niet van toepassing zijn op de coöpera-tieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid en de Europese coöperatieve vennootschap die door de splitsing tot stand zijn gekomen (art. 742, § 3, tweede lid W.Venn.);

– de artikelen 219 en 224 W.Venn. niet van toepassing zijn op de beslo-ten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid die door de split-sing tot stand is gekomen. Artikel 226, 6° W.Venn. is dan evenmin van toepassing op deze vennootschap (art.  742, § 3, derde lid W.Venn.).

In de artikelsgewijze commentaar bij het artikel 25 van de wet van 8 janu-ari 2012 is hierover verduidelijkt, “om interpretatieproblemen te vermij-den”, dat het revisoraal controleverslag over de inbreng in natura ‘her-leeft ’ ingeval er geen controleverslag over de splitsing dient te worden opgemaakt, nl. in de hypothese dat alle vennoten hiervan hebben afge-zien. M.a.w. wordt steeds minstens hetzij het revisoraal controleverslag inzake inbreng in natura, hetzij het controleverslag over de splitsing ver-eist.77

De tekst van randnummer 219 wordt vervangen door hetgeen volgt:

219. Bekendmaking van het splitsingsvoorstel. Het splitsingsvoorstel is, mutatis mutandis, onderworpen aan dezelfde publiciteitsverplichting als het fusievoorstel.

77 Zie MvT wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van Vennootschappen ingevolge Richtlijn 2009/109/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en split-singen betreft , Parl.St. Kamer 2011-12, nr. 53K1849/001, art. 25.

Page 39: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

Intersentia 39

Het splitsingsvoorstel moet meer in het bijzonder door elke vennootschap die aan de splitsing deelneemt uiterlijk zes weken78 voor de algemene ver-gadering die over de splitsing moet besluiten, ter griffi e van de rechtbank van koophandel waar haar respectieve maatschappelijke zetel is gevestigd, worden neergelegd en bekendgemaakt bij uittreksel79 overeenkomstig arti-kel 74 W.Venn. of in de vorm van een mededeling overeenkomstig artikel 75  W.Venn. die een hyperlink80 bevat naar een eigen81 website (zie resp. art. 728, derde lid W.Venn. en art. 743, derde lid W.Venn.).82

De tekst van het randnummer 220 wordt vervangen door hetgeen volgt:

220. Analogie met de verslagplichten in geval van een fusie. Net als bij een fusie het geval is, zijn het bestuursorgaan en het toezichtsorgaan er ook

78 De wetgever verlengt de, bij wetswijziging van 8 januari 2012, termijn waarmee rekening dient te worden gehouden de facto tot 8 weken, nu het voorstel niet alleen moet worden neergelegd, maar ook gepubliceerd, uiterlijk 6 weken voor de algemene vergadering van aandeelhouders (de tijdspanne tussen de neerlegging en de publicatie bedraagt al snel 10 dagen). De zekerheid die men vóór de wetswijziging van 8 januari 2012 had omtrent de precieze startdatum van de termijn (met name, 6 weken vanaf de neerlegging) gaat hierdoor teloor. Het correct naleven van deze termijn heeft in de praktijk bovendien belangrijke implicaties, daar de notariële wet-tigheidsverklaring en de fi scale vrijstellingen vereisen dat de bepalingen uit het W.Venn. cor-rect zijn nageleefd. Het is dan ook niet onwaarschijnlijk dat de wetgever binnen afzienbare tijd een nieuw wetgevend initiatief zal nemen om deze onzekerheid weg te werken.

79 Het is niet geheel duidelijk welke informatie dit uittreksel moet omvatten. Men zou zich kun-nen beperken tot de essentiële bestanddelen van het voorstel ex art. 728, lid 2 en 743, lid 2.

80 Heden ten dage en in de praktijk is het opnemen van een hyperlink naar de eigen website stricto sensu (met name, het kunnen doorklikken via de link in het voorstel naar de eigen web-site) onmogelijk. Dit kan opgevangen worden door de volledige URL expliciet in het voorstel te vermelden.

81 De draagwijdte van het begrip “eigen website” is niet strikt omlijnd. Dochtervennootschappen bijvoorbeeld, hebben vaak geen eigen website. Een redelijke interpretatie van het begrip “eigen website”, zou dan toelaten dat zij naar de website van de moedervennootschap kan verwijzen.

82 Tot vóór de aanpassing voortvloeiend uit het artikel 19 van de wet van 8 januari 2012 diende het splitsingsvoorstel openbaar gemaakt te worden via neerlegging ter griffi e (en via bekend-making in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad)

De Richtlijn 2009/109/EG voorziet in een aantal alternatieven waaruit de lidstaten konden kie-zen: openbaarmaking op de website van de vennootschap; openbaarmaking op het centraal elektronisch platform of openbaarmaking op een door de lidstaat gekozen website. Aangezien er in hoofde van niet-genoteerde vennootschappen geen verplichting tot het hebben van een website, achtte de regering het niet opportuun om voor deze publiciteitsvorm een website ver-plicht te stellen. Voortaan zal de publiekmaking geschieden volgens het rechtspersonenregister (dat luidens de artikelsgewijze commentaar bij het artikel 4 van het wetsontwerp van 26 okto-ber 2011, beschouwd kan worden als een dergelijk elektronisch platform) (zie MvT wetsont-werp tot wijziging van het Wetboek van Vennootschappen ingevolge Richtlijn 2009/109/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en splitsingen betreft , Parl.St. Kamer 2011-12, nr. 53K1849/001, artt. 19 en 26).

Page 40: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

40 Intersentia

in geval van een splitsing toe gehouden om elk een verslag, dat de voorge-stelde splitsingsoperatie beoordeelt, op te stellen.83

De tekst van randnummers 221-231 en de bijbehorende titels worden vervangen door hetgeen volgt:

2. Verslag van het bestuursorgaan

221. Verslagplicht van de bestuurders. Het bestuursorgaan van de te splitsen vennootschap is ertoe gehouden om een omstandig schrift elijk verslag op te stellen.

222. Minimuminhoud van het bestuurdersverslag. Luidens het Wet-boek van Vennootschappen moet het verslag de stand van het vermogen van de te splitsen vennootschap uiteenzetten. Daarnaast moet het verslag, vanuit economisch en juridisch oogpunt, de volgende gegevens verant-woorden en toelichten:– de wenselijkheid van de splitsing;– de voorwaarden en de wijze waarop ze zal geschieden;– de gevolgen ervan;– de methoden volgens welke de ruilverhouding van de aandelen is vast-

gesteld;– het betrekkelijk gewicht dat aan deze methodes toekomt;– de waardebepaling waartoe elke methode leidt;– de moeilijkheden die zich, eventueel, hebben voorgedaan en de voorge-

stelde ruilverhouding (resp. art.  730, eerste lid W.Venn.84 en art.  745, eerste lid W.Venn.).

83 Er is op gewezen dat, wat betreft splitsingen en verschillend van de mogelijkheid in geval van een fusie (supra, nr. 93), niet voorzien is in de mogelijkheid om een vrijstelling te verlenen van de verplichting tot opstelling van een omstandig verslag van het bestuursorgaan in geval alle vennoten en houders van stemrechtverlenende eff ecten, daarmee zouden hebben ingestemd. (Zie X, “Nieuwe regels voor fusies en splitsingen”, KPMG Nieuwsbericht, 2012, www.kpmg.com/BE/en/IssuesAndInsights/ArticlesPublications/TaxandLegalNewsFlashes/Legal-E-Flash/Pages/legale-fl ash20120104-EN.aspx (consultatie 20 februari 2012).)

84 België heeft ter gelegenheid van de omzetting van de Richtlijn 2009/109/EEG geopteerd voor de optie van het artikel 27, lid 3 van deze Richtlijn, en verlangt voortaan geen afzonderlijk con-troleverslag meer inzake de kapitaalverhoging bij wijze van inbreng in natura naast het contro-leverslag over het splitsingsvoorstel. Enkel dit laatste verslag volstaat derhalve. Bijgevolg kan er dan voorkomend ook niet langer melding gemaakt worden in het verslag van het bestuursor-gaan over het splitsingsvoorstel van dit verslag inzake de inbreng in natura. (Zie MvT wetsont-werp tot wijziging van het Wetboek van Vennootschappen ingevolge Richtlijn 2009/109/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en splitsingen betreft , Parl.St. Kamer 2011-12, nr. 53K1849/001, artt. 20, 26 en 27.)

Page 41: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

Intersentia 41

De regeling van artikel 745 W.Venn. is echter niet van toepassing wanneer de aandelen van elk van de nieuwe vennootschappen worden uitgegeven aan de vennoten van de gesplitste vennootschap evenredig aan hun rech-ten in het kapitaal van deze vennootschap (art. 745, derde lid W.Venn.).

223. Verdere voorschrift en ingeval de nieuw(e) (opgerichte) vennoot-schap een bvba, een cvba of een nv is. Wanneer de nieuw(e) (opgerichte) vennootschap een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of een naamloze vennootschap is, dient, in het geval van een splitsing door oprichting van nieuwe vennootschappen, het bestuurdersverslag daaren-boven melding te maken van het verslag bedoeld in de artikelen 219, 395 of 444 W.Venn., naargelang het geval (art. 745, tweede lid W.Venn.).

Het verslag dient ook aan te geven bij welke griffi e van de rechtbank van koophandel dat verslag moet worden neergelegd (art. 745, tweede lid W.Venn.).

Ook deze regeling (van art. 745 W.Venn.) is niet van toepassing wanneer de aandelen van elk van de nieuwe vennootschappen worden uitgegeven aan de vennoten van de gesplitste vennootschap evenredig aan hun rechten in het kapitaal van deze vennootschap (art. 745, derde lid W.Venn.).

Een zekere stroming in de rechtsleer heeft hierbij aangenomen dat het bestuurdersverslag m.b.t. de splitsing ten minste de naam van de met de controle belaste revisor en het feit dat de controle inzake de inbreng in natura aan de gang is, moet vermelden. Het is hierbij niet nodig om ook de conclusies van het controleverslag te vermelden: op grond van de regeling van het Wetboek van Vennootschappen moeten die conclusies immers slechts vijft ien dagen vóór de algemene vergadering van aandeelhouders van de vennootschap die de inbreng geniet, of op de datum van oprichting van de nieuwe vennootschap, beschikbaar zijn.

3. Deskundigenverslag

224. Regels inzake het (splitsingsrechtelijke) deskundigenverslag in geval van een splitsing. Naast het bestuurdersverslag moet, in beginsel, ook een deskundigenverslag de splitsing toelichten.

Page 42: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

42 Intersentia

Daartoe bepaalt resp. artikel 731, § 1, eerste lid W.Venn.85 en artikel 746, eerste lid W.Venn.86 dat, naargelang het geval, de commissaris, of wanneer er geen commissaris is, een bedrijfsrevisor of een externe (IAB)-accoun-tant, een schrift elijk verslag over het splitsingsvoorstel moet opstellen.

In dat verslag moet de deskundige in het bijzonder verklaren of de voorge-stelde ruilver houding naar zijn mening al dan niet redelijk is (resp. art. 731, § 1, tweede lid W.Venn. en art. 746, tweede lid W.Venn.).

In deze verklaring moet tevens ten minste worden aangegeven (resp. art. 731, § 1, derde lid W.Venn. en art. 746, derde lid W.Venn.):1° volgens welke methoden de voorgestelde ruilverhouding is vastge-

steld;2° of deze methoden in het gegeven geval passen en tot welke waardering

elke gebruikte methode leidt; tevens moet een oordeel worden gegeven over het betrekkelijk gewicht dat bij de vaststelling van de in aanmer-king genomen waarde aan deze methode is gehecht.

In het verslag moeten bovendien de bijzondere moeilijkheden vermeld worden die er eventueel bij de waardering zijn geweest (art. 731, § 1, vierde lid W.Venn.).

225. Onderzoeksbevoegdheden van de deskundige. Om de deskundige in staat te stellen zijn onderzoek naar behoren te vervullen, bepaalt het Wetboek van Vennootschappen dat hij ter plaatse inzage kan nemen van alle stukken die dienstig zijn voor de vervulling van zijn taak.

Daarenboven is de deskundige gerechtigd om van de bij de splitsing betrokken vennootschappen alle ophelderingen en inlichtingen te vragen. Daarnaast kan hij alle controles die hij nodig acht, verrichten (resp. art. 731, § 1, vijfde lid W.Venn. en art. 746, vijfde lid W.Venn.).

226. Facultatief karakter van de regeling inzake het deskundigenver-slag. Een wetswijziging van 30 december 2009 heeft , tot op zekere hoogte,

85 M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplichting van de commissaris bij fusies en splitsingen: sense noch simplicity”, Not.Fisc.M. 2011, afl . 1, (2) 8, nr. 49.

86 M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplichting van de commissaris bij fusies en splitsingen: sense noch simplicity”, Not.Fisc.M. 2011, afl . 1, (2) 8, nr. 50.

Page 43: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

Intersentia 43

ook aan de voormelde verplichtingen m.b.t. het deskundigen verslag wegens de splitsingsoperatie zelf, een facultatief karakter willen verlenen.87

Artikel 56 van de wet van 30 december 2009 houdende diverse bepalingen betreff ende Justitie (II)88 heeft daartoe in artikel 731, § 1 W.Venn., wat betreft de splitsing door overneming, een nieuw laatste (thans, sedert een wetswijzi-ging van 8 januari 2012: het zesde) lid ingevoerd, (actueel) als volgt luidende:

“Indien alle vennoten en houders van andere eff ecten waaraan stemrecht is verbonden van alle vennootschappen die aan de splitsing deelnemen hiermee hebben ingestemd, is deze paragraaf niet van toepassing.”

In vergelijkbare zin heeft artikel 57 van dezelfde wet van 30 december 2009, wat betreft de splitsing door oprichting van nieuwe vennootschappen, in artikel 746 W.Venn. een nieuw laatste lid ingevoerd (dat nadien tekstueel is gewijzigd door art. 28, eerste lid, 2° wet 8 januari 2012), waarbij woordelijk dezelfde bepaling werd opgenomen.89

227. Nadere verduidelijking inzake de verhouding tussen het deskundi-genverslag bij splitsing en het verslag inzake een inbreng in natura sedert de wet van 8 januari 2012. De wet van 8 januari 2012 heeft inzake de ver-houding tussen het deskundigenverslag bij splitsing en het (gemeenrechte-lijk) verslag in geval van een inbreng in natura, verdere duidelijkheid gecreëerd.90

227bis. Regeling inzake de splitsing door overneming. Sedert de inwer-kingtreding van de wetswijziging van 8 januari 2012 is, wat betreft de split-sing door overneming, voorzien dat indien een verslag werd opgesteld overeenkomstig artikel 731, § 1 W.Venn., de artikelen 313, 423 of 602

87 J. Van Bael en S. Beernaert, “Gewijzigde regels betreff ende de verslaggeving bij fusie en splitsing”, Nieuw notarieel Kwartaaltijdschrift 2010, afl . 4, (3) 8 et seq.

88 BS 15 januari 2010.89 Door de rechtsleer werd hierbij destijds opgemerkt dat: “Gezien het feit dat het W.Venn. reeds

voorzag in de mogelijkheid om af te zien van de verslagverplichting (…) deze bijkomende bepa-ling overbodig [is] (zie M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplichting van de commissaris bij fusies en splitsingen: sense noch simplicity”, Not.Fisc.M. 2011, afl . 1,  (2)  8, nr.  49, waar deze opmerking wordt geformuleerd m.b.t. de splitsing door overneming). In het volgende rand-nummer  van dezelfde bijdrage geldt een soortgelijke opmerking inzake de splitsing door oprichting: “Wederom is deze nieuwe bepaling overbodig”. Echter, aangezien sedertdien verder aan de betreff ende wetsbepalingen is gesleuteld door de wet van 8 januari 2012, rijst de vraag of deze opmerkingen nog wel accuraat zijn.

90 X, “Nieuwe regels voor fusies en splitsingen”, KPMG Nieuwsbericht, 2012, www.kpmg.com/BE/en/IssuesAndInsights/ArticlesPublications/TaxandLegalNewsFlashes/Legal-E-Flash/Pages/legale-fl ash20120104-EN.aspx (consultatie 20 februari 2012).

Page 44: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

44 Intersentia

W.Venn. niet van toepassing zijn op een overnemende vennootschap die de rechtsvorm heeft van een besloten vennootschap met beperkte aansprake-lijkheid, van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijk-heid, van een Europese vennootschap, van een Europese coöperatieve ven-nootschap of van een naamloze vennootschap (art. 731, § 2 W.Venn.).

In de artikelsgewijze commentaar bij artikel 21 van de wet van 8 januari 2012 is hierover verduidelijkt dat het (revisoraal controle)verslag bij een kapitaalverhoging bij wijze van inbreng in natura, m.a.w., ‘herleeft ’ indien er geen controleverslag in het kader van het splitsingsvoorstel dient te wor-den opgemaakt, nl. wanneer alle vennoten hiervan hebben afgezien. M.a.w., wordt steeds minstens hetzij het revisoraal controleverslag bij een kapitaalverhoging bij wijze van inbreng in natura, hetzij het controlever-slag over de splitsing vereist.91

227ter. Regeling inzake de splitsing door oprichting van nieuwe ven-nootschappen. In soortgelijke zin is wat betreft de splitsing door oprichting van een nieuwe vennootschap bepaald dat, indien een verslag werd opge-steld overeenkomstig artikel 746 W.Venn. (luidens art. 742, § 3 W.Venn.):– de artikelen 444 en 449, artikel 450, tweede lid, tweede volzin W.Venn.

en de artikelen 451, 452 en 453, 9° W.Venn. niet van toepassing zijn op de naamloze vennootschap en de Europese vennootschap en evenmin, in afwijking van artikel 657 W.Venn., op de commanditaire vennoot-schap op aandelen die door de splitsing tot stand zijn gekomen (art. 742, § 3, eerste lid W.Venn.);

– de artikelen 395 en 399 W.Venn. niet van toepassing zijn op de coöpera-tieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid en de Europese coöperatieve vennootschap die door de splitsing tot stand zijn gekomen (art 742, § 3, tweede lid W.Venn.);

– de artikelen 219 en 224 W.Venn. niet van toepassing zijn op de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid die door de splitsing tot stand is gekomen. Artikel 226, 6° W.Venn. is dan evenmin van toepas-sing op deze vennootschap (art. 742, § 3, derde lid W.Venn.).

Ook deze regeling komt erop neer dat het revisoraal controleverslag over de inbreng in natura “herleeft ” indien er geen controleverslag over de split-

91 MvT wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen ingevolge Richtlijn 2009/109/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en split-singen betreft , Parl.St. Kamer 2011-12, nr. 53K1849/001, artt. 21 en 25.

Page 45: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

Intersentia 45

sing moet worden opgemaakt, nl. doordat alle vennoten hiervan afzien. M.a.w. wordt ook bij de splitsing door oprichting van een nieuwe vennoot-schap, steeds hetzij het revisoraal controleverslag inzake inbreng in natura, hetzij het deskundigenverslag over de splitsing vereist.92

De tekst van randnummers 233-234 wordt vervangen door hetgeen volgt:

233. Informering van de aandeelhouders in geval van een splitsing door overneming. Wat de splitsing door overneming betreft , bepaalt artikel 733, § 1, eerste lid W.Venn. dat in elke vennootschap het splitsingsvoorstel en de verslagen bedoeld in artikel 730 W.Venn. en artikel 731, § 1 W.Venn., als-mede de mogelijkheid voor de vennoten om de genoemde stukken koste-loos te verkrijgen, moeten worden vermeld in de agenda van de algemene vergadering van aandeelhouders die zich over het splitsingsvoorstel moet uitspreken.

Aan de houders van aandelen op naam dient uiterlijk een maand voor de algemene vergadering van aandeelhouders een afschrift ervan te worden toegezonden (art. 733, § 1, tweede lid W.Venn.). Er dient ook onverwijld een afschrift te worden gezonden aan diegenen die de formaliteiten hebben vervuld, door de statuten voorgeschreven om tot de vergadering te worden toegelaten (art. 733, § 1, derde lid W.Venn.).

Wanneer het evenwel gaat om een cvba, moeten het voorstel en de versla-gen bedoeld in het eerste lid van artikel 733, § 1 W.Venn. niet aan de ven-noten worden toegezonden overeenkomstig het bepaalde in artikel 733, § 1, tweede en derde lid W.Venn. (zie art. 733, § 1, vierde lid W.Venn.). In dat geval heeft iedere vennoot, overeenkomstig het bepaalde in artikel 733, § 2 W.Venn., daarentegen het recht om uiterlijk een maand voor de algemene vergadering van aandeelhouders, op de zetel van de vennootschap, van voornoemde stukken kennis te nemen en kan hij overeenkomstig artikel 733, § 3 W.Venn. binnen dezelfde termijn een afschrift ervan verkrijgen (art. 733, § 1, vijfde lid W.Venn.).

92 MvT wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen ingevolge Richtlijn 2009/109/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en split-singen betreft , Parl.St. Kamer 2011-12, nr.  53K1849/001, artt. 25 en 28. Zie ook X, “Nieuwe regels voor fusies en splitsingen”, KPMG Nieuwsbericht, 2012, www.kpmg.com/BE/en/IssuesAndInsights/ArticlesPublications/TaxandLegalNewsFlashes/Legal-E-Flash/Pages/legale-fl ash20120104-EN.aspx (consultatie 20 februari 2012).

Page 46: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

46 Intersentia

234. Verder inzagerecht van de vennoten in geval van een splitsing door overneming. In geval van een splitsing door overneming heeft iedere vennoot, krachtens artikel 733, § 2 W.Venn., tevens het recht om uiterlijk een maand voor de datum van de algemene vergadering van aandeelhou-ders die over het splitsingsvoorstel moet besluiten, in de zetel van de ven-nootschap kennis te nemen van de volgende stukken:1° het splitsingsvoorstel;2° in voorkomend geval, de in de artikelen 730 en 731 W.Venn. bedoelde

verslagen;3° de jaarrekening van de laatste drie boekjaren van elk van de vennoot-

schappen die bij de splitsing betrokken zijn;4° wat betreft de naamloze vennootschappen, de commanditaire ven-

nootschappen op aandelen, de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, de Euro pese vennootschappen, de Euro-pese coöperatieve vennootschappen en de coöpe ratieve vennootschap-pen met beperkte aansprakelijkheid, de verslagen van de bestuurders, van de leden van de directieraad, van de leden van de raad van toe-zicht of van de zaakvoerders en de verslagen van de commissarissen over de laatste drie boekjaren;

5° in voorkomend geval, indien de laatste jaarrekening betrekking heeft op een boekjaar dat meer dan zes maanden voor datum van het split-singsvoorstel is afgesloten: tussentijdse cijfers omtrent de stand van het vermogen die niet meer dan drie maanden voor datum van dat voorstel zijn vastgesteld en die overeenkomstig het tweede tot het vierde lid van het wetsartikel zijn opgesteld.

Deze tussentijdse cijfers dienen te worden opgemaakt volgens dezelfde methoden en dezelfde opstelling als de laatste jaarrekening (art. 733, § 2, tweede lid W.Venn.).

Een nieuwe inventaris hoeft echter niet te worden opgemaakt (art. 733, § 2, derde lid W.Venn.).

De wijzigingen van de in de laatste balans voorkomende waarderingen kunnen beperkt blijven tot de wijzigingen die voortvloeien uit de ver-richte boekingen. Er moet echter rekening worden gehouden met tussen-tijdse afschrijvingen en voorzieningen, alsmede met belangrijke wijzigin-gen van de waarden die niet uit de boeken blijken (art. 733, § 2, vierde lid W.Venn.).

Page 47: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

Intersentia 47

Er zijn geen tussentijdse cijfers vereist indien de vennootschap een halfj aar-lijks fi nancieel verslag als bedoeld in artikel 13 van het koninklijk besluit van 14  november 2007 betreff ende de verplichtingen van emittenten van fi nanciële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gere-glementeerde markt, bekendmaakt, en dit overeenkomstig deze bepalingen aan de aandeelhouders beschikbaar stelt (art. 733, § 2, vijfde lid W.Venn.).

Iedere vennoot kan, bovendien, op zijn verzoek kosteloos een volledig of desgewenst gedeeltelijk afschrift verkrijgen van de in artikel 733, § 2 W.Venn. bedoelde stukken, met uitzondering van die welke hem overeen-komstig artikel 733, § 1 W.Venn. reeds zijn toegezonden (art. 733, § 3, eerste lid W.Venn.).

Wanneer een vennoot individueel, uitdrukkelijk en schrift elijk ermee heeft ingestemd dat de vennootschap de stukken bedoeld in artikel 733, §§ 1 en 2 W.Venn. langs elektronische weg verstrekt, mogen deze afschrift en per elektronische post worden toegezonden (art. 733, § 3, tweede lid W.Venn.).93 Deze instemming moet, m.a.w., individueel, uitdrukkelijk en schrift elijk gebeuren, waarmee de wetgever aansluiting heeft gezocht bij de bewoor-dingen die zijn gehanteerd in artikel 533, derde lid W.Venn. (inzake de oproeping tot een algemene vergadering van aandeelhouders).94

Na randnummer 234 wordt een randnummer 234bis inge-voegd, waarvan de tekst als volgt luidt:

234bis. Informatieverspreiding via de website in geval van een splitsing door overneming. Wanneer een vennootschap de in artikel 733, § 2 W.Venn. bedoelde stukken, gedurende een ononderbroken periode van een maand vóór de datum van de algemene vergadering die over het splitsings-voorstel moet besluiten en die niet eerder eindigt dan op het ogenblik van de sluiting van die vergadering, kosteloos op haar website beschikbaar stelt, moet zij de in artikel 733, § 2 W.Venn. bedoelde stukken niet op haar zetel beschikbaar stellen (art. 733, § 4, eerste lid W.Venn.).

93 Zie MvT wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van Vennootschappen ingevolge Richtlijn 2009/109/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en split-singen betreft , Parl.St. Kamer 2011-12, nr. 53K1849/001, art. 22.

94 Zie MvT wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van Vennootschappen ingevolge Richtlijn 2009/109/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en split-singen betreft , Parl.St. Kamer 2011-12, nr. 53K1849/001, art. 22.

Page 48: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

48 Intersentia

Wanneer de website vennoten gedurende de gehele in artikel 733, § 2 W.Venn. bedoelde periode de mogelijkheid biedt de in artikel 733, § 2 W.Venn. bedoelde stukken te downloaden en af te drukken, is artikel 733, § 3 W.Venn. niet van toepassing. In dit geval dient de vennootschap deze stukken enkel voor raadpleging door de vennoten ter beschikking te stel-len op haar zetel (art. 733, § 4, tweede lid W.Venn.).

De informatie moet, in voorkomend geval, tot één maand na het besluit van de algemene vergadering tot splitsing op de website blijven staan (art. 733, § 4, derde lid W.Venn.).95

De tekst van randnummer 236 wordt vervangen door hetgeen volgt:

236. Inzagerecht van de vennoten in geval van een splitsing door oprichting van nieuwe vennootschappen. In geval van een splitsing door oprichting van nieuwe vennootschappen heeft iedere vennoot tevens het recht uiterlijk een maand voor de datum van de algemene vergadering die over het splitsingsvoorstel moet besluiten, in de zetel van de betreff ende vennootschap kennis te nemen van de volgende stukken (art. 748, § 2, eer-ste lid W.Venn.):1° het splitsingsvoorstel;2° in voorkomend geval, de in de artikelen 745 en 746 W.Venn. bedoelde

verslagen;3° de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren van elk van de ven-

nootschappen die bij de splitsing betrokken is;4° wat betreft de naamloze vennootschappen, de commanditaire ven-

nootschappen op aandelen, de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, de Europese vennootschappen, de Euro-pese coöperatieve vennootschappen en de coöperatieve vennootschap-pen met beperkte aansprakelijkheid, de verslagen van de bestuurders, van de leden van de directieraad, van de leden van de raad van toe-zicht of van de zaakvoerders en de verslagen van de commissarissen over de laatste drie boekjaren;

95 Zie MvT wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van Vennootschappen ingevolge Richtlijn 2009/109/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en split-singen betreft , Parl.St. Kamer 2011-12, nr. 53K1849/001, art. 22.

Page 49: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

Intersentia 49

5° in voorkomend geval, indien de laatste jaarrekening betrekking heeft op een boekjaar dat meer dan zes maanden voor de datum van het splitsingsvoorstel is afgesloten: tussentijdse cijfers omtrent de stand van het vermogen die niet meer dan drie maanden voor de datum van dat voorstel zijn vastgesteld en die overeenkomstig het tweede tot het vierde lid van artikel 748, § 2 W.Venn. zijn opgesteld.

Deze voormelde tussentijdse cijfers dienen te worden opgemaakt volgens dezelfde methoden en dezelfde opstelling als de laatste jaarrekening (art. 748, § 2, tweede lid W.Venn.).

Er hoeft echter geen nieuwe inventaris te worden opgemaakt (art. 748, § 2, derde lid W.Venn.).

De wijzigingen van de in de balans voorkomende waarderingen kunnen beperkt zijn tot de wijzigingen die voortvloeien uit de verrichte boekin-gen. Er moet echter rekening worden gehouden met tussentijdse afschrij-vingen en voorzieningen, alsmede met belangrijke wijzigingen van de waarden die niet uit de boeken blijken (art. 748, § 2, vierde lid W.Venn.).

Er zijn geen tussentijdse cijfers vereist indien de vennootschap een half-jaarlijks fi nancieel verslag als bedoeld in artikel 13 van het koninklijk besluit van 14 november 2007 betreff ende de verplichtingen van emitten-ten van fi nanciële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt, bekendmaakt, en dit overeenkomstig deze bepalingen aan de aandeelhouders beschikbaar stelt (art. 748, § 2, vijfde lid W.Venn.).

De voormelde punten 2° en 5° zijn verder niet van toepassing wanneer de aandelen van elk van de nieuwe vennootschappen worden uitgegeven aan de vennoten van de gesplitste vennootschap evenredig aan hun rechten in het kapitaal van deze vennootschap (art. 748, § 2, zesde lid W.Venn.).

Iedere vennoot kan daarenboven op zijn verzoek kosteloos een volledig of desgewenst gedeeltelijk afschrift verkrijgen van de in artikel 748, § 2 W.Venn. bedoelde stukken, met uitzondering van die welke hem overeen-komstig artikel 748, § 1 W.Venn. zijn toegezonden (art. 748, § 3, eerste lid W.Venn.).

Wanneer een vennoot individueel, uitdrukkelijk en schrift elijk ermee heeft ingestemd dat de vennootschap de stukken bedoeld in de §§ 1 en 2 langs

Page 50: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

50 Intersentia

elektronische weg verstrekt, mogen deze afschrift en per elektronische post worden toegezonden (art. 748, § 3, tweede lid W.Venn.).96

Na randnummer 236 wordt een randnummer 236bis inge-voegd, waarvan de tekst als volgt luidt:

236bis. Informatieverspreiding via een website in geval van een split-sing door oprichting van nieuwe vennootschappen. Wanneer een ven-nootschap de in artikel 748, § 2 W.Venn. bedoelde stukken gedurende een ononderbroken periode van een maand vóór de datum van de algemene vergadering die over het splitsingsvoorstel moet besluiten en die niet eer-der eindigt dan op het ogenblik van de sluiting van die vergadering, koste-loos op haar website beschikbaar stelt, moet zij de in artikel 748, § 2 W.Venn. bedoelde stukken niet op haar zetel beschikbaar stellen (art. 748, § 4, eerste lid W.Venn.).

Wanneer de website vennoten gedurende de gehele in artikel 748, § 2 W.Venn. bedoelde periode de mogelijkheid biedt de in artikel 748, § 2 W.Venn. bedoelde stukken te downloaden en af te drukken, is artikel 748, § 3 W.Venn. niet van toepassing. In dit geval dient de vennootschap deze stukken enkel voor raadpleging door de vennoten ter beschikking te stel-len op haar zetel (art. 748, § 4, tweede lid W.Venn.).

De informatie moet tot één maand na het besluit van de algemene vergade-ring tot splitsing op de website blijven staan (art. 748, § 4, derde lid W.Venn.).

De tekst van randnummer 238 wordt vervangen door hetgeen volgt:

238/1. Specifi eke verplichtingen in geval van een splitsing door overne-ming. Wat de splitsing door overneming betreft , bepaalt artikel 732 W.Venn. hiertoe dat de bestuursorganen van alle bij de splitsing betrokken vennootschappen hun eigen algemene vergadering van aandeelhouders, alsmede de bestuursorganen van alle andere bij de splitsing betrokken ven-nootschappen op de hoogte moeten stellen van elke belangrijke wijziging

96 Zie MvT wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van Vennootschappen ingevolge Richtlijn 2009/109/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en split-singen betreft , Parl.St. Kamer 2011-12, nr. 53K1849/001, art. 30.

Page 51: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

Intersentia 51

die zich in de activa en de passiva van het vermogen heeft voorgedaan tus-sen de datum van opstelling van het splitsingsvoorstel en de datum van de laatste algemene vergadering die tot de splitsing besluit.

De aldus geïnformeerde bestuursorganen dienen hun algemene vergade-ringen op de hoogte te brengen van de ontvangen informatie (art.  732, tweede lid W.Venn.).

238/2. Specifi eke verplichtingen in geval van een splitsing door oprich-ting van nieuwe vennootschappen. In vergelijkbare zin bepaalt artikel 747, eerste lid W.Venn., m.b.t. de splitsing door oprichting van nieuwe vennootschappen, dat de bestuursorganen van alle bij de splitsing betrokken vennootschappen hun eigen algemene vergadering van aan-deelhouders, alsmede de bestuursorganen van alle andere bij de splitsing betrokken vennootschappen op de hoogte moeten stellen van elke belangrijke wijziging die zich in de activa en de passiva van het vermo-gen heeft voorgedaan tussen de datum van opstelling van het splitsings-voorstel en de datum van de laatste algemene vergadering die tot de splitsing besluit.

De aldus geïnformeerde bestuursorganen dienen hun algemene vergade-ringen op de hoogte te stellen van de ontvangen informatie (art.  747, tweede lid W.Venn.).

De regeling van dit artikel 747 W.Venn. is niet van toepassing wanneer de aandelen van elk van de nieuwe vennootschappen worden uitgegeven aan de vennoten van de gesplitste vennootschap evenredig aan hun rechten in het kapitaal van deze vennootschap (art.  747, derde lid W.Venn.).97

Na randnummer 244 wordt een randnummer 244bis inge-voegd, waarvan de tekst als volgt luidt:

244bis. Bijzondere regeling waarbij de goedkeuring van de algemene vergadering van aandeelhouders achterwege kan blijven (in geval van een

97 Zie MvT wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van Vennootschappen ingevolge Richtlijn 2009/109/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en split-singen betreft , Parl.St. Kamer 2011-12, nr. 53K1849/001, art. 29.

Page 52: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

52 Intersentia

splitsing door overneming). In geval van een splitsing door overneming kan de goedkeuring van de algemene vergadering van de gesplitste ven-nootschap onder bepaalde (strikte) voorwaarden achterwege blijven.

De algemene vergadering van de gesplitste vennootschap dient meer inzon-derheid geen goedkeuring te geven indien de verkrijgende vennootschap-pen in het bezit zijn van alle aandelen van de gesplitste vennootschap en alle andere eff ecten waaraan stemrechten in de algemene vergadering van de gesplitste vennootschap zijn verbonden en indien aan de volgende voor-waarden is voldaan (zie art. 736, § 6 W.Venn.98):1° de in artikel 728 W.Venn. voorgeschreven neerlegging geschiedt voor

elke aan de splitsing deelnemende vennootschap uiterlijk zes weken voordat de splitsing van kracht wordt;

2° iedere vennoot van de aan de splitsing deelnemende vennootschappen heeft het recht uiterlijk een maand voordat de splitsing van kracht wordt, in de zetel van de vennootschap kennis te nemen van de stukken vermeld in artikel 733, § 2 W.Venn. Voor het overige is artikel 731, § 1, laatste lid W.Venn. en artikel 733, §§ 2, 3 en 4 W.Venn. van toepassing;

3° de in artikel 732 W.Venn. bedoelde informatie heeft betrekking op alle wijzigingen in de activa en passiva sedert de datum waarop het split-singsvoorstel is opgesteld.

De tekst van het randnummer 270 wordt vervangen door hetgeen volgt:

270. Bijzondere aansprakelijkheidsregeling ingeval de gesplitste ven-nootschap een vennootschap zonder aansprakelijkheidsbeperking is. Artikel 685 W.Venn. bevat m.b.t. de splitsing een analoge regeling inzake de aansprakelijkheid van de vennoten als inzake de fusie het geval is.

Deze regeling geldt ingeval de gesplitste vennootschap een v.o.f., een gewone commanditaire vennootschap, een commanditaire vennootschap

98 M.a.w. is het mogelijk om onder de in het wetsartikel vermelde voorwaarden, een splitsings-operatie tot stand te brengen zonder goedkeuring van de algemene vergadering van aandeel-houders van de gesplitste vennootschap (zie MvT wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van Vennootschappen ingevolge Richtlijn 2009/109/EG wat verslaggevings- en documentatie-verplichtingen in geval van fusies en splitsingen betreft , Parl.St. Kamer 2011-12, nr. 53K1849/001, art. 24).

Page 53: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

Intersentia 53

op aandelen of een coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprake-lijkheid is.

De eerder vermelde voorschrift en inzake de fusie vinden, mutatis mutan-dis, toepassing.

Tussen het randnummer 270 en het randnummer 271 wordt een randnummer 270bis ingevoegd:

270bis. Hoofdelijke gehoudenheid tot betaling van zekere en opeisbare schulden in geval van splitsing. Luidens artikel 686 W.Venn. blijven de verkrijgende vennootschappen hoofdelijk gehouden tot betaling van de zekere en opeisbare schulden die bestaan op de dag dat de akten houdende vaststelling van het besluit tot deelneming aan de splitsing in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad worden bekendgemaakt en die overgaan op een andere vennootschap die door de splitsing tot stand is gekomen. Deze aan-sprakelijkheid geldt enkel voor het netto-actief dat aan elk van deze ven-nootschappen toegekend is.

In zijn arrest van 14  oktober 2011 preciseerde het Hof van Cassatie het begrip “zekere en opeisbare schuld” inzake de splitsing van vennootschap-pen.99

Het Hof herinnert eraan dat het mechanisme van de hoofdelijke gehou-denheid de verplichting uit artikel 12 van de Zesde Vennootschapsricht-lijn100 implementeert. Deze bepaling gebiedt de lidstaten te voorzien in een bescherming van de schuldeisers van vennootschappen die aan een split-sing deelnemen, voor wat betreft de opeisbare schuldvorderingen die ont-staan zijn vóór de voormelde bekendmaking van het splitsingsvoorstel.

In de Belgische rechtsorde werden deze bepalingen inzonderheid omgezet in het artikel 684, § 1, eerste lid W.Venn., dat in de mogelijkheid voorziet voor schuldeisers om een bijkomende zekerheid te eisen.101

Uit het onderling verband tussen de artikelen 684 W.Venn. en 686 W.Venn. volgt dat de schuldeiser van een schuldvordering die is ontstaan vóór de

99 Cass. 14 oktober 2011, nr. C.08.0287.F, www.cassonline.be.100 Richtl. Raad nr. 82/891/EEG, 17 december 1982 betreff ende splitsingen van naamloze vennoot-

schappen, Pb.L. 31 december 1982, afl . 378, 47-54.101 Supra randnr. 184.

Page 54: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

54 Intersentia

bekendmaking van het splitsingsvoorstel wordt beschermd, door de moge-lijkheid tot een bijkomende zekerheid ten bewarende titel, wanneer de vor-dering nog niet vervallen is, en door de hoofdelijkheid die de uitvoering ervan verzekert indien ze wel reeds vervallen is.102

Om die redenen is het Hof van Cassatie, in het aangehaalde arrest, van oordeel dat aan de bewoordingen “zekere en opeisbare” geen lezing kan worden gegeven die afwijkt van het gemeen recht.103 Dit betekent dat het bestaan van de vordering niet betwistbaar mag zijn. Een verbintenis die voortvloeit uit een voor hoger beroep vatbaar vonnis dat niet voorlopig uit-voerbaar is verklaard, kan volgens deze rechtspraak dan ook niet worden aangemerkt als een zekere en opeisbare schuld in de zin van artikel 686 W.Venn.

De vraag kan worden opgeworpen of de bescherming van de schuldeiser van een betwiste vordering bij splitsing ingevolge deze rechtspraak niet zeer onzeker is.

De tekst van het randnummer 286 wordt vervangen door hetgeen volgt:

286. Deskundigenverslag voor elk van de betrokken vennootschappen. In elke aan de partiële (af)splitsingsoperatie deelnemende vennootschap dient de commissaris of bij ontstentenis hiervan, een door het bestuursor-gaan aangewezen bedrijfsrevisor of externe accountant, eveneens een bij-zonder verslag op te stellen.

Hierin dient minstens te worden aangegeven volgens welke methode de ruilverhouding werd vastgelegd, of deze methodes in het gegeven geval wenselijk zijn en tot welke waardering elke gebruikte methode leidt en, in

102 Merk op dat de Richtlijn de lidstaten niet oplegt te voorzien in een mechanisme van hoofde-lijkheid van de verkrijgende vennootschappen voor de niet-opeisbare verbintenissen van de gesplitste vennootschap.

103 De soepele uitlegging die deze begrippen in de context van de artikelen 1414 en 1415 Ger.W. krijgen, valt te verantwoorden door het louter bewarend karakter van de maatregel van het bewarend beslag. In het licht van deze bepalingen staat het zeker en opeisbaar karakter vast zodra men aannemelijk maakt dat de vordering een voldoende schijn van gegrondheid heeft , er voldoende elementen voorhanden zijn die haar bestaan onderbouwen en voor zover de vor-dering niet ernstig betwistbaar is.

Page 55: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

Intersentia 55

voorkomend geval, indien meerdere methodes op gecumuleerde wijze wer-den toegepast, welk betrekkelijk gewicht aan elk ervan is gegeven (art. 731, § 1, leden 1-3 W.Venn en art. 746, leden 1-3 W.Venn.).

Ingeval de verkrijgende vennootschap een nv, bvba of cvba is, mag het con-troleverslag tevens worden opgesteld door de commissaris of de bedrijfsre-visor die heeft ingestaan voor het inbrengverslag bedoeld in de artikelen 313, 423 of 602 W.Venn. (zie art. 731, § 1, laatste lid W.Venn. en art. 746, laatste lid W.Venn.).

De tekst van randnummer 291 wordt vervangen door hetgeen volgt:

291. Notulen van de algemene vergaderingen van aandeelhouders. De notulen van de beslissingen van de algemene vergaderingen van aandeel-houders dienen op straff e van nietigheid te worden opgesteld bij authen-tieke akte, waarin tevens de conclusies van de in resp. artikel 731, § 1 W.Venn. en artikel 746 W.Venn. bedoelde verslagen dienen te worden opge-nomen (art. 737, eerste en tweede lid W.Venn. en art. 752, eerste en tweede lid W.Venn.).

De tekst van randnummer 323 wordt vervangen door hetgeen volgt:

323. Pro memorie-oplijsting van de strafb epalingen. Bepaalde regels van Boek XI W.Venn. worden strafrechtelijk gesanctioneerd. De strafrege-ling wordt hier enkel pro memorie aangehaald.

Met een geldboete van 50 tot 10.000 EUR worden gestraft (art.  773 W.Venn.):1° de leden van het bestuursorgaan die nalaten in het fusie- of splitsings-

voorstel de vermeldingen op te nemen die zijn voorgeschreven door artikel 693, door artikel 706, door artikel 728 en door artikel 743 W.Venn.;

2° de leden van het bestuursorgaan die het bijzondere verslag, samen met het verslag van de commissaris, van de bedrijfsrevisor of, naargelang het geval, van de externe accountant, niet voorleggen overeenkomstig

Page 56: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

56 Intersentia

de artikelen 695, § 1 en 697, de artikelen 708 en 710, de artikelen 731 en 733 en de artikelen 746 en 748 W.Venn.

De tekst van het randnummer 716 wordt vervangen door hetgeen volgt:

716. Beoordeling van het bod en van de (bied)prijs in het bijzonder. De wet bepaalt uitdrukkelijk dat de goedkeuring van het prospectus door de FSMA geen beoordeling inhoudt van de opportuniteit en de kwaliteit van het bod, noch van de toestand van de persoon die het verwezenlijkt (art. 18, tweede lid Wet 1 april 2007).

Dit belet natuurlijk niet dat de FSMA opmerkingen bij een ingediend dos-sier kan formuleren, wat, naar vigerend openbaar bodsrecht, uitdrukkelijk bevestiging vindt in artikel 19 Wet 1 april 2007.

Gebeurlijk betreff en de op merkingen van de FSMA de prijs van het bod en het is reeds voorgekomen dat de FSMA de bieder aanraadde om een te laag geachte prijs van het bod te verhogen.104

Wat betreft de rol van de FSMA met betrekking tot de prijs van het bod, kan er hierbij, volledig- en voorzichtigheidshalve, nog worden gewezen op een arrest van het Hof van Cassatie van 27 juni 2011.105 In dat arrest nam het Hof immers in overweging dat de voormalige CBFA (thans: de FSMA), in geval van een openbaar uitkoopbod (“squeeze out”), de regelmatigheid van de prijs wel degelijk moet controleren en motiveren.

Tevoren gold als heersende opvatting dat de CBFA, later de FSMA, slechts tot taak had om het afdoend karakter van de informatie in het prospectus te controleren, zonder daarbij de regelmatigheid van de prijs na te gaan.106

104 V. Macq, “Kroniek Financieel Recht”, TBH 2001, 209 (210), nrs. 6-8. Bij wege van kanttekening merkte deze auteur op dat de vraag rijst of deze tussenkomsten bij

de prijsbepaling in overeenstemming zijn met de bevoegdheden die het (voormalige) KB van 8 november 1989 aan de toenmalige Bankcommissie (thans: de FSMA) toekende (zie V. Macq, “Kroniek Financieel Recht”, TBH 2001, 209 (210), nr. 9.

105 Cass. 27 juni 2011, nr. C.09.0290.F, www.cassonline.be.106 Deze opvatting vond bovendien steun in de wetgeving die, inzake de goedkeuring van een

prospectus door de FSMA bij een openbaar bod, voorschrijft dat de goedkeuring “geen enkele beoordeling over de opportuniteit of de kwaliteit van de operatie inhoudt, noch over de statutes van de persoon die het verwezenlijkt”.

Page 57: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

Intersentia 57

Sinds het arrest van 27  juni 2011 kan deze opvatting echter niet zonder meer worden voorgestaan. Het Hof nam immers in het voormelde arrest, weliswaar in de context van een openbaar uitkoopbod (“squeeze out”), in overweging dat de CBFA, thans de FSMA, “waarborgt dat de minderheids-aandeelhouders, in ruil voor de door de meerderheidsaandeelhouders ver-kregen eff ecten, een vergoeding ontvangen die in een redelijke verhouding staat tot de waarde van die eff ecten”.107 Hoe die waarborg in een dergelijk geval dient te worden ingevuld, preciseert het Hof door te overwegen dat “de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen weliswaar niet zelf de prijs van het uitkoopbod mag vaststellen, maar dat zij niettemin nagaat of de door de bieder geboden prijs de belangen van de eff ectenhou-ders veiligstelt”. Verder voegt het Hof daaraan toe dat de CBFA, thans de FSMA, haar beslissing daaromtrent formeel moet motiveren en dus over-eenkomstig de wet van 29 juli 1991 alle juridische en feitelijke overwegin-gen dient te vermelden die daaraan ten grondslag liggen.108

Alhoewel het Hof van Cassatie dit arrest heeft gewezen in de context van een openbaar uitkoopbod (“squeeze out”), rijst de vraag of deze opvatting ook kan (en/of zal gaan) doorwegen in de context van een (gewoon) open-baar bod of verplicht bod. Nu de wet daarover zelf geen uitsluitsel biedt, is het afwachten of het Hof van Cassatie deze redeneerwijze in de toekomst ook zal doortrekken naar dit soort van biedingen.

De tekst van randnummer 735 wordt vervangen door hetgeen volgt:

735. Beknopte duiding van de gemeenrechtelijke uitdrijvingsregeling van artikel 513 W.Venn. De voormelde gemeenrechtelijke vennootschaps-

107 Dit in navolging van een uitspraak van het Arbitragehof van 14 mei 2003. In deze uitspraak overwoog het Hof dat “de tussenkomst van een overheidsinstantie waarborgt dat de minder-heidsaandeelhouders, in ruil voor de verworven eff ecten door de m eerderheidsaandeelhouders, een vergoeding krijgen die redelijk is gezien de waarde van de eff ecten”. Om die reden kon in geval van een uitkoopbod dan ook geen sprake zijn van een ongelijke behandeling tussen de minderheidsaandeelhouders van een vennootschap die geen openbaar beroep op het spaarwe-zen heeft gedaan (die het bod kunnen weigeren) en de minderheidsaandeelhouders van een vennootschap die wel een openbaar beroep op het spaarwezen heeft gedaan (die het bod niet kunnen weigeren); Arbitragehof 14 mei 2003, nr. 64/2003, www.const-court.be.

108 Art. 1-3 Wet 29 juli 1991 betreff ende de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen, BS 12 september 1991.

Page 58: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

58 Intersentia

rechtelijke uitdrijvings regeling ligt actueel vervat in artikel 513 W.Venn., alsmede in het KB van 27 mei 2007 op de openbare uitkoopbiedingen.109

Aanvankelijk ingevoerd in het vennootschapsrecht bij (de eerder aange-haalde) wet van 13 april 1995110, werd deze gemeenrechtelijke uitdrijvings-regeling zelf ook grondig aangepast door de wet 1 april 2007 zelf, teneinde een afdoende onderlinge afstemming van de gemeenrechtelijke uitdrij-vingsregeling van artikel 513 W.Venn. en van de (vereen voudigde) uitdrijvings regeling na een (succesvol) OBA vermeld in de artikelen 42-43 OBA-KB 27 april 2007 te verzekeren.

Immers, ook de gemeenrechtelijke vennootschapsrechtelijke uitdrijvings-regeling vindt doorgang middels toepassing van de openbarebodstechniek (waarbij de meerderheids aandeelhouder die voldoet aan de vereiste bezits-drempel, een openbaar bod uitbrengt op de resterende aandelen in min-derheidshanden).

Het is hierbij de betrachting van de wetgever van 2007 geweest dat de openbarebodsprocedure geldend in geval van een dergelijke ‘gemeenrech-telijke vennootschapsrechtelijke uitdrijving’, afdoende afgestemd zou zijn op de gewone openbarebodsprocedure zoals geregeld door de wet 1 april 2007 (en haar uitvoerings-KB, inzonderheid het OBA-KB 27  april 2007 zelf).

De regeling van artikel 513 W.Venn. zelf geldt echter voor het overige wel buiten de context van een openbaar bod (en/of de succesvolle afl oop ervan) om.

Er geldt hierbij voorts een verschil in behandeling tussen, enerzijds, de vennootschappen die een openbaar beroep op het spaarwezen doen (waar-voor immers, in paragraaf 1 van het wetsartikel, een daadwerkelijke uit-drijvingsmogelijkheid geldt) en, anderzijds, de andere naamloze vennoot-schappen (waarvoor, in paragraaf 2 van het wetsartikel een regeling is uitgewerkt o.m. bepalend dat een aandeelhouder(s) die door een dergelijk

109 BS 23 mei 2007. Zie verder R. Nieuwdorp en G. Palmaers, “Squeeze-out en sell-out na de inwerkingtreding

van de nieuwe overnamewetgeving”, T.Fin.R. 2008, 179-209, die een grondige vergelijking maakten tussen de diverse sell out-procedures die ons recht ondertussen kent.

110 Die daartoe in de toenmalige vennootschapswet art.  190quinquies Venn.W. invoerde (zie K. Byttebier en A. François, “Het vernieuwde art. 190quinquies Venn.W.: uitdrijving met twee snelheden”, V&F 1998, afl . 3, 263-272).

Page 59: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

Intersentia 59

uitdrijvingsbod wordt (worden) geviseerd, ervoor kan (kunnen) opteren om niet op een dergelijk bod in te gaan).

M.b.t. deze diff erentiatie inzake de gemeenrechtelijke uitdrijvings pro-cedure(s) vastgelegd in artikel 513 W.Venn., heeft het Arbitragehof destijds beslist dat deze niet onverenigbaar was met het grondwettelijk gelijkheids-beginsel.111 Ook het EHRM sprak zich in het verleden reeds uit over de verenigbaarheid van een dergelijke uitdrijvingsmogelijkheid met het men-senrechtelijk beschermd eigendomsrecht (van het aanvullend Protocol nr. 1 EVRM) (cf. supra, voetnoot 583).

Artikel 513, § 1, eerste lid W.Venn. bepaalt aldus dat een natuurlijke per-soon of rechtspersoon, dan wel verschillende natuurlijke personen of rechtspersonen die in onderling overleg handelen112, en die, samen met de vennootschap, in het bezit zijn van 95% van de eff ecten met stemrecht van een naamloze vennootschap die een openbaar beroep op het spaarwezen doet of heeft gedaan, door middel van een openbaar bod tot uitkoop het geheel van de eff ecten met stemrecht of die toegang geven tot stemrecht kunnen verwerven. Bij afl oop van de procedure worden de niet aangebo-den eff ecten, ongeacht of de eigenaar ervan zich kenbaar heeft gemaakt, hierbij geacht van rechtswege op die persoon te zijn overgegaan met con-signatie van de prijs (art. 513, § 1, tweede lid W.Venn.). Eveneens bij afl oop van het uitkoopbod wordt de vennootschap-emittent van de door een uit-drijvingsbod geviseerde eff ecten niet langer beschouwd als een vennoot-schap die een publiek beroep op het spaarwezen doet of heeft gedaan, ten-zij de door die vennootschap uitgegeven obligaties nog onder het publiek verspreid zijn (art. 513, § 1, derde lid W.Venn.).113

111 Zie Arbitragehof 14 mei 2003, TRV 2003, 471, noot M. Wauters. Dit arrest werd geveld in ant-woord op een aantal prejudiciële vragen van de voorzitter van de rechtbank van koophandel te Brussel die betrekking hadden op de vraag of het verschil in behandeling van de besloten ven-nootschappen (zonder een in het publiek verspreid aandeelhouderschap) en de ‘publieke ven-nootschappen’ (met een verspreid aandeelhouderschap) verenigbaar was met het grondwette-lijk gelijkheidsbeginsel.

112 Waarbij overigens een geëigende defi nitie van het begrip geldt (zie art.  513, § 1, vierde lid W.Venn.):

“Onder personen die in onderling overleg handelen wordt verstaan:a) de natuurlijke personen of rechtspersonen die in onderling overleg handelen in de zin van

artikel 3, § 1, 5°, a), van de wet van [1 april 2007] op de openbare overnameaanbiedingen;b) de natuurlijke personen of rechtspersonen die een akkoord hebben gesloten aangaande de

onderling afgestemde uitoefening van hun stemrechten, om een duurzaam gemeenschappe-lijk beleid ten aanzien van de betrokken vennootschap te voeren;

c) de natuurlijke personen of rechtspersonen die een akkoord hebben gesloten aangaande het bezit, de verwerving of de overdracht van stemrechtverlenende eff ecten.”

113 Zie ter zake ook art. 438, lid 3 W.Venn. en art. 203 KB W.Venn.

Page 60: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

60 Intersentia

Artikel 513, § 2, eerste lid W.Venn. bepaalt dat iedere natuurlijke persoon of iedere rechtspersoon die, alleen of in onderling overleg handelend, 95% van de stemrechtverlenende eff ecten van een naamloze vennootschap die geen publiek beroep op het spaarwezen doet of heeft gedaan, bezit, een uit-koopbod kan doen om het geheel van de stemrechtverlenende eff ecten van deze vennootschap te verkrijgen. Hiervoor geldt dan als verdere regel dat met uitzondering van de eff ecten waarvan de eigenaar uitdrukkelijk en schrift elijk te kennen heeft gegeven dat hij geen afstand ervan wenst te doen, de niet aangeboden eff ecten, na afl oop van de procedure, geacht worden van rechtswege op die persoon te zijn overgegaan met consignatie van de prijs (art.  513, § 2, tweede lid W.Venn.). De gedematerialiseerde eff ecten waarvan de eigenaar te kennen heeft gegeven dat hij er geen afstand van wenst te doen, worden van rechtswege omgezet in eff ecten op naam en worden door de emittent ingeschreven in het register van de eff ecten op naam (art. 513, § 2, tweede lid W.Venn.).

Artikel 513, § 2/1, eerste lid W.Venn., ingevoerd door het artikel 3 van de eerder aangehaalde Wet van 8 januari 2012, bepaalt dat wanneer het uit-koopbod wordt gedaan met het oog op een fusie door overneming door een naamloze vennootschap die niet alle, maar ten minste 90% van de aandelen en van de andere eff ecten waaraan stemrecht in de algemene vergadering is verbonden in de overgenomen naamloze vennootschap houdt, het percentage vermeld in artikel 513, § 1, eerste lid, en § 2, eerste lid, W.Venn. 90% bedraagt (in plaats van de voormelde 95%). In een derge-lijk geval kan de eigenaar niet te kennen geven dat hij geen afstand wenst te doen van zijn eff ecten (art. 513, § 2/1, eerste lid W.Venn.).114

Artikel 513, § 3 W.Venn. ten slotte bepaalt dat de Koning het in artikel 513, § 2 W.Venn. bedoelde uitkoopbod kan reglementeren, en inzonderheid de te volgen procedure en de wijze van vaststelling van de prijs van het uit-koopbod kan bepalen. Daarbij dient hij zorg te dragen voor de informatie-verstrekking aan en de gelijke behandeling van de eff ectenhouders (art. 513, § 3 W.Venn.).

114 Zie ook X, “Nieuwe regels voor fusies en splitsingen”, KPMG Nieuwsbericht, 2012, www.kpmg.com/BE/en/IssuesAndInsights/ArticlesPublications/TaxandLegalNewsFlashes/Legal-E-Flash/Pages/legale-fl ash20120104-EN.aspx (consultatie 20  februari 2012); C. Van Geel, “Regels voor verslaggeving bij fusies en splitsingen versoepeld”, www.safeside.be (consultatie 20 februari 2012).

Page 61: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

Intersentia 61

De tekst van randnummer 1156 wordt vervangen door hetgeen volgt:

1156. Bekendmakingsregels volgens de Belgische wetgeving in het bij-zonder. Door artikel 772/7 W.Venn. is uitvoering gegeven aan deze bekendmakingsvoorschrift en van de Richtlijn.

Het eerste lid van dit artikel 727/7 W.Venn. bepaalt daartoe dat het fusie-voorstel door elke vennootschap die bij de fusie betrokken is, uiterlijk zes weken115 voor de algemene vergadering die over de fusie moet besluiten, ter griffi e van de rechtbank van koophandel waar haar respectieve maat-schappelijke zetel is gevestigd, moet worden neergelegd en bekendge-maakt bij uittreksel116 overeenkomstig artikel 74 W.Venn., of in de vorm van een mededeling overeenkomstig artikel 75 W.Venn. die een hyper-link117 bevat naar een eigen118 website.119

Deze regeling, die haar intrede vond wegens een wijziging aan artikel 727/7 W.Venn. voortvloeiend uit artikel 31 van de wet van 8 januari 2012, beoogt een gelijkvormige regeling te bereiken met deze inzake nationale fusies (waarmee, luidens de artikelsgewijze commentaar bij dat artikel,

115 De wetgever verlengt de, bij wetswijziging van 8 januari 2012, termijn waarmee rekening dient te worden gehouden de facto tot 8 weken, nu het voorstel niet alleen moet worden neer-gelegd, maar ook gepubliceerd, uiterlijk 6 weken vóór de algemene vergadering van aandeel-houders (de tijdspanne tussen de neerlegging en de publicatie bedraagt al snel 10 dagen). De zekerheid die men voor de wetswijziging van 8 januari 2012 had omtrent de precieze startda-tum van de termijn (met name, 6 weken vanaf de neerlegging) gaat hierdoor teloor. Het cor-rect naleven van deze termijn heeft in de praktijk bovendien belangrijke implicaties, daar de notariële wettigheidsverklaring en de fi scale vrijstellingen vereisen dat de bepalingen uit het W.Venn. correct zijn nageleefd. Het is dan ook niet onwaarschijnlijk dat de wetgever binnen afzienbare tijd een nieuw wetgevend initiatief zal nemen om deze onzekerheid weg te werken.

116 Het is niet geheel duidelijk welke informatie dit uittreksel moet omvatten. Men zou zich kun-nen beperken tot de essentiële bestanddelen van het voorstel ex art. 772/7, lid 2.

117 Heden ten dage en in de praktijk is het opnemen van een hyperlink naar de eigen website stricto sensu (met name, het kunnen doorklikken via de link in het voorstel naar de eigen website) onmogelijk. Dit kan opgevangen worden door de volledige URL expliciet in het voorstel te vermelden.

118 De draagwijdte van het begrip “eigen website” is niet strikt omlijnd. Dochtervennootschap-pen bijvoorbeeld, hebben vaak geen eigen website. Een redelijke interpretatie van het begrip “eigen website”, zou dan toelaten dat zij naar de website van de moedervennootschap kan ver-wijzen.

119 Zie MvT wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van Vennootschappen ingevolge Richt-lijn 2009/109/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en splitsingen betreft , Parl.St. Kamer 2011-12, nr. 53K1849/001, art. 32.

Page 62: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

62 Intersentia

voldaan werd aan de Europese vereenvoudigingsvereiste inzake deze vorm van publiciteit).120

Ten minste onderstaande gegevens moeten worden bekendgemaakt (art. 772/7, tweede lid W.Venn.):a) de rechtsvorm, de naam en de statutaire zetel van iedere fuserende

vennootschap;b) het rechtspersonenregister en het ondernemingsnummer, of voor bui-

tenlandse vennootschappen het register waarbij voor elke fuserende vennootschap de in artikel 3, tweede lid van Richtlijn 68/151/EEG bedoelde akten zijn neergelegd, alsmede het nummer van inschrijving in dat register;

c) de vermelding voor elke fuserende vennootschap van de regelingen volgens welke de rechten van de schuldeisers en, in voorkomend geval, van de minderheidsvennoten van de fuserende vennootschappen wor-den uitgeoefend, alsmede van het adres waar kosteloos volledige inlichtingen betreff ende die regelingen kunnen worden verkregen.

De tekst van randnummer 1159 wordt vervangen door hetgeen volgt:

1159. Vereiste van (een) bijzonder(e) deskundigenverslag(en). Net zoals het geval is bij nationale fusieoperaties naar Belgisch recht (zie art. 695, § 1, eerste lid W.Venn. (fusie door overneming) en artikel 708, eerste lid W.Venn. (fusie door oprichting van nieuwe vennootschappen)), voorziet ook de Richtlijn in het opmaken van een bijzonder deskundigenverslag dat uiterlijk één maand voor de algemene vergadering van aandeelhouders die zich dient uit te spreken over de fusie, beschikbaar moet zijn.121

De Richtlijn verduidelijkt echter niet aan welke vereisten de ‘deskundige’ die het deskundigenverslag zal opstellen, dient te voldoen, wat derhalve aan de nadere concretisering door de lidstaten zelf wordt overgelaten.

120 Zie MvT wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van Vennootschappen ingevolge Richtlijn 2009/109/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en split-singen betreft , Parl.St. Kamer 2011-12, nr. 53K1849/001, art. 32.

121 Hierover F. Parrein, “De wet van 8 juni 2008 en de grensoverschrijdende fusie”, RW 2010, afl . 11, (306) 314, nr. 10; J. Vermeylen en I. Vande Velde, “De Belgische implementatie van de vennootschapsrechtelijke en fi scale richtlijnen inzake grensoverschrijdende fusies”, Nieuws-brief Notariaat 2009, afl . 5, (1) 3.

Page 63: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen:

Handboek fusies en overnames – Update

Intersentia 63

Er wordt enkel gesteld dat er een onafh ankelijk deskundigenverslag aanwe-zig dient te zijn dat, al naargelang de geldende nationale wetgeving, kan zijn opgesteld door een natuurlijke of rechtspersoon.

Tevens laat de Richtlijn de mogelijkheid open om één deskun digenverslag voor beide ven nootschappen op te stellen (art. 8, 2. Richtlijn).

Dit zou mogelijk zijn wanneer beide vennootschappen daarom verzoeken, dan wel wanneer dit toegelaten wordt door een rechterlijke of administra-tieve instantie in de lidstaat waaronder een van de fuserende vennoot-schappen of de uit de grensoverschrijdende fusie ontstane vennootschap ressorteert.122

De mogelijkheid tot het gebruik van één enkel deskundigenverslag werd overgenomen uit de Derde Vennootschapsrichtlijn 78/855/EG en de Veror-dening (EG) nr. 2157/2001 met betrekking tot de oprichting van een SE. Teneinde een beroep te kunnen doen op één enkel deskundigenverslag, is het niet voldoende dat dit toegelaten wordt door een rechterlijke of admi-nistratieve autoriteit in één betrokken lidstaat, maar mag geen van de rechtsstelsels van de bij de fusieoperatie betrokken vennootschappen zich daartegen verzetten. Elk van de betrokken vennootschappen dient immers, logischerwijze, verder de op haar betrekking hebbende nationale wetge-ving te respecteren (argument ex art. 4 (b) van de Richtlijn).

122 Hierover ook F. Parrein, “De wet van 8 juni 2008 en de grensoverschrijdende fusie”, RW 2010, afl . 11, (306) 314, nr. 10.

Page 64: handboek fusies en overnames update CS5 · 19 Pb.L. 17 november 2007, afl . 300, 47-48; hierover M. Bonne en E. Monard, “Verslagverplich-ting van de commissaris bij fusies en splitsingen: