Growth mindset - che
Transcript of Growth mindset - che
Minoronderzoek van:
Silke ter Horst
150468
Rachelle Barten
150575
Annabel Stikkelorum
150271
GROWTH MINDSET Op De Vlinderboom
Christelijke Hogeschool
Ede (CHE)
Opleiding tot leraar
basisonderwijs
Academische
opleidingsschool:
CNS De Vlinderboom
te Ede
Onderzoeksbegeleiders:
Van de CHE:
N. van Eijsden-Douma
Van De Vlinderboom:
L. Trommel
M. van Riezen
Aantal woorden: 4842
Minoronderzoek van:
Silke ter Horst
150468
Rachelle Barten
150575
Annabel Stikkelorum
150271
Growth mindset 2/37 Minor onderzoek
Inhoudsopgave Inhoudsopgave .................................................................................................................................................................. 2
Het effect van de growth mindset .............................................................................................................................. 3
Inleiding ........................................................................................................................................................................... 3
De twee mindsets......................................................................................................................................................... 4
De hersenen ................................................................................................................................................................... 4
Bevorderen van growth mindset bij leerlingen .............................................................................................. 5
Effect van de growth mindset ................................................................................................................................. 5
Procesgerichte feedback ........................................................................................................................................... 6
Mindset van de groep ................................................................................................................................................. 6
Methode (onderzoek) ..................................................................................................................................................... 7
Nulmeting leerkrachten ............................................................................................................................................ 7
Instrument ................................................................................................................................................................. 7
Resultaten .................................................................................................................................................................. 8
Deelconclusie ............................................................................................................................................................ 8
De leerlingen .................................................................................................................................................................. 8
Instrument ................................................................................................................................................................. 8
Resultaten .................................................................................................................................................................. 9
Deelconclusie ......................................................................................................................................................... 10
Eindconclusie ......................................................................................................................................................... 10
Discussie .................................................................................................................................................................. 11
Aanbevelingen ........................................................................................................................................................... 11
Literatuurlijst .................................................................................................................................................................. 13
Bijlages ............................................................................................................................................................................... 15
Bijlage 1: Poster complimenten/feedback ..................................................................................................... 15
Bijlage 2: Nulmeting leerkrachten ..................................................................................................................... 16
Bijlage 3: Uitkomst nulmeting leerkrachten .................................................................................................. 18
Bijlage 4: De observatie .......................................................................................................................................... 19
Bijlage 5: De handleiding ....................................................................................................................................... 22
Bijlage 6: Activiteiten .............................................................................................................................................. 25
Bijlage 7: Nulmeting leerlingen........................................................................................................................... 33
Bijlage 8: Eindmeting leerlingen ........................................................................................................................ 34
Bijlage 9: Uitkomst nulmeting leerlingen ....................................................................................................... 35
Bijlage 10: Uitkomst eindmeting leerlingen .................................................................................................. 36
Bijlage 11: Nulmeting gekoppeld aan eindmeting ...................................................................................... 37
Growth mindset 3/37 Minor onderzoek
Het effect van de growth mindsetInleiding "Sinds het begin der tijden hebben
mensen verschillend gedacht, gedragen
ze zich verschillend en varen ze ieder een
eigen koers" (Dweck, 2006). Dat
betekent dat we allemaal iets anders
nodig hebben en dat het onmogelijk is
om iedereen gelijk te behandelen. In een
klas met 30 leerlingen is het amper
mogelijk om iedereen iets anders te
bieden. Wat zou je wel kunnen doen?
De maatschappij van tegenwoordig verlangt dat er zo veel mogelijk uit de leerlingen, maar ook uit ons, als mensen, wordt gehaald (Borgreve, 2017). Daardoor krijgt de één na de ander een burn-out en toch blijft deze druk voortleven (Pfauth, Verkade, & Hofstede, 2017). Hoe groter de druk op presteren van de maatschappij, hoe meer diagnoses er worden gesteld. Leerlingen worden al op de kleuterschool getest op allerlei leerachterstanden. Dit geldt ook in het basisonderwijs, daar ligt de nadruk op kennisontwikkeling en alles wat toets- en meetbaar is (Onderwijs2032, 2016). Hoe kunnen de leerlingen klaargestoomd worden voor een maatschappij die continu druk uitoefent?
Naast de maatschappij wordt er ook op de basisschool onbewust veel druk op de leerlingen uitgeoefend. Scholen worden erop afgerekend als de leerlingen slechte resultaten behalen. Zo kan het zijn dat de school zich meer gaat focussen op die prestaties en de cognitieve ontwikkeling van een leerling, dan op de sociaal-emotionele ontwikkeling (Borgreve, 2017).
Door in het basisonderwijs te focussen op het leerproces in plaats van de resultaten, neemt de prestatiedruk af en krijgt de leerling meer wil om te leren. Daarbij speelt feedback een belangrijke rol. In het basisonderwijs wordt er nog geen optimaal gebruik gemaakt van het geven van feedback (Bakx, 2015). De leerlingen die wel degelijk groeien, maar dit in kleinere stapjes doen, krijgen vaak geen proces-gerichte feedback. Dit soort feedback gaat over de inzet en/of aanpak die een leerling voor een taak gebruikt en die de growth mindset stimuleert (Schlundt Bodien, 2016). Een growth mindset wil zeggen dat men altijd in staat is om te groeien, als er tijd en moeite in wordt gestoken. Mensen met een growth mindset staan open voor nieuwe ideeën, uitdagingen en zien een fout maken als een moment om te leren (Dweck, 2006). Leerlingen zouden zelf gemotiveerd moeten zijn om te leren en daardoor zichzelf te verbeteren. Om jezelf te verbeteren moet de metacognitie ontwikkeld worden (Klamer, 2009, p.119). Door middel van de metacognitie stijg je boven jezelf uit en wordt er gekeken naar de denkprocessen. Hierbij gaat het over drie onderdelen: als eerste het vermogen om te denken over eigen denken. Als tweede over kennis van anderen, ook wel ‘declarative knowledge’ genoemd. En als laatste de beheersing over cognitieve taken, executive control (Kohnstamm, 2009). Op het moment dat dit mogelijk is kan een leerling zichzelf motiveren om te leren.
Door een handleiding en activiteiten aan te reiken wordt het voor de leerkrachten mogelijk om leerlingen zich bewust te maken van het groeiproces wat ze doorgaan. Bovendien leren leerlingen dat
Figuur 1: Samenhang onderzoek
Growth mindset 4/37 Minor onderzoek
niet alles afhangt van de resultaten die worden behaald. Ten slotte wordt er advies gegeven om de fixed mindset te herkennen. Door middel van observaties van de leerkrachten wordt bekeken in hoeverre zij al gebruik maken van de growth mindset en wat er nodig is om deze mindset meer toe te passen. Er worden activiteiten ontwikkeld om leerlingen kennis te laten maken met de growth mindset en een activiteit om de deze mindset te bevorderen. Na het uitvoeren van deze activiteiten wordt er gekeken in hoeverre de leerlingen een growth mindset hebben ontwikkeld.
In dit artikel wordt vanuit de theorie en de onderzoeken antwoord gegeven op de hoofdvraag: “Hoe kunnen de leerkrachten van De Vlinderboom procesgerichte feedback geven en daarmee een growth mindset bij leerlingen stimuleren?”
De twee mindsets
Volgens Dweck (2006) zijn er twee
mindsets (manier waarop iemand naar
eigen vaardigheden en talenten kijkt) die
het meest voorkomend zijn, namelijk: de
fixed mindset en de growth mindset. De
fixed mindset staat er bekend om dat het
vooral gaat om bewijzen. Er zijn
verschillende gegevens die vast staan vanaf
de geboorte. Daaronder vallen intelligentie,
persoonlijkheid en karakter. Het gaat er bij
de fixed mindset constant om dat er bewijs
is om te laten zien wat men kan. Fouten
maken is voor mensen met een fixed
mindset vaak iets waar angst voor is. Het
mag namelijk niet zo lijken dat er
verschillende eigenschappen onvoldoende
beheerst worden, het gaat immers om het
behalen van goede resultaten binnen deze
maatschappij.
De growth mindset staat erom
bekend dat de touwtjes in eigen handen
liggen en dat de basisvaardigheden zelf
aangeleerd kunnen worden. Men is zelf in
staat om te groeien door middel van
ervaringen en door te leren. Iedereen doet
dit op zijn eigen tempo, maar met de juiste
begeleiding en overtuiging, is een ieder in
staat de eigen capaciteiten te vergroten
(Peeters, 2016). Mensen met een growth
mindset staan open voor nieuwe ideeën en
uitdagingen en zien een fout maken juist als
een moment om van te leren.
De hersenen Als je geen growth mindset hebt krijg je die niet zomaar. De hersenen moeten namelijk leren dat er een andere manier van denken gevraagd wordt. Inspanning verandert het brein en maakt het sterker en slimmer. Als er dingen geleerd worden, ontstaan er connecties in de hersenen en deze connecties worden gemaakt door zenuwcellen. “Bij zenuwcellen die weinig gebruikt worden, verdwijnen de synapsen. Dit wordt ‘pruning’ genoemd en is te zien als het wegsnoeien van overbodig geworden synapsen. Dit proces is verantwoordelijk voor het vergeten van eerder geleerde dingen” (Dorst, 2009). Als er nieuwe dingen geleerd worden, ontstaan er betere verbindingen in de hersenen. Op het moment dat die verbindingen aanwezig zijn, worden verbindingen die niet gebruikt worden weer verbroken. “Eerst groeien dan snoeien” (Dorst, 2009). “Het brein kan door onderwijs en leren verder ontwikkeld worden, dat geldt niet alleen voor de kindertijd. De hersenen blijven zich levenslang ontwikkelen, al kunnen niet alle soorten kennis en vaardigheden het hele leven lang geleerd worden” (Dorst, 2009). Bij kinderen zijn de
Figuur 2: Growth vs. fixed mindset (Ranadive, 2016)
“The view you adopt for yourself profoundly
affects the way you lead your life”
(Ranadive, 2016)
Growth mindset 5/37 Minor onderzoek
hersenen meer plastisch, vandaar dat kinderen makkelijker kunnen leren. Om een growth mindset te krijgen zijn nog meer dingen belangrijk. Een growth mindset zorgt voor de wil om te leren, de motivatie. “Bij motivatie is de nauwe verbondenheid van cognitieve, emotionele en de uitvoerende systemen van groot belang” (Dorst, 2009).
Het is belangrijk dat een leerlingen sociaal-emotioneel goed op de plek zit om te kunnen leren. Een veilige sfeer in de klas werkt hiervoor stimulerend. Pas dan kan een leerling gaan leren om zich open te stellen en niet bang te zijn om fouten te maken om zo de intrinsieke motivatie te hebben om te leren. Door deze intrinsieke motivatie gaat het leren makkelijker waardoor de hersenen makkelijker nieuwe verbindingen vormen.
Bevorderen van growth mindset bij leerlingen Om bij leerlingen een growth mindset te kunnen bevorderen is het een voorwaarde dat er een veilige sfeer is. Vervolgens is het volgens Dweck belangrijk om je eigen mindset, maar ook die van de leerlingen te onderkennen. “Je kunt kinderen namelijk nog beter begeleiden als je je bewust bent van hoe je denkt, dat je je eigen denkpatroon (mindset) onderkent en erkent” (Bakx, 2015). Daarna is het mogelijk om ook bij leerlingen de mindset te onderkennen. Is er sprake van een fixed-mindset, dan is dat samen met de leerling te veranderen. Ga in gesprek en kijk of de interpretatie van de mindset klopt. Is dit het geval, dan is het mogelijk om aan een verandering van de mindset te werken. Dit gebeurt door middel van gebruik van procesgerichte feedback. Ook kan er gebruik worden gemaakt van
opdrachten en gesprekken, waarbij er van de leerlingen verwacht wordt om te benoemen wat er goed ging. Verandering van mindset gebeurt dus samen, leerkracht met leerling (Bakx, 2015).
Effect van de growth mindset Het prijzen van talenten, heeft een negatief effect op leerlingen. Men denkt vaak dat het goed is om een kind een compliment te geven over het talent of de intelligentie, maar als een kind op dat gebied een fout maakt, gaat het aan zichzelf twijfelen. Echter heeft het prijzen van de inzet juist een positief effect op de leerlingen (Kerpel, 2014). Leerlingen die een mindset hebben die gericht is op groei, behalen betere resultaten en dat geldt niet alleen bij cognitieve vakken, maar het werkt ook bij het aangaan van relaties en het omgaan met bijvoorbeeld uitdagingen. (Bakx, 2015). Dat een growth mindset een goede uitwerking heeft op leerlingen blijkt uit een onderzoek van Walters (2015). Daaruit wordt duidelijk dat leerlingen deep learning skills gebruiken. Dat wil zeggen, dat leerlingen kritisch leren denken, 21st century skills gebruiken en samenwerkend leren inzetten. Op die manier kunnen ze sneller herstellen van een laag cijfer (Grant en Dweck, 2003).
Zodra een kind op school komt, is de leerkracht één van de meest invloedrijke personen in het leven van een leerling (Blanchard, 2015). De mindset van de leerkracht speelt hierbij een grote rol. Als de leerkracht denkt dat de leerlingen het hele jaar niet zullen groeien in de prestaties, gaat dat ook niet gebeuren. Dit blijkt uit onderzoek van Rheinberg (2000). Hieruit wordt duidelijk dat het belangrijk is hoe de leerkracht omgaat met zijn of haar eigen mindset, daarnaast toont dit onderzoek aan dat het nuttig is om als leerkracht een growth mindset te hebben.
“Als je nieuwe dingen leert, komen er
meer van die kleine verbindingen in de
hersenen en worden ze sterker. Hoe
meer je je brein uitdaagt om te leren,
hoe meer je hersencellen groeien.
Dingen die je ooit heel moeilijk vond of
zelfs onmogelijk worden dan
gemakkelijk. Het resultaat is een sterker
en slimmer brein" (Dweck, 2008).
“Goede leraren geloven in ontwikkeling
van intelligentie en talent en zijn
gefascineerd door het leerproces” (Dweck,
2006)
Growth mindset 6/37 Minor onderzoek
Procesgerichte feedback Er bestaan verschillende vormen van feedback, deze vormen hebben een verschillende mate van effectiviteit. In het onderwijs wordt het geven van feedback nog niet optimaal ingezet (Voerman, Meijer, Korthagen, & Simons, 2012). Door leerlingen effectieve feedback te geven wordt het gewenste gedrag gestimuleerd en optimale leeropbrengsten bevorderd. Daarvoor is het belangrijk dat er wordt gecommuniceerd op een pedagogische sensitieve manier en aansluitend bij de behoeftes van de leerlingen (Bakx, 2015).
Volgens Hattie (2007) bestaat goede feedback uit drie stappen: feed up, feedback en feed forward (Kamphuis & Vernooy, 2011). Eerst wordt het leerdoel genoemd (feed up), er wordt aangegeven welk deel van het doel al is bereikt en waar nog aan gewerkt kan worden (feedback) en als laatst worden er aanwijzingen gegeven voor vervolgstappen (feed forward) (Bakx, 2015). Door op deze manier feedback te geven aan de leerlingen wordt de kloof tussen het actuele en het gewenste niveau kleiner. In de stappen komt goed naar voren dat feedback in verbinding staat met de gegeven instructie. Bij een zwakke instructie is feedback nooit effectief (Kamphuis & Vernooy, 2011).
Het effect van feedback hangt niet alleen af van de voorgaande drie stappen, maar ook van het niveau van de feedback (Kamphuis & Vernooy, 2011). Keuvenlaar-van den Bergh (2013) onderscheidt vier categorieën van feedback:
1. Metacognitie: het zelfregulerend handelen van de leerling. Feedback over hoe leerlingen hun taak monitoren, sturen, evalueren en activiteiten ondernemen om hun leerdoel te bereiken.
2. Proces: feedback over de aanpak waarop een leerling de taak uitvoert.
3. Taak: Feedback over het (tussen)product. Centraal staat hoe de leerling zijn taak heeft uitgevoerd.
4. Persoon: feedback over de leerling. Het gaat meestal over het prijzen van de leerling.
Door het geven van persoonsgerichte feedback wordt een fixed mindset gestimuleerd (Bakx, 2015). Een growth mindset wordt juist gestimuleerd door procesgerichte feedback. Dat komt doordat er met procesgerichte feedback een link wordt gelegd tussen inspanning en datgene wat wordt bereikt (Schlundt Bodien, 2016).
Het geven van procesgerichte feedback kan iedereen leren, zolang de leerkracht zich bewust is van de inhoud van de gegeven feedback (Bakx, 2015). Door feedback te geven op verschillende momenten (feed up, feedback en feed forward) en daarbij gericht op de taak en het gedrag van de leerlingen, wordt er optimaal feedback gegeven. Platform mindset (2015) heeft een poster ontwikkeld met voorbeelden van procesgerichte feedback, zie bijlage 1.
Mindset van de groep Het kan helpen als de leerkracht de leerlingen met een fixed mindset kan herkennen. De prioriteit is dat de leerkracht zich bewust is van de eigen mindset (Van der Veen, 2013). Uit de klas zal om en nabij 40% een fixed mindset hebben, 35-40% een growth mindset en 15-20% een mixed mindset (Hymer & Gershon, 2017). Volgens Van der Veen (2013) is een fixed mindset is te herkennen aan:
▪ Bang om fouten te maken; ▪ Falen wordt gezien als mislukking; ▪ Gefocust op fouten in plaats van
dingen die goed gaan; ▪ Geven snel op bij tegenslag; ▪ Kunnen niet goed tegen kritiek; ▪ Vertonen vluchtgedrag als het niet
lukt; ▪ Gaan uitdagingen uit de weg.
De fixed mindset is vaak terug te zien bij hoogbegaafde leerlingen. Omdat hoogbegaafde kinderen op veel gebieden voorlopen krijgen ze veel persoonsgerichte feedback als: “Jij bent slim!” en “Wat knap!”. Dit type feedback stimuleert juist de fixed mindset. Daarnaast hoeven deze leerlingen zich niet erg in te spannen om de doelen te behalen, omdat ze vaak al veel weten en kunnen. Ze leggen dus niet de link tussen inspanning en prestatie. Door het aanbieden van de growth mindset, krijgen
Growth mindset 7/37 Minor onderzoek
juist deze leerlingen het vertrouwen om uitdagingen aan te gaan en te blijven doorzetten (Hymer & Gershon, 2017).
Methode (onderzoek) Vanuit het literatuuronderzoek blijkt dat het belangrijk is dat leerkrachten een growth mindset laten zien om deze over te kunnen brengen. Voor de nulmeting van de leerkrachten is er een kwantitatief Delphi-onderzoek uitgevoerd om te achterhalen wat de mindsets van hen zijn. De nulmeting heeft plaatsgevonden voor de tussentijdse presentatie om ervoor te zorgen dat de resultaten betrouwbaar zijn. Vermoedelijk zouden de resultaten hoger zijn geweest, als deze nulmeting na de presentatie was gehouden. Tevens is de meting valide, omdat hij voor het verspreiden is nagekeken door een aantal leerkrachten. Deze nulmeting wordt als eerste uitgewerkt. Vervolgens is er een verkennend kwalitatief onderzoek uitgevoerd, door middel van een ongestructureerde observatie met betrekking tot het geven van feedback. Dit om te ontdekken of de leerkrachten van De Vlinderboom de growth mindset overbrengen op de leerlingen op het moment van observeren van de feedback die de leerkrachten geven.
Daarnaast is er ook een onderzoek gedaan naar de mindsets van de leerlingen, waarbij er is gekeken of die daadwerkelijk veranderen als er wordt geoefend met de growth mindset. Voordat deze activiteiten worden uitgevoerd, wordt er bij de leerlingen een nulmeting afgenomen. Dit is een kwalitatief handelingsonderzoek. Het is een verkennend onderzoek, waardoor er geen controlegroep is. Tijdens het onderzoek wordt procesgerichte feedback gegeven en worden activiteiten gericht op de growth mindset uitgevoerd om te kijken of het invloed heeft op de mindsets van de leerlingen. Het onderzoek is betrouwbaar aangezien de vragenlijsten (nul- en eindmeting) zijn gecontroleerd door een specialist op het gebied van onderzoeken, die controleerde of de vragen eenduidig geformuleerd waren. Bovendien zijn de vragenlijsten getest op een kind van 8 jaar, die niet deelneemt aan het onderzoek. Op
deze manier is de validiteit en betrouwbaarheid van de vragenlijst verhoogd. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in groep 4 van De Vlinderboom, die bestaat uit 21 leerlingen. Na het uitvoeren van de activiteiten is de eindmeting gedaan.
Aangezien de metingen betrouwbaar en valide zijn, kan de hoofdvraag beantwoord worden, deze luidt: “Hoe kunnen de leerkrachten van De Vlinderboom procesgerichte feedback geven en daarmee een growth mindset bij leerlingen stimuleren?”
De deelvragen waar antwoord op wordt gegeven luiden:
- Hoe geven de leerkrachten op dit moment feedback? (Nulmeting)
- Hebben de leerkrachten een fixed/growth mindset?
- In hoeverre wordt de growth mindset gebruikt?
- Wat hebben de leerkrachten nodig om de activiteiten uit te kunnen voeren?
- Door middel van welke activiteit kan je leerlingen betrekken om een growth mindset te bevorderen?
- Welke mindset hebben de leerlingen? - Hebben de activiteiten invloed op de
mindset van de leerlingen?
Nulmeting leerkrachten Om aan het eind een goed product te
kunnen leveren, is het noodzakelijk om een
nulmeting uit te voeren bij de leerkrachten.
Op die manier kan er beter zicht komen op
de manier van denken en op de behoeftes
van de leerkrachten. Het doel hiervan is dat
De Vlinderboom een beeld krijgt hoe haar
leerkrachten op dit moment feedback en
complimenten geven. Zo kan er een product
op maat worden gecreëerd.
Instrument De nulmeting van de leerkrachten bestaat uit twee onderdelen. Het eerste onderdeel is een vragenlijst (bijlage 2) met vragen over de growth- en fixed mindset. Deze nulmeting bestaat uit uitspraken waarbij de leerkrachten in konden delen of ze het eens waren met de uitspraak of niet. In bijlage 3 staan de uitkomsten van deze vragenlijst.
Growth mindset 8/37 Minor onderzoek
Vervolgens is er een observatie (bijlage 4) gedaan bij de leerkrachten in hoeverre ze de growth mindset laten zien aan de leerlingen. Het werd als noodzakelijk gezien voor het onderzoek om een observatie uit te voeren bij alle leerkrachten, om te kijken of ze uit zichzelf al complimenten geven die gebaseerd op de growth mindset. Tevens kan er op die manier gekeken worden naar wat de leerkrachten nodig hebben wat betreft het product.
Resultaten Figuur 3: Mindset leerkrachten
Uit figuur 3 (bijlage 4) is op te maken dat
veel leerkrachten op De Vlinderboom een
growth met een beetje fixed mindset
hebben, op twee leerkrachten (leerkracht
13 en 14) na. Zij hebben een growth
mindset. In bijlage 4 staan de gegevens van
de observatie. Om te zorgen dat het
onderzoek valide is, is bij vrijwel alle
leerkrachten een rekenles geobserveerd. Door lessen te observeren van hetzelfde
vak, kunnen alle leerkrachten in principe
soortgelijke complimenten geven. Uit de
observaties blijkt dat veel leerkrachten
complimenten geven die meer aansluiten
bij de fixed mindset, zoals: “Top!” of “Goed
gedaan!”. Tijdens de observaties viel op dat
veel leerkrachten nog veel moeite hebben
met het geven van procesgerichte feedback,
omdat het een manier van handelen is die
eigen moet worden gemaakt. Uit de
vragenlijst blijkt dat er twee leerkrachten
zijn die een growth mindset hebben, maar
als er gekeken wordt naar de observatie,
dan kan dat daar niet uit worden
opgemaakt.
Deelconclusie Uit de nulmeting en de observatie blijkt dat
de leerkrachten wel een growth (met een
beetje fixed) mindset hebben, maar de
growth mindset niet overbrengen naar de
klas. Het is een meerwaarde voor de
leerkrachten om hier een handleiding voor
te krijgen, waar de theorie van
oplossingsgericht denken en activiteiten in
staan die ze met de leerlingen kunnen
uitvoeren om de growth mindset bij de
leerlingen te bevorderen. Op die manier
kunnen de leerkrachten dit meer bewust
gaan inzetten en is er meer duidelijkheid
over het delen van de growth mindset.
Oplossingsgericht denken is een groot
onderdeel van de growth mindset. Zonder
deze manier van denken, zal een probleem
een probleem blijven. Door een handleiding
te schrijven (bijlage 5) die kort en bondig is,
is de handleiding vlot door te lezen en
wordt er sneller gebruik van gemaakt. In de
handleiding gaat het vooral om de basis van
het oplossingsgericht denken. Door de handleiding is het voor iedereen weer
duidelijk hoe het ook alweer zat met het
oplossingsgericht denken en waarom het zo
belangrijk is om dit toe te passen. Zo is het
bijvoorbeeld een stuk productiever om te
richten op wat goed gaat, in plaats van wat
fout gaat (Jeuring, z.j.).
De leerlingen Om na te gaan of de activiteiten invloed
hebben op het veranderen van de mindset,
is het noodzakelijk om een nulmeting uit te
voeren. Op die manier kan er vergeleken
worden of de mindsets van de leerlingen
zijn veranderd. Na het uitvoeren van de
activiteiten wordt nogmaals getest welke
mindsets de leerlingen hebben, om na te
gaan of de activiteiten daadwerkelijk effect
hebben. Dit vindt plaats in groep 4 van De
Vlinderboom.
Instrument Zoals benoemd werd is het belangrijk dat de leerkrachten een handleiding en activiteiten aangereikt krijgen om de growth mindset te bevorderen bij leerlingen. Dit kan door het
6064
60
65 64
5661
57 57 57
63 6366 66
50
55
60
65
70
Leer
krac
ht
1
Leer
krac
ht
2
Leer
krac
ht
3
Leer
krac
ht
4
Leer
krac
ht
5
Leer
krac
ht
6
Leer
krac
ht
7
Leer
krac
ht
8
Leer
krac
ht
9
Leer
krac
ht
10
Leer
krac
ht
11
Leer
krac
ht
12
Leer
krac
ht
13
Leer
krac
ht
14
Growth mindset 9/37 Minor onderzoek
geven van procesgerichte feedback, maar dat is niet de enige manier. Het kan ook door middel van activiteiten die leerlingen stimuleren om oplossingsgericht te gaan denken. Beide opties zorgen er namelijk voor dat leerlingen zich blijven inzetten en niet stoppen als iets niet lukt. Door dit te oefenen, ontwikkelen ze een growth mindset. Bij de ene leerling zal dit sneller gaan dan bij de ander en vandaar is herhaling erg belangrijk.
In bijlage 6 staan de activiteiten die uitgevoerd kunnen worden in de klas om de growth mindset te bevorderen. Een deel van de activiteiten laten leerlingen kennis maken met de growth- en fixed mindset. De andere activiteiten gaan er juist meer over dat leerlingen oplossingsgericht leren denken. Om te onderzoeken of het uitvoeren van de activiteiten daadwerkelijk effect heeft, zijn er vragenlijsten afgenomen in groep 4. Dit is een groep van 21 leerlingen. Vanwege het lage aantal deelnemers, gaat het om een verkennend onderzoek en zijn de resultaten slechts indicatief.
Vóór het uitvoeren van de activiteiten is er een meting gedaan en na het uitvoeren van de activiteiten nog een meting. De vragen van de nul- en eindmeting verschillen van elkaar, maar meten hetzelfde. In bijlage 7 is de nulmeting te vinden en in bijlage 8 de eindmeting. Beide metingen bestaan uit uitspraken waarbij de leerlingen moeten aangeven of zij het er: helemaal mee eens, beetje mee eens of niet mee eens zijn.
Resultaten Figuur 4: Nulmeting growth mindset
In figuur 4 (bijlage 9) is af te lezen dat twaalf leerlingen minimaal over een growth met een beetje fixed mindset beschikken en dat drie leerlingen een growth mindset hebben. Om te onderzoeken of het niveau van de rekenresultaten van invloed zijn op de mindset is per niveaugroep het gemiddelde bepaald. Figuur 5: Eindmeting growth mindset
Figuur 6: Klassenverdeling mindset
Mindset Growth mindset
Growth met een beetje fixed
Fixed met een beetje growth
Fixed mindset
Nulmeting
Aantal leerlingen 3 10 8 0
Percentage 14,3% 47,6% 38,1% 0%
Eindmeting
Aantal leerlingen 8 11 1 0
Percentage 40% 55% 5% 0%
In figuur 5 (bijlage 10) is te zien dat het resultaat van één leerling mist. Deze leerling is twee weken niet op school aanwezig geweest, in verband met persoonlijke omstandigheden. In figuur 6 (bijlage 11) is af te lezen dat 19 leerlingen minimaal over een growth met een beetje fixed mindset beschikken en dat 8 leerlingen een growth mindset hebben. Als de aantallen worden vergeleken zijn het aantal leerlingen die minimaal over een growth met een beetje fixed mindset gegroeid van 13 naar 19 en dus toegenomen met 7 leerlingen. Deze groep is gegroeid van 61,9% naar 95% van de klas, dat betekent een toename van 33,1%-punt. De leerlingen met een growth mindset zijn gegroeid van 3 naar 8 en dus toegenomen met 5 leerlingen. Het percentage leerlingen met een growth mindset is gegroeid van 14,3% naar 40%, dus een toename van 25,7%-punt.
Lee
rlin
g 1
Lee
rlin
g 2
Lee
rlin
g 3
Lee
rlin
g 4
Le
erl
ing
5
Lee
rlin
g 6
Lee
rlin
g 7
Lee
rlin
g 8
Lee
rlin
g 9
Lee
rlin
g 1
0
Lee
rlin
g 1
1
Lee
rlin
g 1
2
Lee
rlin
g 1
3
Lee
rlin
g 1
4
Lee
rlin
g 1
5
Lee
rlin
g 1
6
Lee
rlin
g 1
7
Lee
rlin
g 1
8
Lee
rlin
g 1
9
Lee
rlin
g 2
0
Lee
rlin
g 2
1
Growth met beetje fixed Growth mindset
Lee
rlin
g 1
Lee
rlin
g 2
Lee
rlin
g 3
Lee
rlin
g 4
Lee
rlin
g 5
Lee
rlin
g 6
Lee
rlin
g 7
Lee
rlin
g 8
Lee
rlin
g 9
Lee
rlin
g 1
0
Lee
rlin
g 1
1
Lee
rlin
g 1
2
Lee
rlin
g 1
3
Lee
rlin
g 1
4
Lee
rlin
g 1
5
Lee
rlin
g 1
6
Lee
rlin
g 1
7
Lee
rlin
g 1
8
Lee
rlin
g 1
9
Lee
rlin
g 2
0
Lee
rlin
g 2
1
Growth mindset Growth met beetje fixed
Growth mindset 10/37 Minor onderzoek
0
5
10
15
20
25
30
Nulmeting Eindmeting Growth mindset Growth met beetje fixed
Figuur 7: Nulmeting vs. eindmeting
In figuur 7 (bijlage 11) is af te lezen dat 18 van de 21 leerlingen een hogere score hebben gehaald. Van één van de leerlingen is de score niet omhooggegaan, leerling 19, wel beschikte deze leerling al over een growth mindset. Eén van de 21 leerlingen is erg gezakt in score, namelijk van 24 naar 19, dus gedaald met 5 punten. Zie voor de specifieke getallen de toe- en afnametabel in bijlage 11. Deelconclusie In dit onderzoek is de volgende hoofdvraag gehanteerd: “Hoe kunnen de leerkrachten van De Vlinderboom procesgerichte feedback geven en daarmee een growth mindset bij leerlingen stimuleren?” Naar aanleiding van de verzamelde resultaten kan antwoord worden gegeven op twee deelvragen, namelijk: “Welke mindset hebben de leerlingen?” en “Hebben de activiteiten invloed op de mindset van de leerlingen?”
Uit de resultaten kan geconcludeerd worden dat 14,3% van de leerlingen een growth mindset had, 47,6% growth met een beetje fixed, 38,1% fixed met een beetje growth en 0% een fixed mindset voordat we begonnen aan het onderzoek.
Toen de voorgaande resultaten werden gekoppeld aan de eindmeting, nadat de activiteiten waren uitgevoerd, kwam daaruit dat 18 van de 21 leerlingen gegroeid zijn. Dat betekent dat we kunnen concluderen dat de activiteiten daadwerkelijk effect hebben.
Eindconclusie In hoeverre wordt de growth mindset gebruikt? Hoe geven de leerkrachten op dit moment feedback? (Observatie) Uit de observatie kan worden opgemaakt dat de leerkrachten momenteel weinig feedback geven die gericht is op de growth mindset. Dat blijkt uit bijlage 4.
Hebben de leerkrachten een fixed/growth mindset? Aan het begin van het onderzoek zijn er twee leerkrachten met een growth mindset. De rest heeft een growth mindset met een beetje fixed. Wat hebben de leerkrachten nodig om de activiteiten uit te kunnen voeren? De leerkrachten hebben een handleiding nodig met daarin kort uitgelegd wat oplossingsgericht werken is, wat je wel en niet moet doen bij deze manier van denken en waarom drama goed te koppelen is aan oplossingsgericht denken. Door middel van welke activiteit kan je leerlingen betrekken om een growth mindset te bevorderen? Er zijn verschillende activiteiten die helpend zijn. Hierbij is oplossingsgericht werken en procesgerichte feedback belangrijk.
Growth mindset 11/37 Minor onderzoek
Welke mindset hebben de leerlingen? Voordat we begonnen aan het onderzoek had 14,3% van de leerlingen een growth mindset, 47,6% growth met een beetje fixed, 38,1% fixed met een beetje growth en 0% een fixed mindset. Hebben de activiteiten invloed op de mindset van de leerlingen? Het lijkt erop dat de activiteiten daadwerkelijk effect hebben gehad op de mindset, aangezien 18 van de 21 leerlingen zijn gegroeid. Eén van de leerlingen is gezakt met vijf punten, dit zou verklaard kunnen worden door de taaltoets die deze leerling heeft teruggekregen in verband met slordig werken. Discussie De nulmeting bij de leerkrachten is voor de presentatie van de literatuurstudie gedaan, op deze manier wordt er rekening gehouden dat het daadwerkelijk een nulmeting is en dat de leerkrachten niet al kennis hebben opgedaan over de mindsets. Tijdens de presentatie kwamen veel termen aan bod met betrekking tot de twee mindsets. Als daarna de nulmeting zou worden ingevuld, is de nulmeting niet meer valide.
Voor de presentatie hebben we zo veel mogelijk leerkrachten van De Vlinderboom geobserveerd. Wegens omstandigheden is dat bij twee leerkrachten niet gelukt. Het onderzoek is meer betrouwbaar geworden, omdat alle leerkrachten de vragenlijst in hebben gevuld en (bijna) alle leerkrachten zijn geobserveerd tijdens een rekenles. Uit de observatie is de conclusie getrokken dat leerkrachten behoefte hebben aan een handleiding.
De resultaten van de mindset bij de leerlingen sluiten aan bij de besproken theorieën. Het onderzoek is niet volgens het geplande tijdschema verlopen. Door omstandigheden hebben de eerste drie growth mindset activiteiten kort na elkaar plaatsgevonden. De activiteiten konden helaas pas vervolgd worden na drie weken in verband met de vakantie. Ook konden er twee mindset-activiteiten niet uitgevoerd worden, door dezelfde omstandigheden.
Dit kan van invloed zijn geweest op het resultaat en is daarom niet honderd procent betrouwbaar.
Het aantal respondenten van dit onderzoek is 21 leerlingen. Dit is een kleine groep van de school en zal dus geen reëel beeld geven. Om daadwerkelijk een conclusie te kunnen trekken is een grotere onderzoeksgroep nodig, in dit onderzoek is alleen sprake van een mogelijke conclusie.
De sfeer op de school is erg positief, leerlingen leren dat ze fouten mogen maken. Dit zal ook invloed hebben gehad op het onderzoek. Veel leerlingen gingen al richting de growth mindset, geen van de leerling beschikt over een fixed mindset. Daarnaast hadden de activiteiten een erg groot effect en dat kan dus ook aan de positieve sfeer van de school liggen. Uit literatuuronderzoek is gebleken dat als een leerkracht een fixed mindset heeft dat geen probleem hoeft te zijn, zolang iemand zich hiervan bewust is (Van der Veen, 2013). Dit is dus niet van invloed geweest op het onderzoek.
Aanbevelingen Naar aanleiding van dit onderzoek zijn er enkele aanbevelingen uitgekomen met betrekking tot de growth mindset. Om deze mindset volledig in de school op te nemen, is het van belang dat het onderwerp blijft leven binnen het team. Ons onderzoek is een start geweest binnen dit onderwerp, maar er zit nog veel meer diepgang in die onderzocht kan worden. Daarom wordt er aanbevolen om een vervolgonderzoek uit te voeren.
- Hierin kan bijvoorbeeld worden gedacht aan of de leerkrachten naar aanleiding van de handleiding zijn veranderd in het geven van feedback en hier bewust mee bezig zijn.
- Tevens kan er worden onderzocht of de leerlingen zijn veranderd in het oplossen van problemen.
- Er kan worden gekeken naar de manier van praten over een probleem.
- Zijn de activiteiten nog waardevol om eventueel jaarlijks uit te voeren. Zijn er activiteiten die kunnen
Growth mindset 12/37 Minor onderzoek
worden uitgevoerd in de andere groepen, zo ja, welke?
- Wat is de meerwaarde voor special needs leerlingen? Het effect per type leerling kan nader onderzoek naar worden gedaan. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan hoogbegaafde leerlingen.
- Dit onderzoek is een kleinschalig onderzoek en bevat geen controlegroep of herhaling, vandaar dat het aangeraden wordt om nog een controle met daarbij een uitbreiding op het onderzoek uit te voeren.
Growth mindset 13/37 Minor onderzoek
Literatuurlijst Bakx, A. (2015). De pedagogische sensitieve leraar: werken aan brede opbrengsten. Bussum:
Nederland: Coutinho. Blanchard, T. (2015). Mindsetseries- 3. Fostering a Growth Mindset Culture in the Classroom.
Geraadpleegd op 10 januari 2018, van https://learngrowflourish.com/ 2015/03/11/growth-mindset-classrooms/ Boog, G., Choinowski, N., Drost, D., Grootswagers, A., Heusdens, W., Klamer, M., Kraai, D. & Maas,
A. (2009). Het oudere kind: Groei en ontwikkeling bij leerlingen van 8 tot 14 jaar. Heeswijk-Dinter: Esstede.
Borggreve, C. (2017). Leggen we niet te veel druk op onze kinderen? Geraadpleegd op 18
december 2017, van https://www.moodkids.nl/opvoeden/2017/04/05/druk-op-onze-kinderen
Clarke, S. (2014). Outstanding Formative Assessment: Culture and Practice. Londen: Hodder Education. Dweck, C. (2006). Mindset: the new psychology of success. How
we can learn to fulfill our potential. Parenting, Business, School, Relationships. New York: Ballantine Books. Goudswaard, M., & Van de Sluis, I. (2013, oktober). Juf, heb ik het goed
gedaan? Praxisbulletin, 31(2), 27-32. Geraadpleegd op 10 januari 2018, van www.cedgroep.nl/~/media/5bae6316a2fc474880932fb8320797e9.ashx
Grant, H., & Dweck, C. S. (2003). Clarifying Achievement Goals and Their Impact. Journal of
Personality and Social Psychology, 85(3), 541-553. Hymer, B., & Gershon, M. (2017). Growth Mindset pocketboek. Vlissingen, Nederland: Bazalt. Jeurning, I. (z.j.). Oplossingsgericht denken en werken. Opgehaald op 11-04-2018 van
http://www.koersvaren.nl/oplossingsgericht-denken-en-werken Kohnstamm, R. (2009). Kleine ontwikkelingspsychologie. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. Kerpel, A. (2014). Mindset, de weg naar een succesvol leven. Geraadpleegd op 10 januari 2018,
van https://wij-leren.nl/mindset-talent.php Keuvelaar-van den Bergh, L. (2013). Teacher feedback during active learning. The development
and evolution of a professional development programme (proefschrift). Eindhoven: Technische Universiteit Eindhoven.
Onderwijs2032. (2016, januari). Het advies ’Ons Onderwijs2032'. Geraadpleegd op 6 december
2017, van http://magazine.onderwijs2032.nl/onderwijs2032-in-de-praktijk#!/over-onderwijs2032/item/0
Peeters, W. (2016). Growth Mindset: wat is het en hoe leer je het aan? Geraadpleegd op 10
januari 2018, van https://www.vernieuwenderwijs.nl/growth-mindset-wat-waarom-en-hoe/
Growth mindset 14/37 Minor onderzoek
Pfauth, E., Verkade, T., & Hofstede, B. (2017, 30 januari). Prestatiemaatschappij. Gelukkig zijn in een wereld die draait om succes. Geraadpleegd op 6 december 2017, van https://decorrespondent.nl/10001/prestatiemaatschappij-gelukkig-zijn-in-een-wereld-die-draait-om-succes/281958193-65a74463
Platform mindset. (2015). Complimenten-poster. Geraadpleegd op 17 januari 2018, van
http://platformmindset.nl/wp-content/uploads/2016/09/complimentenposter-1.pdf
Ranadive, A. (2016). Fixed v. Growth Mindset. Geraadpleegd op 22 november 2017 van https://medium.com/leadership-motivation-and-impact/fixed-v-growth-mindset-902e7d0081b3
Schlundt Bodien, G. (2016). Hersen vitaminen: Meer succes met de groeimindsetmix.
Culemborg, Nederland: AnderZ. Van der Veen, J. (2013). Hoe een juiste Mindset het hoogbegaafde kind helpt. Geraadpleegd op
26 maart 2018, van https://www.xl-talent.nl/Hoe%20een%20juiste%20mindset%20het%20hoogbegaafde%20kind%20helpt.pdf
Voerman, L., Meijer, P. C., Korthagen, F. A. J., & Simons, R. (2012). Teaching and Teacher
Education. Geraadpleegd op 10 januari 2018, van https://ac.els-cdn.com/S0742051X12001023/1-s2.0-S0742051X12001023-main.pdf?_tid=bf523ffe-f5e4-11e7-b02a-00000aab0f6c&acdnat=1515575027_f54216a734455cf9f0d7fc1033306edf
Walters, S. (2015). Growth Mindsets: A Literature Review. Geraadpleegd op 10 januari 2018,
van http://www.temescalassoc.com/db/el/files/2015/02/Growth-Mindsets-Lit-Review.pdf
Growth mindset 15/37 Minor onderzoek
Bijlages Bijlage 1: Poster complimenten/feedback
Growth mindset 16/37 Minor onderzoek
Bijlage 2: Nulmeting leerkrachten
Helemaal mee eens
Mee eens Niet mee eens Helemaal niet mee eens
1: Intelligentie is iets wat bij je hoort en blijft hetzelfde
2: Slechts enkelen zijn echt goed in sport, daar moet je mee geboren zijn
3: Ik waardeer het wanneer ik van mijn ouders, partner of collega feedback krijg
4: Je personaliteit kan je niet veranderen
5: Je kunt fundamentele eigenschappen van je persoonlijkheid veranderen
6: Muzikaliteit kan door iedereen aangeleerd worden.
7: Het maakt niet uit hoe intelligent je bent, je kan dat zelf veranderen
8: Rekenen is veel makkelijker wanneer je man bent
9: Rekenen is veel makkelijker wanneer jouw cultuur dat belangrijk vindt
10: Hoe harder je ergens aan werkt, hoe beter je er in wordt.
11: Het maakt niet uit wat voor persoonlijkheid je hebt, je kunt altijd aanzienlijk veranderen
12: Nieuwe dingen proberen geeft stress en doe ik liever niet
13: Sommige mensen zijn vriendelijk en aardig, sommige zijn dat niet. Je kunt dit niet veranderen
14: Je kunt altijd een beetje veranderen hoe intelligent je bent.
15: Ik word boos op het moment dat ik feedback krijg
16: Alle mensen kunnen evenveel leren
17: Je kunt nieuwe dingen leren, maar je kan niet veranderen hoe intelligent je bent.
18: Je kunt dingen anders doen, maar je persoonlijkheid kan je niet echt veranderen
Growth mindset 17/37 Minor onderzoek
19: Mensen zijn van zichzelf goed, maar nemen soms verkeerde beslissingen.
20: Ik vind studiedagen belangrijk omdat ik dan nieuwe dingen leer
21: Echt slimme mensen hoeven niet hard te werken
Growth mindset 18/37 Minor onderzoek
Bijlage 3: Uitkomst nulmeting leerkrachten
Puntenaantal Mindset Aantal leerkrachten
66-81 Growth mindset 2 55-65 Growth met een beetje fixed 10 42-54 Fixed met een beetje growth 0 0-21 Fixed mindset 0
60
64
60
6564
56
61
57 57 57
63 63
66 66
50
52
54
56
58
60
62
64
66
68
Mindsets leerkrachten
Growth mindset 19/37 Minor onderzoek
Bijlage 4: De observatie
Hieronder staan de complimenten die zijn gemaakt tijdens de lessen. De gekleurde vakjes zijn
complimenten die aansluiten bij de growth mindset, de complimenten die wit zijn gebleven
sluiten meer aan bij de fixed mindset.
Feedback gegeven door leerkracht 14 (1-02-2018)
Kijk eens goed hoe F. keurig klaar zit.
Goed zo! (3x) Yes! (2x) “Duim omhoog” (beeldend)
Heel goed (4x) N. probeer net zo stil te zijn als de rest
Top! (3x) Ik hoor hier helemaal niks, maar daar… Dat
vind ik gek. Probeer eens of jij dit
kan
Feedback gegeven door leerkracht 10 (1-02-2018)
Wauw! Wat doen jullie dat snel!
Keurig (2x) Heel goed! (3x)
Nieuw doel stellen: … sommen goed
Denk aan het rekenrek in je hoofd
Dat weet je wel Juist!
Heb je wel verbeterd? Daar leer je van
Goed nadenken, L. Goed gedaan! (2x)
Feedback gegeven door leerkracht 6 (6-02-2018)
Ik zie dat … al de juiste blz. voor zich heeft,
heel goed. (4x)
Keurig! (4x) M. zit er helemaal klaar voor!
Heel goed! (3x)
Ik zie dat … al is begonnen, heel goed.
(5x)
Goed zo! (5x) Gaat het goed? Topper, ik zie het!
Slim om dat op die manier uit te rekenen.
Ja, perfect! Er wordt hard gewerkt, keurig!
Growth mindset 20/37 Minor onderzoek
Feedback gegeven door leerkracht 8 (6-02-2018)
Wat goed! Heel goed! (3x) Jullie kunnen het zo goed, volgende keer
wat moeilijker.
Ja! Goed zo!
Helemaal goed! Goed geholpen. Een paar kinderen hebben al heel goed
hun ogen dicht.
Ja, dat gaat heel goed.
Feedback gegeven door leerkracht 3 (22-01-2018)
Het is niet erg als je niet zo ver komt, het is
een toets op je eigen niveau
Wie is verder gekomen dan verwacht
Je hebt gedaan wat je kan
Goed gedaan
Goed gewerkt Was dit lastig? Wat goed
Feedback gegeven door leerkracht 11 (22-01-2018)
Mooi getekend Wauw wat mooi Wat mist er nog? Jij kan netter kleuren
Is dat handig om te doen?
Wat ging er goed? Zal ik vertellen wat er bij jou goed ging?
Daar hoort het niet
Oké, zitten (5x)
Feedback gegeven door leerkracht 12 (02-02-2018)
Kende jij dit figuur al? Goed zo (2x) Toppie (2x) Goed idee
Kunnen jullie dat? Goed bedacht Het gaat helemaal goed zo
Super goed (2x)
Je mag foutjes maken vandaag, dat hadden
we afgesproken
Hartstikke goed Goed gedaan Tatatada
Growth mindset 21/37 Minor onderzoek
Feedback gegeven door leerkracht 9 (1-02-2018)
Goed zo! (14x) Goed Goed verbeterd Als het fout is, geeft niet. Daarom doen we
dit
Heel goed (5x) Hartstikke goed Klopt Hele goede werkhouding
Probeer maar Prima (2x) Dat kunnen jullie Wie kan dat?
Jullie zijn goed aan het werk
Mooi!
Feedback gegeven door leerkracht 13 (21-01-2018)
Goed zo (x8) Ik zag je je toets en dacht dit is niet nodig.
Zie je waar het mis ging?
Is dat een logische vraag? Dat denk ik niet.
Je hebt heel veel goed gedaan, allemaal boven
jouw niveau.
Ik zie... goed aan de gang
Mooi! Fijn nieuws Hoe kan dat nou? Wat doe je thuis?
Let je op bij de instructie
Hoe vond je het gaan? Mooi Wow dit ging heel goed
Feedback gegeven door leerkracht 5 (2-02-2018)
Lekker joh Goed zo Wat knap van jou Heel goed
Heb jij goed geraden Gaat zomaar vanzelf Yes, je hebt hem goed! Je zag het wel
Top snelheid Je denkt goed mee Wat goed Top (2x)
Helemaal goed
Growth mindset 22/37 Minor onderzoek
Bijlage 5: De handleiding Deze handleiding is geschreven ter ondersteuning van de geschreven activiteiten. De
handleiding bevat een korte samenvatting van oplossingsgericht werken, de zevenstappendans,
wat je wel en niet moet doen tijdens oplossingsgericht werken en de link naar drama.
De zevenstappendans
De zeven stappen op figuur 1, kunnen
helpend zijn voor het opbouwen en
onderhouden van een goede relatie en ze zijn
gericht op het oplossingsgericht werken.
Hieronder worden de stappen beknopt
uitgelegd.
Stap 1: Contact leggen
Als je een goede werkrelatie hebt, is dat de
motor van een verandering. Doe waar jij
jezelf het meest prettig bij voelt.
FIGUUR 8: DE ZEVENSTAPPENDANS (CAUFFMAN & VAN DIJK, 2014).
Wat is oplossingsgericht werken? Oplossingsgericht werken wordt vaak gezien als efficiënte, respectvolle en een
passende manier om van een leerling te kunnen verwachten dat het de
verantwoording neemt om meer naar de aanpak te kijken dan naar het probleem
(Mahlberg & Sjöblom, 2008). Bij oplossingsgericht werken gaat het niet in het
bijzonder om het juiste antwoord, maar veel meer over de weg naar de oplossing.
“Aanwijzingen voor oplossingen liggen vaak voor het oprapen; je moet ze alleen
herkennen” (Jackson & McKergow, 2001). Er zijn natuurlijk verschillende manieren
van denken, zoals de growth mindset, fixed mindset, oplossingsgericht denken en
opbrengstgericht denken. Als een leerling niet goed mee doet, willen leerkrachten
altijd weten waarom dat niet het geval is. Als we het willen doen op de manier van
oplossingsgericht werken, is het van essentieel belang dat de leerkracht de leerling
begeleidt in het zoeken naar oplossingen in plaats van dat de leerkracht het
probleem oplost. Het is dan ook voor ons als leerkrachten belangrijk om inzicht te
hebben in ons eigen gedrag. Als men dit heeft, heeft men ook inzicht in hoe zij
andere mensen behandelen. Het is veel leerzamer om te zoeken naar een oplossing,
dan het probleem te analyseren (Mahlberg & Sjöblom, 2008). Het analyseren van
een probleem kost een leerkracht vaak ook veel meer energie, dan het gezamenlijk
zoeken naar een oplossing. Het citaat van Metcalf (2005) is daarom ook erg passend
bij deze aanpak: “The problem may be… the problem” (Kayser, 2010). Door met een
leerling in gesprek te gaan en daarbij creatieve vragen te stellen, gaat de aandacht
veel meer uit naar de talenten en mogelijkheden van een leerling (Mahlberg &
Sjöblom, 2008). Voorbeelden van vragen worden in het volgende kopje benoemd.
Growth mindset 23/37 Minor onderzoek
Stap 2: Context verkennen
Je gelooft wat je ziet, maar verken de achtergrond door verhelderingsvragen te stellen.
Stap 3: Doelen stellen
Doelen stellen geeft richting aan emoties, gedragingen en de gedachten, zodat dit kan leiden tot
mogelijke oplossingen.
Stap 4: Sterke punten markeren en krachtbronnen aanboren
Door te vragen wat er al wel klopt of goed gaat, focus je je op het halfvolle glas.
Stap 5: Complimenten geven
Geef als leerkracht gemeende complimenten die gaan over de competenties van de leerling die
helpend kunnen zijn in het probleem. Op die manier zullen leerlingen meer uitdagingen aan
gaan.
Stap 6: Differentiatiemogelijkheden aandragen
Denk niet in zwart-wit, maar reik differentiaties aan:
- Gezond verstand → Relativeer de zorgen - Nuanceren → Wanneer ging het een beetje en wat ging er toen anders? - Schaalvragen → Maak gebruik van de tienpuntenschaal bij het stellen van vragen.
Stap 7: Je op de toekomst oriënteren De toekomst is belangrijker dan het verleden. Hoe zal ik (de leerling) er in het vervolg mee
omgaan en hoe merk ik vooruitgang in het proces.
(Bron: Cauffman & Van Dijk, 2014).
Do’s Don’ts Het gesprek aan gaan Het probleem gaan analyseren. De groei van de leerling bespreken. Zelf als leerkracht op zoek gaan naar een
oplossing. Leerling zichzelf laten zijn.
Kijken bij collega’s hoe zij het doen. Houd je niet vast aan patronen die niet werken.
Geef werkende manieren door aan anderen.
De rol van expert innemen.
Vroegtijdig conclusies trekken. Als iets niet stuk is, moet je het niet repareren.
Denken dat er maar één juiste manier is om naar situaties te kijken
Complimenten geven. Het laatste woord willen hebben. Inleven in de leerling. Niet meegaan in de beleving van de leerling. Leerling gelijkwaardig laten voelen. Denken dat er geen succesvolle uitzonderingen
zijn. Focussen op de oplossing. Focussen op het probleem. Leerling het gevoel geven dat het gehoord wordt.
Geen respect tonen voor de gedachtegang van de leerling.
Als iets werkt, doe het dan vaker. Bagatelliseren van de zorgen.
Vragen voor tijdens het gesprek - Op welke momenten zijn er geen problemen?
- Hoe is de situatie op die momenten?
- Wat doet de leerling dat resultaat oplevert?
- Hoe komt het dat het beter ging op die momenten?
- Wat gaat er nog meer goed?
- Wat zegt de leerling zelf dat hij eraan kan doen?
Growth mindset 24/37 Minor onderzoek
Literatuurlijst handleiding Cauffman, L. & van Dijk, D. (2014). Handboek oplossingsgericht werken in het onderwijs (3e druk).
Amsterdam: Boom Uitgevers.
Huisman, H. (z.j.). Oplossingsgericht Werken Methodiek: de Handleiding. Geraadpleegd op 07-05-
2018 van https://talentontwikkeling.com/actueel/weblog/persoonlijke-effectiviteit/376-
oplossingsgericht-werken-methodiek
Kayser, D. (2010). Oplossingsgericht begeleiden. Bussem: Uitgeverij Coutinho.
Mahlberg, K. & Sjöblom, M. (2008). Oplossingsgericht onderwijzen. Antwerpen-Apeldoorn:
Garant.
Van Tuinen, S. (2015). Drama. Geraadpleegd op 09-05-2018 van
http://kunstzinnigeorientatie.slo.nl/leerlijnen/kunstzinnige-vakdisciplines-en-cultureel-
erfgoed/drama
Waarom oplossingsgericht werken en drama? Vaak is drama een vak in het onderwijs, waar weinig aandacht aan wordt
besteed. Bij drama gaat het echter niet om leerlingen beter te laten
toneelspelen, maar juist om zichzelf, de ander en de omgeving beter te
leren kennen (van Tuinen, 2015). “Sociaal-emotionele vaardigheden zijn
enerzijds een voorwaarde voor drama omdat hier een beroep wordt gedaan
op samenwerking, respect voor inbreng van anderen en het omgaan met
emoties van de anderen en de uiting daarvan in een kunstzinnig product.
Anderzijds worden deze juist ontwikkeld door regelmatig drama te
beoefenen” (van Tuinen, 2015). Uit dit citaat blijkt hoe belangrijk drama is
voor de ontwikkeling van leerlingen. Tijdens de drama-activiteit komen
verschillende situaties aan bod waar leerlingen op zoek gaan naar een
oplossing. Dit kan bijvoorbeeld een situatie zijn uit de werkelijkheid, omdat
er in het dagelijks leven vaak naar oplossingen worden gezocht. De reden
dat er voor activiteiten is gekozen die aansluiten bij het vak drama is
vanwege het feit dat er op die manier kan worden nagedacht over het
oplossen van een bepaald probleem. Door de aanpak van een probleem na
te spelen, is het veilig voor de leerlingen hier mee aan de slag te gaan, want
het is nog niet een eigen probleem. Als deze manier van denken eigen wordt
bij de leerlingen, kunnen ze dit gaan toepassen in hun eigen problemen. Zal
er een probleem worden genoemd waar een leerling tegenaan loopt, is de
situatie een stuk minder veilig, omdat het gaat om iets persoonlijks. Daarom
zijn deze activiteiten nuttig, omdat het over een algemeen probleem gaat.
Zijn de activiteiten doorlopen, dan kunnen leerlingen het zelf gaan
toepassen in het onderwijs.
Growth mindset 25/37 Minor onderzoek
Bijlage 6: Activiteiten Activiteit 1
Doel Leerlingen kennis laten maken met mindsets
Tijd 10 minuten
Plaats Binnen
Benodigdheden Bord om filmpje op af te spelen Groepjes om na te bespreken 1 A4
Uitleg Kijk met de klas onderstaand filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=390oeR5_m80&list=PLTjRlHZ8UNUFddWkDoL_NCCD8OwPYzK9Z&index=1 Kan Mojo slimmer worden? En jij? Laat de leerlingen dit nabespreken in groepjes. Vraag vervolgens aan verschillende groepjes om samen één antwoord te formuleren en laat ze daarbij uitleggen waarom dat volgens hen zo is. Maak zelf op het bord een mindmap met de antwoorden van de leerlingen. Deze kan je vervolgens uitprinten en in de klas hangen. Mojo kan slimmer worden. Je hersenen zijn namelijk heel bijzonder en als jij je best doet om iets te leren dan maken ze er weggetjes bij. Hoe meer weggetjes er zijn hoe meer je weet. Dus niet alleen Mojo kan slimmer worden, jij ook! Vervolgens maken alle leerlingen een kaartje (max. A5). Op dit kaartje komt een zin over hoe je slimmer kan worden. Daarnaast mag er bij getekend worden of mag een verhaal bij geschreven worden. Deze kaartjes worden bewaard en elke keer komt er een kaartje bij. Zo krijgen de leerlingen uiteindelijk een boekje met tips en uitdagingen voor zichzelf. Bij activiteit 6 wordt dit besproken.
Growth mindset 26/37 Minor onderzoek
Activiteit 2 Doel Leerlingen kennis laten maken met mindsets
Tijd 10 minuten
Plaats Binnen
Benodigdheden Bord om filmpje op af te spelen Groepjes om na te bespreken 1 A4
Uitleg Kijk met de klas onderstaand filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=AJwqzyOYIjg&list=PLTjRlHZ8UNUFddWkDoL_NCCD8OwPYzK9Z&index=2 Kan Mojo van zijn fouten leren? En jij? Laat de leerlingen dit nabespreken in groepjes. Vraag vervolgens aan verschillende groepjes om samen één antwoord te formuleren en laat ze daarbij uitleggen waarom dat volgens hen zo is. Maak zelf op het bord een mindmap met de antwoorden van de leerlingen. Deze kan je vervolgens uitprinten en in de klas hangen. Mojo kan leren van zijn fouten. Het is helemaal niet erg om fouten te maken. Heel vaak heb je zelfs een foutje nodig om iets goed te kunnen maken. Misschien heb je hier een voorbeeld bij uit deze klas? Gebruik anders dit voorbeeld: Dit gaat over schrijven. Het is heel erg lastig om de eerste keer dat je een letter schrijft dit meteen helemaal goed te doen. Als je dit gaat oefenen wordt die steeds mooier. En zo kan je uiteindelijk een hele mooie letter maken. Als je niet blijft oefenen wordt de letter nooit mooier. Hoe kan je op iemand reageren die een fout maakt? Dit kan je uitspelen met een leerling die gaat lachen en een leerling die wil helpen. Dit mogen ze bespreken in groepjes, hoeft niet. En vervolgens nemen ze dit mee op het kaartje. Vervolgens maken alle leerlingen een kaartje (max. A5). Op dit kaartje komt een zin over hoe je slimmer kan worden. Daarnaast mag er bij getekend worden of mag een verhaal bij geschreven worden. Deze kaartjes worden bewaard en elke keer komt er een kaartje bij. Zo krijgen de leerlingen uiteindelijk een boekje met tips en uitdagingen voor zichzelf. Bij activiteit 6 wordt dit besproken.
Growth mindset 27/37 Minor onderzoek
Activiteit 3 Doel Leerlingen kennis laten maken met mindsets Tijd 10 minuten Plaats Binnen Benodigdheden Bord om filmpje op af te spelen
Groepjes om na te bespreken 1 A4
Uitleg Kijk met de klas onderstaand filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=0wLEXgUpDFU&list=PLTjRlHZ8UNUFddWkDoL_NCCD8OwPYzK9Z&index=3 Kan Katie iets van Mojo leren? Laat de leerlingen dit nabespreken in groepjes. Vraag vervolgens aan verschillende groepjes om samen één antwoord te formuleren en laat ze daarbij uitleggen waarom dat volgens hen zo is. Maak zelf op het bord een mindmap met de antwoorden van de leerlingen. Deze kan je vervolgens uitprinten en in de klas hangen. Katie kan leren van Mojo. Je hoeft niet alles zelf te doen. Als iets niet lukt dan mag je om hulp vragen. Zo kan je wat nieuws leren. En jij kan zelf ook anderen helpen. Vervolgens maken alle leerlingen een kaartje (max. A5). Op dit kaartje komt een zin over hoe je slimmer kan worden. Daarnaast mag er bij getekend worden of mag een verhaal bij geschreven worden. Deze kaartjes worden bewaard en elke keer komt er een kaartje bij. Zo krijgen de leerlingen uiteindelijk een boekje met tips en uitdagingen voor zichzelf. Bij activiteit 6 wordt dit besproken.
Growth mindset 28/37 Minor onderzoek
Activiteit 4 Doel Leerlingen kennis laten maken met mindsets
Tijd 10 minuten
Plaats Binnen
Benodigdheden Bord om filmpje op af te spelen Wit papier, pen en kleurpotloden 1 A4
Uitleg Kijk met de klas onderstaand filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=zkB0CJN1dBo&list=PLTjRlHZ8UNUFddWkDoL_NCCD8OwPYzK9Z&index=4 Wat is een uitdaging die jij graag aan zou gaan? Kan je misschien wat bedenken voor thuis en school? Misschien is er wel een vak dat je moeilijk vindt of een spelletje dat je niet snapt. Vervolgens maken alle leerlingen een kaartje (max. A5). Op dit kaartje komt een zin over hoe je slimmer kan worden. Daarnaast mag er bij getekend worden of mag een verhaal bij geschreven worden. Deze kaartjes worden bewaard en elke keer komt er een kaartje bij. Zo krijgen de leerlingen uiteindelijk een boekje met tips en uitdagingen voor zichzelf. Bij activiteit 6 wordt dit besproken. Deze tekeningen kan je ophangen zodat de leerlingen eraan herinnerd worden wat ze willen leren. Ze mogen de tekening ook bijhouden zodat ze er zelf naar kunnen kijken. Dit is de keuze van de leerling zelf.
Growth mindset 29/37 Minor onderzoek
Activiteit 5 Doel Leerlingen bewustmaken van mindset en dat je kan kiezen welke mindset
je hebt Tijd 15 minuten
Plaats Buiten of binnen als er genoeg ruimte is voor de hele klas om heen en weer te lopen.
Benodigdheden Evt. 1 A4 met ja en 1 A4 met nee
Uitleg Vertel de leerlingen dat je vragen gaat stellen. Op deze vragen kan je ja of nee antwoorden. Je moet altijd kiezen. Daar (wijs naar een kant) is ja en daar aan de andere kant is nee. De leerlingen vertellen waarom ze kiezen voor ja of nee, een paar uitkiezen. Er staan voorbeelden in het schema hoe je de verschillende meningen kan uitleggen of onderbouwen. Eventueel: Maken de leerlingen een kaartje (max. A5). Op dit kaartje komt een zin over wat ze deze keer geleerd hebben. Daarnaast mag er bij getekend worden of mag een verhaal bij geschreven worden. Deze kaartjes worden bewaard en elke keer komt er een kaartje bij. Zo krijgen de leerlingen uiteindelijk een boekje met tips en uitdagingen voor zichzelf. Bij activiteit 6 wordt dit besproken.
Vraag Uitleg ja Uitleg nee Als je een opdracht moeilijk vindt, kan je die dan toch maken?
Ja, je kan het altijd proberen. Als het niet lukt kan je het later nog eens proberen of om hulp vragen.
Nee, het is moeilijk om door te zetten als je iets lastig vindt. Je mag het alsnog wel proberen, misschien lukt het wel.
Kan je ervan leren als je een fout maakt?
Ja, dan weet je dat het de volgende keer anders moet. Je kan het gewoon opnieuw proberen.
Nee, een fout is een fout. Die heb je al gemaakt. Het is natuurlijk leuker om opdrachten goed te maken. Soms lukt dat alleen niet en dan kan je juist leren van de fout ie je al gemaakt hebt.
Is fouten maken erg? Ja, als je alles graag goed wil doen dan voelt het niet echt leuk. Maar gelukkig kan je daar van leren en er slimmer van worden.
Nee, je kan er juist van leren.
Kan je andere kinderen helpen om nieuwe dingen te leren?
Ja, als iemand iets niet snapt kan je het uitleggen, dan kan de ander daar ook weer mee verder. Als jij een keer iets niet snapt kan iemand anders jou weer helpen om te leren.
Nee, misschien heb je het idee dat dat niet kan. Vaak hebben andere kinderen ook goede ideeën en die kan je dan proberen. Misschien werkt het wel en leer je wat nieuws.
Growth mindset 30/37 Minor onderzoek
Je bent dom als je een fout maakt
Nee, een fout betekent dat je ervan kan leren en slimmer kan worden. Je bent dan niet dom.
Je bent alleen slim als alles in 1x lukt
Ja, dan ben je ook slim. Het is superknap als dat lukt. Maar soms gaat dat niet omdat een opdracht moeilijk is.
Nee, ook als je niet alles in 1x kan ben je gewoon slim. Je kan altijd nieuwe dingen leren.
Als je een opdracht maakt en die niet meteen lukt, ga je het dan nog een keer proberen?
Ja, daar kan je van leren en dan kan je slimmer worden.
Nee, het is lastig om dat dan toch al niet lukte. Toch kan je het nog een keer proberen, soms denk je dan ineens aan iets anders en lukt het wel.
Als iemand anders een fout maakt dan vind ik dat erg
Nee, dan kan je de ander helpen en zo zorgen dat het de volgende keer wel lukt.
Growth mindset 31/37 Minor onderzoek
Activiteit 6 Doel Een growth mindset stimuleren bij leerlingen doormiddel van
oplossingsgericht denken Tijd 40 minuten
Plaats Binnen
Benodigdheden Lees in de handleiding het kopje ‘drama’ Het verhaal “Joep, Keet en de hond”
Uitleg Lees het verhaal “Joep, keet en de hond” voor. De leerlingen moeten hier een einde bij gaan maken. Weten jullie wat Keet en Joep kunnen doen? En wat moeten ze doen met Fifi? De leerkracht verdeelt de klas in groepjes van 4 kinderen voor de 4 rollen:
• Keet
• Joep
• Moeder
• Fifi Ze hebben 10 minuten om een einde te verzinnen. Het is niet erg als het nog niet helemaal af is in die tijd, dan laat je zien wat je al wel hebt. Voordat kinderen een stukje aan de klas laten zien, geeft de klas een start applaus. Op het moment dat een groepje klaar is wordt er weer een applaus gegeven en daarna wordt er besproken wat de oplossing was of wat er misschien wat beter kan en wat al super goed ging. Eventueel: Maken de leerlingen een kaartje (max. A5). Op dit kaartje komt een zin over wat ze hebben geleerd vandaag. Daarnaast mag er bij getekend worden of mag een verhaal bij geschreven worden. Deze kaartjes worden bewaard en elke keer komt er een kaartje bij. Dit boekje wordt nog eens doorgekeken. Wat heb je geleerd en waar zitten nog uitdagingen die je aan wil gaan. Door de leerkracht wordt er een mindmap gemaakt over de growth mindset en hoe de leerlingen hier verder mee willen oefenen en wat ze al geleerd hebben.
Growth mindset 32/37 Minor onderzoek
Verhaal: Joep, Keet en de hond Joep is het broertje van Keet, ze spelen het liefst samen buiten. Nu ook, ze zijn verstoppertje aan het doen. Keet is aan het tellen: ‘1,2,3,4.. ‘Waf.’ ‘Huh, wat is dat?’ ‘Joep kom eens kijken’. Er loopt een grote hond in de tuin. ‘Wat zie je er lief uit, hoe heet je?’ vraag Joep. ‘Waf’ zegt de hond. ‘Ja dat kan niet, ik vind Fifi een leuke naam,’ zegt Keet. Joep is het daar mee eens, ‘je heet Fifi, vind je dat een leuke naam?’ ‘Waf.’ ‘Dat zal vast een ja zijn’ zegt Joep. ‘Kom we gaan naar binnen dan kunnen we Fifi wat te eten geven.’ ‘NEE,’ schreeuwt Keet dan, maar het is al te laat. Joep en Fifi zijn al naar binnen. Keet rent er snel achteraan. Als ze binnen komt is Joep lades in de keuken aan het open doen. Fifi is nergens meer te zien. ‘Waar is Fifi,’ vraagt Keet. ‘Dat weet ik niet,’ zegt Joep, ‘misschien is hij vast aan tafel gaan zitten.’ Kleng.. ‘Kom mee Joep we gaan kijken wat dat was.’ Ze komen in de woonkamer en dan zien ze het. Er ligt een vaas, kapot op de grond. Fifi staat ernaast en kijkt met zielige ogen naar Keet en Joep. ‘Wat moeten we nou doen?’ vraagt Joep. ‘Ik weet het niet,’ zegt Keet, ‘maar mama vindt het vast heel erg dat de vaas stuk is.’
Growth mindset 33/37 Minor onderzoek
Bijlage 7: Nulmeting leerlingen
Nulmeting Helemaal mee eens
Beetje mee eens
Niet mee eens
1 Ik werk het liefst aan een opdracht die moeilijk
is en waarbij ik mijn hersens moet laten kraken
2 Als klasgenoten meer weten of kunnen dan ik,
denk ik dat ze er harder voor gewerkt hebben.
3 Ik kan wel nieuwe dingen leren, maar hoe slim
ik ben kan ik niet veranderen.
4 Als de juf zegt dat ik iets fout hebt gemaakt,
probeer ik het snel te vergeten
5 Er zijn schoolvakken die ik nooit zou kunnen.
6 Ik voel mij slim als ik een opdracht zonder veel
moeite en zonder fouten kan maken.
7 Ik denk dat als je talent hebt je minder hard
hoeft te werken.
8 Ik vind fouten maken vervelend.
9 Ik denk elke week wel een keer “Dat kan ik
niet.” of “Dat is te moeilijk”.
Growth mindset 34/37 Minor onderzoek
Bijlage 8: Eindmeting leerlingen
Eindmeting Helemaal mee eens
Beetje mee eens
Niet mee eens
1 Ik werk het liefst aan een opdracht die makkelijk is, zodat ik het goed zal doen.
2 Als klasgenoten meer weten of kunnen dan ik, denk ik dat zij beter zijn dan ik.
3 Hoe harder je voor iets werkt, hoe slimmer je wordt.
4 Als de juf zegt dat ik iets fout hebt gemaakt, probeer ik er iets van te leren.
5 Ik kan elk vak leren, als ik maar mijn best doe.
6 Ik voel mij slim als ik steeds beter in iets wordt.
7 Iedereen kan talent voor ieder schoolvak ontwikkelen.
8 Ik vind het erg om een fout te maken.
9 Ik denk nooit bij mijzelf dat ik iets niet kan, want alles kan ik leren.
Growth mindset 35/37 Minor onderzoek
Bijlage 9: Uitkomst nulmeting leerlingen
Puntenaantal Mindset 23-27 Growth mindset 19-22 Growth met een beetje fixed 14-18 Fixed met een beetje growth 9-13 Fixed mindset
19
15
20 21
1816
18 1820
16
24
19 1917
22 21
15
19
24 23
19
0
5
10
15
20
25
30
Nulmeting growth mindset
Growth met beetje fixed Growth mindset
Growth mindset 36/37 Minor onderzoek
Bijlage 10: Uitkomst eindmeting leerlingen
Puntenaantal Mindset 23-27 Growth mindset 19-22 Growth met een beetje fixed 14-18 Fixed met een beetje growth 9-13 Fixed mindset
20 2022 23 23
18 19
22 23 22
19
22 23 2224
22 23 24 25
21
0
5
10
15
20
25
30
Eindmeting growth mindset
Growth mindset Growth met beetje fixed
Growth mindset 37/37 Minor onderzoek
Bijlage 11: Nulmeting gekoppeld aan eindmeting
Klassenverdeling
Mindset Growth mindset
Growth met een beetje
fixed
Fixed met een beetje
growth
Fixed mindset
Nulmeting Aantal leerlingen
3 10 8 0
Percentage 14,3% 47,6% 38,1% 0%
Eindmeting Aantal leerlingen
8 11 1 0
Percentage 40% 55% 5% 0%
Toe- en afnametabel
Leerling 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Nulmeting 19 15 20 21 18 16 18 18 20 16 24 19 19 17 22 21 15 19 24 23 19
Eindmeting 20 20 22 23 23 18 19 22 23 22 19 22 23 22 24 22 23 24 25 21
Toe- en/of
afname
+1 +5 +2 +2 +5 +2 +1 +4 +3 +6 -5 +3 +4 +5 +2 n.v.t. +3 +4 0 +2 +2
0
5
10
15
20
25
30
Nulmeting vs. eindmeting
Nulmeting Eindmeting Growth mindset Growth met beetje fixed