Groningen, Brivec-locatie (Gr.) · 2016. 11. 4. · Groningen, Brivec-locatie (Gr.) Een...

15
Groningen, Brivec-locatie (Gr.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Steekproefrapport 2006-05/01

Transcript of Groningen, Brivec-locatie (Gr.) · 2016. 11. 4. · Groningen, Brivec-locatie (Gr.) Een...

Page 1: Groningen, Brivec-locatie (Gr.) · 2016. 11. 4. · Groningen, Brivec-locatie (Gr.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Een onderzoek in opdracht van BügelHajema Adviseurs

Groningen, Brivec-locatie (Gr.)

Een Inventariserend ArcheologischVeldonderzoek

Steekproefrapport 2006-05/01

Page 2: Groningen, Brivec-locatie (Gr.) · 2016. 11. 4. · Groningen, Brivec-locatie (Gr.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Een onderzoek in opdracht van BügelHajema Adviseurs

Groningen, Brivec-locatie (Gr.)Een Inventariserend ArcheologischVeldonderzoek

Een onderzoek in opdracht van BügelHajema Adviseurs

mei 2006Steekproefrapport 2006-05/01ISSN 1871 - 269X

tekst door drs. Inger Woltinge en dr. Johan Jelsma

De Steekproef bv, Archeologisch Onderzoeks- en AdviesbureauHogeweg 39801 TG Zuidhorntelefoon 050 - 5779784fax 050 - 5779786internet www.desteekproef.nle-mail [email protected]

Page 3: Groningen, Brivec-locatie (Gr.) · 2016. 11. 4. · Groningen, Brivec-locatie (Gr.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Een onderzoek in opdracht van BügelHajema Adviseurs

Inhoud

1. Inleiding 1

1.1 Aanleiding en doel 1

1.2 Locatie 1

1.3 Administratieve gegevens 2

2. Bureauonderzoek 3

2.1 Bronnen 3

2.2 Resultaten bureauonderzoek 4

2.3 Archeologisch verwachtingsmodel 8

3. Veldonderzoek 9

3.1 Methoden en technieken 9

3.2 Resultaten veldonderzoek 10

4. Conclusies en Advies 12

Appendix: boorstaten en beschrijvingen

Page 4: Groningen, Brivec-locatie (Gr.) · 2016. 11. 4. · Groningen, Brivec-locatie (Gr.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Een onderzoek in opdracht van BügelHajema Adviseurs

1

1. Inleiding

1.1 Aanleiding en doelDit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van BügelHajema Adviseurs,vertegenwoordigd door mw. H.H. Kerperien. De aanleiding is devoorgenomen afbraak van bestaande gebouwen en nieuwbouw op het terrein.Het doel van het onderzoek is het in kaart brengen en inschatten van degaafheid van eventuele archeologische sporen in het plangebied. De nadruk ligthierbij op het traceren van mogelijk in het plangebied aanwezigevegetatieniveaus en/of wierderesten. Daarnaast wordt de eventueleaanwezigheid en gaafheid van een oeverwal onderzocht.

Het onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek en een inventariserendveldonderzoek. Het doel van het bureauonderzoek is het opstellen van eenarcheologisch verwachtingsmodel van het gebied aan de hand van beschikbarefysisch geografische, archeologische en historisch geografische informatie.Tijdens het veldonderzoek is dit verwachtingsmodel getoetst. Het doel van hetinventariserende veldonderzoek is in de eerste plaats het lokaliseren vaneventuele archeologische indicatoren, zoals bewerkt en verbrand vuursteen,bot en houtskool. In de tweede plaats heeft het veldonderzoek tot doel om dekans op onverstoorde archeologische grondsporen te bepalen.

1.2 LocatieHet plangebied bevindt zich tussen de Friesestraatweg in het westen en hetReitdiep in het oosten. In het zuiden wordt het plangebied begrensd door deerfscheiding van het huis aan de Friesestraatweg 203, in het noorden doorFriesestraatweg 211 (zie Figuren 1 tot en met 3). Het terrein ligt tussen 18 cmonder en 221 cm boven het NAP (zie de boorstaten in de Appendix). Hethoogst gelegen deel betreft de oever van het huidige Reitdiep. Ten tijde vanhet veldonderzoek was het gebied voor het overgrote deel bestraat, verhard enbebouwd met woonhuizen.

1.3 Administratieve gegevensProvincie GroningenGemeente GroningenPlaats GroningenToponiem ReitdiepKaartblad 07DCIS-code 17050ISSN 1871 - 269XRD-coördinaten noordoost 231,500/583,245RD-coördinaten noordwest 231,440/583,220RD-coördinaten zuidwest 231,590/582,900RD-coördinaten zuidoost 231,650/582,930Oppervlakte 2,2 haPeriode Vanaf middenijzertijd

Page 5: Groningen, Brivec-locatie (Gr.) · 2016. 11. 4. · Groningen, Brivec-locatie (Gr.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Een onderzoek in opdracht van BügelHajema Adviseurs

2

Figuur 1. Groningen, Brivec-locatie. Overzichtskaart 1 : 25000. Het plangebied is zwart omlijnd en met een pijl aangegeven. [Naar: ANWB 2004. Topografische Atlas 1: 25000Drenthe. ANWB, Den Haag].

Page 6: Groningen, Brivec-locatie (Gr.) · 2016. 11. 4. · Groningen, Brivec-locatie (Gr.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Een onderzoek in opdracht van BügelHajema Adviseurs

3

2. Bureauonderzoek

2.1 BronnenIn het bureauonderzoek is de bestaande relevante kennis van de onderzoeks-locatie verzameld. Daartoe zijn onderstaande bronnen geraadpleegd.

Tabel 1. Groningen, Brivec-locatie. Geraadpleegde bronnen.

Centraal Archeologisch Archief (CAA) en Centraal Monumenten Archief (CMA)van de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) [ARCHIS]

Es, W.A. van, 1968 [1970]. Paddepoel, Excavations of Frustrated Terps, 200 B.C. -250 A.D. In: Palaeohistoria 14, pp. 187-352.

Snijders, F.L. 1985. Fysische Geografie in de Provincie Groningen. Fysisch geografischekaart van de provincie Groningen 1:50000. Provinciale Planologische DienstGroningen.

Stichting voor Bodemkartering, 1973. Bodemkaart van Nederland 1:50000. Blad 7West Groningen. StiBoKa, Wageningen.

Topografische Atlas 1: 25.000 Groningen. ANWB, Den Haag, 2004

Uitgeverij Nieuwland, 2006. Grote Historische Topografische Atlas ±1900-1930. Groningen 1 : 25 000. Uitgeverij Nieuwland, Tilburg.

Versfelt, H.J. 2003. De Hottinger-Atlas van Noord- en Oost-Nederland 1773-1794.Heveskes Uitgevers, Groningen.

Versfelt, H.J. & M. Schroor, 2005. De Atlas van Huguenin: Militair-topografischekaarten van Noord-Nederland 1819-1829. Heveskes Uitgevers, Groningen/Veendam.

Wolters-Noordhoff Atlasprodukties, 1990.Grote Historische Atlas van Nederland deel2: Noord-Nederland 1851-1855, schaal 1:50000. Wolters-Noordhoff, Groningen.

Kadasterkaart 1832: www.dewoonomgeving.nl

Page 7: Groningen, Brivec-locatie (Gr.) · 2016. 11. 4. · Groningen, Brivec-locatie (Gr.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Een onderzoek in opdracht van BügelHajema Adviseurs

4

2.2 Resultaten bureauonderzoek

BodemDe bodem in het plangebied is niet gekarteerd vanwege de ligging in bebouwdgebied. Direct ten westen van de Friesestraatweg bestaat de bodem uitknippige poldervaaggronden met klei (classificaties bodemkaart gMn83C engMn85C met grondwatertrap V: gemiddelde hoogste grondwaterstand minderdan 40 cm en gemiddelde laagste grondwaterstand meer dan 120 cm benedenhet maaiveld).

Volgens de Fysisch Geografische Kaart van de Provincie Groningen ligthet gebied in een vlakke getij- en afzettingsvlakte (classificatie Mv2).

ArcheologieHet plangebied zelf heeft geen waardering op de Indicatieve Kaart voorArcheologische Waarden (IKAW) [zie Figuur 2] omdat de IKAWvoornamelijk gebaseerd is op de bodemkaart. Ten westen van het plangebiedliggen terreinen met een middelhoge tot hoge trefkans op archeologischewaarden. Uit het plangebied zelf en de directe omgeving zijn geen terreinenvan archeologische waarde bekend in het Centraal Monumenten Archief(CMA) van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB).In het Centraal Archeologisch Archief (CAA) van de ROB zijn binnen eenstraal van een kilometer acht meldingen aanwezig van archeologischevondsten. Het gaat hier om de ten noordoosten en zuidwesten van hetplangebied gelegen wierden Paddepoel I tot en met IV en de daarmeegeassocieerde vondsten. De wierden zijn in 1964 opgegraven door hetBiologisch Archaeologisch Instituut (BAI) van de Rijksunversiteit Groningen(RuG). De wierden bevinden zich aan het uiteinde van de Hondsrug tussen derivieren Aa en Hunze. Paddepoel I tot en met III dateren uit de late ijzertijd totde vroeg-Romeinse tijd (200 vC tot 250 nC) De eerste bewoning vondwaarschijnlijk plaats direct op het loopoppervlak (zogenaamde Flachsiedlungen).De volgende fase in de bewoning bestaat uit een aantal ophogingen omgevendoor greppels. In een latere fase werden de ophogingen uitgebreid en ten delesamengevoegd. Omdat de wierden door latere overslibbing met klei niet uitkonden groeien tot duidelijk zichtbare woonheuvels, worden Paddepoel I toten met III aangeduid met de term ‘gefrustreerde terpen’.

Paddepoel IV bestaat uit een verhoogd aangelegd grafveld uit de VroegeMiddeleeuwen (450 tot 1050 vC). Op het grafveld heeft later bewoningplaatsgevonden, daterend vanaf de Middeleeuwen (Van Es, 1968 [1970]: pp.187-275). De CAA-gegevens zijn opgenomen in Tabel 2.

Page 8: Groningen, Brivec-locatie (Gr.) · 2016. 11. 4. · Groningen, Brivec-locatie (Gr.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Een onderzoek in opdracht van BügelHajema Adviseurs

7

Tabel 2. Groningen, Brivec-locatie. Archeologische waarden in de omgeving van hetplangebied.

CAA-nrs Datering Omschrijving RD-coördinaten

238127 (07DN-60) Romeinse tijd, 12vC-450 nC

wierde Paddepoel I: aardewerk,bot, spinklosjes, weefgewicht,greppels

232,100/582,820

300525 (07DN-32) vroeg-Romeinse tijd,12 vC- 70 nC

Paddepoel I: handgevormdaardewerk

232,100/582,850

238128 (07DN-61) late ijzertijd, 250-12vC tot Romeinse tijd

Paddepoel II: drieschepigehuisplattegrond, palissade,spieker, greppels, kuilen,aardewerk, bot, spinklosje

231,800/582,820

300526 (07DN-33) vroeg-Romeinse tijd Paddepoel II: wierde metbewoningssporen

231,800/583,440

238129 (07DN-62) Romeinse tijd Paddepoel III: drieschepigehuisplattegrond, spiekers,greppels, kuilen, fibula, houtenhuisraad, aardewerk, bot

231,720/583,620

300527 (07DN-33) Romeinse tijd Paddepoel III: minimaal zeshuisplattegronden

231,720/583,410

300497 (07DN-1) Romeinse tijd Paddepoel III: houten schaal(losse vondst)

231,750/583,580

9935 (07DN-2) Late Middeleeuwen,1050 - 1500 nC

bewoningssporen 232,150/582,750

Historische GeografieDe bebouwing in het plangebied aan het Reitdiep komt op de Hottinger Atlasnog niet voor (zie Figuur 3). Ook op de Atlas van Huguenin, de Kadasterkaartuit 1832 (www.dewoonomgeving.nl) en de Grote Historische Atlas vanNederland is het terrein onbebouwd. Op de Grote Historische topografischeAtlas Groningen staat een aantal gebouwen in het plangebied weergegeven (zieFiguur 4). Deze bebouwing dateert derhalve van na 1855 (de laatste dateringvan de kaarten waarop de gebouwen niet voorkomen) en van voor 1905 (dedatering van de kaart in de Historische Atlas van Groningen).

Page 9: Groningen, Brivec-locatie (Gr.) · 2016. 11. 4. · Groningen, Brivec-locatie (Gr.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Een onderzoek in opdracht van BügelHajema Adviseurs

8

Figuur 3. Groningen, Brivec-locatie. Uitsnede uit de Hottinger Atlas waarop de locatie van het plangebied bij benadering is aangegeven. Er is geen bebouwing binnen de grenzen van het plangebied weergegeven.

Figuur 4. Groningen, Brivec-locatie. Uitsnede uit de Grote Historische Atlas Groningen waarop de locatie van het plangebied is aangegeven. In het zuiden van het plangebied staat volgens deze kaart een drietal gebouwen.

Page 10: Groningen, Brivec-locatie (Gr.) · 2016. 11. 4. · Groningen, Brivec-locatie (Gr.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Een onderzoek in opdracht van BügelHajema Adviseurs

9

2.3 Archeologisch verwachtingsmodelUit het plangebied zelf zijn geen terreinen bekend van archeologische waardeen geen vondsten gemeld. Ten oosten van het plangebied, aan de overzijde vanhet Reitdiep, is in 1964 een viertal huiswierden opgegraven. Dezebewoningssporen dateren uit de middenijzertijd tot de Romeinse tijd.

De verwachting is dat de wierden geen associatie hebben met hetonderhavige plangebied. De kans is klein dat de aanwezigheid van eventuelewierden binnen het plangebied onopgemerkt is gebleven. Wel bestaat demogelijkheid dat in het plangebied nog onontdekte vlaknederzettingen liggen.Daarnaast kan eventuele bewoning op de oeverwal van het Reitdiep nietworden uitgesloten.

Page 11: Groningen, Brivec-locatie (Gr.) · 2016. 11. 4. · Groningen, Brivec-locatie (Gr.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Een onderzoek in opdracht van BügelHajema Adviseurs

10

3. Veldonderzoek

3.1 Methoden en techniekenHet veldwerk vond plaats op 2 mei 2006. In het plangebied zijn 14 boringenuitgevoerd, wat betekent dat er een boordichtheid van gemiddeld zes boringenper hectare is bereikt.

De boringen zijn uitgevoerd met een edelmanboor met een diametervan 10 cm. De diepte van de boringen varieert van 50 tot 330 cm onder hetmaaiveld. De opgeboorde grond is doorzocht op archeologisch materiaal zoalsaardewerk, bewerkt vuursteen en houtskool. Daarnaast zijn bepaald: diepte,lithologie en kleur (m.b.v. Munsell) en alle overige bijzonderheden zoalsroestvlekken, puinresten, grind, e.d. Van één boring is een monster verzamelddat in het laboratorium nat gezeefd is op een 2 mm zeef.

Op alle boorlocaties is de hoogte van het maaiveld ten opzichte van hetNAP bepaald. Deze hoogtes zijn opgenomen in de boorstaten in de Appendix.

De vondstzichtbaarheid in het plangebied was slecht vanwege de vrijwelvolledige bebouwing en bestrating van het terrein. Er is dan ook geensystematische veldkartering uitgevoerd.

Page 12: Groningen, Brivec-locatie (Gr.) · 2016. 11. 4. · Groningen, Brivec-locatie (Gr.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Een onderzoek in opdracht van BügelHajema Adviseurs

11

3.2 Resultaten veldonderzoek

BodemDe boorstaten en boorbeschrijvingen zijn opgenomen in de Appendix. Debodem in het plangebied is voor het overgrote deel verstoord, vermoedelijk bijde aanleg van de bestrating en bebouwing op het terrein. Vier boringenbevatten dermate veel compact puin dat er niet dieper dan 50 tot 70 cmbeneden het maaiveld kon worden geboord. Van een medewerker van descheepswerf werd vernomen dat op grote delen van het onderzoeksterreinpuin is gestort.

In negen van de veertien boringen is onder de verstoorde kleilagen eennatuurlijk blauw kleipakket met verschillende maten van zandigheidwaargenomen (boringen 2, 3, 5, 6 en 10 tot en met 14). In twee van dezeboringen, nummers 10 en 12, zijn respectievelijk één en twee vegetatieniveausaangetroffen. In de overige kleilagen in het profiel van deze en de andereboringen zijn organische vlekken aanwezig.

Boring 2 is uitgevoerd op de oever van het Reitdiep. Hier is op eendiepte van 195 tot 300 cm beneden het maaiveld een monster verzameldvanwege de in het veld vastgestelde aanwezigheid van baksteenfragmenten.Het monster is in het laboratorium nat gezeefd op een 2 mm zeef. In hetmonster bevinden zich vrijwel uitsluitend natuurlijke stukken grind en kwarts.Daarnaast zijn enkele fragmenten van mosselschelpen en een wervel van eenvis waargenomen. De baksteenfragmenten zijn sterk afgerond enhoogstwaarschijnlijk in de laag ingespoeld door de nabije waterloop.

ArcheologieEr zijn in de boringen geen eenduidige archeologische indicatorenwaargenomen.

Page 13: Groningen, Brivec-locatie (Gr.) · 2016. 11. 4. · Groningen, Brivec-locatie (Gr.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Een onderzoek in opdracht van BügelHajema Adviseurs

12

50 m

Parkeerplaats

Verhard

Gronddump

Verhard

Verhard

Verhard

Frie

sestra

atw

eg

Reitd

iep

207

207-2

209

205

1

2

3 4

5

6

7

8

9 10

11

1213

14

Figuur 5. Groningen, Brivec-locatie. Situatietekening met de boorlocaties. De begrenzing vanhet plangebied is met een onderbroken lijn aangegeven. De RD-coördinaten van boring 6 zijn231,524/583,060

Page 14: Groningen, Brivec-locatie (Gr.) · 2016. 11. 4. · Groningen, Brivec-locatie (Gr.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Een onderzoek in opdracht van BügelHajema Adviseurs

13

4. Conclusies en advies

De bodem in het plangebied is vrijwel geheel verstoord. In negen van deveertien boringen zijn natuurlijke lagen klei aangetroffen onder opgebrachte ofmet puin verstoorde lagen. In twee van de boringen zijn de in de doelstellinggenoemde vegetatieniveaus aangetroffen. Aanwijzingen voor de aanwezigheidvan eventuele archeologische grondsporen onder deze vegetatieniveaus zijnechter niet gevonden. Het in het veld verzamelde monster, dat in hetlaboratorium nat gezeefd is, bleek geen eenduidige indicatoren te bevatten.

Uit het onderzoeksgebied zelf zijn geen meldingen vanarcheologische waarden bekend. Ten oosten van het plangebied, aan deoverzijde van het Reitdiep, is een viertal wierden uit de ijzertijd enMiddeleeuwen bekend. Dergelijke woonheuvels of resten daarvan kondenvolgens het archeologische verwachtingsmodel in het plangebied verwachtworden, evenals bewoningssporen op de oude oeverwal van het Reitdiep.Voor de aanwezigheid van beide structuren zijn tijdens het veldonderzoekgeen aanwijzingen gevonden. Het archeologische verwachtingsmodel wordtvoor het plangebied Brivec-locatie Groningen niet ondersteund door deresultaten van het onderzoek.

Op basis van de resultaten van het inventariserende archeologischeveldonderzoek zijn beperkende en/of beschermende maatregelen voor hetplangebied Groningen, Brivec-locatie niet wetenschappelijk verdedigbaar.Archeologisch vervolgonderzoek wordt voor het plangebied dan ook nietnoodzakelijk geacht.

Indien bij het uitvoeren van werkzaamheden onverhooptarcheologische sporen en/of resten worden aangetroffen, dienen dezeconform de Monumentenwet 1988, artikel 47, te worden gemeld bij degemeente Groningen.

Zuidhorn, 10 januari 2007Voor akkoord,

dr. J. Jelsma(senior archeoloog)

Page 15: Groningen, Brivec-locatie (Gr.) · 2016. 11. 4. · Groningen, Brivec-locatie (Gr.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Een onderzoek in opdracht van BügelHajema Adviseurs

Appendix

Groningen, Brivec-locatieboorprofielen en bodembeschrijving volgens NEN5104