Grenzeloze Doorgezichten

98

Transcript of Grenzeloze Doorgezichten

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    1/98

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    2/98

    Grenzeloze doorgezichtenover kijken en bekeken worden

    Polis lustrumpublicatie 1999-2004

    Onder hoofdredactie van:Maurice HarteveldMichiel BrouwerEdward Hulsbergen

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    3/98

    Hoofdredactie

    Maurice HarteveldMichiel BrouwerEdward Hulsbergen

    Eindredactie en vormgevingMatthias Huijgen

    Jeroen van der Vlist

    Redactie

    Beitske BoonstraEveline van der ScheeElien Wierenga

    UitgavePOLIS, Podium voor StedebouwkundeBerlageweg 1, kabinet 9.512628 CR Delft

    Druk

    Van Marken Drukkers, Delft

    Cip-gegevensKoninklijke Bibliotheek, Den Haag

    ISBN90-809172-1-4

    Copyright

    2004, POLIS, Podium voor Stedebouwkunde

    Niets uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden ge-maakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, geautomatiseerd gegevensbestandof op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemmingvan de uitgever.

    Colofon

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    4/98

    Grenzeloos

    1 Expos

    2 Dichterlijk

    3 Blikvelden

    4 Doorgezichten

    5

    7

    17

    25

    87

    Inhoud

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    5/98

    4

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    6/98

    51989 - 2004: Het is feest, want Polisis jarig!

    Al vijftien jaar is Polis, Podium voorStedebouwkunde het platform waarde studenten stedebouwkunde, dewetenschap en de stedebouwkundigepraktijk elkaar ontmoeten. Zeer uit-

    eenlopende activiteiten zorgen keer opkeer voor een uitwisseling van gedach-ten, inhoudelijke discussies en nieuwecontacten.

    Deze verjaardag kreeg het mottoGrenzeloos mee. Grenzeloos in de zinvan de vergroting van het werkvelddoor de vergroting van de EU. Atlantisnam ons in april mee naar Oost-Europa

    en constateerde enerzijds dat mendaar helemaal niet zo ver achter looptals wij denken, en anderzijds (maarmisschien wel omdat) er binnen deNederlandse stedebouwkundige wereldmaar weinig aandacht is voor ditonderwerp. Grenzeloos in de zin vanhet ontdekken en verder explorerenvan nieuwe werkvelden (zo werd het

    ondergronds bouwen in januari doorAtlantis belicht en in juli de opgavevoor krimpende steden.) Grenzeloos inde zin van verder kijken dan het dage-lijkse blikveld. Over het kijken over degrenzen van het vakgebied. Daarovergaat deze publicatie.

    Bij het eerste lustrum verscheen de pu-blicatie woorden, beelden, plannen.

    Hierin werden eenentwintig vakgeno-ten over het vak ondervraagd. Wat iseen stedebouwkundig meesterwerk,was de centrale vraag. Een van de

    conclusies luidde: Stedebouwkundigenzijn net zo min meester over de vormen functie van stad en land, als bijvoor-beeld artsen over de gezondheid, so-ciale wetenschappers over het gedragen de samenleving of natuurkundigenover de natuur. Daarvoor is de samen-leving te complex (...). De link naar

    andere vakgebieden was gelegd.Het tweede lustrum werd opgeluisterdmet het boek over Wereldplekken.Polisleden reageerden massaal op devraag wat hun persoonlijke wereldplekwas, wat hun inspiratiebron voor hunwerkzaamheden. In honderd paginaswerden we meegenomen naar alleplekken van de wereld, van stedennaar landschappen naar virtuele para-

    dijzen. De link naar andere belevings-werelden lag open.

    Deze publicatie kreeg in deze lijn naartoenemende openheid, het themagrenzeloos. Grenzeloos in de zinvan verder kijken dan je neus lang is.Er wordt in deze publicatie over degrenzen van het eigen vakgebied heen

    gekeken. In dit boek kijkt de stedebou-wer (student of praktijk) voor de ver-andering naar een andere discipline.Naast de artikelen van de leden is erook een aantal artikelen van buiten-staanders die naar ons vak kijken. Ookdit levert verrassende resultaten op.

    Eenmaal voor het stedebouw-vakgekozen wordt het blikveld voor een

    belangrijk deel bepaald. De stedebou-wer zal namelijk bewust of onbewustaltijd zijn stedebouwkundige bril ophebben. Hoe kijkt hij naar zijn eigen

    Grenzeloos

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    7/98

    6

    hobby? Kijkt hij daar nou anders naaromdat hij stedebouwkundige is? Enwat is de verbinding met andere vakge-bieden. Spreken we alleen een andere

    taal, of soms dezelfde, of is er mis-schien wel sprake van een onderlingeuitwisseling? Wanneer een arts praatover de bypassoperatie die hij afgelo-pen week heeft uitgevoerd, denkt destedebouwkundige aan een verkeers-kundig ontwerp-ingreep. En heeft destedebouwer het over een hart, bedoelthij het stadshart en begrijpt de arts datdat hoort te bruisen en te slaan.

    De lustrumpublicatie is een verzame-ling van artikelen en anekdotes waardeze blikverruimende vragen centraalstaan. Grenzeloze doorgezichten zijnhet resultaat. Wij verzekeren u datdie genoeg stof tot nadenken oplevertvoor vijf jaar filosoferen. Het geeft eenbeeld van de manier waarop wij als

    stedebouwkundigen tegen andere dis-ciplines aan kijken en omgekeerd, hoeandere disciplines de stedebouwkundezien in relatie tot hun eigen vakgebied.Verspreid tot in de verste uithoekenvan ons vakgebied hopen wij met ditboek het blikveld van de stedebouwerte verruimen.Het volgende hoofdstuk zal dieperingaan op het thema grenzeloos. Daar-achter volgen de diverse ingezondenartikelen. Deze worden voorafgegaandoor kaders, waarin een relatie tussenstedebouw en een moderne kunstvormwordt belicht. We sluiten af met de po-ging tot een allesomvattende conclusie.

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    8/98

    71

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    9/98

    8

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    10/98

    9

    Ongetwijfeld is de vraag wel eensboven komen drijven wat anderenvan je vak vinden. Zo heb je vast weleens boven je schetsen gehangen en

    je afgevraagd hoe de bewoners ertegenaan zullen kijken. Helaas kom

    je dit niet altijd te weten. Als de wijkopgeleverd is, is de stedebouwkundigeal weer met een andere opdracht bezig.Achteraf lopen we zelden nog evendoor het ontwerp om te informeren

    naar de reacties. Soms lezen we dezein de krant. Om een indruk voorafte krijgen moeten we het doen metde voorlichtingsavonden. Uit de zaalkomen de vragen: Het winkelcentrumwordt wel mooi, maar je kunt nergenszitten omdat er geen banken staan,en: Wat is de tijdsplanning van hetopstellen van het wijkplan? Iederbenadert de voorstellen vanuit zijn ofhaar eigen referentiekader. Zouden wehier respectievelijk te maken hebbenmet een koopjesjager en een manager?Wie zal het zeggen.Vanuit hun eigen visie kijken ze naarhet stedebouwkundig plan, maar watzouden ze nu van het vak vinden? Is ereen brug te bouwen tussen de ver-schillende zienswijzen, de stedebouw

    enerzijds en het vak van een anderanderzijds? Iedereen kent wel de ver-

    jaardagfeestjes, waarin het lot bepaaltdat je naast een programmeur komtte zitten. Na het voorstellen beginnende beleefde vragen: En wat doe je? Jelegt uit dat je stedebouwkundige bent.Ah, ik heb me ook in architectuurgespecialiseerd! Je fronst even, slikten besluit geen opmerking te plaatsen.

    Je gesprekspartner legt uit dat het hierom computerarchitectuur gaat. Voor-uit, het gesprek is geboren.Het vak blijkt een breed scala van

    Exposonderwerpen te bestrijken; van deprimitieve bouwstenen waar compu-ters mee opgebouwd worden, via demachinetaal waarin de computer ge-programmeerd wordt, tot de mogelijk-heden en eigenschappen van collectiescomputers in een netwerk. Netwerken,bouwstenen, programma... Interessant!Dat zijn woorden die je uit je eigencontext kent. Bij shared memory denk

    je nog dat je elkaar begrijpt maar bij

    message passing computers en dedaarbij horende interface op basis vanadaptive packet verslapt echter deaandacht weer.

    Het kijken van of naar een anderediscipline of hobby is helemaal zo geknog niet. Het gebeurt vaak. Wekelijks,misschien dagelijks. Onbewust tijdenshet sporten of onbedoeld boven eenstuk verjaardagstaart.In deze publicatie willen we het kijkenover de grens graag expliciet maken.In eerste instantie doen we dat vooralvoor de lol. Zonder dat er een dieperebedoeling is, komen er dan allerleigrappige overeenkomsten aan deoppervlakte. Zo kun je je afvragenwat bijvoorbeeld de overeenkomsten

    Computerarchitectuur

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    11/98

    10

    zouden zijn tussen een stede-bouweren een land-bouwer? Misschien welverrassend. Als je open staat voornieuwe ideen weet je immers nooit

    wat het oplevert.We kunnen ook veel doelbewuster vanof naar andere vakgebieden kijken.Bijvoorbeeld om blinde vlekken op tesporen of om vanuit een ander per-spectief nieuwe themas te formuleren.Het kijken op zich varieert hierbij vanvrijblijvend tot vrij ernstig. Van heelneutraal tot relationeel of zelfs direc-tief. Iemand die zich meer bewust isvan de eigen achtergrond kan immerstijdens het kijken relaties herkennen ofdie zelf leggen, om vervolgens er leringuit te trekken. De geoefende lezer zalook deze serieuzere laag in het boekterug kunnen vinden. Soms wordt erzelfs nog iets verder gekeken en wordtde nadruk voornamelijk op de verban-den gelegd. De boodschap lijkt dan

    duidelijk: Maak er een win-win situatievan.

    Een eerste blik over de grenzen vande stedebouw laat zien dat er ver-schillende vormen van kijken over degrenzen bestaan. Dit hoofdstuk gaathierop in. Het is het voorbericht bij deingezonden artikelen: een inleidendebril, een bril om door de andere brillente kijken...

    Stedebouwkundige termen (van) overde grenzen

    Er blijken allerlei begrippen in de taaldie niet enkel een stedebouwkundigelading hebben. Bij saneren denkenwij aan bodemverontreiniging terwijl

    de accountant direct zal denken aanmogelijke schuldeisers. Als de steden-bouwkundige het over patronen heeftdenkt de militair aan munitie. Derge-

    lijke stedebouwkundige begrippen zijnals homoniemen terug te vinden in talvan vakjargons.Het stedebouwkundig gebruik van ver-

    wijzingen naar het menselijk lichaamspant hierin de kroon. Als stedebouw-

    Binnenstad Aken

    Jaarringen

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    12/98

    11

    kundige gebruiken we maar al te graagtermen als stadshart, verkeersader,bypass, groene long of voetprint. Geenmedische term is ons vreemd. De ste-

    debouw heeft niet alleen veel woordengemeen met de medische wetenschap,

    erat, Afghanistan

    ongen

    hij blijkt die ook graag als metafoor tegebruiken. Er wordt naar een anderediscipline verwezen ter verduidelijkingvan de eigen. Kostof ziet vanuit twee

    perspectieven overeenkomsten. Aande ene kant zijn er duidelijke visueleparallellen tussen een aantal organis-men en enkele stadsplattegronden.Hij verwijst hierin onder andere naarde Arabische medinas of ringvormiggegroeide steden als Aken. Aan de an-dere kant worden menselijke organenaan stedelijke elementen gekoppeld opbasis van functionele overeenkomsten.Dit bevredigt de simpele behoefte aanverlevendiging en het versterkt hetprimaat van het stedelijke leven, zostelt hij1. Francesco di Giorgio Martinimaakt het verband in de vijftiendeeeuw al duidelijk: De relatie tussen destad en haar delen is gelijk aan die vanhet menselijke lichaam en haar delen:de straten zijn de aderen2. We zien

    de stad als samenhangend systeem,waarin ieder deel een eigen functieheeft. De stad als organisme? In de ne-gentiende eeuw, toen de stadhygineopkwam, sprak men van de ongezondestad. Bijna pathologisch werd het ste-delijk weefsel onderzocht, diagnostischop zoek naar de ziekten en de oorza-ken en mechanismen voor het ontstaanervan. Tegenwoordig is deze metafoorniet meer weg te denken, het helpt onsde stad te begrijpen. Stedebouwerskijken goed naar de biologie.

    Stedebouwkundige principes (van)over de grenzen

    Als er n discipline is die juist goedgekeken heeft naar de stedebouw dan

    is het de informatietechnologie wel.Op de computer herkennen we overalons vak. De printplaat is een archi-tectonisch hoogstandje. Het geeft ons

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    13/98

    12

    toegang tot een ingenieus netwerkwaar allerlei activiteiten plaats vinden.Op de digitale snelweg zoekt men de

    juiste site, in de digitale stad vinden op

    het forum nieuwe ontmoetingen plaatsen op e-bay en marktplaats.nl wordtgewindowshopped. De informaticaheeft zich niet alleen woorden toegei-gend, maar hele principes en denkwij-zen. In het begin was een computer enhet world wide web maar een abstractbegrip geregeerd door ontelbarestroomstootjes; onbegrijpelijk voor

    de gewone mens. Omdat het internetgaandeweg als een stad gestructureerdis konden steeds meer gebruikers deweg vinden; het beeld en de associ-

    atie werd duidelijk. Rechtsaf tussen deflatgebouwen door naar de chatroom,linksaf browsen we door via route 66naar Oklahoma City.Met SIM-City3 hebben de informaticizich op een heel andere manier lateninspireren door de stedebouw. Met ditspel kun je, zoals bij wel meer spel-len, steden bouwen. De makers dagen

    SIM-City Kolonisten van Catan

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    14/98

    13

    je uit de ideale stedelijke omgevingte creren. Er moeten woongebiedenen centra ontworpen worden en sta-tions, ziekenhuizen, wegen, en parken

    worden ingezet om een eerste metro-pool te vormen. Deze stad kan weer inverbinding komen te staan met anderezelfontworpen steden om zo tesameneen sterke regio te vormen. Maar ditgaat niet vanzelf. Het spel simuleert opbasis van eenvoudige algoritmen allegevolgen van de stedelijke transforma-ties en die kunnen je ook tegenwerken.De stedelijke complexiteit blijkt enkelin een computermodel na te bootsen.Dat is dus wel anders dan traditionelebordspelen als Monopoly of Kolonistenvan Catan.In een publicatie van het RuimtelijkPlanbureau4 wordt gewezen op deimpact die het simulatiespel op profes-sionele ruimtegebruikmodellen heeft.Zij verwijzen naar Starr, die zegt dat

    sinds de introductie van SIM-City hetmodeleren van toekomstig ruimtege-bruik niet langer voorbehouden is aanprofessionals5. De planners leren vaneen computerspelletje. Eigen modellenvan het planbureau zoals Ruimtescan-ner, Rasterplan en Agora kunnen enmoeten gebruiksvriendelijker en toe-gankelijker zo stellen zij zelf. Zij lerenvan ons en wij leren weer van hen.

    Stedebouwkundige benvloeding (van)over de grenzenWederzijdse benvloeding komen wenog veel vaker tegen in de kunst. Nietzelden laat de kunstenaar zich bezielendoor de stedebouwer en andersom. Zokwam Mondriaan begin jaren twintigin contact met Van Eesteren. Deze

    ontmoeting was niet zonder gevolgenvoor de vakbeoefening van beide.Terwijl Van Eesteren na dit contact debeginselen van De Stijl tot basis heeft

    gemaakt van het ontwerp voor Am-sterdam-West, werden de schilderijenvan Mondriaan juist steeds stedebouw-kundiger. Op Manhattan aangekomen

    begint voor hem een nieuwe periode.De schilderijen heten geen Compo-sities meer, maar New York City ofBroadway Boogie-Woogie6. Vanuit zijnwoning op East 59th Street laat hij zichinspireren door het stratenpatroonvan de stad. Dit symboliseert volgenshem de nieuwe tijdgeest, het abstracteleven. Zijn doeken veranderen vantechniek. Het lijkt dat de stadsplat-

    Piet Mondriaan - New York City

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    15/98

    14

    tegrond de bekende zwarte lijnen inzijn schilderijen laat verdwijnen. Inde essays Toward the True Vision ofReality en A New Realism uit deze

    periode komt de kunstenaar uiteinde-lijk ook weer terug bij de stedebouw.Hij vormt zich een idee over de stad;haar indeling moet harmonisch zijn.Dit is immers terug te vinden in alleculturele aspecten van de samenleving,zoals de muziek en de dans, aldusMondriaan.De stad als kunstwerk? Beslist niet,zegt Olsen7 provocerend; De stad alswoestijn, misschien, of als slagveld, ofals jungle. De stad is van alles wat rotis in de maatschappij... Van Juvenalistot Cobbett, van Augustin tot Jeffer-son hebben dichters en moralisten,publicisten en filosofen moralistischescheldkanonnades tegen de stadgericht. Maar zegt hij, toch is de stadook nooit echt als iets beschamends

    of als iets onvermijdelijks beschouwd.Als men begrijpt dat de stad eenwerkplaats is, een markt, een kan-toor of misschien zelf een arena, hoeonvolmaakt ook, dan is de stad eenkunstwerk.

    Stedebouwkundige aan de grens: brilop, de reis geboekt

    Als het stedelijk leven werkelijk zo

    verdorven is, is het wellicht nietverwonderlijk dat de sociologen enfilosofen vaak kritisch op de stad zijn.Betekent dit dat ze dan ook kritisch opde stedebouwer zijn? Zonder stedebou-wer geen stad, toch? Tja... Mumford8stelt dat de stad er voor moet zorgendat de machten vorm krijgen, de ener-gie cultuur kan worden, dode dingenkunst en biologisch reproductie socialecreativiteit. Is de stad dus een op zichzelfstaand fenomeen die ook zonderde stedebouwer kan? De stedebouwervindt van niet. Zo stelt Sol Morales9dat de goede stad die stad is waarde particuliere gebouwen openbareelementen zijn en een sociale beteke-nis en waarde uitstralen die verderreiken dan het gebouw zelf en waarin

    hun stedelijk karakter besloten ligt.De stedebouw kan dus eigenlijk nietzonder de sociologie en andersom. Eris sprake van symbiose. Aan weerszijdevan de disciplinaire grens kijken wenaar de stad.Aan de andere kant van het watervinden we de filosofie, de cultuurhisto-rie en de sociaal-geograaf. Op het drielandenpunt vinden we de landschaps-kunde en de civiele techniek. En dan iser nog de grote buur architectuur. Alshet zomer is vinden we ze massaal opons strand en dan breken de grenscon-flicten weer uit.Toch vormen we over het algemeeneen vredig vakje. Gezamenlijk kijkenwe vreedzaam vanuit verschillendeinvalshoeken naar hetzelfde. En juist

    omdat er sprake is van overeenkomsti-ge onderwerpen versterken we elkaar.

    The city as a

    work of art,

    1986

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    16/98

    15

    Op vele manieren wordt er over degrenzen van het eigen vakgebied heengekeken. Van een eenvoudige of bijnatoevallige overeenkomst in termen

    (homoniemen), naar een heel bewustgebruik van elkanders termen (metafo-ren). Verschillende interpretaties vandezelfde woorden kunnen toevalligzijn of heel bewust. De ene disciplinehoeft weinig met de andere te hebbenom toch heel handig naar de andere teverwijzen ter verduidelijking.Het gaat een stap verder wanneer nietalleen de termen, maar ook de princi-pes worden overgenomen (adaptatie).Dan eigent de ene discipline zichwoorden, principes of denkwijzen vande andere toe.Wanneer denkbeelden uit een andervakgebied worden gebruikt voor hetverrijken van je eigen vak zijn demogelijkheden grenzeloos. Op onein-dig veel manieren laten de disciplines

    zich bezielen door anderen (inspiratie).Om uiteindelijk altijd wel te komen toteen vorm van wederzijdse verrijking.En soms, soms werken de disciplinessamen. Ze integreren of versterkenelkaar (symbiose).

    Het lijkt dat iedere grens gepasseerdkan worden. En het blikveld in iedererichting verrijkt kan worden. Of zou-den er toch vakgebieden zijn die netsmet stedebouw te maken hebben?Naast een aangenaam tijdverdrijf, wathet kijken over de grenzen zeker is,heeft het ook een bijzonder nuttigecomponent. Want het verder kijkendan je eigen vakgebied is noodzakelijkvoor een verdere ontwikkeling vanhet vak. Probeer zo af en toe door een

    buitenstaanderbril naar je eigen vak tekijken. Dit gebeurt voor de disciplineals geheel veel te weinig. De stede-bouwkunde blijft - misschien daardoor

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    17/98

    16

    1. Kostof, S. (1992) The City Shaped. Urban Patterns and

    Meanings though History, Thames and Hudson, Londen,

    p. 52.

    2. Giorgio, F. di (1439 - 1501/2) Trattato dellaArchitettura,

    Sienna?3. Wright, W. (1985 heden) SIM City, Maxis / EA Games,

    Redwood City.

    4. Groen, J, E. Koomen, M. Piek et al (2004) Scenarios in

    Kaart. Model- en Ontwerpbenaderingen voor Toekomstig

    Ruimtegebruik, NAi Uitgevers, Rotterdam, p. 19.

    5. Starr, P. (1994) Seductions of Sim: Policy as a Simulation

    Game, The American Prospect 17, p. 19 29.

    6. Mondriaan, P. (1942) New York City II, (1942) New York

    City, (1942) New York City 3, (1942 43) Broadway Boogie-

    Woogie en het onvoltooide (1943 44) Victory Boogie

    Woogie, New York.

    7. Olsen, D. (1986) The City as a Work of Art: London, Paris,

    Vienna, Yale University Press, New Haven.

    8. Mumford, L. (1961) City in History, Harcourt Inc., San

    Diego / New York / London.

    9. Sol Morales, M. de / vertaald E. Bet (1992) Openbare en

    collectieve ruimte. De verstedelijking van het priv-domein

    als nieuwe uitdaging, In: Oase No 33, SUN, Nijmegen.

    - de laatste decennia nog steeds terreinprijsgeven aan andere disciplines.Gelukkig voer er af en toe ook eenontdekkingsreiziger uit. Ook nieuwegebieden zijn ontdekt. Of we over vijf

    jaar nu op verlies of winst staan, detocht is het ontdekken waard.

    , , ,

    , .

    Vertel me, o muze, van die geniale held die ver en weidsreisde...

    Vele steden heeft hij bezocht, en vele waren de landen wier

    manieren en gebruiken hij genformeerd over was.

    - De Odyssee, Homerus (800 750 vChr.), boek .

    Theodor de Bry, india occidentalis (columbus discov-

    ers the new world), 1590

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    18/98

    172

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    19/98

    18

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    20/98

    19

    Ook dichters laten zich graag inspire-ren door het landschap. Wie denkt nietaan Holland en ziet dan brede rivierentraag door oneindig laagland gaan.Holland en zijn landschap wordt aleeuwen bezongen. Minder talrijk maarnog steeds omvangrijk is het oeuvre

    van gedichten die over de stad of hetstedelijk gebied gaan. De stad met zijngebouwen wordt bezongen om zijnmooiheid, om zijn lelijkheid. Of de staden de straten worden bezongen doorde sfeer die zij oproepen, door de men-sen die er leven, de herinneringen dieer hangen, de dingen die de dichter erbeleefde (meestal tragische liefdes...).Slechts een enkel gedicht gaat overde bouw of opbouw van de stad, de ste-debouw. Dit intermezzo gaat op zoeknaar dichters die juist ons vak steden-bouw beschrijven.

    Jacques Perk gaf in Proeven indicht en ondicht (1877) wel een aanzet:

    Waarom de Bloemgracht, Bloemgracht heet

    Dat zeg ik, omdat ik het weet

    t Is wijl daar ene bloeme troont

    Die al voorbijstreeft wat er woont.

    Men zag mij met die bloem te zaam:

    Mijn lieve Mary is haar naam.

    Maar helaas, toch weer een verliefde dichter.

    Dichterlijk

    Intarsiapaneel (1940/42), paneel in het stadhuis van Leiden, M.C. Escher

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    21/98

    20

    Bloem dan, vaak geciteerd, met het ge-dicht De Dapperstraat (uit: Quiet thoughsad)

    Natuur is voor tevredenen of legen.

    En dan: wat is natuur nog in dit land?

    Een stukje bos, met wat villaatjes ertegen.

    Geef mij maar de grauwe, stedelijke

    wegen,

    De in kaden vastgeklonken waterkant,

    De wolken, nooit zo schoon dan als ze,omrand

    Door zolderramen, langs de lucht bewe-

    gen.

    Alles is veel voor wie niet veel verwacht.

    Het leven houdt zijn wonderen verborgen

    Tot het ze, opeens, toont in hun hoogste

    staat.

    Dit heb ik bij mijzelve overdacht,

    Verregend, op een miezerige morgen,

    Domweg gelukkig, in de Dapperstraat.

    Der Maccedonifche Berg Athos in Geftalt eines Riefen, wie derDinocrates, des Grossen Alexanders Architect, folchen Bau angeben.

    pagina uit Entwurf einer historischen Architectuur (1721) van Johann Bernard Fisher von Erlach

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    22/98

    21

    Hoewel het een lofdicht op de stadboven het land lijkt, ligt de kern ineensin een plaatsloze overdenking overdomweg geluk, tevreden leegte. Nee, ook

    Bloem laat de stedebouw links liggen.Potgieter komt meer in de buurt, zetstedebouwkundigen in ieder geval aantot actie:

    Arm Wijk aan Zee! dat Wijk in Duin

    moest heten,

    Daar ver van t strand, daar in een dal ge

    ligt;Als bij uw kerk een klooster waar ge-

    sticht,

    De wereld zou geen stiller wijkplaats

    weten.

    (...)

    Onze stadsdichter Deelder durft zelfshet woord topografie te gebruiken, enkomt daardoor een eind in de richting:

    BEKNOPTE TOPOGRAFIE VAN DERIJNMOND

    RotterdamSchiedam

    VlaardingenMaassluis

    hoekie omtrappie af

    gekkenhuis.

    Urban Challenge in opdracht van Citron voor Boomerang

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    23/98

    22

    Campert komt er het dichtste bij. Inzijn gedicht De (on) bekende weg legthij een verband tussen de stedelijkeuitbreidingen en zijn drang naar het

    onbekende. Stiekem is het een lofzan-getje op het stedebouwkundig procesen de traagheid van de planning.Maar openlijk zal het eerder wordenopgevat als een klacht tegen het saaiegebouwde.

    Tekening van Starantis Zafiropoulos(Design of Cities (1967) A superbly illustrated account of the development of urban form)

    De (on)bekende weg

    Ik moest geen enkele kant uit

    nam toen maar de nieuwste bus

    op weg naar wat in aanbouw was,

    verliet het voltooide

    of wat ik daar voor aanzag

    en zou wel merken waar ik aankwam

    in iets dat nog onaf was

    dat ik nog aan mij toe kon voegen

    of, te laat, in het al bestaande

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    24/98

    23

    Hoe dicht Campert ook bij ons vakge-bied komt (hij beschrijft niet de vorm,maar ons bouwproces!), eerlijk gezegdstokt de zoektocht hier. Dichters lijken

    ver te staan van ons vakwerk. En mis-schien is het Slauerhoff die daarvoorde werkelijke reden weet:

    Woningloze

    Alleen in mijn gedichten kan ik wonen,

    Nooit vond ik ergens anders onderdak;Voor de eigen haard gevoelde ik nooit een

    zwak,

    een tent werd door de stormwind meegeno-

    men.

    Alleen in mijn gedichten kan ik wonen.

    Zolang ik weet dat ik in wildernis,In steppen, stad en woud dat onderkomen

    Kan vinden, deert mij geen bekommernis.

    Het zal lang duren, maar de tijd zal komen

    Dat vr de nacht mij de oude kracht ont-

    breekt

    En tevergeefs om zachte woorden smeekt,

    Waarmee k weleer kon bouwen, en de aarde

    Mij bergen moet en ik mij neerbuig naar de

    Plek waar mijn graf in t donker openbreekt.

    etropolis (1922), Collage van Paul Citroen.

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    25/98

    24

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    26/98

    253

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    27/98

    26

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    28/98

    27

    StripsAnne Kok, stedenbouwkundige,

    kijkt naar striptekenen

    Ik lees graag stripboeken. In allerleigenres, piratenverhalen, detectives,spionage, humor, SiFi, etc. Het leukevan een strip is dat je niet alleen eenleuk verhaal leest, er zitten ook ergleuke plaatjes bij. In deze plaatjes ziteen wereld aan landschap, stedebouwen architectuur.

    Een striptekenaar moet reduceren. Hijof zij hoeft vaak alleen de essentie vaneen situatie op papier te zetten. Hetis leuk om te zien hoe in een simpeletekening een hele wereld verbeeldwordt.Eigenlijk zijn striptekenaars ook eensoort stedebouwers. De tekeningenzijn te verdelen in die van bestaandesituaties en die van fictieve situaties.

    Bij de bestaande situaties zie je dat zeeen prachtige analyse van de situatiemaken. Dan is het leuk als je daar

    dingen in herkent. Bij fictieve situatiesbouwen ze zomaar hele steden. Veelvan deze plaatjes verdienen naderebestudering.Omdat de tekeningen vaak zon rakekarakteristiek geven, gebruik ik zeregelmatig als referentie materiaal.Strips zijn het soort vakliteratuur dat

    ik graag mee op vakantie neem.

    Hier, als voorbeeld, een tekening uit deserie Franka, deel 6 Het monster vande Moerplaat, door Henk Kuijpers. Indit plaatje zit van alles. Hier zie je eenbedrijf in de kreukelzone tussen spooren kanaal. Het spoor en het kanaalgeven je het gevoel van verbindingmet de rest van de wereld terwijl dit

    bedrijf daar al sinds 1897 beschut zit.En kijk eens naar die mooie industrilearchitectuur.

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    29/98

    28

    Brug openAls watersporter eet je van twee wal-letjes. De wereld van de watersporteren die van bijvoorbeeld de weggebrui-ker staan lijnrecht tegenover elkaar.Vanuit de auto ligt water voornamelijkin de weg: open bruggen zorgen voorfiles, een stuk water als het IJsselmeerligt toch maar behoorlijk in de weg op

    weg naar Groningen. Zit je in een boot,dan is een open brug een mooi stukjetechniek en een leuk gezicht onder-weg. Wanneer ik over de Ringvaartvan de Haarlemmermeer van Haarlemnaar Aalsmeer vaar, betreur ik het tochbehoorlijk dat ze dat meer ooit drooghebben gelegd: het zou een flink stukschelen en een mooi stuk open watervormen als het nog echt een Haarlem-

    mermeer zou zijn.

    Op het water gelden nu eenmaal ande-re regels dan op de wal. Een open brugbetekent doorvaart en geen vertraging.Een stad onderweg is geen afslag van

    de snelweg of een station, maar eendecor dat langzaam voorbijtrekt eneen mogelijke stopplaats. Er zijn ophet water geen rijstroken of parkeer-plaatsen, stopverboden of rotondes,de enige voorziening van belang is eenvaargeul die op diepte wordt gehou-den. Voor de rest is het watervlak een

    zee aan ruimte, waar je straffeloos eenanker kunt uitgooien, de kant invaren,aanmeren en van boord springen.

    Vanuit een boot is Nederland dan ookeen waar paradijs. Met een gemid-delde snelheid van zon 10 kilometerper uur strekt Nederland zich uit alseen oneindige reeks meren, plassen,vaarten, kanalen en grachten; een echt

    waterrijk. Vanaf het water is Nederlandeen uitgestrekt universum van weidseuitzichten waar je jaren doorheen kuntkruisen zonder ooit dezelfde weg tevaren.

    Aalsmeer Westeinder Plassen

    Terradesk

    Bart Witteman, stedenbouwkundige, kijkt naar watersport

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    30/98

    29

    Door de eeuwen heen heeft zich eenuitgestrekt netwerk gevormd met allevormen en maten. Door winderigevaarten in lege polders en besloten

    plassen in de Biesbosch, van de Ooster-schelde tot in de grachten van Amster-dam, overal is water. Via natuurlijke,brede en kronkelige rivieren en smallerechte kanalen is zelfs de meest geiso-leerde boerderij van Friesland zonderoverstap verbonden met de steiger bijhet Centraal Station in Amsterdam. Ennu er voor het grootste deel van Neder-land alternatieve en snellere manierenzijn om van A naar B te komen, is elkereden tot haast op het water verdwe-nen. En zodoende strekt zich onder debrug en achter huizen en fabrieken hetgeheim van Holland uit: een labyrintvan landschappen, alleen te ervarenvanuit de boot.

    Voor stedenbouwkundigen in een klein

    land als Nederland is dat een gewel-dige uitvlucht. Juist als je denkt dat jestratenkennis volledig begint te rakenen je stedenbouwkundig vocabulaireop orde, blijkt er een parallel univer-sum te bestaan van Aas, Ees, meren,diezen, vlieten en rakken te bestaan.

    Het waterrijk Nederland is onder ont-werpers nog nauwelijks bekend. Ookal is bij bouwen in Holland nattigheidonontkoombaar en zijn waterbergingen waterfronten standaard ontwerp-ingredinten, water wordt toch bijnaaltijd nog bekeken vanaf de kade ofvan achter de dijk. In dat geval is waterniet meer dan een leuk stuk decorof een verplichte voorziening voorregenwater of wat recreatie. Het water

    in nieuwe recreatiegebieden en wijkenis niet meer dan de aanleg van eenbovenmaatse vijver en wat slootjes.Varen, als je het zo kunt noemen,

    beperkt zich hier tot wat ruimte voorsurfplanken en speelgoedbootjes vanbewoners. Dat is wat anders dan hetechte Nederlandse water, de plassen

    en vaarten, meren en riviertjes dieachter de dijk en alleen te bereiken ofbekijken zijn vanuit wat marinas enresorts buiten de stad. Zeen van waterblijven zo onbekend en onbenut!

    Als gebruiker en liefhebber van Ne-derlands vaarwater wil ik er dan ookvoor pleiten om het Nederlandse waterte democratiseren. Het Nederlandsewater, van IJsselmeer tot Zevenhui-zerplas, moet bereikbaar zijn vooriedereen! Water is waardeloos alshet niet is verbonden. Bewoners vannieuwe wijken hebben niet alleen rechtop aansluiting op het hoofdwegenneten het openbaar vervoer, maar ook ophet Nederlandse waterrijk.

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    31/98

    30

    Aan de handvan wonderland

    Wie de wereld lief heeft als zichzelf,kun je de wereld toevertrouwen.

    Laotse, China

    Tien keer verfrommeld, vijf keer her-schreven en twee nachten slecht vangeslapen. Eerst dacht ik JA, maar na

    een week werd het OH NEE, dat krijgik nooit op papier. Echter gisteren opde fiets van station naar huis, terwijl ikop afstand mijn tekstfragmenten en ge-dachtenkronkels de revu liet passeren,kwam ik tot een ontdekking. Alles watik aan het papier had toevertrouwdging uiteindelijk over het gebruik vande zintuigen; als een zoektocht naarinspiratie, creativiteit en verfijning.

    Dus daarom nogmaals mijn hobbysopgeschreven in chronologische volg-orde van de neus, de ogen, de oren, demond en de vingertoppen en verhip,ik kan het in n keer uit mijn mouwschudden.

    De neusDe eerste hobby, verzamelen, alles wat

    los en vast zit, het is bijna een onbe-grensde verzamel-woede. Echter geenpostzegels, vakantiefotos of suikerzak-

    jes zijn mijn passie, maar een veelkleu-rig palet van beeldende dichtregelsen filosofische zinsneden zorgen voormijmering en overpeinzing. Het is alshet opbouwen van een eigen taalcon-structie; een geloofsovertuiging vangelijkgezinden uit alle windstreken. De

    teksten stuiteren alle kanten op en zijnals een beschrijving van mijn zweve-rige gemoedstoestand (ik ben niet bin-nen of buiten, maar als je goed luistert

    kun je me horen fluiten) via het neutra-liseren van agressie (eerst duwen weze een paar veren in de reet en daarnamaken we er paardenmest van) tot hetbouwen van droomkastelen (wat als

    je je met zorgeloosheid kon omringenen dat dat je ruimte was). Zon gekkebril leest toch een stuk selectiever de

    bergen literatuur die over ons vakbroe-ders wordt uitgestort.

    De ogenEr is geen plekje in mijn huis te ont-dekken waar niet een schilderij prijkt,een kunstboek opgeslagen ligt, eenflyer opgeplakt zit of anderszins gra-fisch of figuratief geweld de toon voert.De drijfveer van een ontwerper wordt

    niet zozeer bepaald door kennis, maarvooral door nieuwsgierigheid. Zoalshet aanschouwen van een schilderijvan Ronald Tolman, denk ik toch re-gelmatig; waar applaudisseren die driehalfnaakte tengere dames nou eigen-lijk voor, wie zijn die vreemde duistereschaduwen die het toneel bestormenen wat verschrikt de horde vleermui-

    zen zo? De serene voorstelling roepteen gevoel van leegte en geborgenheidop zonder mezelf verloren te voelen.Zo bekruipt mij het gevoel regelmatigtijdens een werkoverleg; wanneer moetik mijn verstand gebruiken, wanneerlaat ik mijn fantasie werken?

    De orenNog zo iets, muziek, altijd in de veron-

    derstelling geweest dat met de leeftijdde actieve zoektocht naar muziek zouafnemen, nou, niets is minder waar.Dagelijks beweeg ik mij met een kopte-

    Ferry Aerts, stedenbouw-kundige, kijkt naarkunst en sport

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    32/98

    31

    lefoon op mijn knar, rommelend in debakken van een cd-zaak of sla ik tijd-schrift of internet na op de nieuwstereleases. Constant op zoek naar nieuwe

    geluiden, nieuwe stylen, nieuwe vocaleof ritmische wonderen. Kopen doe ikzelden, luisteren constant en als eenbibliotheek wordt alles automatischopgeslagen in mijn hoofd, zelfs al vindik het niks. En als ik iets moois ontdekloop ik de hele tijd te neurin, totdathet deuntje verdwijnt en ben ik de restvan de dag uit mijn hum. Veel verderdan het verfrommelen van een halveschetsrol kom ik dan niet.

    De mondHeb jij dat nou ook, na een dag vandenken en doen is er niets rustgeven-der dan een groot stuk chocolade in jemik douwen. Alles wat riekt naar eenzoete tinteling doen mijn speekselklie-ren overuren draaien, mijn portemon-

    nee raakt er uitgeput van. Ben mijnhele leven lang al volgestopt met koeken snoep, als zoethoudertjes misschien,maar vooral omdat het gewoon lek-ker is. En het is waar wat ze zeggen,een volle maag kalmeert de immerwerkende hersencellen. Begin na demiddaglunch dan ook vaak met eennieuw potlood en een maagdelijk witstuk papier.

    De vingertoppenHobby vijf, het voetbalspelletje. Tweekeer elf malloten die elke zondag-ochtend over het veld rennen alsdolle stieren, hard roepen om die eneknikker maar in bezit krijgen en alsze hem eenmaal hebben keihard wegknallen. Helemaal geen geestverrui-

    mende bezigheid; de adrenalinestootzorgt er juist voor dat na ongeveer tienminuten in de wedstrijd je nog maaraan n ding kunt denken; hoe haal ik

    de eindstreep zonder kapotte knien ofgebroken ego?

    Zoals mijn hobbys de zintuigen po-

    sitief prikkelen zijn er ook gevoelensvan wrang en ongenoegen die zichlichamelijk uiten en de zintuigen opscherp zetten; nekharen die overeindspringen, zweetdruppels die over jerug sijpelen, tenen die kromtrekken,een bilspleet die zich samentrekt of

    jeuk krijgen op plaatsen waar je op datmoment niet mag krabben.

    Linksom of rechtsom, de stijl van eenontwerper is de stijl van zijn leven, of

    je nou zwetend rondloopt of gewoonfris onder de douche bent. Mijn hob-bys zijn toch de marges van de dagwaarin ik even kan ontsnappen aan datpulserende ritme van mijn agenda. Zozijn mijn vijf zintuigen al vaak verant-woordelijk geweest voor dat eureka-

    moment, zon gevoel van nou heb ikhet. Laat me maar overvallen doortoeval, pech of geluk, een verwonderdstedebouwer groet u.

    Elke keer als ik tegen de lamp loop,neem ik een stukje licht mee.

    Jana Beranova

    Ronald Tolman On Stage

    [Applaus] Ets

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    33/98

    32

    Grenzenoverschrijdendretroregionaal plan

    Edward Hulsbergen, stedenbouwkundig

    onderzoeker, kijkt naar egyptologie

    Gans ongehoord, prevelde de ge-leerde. Dit is ja zeer onwetenschap-pelijk. Maar ja... men zou het proberenkunnen; wellicht opent het nieuwewegen....

    Maarten Toonder, 1965, De Labberdaan, 5439

    Aarde en hemelMet de voeten in de aarde, zelfsstaande op de top van een berg, zietde natuurlijke leefomgeving er voormensen complex uit. Dit in tegenstel-ling tot de orde in vorm en tijd aanhet firmament. De afwisselende zon

    en maan, de iedere nacht terugke-rende sterrenbeelden en de periodiekeloop der planeten zijn verademende,durende patronen in vergelijking metde ongewisheid van de aardbodem. Hetlijkt erop, dat mensen al vroeg hebbengeconcludeerd, dat om te land en terzee de weg op aarde te vinden, zij naarde hemel moesten kijken1.

    Bouwwerken en geschiedschrijvingTalloze historische architectonischeobjecten, verspreid over de geheleaarde, verwijzen naar de investeringenvan groepen mensen om het hemelge-welf te bestuderen. Dat het kennelijknog steeds de moeite waard is, blijktuit de huidige enorme investeringen inobservatoria, telescopen en satellieten.

    In de twintigste eeuw is de weten-schappelijke geschiedschrijving overde relatie mensheid-uitspansel meerdan eens over de kop gegaan. Zijn de

    historische bouwwerken en gebouwdeomgevingen (observatoria, tempelcom-plexen, stadsstructuren), de kalendersen religieuse kosmologien nu wel ofgeen uitdrukking van een enorme hoe-veelheid astronomische kennis? Zijn zijhet resultaat van eeuwen observatie,zelfs van ver voor de laatste ijstijd?

    Casus Beneden en Boven EgypteEgyptologen hebben lang vermeden depiramiden primair in een astronomischperspectief te plaatsen, wars van devele (atlantidische en cosmonautische)

    speculaties over met name de piramidevan Khufu (Cheops; 2.700.000 m3gesteente). De recente opgraving vande nederzetting van de bouwers van deGiza-piramiden bieden een materieleverklaring voor de feitelijke bouw(Lehner, 1997). Over het waarm vanzoveel moeite is nog veel onduidelijk.De economische interpretatie (surplusomzetten) van Mendelssohn (1975), enook religieuze interpretaties (weder-geboortemachine) zijn op zich interes-sante deelverklaringen.Beauval & Gilbert (1994) hebben eengeruchtmakende knuppel in het hoen-derhok geworpen: door de koppelingvan de drie-van-Giza aan het sterren-beeld Orion, door de koppeling van deSfinx aan het sterrenbeeld de Leeuw,

    en door hun conclusie dat er minstenszon vijfduizend jaar geleden heel watkennis moet zijn geweest van de langekosmische cycli. Zilman (2000) doet

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    34/98

    33

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    35/98

    34

    daar een flinke schop bovenop, door dehele reeks van piramiden en tempelste-den te interpreteren als de gebouwdeaardse vorm van structuren aan het

    firmament (Orion, Schorpioen), metgebruikmaking van de bestaande land-schappelijke vormen en verhogingen.

    Stedebouwkunde en astronomieZitman volgend, zouden de oudeEgyptenaren vanuit stedebouwkundigeplanning en vormgeving gezien, nietslechts veel astronomische kennishebben gehad, maar ook veel geogra-fische kennis van het Nijl-landschap.En niet slechts van de astronomie opeen bepaald tijdstip, maar ook van deveranderingen in de hemelkaart in deloop der eeuwen, gezien hun reeksenvan (her)bewerkingen van het land-schap. Grappig is, dat de architectuurvan de gebouwen en tempelcomplexende weg heeft geopend naar rijkere

    werkhypothesen over het vermogenvan onze voorouders om te observe-ren, hypothesen te stellen, te toetsenen theorie te ontwikkelen. Hun instru-menten mogen primair zijn geweest,die waren zeker niet primitief geziende enorme technische vereisten waar-aan tegenwoordig moet worden vol-daan om nauwkeurige waarnemingenen doorrekeningen te doen. Boven-dien, architectuur komt niet tot standen blijft niet eeuwen overeind, doorwillekeurig stenen te stapelen. Blijftde vraag waarm die bouwwerken zonodig moesten worden gemaakt.De stedebouwkunde (planning envormgeving van stadsdelen, steden enregios) lijkt nu aan de beurt om (tech-nische) verklaringen op te stellen voor

    de plaats en positie van gebouwen,complexen en nederzettingen, teneindede probleemstellingen te helpen aan-scherpen. Neem nu Steenbergen & Reh

    (2003) die een aantal landschappenhebben bestudeerd, zoals het Versail-les van Louis XIV. Dorp en omliggendgebied veranderden daardoor in een

    grootschalig residentie landschap(p.126). De transformatie van de streekParijs tot en met Versailles wordtgeduid met het nieuwe landschapgebouwd als embleem van macht(p.125). Deze interpretatie lijkt ver-want aan de iconography of powerhypothese van Renfew (1984), in onzetijd ruimschoots wordt gellustreerddoor kapitaal-torens, kasteelwoningenen landhuisachtige verkavelingen.Terug naar het oude rijk Kemi, het ver-leden Egypte. Zitman en ook anderenstellen, vertaald in stedebouwkundigetermen, dat er ooit een regionaalconcept is gemaakt en een regionaalplan is uitgevoerd, en daarbij, dat hetgehl van de piramiden, tempels ennederzettingen astronomisch moet

    worden begrepen. Dit is een aardigehypothese. Of die waar is? Intrigerendin ieder geval. Sabet (2002) verbreedthet ruimtelijke en tijdperspectief meteen hypothese die Europa en het Mid-den Oosten verbindt, met een ruimte-lijke relatie (maatvoering, lange lijnen,geometrische verhoudingen) tussende piramide van Austerlitz (1804) inNederland, Parijs, Jerusalem en Giza.Gesteld dat er goede kaarten en juistemetingen voorhanden zijn, dan zoudenwe vanuit de stedebouwkunde hetveronderstelde ontwerp technisch,ruimtelijk-functioneel kunnen be-schrijven, ontleden en van interpre-taties voorzien. Daarnaast zouden weeen inschatting kunnen maken van deinspanningen en het vernuft op het ge-

    bied van planvorming en vormgevingdat nodig moet zijn geweest om eendergelijke georganiseerde complexiteittot stand te brengen2. Niet zozeer om te

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    36/98

    35

    zeggen, dat het nauwelijks te gelovenis, maar als ruimdenkend tribuut aanonze soort.

    1. Wanneer en waarom die hemelse orde een bron van le-

    gitimering van controle en een belangrijk instrument in de

    strijd om de macht werd, is een interessante vraag, zo ook

    wanneer en waarom de aandacht, willekeur of wraakzucht

    van god(en) een disciplinerende rol kon gaan spelen.

    2. Voor de piramide van Khufu heeft een bouwonderne-

    mer al eens een calculatie gemaakt (mensen, materialen,

    stromen, tijden): afhankelijk van het aantal mensen ligt de

    veronderstelde productietijd tussen de tien en dertig jaar.

    Referenties

    Bauval, R. & A. Gilbert, 1994, Het Orion mysterie, Fibula,

    Houten

    Lehner, M., 1997, The Complete Pyramids, Thames and

    Hudson, LondonMendelssohn, K., 1975, The Riddle of the Pyramids, Thames

    and Hudson, London

    Renfew, C., 1984, Approaches to Social Archeology, Edin-

    burgh University Press, Edinburgh

    Sabet, M. (2002), The Austerlitz Golden Foot, A Man-Made

    Landscape, Faculty of Architecture, Restoration, Renovation

    and Redesign Department, University of Technology Delft

    Steenbergen, C. & W. Reh, 2003, Architectuur en Landschap,

    Toth, Bussum

    Zitman, W.H., Sterrenbeeld van Horus, Tirion Uitgevers,

    Baarn, 2000

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    37/98

    36

    Wat heeft een secretaresse te makenmet stedenbouw?

    Om heel eerlijk te zijn, helemaal niks!Waarschijnlijk vinden wij als secreta-resses de stedenbouwers daarom somseen beetje vaag. Al die termen en vak-

    jargon waar de stedenbouwers met ons

    over praten wat wij eigenlijk helemaalniet begrijpen.En wij maar vriendelijke lachen en afen toe een ja of nee er uit gooien.Waar wij dan wel weer veel van weten(tenminste we proberen het) is hetboeken van reizen, het typen van el-lenlange teksten, het bijhouden van deagendas en vele andere secretarilewerkzaamheden. En gelukkig maken

    de heren en dames daar gretig gebruikvan!

    Wanneer de verstrooide professor,het secretariaat op komt lopen, vervol-gens stil staat, verbaasd rond kijkt, opzijn hoofd krabt, een flinke zucht geeften weer weg loopt omdat ie niet meerweet waarvoor hij het secretariaat opkwam lopen, is een beeld waar wij alniet meer vreemd van op kijken. Om

    maar iets te noemen wat een ver-strooide professor typeert.

    Wanneer onderling iets leuks wordtgeorganiseerd, een reisje, een boot-tocht, een stevig potje tennis. Danleren wij onze stedenbouwers opgeheel ontspannen en gezellige manierkennen en wat blijkt?! Het zijn tochook gewoon normale mensen.........

    Twee secretaresses die het ontzettendnaar hun zin hebben tussen al diestedenbouwers!

    Kabinet 9.08Danille Hellendoorn en Marleen Storm-Prins,

    secretaresses, kijken naar stedenbouwers

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    38/98

    37

    De laatste hobbydie geen stedebouw raaktTaeke de Jong, hoogleraar stedenbouwkunde, kijkt naar zijn hobby

    Om iets te begrijpen moet men erafstand van nemen. Door onze hobbiesnemen we afstand van ons werk endan overzien we het weer. Vrije tijd re-lativeert de rampen die we, gedompeldin ons dagelijks werk, aan de lopendeband moeten oplossen. Helaas neemteen intellectueel zijn werk mee naar

    huis en op vakantie. Ik ben net terugvan een weekje Berlijn en Ellen zegtdat ik met het oog van een stedebouw-kundige van onze korte vakantie hebgenoten. Ik heb mijn kinderen nooitaangeraden te gaan studeren, omdatik niet weet of je daar gelukkiger vanwordt. Sommigen wel, anderen niet.Geestelijke arbeid is voor mij altijdafstand nemen en dus voor mensen als

    ik altijd vakantie. Wat andere mensenvakantie noemen betekent reizen metal zijn ergernissen als je weet dat hetbeter kan. Wachten op het asfalt, inrijen of op luchthavens is voor mij als(stede)bouwkundige geen vakantie.Hoe kan ik nu afstand nemen van destedebouw in een ontworpen omge-ving? Je moet naar een ongeplande

    omgeving waarin de activiteit vanmensen niet herkenbaar is, laten wezeggen een natuurgebied. Van daaruitterugblikkend naar de civilisatie zie jeweer hoe je leeft.

    Maar alle natuurgebieden in Nederlandzijn gepland, behalve wat je tussen ofonder de stenen in de stad vindt. Datis een onbekende wereld vol oorlogen,

    terreur of stille, onopgemerkte groei.Daar hebben we in Zoetermeer danook een natuurclubje voor. Als je ergeen verstand van hebt is het weer

    gewoon stad, dan moet je toch naarhet buitenland. En dan moet je weerreizen. De laatste keer dat ik ver vande bewoonde wereld ben geweest wasin 1996 in een korjaal op de Palumeuin Suriname. Waar die rivier uitmond-de in de Tapanahony was een dorpdat ook Palumeu heette. Er kon een

    vliegtuigje (korjaal van de blanken)landen en als dat gebeurde liep de helebevolking uit om die vreemde gastente zien uitstappen. In het 100km langestroomgebied van de Palumeu tot hetToemak Hoemak gebergte op de grensmet Brazili woonde niemand meeren daarna begon het stroomgebiedvan de Amazone. Daar verzorgdenIndianen uit Palumeu expedities om

    de berg Kasikasima te beklimmen,vanwaar je een blik had op onbewoondoerwoud. Als zon excursie met tentenen gamellen terugkwam zeiden deindianen in het dorp Er is niemandmeer op de Palumeu. Dagenlang opde Palumeu varen was vervreemdend.De rivier leek mij steeds meer een lege,brede straatweg met kleine zijstraat-

    jes en flauwe bochten die steeds eenonverwacht perspectief boden op eeneindeloze gevelrij van majestueusoverhangende bomen. Soms bodenzij door hun vensters een blik in hetdonkere bos. Dat werd bewoond doorapen die soms nieuwsgierig of schreeu-wend de passanten bekeken en doorpapegaaien die krijsend opvlogen. Hunroep galmde in die ruimte daarachter.

    Ik vrees dat het bos nu wordt platge-legd door illegale goudzoekers die hunkwikafval in de rivier dumpen.

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    39/98

    38

    Soms zit ik in mijn tuin naar de wol-ken of sterren te kijken, zodat ik de

    omheining niet zie. Dat is nog eensrelativeren: wolken drijven onvoor-spelbaar over en sterren draaien juistvoorspelbaar om ons heen op onbe-grijpelijke afstand. Stedebouw wordtgrootheidswaan van mieren of minder.Mijn dagelijkse problemen zijn danvan moleculaire aard. Maar als ik wis-selende spreidingstoestanden herkenben ik weer terug in mijn vak. Halver-wege Berlijn ligt het gebombardeerdeHameln met herbouwde vakwerk-huizen te liegen over zijn ouderdom.Omstreeks 1200 veroverden ratten de

    stad, zegt men. Zij werden weggeflotendoor de dankzij Grimm wereldbekende

    rattenvanger, maar toen de bewonershem niet betaalden ving hij met zijnfluitspel hun kinderen. Buiten Hamelnis een hengelvereniging waar je instilte goedkoop kunt overnachten ende zon over de Weser ziet dalen. Hetenige geluid is een onzichtbare snel-weg tussen de bomen aan de overkant,maar die wordt na de spits ook stil.Nog veel stiller doet stroomopwaartseen kerncentrale zijn werk: de zon opaarde. Zelfs wolken kunnen wij nu ma-ken. De laatste hobby die geen stede-bouw raakt lijkt dus sterrenkunde.

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    40/98

    39

    Berlijn is na Hiroshima de meest gron-dig gebombardeerde stad. Deze ver-woeste, verdeelde en verscheurde stadontroert 50 jaar na dato. Berlijn liegt

    niet over zijn verleden. Zijn burgerslijken door hun omgeving meer danelders bewust van wat fout kan gaan ineen natie die toch bekend stond als eenvan de beschaafdste ter wereld. Duitswas voor de oorlog internationaal detaal van wetenschap en universitair on-derwijs. Om de relativiteitstheorie vanEinstein aan de schijnbare loop vansterren te bewijzen liet het Duitse geo-fysische instituut in Potsdam bij Berlijnin 1924 Mendelsohn de Einsteinturmontwerpen. Beide moesten als jodenDuitsland verlaten, en wat aan henherinnerde moest vernietigd worden.Wetenschappers van het instituut wis-ten echter deze wetenschappelijke enarchitectonische erfenis te redden zo-als Duitse kernfysici de atoombom uit

    handen van Hitler wisten te houden.Nu staat dit bewijs van Duitse bescha-ving, monument van moraal, kunst,architectuur en wetenschap er tussen

    de bomen van de Telegrafenberg weerprachtig bij.

    De expressionistische architectuur

    lijkt trouwens als een ivoren torenelke stedebouw en maatschappij metonstuitbaar vooruitgangsoptimismenaar andere dimensies te ontvluchten.Dat juist deze wetenschap de ver-nietigende kracht van de zon en hetatoom in mensenhanden zou leggenverwachtte hier niemand. Toch geloofik nog steeds dat wat door wetenschapontketend is, ook alleen door weten-schap opnieuw beteugeld kan worden.En wetenschap vergt afstand nemenvan de circulerende vooronderstellin-gen waarin je door maatschappelijkerelaties en massacommunicatie bentondergedompeld. Afstand nemen isechter onmogelijk als je nergens deelvan uitmaakt. Alleen wie gengageerdis kan vrij nemen, waarvan kun je

    anders afstand nemen? Ons woordschool komt trouwens van het Grieksschol en dat betekent ... vrije tijd!Wetenschap is dus hobby, vakantie.

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    41/98

    40

    De kunst van het rijtjeshuis

    Andr Groeneveld, museoloog en curator tentoon-stellingen, kijkt naar stedenbouw

    Edwin Zwakman (geb.1969), Straat II, 2004, 220 x 160cm, c-print,

    courtessy galerie Akinci Amsterdam

    Treinend door Holland zie ik steedsmeer eindeloze bedrijfsterreinenen nieuwbouwwijken het Hollandsepolderlandschap vullen. Het gecon-strueerde typisch Hollandse landschapmet zn dijken, kanalen en knotwilgenmaakt in hoog tempo plaats voor eenander typisch Hollands fenomeen,

    het rijtjeshuis. Projectontwikkelaarstonen op artist-impressions en ma-quettes hun fantastische plannen metbijbehorende namen als Paradijsselen nieuwe wijken krijgen namen alsKersenboogerd en Weidevenne. Mooiwonen in het groen maar ja als je gaatbebouwen blijft er toch weinig groenover.

    Het Hollandse landschap is sinds de17de eeuw een belangrijk onderwerpvoor Nederlandse kunstenaars. Opde schilderijen van Jan van Goyenen Jacob van Ruisdael zien we hetlaaggelegen land onder enorme wol-kenluchten. Atmospherische werkenin monochrome groen-bruintinten.Tijdens de Romantiek rond 1830-1850

    wordt er teruggegrepen op die Hol-landse Gouden Eeuw en nog later aanhet einde van de 19de eeuw zien we opde werken van de Haagse School schil-ders als Paul Gabril en Willem Marisopnieuw dit Hollandse landschap metknotwilgen, molens en koeien ondereen enorme wolkenhemel.

    In de hedendaagse kunst speelt het

    landschap nog steeds een belangrijkerol. Maar steeds vaker komen weook kunstenaars tegen die zich lateninspireren door architectuur. Onder in-

    vloed van het Duitse kunstenaarsecht-paar Becher, die de rudimenten vanmijnbouw-complexen in de jaren70heeft vastgelegd, ontstond er bij dehuidige generatie kunstenaars steedsmeer belangstelling voor architec-tuur. Eerst in ons omringende landenpas recentelijk ook in Nederland. Het

    inspirerende typische gemaakte Hol-landse landschap krijgt concurrentievan Hollandse architectuur maar naarmijn mening in zijn negatieve bete-kenis. Een aantal door architectuurgenspireerde hedendaagse Neder-landse kunstenaars, waaronder Frankvan der Salm en Edwin Zwakman, ismet werk vertegenwoordigd geweestop de Binnale van Veneti in 2001.

    De eerstgenoemde kunstenaar toontsprookjesachtig ogende flatgebouwenbij avond vol twinkelende lichtpuntjes.Andere fotos van zijn hand lijken doorde fel groene boompjes en grasveldenen de onscherpte van de gebouwen opeen stukje geknutselde modelspoor-baan, wat echter niet het geval is. Zijngebouwen bestaan echt.

    Zwakman laat zich inspireren door hetHollandse geconstrueerde landschapen de jaren50 en 60 nieuwbouw-wijken. Flats en rijtjeshuizen vormenhet onderwerp op zijn meters grotefotowerken. Zwakman construeerteerst een maquette van verzameldeindrukken onderweg opgedaan net alsik nu mijn verzamelde indrukken hier

    aan het papier en aan u toevertrouw.

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    42/98

    41

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    43/98

    42

    Zwakman creert rijtjeshuizen en flatsvan karton, plastic folie en ijzerdraadmaar ook dijken, snelwegen en detypische Hollandse wolkenluchten van

    watten. Vervolgens ontstaat er eengefotografeerde werkelijkheid die demaquette overstijgt en levensecht lijkt.Het gekunstelde Hollandse landschapen de typisch Hollandse nieuwbouw-wijken met vaste goothoogten en an-dere vastgestelde regeltjes lenen zichbij uitstek om op maquetteformaat teworden nagebouwd. Zwakmans fotosontstijgen echter de artist-impressionsen maquettes van de projectontwik-kelaars en ze ontstijgen de in het echtgebouwde huizen. De nieuwbouwwij-ken worden namelijk nooit zoals deprojectontwikkelaars in hun artist-impressions en maquettes beloven.De woningen zien er na opleveringaltijd triester uit met hun vaak te fletsegele bakstenen. Nee dan de fotos van

    Zwakman die weergeven wat het echtgebouwde oproept; saaiheid en eenvor-migheid (zie afbeelding).

    Het lijkt me goed als projectontwik-kelaars eens wat meer creativiteitgebruiken en hun woningen doorechte architecten en goede bureauslaten ontwerpen. Dus niet nog meerrijtjeshuizen la jaren zestig of deretrobouw met nep jaren dertig huizenen nieuw klassieke herenhuizen. Nee,het wordt weer tijd voor sculpturenzoals architect J.J.P. Oud deed metzijn arbeidershuizen Kiefhoek teRotterdam (1925-1929) en de Weis-senhofsiedlung te Stuttgart (1927).Goede hedendaagse voorbeeldenzijn de monopolyhuisjes van bureau

    MVRDV te Ypenburg (2001) en ookde door Kingma Roorda-architectenontworpen rood gebeitste larikshoutenrijtjeshuizen met hun Scandinavische

    uitstraling in IJsselstein (1998) mogener zijn. Het kan dus ook anders. Hetzijn helaas slechts kleine lichtpuntjesaan de bebouwde horizon. Geef mij

    maar huizen als kunstwerken. Zolangdat nog niet het geval is omring ik mijliever met inspirerende kunstwerkenzoals die van Edwin Zwakman.

    Bronnen

    Met dank aan Edwin Zwakman voor het beschikbaar stellen

    van beeldmateriaal

    Kate Bush en Jaap Guldemond, 1999, Edwin Zwakman

    Faades, Stedelijk Van Abbemuseum Eindhoven, catalogus

    bij expo 1999

    Jaap Guldemond e.a., 2001, Post Nature, met ondermeer

    Frank van der Salm en Edwin Zwakman, uitgave bij expo

    Binnale van Veneti 2001

    Bert Cornelis en Jan Filedt Kok, 2000, De Glorie van de

    Gouden Eeuw, Nederlandse kunst uit de 17de eeuw. Rijks-

    museum/Waanders 2000

    Martien de Vletter, Cor Wagenaar e.a. 2001, J.J.P. Oud

    - Potisch functionalist 1890-1963 - Compleet werkNAI te

    Rotterdam 2001

    Websites van diverse architectenbureaus

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    44/98

    43

    Stedenbouw vanuit eenmuzikaal oogpunt bezienParallellen tussen dansvloer en werkvloer van bouwkunde

    DJ Marco H. (alias Marco Heijligers), promovendusstedenbouw, kijkt naar het DJ-vak

    Ik heb drie grote hobbys: tekenen,topografie en muziek. Volgens astro-logen is deze voorliefde te verklarenuit het feit dat ik het sterrenbeeldvis heb; dromerige en kunstzinnigaangelegde mensen met een hang naarhet mystieke. Volgens mijn moeder,die met twee benen op de Brabantsezandgrond staat, zit het tekenen ende topografische kennis er gewoonal van kinds af aan in. Als 10 jarigetekende ik volgens haar al wegen met

    gebouwen en zat ik op de achterbankvan de auto met een wegenkaart inde hand uit te leggen hoe mijn vadernaar onze vakantiebestemming inZuid-Limburg moest rijden. In die tijdging je eenmaal nog niet op vakantienaar de Spaanse Costas en bovendienhadden mijn ouders een eigen bedrijf.Eenmaal op bestemming maakte ikmijn eerste fotos van het Limburgseheuvelland, de dorpen en steden. Totgrote ontzetting van mijn moederbleken er bij thuiskomst alleen fotos tezijn gemaakt van Schin op Geul en OudValkenburg en stonden mijn ouders alsfiguranten op de fotos. Tenslotte wasik zeer genteresseerd in muziek enhield ik sinds de basisschool wekelijksde verschuivingen in de Nederlandse

    hitlijsten bij.Vanwaar die uitgebreide introductieover gebeurtenissen die zich al langgeleden in het Brabantse land afspeel-

    den? De drie voorliefdes tekenen,topografie en muziek zijn 15 jaarlater uitgekristalliseerd in stedenbouw-kundige, fotograaf en DJ.

    Begin jaren negentig krijg ik de kansom als DJ aan de slag te gaan in eenplaatselijke bar/dancing van mijn ge-boortedorp Asten. Op dat moment zijngroepen als R.E.M., Red Hot Chili Pep-pers en Nirvana nog relatief onbekendbij het grote publiek. Het is boeiend

    om de doorbraak van deze bands vanachter de draaitafel mee maken. Tege-lijkertijd besef je dat je als DJ een taakhebt om op zoek te gaan naar nieuwebands en trends. Je probeert als DJcontinue vooruit te lopen op het grotepubliek door nieuwe muzikale terrei-nen te ontdekken. De jacht is mooierdan de vangst zongen de TrckenerKecks ooit. Een mooie kwalificatie voorde DJ. Toch is het publiek niet altijdgenteresseerd in nieuwe bands. Opde meeste feesten en partijen wordengouwe ouwen uit de kast gehaald omhet publiek te vermaken.Afhankelijk van de leeftijd ligt het ac-cent op jaren zestig, zeventig, tachtigen/of negentig muziek. Op basis van15 jaar draai-ervaring durf ik wel een

    typering te maken van mijn luisterpu-bliek. Hierbij dient gezegd te wordendat geen enkele indeling zaligmakendis.

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    45/98

    44

    1) De disco en dans generatie; hitpro-ducers muziek van Boney M en LUV,via Wham en Milli Vanilli, tot SpiceGirls en Britney Spears;

    2) De gitaarpop en rock generatie; doe-maar-gewoon muziek van Dire Straitsen Queen, via U2 en Simple Minds, totLive en Pearl Jam;3) De folk en feestgeneratie; doe-eens-gek muziek van The Dubliners en Dimi-tri van Toren, via The Pogues en ManoNegra, tot Rowwen Heze en Pigmeat;4) De alternatieve generatie; under-ground muziek van Velvet Under-ground en Lou Reed, via Cure en JoyDivision, tot Sonic Youth en The Pixies;5) De sex, drugs en rock n roll genera-tie; muziek zoals muziek eigenlijk be-doeld is van Elvis en Johnny Cash, viaIggy Pop en Straycats, tot The Hives enthe White Stripes;6) De hardrock en metal generatie;beng je hoofd muziek van AC/DC en

    Iron Maiden, via Europe en Guns nroses tot The Darkness en Rammstein;7) De crossing border generatie;

    exotisch getinte muziek van Santanaen Bob Marley, via Paole Conte en TheGypsi Kings, tot Moloko en Calexico;8) De experimentele generatie; muzika-

    le zoektocht met Frank Zappa en DavidBowie, via Brain Eno en the Prodigy,tot Beck en Radiohead.

    Er zijn ook plaatsen waar bepaalde mu-ziek not done is. Halverwege de jarennegentig kom ik een jongerencentrumte draaien. In dat jongerencentrumwas iets gaande op de dansvloer watik jaren later ook op de werkvloer vanbouwkunde ben gaan ervaren; eenenorme drang tot onderscheiding. Hetzijn twee heel typische culturen meteen eigen gedragscode. Zoals bouw-kundigen plachten in het zwart te ver-schijnen onder vakgenoten, was ookin het jongerencentrum sprake vande onuitgesproken regel dat je in eenzwart t-shirt van je favoriete rockband

    ten tonele verscheen. Vanuit een diep-gewortelde bijna religieuze over-tuiging bestond er een sterke drang

    Marco als gelegenheids-

    DJ op een huwelijksfeest

    (juni 2004)

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    46/98

    45

    om je te onderscheiden van de gewonemedemens. Zo was het draaien vancommercile muziek uit de hitlijstenuit den boze. De muziek moest alter-

    natief zijn met een hoog gitaargehalte.In feite uit de hierboven beschrevencategorien 4 t/m 6. Ik hield me netjesaan de ongeschreven huisregel al konik het niet onderdrukken om af en toein een grijs t-shirt op te draven en eendansplaat te draaien die eigenlijk opde verboden lijst stond. De neigingom grenzen op te zoeken en zo nu endan te overschrijden, ben ik tijdensmijn bouwkundestudie en later alsonderzoeker aan de TU niet uit het oogverloren.

    Ik weet met welke trots studentenen mededocenten uitspreken dat zestedenbouwer, architect of managerzijn. Met die onderscheidingsdrang isop zichzelf niets mis. Op die manier

    identificeer je jezelf met een vakge-meenschap en voel je je verbondenmet een vereniging als Polis. Maar omin de termen van de DJ te spreken;beperk je niet tot zwarte t-shirts engitaarrock en ontdek alle andere mu-ziekstromingen die de wereld er zoveelboeiender en kleurrijker op maken. Inde muziekwereld blijken nieuwe ont-wikkelingen zich veelal op het raakvlakvan verschillende muziekstromingente bevinden. Dit wordt aangeduid metmuzikale termen als fusion en cross-over. In onze tak van sport is dat nietveel anders. Op de raakvlakken vanlandschap, infrastructuur, stedenbouwen architectuur liggen de interessantetoekomstige opgaven voor onze vakge-meenschap.

    We kunnen de grenzen tussen vak-disciplines hard blijven trekken, zoals

    jammer genoeg in Delft nog te veel

    gebeurt, of met de honger van eenDJ op ontdekkingsreis gaan naar nogniet verkende paden en terreinen. Ditvraagt om een stedenbouw die zich

    richt op de gehele ruimtelijke inrich-ting van stad en land; door alle scha-len, planfasen en vakdisciplines heen.Een stedenbouwkundige die in staat isom gedurende een planproces van rolte switchen; die van onderzoeker, ont-werper, strateeg en/of manager. Dit iste vergelijken met de schuiven op hetmengpaneel van de DJ, die de ene keeroverschakelt van pick-up 1 naar pick-up 2 of van CD speler naar microfoon.Ik wens alle vakgenoten in opleidingen in het werkveld veel succes toe ophun muzikale- en stedenbouwkundigeontdekkingstocht !

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    47/98

    46

    De stad en mijn benenJudit Bax, student stedenbouwkunde, kijktnaar hardlopen

    Vele dagen van het jaar beweeg ik overde structuren van een land dat in haaruitgebalanceerde planning nog zoveelgeheimen voor mij heeft. Stedenbouwals wetenschap opent je ogen, zondertwijfel. In het dagelijks leven wordtmijn kijk op de wereld echter opge-slokt door de onrust in mij. Pas tijdens

    het sporten vind ik de ontspanning diemij gek genoeg een scherp waarne-mingsvermogen geeft. Al hardlopendkom ik tot rust en heb ik oog voor hetleven om mij heen.

    Hardlopen kun je overal, al gaat het opsommige plekken beter dan op andere.Op reis gaan de schoenen standaardmee in mijn rugzak, want wat is een

    betere manier om een onbekendewereld te verkennen dan in het tempovan mijn eigen benen?

    Het afgelopen jaar reisde ik naarBarcelona en Valparaiso, twee stedenaan zee vol met interessante plekken.Al op de eerste ochtend in de Spaansestad rende ik de trappen van het hotel

    af om dat typerende grid van Cerda teaanschouwen en te ervaren. Teleurge-steld kwam ik tot de ontdekking datwerkelijk iedere straat tussen de blok-ken een drukke doorgaande weg is.Om de 100 m moest ik weer inhoudenvoor een serie stoplichten. Ver hebik gerend, maar nergens een stukje

    rust gevonden. Toen ik een tijdje laterover de laatste heuvels het ChileenseValparaiso inreed, werd ik bevangendoor een overweldigende indruk vandeze stad met de chaos van kleurigehuisjes tegen de heuvels die overal eenmagnifiek uitzicht bieden over de StilleOceaan. Ik moest hier lopen, dacht ik.Een paar hardloopsessies vernietigdenook hier mijn ideaal. Het enige platte

    stukje stad wordt ingenomen door desnelweg en een zeer druk centrum.De heuvels op en af is geen slechtetraining, maar gaat na ontelbare bus-sen met stinkende uitlaat en duizendblaffende honden enigszins irriteren.

    Een training ergens tussen de zeeen de stad. We kregen een minuut

    Valparaiso Barcelona

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    48/98

    47

    voorsprong op de mannen. Vandaagmochten ze me niet voorbij. Weholden langs de branding richting hetnoorden. Ik keek op mijn horloge enconstateerde dat de groep achter onsinmiddels was begonnen met achter-

    volgen. De adrenaline deed zijn werk.Ik versnelde iets en zwoegde vervol-gens door het mulle zand naar de over-gang. Nog meer versnellen, armen erbijen het eerste duin op. Zware adem ensnelle voetstappen achter me bete-kende onraad en dus nog harder. Dewil deed alle pijn vergeten. Sprintend

    joegen we elkaar op in de schemer. Hetlaatste stukje naar boven, alles eruit

    en toen was ik er plotseling. Ik zakteaf en bleef hijgend stilstaan. Benedenme lag Hollands grootste stad aan dekust, zo stil in het avondlicht dat het

    bijna onwerkelijk was. De oranje gloedboven de stad verraadde het massaleleven dat zich daar voor me afspeelde.Terwijl het zweet op mijn gezicht op-droogde in de wind genoot ik van mijnuitzicht. Ongelooflijk, wat een ruimte!

    In dit land zijn de plekken waar je al-leen op de wereld lijkt te zijn zeldzaam.Inderdaad, ons land is sterk verstede-lijkt en ontwikkeld. Maar veel wereld-burgers leven in een stedelijk gebieddat zo doorontwikkeld en uitgestrekt isdat de meeste dagen van het jaar openlandschap onbereikbaar is. Geen Hol-lander die daarentegen lang hoeft te

    zoeken naar de rust: de weg naar hetopen land is nooit ver weg.

    Den Haag

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    49/98

    48

    Bio-plasticiteitDries Zwaan, bioloog, kijkt naar stedenbouwkunde

    Als ik over straat loop kan ik nietmeer normaal kijken. Mijn onschuld isverdwenen, de frisse en maagdelijkemanier van de omgeving opnemenlijkt met de jaren vervlogen te zijn!Misschien ook wel onbezonnen stapteik als kind de wijde wereld in. Aan dehand van mijn moeder, nog omdraai-end en, vervolgens vol overgave, ging

    ik de wereld opnemen. De straat wasnog dichtbij, dus daar viel me ook vanalles op; mooi opstaande paardebloe-men, gestileerd tegen grijze stoepte-gels, als een sterke boorder langs detegels omhoog; een vel groene krekel,lange sprieten op zijn hoofd, en weg isie, Kijk uit! Een auto....Te laat!, het ge-luid van knerpende ruitenwissers. Eenslijmspoor over stenen, takjes, aarde

    en meer obstakels. Waar ben je naartoe onderweg, meneer slak? Terwijlmijn moeder met een bekende stond tepraten, ging ik door mijn knien: eenglimmende vers gedraaide honden-drol. De stoom komt er nog vanaf, entientallen vliegen zijn druk in de weer.Wat doen ze toch? Ik kijk dichterbij,hun bek gaat heen en weer, van de

    spiegelende groene lichaampjes, enzilvervliesjes als vleugels. Het is net ofze je aankijken, maar ook weer niet,radarbolletjes, die ogen. He bah, zegtmijn moeder, en we zijn weer onder-weg. De winter is weer weg, de lenteheeft zijn smaak weer te pakken. Wemoeten een straat over, gelukkig staaner net nieuwe stoplichten. Mag ik ophet knopje drukken. Ik kan er net bij.

    Een spin waggelt weg, 1, 2, 3, 4, 5,6, 7, 8... H!, hij mist n poot. Waarzou hij die verloren hebben. In eengevecht met een kever, of wants. Nee,

    zo heb ik toen niet gedacht, Wie weetop die leeftijd wat een wants is, toch!We mogen verder, een fiets schiet nognet voor ons langs, hobbel de bobbeldoor de kuil in de weg. Een blondharigmeisje achterop houdt een fret vast.Das leuk! Hij heeft een kattebandjeom. Dan kan ie niet weg. Ze zwiepen dehoek om. Terwijl we oversteken, kijk ik

    omhoog. Wat een hoog gebouw daar,zouden daarop ook bomen groeien engeitjes rennen? Allemaal uitsteekselsopzij, balkonnetjes, of is een dergelijkbouwmeneer weer aan het hobbingeweest, net als de buurman. Ik zieze al springen, de bruinzwarte berg-geiten. Hoepla, een mammageit, draaitzich behendig om op het randje vande balustrade. Kom maar lijkt ze te

    zeggen tegen haar twee jongen. Springmaar, het komt goed. Ik ben hier. Maarweet die moeder wel hoe hoog dat welniet is? De kleinste weifelt, zal ik, zalik. We staan stil voor een etalage, ik ziemezelf. Een herdershond staat naastme, en kijk hem recht in zijn ogen aan.Hij stapt opzij, ik zie dat we naast eenmierennest staan. De mieren waren al

    op verkenningstocht op de Mont-Blancpoot. Als behendige bergbeklimmers,langs de uitstekende haren en uitsteek-sels op zijn been, onderweg naar detop. De rest heeft een tegel verplaatst,bezig voor koningin Amalia, nieuwemetrotunnels aan te leggen, stevig ge-spierde arbeiders, onderweg naar eenwereld imperium. Bij de ingang vande glimmende supermarkt draai ik me

    nog om, zoevend gaan de schuifdeurenopen. Een vlinder fladdert mee naarbinnen, onderweg naar de AH honing.

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    50/98

    49

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    51/98

    50

    Milano, London, Paris,New York

    Bas Boonstra, modeontwerper,kijkt naar stedenbouwkunde

    Wat hebben wij modeontwerpers metstedebouw? Een stad is voor ons deplek waar we trends ontdekken. Desfeer en de uitstraling van de stad kaninspireren. Wij werken met twee sei-zoenen per jaar. Een lente/zomer- eneen herfst/winter seizoen. Dat bete-

    kent dat we twee collecties per jaarmaken, en dan ook twee maal per jaareen aantal steden bezoeken. De staddie wij altijd bezoeken is Milaan. Hetmerk Gentiluomo streeft ernaar eenItaliaanse uitstraling te hebben. Voorons is het dan ook belangrijk dat wede Italiaanse sfeer elke keer weer evenopsnuiven voordat we aan een nieuwe

    collectie beginnen. Daarnaast is Milaaneen makkelijke winkelstad. Dat wil zeg-gen dat elke goede designer wel eenflagship-store (een zeer grote winkeldie het hele beeld van het label laatzien, zogenaamd de belangrijkste win-kel van de hele keten) in Milaan heeft.Daarnaast ligt alles op loopafstand!!!Erg makkelijk. Zo krijgen we een goedbeeld van wat de rest doet en gaan we

    met het juiste Italiaanse gevoel weernaar huis. Itali blijft toch het land vande mode, mooie mensen en waar hetgezien worden erg belangrijk is. Eenvan de weinige landen waar designer-kleding en uiterlijk erg belangrijk is inhet dagelijks leven.

    Dan gaan we ook altijd naar Londen.

    Niet zozeer voor de modebewusteEngelsman, maar wel voor de uniekewarenhuizen! Harrods, Harvey Nichols,Selfridges etc. Hier krijg je de gelegen-heid om alle belangrijke merken op

    een vloer met elkaar te vergelijken. Ditis ook een totaal ander beeld dan watze in de flagship stores laten zien.Daarnaast is Londen ook altijd leukin de meer alternatieve scene. Hippebuurtjes met leuke winkeltjes waar jeveel inspiratie kan opdoen. Een stad

    waar ook nieuwe stromingen en trendsontstaan, juist op die plekken. Dangaan we ook nog minstens twee keerper jaar naar Parijs en Istanbul. Nietzozeer voor de winkels, maar we zijndaar voor andere zaken zoalseen beurs etc. Parijs staat hoog aan-geschreven als de modestad van dewereld, maar voor ons absoluut geen

    leuke stad om te bezoeken. Onover-zichtelijk, alles veel te ver van elkaaren altijd hectisch en onrustig.. Hier zijnwe dan ook niet graag. De stad is mis-schien een modestad, maar het is geenstad voor modeontwerpers!

    Als laatst bezoeken we eens per sei-zoen een stad die op dat moment hip,trendy oftewel the place to be is. Een

    stad die aansluit op de nieuwe ideenvoor de collectie of soms zelfs onder-deel is van het nieuwe concept. Wijhebben bijvoorbeeld voor onze jongetrendy lijn een concept ontwikkeld opde globalisatie van de wereld. Dat som-mige steden een wereld op zich gaanvormen. Welke andere stad kan je danbeter bezoeken dan de stad der steden:

    New York!!

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    52/98

    51

    DKNY, New York

    Dolce & Gabbana, Milano

    Vivienne Westwood, London

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    53/98

    52

    Aan mij is gevraagd om vanuit mijnvakgebied, zijnde kapitein op de zee-

    vaart, een korte gedachte te laten gaanover hoe ik Stedebouw zie of wat ik medaar bij voorstel.

    Ik heb er nooit zo bij stilgestaan maarbegrijp wel dat er Stedebouwkundigenzijn, tenslotte zijn er overal ter wereldsteden en natuurlijk ook dorpen. Let-terlijk betekent Stedebouw het bouwenvan stede(n), maar in praktijk zal hetgaan om het ontwerpen en plannen ofherinrichten van stadsdelen of mis-schien zelfs van een klein wijkje of en-kele straat. Men zal rekening moetenhouden met het verleden, heden en detoekomst, het een en ander al dan nietin samenhang met architectuur, weg-en waterbouw, projectontwikkelaars,diverse wet- en regelgeving, politiek en

    ook sociologische en maatschappelijkeaspecten. Terwijl ik dit schrijf besef ikdat Stedebouwkunde een beetje eenkorte omschrijving is van iets wat veelomvattender is dan zomaar letterlijkeen stad bouwen.

    Graag wil ik nu een link leggen tus-sen Stedebouw en mijn vakgebied dezeevaart. Ik noem u Scheepsbouw. Nietalleen vanwege het feit dat de beman-ning het eigen schip als een kleinzelfstandig dorp beschouwt, onderNederlandse vlag is het een stukje

    The World of

    ResidenSea

    Berno van Geest, kapitein, kijktnaar stedenbouwkunde

    Nederlands grondgebied wat zich integenstelling tot andere dorpen, kan

    verplaatsen. Ook bij het bouwen vaneen schip heeft men te maken metervaringen uit het verleden en de ver-wachtingen voor de toekomst, zoweltechnisch als economisch, diverse wet-en regelgeving, enzovoort. De scheeps-ontwerper is dan eigenlijk de architect.De vergelijking gaat nog verder. Ik hebwel eens gelezen over vage plannenvoor in de toekomst waarin men grotedrijvende steden, al dan niet met eigenvoortstuwing, wil bouwen vooral inlanden met ruimtegebrek. In die stedenzouden dan duizenden mensen kun-nen wonen, werken en zich vermakenmiddels diverse voorzieningen. In hetecht gebeurt dit nu al op kleine schaalen dat is slechts weggelegd voor deallerrijksten der Aarde. Sinds begin

    2002 vaart het allereerste zogenaamderesidentile cruiseschip ter wereldrond. Zij heeft dan ook de toepasselijkenaam The World of ResidenSea. Aanboord zijn 110 zeer luxe priv-appar-tementen waarvan men eigenaar is en88 gastsuites. Men kan dus het hele

    jaar op het schip wonen, het is tenslot-te hun eigen appartement. Aan boordzijn verder uiteraard allerlei onmis-bare voorzieningen als een golfbaan,tennisbanen, zwembaden, winkels,enzovoort. Het vaarprogramma wordtin overleg met de eigenaren van de

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    54/98

    53

    appartementen gemaakt. Zo deed menin 2002 meer dan 140 havens aan inruim 40 landen.

    Tenslotte zie je hier een foto van deskyline van Scheveningen met daar-achter Den Haag, gezien vanaf eengroot schip op zee. Het lijkt me dat heter vroeger ook mooi uitzag met alleenhet Kurhaus op de voorgrond. Dat isgeen kritiek op de Stedebouwkun-digen, we moeten tenslotte allemaalergens wonen.

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    55/98

    54

    Wat heeft een raadslid met stedebouw.

    Iets vertellen over stedebouw wasde vraag aan mij. Ik ben geboren engetogen in Wateringen in het West-land, studeerde af als HTSer civieletechniek en kwam op mijn 29stein de raadscommissie RuimtelijkeOrdening. 8 jaar later kwam ik in degemeenteraad van Wateringen. Voorgemeenteraadslid heb je niet gestu-deerd. Je bent lid van een politiekepartij - in mijn geval het CDA - meteen eigen ideologie; mens en samen-leving staan daarin centraal. Je wordtgekozen en probeert voor de inwonersvan je gemeente het beste ervan te

    maken. Hoe wil men dat de gemeenteeruit ziet of eruit gaat zien (waarbijhet aspect stedebouw wordt geraakt).Een fijne veilige woonomgeving, metrecreatiemogelijkheden en maatschap-pelijke voorzieningen in de buurt,met een bereikbare winkelkern metvoldoende parkeren en natuurlijk ooknog met voldoende werkgelegenheid -in het Westland veelal samenhangendmet de agribusiness (tuinbouw).Dat lijkt simpel, maar in de afgelopen22 jaar heb ik wel ervaren dat dit- met de steeds beperktere ruimte -verdraaid lastig is om waar te maken.In de praktijk blijkt, dat alles wat jewil, niet kan.

    Stedebouw is dan ook prioriteiten stel-len binnen kaders.Als beginnend raadslid word je direct

    geconfronteerd met bestaand beleid.Uitspraken als dit woningbouwplan-netje past binnen het bestaand beleidmaakt je alert. Wat was dat bestaandbeleid in de jaren tachtig/begin ne-

    Mijn stedebouw

    in WateringenChris Batist, raadslid, kijkt

    naar stedenbouwkunde

    gentig:- veel bestemmingsplannen ouder dan10 jaar- structuurvisie van Haaglanden,gebaseerd op de ontwikkeling van eenstadsgewest en waarbij de Westlandsegemeenten even waren toegevoegdzonder duidelijke visie op hun toe-komst- en streekplannen van de provinciedie beknellend werkten- en vierde nota Ruimtelijke Ordening,opgevolgd door de VINEX zonder visieop de tuinbouwVia het college van Burgemeester enWethouders komen er van het ge-meentelijk apparaat daarnaast allerlei

    losse plannetjes: postzegelprojectenvia de artikel 19 procedure. Zulkeplannetjes zijn voor de betreffendeondernemer/burger vaak wel eenuitkomst, maar met hapsnap beleidbereik je niet bovengenoemde doel-stelling.Als gemeenteraad moet je ruimte-lijk beleid maken: zeggen wat je dekomende periode met de beperkteruimte wilt gaan doen, terwijl iedereende ruimte wil invullen: nieuwe huizen,nieuwe tuinbouwgronden, nieuwewinkels, meer parkeren, een betereverkeersafwikkeling, betere voorzie-ningen etc. Dit ruimtelijk beleid moetgeordend worden: en hier heb je mijnstedebouw in de gemeente Waterin-gen.

    De resultaten van mijn stedebouw,

    van grof naar fijn.In de 22 jaar heb ik leren werkenvanuit de grote lijnen (grof) naar dedetails (fijn). Wateringen stond niet opzichzelf: voor de grote lijn bepaalde de

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    56/98

    55

    omgeving mede je visie/beleid.In het geval van Wateringen werkteje samen met de andere 6 Westlandsegemeenten. Eerst in een Samenwer-

    kingsOrgaan Westland / SOW, datmoest worden opgeheven omdat hetWestland op moest gaan in een toe-komstige stadsprovincie Haaglanden(welke er nooit is gekomen). Binnenhet stadsgewest Haaglanden werdverder gewerkt met een territorialecommissie Westland; Wateringen werdechter tweemaal hinderlijk genterve-nieerd door een grote Gemeente DenHaag met zijn annexatie plannen (1e

    maal 25 % grondgebied t.b.v. Vinexlocatie Wateringse Veld en de 2e maalafwend door acceptatie van structuur-visie Westlandse Zoom).Dit resulteerde in een aantal plannen,waarbij je steeds in mijn ogen kuntspreken van stedebouw:- de structuurvisie van het Westland(startend met de kaspositie van hetWestland in de tachtiger jaren naar

    het Integraal Ontwikkelingsplan West-land (IOPW) in de negentiger jaren,welke uiteindelijk met een aanpassingvan het gedeelte Westlandse Zoom indeze eeuw via het regionaal structuur-plan Haaglanden is opgenomen in hetStreekplan Zuid-West van de provincieZuid Holland: belangrijkste prioriteit iswel de vernieuwing van de tuinbouwmogelijk maken, maar wel met inleve-ring van ruim 400 ha tuinbouwgrond

    voor de andere ruimtevragers (zieboven).- de structuurvisie voor Wateringen,wat resulteerde in de vaststelling vande hoofdstructuur van de gemeenteWateringen. Door de - in mijn ogenoverbodige - annexatie wordt er eennieuwe Vinexwijk van 8000 woningentegen Wateringen aangebouwd. Hoezorg de identiteit van de kern Water-

    ingen gehandhaafd blijft. In een con-venant zijn afspraken gemaakt overde vormgeving van de nieuwe grensmet Den Haag. Zonder zon visie tocheen probleem.

    - Op basis van deze hoofdstructuurwerden de nieuwe bestemmingsplan-nen vorm gegeven zoals voor denieuwe woonwijk Essellanden met

    ruim 1100 woningen, het bedrijven-terrein Zwethove, het bedrijventerreinWateringse Veld, kern Kwintsheul, hetWijkpark en de buitengebieden. HetCentrumplan van Wateringen kwammaar niet van de grond. Daarnaastvormde de hoofdstructuur de basisvoor het verkeersplan Wateringen/Kwintsheul.- Binnen de diverse bestemmingsplan-nen kon nu verder gewerkt worden

    aan de gedetailleerde invulling vanwoningbouwplannen en bedrijven-terreinen. Van de laatste waren debestemmingsplannen (met beeldkwali-teitsplan) voldoende gedetailleerd omde bouwplannen direct in behandelingte kunnen nemen. Bij Essellanden iseerst o.a. in opdracht van de gemeenteeen totaalvisie gemaakt, het moesteen dorpse uitstraling krijgen (... een

    uitdaging voor stedebouwkundigen...ga maar eens kijken naar het ver-schil tussen deze wijk en het HaagseWateringse Veld). In Kwintsheul isin de jaren beperkt uitgebreid en isde planvoorbereiding opgepakt doorprojectontwikkelaars.- In de bestaande kern Wateringen zijneen aantal inbrei-plannen in de peri-ode tot stand gekomen of in ontwikke-ling genomen. Door het ontbreken van

    een actueel bestemmingsplan veelaltoch met de nodige problemen.Als raadslid heb ik met mijn gezondeverstand hierin gestuurd, luisterendnaar de argumenten van mensen diede plannen bedacht hadden; dezestelden zich veelal voor als stede-bouwkundige.De goede hielden rekening met depolitieke prioriteiten en de cultuur van

    de Wateringers, de slechte... jammer.Dit is voor mij nu over, Wateringenis opgegaan in de nieuwe gemeenteWestland per 1 januari 2004.

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    57/98

    56

    Op het moment dat ik dit stukje schrijfben ik nog student Stedenbouwkundein Delft en woon ik alweer twee jaar inde Vinexwijk Boterdorp Zuid-West, inhet nabij gelegen Bergschenhoek. Enik moet zeggen dat ik het daar primanaar mijn zin heb.Natuurlijk valt me ook best op dat ernog weinig voorzieningen in de buurtzijn, dat ik echt niet zonder auto zoukunnen en dat de gammaschutting hetbeeld van de openbare ruimte bepaalt.Maar in mijn dagelijkse gang vanzaken stoort me dat niet echt.Mijn buren en kennissen, gebruikers

    van deze Vinexwijk, storen zich daartrouwens ook niet aan. Weten zij veel,dat het publieke domein van onzewijk waarin we fietsen, lopen en eenpraatje maken daadwerkelijk ontwor-pen is door iemand, die daar ook nogeens bepaalde achterliggende ideenbij heeft. Die gammaschuttingen alsveilige grens tussen publiek en privaatvlogen dan ook als paddenstoelen uitde grond. Zo ook om onze tuin. Goed-koop, praktisch en snel.

    Goed, we hadden ons private domeindus al snel afgebakend, maar wat metde tuin zelf? We keken eens over onzeschuttingen heen en zagen de ene nade andere buurtuin worden vol gelegdmet betonklinkers en hier en daar een

    gewaagde grasmat.Toen was onze tuin aan de beurt.Mijn vriend vond de buurtuinen welmooi en zei: Dan doen wij dat toch

    ook zo?. Maar ja, als ik dan door mijnstedenbouwkundige bril kijk denk ikstiekem toch: Dat kan beter!. Beterecompositie, rijkere materialen ennauwkeuriger detaillering. En wat te

    denken van zichtlijnen, relif, water-partijen en beplanting. Ja, je bent een(steden)bouwko of niet.Dus ging ik aan de slag. Maten opme-ten, grondplan in AutoCAD, bezoekjesaan de plaatselijke Intratuin en al snelkwam het basisplan tot stand. Het leek,al zeg ik het zelf, net een goed geslaag-de vormstudie-oefening. Een compo-sitie van terras-, vlonder- en vijver-

    vlakken. Alles in de juiste proporties.Vriend enthousiast, vaders enthousiast(gelukkig, want zij mochten het zwarewerk verrichten) en na wat kleine aan-passingen gingen we aan de slag.

    Sinds een aantal weken mogen wijons nu de trotse bezitters van een tuinaangelegd onder Vinex tuinarchitec-

    tuur noemen! En toegegeven, de tuinis een plaatje. Aan alles is gedacht.Althans, dat dachten we..... Na de eersteheftige regenbui stond de hele schuurblank! Ik kon mezelf wel voor mn kopslaan. Het hele jaar ben ik al bezig metmijn afstudeer project in de studioDutch water city, waarin we leren dater waterproblematiek is en dat we tochzeker niet al te veel verhard oppervlak

    moeten maken. Tja, bij de techni-sche uitwerking van onze tuin had ikblijkbaar mijn stedenbouwkundige brileven op het nachtkastje laten liggen.

    Eveline van der Schee, stedenbouwkun-dige, kijkt naar de tuinarchitectuur

    Drainage van een

    Vinextuin

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    58/98

    57

    Door de benodigde drainage aan teleggen hebben we het waterprobleemgelukkig snel kunnen verhelpen. Maarhet was natuurlijk wel goed balen.

    Ondanks alles ben ik van mening dathet goed is om af en toe de bril van degebruiker op te zetten. Deze fout zalik immers nooit meer maken, hopelijkook niet in het groot...

  • 8/14/2019 Grenzeloze Doorgezichten

    59/98

    58

    Ik ging met drieneenhalf jaar naarzwemles bij meneer Tomaat. Het