Grensstad Kars Huilen v an ar moede - Harlem Shuffledj bij de lokaleomroep, denkt dat Pamuk wel een...

1
Huilen van armoede Reizen Route langs de locaties uit ‘Sneeuw’ van Pamuk De Turkse schrijver Orhan Pamuk heeft in zijn bekende roman ‘Sneeuw’ de oostelijke grensstad Kars in één klap wereldberoemd gemaakt. „We zien graag de toeristen komen, maar Pamuk mag wegblijven.” Dimitri Tokmetzis D e ijskoude winter staat voor de deur, maar als in de verfwinkel van Vedat Akçayöz de bekende Turkse Nobelprijswinnaar ter sprake komt, lijkt de temperatuur een paar graden extra te zakken. „Orhan Pamuk? Orhan Yamuk, zal je bedoelen”, klaagt een van de vele besnorde bezoekers die voor een kop koffie en een praatje binnenwandelt. Yamuk is straattaal voor leugenaar. Akçayöz, verfhandelaar, columnist en plaat- selijke cultuurpaus, blijft rustig achter zijn enorme bureau zitten en maant het gezelschap tot kalmte. Neem Sneeuw, Pamuks bekende boek, niet al te serieus, drukt hij de bezoekers op het hart. „Het is hier geen Erzurum of Konya (twee zeer conservatieve steden in Turkije, DT). We hebben nooit problemen gehad met politie- ke islamisten. En dan zijn opmerkingen over de Armeense genocide. De Turken hebben bloed aan hun handen, maar zij ook!” Pamuks impopulaire opvattingen over de Ar- meense genocide zijn nauwelijks terug te vin- den in het boek, de spanning over de opkomst van de politieke islam wel. De Turkse dichter Ka komt midden in de winter naar Kars om de ver- kiezingen te verslaan. De islamistische Wel- vaartspartij stevent af op een klinkende over- winning. Daarnaast onderzoekt Ka een golf van zelfmoorden onder vrome meisjes. Door de hevige sneeuwval raakt Kars drie da- gen van de buitenwereld afgesloten. De opvoe- ring van het toneelstuk Vaderland of sluier in het Gewestelijk Theater ontaardt in een coup, ge- leid door een seculiere acteur die altijd eens Ata- türk had willen spelen. Ka legt de standpunten en motieven bloot van de verschillende partijen en probeert zich staande te houden in een ver- warrend spel van liefde, verraad en politiek. Verfhandelaar Akçayöz is niet blij hoe Pamuk zijn stad aan een wereldpubliek presenteerde: armoedig, provinciaal en reactionair. „Kars heeft zoveel te bieden. Hier wonen Turken, Koerden, Azeri’s, Turkmenen, Yerlis, Kara- papaks en afstammelingen van Russen, Geor- giërs, Armeniërs, Grieken en Molokans (een pa- cifistische Russische sekte, red.). Die hebben al- lemaal hun rijke cultuur achtergelaten.” Maar, zegt Akçayöz, de toeristen kwamen in- eens naar deze uiterste hoek van Turkije om te zien waar hun geliefde boek zich afspeelde. „Negentig procent meer dan voor publicatie”, smult de verfhandelaar. Een aantal personages en de meeste locaties in het boek bestaan echt. Hij besloot daarom een route uit te stippelen in een gidsje dat deze zomer is verschenen. De route brengt het lezerspubliek langs alle plekken uit het boek, zoals Hotel Sneeuwzicht, waar Ka verblijft en dat meneer Turgut met zijn dochters Ipek en Kadife bestiert; Lunchroom Het Nieuwe Leven, waar de directeur van de le- rarenopleiding wordt vermoord; het Geweste- lijk Theater, toneel van de kolderieke coup; Ho- tel Azië, waar de verschillende facties na de coup een gezamenlijke verklaring aan de westerse pers proberen op te stellen; het kantoor van de Welvaartspartij, waar Muhtar en Ka elkaar tref- fen. Pamuk schetst een scherp en somber beeld van de stad. „Het was niet de armoede of de wanhoop die hem zo aangreep, maar een vreemd en hevig gevoel van eenzaamheid, in de lege etalages van fotowinkels, in de bevroren ra- men van de theehuizen, die vol zaten met kaar- tende werklozen, op de met sneeuw overdekte, uitgestorven pleinen. Alsof iedereen dit oord vergeten was en er stilletjes sneeuw viel over het einde van de wereld”, laat Pamuk zijn dichter denken. Op deze zonnige dag lijken fictie en werke- lijkheid echter flink uiteen te lopen. Uit alle winkels klinkt luide vrolijke muziek. Studen- ten flirten ongehinderd in cafés waar mannen én vrouwen ongedwongen mixen. Een jonge va- der paradeert trots achter een kinderwagen: een zeldzaam gezicht buiten Ankara en Istanbul. De rechte, door de Russen aangelegde straten van de binnenstad zijn zojuist herbestraat. Op veel straathoeken verrijzen fonteinen en beel- den van vrouwen, met ontblote borsten. De ou- de kleurrijke herenhuizen aan de Atatürklaan en Faikbeystraat glimmen van de nieuwe verf. Bij de Gewestelijke Omroep Kars, die in het boek de coup live uitzendt, vinden de medewer- kers dan ook dat Pamuk de plank volledig heeft misgeslagen. Regisseur Mustafa Uçarli: „Hal- verwege heb ik het boek weggegooid. Pamuk schreef over een prostituée. Nou, die hebben we hier dus niet.” F iliz Yildirim, een 21-jarige studente poli- tieke wetenschappen en parttime-radio- dj bij de lokale omroep, denkt dat Pamuk wel een beetje overdrijft als hij Kars in verband brengt met spanningen tussen islamisten en se- culieren. Op de plaatselijke universiteit is het wel eens hommeles, zegt ze. „Verschillende groepen studenten staan tegenover elkaar. Koerden die de PKK steunen tegenover Koerden die dat niet doen. Strenggelovigen tegenover se- culieren.” Maar meestal blijft het bij verbale krachtpatserij. Onder de meisjes gaat het er meer ontspan- nen aan toe. Ongeveer de helft van hen draagt buiten de universiteitsmuren een hoofddoekje, zegt Yildirim, veel meer dan in Ankara, Izmir of Istanbul. Zelf draagt ze geen hoofddoek. Deson- danks heeft ze veel vriendinnen die dat wel doen. Nooit een probleem geweest. In Kaleiçi en Bayrampasa, de arme oude stads- wijken van Kars die Pamuk in zijn boek tot bas- tion van het politiek islamisme maakt, hebben de bewoners wel wat anders aan hun hoofd dan politieke spanningen. Krakkemikkige huizen kruipen tegen de kasteelheuvel aan. Het zijn de buurten waar immigranten van oudsher een nieuw bestaan proberen op te bouwen, al droogt de stroom op. Sinds de jaren tachtig loopt de stad leeg en verlieten meer dan 200.000 Karse- naren hun stad (er zijn er nog 77.000 over). Zafer Aydemir (46), vers gekapt, strak in een blauw glimmend pak, heeft Pamuks boek niet gelezen, maar één ding weet hij wel: in de arme wijken verandert niets. „Vroeger hadden we een rijke cultuur en wel vijf theaters. Nu hebben we er nog maar eentje. De binnenstad van Kars zijn ze dan flink aan het opknappen, de rest van de stad is vergeten”, verzucht Aydemir. „Kijk eens naar deze troep”, zegt hij, zwaaiend naar de krotten en stapels afval in Kaleiçi. Inderdaad lijkt alleen de binnenstad opgeknapt. Daarbui- ten houdt de bestrating op, begint de modder en lijken veel huizen elk moment te kunnen in- storten. In de overvolle, oude, doorrookte thee- huizen rond Halitpasastraat wordt over alles gemopperd door de vele werklozen die er hun tijd doden. Journalist Ercüment Dasdelen van de krant Önder Gazetesi kan zich daar wel iets bij voorstel- len. „Veel vooruitgang is schone schijn. De men- sen huilen van de armoede.” Hij en zijn broer Cem figureren in Pamuks roman als de twee zoons van meneer Serdar, de hoofdredacteur van de Noordooster Koerier, die al het nieuws een dag van tevoren placht te schrijven. Op een oude pers (Heidelberg, 1960) drukken ze dagelijks 500 exemplaren van hun krant en proberen de acht andere lokale krantjes van het lijf te hou- den. Pamuk bracht vele uren door in de kleine re- dactieruimte aan de Faikbeystraat. Hij dronk er thee en at samen met hen kastanjes. Wat Ercü- ment betreft is de gelauwerde schrijver niet meer welkom. „De wereld ziet ons als een stel fanatici. Pamuk hoeft hier niet meer te komen. Maar die extra toeristen zijn natuurlijk van har- te welkom.” De gids met route is te krijgen via Celil Ersoglu, die dagelijks alle hotels afloopt om toeristen rond te leiden of naar het nabijgelegen Ani te brengen. Op veel straathoeken verrijzen fonteinen en beelden van vrouwen, met ontblote borsten ‘We hebben hier nooit problemen gehad met politieke islamisten’ In de buurt van Kars Van de twintig miljoen toeristen die jaarlijks Turkije aandoen, komen maar enkele tienduizenden naar het uiterste noordoosten waar Kars ligt. Kars is een uitvalsbasis voor de oude Armeense hoofdstad Ani, die aan de grens met Ar- menië ligt. De ruïnestad is opmerkelijk goed bewaard gebleven en ligt midden in de uitgestrekte, totaal verlaten hoog- vlakte van noordoost-Turkije. Kars ligt ook redelijk in de buurt van de Kaçkars, een ruig berggebied waar het wandel- toerisme sinds kort van de grond komt. Vanuit Kars loopt er een schitterende route naar de Iraanse grens. In Erzurum zijn bij het Iraanse consulaat relatief makkelijk visa te verkrijgen. Een sloppenwijk in Kars Foto Nienke van Atteveldt Een minaret in het Turkse Kars, vlak aan de grens met Armenië Foto Eric Bouvet/VII Network/HH Grensstad Kars Binnenplaats van Hotel Sneeuwzicht Foto Nienke van Atteveldt

Transcript of Grensstad Kars Huilen v an ar moede - Harlem Shuffledj bij de lokaleomroep, denkt dat Pamuk wel een...

Page 1: Grensstad Kars Huilen v an ar moede - Harlem Shuffledj bij de lokaleomroep, denkt dat Pamuk wel een beetjeoverdrijft als hij Karsin verband brengt met spanningen tussen islamisten

Huilen van armoede

Re i ze n

Ro u t elangs delocaties uit‘Sneeuw’van Pamuk

De Turkse schrijver Orhan

Pamuk heeft in zijn

bekende roman ‘Sneeuw’

de oostelijke grensstad

Kars in één klap

wereldberoemd gemaakt.

„We zien graag de

toeristen komen, maar

Pamuk mag wegblijven.”

Dimitri Tokmetzis

De ijskoude winter staat voor dedeur, maar als in de verfwinkel vanVedat Akçayöz de bekende TurkseNobelprijswinnaar ter sprakekomt, lijkt de temperatuur een

paar graden extra te zakken. „Orhan Pamuk?Orhan Yamuk, zal je bedoelen”, klaagt een vande vele besnorde bezoekers die voor een kopkoffie en een praatje binnenwandelt. Yamuk isstraattaal voor leugenaar.

Akçayöz, verfhandelaar, columnist en plaat-selijke cultuurpaus, blijft rustig achter zijnenorme bureau zitten en maant het gezelschaptot kalmte. Neem Sneeuw, Pamuks bekendeboek, niet al te serieus, drukt hij de bezoekersop het hart. „Het is hier geen Erzurum of Konya(twee zeer conservatieve steden in Turkije, DT).We hebben nooit problemen gehad met politie-ke islamisten. En dan zijn opmerkingen over deArmeense genocide. De Turken hebben bloedaan hun handen, maar zij ook!”

Pamuks impopulaire opvattingen over de Ar-meense genocide zijn nauwelijks terug te vin-den in het boek, de spanning over de opkomstvan de politieke islam wel. De Turkse dichter Kakomt midden in de winter naar Kars om de ver-kiezingen te verslaan. De islamistische Wel-vaartspartij stevent af op een klinkende over-winning. Daarnaast onderzoekt Ka een golf vanzelfmoorden onder vrome meisjes.

Door de hevige sneeuwval raakt Kars drie da-gen van de buitenwereld afgesloten. De opvoe-ring van het toneelstuk Vaderland of sluier in hetGewestelijk Theater ontaardt in een coup, ge-leid door een seculiere acteur die altijd eens Ata-türk had willen spelen. Ka legt de standpuntenen motieven bloot van de verschillende partijenen probeert zich staande te houden in een ver-warrend spel van liefde, verraad en politiek.

Verfhandelaar Akçayöz is niet blij hoe Pamukzijn stad aan een wereldpubliek presenteerde:armoedig, provinciaal en reactionair. „Karsheeft zoveel te bieden. Hier wonen Turken,Koerden, Azeri’s, Turkmenen, Yerlis, Kara-papaks en afstammelingen van Russen, Geor-giërs, Armeniërs, Grieken en Molokans (een pa-cifistische Russische sekte, red.). Die hebben al-lemaal hun rijke cultuur achtergelaten.”

Maar, zegt Akçayöz, de toeristen kwamen in-eens naar deze uiterste hoek van Turkije om tezien waar hun geliefde boek zich afspeelde.„Negentig procent meer dan voor publicatie”,smult de verfhandelaar. Een aantal personagesen de meeste locaties in het boek bestaan echt.Hij besloot daarom een route uit te stippelen ineen gidsje dat deze zomer is verschenen.

De route brengt het lezerspubliek langs alleplekken uit het boek, zoals Hotel Sneeuwzicht,waar Ka verblijft en dat meneer Turgut met zijndochters Ipek en Kadife bestiert; LunchroomHet Nieuwe Leven, waar de directeur van de le-rarenopleiding wordt vermoord; het Geweste-

lijk Theater, toneel van de kolderieke coup; Ho-tel Azië, waar de verschillende facties na de coupeen gezamenlijke verklaring aan de westersepers proberen op te stellen; het kantoor van deWelvaartspartij, waar Muhtar en Ka elkaar tref-fen.

Pamuk schetst een scherp en somber beeldvan de stad. „Het was niet de armoede of dewanhoop die hem zo aangreep, maar eenvreemd en hevig gevoel van eenzaamheid, in delege etalages van fotowinkels, in de bevroren ra-men van de theehuizen, die vol zaten met kaar-tende werklozen, op de met sneeuw overdekte,uitgestorven pleinen. Alsof iedereen dit oordvergeten was en er stilletjes sneeuw viel over heteinde van de wereld”, laat Pamuk zijn dichterdenken.

Op deze zonnige dag lijken fictie en werke-lijkheid echter flink uiteen te lopen. Uit allewinkels klinkt luide vrolijke muziek. Studen-ten flirten ongehinderd in cafés waar mannenén vrouwen ongedwongen mixen. Een jonge va-der paradeert trots achter een kinderwagen: eenzeldzaam gezicht buiten Ankara en Istanbul.De rechte, door de Russen aangelegde stratenvan de binnenstad zijn zojuist herbestraat. Opveel straathoeken verrijzen fonteinen en beel-den van vrouwen, met ontblote borsten. De ou-de kleurrijke herenhuizen aan de Atatürklaanen Faikbeystraat glimmen van de nieuwe verf.

Bij de Gewestelijke Omroep Kars, die in hetboek de coup live uitzendt, vinden de medewer-kers dan ook dat Pamuk de plank volledig heeftmisgeslagen. Regisseur Mustafa Uçarli: „Hal-verwege heb ik het boek weggegooid. Pamukschreef over een prostituée. Nou, die hebben wehier dus niet.”

F iliz Yildirim, een 21-jarige studente poli-tieke wetenschappen en parttime-radio-dj bij de lokale omroep, denkt dat Pamuk

wel een beetje overdrijft als hij Kars in verbandbrengt met spanningen tussen islamisten en se-culieren. Op de plaatselijke universiteit is hetwel eens hommeles, zegt ze. „Ve r s ch i l l e n d egroepen studenten staan tegenover elkaar.Koerden die de PKK steunen tegenover Koerdendie dat niet doen. Strenggelovigen tegenover se-culieren.” Maar meestal blijft het bij verbalek r a ch t p a t s e r ij.

Onder de meisjes gaat het er meer ontspan-nen aan toe. Ongeveer de helft van hen draagtbuiten de universiteitsmuren een hoofddoekje,zegt Yildirim, veel meer dan in Ankara, Izmir ofIstanbul. Zelf draagt ze geen hoofddoek. Deson-danks heeft ze veel vriendinnen die dat weldoen. Nooit een probleem geweest.

In Kaleiçi en Bayrampasa, de arme oude stads-wijken van Kars die Pamuk in zijn boek tot bas-tion van het politiek islamisme maakt, hebbende bewoners wel wat anders aan hun hoofd danpolitieke spanningen. Krakkemikkige huizenkruipen tegen de kasteelheuvel aan. Het zijn debuurten waar immigranten van oudsher eennieuw bestaan proberen op te bouwen, al droogtde stroom op. Sinds de jaren tachtig loopt destad leeg en verlieten meer dan 200.000 Karse-naren hun stad (er zijn er nog 77.000 over).

Zafer Aydemir (46), vers gekapt, strak in eenblauw glimmend pak, heeft Pamuks boek nietgelezen, maar één ding weet hij wel: in de armewijken verandert niets. „Vroeger hadden we een

rijke cultuur en wel vijf theaters. Nu hebben weer nog maar eentje. De binnenstad van Kars zijnze dan flink aan het opknappen, de rest van destad is vergeten”, verzucht Aydemir. „Kijk eensnaar deze troep”, zegt hij, zwaaiend naar dekrotten en stapels afval in Kaleiçi. Inderdaadlijkt alleen de binnenstad opgeknapt. Daarbui-ten houdt de bestrating op, begint de modderen lijken veel huizen elk moment te kunnen in-storten. In de overvolle, oude, doorrookte thee-huizen rond Halitpasastraat wordt over allesgemopperd door de vele werklozen die er huntijd doden.

Journalist Ercüment Dasdelen van de krantÖnder Gazetesi kan zich daar wel iets bij voorstel-len. „Veel vooruitgang is schone schijn. De men-sen huilen van de armoede.” Hij en zijn broerCem figureren in Pamuks roman als de tweezoons van meneer Serdar, de hoofdredacteurvan de Noordooster Koerier, die al het nieuws eendag van tevoren placht te schrijven. Op een oudepers (Heidelberg, 1960) drukken ze dagelijks500 exemplaren van hun krant en proberen deacht andere lokale krantjes van het lijf te hou-den.

Pamuk bracht vele uren door in de kleine re-dactieruimte aan de Faikbeystraat. Hij dronk erthee en at samen met hen kastanjes. Wat Ercü-ment betreft is de gelauwerde schrijver nietmeer welkom. „De wereld ziet ons als een stelfanatici. Pamuk hoeft hier niet meer te komen.Maar die extra toeristen zijn natuurlijk van har-te welkom.”�

De gids met route is te krijgen via Celil Ersoglu, diedagelijks alle hotels afloopt om toeristen rond te leidenof naar het nabijgelegen Ani te brengen.

Op veel straathoeken verrijzen

fonteinen en beelden van

vrouwen, met ontblote borsten

‘We hebben hier nooit

problemen gehad met

politieke islamisten’

In de buurt van KarsVan de twintig miljoen toeristen diejaarlijks Turkije aandoen, komen maarenkele tienduizenden naar het uiterstenoordoosten waar Kars ligt. Kars is eenuitvalsbasis voor de oude Armeensehoofdstad Ani, die aan de grens met Ar-menië ligt. De ruïnestad is opmerkelijkgoed bewaard gebleven en ligt middenin de uitgestrekte, totaal verlaten hoog-vlakte van noordoost-Turkije. Kars ligtook redelijk in de buurt van de Kaçkars,een ruig berggebied waar het wandel-toerisme sinds kort van de grond komt.Vanuit Kars loopt er een schitterenderoute naar de Iraanse grens. In Erzurumzijn bij het Iraanse consulaat relatiefmakkelijk visa te verkrijgen.

Een sloppenwijk in Kars Foto Nienke van Atteveldt

Een minaret in het Turkse Kars, vlak aan de grens met Armenië Foto Eric Bouvet/VII Network/HH

Grensstad Kars

Binnenplaats van Hotel Sneeuwzicht Foto Nienke van Atteveldt