Golden River MET-‐X cahiers
Transcript of Golden River MET-‐X cahiers
Golden River MET-‐X cahiers
Cahier 1: kleurrijke feestmuziek .
Trefwoorden: melodische instrumenten/percussie/binair-‐ternair/vraag en antwoord. Niveau: medium
Vooraf: deze muziek is een neerslag van mijn lange en boeiende samenwerking met Marokkaanse percussionisten in zeer uiteenlopende situaties. Ze vertrekt vanuit populaire noord-‐Afrikaanse ritmische patronen, gebruikt vraag-‐ en antwoord technieken en speelt met het binair-‐ternair gevoel. Er is ruimte voor improvisatie waarin zowel amateurs als professionelen hun gading in kunnen vinden. Ze resulteerde in de oprichting van verschillende ensembles als Al-‐Harmoniah, akadaka, Remork, Marockin’ Brass en meer. Dat zijn allemaal groepen die blaasinstrumenten combineren met (wereld) percussie. Maar het is ook perfect mogelijk om deze muziek uit te voeren in alle mogelijke bezettingen, met of zonder percussiesectie.
Ik raad aan om deze muziek op het gehoor aan te leren/uit het hoofd te spelen en er dan zelf creatief mee om te springen. De noten zijn niet heilig, er kunnen stemmen aan worden toegevoegd. Het ritme daarentegen moet juist zitten. Als alle partijen precies in elkaar passen, als het geheel draait als een perfecte machine, is dit de ideale feestmix voor hoofd én buik.
1. Gong Bong.
Gong Bong is opgebouwd rond een traditioneel rai ritme.
Rai-‐muziek onstond in de bars van de havenstad Oran (Algerije) in de jaren veertig en werd de daaropvolgende tien jaar erg populair bij matrozen maar ook bij de progressieve autochtone inwoners. Vanaf 1962 (onafhankelijkheid) werd rai dan weer verboden in Algerije. De teksten waren ongehoord open en expliciet, de muziek klonk rauw en de niet aflatende ritmiek zette aan tot dansen. Deze oorspronkelijke stijl kreeg in Europa een zekere bekendheid door de concerten van de zeer krasse dame Cheika Remitti, die na jaren toeren in het cabaretcircuit in Frankrijk vanaf 1986 ook optrad op grote podia. Haar doorrookte stem, haar twinkelende oogjes en de daarbij horende expliciete gebaren waren een revelatie voor het Europese publiek. Zij werd meestal begeleid op traditionele instrumenten als gasba (een hese, volkse variant op de ney-‐fluit), bendir (ronde raamtrommel met snaren) en de typische guellal (een lange, cylindervormige trommel die men onder de arm houdt).
Begin jaren negentig kreeg het genre een modern kleedje (drums, keyboard) en werd immens populair in Europa en daarbuiten. ‘Didi’ van cheb (jonge) Khaled is nog altijd een van de best verkochte cd’s op de wereldmuziek hitlijsten. In Frankrijk leunt het genre tegenwoordig aan bij de chanson traditie. Zie bv. Aisha, ook van Khaled.
Ik begon deze vraag en antwoord partijen te ontwikkelen voor Bagadski, een percussiegroep die werd geleid door mijn MET-‐X collega Jo Zanders. Die groep wilde voor enkele projecten blazers integreren in haar geluid. Later bouwde ik voort op dit gegeven en het nummer werd regelmatig bijgeschaafd, afhankelijk van de context.
- 3 -
sample
°
¢
°
¢
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™
™
™™
™
™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™
™
™™
™
™
1
2
3
4
5
6
Percussion
Djembe
Bongos
Cabasa
Congas
q = 96
q = 96
1
&
b
b .
.
.
Luc Mishalle
.
.
.
GONG BONG
&
b
b
.
. .
.
&
b
b
.
..
.
&
b
b
. . .
. .
&
b
b
.
.
.
.
.
.
?
b
b
. . .. .
/
/
/
/
/
Ó ≈ œœœ
œ Ó ≈
œœœ
œ
œ™ œ
œ
œ
Ó
œ ™ œœ
œ
Ó
œ ™ œœ
œ
Ó
œ™ œ
œ
œ
Ó
œ œ
≈
œ
r
‰
œ
j
‰ Œ œ œ ≈ œ
R
‰ œ
œ
Ó ≈
œœœ
œ
Ó ≈
œœœ
œ
œ œ
≈
œ
r‰
œ
j‰ Œ
œ œ
≈
œ
r
‰
œ
œ
œ
œ ™
œ
œ
œ
œ ™
œ
œ
œ
œ ™
œ
œ
œ
œ ™
œ
œ
Ϫ
Ϫ
Ϫ
Ϫ
œ
œ
Ϫ
Ϫ
Ϫ
Ϫ
œ
œ
≈
œ œ œ
≈
œ œ œ
≈
œ œ œ
≈
œ œ œ
≈
œ œ œ
≈
œ œ œ
≈
œ œ œ
≈
œ œ œ
œ œ
≈
œ
r
œ œ œ
≈
œ œ
≈
œ
r
œ œ œ
≈
œ œ
≈
œ
r
œ œ œ
≈
œ œ
≈
œ
r
œ œ œ
≈
œ œ
≈
œ
R
‰
œ œ
≈
œ
r
≈
œ
r
‰
œ œ
≈
œ
R
‰
œ œ
≈
œ
r
≈
œ
r
‰
- 6 -
sample
°
¢
°
¢
1.
2
3
4
5.
6.
Perc.
Djembe
Bongos
Cab.
Congas
3
&
b
bŸ
.
Ÿ
&
b
b
Ÿ
.
Ÿ
&
b
b
Ÿ
.
Ÿ
&
b
b
.
&
b
b
Ÿ
.
Ÿ
?
b
b
. . .. .
. . .
/
/
/
/
/
wœ
Œ Ó
w
w œ
Œ Ó
w
wœ
Œ Ó
w
œ
œœ
œœ
œœ
Œ œ
œœ
œœ
œœ
œ
wœ
Œ Ó
w
œ œ
≈
œ
r‰
œ
j‰ Œ
œ œ
≈
œ
r
‰
œ
œœ œ
≈
œ
r‰
œ
j‰ Œ
œ
œ ™
œ
œ
œ
œ ™
œ
œ
œ
œ ™
œ
œ
œ
œ ™
œ
œ
œ
œ ™
œ
œ
œ
œ ™
œ
œ
Ϫ
Ϫ
Ϫ
Ϫ
œ
œ
Ϫ
Ϫ
Ϫ
Ϫ
œ
œ
Ϫ
Ϫ
Ϫ
Ϫ
œ
œ
≈
œœœ
≈
œ œœ
≈
œœœ
≈
œ œœ
≈
œœœ
≈
œ œœ
≈
œœœ
≈
œ œœ
≈
œœœ
≈
œ œœ
≈
œœœ
≈
œ œœ
œ œœœœœ œœœ œœœ œœ œœ œ œ
≈
œ
r
œœ œ
≈
œ œ
≈
œ
r
œœ œ
≈
œ œœœœœ œœœ œœœ œœ œœ
œ œ
≈
œ
R
‰
œ œ
≈
œ
r
≈
œ
r
‰
œ œ
≈
œ
R
‰
œ œ
≈
œ
r
≈
œ
r
‰
œ œ
≈
œ
R
‰
œ œ
≈
œ
r
≈
œ
r
‰
- 7 -
sample
°
¢
°
¢
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™
™
™™
™
™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™
™
™™
™
™
1.
2
3
4
5.
6.
Perc.
Djembe
Bongos
Cab.
Congas
6
&
b
b
. .
.
.
.
.
.
.
&
b
b
. .
.
. .
.
&
b
b
. .
.
..
.
&
b
b .
. . .
. .
&
b
b
. . .
.
.
.
.
.
?
b
b
. .. . .
. .
/
/
/
/
/
œœœœœ
œœœœœ
Ó ≈ œœœ
œ Ó ≈
œœœ
œ
œœœœœ
œœœœœ
œ™ œ
œ
œ
Ó
œ ™ œœ
œ
Ó
œœœœœ
œœœœœ
œ ™ œœ
œ
Ó
œ™ œ
œ
œ
Ó
œ Œ œ
œœ œ
≈
œ
r
‰
œ
j
‰ Œ œ œ ≈œ
R
‰ œ
œ
œœœœœ
œœœœœ
Ó ≈
œœœ
œ
Ó ≈
œœœ
œ
œ œ
≈
œ
r
‰
œ
œœ œ
≈
œ
r‰
œ
j‰ Œ
œ œ
≈
œ
r
‰
œ
œ
œ
œ ™
œ
œ
œ
œ ™
œ
œ
œ
œ ™
œ
œ
œ
œ ™
œ
œ
œ
œ ™
œ
œ
œ
œ ™
œ
œ
Ϫ
Ϫ
Ϫ
Ϫ
œ
œ
Ϫ
Ϫ
Ϫ
Ϫ
œ
œ
Ϫ
Ϫ
Ϫ
Ϫ
œ
œ
≈
œœœ
≈
œ œœ
≈
œœœ
≈
œ œœ
≈
œœœ
≈
œ œœ
≈
œœœ
≈
œ œœ
≈
œœœ
≈
œ œœ
≈
œœœ
≈
œ œœ
œ œ
≈
œ
r
œœ œ
≈
œ œ
≈
œ
r
œœ œ
≈
œ œ
≈
œ
r
œœ œ
≈
œ œ
≈
œ
r
œœ œ
≈
œ œ
≈
œ
r
œœ œ
≈
œ œ
≈
œ
r
œœ œ
≈
œ œ
≈
œ
R
‰
œ œ
≈
œ
r
≈
œ
r
‰
œ œ
≈
œ
R
‰
œ œ
≈
œ
r
≈
œ
r
‰
œ œ
≈
œ
R
‰
œ œ
≈
œ
r
≈
œ
r
‰
- 8 -
sample
Cahier 2
Jetdance part 4 maakt deel uit van een cyclus die ik oorspronkelijk schreef voor een grote groep dansers en musici die meewerkten aan de Zinneke parade in Brussel. Dat is een tweejaarlijks evenement met meer dan 2.000 deelnemers, opgedeeld in groepen van telkens ongeveer honderd personen die bij elke editie nieuwe creaties ontwikkelen. Theater, kostuums, muziek, dans…alles komt aan bod.
In de percussiesectie van onze Zinnode -‐zo heet een Zinneke groep-‐ speelden ook Marokkaanse gnawa musici mee.
Gnawa (of gnaoua) is in oorsprong religieuze muziek. Vanaf de 18de eeuw begonnen geïmporteerde slaven uit West-‐Afrika hun animistische tradities te vermengen met elementen uit de islam en met de lokale berbercultuur. Zo ontstond een specifieke soort soefi-‐ of trancemuziek. Ook nu nog wordt soms een beroep gedaan op gnawa voor genezingen en uitdrijvingen. Maar het genre is sedert de jaren 60 uit de vorige eeuw sterk geseculariseerd. Zoals ook bij andere religieuze soefi tradities (derwishen uit Turkijë, Qawali uit Pakistan) spelen gnawa musici nu regelmatig op allerlei festivals, zowel in traditionele-‐ als in fusiebezetting. De muziek kon en kan ook op bijval rekenen bij veel Afro-‐Amerikaanse jazzmusici. Zo toerde de betreurde Don Cherry (vader van Neneh!) uitgebreid met Hassan Hakmoun en Mahmoud Guinea werkte met o.m. Bill Laswell en Pharoa Sanders. Het Belgische Mäâk collectief introduceerde diezelfde Mahmoud op jazz Middelheim enkele jaren geleden.
Er zijn twee vormen van gnawa. De ene wordt binnenshuis gespeeld op de sentir of hazjhoezj. Dat is een driesnarige akoestisch bas die erg percussief wordt bespeeld door de maâlem, de leider en tevens de voorzanger. De begeleiders/koorzangers ondersteunen hem ritmisch op krakeb of karkaba. Dat zijn grote metalen castagnetten. Voor interventies buiten (aankondiging van een huwelijk of een besnijdenis bv.) worden 2 grote trommels gebruikt, de tbel, die bespeeld worden met een dikke kromme stok en een dunne twijg. Verder ook de karkaba en soms de nfaffer, een koppel bazuinen. Er zijn gnawa broederschappen actief in verschillende steden. Essaouira, Marakkech, Casablanca en Tanger zijn de bekendste centra. Ook in noord west Algerijë bestaat de gnawa traditie. En nu dus ook in Europa. Alleen al in het Brussels gewest zijn gemiddeld zo’n 5 à 7 groepen actief.
In Jetdance introduceren we een basisritme van de gnawa. De surdo speelt de tbel partij, waarop natuurlijk een aantal variaties mogelijk zijn. Kenmerkend is opnieuw dat de eerste tijd nauwelijks hoorbaar is en dat de klemtoon op de 2de en 3de tijd ligt. De surdo partij is ook duidelijk ternair. Een driekwartsmaat dus. De shekere speelt hier de krakeb partij en die is dan weer duidelijk binair. Een eerste voobeeld van de alomtegenwoordige combinatie binair/ternair. Het binaire aspect wordt extra beklemtoond door de handclaps. De conga’s voegde ik zelf toe: ze combineren de twee en zijn een voorbode van de shaabi stijl (zie later).
De melodische partijen zijn ook een spielerei tussen binair en ternair. De eerste melodielijnen klinken duidelijk binair. Het is nuttig ze ook in 3/4 te oefenen, precies om de combinatie 2 en 3 goed onder de knie te krijgen. De baspartij daarentegen is manifest ternair.
Hoe bouwt me dergelijke stukken op? Iedereen kan er vrij mee omspringen natuurlijk maar persoonlijk laat ik de musici zelf kiezen waar ze invallen. Ik geef deze consignes mee: laat de
- 15 -
sample
°
¢
°
¢
q. = 126q. = 126
JETDANCE PART 4Luc Mishalle
q. = 126
Hand Claps
Bass Drum
Congas
Calebasse
1
2
3
4
5
6
7
6
8
6
8
6
8
6
8
6
8
6
8
6
8
6
8
6
8
6
8
6
8
/
/
/
/
&
&
&
&
&
∑ ∑ ∑ ∑ ∑
?
∑ ∑ ∑ ∑ ∑
&
∑ ∑ ∑ ∑ ∑
œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰
œ
œ œ
œ
œ œ
œ
œ œ
œ
œ œ
œ
œ œ
œ œ
œ œ
‰
œ
J
‰
œ
Jœ
œ œ
œ œ
‰
œ
J
‰
œ
Jœ
œ œ
œ œ
œ
>
œ œ œ
>
œ œ œ
>
œ œ œ
>
œ œ œ
>
œ œ œ
>
œ œ œ
>
œ œ œ
>
œ œ œ
>
œ œ œ
>
œ œ
œ ™œœœ
Ϫ
œœœ
œ ™œœœ
œ
j
‰ ‰ Œ™
œ ™œœœ
œ ™ œ
œœ
Ϫ
œœœ
œ ™ œ
œœ
œ
J
‰ ‰ Œ™
œ ™ œ
œœ
œ ™œ œ
œœ ™
œ œœ
œ ™œ œ
œœ
j
‰ ‰ Œ™
œ ™œ œ
œ
œ ™œœœ
œ™ œ
œœ
œ ™œœœ
œ
J‰ ‰ Œ
™
œ ™œœœ
- 17 -
sample
°
¢
°
¢
6
H.C.
Bass Drum
Congas
Clbs.
1
2
3
4
5
6
7
/
/
/
/
&
&
&
&
&
∑ ∑ ∑
?
∑ ∑ ∑
&
∑ ∑ ∑ ∑ ∑ ∑
œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰
œ
œ œ
œ
œ œ
œ
œ œ
œ
œ œ
œ
œ œ
œ
œ œ
‰
œ
J
‰
œ
Jœ
œ œ
œ œ
‰
œ
J
‰
œ
Jœ
œ œ
œ œ
‰
œ
J
‰
œ
Jœ
œ œ
œ œ
œ
>
œ œ œ
>
œ œ œ
>
œ œ œ
>
œ œ œ
>
œ œ œ
>
œ œ œ
>
œ œ œ
>
œ œ œ
>
œ œ œ
>
œ œ œ
>
œ œ œ
>
œ œ
Ϫ
œœœ
œ ™ œœœ
œ
j
‰ ‰ Œ™
œ ™œœœ
Ϫ
œœœ
œ ™œœœ
Ϫ
œœœ
œ ™ œœœ
œ
j
‰ ‰ Œ™
œ ™ œ
œœ
Ϫ
œœœ
œ ™ œ
œœ
œ ™œ œ
œœ ™ œ
œœ
œ
j ‰ ‰ Œ™
œ ™œ œ
œœ ™
œ œœ
œ ™œ œ
œ
œ™ œ
œœ
œ ™œœœ
œ
J‰ ‰ Œ
™
œ ™œœœ
œ™ œ
œœ
œ ™œœœ
œœœœ
‰
œœ
j
‰ ‰
œœ
œ
œ
œ
œ œœœœ
‰
œœ
j
‰ ‰
Œ
œ œ
Œ
œ œ
Œ œ œ
- 18 -
sample
Cahier 3: Gnawki
Gnawki is een verzameling van muzikale zinnen die bij elkaar passen. Deze zeer losse vorm van samenspel leent zich bijzonder goed voor allerlei parades. Men kan er structuur aan geven of de musici volledig vrij laten in het aantal herhalingen, men kan er cyclisch mee omspringen, sommige instrumentengroepen kunnen een tijd rusten, men kan erover soleren en de zinnen kunnen makkelijk gememoriseerd worden. Gnawki is ook zeer rekbaar in tijd: men kan een gebalde versie van 2 minuten spelen, maar men kan er evengoed een kwartier op voortborduren.
Gnawki is geënt op de ritmiek van gnawa parades.
Gnawa musici organiseren elk jaar twee belangrijke religieus geïnspireerde optochten. De Shabana houdt men in de maand voorafgaand aan de ramadan en de Moloud wordt eind januari of begin februari opgevoerd om de geboorte van de profeet te vieren. Beide optochten monden uit in een traditionele Lila. Een Lila is een typisch gnaoua evenement dat heel de nacht kan duren. De maâlem en zijn musici bezingen allerlei profeten en heiligen (sidi) en er vinden rituelen plaats. Voor sommige aanwezigen betekent deelname aan de lila een vorm van spirituele reiniging.
Ondertussen zijn ook deze parades deels geseculariseerd: men huurt occasioneel ook gnawa musici in om een bruiloftstoet met paarden en koetsen te begeleiden. Puur traditionele muziek wordt echter snel als eentonig ervaren door bevolkingsgroepen die buiten die bepaalde traditie staan. In Molenbeek werden wij gevraagd om de Shabana te kruiden met blazers om zo een breder publiek te kunnen bereiken.
Deze melodielijnen passen dus goed bij het eenvoudig basisritme dat door gnawa musici wordt gespeeld op twee tbels (grote trom) en een aantal karkaba (metalen castagnetten):
(a)
Maar je kan dit ritme dus evengoed spelen op pakweg een basdrum en een snaartrommel.
Bij dat getrommel hoort een even eenvoudige paradepas: rechtse voet ver vooruit, linkervoet beent –bijna-‐ bij, rechts licht achteruit tot op de hoogte van links en tenslotte een kleine pas voorwaarts met links. En opnieuw. Iedere speler vult dit gegeven redelijk vrij in: wie moe is houdt zich zonder franjes aan de basispas, wie opgewonden raakt kan huppelen en er een heuse dans uit puren. Qua beweging helemaal anders dan de traditionele fanfaremarsen dus. Op plaatsen waar het publiek zich verzamelt evolueert dit ritme naar een complexe dansroutine.
Maat 1 en 2 dienen als introductie: zij kunnen een onbeperkt aantal keren worden herhaald. Iemand begint met de grondtoon en andere musici volgen en harmoniseren er bovenop tot iemand een teken geeft zoals in maat 3 en 4.
Vanaf maat 5 speelt men cycli van 4 maten, die telkens ook een onbeperkt aantal keren kunnen worden herhaald. Men kan deze cycli langzaam ontwikkelen door eerst unisono te spelen en geleidelijk te harmoniseren. Daarna kunnen spelers op eigen initiatief of op aangeven van een dirigent nieuwe zinnen inbrengen zoals in maat 9 en 13.
De zin:
Cahier 3: Gnawki
Gnawki is een verzameling van muzikale zinnen die bij elkaar passen. Deze zeer losse vorm van samenspel leent zich bijzonder goed voor allerlei parades. Men kan er structuur aan geven of de musici volledig vrij laten in het aantal herhalingen, men kan er cyclisch mee omspringen, sommige instrumentengroepen kunnen een tijd rusten, men kan erover soleren en de zinnen kunnen makkelijk gememoriseerd worden. Gnawki is ook zeer rekbaar in tijd: men kan een gebalde versie van 2 minuten spelen, maar men kan er evengoed een kwartier op voortborduren.
Gnawki is geënt op de ritmiek van gnawa parades.
Gnawa musici organiseren elk jaar twee belangrijke religieus geïnspireerde optochten. De Shabana houdt men in de maand voorafgaand aan de ramadan en de Moloud wordt eind januari of begin februari opgevoerd om de geboorte van de profeet te vieren. Beide optochten monden uit in een traditionele Lila. Een Lila is een typisch gnaoua evenement dat heel de nacht kan duren. De maâlem en zijn musici bezingen allerlei profeten en heiligen (sidi) en er vinden rituelen plaats. Voor sommige aanwezigen betekent deelname aan de lila een vorm van spirituele reiniging.
Ondertussen zijn ook deze parades deels geseculariseerd: men huurt occasioneel ook gnawa musici in om een bruiloftstoet met paarden en koetsen te begeleiden. Puur traditionele muziek wordt echter snel als eentonig ervaren door bevolkingsgroepen die buiten die bepaalde traditie staan. In Molenbeek werden wij gevraagd om de Shabana te kruiden met blazers om zo een breder publiek te kunnen bereiken.
Deze melodielijnen passen dus goed bij het eenvoudig basisritme dat door gnawa musici wordt gespeeld op twee tbels (grote trom) en een aantal karkaba (metalen castagnetten):
(a)
Maar je kan dit ritme dus evengoed spelen op pakweg een basdrum en een snaartrommel.
Bij dat getrommel hoort een even eenvoudige paradepas: rechtse voet ver vooruit, linkervoet beent –bijna-‐ bij, rechts licht achteruit tot op de hoogte van links en tenslotte een kleine pas voorwaarts met links. En opnieuw. Iedere speler vult dit gegeven redelijk vrij in: wie moe is houdt zich zonder franjes aan de basispas, wie opgewonden raakt kan huppelen en er een heuse dans uit puren. Qua beweging helemaal anders dan de traditionele fanfaremarsen dus. Op plaatsen waar het publiek zich verzamelt evolueert dit ritme naar een complexe dansroutine.
Maat 1 en 2 dienen als introductie: zij kunnen een onbeperkt aantal keren worden herhaald. Iemand begint met de grondtoon en andere musici volgen en harmoniseren er bovenop tot iemand een teken geeft zoals in maat 3 en 4.
Vanaf maat 5 speelt men cycli van 4 maten, die telkens ook een onbeperkt aantal keren kunnen worden herhaald. Men kan deze cycli langzaam ontwikkelen door eerst unisono te spelen en geleidelijk te harmoniseren. Daarna kunnen spelers op eigen initiatief of op aangeven van een dirigent nieuwe zinnen inbrengen zoals in maat 9 en 13.
De zin:
- 22 -
sample
°
¢
°
¢
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
q = 102
q = 102
GNAWKILuc Mishalle
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
Snare Drum
Percussion
1
2
3
4
5
6
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
/
x X
/
&
b ∑ ∑
x X
signal
&
b
&
b
&
b
?
b
?
b
œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ
œ ™ œœ ™ œ
œ ™ œœ ™ œ
œ ™ œœ ™ œ
œ ™ œœ ™ œ
œ ™ œœ ™ œ
œ ™ œœ ™ œ
œ
.
™ œ
.
™ œ‰œ
.
J
œ
.
œ
.
œ
.
™ œ
.
™ œ‰œ
.
J
œ
.
œ
.
œ™ œ
Œ Óœ
.
™ œ
.
™ œ‰œ
.
J
œ
.
œ
.
œ
.
™œ
.
™œ
‰
œ
.
j
œ
.
œ
.
œ ™ œ
Œ Ó
œ
.
™œ
.
™œ
‰
œ
.
j
œ
.
œ
.
œ
.
™œ
.
™œ
‰
œ
.
j
œ
.
œ
.
œ ™ œ
Œ Ó
œ
.
™œ
.
™œ
‰
œ
.
j
œ
.
œ
.
œ
.
™ œ
.
™ œ‰œ
.
j
œ
.
œ
.
œ™ œ
Œ Óœ
.
™ œ
.
™ œ‰œ
.
j
œ
.
œ
.
œ
.
™ œ
.
™ œ‰œ
.
j
œ
.
œ
.
œ™ œ
Œ Óœ
.
™ œ
.
™ œ‰œ
.
j
œ
.
œ
.
- 24 -
sample
°
¢
°
¢
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
Sn. Dr.
Perc.
1
2
3
4
5
6
/
/
&
b ∑
&
b ∑
&
b ∑
&
b
?
b
?
b
œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ
œ ™ œœ ™ œ
œ ™ œœ ™ œ
œ ™ œœ ™ œ
œ ™ œœ ™ œ
œ ™ œœ ™ œ
œ ™ œœ ™ œ
œ
.
™œ
.
™œ™
Œ Œ™
œœœ œ
‰ ‰
œ
.
J
œ
.
™œ
.
™œ™
Œ Œ™
œ
œœ œ
‰ ‰œ
.
J
œ
.
™ œ
.
™ œ ™ Œ Œ™
œ
œ
œ œ
‰ ‰
œ
.
j
œ
.
™ œ
.
™ œ ™Œ
œ
.
™œ
.
™œ
‰
œ
.
j
œ
.
œ
.
œ ™ œ
Œ Ó
œ
.
™œ
.
™œ™
Œœ
.
™ œ
.
™ œ‰œ
.
j
œ
.
œ
.
œ™ œ
Œ Ó
œ
.
™œ
.
™œ™
Œœ
.
™ œ
.
™ œ‰œ
.
j
œ
.
œ
.
œ™ œ
Œ Ó
- 25 -
sample
°
¢
°
¢
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
Sn. Dr.
Perc.
1
2
3
4
5
6
/
/
&
b ∑ ∑
&
b ∑ ∑
&
b ∑
&
b
?
b
?
b
œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ
œ ™ œœ ™ œ
œ ™ œœ ™ œ
œ ™ œœ ™ œ
œ ™ œœ ™ œ
œ ™ œœ ™ œ
œ ™ œœ ™ œ
Ϊ
œœœ œ ‰ ‰ œ
.
j
Ϊ
œ
œœ œ
‰ ‰
œ
.
j
Ϊ
œ
œ
œ œ
‰ ‰
œ
.
j
œœ
œœ
œ
œ œ
‰ ‰
œ œ
œ
.
™œ
.
™œ
‰
œ
.
j
œ
.
œ
.
œ ™œ
Œ Ó
œœ
œœ
œ
œ œ
‰ ‰
œ œ
œ
.
™ œ
.
™ œ‰œ
.
j
œ
.
œ
.
Ϫ
œ
Œ Óœ
.
™ œ
.
™ œ‰
œ
.
j
œ
.
œ
.
œ
.
™ œ
.
™ œ‰œ
.
j
œ
.
œ
.
Ϫ
œ
Œ Óœ
.
™ œ
.
™ œ‰
œ
.
j
œ
.
œ
.
- 26 -
sample
Cahier 4 shabby
Shabby is Engels voor: een beetje slordig, haastig ineengeknutseld. Ik schreef dit nummer weliswaar in ijltempo uit,op één namiddag, omdat ik nieuw materiaal moest hebben voor een workshop diezelfde avond in Leuven. Maar shabby groeide daarna snel uit tot een bescheiden ‘classic’ die steevast het publiek aan het dansen krijgt.
Shabby refereert ook naar shaabi, de verzamelnaam voor allerlei soorten populaire muziek in de Maghreb. Shaabi betekent volks, populair. Zoals de Banque Shaabi gewoon Volksbank betekent, zo kan shaabi muziek vertaald worden als volksmuziek, maar dan in alle mogelijke vormen en met alle mogelijke invloeden. Shaabi wordt gespeeld op allerlei traditionele instrumenten, maar evengoed op voorgeprogrammeerde synthesizers en dito beats . De invloeden kunnen zeer divers zijn: van allerlei soorten rurale berbermuziek over hitsige stadsmuziek tot vormen van soefi muziek. Maar hoe het ook klinkt of waaruit de dominante invloed ook bestaat, het is muziek met roots in de Maghreb. Shaabi klinkt heel anders dan sharki, wat ‘uit het oosten’ betekent. Sharki is geïmporteerde Arabische –vooral Egyptische-‐ muziek die gekenmerkt wordt door een andere ritmiek (meestal binair) en door een ander toonstelsel (maqams,waarbij ook kwarttonen worden gebruikt). Onder invloed van Oum Kalthoum kende die stijl vanaf 1950 ook in de Maghreb veel bijval, vooral bij de stedelijke middenklasse. Sharki verwaterde in Marokko echter snel tot een soort variétémuziek met flauwe charmezangers. De andere grote muziekstroom in de Maghreb is Arabo-‐Andalousische muziek, die kan worden omschreven als kunstmuziek. Ze heeft een zeer rijke traditie die teruggaat tot de 15de eeuw toen op het Iberisch schiereiland de eerste conservatoria werden opgericht en waar allerlei invloeden –berber, arabisch, gregoriaans,sefardisch-‐ samensmolten tot deze nieuwe vorm die sindsdien van generatie tot generatie op het gehoor wordt overgedragen.
In shabby wordt een up-‐tempo shaabi ritme gespeeld. Ideaal voor feesten met een uitgelaten sfeer. De blazers geven de groove aan met deze formule:
(a)
die weer heel nadrukkelijk in de buurt komt van het bekende latin claves ritme dat reeds vermeld werd bij gongbong:
(b)
Alleen de timing van de laatste twee noten is verschillend. Ternair bij shaabi, binair in latin.
Het bongopatroon, dat door de handclaps wordt geaccentueerd, is duidelijk. Zoals eerder gezien fungeert de doum of de dubbele doum ook hier als optijd. Op een drumstel zou je dit bongo patroon op de gesloten hi-‐hat kunnen spelen, met de doums op de snaartrommel. De handclaps komen dan op de basdrum. Interessanter maar minder evident wordt het als de basdrum het patroon van de surdo speelt:
(c)
Maar wat het geheel duidelijk shaabi, en dus Maghreb doet klinken is de conga lijn:
(d)
Cahier 4 shabby
Shabby is Engels voor: een beetje slordig, haastig ineengeknutseld. Ik schreef dit nummer weliswaar in ijltempo uit,op één namiddag, omdat ik nieuw materiaal moest hebben voor een workshop diezelfde avond in Leuven. Maar shabby groeide daarna snel uit tot een bescheiden ‘classic’ die steevast het publiek aan het dansen krijgt.
Shabby refereert ook naar shaabi, de verzamelnaam voor allerlei soorten populaire muziek in de Maghreb. Shaabi betekent volks, populair. Zoals de Banque Shaabi gewoon Volksbank betekent, zo kan shaabi muziek vertaald worden als volksmuziek, maar dan in alle mogelijke vormen en met alle mogelijke invloeden. Shaabi wordt gespeeld op allerlei traditionele instrumenten, maar evengoed op voorgeprogrammeerde synthesizers en dito beats . De invloeden kunnen zeer divers zijn: van allerlei soorten rurale berbermuziek over hitsige stadsmuziek tot vormen van soefi muziek. Maar hoe het ook klinkt of waaruit de dominante invloed ook bestaat, het is muziek met roots in de Maghreb. Shaabi klinkt heel anders dan sharki, wat ‘uit het oosten’ betekent. Sharki is geïmporteerde Arabische –vooral Egyptische-‐ muziek die gekenmerkt wordt door een andere ritmiek (meestal binair) en door een ander toonstelsel (maqams,waarbij ook kwarttonen worden gebruikt). Onder invloed van Oum Kalthoum kende die stijl vanaf 1950 ook in de Maghreb veel bijval, vooral bij de stedelijke middenklasse. Sharki verwaterde in Marokko echter snel tot een soort variétémuziek met flauwe charmezangers. De andere grote muziekstroom in de Maghreb is Arabo-‐Andalousische muziek, die kan worden omschreven als kunstmuziek. Ze heeft een zeer rijke traditie die teruggaat tot de 15de eeuw toen op het Iberisch schiereiland de eerste conservatoria werden opgericht en waar allerlei invloeden –berber, arabisch, gregoriaans,sefardisch-‐ samensmolten tot deze nieuwe vorm die sindsdien van generatie tot generatie op het gehoor wordt overgedragen.
In shabby wordt een up-‐tempo shaabi ritme gespeeld. Ideaal voor feesten met een uitgelaten sfeer. De blazers geven de groove aan met deze formule:
(a)
die weer heel nadrukkelijk in de buurt komt van het bekende latin claves ritme dat reeds vermeld werd bij gongbong:
(b)
Alleen de timing van de laatste twee noten is verschillend. Ternair bij shaabi, binair in latin.
Het bongopatroon, dat door de handclaps wordt geaccentueerd, is duidelijk. Zoals eerder gezien fungeert de doum of de dubbele doum ook hier als optijd. Op een drumstel zou je dit bongo patroon op de gesloten hi-‐hat kunnen spelen, met de doums op de snaartrommel. De handclaps komen dan op de basdrum. Interessanter maar minder evident wordt het als de basdrum het patroon van de surdo speelt:
(c)
Maar wat het geheel duidelijk shaabi, en dus Maghreb doet klinken is de conga lijn:
(d)
Cahier 4 shabby
Shabby is Engels voor: een beetje slordig, haastig ineengeknutseld. Ik schreef dit nummer weliswaar in ijltempo uit,op één namiddag, omdat ik nieuw materiaal moest hebben voor een workshop diezelfde avond in Leuven. Maar shabby groeide daarna snel uit tot een bescheiden ‘classic’ die steevast het publiek aan het dansen krijgt.
Shabby refereert ook naar shaabi, de verzamelnaam voor allerlei soorten populaire muziek in de Maghreb. Shaabi betekent volks, populair. Zoals de Banque Shaabi gewoon Volksbank betekent, zo kan shaabi muziek vertaald worden als volksmuziek, maar dan in alle mogelijke vormen en met alle mogelijke invloeden. Shaabi wordt gespeeld op allerlei traditionele instrumenten, maar evengoed op voorgeprogrammeerde synthesizers en dito beats . De invloeden kunnen zeer divers zijn: van allerlei soorten rurale berbermuziek over hitsige stadsmuziek tot vormen van soefi muziek. Maar hoe het ook klinkt of waaruit de dominante invloed ook bestaat, het is muziek met roots in de Maghreb. Shaabi klinkt heel anders dan sharki, wat ‘uit het oosten’ betekent. Sharki is geïmporteerde Arabische –vooral Egyptische-‐ muziek die gekenmerkt wordt door een andere ritmiek (meestal binair) en door een ander toonstelsel (maqams,waarbij ook kwarttonen worden gebruikt). Onder invloed van Oum Kalthoum kende die stijl vanaf 1950 ook in de Maghreb veel bijval, vooral bij de stedelijke middenklasse. Sharki verwaterde in Marokko echter snel tot een soort variétémuziek met flauwe charmezangers. De andere grote muziekstroom in de Maghreb is Arabo-‐Andalousische muziek, die kan worden omschreven als kunstmuziek. Ze heeft een zeer rijke traditie die teruggaat tot de 15de eeuw toen op het Iberisch schiereiland de eerste conservatoria werden opgericht en waar allerlei invloeden –berber, arabisch, gregoriaans,sefardisch-‐ samensmolten tot deze nieuwe vorm die sindsdien van generatie tot generatie op het gehoor wordt overgedragen.
In shabby wordt een up-‐tempo shaabi ritme gespeeld. Ideaal voor feesten met een uitgelaten sfeer. De blazers geven de groove aan met deze formule:
(a)
die weer heel nadrukkelijk in de buurt komt van het bekende latin claves ritme dat reeds vermeld werd bij gongbong:
(b)
Alleen de timing van de laatste twee noten is verschillend. Ternair bij shaabi, binair in latin.
Het bongopatroon, dat door de handclaps wordt geaccentueerd, is duidelijk. Zoals eerder gezien fungeert de doum of de dubbele doum ook hier als optijd. Op een drumstel zou je dit bongo patroon op de gesloten hi-‐hat kunnen spelen, met de doums op de snaartrommel. De handclaps komen dan op de basdrum. Interessanter maar minder evident wordt het als de basdrum het patroon van de surdo speelt:
(c)
Maar wat het geheel duidelijk shaabi, en dus Maghreb doet klinken is de conga lijn:
(d)
- 32 -
sample
°
¢
°
¢
Luc MishalleSHABBY
q. = 66
q. = 66
Bongos
Hand Claps
Bass Drum
Congas
1
2
3
4
5
6
6
8
6
8
6
8
6
8
6
8
6
8
6
8
6
8
6
8
6
8
/
∑ ∑
/ ∑
/
∑ ∑
/
∑ ∑
&
∑ ∑ ∑
f
&
f
&
∑ ∑
?
∑
?
∑ ∑
?
∑ ∑
œ
>
œ œ œ
>
œ œ
œ
>
œ œ œ
>
œ
œ
>
œ œ œ
>
œ œ
œ
>
œ œ œ
>
œ
Ϊ
œ œ œ œ œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
œ œ
œ
œ œ
œ
œ œ
œ
œ œ
‰
œ
œ
≈
œ
J
≈
œ
j
‰
œ
œ
≈
œ
J
≈
œ
j
Ó ≈
œœ
œ
œ œ œ
≈
œ œ
≈
œ œ œ
≈
œ œ
≈
œ œ œ
≈
œ œ
≈
œ œ œ
≈ ‰
œ
œœ
œ œ œ
≈
œ œ
≈
œ œ œ
≈
œ œ
≈
œ œ œ
≈
œ œ
≈
œ œ œ
≈
œ œ
≈
œ œ œ
≈
œ œ
≈
œ œ
œ ≈
œ
J≈ œ
jœ œ
œ ≈
œ
J≈ œ
j
œ
.
™œ
œ
œ
.
™œ
œ
œ
.
™œ
œ
œ
.
™œ
œ
- 34 -
sample
°
¢
°
¢
™
™
™™
™
™
™
™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
5
Bongos
H.C.
Bass Drum
Congas
1
2
3
4
5
6
/
/
/
/
&
&
&
?
?
?
œ
>
œ œ œ
>
œ œ
œ
>
œ œ œ
>
œ
œ
>
œ œ œ
>
œ œ
œ
>
œ œ œ
>
œ
œ
>
œ œ œ
>
œ œ
œ
>
œ œ œ
>
œ
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
œ œ
œ
œ œ
œ
œ œ
œ
œ œ
œ
œ œ
œ
œ œ
‰
œ
œ
≈
œ
J
≈
œ
j
‰
œ
œ
≈
œ
J
≈
œ
j
‰
œ
œ
≈
œ
J
≈
œ
j
œœ
œœœ
≈œ
.
œœœ
œœ
œœœ
‰ ≈
œœ
œœœ
œœœ
≈œ
.
œœœ
œ
œœ
œ
œ
≈
œ
.
œ
œ
œ
œ
œœ
œ
œ
‰ ≈
œ
œœ
œ
œœ
œ
œ
≈
œ
.
œ
œ
œ
œ œ œ
≈
œ œ
≈
œ œ œ
≈
œ œ
≈
œ œ œ
≈
œ œ
≈
œ œ œ
≈
œ œ
≈
œ œ œ
≈
œ œ
≈
œ œ œ
≈
œ œ
≈
œ œ
œ ≈
œ
J≈ œ
jœ œ
œ ≈
œ
J≈ œ
jœ œ
œ ≈
œ
J≈ œ
j
œ
.
™œ
œ
œ
.
™œ
œ
œ
.
™œ
œ
œ
.
™œ
œ
œ
.
™œ
œ
œ
.
™œ
œ
- 35 -
sample
°
¢
°
¢
8
Bongos
H.C.
Bass Drum
Congas
1
2
3
4
5
6
/
/
/
/
&
&
&
?
?
?
œ
>
œœ œ
>
œœ
œ
>
œœœ
>
œ
œ
>
œœœ
>
œœ
œ
>
œœœ
>
œ
œ
>
œœœ
>
œœ
œ
>
œœœ
>
œ
œ
>
œœ œ
>
œœ
œ
>
œœœ
>
œ
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
œ œ
œ
œ œ
œ
œ œ
œ
œ œ
œ
œ œ
œ
œ œ
œ
œ œ
œ
œ œ
‰
œ
œ
≈
œ
J
≈
œ
j
‰
œ
œ
≈
œ
J
≈
œ
j
‰
œ
œ
≈
œ
J
≈
œ
j
‰
œ
œ
≈
œ
J
≈
œ
j
œœ
œœœ
‰ ≈œ
œœ
œœœ
œ
œ≈œ
.
œ
œ
œ
œœœ
œ
œ‰ ≈
œœ
œœœ
œœœ
≈œ
.
œœœ
œ
œœ
œ
œ
‰ ≈
œ
œœ
œœœ
œ
œ
≈
œ
.
œ
œ
œ
œœœ
œ
œ
‰ ≈
œ
œœ
œ
œœ
œ
œ
≈
œ
.
œ
œ
œ
œ œ œ
≈
œ œ
≈
œ œ œ
≈
œ œ
≈
œ œ œ
≈
œ œ
≈
œ œ œ
≈
œ œ
≈
œ œ œ
≈
œ œ
≈œ œ œ
≈œ œ
≈œ œ œ
≈œ œ
≈
œ œ œ
≈
œ œ
≈
œ œ
œ ≈
œ
J≈œ
j
œ œ
œ≈
œ
J
≈œ
jœ œ
œ≈
œ
J
≈œ
j œ œ
œ ≈
œ
J≈ œ
j
œ
.
™œ
œ
œ
.
™œ
œ
œ
.
™ œ
œ
œ
.
™ œ
œ
œ
.
™ œ
œ
œ
.
™ œ
œ
œ
.
™œ
œ
œ
.
™œ
œ
- 36 -
sample
°
¢
°
¢
12
Bongos
H.C.
Bass Drum
Congas
1
2
3
4
5
6
/
/
/
/
&
&
&
?
?
?
œ
>
œ œ œ
>
œ œ
œ
>
œ œ œ
>
œ
œ
>
œ œ œ
>
œ œ
œ
>
œ œ œ
>
œ
œ
>
œ œ œ
>
œ œ
œ
>
œ œ œ
>
œ
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
j
≈
œ
œ œ
œ
œ œ
œ
œ œ
œ
œ œ
œ
œ œ
œ
œ œ
‰
œ
œ
≈
œ
J
≈
œ
j
‰
œ
œ
≈
œ
J
≈
œ
j
‰
œ
œ
≈
œ
J
≈
œ
j
œœ
œœœ
‰ ≈œ
œœ
œ
J
‰ ≈
œ
r
œ
œœ
‰ ≈
œ
œœ œ
‰ ≈œ
œœ
œ
œœ
œ
œ
‰ ≈
œ
œœ
œ
j
‰ ≈
œ
r
œœ
œ
‰ ≈
œœ
œ œ
‰ ≈
œ
œœ
œ œ œ
≈
œ œ
≈
œ œ œ
≈
œb œ
≈
œ œ œ
≈
œ œ
≈
œ œ œ
≈
œ œ
≈œ œ œ
≈ œ œ ≈œ œ œ
≈œ œ
≈
œ œ
œ ≈
œ
J≈ œ
j
œ œ
œ≈
œ
J
≈
œb
j
œ œ
œ
≈œ
J
≈
œ
j
œ
.
™œ
œ
œ
.
™œ
œ
œ
.
™ œ
œ
œ
.
b™
œ
œ
œ
.
™ œ
œ
œ
.
™ œ
œ
- 37 -
sample
Cahier 5 : flyzone
Flyzone is net als Shabby gebaseerd op een shaabi ritme, dit keer in 4/4. Het basdrumpatroon is schatplichtig aan de Aïssawa-‐muziek.
De gnawa musici vormen lang niet de enige soefi broederschap in Marokko. Ook de Aïssawa (of Issawa) zijn bekend voor hun mystieke genezingen en hun trance opwekkende rituelen. Men vindt ze vooral in Meknes en omstreken. Zoals bij alle andere broederschappen speelt zang een grote rol, maar ze bespelen ook de ghaita (de gh wordt als een keel-‐r uitgesproken) en de nfar. De ghaita is een luid dubbelriet instrument, zoals dat in allerlei variaties voorkomt in de meeste culturen. De ghaita musicus gebruikt de circulaire ademhalingstechniek, zodat je een doedelzak-‐effect krijgt: er zijn geen hoorbare adempauzes. Soms wordt de ghaita speler ritmisch ondersteund door 2 bazuinblazers die de nfar bespelen. Ook de combinatie dubbelriet/bazuin vindt men op heel veel plaatsen terug, vooral in Azië en in Afrika. Als percussie instrumenten gebruiken de Aïssawa bendirs (zie cheb chab) en vooral ook tarija’s. De tarija is een klein vaasvormig trommeltje dat met één hand wordt bespeeld. Een basisritme wordt versneden en verdeeld over verschillende spelers. Als ze dan samen spelen hoor je het volledig patroon, maar dan met een merkwaardig soort stereo effect.
Flyzone heeft dezelfde structuur als Shabby: een vrije intro, 2 keer de melodie, begeleiding voor improvisatie en terug naar de melodie. De melodielijn is opnieuw tweestemmig, de bas refereert naar het Aïssawa ritme, en andere spelers spelen strak geritmeerde open akkoorden. Eveneens zoals in Shabby kan iemand met de basisritmiek starten (en daar kunnen al allerlei geluiden op worden geïmproviseerd) en op teken gaat dit naadloos over in de melodie. Die melodielijn wordt best zeer puntig en staccato gespeeld. Wel even opletten voor wie de begeleidende akkoorden speelt: na de 4/4 van de intro gaat die begeleiding over naar 4 zinnetjes van 3/4 om dan met één maat 4/4 ter besluiten. Helemaal niet moeilijk, maar wel opletten! Men zou het dus ook zo kunnen opschrijven:
(a)
Het improvisatiegedeelte draait opnieuw rond twee akkoorden. Laat best eerst een tijd alleen de baslijn draaien. De andere partijen worden pas tegen het einde van de improvisatie toegevoegd. Als men alle partijen tegelijk speelt wordt het te druk voor wie improviseert. De baslijn onder de impro vertrekt trouwens vanuit dezelfde ritmiek als Gongbong. Zie ook de bijhorende opmerkingen daar.
Ook de basis percussiepartij van de binaire shaabi is quasi identiek aan het raï ritme. Men kan dus stellen dat raï een bepaalde variant van shaabi is. Dat wordt duidelijk als we ze naast elkaar zetten:
shaabi (b)
raï (c)
Regelmatig hoort men in Marokkaanse populaire muziek dat diezelfde binaire shaabi ritmiek naar het einde van een nummer naadloos naar een 6/8 versie overgaat. Het vergt soms wat puzzelwerk om dezelfde melodie aan het nieuwe ritme aan te passen, maar meestal lukt het wel.
(d)
Cahier 5 : flyzone
Flyzone is net als Shabby gebaseerd op een shaabi ritme, dit keer in 4/4. Het basdrumpatroon is schatplichtig aan de Aïssawa-‐muziek.
De gnawa musici vormen lang niet de enige soefi broederschap in Marokko. Ook de Aïssawa (of Issawa) zijn bekend voor hun mystieke genezingen en hun trance opwekkende rituelen. Men vindt ze vooral in Meknes en omstreken. Zoals bij alle andere broederschappen speelt zang een grote rol, maar ze bespelen ook de ghaita (de gh wordt als een keel-‐r uitgesproken) en de nfar. De ghaita is een luid dubbelriet instrument, zoals dat in allerlei variaties voorkomt in de meeste culturen. De ghaita musicus gebruikt de circulaire ademhalingstechniek, zodat je een doedelzak-‐effect krijgt: er zijn geen hoorbare adempauzes. Soms wordt de ghaita speler ritmisch ondersteund door 2 bazuinblazers die de nfar bespelen. Ook de combinatie dubbelriet/bazuin vindt men op heel veel plaatsen terug, vooral in Azië en in Afrika. Als percussie instrumenten gebruiken de Aïssawa bendirs (zie cheb chab) en vooral ook tarija’s. De tarija is een klein vaasvormig trommeltje dat met één hand wordt bespeeld. Een basisritme wordt versneden en verdeeld over verschillende spelers. Als ze dan samen spelen hoor je het volledig patroon, maar dan met een merkwaardig soort stereo effect.
Flyzone heeft dezelfde structuur als Shabby: een vrije intro, 2 keer de melodie, begeleiding voor improvisatie en terug naar de melodie. De melodielijn is opnieuw tweestemmig, de bas refereert naar het Aïssawa ritme, en andere spelers spelen strak geritmeerde open akkoorden. Eveneens zoals in Shabby kan iemand met de basisritmiek starten (en daar kunnen al allerlei geluiden op worden geïmproviseerd) en op teken gaat dit naadloos over in de melodie. Die melodielijn wordt best zeer puntig en staccato gespeeld. Wel even opletten voor wie de begeleidende akkoorden speelt: na de 4/4 van de intro gaat die begeleiding over naar 4 zinnetjes van 3/4 om dan met één maat 4/4 ter besluiten. Helemaal niet moeilijk, maar wel opletten! Men zou het dus ook zo kunnen opschrijven:
(a)
Het improvisatiegedeelte draait opnieuw rond twee akkoorden. Laat best eerst een tijd alleen de baslijn draaien. De andere partijen worden pas tegen het einde van de improvisatie toegevoegd. Als men alle partijen tegelijk speelt wordt het te druk voor wie improviseert. De baslijn onder de impro vertrekt trouwens vanuit dezelfde ritmiek als Gongbong. Zie ook de bijhorende opmerkingen daar.
Ook de basis percussiepartij van de binaire shaabi is quasi identiek aan het raï ritme. Men kan dus stellen dat raï een bepaalde variant van shaabi is. Dat wordt duidelijk als we ze naast elkaar zetten:
shaabi (b)
raï (c)
Regelmatig hoort men in Marokkaanse populaire muziek dat diezelfde binaire shaabi ritmiek naar het einde van een nummer naadloos naar een 6/8 versie overgaat. Het vergt soms wat puzzelwerk om dezelfde melodie aan het nieuwe ritme aan te passen, maar meestal lukt het wel.
(d)
Cahier 5 : flyzone
Flyzone is net als Shabby gebaseerd op een shaabi ritme, dit keer in 4/4. Het basdrumpatroon is schatplichtig aan de Aïssawa-‐muziek.
De gnawa musici vormen lang niet de enige soefi broederschap in Marokko. Ook de Aïssawa (of Issawa) zijn bekend voor hun mystieke genezingen en hun trance opwekkende rituelen. Men vindt ze vooral in Meknes en omstreken. Zoals bij alle andere broederschappen speelt zang een grote rol, maar ze bespelen ook de ghaita (de gh wordt als een keel-‐r uitgesproken) en de nfar. De ghaita is een luid dubbelriet instrument, zoals dat in allerlei variaties voorkomt in de meeste culturen. De ghaita musicus gebruikt de circulaire ademhalingstechniek, zodat je een doedelzak-‐effect krijgt: er zijn geen hoorbare adempauzes. Soms wordt de ghaita speler ritmisch ondersteund door 2 bazuinblazers die de nfar bespelen. Ook de combinatie dubbelriet/bazuin vindt men op heel veel plaatsen terug, vooral in Azië en in Afrika. Als percussie instrumenten gebruiken de Aïssawa bendirs (zie cheb chab) en vooral ook tarija’s. De tarija is een klein vaasvormig trommeltje dat met één hand wordt bespeeld. Een basisritme wordt versneden en verdeeld over verschillende spelers. Als ze dan samen spelen hoor je het volledig patroon, maar dan met een merkwaardig soort stereo effect.
Flyzone heeft dezelfde structuur als Shabby: een vrije intro, 2 keer de melodie, begeleiding voor improvisatie en terug naar de melodie. De melodielijn is opnieuw tweestemmig, de bas refereert naar het Aïssawa ritme, en andere spelers spelen strak geritmeerde open akkoorden. Eveneens zoals in Shabby kan iemand met de basisritmiek starten (en daar kunnen al allerlei geluiden op worden geïmproviseerd) en op teken gaat dit naadloos over in de melodie. Die melodielijn wordt best zeer puntig en staccato gespeeld. Wel even opletten voor wie de begeleidende akkoorden speelt: na de 4/4 van de intro gaat die begeleiding over naar 4 zinnetjes van 3/4 om dan met één maat 4/4 ter besluiten. Helemaal niet moeilijk, maar wel opletten! Men zou het dus ook zo kunnen opschrijven:
(a)
Het improvisatiegedeelte draait opnieuw rond twee akkoorden. Laat best eerst een tijd alleen de baslijn draaien. De andere partijen worden pas tegen het einde van de improvisatie toegevoegd. Als men alle partijen tegelijk speelt wordt het te druk voor wie improviseert. De baslijn onder de impro vertrekt trouwens vanuit dezelfde ritmiek als Gongbong. Zie ook de bijhorende opmerkingen daar.
Ook de basis percussiepartij van de binaire shaabi is quasi identiek aan het raï ritme. Men kan dus stellen dat raï een bepaalde variant van shaabi is. Dat wordt duidelijk als we ze naast elkaar zetten:
shaabi (b)
raï (c)
Regelmatig hoort men in Marokkaanse populaire muziek dat diezelfde binaire shaabi ritmiek naar het einde van een nummer naadloos naar een 6/8 versie overgaat. Het vergt soms wat puzzelwerk om dezelfde melodie aan het nieuwe ritme aan te passen, maar meestal lukt het wel.
(d) - 44 -
sample
°
¢
°
¢
°
¢
°
¢
°
¢
™
™
™™
™
™
™
™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
q = 92
q = 92
FLYZONE
Luc Mishalle
™
™
™™
™
™
™
™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
Bongos
Cabasa
Bass Drum
Congas
1
2
3
4
5
6
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
/
∑
signal
x X
/ ∑ ∑
x X
/
∑ ∑
x X
/
∑ ∑
x X
&
b
b
∑ ∑
x Xx X
&
b
b
x X
&
b
b
∑
INTRO
∑
x X
&
b
b
x X
?
b
b∑ ∑
x X
?
b
b
x X
Ó
œ œ
≈
œ
R
≈
œ œ œ
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
.
j
‰ Œ
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
.
j
‰ Œ
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
.
j
‰ Œ
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
.
j
‰ Œ
Ó™
œ œ
Ó™
œ œ
- 46 -
sample
°
¢
°
¢
°
¢
°
¢
°
¢
™
™
™™
™
™
™
™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
3
Bongos
Cab.
Bass Drum
Congas
1
2
3
4
5
6
/
/
/
/
&
b
b
&
b
b
&
b
b
&
b
b
?
b
b
?
b
b
œ
>
œ
≈
œ
>
R
≈
œ œ
œ
>
œ
≈
œ
>
R
‰
œ
jœ
>
œ
≈
œ
>
R
≈
œ œ
œ
>
œ
≈
œ
>
R
‰
œ
j
œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ
œ
.
™
Ϫ
œ
œ
.
™
Ϫ
œ
œ
.
™
Ϫ
œ
œ
.
™
Ϫ
œ
œ
J
≈
œ
R
œ
œ
œ œ œ œ
œ
œ
J
≈
œ
R
œ
œ
œ œ œ œ
œ
œ
.
œ œ œ
.
œ œ
.
œ
.
œ œœœœ
œœœœ
œ
œ
œœ
œ
œ
œ
.
œ œ œ
.
œ œ
.
œ
.
œ œœœœ
œœœœ
œ
œ
œœœ
œ
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
r ≈ ‰
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
r ≈ ‰
œ œ œ œ
≈
œ œ œ
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
r
≈ ‰
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
r
≈ ‰
œ œ œ œ
≈
œ œ œ
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
R
≈ ‰
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
R
≈ ‰
œ œ œ œ
≈
œ œ œ
œ ™œ™
œ
Ó
œ ™œ™
œ˙
- 47 -
sample
°
¢
°
¢
°
¢
°
¢
°
¢
5
Bongos
Cab.
Bass Drum
Congas
1
2
3
4
5
6
/
/
/
/
&
b
b
&
b
b
&
b
b
&
b
b
?
b
b
?
b
b
œ
>
œ
≈
œ
>
R
≈
œ œ
œ
>
œ
≈
œ
>
R
‰
œ
jœ
>
œ
≈
œ
>
R
≈
œ œ
œ
>
œ
≈
œ
>
R
‰
œ
j
œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ
œ
.
™
Ϫ
œ
œ
.
™
Ϫ
œ
œ
.
™
Ϫ
œ
œ
.
™
Ϫ
œ
œ
J
≈
œ
R
œ
œ
œ œ œ œ
œ
œ
J
≈
œ
R
œ
œ
œ œ œ œ
œ
œ
.
œ œ œ
.
œ
œ
.
œ
.
œœœœœ
œ
.
œœœœœ
.
Œ
œ
.
œ œ œ
.
œ
œ
.
œ
.
œœœœœ
œ
.
œœœœœ
.Œ
œ
r ≈ ‰
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
r ≈ ‰
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
r ≈ ‰ Œ
œ
r
≈ ‰
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
r
≈ ‰
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
r
≈ ‰ Œ
œ
R
≈ ‰
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
R
≈ ‰
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
R
≈ ‰ Œ
œ ™œ™
œ
Ó
œ ™œ™
œ
œ
.
Œ
- 48 -
sample
°
¢
°
¢
°
¢
°
¢
°
¢
7
Bongos
Cab.
Bass Drum
Congas
1
2
3
4
5
6
/
/
/
/
&
b
b
&
b
b
&
b
b
&
b
b
?
b
b
?
b
b
œ
>
œ
≈
œ
>
R
≈
œ œ
œ
>
œ
≈
œ
>
R
‰
œ
jœ
>
œ
≈
œ
>
R
≈
œ œ
œ
>
œ
≈
œ
>
R
‰
œ
j
œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ
œ
.
™
Ϫ
œ
œ
.
™
Ϫ
œ
œ
.
™
Ϫ
œ
œ
.
™
Ϫ
œ
œ
J
≈
œ
R
œ
œ
œ œ œ œ
œ
œ
J
≈
œ
R
œ
œ
œ œ œ œ
œ
œ
.
œ œ œ
.
œ œ
.
œ
.
œ œœœœ
œœœœ
œ
œ
œœ
œ
œ
œ
.
œ œ œ
.
œ œ
.
œ
.
œ œœœœ
œœœœ
œ
œ
œœœ
œ
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
r ≈ ‰
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
r ≈ ‰
œ œ œ œ
≈
œ œ œ
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
r
≈ ‰
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
r
≈ ‰
œ œ œ œ
≈
œ œ œ
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
R
≈ ‰
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
R
≈ ‰
œ œ œ œ
≈
œ œ œ
œ ™œ™
œ
Ó
œ ™œ™
œ˙
- 49 -
sample
°
¢
°
¢
°
¢
°
¢
°
¢
9
Bongos
Cab.
Bass Drum
Congas
1
2
3
4
5
6
/
/
/
/
&
b
b
&
b
b
&
b
b
&
b
b
?
b
b
?
b
b
œ
>
œ
≈
œ
>
R
≈
œ œ
œ
>
œ
≈
œ
>
R
‰
œ
jœ
>
œ
≈
œ
>
R
≈
œ œ
œ
>
œ
≈
œ
>
R
‰
œ
j
œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ
œ
.
™
Ϫ
œ
œ
.
™
Ϫ
œ
œ
.
™
Ϫ
œ
œ
.
™
Ϫ
œ
œ
J
≈
œ
R
œ
œ
œ œ œ œ
œ
œ
J
≈
œ
R
œ
œ
œ œ œ œ
œ
œ
.
œ œ œ
.
œ
œ
.
œ
.
œœœœœ
œ
.
œœœœœ
.
‰
œ
j
œ
.
œ œ œ
.
œ
œ
.
œ
.
œœœœœ
œ
.
œœœœœ
.‰
œ
j
œ
r ≈ ‰
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
r ≈ ‰
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
r ≈ ‰ Œ
œ
r
≈ ‰
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
r
≈ ‰
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
r
≈ ‰ Œ
œ
R
≈ ‰
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
R
≈ ‰
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
R
≈ ‰ Œ
œ ™œ™
œ
Ó
œ ™œ™
œ
œ
.
Œ
- 50 -
sample
°
¢
°
¢
°
¢
°
¢
°
¢
11
Bongos
Cab.
Bass Drum
Congas
1
2
3
4
5
6
/
/
/
/
&
b
b
&
b
b
&
b
b
&
b
b
?
b
b
?
b
b
œ
>
œ
≈
œ
>
R
≈
œ œ
œ
>
œ
≈
œ
>
R
‰
œ
jœ
>
œ
≈
œ
>
R
≈
œ œ
œ
>
œ
≈
œ
>
R
‰
œ
j
œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ
œ
.
™
Ϫ
œ
œ
.
™
Ϫ
œ
œ
.
™
Ϫ
œ
œ
.
™
Ϫ
œ
œ
J
≈
œ
R
œ
œ
œ œ œ œ
œ
œ
J
≈
œ
R
œ
œ
œ œ œ œ
œ
œ
.
œ œ œ
.
œ œ
.
œ
.
œ œœœœ
œœœœœ
œ
œ
œ
.
œ œ œ
.
œ œ
.
œ
.
œ œœœœ
œœœœœ
œ
œ
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
r≈ ‰
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
r≈ ‰
œ œ œ œ
≈
œ œ œ
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
r
≈ ‰
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
r
≈ ‰
œ œ œ œ
≈
œ œ œ
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
R
≈ ‰
œ œ œ œ
≈
œ œ œ œ
R
≈ ‰
œ œ œ œ
≈
œ œ œ
Ϫ
œ ™œ
Ó
Ϫ
œ ™œ
˙
- 51 -
sample
6. Cheb Chab.
In dit nummer komt het hoofdkenmerk van de populaire shaabi muziek duidelijk naar voor: de typische vermenging van binaire en ternaire ritmes, zowel in de melodielijnen als in de de percussiescore. Een combinatie dus van een 6/8 en een 3/4 gevoel. Je kan dit ook als een 12/8 ritme te beschouwen: 3/4 + 6/8. Het vergt enige oefening om hier soepel mee om te gaan. Zeker voor wie de baslijn speelt.
In 1984 reisde ik een eerste keer naar Marokko, samen met mijn blinde vriend en collega musicus Hassan Erraji. Hij had me een paar jaar daarvoor de basis van Marokkaanse ritmes bijgebracht en omdat we elk weekend in duo in een Tunesisch restaurant speelden (in Namen) leerde ik snel bij. Iets later vormden we met Jean Demey een behoorlijk succesvol trio: Belçikal. We speelden zowat overal in Europa, en vooral in Groot-‐Brittanië waar Loïs Lambert niet alleen ons management waarnam, maar met wiens Theatre of Shadows we ook regelmatig in het theatercircuit toerden. Ik dacht dus dat ik het nu wel ongeveer begreep, die Marokkaanse populaire ritmiek.
Maar toen ik bij de familie van Hassan in een buitenwijk van Casablanca belandde, werd ik echt van mijn sokken geblazen. Als enige westerling in de wijk volgde ik alle stoeten en werd ik –bijna dagelijks-‐ uitgenodigd op alle trouwfeesten en zelfs op besnijdenissen. Ik kwam oren en ogen tekort: tandenloze zangers met knieviool hitsten het publiek op, gezette matrones dansten blootsvoets een soort flamenco op afgezaagde olievaten, sommige mensen uit het publiek strooiden geldbiljetten uit over de musici, anderen ruzieden, er werd eten rondgedeeld, er ontstonden vechtpartijen. Na een tijd begreep ik dat velen dronken waren, hoewel er zichtbaar alleen thee en cola werd geschonken. Uit alle tumult kwam telkens één basisritme naar boven:
(a)
Dit ritme werd bijna altijd gespeeld op bendir, een ronde raamtrommel met snaren. Afhankelijk van de musici en het tempo (dat bijna altijd crescendo ging) kwamen ook veel variaties voor, zoals:
(b)
Zodra dit ritme het tumult oversteeg begon iedereen, ook de kinderen, luid in de handen te klappen, volgens dit patroon:
(c)
En daarop werden dan allerlei vaste of geïmproviseerde tekstformules gescandeerd, die dan weer uitliepen op handklap patronen zoals deze, met telkens een geijkte stopformule:
(d)
Die stopformule vind je hier terug in maat 53 – 55.
Het basisritme (a) op bendir spelen, dat ging me nog redelijk goed af, maar voor dat handklappen moest ik me heel hard concentreren, en boven een bepaald tempo kon ik niet meer volgen. De kinderen uit de buurt wel: die hoorden niets anders natuurlijk. Ik besefte meer dan ooit dat je veel kan leren, maar dat het niet aangewezen is je eigen muzikale (en misschien ook culturele) achtergrond in te wisselen voor een andere cultuur. Dat iets nabootsen een waardevol leerproces en
of of
6. Cheb Chab.
In dit nummer komt het hoofdkenmerk van de populaire shaabi muziek duidelijk naar voor: de typische vermenging van binaire en ternaire ritmes, zowel in de melodielijnen als in de de percussiescore. Een combinatie dus van een 6/8 en een 3/4 gevoel. Je kan dit ook als een 12/8 ritme te beschouwen: 3/4 + 6/8. Het vergt enige oefening om hier soepel mee om te gaan. Zeker voor wie de baslijn speelt.
In 1984 reisde ik een eerste keer naar Marokko, samen met mijn blinde vriend en collega musicus Hassan Erraji. Hij had me een paar jaar daarvoor de basis van Marokkaanse ritmes bijgebracht en omdat we elk weekend in duo in een Tunesisch restaurant speelden (in Namen) leerde ik snel bij. Iets later vormden we met Jean Demey een behoorlijk succesvol trio: Belçikal. We speelden zowat overal in Europa, en vooral in Groot-‐Brittanië waar Loïs Lambert niet alleen ons management waarnam, maar met wiens Theatre of Shadows we ook regelmatig in het theatercircuit toerden. Ik dacht dus dat ik het nu wel ongeveer begreep, die Marokkaanse populaire ritmiek.
Maar toen ik bij de familie van Hassan in een buitenwijk van Casablanca belandde, werd ik echt van mijn sokken geblazen. Als enige westerling in de wijk volgde ik alle stoeten en werd ik –bijna dagelijks-‐ uitgenodigd op alle trouwfeesten en zelfs op besnijdenissen. Ik kwam oren en ogen tekort: tandenloze zangers met knieviool hitsten het publiek op, gezette matrones dansten blootsvoets een soort flamenco op afgezaagde olievaten, sommige mensen uit het publiek strooiden geldbiljetten uit over de musici, anderen ruzieden, er werd eten rondgedeeld, er ontstonden vechtpartijen. Na een tijd begreep ik dat velen dronken waren, hoewel er zichtbaar alleen thee en cola werd geschonken. Uit alle tumult kwam telkens één basisritme naar boven:
(a)
Dit ritme werd bijna altijd gespeeld op bendir, een ronde raamtrommel met snaren. Afhankelijk van de musici en het tempo (dat bijna altijd crescendo ging) kwamen ook veel variaties voor, zoals:
(b)
Zodra dit ritme het tumult oversteeg begon iedereen, ook de kinderen, luid in de handen te klappen, volgens dit patroon:
(c)
En daarop werden dan allerlei vaste of geïmproviseerde tekstformules gescandeerd, die dan weer uitliepen op handklap patronen zoals deze, met telkens een geijkte stopformule:
(d)
Die stopformule vindt je hier terug in maat 53 – 55.
Het basisritme (a) op bendir spelen, dat ging me nog redelijk goed af, maar voor dat handklappen moest ik me heel hard concentreren, en boven een bepaald tempo kon ik niet meer volgen. De kinderen uit de buurt wel: die hoorden niets anders natuurlijk. Ik besefte meer dan ooit dat je veel kan leren, maar dat het niet aangewezen is je eigen muzikale (en misschien ook culturele) achtergrond in te wisselen voor een andere cultuur. Dat iets nabootsen een waardevol leerproces en
- 61 -
sample
°
¢
°
¢
™™
™
™
™
™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
q. = 116
q. = 116
Luc Mishalle
CHEB CHAB
Djembe
Bongos
Congas
Cow Bell
(or hand claps)
1
2
3
4
5
6
6
8
6
8
6
8
6
8
6
8
6
8
6
8
6
8
6
8
6
8
/
∑ ∑
/
∑ ∑
/
2nd time only
∑
/
2nd time only
∑
&
b
&
b
&
b
?
b
?
b
?
b
œ
œ
j
œ
j
œ
œ
œ
j
œ
j
œ
œ
œ
j
œ
j
œ
œ œ œ œ
œ œ
œ œ œ œ
œ œ
œ œ œ œ
œ œ
œ
‰ Œ
™Œ
œ
œ
‰
œ
‰
œ
Œ
œ
œ
œ‰Œ™
œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ œ
‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰
Ϊ
œ#œœ
œœ‰
œœ#
j
œ
˙ ˙™
œ
‰ Œ™
Ϊ
œœœ#
œœ#
‰
œbœ
j
œ ˙ ˙ ™ œ
‰ Œ™
Ϊ
œ#œœ
œœ
‰
œœ#
j
œ
œ
œ œœ
‰
œ
j
‰ ‰
œœ
‰
œ
j
‰ ‰
˙™
˙™
œ
œœ
œ
‰ Œ™
œ
œœ
œ ™
œœ
œœbœ ‰
œ
œ
j
œ ˙ ˙™
œ
‰ Œ™
˙ ™ ˙ ™
Œ œ
œ
‰ œ ‰
œ
Œ œ
œ
- 63 -
sample
°
¢
°
¢
6
Djembe
Bongos
Congas
Cow Bell
(or hand claps)
1
2
3
4
5
6
/
∑
/
∑
/
∑
/ ∑
&
b ∑
&
b ∑
&
b
?
b
∑
?
b
∑
?
b
∑
œ
œ
j
œ
j
œ
œ ‰ Œ™
œ
œ
j
œ
j
œ
œ
œ
j
œ
j
œ
œ
œ
j
œ
j
œ
œ œ œ œ
œ œ
œ
‰ Œ
™ œ œ œ œ
œ œ
œ œ œ œ
œ œ
œ œ œ œ
œ œ
‰
œ
‰
œ
œ
‰ Œ
™Œ
œ
œ
‰
œ
‰
œ
Œ
œ
œ
œ œ‰œ
j
‰ ‰œ‰Œ™
œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ œ
‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰
Ϊ
œ#œœ
œœ‰
œœ#
j
œ
˙b ˙b™
œb
‰ Œ™
Ϊ
œœœ#
œœ#
‰
œbœ
j
œ˙ ˙
™œ
‰ Œ™
œ
œœ
œœœ
œ
.‰
œ#œœ
œœ
‰
œœ#
j
œ
œœ
œœ
‰
œ
j‰ ‰
œœ
‰
œ
j‰ ‰
œœ
‰
œœ
J
œ
.
‰ Œ™
œb
œ
œ
œb
‰ Œ™
œb
œœ
Ϊ
œœ
œœbœ ‰
œ
œ
j
œ ˙ ˙™
œ
‰ Œ™
‰ œ ‰
œ
œ
.
‰ Œ™
Œœ
œ
‰œ
‰
œ
Œœ
œ
- 64 -
sample
°
¢
°
¢
12
Djembe
Bongos
Congas
Cow Bell
(or hand claps)
1
2
3
4
5
6
/
∑
/
∑
/
∑
/ ∑
&
b ∑
&
b ∑
&
b
?
b
∑
?
b
∑
?
b
∑
œ
œ
j
œ
j
œ
œ ‰ Œ™
œ
œ
j
œ
j
œ
œ
œ
j
œ
j
œ
œ
œ
j
œ
j
œ
œ œ œ œ
œ œ
œ
‰ Œ
™ œ œ œ œ
œ œ
œ œ œ œ
œ œ
œ œ œ œ
œ œ
‰
œ
‰
œ
œ
‰ Œ
™Œ
œ
œ
‰
œ
‰
œ
œ œ œ œ œ œ
œ œ‰œ
j
‰ ‰œ‰Œ™
œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ œ
‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰
Ϊ
œ#œœ
œœ‰
œœ#
j
œ
˙ ˙ ™˙b ™
Ϊ
œœœ#
œœ#
‰
œbœ
j
œb ˙ ˙™ ˙
™
œb
œœ
œœ
œb
œ
.‰
œ#œœ
œœ
‰
œœ#
j
œ
˙ ˙™ ˙b
™
œ œ
‰
œœ
J
œ
.
‰ Œ™
œb
œ
œ
œb
‰ Œ™
˙ ™
Ϊ
œœ
œœbœ ‰
œ
œ
j
œ ˙ ˙™ ˙
™
‰œ
‰
œ
œ
.
‰ Œ™
Œœ
œ
‰œ
‰
œ
Œœ
œ
- 65 -
sample
°
¢
°
¢
18
1.
1.
Djembe
Bongos
Congas
Cow Bell
(or hand claps)
1
2
3
4
5
6
/
∑ ∑ ∑ ∑ ∑
/
∑ ∑
/
∑ ∑
/ ∑
&
b ∑ ∑
&
b ∑ ∑
&
b ∑ ∑
?
b
∑ ∑
?
b
?
b
œ ‰ Œ™
œ
‰ Œ
™ œ œ œ œ œ
‰ ‰
œ
J
‰
œ
J
‰
œ
jœ
‰ Œ
™
œ
‰ Œ
™‰
™
œ
r
œ œ
‰
™
œ
r
œ œ
‰
™
œ
r
œ œ
œ‰Œ™
‰œ
j
‰œ
j
‰œ
j
œ œ œ œ
j
œ œ œ
j
œ œ œ
œ
.
‰ Œ™
œ#œbœœœ ‰ ‰
œ
j
‰
œœ#
j
œ
.
‰ Œ™
œ
.
#
‰ Œ™
œ
œ#œœ
œ
‰ ‰
œ#
j
‰
œœ
j
œ
.‰ Œ
™
œ
.
‰ Œ™
œ#œbœœœ
‰ ‰
œ
j
‰
œœ#
j
œ
.‰ Œ
™
œ
.
‰ Œ™
œœb
œœ#
œ ‰ ‰
œ#
J
‰ œœ
j
œ
.
‰ Œ™
œ
.
‰ Œ™
œœœœœ
‰ ‰œ
j
‰
œœ
j
œ
.
‰ Œ™
œ
‰ Œ™
œb
‰ Œ™
œ
.
‰ Œ™
œ
œœœb
œ
‰ ‰
œ
j
‰
œœ#
j
œ
.
‰ Œ™
œ
‰ Œ™
œb
‰ Œ™
- 66 -
sample
°
¢
°
¢
™™
™
™
™
™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
24
™™
™
™
™
™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
2.
2.
™™
™
™
™
™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
Djembe
Bongos
Congas
Cow Bell
(or hand claps)
1
2
3
4
5
6
/
∑
/
∑
/
/
&
b ∑
&
b ∑
&
b ∑ ∑
solo
∑ ∑ ∑
?
b
∑ ∑ ∑
?
b
p
?
b
∑ ∑
œ
.
œ œ
œ
œ
j
œ
j
œ
œ
.
œ œ
œ
œ
j
œ
j
œ
œ œ œ œ
œ œ
œ œ œ œ
œ œ
œ œ œ œ
œ œ
œ œ œ œ
œ œ
‰
™
œ
r
œ œ
Œ
œ
œ
‰
œ
‰
œ
Œ
œ
œ
‰
œ
‰
œ
œ
j
œ œ œ
j
œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰
œ œ œ
œ
j
œ
œ
œ
j
œ# œ œ
œ
j
œ#
œ
œ#
j
œ œ œ
œ
J
œ
œ
œ
j
œ œ œ
œ
J
œ
œ
œ
j
œ œ
‰ ‰
œ# œ
‰ ‰
œ
‰ Œ™
œ œ œ
œ
j
œ
œ
œ
j
œ# œ œ
œ
j
œ#
œ
œ#
j
œ
‰ Œ™
œ œ
‰ ‰
œ œ
‰ ‰
- 67 -
sample
°
¢
°
¢
™™
™
™
™
™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
29
™™
™
™
™
™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
™™
Djembe
Bongos
Congas
Cow Bell
(or hand claps)
1
2
3
4
5
6
/
/
/
/
&
b
signal
&
b
signal
&
b ∑ ∑ ∑ ∑ ∑
?
b
∑ ∑
?
b
p
?
b
∑ ∑
œ
.
œ œ
œ
œ
j
œ
j
œ
œ
.
œ œ
œ
œ
j
œ
j
œ
œ
.
œ œ
œ œ œ œ
œ œ
œ œ œ œ
œ œ
œ œ œ œ
œ œ
œ œ œ œ
œ œ
œ œ œ œ
œ œ
Œ
œ
œ
‰
œ
‰
œ
Œ
œ
œ
‰
œ
‰
œ
Œ
œ
œ
œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰œ
j
‰ ‰
œbœ#œœœœ
œœœœœœ
œœœœœœ
œœœœœœ#
œ œ œ
œœœœœœ
œœœœœœb
œ#œbœœœœ
œœœœœœ
œ œ œ
œ œ
‰ ‰
œ# œ
‰ ‰
œ œ
‰ ‰
œ œ œ
œ
j
œ
œ
œ
j
œ# œ œ
œ
j
œ#
œ
œ#
j
œ œ œ
œ œ
‰ ‰
œ œ
‰ ‰
œ œ
‰ ‰
- 68 -
sample