Nummer 4

Week 15

6 - 10 april 2020

Leerjaar 1 GOEDBEZIG!

aanstekelijk onderwijs in corona-tijd

Met in dit nummer:

Vrolijk Pasen!

Over thuiszitten gesproken: Anne Frank

Doe nog meer met WC-papier!

Lekker: appelflappen!

Naam: ……………………………… Klas: ………

2

Inhoud

Pasen 2020 ........................................................................................................................... 3

Nieuwsbegrip....................................................................................................................... 4

AVO .....................................................................................................................................13

Het jeugdjournaal kijken ....................................................................................................17

Burgerschap/Geschiedenis ...............................................................................................20

Rekenen ..............................................................................................................................23

Opdracht Rekenslang .......................................................................................................25

A-4 Gym challenge............................................................................................................26

Ik zie, ik zie wat jij niet ziet! .................................................................................................27

Opdracht houtbewerking .................................................................................................28

Groen ..................................................................................................................................29

Baazles ................................................................................................................................31

Fietstechniek .......................................................................................................................32

Appelflappen .....................................................................................................................33

3

Pasen 2020

Geef mij maar je angst….

Daar gaat Passion 2020 over.

Geen grote show in Tilburg,

wel een TV uitzending.

Wat een uitnodiging is dat:

geef mij maar je angst!

Er is veel in deze ‘coronatijd’ waar je bang voor kunt zijn.

Waar je je zorgen over maakt.

Over je opa, je opa. Of zij wel gezond blijven.

Of je bang dat je kwetsbare broertje of zusje ziek wordt. Hèt krijgt.

Of je maakt je zorgen over je familie, ver weg of dichtbij.

Of je voelt jezelf rot, depri.

Voor jongeren is dit zeker geen leuke tijd. Ineens kun je niet zomaar de straat op en

chillen met je vrienden. En school is op afstand(behalve dan het werkboekje☺).

Hoezo ‘geef mij maar je angst’…. Alsof dat zo makkelijk gaat.

Nou nee, jammer genoeg is er geen tovermiddel.

Geen vaccin dat de hele wereld zo maar beter maakt.

Wat is er dan wel?

Denk je weer even mee aan Pasen vorig jaar? Toen waren we met z’n allen op het

schoolplein. Buiten. In de stralende lentezon. In de warmte, in het zonlicht. Het leek

wel of er geen winter was geweest!

Alles leek als nieuw: bloemen en bomen kleuren weer groen en bloeien.

Ik dank God dat er àltijd weer een nieuw begin komt. Ook na een moeilijke tijd. Dat

is voor mij het Paasfeest. Er komt nieuw leven.

God gaat verder met mensen. Door dood, verdriet, pijn en lijden heen.

En jij? Ik wens je toe dat je steun vindt als het moeilijk is.

In je geloof. In muziek. Met je familie, met je vrienden.

Dat je een luisterend oor vindt, als je wilt praten.

Hou vol. Deze moeilijke tijd gaat voorbij.

Weet dat we voor als PRO33team voor je klaar blijven staan.

Het ‘nieuwe normaal’ is al begonnen: er willen zijn voor elkaar.

Fijne Pasen gewenst,

Namens het PRO33team, mevrouw Niemeijer

4

Nieuwsbegrip

Vanaf DINSDAG staat de nieuwe les klaar.

1. Open www.nieuwsbegrip.nl

2. Bekijk het korte filmpje van het Jeugdjournaal dat bij de tekst hoort.

3. Lees de tekst.

4. Maak de opdrachten die bij dit onderwerp horen

- opdracht andere tekstsoort

Heb je meer dan 2 fout, dan maak je de opdracht een tweede keer

-opdracht Woordenschat

Heb je meer dan 4 fout, dan maak je de opdracht een tweede keer

Uiterlijk vrijdag heb je beide opdrachten gemaakt en kan de docent het inzien.

Nieuwsbegrip woordenschat:

Afgelopen weken hebben jullie de lessen nieuwsbegrip gemaakt en hebben jullie een

hele boel woorden geoefend.

- Lees dinsdag en woensdag de woorden door uit de lijst waar jou naam

boven staat.

- Maak donderdag of vrijdag de woordenschat toets op Nieuwsbegrip.

5

Nieuwsbegrip woordenschat week 11 t/m 15 AA

Voor: Elifnur, Diego, Ahmad, Esra, Mohamadsam, Luca, Mulham, Ubey.

Woorden week 11 Sprinkhanenplaag

Last hebben van Heel vervelend vinden

Profijt hebben van Voordeel hebben van

verjagen Zorgen dat iets of iemand naar een

andere plek gaat

lokken Zorgen dat iets bij je blijft

kaal Leeg, zonder iets erop of eraan

begroeid Bedekt met planten

De ramp Iets heel ergs wat er gebeurt

Het geluk Iets fijns dat er gebeurt

Het gewas Een groep dezelfde planten of bomen

De zwerm Een heleboel vliegende dieren bij

elkaar die druk bewegen (bv bijen,

sprinkhanen, muggen)

De kudde Een heleboel lopende dieren die bij

elkaar lopen (bv schapen, koeien)

De school Een heleboel bijelkaar zwemmende

dieren die bij elkaar zwemmen (bv

vissen, kwallen)

Woorden week 12 Het coronavirus in Nederland

besmettelijk Een ziekte die makkelijk van de één

naar de ander gaat

immuun Ongevoelig zijn voor

gesloten dicht

geopend open

ontvangen krijgen

schenken geven

waarschijnlijk Bijna zeker

zeker Het is zo

zelden Af en toe

regelmatig vaak

voortdurend altijd

De strenge regel Een vaste afspraak die zegt wat wel en

wat niet mag

Maatregelen nemen Regels maken die ervoor zorgen dat

iets goed komt

Woorden week 1 Thuis bezig blijven

bewegen Iets doen met je lichaam

stilstaan Niet bewegen

allerlei Verschillende soorten

dezelfde Geen anderen

6

Zich ontspannen Iets doen waardoor je je prettig en

rustig gaat voelen

Zich inspannen Je kracht gebruiken

De truc De slimme handige manier om iets te

doen. Denk aan goochelen of een

voetballer

Spotten Zien (vogels spotten met een

verrekijker)

Het gewicht Een zwaar voorwerp om op te tillen bij

het sporten

via Met behulp van

Woorden week 14 Gebarentolk vaker in beeld

verschillend anders

identiek hetzelfde

Het gebaar De beweging met je handen waarmee

je iets zegt

Het woord De klanken die je met je mond maakt

en waarmee je iets zegt.

De tolk Iemand die in een andere taal duidelijk

maakt wat er wordt gezegd

vertalen Iets in een andere taal zeggen of

schrijven

doof Weinig of niets kunnen horen

Bedoeld voor Alleen voor

voortaan Vanaf nu

Woorden week 15 Paaseieren

apart Anders dan gewoon

gewoon normaal

vasten Een tijdje minder eten en drinken

schranzen Snel en veel eten

combinatie Twee of meer dingen die bij elkaar

passen

Het gebruik De gewoonte, iets wat je altijd op

dezelfde manier doet

daglelijks iedere dag

wekelijks iedere week

maandelijks iedere maand

jaarlijks Ieder jaar

beschilderen verven

uiteraard natuurlijk

7

Nieuwsbegrip

Voor: Leon, Xaviriano, Oliva, Esri, Ömer, Hamza, Yaren, Ajoep, Beratm, Songül,

Mohamad, Ryan, Storm, Orcun, Hady, Amira, Anissa, Ciara, Hafsa, Tugbah,

Carlon en Loïs.

Woorden week 11 Sprinkhanenplaag

verjagen Zorgen dat iets of iemand naar een

andere plaats gaat

lokken Zorgen dat iets bij je komt

verwoesten Helemaal kapot te maken

herstellen Goed maken

ideaal Het allerbest of allerfijnst

imperfect Niet volmaakt

De zwerm Een heleboel vliegende dieren bij

elkaar die druk bewegen (bv bijen,

sprinkhanen)

De kudde Een heleboel lopende dieren die bij

elkaar lopen (bv schapen, koeien)

De school Een heleboel zwemmende dieren die

bij elkaar zwemmen (bv vissen,

kwallen)

Het middel Iets wat je gebruikt om iets te kunnen

doen of te maken

Het gewas Een groep dezelfde planten of

bloemen

De plaag Iets waar veel mensen last van hebben

(bv muizen, kakkerlakken, muggen)

Afleggen Tot het einde volgen (bv de route op

de kaart volgen)

bereiken Op een plek komen

teisteren Zorgen voor veel schade of

problemen

Woorden week 12 het coronavirus in Nederland

De verspreiding Het verplaatsen in allerlei richtingen

De inperking Het begrenzen

De deskundige Iemand die veel van iets weet

De leek Iemand die niet veel weet van een

bepaald vak

annuleren Iets niet door laten gaan

reserveren Bespreken of toezeggen (bv een tafel

reserveren in een restaurant)

aanscherpen Strenger maken

afzwakken afremmen

besmettelijk Dat zeg je van een ziekte die je

makkelijk van een ander kunt krijgen

8

immuun Ongevoelig zijn voor

Maatregelen nemen Regels maken die ervoor zorgen dat

iets goed komt

Het evenement Een grote gebeurtenis waar veel

mensen bij zijn (show, concert)

De epidemie De situatie dat veel mensen tegelijk

ziek zijn

De pandemie Wereldwijde verspreiding van een

besmettelijke ziekte

Grotendeels Voor het grootste deel

Het is zover Het gaat gebeuren

Woorden week 1 thuis bezig blijven

normaal Zoals het eigenlijk altijd gaat,

gewoonlijk

abnormaal Niet gewoon

voldoende genoeg

onvoldoende Niet genoeg

divers Verschillende, meer dan één

constant Hetzelfde blijvend, het verandert niet

Zich ontspannen Iets doen waardoor je prettig en rustig

gaat voelen

Zich inspannen Druk bezig zijn

uitmesten Heel goed opruimen

rondslingeren Iets zomaar ergens neergooien of laten

liggen

Het concert Een voorstelling waar muziek wordt

gespeeld voor publiek (jazz-

concert, pop-concert, het hiphop-

concert)

flink Erg, veel

besteden gebruiken

Dat is er niet meer bij Dat gebeurt nu niet meer

De gebeurtenis Iets wat nu gebeurt of gebeurd is

Woorden week 14 gebarentolk vaker in beeld

Contact hebben Met elkaar praten of schrijven

negeren Geen aandacht geven

Het is verboden Het mag niet

Het is toegestaan Het mag wel

Een boodschap overbrengen Een bericht aan iemand doorgeven

Zwijgen Niets zeggen

doof Als je slecht of helemaal niet kunt

horen

horen Gehoor hebben, niet doof zijn

De tolk Iemand die in een andere taal duidelijk

maakt wat er gezegd wordt

9

Vertalen Iets in een andere taal zeggen of

schrijven

graaien Snel proberen iets te pakken

hamsteren Heel veel van iets kopen omdat je

denkt dat er straks te weinig van is.

navragen Vragen naar iets als je iets niet gelooft

of onzeker bent

Het gebaar De beweging met je handen waarmee

je iets zegt

Woorden week 15 Paaseieren

vasten Een tijdje minder eten en drinken

schranzen Met gretigheid eten

apart Anders dan gewoon

normaal gewoon

De combinatie Twee of meer dingen die bij elkaar

passen

De zuivel Melk en dingen die van melk gemaakt

zijn , zoals boter en kaas

Het symbool Een ding, dier of teken met een

speciale betekenis

De mal Een vorm waarmee je dingen steeds

op dezelfde manier kan maken

bijvoorbeeld met zand of klei

beschilderen verven

Erom bekend staan dat Door veel mensen gekend zijn als

In de schappen liggen In de winkel te koop zijn

kennelijk Blijkbaar, zoals duidelijk wordt

10

Nieuwsbegrip woordenschat week 11 t/m 15 B

Voor: Husayin en Anouk.

Woorden week 11 Sprinkhanenplaag

de zwerm Een heleboel vliegende dieren bij

elkaar die druk bewegen (bv.

Sprinkhanen, muggen, bijen)

De kudde Een heleboel lopende dieren die bij

elkaar lopen. (koeien, schapen)

De school Een heleboel zwemmende dieren die

bij elkaar zwemmen (vissen, kwallen)

verslinden Snel opeten van grote hoeveelheden

oppeuzelen Langzaam en smakelijk opeten

In een mum van tijd In heel korte tijd

Eindeloos lang In heel lange tijd

afscheiden Vloeistoffen of gassen uit je lichaam

krijgen

De ravage De puinhoop, de enorme schade

De metamorfose De grote verandering waardoor een

dier er ineens heel anders uitziet

overbruggen Afleggen, van de ene plaats naar de

andere plaats gaan

De omvang De groote van iets

voortplanten Kinderen of jongen krijgen

De toename De groei

Woorden week 12 Het coronavirus in Nederland

aanscherpen Strenger maken

afzwakken afremmen

vitaal Belangrijk voor het leven, van

levensbelang, onmisbaar

misbaar Niet belangrijk

De epidemie De situatie dat veel mensen tegelijk

ziek worden

De pandemie De verspreiding van een besmettelijke

ziekte over de hele wereld

Zich als een olievlek verspreiden Zich heel snel uitbreiden

indammen tegenhouden

ongekend Zoals nog nooit eerder is

voorgekomen

Het verloop De manier waarop iets gaat

vergaand Met grote gevolgen

benadrukken De aandacht vestigen op iets, er

nadruk op leggen

De piek Het hoogtepunt

Woorden week 1 Thuis bezig blijven

11

mentaal Wat met denken en voelen te maken

heeft, geestelijk

fysiek Met je lichaam

gebruikelijk Zoals het meestal is, normaal

afwijkend Anders dan normaal

Aan iets gekluisterd zijn Ergens lang moeten zijn

Vrij zijn Overal kunnen zijn

De routine Iets wat je altijd op dezelfde manier

doet, de gewoonte

De weerstand De kracht van je lichaam om te

voorkomen dat je ziek wordt

De conditie De fitheid van je lichaam, je

uithoudingsvermogen

De richtlijn De aanwijzing, hoe je iets het beste

kunt doen

eventueel mogelijk

Het initiatief Het voorstel, het idee

Woorden week 14 Gebarentolk vaker in beeld

erkennen Verklaren dat iets echt ergen bij hoort

ontkennen Verklaren dat iets niet zo is

geschikt Goed te gebruiken

ongeschikt Niet te gebruiken

volwaardig Volledig, compleet

onvolwaardig incompleet

raadplegen Iemand om advies of informatie

vragen

communiceren Contact hebben met iemand, met

iemand praten of schrijven

Non- verbaal Zonder taal (gebaren, kleding)

verbaal Met taal (praten, appen, schrijven)

geleidelijk Langzaam steeds meer,

langzamerhand

onderling Onder elkaar, samen

Een rol spelen Belangrijk zijn

Pleiten voor (met woorden) proberen iets voor

elkaar te krijgen

hanteren gebruiken

Woorden week 15 Paaseieren

Geheim houden Het niet doorvertellen

verraden Iets door vertellen aan de vijand

gewoon Niet opvallend

buitenissig Bijzonder, opvallend

nuttigen Opeten of opdrinken

opdrinken Vloeibaar voedsel

opeten Vast voedsel

12

symbool Het voorwerp, teken of dier met

speciale betekenis

aanvankelijk In het begin

gedurende tijdens

uiteindelijk Op het eind

alhoewel Al is het waar da, hoewel

Ergens op aandringen Steeds opnieuw ergens om vragen

De link Het verband, het met elkaar te maken

hebben

Stammen uit Komen uit

De variant De andere vorm

13

AVO

1. Rekenen

Geef aan je mentor door waar je in je boek bent (via WhatsApp). Je geeft het

hoofdstuk, de pagina en de opdracht door.

Je hoort van je mentor welke opdrachten je kunt maken. Maak alleen deze

opdrachten.

2. Nederlands

Heb je Nederlands van Mevrouw Van den Ende?

- Kijk de uitleg in het filmpje van mevrouw Van den Ende.

- Lees de theorie bij opdracht 1 en 2 (bladzijde 50 en 51)

- Maak opdracht 1 en 2 (bladzijde 50, 51 en 52)

- Maak op studiemeter de oefening ‘lettergrepen’. Deze kun je vinden in

thema 2 gezondheid bij spelling en gramatica.

Heb je Nederlands van Mevrouw Van de Mortel?

- Hafsa, Esra en Elifnur: Boekje lezen

- Orcun, Mulham, Ahmad en Mohamedsam: jullie maken in

het boekje ‘leestekens’ de opdrachten op bladzijde 33 t/m 42.

- Leon: jij maakt in het boekje ‘zinnen maken’ de opdrachten op bladzijde 17

tot en met 30. Dit zijn de opdrachten 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 11, 12 en 13.

- Diego: jij maakt in het boekje ‘schrijven’ de opdrachten op bladzijde 47 t/m

53.

Heb je Nederlands van Mevrouw Duits

− Hady, Lois, Storm, Tugba en Ciara zorgen ervoor dat ALLE opdrachten

in Studiemeter van Thema 1 af zijn.

− Klas 1A krijgt via WhatsApp van de mentoren steeds de opdrachten te

horen.

14

2b. Werk je met Diglin?

- Oefen elke dag 20 minuten met Diglin.

3. Blokboek

Klas van mevrouw Duits: Je hoort van je mentoren welke les je moet maken.

Klas van Mevrouw van den Ende: Maak les 20a en 20b.

Klas van mevrouw van de Mortel: Maak les 17a en 17b en 18a en 18b.

4. Spellingsboekjes

Probeer deze week één van je spellingsboekjes helemaal af te maken.

5. Lezen

Lees elke dag 15 minuten uit je boek. Maak iedere dag een kort filmpje waarin je

vertelt wat je hebt gelezen. Dit filmpje stuur je naar je mentor.

6. Engels

Klas van mevrouw Van den Ende

• Hoofdstuk 1 thema 2 afmaken

• Op studiemeter ook de extra oefeningen

15

Engels alle leerlingen:

Opdracht 1

Luister via You Tube naar het liedje Happy van Pharrell Williams.

Vul de ontbrekende woorden in op de stippellijntjes.

Succes weer!

Happy, Pharrel Williams

It might seem ……… (5) what I'm 'bout to say

Sunshine she's here, you can take a break

I'm a hot air ………. (7) that could go to space

With the …. (3), like I don't care baby by the way

Huh, because I'm happy

Clap along if you feel like a ….. (4) without a roof

Because I'm happy

Clap along if you feel like ………. (9) is the truth

Because I'm happy

Clap along if you know what happiness is to you

Because I'm happy

Clap along if you feel like that's what you wanna do

Here come bad news, talking this and that

(Yeah) Well, give me all you got, and don't hold it back

(Yeah) Well, I should probably warn you I'll be just fine

(Yeah) No offense to you, don't waste your time

Here's why

Because I'm ……. (5)

Clap along if you feel like a room without a roof

Because I'm happy

Clap along…

16

Vervolgopdracht bij de songtekst Happy.

1. In welk jaar was dit liedje een hit?

__________________________________________________________________________________

2. Welk liedje maakte Pharrel Williams samen met Snoop Dogg?

__________________________________________________________________________________

3. In welk jaar was dat?

__________________________________________________________________________________

4. Op welke datum viert Pharrell Williams zijn verjaardag?

__________________________________________________________________________________

5. Hoe vaak hoor je het woord “happy” in dit liedje?

__________________________________________________________________________________

17

Het jeugdjournaal kijken

Je kiest elke uitzending 3 onderwerpen die jij het interessantst, het grappigst of het

leukst vond. Daar ga je kort wat over opschrijven.

Waar ging het over? / Wat vertelden ze over dat onderwerp? / Wat vind jij er zelf

van?

Ben je hiermee klaar? Dan kun je hier een foto van maken en naar je mentor sturen.

Op tv of online: jeugdjournaal.nl/uitzendingen/

Elke dag ga je kijken naar de

avonduitzending van het jeugdjournaal.

Dit kan live, maar ook de dag erna.

Onderwerp 1: Avondjournaal van Maandag 13 april 2020

Onderwerp 2:

Onderwerp 3:

18

Onderwerp 1: Avondjournaal van Dinsdag 14 april 2020

Onderwerp 2:

Onderwerp 3:

Onderwerp 1: Avondjournaal van Woensdag 15 april 2020

Onderwerp 2:

Onderwerp 3:

19

Onderwerp 1: Avondjournaal van Donderdag 16 april 2020

Onderwerp 2:

Onderwerp 3:

20

Burgerschap/Geschiedenis 5 mei 2020 is het 75 jaar geleden dat de Tweede Wereldoorlog in Nederland was

afgelopen. Dit vieren wij elk jaar met bevrijdingsdag. Op 4 mei herdenken wij de

mensen die overleden zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Een belangrijk persoon in deze geschiedenis is Anne Frank. Zij was een Joods meisje

van 13 jaar. Zij moest onderduiken.

Het filmpje in deze link: https://www.youtube.com/watch?v=R-

D2CKKfT1Q&list=RDCMUClJAYpfNwjEXuhP3ssj71Ug&index=7 laat zien wie Anne Frank

is.

Luister naar het filmpje en beantwoordt de volgende vragen.

Opdracht 1

Vraag Antwoord

1 Waarom is Anne zo bekend

geworden?

2 Wanneer krijgt Anne haar dagboek?

3 Wie is Kitty?

4 Hoe is het leven van Anne voor ze

onderduikt?

5. Hoe lang zit Anne ondergedoken?

6. Met wie zit Anne ondergedoken?

7. Wat voor persoonlijkheid had Anne?

8. Verveelt Anne zich in het Achterhuis?

9. Wie heeft Anne Frank verraden?

10. Hoe oud is Anne als ze overlijdt?

21

Anne Frank hield deze tijd een dagboek bij. Hierin schreef zij op wat zij deed, hoe zij

zich voelde en wat zij wenste voor de toekomst.

Opdracht 2

Houd ook deze week elke dag jouw dagboek bij. Vertel hierin:

1. Wat je doet

2. Waar je aan denkt

3. Hoe je je voelt

4. En wat je het leukste vond

Zorg ervoor dat je hele zinnen gebruikt en dat je alle 4 de vragen beantwoord.

Maandag

Vertel hier: Wat je doet, waar je aan denkt, hoe je je voelt, wat je het leukste vond

Dinsdag

Vertel hier: Wat je doet, waar je aan denkt, hoe je je voelt, wat je het leukste vond

22

Woensdag

Vertel hier: Wat je doet, waar je aan denkt, hoe je je voelt, wat je het leukste vond

Donderdag

Vertel hier: Wat je doet, waar je aan denkt, hoe je je voelt, wat je het leukste vond

Vrijdag

Vertel hier: Wat je doet, Waar je aan denkt, Hoe je je voelt, wat je het leukste vond

23

Rekenen Meten

Bij het boekje vind je een los blaadje met daarop een liniaal. Knip de liniaal uit en meet

hiermee de volgende voorwerpen.

Voorwerpen:

1. Meet de lengte van je telefoon. (De lengte is de lange zijde, de langste kant)

_______________________________________________________________________

2. Meet de langste kant van je brievenbusklep.

_______________________________________________________________________

3. Meet de hoogte van je voordeur. (De hoogte is van de vloer naar de

bovenkant van de deur)

_______________________________________________________________________

4. Meet de breedte van je voordeur.

_______________________________________________________________________

24

5. Meet de lengte van een vork.

_______________________________________________________________________

6. Meet de breedte van je slaapkamerraam.

___________________________________________________________________________

7. Meet de lengte van je slaapkamerraam.

___________________________________________________________________________

25

Opdracht Rekenslang Vul de rekenslang in.

Je begint bij het getal . 3+2=… Vanuit daar kan je de slang verder maken.

Je mag hier een rekenmachine bij gebruiken.

Let op! Als je een cijfer verkeerd invult, dan klopt de rekenslang niet meer. Succes!

26

A-4 Gym challenge

Via jullie mentor ontvangen jullie een filmpje, dit is de challenge voor deze week.

Dit is een uitdaging die jullie na moeten doen Jij doet dit na en hier maak je een

foto of filmpje van Jullie krijgen twee keer een challenge, de volgende komt

volgende week Per week kan je 1 extra punt verdienen voor je cijfer van de eigen

verzonnen gymles.

Een extra punt krijg je alleen als je een filmpje naar je mentor stuurt!

Succes namen de gymdocenten

27

Ik zie, ik zie wat jij niet ziet! Kijk een goed naar de plaatjes en wat zie je dan?

Een rolmaat, blaadje, lucifer, nietjes, en wat nog meer…………………………..?

Ga met deze opdracht op zoek naar voorwerpen in huis, leg het op een tekenvel en

bedenk er een leuke grappige tekening mee.

Zet je tekening op de foto en mail het resultaat naar de docentEen

SUCCES!

Ook hier krijg je weer een cijfer voor wat meetelt voor je rapport!

28

Opdracht houtbewerking

Bekijk het onderstaande filmpje en beantwoord daarna de vragen. Als je niet weet

wat een woord betekent zoek je het op internet op of vraag je het aan iemand.

https://schooltv.nl/video/hoe-wordt-een-stoel-gemaakt-gebogen-hout-op-

gebogen-staal/#q=Hout

Waar wordt het gebogen hout van stoelen van gemaakt?

__________________________________________________________________________________

Hoe dik zijn die velletjes? __________________________________________________________

Van welke houtsoort worden ze gemaakt? ________________________________________

Wat doen ze eerst met de vellen? _________________________________________________

Wat daarna? ____________________________________________________________________

En daarna? ______________________________________________________________________

Hoe heten die vezels die je in het fineer ziet zitten? _________________________________

Waarom wisselen ze de richting van de nerf bij het op elkaar leggen?

__________________________________________________________________________________

Hoe lang moet het pakketje in de matrijs? _________________________________________

Met welke machine halen ze de randen eraf? _____________________________________

Waarmee het hout afgewerkt? ___________________________________________________

Welke machine draait de schroeven in de stoel? __________________________________

29

Groen

Opdracht gereedschappen

Zoek de juiste naam bij het gereedschap

Kies uit:

➔ hark – snoeischaar – bladhark – schep – schoffel – heggenschaar

➔ Schrijf de juiste naam in het vakje onder het gereedschap.

30

Kies uit:

➔ bladblazer – elektrische heggenschaar – grasmaaier – hogedrukspuit -

elektrische grasmaaier - kettingzaag

➔ Schrijf de juiste naam in het vakje onder het apparaat/gereedschap.

31

Baazles

Woordzoeker

Zoek de woorden op en kleur de vakjes in.

R N E K V E N N I N N G

N E G G E L R E V O E G

E T H O R E T T R P R E

G A N O T I C O I L E L

R R E M R T E N E O T I

O P P G O A P E N S S J

Z T L A U L S G D S I K

U I E N W E E S E E U H

D U H G E R R A N N L E

V R I E N D E L I J K I

E E E R L I J K H E I D

N N E K R E W N E M A S

EERLIJKHEID

GELIJKHEID

HELPEN

KLASGENOTEN

LUISTEREN

OMGANG

OPLOSSEN

OVERLEGGEN

RELATIE

RESPECT

SAMENWERKEN

UITPRATEN

VERTROUWEN

VRIENDELIJK

VRIENDEN

ZORGEN

32

Fietstechniek Deze week een korte les. vul de rebus in en schrijf het antwoord op.

Vul de tekst hier in.

……. …. …..

….. …..

….. …. ….

33

Appelflappen

Inleiding

Vandaag heb je een thuis kookopdracht. We gaan een appelflap maken.

Het filmpje van een appelflap recept kun je vinden via

https://www.ah.nl>allerhande>video>appel-cranberryflappen

Let op ! wij laten het spijs en cranberry eruit.

Overleg met je ouders wanneer en of je het kan maken.

Veel succes !

Benodigdheden voor 1 persoon:

1 ei(voor 4 personen)Materiaal: vork voor

¼ appelhet dicht drukken.

1 theelepel kaneel

1 eetlepel rozijnen

1 eetlepel suiker

1 plakje bladerdeeg

Werkwijze:

1. Schil de appel en snijd hem in kleine stukjes.

2. Haal het plasticvelletje van het plakje bladerdeeg en laat het ontdooien.

3. Haal de bakplaat uit de oven en doe bakpapier erop.

4. Zet de oven aan op 225 graden.

5. Vermeng de appel met de rozijnen, de suiker en de kaneel.

6. Leg op het plakje bladerdeeg ½ deel van het appelmengsel.

7. Vouw er een driehoek van.

8. Druk met een vork de randen van het deeg dicht.

9. Bestrijk de appelflap met wat losgeklopte ei.

10. Leg de appelflap op het bakpapier op de plaat en schuif de plaat in het

midden van de oven.

11. Bak de appelflap in 20 minuten gaar.

34

35

Tot ziens!

وداعا

Sudie

Do Widzenia

A hui hou

Adios

Goodbye

Au revoir

Agur

Nasvidenje

Addio

Auf wiedersehen

Farval

Sayonara

Güle güle

Nabad galyo

Bslemah