Goed bezig Burgerschapskeren-2 · Drie andere ziekenhuizen uit de regio zeggen in een persbericht...

www.loopbaanenburgerschap.nl ©Eisma Edumedia bv

Goed bezig – Burgerschapskeren-2 Hoofdstuk 2 – Welkom in onze organisatie

Antwoorden/suggesties tekstvragen

Paragraaf 1 Organisatie

1 Eigen mening . Je maakt deel uit van verschillende organisaties (clubs, verenigingen,

opleidingen). Meest in het oog springend zijn: . een schoolorganisatie, een bepaalde opleiding aan het ROC . een sportorganisatie (voetbal, hockey, tennis). Doel van een ROC (opleiding) zou kunnen zijn: Studenten leren zich te ontwikkelen, te bekwamen in vakmanschap, beroepscultuur en beroepsethiek. Het doel van de beroepsopleiding is gericht op competentieontwikkeling als integratie van kennis, kunde, houding en persoonlijke ontwikkeling. Doel van een sportorganisatie zou kunnen: Deelnemers een zinvolle vrijetijdsbesteding te bieden, ontspanning en gezelligheid. Het doel kan ook zijn het bevorderen van een gezonde levensstijl, het stimuleren van goede omgangsvormen en waarden en normen als sportiviteit, respect en verantwoordelijkheid dragen.

2 Eigen mening, eigen invulling

Voorbeelden: Doel van het feest (event): . esthetisch; je wilt een mooi, smaakvol en gezellig feest op school organiseren waar leerlingen en docenten elkaar op een andere manieren leren kennen. Je wilt iets moois laten zien of horen: film, dans, muziek; . amusement; het doel kan ook puur vermaak zijn, dansen, muziek beluisteren en gezellig drinken en eten met klasgenoten; Denk verder ook aan je doelgroep: voor wie is het schoolfeest bestemd? Met wie ga je het feest organiseren: Stel dat jij het schoolfeest mag organiseren van het opleidingsmanager. Je kunt een commissie of werkgroep samenstellen die het schoolfeest gaat voorbereiden en organiseren. Wie kies je daarvoor uit? Welke criteria leg je daarvoor aan? Welke middelen denk je nodig te hebben? Je moet in ieder geval een budget hebben, een ruimte waarin het feest wordt gehouden, drank, eten, entreekaartjes, docenten, beveiliging aan de deur/poort, een programma met muziek, artiesten, dj, installaties, feestversieringen, een draaiboek, uitnodigingen, enzovoort

Paragraaf 2 Profit of non-profit

1 Investeringskosten:

Investeringen zijn alle aanschaffingen van goederen die gedurende een langere periode (een aantal jaren) in een onderneming kunnen worden gebruikt: de zogenoemde


bedrijfsmiddelen. Bedrijfsmiddelen heb je nodig om je producten te kunnen maken of uw diensten te kunnen verlenen

Wat kunnen dat zijn voor een groentespecialist? Een paar voorbeelden: . een computer (voor het bijhouden van de administratie van de zaak) . snijmachines om de groente fijn te snijden . transportmiddelen , o.a. een transport- en bestelbusje (om groente van de veiling af te halen en om maaltijdpakketten rond te brengen ) . inventaris en gereedschappen . vergunningen om de groentezaak te kunnen starten . goodwill kosten die betaald zijn om de zaak over te nemen

2 Is een ziekenhuis een profit organisatie of non-profit organisatie? Het is allemaal niet

eenduidig.

Enerzijds kun je zeggen: Een ziekenhuis is een non-profit organisatie. Dit betekent dat men een ideële doelstelling heeft en dus een ander doel heeft dan geld verdienen. Er zijn wel verschillende soorten ziekenhuizen, zo zijn er academische ziekenhuizen, die verbonden zijn aan een universiteit en dus een opleidingsfunctie hebben. Er zijn ook reguliere ziekenhuizen, ook dit zijn non profit organisaties. Een particuliere kliniek kan natuurlijk wel een profit organisatie zijn. De inkomsten van het ziekenhuis komen voornamelijk van de zorgverzekeraars met wie de ziekenhuizen onderhandelen over wat ze dat betreffende jaar gaan doen (hoeveel van welke behandelcombinatie). Als je in een ziekenhuis werkt merk je ook wel het non-profit karakter. De meeste medewerkers werken er omdat ze graag mee willen werken aan het doel van het ziekenhuis, namelijk het beter maken van mensen. Ze zijn betrokken en gaan heel ver voor de patiënten. Verder is het een erg bureaucratisch geheel. Dit omdat het gaat om geld van de maatschappij en dus elke cent verantwoord moet worden.

Anderzijds kun je zeggen: Een ziekenhuis mag echter wel winst maken, om bijv. reserves op te bouwen. Dat stelt de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen. Ziekenhuizen kosten niet alleen gemeenschapsgeld, maar er wordt vooral ook op winst gedraaid. Je zou vanuit dat oogpunt kunnen zeggen dat een ziekenhuis ook wel degelijk een profit organisatie kenmerk heeft: winst maken. Een ander kenmerk is dat een groot aantal maatschappen als zelfstandige ondernemers werken in een ziekenhuis. Specialisten zijn eigen ondernemers. Oftewel, ze huren ruimten, apparatuur in het ziekenhuis, en behandelen mensen volgens hun eigen kostenboekje. Ze moeten een bepaald percentage van de omzet betalen aan het ziekenhuis. En de rest houden ze zelf, en betalen hun eigen personeel hiermee.

Is een laag sterftepercentage in een ziekenhuis te zien als ‘winst’?

In geval van de doelstelling: mensen beter maken is elk zieke die beter wordt en niet sterft een ‘winst’. Winst heeft een dubbele betekenis: winst betekent dat het iets oplevert, een meerwaarde, dat ook in geld is uit te drukken. Een mensenleven is heel wat waard, is ook in geld uit te drukken.

Kan een ziekenhuis failliet raken?


Een ziekenhuis kan zeker failliet verklaard worden, zie het bericht uit NRC, juni 2013 over het ziekenhuis Ruwaard van Putten.

‘Het Ruwaard van Putten Ziekenhuis in Spijkenisse is vanochtend failliet verklaard. ( bericht van 24 juni 2013 in NRC). De directie kan de salarissen van het personeel over de maand juni niet uitbetalen. De curatoren onderzoeken de mogelijkheid om het ziekenhuis een doorstart te laten maken. Het is het eerste ziekenhuis in Nederland dat failliet gaat. Eind maart zei minister Schippers(Volksgezondheid, VVD) dat ze ziekenhuizen die failliet gaan, door mismanagement of andere oorzaken, niet zal redden. Wel moeten de patiënten in de regio (in dit geval Spijkenisse) zorg krijgen. Ze moeten uitwijken naar andere ziekenhuizen (bijvoorbeeld Rotterdam) of tijdelijk naar het failliete ziekenhuis blijven gaan. Sinds 2006 bestaat er een vorm van marktwerking in de ziekenhuiszorg; ziekenhuizen moeten efficiënt werken, patiënten trekken en onderhandelen met zorgverzekeraars om financieel gezond te blijven. Drie andere ziekenhuizen uit de regio zeggen in een persbericht dat zij het gefailleerde ziekenhuis willen overnemen. Een razendsnelle doorstart dus. Het gaat om de Rotterdamse Ziekenhuizen het Maasstad Ziekenhuis en Ikazia Ziekenhuis en het Van Weel-Bethesda, met vestigingen in Dirksland, Brielle en Hellevoetsluis. Dit is inmiddels gebeurd. Het failliet ziekenhuis is door deze drie ziekenhuizen overgenomen.

Wat is voor een school winst? Dat kan verschillend zijn. Bekijk je het vanuit het rendementsdenken dan telt zoveel mogelijk geslaagden in een zo kort mogelijk tijdsperiode als winst. Winst is ook als het aantal uitvallers beperkt blijft. Winst kan ook zijn als de school veel reserves heeft opgebouwd.

3 Organisatie, bedrijf of onderneming?

Organisaties die producten of diensten voortbrengen noemen we bedrijven. Bedrijven kunnen zowel profit organisaties als non-profitorganisaties zijn. Indien een bedrijf een product of dienst voortbrengt met de bedoeling om winst te maken, spreken we van een onderneming.

. Amateurvoetbalclub – een organisatie . GVD – een organisatie en een non-profit bedrijf . ROC – een organisatie en een non-profit bedrijf . Escape – een organisatie en een profit bedrijf/onderneming . KPN – een organisatie en een profit bedrijf/onderneming . Waterlandziekenhuis - een organisatie en een non-profit organisatie

Paragraaf 3 Rechtsvormen

1 Voorbeeld bij elk kenmerk

Indelingscriterium Kenmerk Voorbeeld

Doelstelling Sociaal-cultureel Museum, Rijksmuseum

Economisch Bedrijf/onderneming KPN

Politiek Politiek Partij VVD

Maatschappelijk Ziekenhuis, VU-ziekenhuis

Hulpmiddelen/ financiering

Commercieel: for profit

Commercieel bedrijf Philips NV

Subsidie: non-profit/ non-for-profit

Concertgebouw orkest, Tropenmuseum

Grootte Klein Peuterspeelzaal

Groot AKZO, SHELL


Leeftijd Jong Partij 50 +

Oud Partij van de Arbeid

Complex Eenvoudig Roeivereniging/damclub

Complex ASML chipfabriek

Invloed medewerkers/leden

Horizontaal Patiëntenvereniging

Verticaal Het leger

Rechtsvorm Nv, bv, vof Commercieel bedrijf

Stichting Stichting voor Maatschappelijk Werk

vereniging Woningbouwvereniging

2 Over het algemeen is de BV een kleinere onderneming dan de NV. De aandelen zijn ook in

handen van een beperkte groep aandeelhouders, vaak familieleden. Een NV is de meest geschikte ondernemingsvorm voor grote ondernemingen. Een kring van een groot aantal aandeelhouders die elkaar niet kennen. De aandelen zijn in handen van aandeelhouders. De aandelen van een NV zijn meestal aan toonder. Aandelen van een BV zijn altijd op naam. Aandelen van een BV kunnen niet zomaar worden overgedragen. De aandelen van een NV kunnen vrij worden overgedragen aan derden.

3 Meestal kies je dan voor een eenmanszaak. De eenmanszaak is een ondernemingsvorm

zonder rechtspersoonlijkheid. Je bent als enige de eigenaar van je meestal kleine onderneming. Je hebt je eigen vermogen ingebracht en je regelt alle zaken zelf. In Nederland is de eenmanszaak de meest voorkomende ondernemingsvorm. Je bent dan wel als eigenaar wettelijk aansprakelijk voor alle schulden en tegenvallers. Een schuldeiser kan zowel aanspraak maken op jouw privé- vermogen als op het zakelijk vermogen van jouw eenmanszaak. Als je in gemeenschap van goederen bent getrouwd, kan ook het geld van je echtgenoot worden opgeëist.

4 Verschil eenmanszaak en BV

Een Besloten Vennootschap (BV) is een ondernemingsvorm met rechtspersoonlijkheid. De rechtspersoon kan een vermogen hebben. De rechtspersoon is zelf aansprakelijk voor schulden en kan eventueel failliet gaan. Vermogensverschaffing en leiding zijn gescheiden. Degenen die het vermogen inbrengen zijn niet aansprakelijk voor schulden van de rechtspersoon. Ze kunnen niet meer verliezen dan het bedrag van hun inbreng.

Het eigen vermogen in een BV is verdeeld in aandelen. Iedere vennoot ( aandeelhouder) neemt voor een of meer aandelen deel in het vermogen van de vennootschap. De aandeelhouders ( vaak een beperkte groep van familieleden) zijn de eigenaren van de onderneming. Zij beslissen vaak wie als nieuwe aandeelhouder tot de onderneming wordt toegelaten. De aandeelhouders van een BV zijn niet persoonlijk aansprakelijk voor de schulden van de onderneming. Echter in bepaalde gevallen van wanbeheer biedt de wet de mogelijkheid om bestuurders wel persoonlijk aansprakelijk te stellen.

Paragraaf 4 Werken met en voor anderen

1 Iedereen is ongeveer gelijk. Er zijn weinig hiërarchische lagen in de organisatie. Er wordt

gewerkt met verschillende teams op eenzelfde niveau. De organisatiestructuur is eenvoudig en overzichtelijk.


2 In een horizontale of platte organisatie zijn weinig of geen leidinggevenden. Iedereen kan een gelijke inbreng hebben; ieder mening telt. Er zijn geen gezagsproblemen. De communicatie vindt vooral op horizontaal niveau plaats. Ze geven geen bevalen door, maar overleggen op democratisch wijze over het werk. Begrijpelijk dat de begrippen ‘leiding’ en ‘gezag’ in dit soort organisaties als ‘vieze woorden’ worden beschouwd.

3 In kleine organisaties is geen staf nodig. De baas, de eigenaar en naaste medewerkers zijn

voldoende onderlegd om alle taken zelf te doen. De bedrijfsleiding heeft alles in eigen hand omdat de taken nog redelijk overzichtelijk zijn en nog weinig echt specialistische kennis is vereist. Hoe groter een organisatie echter wordt, hoe groter de behoefte aan ondersteuning van (specialistische) kennis, die de bedrijfsleiding mist. Dan komt het moment om de lijnorganisatie uit te breiden met staffuncties, bijvoorbeeld met ICT & Automatisering, Personeel & Organisatie of Communicatie & Voorlichting.

Paragraaf 5 Organisatiestructuur

1 In ziekenhuizen wordt onder verschillende namen gewerkt aan de zorg voor en beter maken

van zieke mensen. Je hebt afdelingen onder verschillende namen zoals clusters, secties, kolommen, divisies, zorggroepen, centra e.d. Bijvoorbeeld het Spaarne Ziekenhuis heeft een functionele indeling onder de namen: . Oncologisch centrum . Zorggroepen A t/m E . Facilitair bedrijf. Deze afdelingen vallen rechtstreeks onder de Raad van bestuur.

2 Binnen die afdelingen zijn verschillende producten/diensten opgenomen, bijvoorbeeld onder

een bepaalde zorggroep vallen diensten als oogheelkunde, KNO, dermatologie en revalidatie En onder de facilitaire groep vallen dan weer de producten/diensten: gebouw service, hotel service en interne service.

3 In een streekziekenhuis kunnen producten en diensten ook gericht zijn op doelgroepen ,

bijvoorbeeld In het Spaarne ziekenhuis valt onder de Zorggroep E o.a. Dienst geestelijke gezondheidszorg ( gericht op religieuze behoeften van de zieken) en dagverpleging/dagactiviteiten ( weer een andere doelgroep).

4 De autohandel opereert in verschillende markten/segmenten:

. de automarkt voor occasions Tweedehands auto’s)

. de automarkt voor duurdere auto’s ( Jaguars, e.d.)

. automarkt voor lease auto’s

. automarkt voor bedrijfswagens 5 Een voorbeeld is de fusie van OLVG Amsterdam –Oost en Lucas Andreas Ziekenhuis in

Amsterdam-West. Beide ziekenhuizen zijn gefuseerd in het OLVG, met twee aparte locatie: Amsterdam-West en Amsterdam-Oost. Voorbeelden van afdelingen op beide locaties: . Spoedeisende Hulp (SED)/Eerste Hulp post . Dienst Geestelijke Verzorging

https://www.olvg.nl/afdelingen_en_voorzieningen/niet_medische_afdelingen/dienst_geestelijke_verzorging


6 Geef bij de volgend indelingen aan of het een F-, P-, M- of G-indelingen zijn. Kruis aan.

F P M G

De Rabobank heeft een bedrijvenbalie en een particulierenbalie

x

De Tassenfabriek heeft drie afdelingen: Inkoop, Productie en Verkoop

x

Een verzekeringsmaatschappij zet afzonderlijk telefonistes in op motorrijtuigen-, inboedel- en aansprakelijkheidsverzekeringen

x

Albert Heijn heeft ‘AH to go’ - winkels in Nederland, België en Duitsland

x

1 Afdelingen betrokken bij Project 2: Inkoop, Administratie, Kwaliteit, Personeel en

Organisatie, Ontwikkeling en Planning 2 Afdeling Verkoop is als enige niet betrokken bij Project 3

Paragraaf 6 Communicatie

1 Een POP-gesprek valt het beste te vergelijken met een functioneringsgesprek. In een POP-

gesprek geeft de werknemer aan hoe de stand van zaken is, wat hij gepresteerd heeft en of hij zijn doelen heeft behaald en of hij aan zijn te ontwikkelen competenties ook daadwerkelijk heeft gewerkt. Hij krijgt feedback van zijn begeleider. Daarna worden in gezamenlijk overleg nieuwe afspraken gemaakt over de taken.: . aan welke competenties hij wil gaan werken . binnen welke termijn hij deze zal uitvoeren . wat hij aan (hulp)middelen denkt nodig te hebben en . wie hem daarbij zal begeleiden op dat traject. In een functioneringsgesprek gaat het ook over de stand van zaken, over de kwaliteit van het werk. Zit de medewerker goed in zijn vel? Is hij tevreden over zijn werk en werkomstandigheden? Heeft hij bepaalde wensen? Is er een goede samenwerking tussen collega’s? Is er een scholingsbehoefte? Etc.

2 In een beoordelingsgesprek wordt de balans opgemaakt. Het gesprek, meestal aan het eind

van het jaar, gaat over een waardering en evaluatie van de prestaties die de werknemer in het afgelopen jaar heeft geleverd. Beoordelingsgesprekken gaan dus meestal over de prestaties van de afgelopen periode. De leidinggevende voert de regie en waardeert zijn prestaties. Vaak zit daar een beloning ( een bonus) aan vast wanneer de medewerker goed heeft gepresteerd en zijn targets heeft gehaald. Naar aanleiding van een beoordelingsgesprek kun je als werknemer bijvoorbeeld promotie maken.

Een functioneringsgesprek is een gestructureerd gesprek tussen een medewerker en diens leidinggevende. Het doel is het functioneren van de werknemer en de onderlinge samenwerking te verbeteren. Functioneringsgesprekken worden meestal jaarlijks gevoerd. Bij een functioneringsgesprek met de leidinggevende zijn de verhoudingen gelijkwaardig. Ook wordt het functioneren van de medewerker nu en in de toekomst besproken.

3 Om enkele voorbeelden te geven van interne communicatiemiddelen:


. Nieuwsbrieven

. Posters

. Intranet

. Smoelenboek

. Personeelsblad

. Huisstijlhandboek

. Sociaal jaarverslag

. Mededelingenbord

. Blog

. E-mail

. Brieven

. Prikbord 4 Eigen invulling van de procedure ‘ ’s morgensopstaan’ . Welke stappen doorloop je tot aan

het moment dat je op school bent en in de klas zit voor het eerste lesuur? 5 De invloed van Social media.

Het gebruik van Social Media heeft de laatste jaren een enorme vlucht genomen en is nog altijd groeiende. We "facebooken", twitteren en kijken filmpjes op YouTube. Traditionele media zoals krant, radio en TV maken steeds vaker plaats voor Social Media.

Aanleiding Het blijkt steeds lastiger om te overzien wat er over leerlingen, de school en haar medewerkers wordt gezegd en geschreven. Social Media kan zeker de reputatie van leerlingen, docenten en de school beïnvloeden, zowel positief als negatief. Het is dus belangrijk om te volgen wat er via Social Media wordt gezegd. Tegelijkertijd worden leerlingen en de school gestimuleerd vooral mee te doen aan sociale netwerken en deel te nemen aan gesprekken op bijvoorbeeld Twitter en Facebook. Richtlijnen Daarom hebben sommige scholen richtlijnen voor het gebruik van Social Media opgesteld. Met deze ‘gebruikscode’ willen zij leerlingen, ouders en docenten handvatten aanreiken hoe correct en verstandig om te gaan met Social Media. Daarnaast hebben sommige scholen een Positief Social Media Protocol waarin zij de inzet van Social Media in het onderwijs beschrijven. Het Ichthus College te Kampen heeft afspraken en richtlijnen Social Media voor haar school opgesteld. We nemen hier een aantal voorbeelden uit. Afspraken en richtlijnen Social media ( enkele voorbeelden) In zo’n protocol kunnen over verschillende onderwerpen richtlijnen worden opgesteld. We noemen een aantal.

1 Je bent zelf verantwoordelijk

Alles wat je schrijft of plaatst is jouw veran5twoord3elijkheid, ‘retweeten’ valt hier ook onder. Plaats nooit berichten die mensen, medeleerlingen en/of school kunnen schaden. Als je de regels overtreedt, zal je door je teamleider/mentor op jouw verantwoordelijkheid worden aangesproken en zullen passende maatregelen genomen worden.

2 Cyberpesten


Cyberpesten is ook pesten, dus gelden dezelfde afspraken/regels die de school binnen de klas/school met elkaar gemaakt heeft.

3 Privé en school

Uiteraard respecteert de school je vrijheid van meningsuiting, maar bedreiging, discriminatie, racisme en/of het verspreiden van naaktfoto’s van minderjarigen zijn volgens de Nederlandse wet strafbaar. Alles wat je schrijft en op internet zet, is blijvend en gaat er nooit meer af.

4 Geef nooit vertrouwelijke informatie, bescherm jezelf

Geef online nooit vertrouwelijke informatie over jezelf/medeleerlingen of school. Stuur nooit naaktfoto’s of video’s van jezelf naar anderen. Twijfel je of je iets moet vertellen of doen, vraag dan advies aan je ouders, mentor of docent. Maak altijd melding van websites of personen die erop aandringen dat je persoonlijke informatie afgeeft of naaktfoto’s van jezelf neemt.

5 Like

Wees vriendelijk en toon respect. Gebruik je hersens: weet wat je bronnen zijn en geloof niet alles wat je leest op internet. Zorg ervoor dat niet iedereen je profiel kan zien, houd je wachtwoord geheim en gebruik je privacy instellingen. Gebruik nooit foto’s, video’s of geluidsopnames van anderen zonder hun toestemming.

6 Dislike

In de les is je mobiele telefoon, Ipod, etc, niet zichtbaar of hoorbaar aanwezig. Plaats geen aanstotend materiaal, vertel geen kwetsende dingen of leugens. Zoek geen ruzie; problemen los je op offline. Retweet geen dreigementen, privacy schendende, aanstootgevende of kwetsende zaken. Word online geen vrienden met mensen die je niet kent. Plaats niets wat je in verlegenheid brengt als je ouders of docent het zou lezen.

Bron: Ichthus College

6 Waarom een protocol examinering?

Een voorschrift of handreiking is nodig om onregelmatigheden en fraude te signaleren en aan te pakken en de beveiliging bij examenprocessen en examenafname te waarborgen. Het gaat dus vooral om richtlijnen procedures die scholen kunnen helpen bij het opstellen van school eigenbeleid rondom een correcte examenafname en beveiliging van examens.

Beveiliging bij examinering is een punt van aandacht in het mbo. Maar wat verstaan we hieronder? Gaat het over spieken tijdens een examen, het stelen van examens voor afname of het vervalsen van diploma’s? Moeten alle examens geheim zijn of mogen sommige examens ook vooraf bij de deelnemers bekend zijn? De handreiking belicht het beveiligen van examenprocessen en examenafname van verschillende kanten en beschrijft diverse voorbeelden van mbo-scholen. Het is enkel een handreiking, omdat de wijze waarop een school de beveiliging van examens regelt sterk verweven is met het beleid en de organisatie(vorm) van individuele scholen.

Bron: Handreiking Onregelmatigheden, fraude en beveiliging examens, versie 3.0 – november 2014


Paragraaf 7 Bedrijfscultuur

1 O software te vergelijken met de bedrijfscultuur, het niet tastbare, zoals normen, waarden

en ideeën in een bedrijf

Hardware is meer alle "tastbare" apparatuur De geïnstalleerde programma’s kun je vergelijken met de mensen die er werken Software is datgene dat je niet kunt aanraken, zonder dat kan de computer niet werken

2 O 1 en 2 zijn beide juist

Cultuur zit in de hoofden van mensen ( normen en waarden etc.), maar die kun je herkennen aan (uiterlijk) gedrag van mensen, zoals hoe mensen elkaar begroeten, of hoe men verjaardagen viert op het kantoor.

3 Eigen mening

Bekende begroetingen zijn: de handdruk, de omhelzing, de kus en de boks ( vooral onder jongeren populair). De boks is overigens een stuk hygiënischer dan de handdruk, minder kans op overdracht bacteriën.

4 Het standbeeld voor het station van Eindhoven is van Anton Philips, zoon van Frederik

Philips, de oprichter van Philips & Co in 1891. Anton Philips heeft het bedrijf Philips NV groot gemaakt.

5 Eigen mening 6 Bij machtscultuur en rollencultuur spelen gezagsverhoudingen een grote rol.

Machtscultuur: macht en gezag liggen bij de topfiguur. Rollencultuur: macht en gezag liggen bij rollen en functies Bij een taakcultuur en personencultuur zijn macht en gezag verspreid over de gehele organisatie. Speelt minder een rol in gezagsverhoudingen.

7 Automatiseringsbedrijf: een sterke taakcultuur, gericht op het oplossen van problemen

Ziekenhuis: personencultuur, de organisatie staat geheel in dienst van mensen die er werken. Macht en gezag wordt ontleend aan kennis en expertise.

Paragraaf 8 Follow the leader

1 De focus van een manager is vooral gericht op het bereiken van concrete resultaten en het

uitvoeren van taken binnen afgesproken kaders (budget, tijd, etc.). Hij hoeft niet perse inspirerend te zijn. Daarom wordt er vaak een verschil gemaakt tussen een leider en een manager. Een leider stimuleert en inspireert anderen om resultaten te behalen en streeft ernaar de organisatie in de juiste richting verder te brengen. Leiders hebben een duidelijke toekomstvisie. Ze motiveren het personeel en dagen ze uit. De focus van een manager is een andere, meer gericht op resultaten, het behalen van targets, deadlines, rondkomen met budgetten, projectplannen schrijven enz.

2 Er is bij een taakgericht leiderschap weinig ruimte voor eigen initiatief binnen het bedrijf. Ook

wordt geen rekening gehouden met de behoeften en wensen van de medewerkers. Een goede baas zorgt voor zijn mensen. In een bedrijfscultuur waarin taakgericht leiderschap


dominant is, staat de taak centraal, en minder de mens. Een goede baas zorgt voor zijn mensen. De vraag is of taakgericht leiderschap de mens centraal stelt. Integendeel.

Een taakgericht leiderschap legt de nadruk op taken en prestaties. De taakgerichte leider geeft duidelijke taakopdrachten en laat blijken wat hij van zijn medewerker verwacht en waarop hij hem aanspreekt. Hij geeft instructies over de uitvoering van de taak. Hij maakt duidelijke afspraken over de kwaliteit en de kwantiteit van het te leveren werk. Hij ziet toe op de uitvoering van de taak en grijpt in wanneer dat nodig is. Hij heeft regelmatig overleg over het werk om tijdig knelpunten te signaleren en de voortgang te bewaken.

3 Eigen mening 4 Eigen mening

Paragraaf 9 Dilemma’s en afspraken

1 Loyaal zijn aan haar baas (de advocaat) betekent dat zij hem steunt, dat zij achter hem staat

en dat zij zich verbonden voelt het hem. Het belang van haar baas stelt zij voorop. Zij heeft er geen probleem mee om te doen wat hij haar opdraagt. Dus doet zij wat hij zegt.

Integer wil zeggen iets anders zeggen, namelijk dat zij eerlijk en betrouwbaar wil zijn en dat kan dus botsen met het frauduleuze gedrag van haar baas ( frauduleus declareren ten koste van de cliënt). Zij kan in gewetensnood komen en weigeren de opdracht uit te voeren.

2 Loyaal wil zeggen dat zij een vrij dagdeel neemt, dus het verzoek opvolgt van haar baas ( de

makelaar). Onduidelijk is of haar baas ook de reden heeft verteld waarom zij een dagdeel vrij kan nemen.

Integer wil zeggen dat zij bedenkingen heeft tegen de reden waarom zij een vrij dagdeel moet nemen. Zij kan vinden dat haar baas haar respectloos behandeld en dus duidelijk meer kiest voor de het geld (de winst) die de klant mogelijk opbrengt dan voor zijn medewerkster met hoofddoek. Weinig tactvol en respectloos gedrag van de baas en ook nog eens beledigend voor de vrouw als moslima. Ze kan uit zelfrespect weigeren om een vrij dagdeel te nemen en niet ingaan op de wens van haar baas.

3 Eigen mening 4 1 Je kunt in de schulden zitten en geld nodig hebben. In je functie kun je je laten omkopen, bijvoorbeeld steekpenningen aannemen om (geheime) informatie aan de concurrent door te sluizen. Je kunt natuurlijk ook ’s avonds in je vrije tijd allerlei nevenactiviteiten uitvoeren met gebruikmaking van de bedrijfsmiddelen ( bedrijfsauto, apparatuur, e.d.) van je baas, zonder dat hij hiervan op de hoogte is. Dit noemen we oneigenlijk gebruik.

2 Je kunt onder tijdsdruk om je targets te halen (dus ook je bonus) de opdrachten van je collega’s overnemen die toch al hun targets hebben behaald. Gebeurd vooral op het eind van het jaar als de beoordelingsgesprekken plaatsvinden, bonussen worden verdeeld en uitgereikt. Een ander voorbeeld is de gemeenteambtenaar die de familie bevoordeelt bij de toewijzing van (huur)woningen, zeker als er lange wachtlijsten voor huurwoningen zijn. Of bij toe wijzingen van koopwoningen geld ontvangt voor een voorkeurspositie van de kandidaat koper.


Paragraaf 10 We spreken af

1 Al de beroepen hebben een vertrouwensband met de patiënt of cliënt. Het beroepsgeheim

dient ertoe de drempel voor de toegang tot hulpverlening ( medisch, sociaal, juridisch) zo laag mogelijk te maken en de patiënt/cliënt het vertrouwen te geven dat hij vrijuit kan spreken. Een aantal beroepen kent en specifieke zwijgplicht, zoals artsen en verpleegkundigen. Een bedrijfsarts mag bijvoorbeeld nooit zonder toestemming van de betreffende werknemer medische informatie toespelen aan de werkgever.

Er spelen genoeg beroepsdilemma’s in de medische wereld. Nog een voorbeeld. Een vrouw die in het ziekenhuis komt om te bevallen, vraagt de co- assistent gynaecologie om haar partner niet te vertellen dat ze hiv-positief is. Wat telt zwaarder, het beroepsgeheim of het belang van de partner?

2 Ernst Jansen Steur was een Nederlandse neuroloog, die bij het grote publiek onder meer

bekend werd doordat hij werd beticht van het stellen van onjuiste diagnoses, en ontslagen werd bij het ziekenhuis waar hij werkte. Hij is in 2010 uitgeschreven uit het BIG-register.

Wat betekent registratie in het BIG-register? Met een BIG-registratie: Mag u de wettelijk beschermde beroepstitel voeren. Mogen artsen, tandartsen, verpleegkundigen en verloskundigen zelfstandig voorbehouden handelingen uitvoeren. Valt u onder het tuchtrecht. Kunt u starten met een opleiding tot specialist. Apothekers, artsen, fysiotherapeuten, gezondheidszorgpsychologen, psychotherapeuten, tandartsen, verloskundigen en verpleegkundigen kunnen zich registreren in het BIG-register.

Bram Moszkowicz is als advocaat door de tuchtraad geschrapt van het tableau (oktober 2012). Dit betekent dat hij zijn beroep van advocaat voor de rest van zijn leven niet meer mag uitoefenen. Moszkowicz moest voor de tuchtrechter verschijnen omdat cliënten klachten had ingediend over niet nagekomen toezeggingen, het aannemen van cash betalingen en onvoldoende rechtsbijstand.

Paragraaf 11 Rechten en plichten

1 Volgorde van ontslag als het met de economie slechter gaat? Wie vliegt er als eerste uit?

Contractvormen

in tijdelijke aanstelling; 5

in vaste aanstelling; 8

in proeftijd; 2

met flexibel contract; 4

met stage-contract; 6

als uitzendcontract; 3

als vrijwilliger; 7


zonder contract. 1

Toelichting De rechten die je hebt hangen ook samen met je aanstelling. Die aanstelling kan heel verschillend zijn. In één en hetzelfde bedrijf kun je verschillende werknemers tegenkomen: De rechtspositie van elk afzonderlijk verschilt van die van een ander.

Uitzendcontract Uitzendbureaus werken voor de opbouw van rechten met het zogenaamde Fasen systeem. Uitzendcontracten worden vooral wanneer je in Fase A zit ( dus wanneer je pas begonnen bent) ten vaak gesloten met uitzendbeding. Dit betekent dat het arbeidscontract met het uitzendbureau direct stopt als het bedrijf waar je werkt (de inlener) je niet meer nodig heeft. Tijdelijk/flexibel contract Werkgevers of werknemers kunnen een tijdelijk contract (na afloop van de proeftijd) in principe niet tussentijds opzeggen. Behalve als zij hier vooraf andere afspraken over hebben gemaakt. Er is wel een opzegtermijn. Bij flexibele contracten worden alleen de gewerkte uren uit betaald: geen werk, geen loon. In 2015 zijn inmiddels door de nieuwe wetgeving wijzigingen aangebracht. Proeftijd Beëindiging van uw arbeidsovereenkomst in de proeftijd is heel eenvoudig. Dat geldt zowel voor u als voor uw werkgever. Het is zo eenvoudig, omdat er in die periode geen ontslagvergunning is vereist en geen opzegtermijn is. Dit betekent niet dat je zonder iets te zeggen kunt wegblijven. Je werkgever kan je vragen om een schriftelijke verklaring waarom je in je proeftijd vertrekt. Omgekeerd kun je dat van je werkgever vragen als hij de arbeidsovereenkomst in uw proeftijd beëindigt.

2 Nettoloon =( Brutoloon – ( belastingen + sociale verzekeringen) 3 Je hebt zeer sterk wisselende inkomens, zeker bij een oproep contract. Verder weet je ook

niet of je tijdelijke contract verlengd wordt. Dat schept behoorlijk veel financiële onzekerheid.

Toelichting Nul-urencontract Bij het nul-urencontract is geen afspraak gemaakt over het aantal uren dat je moet werken. Je mag de oproep alleen weigeren als je een goede reden hebt waarom je die dag of tijd niet kunt. Je werkgever hoeft alleen de uren die je werkt aan je te betalen. Als er geen vaste werktijden zijn afgesproken en je werkt 15 uur of minder per week dan moet je werkgever per oproep minimaal drie uur uitbetalen. Ook als je na één uur weer naar huis wordt gestuurd. Oproepcontract met urengarantie In de arbeidsovereenkomst is opgenomen hoeveel uur je minimaal en soms ook maximaal werkt. Een andere naam voor dit contract is een min-max contract. Ook bij dit contract is het zo dat je een oproep alleen mag weigeren met een goede reden of als je het afgesproken maximum aantal uren al hebt gewerkt. Het minimum afgesproken uren krijg je altijd, of je werkelijk zoveel hebt kunnen werken of niet. De werkgever mag je de niet-gewerkte uren niet later in laten halen. De uren die je meer werkt krijg je natuurlijk ook uitbetaald. Als er geen vaste werktijden zijn afgesproken en je werkt 15 of minder uur per week dan moet je werkgever per oproep minimaal drie uur uitbetalen.


4 Wat zijn dringende redenen voor een werkgever om een werknemer te ontslaan?

Er zijn situaties waarin de positie van uw werknemer onhoudbaar is geworden. Bijvoorbeeld als er sprake is van diefstal of als uw werknemer zich op een andere wijze ernstig heeft misdragen. Een ontslag op staande voet kan dan een passende maatregel zijn. Maar let op! Bij een ontslag op staande voet zijn er regels, waaraan de werkgever zich moet houden.

Voorwaarden ontslag op staande voet Een ontslag op staande voet is de zwaarste sanctie in het arbeidsrecht. Een ontslag op staande voet is daarom ook pas rechtsgeldig als is voldaan aan de volgende voorwaarden:

. er moet sprake zijn van een dringende reden; . het ontslag moet onverwijld worden gegeven en . de reden van het ontslag moet direct worden medegedeeld.

Voorbeelden De volgende redenen kunnen aanleiding zijn voor een ontslag op staande voet: . diefstal; . mishandeling; . ernstige belediging; . bedreiging en . werkweigering.

Paragraaf 11 Rechten en plichten

1 Van werknemers wordt verwacht dat ze meedenken met het beleid van de organisatie, dat

ze er ideeën over hebben en die ideeën ook uiten. Participatie betekent in dit verband meedenken en meebeslissen . Werkgevers hebben er belang allerlei communicatie-en werk overlegkanalen binnen de organisatie in te stellen.

2 De bevoegdheden van de studentenraad(SR) zijn gelijk aan die van de ondernemingsraad

(OR) 3 Eigen mening 4 Eigen mening 5 igen mening

Goed bezig Burgerschapskeren-2 · Drie andere ziekenhuizen uit de regio zeggen in een persbericht...

Documents

Transcript of Goed bezig Burgerschapskeren-2 · Drie andere ziekenhuizen uit de regio zeggen in een persbericht...