Goddelijke strijders Eindeloos oktober 2009

2
Sinds de Meji-restauratie in de jaren 1860 stond Japan open voor culturele uitwisseling met het Westen. Europa en Amerika raakten in de ban van het Japonisme in de kunst, en in Japan ontstond een nieuwe grafische stijl, waarin traditionele en Westerse elementen vermengd werden. Manga, de nu wereldwijd populaire stijl met heldere kleuren, strakke lijnen en Westerse mensen met grote amandelvormige ogen, kwam in de jaren ’20 en ’30 in zwang. Tegelijkertijd deed de film zijn intrede, maar in tegenstelling tot het Westen maakten de Japanners nauwelijks normale films: er waren de acteurs noch de locaties om niet-Japanse verhalen te vertellen, terwijl daar juist behoefte aan was. Animatie bood de uitkomst, in combinatie met de manga-stijl. Zoals vaak bij confrontatie met het vreemde, ging obsessie hand in hand met xenofobie; en nationalistische gevoelens die nooit eerder hadden bestaan staken de kop op. Het Japans Imperialisme was op zijn hoogtepunt toen Seo en het Ministerie in 1944 begonnen met de animatie van Momotarō Umi no Shinpei, ‘Momotaro’s goddelijke zeestrijders’. In de 74 minuten durende film leidt Momotaro (‘perzikjongen’), een traditioneel folkloristisch personage, zijn kamer- aden en een aantal bevriende dieren in de verovering van het eiland Celebes. Het eiland was onderdeel van Nederlands Indië, en in werkelijkheid dus ook door Japan bezet. De film werd in 1984 herontdekt in een filmlaboratorium en werd meteen één van de meest interessante onderdelen van Japanse filmgeschiedenis. In de nationale geschiedenis van het land neemt het ver- haal echter een meer complexe, ongemakkelijke rol in. Toen de film verscheen, op 12 april in 1945, was de oorlogssituatie onhoudbaar geworden: normale bioscopen bestonden nauwelijks meer na de maanden- lange bombardementen van de steden, en de militaire vertoningen van de film hadden een pijnlijke achter- grond. Terwijl Momotaro en zijn dierenvriendjes zin- gend vochten om een eiland viel de Japanse basis Iwo Jima, na meer dan een maand van bloedige strijd. In de slag om dit eilandje van 21 vierkante kilometer waren een kleine 7 000 Amerikanen gesneuveld, meer dan in Normandië op D-Day, en van de 22 000 Japanse troepen overleefden slechts 216 krijgsgevangenen. De Japanse strijdkrachten, gevormd door de culturele Bushido-mores en effectieve propagandafilms als die van Seo, waren overtuigd dat vechten tot de dood of zelfmoord een beter lot was dan overgave. Tegelijkertijd woedde de strijd om het veel grotere eiland Okinawa. Ook hier duurde de slag maanden. Zowel de militairen als de burgerbevolking waren geïn- strueerd zich steeds verder terug te trekken in het onder- grondse grottenstelsel. Ze werden uitgerust met hand- granaten, die ze tot ontploffing brachten als ze door Amerikanen ontdekt werden. In zijn boek Geketende democratie laat correspondent Hans van der Lugt de burgermeester van een stadje op het eiland aan het woord. De vrouw is één van de weinige overlevende verpleegsters die in de grotten gewonden verzorgden. Steeds als de troepen zich verder terug trokken moesten zij de gewonden die werden achtergelaten melk te drinken geven; pas later drong de realisatie door dat de melk vergiftigd was. Voor het trotse Japan was over- gave in geen enkele vorm acceptabel. Na de destastreuze gevechten om de eilanden besloot Amerika tot drastische strijdmethoden om een overwinning te forceren en Japan te dwingen tot de meest volledige overgave mogelijk. Het land werd de facto een satellietstaat van Amerika. In Okinawa, dat pas in 1972 werd overgedragen aan de Japanse over- heid, beslaan Amerikaanse legerbases nog steeds grote delen van het bewoonbare gebied. Maar zestig jaar na de oorlog is het trotse Japanse Nationalisme weer in opkomst. Premier Taro Aso heeft recentelijk het bestaan van de Nederlandse troostmeisjes ontkend. Hoewel schadelijk voor Nederlands-Japanse betrekkingen, is EINDELOOS - NUMMER 1 - PAGINA 10 ACHTERPAGINA Goddelijke Strijders Door Bob van Toor - In 1940 bracht Disney de revolutionaire en immens succesvolle animatiefilm Fantasia uit. De film zou een enorme invloed hebben op de ontwikkeling van de animatiefilm. Vier jaar later kreeg de Japanse regisseur Mitsuyo Seo de film te zien in het Ministerie van maritieme zaken, dat hem de opdracht gaf een propagandafilm te maken dat dezelfde hoop en inspiratie zou geven als de Disney-hit. adat Japan de Amerikaanse marine vleugellam had geslagen bij de aanval op Pearl Harbor was de aanval op Maleisië en Indonesië ingezet, als laatste deel van de vestiging van de Japanse hegemonie in Oost-Azië. Seo produceerde de eerste avondvullende film in een nieuw, surrealistisch animatiegenre: anime.

description

 

Transcript of Goddelijke strijders Eindeloos oktober 2009

Sinds de Meji-restauratie in de jaren 1860 stond Japanopen voor culturele uitwisseling met het Westen.Europa enAmerika raakten in de ban van het Japonismein de kunst, en in Japan ontstond een nieuwe grafischestijl, waarin traditionele en Westerse elementenvermengd werden. Manga, de nu wereldwijd populairestijl met heldere kleuren, strakke lijnen en Westersemensen met grote amandelvormige ogen, kwam in dejaren ’20 en ’30 in zwang. Tegelijkertijd deed de filmzijn intrede, maar in tegenstelling tot het Westenmaakten de Japanners nauwelijks normale films: erwaren de acteurs noch de locaties om niet-Japanseverhalen te vertellen, terwijl daar juist behoefte aanwas. Animatie bood de uitkomst, in combinatie met demanga-stijl.

Zoals vaak bij confrontatie met het vreemde,ging obsessie hand in hand met xenofobie; ennationalistische gevoelens die nooit eerder haddenbestaan staken de kop op. Het Japans Imperialisme wasop zijn hoogtepunt toen Seo en het Ministerie in 1944begonnen met de animatie van Momotarō Umi noShinpei, ‘Momotaro’s goddelijke zeestrijders’. In de 74minuten durende film leidt Momotaro (‘perzikjongen’),een traditioneel folkloristisch personage, zijn kamer-aden en een aantal bevriende dieren in de veroveringvan het eiland Celebes. Het eiland was onderdeel vanNederlands Indië, en in werkelijkheid dus ook doorJapan bezet. De film werd in 1984 herontdekt in eenfilmlaboratorium en werd meteen één van de meestinteressante onderdelen van Japanse filmgeschiedenis.In de nationale geschiedenis van het land neemt het ver-haal echter een meer complexe, ongemakkelijke rol in.

Toen de film verscheen, op 12 april in 1945,was de oorlogssituatie onhoudbaar geworden: normalebioscopen bestonden nauwelijks meer na de maanden-lange bombardementen van de steden, en de militairevertoningen van de film hadden een pijnlijke achter-grond. Terwijl Momotaro en zijn dierenvriendjes zin-

gend vochten om een eiland viel de Japanse basis IwoJima, na meer dan een maand van bloedige strijd. In deslag om dit eilandje van 21 vierkante kilometer wareneen kleine 7 000 Amerikanen gesneuveld, meer dan inNormandië op D-Day, en van de 22 000 Japansetroepen overleefden slechts 216 krijgsgevangenen. DeJapanse strijdkrachten, gevormd door de cultureleBushido-mores en effectieve propagandafilms als dievan Seo, waren overtuigd dat vechten tot de dood ofzelfmoord een beter lot was dan overgave.Tegelijkertijd woedde de strijd om het veel grotereeiland Okinawa. Ook hier duurde de slag maanden.Zowel de militairen als de burgerbevolking waren geïn-strueerd zich steeds verder terug te trekken in het onder-grondse grottenstelsel. Ze werden uitgerust met hand-granaten, die ze tot ontploffing brachten als ze doorAmerikanen ontdekt werden. In zijn boek Geketendedemocratie laat correspondent Hans van der Lugt deburgermeester van een stadje op het eiland aan hetwoord. De vrouw is één van de weinige overlevendeverpleegsters die in de grotten gewonden verzorgden.Steeds als de troepen zich verder terug trokken moestenzij de gewonden die werden achtergelaten melk tedrinken geven; pas later drong de realisatie door dat demelk vergiftigd was. Voor het trotse Japan was over-gave in geen enkele vorm acceptabel.

Na de destastreuze gevechten om de eilandenbesloot Amerika tot drastische strijdmethoden om eenoverwinning te forceren en Japan te dwingen tot demeest volledige overgave mogelijk. Het land werd defacto een satellietstaat van Amerika. In Okinawa, datpas in 1972 werd overgedragen aan de Japanse over-heid, beslaan Amerikaanse legerbases nog steeds grotedelen van het bewoonbare gebied. Maar zestig jaar nade oorlog is het trotse Japanse Nationalisme weer inopkomst. Premier TaroAso heeft recentelijk het bestaanvan de Nederlandse troostmeisjes ontkend. Hoewelschadelijk voor Nederlands-Japanse betrekkingen, is

EINDELOOS - NUMMER 1 - PAGINA 10

ACHTERPAGINA

Goddelijke StrijdersDoor Bob van Toor - In 1940 bracht Disney de revolutionaire en immens succesvolle animatiefilm Fantasia uit.De film zou een enorme invloed hebben op de ontwikkeling van de animatiefilm. Vier jaar later kreeg de Japanseregisseur Mitsuyo Seo de film te zien in het Ministerie van maritieme zaken, dat hem de opdracht gaf eenpropagandafilm te maken dat dezelfde hoop en inspiratie zou geven als de Disney-hit. �adat Japan deAmerikaanse marine vleugellam had geslagen bij de aanval op Pearl Harbor was de aanval op Maleisië enIndonesië ingezet, als laatste deel van de vestiging van de Japanse hegemonie in Oost-Azië. Seo produceerde deeerste avondvullende film in een nieuw, surrealistisch animatiegenre: anime.

(advertentie)

dat slechts een klein deel van de enorme discrepanties in deJapanse omgang met het oorlogsverleden. De conservatievepartij, die bijna ononderbroken aan de macht is geweest sinds1945, zet steeds meer vraagtekens bij de interpretatie van deJapanse oorlogsinspanning. In 2007 verbood zij een passage ineen geschiedenisboek voor middelbare scholieren over de zelf-moord-instructie aan burgers van Okinawa. Terwijl de censuurTokyo onverschillig liet, gingen op Okinawa 100 000 protes-tanten de straat op. De strijd tussen de lokale en de nationaleoverheid werd het symbool voor de enorme verontwaardigingvan links Japan over de nonchalance waarmee Aso en zijnkabinet de oorlog behandelden. Vorig jaar gaf Tokyo toe, en depassage wordt opgenomen in het schoolboek; maar Aso, klein-zoon van de Japanse premier in de oorlog, bezoekt nog steedsjaarlijks de Yakusuni-tempel waarin veroordeelde oorlogscrim-inelen geëerd worden.

Een ongemakkelijk gevoel bekruipt de kijker dan ookals Momotaro en een groep Japanse soldaten in het vrolijke liedAIUEO no Uta Japanse dieren leren spreken, om even laterCelebes in een rokende puinhoop achter te laten. De film is nuoveral in Japan verkrijgbaar en populair onder manga-adeptenen filmhistorici. Het lijkt echter van groter belang dat politiekeen sociale historici er eens een blik op werpen.�

Verder lezen:Hans van der Lugt, Geketende democratie: Japan achter deschermen.

De gehele film is te bekijken ophttp://www.youtube.com/user/EmperorTSS

ATHENAEUM BOEKHANDEL

WWW.ATHENAEUM.NL

Timothy Snyder - De rode prins. Het einde van een dynastie en de opkomst van het moderne Europa.Ambo - 376 blz. - Ingenaaid - € 27,95

In De rode prins beschrijft Timothy Snyder de lotgevallen van Wilhelm von Habsburg, een extravagante aristocraat wiens leven de ontwrichtende eerste helft van de twintigste eeuw in Centraal-Europa personifieert.

TTHENAEUMAAAAATHENAEUM BOEKHANDELATHENAEUM BOEKHANDELimothyT

dD

M BOEKHANDE-dernyyder y S

ELELLL

W TH.AATHENAEUM.NLWWWW.A

ode pe rrode prins.Det eindeHHet einde v

ne EmoderAmbo - 37

peddeoreDnIInmllmehllhiWWinav

nevellesneiweCCeniwuee

LHENAEUM.NL

prins.an een dynastie en de opkomst vv

opa.urropa.EEurngenaaid - € 27,9576 blz. - I

leddereddeynnySnyhhytthomiTTitfftjjfiijrhcseebsnirpaettenaggaaagvarratxeexnee,gg,rrgubsbaHHanovm

dnavvtfftllfehetsrrseeeddenettehcirwtnoedde.treefifieiifinosrrsepapoopruEEu-ll-aarratn

an hetv

nellelllaveggettgollotaarracotsiiraette sggsiigttiniwtedde