GIDS Studie en Werk Voltijd Jaar1

56
Gids Studie en Werk Voltijd jaar 1 Instituut Archimedes 2012-2013 afbeelding is gemaakt via www.wordle.net

description

Tja wat is dit in hemelsnaam

Transcript of GIDS Studie en Werk Voltijd Jaar1

  • Gids Studie en Werk Voltijd jaar 1 Instituut Archimedes 2012-2013

    afbeelding is gemaakt via www.wordle.net

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 0 -

    Colofon

    Deze gids Studie en Werk is gemaakt door Bureau Ondersteuning Leerlijnen (BOL). Voor het melden

    van onvolkomenheden, vragen en suggesties kun je contact opnemen met BOL:

    [email protected].

    Voor het gemak worden studenten en begeleiders in de tekst in de mannelijke vorm aangeduid,

    maar uiteraard kunnen het ook vrouwen zijn.

    Utrecht, augustus 2012 Versie 1.03

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 1 -

    Inhoudsopgave

    1 Studie en Werk Voltijd 3 1.1 Inleiding Studie en Werk. ...................................................................................... 3 1.1.1 De grote lijn ....................................................................................................... 3 1.2 Organisatie ............................................................................................................... 5 1.2.1 Roosters en aantallen ....................................................................................... 5 1.2.2 De aantallen ECs, lesdagen en lesuren per module Studie en Werk ............... 6 1.2.3 Begeleiding Studie en Werk op Instituut Archimedes. ....................................... 6 1.2.4 Je leerwerkplek ................................................................................................. 7 1.2.5 Variatie in je leerwerkplekken. ........................................................................... 8 1.2.6 Bevestiging met leerwerkovereenkomst (LWO). ............................................... 8 1.2.7 Begeleiding op je leerwerkplek .......................................................................... 9 1.2.8 Spreiding van je lessen op je school ................................................................. 9 1.2.9 Informatiebronnen, materiaal en literatuur ....................................................... 10 1.2.10 Dossier Studie en Werk op de Electronische Leeromgeving (ELO). .......... 11 1.2.11 Mogelijke problemen .................................................................................. 11 1.3 Inhoud van studie en werk ..................................................................................... 13 1.3.1 Initiatieven ontplooien...................................................................................... 13 1.3.2 Overzicht doorlopend leerproces .................................................................... 13 1.3.3 Instrumenten. .................................................................................................. 15 1.3.3.1 Logboek ...................................................................................................... 15 1.3.3.2 Roos van Leary/Vragenlijst VIL. ................................................................. 16 1.3.3.3 360-graden feedback. ................................................................................. 16 1.3.3.4 Reflecteren. ................................................................................................ 16 1.3.4 Taken student bij deelname aan Studie en Werk. ........................................... 17 1.3.5 Opdrachten uit de Bundels Vak en Beroep. .................................................... 18 1.3.6 Beroepsproducten. .......................................................................................... 18 1.3.7 Het ontwikkelingsportfolio ................................................................................ 18 1.3.8 De assessments .............................................................................................. 19 1.4 Toetsing en beoordeling......................................................................................... 20 1.4.1 Toetsing .......................................................................................................... 20 1.4.2 Lesbeoordeling tijdens Studie en Werk 2B, 3B en 4B ..................................... 20 1.4.3 Afronding en herkansing ................................................................................. 21 1.4.4 Bekendmaken resultaat en inzage .................................................................. 21 2 Studie en Werk 1A (Voltijd jaar 1) 22 2.1 Inleiding .................................................................................................................. 22 2.2 Leerdoelen ............................................................................................................. 22 2.3 Taakomschrijving Studie en WErk 1a .................................................................... 22 2.4 Begeleiding en groepsbijeenkomsten Studie en WErk 1a...................................... 23 2.5 Opdrachten en materiaal Studie en Werk 1A ......................................................... 25 2.6 Afronding van Studie en Werk 1A .......................................................................... 39 3 Studie en Werk 1B (Voltijd jaar 1) 40 3.1 Inleiding .................................................................................................................. 40 3.2 Taakomschrijving studie en WErk 1b ..................................................................... 40 3.2.1 Leeractiviteiten Studie en Werk 1B ................................................................. 41 3.3 Begeleiding en groepsbijeenkomsten STudie en Werk 1b ..................................... 43 3.4 Afronding van Studie en Werk 1B .......................................................................... 44 3.4.1 Beoordeling Studie en Werk Voltijd 1B............................................................ 44 4 Bijlagen Leerwerkplan en Leerwerkverslag 45 4.1 Leerwerkplan ......................................................................................................... 45 4.1.1 Een leerwerkplan opstellen. ............................................................................ 46 4.1.2 Leervragen. ..................................................................................................... 46 4.1.3 Activiteiten plannen om aan leervragen te werken. ......................................... 47 4.1.4 Bewijsmateriaal plannen om de opbrengst van de leervraag aan te tonen. .... 48 4.1.5 Format Leerwerkplan voor Voltijd .................................................................... 49 4.2 Leerwerkverslag ..................................................................................................... 53 4.2.1 Activiteiten ....................................................................................................... 53

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 2 -

    4.2.2 Leeropbrengst ................................................................................................. 53 4.2.3 Relevante bewijsstukken ................................................................................. 53 4.2.4 Lesvoorbereidingen en evaluaties ................................................................... 53 4.2.5 Gebruik maken van feedback en intervisie ...................................................... 54 4.2.6 Gebruik maken van literatuur (aangereikt en zelf verzameld) ......................... 54 4.2.7 Reflectie .......................................................................................................... 54

    Bij de modules Studie en Werk hoort de site Studie en Werk op SharePoint:

    https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/fe/ia/studie_en_werk/default.aspx

    Op de site Studie en Werk staan allerlei informatie, regelingen, (extra)opdrachten, formats en

    formulieren die je tijdens Studie en Werk zult gebruiken. Ook de Bundels Vak en Beroep (zie 1.3.5)

    zijn daar te vinden.

    In deze gids Studie en Werk lees je verwijzingen naar Sharepoint. Deze verwijzingen zijn te

    herkennen: (zie SP.nummer.document) of (zie SP.nummer.map). In 1.2.9 staat uitgelegd waar deze

    verwijzingen op Sharepoint te vinden zijn en wat ze inhouden.

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 3 -

    1 STUDIE EN WERK VOLTIJD

    In deze gids wordt in hoofdstuk 1 Studie en Werk Voltijd beschreven voor jaar 1 tot en met 4, de

    gehele studie. Hoofdstuk 2, 3 en 4 gaan respectievelijk over Studie en Werk Voltijd jaar 2, jaar 3 en

    jaar 4. Voor Studie en Werk Voltijd jaar 1 is er een aparte gids.

    De module Studie en Werk VT-1A is wat anders van aard dan de andere modules Studie en Werk:

    deze module bevat een orintatie op de studie en het werkplekleren. Aan bod komen bijv.:

    kennismaking met de studie en het beroep van leraar, het in kaart brengen van je beginsituatie en

    eventuele eerder verworven competenties alsmede de voorbereiding op het werkplekleren. Je wordt

    hierbij aangestuurd vanuit opdrachten, terwijl je bij de andere modules Studie en Werk vooral werkt

    vanuit je eigen leervragen.

    1.1 INLEIDING STUDIE EN WERK.

    De studieonderdelen die aangeduid worden met Studie en Werk bestaan uit de volgende

    onderdelen:

    1) begeleiding bij je studieplanning en studievoortgang. Informatie over de opleiding

    2) het ontwikkelen van competenties voor het beroep van leraar in de beroepspraktijk door

    middel van werkplekleren op een school voor VO (Voortgezet onderwijs) of BvE

    (Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie)1

    3) het aansturen en zichtbaar maken van je eigen ontwikkeling als docent

    1.1.1 De grote lijn

    Je activiteiten bij Studie en Werk zijn erop gericht dat je een goede docent wordt: een vakbekwame

    docent met een realistische kijk op zijn eigen bekwaamheid in de beroepspraktijk, een docent die in

    staat is zichzelf en het onderwijs dat hij geeft systematisch verder te ontwikkelen.

    In Studie en Werk krijgt dit als volgt gestalte:

    a) Je maakt op basis van informatie over de opleiding een planning van je studie. In die

    planning geef je aan welke vakken je het aankomende studiejaar gaat volgen, welke

    opdrachten uit de Bundel Vak en uit de Bundel Beroep je het aankomend studiejaar gaat

    doen. Voor jaar 2, 3 en 4 geef je ook aan in je planning wat voor beroepsproduct je het

    aankomend studiejaar gaat maken. Je wordt ondersteund bij het maken van je

    studiekeuzes.

    b) Er zal je op verschillende momenten gevraagd worden om je eigen bekwaamheid als

    docent gedetailleerd in kaart te brengen en aan te tonen. Hiertoe krijg je verschillende

    instrumenten aangereikt. De onderliggend kaders voor het beschrijven van je

    competenties zijn de SBL-competenties (zie SP.II.Competenties) en de Kennisbasis (zie

    http://kennisbasis.nl)

    1 De startkwalificaties van de tweedegraads lerarenopleiding worden bepaald door de SBL-bekwaamheidseisen,

    de Dublin Descriptoren en de Kennisbases, zie SP.III.startkwalificaties.

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 4 -

    c) Op basis van b) formuleer je vervolgens waarin jij beter wilt worden, welke

    verbeteringen je in je onderwijspraktijk wilt bereiken en/of wat je wilt komen te weten in

    de komende periode.

    d) Vervolgens plan je concrete activiteiten waarmee je deze verbeteringen in het komende

    half jaar wilt realiseren. De onderdelen c) en d) zijn ondergebracht in het leerwerkplan

    (zie bijlage 5.1 en SP.II.Format leerwerkplan).

    e) Als je aan deze verbeteringen werkt, verzamel je vervolgens materiaal om je leerproces

    daarbij zichtbaar te maken. Door het wekelijks bijhouden van een logboek maak je de

    voortgang van je werk inzichtelijk voor je begeleiders. Door het verzamelen van

    bewijsmateriaal (zie SP.II.Bewijsmateriaal) zorg je ervoor dat de gerealiseerde

    verbeteringen aannemelijk worden gemaakt.

    f) Aan het eind van elk half jaar wordt de opbrengst van je werk beoordeeld en/of van

    feedback voorzien. Deze beoordeling is gebaseerd op een door jou opgesteld

    ontwikkelingsportfolio (zie 1.3.7).

    Deze gerealiseerde verbeteringen geven weer een aangepaste beeld van je bekwaamheid in de

    beroepspraktijk. Dit aangepaste beeld is dan ook weer vertrekpunt bij het opnieuw formuleren van

    verdere verbeterpunten. Zo start de leercyclus opnieuw, maar wel op een steeds hoger niveau.

    Je houdt de ontwikkeling van je zelfbeeld, je beroepsbeeld en je competenties gedurende je studie

    bij in een ontwikkelingsportfolio.

    Op twee momenten in de opleiding wordt je competentieontwikkeling integraal beoordeeld in een

    assessment:

    - Het assessment Hoofdfasebekwaam aan het einde van leerjaar 1. Hier laat je zien dat je bewust

    gekozen hebt voor de lerarenopleiding en de opleiding beoordeelt of jij opleidbaar bent in vier

    jaar.

    - Het assessment Startbekwaam aan het einde van je studie. Hier laat je je

    competentieontwikkeling zien die je tijdens de hoofdfase hebt doorgemaakt en presenteer je

    jezelf als startbekwame docent.

    Voor beide assessments stel je een presentatieportfolio samen, waarin je gebruik maakt van (een

    selectie uit) het materiaal dat je tot dan toe hebt verzameld in je ontwikkelingsportfolio(s) (zie 1.3.8).

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 5 -

    1.2 ORGANISATIE

    1.2.1 Roosters en aantallen

    Studie en Werk VT bestaat per leerjaar uit een A-module en een B-module (1A, 1B, 2A, 2B enz. tot en

    met 4B). De cursusbeschrijvingen van de modules Studie en Werk Voltijd zijn te vinden in de

    onderwijscatalogus in Osiris.

    De modules duren steeds twee periodes en er zijn wekelijks bijeenkomsten van 90-120 minuten.

    Voor deelname aan een module Studie en Werk heb je een leerwerkplek nodig op een school voor

    VO of BvE.

    De inroostering van de verschillende modules Studie en Werk in het reguliere programma is als volgt:

    STUDIE en WERK Periode A Periode B Periode C Periode D

    Jaar 1 Studie en Werk VT 1A

    Studie en Werk VT 1B

    Assessment Hoofdfasebekwaam

    Jaar 2 Studie en Werk VT 2A

    Studie en Werk VT 2B

    Jaar 3 Studie en Werk VT 3A

    Studie en Werk VT 3B

    Jaar 4

    Studie en Werk VT 4A

    Studie en Werk VT 4B

    Assessment Startbekwaam

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 6 -

    1.2.2 De aantallen ECs, lesdagen en lesuren per module Studie en Werk

    jaar 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4

    Voltijd 1A 1B 2A 2B 3A 3B 4A 4B

    EC 5 5 5 5 5 10 5 10

    Aantal dagen op

    school/

    leerwerkplek

    10 20 20 20 40 40 40 40

    Minimaal aantal

    lessen2

    5 lesonder-

    delen

    20 lessen

    verspreid over

    het jaar

    80 lessen

    verspreid over

    het jaar

    Blok: 10-12

    lessen per week

    Lint: 6-8 lessen

    per week

    1.2.3 Begeleiding Studie en Werk op Instituut Archimedes.

    Op Instituut Archimedes worden de bijeenkomsten Studie en Werk wekelijks ingeroosterd. Deze

    bijeenkomsten bestaan uit basisbijeenkomsten en uit intervisiebijeenkomsten. De docent die de

    basisbijeenkomsten geeft, is jouw Studie en Werkbegeleider (SWB).

    Tijdens de bijeenkomsten komt, naast de studieplanning, het werkplekleren aan de orde. Er wordt

    ingegaan op de verschillende leeractiviteiten die je voor Studie en Werk onderneemt, er worden

    themas behandeld die te maken hebben met het functioneren als docent. Ook de

    procesondersteuning bij het uitvoeren van opdrachten uit de Bundel Vak en Bundel Beroep en

    beroepsproducten komt aan de orde. Verder is er aandacht voor de visie op beroep en schoolvak.

    Hoe verandert je visie door de ervaringen die je opdoet op school? Tot slot bereid je je in de modules

    Studie en Werk jaar 1 en 4 voor op de assessments.

    Bij sommige vakgroepen zijn bepaalde basisbijeenkomsten ook bestemd voor studenten die op dat

    moment niet aan het werkplekleren zijn.

    Naast de bijeenkomsten krijg je individuele begeleiding door je SWB in de vorm van

    begeleidingsgesprekken (twee maal per jaar). Daarbij gaat het dan om ondersteuning bij het maken

    van studiekeuzes en het monitoren van je competentieontwikkeling.

    De begeleiding van je werk op school wordt vanuit Instituut Archimedes uitgevoerd door een

    instituutsopleider (IO). Dit zal in veel gevallen een School-IO zijn. Dit is een instituutsopleider die

    vast verbonden is aan een opleidingsschool. Een opleidingsschool is een school waarmee Instituut

    Archimedes intensief samenwerkt. Deze opleidingsscholen bezitten het keurmerk opleidingsschool

    of gaan dat binnenkort verkrijgen. De scholen weten meer van het programma Studie en Werk,

    waardoor je begeleiding gewaarborgd is. Een School-IO begeleidt alle studenten die op een

    opleidingsschool deelnemen aan werkplekleren.

    2 Onder lessen worden ook begeleidingsuren verstaan.

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 7 -

    Op een groot aantal opleidingsscholen zal de School-IO de intervisiebijeenkomsten op de school

    organiseren. Het is dus belangrijk te weten of jouw school een opleidingsschool is met een School-IO,

    zodat je weet waar en wanneer de intervisiebijeenkomsten gehouden worden.

    Of je school een School-IO heeft, kun je nakijken in de lijst met school-IO op Sharepoint (zie SP.III.Lijst

    school-IOs) en www.samenopleiden.nl (zie

    http://www.feo.hvu.nl/samenopleiden/Jobcentre/schoolIOlijst.asp).

    Wanneer je op een Instituut Archimedes-opleidingsschool met School-IO werkt, neem dan zelf

    gelijk bij het begin van het werkplekleren contact op met je instituutsopleider.

    Mocht je om een of ander reden niet een leerwerkplek krijgen op een opleidingsschool met een

    School-IO, dan is je instituutsopleider (IO) vaak dezelfde docent als degene die de bijeenkomsten

    Studie en Werk begeleidt (je SWB).

    Kortom, in Studie en Werk voltijd heb je dus meestal te maken met tw opleiders:

    Op Instituut Archimedes neem je deel aan de bijeenkomsten Studie en Werk bij je SWB.

    Op je opleidingsschool word je begeleid door je instituutsopleider (School-IO of IO).

    Onder de begeleiding van de instituutsopleider3 valt:

    Feedback op/beoordeling van je leerwerkplan

    Feedback op je logboek (zie 1.3.3.1) via de ELO (zie 1.2.10)

    Een lesbezoek (of videobespreking van een les) tijdens de B-modules

    Beoordeling van opdrachten uit de bundel Beroep (zie 1.3.5)

    Beoordelingsgesprekken op basis van je ontwikkelingsportfolio en afronding van de module

    Studie en Werk.

    1.2.4 Je leerwerkplek

    Je moet een leerwerkplek hebben voordat je gaat deelnemen aan een module Studie en Werk. Je

    bent zelf verantwoordelijk voor het regelen van een leerwerkplek.

    Voor het zoeken van een leerwerkplek volg je het volgende stappenplan:

    1. Overleg met je SWB over een geschikte leerwerkplek gezien je competentieontwikkeling en

    je studievoortgang.

    2. Ga naar de banenmarkt en de schoolvoorlichting (medio mei).

    3. Plaats je curriculum vitae op de CV-bank (zie:

    http://www.feo.hvu.nl/samenopleiden/cvbank/default.htm).

    4. Solliciteer naar een leerwerkplek in het Jobcentre (zie:

    http://www.feo.hvu.nl/samenopleiden/Jobcentre/default.asp).

    3 In de rest van deze gids zal de term Instituutsopleider gebruikt worden om zowel School-IO als IO aan te

    duiden.

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 8 -

    Als je ondanks je eigen inspanningen toch geen leerwerkplek hebt kunnen krijgen, meld je dan voor

    september 2012 aan bij Bureau Ondersteuning Leerlijnen (BOL) via het e-mailadres:

    [email protected]. Je wordt dan uitgenodigd voor jobcoachbijeenkomsten. Voorwaarde

    om mee te mogen doen aan deze bijeenkomsten is dat je je sollicitatie-inspanningen kunt aantonen

    (denk aan reacties van scholen, motivatiebrief, curriculum vitae, etc.)

    1.2.5 Variatie in je leerwerkplekken.

    Je mag tijdens je opleiding n maal je leerwerkplek op een school met een jaar verlengen. Weeg

    goed af, of en wanneer dit past bij je ambities en je studieloopbaan, wanneer zich zo'n gelegenheid

    voordoet. Je SWB kan je helpen een goede afweging te maken. Bedenk dat je niet meer in het laatste

    jaar op je favoriete school kunt terugkeren, als je daar al twee jaar op gezeten hebt. Bedenk ook dat

    de grootste kans op een aansluitende baan in het laatste jaar van je opleiding komt. Probeer daarom

    in dat jaar op je favoriete schooltype te komen.

    Tijdens je opleiding heb je ook minstens n maal een leerwerkplek op het mbo. Kijk hiervoor naar

    de vacatures die de ROCs aanbieden in het jobcentre.

    1.2.6 Bevestiging met leerwerkovereenkomst (LWO).

    Zodra je een leerwerkplek op een school voor VO of BvE hebt gevonden, bevestig je dit door met de

    school een leerwerkovereenkomst (LWO) af te sluiten. Deze LWO is nodig voor alle leerwerkplekken.

    Het is een wettelijke verplichting om deze overeenkomst schriftelijk vast te leggen. In deze

    overeenkomst staan afspraken over je activiteiten, rechten en plichten op de leerwerkplek. Je vindt

    de LWO op Sharepoint (zie SP.III.Leerwerkovereenkomsten) of via: www.samenopleiden.nl

    studenten leerwerkovereenkomstStudent-VT jaar 1, 2, 3 en 4

    Als je een leerwerkplek gevonden hebt via samenopleiden.nl, kun je daar een LWO automatisch laten

    aanmaken. Je vult dan alle gegevens in bij de verschillende stappen. Aan het eind verschijnt een

    ingevuld LWO die je kunt printen.

    Als je een leerwerkplek hebt (gevonden) die niet voorkomt uit een vacature in samenopleiden.nl, dan

    kun je daar ook een lege LWO downloaden en met de hand invullen.

    Het ingevulde formulier onderteken je zelf en je laat het ondertekenen door je SWB en je

    schoolopleider. Een schoolopleider (SO) is de functionaris op de opleidingsschool die het

    werkplekleren en het opleiden in de school regelt. Als de school geen schoolopleider heeft, kun je de

    LWO ook laten ondertekenen door een directielid of stagecordinator.

    Van de LWO maak je drie kopien. En exemplaar is voor de school, n exemplaar is voor jezelf, n

    exemplaar geef je aan je instituutsopleider. Het origineel lever je in bij Bureau Ondersteuning

    Leerlijnen (BOL), kamer 7007.

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 9 -

    1.2.7 Begeleiding op je leerwerkplek

    Op je leerwerkplek word je begeleid door je werkbegeleider (WB). Dit is een docent van de

    opleidingsschool die jou begeleidt op je leerwerkplek. Er bestaat tussen scholen een grote diversiteit

    in de aanpak van de begeleiding door de werkbegeleiders.

    We gaan ervan uit dat je werkbegeleider:

    je wegwijs maakt in school en als contactpersoon voor je beschikbaar is

    met jou vooraf het leerwerkplan doorneemt en dit beoordeelt

    wekelijks een begeleidingsgesprek met je voert, waarin de voorbereiding, de uitvoering en

    evaluatie van je activiteiten aan bod komt (een half uur begeleidingstijd per werkdag van de

    student)

    de lessen (gedeeltelijk) bijwoont en lesobservaties op schrift zet. In jaar 2 zal dit nog bij alle

    lessen nodig zijn, in jaar 3 in afnemende mate en in onderling overleg, in jaar 4 wordt

    zelfstandig lesgegeven en zijn 4 lesobservaties per half jaar gewenst

    aanwezig is bij de nabespreking bij het lesbezoek door de begeleider van Instituut

    Archimedes

    aanwezig is bij een eventueel beoordelingsgesprek op je leerwerkplek

    bij de afronding van een module Studie en Werk evalueert wat de leeropbrengst van deze

    periode is geweest. Je werkbegeleider geeft schriftelijk een advies of beoordeling over je

    functioneren in de praktijk volgens het format uit het beoordelingsrapport (zie

    SP.I.Beoordelingsrapporten)

    je tijdens het werk aan beroepsproducten helpt om een geschikte opdracht te verwerven

    binnen de school en om je in contact te brengen met de personen die hierbij nodig zijn

    Als je een leerwerkplek hebt op een school die geen opleidingsschool is, is de begeleiding door de

    werkbegeleider geen vanzelfsprekendheid. Je zult zelf duidelijke afspraken moeten maken over de

    begeleiding. Het is jouw taak om de mensen met wie je samenwerkt, goed op de hoogte te stellen

    van wat je komt doen en van hoe zij jou kunnen begeleiden. Een geschikt moment waarop je de

    bovenstaande begeleidingsafspraken ter sprake kunt brengen en vastleggen is bij de ondertekening

    van de leerwerkovereenkomst (zie 1.2.6). Je werkbegeleider zal ook je leerwerkplan (zie bijlage 5.1

    achter in deze gids, ook op Sharepoint (zie SP.II.Leerwerkplan)) accorderen en is daarmee

    genformeerd over wat je komt doen. Om je werkbegeleider nader te informeren kun je gebruik

    maken van informatie uit deze gids Studie en Werk VT en van nadere informatie op

    www.samenopleiden.nl, zoals de Informatie voor de WB. Deze informatie kun je ook downloaden

    van de Sharepointsite (zie SP.I.Gidsen Studie en Werk) en aan je begeleider op de leerwerkplek

    geven.

    1.2.8 Spreiding van je lessen op je school

    De activiteiten op je leerwerkplek voer je uit gedurende het jaar waarin je deelneemt aan de module

    Studie en Werk. Maak met de school dus goede afspraken over de gehele periode waarin je komt

    werken en leren, over het aantal dagen en lesuren.

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 10 -

    Om het leren van ervaringen op school mogelijk te maken, is het nodig om deze lessen en/of

    begeleidingsuren te spreiden over het gehele jaar. Plan de uitvoering van je leerwerkplan dus niet te

    kort achter elkaar. Zo ontstaat voldoende gelegenheid om je activiteiten goed voor te bereiden, uit

    te voeren en te evalueren.

    Voordat je aan de uitvoering van je activiteiten Studie en Werk op school kunt beginnen, heb je een

    Leerwerkovereenkomst (zie 1.2.6) en een goedgekeurd leerwerkplan nodig (zie bijlage5.1 of

    Sharepoint (zie SP.II.Leerwerkplan ). Deze laatste goedkeuring krijg je van je instituutsopleider en je

    werkbegeleider.

    1.2.9 Informatiebronnen, materiaal en literatuur

    Bij de modules Studie en Werk hoort naast de desbetreffende gids de site Studie en Werk op

    SharePoint: https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/fe/ia/studie_en_werk/default.aspx

    Op de site Studie en Werk staan allerlei informatie, regelingen, (extra)opdrachten, formats en

    formulieren die je tijdens Studie en Werk zult gebruiken. Ook de Bundel Vak en de Bundel Beroep

    (zie 1.3.5) zijn daar te vinden.

    Vanuit deze gids wordt regelmatig verwezen naar documenten op de site Studie en Werk. Dat gaat

    als volgt: (zie SP.nummer.document) of (zie SP.nummer.map)

    Hierbij geldt:

    - SP staat voor SharePoint

    - nummer is het nummer van de documentenbibliotheek waarin het document (of de map) te

    vinden is

    - document is de naam van het document waarnaar wordt verwezen of map is de naam van de

    map waarnaar wordt verwezen

    Als je de gids digitaal hebt en klikt op deze verwijzingen, kom je via de opgenomen hyperlink vanzelf

    op de juiste plek op Sharepoint.

    Op SharePoint vind je ook de Materiaalbank (zie SP.II.Materiaalbank). Dit is een verzameling met

    allerlei hulpopdrachten en handreikingen die je kunt gebruiken bij onderdelen van Studie en Werk. Je

    SWB en je instituutsopleider zullen hieruit tijdens de groepbijeenkomsten materiaal gebruiken, maar

    je kunt ook zelf erin op zoek gaan.

    Veel materiaal is ook te vinden op de site www.samenopleiden.nl . Deze website is, in tegenstelling

    tot Sharepoint, voor iedereen toegankelijk. Deze website is ontwikkeld om de communicatie tussen

    de opleidingsscholen, de studenten en Instituut Archimedes te ondersteunen rond werkplekleren en

    het uitvoeren van projecten. Je vindt er o.a., het Jobcentre, waar opleidingscholen hun vacatures

    voor leerwerkplekken aanbieden en de CV-bank, waar studenten een CV kunt plaatsen, zodat

    opleidingscholen studenten kunnen benaderen voor het vervullen van een leerwerkplek.

    Bij Studie en Werk wordt de volgende literatuur gebruikt. Niet elk van deze boeken zal in iedere

    module aan de orde komen, maar er wordt vanuit gegaan dat je bij deelname aan Studie en Werk

    deze boeken ter beschikking hebt. Maak vooral ook zelfstandig gebruik van deze literatuur bij het

    verkrijgen van theoretische verdieping van je werk.

    Sloter, M. (2009), De vijf rollen van de leraar, CPS Onderwijsontwikkeling en advies

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 11 -

    Ebbens, Sebo, Simon Ettekoven (2010) Effectief leren, Noordhoff Uitgevers B.V.; ISBN

    9789001307523.

    Lagerwerf, Bram, Fred Korthagen ( 2006) Een leraar van klasse, Boom Lemma Uitgevers; ISBN

    9789024417422

    Geerts W. R. van Kralingen (2011) Handboek voor leraren, Coutinho; ISBN 978-9046902509

    Hajer, M. (2009) Handboek taalgericht vakonderwijs, Coutinho; ISBN 9789046901366

    Marzano, Robert, Wietske Miedema (2011) Leren in vijf dimensies, Koninklijke Van Gorcum;

    ISBN 9789023241294

    Een uitgebreidere lijst met veelgebruikte boeken vind je op Sharepoint: SP.II.Suggesties voor

    literatuur. De mediatheek van Instituut Archimedes bereik je via: http://www.mediatheek.hu.nl

    1.2.10 Dossier Studie en Werk op de Electronische Leeromgeving (ELO).

    In Winvision (voor eerstejaars) of op Sharepoint (voor hogerejaars) richt je een dossier Studie en

    Werk in. Hierin plaats je al je werk voor Studie en Werk.

    Hoe je een dossier inricht, vind je op Sharepoint: (zie SP.II.ICT-Archimedes).

    1.2.11 Mogelijke problemen

    Het leren op school is in het algemeen een leerzame, prettige, maar ook spannende activiteit voor

    jou als aankomend docent. Ondanks een goede voorbereiding en organisatie kunnen er toch zaken

    misgaan. Eenvoudige problemen los je vanzelfsprekend met de direct betrokken begeleider op. Als er

    een ingewikkelder probleem is, kun je natuurlijk een van de andere begeleiders daarover

    aanspreken. Elke begeleider die voor jou actie onderneemt, weet dat hij de verplichting heeft te

    zorgen voor terugkoppeling naar jou.

    Houd je in elk geval aan de volgende spelregels:

    Het rooster van de school wijkt

    af van het rooster van de

    opleiding

    Het werkplekleren houdt in dat je volledig als werknemer

    meedraait op de school. Je moet je daarom houden aan

    afspraken over je werkdagen en aan het vakantierooster van de

    school. Dit betekent bijvoorbeeld dat je werkzaamheden starten

    met de start van het schooljaar op de school en in periode 4

    doorlopen tot de zomervakantie op de school begint. Ook kan

    het voorkomen, dat herkansingen op je schoolwerkdag vallen. Je

    moet daarvoor dan een oplossing zoeken in overleg met de

    opleiding, want je werk op de school gaat voor.

    Ziekte en afwezigheid

    Op de leerwerkplek volg je de ziekte- en verzuimregels die daar

    gelden. In het instituut informeer je (digitaal) je

    instituutsopleider en je SWB direct bij ziekte of verzuim.

    Blijf zoveel als mogelijk toch (digitaal) in contact, zeker als je

    afwezigheid langer duurt. Je mist werkervaringen, competenties

    en reflecties. Het zou kunnen, dat je extra werkdagen moet

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 12 -

    maken, om die in te halen.

    Wisselen van werkplek Je kunt tussentijds niet wisselen van werkplek.

    Stoppen met de opleiding

    Je hebt het besluit te stoppen met de opleiding goed

    doorgenomen met je SWB en eventueel ook met de decaan. Alle

    personen met wie je werkte (werkbegeleider, schoolopleider,

    directie, instituutsopleider, duo-partner) breng je persoonlijk op

    de hoogte.

    Ontslag

    Als je werkgever de leerwerkovereenkomst en evt.

    arbeidsovereenkomst ontbindt, meld je dat direct bij je

    instituutsopleider en SWB.

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 13 -

    1.3 INHOUD VAN STUDIE EN WERK

    Studie en Werk vormt een doorlopende lijn in de opleiding. Je ontplooit initiatieven op je

    leerwerkplek en door deze activiteiten te evalueren probeer je te leren van wat je meemaakt. Hierbij

    ben je in belangrijke mate je eigen opdrachtgever. Het door jou opgestelde leerwerkplan is het

    belangrijkste instrument om je activiteiten mee aan te sturen.

    Het leren van je werk krijgt gestalte door je activiteiten voor te bereiden en te evalueren, door te

    reflecteren op concrete gebeurtenissen, door feedback bij lesobservaties door je begeleiders en door

    feedback van leerlingen te verkrijgen. Doordat je tijdens je opleiding steeds meer kennis vergaart op

    onderwijskundig en didactisch terrein, zul je ook steeds beter toegerust zijn om je werk op een

    preciezere wijze te evalueren.

    1.3.1 Initiatieven ontplooien

    Je werkt op je leerwerkplek op basis van een vooraf, zelf opgesteld, leerwerkplan.

    Daarin heb je uitgewerkt aan welke leerdoelen je wilt gaan werken, welke initiatieven je daartoe gaat

    ontplooien en hoe je aan het eind de opbrengst hiervan gaat zichtbaar maken.

    Deze initiatieven zullen bij het begin van je opleiding bijvoorbeeld bestaan uit leservaring opdoen bij

    een ervaren docent, observaties verrichten bij verschillende docenten en in eenvoudige situaties

    instructie geven. Aan het eind van je opleiding laat je zien dat je als zelfstandig docent functioneert,

    complexe onderwijssituaties aan kunt en op pedagogisch en vakdidactisch gebied zorgt voor

    professionele kwaliteit.

    1.3.2 Overzicht doorlopend leerproces

    Onderstaande tabel geeft een globaal overzicht van het doorlopende leerproces binnen Studie en

    Werk.

    jaar 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4

    studieplanning eigen

    werkplanning

    maken bij

    standaard

    opleidingspro-

    gramma en

    deficinties

    wegwerken

    planning aanpassen

    op basis van

    resultaten en

    ervaringen jaar 1, het

    assessment

    hoofdfasebekwaam,

    rekening houden

    met eigen sterktes

    en zwaktes

    op basis van eigen

    ontwikkeling

    keuzes maken,

    bijv. minor en

    beroeps-

    producten

    zelfstandig plannen

    van complexe

    activiteiten in studie

    en werk, inclusief

    afstudeerwerk

    leerwerkplan:

    leervragen en

    passend bij

    eigen

    beginsituatie

    en indicatoren

    passend bij eigen

    competentie-

    ontwikkeling en

    indicatoren op

    passend bij eigen

    competentie-

    ontwikkeling en

    indicatoren op

    passend bij eigen

    competentie-

    ontwikkeling en

    indicatoren op

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 14 -

    leeractiviteiten op niveau jaar

    1 en

    mogelijkheden

    van de school

    niveau jaar 2 en de

    mogelijkheden van

    de school

    niveau jaar 3 en

    behoefte van de

    school

    niveau jaar 4 en

    behoefte van de

    school

    feedback en

    collegiale

    consultatie

    houden aan

    feedbackregels

    gericht feedback

    vragen aan

    leerlingen (bijv. Roos

    van Leary) en aan

    begeleiders +

    intervisie t.b.v. eigen

    leren.

    360 feedback

    (incl.) + intervisie

    t.b.v. eigen

    competentie-

    ontwikkeling

    gebruik maken van

    verschillende

    vormen van

    collegiale

    consultatie, hiermee

    ook eigen

    ontwikkeling

    afstemmen op

    schoolontwikkeling

    gebruik van

    literatuur

    gebruik maken

    van

    aangereikte

    literatuur

    zelf op zoek gaan

    naar literatuur bij

    leervragen en/of

    activiteiten

    gebruik maken

    van verschillende

    bronnen en deze

    kritisch

    beschouwen

    eigen opvattingen

    en handelen

    systematisch

    verantwoorden

    vanuit literatuur

    voorbereiding en

    evaluatie

    onderwijs-

    activiteiten

    lesonderdelen

    goed

    voorbereiden

    en

    nabespreken

    met werk-

    begeleider

    lesvoorbereiding met

    aandacht voor

    lesorganisatie,

    instructie,

    werkvormen en

    interactie; in

    evaluatie gebruiken

    feedback van

    leerlingen en

    werkbegeleider

    lesvoorbereiding

    zoals bij jaar 2 +

    verbinding leggen

    met de

    voorgaande en

    volgende lessen

    compleet

    zelfstandig plannen,

    voorbereiden en

    evalueren van

    lessenserie(s) en/of

    project(en)

    reflectie volgens

    eenvoudig

    format

    reflectiecyclus

    (bijv. ABCD)

    gebruik van

    verschillende

    reflectiemodellen

    (bijv. Korthagen,

    STARR)

    op verschillende

    niveaus

    (praktijkreflectie,

    methodiekenrefle

    ctie en

    zelfreflectie) met

    koppeling naar

    literatuur

    (bijv. persoonlijke

    en professionele

    casus)

    afhankelijk van de

    situatie en/of het

    doel van reflectie

    zelf een passende

    keuze maken voor

    een geschikte

    methodiek

    visie-ontwikkeling eigen

    beginsituatie in

    kaart brengen

    eigen visie op beroep

    en schoolvak

    eigen visie op

    beroep en

    schoolvak

    eigen visie op

    beroep en

    schoolvak relateren

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 15 -

    en

    verschillende

    visies op

    onderwijs

    onderzoeken

    formuleren bijstellen op basis

    van eigen

    ervaring, ervaring

    van anderen en

    literatuur

    aan visie van de

    school

    Leerwerkverslag:

    leeropbrengst en

    competentie-

    ontwikkeling

    beeld van de

    bekwaam-

    heidseisen;

    ervaringen en

    observaties

    beschrijven:

    kennis,

    inzichten en

    vaardigheden

    koppelen aan

    competenties

    leeropbrengst

    beschrijven bij

    uitgevoerde

    activiteiten:

    kennis, inzichten en

    vaardigheden

    koppelen aan

    competenties

    ontwikkeling

    systematisch

    sturen en

    beschrijven vanuit

    competenties

    zelfstandig

    competenties

    doorontwikkelen

    bewijsstukken bewijsstukken

    zijn concrete

    voorbeelden

    waarin de

    competenties

    herkend en

    benoemd zijn

    bewijsstukken

    passen bij de

    competenties en zijn

    authentiek, actueel

    en relevant

    bewijsstukken

    ondersteunen de

    competentie-

    beschrijvingen en

    zijn authentiek,

    actueel en

    relevant en komen

    uit een variatie in

    contexten

    bewijsstukken

    voldoen aan

    evidentiematrix:

    (authentiek,

    actueel, relevant,

    kwantiteit, variatie

    in contexten)

    1.3.3 Instrumenten.

    Gedurende dit doorlopend leerproces benut je feedback van leerlingen, docenten en medestudenten

    en je reflecteert op je werkervaringen. Je maakt daarbij gebruik van onderstaande feedback- en

    reflectie-instrumenten.

    1.3.3.1 Logboek

    In je logboek rapporteer je wekelijks, of elke 14 dagen over je activiteiten. De nadruk daarbij ligt op:

    Wat heb ik de voorbije week (of weken) geleerd?. Je plaatst deze logboekverslagen op je ELO-site in

    de logboekmap. Je instituutsopleider kan deze dan inzien en zicht houden op de voortgang van je

    werk. Veel werkbegeleiders stellen het op prijs om je logboek te ontvangen. Regel dit zelf met je

    werkbegeleider.

    Je kunt in je logboek ook gebruik maken van verschillende reflectiemodellen. (zie 1.3.3.4)

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 16 -

    1.3.3.2 Roos van Leary/Vragenlijst VIL.

    De Vragenlijst Interpersoonlijk Leraarsgedrag (VIL) is een instrument om in kaart te brengen hoe

    leerlingen jou beleven op interpersoonlijk gebied. SP.II.Roos van Leary bevat een korte vragenlijst

    voor leerlingen en aanwijzingen hoe je de informatie uit de VIL kunt verwerken. Neem deze

    vragenlijst af, verwerk de gegevens van deze vragenlijst en voeg de in de bijlage omschreven

    evaluatie toe aan je leerwerkverslag.

    1.3.3.3 360-graden feedback.

    Voor het verzamelen van 360 o feedback leg je n of meer vragen voor aan verschillende personen

    met wie je gewerkt hebt (leerlingen, vakcollegas, schoolleiding, medestudent, enzovoort). Je

    vergelijkt hun antwoorden en trekt daaruit conclusies voor jezelf. Deze feedback kan gaan over je

    werkzaamheden in de klas, over je werk in de vaksectie, over een competentie die je wilt verwerven,

    enzovoort. Een formulier voor het verwerken van 360-graden feedback vind je op SharePoint (zie

    SP.II.360 graden-feedback formulier)

    In je leerwerkverslag beschrijf je welke feedback je hebt verkregen en wat je daarmee hebt gedaan.

    1.3.3.4 Reflecteren.

    Reflecteren is een methodische manier om na te denken over wat er gebeurd is, met als doel het

    verbeteren van je effectiviteit in de praktijk.

    Het is vaak gericht op bewustwording van jouw eigen aandeel in allerlei werksituaties. Je leert

    natuurlijk al veel van het werken op school zelf, maar je kunt daar soms nog diepgaander of meer

    van leren als je er op een methodische wijze over nadenkt.

    Bij reflecteren gaat het om preciezer en vanuit andere perspectieven kijken naar werksituaties. De

    methode ziet er als volgt uit:

    1. Je neemt de tijd en staat stil bij je handelen. Hier schep je duidelijkheid tussen de feiten en

    jouw waarneming van de feiten.

    2. Je benoemt nauwkeurig wat je deed, waarom je dat deed en wat het effect was van je

    handelen. Hier analyseer en evalueer je je handelen.

    3. Stap 1 en 2 kunnen zorgen voor een andere kijk op de situatie. Bij stap 3 formuleer je

    conclusies en meerdere voornemens over hoe te handelen in de toekomst.

    Het uiteindelijke doel van het reflecteren binnen Studie en Werk is, dat je als zelfstandig handelend

    docent werksituaties opmerkt die om nadere reflectie vragen en dat je dit reflecteren professioneel

    kunt toepassen. Lees meer over reflecteren in SP.II.Reflectie.Reflecteren

    In Studie en Werk gebruiken we een aantal reflectiemodellen (zie SP.II.Reflecteren):

    Het ABCD-model

    Dit model is geschikt voor korte reflecties op praktijksituaties met als motto: Hoe doe ik het

    morgen beter?.

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 17 -

    STARR-reflectie

    Deze vorm van reflectie is geschikt om je handelen in een specifieke situatie systematisch te

    onderzoeken.

    Het model van Korthagen

    Dit model gaat specifieker in op interactiesituaties.

    De persoonlijke casus

    Dit model gaat dieper in op aspecten die voor jou persoonlijk gelden. Geschikte onderwerpen

    voor een persoonlijke casus zijn bijvoorbeeld hardnekkige eigen gedrags- of denkpatronen

    die jou belemmeren bij je werk op school en die langdurig van aard zijn.

    De professionele casus

    Het schrijven van een professionele casus is een manier om nader in te gaan op een

    professionele kwestie met de bedoeling om ervan te leren. Het verschil met de persoonlijke

    casus is dat het bij de professionele casus niet om jezelf, of om je eigen gedrag gaat, maar om

    een vraagstuk van de school. Je legt met het schrijven van een professionele casus een

    verbinding tussen jouw eigen leren en de schoolontwikkeling.

    1.3.4 Taken student bij deelname aan Studie en Werk.

    Om je deelname aan de modules Studie en Werk VT goed te laten verlopen wordt de volgende inzet

    van je gevraagd:

    Aanwezigheid en actieve deelname aan de bijeenkomsten is voorwaarde voor begeleiding

    en beoordeling van je werk. Tijdens deze bijeenkomsten werk je regelmatig samen met

    medestudenten, daarvoor is je aanwezigheid noodzakelijk. Als je een keer echt niet kunt

    komen (bijvoorbeeld wegens ziekte), meld je je tijdig af bij de SWB, instituutsopleider en/of

    je medestudenten.

    Studieplanning maken. Op basis van je examenprogramma, je studievoortgang en het

    onderwijsaanbod van je vakgroep stel je een studieplanning op voor het komende

    studiejaar. Voor zover van toepassing maak je daarbij keuzes voor een schooltype voor je

    leerwerkplek, te volgen modules op het Instituut, beroepsproducten, een minor, etc. Je

    bespreekt je planning met je SWB.

    Uitzoeken of je op een school met School-IO werkt.

    Op http://www.feo.hvu.nl/samenopleiden/Jobcentre/schoolIOlijst.asp vind je de actuele lijst

    van scholen met een School-IO. Als je op een school met School-IO werkt, maak dan z.s.m.

    een afspraak met je School-IO over goedkeuring van LEERWERKPLAN. Informeer of er op je

    school intervisiebijeenkomsten worden georganiseerd waaraan je kunt deelnemen.

    Leerwerkovereenkomst inleveren: Laat binnen 3 weken na aanvang van de module Studie

    en Werk je leerwerkovereenkomst ondertekenen en lever deze in bij BOL, kamer 7007.(zie

    1.2.6).

    Goedkeuring Leerwerkplan: Binnen 3 weken na aanvang van de module Studie en Werk

    dient je leerwerkplan goedgekeurd te worden door werkbegeleider en instituutsopleider.

    Zorg ervoor dat beide begeleiders je leerwerkplan tijdig ontvangen. Vraag hen na

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 18 -

    goedkeuring van je leerwerkplan om accordering, bijvoorbeeld met een aan jouw gerichte e-

    mail. Plaats het goedgekeurde leerwerkplan samen met de beide goedkeuringen in de map

    Leerwerkplan op de ELO. Goedkeuring van je leerwerkplan betekent dat je aan de uitvoering

    van je activiteiten op school kunt beginnen.

    Afspraken op school mogelijk maken: Je inzet wordt ook gevraagd bij het

    organiseren/mogelijk maken van lesbezoek in de B-modules (zie 1.4.2) en van

    voortgangs/beoordelingsgesprekken met instituutsopleider en werkbegeleider

    1.3.5 Opdrachten uit de Bundels Vak en Beroep.

    Tijdens de module Studie en Werk maak je, naar eigen keuze, opdrachten uit de Bundel Vak en uit de

    Bundel Beroep. Je krijgt over deze bundels uitleg bij de basisbijeenkomsten Studie en Werk. De

    opdrachten uit de Bundel Vak worden beoordeeld door je SWB, de opdrachten uit de Bundel Beroep

    door je instituutsopleider.

    Voor de A-module maak je een opdracht van 28 uur uit deze bundels en voor de B-modules maak je

    ook een opdracht van 28 uur uit deze bundels. Je zorgt er zelf voor dat je elk jaar zowel uit de Bundel

    Vak als uit de Bundel Beroep een opdracht maakt. Soms staan in de bundels kleine opdrachten van

    14 uur. In dat geval moet je twee kleine opdrachten maken.

    Je vindt de Bundels Vak en Beroep op SharePoint (zie SP.I.Bundel Beroep en Bundel Vak).

    1.3.6 Beroepsproducten.

    De studieonderdelen Beroepsproduct 1, 2 en 3 worden tijdens bijeenkomsten op Instituut

    Archimedes voorbereid en op je leerwerkplek uitgevoerd. Zij maken geen onderdeel uit van Studie

    en Werk, hebben een eigen gids en worden apart afgetekend. Je vakgroep roostert in jaar 2 en 3 de

    cursus Beroepsproduct 1 en 2 in. Tijdens bijeenkomsten Studie en Werk zal de voortgang van je

    beroepsproducten aan de orde komen en de presentatie van je Beroepsproduct een plaats krijgen.

    In je studieprogramma kun je vinden welke beroepsproducten gedaan moeten worden.

    1.3.7 Het ontwikkelingsportfolio

    Tijdens elke module Studie en Werk werk je aan je ontwikkelingsportfolio. Je legt hierin je

    studieplanning, zelf- en beroepsbeeld, keuzes en leervragen vast en je doet verslag van je

    leerervaringen en je competentieontwikkeling. Je maakt daarbij gebruik van ervaringen, literatuur,

    opdrachten en producten uit alle onderdelen van je studie, inclusief je leerwerkplek.

    Om je competentieontwikkeling te bewijzen en om je leerproces daarbij zichtbaar te maken maak je

    gebruik van allerlei producten die je verzamelt bij Studie en Werk maar ook bij andere

    onderwijseenheden. Voor Studie en Werk zijn dit bijvoorbeeld door jou gemaakte opdrachten,

    lesvoorbereidingen, (les-)verslagen, situatiebeschrijvingen, beeldfragmenten, reflecties, feedback en

    beoordelingen. Voor andere onderwijseenheden zijn dit bijvoorbeeld producten die je gemaakt hebt

    bij vak/didactiekcursussen en bij beroepscursussen.

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 19 -

    Je ontwikkelingsportfolio is een groeidocument. Je SWB zal op vast momenten je

    ontwikkelingsportfolio bekijken voor feedback op je competentieontwikkeling en studieplanning. Je

    instituutsopleider beoordeelt je ontwikkelingsportfolio.

    Bij elk van de modules Studie en Werk hoort een beoordelingsrapport (zie

    SP.I.Beoordelingsrapporten) waarin de inhoud van het ontwikkelingsportfolio beschreven staat.

    1.3.8 De assessments

    Voor het assessment Hoofdfasebekwaam stel je een presentatieportfolio samen waarin je je keuze

    voor het docentschap en de studie duidelijk maakt. Tijdens het assessment wordt aandacht besteed

    aan je integrale competentieontwikkeling. De assessoren geven na het assessment een

    ontwikkelingsgericht advies met betrekking tot het vervolgen van de opleiding.

    Gedurende jaar 2 tot en met 4 houd je de ontwikkeling van je competenties bij in een

    ontwikkelingsportfolio. Dit portfolio gebruik je aan het eind van je opleiding bij het samenstellen van

    een presentatieportfolio waarin je jezelf presenteert als startbekwame docent. Bij de afsluiting van je

    opleiding word je in het assessment Startbekwaam beoordeeld op je integrale competentieniveau.

    Dit oordeel wordt gebaseerd op dit presentatieportfolio, de presentatie die je tijdens het assessment

    geeft en het criteriumgericht interview dat daar op volgt. Met het behalen van het Assessment

    Startbekwaam rond je je bacheloropleiding af. Op de Sharepointsite van bureau Assessment

    (https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment) vind je de actuele informatie en

    handleidingen voor het assessment.

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 20 -

    1.4 TOETSING EN BEOORDELING.

    1.4.1 Toetsing

    Ter afronding van een module Studie en Werk voer je met je instituutsopleider een

    beoordelingsgesprek. Voor dit gesprek lever je een aantal verslagen aan die als basis voor je

    beoordeling dienen. De formats hiervoor zijn te vinden in de beoordelingsrapporten op Sharepoint

    (zie SP.I.Beoordelingsrapporten). Je vindt daarin ook per module Studie en Werk gespecificeerde

    beoordelingscriteria.

    Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal praktische voorwaarden hebt voldaan. Je

    administratie moet op orde zijn, je moet voldoende aanwezig zijn geweest bij de bijeenkomsten, je

    moet de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben, etc. Deze voorwaarden staan

    beschreven in deel I van het beoordelingsrapport. Ook moet je de voorgaande modules Studie en

    Werk met positief resultaat hebben afgesloten.

    1.4.2 Lesbeoordeling tijdens Studie en Werk 2B, 3B en 4B

    Ter afronding van de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (2A, 3A en 4A) word je

    beoordeeld op je leerproces en krijg je feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je

    leerwerkplek. Ter afronding van de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je

    beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek.

    Tijdens de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B vindt er een lesbeoordeling door je

    instituutsopleider plaats. Deze lesbeoordeling speelt een rol bij de afronding van de B-module van

    Studie en Werk (zie SP.I.Beoordelingsrapporten).

    Tijdens deze Bmodules regel je minstens eenmaal een lesbezoek door je instituutsopleider,

    bij voorkeur in aanwezigheid van de werkbegeleider. Bij dit lesbezoek is het nodig dat je na

    de bezochte les een uur vrij maakt om de les te bespreken met je instituutsopleider. De

    aanwezigheid van je werkbegeleider is hierbij ook gewenst. Dit vraagt van jou enige

    organisatie. Neem tijdig contact op met je instituutsbegeleider om een lesbezoek af te

    spreken.

    Wanneer je instituutsopleider op lesbezoek komt, zorg dan dat deze n dag van te voren

    een lesvoorbereiding volgens het DA-model van je krijgt (zie SP.II.Lesvoorbereidingen en

    evaluaties). Zorg er verder voor dat je instituutsopleider tijdig het adres krijgt van de locatie

    waar je lesgeeft, de precieze lestijden en het lokaal waar de les gegeven wordt.

    Je dient een les of lesonderdeel geheel zelfstandig te geven, dus zonder interventies van de

    werkbegeleider. Tijdens de les observeert de instituutsopleider je aan de hand van een

    observatie-instrument voor aanstaande leraren (zie SP.I.Beoordelingsrapporten).

    Na afloop van de les is er een nabespreking met je instituutsopleider, waarin die je zal

    bevragen over de voorbereiding en uitvoering van de geobserveerde les. Zo mogelijk is bij dit

    gesprek ook je werkbegeleider aanwezig. Je instituutsopleider zal de lesobservatie digitaal

    laten uitwerken. Zowel jij als je werkbegeleider ontvangen binnen drie weken de uitslag van

    deze observatie.

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 21 -

    Schrijf na afloop een evaluatie van de les. Dit kan een verslag zijn van de nabespreking, maar

    je kunt er ook zelf nog punten aan toevoegen. Vaak levert een lesbezoek nieuwe leerpunten

    op. Het is de bedoeling dat je deze nieuwe leerpunten opneemt in een bijgestelde versie van

    je leerwerkplan.

    Wanneer je op een school werkt buiten de regio Utrecht, is lesbezoek vaak niet mogelijk. Je

    maakt in dat geval in overleg met je instituutsopleider een video-opname van een les op

    school. Je bekijkt en bespreekt deze opnames met je SWB in een individuele afspraak buiten

    de bijeenkomsten Studie en Werk. De instituutsopleider zal dan het observatieformulier voor

    aanstaande leraren invullen en met je de les nabespreken. Na afloop schrijf je een evaluatie

    van de les.

    1.4.3 Afronding en herkansing

    Een student die een module Studie en Werk volgt in periodes A en B heeft eind periode B de eerste

    mogelijkheid tot afsluiting. Als eind periode B niet aan alle voorwaarden voor afronding is voldaan

    dan is de eerste mogelijkheid tot afronding verspeeld en valt de student onder de

    herkansingsregeling van periode B. Een student die in de herkansingsweek van periode B alsnog

    heeft voldaan aan alle voorwaarden voor afronding, kan dat studiejaar ook nog gewoon de volgende

    module afronden. Dus in geval een student module 2A heeft afgerond in de herkansing van periode

    B, kan de student module 2B nog afronden in dat studiejaar. Een student die in de herkansingsweek

    van periode B niet voldaan heeft aan alle voorwaarden voor afronding, moet de gehele module

    overdoen.

    Hetzelfde geldt op identieke wijze wanneer een student een module volgt in periodes C en D. Dan is

    er eind periode D de eerste mogelijkheid tot afsluiting. Als eind periode D niet aan alle voorwaarden

    voor afronding is voldaan dan is de eerste mogelijkheid tot afronding verspeeld en valt de student

    onder de herkansingsregeling van periode D. Een student die eind augustus nog steeds niet heeft

    voldaan aan alle voorwaarden voor afronding van de module, heeft zijn mogelijkheid tot herkansing

    verspeeld en zal het volgende studiejaar opnieuw moeten beginnen met die module. Dus, heeft een

    student in de herkansing de B-module niet gehaald, dan zal een student in het volgende studiejaar

    met deze B-module opnieuw moeten beginnen.

    In (SP.III.Herkansingsregeling) staat de volledige regeling voor herkansing beschreven.

    1.4.4 Bekendmaken resultaat en inzage

    Uiterlijk 3 weken na de uiterste inleverdatum van het ontwikkelingsportfolio wordt de uitslag door

    de instituutsopleider bekendgemaakt in OSIRIS. De beoordeling van het ontwikkelingsportfolio wordt

    besproken tijdens een individueel gesprek dat de student met zijn instituutsopleider voert. Voor dit

    gesprek wordt met elke student een afspraak gemaakt.

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 22 -

    2 STUDIE EN WERK 1A (VOLTIJD JAAR 1)

    2.1 INLEIDING

    Bij Studie en Werk 1A werk je aan drie dingen:

    1. een kennismaking met de procedures en studievaardigheden die je nodig hebt tijdens de studie.

    2. het vinden van een leerwerkplek en een eerste orintatie op de werkomgeving van de docent.

    3. de eerste stappen richting het assessment Hoofdfasebekwaam dat je ter afsluiting van het

    eerste studiejaar aflegt.

    Bij Studie en Werk 1A werk je nog niet vanuit eigen gekozen leervragen en activiteiten, maar vanuit

    voorgeschreven opdrachten. Je kunt die opdrachten wel een persoonlijke invulling geven. Vanaf

    Studie en Werk 1B werk je wel werken vanuit persoonlijke leervragen, zoals in hoofdstuk 1 is

    beschreven.

    2.2 LEERDOELEN

    In deze module staan onderstaande leerdoelen centraal:

    Je kent de opbouw van de studie en hebt een globaal overzicht over de inhoud.

    Je kent de (administratieve) procedures m.b.t. de studie en kunt werken met bijbehorende

    (ICT)faciliteiten: SharePoint, Winvision, Osiris, inschrijfprocedures voor onderwijsmodules,

    toetsen en assessments.

    Je bezit voldoende vak-, studie- en taalvaardigheden om een HBO-studie met succes te kunnen

    doorlopen f je hebt een plan hoe je deficinties kunt wegwerken.

    Je hebt een kennis gemaakt met de praktijk van het docentschap en het onderwijs.

    Je kent de bekwaamheidseisen die worden gesteld aan een docent.

    Je hebt zicht op je eigen kwaliteiten, valkuilen, motivatie en relevante ervaringen m.b.t. je

    persoonlijkheid, je studie en je (toekomstig) leraarschap.

    Je kunt de kennis, inzichten en vaardigheden die je voorafgaand aan deze opleiding hebt

    opgedaan, relateren aan de competenties die nodig zijn voor het docentschap.

    2.3 TAAKOMSCHRIJVING STUDIE EN WERK 1A

    Studie en Werk 1A volg je in de periodes A en B. Je hebt in deze periodes wekelijks een begeleide

    bijeenkomst op de HU met je SWB-groep. Tijdens deze bijeenkomst krijg je instructie over praktische

    zaken en over de opdrachten voor Studie en Werk. Verder doe je tijdens deze bijeenkomsten

    oefeningen om je studievaardigheden en kennis van het onderwijs te vergroten. Bovendien wissel je

    met de andere studenten ervaringen uit en geef je elkaar feedback en tips.

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 23 -

    Aanwezigheid en een actieve houding tijdens deze bijeenkomsten is noodzakelijk om de module

    goed te kunnen afsluiten en om het leerresultaat van iedereen in de groep zo groot mogelijk te laten

    zijn.

    In periode A regel je zelf een leerwerkplek voor de rest van het studiejaar. In periode B ben je 10

    dagen op je leerwerkplek (1 dag in de week gedurende 10 weken). Op de leerwerkplek observeer je

    leerlingen, docenten en andere medewerkers van de school. Verder onderneem je activiteiten

    waarmee je ervaring opdoet in het werken met leerlingen en waarmee je de medewerkers van de

    school ondersteunt.

    In periode B leer je systematisch van je ervaringen op de leerwerkplek door een logboek bij te

    houden en gebruik te maken van observatie-instrumenten en het ABCD reflectiemodel. Je houdt je

    begeleiders goed op de hoogte van je activiteiten op de leerwerkplek door hen toegang te verlenen

    tot je logboek via Winvision en dit wekelijks bij te werken. In de bijeenkomsten Studie en Werk deel

    je jouw ervaringen met de andere studenten.

    Gedurende periode A en B werk je verder aan een aantal opdrachten waarmee je jouw

    studievaardigheden en geschiktheid voor het docentschap in kaart brengt. Aan het einde van periode

    B breng je deze inzichten samen in de Nulmeting. Alle opdrachten die je thuis, op de HU en op je

    leerwerkplek uitvoert, vormen samen het dossier Studie en Werk 1A, waarmee je eind periode B de

    module afsluit.

    2.4 BEGELEIDING EN GROEPSBIJEENKOMSTEN STUDIE EN WERK 1A

    Hieronder tref je een voorbeeld van de invulling van de bijeenkomsten van Studie en Werk 1A.

    De SWB zal de definitieve inhoud vaststellen.

    Periode A

    les

    week

    type Inhoud bijeenkomst activiteiten studenten

    1 basis Introductie, kennismaking, basis ICT

    2 basis Basis ICT, orintatie op de studie, etc. opdracht 1 maken

    3 basis Orintatie op het beroep van leraar en de

    competenties

    4 basis Orintatie op het verwerven van een leerwerkplek +

    solliciteren

    opdracht 2 en opdracht 3

    maken

    5 basis taaltoets

    6 basis Voorbereiding op het werkplekleren

    7 basis Voortgangsgesprekken opdracht 4 maken

    T basis Voortgangsgesprekken

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 24 -

    Periode B

    les

    week

    type Inhoud bijeenkomst activiteiten studenten

    1 basis Introductie en oefeningen m.b.t. observeren opdracht 5 maken,

    opdracht 9 voorbereiden

    intervisie Uitwisselen eerste ervaringen op de school, praktische

    zaken regelen, werken met logboek

    beginnen met opdracht 6

    voorbereiden opdracht 8

    2 basis Introductie en oefeningen m.b.t. reflectie opdracht 7 maken

    3 basis Taalworkshop 1

    intervisie Uitwisselen van observaties en eerste reflecties

    4 basis Voorbereiding Nulmeting opdracht 10 maken

    5 basis Taalworkshop 2

    intervisie Uitwisselen / presentatie schoolbeschrijving

    6 basis Nulmeting opdracht 11 maken

    7 basis Introductie en oefeningen m.b.t. leervragen

    formuleren

    intervisie Beoordelingsgesprekken

    T intervisie Beoordelingsgesprekken

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 25 -

    2.5 OPDRACHTEN EN MATERIAAL STUDIE EN WERK 1A4

    Opdracht 1: De Kies Actief toolkit

    In de Kies Actief toolkit op www.kiesactief.nl vind je een basismodule waarmee je inzicht krijgt in hoe

    goed jij kunt communiceren, samenwerken, zelfstandig leren, problemen oplossen etc. Kortom, hoe

    het zit met de algemene HBO-competenties die je nodig hebt voor deze opleiding. De basismodule is

    geen toets, er zijn dus ook geen goede of foute antwoorden. Het is een middel voor jou en voor de

    mensen die jou begeleiden, om meer inzicht te krijgen in hoe jij ervoor staat.

    In de Kies Actief toolkit vind je ook een keuzemodule leerstrategien. Die is handig om meer zicht te

    krijgen of je eigen leerstijl goed aansluit bij een HBO-opleiding.

    1. Log in op de Kies actief website met behulp van je HU e-mailaccount.

    2. Selecteer onder toolkit de basismodule en de keuzemodule leerstrategien.

    3. Neem de tijd om de vragen rustig te beantwoorden.

    4. Bekijk het rapport dat wordt opgesteld over jouw competenties en leerstrategie.

    5. Sla het rapport (pdf bestand) op in Winvision, zodat je het later met je SWB kunt bespreken

    en je er gebruik van kunt maken bij de Nulmeting.

    4 Deze opdrachten zijn ook te vinden (in word) op SP.II.SenW1A dossieropdrachten

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 26 -

    Opdracht 2: Een opzet voor je curriculum citae

    In een curriculum vitae zet je op een rijtje wat je allemaal gedaan hebt: je persoonlijke geschiedenis

    of levensbeschrijving. De bedoeling is om op een overzichtelijke manier je ontwikkeling in beeld te

    brengen. Het is gebruikelijk en zinvol om in een curriculum vitae duidelijk te vermelden waarin je goed

    bent en wat je zoal gepresteerd hebt.

    Benoem al je opleidingen en werkervaring die relevant zijn voor het docentschap. Begin steeds met

    je laatste opleiding en je laatste werkwerkervaring.

    Persoonlijke gegevens

    Naam

    Adres

    Telefoon

    e-mailadres

    Geboortedatum

    Geboorteplaats

    Werkervaring

    Begin bij je meest recente ervaringen: van nu naar vroeger. Graag beschrijven per ervaring

    Welke beroepen/

    functies/

    activiteiten

    Naam en

    omschrijving

    school/

    bedrijf/

    organisatie/

    werkplek

    Welke taken

    werden

    uitgevoerd

    Wat heb je

    geleerd

    Aantal uren

    per week

    Aantal jaren

    / wanneer

    van

    tot

    1

    2

    3

    4

    5

    6

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 27 -

    Scholing

    Schrijf in het schema welk regulier onderwijs je hebt gevolgd.

    Begin bij je meest recente scholing: van nu naar vroeger.

    Naam school / opleiding: Richting vakken: Van tot .:

    Diploma /

    bewijs:

    (kopie

    bijvoegen)

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    Cursussen en trainingen

    Je kunt alle soorten cursussen en trainingen invullen; ook cursussen voor hobby en vrije tijd. Begin bij je meest recente

    ervaringen: van nu naar vroeger.

    Naam cursus / training: Door welke

    organisatie

    uitgevoerd,

    georganiseerd:

    Onderwerp, inhoud en

    doel van de

    cursus / training :

    Aantal

    uren:

    Certificaat /

    bewijs van

    deelname;

    kopie bijvoegen

    1

    2

    3

    4

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 28 -

    Opdracht 3: Het vinden van een leerwerkplek

    Voor een eerste kennismaking met het beroep van docent (en het kunnen afronden van de modules

    Studie en Werk jaar 1) dien je vanaf begin periode B n dag in de week een leerwerkplek te hebben

    op een school. Op Instituut Archimedes ben je zelf verantwoordelijk voor het verwerven van een

    leerwerkplek.

    Voor het zoeken van een leerwerkplek volg je het volgende stappenplan:

    1. Plaats je Curriculum Vitae op de CV-bank (zie:

    http://www.feo.hvu.nl/samenopleiden/cvbank/default.htm).

    2. Zoek in het Jobcentre (zie: http://www.feo.hvu.nl/samenopleiden/Jobcentre/default.asp)

    circa vier interessante en geschikte leerwerkplekken.

    3. a) Schrijf een sollicitatiebrief aan elk van deze scholen.

    b) Vraag twee andere studenten uit je SWB-groep om feedback te geven op je brieven.

    c) Stel je brieven bij op basis van het commentaar van je medestudenten.

    4. Verstuur je sollicitatiebrieven en CV via e-mail of post naar deze vier scholen.

    5. Ga naar de banenmarkt en de schoolvoorlichting (oktober). Ga met de schoolopleiders van

    de aanwezige scholen in gesprek. Met een open en genteresseerde houding heb je meer

    kans om een leerwerkplek te vinden die goed bij je past.

    Tijdens de SWB -groepsbijeenkomsten wordt aandacht besteed aan het schrijven van een goede

    sollicitatiebrief, de beste manier om scholen te benaderen en praktische tips voor het voeren van

    een gesprek met de schoolopleider van een potentile leerwerkplek.

    Als je er ondanks je eigen inspanningen toch niet in slaagt om voor aanvang van periode B een

    leerwerkplek te regelen, meld je dan voor lesweek 2 van periode B aan bij Bureau Ondersteuning

    Leerlijnen (BOL) via het e-mailadres: [email protected]. Je wordt dan uitgenodigd voor

    jobcoachbijeenkomsten. Voorwaarde om te mogen meedoen aan deze bijeenkomsten is dat je je

    sollicitatie-inspanningen kunt aantonen (denk aan reacties van scholen, sollicitatiebrieven,

    curriculum vitae, etc.)

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 29 -

    Opdracht 4: Reflectie op het vinden van een leerwerkplek

    Als je na het eerste jaar doorgaat met de opleiding, zul je voor elk komend jaar opnieuw een

    leerwerkplek moeten regelen. In jaar 2, 3 en 4 start het werkplekleren niet in periode B, maar direct

    aan het begin van het studiejaar. Om op tijd een leerwerkplek te regelen moet je daarom rond mei

    weer beginnen met solliciteren. (De banenmarkt voor jaar 2, 3 en 4 vindt ook in mei plaats.) Het

    vinden van een geschikte leerwerkplek is echter niet altijd even makkelijk. Daarom is het erg

    belangrijk dat goed reflecteert op de manier waarop je het nu hebt aangepakt.

    Schrijf een verslag over hoe het vinden van een leerwerkplek voor jou is verlopen. Daarbij komen in

    ieder geval de volgende aspecten aan de orde:

    1) Geef een chronologische beschrijving van alle acties die je ondernomen hebt om een

    leerwerkplek te verkrijgen.

    2) Naar wat voor soort leerwerkplek ging je voorkeur uit? Geef aan of je die ook hebt kunnen

    vinden en wat volgens jou de belangrijkste reden is dat dit wel of niet gelukt is.

    3) Beschrijf welke reacties je hebt gekregen op je sollicitatiebrief en CV. Geef aan welke

    verbeterpunten mogelijk zijn voor een volgende keer.

    4) Beschrijf je ervaringen van de banenmarkt:

    Hoe heb je jezelf erop voorbereid?

    Hoe verliepen de gesprekken?

    Wat is voor jou het nut van de banenmarkt geweest?

    5) Geef een korte beschrijving van het sollicitatiegesprek:

    Hoe heb je voorbereid op het gesprek?

    Wat was de rol van je brief?

    Welke vragen kreeg je te beantwoorden?

    Welke vragen wilde je stellen en is dat gelukt?

    Als je terugkijkt op het gesprek wat zou je dan een volgende keer anders doen?

    6) Wat zijn de belangrijkste conclusies voor jezelf?

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 30 -

    Opdracht 5: Een overzicht van je activiteiten op je leerwerkplek

    Als je eenmaal een leerwerkplek hebt gevonden, is het belangrijk om duidelijke afspraken te maken

    met de school. Voor beide partijen is het goed om concreet vast te stellen wat je van elkaar kunt

    verwachten.

    Zorg er allereerst voor dat de Leerwerkovereenkomst (LWO) volledig wordt ingevuld en

    ondertekend. In 1.2.6 kun je lezen welk stappen je moet doorlopen om je leerwerkplek met

    behulp van de Leerwerkovereenkomst officieel te registreren.

    De afspraken die in de Leerwerkovereenkomst worden vastgelegd zijn belangrijk, maar nog erg

    globaal. Je kunt er nog niet uit afleiden wat je nou concreet gaat doen op de dagen dat je op de

    leerwerkplek bent. Daarom is het noodzakelijk dat je samen met je schoolopleider (SO) en/of je

    werkbegeleider (WB) een overzicht maakt van de activiteiten die je zult gaan uitvoeren.

    Deze activiteiten hebben enerzijds tot doel dat jij een beter beeld krijgt van het docentschap, het

    onderwijs en de school als werkomgeving. Anderzijds kun je met deze activiteiten ook de docenten

    van de school ondersteunen. Op de volgende pagina staat een lijst met suggesties voor geschikte

    activiteiten.

    Voor het uitwerken van een helder overzicht van jouw activiteiten op de leerwerkplek kun je het

    onderstaande voorbeeldschema gebruiken. Je kunt zelf ook een andere indeling kiezen. Wellicht wil

    je liever een overzicht maken van week tot week of wil je per activiteit nog gedetailleerder afspraken

    opschrijven.

    Overzicht activiteiten

    Naam student:

    School:

    Periode:

    activiteit wanneer contactpersoon/begeleider

    1.

    2.

    3.

    4.

    Jij en je begeleiders bepalen zelf of jullie meteen voor het hele schooljaar afspraken maken over

    activiteiten, of dat jullie in eerste instantie alleen de eerste periode van 10 weken inplannen. In ieder

    geval moet je uiterlijk 2 weken na aanvang van leerwerkplekdagen een uitgewerkt overzicht van je

    activiteiten tijdens de eerste 10 weken laten zien aan je SWB. Dit overzicht is ook een verplicht

    onderdeel van het dossier waarmee je Studie en Werk 1A afsluit.

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 31 -

    MOGELIJKE ACTIVITEITEN OP DE LEERWERKPLEK

    Met leerlingen Binnen de vakgroep Binnen de school

    - zelfstandig werken begeleiden - een klas een dag volgen bij pestgedrag - een leerkracht een dag volgen om inventarisatie te maken van hand- en spandiensten - individuele leerlingen observeren om achter een leerprobleem te komen - groepjes observeren i.v.m. planning leerstof, samenwerkingsopdrachten - leerlingen observeren bij zelfstandig werken - klaslokaal inrichten / opruimen - studieles assisteren - meedraaien in mentoraat - uitvoerende opdrachten begeleiden - toezien op een veilige uitvoering van opdrachten - in dienst van mentoraat leerlingen observeren - sociogram maken - groepje begeleiden b.v. na ziekte - bemiddelen bij conflict - kopiren - huilende en zieke leerlingen opvangen - spullen opruimen/repareren - zorgleerlingen begeleiden

    - in ICT-lessen assisteren - practicum assisteren - toetsen maken - toetsen nakijken n.a.v. model - inhaaltoetsen afnemen - foutenanalyse maken - vastleggen toetsresultaten - mondeling overhoren - bij andere niveaus binnen vak meekijken - vergaderingen bijwonen - studiewijzers maken - materialen voorbereiden/ klaarleggen/inkopen - website voor sectie bouwen - uitschrijven van instructies - dossiers samenstellen voor een vak - literatuuronderzoek doen - speelse werkvormen bedenken - methodes screenen - projecten voorbereiden over maatschappelijke zaken - met externe hulpverleners kennis maken - overleg notuleren - actielijst bewaken - toetsenbank maken - maatregelen nemen om onveilige situaties te voorkomen

    - vergaderingen notuleren - studiedag bijwonen - schoolfeest surveilleren - excursie voorbereiden - meegaan op excursie, brieven maken, financin regelen - bijwonen werkgroepen/ commissies - assisteren bij een ouderavond - stageplaatsen werven - helpen in de mediatheek - documentatie bijhouden - werkweek assisteren - open dag assisteren - sportdag assisteren - helpen bij huiswerkbegeleiding - musical opzetten en begeleiden - absenten opnemen in klassen - helpen in kantine - surveilleren in pauzes - strafklanten begeleiden - EHBO verlenen - corveeploeg begeleiden - schoolkrant ondersteunen

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 32 -

    Opdracht 6: Het bijhouden van een logboek

    Bij Studie en Werk leer je op een systematische manier van de ervaringen op je leerwerkplek.

    Daarvoor is het belangrijk dat je goed stil staat bij de leermomenten die zich tijdens je activiteiten op

    de school voordoen. Dit doe je door middel van het bijhouden van een logboek. Met behulp van een

    goed logboek kun je steeds nieuwe leervragen en actiepunten voor je zelf formuleren zodat je jouw

    inzicht en vaardigheden als docent verder kunt ontwikkelen. Daarnaast is het logboek een middel

    voor je begeleiders om zicht te krijgen op hoe jij reflecteert op je ervaringen in de praktijk en de

    feedback die je ontvangt.

    Ten slotte is het logboek een belangrijk hulpmiddel voor het schrijven van het verslag waarin jij aan

    het einde van elke module Studie en Werk jouw ontwikkeling moet beschrijven.

    Vanaf het moment dat je met werkplekleren begint, houd je wekelijks een logboek bij. Het is

    verstandig om aan het einde van je leerwerkplekdag direct je logboek bij te werken.

    In je logboek noteer je na elke leerwerkplekdag het volgende:

    Een bondige beschrijving van de activiteiten die je deze dag uitgevoerd hebt en/of de lessen

    die je deze dag hebt geobserveerd.

    Een meer gedetailleerde beschrijving van de meeste leerzame momenten van die dag.

    Beschrijf voor elk moment wat er precies gebeurde, waarom dat moment voor jou leerzaam

    was en welke conclusie jij aan dit moment verbindt.

    Indien van toepassing: de belangrijkste punten van feedback die je deze dag hebt ontvangen.

    Wat je de komende leerwerkplekdagen concreet met je conclusies en ontvangen feedback

    gaat doen.

    Je logboek is een persoonlijk document, voel jezelf dus vrij om het op je eigen manier vorm te geven.

    Daarbij is het wel verstandig om je leermomenten en actiepunten puntsgewijs te noteren, zodat je

    deze punten niet uit het oog verliest.

    Je moet minimaal eens in de 14 dagen een bijgewerkte versie van je logboek uploaden in je dossier

    Studie en Werk in Winvision. Voor de afronding van Studie en Werk 1A dient er een compleet

    logboek in je dossier te zitten.

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 33 -

    Opdracht 7: Reflecteren met behulp van het ABCD-model

    Soms is het leerzaam om wat uitgebreider bij een bepaalde ervaring stil te staan dan er alleen een

    korte aantekening van te maken in je logboek. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de interactie tussen

    jou en n of meerdere leerlingen, over de manier waarop een bepaalde werkvorm verliep, of over

    een situatie op school waarvan je getuige was. Het kan overigens ook gaan om een ervaring op de

    hogeschool.

    Tijdens de opleiding zul je kennismaken met verschillende modellen die je voor het analyseren van

    zulke situaties kunt gebruiken. Een daarvan is het ABCD-model dat je hieronder kunt vinden.

    A. Wat is er gebeurd? Aanleiding?

    B. Wat was daaraan Belangrijk voor mij?

    C. Tot welk voornemen leidt dit? Conclusie

    D. Wat ga je met dit voornemen Doen?

    Tijdens periode B moet je minimaal n keer reflecteren op een zelf gekozen situatie met behulp van

    dit model. In principe kun je zelf het beste bepalen wanneer jou dit het meest leerzaam lijkt. Het kan

    echter ook zijn dat je SWB tijdens een groepsbijeenkomst gezamenlijk met het model wil oefenen en

    dat je voor die bijeenkomst het model moet uitwerken.

    Uiteraard is het verstandig om meerdere keren met het model te oefenen. Dit model kan een

    standaard onderdeel zijn van je wekelijkse logboek.

    Voor het afsluiten van Studie en Werk 1A moet je minimaal n uitgewerkt ABCD in je dossier

    hebben opgenomen.

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 34 -

    Opdracht 8: Schoolbeschrijving

    Deze opdracht helpt je om een goed beeld te krijgen van de school waar je je leerwerkplek hebt. Dit

    kan je helpen bij het bedenken en uitvoeren van leerzame activiteiten op je nieuwe leerwerkplek.

    Voor toekomstige begeleiders en assessoren is het ook nuttig om een goed beeld te hebben van de

    school waar jij je eerste ervaringen in het docentschap hebt opgedaan.

    Maak een beschrijving van de school (en locatie/afdeling) waar je een leerwerkplek hebt. Daarbij

    komen de volgende punten aan bod:

    naam school

    de afdeling waar je een leerwerkplek hebt

    opleidingstype

    identiteit van de school

    leerlingenpopulatie

    niveau

    onderwijskundige, didactische en pedagogische uitgangspunten

    het team en de docenten met wie je samenwerkt

    zorgstructuur zoals leerlingbegeleiding, mentoraat, remedial teaching

    de begeleiding van de studenten/LIOs

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 35 -

    Opdracht 9: Observatieoefeningen

    Een belangrijk leerdoel van Studie en Werk in jaar 1 is om een goed beeld te krijgen van de praktijk

    van het onderwijs. In een klas of op een leerplein gebeurt van alles. De leerlingen zijn met iets bezig,

    de leerkracht doet iets en het gaat ook nog ergens over: de leerstof. In een les loopt dit door elkaar

    heen. Om zicht te krijgen op deze processen is goed observeren een belangrijk middel. Je moet leren

    hoe je dit middel kunt toepassen om er zelf iets van te leren voor je eigen ontwikkeling.

    Observeren is meer dan kijken. Je kijkt met een bedoeling aan de hand van een of meerdere vragen.

    Om die vragen goed te kunnen beantwoorden maak je tijdens het observeren gerichte

    aantekeningen met behulp van een observatie instrument.

    Deze oefeningen bereid je gezamenlijk in de SWB-groep voor, je voert ze vervolgens individueel uit

    op je leerwerkplek en ten slotte bespreek je jouw bevindingen weer gezamenlijk in de groep.

    Je gaat als volgt te werk:

    1) Kies gezamenlijk een observatieonderwerp (bijvoorbeeld: de leerling, de leerkracht, de

    lesopening, de instructie, etc.)

    2) Formuleer gezamenlijk wat jullie over dit onderwerp te weten willen komen. Doe dit zo

    nauwkeurig mogelijk, zodat iedereen ook echt op hetzelfde gaat letten.

    3) Kies gezamenlijk een observatie instrument. In de keuzeopdrachten voor op de leerwerkplek

    jaar 1 en 2 (zie SP.II.Materiaalbank) staan diverse voorbeelden van uitgewerkte

    observatieinstrumenten. In Geerligs en van der Veen: Lesgeven en zelfstandig leren staan

    diverse lijstjes voor observatieoefeningen. In Sebo Ebbens Effectief leren in de les vind je iets

    speciaal gericht op de leerling.

    4) Spreek af wanneer deze observatieoefening gedaan moet zijn.

    5) Voer de observatieoefening uit op de leerwerkplek.

    6) Bekijk je observatieaantekeningen en schrijf op welke conclusies jij hier aan verbindt. (Oftewel:

    Wat is na het observeren jouw antwoord op de vragen die jullie hebben opgesteld?)

    7) Bespreek jullie observaties en conclusies gezamenlijk tijdens een groepsbijeenkomst.

    8) Vul je eigen verslag aan met de conclusies van de gezamenlijke bespreking. Sla het

    observatieverslag vervolgens op in Winvision.

    Je doet tijdens periode B meerdere observatieoefeningen. Het exacte aantal wordt bepaald door je

    SWB.

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 36 -

    Opdracht 10: Zelfanalyse SBL-competenties

    In de opleiding werk je aan de ontwikkeling van de competenties als leraar (zie SP.II.Competenties).

    Tijdens de groepsbijeenkomsten van Studie en Werk 1A worden deze competenties verkend, zodat je

    jezelf een beeld kunt vormen over wat er precies onder wordt verstaan. Ook is het belangrijk dat je

    voldoende zicht hebt op het beheersingsniveau dat aan het einde van elk jaar van de opleiding van je

    wordt verwacht. Daartoe zijn per jaar aparte indicatoren geformuleerd die gebruikt kunnen worden

    om te kijken of je de verschillende competenties al voldoende ontwikkeld hebt.

    In deze opdracht ga je een zelfanalyse maken van je eigen beheersingsniveau op dit moment ten

    aanzien van de SBL-competenties. Hieruit kun je leerdoelen formuleren voor de rest van het eerste

    studiejaar en daarna. Je gebruikt hierbij het formulier Zelfanalyse SBL competenties niveau jaar 1 (zie

    SP.II.Competenties). Vul het formulier in en sla dit op in Winvision, zodat je het later kunt gebruiken

    voor de nulmeting en het opstellen van een leerwerkplan voor Studie en Werk 1B.

    Als je merkt dat je onvoldoende een beeld van de competenties hebt om de vragen goed te kunnen

    beantwoorden, vraag dan aan je SWB om hier nog een keer extra aandacht aan te besteden.

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 37 -

    Opdracht 11: Nulmeting

    Onderdeel 1: Vooropleiding

    Kijk naar je vooropleiding en schrijf met behulp van onderstaand schema een verslag. De kopjes dien

    je in je verslag op te nemen. De genoemde vragen zijn voorbeeldvragen.

    Wat zegt je vooropleiding over:

    je persoonlijke ontwikkeling je voorkennis voor de inhoud

    van de studie

    ervaringen die belangrijk zijn

    voor het beroep leraar

    Heb je in je vooropleiding moeten

    knokken of heb je de opleiding

    zonder al te veel moeite gehaald?

    Afhankelijk van je opleiding heb je

    persoonlijke kenmerken ontwikkeld

    en zijn bepaalde kwaliteiten niet

    aangesproken. Welke kenmerken

    en kwaliteiten zijn dat in jouw

    optiek?

    Waar zul je binnen de opleiding

    verdieping moeten aanbrengen?

    Waar denk je recht op vrijstellingen

    te hebben?

    Welke kwaliteiten neem je mee uit

    die vooropleiding? Denk

    bijvoorbeeld aan activiteiten die je

    als leerling of in het kader van een

    vervolgopleiding binnen de school

    hebt verricht, bijv. leerlingen

    begeleiden, MR, schoolkrant,

    specifieke onderwijsvormen, etc.

    de veronderstelde beheersing

    van studievaardigheden

    Gebruik hier ook de resultaten uit je

    zelfanalyse studievaardigheden.

    Onderdeel 2: (Werk)ervaring

    Kijk naar (werk)ervaringen die je hebt opgedaan voor je aan deze opleiding begon en vul op basis

    daarvan onderstaand schema in.

    Wat zeggen je (werk)ervaringen over:

    je persoonlijke ontwikkeling je voorkennis voor de inhoud

    van de studie

    jou als (toekomstige) leraar

    Afhankelijk van (werk)ervaring heb

    je persoonlijke kenmerken

    ontwikkeld en zijn bepaalde

    kwaliteiten niet aangesproken.

    Welke kenmerken en kwaliteiten

    zijn dat in jouw optiek?

    Waar zul je binnen de opleiding

    verdieping moeten aanbrengen?

    Waar denk je recht op vrijstellingen

    te hebben?

    Welke (werk)ervaringen zijn

    relevant? Denk bijvoorbeeld aan

    activiteiten binnen of buiten het

    onderwijs waarbij je individuen of

    groepen hebt lesgegeven of

    begeleid, presentaties hebt

    gegeven, coach bent geweest, etc.

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 38 -

    Onderdeel 3: Persoonlijke omstandigheden

    Kijk naar de omstandigheden waarbinnen je opgegroeid bent en de omstandigheden waarbinnen je

    nu leeft. Beschrijf hieronder welke invloed die hebben gehad / (nog) kunnen hebben.

    Wat zeggen je persoonlijke omstandigheden over:

    je persoonlijke ontwikkeling de manier waarop je kunt

    studeren

    jou als (toekomstige) leraar

    Afhankelijk van persoonlijke

    omstandigheden heb je

    persoonlijke kenmerken ontwikkeld

    en zijn bepaalde kwaliteiten niet

    aangesproken. Welke kenmerken

    en kwaliteiten zijn dat in jouw

    optiek?

    Hoeveel tijd heb je voor je studie?

    Wanneer en hoe kun je studeren?

    Waar verwacht je successen of

    belemmeringen?

    Welke persoonlijke

    omstandigheden zijn relevant?

    Onderdeel 4: Motivatie

    Kijk naar de redenen waarom je voor deze opleiding hebt gekozen. Wat zegt je motivatie over je kans

    van slagen / falen?

    Wat zegt je motivatie over:

    je persoonlijke ontwikkeling de manier waarop je kunt

    studeren

    jou als (toekomstige) leraar

    Om welke redenen heb je voor deze

    opleiding gekozen? Wat wil je

    graag leren?

    Wat lijkt je leuk? Waar zie je tegen

    op? Welke belemmeringen en

    valkuilen verwacht je?

    Waar denk je goed in te zijn?

    Welke kansen en uitdagingen zie

    je?

  • Gids Studie en Werk VT jaar 1 - 39 -

    2.6 AFRONDING VAN STUDIE EN WERK 1A

    Vrijwel alle opdrachten die je tijdens Studie en Werk 1A moet doen resulteren in n of meerdere

    producten. Al deze producten verzamel je in het dossier Studie en Werk 1A op je eigen site in

    Winvision. Eind periode B (in de toetsweek) moet dit dossier compleet zijn.

    Voordat je Studie en Werk 1A kunt afsluiten dien je eerst aan een aantal vo