GGD Kennemerland jaarverslag 2015
Transcript of GGD Kennemerland jaarverslag 2015
JAARVERSLAG 2015
Jaarverslag 2015
Voorwoord 3Bert van de Velden, directeur GGD Kennemerland
Seksuele gezondheid 4
Suzanne Bakker, sociaal verpleegkundige soa-polikliniek
Advies en Onderzoek 7Regina Overberg, projectleider Gezondheidsatlas
Opvang asielzoekers 10Marjolein Somers, contactpersoon Publieke Gezondheidszorg Asielzoekers
Jeugdgezondheidszorg 13Diny Bakker, Lida Samson en Annemieke van der Meer
Technische hygiënezorg 17Heleen Baltus, inspecteur Hygiënisch Woningtoezicht
Infectieziektebestrijding 20Jeanette Ros, arts Infectieziektebestrijding
2 GGD jaarverslag 2015
GGD jaarverslag 20153
Nadruk meer dan voorheen op primaire procesMet trots presenteren wij hierbij de publieksversie van ons jaarverslag over 2015. U vindt daarin, anders dan u gewend bent, een selectie van bijzondere verhalen van medewerkers.
Niet voor niets, want zij illustreren met
hun bevlogenheid het hart van onze
organisatie, waarin de nadruk meer nog
dan voorheen op het primaire proces
is komen te liggen. Op outreachend
werken: het werk van inspecteurs,
artsen, verpleegkundigen, adviseurs en
epidemiologen. Op goed luisteren naar
inwoners, naar partners en naar elkaar.
Op het leggen van verbindingen en het
sluiten van slimme allianties met als doel
de zorg te verbeteren.
Opvang vluchtelingenDenk aan de opvang van vluchtelingen.
De draaiboeken lagen klaar, maar
waren lang niet gebruikt. Hoe
regel je geneeskundige zorg – van
tbc-screening tot voorlichting – op
inderhaast ingerichte locaties, in tijd
van drie dagen? Een huzarenstuk, maar
het is gelukt, met veel overleg en een
krachtige coördinerende rol. GGD
Kennemerland heeft samen met diverse
partijen de opvang van vluchtelingen
mogelijk gemaakt op locaties in Haarlem,
Vijfhuizen, Zandvoort en Heemskerk.
EbolaOnze regio is een belangrijk toegangs-
poort voor virussen. Zo ook voor ebola.
Deze gevaarlijke, besmettelijke ziekte
buiten Nederland houden was in 2015
een belangrijke opdracht voor de afdeling
Infectieziektebestrijding. Reizigers van
Schiphol zijn geïnformeerd en cabine-
personeel en medewerkers van Schiphol
hebben relevante instructies gekregen.
Ook zijn er nieuwe werkafspraken
gemaakt met partners als Airport Medical
Services, ambulancedienst en brandweer,
en is de samenwerking met andere
veiligheidsregio’s, het RIVM en ziekenhui-
zen nog wat strakker aangehaald.
GezondheidsatlasTransparantie en duidelijkheid. Dat was
ook de gedachte achter de gezondheids-
atlas die in 2015 de lucht in ging, een
website waarop alle data uit onze onder-
zoeken overzichtelijk worden gepresen-
teerd, per wijk, gemeente of bevolkings-
groep, bijvoorbeeld over onderwerpen
als gamen, eenzaamheid en pesten. Deze
data kunnen beleid van ambtenaren en
partners ondersteunen en meteen een
heel stuk verder brengen.
Als ik de aansprekende verhalen in dit
jaarverslag lees, kan ik alleen maar trots
zijn op dat wat in 2015 is bereikt en het
fundament dat daarmee voor de toekomst is gelegd. Trots op de mede-
werkers die zich met hart en ziel inzetten,
trots op de wijze waarop de GGD op de
kaart staat en vol vertrouwen om hieraan
in 2016 verder te bouwen.
Bert van de Velden
Directeur GGD Kennemerland
Juni 2016
Soa-poli
De taak van de soa-poli is om de seksuele gezondheid in de regio te bevorderen en de verspreiding van soa’s tegen te gaan. Klanten kunnen op de poli gratis en anoniem terecht voor onder andere een soa-test, een hiv-(snel)test, advies over anticonceptie en alle andere vragen over seks. Voor jongeren heet het spreekuur Sense. Jongeren kunnen ook chatten over vragen en problemen die ze hebben. Daarnaast geven sociaal-verpleegkundigen van de poli ook voorlichting op scholen en evenementen over veilig vrijen. De soa-poli van de GGD Kennemerland is onderdeel van het Centrum voor Seksuele Gezondheid Noord-Holland en Flevoland
GGD jaarverslag 201544 GGD jaarverslag 2015
Interview Suzanne Bakker, sociaal verpleegkundige soa-polikliniek
Succes heeft altijd twee kantenHet aantal onderzoeken op de soa-polikliniek is de laatste jaren gestegen van drie – tot bijna vierduizend per jaar. Daarnaast ging ook het vindpercentage omhoog, naar ongeveer acht procent. Maar is dat nou goed nieuws of juist niet?
‘Succes heeft altijd twee kanten,’ zegt
sociaal verpleegkundige Suzanne Bakker,
die al tien jaar op de soa-poli werkt.
‘Toen ik hier begon, verwachtte ik
iedereen aan de condooms en de pil te
krijgen. Het maakte me al moedeloos
als ik iemand een tweede keer op de
poli terugzag. Die frustratie heb ik al
gauw laten varen. Ik denk steeds meer :
het is de verantwoordelijkheid van de
cliënt, het enige dat ik kan doen is
informeren en motiveren.
Nu haal ik mijn voldoening al uit een
goed gesprek.’
‘Een gestegen vindpercentage – het
gemiddeld aantal gevonden soa’s op elke
honderd onderzoeken – vermelden wij
met trots, want dat betekent dat wij
beter zijn gaan filteren aan de voorkant.
Als mensen bellen of mailen om een
afspraak te maken, vragen wij eerst heel
goed uit om de risico’s in te schatten.
Wat is er gebeurd, waar en hoe, hoe
heftig zijn de klachten en hoe snel traden
ze op? Is er geen risico op een soa, dan
bieden wij geen onderzoek aan. Die
triage is heel belangrijk, want het plafond
van de rijksfinanciering is wel ongeveer
bereikt.’
SwingersHet RIVM stelt landelijk de criteria vast
voor toegankelijkheid en financiering
van de regionale Centra voor Seksuele
Gezondheid, waar de soa-poli’s van
de GGD’en deel van zijn. Zo kunnen
prostituanten en swingers – mensen met
veel wisselende contacten – per 2015
niet meer op de poli terecht. Als zij een
test willen doen, dan moet dat via de
huisarts en betalen ze ongeveer 200
euro. Suzanne: ‘Misschien dat de kosten
voor deze groepen minder problematisch
zijn dan voor bijvoorbeeld jongeren.’
Oordelen doet het soa-team nooit. En
ergens van opkijken hebben ze ook al
lang niet meer gedaan. ‘Maar misschien is
het wel zo dat we niet alles weten,’ zegt
Suzanne. ‘We horen wel van feesten van
mannen die seks hebben met mannen
(msm) en die onder invloed van drugs
hele nachten doorgaan, met alle bijko-
mende gevaren. Dat komt volgens mij
vaker voor dan we denken. Ik denk dat
‘Als mensen bellen of mailen om een afspraak te maken, vragen wij eerst
heel goed uit om de risico’s in te schatten.’
5 GGD jaarverslag 2015
mensen er moeite mee hebben hierover
te praten.’
JongerenDe GGD Kennemerland ziet in verge-
lijking met Amsterdam minder msm en
allochtone cliënten, maar des te meer
jongeren. Soms worden ze door de huis-
arts verwezen, bijvoorbeeld omdat deze
hen de kosten van het eigen risico wil
besparen. De poli heeft alle expertise in
huis om het gesprek aan te gaan. Dat ge-
beurt face-to-face, telefonisch, via de chat
of via Sense, het spreekuur voor jongeren
tot 25 jaar dat in 2008 de consulten van
de Rutgerstichting verving.
Suzanne heeft het idee dat jongeren
opener over seks zijn dan vroeger.
‘Soms komen ze zowat met de halve
klas tegelijk!’ De soort vragen is door
de jaren heen niet veel veranderd. De
meeste vragen van meisjes gaan over
de pil. Stemmingswisselingen, puistjes,
bloedingen. En jongens willen vaak
meer weten over het gebruik van een
condoom. ‘Wat we altijd proberen, is
mogelijke problemen en oplossingen
benoemen, en ze te motiveren veilig
te vrijen.’
LiefdestoerChlamydia is de soa die, net als landelijk,
in Kennemerland het meest voorkomt.
De poli biedt via de website een
chlamydia-thuistest aan. Alleen is het
dringen, digitaal, want vanwege de kosten
is er helaas maar één per dag beschikbaar.
Voorkomen blijft natuurlijk altijd beter.
Festivals zijn goede locaties voor pre-
ventie, zoals in 2015 Beeckesteijnpop
en Schalkwijk aan Zee. ‘Het gaat vooral
om naamsbekendheid,’ zegt Suzanne.
‘We proberen elk jaar iets nieuws om de
doelgroep te bereiken. Polaroidfoto’s
maken en aanbieden met een stickertje
van de poli erop, quizjes, wedstrijdjes.
Je wilt interactie. Dat lukt niet door te
roepen in de leegte.’
Voor scholen is er een op maat gemaakte
gastles onder de titel Liefdestoer, met film-
pjes en leerinfo over seksuele gezondheid,
veilig vrijen, wensen en grenzen enzovoort.
Verschillen tussen jongeren kunnen groot
zijn, merkt Suzanne. ‘Het ene kind weet
alles al, het volgende zit met grote ogen
te kijken. Wat wij altijd benadrukken:
niets hoeft. Geeft niks als seks je nu niet
interesseert, dan komt het gewoon later.
Waar het om gaat, is dat je ons weet te
vinden als het nodig is. We willen niet dat
mensen rond blijven lopen met een soa,
met alle mogelijke risico’s voor partners
en gevolgen voor later van dien.’
Dat brengt ons terug bij de paradox
van het succes. Datgene waar je be-
staansrecht aan ontleent, bestrijdt je
tegelijkertijd. Wanneer doe je het dan
goed? Suzanne herkent het gegeven. ‘Net
als dat voor ons een casus van syfilis met
clusterbesmetting professioneel bijvoor-
beeld heel interessant is, maar je het
degenen die het betreft natuurlijk niet
toewenst. Het is denk ik net als bij de
brandweer? Die kunnen ook niet zonder
een goeie fik. Preventie en bestrijding
moeten hand in hand gaan. Volgens mij is
dat bij ons aardig in evenwicht.’
Soa-poli van de GGD Kennemerland
Op de soa-poli van de GGD Kennemerland werken zes sociaal verpleegkundigen, drie artsen en sinds 2015 twee
doktersassistenten, die ondersteuning bieden onder andere door het telefonisch spreekuur te bemannen waar mensen
bellen voor een afspraak of vragen.
‘Wat we altijd proberen, is
mogelijke problemen en oplossingen
benoemen, en ze te motiveren veilig te
vrijen.’
‘Preventie en bestrijding moeten hand in hand gaan. Volgens mij is dat bij ons aardig in
evenwicht.’
6 GGD jaarverslag 2015
Advies & Onderzoek
Advies & Onderzoek werkt samen met gemeenten en ketenpartners aan een gezonde regio. Het team bestaat uit epidemiologen en adviseurs publieke gezondheid. De epidemiologen voeren gezondheidsonderzoeken uit onder inwoners, om inzicht te krijgen in de gezondheidssituatie en in de effecten van gezondheidsbevorderende activiteiten. Op basis van deze inzichten, maar ook op basis van landelijke richtlijnen en trends, brengen de adviseurs publieke gezondheid advies uit aan gemeenten over hun lokale gezondheidsbeleid. Daarnaast ondersteunen zij de ketenpartners bij het opzetten en uitvoeren van gezondheidsbevorderende activiteiten op de scholen en in de wijken. Zij richten zich daarbij op samenwerking met uitvoeringspartners in een integrale aanpak. Sinds 2015 worden de data uit onderzoeken van A&O voor gemeenten en zorgpartners verzameld in een digitale gezondheidsatlas
7 GGD jaarverslag 20157 GGD jaarverslag 2015
Interview Regina Overberg, projectleider Gezondheidsatlas
Wij willen straks hét portaal voor gezondheidscijfers in de regio zijnHoe gezond is de regio Kennemerland? Hoe is het met huiselijk geweld in Haarlem, eenzaamheid in Zandvoort of pesten in Uitgeest? De Gezondheidsatlas toont relevante cijfers nu per gemeente op één website. Handig bij het maken van beleid.
‘Stel je voor wat een verademing,’ zegt
Regina Overberg, epidemioloog op de
afdeling Advies & Onderzoek (A&O). ‘Als
voorheen een ambtenaar belde met een
vraag over resultaten van bepaald onder-
zoek, moest je eerst op zoek naar het be-
treffende rapport en vervolgens nog naar
de gevraagde informatie. Nu zit je allebei
in enkele muisklikken met de cijfers voor
je neus. Dat brengt de verdiepende vraag
meteen twee stappen dichterbij.
Het is een van de voordelen van
gezondheidsatlaskennemerland.nl, die per oktober 2015 in de lucht is. Op
de site worden data over gezondheid
per gemeente, per periode en per
leeftijdsgroep voor heel Kennemerland in
kaart gebracht. Tot blijdschap en nut van
velen. Regina heeft er als projectleider
haar handen aan vol gehad, samen met
de multidisciplinaire adviesgroep van de
gemeenten en de GGD, waarmee ze elke
stap besproken heeft. ‘Het is nog een
eerste versie,’ benadrukt ze, ‘de site blijft
in ontwikkeling. We peilen de behoeften
van gemeenten, die nu al om extra cijfers
vragen, maar zijn daarnaast benieuwd
naar gebruikerservaringen. Misschien dat
de navigatie en functionaliteit nog wel
beter kunnen.’
Vraaggestuurd onderzoekDe gezondheidsatlas sluit nauw aan
8 GGD jaarverslag 2015
op het werk van de afdeling Advies &
Onderzoek: het verzamelen en analyseren
van informatie uit diverse gezondheids-
vragenlijsten en registraties van de GGD.
Doel van dit werk is inzicht te geven in
gezondheidsrisico’s en -mogelijkheden, als
basis voor gemeentelijk beleid op pre-
ventie en interventie. ‘Gemeenten vragen
hiervoor ook steeds meer om verdiepend
onderzoek,’ zegt Regina. ‘Wij voeren dit uit
en adviseren, als ze dit willen, over moge-
lijke acties. Vervolgens gaan de gemeenten
hier samen met de maatschappelijke
organisaties zelf mee verder.’
Ook de uitkomsten van het vraagge-
stuurde onderzoek vinden een plek op
de gezondheidsatlas, als factsheet of rap-
port. Zo is er een factsheet psychische
gezondheid bij jongeren, een factsheet
over de relatie tussen opvoedingsstijl
en eetgedrag bij jonge kinderen en een
factsheet die de sociale status van de be-
volking per postcodegebied presenteert.
Andere belangrijke onderwerpen van
deze tijd zijn onder andere sociale media
en gamen, eenzaamheid, participatie,
pesten, en leefbaarheid.
OnderbouwingOok bij de maatschappelijke organisaties
wordt de overzichtelijke verzameling
van cijfers met instemming onthaald, zo
blijkt uit de reacties, bijvoorbeeld van
Sportsupport Haarlem, een lokale orga-
nisatie die sport en beweging stimuleert.
‘Zij kunnen de gepresenteerde cijfers
over lidmaatschap van sportclubs en
voldoen aan beweegnormen gebruiken
als onderbouwing voor een nieuwe
subsidieaanvraag.’
Voor burgers is de gezondheidsatlas nog
niet van veel praktisch nut, erkent Regina.
‘Dat zou in de toekomst misschien nog
wel kunnen veranderen, maar we richten
ons nu eerst op gemeenten en organisa-
ties en willen eerst hun ervaringen eva-
lueren.’ Epidemioloog Regina Overberg
en haar collega’s verwachten er veel van.
‘Ons streven op de langere termijn is hét
portaal voor gezondheidscijfers in
Kennemerland te zijn.’
Heb je tips of suggesties over de
gezondheidsatlas? Geef ze door aan
Regina Overberg:
Eenzaamheid in Bloemendaal
De gemeente Bloemendaal maakte zich zorgen over de eenzaamheid onder ouderen in 2015 en vroeg A&O hiernaar
verdiepend onderzoek te doen. Uit dit onderzoek bleek onder andere dat er veel activiteiten worden aangeboden maar
deze vaak geen aansluiting vinden met de wensen van ouderen. Zij wilden bijvoorbeeld liever iets leren dan koffie drinken of
klaverjassen. Ook speelde schaamte een rol bij deelname, veel ouderen geven liever niet toe eenzaam te zijn.
Zie voor een uitgebreid verslag de factsheet over het eenzaamheidsonderzoek op www.gezondheidsatlaskennemerland.nl
‘Op de site worden data over gezondheid
per gemeente, per periode en per
leeftijdsgroep voor heel Kennemerland in
kaart gebracht. ’
‘We peilen de behoeften van
gemeenten, die nu al om extra cijfers vragen,
maar zijn daarnaast benieuwd naar
gebruikerservaringen.’
9 GGD jaarverslag 2015
Geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio (GHOR)
GHOR bevordert de veiligheid van de burgers in de regio. Tot de taken van GHOR behoort het coördineren van de geneeskundige hulpverlening bij rampen en crises en het regisseren van de voorbereidingen hierop. Dit houdt onder meer in dat de GHOR afspraken met zorginstellingen maakt over hun rol in het proces en dat zij oefeningen met dit proces coördineren en evalueren. De GHOR-crisisorganisatie van GGD Kennemerland bestaat uit circa 50 medewerkers die in geval van een crisis en/of ramp worden ingezet. De coördinatie van geneeskundige hulp aan vluchtelingen is een taak van de Directeur Publieke Gezondheidszorg Asielzoekers, die in Kennemerland ook leiding geeft aan GHOR.
GGD jaarverslag 20151010 GGD jaarverslag 2015
Interview Marjolein Somers, contactpersoon PGA
Soepel in De KoepelTien jaar lang leidde de GGD-functie Publieke Gezondheidszorg Asielzoekers (PGA) in Kennemerland een wat slapend bestaan. En toen kwam de stormachtige herfst van 2015. De herfst van de vluchtelingen.
Duizenden mensen met lege ogen en
verfomfaaide weekendtassen, op boten,
treinen, bussen en te voet. Uit Syrië,
Afghanistan, Irak, Eritrea, sommigen al
maanden onderweg. Een groep van 330
vluchtelingen moest in Haarlem snel
onder dak worden gebracht. Konden
ze misschien in de leegstaande koepel-
gevangenis?
Marjolein Somers, clustermanager
Crisisondersteuning & Opleiding, hoofd
GHOR, en als contactpersoon PGA
verantwoordelijk voor de organisatie
van de publieke gezondheidszorg aan
vluchtelingen, had de vraag natuurlijk
wel aan zien komen. ‘Na dat eerste
telefoontje zijn we heel snel in overleg
gegaan,’ vertelt ze, ‘met het COA, de
gemeente, de brandweer en andere
partijen in de veiligheidsregio. Onze
aarzeling over De Koepel was groot.
Het is een gevangenis, mensen slapen
in cellen, ze zijn al getraumatiseerd…
we wisten het niet. Maar bij gebrek aan
alternatieven moest het haast wel.’
De warmte van de stadNu, een maand of negen later, kijkt ze te-
rug met opluchting en trots. ‘Alles is heel
goed gegaan. En dat is vooral te danken
aan de inzet van vrijwilligers en buurtbe-
woners. Zij hebben niet alleen geholpen
met de inrichting en de verstrekking van
spullen, maar zijn onder de naam Hotel
de Koepel ook meteen van alles gaan
organiseren zodat mensen zich opge-
nomen zouden voelen: koken, tuinieren,
taalles, sport, muziek, inbreng van kleding.
Echt geweldig. Er is in de landelijke media
weinig aandacht voor geweest en dat is
jammer, want het was en is prachtig om
mee te maken. Een ongunstige locatie en
heftige ellende, gecompenseerd door de
warmte van de stad.’
De Koepel draait nog altijd soepel, een
tweede lichting bewoners heeft zich in-
middels geïnstalleerd. Na het huzarenstuk
aldaar zijn er in de regio Kennemerland
ook crisisnoodopvang locaties ingericht in
de Expohal in Vijfhuizen (250 personen),
de Korversporthal in Zandvoort
(150 personen) en sportcomplex
De Waterakkers in Heemskerk (150
personen). Ook dat ging zonder
noemenswaardige problemen. Deze
locaties zijn nu weer leeg.
Tandenborstels
De GGD heeft vijf taken als het gaat om
publieke gezondheidszorg aan asielzoe-
kers: coördinatie van het zorgnetwerk,
zo nodig jeugdgezondheidszorg, tbc-
controle, infectieziektebestrijding en tech-
nische hygiënezorg. Een hoop werk in
enkele dagen tijd. ‘Het eerste wat ik heb
gedaan,’ zegt Marjolein Somers, ‘was mijn
zorgnetwerk inschakelen en informatie
verzamelen. Met name de huisartsenzorg
is van groot belang. Daarna moest ik
‘Het is een gevangenis, mensen slapen in cellen, ze zijn al
getraumatiseerd… we wisten het niet.’
‘Als mensen binnenkomen, moeten
we weten: zijn ze al gescreend of nog niet, zijn ze geregistreerd, wat is nodig, wat is
al gedaan?’
11 GGD jaarverslag 2015
Opvang in De Koepel
Sinds 17 september 2015 is De Koepel tijdelijk in gebruik voor de noodopvang van vluchtelingen. Begin april 2016 is
De Koepel omgevormd tot een procesopvanglocatie (pol). Hierdoor verhuist een bewoner niet steeds naar een andere
locatie als de asielprocedure een volgende fase bereikt. Bewoners kunnen in De Koepel hun asielprocedure afwachten.
Afgesproken is om de opvang te behouden zolang als dat nodig is, maar niet langer dan begin 2017 wanneer de
herontwikkeling van De Koepel start.
Meer info: www.haarlem.nl/opvang-vluchtelingenEn: www.facebook.com/activiteitenkoepelhaarlem
mijn achterban en collega’s in positie
krijgen en bespreken: hoe gaan we het
doen? Denk aan tbc, datgene waar we
het meest beducht voor zijn. Als mensen
binnenkomen, moeten we weten: zijn ze
al gescreend of nog niet, zijn ze geregi-
streerd, wat is nodig, wat is al gedaan? Er
moet informatie komen, mensen moeten
instructies krijgen, enzovoort.’
‘Jeugdgezondheidszorg hoefde niet,
omdat er geen kinderen in de Koepel
waren. Enkele gevallen van scabiës
bleken er wel, dus daar moesten we
maatregelen voor nemen. En technische
hygiënezorg, dat blijft belangrijk. Dat
gaat over sanitair, waar laat je de vuile
was, hoe heet wordt die gewassen,
hoe wordt het voedsel bereid en
verstrekt, hoe wordt het afval verwerkt,
is er ongedierte? Je moet rekening
houden met verschillende culturen en
gewoonten. Syriërs gooien hun wc-papier
bijvoorbeeld niet in de wc maar in de
afvalemmer. Die emmer moet dus naast
de wc staan.’
Marjolein Somers is zelf gepokt en gema-
zeld in de preventieve gezondheidszorg
en opvang van asielzoekers in conflict-
gebieden. ‘Het zijn soms heel kleine prak-
tische dingen waar je op moet letten,’
weet zij. ‘In de crisisnoodopvang hebben
mensen bijvoorbeeld ook toiletartikelen
nodig. Die komen niet uit de lucht vallen.
Een beeld dat ik nog heb, is dat iemand
tandenborstels en shampoo is gaan halen
bij de supermarkt. Het had iets gerust-
stellends, dat dagelijkse van boodschap-
pen regelen in die hele hectiek.’
Eerlijke communicatieMarjolein is trots op de samenwerking
met het COA en alle partijen in de
veiligheidsregio, die in zo’n korte tijd de
opvang in De Koepel en de crisisnood-
opvanglocaties voor elkaar gekregen
hebben. Het kan ook moeilijker gaan, zo
bleek in Bloemendaal, waar bewoners
zich eerst wat overvallen voelden door
de aangekondigde opvang voor status-
houders. De GGD heeft de gemeente
goed kunnen ondersteunen bij de
informatievoorziening. In mei 2016 is de
opvang gerealiseerd. ‘Eerlijke en duidelijke
communicatie vanuit de gemeente is
wel een eerste eis,’ vindt Marjolein. ‘De
gemeente mag begrip en betrokkenheid
tonen, maar moet vooral ook met feiten
en betrouwbare informatie komen. Als
je mensen gewoon vertelt wat er aan
de hand is, hebben ze er uiteindelijk vaak
minder problemen mee.’
‘Jeugdgezondheidszorg hoefde niet, omdat er geen kinderen in de
Koepel waren. Enkele gevallen van scabiës bleken er wel, dus daar moesten we maatregelen voor
nemen’
12 GGD jaarverslag 2015
JGZ
Jeugdgezondheidszorg is er in Haarlemmermeer voor alle jeugdigen van 0-19 jaar en hun ouders/verzorgers, en voor jeugdigen van 4-19 jaar in de andere gemeenten binnen de regio. JGZ bewaakt en beschermt de gezondheid van de jeugd en bevordert een gezonde groei en ontwikkeling. Baby’s en peuters worden uitgenodigd op het consultatiebureau. Het onderzoek van de schoolgaande jeugd vindt plaats op school of op een locatie van de GGD. Los van de vaste contactmomenten kunnen ouders en jeugdigen met vragen over de lichamelijke of psychosociale gezondheid ook zelf een onderzoek aanvragen. Sinds 2015 is er behalve in de 2e klas van het voortgezet onderwijs ook in de 4e klas een jongerencontact, waarbij wordt gelet op leefstijl en sociaal-emotionele ontwikkeling.
GGD jaarverslag 20151313 GGD jaarverslag 2015
14 GGD jaarverslag 2015
Diny Bakker, Lida Samson en Annemieke van der Meer over jongerencontact 15/16-jarigen
Waar je alert op moet zijn: jongeren die helemaal niet pratenNu kinderziektes en medische problemen onder de Nederlandse jeugd in beeld en onder controle zijn, verschuift het accent van de jeugdgezondheidszorg naar sociaal emotioneel welzijn. Het in 2015 ingevoerde jongerencontact blijkt geen overbodige luxe.
Over het puberbrein zijn al boeken vol
geschreven. Die 15/16-jarigen! Buiten-
aardse wezens lijken het voor ouders
soms, de genetisch verwante huisgenoten
die eenlettergrepige klanken uitstotend
urenlang de bank bezetten om zich
daarna met duistere bezigheden te ver-
schansen in afgesloten privévertrekken
van zeer bedenkelijke properheid, een
spoor van lege verpakkingen achterla-
tend. Onuitstaanbaar!
Maar kunnen ze er iets aan doen? Niet
altijd. Vaak weten jongeren net zomin
raad met zichzelf als dat hun ouders
hen begrijpen, in die jaren dat het hoofd
de groeistuipen van het lichaam amper
bijhoudt. Alles verandert, ze hebben er
nauwelijks controle over, wat moeten
ze doen? Een goeie vraag. Om zicht
te houden op de leefstijl en sociaal
emotionele ontwikkeling van jongeren in
deze broeierige leeftijd heeft de Jeugdge-
zondheidszorg (JGZ) naast het contact in
het 2e jaar van het voortgezet onderwijs
landelijk een extra jongerencontact in de
4e klas ingevoerd.
Check het evenDiny Bakker, teammanager JGZ district
Midden en Lida Samson, projectleider
voor de invoering van het jongerencon-
tact, zijn er heel gelukkig mee. ‘Met vijf-
‘Alles verandert, ze hebben er nauwelijks
controle over, wat moeten ze doen?’
entachtig procent van de jongeren gaat
het goed,’ zegt Diny. ‘En dat moeten we
vooral bevestigen, ook naar de jongeren
toe. Maar die vijftien procent waar iets
mee is, willen we wel graag signaleren en
als het kan bijsturen. Soms lukt dat al met
een paar goede gesprekken, in enkele
gevallen is meer nodig. Waar het om gaat,
is dat we ze in beeld hebben. En dat zij
weten dat wij er zijn!’
De JGZ startte ruim voor 2015 al met
Gezond leven? Check het even! Een di-
gitale GGD-toolbox ontwikkeld door de
collega’s van de GGD Arnhem. Hart van
de toolbox vormt een vragenlijst over
gezondheid en leefstijl: sport, voeding,
slapen, genotmiddelen, gamen, relaties,
seks, enzovoort. Voorafgaand aan het
invullen wordt klassikaal een filmpje
vertoond.
Jeugdverpleegkundigen van JGZ bekijken
de resultaten van de vragenlijsten en
gaan er met de jongeren over in gesprek.
De GGD Kennemerland heeft ervoor
gekozen om dit met álle jongeren van
de deelnemende scholen te doen. Indien
gewenst volgt een tweede gesprek.
Ook is er soms nog even persoonlijk
contact via WhatsApp. Met elke school
wordt na afloop besproken wat de aan-
dachtsgebieden per klas zijn, en worden
mogelijke interventies voorgelegd. Denk
bijvoorbeeld aan een rookvrij schoolplein,
een theaterprogramma over seksualiteit
en relaties of een laagdrempelig spreek-
uur op school van verslavingsexpert de
Brijder.’
ChatLida Samson: ‘Liefst hebben wij dat scho-
len aan de slag gaan met het programma
De Gezonde School, een integrale
aanpak op thema’s als gezonde voeding,
bewegen, seksualiteit, genotmiddelen
en een sociaal veilig klimaat op scholen.
Maar wij kunnen hen niet dwingen. Ook
(nog) niet alle scholen doen mee met
het extra jongerencontact. Het vraagt
logistiek nogal wat. Er moet tijd worden
gemaakt voor de vragen, de gesprekken
en het overleg, er moet een ruimte zijn
voor de jeugdverpleegkundige... niet
overal kan dat direct.
‘Het aanbod is nog in ontwikkeling,’
zegt Diny. ‘We willen graag flexibeler
worden in de inzet van digitale middelen.
Er is bijvoorbeeld al een chatfunctie op
www.jouwggd.nl waar ontzettend veel
gebruik van wordt gemaakt. Die willen
we op ruimere tijden aan gaan bieden, en
met meer medewerkers.’
Anonimiteit en laagdrempeligheid zijn
belangrijk, zo blijkt wel uit de gretigheid
waarmee jongeren chatten. Werkelijk alle
soorten kwesties komen voorbij. Maar
het aanvaarden van individuele hulp is
een ander verhaal. ‘Jongeren laten zich
heel moeilijk verwijzen. Ze denken dat
ze het zelf wel op kunnen lossen en wil-
len niet opvallen met hun problemen.’
‘Met vijfentachtig procent van de
jongeren gaat het goed en dat moeten we
vooral bevestigen, ook naar de jongeren toe.
Maar die vijftien procent waar iets mee is, willen we wel graag signaleren en als het kan bijsturen.’
‘We willen graag flexibeler worden in de inzet van digitale
middelen. Er is bijvoorbeeld al een
chatfunctie op Jouwggd.nl waar
ontzettend veel gebruik van wordt gemaakt. ’
15 GGD jaarverslag 2015
Wat houdt jongeren bezig?
Annemieke van der Meer is een van de jeugdverpleegkundigen die de gesprekken op scholen voert. Wat haar het
meest opvalt, is dat veel jongeren zo graag praten. ‘Soms staan er derdeklassers voor mijn deur te wachten, die me nog
kennen van het contact in de tweede klas. “We hoorden dat je er was,” zeggen ze dan. “We willen ook wel een gesprekje.”
‘Vragen van jongeren gaan overal over,’ zegt Annemieke: ‘van ruzie met vrienden, strijd met ouders en gedoe met
leerkrachten tot uitgaan, blowen, drank en natuurlijk seks. Het zal per wijk en gebied verschillen. Soms lijkt het bijna
gelegitimeerd voor 14 jarigen om te drinken. Ik vind dat wel erg, ja. Ik doe dan erg mijn best om hen op de risico’s te
wijzen, bijvoorbeeld voor de ontwikkeling van de hersenen.’
‘Wat drugsgebruik betreft weet ik niet of ze mij alles vertellen. Ze praten misschien makkelijker over dat waar ze zelf niets
aan kunnen doen. Veel kinderen zitten in de klem over situaties thuis, echtscheidingsperikelen. Ook eenzaamheid en
ontevredenheid met het uiterlijk zie ik veel.’
Net als Lida merkt Annemieke dat doorverwijzen lastig is. ‘In plaats van aan te dringen investeer ik in zulke gevallen liever
in het contact. Heb je hun vertrouwen eenmaal gewonnen, dan lukt het soms alsnog. Als het om vertrouwelijkheid en
geheimhouding gaat: bij heel schokkende dingen – denk aan huiselijk geweld, misbruik, verslaving, criminaliteit, of andere
onveilige situaties – zijn wij genoodzaakt stappen te nemen en met de informatie naar buiten te komen. Dat zeggen we ook
van tevoren. Als het even kan, gaan we in gesprek met de ouders. Lukt dit echt niet, dan schakelen we de Jeugdzorg in.’
‘Veel problemen,’ heeft Annemieke geconcludeerd, ‘zijn een gevolg van niet of niet genoeg gezien of gehoord worden. In het
ergste geval kunnen die problemen ontaarden in suïcidale gedachten. Dat komt voor, helaas. Bij suïcidale gedachten grijpen wij
zeker in. Waar je alert op moet zijn: jongeren die helemaal niet praten. Want stel je voor hoe erg iets moet zijn, als je er geen
woord over durft te zeggen. Wat we merken als het dan tóch gebeurt, is dat het delen van een probleem soms al het inzicht
voor een oplossing geeft. Heel mooi dat JGZ daar een bijdrage aan kan leveren.’
16 GGD jaarverslag 2015
Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ)
Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) is er voor mensen die zorg nodig hebben vanwege verward gedrag, vervuiling en/of overlast, maar deze zorg uit de weg gaan. Deze mensen worden ook wel zorgwekkende zorgmijders genoemd. Vaak is er bij hen sprake van een opstapeling van problemen. Door outreachend en in samenwerking met partners te werken, probeert OGGZ de situatie van deze mensen te verbeteren. Onder OGGZ valt in onze regio de Brede Centrale Toegang, het meldpunt Zorg & Overlast, het verpleegkundigen spreekuur voor dak- en thuislozen Damiate, en Hygiënisch Woningtoezicht, dat in actie komt wanneer een woning zo vol staat met spullen, of zo vervuild is, dat er overlast en/of gevaar ontstaat voor de omgeving.
GGD jaarverslag 20151717 GGD jaarverslag 2015
Interview Heleen Baltus, inspecteur Hygiënisch Woningtoezicht
Daar heb je Bol en Baltus!Vaste cliënten – zorgmijders met eigen ideeën over opgeruimd en schoon – kennen hen zo onderhand, Heleen Baltus en Eric Bol. Als dit duo komt, weet je wel hoe laat het is. Zware vervuiling van woning of erf.
‘Ik heb geleerd die mensen te begrijpen,’
zegt Heleen Baltus. “Joh,” zeiden we
vroeger vaak. “Laat ons je nou gewoon
helpen, dan maken we het hier weer
schoon en gezellig.” “Maar wat voor jou
gezellig is,” heeft toen eens iemand tegen
mij gezegd, “dat is voor mij onveilig. Hoe
meer ruimte om mij heen, hoe bedrei-
gender het wordt.” De rotzooi die hij
verzameld had, dat was zijn houvast.’
Heleen Baltus is inspecteur Hygiënisch
Woningtoezicht. Ze doet het werk al
tien jaar, altijd met haar vaste collega Eric
Bol. Meldingen komen binnen via het
meldpunt Zorg & Overlast op de GGD-
website, van buren of familie, via zorg-
verleners, de woningcorporatie, politie,
brandweer of het maatschappelijk werk
van een ziekenhuis waar mensen worden
opgenomen. ‘In het laatste geval gaat het
vaak om nieuwe klanten,’ zegt Heleen.
‘Ze krijgen gezondheidsproblemen of
een ongelukje, en dan blijkt pas dat het
al langer niet meer gaat. Die mensen zijn
meestal opgelucht als wij in beeld komen.
Eindelijk iemand die naar ze omkijkt.’
Stapeling van problemen‘Voor we komen sturen we een brief,’
licht Heleen toe, ‘met een datum. We wil-
len mensen niet overvallen. Het gaat ons
ook niet om een esthetisch of moreel
oordeel, maar om veiligheid. Afval moet
uit de huizen, anders krijg je stankoverlast
en beesten. En er mogen nooit zoveel
spullen staan dat de hulpverlening, zoals
ambulance en brandweer, er niet meer
bij kan. Spullen anders dan afval verwijde-
ren of laten verwijderen mag alleen met
bestuursdwang. Die spullen gaan dan 13
weken in opslag. Soms vindt de eigenaar
een oplossing, vaak worden ze alsnog
vernietigd.’
‘Laat ons je nou gewoon helpen, dan
maken we het hier weer schoon en gezellig. ’
‘Die spullen gaan dan 13 weken in opslag.
Soms vindt de eigenaar een oplossing, vaak worden ze alsnog
vernietigd.’
18 GGD jaarverslag 2015
Personen met verward gedrag
Als het gaat om personen met verward gedrag – vaak zorgmijder die overlast en/of een veiligheidsprobleem in buurt en
omgeving veroorzaken (maar niet noodzakelijk door vervuiling) - zag Kennemerland in 2015 wel een opvallende stijging,
vooral in Haarlem. De politie heeft aan deze personen en overlast gevende incidenten veel werk, wat ten koste gaat van
primaire taken, zo heeft ook het Rijk erkend.
De ministeries van Veiligheid en Justitie, Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
(VNG) hebben daarom de lokale overheden gevraagd een sluitende aanpak te ontwerpen van zorg en ondersteuning rond
deze personen. De aanpak, waarover in de zomer van 2016 besloten moet worden, omvat het voorzien in vroegtijdige
signalering, passende zorg, voldoende opvang en het vervoer van personen die verward gedrag vertonen.
‘Vervuiling komt in alle lagen van de
bevolking voor,’ benadrukt Heleen. ‘In
Haarlem, maar net zo goed in Heemstede,
waar mensen soms in enorme huizen
wonen waarvan ze het onderhoud niet
meer op kunnen brengen. Vaak gaat het
om een stapeling van problemen. Baan
kwijt, schulden, verslaving, relatiecrises.
We proberen mensen altijd in zorg te
krijgen bij onze collega’s. Verzamelaars zijn
wat dat betreft het meest problematisch.
Zij willen geen bemoeienis van anderen
en mijden elke vorm van zorg. Bij hen
komen we dan een paar keer per jaar
kijken hoe het gaat. “O, daar heb je Bol
en Baltus weer,” hoor je weleens. Je moet
soms wel lachen, omdat zelfs crisis een
soort routine wordt. Maar het blijft triest,
als je ziet hoe mensen leven.’
OuderenOpvallend genoeg is het aantal nieuwe
meldingen al 25 jaar ongeveer hetzelfde,
constateert Heleen, zo rond 120 per jaar.
‘Alleen de samenstelling verandert. We
zien nu meer dan vroeger vereenzaamde
ouderen. Vaak mannen die altijd bij hun
ouders zijn blijven wonen, van wie de
ouders op een dag allebei dood zijn. Ja,
dat gebeurt. Uiteindelijk moet iedereen
leren om voor zichzelf te zorgen.’
‘Vaak gaat het om een stapeling van
problemen. Baan kwijt, schulden, verslaving,
relatiecrises.’
19 GGD jaarverslag 2015
Infectieziekten
De afdeling Infectieziektebestrijding houdt zich bezig met het opsporen, bestrijden en voorkómen van infectieziekten, dit zijn ziekten veroorzaakt door bacteriën, virussen, parasieten en schimmels. Bij melding van een infectieziekte wordt indien nodig een bron- en contactonderzoek uitgevoerd. Artsen en verpleegkundigen proberen hierbij te achterhalen waar de besmetting is opgelopen en wie er mogelijk nog meer besmet is. Zij nemen vervolgens maatregelen om verdere besmetting tegen te gaan. Ook het beantwoorden van vragen van burgers behoort tot de taken, en het coördineren van overleggen in het zorgnetwerk, vaak naar aanleiding van of ter voorbereiding op uitbraken.
GGD jaarverslag 20152020 GGD jaarverslag 2015
Interview Jeanette Ros, arts Infectieziektebestrijding
Altijd de zorg: zijn we voldoende voorbereid?Ebola, multiresistente bacteriën, vluchtelingen en het dag en nacht koortsachtig bedrijvige Schiphol… ook 2015 was voor de afdeling Infectieziekte weer enerverend. Om niet te zeggen: jachtig.
‘Als het even kon,’ biecht arts Infectieziek-
tebestrijding Jeanette Ros meteen maar
op, ‘zouden we liever meer proactief wil-
len werken. Problemen vóór zijn, in plaats
van erop te reageren, waar ons werk in
praktijk toch wel vaak op neerkomt. Maar
het hoort erbij,’ erkent ze ook, ‘zeker in
een regio als Kennemerland.’ Een bekend
gegeven: het gebied geldt met Schiphol,
IJmuiden en het drukke verkeer over
weg, water en spoor als een van Europa’s
belangrijkste toegangspoorten voor
(nieuwe) virussen, bacteriën en andere
onwelkome importproducten. Het blijft
spannend.
SchipholWat Schiphol betreft was een van de
hoogtepunten in 2015 het internationale
congres CAPSCA/Europe, dat in maart
op de luchthaven gehouden werd, met
een prominente rol in de organisatie
voor de GGD. Luchtvaartspecialisten en
public health-mensen uit 42 verschillende
landen spraken, voor de vierde keer,
over maatregelen om overdracht van
infectieziekten via het vliegverkeer terug
te dringen.
‘Het leukste aan zulke bijeenkomsten,’
vindt Jeanette, ‘is vooral om tussen de
presentaties door vakgenoten uit het
buitenland te spreken. Hoe doen jullie
dit, hoe werkt bij jullie dat? Dat kan heel
leerzaam zijn, ook voor het toetsen van
je eigen beleid. Zo sprak ik een Engelse
arts over screening van reizigers naar het
buitenland. Engeland heeft in tegenstelling
tot Nederland besloten standaard een
entryscreening uit te voeren. Een enorme
operatie, maar tot nu toe zijn nog geen
zieke mensen geïdentificeerd. Zoiets
sterkt je dan wel in je overtuiging.’
MRSAKerntaken van de afdeling Infectieziekte-
bestrijding zijn het beantwoorden van
vragen van burgers, het uitvoeren van
bron- en contactonderzoek na meldingen
en het participeren in projecten. Bij
projecten gaat het vaak om de coör-
dinatie van afspraken naar aanleiding
van of ter voorbereiding op uitbraken,
waarin de GGD vanuit haar functie voor
de publieke gezondheidszorg graag het
voortouw neemt.
Persoonlijk is Jeanette in 2015 intensief
bezig geweest met de coördinatie van
maatregelen tegen MRSA, waarvan een
kleine uitbraak een woonzorgcentrum in
de regio heeft opgeschrikt. Het gevaar
van deze huidbacterie is dat hij onge-
voelig is voor de meeste antibiotica en
dat mensen hem bij zich kunnen hebben
zonder ziek te worden. Bestrijding vereist
daarom vérgaande zorgvuldigheid in
‘Het leukste aan zulke bijeenkomsten is vooral om tussen de presentaties door vakgenoten uit het
buitenland te spreken.’
21 GGD jaarverslag 2015
ziekenhuizen en zorgcentra, als het gaat
om screening en contactonderzoek, maar
ook wat betreft isolatie van patiënten en
dragers, gebruik van beschermingsmid-
delen zoals handschoenen en mond-
neuskapjes, speciale reiniging van sanitair,
enzovoort. Jeanette stond er bovenop
dit keer. Ze was onder de indruk. ‘Je kent
de theorie natuurlijk, en je weet wat er
moet gebeuren, maar als je in praktijk ziet
wat dit inhoudt… dat is toch een ander
verhaal. Vooral het moeten vermijden
van lijfelijk contact met patiënten heeft
een geweldige impact. Mensen werden er
bijna schichtig van.’
EbolaEen andere ziektebron die in 2015 zelfs
zonder acuut gevaar veel aandacht vroeg
was ebola, het virus dat het jaar daarvoor
tienduizenden dodelijke slachtoffers in
vooral West Afrika heeft geëist. ‘We heb-
ben veel overleg gehad met een heleboel
partners uit de zorg en de luchtvaart-
wereld,’ zegt Jeanette, ‘veel geoefend en
ons afgevraagd: zijn we goed voorbereid,
wat zou nog kunnen ontbreken? Uitein-
delijk bleef onze inschatting dat het risico
van ebola in Europa klein is.’
Protocol en coördinatieProtocollen bewijzen keer op keer hun
nut. Toch zal er nooit één protocol zijn
dat generiek kan worden ingezet, geeft
Jeanette aan. Elke infectie verlangt speci-
fieke acties. Denk aan MERS, het Middle
East Respiratory Syndrom, waarmee
mensen besmet kunnen raken door
contact met dromedarissen en, via de
lucht, met besmette mensen. De jaarlijkse
bedevaartstocht van Nederlandse mos-
lims naar Mekka is een enorm potentieel
risico, ook omdat klachten – ademha-
lingsproblemen – pas later naar voren
komen en zich niet makkelijk laten her-
leiden. ‘Waar de infectieziektebestrijding
zich hierbij vooral op richt, is informatie,’
zegt Jeanette. ‘Aan burgers, huisartsen
en behandelaars, en via het RIVM aan
beroepsverenigingen en reisorganisaties.’
Het is belangrijk dat iedereen dezelfde
informatie krijgt en geeft, maar dat gaat
niet vanzelf, merkt de afdeling, daarin is
constant overleg en coördinatie vereist.
Soms geldt dit ook voor de te volgen
route bij behandeling. Zoals bij scabiës,
waarvan in 2015 enkele gevallen zijn
vastgesteld in een woongroep voor
mensen met een verstandelijke beper-
king. ‘Een logistieke puzzel, omdat we
naast de behandeling van de mensen dit
keer ook alle kleding, meubilair en ruim-
tes moesten schoonmaken. Dat moet in
één keer goed gebeuren, anders heeft
het geen zin.’
Het komende jaar zal naar verwachting
opnieuw veel aandacht gaan naar
vluchtelingen, antibioticaresistentie en
internationaal beleid rond nieuwe
infecties zoals het zika-virus. Arts
Infectieziektebestrijding Jeanette Ros en
haar collega’s zijn zich bewust van de
grote verantwoordelijkheid die op hen
rust. ‘Er is altijd de zorg: zijn we voldoende
voorbereid, zien we niets over het hoofd,
wat kunnen nieuwe gevaren zijn?
Virussen, bacteriën en schimmels laten
zich niet dresseren, ze zoeken altijd
wegen die wij nog niet kennen.’
Papagaaienziekte
Een opvallende uitbraak vond plaats aan het einde van de zomer, toen verschillende vrijwilligers van het Vogelhospitaal in
Haarlem griepachtige klachten ontwikkelden. De GGD nam contact op met de vrijwilligers en heeft in overleg met hun
behandelaars laboratoriumonderzoek ingezet, waarna bij vier van hen de diagnose psittacose ofwel papagaaienziekte is gesteld.
Direct hierna is de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) ingeschakeld en is het Vogelhospitaal gesloten zodat
adequate reinigingsmaatregelen genomen konden worden. Na korte tijd functioneerde de vogelopvang weer normaal. Men is
nu extra alert op hygiëne en goede ventilatie.
‘We hebben veel overleg gehad met
een heleboel partners uit de zorg en de luchtvaartwereld veel geoefend en
ons afgevraagd: zijn we goed voorbereid, wat zou nog kunnen
ontbreken?’
22 GGD jaarverslag 2015
GGD jaarverslag 201523
2015 in cijfers
4.244CONSULTEN OP
DE SOA-POLI523INSPECTIES VAN
KINDEROPVANG-LOCATIES
14.304ADVIEZEN AAN
REIZIGERS
181NIEUWE DOSSIERS
MEDISCHE MILIEUKUNDE135INSPECTIES SHIP
SANITATION
854NIEUWE MELDINGEN
LOKET BREDE CENTRALE TOEGANG
116NIEUWE MELDINGEN HYGIENISCH WONEN
16.000AMBULANCERITTEN
64.184CONTACTMOMENTEN MET JEUGDGEZOND-
HEIDSZORG
GGD jaarverslag 201524
ColofonUitgaveGGD Kennemerland, juni 2016
TekstYvonne van Osch
BeeldmateriaalGGD Kennemerland
Shutterstock
VormgevingSixtyseven Communicatie BV