Gezondheid en sociale zekerheid - What Europe does for me · In haar voorstel voor het meerjarig...

14
BRIEFING EU-beleid – Resultaten boeken voor de burgers EPRS | Onderzoeksdienst van het Europees Parlement Auteurs: Nicole Scholz en Monika Kiss, met Alina Dobreva Onderzoeksdienst voor de leden PE 630.272 — juni 2019 NL Gezondheid en sociale zekerheid SAMENVATTING Hoewel de verantwoordelijkheid voor gezondheid en sociale zekerheid in de eerste plaats bij de regeringen van de afzonderlijke lidstaten van de Europese Unie (EU) ligt, vult de EU het nationale beleid aan, met name wanneer dit een grensoverschrijdende dimensie heeft. Volgens een recente opiniepeiling in opdracht van het Europees Parlement heeft meer dan twee derde van de EU-burgers zijn of haar steun uitgesproken voor meer EU-maatregelen op het gebied van gezondheid en sociale zekerheid. Het gezondheidsbeleid van de EU is gericht op bevordering van een goede gezondheid, bescherming van burgers tegen bedreigingen van de gezondheid en ondersteuning van dynamische zorgstelsels. Het beleid wordt voornamelijk uitgevoerd via EU-actieprogramma's; momenteel is dat het derde gezondheidsprogramma (2014-2020). Uitdagingen zijn onder meer de vergrijzing met de bijbehorende gezondheidsbehoeften, en het terugdringen van te voorkomen chronische ziekten. Sinds 2014 zijn stappen gezet op een aantal gebieden, waaronder antimicrobiële resistentie, obesitas bij kinderen, zorgstelsels, medische hulpmiddelen en vaccinatie. EU-maatregelen op het gebied van socialezekerheidskwesties in de EU hangen nauw samen met de uitvoering van de zogeheten Europese pijler van sociale rechten, en met ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. De EU helpt de sociale cohesie te bevorderen en streeft naar gelijkheid en solidariteit door middel van adequate, toegankelijke en financieel duurzame socialebeschermingsstelsels en maatregelen voor sociale integratie. De EU-uitgaven voor sociale zekerheid zijn gebonden aan arbeidsmarktmaatregelen. Er is vooruitgang zichtbaar op het gebied van balans tussen werk en privéleven en gelijke kansen, maar er valt nog meer te doen. In de toekomst zullen socialebeschermingsstelsels verder moeten worden aangepast aan de nieuwe realiteit op de arbeidsmarkt (minder banen in de industrie, atypische contracten, "platformwerk" enz.). In haar voorstel voor het meerjarig financieel kader 2021-2027 is de Europese Commissie van plan de financiering te verhogen om de werkgelegenheidskansen van werknemers te verbeteren en de sociale cohesie te versterken via een uitgebreid "Europees Sociaal Fonds Plus". Het fonds zou ook financiering opnemen voor het zelfstandige gezondheidsprogramma, met het doel om synergieën tot stand te brengen met de andere bouwstenen van de Europese pijler van sociale rechten: gelijke kansen en toegang tot de arbeidsmarkt, billijke arbeidsvoorwaarden, en sociale bescherming en inclusie. Dit is een update van een vorige briefing, die in de aanloop naar de Europese verkiezingen van 2019 is verschenen. In deze briefing Stand van zaken Verwachtingen van de burgers ten aanzien van de betrokkenheid van de EU EU-kader Resultaten van de zittingsperiode 2014-2019 Toekomstige mogelijkheden

Transcript of Gezondheid en sociale zekerheid - What Europe does for me · In haar voorstel voor het meerjarig...

Page 1: Gezondheid en sociale zekerheid - What Europe does for me · In haar voorstel voor het meerjarig financieel kader 2021-2027 is de Europese Commissie van plan de financiering te verhogen

BRIEFING EU-beleid – Resultaten boeken voor de burgers

EPRS | Onderzoeksdienst van het Europees Parlement Auteurs: Nicole Scholz en Monika Kiss, met Alina Dobreva

Onderzoeksdienst voor de leden PE 630.272 — juni 2019 NL

Gezondheid en sociale zekerheid SAMENVATTING Hoewel de verantwoordelijkheid voor gezondheid en sociale zekerheid in de eerste plaats bij de regeringen van de afzonderlijke lidstaten van de Europese Unie (EU) ligt, vult de EU het nationale beleid aan, met name wanneer dit een grensoverschrijdende dimensie heeft. Volgens een recente opiniepeiling in opdracht van het Europees Parlement heeft meer dan twee derde van de EU-burgers zijn of haar steun uitgesproken voor meer EU-maatregelen op het gebied van gezondheid en sociale zekerheid. Het gezondheidsbeleid van de EU is gericht op bevordering van een goede gezondheid, bescherming van burgers tegen bedreigingen van de gezondheid en ondersteuning van dynamische zorgstelsels. Het beleid wordt voornamelijk uitgevoerd via EU-actieprogramma's; momenteel is dat het derde gezondheidsprogramma (2014-2020). Uitdagingen zijn onder meer de vergrijzing met de bijbehorende gezondheidsbehoeften, en het terugdringen van te voorkomen chronische ziekten. Sinds 2014 zijn stappen gezet op een aantal gebieden, waaronder antimicrobiële resistentie, obesitas bij kinderen, zorgstelsels, medische hulpmiddelen en vaccinatie. EU-maatregelen op het gebied van socialezekerheidskwesties in de EU hangen nauw samen met de uitvoering van de zogeheten Europese pijler van sociale rechten, en met ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. De EU helpt de sociale cohesie te bevorderen en streeft naar gelijkheid en solidariteit door middel van adequate, toegankelijke en financieel duurzame socialebeschermingsstelsels en maatregelen voor sociale integratie. De EU-uitgaven voor sociale zekerheid zijn gebonden aan arbeidsmarktmaatregelen. Er is vooruitgang zichtbaar op het gebied van balans tussen werk en privéleven en gelijke kansen, maar er valt nog meer te doen. In de toekomst zullen socialebeschermingsstelsels verder moeten worden aangepast aan de nieuwe realiteit op de arbeidsmarkt (minder banen in de industrie, atypische contracten, "platformwerk" enz.). In haar voorstel voor het meerjarig financieel kader 2021-2027 is de Europese Commissie van plan de financiering te verhogen om de werkgelegenheidskansen van werknemers te verbeteren en de sociale cohesie te versterken via een uitgebreid "Europees Sociaal Fonds Plus". Het fonds zou ook financiering opnemen voor het zelfstandige gezondheidsprogramma, met het doel om synergieën tot stand te brengen met de andere bouwstenen van de Europese pijler van sociale rechten: gelijke kansen en toegang tot de arbeidsmarkt, billijke arbeidsvoorwaarden, en sociale bescherming en inclusie. Dit is een update van een vorige briefing, die in de aanloop naar de Europese verkiezingen van 2019 is verschenen.

In deze briefing

Stand van zaken Verwachtingen van de burgers ten aanzien

van de betrokkenheid van de EU EU-kader Resultaten van de zittingsperiode 2014-2019 Toekomstige mogelijkheden

Page 2: Gezondheid en sociale zekerheid - What Europe does for me · In haar voorstel voor het meerjarig financieel kader 2021-2027 is de Europese Commissie van plan de financiering te verhogen

EPRS | Onderzoeksdienst van het Europees Parlement

2

Stand van zaken De EU besteedt veel aandacht aan de gevolgen van al haar beleid voor de volksgezondheid en sociale zekerheid. Het doel is de bevordering van gelijke toegang voor iedereen tot kwalitatief hoogwaardige, betaalbare gezondheidszorg en sociale diensten, tegen een achtergrond van veranderende structuren in de samenleving en de noodzaak om in te spelen op evoluerende behoeften.

De belangrijkste rol van de EU op het gebied van gezondheids- en sociaal beleid bestaat erin de activiteiten van de lidstaten te ondersteunen, hen te helpen gezamenlijke doelen te bereiken en samenwerking tussen landen aan te moedigen. De EU vergemakkelijkt de coördinatie en genereert schaalvoordelen door middelen te bundelen om gemeenschappelijke uitdagingen aan te pakken, zoals de risicofactoren die verband houden met chronische ziekten of de socialezekerheidskwesties waarmee mobiele werknemers te maken kunnen krijgen.

Het gezondheidsbeleid van de EU is gericht op strategische doelstellingen, waaronder:

het bevorderen van een goede gezondheid: Ziekten voorkomen en een gezonde levensstijl bevorderen door risicofactoren zoals roken, drinken, ongezond eten en te weinig bewegen aan te pakken, evenals drugsgerelateerde gezondheidsschade en milieurisico's, waarbij speciale aandacht wordt besteed aan gezond oud worden;

de burgers beschermen tegen ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid: het toezicht op en de paraatheid bij de uitbraak van epidemieën en bioterrorisme verbeteren en beter kunnen reageren op nieuwe gevaren voor de gezondheid;

dynamische zorgstelsels ondersteunen: bijdragen tot innovatieve, efficiënte en duurzame zorgstelsels, en de gezondheidszorg van de lidstaten ondersteunen bij hun reactie op uitdagingen als gevolg van een vergrijzende bevolking, stijgende verwachtingen van de burgers en het vrije verkeer van patiënten en gezondheidswerkers, met inbegrip van nieuwe instrumenten zoals evaluatie van gezondheidstechnologie;

EU-burgers gemakkelijker toegang verlenen tot betere en veiligere gezondheidszorg: de oprichting van Europese referentienetwerken ondersteunen, die grensoverschrijdend samenwerken om zeldzame ziekten te bestrijden en maatregelen treffen op het gebied van bijvoorbeeld patiëntveiligheid en de preventie van antimicrobiële resistentie.

De maatregelen van het EU-gezondheidsbeleid worden hoofdzakelijk uitgevoerd via opeenvolgende actieprogramma's, momenteel het derde gezondheidsprogramma (2014-2020). Halverwege de looptijd zijn de belangrijkste verwezenlijkingen van het programma onder meer de oprichting van Europese referentienetwerken en de ondersteuning van de lidstaten bij de opbouw van capaciteit om te reageren op de uitbraak van ziekten in verschillende landen tegelijkertijd.

Het sociaal beleid op EU-niveau is vastgelegd in de Europa 2020-strategie en de open coördinatiemethode voor sociale bescherming en sociale integratie (bekend als de "sociale OCM"), aan de hand waarvan het beleid van de lidstaten voor de bevordering van sociale cohesie en gelijkheid wordt gecoördineerd. Het Europees platform tegen armoede en sociale uitbuiting is bedoeld om EU-landen te helpen de kerndoelstelling van Europa 2020 te bereiken, te weten 20 miljoen mensen bevrijden van armoede en sociale uitsluiting. De Europese pijler van sociale rechten (of "sociale pijler") werd in november 2017 op de Sociale Top van Göteborg gezamenlijk afgekondigd en ondertekend door de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad, en is een belangrijke verwezenlijking. Doel van de sociale pijler is het afdwingen van de naleving van 20 beginselen en rechten die in drie categorieën zijn gegroepeerd: gelijke kansen en toegang tot de arbeidsmarkt, billijke arbeidsvoorwaarden, en sociale bescherming en inclusie. De pijler omvat onder meer maatregelen die de toegang tot essentiële diensten van goede kwaliteit moeten

Page 3: Gezondheid en sociale zekerheid - What Europe does for me · In haar voorstel voor het meerjarig financieel kader 2021-2027 is de Europese Commissie van plan de financiering te verhogen

Gezondheid en sociale zekerheid

3

garanderen, waaronder kinderopvang, gezondheidszorg en langdurige zorg; die een waardig leven en bescherming tegen risico's waarborgen; en die mensen in staat stellen volledig te participeren op de arbeidsmarkt en, meer in het algemeen, in de samenleving.

Enkele van de resterende uitdagingen in het gezondheids- en sociaal beleid zijn onder meer:

tegemoetkomen aan de specifieke gezondheidsbehoeften van een vergrijzende bevolking en reageren op het steeds vaker voorkomen van bepaalde ziekten, zoals Alzheimer, wanneer mensen ouder worden;

inspelen op de demografische veranderingen en de groeiende vraag naar zorg door zorgstelsels te hervormen, waarmee duurzaamheid en universele toegang tot hoogwaardige zorg wordt gegarandeerd;

het terugdringen van te voorkomen ziekten, zoals kanker, hart- en luchtwegaandoeningen, psychische aandoeningen en andere chronische ziekten;

de aanpak van nieuwe gezondheidsproblemen en ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid, zoals de toename van antimicrobiële resistentie;

het wegnemen van gezondheidsongelijkheid, namelijk de verschillen in gezondheid en gezondheidszorg tussen de landen en regio's in de EU;

werken aan een bepaald niveau van harmonisatie van socialezekerheidsstelsels, en deze aanpassen aan ontwikkelingen op de arbeidsmarkt (automatisering, nieuwe vormen van werk);

verdere bestrijding van sociale dumping (met name in het geval van mensen die door hun werkgever worden uitgezonden om in een ander land te werken, ook wel "gedetacheerde werknemers") genoemd;

een beter evenwicht tussen werk en gezinsleven tot stand brengen; en verdere dichting van de genderkloof op het gebied van werk, loon, inkomsten en

pensioenen.

Verwachtingen van de burgers ten aanzien van de betrokkenheid van de EU1

Figuur 1 – Percentage respondenten dat wil dat de EU meer intervenieert dan thans het geval is

Bron: Eurobarometer 85.1 - 2016; 89.2 - 2018.

Page 4: Gezondheid en sociale zekerheid - What Europe does for me · In haar voorstel voor het meerjarig financieel kader 2021-2027 is de Europese Commissie van plan de financiering te verhogen

EPRS | Onderzoeksdienst van het Europees Parlement

4

Volgens een reeks Eurobarometer-enquêtes over opvattingen en verwachtingen, uitgevoerd in opdracht van het Europees Parlement, is de steun van EU-burgers voor nog meer betrokkenheid van de EU op het beleidsterrein gezondheid en sociale zekerheid gestegen van 63 % in 2016 tot 69 % in 2018.

De opvattingen over dit beleid lopen aanzienlijk uiteen in de lidstaten. De meeste steun voor meer EU-maatregelen wordt geregistreerd op Cyprus (93 %), en de minste in Denemarken (47 %) en Oostenrijk (48 %). Na verloop van tijd is er meer steun onder de bevolking gekomen voor EU-uitgaven op het gebied van volksgezondheid. Volgens gegevens van Eurobarometer beschouwde in 2008 circa 32 % van de respondenten deze uitgaven als een prioritaire categorie, in 2011 was dit 36 % en in 2015 41 %. In 2015 gaven burgers – na uitgaven op het gebied van sociale zaken en werkgelegenheid – de meeste steun aan EU-uitgaven op het gebied van volksgezondheid.

In 2016 was dit een van de weinige beleidsterreinen met een fors verschil van mening tussen de gendergroepen. Aanzienlijk meer vrouwen (74 %) dan mannen (61 %) steunden meer betrokkenheid van de EU bij gezondheid en sociale zekerheid. In 2018 is dit verschil tussen de verwachtingen van mannen en vrouwen echter bijna verdwenen, waarbij 70 % van de vrouwen en 68 % van de mannen meer EU-maatregelen steunt.

De algehele toename van steun voor meer EU-betrokkenheid op het beleidsterrein gezondheid en sociale zekerheid bedroeg 6 %, en deze trend van hogere verwachtingen doet zich in vrijwel alle lidstaten voor. De opvallendste toename werd geregistreerd in Luxemburg, België (een toename van 19 % in elk van de twee landen) en Duitsland (een toename van 16 %). De enige uitzonderingen op de algemene trend werden geregistreerd in Italië (een daling van 5 %), Slowakije (een daling van 3 %) en Estland (een daling van 2%).

Net als in 2016 beoordeelt 38 % van de burgers in 2018 de betrokkenheid van de EU bij het gezondheids- en socialezekerheidsbeleid als adequaat. Het aantal mensen dat de betrokkenheid van de EU positief beoordeelt blijft weliswaar stabiel, maar het percentage EU-burgers dat de huidige EU-maatregelen op het gebied van gezondheid en sociale zekerheid als onvoldoende

Figuur 2 – Verwachtingen van meer EU-maatregelen dan thans genomen worden: verschil tussen 2016 en 2018 in procentpunten

Bron: Eurobarometer 85.1 - 2016; 89.2 - 2018.

Figuur 3 – Beoordeling van EU-maatregelen als adequaat op dit moment: verschil tussen 2016 en 2018 in procentpunten

Bron: Eurobarometer 85.1 - 2016; 89.2 - 2018.

Page 5: Gezondheid en sociale zekerheid - What Europe does for me · In haar voorstel voor het meerjarig financieel kader 2021-2027 is de Europese Commissie van plan de financiering te verhogen

Gezondheid en sociale zekerheid

5

beoordeelt daalt gering – van 50 % in 2016 tot 48 % in 2018. Op EU-niveau zijn de meningen in de loop der tijd stabiel gebleven, hoewel ze in sommige lidstaten sterk veranderd zijn. Het opvallendst is de daling van het percentage burgers in Luxemburg dat de EU-maatregelen als adequaat beschouwt (een daling van 16 procentpunten) en de toename van de beoordeling van de EU-maatregelen als adequaat in Roemenië en Hongarije (een stijging van 17 procentpunten in elk van de twee lidstaten).

Aangezien burgers steeds hogere verwachtingen koesteren, wordt in het algemeen op EU-niveau de kloof steeds groter tussen de verwachtingen die burgers hebben van betrokkenheid van de EU en hun beoordeling van de huidige EU-maatregelen inzake gezondheid en sociale zekerheid.

EU-kader Rechtskader Uit hoofde van het subsidiariteitsbeginsel, dat bepaalt dat de EU alleen optreedt op terreinen waar de lidstaten dit niet kunnen, heeft de EU ondersteunende bevoegdheden op het gebied van gezondheid. De rechtsgrondslag voor het gezondheidsbeleid van de EU is artikel 168 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), waarin wordt bepaald dat bij elk beleid en elk optreden van de Unie een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid moet worden verzekerd. Het optreden van de Unie vult het nationale beleid aan en moedigt samenwerking tussen de lidstaten aan, met eerbiediging van de verantwoordelijkheid van de nationale regeringen voor de bepaling van hun gezondheidsbeleid en voor de organisatie en verstrekking van gezondheidsdiensten en medische zorg, onder meer het beheer van zorgstelsels en medische zorg, en de allocatie van de daaraan toegewezen middelen. De EU heeft een groot aantal wetten en normen die op de gehele EU van toepassing zijn en die de burgers beschermen. Deze wetten en normen hebben betrekking op gezondheidsproducten en -diensten (bijvoorbeeld geneesmiddelen, medische hulpmiddelen of e-gezondheid), alsook op patiënten (zoals de richtlijn betreffende de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg, waarmee tevens de samenwerking tussen nationale zorgstelsels wordt aangemoedigd).

Sociale zekerheid en sociale bescherming zijn een subcategorie van het sociaal beleid, dat krachtens artikel 4 VWEU een gedeelde bevoegdheid van de EU en de lidstaten is. Deze subcategorie valt voornamelijk onder de artikelen 151-161 VWEU. In artikel 151 VWEU wordt uiteengezet dat de EU en de lidstaten zich ten doel stellen "adequate sociale bescherming” te bevorderen. In artikel 153 VWEU wordt bepaald dat het optreden van de lidstaten op het gebied van sociale zekerheid en sociale bescherming van werknemers door de EU wordt "ondersteund en aangevuld”, bijvoorbeeld door samenwerking en optimale praktijken aan te moedigen. Socialezekerheidsstelsels kunnen aanzienlijk verschillen per lidstaat. Nationale regeringen zijn vrij om de kenmerken van hun eigen socialezekerheidsstelsels vast te stellen (verstrekte uitkeringen, voorwaarden om daarvoor in aanmerking te komen, berekening van uitkeringen, te betalen bijdragen). Deze stelsels vallen onder Verordening (EG) nr. 883/2004 (welke momenteel wordt herzien) betreffende de coördinatie van socialezekerheidsstelsels met betrekking tot uitkeringen inzake ziekte, moeder- en vaderschap, gezin, invaliditeit, nabestaanden, werkloosheid en vervroegd ouderdomspensioen, en met betrekking tot arbeidsongevallen en beroepsziekten, ouderdomspensioenen en overlijdensuitkeringen, evenals Verordening (EG) nr. 987/2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van voornoemde verordening.

Financieel kader De EU-uitgaven voor het gezondheids- en socialezekerheidsbeleid zijn vastgelegd in het meerjarig financieel kader (MFK) 2014-2020. Gezondheid valt onder rubriek 3 (veiligheid en burgerschap), met een totale begroting van 17,7 miljard EUR. In het MFK 2014-2020 is het gezondheidsprogramma het enige programma dat specifiek is opgezet voor beleidsmaatregelen op het gebied van gezondheid; het heeft een zevenjarige begroting van 449,39 miljoen EUR (0,04 % van het totale

Page 6: Gezondheid en sociale zekerheid - What Europe does for me · In haar voorstel voor het meerjarig financieel kader 2021-2027 is de Europese Commissie van plan de financiering te verhogen

EPRS | Onderzoeksdienst van het Europees Parlement

6

MFK). Het huidige gezondheidsprogramma (2014-2020) volgt op het eerste (2003-2007) en het tweede (2008-2013) gezondheidsprogramma, waarvan de begrotingen respectievelijk 312 miljoen EUR en 321,5 miljoen EUR bedroegen. Tussen 2014 en 2016 werden in het kader van het derde gezondheidsprogramma meer dan 539 maatregelen gefinancierd, voor een totaalbedrag van 165,6 miljoen EUR. Ook andere programma's dragen bij aan de doelstellingen van het gezondheidsbeleid, waaronder:

de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESI-fondsen): gezondheid komt in aanmerking voor steun uit hoofde van de thematische prioriteiten van het Cohesiefonds 2014-2020 – ICT, kmo's, werkgelegenheid, sociale integratie en institutionele capaciteit;

het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), dat kan worden gebruikt voor de financiering van gezondheidsinfrastructuur en -apparatuur, e-gezondheid, en onderzoek en ondersteuning voor kmo's; en

het Europees Sociaal Fonds (ESF), dat activiteiten kan financieren die verband houden met actief en gezond ouder worden, gezondheidsbevordering en de aanpak van ongelijkheden op gezondheidsgebied, ondersteuning voor gezondheidswerkers, en versterking van de capaciteit van de overheidsadministratie.

Ook in de begrotingsperiode 2014-2020 worden uit het EFRO en het ESF investeringen in verband met gezondheid gefinancierd in alle EU-lidstaten, voor een totaalbedrag van meer dan 9 miljard EUR; dit omvat investeringen in actief ouder worden en in sociale diensten.

De EU-programma's met betrekking tot sociale zekerheid hangen nauw samen met de maatregelen op het gebied van werkgelegenheid die in het kader van het programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI) worden genomen (2014-2020: 919,47 miljoen EUR); het ESF (86,43 miljard EUR, waarvan 20 % van de investeringen bestemd is voor sociale integratie); het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) (3,8 miljard EUR); en het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) (met een jaarlijkse begroting van maximaal 150 miljoen EUR). De Europese Investeringsbank (EIB), die gezamenlijk eigendom is van alle EU-lidstaten maar buiten de EU-begroting valt, ondersteunt projecten die de toegang tot gezondheidszorg moeten verbeteren en de economische en sociale cohesie bevorderen. Zij doet dit nu gedeeltelijk via het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI), een gezamenlijk initiatief van de Europese Commissie en het EIB dat bedoeld is om de investeringskloof in de EU te dichten. Het EFSI mobiliseert bijvoorbeeld particuliere financiering van investeringen in innovatieve gezondheidsoplossingen, nieuwe effectieve geneesmiddelen en sociale infrastructuur, zoals ziekenhuizen. Verder wordt in Horizon 2020, het EU-programma voor onderzoek en innovatie, ingegaan op een aantal maatschappelijke uitdagingen, waaronder 'gezondheid, demografische verandering en welzijn' en 'Europa in een veranderende wereld – inclusieve, innovatieve en reflectieve samenlevingen'. Het initiatief innovatieve geneesmiddelen (IMI), een publiek-privaat partnerschap, beschikt voor de periode 2014-2020 over een begroting van 3,3 miljard EUR, waarvan de helft afkomstig is uit Horizon 2020.

Resultaten van de zittingsperiode 2014-2019 Gezondheidsbeleid Sinds medio 2014 zijn op een aantal gebieden vraagstukken naar voren gebracht en resultaten geboekt, waaronder:

Toegang tot geneesmiddelen: Tijdige en betaalbare toegang voor patiënten tot innovatieve, veilige, effectieve en hoogwaardige geneesmiddelen staat centraal in de conclusies van de Raad van juni 2016 over het versterken van het evenwicht tussen de toelating van nieuwe geneesmiddelen en innovatie, de farmaceutische markt, en

Page 7: Gezondheid en sociale zekerheid - What Europe does for me · In haar voorstel voor het meerjarig financieel kader 2021-2027 is de Europese Commissie van plan de financiering te verhogen

Gezondheid en sociale zekerheid

7

nationale keuzes op het gebied van prijsstelling, terugbetaling en evaluatie van geneesmiddelen in de EU. De resolutie van het Europees Parlement van maart 2017 over opties voor een betere toegang tot geneesmiddelen sluit daarbij aan en is gericht op de farmaceutische markt, mededinging, prijsstelling en transparantie, EU-samenwerking, intellectuele eigendom, en onderzoek en ontwikkeling;

Antimicrobiële resistentie: De EU heeft bijgedragen tot wereldwijde inspanningen om antimicrobiële resistentie aan te pakken door in 2017 een Europees "Eén gezondheid"-actieplan goed te keuren, samen met EU-richtsnoeren voor verstandig geneeskundig gebruik van antimicrobiële stoffen bij de mens. In september 2018 heeft het Parlement een resolutie aangenomen waarin het maatregelen aanbeveelt om het gebruik van antibiotica te verminderen, onder meer door de verkoop ervan door gezondheidswerkers te beperken en etiketteringsvoorschriften op te leggen;

Obesitas bij kinderen: Met het EU-actieplan inzake obesitas bij kinderen (2014-2020) wordt beoogd de toename van overgewicht en obesitas bij kinderen en jongeren tegen 2020 een halt toe te roepen. In de conclusies van de Raad van juni 2017 over deze kwestie wordt gepleit voor een doeltreffende aanpak van "gezondheid op alle beleidsterreinen" die in alle sectoren en met diverse initiatieven aandacht voor gezondheid, preventie en voeding bevordert.

Europese referentienetwerken: Op het gebied van complexe of zeldzame ziekten heeft de EU geholpen de schaarse middelen, die momenteel verspreid zijn over de lidstaten, te bundelen door Europese referentienetwerken op te zetten, d.w.z. virtuele netwerken die zorgaanbieders in heel Europa met elkaar verbinden. Het is de bedoeling deskundige kennis te verzamelen en tussen de lidstaten maximale synergieën te realiseren voor een betere diagnose en behandeling van dergelijke ziekten. Sinds maart 2017 zijn er 24 Europese referentienetwerken opgericht, waarbij 300 ziekenhuizen uit 26 EU-landen betrokken zijn.

Zorgstelsels: Maatregelen ter ondersteuning van hervormingen van de zorgstelsels van de lidstaten zijn onder meer uiteengezet in de mededeling van de Commissie van 2014 met betrekking tot doeltreffende, toegankelijke en veerkrachtige gezondheidsstelsels, en in het initiatief 'State of health in the EU', dat in 2016 van start ging om meer kennis te vergaren over de verschillende lidstaten en over de EU als geheel en om te onderzoeken hoe zorgstelsels doelgericht kunnen blijven en mensen helpen hun gezondheid te verbeteren. In de sociale pijler wordt gesteld dat iedereen recht heeft op tijdige toegang tot betaalbare gezondheidszorg van goede kwaliteit. De mededeling van de Commissie van april 2018 over de digitale transformatie van gezondheid en zorg bevat plannen om de digitalisering van deze sectoren te verbeteren zodat burgers actief verantwoordelijkheid kunnen nemen voor hun gezondheid en het accent komt te liggen op persoonsgerichte zorg;

Medische hulpmiddelen: In april 2017 hebben het Parlement en de Raad twee nieuwe verordeningen aangenomen, één over medische hulpmiddelen en één over medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek, om het regelgevingskader te moderniseren en de veiligheid van patiënten te verbeteren. Deze verordeningen bevatten respectievelijk strengere regels die ervoor moeten zorgen dat medische hulpmiddelen traceerbaar zijn en voldoen aan de EU-vereisten voor patiëntveiligheid, en informatievoorschriften en ethische vereisten voor diagnostische medische hulpmiddelen, en zullen vanaf respectievelijk mei 2020 en mei 2022 van toepassing zijn.

Vaccinatie: Met het voorstel van de Commissie van april 2018 voor een aanbeveling van de Raad over betere samenwerking bij de bestrijding van ziekten die door vaccinatie kunnen worden voorkomen, wordt beoogd de vaccinatiegraad te verhogen, de coördinatie bij de aankoop van vaccins te verbeteren, onderzoek en innovatie te ondersteunen, en de samenwerking te intensiveren. In zijn resolutie van april 2018 over de terughoudendheid ten aanzien van vaccins en de daling van de vaccinatiegraad roept het Parlement de regeringen van de EU en de Commissie ertoe op de rechtsgrond

Page 8: Gezondheid en sociale zekerheid - What Europe does for me · In haar voorstel voor het meerjarig financieel kader 2021-2027 is de Europese Commissie van plan de financiering te verhogen

EPRS | Onderzoeksdienst van het Europees Parlement

8

voor immunisatiedekking te versterken, mogelijkheden te creëren voor een beter geharmoniseerd en beter afgestemd vaccinatieschema in de hele EU, en mogelijkheden te onderzoeken voor het opzetten van een EU-platform voor het toezicht op de veiligheid en doeltreffendheid van vaccins. In september 2018 is een gezamenlijk optreden inzake vaccinatie (EU-JAV) van start gegaan dat medegefinancierd wordt in het kader van het derde gezondheidsprogramma.

Socialezekerheidsbeleid Het Parlement pleit al lang voor adequate sociale bescherming in veel contexten, met

name voor kwetsbare groepen. In januari 2017 heeft het Parlement een resolutie aangenomen over de sociale pijler waarin het vraagt om een kaderrichtlijn over behoorlijke arbeidsomstandigheden in alle vormen van werk, en oproept tot adequate, toegankelijke en financieel duurzame socialebeschermingsstelsels voor iedereen, inclusief zelfstandigen en mensen die atypische vormen van werk verrichten, bijvoorbeeld via digitale platforms.

Zoals gepland in haar werkprogramma van 2018, heeft de Commissie vervolgens in maart 2018 een pakket voor sociale rechtvaardigheid gepresenteerd, met een voorstel voor een aanbeveling inzake sociale bescherming voor werknemers en zelfstandigen. Het voorstel is bedoeld om EU-landen te ondersteunen op het gebied van toegang tot sociale bescherming. De belangrijkste elementen van de aanbeveling zijn het dichten van formele lacunes in de dekking, zodat werknemers en zelfstandigen zich kunnen aansluiten bij een passend socialezekerheidsstelsel, het bieden van adequate dekking, zodat werknemers en zelfstandigen rechten kunnen opbouwen en er gebruik van kunnen maken, ervoor zorgen dat socialebeschermingsrechten beter overdraagbaar zijn van het ene naar het andere stelsel, en werknemers en zelfstandigen transparante informatie geven over hun socialezekerheidsrechten en -plichten. Op 6 december 2018 heeft de Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken (Raad Epsco) een politieke overeenkomst bereikt over het voorstel van de Commissie, op grond waarvan de lidstaten zich ertoe verplichten binnen twee jaar na publicatie van de aanbeveling van de Raad hun nationale plannen te ontwikkelen. In dit verband heeft de Raad conclusions aangenomen over de toekomst van werk, waarin wordt opgeroepen tot sociale bescherming voor alle werknemers, ongeacht de arbeidsvorm. In de conclusies wordt benadrukt dat veranderingen in de stelsels voor sociale bescherming noodzakelijk zijn, in overeenstemming met de nationale bevoegdheden, rekening houdend met de nationale omstandigheden en met respect voor de sociale partners; voorts wordt erop gewezen dat gezocht moet worden naar adequate financiering en e-oplossingen. In zijn aanbeveling van 2018 over het economisch beleid van de eurozone wil de Raad hervorming van het arbeidsmarktbeleid bevorderen met het oog op ondersteuning van sociale bescherming en inclusie.

Omdat het aantal grensarbeiders en werknemers met atypische arbeidsvormen en de arbeidsmobiliteit in de hele EU zijn toegenomen, is meer grensoverschrijdende samenwerking nodig. Het Parlement heeft herhaaldelijk om een strengere arbeidsinspectie op EU-niveau gevraagd om sociale dumping te voorkomen. In een resolutie van januari 2014 heeft het Parlement verzocht om de oprichting van een Europees platform voor arbeidsinspecteurs voor de controle op zwartwerk, de versterking van grensoverschrijdende samenwerking en de identificatie en registratie van postbusbedrijven en soortgelijke operaties. Overeenkomstig de State of the Union-toespraak en de intentieverklaring van 2017 heeft de Commissie vervolgens in maart 2018 een voorstel voor een Europese Arbeidsautoriteit ingediend teneinde de samenwerking tussen de arbeidsmarktinstanties op alle niveaus te versterken en grensoverschrijdende situaties effectiever te beheren. In februari 2019 hebben het

Page 9: Gezondheid en sociale zekerheid - What Europe does for me · In haar voorstel voor het meerjarig financieel kader 2021-2027 is de Europese Commissie van plan de financiering te verhogen

Gezondheid en sociale zekerheid

9

Parlement en de Raad hierover een voorlopig akkoord bereikt, en aan het einde van de zittingsperiode is de tekst formeel goedgekeurd.

De detacheringsrichtlijn, die een kader biedt om de sociale rechten van gedetacheerde werknemers te beschermen en sociale dumping te voorkomen, is in 2018 volledig revised. Met de herziening zijn op drie belangrijke gebieden veranderingen ingevoerd: a) de beloning van gedetacheerde werknemers is nu gelijk aan die van lokale werknemers, ook bij onderaanneming; b) de regels voor uitzendkrachten zijn nu coherenter; en c) bij detachering voor lange tijd worden na 12 maanden de regels van het gastland van toepassing op gedetacheerde werknemers. De EU-landen zullen ervoor kunnen zorgen dat gedetacheerde werknemers worden gedekt door collectieve arbeidsovereenkomsten in alle sectoren. Volgens het principe van "gelijk loon voor gelijk werk op dezelfde arbeidsplaats" kunnen gedetacheerde werknemers nu profiteren van dezelfde regels als lokale werknemers zodra ze een baan aanvaarden.

Het Europees platform voor de intensivering van samenwerking bij de aanpak van zwartwerk, waartoe het Parlement heeft verzocht, is sinds 2016 operationeel. Het heeft tot taak zwartwerk te voorkomen, te ontmoedigen en te bestrijden. Vanwege het landspecifieke karakter van zwartwerk kunnen de lidstaten beslissen in welke mate zij betrokken willen zijn bij de activiteiten van het platform, welke maatregelen zij op nationaal niveau wensen te nemen en welke autoriteiten hen vertegenwoordigen. Naast de 28 EU-lidstaten zijn vier vertegenwoordigers van sectoroverschrijdende organisaties uit het maatschappelijk middenveld, die door de sociale partners zelf worden gekozen, lid van het platform.

In augustus 2015 heeft de Commissie een routekaart opgesteld voor het combineren van werk en gezinsleven, die zowel wetgevende als niet-wetgevende maatregelen omvat. In dit verband heeft het Parlement in mei 2016 een resolutie aangenomen over de toepassing van de richtlijn betreffende ouderschapsverlof, waarin het erop aandrong de herzieningsclausule in EU-wetgeving inzake ouderschapsverlof in werking te stellen en het ervoor pleitte de minimumduur van ouderschapsverlof te verlengen van vier tot zes maanden. In een resolutie over het creëren van arbeidsmarktomstandigheden die bevorderlijk zijn voor het evenwicht tussen werk en privéleven, die in september 2016 is aangenomen, heeft het Parlement de Commissie verzocht de richtlijn moederschapsverlof te herzien door de duur ervan te verlengen "met een veranderlijke betalingsformule om in verschillende lidstaten in specifieke behoeften en overgangen te voorzien". In april 2017 presenteerde de Commissie haar voorstel voor een evenwicht tussen werk en privéleven, dat wetgevende en niet-wetgevende maatregelen bevat. De voorgestelde wetgevingsmaatregelen omvatten de invoering van een vaderschapsverlof van 10 werkdagen, de versterking van het ouderschapsverlof, zodat de periode van vier maanden ten minste op het niveau van ziekteverlof wordt gecompenseerd en niet van de ene ouder op de andere kan worden overgedragen, de invoering van zorgverlof voor werknemers die de zorg voor een ernstig ziek of zorgbehoevend familielid op zich nemen, en de uitbreiding van het recht om flexibele werkregelingen te vragen naar alle werkende ouders van kinderen tot 12 jaar oud en naar mantelzorgers met zorgbehoevende familieleden. Niet-wetgevende maatregelen omvatten het waarborgen van de bescherming van ouders en mantelzorgers tegen discriminatie en ontslag, het aanmoedigen van een genderevenwichtig gebruik van verlof en flexibele werkregelingen voor ouders en mantelzorgers, betere aanwending van Europese fondsen om de diensten voor langdurige zorg en kinderopvang te verbeteren, en het wegnemen van negatieve economische prikkels die tweede verdieners ontmoedigen om aan het werk te blijven. Op 4 april 2019 is tijdens de plenaire vergadering de overeenkomst tussen het Parlement en de Raad over de wetgevingsmaatregelen goedgekeurd, en de wetstekst is formeel goedgekeurd aan het einde van de zittingsperiode.

Page 10: Gezondheid en sociale zekerheid - What Europe does for me · In haar voorstel voor het meerjarig financieel kader 2021-2027 is de Europese Commissie van plan de financiering te verhogen

EPRS | Onderzoeksdienst van het Europees Parlement

10

Toekomstige mogelijkheden De Europese Commissie heeft op 2 mei 2018 haar voorstel voor een nieuw meerjarig financieel kader (MFK) voor de periode 2021-2027 en voor een nieuw stelsel van eigen middelen (EM) gepubliceerd. Volgens het nieuwe voorstel zal het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) fungeren als het belangrijkste financiële instrument van de EU voor de uitvoering van de sociale pijler, en zullen de investeringen vooral zijn gericht op onderwijs, werkgelegenheid en sociale integratie, inclusief gezondheidszorg. Het ESF+ moet het bestaande ESF, het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief (YEI), het FEAD, het EaSI en het gezondheidsprogramma samenvoegen. De Commissie stelt voor om 101,2 miljard EUR in lopende prijzen (89,7 miljard EUR in constante prijzen in 2018) uit de EU-begroting toe te wijzen aan het ESF+.

Gezondheidsbeleid Het huidige gezondheidsprogramma zal in het ESF+ worden opgenomen als het 'gezondheidsonderdeel', met een specifieke financiering van 413 miljoen EUR. Volgens de Commissie zal de integratie van gezondheidsaspecten in het ESF+ naar verwachting een aanvulling vormen op andere ESF+-activiteiten waarmee de in het Europees semester vastgestelde uitdagingen worden aangepakt. Dit zal leiden tot synergieën met de andere bouwstenen van de sociale pijler. Gezondheidsfinanciering zal ook beschikbaar zijn via andere financieringsinstrumenten van de EU, met name Horizon Europe (in het cluster 'gezondheid'), het programma Digitaal Europa (in een van de vijf 'aandachtsgebieden'); het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het InvestEU-programma en de Emergency Aid Rescue (rescEU). Volgens de Commissie zal het gezondheidsonderdeel van het ESF+ middelen verstrekken om innovatieve oplossingen te testen in een grensoverschrijdende aanpak. De focus zal liggen op die gebieden waar de EU-samenwerking aantoonbare voordelen heeft: verbetering van crisisparaatheid en reactie om burgers te beschermen tegen grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid, versterking van zorgstelsels door de autoriteiten voor gezondheid bij te staan bij de digitale transformatie van gezondheid en zorg en bij nationale hervormingsprocessen, ondersteuning van EU-gezondheidswetgeving, onder meer betreffende geneesmiddelen, beoordeling van gezondheidstechnologie, tabaksgebruik en grensoverschrijdende zorg, alsmede ondersteuning van geïntegreerde werkzaamheden, bijvoorbeeld op het gebied van zeldzame ziekten (via de Europese referentienetwerken) of de toepassing van beste praktijken voor gezondheidsbevordering en ziektepreventie.

Figuur 4 – Toekomstige EU-begroting voor gezondheidszorg in het MFK 2021-2027

Bron: Europese Commissie, Health-EU Newsletter, 5 juli 2018.

Wat de beleidsvooruitzichten betreft, moeten we eraan herinneren dat er op het gebied van gezondheid weliswaar verdere coördinatie tussen de EU-landen mogelijk is, maar dat de bevoegdheden van de EU worden beperkt door het feit dat de verantwoordelijkheid voor de organisatie van de gezondheidszorg en de zorgverlening bij de afzonderlijke lidstaten ligt. Niettemin zouden er nieuwe initiatieven kunnen worden ontwikkeld of bestaande initiatieven kunnen worden voltooid op de volgende gebieden:

Page 11: Gezondheid en sociale zekerheid - What Europe does for me · In haar voorstel voor het meerjarig financieel kader 2021-2027 is de Europese Commissie van plan de financiering te verhogen

Gezondheid en sociale zekerheid

11

Toegang tot geneesmiddelen: De bevordering van bredere en intensievere coördinatie op EU-niveau met betrekking tot de toegankelijkheid van – vooral dure en innovatieve – geneesmiddelen zal waarschijnlijk centraal blijven staan. Het panel van deskundigen dat doeltreffende manieren onderzoekt om in gezondheid te investeren en dat de Europese Commissie onafhankelijk advies geeft over specifieke mandaten, heeft onlangs een advies uitgebracht over innovatieve betalingsmodellen voor dure innovatieve geneesmiddelen, waarin het een kans ziet om een Europese "learning community" op het gebied van betalingsmodellen op te zetten;

Bevordering van gezonde voeding voor kinderen: In de bredere context van de aanpak van obesitas bij kinderen en een gezonde levensstijl, zijn de conclusies van de Raad van juli 2018 over "Gezonde voeding voor kinderen: de gezonde toekomst van Europa" gericht op de bevordering van gezondere voeding voor kinderen, wat wordt beschouwt als een van de beste investeringen in het persoonlijke welzijn van een jonge en gezonde Europese generatie. In de conclusies worden de lidstaten en de Commissie specifiek verzocht "mensen en de volksgezondheid centraal te stellen in alle beleidsmaatregelen en acties, onder meer door in het kader van de discussie over de toekomst van Europa op transparante wijze te discussiëren over de huidige en toekomstige rol van de EU bij de bescherming van de volksgezondheid";

Het Europees referentienetwerk bij grensoverschrijdende gezondheidszorg voor zeldzame ziekten kan worden uitgebreid naar andere gebieden: het panel van deskundigen dat doeltreffende manieren onderzoekt om in gezondheid te investeren stelt in zijn advies, van september 2018 dat er mogelijkheden zijn om het toepassingsgebied van de Europese referentienetwerken uit te breiden met andere rollen, zoals onderzoek en het opstellen van richtsnoeren, die verder reiken dan de directe doelstelling om advies te geven over individuele patiënten. Het panel acht de uitbreiding van het model naar andere ziekten echter voorbarig.

Evaluatie van gezondheidstechnologie: Het voorstel voor een verordening van de Commissie van januari 2018 beoogt de samenwerking tussen de lidstaten voor de evaluatie van gezondheidstechnologieën te consolideren. Het is onder meer de bedoeling te voorkomen dat verschillende lidstaten de toegevoegde waarde van hetzelfde geneesmiddel beoordelen (dit soort beoordelingen ondersteunen EU-landen bij het nemen van beslissingen over prijsstelling en terugbetaling). Het dossier is nog in behandeling. Het Parlement heeft op 14 februari 2019 zijn standpunt in eerste lezing vastgesteld. Binnen de Raad lopen de meningen van de lidstaten over het voorstel echter nog altijd uiteen.

Bevordering van vaccinatie: Dankzij het voorstel van de Commissie voor een aanbeveling van de Raad en overeenkomstig de verzoeken van het Parlement kan de gecoördineerde aanpak van deze kwestie worden versterkt. Daarbij doet zich de mogelijkheid voor om een Europees systeem voor informatie-uitwisseling over vaccins op te zetten met het oog op de opstelling van richtsnoeren voor een EU-vaccinatieprogramma, een EU-vaccinatiekaart en een webportaal met betrouwbare informatie over de voordelen en veiligheid van vaccinaties. Tevens kan een virtueel datapakhuis worden gecreëerd met gegevens over vaccinbehoeften en -voorraden om vaccintekorten aan te vullen en de toevoer te vergroten, en bestaat de mogelijkheid om een "coalitie voor vaccinatie", een platform van gezondheidswerkers, op te zetten.

Socialezekerheidsbeleid In het nieuwe voorstel voor een MFK 2021-2027 wordt het sociaal beleid behandeld onder rubriek 2 "Cohesie en waarden", programma 7 "Investeren in mensen, sociale cohesie en waarden", dat 34,5 % van het nieuwe MFK vertegenwoordigt en waaraan het grootste bedrag aan financiering is toegewezen. Ten minste 25 % van het ESF+ moet worden toegewezen aan de verbetering van de sociale inclusie en ten minste 4 % aan de bestrijding van materiële deprivatie om de huidige

Page 12: Gezondheid en sociale zekerheid - What Europe does for me · In haar voorstel voor het meerjarig financieel kader 2021-2027 is de Europese Commissie van plan de financiering te verhogen

EPRS | Onderzoeksdienst van het Europees Parlement

12

activiteiten van het FEAD voort te zetten. Bovendien moeten lidstaten met een hoger EU-gemiddelde van jongeren die geen baan hebben en geen onderwijs of opleiding volgen (NEET's) in 2019 minstens 10 % van dit aandeel besteden aan ondersteunende maatregelen voor de aanpak van werkgelegenheid voor jongeren, met 1,2 miljard EUR in direct beheer, waarvan 761 miljoen EUR moet worden uitgegeven aan het onderdeel werkgelegenheid en sociale innovatie. Samen met het gezondheidsonderdeel zal deze financiering de middelen verstrekken om innovatieve oplossingen te testen in een grensoverschrijdende aanpak.

Vooruitlopend op de begrotingsvoorstellen van de Commissie heeft het Parlement in maart 2018 een resolutie aangenomen waarin wordt benadrukt dat het volgende MFK ingebed moet zijn in een bredere strategie voor de toekomst van Europa en dat het een aantal prioritaire uitdagingen moet aanpakken, zoals jeugdwerkloosheid, aanhoudende armoede en sociale uitsluiting, of de uitdagingen op het gebied van migratie en vluchtelingen.

In zijn intentieverklaring van september 2018 drong Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker aan op goedkeuring van de voorstellen die betrekking hebben op de sociale dimensie van de EU, onder meer de Europese Arbeidsautoriteit, de modernisering van de regels voor de coördinatie van socialezekerheidsstelsels en de verbetering van de transparantie en juridische voorspelbaarheid van arbeidsomstandigheden.

Een ander onderwerp waar de komende jaren aandacht aan zal worden besteed, is de aanpassing van socialebeschermingsstelsels, die zijn ontworpen voor reguliere arbeidscontracten, aan de nieuwe realiteit op de arbeidsmarkt. Een hervorming van de socialezekerheidsstelsels om platformwerkers en andere atypische werknemers tegemoet te komen is nodig om de verschillen in behandeling van mensen met verschillende vormen van werk ongedaan te maken en de bestaande stelsels voor sociale bescherming uit te breiden, zoals:

het verplicht stellen van nationale pensioenstelsels voor alle werknemers, ongeacht hun formele status in het arbeidsrecht;

zorgen voor continuïteit van de sociale zekerheid en de rechten van werknemers wanneer ze overstappen naar een andere baan;

het verlagen of afschaffen van minimuminkomensdrempels voor toegang tot socialebeschermingsstelsels (zoals de ziektekostenverzekering), en deze vervangen door een betaling van een percentage van het inkomen;

het verlagen of afschaffen van de vereisten van continuïteit van de tewerkstelling om in aanmerking te komen voor sociale bescherming;

afstappen van op premies gebaseerde stelsels en overgaan naar stelsels gebaseerd op algemene belastingheffing;

het verbeteren van de effectieve toegang tot socialezekerheidsstelsels (niet alleen de wettelijke toegang).

Het Parlement heeft de Commissie ook gevraagd na te denken over de invoering van een Europese socialezekerheidskaart of een ander EU-breed document waarvoor strikte gegevensbeschermingsregels gelden, om de gegevensuitwisseling te vergemakkelijken en het heeft voorgesteld een proefproject uit te voeren voor een Europees systeem van vroegtijdige waarschuwing inzake zwartwerk.

Wat de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels betreft, heeft de Commissie in 2016 een voorstel ingediend om de bestaande EU-wetgeving te herzien. Het voorstel beoogt onder meer te verduidelijken onder welke omstandigheden de lidstaten de toegang tot sociale uitkeringen voor economisch niet-actieve mobiele EU-burgers kunnen beperken, een samenhangend stelsel voor de coördinatie van uitkeringen voor langdurige zorg vast te stellen, nieuwe regelingen voor te stellen voor de coördinatie van werkloosheidsuitkeringen in grensoverschrijdende gevallen, nieuwe bepalingen vast te stellen voor de coördinatie van gezinsbijlagen, en een compromis te vinden voor de tegenstrijdige regels in de relevante wetgeving. Na de trialoogvergaderingen hebben het voorzitterschap van de Raad en het Europees Parlement een voorlopige overeenkomst bereikt,

Page 13: Gezondheid en sociale zekerheid - What Europe does for me · In haar voorstel voor het meerjarig financieel kader 2021-2027 is de Europese Commissie van plan de financiering te verhogen

Gezondheid en sociale zekerheid

13

maar deze is verworpen op de vergadering van het Comité van permanente vertegenwoordigers (Coreper) van 29 maart 2019. Het Parlement heeft besloten de besluitvorming door te schuiven naar de volgende zittingsperiode.

Van de Commissie wordt verwacht dat zij andere initiatieven voorstelt ter ondersteuning van billijke mobiliteit, met inbegrip van een Europees socialezekerheidsnummer waarmee socialezekerheidsrechten zichtbaarder en (digitaal) toegankelijk kunnen worden gemaakt.

Het Parlement heeft in juni 2017 een resolutie aangenomen over een Europese agenda voor de deeleconomie, waarin wordt onderstreept hoe belangrijk het is om de grondrechten en passende socialezekerheidsbescherming van werknemers in de deeleconomie te waarborgen, met inbegrip van hun recht op collectieve onderhandelingen en collectieve actie.

Een ander onderwerp dat momenteel wordt behandeld, is de wetgeving inzake gelijk loon voor gelijk werk. In november 2017 heeft de Commissie een nieuw actieplan inzake de loonkloof tussen mannen en vrouwen gepubliceerd, vergezeld van een evaluatie van de aanbeveling van de Commissie van 2014 inzake loontransparantie. De Raad heeft de Commissie gevraagd meer inspanningen te leveren om de genderkloven op het gebied van werk, loon, inkomsten en pensioenen te dichten. In juni 2017 heeft de Raad conclusies aangenomen over het lonend maken van werk, waarin de loonkloof tussen mannen en vrouwen als een kernprobleem worden aangewezen, benadrukt wordt dat vrouwen in staat gesteld moeten worden volledig te participeren op de arbeidsmarkt, en maatregelen worden voorgesteld om gelijke beloning van mannen en vrouwen en inclusief arbeidsmarktbeleid te bevorderen. In zijn conclusies van december 2017 heeft de Raad maatregelen voorgesteld om de gendersegregatie in het onderwijs en de werkgelegenheid te verminderen, een van de hoofdoorzaken van de loonkloof tussen mannen en vrouwen.

In maart 2018 heeft de Raad een debat gehouden over de toekomst van een sociaal Europa na 2020. Er werd op gewezen dat Europese burgers kansen moeten hebben op sociale vooruitgang en economische groei, met een sterke nadruk op werkgelegenheid, behoeften op de arbeidsmarkt, sociale convergentie, integratie van migranten en vluchtelingen, inclusie van de kwetsbaarste mensen, en de bestrijding van armoede. Om deze doelstellingen te bereiken zijn vernieuwde programma's en fondsen nodig, bijvoorbeeld het ESF, het FEAD en het EFG.

BELANGRIJKSTE BRONNEN Kiss M., Revising the social security coordination regulations, EPRS, april 2019. Kiss M., Understanding social dumping in the European Union, EPRS, maart 2017. Kiss M., European Labour Authority, EPRS, april 2019. Lecerf M., European Social Fund Plus (ESF+) 2021-2027, EPRS, maart 2019. Milotay, N., A new directive on work-life balance, EPRS, april 2019. Milotay, N., Social governance in the European Union: Governing complex systems, EPRS, november 2017. Parry M. and Sapala M., 2021-2027 multiannual financial framework and new own resources: Analysis of the Commission's proposal, EPRS, juli 2018. Parry M. and Scholz N., How the EU budget is spent: Health Programme, EPRS, december 2015. Scholz N., Boosting cooperation on health technology assessment, EPRS, april 2019. Scholz N., Medical devices and in vitro diagnostic medical devices, EPRS, mei 2017. Scholz N., Understanding European Reference Networks: Cooperation on rare diseases across Europe, EPRS, juni 2017. Scholz N. et al., Public expectations and EU policies: Health and social security, EPRS, juli 2016.

Page 14: Gezondheid en sociale zekerheid - What Europe does for me · In haar voorstel voor het meerjarig financieel kader 2021-2027 is de Europese Commissie van plan de financiering te verhogen

EPRS | Onderzoeksdienst van het Europees Parlement

14

EINDNOTEN

1 Dit gedeelte is geschreven door Alina Dobreva, met grafieken door Nadejda Kresnichka-Nikolchova.

DISCLAIMER EN COPYRIGHT Dit document met achtergrondinformatie is opgesteld voor, en gericht aan, de leden en de ambtenaren van het Europees Parlement ter ondersteuning van hun parlementaire werkzaamheden. De inhoud van dit document valt uitsluitend onder de verantwoordelijkheid van de auteur(s) en de hierin geuite meningen geven niet noodzakelijkerwijs het officiële standpunt van het Europees Parlement weer.

Nadruk en vertaling met bronvermelding voor niet-commerciële doeleinden is toegestaan, mits het Europees Parlement daarvan vooraf op de hoogte wordt gesteld en een exemplaar krijgt toegestuurd.

© Europese Unie, 2019.

Foto: © 9dreamstudio / Fotolia.

[email protected] (contact)

www.eprs.ep.parl.union.eu (intranet)

www.europarl.europa.eu/thinktank (internet)

http://epthinktank.eu (blog)