· Web view(1)Het regelgevingskader voor het cohesiebeleid van de Unie voor de periode 2021-2027...

Europees Parlement2019-2024

Commissie economische en monetaire zaken

2020/0006(COD)

2.6.2020

AMENDEMENTEN59 - 183OntwerpadviesHenrike Hahn(PE650.729v02-00)

Oprichting van het Fonds voor een rechtvaardige transitie

Voorstel voor een verordening(COM(2020)0022 – C9-0007/2020 – 2020/0006(COD))

AM\1206333NL.docx PE652.545v01-00

NL In verscheidenheid verenigd NL

AM_Com_LegOpinion

PE652.545v01-00 2/102 AM\1206333NL.docx

NL

Amendement 59Maximilian Krah, Gunnar Beck, Francesca DonatoVoorstel voor een verordening–

Voorstel tot verwerping

De Commissie economische en monetaire zaken verzoekt de bevoegde Commissie regionale ontwikkeling voor te stellen het voorstel van de Commissie te verwerpen.

Or. en

Amendement 60Sirpa PietikäinenVoorstel voor een verordeningOverweging 1

Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement

(1) Het regelgevingskader voor het cohesiebeleid van de Unie voor de periode 2021-2027 — in de context van het volgende meerjarig financieel kader — draagt bij tot de nakoming van de verbintenissen van de Unie om de Overeenkomst van Parijs en de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties uit te voeren door de EU-financiering op groene doelstellingen te concentreren. Deze verordening voert een van de in de mededeling over de Europese Green Deal (“de Europese Green Deal”)11 beschreven prioriteiten uit en maakt deel uit van het investeringsplan voor een duurzaam Europa12, dat in specifieke financiering uit hoofde van het mechanisme voor een rechtvaardige transitie in het kader van het cohesiebeleid voorziet om de economische en sociale kosten van de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie aan te pakken, waarbij de resterende broeikasgasemissies worden gecompenseerd door equivalente absorpties.

(1) Het regelgevingskader voor het cohesiebeleid van de Unie voor de periode 2021-2027 – in de context van het volgende meerjarig financieel kader – draagt bij tot de nakoming van de verbintenissen van de Unie om de Overeenkomst van Parijs en de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties uit te voeren door de EU-financiering op groene doelstellingen te concentreren. Deze verordening voert een van de in de mededeling over de Europese Green Deal (“de Europese Green Deal”)11 beschreven prioriteiten uit en maakt deel uit van het investeringsplan voor een duurzaam Europa12, dat in specifieke financiering uit hoofde van het mechanisme voor een rechtvaardige transitie in het kader van het cohesiebeleid voorziet om de economische en sociale kosten van de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie aan te pakken, terwijl verslechtering van het milieu wordt vermeden en er geen significante schade aan ecosystemen wordt toegebracht, waarbij de resterende broeikasgasemissies worden

AM\1206333NL.docx 3/102 PE652.545v01-00

NL

gecompenseerd door equivalente absorpties, er sprake is van een gesloten lus voor hulpbronnen en emissies, hulpbronnenefficiëntie tot tien keer ten opzichte van het huidige niveau wordt ingecalculeerd en afval uit producten en uit de economie wordt geëlimineerd.

__________________ __________________11 COM(2019) 640 final van 11.12.2019. 11 COM(2019) 640 final van 11.12.2019.12 COM(2020) 21 van 14.1.2020. 12 COM(2020) 21 van 14.1.2020.

Or. en

Amendement 61Marek BelkaVoorstel voor een verordeningOverweging 1



(1) Het regelgevingskader voor het cohesiebeleid van de Unie voor de periode 2021-2027 – in de context van het volgende meerjarig financieel kader – draagt bij tot de nakoming van de verbintenissen van de Unie om de Overeenkomst van Parijs, de Europese pijler van sociale rechten en de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties uit te voeren door de EU-financiering op groene doelstellingen te concentreren, zonder daarbij de sociale en economische duurzaamheid in de EU in het gedrang te brengen. Deze verordening voert een van de in de mededeling over de Europese Green Deal (“de Europese Green Deal”)11 beschreven prioriteiten uit en maakt deel uit van het investeringsplan voor een duurzaam Europa12, dat in specifieke financiering uit hoofde van het mechanisme voor een rechtvaardige transitie in het kader van het cohesiebeleid voorziet om de economische en sociale uitdagingen van de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie aan te pakken, waarbij de resterende

PE652.545v01-00 4/102 AM\1206333NL.docx

NL

broeikasgasemissies worden gecompenseerd door equivalente absorpties.


Or. en

Amendement 62Dimitrios Papadimoulis, José Gusmãonamens de GUE/NGL-FractieVoorstel voor een verordeningOverweging 1



(1) Het regelgevingskader voor het cohesiebeleid van de Unie voor de periode 2021-2027 – in de context van het volgende meerjarig financieel kader – draagt bij tot de nakoming van de verbintenissen van de Unie om de Overeenkomst van Parijs en de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties uit te voeren door de EU-financiering op groene en sociale doelstellingen te concentreren. Deze verordening voert een van de in de mededeling over de Europese Green Deal (“de Europese Green Deal”)11 beschreven prioriteiten uit en maakt deel uit van het investeringsplan voor een duurzaam Europa12, dat in specifieke financiering uit hoofde van het mechanisme voor een rechtvaardige transitie in het kader van het cohesiebeleid voorziet om de economische, sociale en regionale uitdagingen en verschillen van de transitie naar een duurzame, klimaatneutrale, sociaal evenwichtige en inclusieve circulaire economie aan te pakken, waarbij de resterende broeikasgasemissies worden gecompenseerd door equivalente absorpties.

__________________ __________________

AM\1206333NL.docx 5/102 PE652.545v01-00

NL

11 COM(2019) 640 final van 11.12.2019. 11 COM(2019) 640 final van 11.12.2019.12 COM(2020) 21 van 14.1.2020. 12 COM(2020) 21 van 14.1.2020.

Or. en

Amendement 63Eero HeinäluomaVoorstel voor een verordeningOverweging 1



(1) Het regelgevingskader voor het cohesiebeleid van de Unie voor de periode 2021-2027 – in de context van het volgende meerjarig financieel kader – draagt bij tot de nakoming van de verbintenissen van de Unie om de Overeenkomst van Parijs en de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties uit te voeren door de EU-financiering op groene doelstellingen en de doelstellingen van de Europese pijler van sociale rechten te concentreren. Deze verordening voert een van de in de mededeling over de Europese Green Deal (“de Europese Green Deal”)11 beschreven prioriteiten uit en maakt deel uit van het investeringsplan voor een duurzaam Europa12, dat in specifieke financiering uit hoofde van het mechanisme voor een rechtvaardige transitie in het kader van het cohesiebeleid voorziet om de economische en sociale kosten van de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie aan te pakken, waarbij de resterende broeikasgasemissies worden gecompenseerd door equivalente absorpties.


Or. en

PE652.545v01-00 6/102 AM\1206333NL.docx

NL

Amendement 64Eva Maydell, Lídia PereiraVoorstel voor een verordeningOverweging 1



(1) Het regelgevingskader voor het cohesiebeleid van de Unie voor de periode 2021-2027 – in de context van het volgende meerjarig financieel kader – draagt bij tot de nakoming van de verbintenissen van de Unie om de Overeenkomst van Parijs en de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties uit te voeren door de EU-financiering op groene doelstellingen te concentreren. Deze verordening voert een van de in de mededeling over de Europese Green Deal (“de Europese Green Deal”)11 beschreven prioriteiten uit en maakt deel uit van het investeringsplan voor een duurzaam Europa12, dat in specifieke financiering uit hoofde van het mechanisme voor een rechtvaardige transitie in het kader van het cohesiebeleid voorziet om de economische en sociale kosten van de energietransitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie aan te pakken, waarbij de resterende broeikasgasemissies worden gecompenseerd door equivalente absorpties.


Or. en

Amendement 65Isabel Benjumea Benjumea, José Manuel García-Margallo y MarfilVoorstel voor een verordeningOverweging 1 bis (nieuw)


(1 bis) Na de presentatie van de

AM\1206333NL.docx 7/102 PE652.545v01-00

NL

prioriteiten van de Europese Commissie aan het begin van de zittingsperiode, heeft de Europese Unie, samen met de rest van de wereld, te maken gehad met de COVID-19-pandemie en de gezondheids- en economische gevolgen daarvan. Dit moet leiden tot een heroverweging van deze doelstellingen op korte en middellange termijn, waarbij voorrang wordt gegeven aan het stimuleren van een economie die zwaar is getroffen door de gevolgen van de pandemie en aan de noodsituaties op gezondheids- en sociaal gebied die daardoor zijn veroorzaakt. In die zin moet prioriteit worden gegeven aan economische ontwikkeling en het scheppen van banen.

Or. es



(2) De transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie vormt een van de belangrijkste beleidsdoelstellingen van de Unie. Op 12 december 2019 heeft de Europese Raad zijn goedkeuring gehecht aan de doelstelling om tegen 2050 een klimaatneutrale Unie tot stand te brengen in overeenstemming met de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs. Hoewel de strijd tegen de klimaatverandering en de achteruitgang van het milieu op lange termijn iedereen ten goede zal komen en op middellange termijn iedereen kansen en uitdagingen biedt, starten de regio’s en de lidstaten hun transitie niet allemaal vanaf hetzelfde beginpunt en beschikken ze niet allemaal over dezelfde capaciteit om maatregelen te nemen. Sommige zijn verder gevorderd dan andere en de transitie heeft een groter sociaal en economisch effect op regio’s die sterk afhankelijk zijn

(2) De transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie vormt een van de belangrijkste beleidsdoelstellingen van de Unie. Op 12 december 2019 heeft de Europese Raad zijn goedkeuring gehecht aan de doelstelling om tegen 2050 een klimaatneutrale Unie tot stand te brengen in overeenstemming met de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs. Om deze doelstellingen te behalen, is het van cruciaal belang ervoor te zorgen dat de benchmarks en indicatoren voor het meten van de vooruitgang van uit hoofde van het JTF gefinancierde programma’s zich op het juiste ambitieniveau bevinden om het doel te bereiken. Dit vraagt om niet-lineaire, exponentiële verbeteringen van de inspanningen op het gebied van de transitie en een op wetenschap gebaseerde, terugkijkende benadering om het ambitieniveau te verhogen ter

PE652.545v01-00 8/102 AM\1206333NL.docx

NL

van fossiele brandstoffen — vooral steenkool, bruinkool, turf en olieschalie — of broeikasgasintensieve industrieën. Een dergelijke situatie brengt niet alleen het risico mee dat de transitie in de Unie op het gebied van klimaatactie niet overal even snel verloopt, maar ook dat de verschillen tussen de regio’s toenemen, waardoor de doelstellingen van sociale, economische en territoriale cohesie in het gedrang komen.

voorkoming van niet-recupereerbare investeringen en lock-in-effecten in de economie. Hoewel de strijd tegen de klimaatverandering en de achteruitgang van het milieu op lange termijn iedereen ten goede zal komen en op middellange termijn iedereen kansen en uitdagingen biedt, starten de regio’s en de lidstaten hun transitie niet allemaal vanaf hetzelfde beginpunt en beschikken ze niet allemaal over dezelfde capaciteit om maatregelen te nemen. Sommige zijn verder gevorderd dan andere en de transitie heeft een groter sociaal en economisch effect op regio’s die sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen – vooral steenkool, bruinkool, turf en olieschalie – of broeikasgasintensieve industrieën. Een dergelijke situatie brengt niet alleen het risico mee dat de transitie in de Unie op het gebied van klimaatactie niet overal even snel verloopt, maar ook dat de verschillen tussen de regio’s toenemen, waardoor de doelstellingen van sociale, economische en territoriale cohesie in het gedrang komen.

Or. en

Amendement 67Eva MaydellVoorstel voor een verordeningOverweging 2


(2) De transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie vormt een van de belangrijkste beleidsdoelstellingen van de Unie. Op 12 december 2019 heeft de Europese Raad zijn goedkeuring gehecht aan de doelstelling om tegen 2050 een klimaatneutrale Unie tot stand te brengen in overeenstemming met de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs. Hoewel de strijd tegen de klimaatverandering en de achteruitgang van het milieu op lange termijn iedereen ten goede zal komen en op middellange termijn iedereen kansen en

(2) De transitie naar een duurzame, klimaatneutrale en circulaire economie vormt een van de belangrijkste beleidsdoelstellingen van de Unie. Op 12 december 2019 heeft de Europese Raad zijn goedkeuring gehecht aan de doelstelling om tegen 2050 een klimaatneutrale Unie tot stand te brengen in overeenstemming met de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs. Hoewel de strijd tegen de klimaatverandering en de achteruitgang van het milieu op lange termijn iedereen ten goede zal komen en op middellange termijn iedereen kansen en

AM\1206333NL.docx 9/102 PE652.545v01-00

NL

uitdagingen biedt, starten de regio’s en de lidstaten hun transitie niet allemaal vanaf hetzelfde beginpunt en beschikken ze niet allemaal over dezelfde capaciteit om maatregelen te nemen. Sommige zijn verder gevorderd dan andere en de transitie heeft een groter sociaal en economisch effect op regio’s die sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen — vooral steenkool, bruinkool, turf en olieschalie — of broeikasgasintensieve industrieën. Een dergelijke situatie brengt niet alleen het risico mee dat de transitie in de Unie op het gebied van klimaatactie niet overal even snel verloopt, maar ook dat de verschillen tussen de regio’s toenemen, waardoor de doelstellingen van sociale, economische en territoriale cohesie in het gedrang komen.

uitdagingen biedt, starten de regio’s en de lidstaten hun transitie niet allemaal vanaf hetzelfde beginpunt en beschikken ze niet allemaal over dezelfde capaciteit om maatregelen te nemen. Sommige zijn verder gevorderd dan andere en de energietransitie heeft een groter sociaal en economisch effect op regio’s die sterk afhankelijk zijn van vaste fossiele brandstoffen – vooral steenkool, bruinkool, turf en olieschalie – of broeikasgasintensieve industrieën. Een dergelijke situatie brengt niet alleen het risico mee dat de transitie in de Unie op het gebied van klimaatactie niet overal even snel verloopt, maar ook dat de verschillen tussen de regio’s toenemen, waardoor de doelstellingen van sociale, economische en territoriale cohesie in het gedrang komen. De lidstaten moeten de nodige tijd krijgen om de best mogelijke resultaten te behalen in overeenstemming met de EU-doelstelling van koolstofneutraliteit tegen 2050 en om te voorkomen dat regio’s achterblijven.

Or. en

Amendement 68Frances FitzgeraldVoorstel voor een verordeningOverweging 2


(2) De transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie vormt een van de belangrijkste beleidsdoelstellingen van de Unie. Op 12 december 2019 heeft de Europese Raad zijn goedkeuring gehecht aan de doelstelling om tegen 2050 een klimaatneutrale Unie tot stand te brengen in overeenstemming met de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs. Hoewel de strijd tegen de klimaatverandering en de achteruitgang van het milieu op lange termijn iedereen ten goede zal komen en op middellange termijn iedereen kansen en

(2) De transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie vormt een van de belangrijkste beleidsdoelstellingen van de Unie. Op 12 december 2019 heeft de Europese Raad zijn goedkeuring gehecht aan de doelstelling om tegen 2050 een klimaatneutrale Unie tot stand te brengen in overeenstemming met de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs. Dit vergt aanzienlijke nieuwe investeringen, met name in nieuwe en innovatieve technologieën. Hoewel de strijd tegen de klimaatverandering en de achteruitgang

PE652.545v01-00 10/102 AM\1206333NL.docx

NL

uitdagingen biedt, starten de regio’s en de lidstaten hun transitie niet allemaal vanaf hetzelfde beginpunt en beschikken ze niet allemaal over dezelfde capaciteit om maatregelen te nemen. Sommige zijn verder gevorderd dan andere en de transitie heeft een groter sociaal en economisch effect op regio’s die sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen — vooral steenkool, bruinkool, turf en olieschalie — of broeikasgasintensieve industrieën. Een dergelijke situatie brengt niet alleen het risico mee dat de transitie in de Unie op het gebied van klimaatactie niet overal even snel verloopt, maar ook dat de verschillen tussen de regio’s toenemen, waardoor de doelstellingen van sociale, economische en territoriale cohesie in het gedrang komen.

van het milieu op lange termijn iedereen ten goede zal komen en op middellange termijn iedereen kansen en uitdagingen biedt, starten de regio’s en de lidstaten hun transitie niet allemaal vanaf hetzelfde beginpunt en beschikken ze niet allemaal over dezelfde capaciteit om maatregelen te nemen. Sommige zijn verder gevorderd dan andere en de transitie heeft een groter sociaal en economisch effect op regio’s die sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen – vooral steenkool, bruinkool, turf en olieschalie – of broeikasgasintensieve industrieën. Een dergelijke situatie brengt niet alleen het risico mee dat de transitie in de Unie op het gebied van klimaatactie niet overal even snel verloopt, maar ook dat de verschillen tussen de regio’s toenemen, waardoor de doelstellingen van sociale, economische en territoriale cohesie in het gedrang komen.

Or. en

Amendement 69Ondřej Kovařík, Martin Hlaváček, Dragoș Pîslaru, Billy KelleherVoorstel voor een verordeningOverweging 2


(2) De transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie vormt een van de belangrijkste beleidsdoelstellingen van de Unie. Op 12 december 2019 heeft de Europese Raad zijn goedkeuring gehecht aan de doelstelling om tegen 2050 een klimaatneutrale Unie tot stand te brengen in overeenstemming met de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs. Hoewel de strijd tegen de klimaatverandering en de achteruitgang van het milieu op lange termijn iedereen ten goede zal komen en op middellange termijn iedereen kansen en uitdagingen biedt, starten de regio’s en de lidstaten hun transitie niet allemaal vanaf hetzelfde beginpunt en beschikken ze niet allemaal over dezelfde capaciteit om

(2) De transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie vormt een van de belangrijkste beleidsdoelstellingen van de Unie. Op 12 december 2019 heeft de Europese Raad zijn goedkeuring gehecht aan de doelstelling om tegen 2050 een klimaatneutrale Unie tot stand te brengen in overeenstemming met de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs. Hoewel de strijd tegen de klimaatverandering en de achteruitgang van het milieu op lange termijn iedereen ten goede zal komen en op middellange termijn iedereen kansen en uitdagingen biedt, starten de regio’s en de lidstaten hun transitie niet allemaal vanaf hetzelfde beginpunt en beschikken ze niet allemaal over dezelfde capaciteit om

AM\1206333NL.docx 11/102 PE652.545v01-00

NL

maatregelen te nemen. Sommige zijn verder gevorderd dan andere en de transitie heeft een groter sociaal en economisch effect op regio’s die sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen — vooral steenkool, bruinkool, turf en olieschalie — of broeikasgasintensieve industrieën. Een dergelijke situatie brengt niet alleen het risico mee dat de transitie in de Unie op het gebied van klimaatactie niet overal even snel verloopt, maar ook dat de verschillen tussen de regio’s toenemen, waardoor de doelstellingen van sociale, economische en territoriale cohesie in het gedrang komen.

maatregelen te nemen. Sommige zijn verder gevorderd dan andere en de transitie heeft een groter sociaal en economisch effect op regio’s die sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen, vooral steenkool, bruinkool, turf en olieschalie, van broeikasgasintensieve industrieën of van industrieën waarvan de producten het effect ondervinden van de transitie naar klimaatneutraliteit in de EU. Een dergelijke situatie brengt niet alleen het risico mee dat de transitie in de Unie op het gebied van klimaatactie niet overal even snel verloopt, maar ook dat de verschillen tussen de regio’s toenemen, waardoor de doelstellingen van sociale, economische en territoriale cohesie in het gedrang komen.

Or. en



(2) De transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie vormt een van de belangrijkste beleidsdoelstellingen van de Unie. Op 12 december 2019 heeft de Europese Raad zijn goedkeuring gehecht aan de doelstelling om tegen 2050 een klimaatneutrale Unie tot stand te brengen in overeenstemming met de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs. Hoewel de strijd tegen de klimaatverandering en de achteruitgang van het milieu op lange termijn iedereen ten goede zal komen en op middellange termijn iedereen kansen en uitdagingen biedt, starten de regio’s en de lidstaten hun transitie niet allemaal vanaf hetzelfde beginpunt en beschikken ze niet allemaal over dezelfde capaciteit om maatregelen te nemen. Sommige zijn verder gevorderd dan andere en de transitie heeft een groter sociaal en economisch effect op regio’s die sterk afhankelijk zijn

(2) De transitie naar een klimaatneutrale, circulaire en mondiaal concurrerende economie vormt een van de belangrijkste beleidsdoelstellingen van de Unie. Op 12 december 2019 heeft de Europese Raad bijvoorbeeld door middel van de nieuwe Green Deal zijn goedkeuring gehecht aan de doelstelling om tegen 2050 een klimaatneutrale Unie tot stand te brengen in overeenstemming met de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs. Hoewel de strijd tegen de klimaatverandering en de achteruitgang van het milieu op lange termijn iedereen ten goede zal komen en op middellange termijn iedereen kansen en uitdagingen biedt, starten de regio’s en de lidstaten hun transitie niet allemaal vanaf hetzelfde beginpunt en beschikken ze niet allemaal over dezelfde capaciteit om maatregelen te nemen. Sommige zijn verder gevorderd dan andere en de transitie

PE652.545v01-00 12/102 AM\1206333NL.docx

NL

van fossiele brandstoffen — vooral steenkool, bruinkool, turf en olieschalie — of broeikasgasintensieve industrieën. Een dergelijke situatie brengt niet alleen het risico mee dat de transitie in de Unie op het gebied van klimaatactie niet overal even snel verloopt, maar ook dat de verschillen tussen de regio’s toenemen, waardoor de doelstellingen van sociale, economische en territoriale cohesie in het gedrang komen.

heeft een groter sociaal en economisch effect op regio’s die sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen – vooral steenkool, bruinkool, turf en olieschalie – of broeikasgasintensieve industrieën. Een dergelijke situatie brengt niet alleen het risico mee dat de transitie in de Unie op het gebied van klimaatactie niet overal even snel verloopt, maar ook dat de verschillen tussen de regio’s toenemen, waardoor de doelstellingen van sociale, economische en territoriale cohesie in het gedrang komen.

Or. en



(2) De transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie vormt een van de belangrijkste beleidsdoelstellingen van de Unie. Op 12 december 2019 heeft de Europese Raad zijn goedkeuring gehecht aan de doelstelling om tegen 2050 een klimaatneutrale Unie tot stand te brengen in overeenstemming met de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs. Hoewel de strijd tegen de klimaatverandering en de achteruitgang van het milieu op lange termijn iedereen ten goede zal komen en op middellange termijn iedereen kansen en uitdagingen biedt, starten de regio’s en de lidstaten hun transitie niet allemaal vanaf hetzelfde beginpunt en beschikken ze niet allemaal over dezelfde capaciteit om maatregelen te nemen. Sommige zijn verder gevorderd dan andere en de transitie heeft een groter sociaal en economisch effect op regio’s die sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen — vooral steenkool, bruinkool, turf en olieschalie — of broeikasgasintensieve industrieën. Een dergelijke situatie brengt niet alleen het

(2) De transitie naar een duurzame, klimaatneutrale, sociaal evenwichtige en inclusieve circulaire economie vormt een van de belangrijkste beleidsdoelstellingen van de Unie. Op 12 december 2019 heeft de Europese Raad zijn goedkeuring gehecht aan de doelstelling om tegen 2050 een klimaatneutrale Unie tot stand te brengen in overeenstemming met de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs. Hoewel de strijd tegen de klimaatverandering en de achteruitgang van het milieu op lange termijn iedereen ten goede zal komen en op middellange termijn iedereen kansen en uitdagingen biedt, starten de regio’s en de lidstaten hun transitie niet allemaal vanaf hetzelfde beginpunt en beschikken ze niet allemaal over dezelfde capaciteit om maatregelen te nemen. Sommige zijn verder gevorderd dan andere en de transitie heeft een groter sociaal en economisch effect op regio’s die sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen – vooral steenkool, bruinkool, turf en olieschalie – of broeikasgasintensieve industrieën. Een

AM\1206333NL.docx 13/102 PE652.545v01-00

NL

risico mee dat de transitie in de Unie op het gebied van klimaatactie niet overal even snel verloopt, maar ook dat de verschillen tussen de regio’s toenemen, waardoor de doelstellingen van sociale, economische en territoriale cohesie in het gedrang komen.

dergelijke situatie brengt niet alleen het risico mee dat de transitie in de Unie op het gebied van klimaatactie niet overal even snel verloopt, maar ook dat de verschillen tussen de regio’s toenemen, waardoor de doelstellingen van sociale, economische en territoriale cohesie in het gedrang komen.

Or. en

Amendement 72Clara Ponsatí ObiolsVoorstel voor een verordeningOverweging 2


(2) De transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie vormt een van de belangrijkste beleidsdoelstellingen van de Unie. Op 12 december 2019 heeft de Europese Raad zijn goedkeuring gehecht aan de doelstelling om tegen 2050 een klimaatneutrale Unie tot stand te brengen in overeenstemming met de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs. Hoewel de strijd tegen de klimaatverandering en de achteruitgang van het milieu op lange termijn iedereen ten goede zal komen en op middellange termijn iedereen kansen en uitdagingen biedt, starten de regio’s en de lidstaten hun transitie niet allemaal vanaf hetzelfde beginpunt en beschikken ze niet allemaal over dezelfde capaciteit om maatregelen te nemen. Sommige zijn verder gevorderd dan andere en de transitie heeft een groter sociaal en economisch effect op regio’s die sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen — vooral steenkool, bruinkool, turf en olieschalie — of broeikasgasintensieve industrieën. Een dergelijke situatie brengt niet alleen het risico mee dat de transitie in de Unie op het gebied van klimaatactie niet overal even snel verloopt, maar ook dat de verschillen tussen de regio’s toenemen, waardoor de doelstellingen van sociale, economische en territoriale cohesie in het gedrang komen.

(2) De transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie vormt een verplichte doelstelling die tot de belangrijkste beleidsdoelstellingen van de Unie behoort. Op 12 december 2019 heeft de Europese Raad zijn goedkeuring gehecht aan de doelstelling om tegen 2050 een klimaatneutrale Unie tot stand te brengen in overeenstemming met de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs. Hoewel de strijd tegen de klimaatverandering en de achteruitgang van het milieu op lange termijn iedereen ten goede zal komen en op middellange termijn iedereen kansen en uitdagingen biedt, starten de regio’s en de lidstaten hun transitie niet allemaal vanaf hetzelfde beginpunt en beschikken ze niet allemaal over dezelfde capaciteit om maatregelen te nemen. Sommige zijn verder gevorderd dan andere en de transitie heeft een groter sociaal en economisch effect op regio’s die sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen – vooral steenkool, bruinkool, turf en olieschalie – of broeikasgasintensieve industrieën. Een dergelijke situatie brengt niet alleen het risico mee dat de transitie in de Unie op het gebied van klimaatactie niet overal even snel verloopt, maar ook dat de verschillen tussen de regio’s toenemen, waardoor de doelstellingen van sociale, economische en

PE652.545v01-00 14/102 AM\1206333NL.docx

NL

territoriale cohesie in het gedrang komen.

Or. en

Amendement 73Maximilian Krah, Gunnar Beck, Francesca DonatoVoorstel voor een verordeningOverweging 2


(2) De transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie vormt een van de belangrijkste beleidsdoelstellingen van de Unie. Op 12 december 2019 heeft de Europese Raad zijn goedkeuring gehecht aan de doelstelling om tegen 2050 een klimaatneutrale Unie tot stand te brengen in overeenstemming met de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs. Hoewel de strijd tegen de klimaatverandering en de achteruitgang van het milieu op lange termijn iedereen ten goede zal komen en op middellange termijn iedereen kansen en uitdagingen biedt, starten de regio’s en de lidstaten hun transitie niet allemaal vanaf hetzelfde beginpunt en beschikken ze niet allemaal over dezelfde capaciteit om maatregelen te nemen. Sommige zijn verder gevorderd dan andere en de transitie heeft een groter sociaal en economisch effect op regio’s die sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen — vooral steenkool, bruinkool, turf en olieschalie — of broeikasgasintensieve industrieën. Een dergelijke situatie brengt niet alleen het risico mee dat de transitie in de Unie op het gebied van klimaatactie niet overal even snel verloopt, maar ook dat de verschillen tussen de regio’s toenemen, waardoor de doelstellingen van sociale, economische en territoriale cohesie in het gedrang komen.

(2) De transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie vormt een van de belangrijkste beleidsdoelstellingen van de Unie. Op 12 december 2019 heeft de Europese Raad zijn goedkeuring gehecht aan de doelstelling om tegen 2050 een klimaatneutrale Unie tot stand te brengen in overeenstemming met de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs. Hoewel de strijd tegen de klimaatverandering en de achteruitgang van het milieu op lange termijn iedereen ten goede zal komen en op middellange termijn iedereen kansen en uitdagingen biedt maar ook schade berokkent, starten de regio’s en de lidstaten hun transitie niet allemaal vanaf hetzelfde beginpunt en beschikken ze niet allemaal over dezelfde capaciteit om maatregelen te nemen. Sommige zijn verder gevorderd dan andere en de transitie heeft een groter sociaal en economisch effect op regio’s die sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen – vooral steenkool, bruinkool, turf en olieschalie – of broeikasgasintensieve industrieën. Een dergelijke situatie brengt niet alleen het risico mee dat de transitie in de Unie op het gebied van klimaatactie niet overal even snel verloopt, maar ook dat de verschillen tussen de regio’s toenemen, waardoor de doelstellingen van sociale, economische en territoriale cohesie in het gedrang komen.

Or. en

AM\1206333NL.docx 15/102 PE652.545v01-00

NL

Amendement 74Roberts Zīle, Bogdan RzońcaVoorstel voor een verordeningOverweging 2 bis (nieuw)


(2 bis) Aangezien de COVID-19-pandemie heeft geleid tot ongeziene uitdagingen op sociaal en werkloosheidsgebied in de gehele Unie, moet bij het mechanisme voor een rechtvaardige transitie de komende twee jaar, terwijl de doelstellingen van de Europese Green Deal worden gerealiseerd, een evenwicht worden gevonden tussen het uitvoeren van de initiatieven van de Green Deal en het aanpakken van sociaaleconomische gevolgen om de risico’s en verschillen op sociaal en werkloosheidsgebied tussen de regio’s niet te vergroten.

Or. en

Amendement 75Isabel Benjumea Benjumea, José Manuel García-Margallo y MarfilVoorstel voor een verordeningOverweging 3


(3) De transitie kan alleen slagen als ze eerlijk en sociaal aanvaardbaar is voor iedereen. Daarom moeten zowel de Unie als de lidstaten vanaf het begin rekening houden met de economische en sociale gevolgen ervan en alle mogelijke instrumenten inzetten om negatieve gevolgen te verzachten. De begroting van de Unie speelt daarbij een belangrijke rol.

(3) De transitie kan alleen slagen als ze eerlijk en sociaal aanvaardbaar is voor iedereen, waarbij ze uiteindelijk bijdraagt tot de economische ontwikkeling van de Europese Unie, met eerbiediging van de grondbeginselen, zoals het internemarktbeleid. Daarom moeten zowel de Unie als de lidstaten vanaf het begin rekening houden met de economische en sociale gevolgen ervan en alle mogelijke instrumenten inzetten om negatieve gevolgen te verzachten, en derhalve rekening houden met de personen die bijzonder door dit beleid worden getroffen, namelijk jongeren en ouderen. De begroting van de Unie speelt daarbij

PE652.545v01-00 16/102 AM\1206333NL.docx

NL

een belangrijke rol.

Or. es




(3) De transitie kan alleen slagen als ze eerlijk en sociaal aanvaardbaar is voor iedereen. Daarom moeten zowel de Unie als de lidstaten vanaf het begin rekening houden met de economische en sociale gevolgen ervan en alle mogelijke instrumenten inzetten om negatieve gevolgen te verzachten. De in de hand gehouden en rechtvaardige transitie heeft tot doel economische neergang in de meest bedreigde regio’s te voorkomen en tegelijkertijd de vooruitzichten op economische ontwikkeling in deze regio’s niet te ondermijnen. De begroting van de Unie speelt daarbij een belangrijke rol.

Or. en




(3) De transitie kan alleen slagen als ze eerlijk, duurzaam en sociaal inclusief is, met volledige eerbiediging van de arbeidsrechten, waarbij werkloosheid en sociaaleconomische marginalisering wordt voorkomen. Daarom moeten zowel de Unie als de lidstaten vanaf het begin rekening houden met de economische, sociale en regionale gevolgen ervan en alle mogelijke instrumenten inzetten om negatieve gevolgen te verzachten. De begroting van de Unie moet daarbij een

AM\1206333NL.docx 17/102 PE652.545v01-00

NL

belangrijke rol spelen.

Or. en




(3) De transitie kan alleen slagen als ze eerlijk, inclusief en sociaal aanvaardbaar is voor iedereen en bijdraagt tot het scheppen van hoogwaardige banen en het uitbannen van armoede. Daarom moeten zowel de Unie als de lidstaten vanaf het begin rekening houden met de economische en sociale gevolgen ervan en alle mogelijke instrumenten inzetten om negatieve gevolgen te verzachten. De begroting van de Unie speelt daarbij een belangrijke rol.

Or. en




(3) De transitie kan alleen slagen als ze eerlijk en sociaal aanvaardbaar is voor iedereen, waarbij rekening wordt gehouden met economische efficiëntie, energiezekerheid en betaalbaarheid van de energie. Daarom moeten zowel de Unie als de lidstaten vanaf het begin rekening houden met de economische en sociale gevolgen ervan en alle mogelijke instrumenten inzetten om negatieve gevolgen te verzachten. De begroting van de Unie speelt daarbij een belangrijke rol.

Or. en

PE652.545v01-00 18/102 AM\1206333NL.docx

NL




(3) De transitie kan alleen slagen als ze eerlijk en sociaal aanvaardbaar is voor iedereen. Daarom moeten zowel de Unie als de lidstaten vanaf het begin rekening houden met de economische en sociale gevolgen ervan en alle mogelijke instrumenten inzetten om negatieve gevolgen te verzachten en stabiele en kwaliteitsvolle werkgelegenheid te bevorderen. De begroting van de Unie speelt daarbij een belangrijke rol.

Or. en




(3) De transitie kan alleen slagen als ze ongelijkheden vermindert en eerlijk en sociaal aanvaardbaar is voor iedereen. Daarom moeten zowel de Unie als de lidstaten vanaf het begin rekening houden met de economische en sociale gevolgen ervan en alle mogelijke instrumenten inzetten om negatieve gevolgen te verzachten. De begroting van de Unie speelt daarbij een belangrijke rol.

Or. en



(3) De transitie kan alleen slagen als ze (3) De transitie kan alleen slagen als ze

AM\1206333NL.docx 19/102 PE652.545v01-00

NL

eerlijk en sociaal aanvaardbaar is voor iedereen. Daarom moeten zowel de Unie als de lidstaten vanaf het begin rekening houden met de economische en sociale gevolgen ervan en alle mogelijke instrumenten inzetten om negatieve gevolgen te verzachten. De begroting van de Unie speelt daarbij een belangrijke rol.

eerlijk en sociaal aanvaardbaar is voor iedereen. Daarom moeten zowel de Unie als de lidstaten vanaf het begin rekening houden met de economische, milieu- en sociale gevolgen ervan en alle mogelijke instrumenten inzetten om negatieve gevolgen te verzachten. De begroting van de Unie speelt daarbij een belangrijke rol.

Or. en




(3) De transitie kan alleen slagen als ze eerlijk en sociaal aanvaardbaar is voor iedereen. Daarom moeten zowel de Unie als de lidstaten vanaf het begin rekening houden met de economische en sociale gevolgen ervan en alle mogelijke instrumenten inzetten om negatieve gevolgen te verzachten, gezien de begroting van de Unie afkomstig is van de Europese belastingbetaler.

Or. en

Amendement 84Sirpa PietikäinenVoorstel voor een verordeningOverweging 3 bis (nieuw)


(3 bis) De transitie naar een koolstofneutrale economie vormt ook een kans om meer banen te creëren. Volgens de evaluatie van de Europese Commissie van 2019 over de ontwikkelingen op het gebied van werkgelegenheid en op sociaal gebied in Europa zal de transitie naar een koolstofneutrale economie zorgen voor meer beschikbare banen. De transitie zal naar verwachting zorgen voor 1,2 miljoen extra banen in de EU tegen 2030, in

PE652.545v01-00 20/102 AM\1206333NL.docx

NL

aanvulling op de 12 miljoen nieuwe banen die reeds verwacht zijn. Volgens de Commissie kan de huidige polarisatie op de arbeidsmarkt, die het gevolg is van automatisering en digitalisering, door de transitie worden verzacht doordat banen worden gecreëerd die zich qua loon- en vaardigheidsverdeling ergens in het midden bevinden, met name in de bouw en de industrie.

Or. en

Amendement 85Clara Ponsatí ObiolsVoorstel voor een verordeningOverweging 3 bis (nieuw)


(3 bis) Deze transitie zal leiden tot de digitalisering van verschillende sectoren en productieprocessen. De Unie is vastbesloten ervoor te zorgen dat geen enkele lidstaat of onderneming van deze digitalisering profiteert om de fundamentele rechten en vrijheden van burgers te ondermijnen.

Or. en



(4) Zoals uiteengezet in de Europese Green Deal en het investeringsplan voor een duurzaam Europa, moet een mechanisme voor een rechtvaardige transitie de andere acties aanvullen in het kader van het volgende meerjarig financieel kader voor de periode 2021-2027. Het mechanisme moet de sociale en economische gevolgen van de transitie naar klimaatneutraliteit in de Unie helpen

(4) Een rechtvaardige transitie moet het voorwerp zijn van een horizontale beleidsbenadering in het nieuwe MFK voor 2021-2027 en dus voldoende worden gefinancierd. Zoals uiteengezet in de Europese Green Deal en het investeringsplan voor een duurzaam Europa, mag een mechanisme voor een rechtvaardige transitie niet worden beschouwd als een op zichzelf staand

AM\1206333NL.docx 21/102 PE652.545v01-00

NL

aanpakken door de begrotingsuitgaven van de Unie voor sociale en klimaatdoelstellingen op regionaal niveau samen te brengen.

financieringsinstrument, maar moet het de andere acties aanvullen in het kader van het volgende meerjarig financieel kader voor de periode 2021-2027, waarbij een eerlijke transitie naar klimaatneutraliteit voor iedereen wordt gewaarborgd. Het mechanisme moet de sociale, economische en regionale gevolgen van de transitie naar klimaatneutraliteit in de Unie helpen aanpakken door de begrotingsuitgaven van de Unie voor sociale en klimaatdoelstellingen op regionaal niveau samen te brengen.

Or. en

Amendement 87Aurore Lalucq, Nora MebarekVoorstel voor een verordeningOverweging 4


(4) Zoals uiteengezet in de Europese Green Deal en het investeringsplan voor een duurzaam Europa, moet een mechanisme voor een rechtvaardige transitie de andere acties aanvullen in het kader van het volgende meerjarig financieel kader voor de periode 2021-2027. Het mechanisme moet de sociale en economische gevolgen van de transitie naar klimaatneutraliteit in de Unie helpen aanpakken door de begrotingsuitgaven van de Unie voor sociale en klimaatdoelstellingen op regionaal niveau samen te brengen.

(4) Zoals uiteengezet in de Europese Green Deal en het investeringsplan voor een duurzaam Europa, moet een mechanisme voor een rechtvaardige transitie de andere acties aanvullen in het kader van het volgende meerjarig financieel kader voor de periode 2021-2027. Het mechanisme moet de sociale en economische gevolgen van de transitie naar klimaatneutraliteit in de Unie helpen aanpakken door de begrotingsuitgaven van de Unie voor sociale en klimaatdoelstellingen op regionaal niveau samen te brengen en door bij te dragen aan een robuuste en duurzame economie, groene banen en positieve gevolgen voor de volksgezondheid.

Or. en


PE652.545v01-00 22/102 AM\1206333NL.docx

NL



(4) Zoals uiteengezet in de Europese Green Deal en het investeringsplan voor een duurzaam Europa, moet een mechanisme voor een rechtvaardige transitie de andere acties aanvullen in het kader van het volgende meerjarig financieel kader voor de periode 2021-2027. Het mechanisme moet de sociale en economische gevolgen van de transitie naar klimaatneutraliteit in de Unie helpen aanpakken door de begrotingsuitgaven van de Unie voor sociale en klimaatdoelstellingen op regionaal niveau samen te brengen. De Green Deal mag niet tot onevenredige extra financiële lasten voor de Europese industrie en kmo’s leiden.

Or. en

Amendement 89Carmen AvramVoorstel voor een verordeningOverweging 4



(4) Zoals uiteengezet in de Europese Green Deal en het investeringsplan voor een duurzaam Europa, moet een mechanisme voor een rechtvaardige transitie de andere acties aanvullen in het kader van het volgende meerjarig financieel kader voor de periode 2021-2027. Het mechanisme moet de sociale en economische gevolgen van de transitie naar klimaatneutraliteit in de Unie helpen aanpakken, in het bijzonder met het oog op de gebieden en lidstaten die het meest getroffen zijn door de transitie naar een energiemix, door de begrotingsuitgaven van de Unie voor sociale en klimaatdoelstellingen op regionaal niveau samen te brengen.

AM\1206333NL.docx 23/102 PE652.545v01-00

NL

Or. en




(4) Zoals uiteengezet in de Europese Green Deal en het investeringsplan voor een duurzaam Europa, moet een mechanisme voor een rechtvaardige transitie de andere acties aanvullen in het kader van het volgende meerjarig financieel kader voor de periode 2021-2027. Het mechanisme moet de sociale en economische gevolgen van de transitie naar klimaatneutraliteit in de Unie tegen 2050 helpen aanpakken en alle andere milieudoelstellingen van de Unie helpen behalen door de begrotingsuitgaven van de Unie voor sociale en klimaatdoelstellingen op regionaal niveau samen te brengen.

Or. en



(5) Bij deze verordening wordt het Fonds voor een rechtvaardige transitie (“JTF”) opgericht, een van de pijlers van het mechanisme voor een rechtvaardige transitie, dat in het kader van het cohesiebeleid wordt geïmplementeerd. Doel van het JTF is de negatieve gevolgen van de klimaattransitie te verzachten door steun te verlenen aan de meest getroffen gebieden en werknemers. Overeenkomstig de specifieke doelstellingen van het JTF moeten de door het JTF gesteunde acties het effect van de transitie rechtstreeks helpen temperen door de diversificatie en de modernisering van de lokale economie

(5) Bij deze verordening wordt het Fonds voor een rechtvaardige transitie (“JTF”) opgericht, een van de pijlers van het mechanisme voor een rechtvaardige transitie, dat in het kader van het cohesiebeleid wordt geïmplementeerd. Doel van het JTF is de negatieve gevolgen van de klimaattransitie te verzachten door steun te verlenen aan de meest getroffen gebieden en werknemers, door te zorgen voor de introductie van nieuwe, innovatieve openbare en particuliere projecten die duurzaam zijn en andere initiatieven die de lokale economie, het arbeidsleven en particuliere

PE652.545v01-00 24/102 AM\1206333NL.docx

NL

te financieren en de negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid te verzachten. Dit komt tot uiting in de specifieke doelstelling van het JTF, die op hetzelfde niveau is vastgesteld en samen met de in artikel [4] van Verordening (EU) [nieuwe GB-verordening] genoemde beleidsdoelstellingen wordt vermeld.

ondernemingen klimaatneutraal, circulair, niet-toxisch en duurzaam op andere milieugebieden kunnen maken. Overeenkomstig de specifieke doelstellingen van het JTF moeten de door het JTF gesteunde acties het effect van de transitie rechtstreeks helpen temperen door de diversificatie en de modernisering van de lokale economie te financieren en de negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid te verzachten, door middel van onderwijs, omscholing en de financiering van arbeidsintensieve projecten die nieuwe banen creëren, zoals projecten voor duurzame bouw en groene infrastructuur. Dit komt tot uiting in de specifieke doelstelling van het JTF, die op hetzelfde niveau is vastgesteld en samen met de in artikel [4] van Verordening (EU) [nieuwe GB-verordening] genoemde beleidsdoelstellingen wordt vermeld.

Or. en



(5) Bij deze verordening wordt het Fonds voor een rechtvaardige transitie (“JTF”) opgericht, een van de pijlers van het mechanisme voor een rechtvaardige transitie, dat in het kader van het cohesiebeleid wordt geïmplementeerd. Doel van het JTF is de negatieve gevolgen van de klimaattransitie te verzachten door steun te verlenen aan de meest getroffen gebieden en werknemers. Overeenkomstig de specifieke doelstellingen van het JTF moeten de door het JTF gesteunde acties het effect van de transitie rechtstreeks helpen temperen door de diversificatie en de modernisering van de lokale economie te financieren en de negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid te verzachten. Dit

(5) Bij deze verordening wordt het Fonds voor een rechtvaardige transitie (“JTF”) opgericht, een van de pijlers van het mechanisme voor een rechtvaardige transitie, dat in het kader van het cohesiebeleid wordt geïmplementeerd. Doel van het JTF is de sociale, milieu-, economische en regionale uitdagingen van de klimaattransitie te voorkomen en met succes aan te pakken door steun te verlenen aan de meest getroffen gebieden, lokale gemeenschappen en werknemers. Overeenkomstig de specifieke doelstellingen van het JTF moeten de door het JTF gesteunde acties het sociale, milieu-, economische en regionale effect van de transitie rechtstreeks helpen

AM\1206333NL.docx 25/102 PE652.545v01-00

NL

komt tot uiting in de specifieke doelstelling van het JTF, die op hetzelfde niveau is vastgesteld en samen met de in artikel [4] van Verordening (EU) [nieuwe GB-verordening] genoemde beleidsdoelstellingen wordt vermeld.

temperen door de diversificatie en de modernisering van de lokale economie te financieren en de negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid te verzachten door middel van specifieke maatregelen om de lonen, levenskwaliteit en opleiding van werknemers te waarborgen en door geruime tijd vóór het plannen van de uitvoering van de territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie alle betrokken belanghebbenden te raadplegen en het bewustzijn te vergroten. Dit komt tot uiting in de specifieke doelstelling van het JTF, die op hetzelfde niveau is vastgesteld en samen met de in artikel [4] van Verordening (EU) [nieuwe GB-verordening] genoemde beleidsdoelstellingen wordt vermeld.

Or. en



(5) Bij deze verordening wordt het Fonds voor een rechtvaardige transitie (“JTF”) opgericht, een van de pijlers van het mechanisme voor een rechtvaardige transitie, dat in het kader van het cohesiebeleid wordt geïmplementeerd. Doel van het JTF is de negatieve gevolgen van de klimaattransitie te verzachten door steun te verlenen aan de meest getroffen gebieden en werknemers. Overeenkomstig de specifieke doelstellingen van het JTF moeten de door het JTF gesteunde acties het effect van de transitie rechtstreeks helpen temperen door de diversificatie en de modernisering van de lokale economie te financieren en de negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid te verzachten. Dit komt tot uiting in de specifieke doelstelling van het JTF, die op hetzelfde niveau is vastgesteld en samen met de in artikel [4] van Verordening (EU) [nieuwe GB-

(5) Bij deze verordening wordt het Fonds voor een rechtvaardige transitie (“JTF”) opgericht, een van de pijlers van het mechanisme voor een rechtvaardige transitie, dat in het kader van het cohesiebeleid wordt geïmplementeerd. Met het JTF moet ernaar worden gestreefd synergie en complementariteit met de andere twee pijlers van het mechanisme voor een rechtvaardige transitie te creëren. Doel van het JTF is de negatieve gevolgen van de klimaattransitie te verzachten door steun te verlenen aan de meest getroffen gebieden en werknemers en tegelijkertijd het mondiale concurrentievermogen van de EU alsmede de agenda voor het vaststellen van sociale en economische normen te bevorderen. Overeenkomstig de specifieke doelstellingen van het JTF moeten de door het JTF gesteunde acties het effect van de

PE652.545v01-00 26/102 AM\1206333NL.docx

NL

verordening] genoemde beleidsdoelstellingen wordt vermeld.

transitie rechtstreeks helpen temperen door de diversificatie en de modernisering van de lokale economie te financieren en de negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid te verzachten. Dit komt tot uiting in de specifieke doelstelling van het JTF, die op hetzelfde niveau is vastgesteld en samen met de in artikel [4] van Verordening (EU) [nieuwe GB-verordening] genoemde beleidsdoelstellingen wordt vermeld.

Or. en



(5) Bij deze verordening wordt het Fonds voor een rechtvaardige transitie (“JTF”) opgericht, een van de pijlers van het mechanisme voor een rechtvaardige transitie, dat in het kader van het cohesiebeleid wordt geïmplementeerd. Doel van het JTF is de negatieve gevolgen van de klimaattransitie te verzachten door steun te verlenen aan de meest getroffen gebieden en werknemers. Overeenkomstig de specifieke doelstellingen van het JTF moeten de door het JTF gesteunde acties het effect van de transitie rechtstreeks helpen temperen door de diversificatie en de modernisering van de lokale economie te financieren en de negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid te verzachten. Dit komt tot uiting in de specifieke doelstelling van het JTF, die op hetzelfde niveau is vastgesteld en samen met de in artikel [4] van Verordening (EU) [nieuwe GB-verordening] genoemde beleidsdoelstellingen wordt vermeld.

(5) Bij deze verordening wordt het Fonds voor een rechtvaardige transitie (“JTF”) opgericht, een van de pijlers van het mechanisme voor een rechtvaardige transitie, dat in het kader van het cohesiebeleid wordt geïmplementeerd. Het JTF moet gericht zijn op het aanvullen en ontwikkelen van synergieën met de andere pijlers van het mechanisme voor een rechtvaardige transitie om ervoor te zorgen dat alle drie de pijlers dezelfde doelstellingen nastreven. Doel van het JTF is de negatieve gevolgen van de klimaattransitie te verzachten door steun te verlenen aan de meest getroffen gebieden en werknemers. Overeenkomstig de specifieke doelstellingen van het JTF moeten de door het JTF gesteunde acties het effect van de transitie rechtstreeks helpen temperen door de diversificatie en de modernisering van de lokale economie te financieren en de negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid te verzachten. Dit komt tot uiting in de specifieke doelstelling van het JTF, die op hetzelfde niveau is vastgesteld en samen met de in artikel [4] van Verordening (EU) [nieuwe GB-verordening] genoemde

AM\1206333NL.docx 27/102 PE652.545v01-00

NL

beleidsdoelstellingen wordt vermeld.

Or. en

Amendement 95Eva Maydell, Lídia Pereira, Jessica PolfjärdVoorstel voor een verordeningOverweging 5


(5) Bij deze verordening wordt het Fonds voor een rechtvaardige transitie (“JTF”) opgericht, een van de pijlers van het mechanisme voor een rechtvaardige transitie, dat in het kader van het cohesiebeleid wordt geïmplementeerd. Doel van het JTF is de negatieve gevolgen van de klimaattransitie te verzachten door steun te verlenen aan de meest getroffen gebieden en werknemers. Overeenkomstig de specifieke doelstellingen van het JTF moeten de door het JTF gesteunde acties het effect van de transitie rechtstreeks helpen temperen door de diversificatie en de modernisering van de lokale economie te financieren en de negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid te verzachten. Dit komt tot uiting in de specifieke doelstelling van het JTF, die op hetzelfde niveau is vastgesteld en samen met de in artikel [4] van Verordening (EU) [nieuwe GB-verordening] genoemde beleidsdoelstellingen wordt vermeld.

(5) Bij deze verordening wordt het Fonds voor een rechtvaardige transitie (“JTF”) opgericht, een van de pijlers van het mechanisme voor een rechtvaardige transitie, dat in het kader van het cohesiebeleid wordt geïmplementeerd. Doel van het JTF is de negatieve gevolgen van de klimaattransitie te verzachten door steun te verlenen aan de meest getroffen gebieden en werknemers. Overeenkomstig de specifieke doelstellingen van het JTF moeten de door het JTF gesteunde acties het effect van de eerlijke energietransitie rechtstreeks helpen temperen door de diversificatie en de modernisering van de lokale economie te financieren, de negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid te verzachten en de plaatselijke arbeidskrachten bij of om te scholen. Dit komt tot uiting in de specifieke doelstelling van het JTF, die op hetzelfde niveau is vastgesteld en samen met de in artikel [4] van Verordening (EU) [nieuwe GB-verordening] genoemde beleidsdoelstellingen wordt vermeld.

Or. en

Amendement 96Markus FerberVoorstel voor een verordeningOverweging 5


(5) Bij deze verordening wordt het Fonds voor een rechtvaardige transitie (“JTF”) opgericht, een van de pijlers van

(5) Bij deze verordening wordt het Fonds voor een rechtvaardige transitie (“JTF”) opgericht, een van de pijlers van

PE652.545v01-00 28/102 AM\1206333NL.docx

NL

het mechanisme voor een rechtvaardige transitie, dat in het kader van het cohesiebeleid wordt geïmplementeerd. Doel van het JTF is de negatieve gevolgen van de klimaattransitie te verzachten door steun te verlenen aan de meest getroffen gebieden en werknemers. Overeenkomstig de specifieke doelstellingen van het JTF moeten de door het JTF gesteunde acties het effect van de transitie rechtstreeks helpen temperen door de diversificatie en de modernisering van de lokale economie te financieren en de negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid te verzachten. Dit komt tot uiting in de specifieke doelstelling van het JTF, die op hetzelfde niveau is vastgesteld en samen met de in artikel [4] van Verordening (EU) [nieuwe GB-verordening] genoemde beleidsdoelstellingen wordt vermeld.

het mechanisme voor een rechtvaardige transitie, dat in het kader van het cohesiebeleid wordt geïmplementeerd. Doel van het JTF is de negatieve gevolgen van de klimaattransitie te verzachten door steun te verlenen aan de meest getroffen gebieden en werknemers. Overeenkomstig de specifieke doelstellingen van het JTF moeten de door het JTF gesteunde acties het effect van de transitie rechtstreeks helpen temperen door de diversificatie en de modernisering van de lokale economie te financieren, de negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid te verzachten en het concurrentievermogen van de regio’s op de lange termijn te herstellen. Dit komt tot uiting in de specifieke doelstelling van het JTF, die op hetzelfde niveau is vastgesteld en samen met de in artikel [4] van Verordening (EU) [nieuwe GB-verordening] genoemde beleidsdoelstellingen wordt vermeld.

Or. en



(5) Bij deze verordening wordt het Fonds voor een rechtvaardige transitie (“JTF”) opgericht, een van de pijlers van het mechanisme voor een rechtvaardige transitie, dat in het kader van het cohesiebeleid wordt geïmplementeerd. Doel van het JTF is de negatieve gevolgen van de klimaattransitie te verzachten door steun te verlenen aan de meest getroffen gebieden en werknemers. Overeenkomstig de specifieke doelstellingen van het JTF moeten de door het JTF gesteunde acties het effect van de transitie rechtstreeks helpen temperen door de diversificatie en de modernisering van de lokale economie te financieren en de negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid te verzachten. Dit

(5) Bij deze verordening wordt het Fonds voor een rechtvaardige transitie (“JTF”) opgericht, een van de pijlers van het mechanisme voor een rechtvaardige transitie, dat in het kader van het cohesiebeleid wordt geïmplementeerd. Doel van het JTF is de negatieve gevolgen van de klimaattransitie te verzachten door steun te verlenen aan de meest getroffen gebieden en werknemers. Overeenkomstig de specifieke doelstellingen van het JTF moeten de door het JTF gesteunde acties het effect van de transitie rechtstreeks helpen temperen door de diversificatie en de modernisering van de lokale economie te financieren en de negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid vanwege de

AM\1206333NL.docx 29/102 PE652.545v01-00

NL

komt tot uiting in de specifieke doelstelling van het JTF, die op hetzelfde niveau is vastgesteld en samen met de in artikel [4] van Verordening (EU) [nieuwe GB-verordening] genoemde beleidsdoelstellingen wordt vermeld.

Green Deal te verzachten. Dit komt tot uiting in de specifieke doelstelling van het JTF, die op hetzelfde niveau is vastgesteld en samen met de in artikel [4] van Verordening (EU) [nieuwe GB-verordening] genoemde beleidsdoelstellingen wordt vermeld.

Or. en

Amendement 98Lídia Pereira, José Manuel FernandesVoorstel voor een verordeningOverweging 5 bis (nieuw)


(5 bis) Het Fonds voor een rechtvaardige transitie (“JTF”) heeft tot specifiek doel koolstofneutraliteit te realiseren tegen 2050 en dit doel vereist een passend niveau van financiering. Deze financiering moet losstaan van de structuur- en investeringsfondsen van de EU. Het JTF moet worden gefinancierd als onderdeel van een versterkt meerjarig financieel kader 2021-2027, met nieuwe eigen middelen en het vermogen om het economische herstel van Europa te bevorderen.

Or. pt



(6) Aangezien het belangrijk is dat bij de strijd tegen klimaatverandering de verbintenissen van de Unie in het kader van de Overeenkomst van Parijs, de verbintenis met betrekking tot de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties en de in de Europese Green Deal voorgestelde verhoogde ambitie van de Unie worden

(6) Aangezien het belangrijk is dat bij de strijd tegen klimaatverandering de verbintenissen van de Unie in het kader van de Overeenkomst van Parijs, de verbintenis met betrekking tot de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties en de in de Europese Green Deal voorgestelde verhoogde ambitie van de Unie worden

PE652.545v01-00 30/102 AM\1206333NL.docx

NL

gerespecteerd, moet het JTF een cruciale bijdrage leveren bij de mainstreaming van klimaatacties. De middelen uit het eigen budget van het JTF zijn aanvullende middelen en komen bovenop de investeringen die nodig zijn om het algemene streefcijfer van 25 % van de begrotingsuitgaven van de Unie voor klimaatdoelstellingen te halen. De uit het EFRO en het ESF+ overgedragen middelen zullen ten volle bijdragen tot het halen van dit streefcijfer.

gerespecteerd, moet het JTF een cruciale bijdrage leveren bij de mainstreaming van klimaatacties. De middelen uit het eigen budget van het JTF zijn aanvullende middelen en komen bovenop de investeringen die nodig zijn om het algemene streefcijfer van 30 % van de begrotingsuitgaven van de Unie voor klimaatdoelstellingen te halen. De uit het EFRO en het ESF+ overgedragen middelen zullen ten volle bijdragen tot het halen van dit streefcijfer.

Or. en

Amendement 100Lídia Pereira, José Manuel FernandesVoorstel voor een verordeningOverweging 6


(6) Aangezien het belangrijk is dat bij de strijd tegen klimaatverandering de verbintenissen van de Unie in het kader van de Overeenkomst van Parijs, de verbintenis met betrekking tot de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties en de in de Europese Green Deal voorgestelde verhoogde ambitie van de Unie worden gerespecteerd, moet het JTF een cruciale bijdrage leveren bij de mainstreaming van klimaatacties. De middelen uit het eigen budget van het JTF zijn aanvullende middelen en komen bovenop de investeringen die nodig zijn om het algemene streefcijfer van 25 % van de begrotingsuitgaven van de Unie voor klimaatdoelstellingen te halen. De uit het EFRO en het ESF+ overgedragen middelen zullen ten volle bijdragen tot het halen van dit streefcijfer.

(6) Aangezien het belangrijk is dat bij de strijd tegen klimaatverandering de verbintenissen van de Unie in het kader van de Overeenkomst van Parijs, de verbintenis met betrekking tot de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties en de in de Europese Green Deal voorgestelde verhoogde ambitie van de Unie worden gerespecteerd, moet het JTF een cruciale bijdrage leveren bij de mainstreaming van klimaatacties. De middelen uit het eigen budget van het JTF zijn aanvullende middelen en komen bovenop de investeringen die nodig zijn om het algemene streefcijfer van 25 % van de begrotingsuitgaven van de Unie voor klimaatdoelstellingen te halen.

Or. pt

Amendement 101Ondřej Kovařík, Martin Hlaváček, Dragoș Pîslaru

AM\1206333NL.docx 31/102 PE652.545v01-00

NL

Voorstel voor een verordeningOverweging 6



(6) Aangezien het belangrijk is dat bij de strijd tegen klimaatverandering de verbintenissen van de Unie in het kader van de Overeenkomst van Parijs, de verbintenis met betrekking tot de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties en de in de Europese Green Deal voorgestelde verhoogde ambitie van de Unie worden gerespecteerd, moet het JTF een cruciale bijdrage leveren bij de mainstreaming van klimaatacties. De middelen uit het eigen budget van het JTF zijn aanvullende middelen en komen bovenop de investeringen die nodig zijn om het algemene streefcijfer van 25 % van de begrotingsuitgaven van de Unie voor klimaatdoelstellingen te halen. Door elke lidstaat besloten vrijwillige overdrachten van middelen uit het EFRO en het ESF+ zullen bijdragen tot het halen van dit streefcijfer.

Or. en



(6) Aangezien het belangrijk is dat bij de strijd tegen klimaatverandering de verbintenissen van de Unie in het kader van de Overeenkomst van Parijs, de verbintenis met betrekking tot de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties en de in de Europese Green Deal voorgestelde verhoogde ambitie van de Unie worden gerespecteerd, moet het JTF een cruciale bijdrage leveren bij de mainstreaming van

(6) Aangezien het belangrijk is dat bij de strijd tegen klimaatverandering de verbintenissen van de Unie in het kader van de Overeenkomst van Parijs, de verbintenis met betrekking tot de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties en de in de Europese Green Deal voorgestelde verhoogde ambitie van de Unie worden gerespecteerd, moet het JTF een cruciale bijdrage leveren bij de mainstreaming van

PE652.545v01-00 32/102 AM\1206333NL.docx

NL

klimaatacties. De middelen uit het eigen budget van het JTF zijn aanvullende middelen en komen bovenop de investeringen die nodig zijn om het algemene streefcijfer van 25 % van de begrotingsuitgaven van de Unie voor klimaatdoelstellingen te halen. De uit het EFRO en het ESF+ overgedragen middelen zullen ten volle bijdragen tot het halen van dit streefcijfer.

klimaatacties. De middelen uit het eigen budget van het JTF zijn aanvullende middelen en komen bovenop de investeringen die nodig zijn om het algemene streefcijfer van 25 % van de begrotingsuitgaven van de Unie voor klimaatdoelstellingen te halen. De middelen die kunnen worden overgedragen uit andere fondsen die onder Verordening (EU) .../... [nieuwe GB-verordening] vallen, moeten ten volle bijdragen tot het halen van dit streefcijfer.

Or. en




(6) Aangezien het belangrijk is dat bij de strijd tegen klimaatverandering de verbintenissen van de Unie in het kader van de Overeenkomst van Parijs, de verbintenis met betrekking tot de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties en de in de Europese Green Deal voorgestelde verhoogde ambitie van de Unie worden gerespecteerd, moet het JTF een cruciale bijdrage leveren bij de mainstreaming van klimaatacties op basis van de EU-taxonomie, met name het niet-schadenbeginsel. De middelen uit het eigen budget van het JTF zijn aanvullende middelen en komen bovenop de investeringen die nodig zijn om het algemene streefcijfer van 25 % van de begrotingsuitgaven van de Unie voor klimaatdoelstellingen te halen. De uit het EFRO en het ESF+ overgedragen middelen zullen ten volle bijdragen tot het halen van dit streefcijfer.

Or. en

AM\1206333NL.docx 33/102 PE652.545v01-00

NL




(6) Aangezien het belangrijk is dat bij de strijd tegen klimaatverandering de verbintenissen van de Unie in het kader van de Overeenkomst van Parijs, de verbintenis met betrekking tot de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties en de in de Europese Green Deal voorgestelde verhoogde ambitie van de Unie worden gerespecteerd, moeten het cohesiebeleid en het JTF een cruciale bijdrage leveren bij de mainstreaming van klimaatacties. De middelen uit het eigen budget van het JTF zijn aanvullende middelen en komen bovenop de investeringen die nodig zijn om het algemene streefcijfer van 25 % van de begrotingsuitgaven van de Unie voor klimaatdoelstellingen te halen. De uit het EFRO en het ESF+ overgedragen middelen zullen ten volle bijdragen tot het halen van dit streefcijfer en zijn daarom van belang om te helpen de cohesiefondsen te richten op het ondersteunen van de klimaatdoelstellingen van de EU.

Or. en



(6) Aangezien het belangrijk is dat bij de strijd tegen klimaatverandering de verbintenissen van de Unie in het kader van de Overeenkomst van Parijs, de verbintenis met betrekking tot de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties en de in de Europese Green Deal voorgestelde

(6) Aangezien het belangrijk is dat bij de strijd tegen klimaatverandering de verbintenissen van de Unie in het kader van de Overeenkomst van Parijs, de verbintenis met betrekking tot de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties en de in de Europese Green Deal voorgestelde

PE652.545v01-00 34/102 AM\1206333NL.docx

NL

verhoogde ambitie van de Unie worden gerespecteerd, moet het JTF een cruciale bijdrage leveren bij de mainstreaming van klimaatacties. De middelen uit het eigen budget van het JTF zijn aanvullende middelen en komen bovenop de investeringen die nodig zijn om het algemene streefcijfer van 25 % van de begrotingsuitgaven van de Unie voor klimaatdoelstellingen te halen. De uit het EFRO en het ESF+ overgedragen middelen zullen ten volle bijdragen tot het halen van dit streefcijfer.

verhoogde ambitie van de Unie worden gerespecteerd, moet het JTF een cruciale bijdrage leveren bij de mainstreaming van klimaatacties. De middelen uit het eigen budget van het JTF zijn aanvullende middelen en komen bovenop de investeringen die nodig zijn om het algemene streefcijfer van 25 % van de begrotingsuitgaven van de Unie voor klimaatdoelstellingen te halen. De uit het EFRO en het ESF+ overgedragen middelen, volgens de in de nationale plannen voor een rechtvaardige transitie op regionaal en lokaal niveau vastgestelde ontwikkelingsbehoeften, zullen ten volle bijdragen tot het halen van dit streefcijfer.

Or. en




(6) Aangezien het belangrijk is dat bij de strijd tegen klimaatverandering de verbintenissen van de Unie in het kader van de Overeenkomst van Parijs, de verbintenis met betrekking tot de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties, de Europese pijler van sociale rechten en de in de Europese Green Deal voorgestelde verhoogde ambitie van de Unie worden gerespecteerd, moet het JTF een cruciale bijdrage leveren bij de mainstreaming van klimaatacties. De middelen uit het eigen budget van het JTF zijn aanvullende middelen en komen bovenop de investeringen die nodig zijn om het algemene streefcijfer van 25 % van de begrotingsuitgaven van de Unie voor klimaatdoelstellingen te halen. De uit het EFRO en het ESF+ overgedragen middelen zullen ten volle bijdragen tot het halen van

AM\1206333NL.docx 35/102 PE652.545v01-00

NL

dit streefcijfer.

Or. en

Amendement 107Bogdan RzońcaVoorstel voor een verordeningOverweging 6 bis (nieuw)


(6 bis) Op basis van de richtsnoeren van de Europese Investeringsbank dient financiering te worden toegestaan voor maximaal 75 % van de veronderstelde kosten van een door het JTF gesteund project.

Or. en



(7) De middelen uit het JTF moeten de beschikbare middelen uit hoofde van het cohesiebeleid aanvullen.

(7) De middelen van het JTF moeten in overeenstemming zijn met de ambitieuze doelstellingen ervan. Om deze te behalen, moet het JTF een volwaardig fonds zijn met een eigen en adequate toewijzing van financiële middelen, onafhankelijk van de toewijzingen van andere Europese structuur- en investeringsfondsen. Toegang tot het JTF mag niet afhankelijk zijn van overdrachten uit andere fondsen. Met de middelen van het JTF alleen zal echter niet de hele reeks uitdagingen in verband met een eerlijke en inclusieve transitie naar klimaatneutraliteit kunnen worden aangepakt. De middelen uit het JTF moeten de beschikbare middelen uit hoofde van het cohesiebeleid derhalve aanvullen, maar zij mogen in geen geval regelingen voor de financiering van cohesie-investeringen vervangen, en de

PE652.545v01-00 36/102 AM\1206333NL.docx

NL

oprichting van het JTF mag niet leiden tot bezuinigingen in of verplichte overdrachten uit andere fondsen die onder Verordening (EU) .../... [nieuwe GB-verordening] vallen, waarmee dus wordt voorzien in een aanvulling op de beleidsmaatregelen en doelstellingen. De toewijzing van middelen voor het JTF mag niet ten koste gaan van regio’s die er niet van profiteren, aangezien dit structurele verschillen kan vergroten.

Or. en




(7) De middelen uit het JTF moeten de beschikbare middelen uit hoofde van het cohesiebeleid aanvullen, dat een verschillend en afzonderlijk investeringsinstrument moet blijven dat verdienstelijk is gebleken voor tal van EU-regio’s. Bovendien moeten de toewijzingen uit het JTF en uit de cohesiefondsen een toename van de verschillen tussen de EU-lidstaten voorkomen, met name tijdens en na de COVID-19-crisis.

Or. en

Amendement 110Roberts ZīleVoorstel voor een verordeningOverweging 7



(7) De middelen uit het JTF moeten de beschikbare middelen uit hoofde van het cohesiebeleid aanvullen, maar zonder een verplichte overdracht van middelen uit het EFRO naar de begroting van het JTF. De lidstaten moeten een deel van de

AM\1206333NL.docx 37/102 PE652.545v01-00

NL

middelen uit het EFRO besteden aan de economische revitalisering van door de transitie getroffen regio’s als aanvulling op de door het JTF verstrekte sociale steun.

Or. en

Amendement 111Eva Maydell, Lídia Pereira, Inese VaidereVoorstel voor een verordeningOverweging 7



(7) De middelen uit het JTF moeten de beschikbare middelen uit hoofde van het cohesiebeleid aanvullen, maar mogen in geen geval dienen ter vervanging van zulke investeringen, en met name middelen uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) of het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo).

Or. en




(7) De middelen van het JTF moeten aanzienlijk worden verhoogd en de beschikbare middelen uit hoofde van het cohesiebeleid aanvullen teneinde de ambitieuze doelstellingen van de EU te vervullen. De oprichting van het JTF mag niet leiden tot bezuinigingen in of overdrachten uit andere fondsen die onder de nieuwe verordening gemeenschappelijke bepalingen vallen.

Or. en

PE652.545v01-00 38/102 AM\1206333NL.docx

NL




(7) De middelen uit het JTF moeten de beschikbare middelen in het kader van instrumenten van het cohesiebeleid en alle andere op kwetsbare sectoren gerichte EU- en nationale financieringsinstrumenten ter zake aanvullen en mogen niet leiden tot bezuinigingen in of verplichte overdrachten uit EU-fondsen die onder Verordening (EU) .../... [nieuwe GB-verordening] vallen.

Or. en

Amendement 114Enikő GyőriVoorstel voor een verordeningOverweging 7



(7) De middelen uit het JTF kunnen de beschikbare middelen uit hoofde van het cohesiebeleid aanvullen. De oprichting van het JTF mag niet leiden tot bezuinigingen in of overdrachten uit de fondsen die onder Verordening (EU) .../... [nieuwe GB-verordening] vallen.

Or. en

Amendement 115Marek BelkaVoorstel voor een verordeningOverweging 7 bis (nieuw)


(7 bis) De aanvullende middelen voor de Uniebegroting om het JTF en de ambitieuze doelstellingen ervan te financieren moeten afkomstig zijn uit een

AM\1206333NL.docx 39/102 PE652.545v01-00

NL

pakket nieuwe eigen middelen van de Unie, waaronder mechanismen en belastingen die een gunstige impact zouden hebben op de rechtvaardige transitie, zoals inkomsten uit het mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens, inkomsten uit het emissiehandelssysteem maar ook uit de belastingheffing op digitale diensten.

Or. en

Amendement 116Carmen AvramVoorstel voor een verordeningOverweging 7 bis (nieuw)


(7 bis) Teneinde een Fonds voor een rechtvaardige transitie tot stand te brengen dat is afgestemd op de buitengewone uitdagingen waarmee Europa wordt geconfronteerd, moet het worden verhoogd met nieuwe aanvullende eigen middelen die moeten voortvloeien uit nieuwe belastingen, zoals een digitale EU-belasting en belastingen op de financiële sector. Europa moet met name tegen het eind van het jaar met een voorstel inzake een digitale EU-belasting komen.

Or. en



(8) De transitie naar een klimaatneutrale economie is een uitdaging voor alle lidstaten. De transitie zal bijzonder lastig zijn voor lidstaten die sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen of broeikasgasintensieve industriële

(8) De transitie naar een duurzame, klimaatneutrale, sociaal evenwichtige en inclusieve economie is een uitdaging voor alle lidstaten. De lidstaten en regio’s hebben echter niet allemaal dezelfde uitgangspunten en behoeften, wat

PE652.545v01-00 40/102 AM\1206333NL.docx

NL

activiteiten die geleidelijk moeten verdwijnen, of die zich moeten aanpassen vanwege de transitie naar klimaatneutraliteit en daartoe niet over de nodige financiële middelen beschikken. Het JTF moet daarom alle lidstaten ten goede komen, maar de verdeling van de financiële middelen van het JTF moet de capaciteit van de lidstaten weerspiegelen om de nodige investeringen te financieren om de transitie naar klimaatneutraliteit te realiseren.

bijgevolg betekent dat sommige in veel grotere mate aan sociale en economische risico’s zullen worden blootgesteld. De transitie zal bijzonder lastig zijn voor lidstaten die sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen of broeikasgasintensieve industriële activiteiten die geleidelijk moeten verdwijnen, of die zich moeten aanpassen vanwege de transitie naar klimaatneutraliteit en daartoe niet over de nodige financiële middelen beschikken. Het JTF moet daarom alle lidstaten ten goede komen, maar de verdeling van de financiële middelen van het JTF moet de behoeften en capaciteit van de lidstaten weerspiegelen om de nodige investeringen te financieren om de sociale, economische en regionale uitdagingen in verband met een eerlijke en inclusieve transitie naar klimaatneutraliteit aan te gaan.

Or. en



(8) De transitie naar een klimaatneutrale economie is een uitdaging voor alle lidstaten. De transitie zal bijzonder lastig zijn voor lidstaten die sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen of broeikasgasintensieve industriële activiteiten die geleidelijk moeten verdwijnen, of die zich moeten aanpassen vanwege de transitie naar klimaatneutraliteit en daartoe niet over de nodige financiële middelen beschikken. Het JTF moet daarom alle lidstaten ten goede komen, maar de verdeling van de financiële middelen van het JTF moet de capaciteit van de lidstaten weerspiegelen om de nodige investeringen te financieren om de transitie naar klimaatneutraliteit te realiseren.

(8) De transitie naar een klimaatneutrale economie is een uitdaging voor alle lidstaten. De transitie zal bijzonder lastig zijn voor lidstaten die sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen of broeikasgasintensieve industriële activiteiten die geleidelijk moeten verdwijnen, of die zich moeten aanpassen vanwege de transitie naar klimaatneutraliteit en daartoe niet over de nodige financiële middelen beschikken. Bijzondere aandacht moet ook uitgaan naar lidstaten die grotendeels afhankelijk zijn van energie die wordt opgewekt door kerncentrales die niet in een dag kunnen worden gesloten, en er moet blijven worden geïnvesteerd in nucleair onderzoek en het beheer van nucleair

AM\1206333NL.docx 41/102 PE652.545v01-00

NL

afval. Het JTF moet daarom alle lidstaten ten goede komen, maar de verdeling van de financiële middelen van het JTF moet de capaciteit van de lidstaten weerspiegelen om de nodige investeringen te financieren om de transitie naar klimaatneutraliteit te realiseren.

Or. en




(8) De transitie naar een klimaatneutrale economie is een uitdaging voor alle lidstaten. De transitie zal bijzonder lastig zijn voor lidstaten die sterk afhankelijk zijn van vaste fossiele brandstoffen of broeikasgasintensieve industriële activiteiten die geleidelijk moeten verdwijnen, of die zich moeten aanpassen vanwege de transitie naar klimaatneutraliteit en daartoe niet over de nodige financiële middelen beschikken. Het JTF moet daarom alle lidstaten ten goede komen, maar de verdeling van de financiële middelen van het JTF moet het beginpunt van de transitie, de afhankelijkheid van vaste fossiele brandstoffen in de energiemix en de capaciteit van de lidstaten weerspiegelen om de nodige investeringen te financieren om de transitie naar klimaatneutraliteit en een duurzaam Europa te vergemakkelijken.

Or. en


PE652.545v01-00 42/102 AM\1206333NL.docx

NL



(8) De transitie naar een klimaatneutrale economie is een uitdaging voor alle lidstaten. De transitie zal bijzonder lastig zijn voor lidstaten die sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen, broeikasgasintensieve industriële activiteiten of de vervaardiging van met de doelstelling van klimaatneutraliteit onverenigbare producten die geleidelijk moeten verdwijnen, of die zich moeten aanpassen vanwege de transitie naar klimaatneutraliteit en daartoe niet over de nodige financiële middelen beschikken. Het JTF moet daarom alle lidstaten ten goede komen, maar de verdeling van de financiële middelen van het JTF moet de capaciteit van de lidstaten weerspiegelen om de nodige investeringen te financieren om de transitie naar klimaatneutraliteit tegen 2050 te realiseren.

Or. en



(8) De transitie naar een klimaatneutrale economie is een uitdaging voor alle lidstaten. De transitie zal bijzonder lastig zijn voor lidstaten die sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen of broeikasgasintensieve industriële activiteiten die geleidelijk moeten verdwijnen, of die zich moeten aanpassen vanwege de transitie naar klimaatneutraliteit en daartoe niet over de nodige financiële middelen beschikken. Het JTF moet daarom alle lidstaten ten goede komen, maar de verdeling van de financiële middelen van het JTF moet de capaciteit van de lidstaten weerspiegelen om de nodige investeringen te financieren

(8) De transitie naar een klimaatneutrale economie is een uitdaging voor alle lidstaten. De transitie zal bijzonder lastig zijn voor lidstaten die sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen of broeikasgasintensieve industriële activiteiten die geleidelijk moeten verdwijnen, of die zich moeten aanpassen vanwege de transitie naar klimaatneutraliteit en daartoe niet over de nodige financiële middelen beschikken. Bijgevolg mogen lidstaten en hun burgers niet aan hun lot worden overgelaten. Het JTF moet daarom alle lidstaten ten goede komen, maar de verdeling van de financiële middelen van het JTF moet de

AM\1206333NL.docx 43/102 PE652.545v01-00

NL

om de transitie naar klimaatneutraliteit te realiseren.

capaciteit van de lidstaten weerspiegelen om de nodige investeringen te financieren om de transitie naar klimaatneutraliteit te realiseren.

Or. en

Amendement 122Isabel Benjumea Benjumea, José Manuel García-Margallo y MarfilVoorstel voor een verordeningOverweging 8



(8) De transitie naar een klimaatneutrale economie is een uitdaging voor alle lidstaten. De transitie zal bijzonder lastig zijn voor lidstaten die sterk afhankelijk zijn van of tot voor kort sterk afhankelijk zijn geweest van fossiele brandstoffen of broeikasgasintensieve industriële activiteiten die geleidelijk moeten verdwijnen, of die zich moeten aanpassen vanwege de transitie naar klimaatneutraliteit en daartoe niet over de nodige financiële middelen beschikken. Het JTF moet daarom alle lidstaten ten goede komen, maar de verdeling van de financiële middelen van het JTF moet de capaciteit van de lidstaten weerspiegelen om de nodige investeringen te financieren om de transitie naar klimaatneutraliteit te realiseren.

Or. es

Amendement 123Bogdan RzońcaVoorstel voor een verordeningOverweging 8


(8) De transitie naar een klimaatneutrale economie is een uitdaging voor alle lidstaten. De transitie zal bijzonder lastig zijn voor lidstaten die sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen of broeikasgasintensieve industriële

(8) De transitie naar een klimaatneutrale economie is een uitdaging voor alle lidstaten. De transitie zal bijzonder lastig zijn voor lidstaten die sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen en, in mindere mate, van

PE652.545v01-00 44/102 AM\1206333NL.docx

NL

activiteiten die geleidelijk moeten verdwijnen, of die zich moeten aanpassen vanwege de transitie naar klimaatneutraliteit en daartoe niet over de nodige financiële middelen beschikken. Het JTF moet daarom alle lidstaten ten goede komen, maar de verdeling van de financiële middelen van het JTF moet de capaciteit van de lidstaten weerspiegelen om de nodige investeringen te financieren om de transitie naar klimaatneutraliteit te realiseren.

broeikasgasintensieve industriële activiteiten die geleidelijk moeten verdwijnen, of die zich moeten aanpassen vanwege de transitie naar klimaatneutraliteit en daartoe niet over de nodige financiële middelen beschikken. Het JTF moet daarom alle lidstaten ten goede komen, maar de verdeling van de financiële middelen van het JTF moet de capaciteit van de lidstaten weerspiegelen om de nodige investeringen te financieren om de transitie naar klimaatneutraliteit te realiseren.

Or. en

Amendement 124Dimitrios Papadimoulis, José Gusmãonamens de GUE/NGL-FractieVoorstel voor een verordeningOverweging 8 bis (nieuw)


(8 bis) Het feit dat sommige regio’s sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen moet ernstig in overweging worden genomen bij het plannen van de territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie en de uitvoering van de bijbehorende projecten, met het oog op het voorkomen van verdere sociale, economische en regionale verschillen door werkloosheid en armoede in de Unie. De nodige middelen moeten worden toegewezen voor de opleiding van werknemers die direct of indirect met deze programma’s te maken hebben.

Or. en



(10) In deze verordening worden de (10) In deze verordening worden de

AM\1206333NL.docx 45/102 PE652.545v01-00

NL

soorten investeringen vermeld waarvoor de uitgaven door het JTF kunnen worden ondersteund. Alle ondersteunde activiteiten moeten worden uitgevoerd met volledige inachtneming van de klimaat- en milieuprioriteiten van de Unie. De lijst van investeringen moet de investeringen omvatten die lokale economieën ondersteunen en duurzaam zijn op lange termijn, rekening houdend met alle doelstellingen van de Green Deal. De gefinancierde projecten moeten bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie. Voor krimpende sectoren — zoals de energieproductie op basis van steenkool, bruinkool, turf en olieschalie of de winning van deze vaste fossiele brandstoffen — moet de steun worden gekoppeld aan de geleidelijke beëindiging van de activiteit en de overeenkomstige vermindering van de werkgelegenheid. Wat de transformatie van sectoren met hoge emissies van broeikasgassen betreft, moet de steun nieuwe activiteiten bevorderen via het gebruik van nieuwe technologieën, nieuwe processen of producten die tot een aanzienlijke reductie van de emissies leiden — overeenkomstig de EU-klimaatdoelstellingen voor 2030 en het streven naar klimaatneutraliteit in de EU tegen 205013 — en tegelijkertijd de werkgelegenheid vrijwaren en bevorderen en een verslechtering van het milieu vermijden. Bijzondere aandacht moet ook uitgaan naar activiteiten ter bevordering van innovatie en onderzoek op het gebied van geavanceerde en duurzame technologieën, digitalisering en connectiviteit, op voorwaarde dat dergelijke maatregelen de negatieve neveneffecten van de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie helpen verzachten en tot een dergelijke economie bijdragen.

soorten investeringen vermeld waarvoor de uitgaven door het JTF kunnen worden ondersteund. Alle ondersteunde activiteiten moeten worden uitgevoerd met volledige inachtneming van de klimaat- en milieudoelstellingen van de Unie en de EU-taxonomie voor duurzame financiering, met inbegrip van het niet-schadenbeginsel. De lijst van investeringen moet de investeringen omvatten die lokale economieën ondersteunen en duurzaam zijn op lange termijn, rekening houdend met alle doelstellingen van de Green Deal. De gefinancierde projecten moeten bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie zonder andere milieudoelstellingen van de Europese taxonomieverordening in het gedrang te brengen en in overeenstemming met het niet-schadenbeginsel. Voor krimpende sectoren – zoals de energieproductie op basis van steenkool, bruinkool, turf en olieschalie of de winning van deze vaste fossiele brandstoffen – moet de steun worden gekoppeld aan de geleidelijke beëindiging van de activiteit en de overeenkomstige vermindering van de werkgelegenheid. Wat de transformatie van sectoren met hoge emissies van broeikasgassen betreft, moet de steun nieuwe activiteiten bevorderen via het gebruik van nieuwe technologieën, nieuwe processen of producten die tot een aanzienlijke reductie van de emissies leiden – overeenkomstig de EU-klimaatdoelstellingen voor 2030 en het streven naar klimaatneutraliteit in de EU tegen 205013 – en tegelijkertijd de werkgelegenheid vrijwaren en bevorderen en een verslechtering van het milieu vermijden. Bijzondere aandacht moet ook uitgaan naar activiteiten ter bevordering van innovatie en onderzoek op het gebied van geavanceerde en duurzame technologieën, digitalisering en connectiviteit, spoorwegconnectiviteit en hogesnelheidstreinen en energienetwerken zoals slimme en

PE652.545v01-00 46/102 AM\1206333NL.docx

NL

supernetten, op voorwaarde dat dergelijke maatregelen de negatieve neveneffecten van de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie helpen verzachten en tot een dergelijke economie bijdragen. Technische bijstand moet worden versterkt in de vorm van lokale en nationale starterscentra en incubatoren die financiers en initiatiefnemers van projecten samenbrengen. Deze incubatoren moeten met name diverse startende ondernemingen, publieke en private partnerschappen en baanbrekende technologieën en dienstenmodellen bevorderen om deze projectvoorstellen te helpen rijpen om middelen op nationaal en EU-niveau te ontvangen.

__________________ __________________13 Zie “A Clean Planet for all European strategic long-term vision for a prosperous, modern, competitive and climate neutral economy”, Communication from the Commission to the European Parliament, the European Council, the Council, the European Economic and Social Committee, the Committee of the Regions and the European Investment Bank – COM(2018) 773 final.

13 Zie “Een schone planeet voor iedereen Een Europese strategische langetermijnvisie voor een bloeiende, moderne, concurrerende en klimaatneutrale economie”, mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Investeringsbank – COM(2018) 773 final.

Or. en

Amendement 126Ondřej Kovařík, Martin Hlaváček, Billy KelleherVoorstel voor een verordeningOverweging 10


(10) In deze verordening worden de soorten investeringen vermeld waarvoor de uitgaven door het JTF kunnen worden ondersteund. Alle ondersteunde activiteiten moeten worden uitgevoerd met volledige inachtneming van de klimaat- en milieuprioriteiten van de Unie. De lijst van investeringen moet de investeringen omvatten die lokale economieën


AM\1206333NL.docx 47/102 PE652.545v01-00

NL

ondersteunen en duurzaam zijn op lange termijn, rekening houdend met alle doelstellingen van de Green Deal. De gefinancierde projecten moeten bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie. Voor krimpende sectoren — zoals de energieproductie op basis van steenkool, bruinkool, turf en olieschalie of de winning van deze vaste fossiele brandstoffen — moet de steun worden gekoppeld aan de geleidelijke beëindiging van de activiteit en de overeenkomstige vermindering van de werkgelegenheid. Wat de transformatie van sectoren met hoge emissies van broeikasgassen betreft, moet de steun nieuwe activiteiten bevorderen via het gebruik van nieuwe technologieën, nieuwe processen of producten die tot een aanzienlijke reductie van de emissies leiden — overeenkomstig de EU-klimaatdoelstellingen voor 2030 en het streven naar klimaatneutraliteit in de EU tegen 205013 — en tegelijkertijd de werkgelegenheid vrijwaren en bevorderen en een verslechtering van het milieu vermijden. Bijzondere aandacht moet ook uitgaan naar activiteiten ter bevordering van innovatie en onderzoek op het gebied van geavanceerde en duurzame technologieën, digitalisering en connectiviteit, op voorwaarde dat dergelijke maatregelen de negatieve neveneffecten van de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie helpen verzachten en tot een dergelijke economie bijdragen.

ondersteunen en duurzaam zijn op lange termijn, rekening houdend met alle doelstellingen van de Green Deal. De gefinancierde projecten moeten in de eerste plaats de negatieve economische en maatschappelijke gevolgen van de milieutransitie verzachten en bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie. Investeringen in tijdelijke energiebronnen zoals aardgas komen in aanmerking voor steun als dergelijke investeringen tot een aanzienlijke vermindering van broeikasgasemissies leiden en het gebruik van hernieuwbaar gas als een duurzaam alternatief mogelijk maken. Voor krimpende sectoren – zoals de energieproductie op basis van steenkool, bruinkool, turf en olieschalie of de winning van deze vaste fossiele brandstoffen – moet de steun worden gekoppeld aan de geleidelijke beëindiging van de activiteit en de overeenkomstige vermindering van de werkgelegenheid. Wat de transformatie van sectoren met hoge emissies van broeikasgassen betreft, moet de steun nieuwe activiteiten bevorderen via het gebruik van nieuwe technologieën, nieuwe processen of producten die tot een aanzienlijke reductie van de emissies leiden – overeenkomstig de EU-klimaatdoelstellingen voor 2030 en het streven naar klimaatneutraliteit in de EU tegen 205013 – en tegelijkertijd de werkgelegenheid vrijwaren en bevorderen en een verslechtering van het milieu vermijden. Bijzondere aandacht moet ook uitgaan naar activiteiten ter bevordering van innovatie en onderzoek op het gebied van geavanceerde en duurzame technologieën, digitalisering en connectiviteit, op voorwaarde dat dergelijke maatregelen de negatieve neveneffecten van de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie helpen verzachten en tot een dergelijke economie bijdragen. Het is ook nodig fabrieken en industrieterreinen steun te verlenen bij hun inspanningen om hun

PE652.545v01-00 48/102 AM\1206333NL.docx

NL

ruimten aan te passen aan nieuwe duurzame activiteiten.



Or. en



(10) In deze verordening worden de soorten investeringen vermeld waarvoor de uitgaven door het JTF kunnen worden ondersteund. Alle ondersteunde activiteiten moeten worden uitgevoerd met volledige inachtneming van de klimaat- en milieuprioriteiten van de Unie. De lijst van investeringen moet de investeringen omvatten die lokale economieën ondersteunen en duurzaam zijn op lange termijn, rekening houdend met alle doelstellingen van de Green Deal. De gefinancierde projecten moeten bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie. Voor krimpende sectoren — zoals de energieproductie op basis van steenkool, bruinkool, turf en olieschalie of de winning van deze vaste fossiele brandstoffen — moet de steun worden gekoppeld aan de geleidelijke beëindiging van de activiteit en de overeenkomstige vermindering van de werkgelegenheid. Wat de transformatie van sectoren met hoge emissies van

(10) In deze verordening worden de soorten investeringen vermeld waarvoor de uitgaven door het JTF kunnen worden ondersteund. Alle ondersteunde activiteiten moeten worden uitgevoerd met volledige inachtneming van de klimaat- en milieuprioriteiten van de Unie. De lijst van investeringen moet de investeringen omvatten die lokale economieën ondersteunen en duurzaam zijn op lange termijn, rekening houdend met alle doelstellingen van de Green Deal. De gefinancierde projecten moeten bijdragen tot een geleidelijke transitie naar een sociaal evenwichtige, innovatieve, economisch duurzame, klimaatneutrale en circulaire economie. Voor sectoren met een hoge CO2-uitstoot – zoals de energieproductie op basis van steenkool, bruinkool, turf en olieschalie of de winning van deze vaste fossiele brandstoffen – moet de steun worden gekoppeld aan de geleidelijke beëindiging van de activiteit en de overeenkomstige vermindering van de

AM\1206333NL.docx 49/102 PE652.545v01-00

NL

broeikasgassen betreft, moet de steun nieuwe activiteiten bevorderen via het gebruik van nieuwe technologieën, nieuwe processen of producten die tot een aanzienlijke reductie van de emissies leiden — overeenkomstig de EU-klimaatdoelstellingen voor 2030 en het streven naar klimaatneutraliteit in de EU tegen 205013 — en tegelijkertijd de werkgelegenheid vrijwaren en bevorderen en een verslechtering van het milieu vermijden. Bijzondere aandacht moet ook uitgaan naar activiteiten ter bevordering van innovatie en onderzoek op het gebied van geavanceerde en duurzame technologieën, digitalisering en connectiviteit, op voorwaarde dat dergelijke maatregelen de negatieve neveneffecten van de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie helpen verzachten en tot een dergelijke economie bijdragen.

werkgelegenheid, terwijl hiertoe met de sociale partners, vakbonden en andere belanghebbenden wordt samengewerkt om tot een evenwichtig doch ambitieus tijdschema voor zulke acties te komen. Wat de transformatie van sectoren met hoge emissies van broeikasgassen betreft, moet de steun koolstofarmere activiteiten bevorderen via het gebruik van nieuwe technologieën, nieuwe processen, nieuwe producten of, in uitzonderlijke omstandigheden, betaalbare lage-emissie-energie die tot een aanzienlijke reductie van de emissies leiden – overeenkomstig de EU-klimaatdoelstellingen voor 2030 en het streven naar klimaatneutraliteit in de EU tegen 205013 – en tegelijkertijd gekwalificeerde werkgelegenheid vrijwaren en bevorderen, een verslechtering van het milieu vermijden en het mondiale concurrentievermogen van de EU verder vergroten. Bijzondere aandacht moet ook uitgaan naar activiteiten ter bevordering van innovatie en onderzoek op het gebied van geavanceerde en duurzame technologieën, digitalisering en connectiviteit, op voorwaarde dat dergelijke maatregelen de negatieve neveneffecten van de transitie naar een concurrerende, duurzame, klimaatneutrale en circulaire economie helpen verzachten en tot een dergelijke economie bijdragen.



Or. en

PE652.545v01-00 50/102 AM\1206333NL.docx

NL



(10) In deze verordening worden de soorten investeringen vermeld waarvoor de uitgaven door het JTF kunnen worden ondersteund. Alle ondersteunde activiteiten moeten worden uitgevoerd met volledige inachtneming van de klimaat- en milieuprioriteiten van de Unie. De lijst van investeringen moet de investeringen omvatten die lokale economieën ondersteunen en duurzaam zijn op lange termijn, rekening houdend met alle doelstellingen van de Green Deal. De gefinancierde projecten moeten bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie. Voor krimpende sectoren — zoals de energieproductie op basis van steenkool, bruinkool, turf en olieschalie of de winning van deze vaste fossiele brandstoffen — moet de steun worden gekoppeld aan de geleidelijke beëindiging van de activiteit en de overeenkomstige vermindering van de werkgelegenheid. Wat de transformatie van sectoren met hoge emissies van broeikasgassen betreft, moet de steun nieuwe activiteiten bevorderen via het gebruik van nieuwe technologieën, nieuwe processen of producten die tot een aanzienlijke reductie van de emissies leiden — overeenkomstig de EU-klimaatdoelstellingen voor 2030 en het streven naar klimaatneutraliteit in de EU tegen 205013 — en tegelijkertijd de werkgelegenheid vrijwaren en bevorderen en een verslechtering van het milieu vermijden. Bijzondere aandacht moet ook uitgaan naar activiteiten ter bevordering van innovatie en onderzoek op het gebied van geavanceerde en duurzame technologieën, digitalisering en connectiviteit, op voorwaarde dat

(10) In deze verordening worden de soorten investeringen vermeld waarvoor de uitgaven door het JTF kunnen worden ondersteund. Alle ondersteunde activiteiten moeten worden uitgevoerd met volledige inachtneming van de klimaat- en milieuprioriteiten van de Unie. De lijst van investeringen moet de investeringen prioriteren die mensen, werknemers, gemeenschappen en lokale economieën ondersteunen en duurzaam zijn op de middellange en lange termijn, volledig in overeenstemming met alle doelstellingen van de Green Deal, de Overeenkomst van Parijs en de Europese pijler van sociale rechten. De gefinancierde projecten moeten bijdragen tot de transitie naar een duurzame, klimaatneutrale, sociaal evenwichtige en inclusieve circulaire economie. Voor krimpende sectoren – zoals de energieproductie op basis van steenkool, bruinkool, turf en olieschalie, gas, olie of de winning van deze fossiele brandstoffen – moet de steun worden gekoppeld aan de geleidelijke beëindiging van de activiteit op basis van een duidelijk vastgestelde routekaart die is overeengekomen door alle belanghebbenden, met inbegrip van de getroffen werknemers en plaatselijke gemeenschappen, en de overeenkomstige vermindering van de werkgelegenheid. Wat de transformatie van sectoren met hoge emissies van broeikasgassen betreft, moet de steun nieuwe activiteiten bevorderen via het gebruik van nieuwe technologieën, nieuwe processen of producten die tot een aanzienlijke reductie van de emissies leiden – overeenkomstig de EU-klimaatdoelstellingen voor 2030 en het streven naar klimaatneutraliteit in de

AM\1206333NL.docx 51/102 PE652.545v01-00

NL

dergelijke maatregelen de negatieve neveneffecten van de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie helpen verzachten en tot een dergelijke economie bijdragen.

EU tegen 204013 – en tegelijkertijd de werkgelegenheid vrijwaren en bevorderen en een verslechtering van het milieu vermijden. Bijzondere aandacht moet ook uitgaan naar activiteiten die de voordelen van hernieuwbare energie voor de gemeenschap maximaliseren en innovatie en onderzoek op het gebied van geavanceerde en duurzame technologieën, digitalisering en connectiviteit bevorderen, op voorwaarde dat dergelijke maatregelen de creatie van hoogwaardige en duurzame banen versterken, de negatieve sociaaleconomische effecten van de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie helpen verzachten en tot een dergelijke economie bijdragen.



Or. en





PE652.545v01-00 52/102 AM\1206333NL.docx

NL

ondersteunen en duurzaam zijn op lange termijn, rekening houdend met alle doelstellingen van de Green Deal. De gefinancierde projecten moeten bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie. Voor krimpende sectoren — zoals de energieproductie op basis van steenkool, bruinkool, turf en olieschalie of de winning van deze vaste fossiele brandstoffen — moet de steun worden gekoppeld aan de geleidelijke beëindiging van de activiteit en de overeenkomstige vermindering van de werkgelegenheid. Wat de transformatie van sectoren met hoge emissies van broeikasgassen betreft, moet de steun nieuwe activiteiten bevorderen via het gebruik van nieuwe technologieën, nieuwe processen of producten die tot een aanzienlijke reductie van de emissies leiden — overeenkomstig de EU-klimaatdoelstellingen voor 2030 en het streven naar klimaatneutraliteit in de EU tegen 20513 — en tegelijkertijd de werkgelegenheid vrijwaren en bevorderen en een verslechtering van het milieu vermijden. Bijzondere aandacht moet ook uitgaan naar activiteiten ter bevordering van innovatie en onderzoek op het gebied van geavanceerde en duurzame technologieën, digitalisering en connectiviteit, op voorwaarde dat dergelijke maatregelen de negatieve neveneffecten van de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie helpen verzachten en tot een dergelijke economie bijdragen.

ondersteunen en duurzaam en levensvatbaar zijn op lange termijn, rekening houdend met alle doelstellingen van de Green Deal en de Europese pijler van sociale rechten. De gefinancierde projecten moeten bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie. Voor krimpende sectoren – zoals de energieproductie op basis van steenkool, bruinkool, turf en olieschalie of de winning van deze vaste fossiele brandstoffen – moet de steun worden gekoppeld aan de geleidelijke beëindiging van de activiteit en de overeenkomstige vermindering van de werkgelegenheid. Wat de transformatie van sectoren met hoge emissies van broeikasgassen betreft, moet de steun nieuwe activiteiten bevorderen via het gebruik van nieuwe technologieën, nieuwe processen of producten die tot een aanzienlijke reductie van de emissies leiden – overeenkomstig de EU-klimaatdoelstellingen voor 2030 en het streven naar klimaatneutraliteit in de EU tegen 205013 – en tegelijkertijd de werkgelegenheid vrijwaren en bevorderen en een verslechtering van het milieu en negatieve gevolgen voor een gelijk speelveld vermijden. Steun mag alleen beschikbaar zijn voor bedrijven die levensvatbaar zijn op lange termijn. Steun moet ook beschikbaar zijn voor indirecte sectoren en banen die afhankelijk zijn van waardeketens van fossiele brandstoffen en van broeikasgasintensieve industriële processen, bijvoorbeeld voor het omscholen van werknemers. Bijzondere aandacht moet ook uitgaan naar activiteiten ter bevordering van innovatie en onderzoek op het gebied van geavanceerde en duurzame technologieën, digitalisering en connectiviteit, op voorwaarde dat dergelijke maatregelen de negatieve neveneffecten van de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie helpen verzachten en tot een dergelijke economie bijdragen.

AM\1206333NL.docx 53/102 PE652.545v01-00

NL



Or. en

Amendement 130Eva Maydell, Enikő GyőriVoorstel voor een verordeningOverweging 10


(10) In deze verordening worden de soorten investeringen vermeld waarvoor de uitgaven door het JTF kunnen worden ondersteund. Alle ondersteunde activiteiten moeten worden uitgevoerd met volledige inachtneming van de klimaat- en milieuprioriteiten van de Unie. De lijst van investeringen moet de investeringen omvatten die lokale economieën ondersteunen en duurzaam zijn op lange termijn, rekening houdend met alle doelstellingen van de Green Deal. De gefinancierde projecten moeten bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie. Voor krimpende sectoren — zoals de energieproductie op basis van steenkool, bruinkool, turf en olieschalie of de winning van deze vaste fossiele brandstoffen — moet de steun worden gekoppeld aan de geleidelijke beëindiging van de activiteit en de overeenkomstige vermindering van de werkgelegenheid. Wat de transformatie van sectoren met hoge emissies van broeikasgassen betreft, moet de steun nieuwe activiteiten bevorderen via het

(10) In deze verordening worden de soorten investeringen vermeld waarvoor de uitgaven door het JTF kunnen worden ondersteund. Alle ondersteunde activiteiten moeten worden uitgevoerd met volledige inachtneming van de klimaat- en milieuprioriteiten van de Unie. De lijst van investeringen moet de investeringen omvatten die lokale economieën ondersteunen en duurzaam zijn op lange termijn, rekening houdend met alle doelstellingen van de Green Deal. De gefinancierde projecten moeten bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie. Voor sectoren – zoals de energieproductie op basis van steenkool, bruinkool, turf en olieschalie of de winning van deze vaste fossiele brandstoffen – moet de steun worden gekoppeld aan de geleidelijke beëindiging van de activiteit en de overeenkomstige negatieve impact op de werkgelegenheid. Wat de transformatie van sectoren met hoge emissies van broeikasgassen betreft, moet de steun nieuwe energie-efficiëntie-, energieopslag- en koolstofarmere

PE652.545v01-00 54/102 AM\1206333NL.docx

NL

gebruik van nieuwe technologieën, nieuwe processen of producten die tot een aanzienlijke reductie van de emissies leiden — overeenkomstig de EU-klimaatdoelstellingen voor 2030 en het streven naar klimaatneutraliteit in de EU tegen 20513 — en tegelijkertijd de werkgelegenheid vrijwaren en bevorderen en een verslechtering van het milieu vermijden. Bijzondere aandacht moet ook uitgaan naar activiteiten ter bevordering van innovatie en onderzoek op het gebied van geavanceerde en duurzame technologieën, digitalisering en connectiviteit, op voorwaarde dat dergelijke maatregelen de negatieve neveneffecten van de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie helpen verzachten en tot een dergelijke economie bijdragen.

activiteiten bevorderen via het gebruik van nieuwe technologieën, nieuwe processen of producten die tot een aanzienlijke reductie van de emissies leiden – overeenkomstig de EU-klimaatdoelstellingen voor 2030 en het streven naar klimaatneutraliteit in de EU tegen 20513 – en tegelijkertijd de werkgelegenheid vrijwaren en bevorderen en een verslechtering van het milieu vermijden. Gas moet worden erkend als overbruggingstechnologie die een belangrijke rol moet vervullen in de transitie naar een emissiearme economie. De zekerheid van de energievoorziening mag niet in het gedrang komen door technische innovaties, waaronder de uitrol van waterstof en andere innovatieve energiebronnen. Bijzondere aandacht moet ook uitgaan naar activiteiten ter bevordering van innovatie en onderzoek op het gebied van geavanceerde en duurzame technologieën, digitalisering en connectiviteit, op voorwaarde dat dergelijke maatregelen de negatieve neveneffecten van de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie helpen verzachten en tot een dergelijke economie bijdragen.



Or. en


AM\1206333NL.docx 55/102 PE652.545v01-00

NL


(10) In deze verordening worden de soorten investeringen vermeld waarvoor de uitgaven door het JTF kunnen worden ondersteund. Alle ondersteunde activiteiten moeten worden uitgevoerd met volledige inachtneming van de klimaat- en milieuprioriteiten van de Unie. De lijst van investeringen moet de investeringen omvatten die lokale economieën ondersteunen en duurzaam zijn op lange termijn, rekening houdend met alle doelstellingen van de Green Deal. De gefinancierde projecten moeten bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie. Voor krimpende sectoren — zoals de energieproductie op basis van steenkool, bruinkool, turf en olieschalie of de winning van deze vaste fossiele brandstoffen — moet de steun worden gekoppeld aan de geleidelijke beëindiging van de activiteit en de overeenkomstige vermindering van de werkgelegenheid. Wat de transformatie van sectoren met hoge emissies van broeikasgassen betreft, moet de steun nieuwe activiteiten bevorderen via het gebruik van nieuwe technologieën, nieuwe processen of producten die tot een aanzienlijke reductie van de emissies leiden — overeenkomstig de EU-klimaatdoelstellingen voor 2030 en het streven naar klimaatneutraliteit in de EU tegen 20513 — en tegelijkertijd de werkgelegenheid vrijwaren en bevorderen en een verslechtering van het milieu vermijden. Bijzondere aandacht moet ook uitgaan naar activiteiten ter bevordering van innovatie en onderzoek op het gebied van geavanceerde en duurzame technologieën, digitalisering en connectiviteit, op voorwaarde dat dergelijke maatregelen de negatieve neveneffecten van de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie helpen verzachten en tot een dergelijke economie bijdragen.

(10) In deze verordening worden de soorten investeringen vermeld waarvoor de uitgaven door het JTF kunnen worden ondersteund. Alle ondersteunde activiteiten moeten worden uitgevoerd met volledige inachtneming van de klimaat- en milieuprioriteiten van de Unie. De lijst van investeringen moet de investeringen omvatten die lokale economieën ondersteunen en duurzaam zijn op lange termijn, rekening houdend met alle doelstellingen van de Green Deal. De gefinancierde projecten moeten bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie. Bovendien moet bij investeringen rekening worden gehouden met lidstaten die grotendeels afhankelijk zijn van energie die wordt opgewekt door kerncentrales die niet in een dag kunnen worden gesloten; er moet blijven worden geïnvesteerd in nucleair onderzoek en het beheer van nucleair afval. Voor krimpende sectoren – zoals de energieproductie op basis van steenkool, bruinkool, turf en olieschalie of de winning van deze vaste fossiele brandstoffen – moet de steun worden gekoppeld aan de geleidelijke beëindiging van de activiteit en de overeenkomstige vermindering van de werkgelegenheid. Wat de transformatie van sectoren met hoge emissies van broeikasgassen betreft, moet de steun nieuwe activiteiten bevorderen via het gebruik van nieuwe technologieën, nieuwe processen of producten die tot een aanzienlijke reductie van de emissies leiden – overeenkomstig de EU-klimaatdoelstellingen voor 2030 en het streven naar klimaatneutraliteit in de EU tegen 20513 – en tegelijkertijd de werkgelegenheid vrijwaren en bevorderen en een verslechtering van het milieu vermijden. Bijzondere aandacht moet ook uitgaan naar activiteiten ter bevordering van innovatie en onderzoek op het gebied van geavanceerde en duurzame

PE652.545v01-00 56/102 AM\1206333NL.docx

NL

technologieën, digitalisering en connectiviteit, op voorwaarde dat dergelijke maatregelen de negatieve neveneffecten van de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie helpen verzachten en tot een dergelijke economie bijdragen.



Or. en

Amendement 132Markus FerberVoorstel voor een verordeningOverweging 10


(10) In deze verordening worden de soorten investeringen vermeld waarvoor de uitgaven door het JTF kunnen worden ondersteund. Alle ondersteunde activiteiten moeten worden uitgevoerd met volledige inachtneming van de klimaat- en milieuprioriteiten van de Unie. De lijst van investeringen moet de investeringen omvatten die lokale economieën ondersteunen en duurzaam zijn op lange termijn, rekening houdend met alle doelstellingen van de Green Deal. De gefinancierde projecten moeten bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie. Voor krimpende sectoren — zoals de energieproductie op basis van steenkool, bruinkool, turf en olieschalie of de winning van deze vaste fossiele brandstoffen — moet de steun

(10) In deze verordening worden de soorten investeringen vermeld waarvoor de uitgaven door het JTF kunnen worden ondersteund. Alle ondersteunde activiteiten moeten worden uitgevoerd met volledige inachtneming van de klimaat- en milieuprioriteiten van de Unie en moeten de doelstelling ondersteunen van het herstellen van het concurrentievermogen van de getroffen regio’s op lange termijn. De lijst van investeringen moet de investeringen omvatten die lokale economieën ondersteunen en duurzaam en groeibevorderend zijn op lange termijn, rekening houdend met alle doelstellingen van de Green Deal. De gefinancierde projecten moeten bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale en concurrerende economie. Voor krimpende sectoren –

AM\1206333NL.docx 57/102 PE652.545v01-00

NL

worden gekoppeld aan de geleidelijke beëindiging van de activiteit en de overeenkomstige vermindering van de werkgelegenheid. Wat de transformatie van sectoren met hoge emissies van broeikasgassen betreft, moet de steun nieuwe activiteiten bevorderen via het gebruik van nieuwe technologieën, nieuwe processen of producten die tot een aanzienlijke reductie van de emissies leiden — overeenkomstig de EU-klimaatdoelstellingen voor 2030 en het streven naar klimaatneutraliteit in de EU tegen 20513 — en tegelijkertijd de werkgelegenheid vrijwaren en bevorderen en een verslechtering van het milieu vermijden. Bijzondere aandacht moet ook uitgaan naar activiteiten ter bevordering van innovatie en onderzoek op het gebied van geavanceerde en duurzame technologieën, digitalisering en connectiviteit, op voorwaarde dat dergelijke maatregelen de negatieve neveneffecten van de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie helpen verzachten en tot een dergelijke economie bijdragen.

zoals de energieproductie op basis van steenkool, bruinkool, turf en olieschalie of de winning van deze vaste fossiele brandstoffen – moet de steun worden gekoppeld aan de geleidelijke beëindiging van de activiteit en de overeenkomstige vermindering van de werkgelegenheid. Wat de transformatie van sectoren met hoge emissies van broeikasgassen betreft, moet de steun nieuwe activiteiten bevorderen via het gebruik van nieuwe technologieën, nieuwe processen of producten die tot een aanzienlijke reductie van de emissies leiden – overeenkomstig de EU-klimaatdoelstellingen voor 2030 en het streven naar klimaatneutraliteit in de EU tegen 20513 – en tegelijkertijd de werkgelegenheid vrijwaren en bevorderen en een verslechtering van het milieu vermijden. Bijzondere aandacht moet ook uitgaan naar activiteiten ter bevordering van innovatie en onderzoek op het gebied van geavanceerde en duurzame technologieën, digitalisering en connectiviteit, op voorwaarde dat dergelijke maatregelen de negatieve neveneffecten van de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie helpen verzachten en tot een dergelijke economie bijdragen.



Or. en

Amendement 133Frances Fitzgerald

PE652.545v01-00 58/102 AM\1206333NL.docx

NL



(10) In deze verordening worden de soorten investeringen vermeld waarvoor de uitgaven door het JTF kunnen worden ondersteund. Alle ondersteunde activiteiten moeten worden uitgevoerd met volledige inachtneming van de klimaat- en milieuprioriteiten van de Unie. De lijst van investeringen moet de investeringen omvatten die lokale economieën ondersteunen en duurzaam zijn op lange termijn, rekening houdend met alle doelstellingen van de Green Deal. De gefinancierde projecten moeten bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie. Voor krimpende sectoren — zoals de energieproductie op basis van steenkool, bruinkool, turf en olieschalie of de winning van deze vaste fossiele brandstoffen — moet de steun worden gekoppeld aan de geleidelijke beëindiging van de activiteit en de overeenkomstige vermindering van de werkgelegenheid. Wat de transformatie van sectoren met hoge emissies van broeikasgassen betreft, moet de steun nieuwe activiteiten bevorderen via het gebruik van nieuwe technologieën, nieuwe processen of producten die tot een aanzienlijke reductie van de emissies leiden — overeenkomstig de EU-klimaatdoelstellingen voor 2030 en het streven naar klimaatneutraliteit in de EU tegen 20513 — en tegelijkertijd de werkgelegenheid vrijwaren en bevorderen en een verslechtering van het milieu vermijden. Bijzondere aandacht moet ook uitgaan naar activiteiten ter bevordering van innovatie en onderzoek op het gebied van geavanceerde en duurzame technologieën, digitalisering en connectiviteit, op voorwaarde dat dergelijke maatregelen de negatieve neveneffecten van de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie

(10) In deze verordening worden de soorten investeringen vermeld waarvoor de uitgaven door het JTF kunnen worden ondersteund. Alle ondersteunde activiteiten moeten worden uitgevoerd met volledige inachtneming van de klimaat- en milieuprioriteiten van de Unie en moeten in overeenstemming zijn met de EU-taxonomie voor duurzame financiering. De lijst van investeringen moet de investeringen omvatten die lokale economieën ondersteunen en duurzaam zijn op lange termijn, rekening houdend met alle doelstellingen van de Green Deal. De gefinancierde projecten moeten bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie. Voor krimpende sectoren – zoals de energieproductie op basis van steenkool, bruinkool, turf en olieschalie of de winning van deze vaste fossiele brandstoffen – moet de steun worden gekoppeld aan de geleidelijke beëindiging van de activiteit en de overeenkomstige vermindering van de werkgelegenheid. Wat de transformatie van sectoren met hoge emissies van broeikasgassen betreft, moet de steun nieuwe activiteiten bevorderen via het gebruik van nieuwe technologieën, nieuwe processen of producten die tot een aanzienlijke reductie van de emissies leiden – overeenkomstig de EU-klimaatdoelstellingen voor 2030 en het streven naar klimaatneutraliteit in de EU tegen 20513 – en tegelijkertijd de werkgelegenheid vrijwaren en bevorderen en een verslechtering van het milieu vermijden. Bijzondere aandacht moet ook uitgaan naar activiteiten ter bevordering van innovatie en onderzoek op het gebied van geavanceerde en duurzame technologieën, digitalisering en connectiviteit, op voorwaarde dat dergelijke maatregelen de negatieve

AM\1206333NL.docx 59/102 PE652.545v01-00

NL

helpen verzachten en tot een dergelijke economie bijdragen.

neveneffecten van de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie helpen verzachten en tot een dergelijke economie bijdragen.



Or. en

Amendement 134Maximilian KrahVoorstel voor een verordeningOverweging 10


(10) In deze verordening worden de soorten investeringen vermeld waarvoor de uitgaven door het JTF kunnen worden ondersteund. Alle ondersteunde activiteiten moeten worden uitgevoerd met volledige inachtneming van de klimaat- en milieuprioriteiten van de Unie. De lijst van investeringen moet de investeringen omvatten die lokale economieën ondersteunen en duurzaam zijn op lange termijn, rekening houdend met alle doelstellingen van de Green Deal. De gefinancierde projecten moeten bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie. Voor krimpende sectoren — zoals de energieproductie op basis van steenkool, bruinkool, turf en olieschalie of de winning van deze vaste fossiele brandstoffen — moet de steun worden gekoppeld aan de geleidelijke beëindiging van de activiteit en de overeenkomstige vermindering van de

(10) In deze verordening worden de soorten investeringen vermeld waarvoor de uitgaven door het JTF kunnen worden ondersteund. Alle ondersteunde activiteiten moeten worden uitgevoerd met volledige inachtneming van de klimaat- en milieuprioriteiten van de Unie. De lijst van investeringen moet de investeringen omvatten die lokale economieën ondersteunen en duurzaam zijn op lange termijn, rekening houdend met alle doelstellingen van de Green Deal. De gefinancierde projecten moeten bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie. Voor krimpende sectoren – zoals de energieproductie op basis van steenkool, bruinkool, turf en olieschalie of de winning van deze vaste fossiele brandstoffen – moet de steun worden gekoppeld aan de geleidelijke beëindiging van de activiteit en de overeenkomstige vermindering van de

PE652.545v01-00 60/102 AM\1206333NL.docx

NL

werkgelegenheid. Wat de transformatie van sectoren met hoge emissies van broeikasgassen betreft, moet de steun nieuwe activiteiten bevorderen via het gebruik van nieuwe technologieën, nieuwe processen of producten die tot een aanzienlijke reductie van de emissies leiden — overeenkomstig de EU-klimaatdoelstellingen voor 2030 en het streven naar klimaatneutraliteit in de EU tegen 20513 — en tegelijkertijd de werkgelegenheid vrijwaren en bevorderen en een verslechtering van het milieu vermijden. Bijzondere aandacht moet ook uitgaan naar activiteiten ter bevordering van innovatie en onderzoek op het gebied van geavanceerde en duurzame technologieën, digitalisering en connectiviteit, op voorwaarde dat dergelijke maatregelen de negatieve neveneffecten van de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie helpen verzachten en tot een dergelijke economie bijdragen.

werkgelegenheid. Wat de transformatie van sectoren met hoge emissies van broeikasgassen betreft, moet de steun nieuwe activiteiten bevorderen via het gebruik van nieuwe technologieën, nieuwe processen, zoals biomethanisering, of producten die tot een aanzienlijke reductie van de emissies leiden – overeenkomstig de EU-klimaatdoelstellingen voor 2030 en het streven naar klimaatneutraliteit in de EU tegen 205013 – en tegelijkertijd de werkgelegenheid vrijwaren en bevorderen en een verslechtering van het milieu vermijden. Bijzondere aandacht moet ook uitgaan naar activiteiten ter bevordering van innovatie en onderzoek op het gebied van geavanceerde en duurzame technologieën, digitalisering en connectiviteit, op voorwaarde dat dergelijke maatregelen de negatieve neveneffecten van de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie helpen verzachten en tot een dergelijke economie bijdragen.



Or. en

Amendement 135Frances FitzgeraldVoorstel voor een verordeningOverweging 10 bis (nieuw)


(10 bis) Teneinde op doeltreffende wijze een draagvlak binnen de

AM\1206333NL.docx 61/102 PE652.545v01-00

NL

particuliere sector te creëren, moet de Commissie ervoor zorgen dat de financiering uit het Fonds voor een rechtvaardige transitie geen investeringen van de particuliere sector verdringt die via het mechanisme voor een rechtvaardige transitie zullen worden bevorderd. Openbare en particuliere investeringen moeten elkaar waar mogelijk aanvullen, zodat de financiering voor de transitie naar klimaatneutraliteit wordt gemaximaliseerd.

Or. en



(11) Ter bescherming van de burgers die het meest kwetsbaar voor de klimaattransitie zijn, moet het JTF niet alleen worden gebruikt voor de om- en bijscholing van de getroffen werknemers — om hen te helpen nieuwe arbeidskansen te benutten — maar werkzoekenden ook bijstaan bij het zoeken naar werk en hun actieve inclusie op de arbeidsmarkt bevorderen.

(11) Het veiligstellen van kansen op duurzame werkgelegenheid voor werknemers en gebieden die door de klimaattransitie zijn getroffen, is een fundamentele doelstelling van het JTF. Ter bescherming van de burgers die het meest kwetsbaar voor de klimaattransitie zijn, moet het JTF niet alleen worden gebruikt voor beroepsopleidingen, de ontwikkeling van nieuwe vaardigheden en de om- en bijscholing van de getroffen werknemers – om hen te helpen nieuwe arbeidskansen te benutten en arbeidsmarkten in de Unie te helpen aanpassen – maar werkzoekenden ook bijstaan bij het zoeken naar werk en hun actieve inclusie op de arbeidsmarkt bevorderen. Gendergelijkheid verdient bijzondere aandacht bij het bieden van arbeidskansen aan burgers die door de klimaattransitie zijn getroffen.

Or. en

Amendement 137Dimitrios Papadimoulis, José Gusmão

PE652.545v01-00 62/102 AM\1206333NL.docx

NL

namens de GUE/NGL-FractieVoorstel voor een verordeningOverweging 11



(11) Ter bescherming van de burgers en werknemers die het meest kwetsbaar voor de klimaattransitie zijn, met name in de meest getroffen gebieden, moet het JTF niet alleen worden gebruikt voor de om- en bijscholing van de getroffen werknemers – om hen te helpen op duurzame, inclusieve, langdurige en genderevenwichtige wijze nieuwe, volledige en hoogwaardige arbeidskansen te benutten – maar werkzoekenden ook bijstaan bij het zoeken naar werk en hun actieve, kwalitatieve en duurzame inclusie op de arbeidsmarkt waarborgen, waarbij ook maatregelen worden getroffen om sociale neveneffecten te verzachten, zoals toenemende huisvestings- en energiekosten.

Or. en




(11) Ter bescherming van de burgers die het meest kwetsbaar voor de klimaattransitie zijn, moet het JTF niet alleen worden gebruikt voor de om- en bijscholing van de getroffen werknemers – om hen te helpen nieuwe arbeidskansen te benutten – maar werkzoekenden ook bijstaan bij het zoeken naar werk en hun actieve inclusie op de arbeidsmarkt bevorderen. Het tot stand brengen van een nettowerkgelegenheidseffect met nieuwe hoogwaardige banen moet een algemene doelstelling zijn van de klimaattransitie en het mechanisme voor een rechtvaardige transitie, waaronder het

AM\1206333NL.docx 63/102 PE652.545v01-00

NL

Fonds voor een rechtvaardige transitie.

Or. en




(11) Ter bescherming van de burgers die het meest kwetsbaar voor de klimaattransitie zijn, moet het JTF niet alleen worden gebruikt voor de om- en bijscholing van de getroffen werknemers – om hen te helpen nieuwe arbeidskansen te benutten – maar werkzoekenden ook bijstaan bij het zoeken naar werk en hun actieve inclusie op de arbeidsmarkt bevorderen, door hen bij te staan bij het verwerven van nieuwe beroepsvaardigheden, ook op het gebied van digitalisering.

Or. en




(11) Ter bescherming van de burgers die het meest kwetsbaar voor de klimaattransitie zijn, moet het JTF niet alleen worden gebruikt voor de beroepsopleiding, om- en bijscholing van de door zulke veranderingen getroffen burgers (met name werknemers in die gebieden) – om hen te helpen nieuwe arbeidskansen te benutten – maar werkzoekenden ook bijstaan bij het zoeken naar werk en hun actieve inclusie op de arbeidsmarkt bevorderen.

Or. en

PE652.545v01-00 64/102 AM\1206333NL.docx

NL




(11) Ter bescherming van de burgers die het meest kwetsbaar voor de klimaattransitie zijn, moet het JTF niet alleen worden gebruikt voor de om- en bijscholing van de getroffen werknemers en werkzoekenden – om hen te helpen nieuwe arbeidskansen te benutten – maar werkzoekenden ook bijstaan bij het zoeken naar werk en hun actieve inclusie op de arbeidsmarkt bevorderen.

Or. en



(11 bis) De COVID-19-pandemie heeft het belang van het JTF versterkt ten aanzien van de noodzaak om de economieën van de regio’s die het meest getroffen zijn door de klimaattransitie weer op te bouwen. Gezien de onderlinge afhankelijkheid tussen de klimaattransitie en duurzame economische groei moeten voldoende middelen in het kader van het JTF voorhanden zijn voor het aangaan van de uitdagingen van de transitie naar een klimaatneutrale economie, die zijn vergroot door de COVID-19-pandemie. In de mededeling van de Commissie van 27 mei 2020 getiteld “Het moment van Europa: herstel en voorbereiding voor de volgende generatie” wordt voorgesteld de omvang van het Fonds voor een rechtvaardige transitie te vergroten naar 40 miljard EUR.

AM\1206333NL.docx 65/102 PE652.545v01-00

NL

Or. en



(12) Om de economische diversificatie van door de transitie getroffen gebieden te bevorderen moet het JTF steun verlenen voor productieve investeringen in kmo’s. Onder productieve investeringen worden investeringen verstaan in vaste activa of immateriële activa van ondernemingen met het oog op de productie van goederen en diensten, waardoor wordt bijgedragen tot de vorming van bruto-kapitaal en het scheppen van werkgelegenheid. Voor andere ondernemingen dan kmo’s mogen productieve investeringen alleen worden ondersteund indien ze noodzakelijk zijn om het banenverlies als gevolg van de transitie te beperken — door een aanzienlijk aantal banen te creëren of te beschermen — en niet leiden tot of het gevolg zijn van relocatie. Investeringen in bestaande industriële installaties, met inbegrip van die welke onder het emissiehandelssysteem van de Unie vallen, moeten worden toegestaan als ze bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale economie tegen 2050, aanzienlijk lager zijn dan de relevante benchmarks voor kosteloze toewijzing uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad14 en leiden tot de bescherming van een aanzienlijk aantal banen. Dergelijke investeringen moeten bijgevolg worden gerechtvaardigd in het betrokken territoriale plan voor een rechtvaardige transitie. Om de integriteit van de interne markt en het cohesiebeleid te beschermen, is het zaak dat de steun voor ondernemingen voldoet aan de in de artikelen 107 en 108 van het VWEU vastgestelde staatssteunregels van de Unie en dat met name de steun voor productieve

(12) Om de economische diversificatie van door de transitie getroffen gebieden te bevorderen, moet het JTF steun verlenen voor productieve investeringen in kmo’s, startende ondernemingen en ondernemerschap. Onder productieve investeringen worden investeringen verstaan in vaste activa of immateriële activa van ondernemingen met het oog op de productie van goederen en diensten, waardoor wordt bijgedragen tot de vorming van bruto-kapitaal en het scheppen van werkgelegenheid. Voor andere ondernemingen dan kmo’s mogen productieve investeringen alleen worden ondersteund indien ze noodzakelijk zijn om het banenverlies als gevolg van de transitie te beperken – door een aanzienlijk aantal banen te creëren of te beschermen – en niet leiden tot of het gevolg zijn van relocatie. Investeringen in bestaande industriële installaties, met inbegrip van die welke onder het emissiehandelssysteem van de Unie vallen, moeten worden toegestaan als ze bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale economie tegen 2050, aanzienlijk lager zijn dan de relevante benchmarks voor kosteloze toewijzing uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad14 en leiden tot de bescherming van een aanzienlijk aantal banen. Dergelijke investeringen moeten bijgevolg worden gerechtvaardigd in het betrokken territoriale plan voor een rechtvaardige transitie. Om de integriteit van de interne markt en het cohesiebeleid te beschermen, is het zaak dat de steun voor ondernemingen voldoet aan de in de artikelen 107 en 108 van het VWEU vastgestelde staatssteunregels van de Unie

PE652.545v01-00 66/102 AM\1206333NL.docx

NL

investeringen door andere ondernemingen dan kmo’s wordt beperkt tot ondernemingen die gevestigd zijn in gebieden die zijn aangewezen als steungebieden in de zin van artikel 107, lid 3, onder a) en c), van het VWEU.

en dat met name de steun voor productieve investeringen door andere ondernemingen dan kmo’s wordt beperkt tot ondernemingen die gevestigd zijn in gebieden die zijn aangewezen als steungebieden in de zin van artikel 107, lid 3, onder a) en c), van het VWEU. Er moet worden gewaarborgd dat het JTF in overeenstemming blijft met de staatssteunregels in de context van de lopende hervorming van de staatssteunregels als onderdeel van het proces voor modernisering van de staatssteun van de Commissie, terwijl ook rekening wordt gehouden met de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie in het kader van de huidige COVID-19-uitbraak.

__________________ __________________14 Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32).

14 Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32).

Or. en

Amendement 144Eva Maydell, Jessica PolfjärdVoorstel voor een verordeningOverweging 12


(12) Om de economische diversificatie van door de transitie getroffen gebieden te bevorderen moet het JTF steun verlenen voor productieve investeringen in kmo’s. Onder productieve investeringen worden investeringen verstaan in vaste activa of immateriële activa van ondernemingen met het oog op de productie van goederen en diensten, waardoor wordt bijgedragen tot de vorming van bruto-kapitaal en het scheppen van werkgelegenheid. Voor

(12) Om de economische diversificatie van door de energietransitie getroffen gebieden te bevorderen, moet het JTF steun verlenen voor productieve investeringen in kmo’s. Onder productieve investeringen worden investeringen verstaan in vaste activa of immateriële activa van ondernemingen met het oog op de productie van goederen en diensten, waardoor wordt bijgedragen tot de vorming van bruto-kapitaal en het scheppen van

AM\1206333NL.docx 67/102 PE652.545v01-00

NL

andere ondernemingen dan kmo’s mogen productieve investeringen alleen worden ondersteund indien ze noodzakelijk zijn om het banenverlies als gevolg van de transitie te beperken — door een aanzienlijk aantal banen te creëren of te beschermen — en niet leiden tot of het gevolg zijn van relocatie. Investeringen in bestaande industriële installaties, met inbegrip van die welke onder het emissiehandelssysteem van de Unie vallen, moeten worden toegestaan als ze bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale economie tegen 2050, aanzienlijk lager zijn dan de relevante benchmarks voor kosteloze toewijzing uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad14 en leiden tot de bescherming van een aanzienlijk aantal banen. Dergelijke investeringen moeten bijgevolg worden gerechtvaardigd in het betrokken territoriale plan voor een rechtvaardige transitie. Om de integriteit van de interne markt en het cohesiebeleid te beschermen, is het zaak dat de steun voor ondernemingen voldoet aan de in de artikelen 107 en 108 van het VWEU vastgestelde staatssteunregels van de Unie en dat met name de steun voor productieve investeringen door andere ondernemingen dan kmo’s wordt beperkt tot ondernemingen die gevestigd zijn in gebieden die zijn aangewezen als steungebieden in de zin van artikel 107, lid 3, onder a) en c), van het VWEU.

werkgelegenheid. Voor andere ondernemingen dan kmo’s mogen productieve investeringen alleen worden ondersteund indien ze noodzakelijk zijn om het banenverlies als gevolg van de transitie te beperken – door een aanzienlijk aantal banen te creëren of te beschermen – en niet leiden tot of het gevolg zijn van relocatie. In regio’s waar er risico’s voor de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening als gevolg van de energietransitie zijn vastgesteld, moeten investeringen in de modernisering van bestaande energiesystemen en de bouw van nieuwe milieuvriendelijke energie-installaties worden ondersteund om een succesvolle energietransitie in de getroffen regio’s mogelijk te maken. Investeringen in bestaande industriële installaties, met inbegrip van die welke onder het emissiehandelssysteem van de Unie vallen, moeten worden toegestaan als ze bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale economie tegen 2050, aanzienlijk lager zijn dan de relevante benchmarks voor kosteloze toewijzing uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad14 en leiden tot de bescherming van een aanzienlijk aantal banen. Dergelijke investeringen moeten bijgevolg worden gerechtvaardigd in het betrokken territoriale plan voor een rechtvaardige transitie. Om de integriteit van de interne markt en het cohesiebeleid te beschermen, is het zaak dat de steun voor ondernemingen voldoet aan de in de artikelen 107 en 108 van het VWEU vastgestelde staatssteunregels van de Unie en dat met name de steun voor productieve investeringen door andere ondernemingen dan kmo’s wordt beperkt tot ondernemingen die gevestigd zijn in gebieden die zijn aangewezen als steungebieden in de zin van artikel 107, lid 3, onder a) en c), van het VWEU.

__________________ __________________14 Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003

14 Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003

PE652.545v01-00 68/102 AM\1206333NL.docx

NL

tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32).

tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32).

Or. en



(12) Om de economische diversificatie van door de transitie getroffen gebieden te bevorderen moet het JTF steun verlenen voor productieve investeringen in kmo’s. Onder productieve investeringen worden investeringen verstaan in vaste activa of immateriële activa van ondernemingen met het oog op de productie van goederen en diensten, waardoor wordt bijgedragen tot de vorming van bruto-kapitaal en het scheppen van werkgelegenheid. Voor andere ondernemingen dan kmo’s mogen productieve investeringen alleen worden ondersteund indien ze noodzakelijk zijn om het banenverlies als gevolg van de transitie te beperken — door een aanzienlijk aantal banen te creëren of te beschermen — en niet leiden tot of het gevolg zijn van relocatie. Investeringen in bestaande industriële installaties, met inbegrip van die welke onder het emissiehandelssysteem van de Unie vallen, moeten worden toegestaan als ze bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale economie tegen 2050, aanzienlijk lager zijn dan de relevante benchmarks voor kosteloze toewijzing uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad14 en leiden tot de bescherming van een aanzienlijk aantal banen. Dergelijke investeringen moeten bijgevolg worden gerechtvaardigd in het betrokken territoriale plan voor een rechtvaardige transitie. Om de integriteit van de interne

(12) Om de economische diversificatie van door de transitie getroffen gebieden te bevorderen, moet het JTF steun verlenen voor productieve investeringen in alle bedrijven, maar moet het voornamelijk gericht zijn op kmo’s en micro-ondernemingen. Onder productieve investeringen worden investeringen verstaan in vaste activa of immateriële activa van ondernemingen met het oog op de productie van goederen en diensten, waardoor wordt bijgedragen tot de vorming van bruto-kapitaal en het scheppen van werkgelegenheid. Voor andere ondernemingen dan kmo’s moeten productieve investeringen worden ondersteund indien ze sterk bijdragen tot de transitie naar een koolstofarme, concurrerende en duurzame economie en indien ze noodzakelijk zijn om het banenverlies als gevolg van de transitie te beperken – door een aanzienlijk aantal banen te creëren of te beschermen – en niet leiden tot of het gevolg zijn van relocatie. Investeringen in bestaande industriële installaties, met inbegrip van die welke onder het emissiehandelssysteem van de Unie vallen, moeten worden toegestaan als ze bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale economie tegen 2050, aanzienlijk lager zijn dan de relevante benchmarks voor kosteloze toewijzing uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad14 en leiden

AM\1206333NL.docx 69/102 PE652.545v01-00

NL

markt en het cohesiebeleid te beschermen, is het zaak dat de steun voor ondernemingen voldoet aan de in de artikelen 107 en 108 van het VWEU vastgestelde staatssteunregels van de Unie en dat met name de steun voor productieve investeringen door andere ondernemingen dan kmo’s wordt beperkt tot ondernemingen die gevestigd zijn in gebieden die zijn aangewezen als steungebieden in de zin van artikel 107, lid 3, onder a) en c), van het VWEU.

tot de bescherming van een aanzienlijk aantal banen. Dergelijke investeringen moeten bijgevolg worden gerechtvaardigd in het betrokken territoriale plan voor een rechtvaardige transitie. Om de integriteit van de interne markt en het cohesiebeleid te beschermen, is het zaak dat de steun voor ondernemingen voldoet aan de in de artikelen 107 en 108 van het VWEU vastgestelde staatssteunregels van de Unie en dat met name de steun voor productieve investeringen door andere ondernemingen dan kmo’s wordt beperkt tot ondernemingen die gevestigd zijn in gebieden die zijn aangewezen als steungebieden in de zin van artikel 107, lid 3, onder a) en c), van het VWEU.



Or. en



(12) Om de economische diversificatie van door de transitie getroffen gebieden te bevorderen moet het JTF steun verlenen voor productieve investeringen in kmo’s. Onder productieve investeringen worden investeringen verstaan in vaste activa of immateriële activa van ondernemingen met het oog op de productie van goederen en diensten, waardoor wordt bijgedragen tot de vorming van bruto-kapitaal en het scheppen van werkgelegenheid. Voor andere ondernemingen dan kmo’s mogen productieve investeringen alleen worden

(12) Om de economische diversificatie van door de transitie getroffen gebieden te bevorderen, moet het JTF steun verlenen voor productieve investeringen in kmo’s om hen te helpen hun bedrijfsactiviteiten te heroriënteren en nieuwe kansen te creëren. Onder productieve investeringen worden investeringen verstaan in vaste activa of immateriële activa van ondernemingen met het oog op de productie van goederen en diensten, waardoor wordt bijgedragen tot de vorming van bruto-kapitaal, opschaling en het

PE652.545v01-00 70/102 AM\1206333NL.docx

NL

ondersteund indien ze noodzakelijk zijn om het banenverlies als gevolg van de transitie te beperken — door een aanzienlijk aantal banen te creëren of te beschermen — en niet leiden tot of het gevolg zijn van relocatie. Investeringen in bestaande industriële installaties, met inbegrip van die welke onder het emissiehandelssysteem van de Unie vallen, moeten worden toegestaan als ze bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale economie tegen 2050, aanzienlijk lager zijn dan de relevante benchmarks voor kosteloze toewijzing uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad14 en leiden tot de bescherming van een aanzienlijk aantal banen. Dergelijke investeringen moeten bijgevolg worden gerechtvaardigd in het betrokken territoriale plan voor een rechtvaardige transitie. Om de integriteit van de interne markt en het cohesiebeleid te beschermen, is het zaak dat de steun voor ondernemingen voldoet aan de in de artikelen 107 en 108 van het VWEU vastgestelde staatssteunregels van de Unie en dat met name de steun voor productieve investeringen door andere ondernemingen dan kmo’s wordt beperkt tot ondernemingen die gevestigd zijn in gebieden die zijn aangewezen als steungebieden in de zin van artikel 107, lid 3, onder a) en c), van het VWEU.

scheppen van werkgelegenheid. Voor andere ondernemingen dan kmo’s mogen productieve investeringen alleen worden ondersteund indien ze noodzakelijk zijn om het banenverlies als gevolg van de transitie te beperken – door een aanzienlijk aantal banen te creëren of te beschermen – en niet leiden tot of het gevolg zijn van relocatie. Investeringen in bestaande industriële installaties, met inbegrip van die welke onder het emissiehandelssysteem van de Unie vallen, moeten worden toegestaan als ze leiden tot de bescherming van een aanzienlijk aantal banen. Dergelijke investeringen moeten bijgevolg worden gerechtvaardigd in het betrokken territoriale plan voor een rechtvaardige transitie. Om de integriteit van de interne markt en het cohesiebeleid te beschermen, is het zaak dat de steun voor ondernemingen voldoet aan de in de artikelen 107 en 108 van het VWEU vastgestelde staatssteunregels van de Unie en dat met name de steun voor productieve investeringen door andere ondernemingen dan kmo’s wordt beperkt tot ondernemingen die gevestigd zijn in gebieden die zijn aangewezen als steungebieden in de zin van artikel 107, lid 3, onder a) en c), van het VWEU.

__________________14 Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32).

Or. en


AM\1206333NL.docx 71/102 PE652.545v01-00

NL


(12) Om de economische diversificatie van door de transitie getroffen gebieden te bevorderen moet het JTF steun verlenen voor productieve investeringen in kmo’s. Onder productieve investeringen worden investeringen verstaan in vaste activa of immateriële activa van ondernemingen met het oog op de productie van goederen en diensten, waardoor wordt bijgedragen tot de vorming van bruto-kapitaal en het scheppen van werkgelegenheid. Voor andere ondernemingen dan kmo’s mogen productieve investeringen alleen worden ondersteund indien ze noodzakelijk zijn om het banenverlies als gevolg van de transitie te beperken — door een aanzienlijk aantal banen te creëren of te beschermen — en niet leiden tot of het gevolg zijn van relocatie. Investeringen in bestaande industriële installaties, met inbegrip van die welke onder het emissiehandelssysteem van de Unie vallen, moeten worden toegestaan als ze bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale economie tegen 2050, aanzienlijk lager zijn dan de relevante benchmarks voor kosteloze toewijzing uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad14 en leiden tot de bescherming van een aanzienlijk aantal banen. Dergelijke investeringen moeten bijgevolg worden gerechtvaardigd in het betrokken territoriale plan voor een rechtvaardige transitie. Om de integriteit van de interne markt en het cohesiebeleid te beschermen, is het zaak dat de steun voor ondernemingen voldoet aan de in de artikelen 107 en 108 van het VWEU vastgestelde staatssteunregels van de Unie en dat met name de steun voor productieve investeringen door andere ondernemingen dan kmo’s wordt beperkt tot ondernemingen die gevestigd zijn in gebieden die zijn aangewezen als steungebieden in de zin van artikel 107, lid 3, onder a) en c), van het VWEU.

(12) Om de economische diversificatie van door de transitie getroffen gebieden te bevorderen, moet het JTF steun verlenen voor productieve investeringen in kmo’s. Onder productieve investeringen worden investeringen verstaan in vaste activa of immateriële activa van ondernemingen met het oog op de productie van goederen en diensten, waardoor wordt bijgedragen tot de vorming van bruto-kapitaal en het scheppen van werkgelegenheid. Voor andere ondernemingen dan kmo’s mogen productieve investeringen alleen worden ondersteund indien ze noodzakelijk zijn om het banenverlies als gevolg van de transitie te beperken – door een aanzienlijk aantal banen te creëren of te beschermen – en niet leiden tot of het gevolg zijn van relocatie. Investeringen in bestaande industriële installaties, met inbegrip van die welke onder het emissiehandelssysteem van de Unie vallen, moeten worden toegestaan als ze bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale economie tegen 2050, aanzienlijk lager zijn dan de relevante benchmarks voor kosteloze toewijzing uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad14 en leiden tot de bescherming van een aanzienlijk aantal banen. Dergelijke investeringen moeten bijgevolg worden gerechtvaardigd in het betrokken territoriale plan voor een rechtvaardige transitie. Om de integriteit van de interne markt en het cohesiebeleid te beschermen, is het zaak dat de steun voor ondernemingen voldoet aan de in de artikelen 107 en 108 van het VWEU vastgestelde staatssteunregels van de Unie en dat met name de steun voor productieve investeringen door andere ondernemingen dan kmo’s wordt beperkt tot ondernemingen die gevestigd zijn in gebieden die zijn aangewezen als steungebieden in de zin van artikel 107, lid 3, onder a) en c), van het VWEU. Productieve investeringen voor

PE652.545v01-00 72/102 AM\1206333NL.docx

NL

ondernemingen mogen de concurrentie tussen ondernemingen niet verstoren.



Or. en

Amendement 148Maximilian KrahVoorstel voor een verordeningOverweging 12


(12) Om de economische diversificatie van door de transitie getroffen gebieden te bevorderen moet het JTF steun verlenen voor productieve investeringen in kmo’s. Onder productieve investeringen worden investeringen verstaan in vaste activa of immateriële activa van ondernemingen met het oog op de productie van goederen en diensten, waardoor wordt bijgedragen tot de vorming van bruto-kapitaal en het scheppen van werkgelegenheid. Voor andere ondernemingen dan kmo’s mogen productieve investeringen alleen worden ondersteund indien ze noodzakelijk zijn om het banenverlies als gevolg van de transitie te beperken — door een aanzienlijk aantal banen te creëren of te beschermen — en niet leiden tot of het gevolg zijn van relocatie. Investeringen in bestaande industriële installaties, met inbegrip van die welke onder het emissiehandelssysteem van de Unie vallen, moeten worden toegestaan als ze bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale economie tegen 2050, aanzienlijk lager zijn dan de relevante benchmarks voor kosteloze toewijzing uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement

(12) Om de economische diversificatie van door de transitie getroffen gebieden te bevorderen, moet het JTF steun verlenen voor productieve investeringen in kmo’s, bijvoorbeeld op het gebied van anaerobe vergisting in overeenstemming met de ILUC-richtlijn. Onder productieve investeringen worden investeringen verstaan in vaste activa of immateriële activa van ondernemingen met het oog op de productie van goederen en diensten, waardoor wordt bijgedragen tot de vorming van bruto-kapitaal en het scheppen van werkgelegenheid. Voor andere ondernemingen dan kmo’s mogen productieve investeringen alleen worden ondersteund indien ze noodzakelijk zijn om het banenverlies als gevolg van de transitie te beperken – door een aanzienlijk aantal banen te creëren of te beschermen – en niet leiden tot of het gevolg zijn van relocatie. Investeringen in bestaande industriële installaties, met inbegrip van die welke onder het emissiehandelssysteem van de Unie vallen, moeten worden toegestaan als ze bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale economie tegen 2050, aanzienlijk lager zijn dan de relevante

AM\1206333NL.docx 73/102 PE652.545v01-00

NL

en de Raad14 en leiden tot de bescherming van een aanzienlijk aantal banen. Dergelijke investeringen moeten bijgevolg worden gerechtvaardigd in het betrokken territoriale plan voor een rechtvaardige transitie. Om de integriteit van de interne markt en het cohesiebeleid te beschermen, is het zaak dat de steun voor ondernemingen voldoet aan de in de artikelen 107 en 108 van het VWEU vastgestelde staatssteunregels van de Unie en dat met name de steun voor productieve investeringen door andere ondernemingen dan kmo’s wordt beperkt tot ondernemingen die gevestigd zijn in gebieden die zijn aangewezen als steungebieden in de zin van artikel 107, lid 3, onder a) en c), van het VWEU.

benchmarks voor kosteloze toewijzing uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad14 en leiden tot de bescherming van een aanzienlijk aantal banen. Dergelijke investeringen moeten bijgevolg worden gerechtvaardigd in het betrokken territoriale plan voor een rechtvaardige transitie. Om de integriteit van de interne markt en het cohesiebeleid te beschermen, is het zaak dat de steun voor ondernemingen voldoet aan de in de artikelen 107 en 108 van het VWEU vastgestelde staatssteunregels van de Unie en dat met name de steun voor productieve investeringen door andere ondernemingen dan kmo’s wordt beperkt tot ondernemingen die gevestigd zijn in gebieden die zijn aangewezen als steungebieden in de zin van artikel 107, lid 3, onder a) en c), van het VWEU.



Or. en



(12) Om de economische diversificatie van door de transitie getroffen gebieden te bevorderen moet het JTF steun verlenen voor productieve investeringen in kmo’s. Onder productieve investeringen worden investeringen verstaan in vaste activa of immateriële activa van ondernemingen met het oog op de productie van goederen en diensten, waardoor wordt bijgedragen tot

(12) Om de economische diversificatie van door de transitie getroffen gebieden te bevorderen, moet het JTF steun verlenen voor productieve investeringen in kmo’s. Onder productieve investeringen worden investeringen verstaan in vaste activa of immateriële activa van ondernemingen met het oog op de productie van goederen en diensten, waardoor wordt bijgedragen tot

PE652.545v01-00 74/102 AM\1206333NL.docx

NL

de vorming van bruto-kapitaal en het scheppen van werkgelegenheid. Voor andere ondernemingen dan kmo’s mogen productieve investeringen alleen worden ondersteund indien ze noodzakelijk zijn om het banenverlies als gevolg van de transitie te beperken — door een aanzienlijk aantal banen te creëren of te beschermen — en niet leiden tot of het gevolg zijn van relocatie. Investeringen in bestaande industriële installaties, met inbegrip van die welke onder het emissiehandelssysteem van de Unie vallen, moeten worden toegestaan als ze bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale economie tegen 2050, aanzienlijk lager zijn dan de relevante benchmarks voor kosteloze toewijzing uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad14 en leiden tot de bescherming van een aanzienlijk aantal banen. Dergelijke investeringen moeten bijgevolg worden gerechtvaardigd in het betrokken territoriale plan voor een rechtvaardige transitie. Om de integriteit van de interne markt en het cohesiebeleid te beschermen, is het zaak dat de steun voor ondernemingen voldoet aan de in de artikelen 107 en 108 van het VWEU vastgestelde staatssteunregels van de Unie en dat met name de steun voor productieve investeringen door andere ondernemingen dan kmo’s wordt beperkt tot ondernemingen die gevestigd zijn in gebieden die zijn aangewezen als steungebieden in de zin van artikel 107, lid 3, onder a) en c), van het VWEU.

de vorming van bruto-kapitaal en het scheppen van hoogwaardige en duurzame werkgelegenheid. Voor andere ondernemingen dan kmo’s mogen productieve investeringen alleen worden ondersteund indien ze noodzakelijk zijn om het banenverlies als gevolg van de transitie te beperken – door een aanzienlijk aantal banen te creëren of te beschermen – en niet leiden tot of het gevolg zijn van relocatie. Dergelijke investeringen moeten bijgevolg worden gerechtvaardigd in het betrokken territoriale plan voor een rechtvaardige transitie. Deze investeringen moeten duurzaam zijn en verenigbaar met het beginsel dat de vervuiler betaalt en het beginsel van energie-efficiëntie eerst, en mogen niet worden gezien als een kans voor industriële installaties om overtollige emissierechten voor eigen gewin te verkopen. Er mogen geen investeringen worden gedaan in installaties voor fossiele brandstoffen. Om de integriteit van de interne markt en het cohesiebeleid te beschermen, is het zaak dat de steun voor ondernemingen voldoet aan de in de artikelen 107 en 108 van het VWEU vastgestelde staatssteunregels van de Unie en dat met name de steun voor productieve investeringen door andere ondernemingen dan kmo’s wordt beperkt tot ondernemingen die gevestigd zijn in gebieden die zijn aangewezen als steungebieden in de zin van artikel 107, lid 3, onder a) en c), van het VWEU.

__________________14 Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32).

Or. en

AM\1206333NL.docx 75/102 PE652.545v01-00

NL



(12) Om de economische diversificatie van door de transitie getroffen gebieden te bevorderen moet het JTF steun verlenen voor productieve investeringen in kmo’s. Onder productieve investeringen worden investeringen verstaan in vaste activa of immateriële activa van ondernemingen met het oog op de productie van goederen en diensten, waardoor wordt bijgedragen tot de vorming van bruto-kapitaal en het scheppen van werkgelegenheid. Voor andere ondernemingen dan kmo’s mogen productieve investeringen alleen worden ondersteund indien ze noodzakelijk zijn om het banenverlies als gevolg van de transitie te beperken — door een aanzienlijk aantal banen te creëren of te beschermen — en niet leiden tot of het gevolg zijn van relocatie. Investeringen in bestaande industriële installaties, met inbegrip van die welke onder het emissiehandelssysteem van de Unie vallen, moeten worden toegestaan als ze bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale economie tegen 2050, aanzienlijk lager zijn dan de relevante benchmarks voor kosteloze toewijzing uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad14 en leiden tot de bescherming van een aanzienlijk aantal banen. Dergelijke investeringen moeten bijgevolg worden gerechtvaardigd in het betrokken territoriale plan voor een rechtvaardige transitie. Om de integriteit van de interne markt en het cohesiebeleid te beschermen, is het zaak dat de steun voor ondernemingen voldoet aan de in de artikelen 107 en 108 van het VWEU vastgestelde staatssteunregels van de Unie en dat met name de steun voor productieve investeringen door andere ondernemingen dan kmo’s wordt beperkt tot

(12) Om de economische diversificatie van door de transitie getroffen gebieden te bevorderen, moet het JTF steun verlenen voor productieve investeringen in kmo’s, met name die in robuuste sectoren. Onder productieve investeringen worden investeringen verstaan in vaste activa of immateriële activa van ondernemingen met het oog op de productie van goederen en diensten, waardoor wordt bijgedragen tot de vorming van bruto-kapitaal en het scheppen van werkgelegenheid. Voor andere ondernemingen dan kmo’s mogen productieve investeringen alleen worden ondersteund indien ze noodzakelijk zijn om het banenverlies als gevolg van de transitie te beperken – door een aanzienlijk aantal banen te creëren of te beschermen – en niet leiden tot of het gevolg zijn van relocatie. Investeringen in bestaande industriële installaties, met inbegrip van die welke onder het emissiehandelssysteem van de Unie vallen, moeten worden toegestaan als ze bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale economie tegen 2050, aanzienlijk lager zijn dan de relevante benchmarks voor kosteloze toewijzing uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad14 en leiden tot de bescherming van een aanzienlijk aantal banen. Dergelijke investeringen moeten bijgevolg worden gerechtvaardigd in het betrokken territoriale plan voor een rechtvaardige transitie. Om de integriteit van de interne markt en het cohesiebeleid te beschermen, is het zaak dat de steun voor ondernemingen voldoet aan de in de artikelen 107 en 108 van het VWEU vastgestelde staatssteunregels van de Unie en dat met name de steun voor productieve investeringen door andere ondernemingen dan kmo’s wordt beperkt tot

PE652.545v01-00 76/102 AM\1206333NL.docx

NL

ondernemingen die gevestigd zijn in gebieden die zijn aangewezen als steungebieden in de zin van artikel 107, lid 3, onder a) en c), van het VWEU.

ondernemingen die gevestigd zijn in gebieden die zijn aangewezen als steungebieden in de zin van artikel 107, lid 3, onder a) en c), van het VWEU.



Or. en

Amendement 151Bogdan RzońcaVoorstel voor een verordeningOverweging 12


(12) Om de economische diversificatie van door de transitie getroffen gebieden te bevorderen moet het JTF steun verlenen voor productieve investeringen in kmo’s. Onder productieve investeringen worden investeringen verstaan in vaste activa of immateriële activa van ondernemingen met het oog op de productie van goederen en diensten, waardoor wordt bijgedragen tot de vorming van bruto-kapitaal en het scheppen van werkgelegenheid. Voor andere ondernemingen dan kmo’s mogen productieve investeringen alleen worden ondersteund indien ze noodzakelijk zijn om het banenverlies als gevolg van de transitie te beperken — door een aanzienlijk aantal banen te creëren of te beschermen — en niet leiden tot of het gevolg zijn van relocatie. Investeringen in bestaande industriële installaties, met inbegrip van die welke onder het emissiehandelssysteem van de Unie vallen, moeten worden toegestaan als ze bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale economie tegen 2050, aanzienlijk lager zijn dan de relevante benchmarks voor

(12) Om de economische diversificatie van door de transitie getroffen gebieden te bevorderen, moet het JTF steun verlenen voor productieve investeringen. Onder productieve investeringen worden investeringen verstaan in vaste activa of immateriële activa van ondernemingen met het oog op de productie van goederen en diensten, waardoor wordt bijgedragen tot de vorming van bruto-kapitaal en het scheppen van werkgelegenheid. Voor andere ondernemingen dan kmo’s dienen productieve investeringen te worden ondersteund indien ze helpen om het banenverlies als gevolg van de transitie te beperken – door een aanzienlijk aantal banen te creëren of te beschermen – en niet leiden tot of het gevolg zijn van relocatie. Investeringen in bestaande industriële installaties, met inbegrip van die welke onder het emissiehandelssysteem van de Unie vallen, moeten worden toegestaan als ze bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale economie tegen 2050, aanzienlijk lager zijn dan de relevante benchmarks voor kosteloze toewijzing uit

AM\1206333NL.docx 77/102 PE652.545v01-00

NL

kosteloze toewijzing uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad14 en leiden tot de bescherming van een aanzienlijk aantal banen. Dergelijke investeringen moeten bijgevolg worden gerechtvaardigd in het betrokken territoriale plan voor een rechtvaardige transitie. Om de integriteit van de interne markt en het cohesiebeleid te beschermen, is het zaak dat de steun voor ondernemingen voldoet aan de in de artikelen 107 en 108 van het VWEU vastgestelde staatssteunregels van de Unie en dat met name de steun voor productieve investeringen door andere ondernemingen dan kmo’s wordt beperkt tot ondernemingen die gevestigd zijn in gebieden die zijn aangewezen als steungebieden in de zin van artikel 107, lid 3, onder a) en c), van het VWEU.

hoofde van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad14 en leiden tot de bescherming van een aanzienlijk aantal banen. Dergelijke investeringen moeten bijgevolg worden gerechtvaardigd in het betrokken territoriale plan voor een rechtvaardige transitie. Om de integriteit van de interne markt en het cohesiebeleid te beschermen, is het zaak dat de steun voor ondernemingen voldoet aan de in de artikelen 107 en 108 van het VWEU vastgestelde staatssteunregels van de Unie en dat met name de steun voor productieve investeringen door andere ondernemingen dan kmo’s wordt beperkt tot ondernemingen die gevestigd zijn in gebieden die zijn aangewezen als steungebieden in de zin van artikel 107, lid 3, onder a) en c), van het VWEU.



Or. en

Amendement 152Francesca Donato, Valentino Grant, Antonio Maria Rinaldi, Marco ZanniVoorstel voor een verordeningOverweging 12 bis (nieuw)


(12 bis) De staatssteunregels moeten flexibel worden toegepast in gebieden in transitie die hiervoor in aanmerking komen, teneinde particuliere investeringen te bevorderen. Bij het bevorderen van investeringen moet rekening worden gehouden met de problemen die verband houden met structurele verandering in de gebieden die voor steun in aanmerking komen, om te

PE652.545v01-00 78/102 AM\1206333NL.docx

NL

waarborgen dat ze over voldoende flexibiliteit beschikken om hun projecten op een sociaal en economisch duurzame manier uit te voeren.

Or. en

Amendement 153Carmen AvramVoorstel voor een verordeningOverweging 12 bis (nieuw)


(12 bis) De geplande herziening van de staatssteunregels moet gericht zijn op het versterken en vereenvoudigen van de capaciteiten om te investeren in duurzame oplossingen en concrete instrumenten voor nationale, regionale en lokale autoriteiten, die een grote rol zullen spelen bij een doeltreffende en innovatieve uitvoering van het Fonds voor een rechtvaardige transitie.

Or. en



(12 bis) Het JTF moet als doel hebben alleen investeringen te ondersteunen die economisch levensvatbaar zijn en het betrokken gebied een meerwaarde bieden. De Commissie en de lidstaten moeten de levensvatbaarheid van investeringen in het kader van het JTF voortdurend monitoren.

Or. en

Amendement 155Dimitrios Papadimoulis, José Gusmão

AM\1206333NL.docx 79/102 PE652.545v01-00

NL

namens de GUE/NGL-FractieVoorstel voor een verordeningOverweging 13


(13) Met het oog op flexibiliteit bij de programmering van de JTF-middelen in het kader van de doelstelling “investeren in werkgelegenheid en groei” moet het mogelijk zijn een op zichzelf staand JTF-programma op te stellen of JTF-middelen te programmeren voor een of meer specifieke prioriteiten van een door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (“EFRO”), het Europees Sociaal Fonds Plus (“ESF+”) of het Cohesiefonds ondersteund programma. Overeenkomstig artikel 21 bis van Verordening (EU) [nieuwe GB-verordening] moeten de JTF-middelen worden versterkt met aanvullende financiering uit het EFRO en het ESF+. De respectieve bedragen die uit het EFRO en het ESF+ worden overgedragen, moeten consistent zijn met het soort concrete acties dat in de territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie wordt beschreven.

(13) Met het oog op flexibiliteit en samenhang bij de programmering van de JTF-middelen in het kader van de doelstelling “investeren in werkgelegenheid en groei” moet het mogelijk zijn voor de lidstaten om, in samenwerking met lokale en regionale autoriteiten, werknemers, sociale partners, plaatselijke gemeenschappen, het maatschappelijk middenveld en alle betrokken belanghebbenden, een op zichzelf staand JTF-programma op te stellen of JTF-middelen te programmeren voor een of meer specifieke prioriteiten van een door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (“EFRO”), het Europees Sociaal Fonds Plus (“ESF+”) of het Cohesiefonds ondersteund programma. Overeenkomstig artikel 21 bis van Verordening (EU) [nieuwe GB-verordening] kunnen de JTF-middelen op vrijwillige basis worden versterkt met aanvullende financiering uit andere fondsen die onder Verordening (EU) .../... [nieuwe GB-verordening] vallen, maar alleen wanneer dit gerechtvaardigd is en zonder afbreuk te doen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van deze fondsen. De respectieve bedragen die uit deze fondsen kunnen worden overgedragen, moeten consistent zijn met het soort concrete acties dat in de territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie wordt beschreven.

Or. en

Amendement 156Francesca Donato, Valentino Grant, Antonio Maria Rinaldi, Marco ZanniVoorstel voor een verordeningOverweging 13

PE652.545v01-00 80/102 AM\1206333NL.docx

NL



(13) Met het oog op flexibiliteit bij de programmering van de JTF-middelen in het kader van de doelstelling “investeren in werkgelegenheid en groei” moet het mogelijk zijn een op zichzelf staand JTF-programma op te stellen of JTF-middelen te programmeren voor een of meer specifieke prioriteiten van een door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (“EFRO”), het Europees Sociaal Fonds Plus (“ESF+”) of het Cohesiefonds ondersteund programma.

Or. en

Amendement 157Lídia Pereira, José Manuel FernandesVoorstel voor een verordeningOverweging 13


(13) Met het oog op flexibiliteit bij de programmering van de JTF-middelen in het kader van de doelstelling “investeren in werkgelegenheid en groei” moet het mogelijk zijn een op zichzelf staand JTF-programma op te stellen of JTF-middelen te programmeren voor een of meer specifieke prioriteiten van een door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (“EFRO”), het Europees Sociaal Fonds Plus (“ESF+”) of het Cohesiefonds ondersteund programma. Overeenkomstig artikel 21 bis van

(13) Met het oog op flexibiliteit bij de programmering van de JTF-middelen in het kader van de doelstelling “investeren in werkgelegenheid en groei” moet het mogelijk zijn een op zichzelf staand JTF-programma op te stellen of JTF-middelen te programmeren voor een of meer specifieke prioriteiten van een door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (“EFRO”), het Europees Sociaal Fonds Plus (“ESF+”) of het Cohesiefonds ondersteund programma.

AM\1206333NL.docx 81/102 PE652.545v01-00

NL

Verordening (EU) [nieuwe GB-verordening] moeten de JTF-middelen worden versterkt met aanvullende financiering uit het EFRO en het ESF+. De respectieve bedragen die uit het EFRO en het ESF+ worden overgedragen, moeten consistent zijn met het soort concrete acties dat in de territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie wordt beschreven.

Or. pt

Amendement 158Ondřej Kovařík, Dragoș Pîslaru, Martin HlaváčekVoorstel voor een verordeningOverweging 13



(13) Met het oog op flexibiliteit bij de programmering van de JTF-middelen in het kader van de doelstelling “investeren in werkgelegenheid en groei” moet het mogelijk zijn een op zichzelf staand JTF-programma op te stellen of JTF-middelen te programmeren voor een of meer specifieke prioriteiten van een door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (“EFRO”), het Europees Sociaal Fonds Plus (“ESF+”) of het Cohesiefonds ondersteund programma. Overeenkomstig artikel 21 bis van Verordening (EU) [nieuwe GB-verordening] kunnen de JTF-middelen worden versterkt met de vrijwillige overdracht van middelen uit het EFRO en het ESF+. De respectieve bedragen die uit het EFRO en het ESF+ worden overgedragen, moeten consistent zijn met het soort concrete acties dat in de territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie wordt beschreven.

Or. en

Amendement 159Eero Heinäluoma

PE652.545v01-00 82/102 AM\1206333NL.docx

NL



(14) De steun van het JTF moet afhankelijk worden gesteld van de daadwerkelijke uitvoering van een transitieproces in een specifiek gebied om een klimaatneutrale economie tot stand te brengen. In dat verband moeten de lidstaten — in samenwerking met de betrokken belanghebbenden en ondersteund door de Commissie — territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie opstellen waarin bijzonderheden over het transitieproces zijn opgenomen en die consistent zijn met hun nationale energie- en klimaatplannen. Daartoe moet de Commissie — op basis van het bestaande platform voor steenkoolregio’s in transitie — een platform voor een rechtvaardige transitie opzetten voor bilaterale en multilaterale uitwisselingen van ervaringen en beste praktijken in alle getroffen sectoren.

(14) De eerbiediging en naleving van de fundamentele waarden van de Unie, zoals het beginsel van de rechtsstaat, moeten verplicht zijn voor het ontvangen van financiële steun uit de EU-begroting, waaronder het JTF. De lidstaten die bijstand ontvangen uit het JTF moeten zich ertoe verbinden de EU-doelstelling van klimaatneutraliteit tegen 2050 te verwezenlijken. De steun van het JTF moet afhankelijk worden gesteld van de daadwerkelijke uitvoering van een transitieproces in een specifiek gebied om een klimaatneutrale economie tot stand te brengen. Alle gebieden die met uitdagingen worden geconfronteerd bij de transitie naar een klimaatneutrale economie moeten voor steun in aanmerking komen. In dat verband moeten de lidstaten – in samenwerking met de betrokken belanghebbenden en ondersteund door de Commissie – territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie opstellen waarin bijzonderheden over het transitieproces zijn opgenomen en die consistent zijn met hun nationale energie- en klimaatplannen. Daartoe moet de Commissie – op basis van het bestaande platform voor steenkoolregio’s in transitie – een platform voor een rechtvaardige transitie opzetten voor bilaterale en multilaterale uitwisselingen van ervaringen en beste praktijken in alle getroffen sectoren.

Or. en


AM\1206333NL.docx 83/102 PE652.545v01-00

NL



(14) De steun van het JTF moet afhankelijk worden gesteld van en meetbaar zijn aan de hand van de daadwerkelijke uitvoering van een transitieproces in een specifiek gebied om een klimaatneutrale economie tegen 2040 tot stand te brengen. In dat verband moeten de lidstaten – in dialoog en in nauwe samenwerking, ruim van tevoren en met volledige transparantie, met de betrokken belanghebbenden, met name lokale en regionale autoriteiten, getroffen werknemers, sociale partners, plaatselijke gemeenschappen en het maatschappelijk middenveld, en ondersteund door de Commissie – territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie opstellen waarin bijzonderheden over het transitieproces zijn opgenomen en die consistent zijn met hun nationale energie- en klimaatplannen. Daartoe moet de Commissie – op basis van het bestaande platform voor steenkoolregio’s in transitie – een platform voor een rechtvaardige transitie opzetten voor bilaterale en multilaterale uitwisselingen van ervaringen en beste praktijken in alle getroffen sectoren. Deze nauwe samenwerking en raadpleging moet worden voortgezet in alle stadia van de JTF-programma’s, ook tijdens de uitvoering en evaluatie ervan.

Or. en



(14) De steun van het JTF moet afhankelijk worden gesteld van de daadwerkelijke uitvoering van een transitieproces in een specifiek gebied om een klimaatneutrale economie tot stand te

(14) De steun van het JTF moet afhankelijk worden gesteld van de daadwerkelijke uitvoering van een transitieproces in een specifiek gebied om een klimaatneutrale economie tot stand te

PE652.545v01-00 84/102 AM\1206333NL.docx

NL

brengen. In dat verband moeten de lidstaten — in samenwerking met de betrokken belanghebbenden en ondersteund door de Commissie — territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie opstellen waarin bijzonderheden over het transitieproces zijn opgenomen en die consistent zijn met hun nationale energie- en klimaatplannen. Daartoe moet de Commissie — op basis van het bestaande platform voor steenkoolregio’s in transitie — een platform voor een rechtvaardige transitie opzetten voor bilaterale en multilaterale uitwisselingen van ervaringen en beste praktijken in alle getroffen sectoren.

brengen. In dat verband moeten de lidstaten – in samenwerking met de betrokken belanghebbenden, waaronder lokale en regionale autoriteiten alsook de sociale partners en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld op lokaal en regionaal niveau, en ondersteund door de Commissie – territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie opstellen waarin bijzonderheden over het transitieproces zijn opgenomen en die consistent zijn met hun nationale energie- en klimaatplannen. Daartoe moet de Commissie – op basis van maar zonder zich te beperken tot het bestaande platform voor steenkoolregio’s in transitie en de ervaring daarmee – een platform voor een rechtvaardige transitie opzetten voor bilaterale en multilaterale uitwisselingen van ervaringen en beste praktijken in alle getroffen sectoren.

Or. en



(14) De steun van het JTF moet afhankelijk worden gesteld van de daadwerkelijke uitvoering van een transitieproces in een specifiek gebied om een klimaatneutrale economie tot stand te brengen. In dat verband moeten de lidstaten — in samenwerking met de betrokken belanghebbenden en ondersteund door de Commissie — territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie opstellen waarin bijzonderheden over het transitieproces zijn opgenomen en die consistent zijn met hun nationale energie- en klimaatplannen. Daartoe moet de Commissie — op basis van het bestaande platform voor steenkoolregio’s in transitie — een platform voor een rechtvaardige transitie opzetten voor

(14) De steun van het JTF moet afhankelijk worden gesteld van de daadwerkelijke uitvoering van een transitieproces in een specifiek gebied om een klimaatneutrale economie tot stand te brengen. In dat verband moeten de lidstaten samen met de regionale en lokale autoriteiten van de betrokken gebieden van ten minste NUTS-niveau 2 en 3 – in samenwerking met de betrokken belanghebbenden en ondersteund door de Commissie – territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie opstellen waarin bijzonderheden over het transitieproces zijn opgenomen en die consistent zijn met hun nationale energie- en klimaatplannen. Daartoe moet de Commissie – op basis van het bestaande platform voor

AM\1206333NL.docx 85/102 PE652.545v01-00

NL

bilaterale en multilaterale uitwisselingen van ervaringen en beste praktijken in alle getroffen sectoren.

steenkoolregio’s in transitie – een platform voor een rechtvaardige transitie opzetten voor bilaterale en multilaterale uitwisselingen van ervaringen en beste praktijken in alle getroffen sectoren.

Or. en




(14) De steun van het JTF moet afhankelijk worden gesteld van de daadwerkelijke uitvoering van een transitieproces in een specifiek gebied om een klimaatneutrale economie tot stand te brengen. In dat verband moeten de lidstaten – in samenwerking met de betrokken belanghebbenden, ondersteund door de Commissie en met medewerking van regionale of lokale entiteiten – territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie opstellen waarin bijzonderheden over het transitieproces zijn opgenomen, die consistent zijn met hun nationale energie- en klimaatplannen en waarin rekening wordt gehouden met de adviezen van hun regio’s. Daartoe moet de Commissie – op basis van het bestaande platform voor steenkoolregio’s in transitie – een platform voor een rechtvaardige transitie opzetten voor bilaterale en multilaterale uitwisselingen van ervaringen en beste praktijken in alle getroffen sectoren.

Or. en


PE652.545v01-00 86/102 AM\1206333NL.docx

NL



(14) De steun van het JTF moet afhankelijk worden gesteld van de daadwerkelijke uitvoering van een transitieproces in een specifiek gebied met streefdoelen alsmede output- en resultaatindicatoren en doeltreffende monitoring om een klimaatneutrale economie tot stand te brengen. In dat verband moeten de lidstaten – in samenwerking met de betrokken belanghebbenden en ondersteund door de Commissie – territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie opstellen waarin bijzonderheden over het transitieproces zijn opgenomen en die consistent zijn met hun nationale energie- en klimaatplannen. Daartoe moet de Commissie – op basis van het bestaande platform voor steenkoolregio’s in transitie – een platform voor een rechtvaardige transitie opzetten voor bilaterale en multilaterale uitwisselingen van ervaringen en beste praktijken in alle getroffen sectoren.

Or. en



(14) De steun van het JTF moet afhankelijk worden gesteld van de daadwerkelijke uitvoering van een transitieproces in een specifiek gebied om een klimaatneutrale economie tot stand te brengen. In dat verband moeten de lidstaten — in samenwerking met de betrokken belanghebbenden en ondersteund door de Commissie — territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie opstellen waarin bijzonderheden over het transitieproces zijn opgenomen en die consistent zijn met hun nationale

(14) De steun van het JTF moet afhankelijk worden gesteld van de daadwerkelijke uitvoering van een transitieproces in een specifiek gebied om een klimaatneutrale economie tot stand te brengen. In dat verband moeten de lidstaten – in samenwerking met de betrokken belanghebbenden als vastgelegd in het partnerschapsbeginsel in artikel 6 van Verordening (EU) .../... [nieuwe GB-verordening] en ondersteund door de Commissie – territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie opstellen waarin

AM\1206333NL.docx 87/102 PE652.545v01-00

NL

energie- en klimaatplannen. Daartoe moet de Commissie — op basis van het bestaande platform voor steenkoolregio’s in transitie — een platform voor een rechtvaardige transitie opzetten voor bilaterale en multilaterale uitwisselingen van ervaringen en beste praktijken in alle getroffen sectoren.

bijzonderheden over het transitieproces zijn opgenomen en die consistent zijn met hun nationale energie- en klimaatplannen. Daartoe moet de Commissie – op basis van het bestaande platform voor steenkoolregio’s in transitie – een platform voor een rechtvaardige transitie opzetten voor bilaterale en multilaterale uitwisselingen van ervaringen en beste praktijken in alle getroffen sectoren.

Or. en




(14) De steun van het JTF moet afhankelijk worden gesteld van de daadwerkelijke uitvoering van een transitieproces in een specifiek gebied om een klimaatneutrale economie tot stand te brengen. In dat verband moeten de lidstaten – in samenwerking met de betrokken belanghebbenden en ondersteund door de Commissie – territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie opstellen waarin bijzonderheden over het transitieproces zijn opgenomen. Daartoe moet de Commissie – op basis van het bestaande platform voor steenkoolregio’s in transitie – een platform voor een rechtvaardige transitie opzetten voor bilaterale en multilaterale uitwisselingen van ervaringen en beste praktijken in alle getroffen sectoren.

Or. en


PE652.545v01-00 88/102 AM\1206333NL.docx

NL


(15) In de territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie moeten de meest getroffen gebieden worden vermeld waarop de steun van het JTF moet worden geconcentreerd, en de nodige specifieke acties worden beschreven om tot een klimaatneutrale economie te komen, met name wat betreft de omschakeling of sluiting van installaties die met de productie van fossiele brandstoffen of met andere broeikasgasintensieve activiteiten verband houden. Die gebieden moeten nauwkeurig worden gedefinieerd en overeenkomen met regio’s van NUTS-niveau 3 of delen daarvan. In de plannen moeten de uitdagingen en behoeften van die gebieden gedetailleerd worden beschreven en het soort concrete acties worden vermeld die nodig zijn voor de coherente ontwikkeling van klimaatbestendige economische activiteiten die ook consistent zijn met de transitie naar klimaatneutraliteit en de doelstellingen van de Green Deal. Alleen investeringen die met de transitieplannen stroken, mogen financiële steun van het JTF krijgen. De territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie moeten deel uitmaken van de door de Commissie goedgekeurde programma’s (ondersteund door het EFRO, het ESF+, het Cohesiefonds of het JTF, al naargelang het geval).

(15) In de territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie moeten de meest getroffen gebieden worden vermeld waarop de steun van het JTF moet worden geconcentreerd, en de nodige specifieke acties worden beschreven om tot een klimaatneutrale economie te komen, met name wat betreft de omschakeling of sluiting van installaties die met de productie van fossiele brandstoffen of met andere broeikasgasintensieve activiteiten verband houden. Die gebieden moeten nauwkeurig worden gedefinieerd en overeenkomen met regio’s van NUTS-niveau 3 of delen daarvan. In de plannen moeten de uitdagingen en behoeften van die gebieden gedetailleerd worden beschreven en het soort concrete acties worden vermeld die nodig zijn voor de coherente ontwikkeling van klimaatbestendige economische activiteiten die ook consistent zijn met de transitie naar klimaatneutraliteit en de doelstellingen van de Green Deal. Alleen investeringen die met de transitieplannen en het niet-schadenbeginsel van de EU-taxonomie voor duurzame financiering stroken en de transitie naar een koolstofarme economie niet belemmeren of niet tot lock-in-effecten of gestrande activa leiden, mogen financiële steun van het JTF krijgen. Activiteiten of programma’s ter ondersteuning van het voortgezette gebruik van fossiele brandstoffen mogen niet in aanmerking komen. De territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie moeten deel uitmaken van de door de Commissie goedgekeurde programma’s (ondersteund door het EFRO, het ESF+, het Cohesiefonds of het JTF, al naargelang het geval).

Or. en

Amendement 168Frances Fitzgerald

AM\1206333NL.docx 89/102 PE652.545v01-00

NL




(15) In de territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie moeten de meest getroffen gebieden worden vermeld waarop de steun van het JTF moet worden geconcentreerd, en de nodige specifieke acties worden beschreven om tot een klimaatneutrale economie te komen, met name wat betreft de omschakeling of sluiting van installaties die met de productie van fossiele brandstoffen of met andere broeikasgasintensieve activiteiten verband houden, terwijl de werkgelegenheidskansen in de getroffen gebieden worden behouden en uitgebreid teneinde sociale uitsluiting te voorkomen. Die gebieden moeten nauwkeurig worden gedefinieerd en overeenkomen met regio’s van NUTS-niveau 3 of delen daarvan. In de plannen moeten de uitdagingen en behoeften van die gebieden gedetailleerd worden beschreven en het soort concrete acties worden vermeld die nodig zijn voor de coherente ontwikkeling van klimaatbestendige economische activiteiten die ook consistent zijn met de transitie naar klimaatneutraliteit en de doelstellingen van de Green Deal. De plannen moeten een beschrijving bevatten van de wijze waarop belanghebbenden en plaatselijke gemeenschappen tijdens het transitieproces zullen worden geraadpleegd. Alleen investeringen die met de transitieplannen stroken, mogen financiële steun van het JTF krijgen. De territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie moeten deel uitmaken van de door de Commissie goedgekeurde programma’s (ondersteund door het EFRO, het ESF+, het Cohesiefonds of het JTF, al naargelang het geval).

Or. en

PE652.545v01-00 90/102 AM\1206333NL.docx

NL




(15) In de territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie moeten de meest getroffen gebieden worden vermeld waarop de steun van het JTF moet worden geconcentreerd, en de nodige specifieke acties worden beschreven om tot een klimaatneutrale economie te komen, met name wat betreft de omschakeling of sluiting van installaties die met de productie van fossiele brandstoffen of met andere broeikasgasintensieve activiteiten verband houden, terwijl de getroffen werknemers worden beschermd en het scheppen van nieuwe, duurzame en hoogwaardige banen word bevorderd. Die gebieden moeten nauwkeurig worden gedefinieerd en overeenkomen met regio’s van NUTS-niveau 3 of delen daarvan. In de plannen moeten de uitdagingen en behoeften van die gebieden gedetailleerd worden beschreven en het soort concrete acties worden vermeld die nodig zijn voor de coherente ontwikkeling van klimaatbestendige economische activiteiten die ook consistent zijn met de transitie naar klimaatneutraliteit en de doelstellingen van de Green Deal, de Overeenkomst van Parijs en de Europese pijler van sociale rechten. Alleen investeringen die met de transitieplannen stroken, mogen financiële steun van het JTF krijgen. De territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie moeten deel uitmaken van de door de Commissie goedgekeurde programma’s (ondersteund door het EFRO, het ESF+, het Cohesiefonds of het JTF, al naargelang het geval).

Or. en

AM\1206333NL.docx 91/102 PE652.545v01-00

NL




(15) In de territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie moeten de meest getroffen gebieden worden vermeld waarop de steun van het JTF moet worden geconcentreerd, en de nodige specifieke acties worden beschreven om tot een klimaatneutrale economie te komen, met name wat betreft de omschakeling of sluiting van installaties die met de productie van fossiele brandstoffen of met andere broeikasgasintensieve activiteiten verband houden, terwijl banen in de regio worden behouden of aangeboden om sociale uitsluiting te voorkomen. Die gebieden moeten nauwkeurig worden gedefinieerd en overeenkomen met regio’s van NUTS-niveau 3 of delen daarvan. In de plannen moeten de uitdagingen en behoeften van die gebieden gedetailleerd worden beschreven en het soort concrete acties worden vermeld die nodig zijn voor de coherente ontwikkeling van klimaatbestendige economische activiteiten die ook consistent zijn met de transitie naar klimaatneutraliteit, waar mogelijk in overeenstemming met andere EU- en nationale financieringsregelingen, en met de doelstellingen van de Green Deal. Alleen investeringen die met de transitieplannen stroken, mogen financiële steun van het JTF krijgen. De territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie moeten deel uitmaken van de door de Commissie goedgekeurde programma’s (ondersteund door het EFRO, het ESF+, het Cohesiefonds of het JTF, al naargelang het geval).

Or. en

Amendement 171Ondřej Kovařík, Martin Hlaváček, Dragoș Pîslaru, Billy Kelleher

PE652.545v01-00 92/102 AM\1206333NL.docx

NL




(15) In de territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie moeten de meest getroffen gebieden worden vermeld waarop de steun van het JTF moet worden geconcentreerd, en de nodige specifieke acties worden beschreven om uiterlijk in 2050 tot een klimaatneutrale economie te komen, met name wat betreft de modernisering, omschakeling of sluiting van installaties die met de productie van fossiele brandstoffen of met andere broeikasgasintensieve activiteiten verband houden of die verband houden met activiteiten waarbij de producten gevolgen ondervinden van de transitie naar klimaatneutraliteit in de EU. Die gebieden moeten nauwkeurig worden gedefinieerd en overeenkomen met regio’s van NUTS-niveau 3 of delen daarvan. In de plannen moeten de uitdagingen en behoeften van die gebieden gedetailleerd worden beschreven en het soort concrete acties worden vermeld die nodig zijn voor de coherente ontwikkeling van klimaatbestendige economische activiteiten die ook consistent zijn met de transitie naar klimaatneutraliteit en de doelstellingen van de Green Deal. Alleen investeringen die met de transitieplannen stroken, mogen financiële steun van het JTF krijgen. De territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie moeten deel uitmaken van de door de Commissie goedgekeurde programma’s (ondersteund door het EFRO, het ESF+, het Cohesiefonds of het JTF, al naargelang het geval).

Or. en


AM\1206333NL.docx 93/102 PE652.545v01-00

NL



(15) In de territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie moeten de meest getroffen gebieden worden vermeld waarop de steun van het JTF moet worden geconcentreerd, en de nodige specifieke acties worden beschreven om tot een klimaatneutrale economie te komen, met name wat betreft de omschakeling of sluiting van installaties die met de productie van vaste fossiele brandstoffen of met andere broeikasgasintensieve activiteiten verband houden. Die gebieden moeten nauwkeurig worden gedefinieerd en overeenkomen met regio’s van NUTS-niveau 3 of delen daarvan. In de plannen moeten de uitdagingen en behoeften van die gebieden gedetailleerd worden beschreven en het soort concrete acties worden vermeld die nodig zijn voor de coherente ontwikkeling van klimaatbestendige economische activiteiten die ook consistent zijn met de transitie naar klimaatneutraliteit en de doelstellingen van de Green Deal. Alleen investeringen die met de transitieplannen stroken, mogen financiële steun van het JTF krijgen. De territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie moeten deel uitmaken van de door de Commissie goedgekeurde programma’s (ondersteund door het EFRO, het ESF+, het Cohesiefonds of het JTF, al naargelang het geval).

Or. en

Amendement 173Marek BelkaVoorstel voor een verordeningOverweging 15 bis (nieuw)


(15 bis) Regio’s die niet worden aangemerkt als meest getroffen gebieden, komen in aanmerking voor financiële steun uit hoofde van het JTF in geval van

PE652.545v01-00 94/102 AM\1206333NL.docx

NL

zakelijke uitdagingen ten gevolge van maatregelen om de klimaatverandering aan te pakken, teneinde op ad-hocbasis op onvoorziene omstandigheden te kunnen inspelen.

Or. en



(16) Om de resultaatgerichtheid van het gebruik van JTF-middelen te vergroten moet de Commissie — overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel — financiële correcties kunnen toepassen als ernstig wordt tekortgeschoten bij de verwezenlijking van de voor de specifieke doelstelling van het JTF vastgestelde streefcijfers.

(16) Om de resultaatgerichtheid van het gebruik van JTF-middelen te vergroten moet de Commissie – overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel – financiële correcties kunnen toepassen als ernstig wordt tekortgeschoten bij de verwezenlijking van de voor de specifieke doelstelling van het JTF vastgestelde streefcijfers. Om de vooruitgang van de transitie te meten, wordt bedrijven die middelen uit het JTF ontvangen verzocht verslag uit te brengen over de duurzaamheidseffecten ervan overeenkomstig de EU-richtlijn inzake niet-financiële verslaglegging.

Or. en

Amendement 175Sirpa PietikäinenVoorstel voor een verordeningOverweging 16 bis (nieuw)


(16 bis) De door het JTF gefinancierde programma’s worden vooraf en achteraf geëvalueerd aan de hand van methoden voor klimaattracering, de vastlegging van natuurlijk kapitaal en levenscycli om het duurzaamheidseffect ervan te meten op basis van geharmoniseerde indicatoren en levenscyclusanalysen. Een methode voor

AM\1206333NL.docx 95/102 PE652.545v01-00

NL

“duurzaamheidstoetsing” wordt ingevoerd, in overeenstemming met het investeringsplan voor een duurzaam Europa, op grond waarvan initiatiefnemers van projecten die een bepaalde omvang overtreffen het milieu-, klimaat- en sociale effect van die projecten zullen moeten beoordelen.

Or. en

Amendement 176Francesca Donato, Valentino Grant, Antonio Maria Rinaldi, Marco Zanni, Gunnar BeckVoorstel voor een verordeningOverweging 17


(17) Om bepaalde niet-essentiële onderdelen van deze verordening aan te vullen of te wijzigen moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het VWEU handelingen vast te stellen met betrekking tot de wijziging van de elementen in bijlage III bij deze verordening wat betreft de gemeenschappelijke output- en resultaatindicatoren. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven15. Met name ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten om te zorgen voor een gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen; deze deskundigen hebben systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van gedelegeerde

Schrappen

PE652.545v01-00 96/102 AM\1206333NL.docx

NL

handelingen.

__________________15 PB L 123 van 12.5.2016, blz. 13.

Or. en



(17) Om bepaalde niet-essentiële onderdelen van deze verordening aan te vullen of te wijzigen moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het VWEU handelingen vast te stellen met betrekking tot de wijziging van de elementen in bijlage III bij deze verordening wat betreft de gemeenschappelijke output- en resultaatindicatoren. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven15. Met name ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten om te zorgen voor een gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen; deze deskundigen hebben systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van gedelegeerde handelingen.

(17) Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven15. Met name ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten om te zorgen voor een gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen; deze deskundigen hebben systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van gedelegeerde handelingen.

__________________ __________________15 PB L 123 van 12.5.2016, blz. 13. 15 PB L 123 van 12.5.2016, blz. 13.

AM\1206333NL.docx 97/102 PE652.545v01-00

NL

Or. en



(17) Om bepaalde niet-essentiële onderdelen van deze verordening aan te vullen of te wijzigen moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het VWEU handelingen vast te stellen met betrekking tot de wijziging van de elementen in bijlage III bij deze verordening wat betreft de gemeenschappelijke output- en resultaatindicatoren. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven15. Met name ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten om te zorgen voor een gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen; deze deskundigen hebben systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van gedelegeerde handelingen.

(17) Om bepaalde niet-essentiële onderdelen van deze verordening aan te vullen of te wijzigen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het VWEU handelingen vast te stellen met betrekking tot de wijziging van de elementen in bijlage III bij deze verordening wat betreft de gemeenschappelijke output- en resultaatindicatoren, op basis van de geharmoniseerde duurzaamheidsindicatoren en levenscyclusanalysen voor het meten van het duurzaamheidseffect die zijn bepaald in de taxonomieverordening en de verordening inzake informatieverschaffing. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven15. Met name ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten om te zorgen voor een gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen; deze deskundigen hebben systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van gedelegeerde handelingen.

__________________ __________________

PE652.545v01-00 98/102 AM\1206333NL.docx

NL

15 PB L 123 van 12.5.2016, blz. 13. 15 PB L 123 van 12.5.2016, blz. 13.

Or. en

Amendement 179Lídia Pereira, José Manuel FernandesVoorstel voor een verordeningOverweging 18 bis (nieuw)


(18 bis) Zodra deze verordening is vastgesteld, moeten de middelen uit het JTF zo snel mogelijk beschikbaar worden gesteld teneinde de investeringen te genereren die nodig zijn om het specifieke doel ervan te realiseren en te kunnen inspelen op de dringende behoefte aan steun in de regio’s die de transitie doormaken op een moment dat de Europese economie in zwaar weer verkeert.

Or. pt

Amendement 180Lídia Pereira, José Manuel FernandesVoorstel voor een verordeningOverweging 18 ter (nieuw)


(18 ter) Er moet prioriteit worden gegeven aan het snel en doeltreffend uitvoeren van het JTF. Daartoe moet de Commissie erop toezien dat de betreffende administratieve processen snel kunnen worden uitgevoerd met zo min mogelijk administratieve rompslomp, teneinde kosten te besparen en optimaal gebruik te kunnen maken van de totale financiële capaciteit van het JTF voor het verwezenlijken van het specifieke doel.

Or. pt

Amendement 181Francesca Donato, Valentino Grant, Antonio Maria Rinaldi, Marco Zanni

AM\1206333NL.docx 99/102 PE652.545v01-00

NL



(19) De doelstellingen van deze verordening — namelijk steun verlenen aan gebieden die een economische en sociale transformatie ondergaan bij de transitie naar een klimaatneutrale economie — kunnen niet voldoende door de lidstaten alleen worden verwezenlijkt. De voornaamste redenen daarvoor zijn enerzijds de verschillen tussen de ontwikkelingsniveaus van de verschillende gebieden en de achterstand van de minst begunstigde gebieden, alsook de beperking van de financiële middelen van de lidstaten en gebieden, en anderzijds de noodzaak van een coherent uitvoeringskader dat verschillende fondsen van de Unie onder gedeeld beheer bestrijkt. Aangezien deze doelstellingen beter op het niveau van de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie maatregelen nemen overeenkomstig het in artikel 5 van het VEU neergelegde subsidiariteitsbeginsel. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken,

(19) De doelstellingen van deze verordening – namelijk steun verlenen aan gebieden die een economische en sociale transformatie ondergaan bij de duurzame transitie naar een klimaatneutrale economie – kunnen ook voldoende door de lidstaten alleen worden verwezenlijkt, via regionale banken als doorslaggevende instrumenten voor het financieren van een rechtvaardige ecologische transitie volgens regionale voorkeuren en bijzonderheden. Aangezien deze doelstellingen ook op het niveau van de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie maatregelen nemen overeenkomstig het in artikel 5 van het VEU neergelegde subsidiariteitsbeginsel. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken,

Or. en



(19) De doelstellingen van deze verordening — namelijk steun verlenen aan gebieden die een economische en sociale transformatie ondergaan bij de transitie naar een klimaatneutrale economie — kunnen niet voldoende door de lidstaten

(19) De doelstellingen van deze verordening – namelijk steun verlenen aan gebieden die een economische en sociale transformatie ondergaan bij de transitie naar een klimaatneutrale economie – kunnen niet voldoende door de lidstaten

PE652.545v01-00 100/102 AM\1206333NL.docx

NL

alleen worden verwezenlijkt. De voornaamste redenen daarvoor zijn enerzijds de verschillen tussen de ontwikkelingsniveaus van de verschillende gebieden en de achterstand van de minst begunstigde gebieden, alsook de beperking van de financiële middelen van de lidstaten en gebieden, en anderzijds de noodzaak van een coherent uitvoeringskader dat verschillende fondsen van de Unie onder gedeeld beheer bestrijkt. Aangezien deze doelstellingen beter op het niveau van de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie maatregelen nemen overeenkomstig het in artikel 5 van het VEU neergelegde subsidiariteitsbeginsel. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken,

alleen worden verwezenlijkt. De voornaamste redenen daarvoor zijn enerzijds de verschillende mate van afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en de verschillen tussen de ontwikkelings- en werkgelegenheidsniveaus van de verschillende gebieden en de achterstand van de minst begunstigde gebieden, alsook de beperking van de financiële middelen van de lidstaten en gebieden, en anderzijds de noodzaak van een coherent uitvoeringskader dat verschillende fondsen van de Unie onder gedeeld beheer bestrijkt. Aangezien deze doelstellingen beter op het niveau van de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie maatregelen nemen overeenkomstig het in artikel 5 van het VEU neergelegde subsidiariteitsbeginsel. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken,

Or. en



(19) De doelstellingen van deze verordening — namelijk steun verlenen aan gebieden die een economische en sociale transformatie ondergaan bij de transitie naar een klimaatneutrale economie — kunnen niet voldoende door de lidstaten alleen worden verwezenlijkt. De voornaamste redenen daarvoor zijn enerzijds de verschillen tussen de ontwikkelingsniveaus van de verschillende gebieden en de achterstand van de minst begunstigde gebieden, alsook de beperking van de financiële middelen van de lidstaten en gebieden, en anderzijds de noodzaak van een coherent uitvoeringskader dat verschillende fondsen van de Unie onder

(19) De doelstellingen van deze verordening – namelijk steun verlenen aan gebieden die een economische en sociale transformatie ondergaan bij de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie – kunnen niet voldoende door de lidstaten alleen worden verwezenlijkt. De voornaamste redenen daarvoor zijn enerzijds de verschillen tussen de ontwikkelingsniveaus van de verschillende gebieden en de achterstand van de minst begunstigde gebieden, alsook de beperking van de financiële middelen van de lidstaten en gebieden, en anderzijds de noodzaak van een coherent uitvoeringskader dat verschillende fondsen van de Unie onder

AM\1206333NL.docx 101/102 PE652.545v01-00

NL

gedeeld beheer bestrijkt. Aangezien deze doelstellingen beter op het niveau van de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie maatregelen nemen overeenkomstig het in artikel 5 van het VEU neergelegde subsidiariteitsbeginsel. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken,

gedeeld beheer bestrijkt. Aangezien deze doelstellingen beter op het niveau van de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie maatregelen nemen overeenkomstig het in artikel 5 van het VEU neergelegde subsidiariteitsbeginsel. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken,

Or. en

PE652.545v01-00 102/102 AM\1206333NL.docx

NL

· Web view(1)Het regelgevingskader voor het cohesiebeleid van de Unie voor de periode 2021-2027...

Documents

Transcript of · Web view(1)Het regelgevingskader voor het cohesiebeleid van de Unie voor de periode 2021-2027...