Gevolgen van de Nieuwe Influenza A (H1N1) pandemie op de bedrijfsgezondheidszorg

2

Click here to load reader

Transcript of Gevolgen van de Nieuwe Influenza A (H1N1) pandemie op de bedrijfsgezondheidszorg

Page 1: Gevolgen van de Nieuwe Influenza A (H1N1) pandemie op de bedrijfsgezondheidszorg

D O E L S T E L L I N G

Dit onderzoek1 is een initiatief van het RIVM enwordt in opdracht van het ministerie van SocialeZaken en Werkgelegenheid (SZW) uitgevoerd.Het doel van dit onderzoek is te achterhalen watde gevolgen zijn van de nieuwe influenza A(H1N1-)pandemie op de dagelijkse gang vanzaken binnen de bedrijfsgezondheidszorg.

M E T H O D E

Een onlinevragenlijst, gebaseerd op interviewsmet experts en een eerdere vragenlijst voor GGD-professionals,2 is verspreid onder bedrijfsartsenen arbeidshygiënisten. Verspreiding vond plaatsvia de ledenlijst van de Nederlandse Verenigingvoor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) ende Nederlandse Vereniging voor Arbeidshygiëne(NVvA). Ook is op de websites van Boaborea,Kennissysteem Infectieziekten en Arbeid (KIZA)en ArboInf@ct een link naar de vragenlijst opge-nomen.

R E S U LTAT E N

In totaal hebben 453 arboprofessionals de vra-genlijst ingevuld, van wie 67,9% bedrijfsarts en14,8% arbeidshygiënist is. 17,2% van de respon-denten heeft een extra specialisatie toegevoegd.Uit de resultaten blijkt dat het aantal telefonischecontacten van arboprofessionals met cliëntentoenam ten tijde van de pandemie. Slechts eenklein deel van de arboprofessionals heeft directcontact gehad met besmette patiënten. Over het algemeen zijn de arboprofessionals heteens met de genomen maatregelen tijdens depandemie. Knelpunten die genoemd werden, zijn‘het communiceren van beleidswijzigingen’, ‘debesluitvorming vanuit overheidsinstanties’ en‘de tijdigheid van informatie’.

Arboprofessionals richtten zich tijdens de pande-mie voornamelijk op het aanpassen en opstellenvan een bedrijfscontinuïteitsplan (BCP) en devoorlichting aangaande preventieve maatrege-len. Tevens gaf de meerderheid van de bedrijfsart-sen aan dat het een terechte keuze was om hetgebruik van antivirale middelen in het bedrijfsle-ven af te raden.Verder zijn arboprofessionals tevreden over devele informatiebronnen. De meerderheid maaktetijdens de pandemie gebruik van de aangereikteinformatiebronnen. Zowel ArboInf@ct als dethemawebsite van het RIVM werden positiefbeoordeeld. Wel vonden respondenten dat infor-matie meer toegespitst zou moeten zijn op dearbosector. Van de bedrijfsartsen die met deLeidraad Influenzapandemie: infectiepreventievan werkenden3 bekend zijn (84,8%), heeft42,7% de leidraad ook daadwerkelijk gebruikt.Bovendien was de naleving van de voorschriftenzoals de leidraad onder arboprofessionals hoog. Samenwerking bij arboprofessionals vond in demeeste gevallen plaats met de bedrijfsleiding(79,8%), de communicatieafdeling (52,2%) en(andere) arbodiensten (38,6%). Dit contact ver-liep goed tot uitstekend. Met de huisarts en deGGD is weinig samengewerkt en het contactwerd als wisselend bestempeld.Bedrijfsartsen blijken tijdens de pandemie meerwerkdruk te ervaren dan de arbeidshygiënisten.Arboprofessionals bij zorginstellingen ervarenmeer werkdruk dan collega’s in andere sectoren.Verder ervaren arboprofessionals met beleidsma-tige taken meer werkdruk dan arboprofessionalsmet uitvoerende taken, alhoewel er geen relatieis gevonden tussen beleidsmatige of uitvoerendetaken en de gemaakte overuren. Tevens valt hetverzuim van de werknemers tijdens de pandemiete verwaarlozen.

C O N C L U S I E S E N A A N B E V E L I N G E N

Verscheidene aanbevelingen zouden de nalevingvan arboregels tijdens de pandemie vergroten.Hierbij ligt een sterke focus op de informatie-voorziening. Arboprofessionals geven duidelijkaan dat de informatie nog onvoldoende toege-spitst is op de arbosector, wat de toepasbaarheidverkleint. Ook moet men ervoor waken dat er

175TBV 19 / nr 4 / apr i l 2011

S I G N A A L

Gevolgen van de Nieuwe Influenza A (H1N1) pandemie op de bedrijfsgezondheidszorgMarianne van der Velde, Malou Timmers

M. van der Velde en M. Timmers zijn bei-

den als projectmedewerker werkzaam bij

iResearch, een onderzoeksbureau gespe-

cialiseerd in gezondheidsinformatie

te Berg en Dal.

CORRESPONDENTIEADRES

E-mail: [email protected].

Page 2: Gevolgen van de Nieuwe Influenza A (H1N1) pandemie op de bedrijfsgezondheidszorg

nog meer informatiebronnen bijkomen. Gepleitmoet worden voor één centrale bron die actiefwordt bijgehouden met actuele informatie. Ver-der zou één centrale organisatie de regie moetenvoeren tijdens een pandemie. Het RIVM zou dezecentrale rol op zich kunnen nemen. Gedetail-leerde informatie over taken en verantwoordelijk-heden, het afstemmen van de informatie, en heteenduidig en tijdig naar buiten brengen en actu-eel houden van de informatie zouden bij dezeregierol horen. Verder zou het besluitvormings-proces en beleidswijzigingen meer in overleg metde arboprofessionals moeten plaatsvinden. Aanbeveling voor de leidraad is het hanteren vaneen dynamische opzet zodat er beter wordt aan-gesloten op de praktijk. Ook het tijdig actualise-

ren zou volgens respondenten de toepasbaarheidvergroten. Ten slotte geven respondenten aan datnader onderzoek is vereist om meer inzicht teverkrijgen in de besluitvorming rondom het vac-cinatiebeleid.

LITERATUUR1. Timmers MAJ, Velde MW van der. Onderzoek naar de

gevolgen van de nieuwe influenza A (H1N1) pande-mie op de bedrijfsgezondheidszorg. Berg en Dal:iResearch, 2010.

2. Vinck L. Intern rapport: Consequenties van de nieuweinfluenza A (H1N1) op de GGD-profesionals en hunpersoonlijke ervaringen. Bilthoven: RIVM, 2010 (sub-mitted).

3. Maas JJ, Weel ANH. Leidraad Influenzapandemie:infectiepreventie van werkenden. Aanbevelingenvoor bedrijfsartsen inzake de pandemie van het nieu-we influenza A virus (H1N1). Utrecht: NVAB, 2010.

176 TBV 19 / nr 4 / apr i l 2011

Ziekteverzuim 2010

Het verzuim in Nederland is volgens ArboNedgedaald en wordt volgens deze arbodienst veroor-zaakt door een betere verzuimaanpak in organisa-ties. Dit zou leiden tot betere prioritering en meerverantwoordelijkheidsgevoel bij medewerkers. In2008 en 2009 bedroegen de verzuimcijfers vanArboNed gemiddeld 3,9%. In 2010 was het per-centage 3,8 (kwartaal I t/m IV). Het CBS-cijfer (lan-delijk verzuimpercentage) voor 2009 bedroeg4,3%. Het landelijk verzuimpercentage voor deeerste drie kwartalen van 2009 bedraagt 4,3%.Hierbij dient de kanttekening te worden gemaaktdat het landelijk verzuimpercentage in het vierdekwartaal de laatste jaren hoger was.

Vernet, een organisatie die elk kwartaal overzich-ten maakt van verzuim en verzuimkosten in dezorgsector, geeft aan dat het ziekteverzuim in de

zorgsector voor het vierde opeenvolgende jaar isgedaald. Hier ligt een daling van het kortdurendverzuim (tot en met twee weken) aan ten grond-slag (1,1% in 2010 tegen 1,3% in 2009). Het lang-durig verzuim lijkt echter te stijgen. Falke &Verbaan, HRM organisatie- & adviesbureau, her-kent de trend die Vernet beschrijft. In België is een vergelijkbare trend zichtbaar.Securex, een HR-dienstverlener, geeft aan dat hettotale verzuim in België 5,7% bedroeg. Vooral hetkortdurende ziekteverzuim ging omlaag. Maarhet percentage van het langdurige ziekteverzuim– tot meer dan een jaar onafgebroken afwezigheidop het werk – ging in 2010 ook omhoog naar1,75%.Bronnen: ArboNed 31-01-2011; Falke en Verbaan,

februari 2011; De Standaard, 17-02-2011, RMU

02-02-2011, CBS 20-02-2011.

N I E U W S