gerecht in eerste aanleg van de nederlandse antillen, zittingsplaats ...

17
Burgerlijke zaken over 2004 . Datum uitspraak : 26,januari 2004 KG no . 13/04 . GERECHT IN EERSTEAANLEG VANDENEDERLANDSEANTILLEN, ZITTINGSPLAATSCURAQAO drs R .E . Blaauw, tegen- - deopenbare rechtspersoonHET LANDDE NEDERLANDSE ANTILLEN, zetelende op Curacao, gedaagde, gemachtigde. : de advocaat mr C .A . Peterson . Partijenzullen hieronder naderworden aange- duid als Amigoe en Nederlof respectievelijk het Land Deloopvanhetaedincr . Bijeenop14januari2004terGriffievandit GerechtingediendverzoekschrifthebbenAmigoe enNederlofgevorderdombij . . vonnisinkort geding,uitvoerbaarbijvoorraad,hetLandto bevelenallejournalistenvanAmigoe,inhet bijzonderNederlof,toetolatentotallepers-' conferentiesgehoudendoorofvanwegehetLand, inhetbijzonderdiewaarinhetwoordwordt gevoerddoorLouisa-Godett,zulksopstraffe vaneendwangsomvannaf .10 .000,--danweleen 1 Vonnisindezaakvan : 1 . denaamlozevennootschapUITGEVE- RIJAMIGOS N .V ., 2 .MariaJohanna(Mario)NEDERLOF, gevestigd respectievelijk wonende op Curacao, eisers,gemachtigde :'de advocaat mr

Transcript of gerecht in eerste aanleg van de nederlandse antillen, zittingsplaats ...

Page 1: gerecht in eerste aanleg van de nederlandse antillen, zittingsplaats ...

Burgerlijke zaken over 2004 .Datum uitspraak : 26,januari 2004KG no . 13/04 .

GERECHT IN EERSTE AANLEG

VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN,

ZITTINGSPLAATS CURAQAO

drs R .E . Blaauw,

tegen- -

deopenbarerechtspersoonHETLAND DENEDERLANDSEANTILLEN,zetelende op Curacao,gedaagde, gemachtigde. : de advocaat mrC .A . Peterson .

Partijen zullen hieronder nader worden aange-duid als Amigoe en Nederlof respectievelijk hetLand

Deloop van het aedincr .

Bij een op 14 januari 2004 ter Griffie van ditGerecht ingediend verzoekschrift hebben Amigoeen Nederlof gevorderd om bij . . vonnis in kortgeding, uitvoerbaar bij voorraad, het Land tobevelen alle journalisten van Amigoe, in hetbijzonder Nederlof, toe to laten tot alle pers-'conferenties gehouden door of vanwege het Land,in het bijzonder die waarin het woord wordtgevoerd door Louisa-Godett, zulks op straffevan een dwangsom van naf . 10 .000,-- dan wel een

1

Vonnis in de zaak van :

1 . de naamloze vennootschap UITGEVE-RIJ AMIGOS N.V .,2 . Maria Johanna (Mario) NEDERLOF,gevestigd respectievelijk wonende opCuracao,eisers, gemachtigde :' de advocaat mr

Page 2: gerecht in eerste aanleg van de nederlandse antillen, zittingsplaats ...

door het Gerecht in goede justitie to bepalenbedrag, voor iedere keer dat enige journalistvan Amigoe de toegang van een zodanige bijeen-komst wordt geweigerd, dan wel aldaar niet instaat wordt gesteld zijn/haar beroep op' eennormale manier uit to voeren door informatie toverkrijgen, vragen to stellen en antwoorden opdie vragen to krijgen, met veroordeling van hetLand in de kosten van dit geding .

Bij de behandeling van de zaak ter terechtzit-ting heeft de gemachtigde van Amigoe en Neder-lof het verzoekschrift toegelicht aan de handvan overgelegde pleitnotities en produkties .Het Land heeft de vordering door zijn gemach-tigde doen bestrijd.en aan de hand van overge-legde pleitnotities .

Na verder debat is de uitspraak bepaald oheden

Het aeschil .

2 1 . Het was de beroemde Groucho Marx, die eens,gekscherend, heeft opgemerkt •dat "politics isthe art of looking for trouble, finding iteverywhere, diagnosing it incorrectly, andapplying the wrong remedies ." Een opmerking,als deze zou natuurlijk door een totaal vanhumor gespeende persoon kunnen worden opgevatals een gebrek aan respect, doch is nietteminzo raak dat, naar het Gerecht aanneemt, zelfseen politicus een glimlach niet zal kunnenonderdrukken . Dat komt omdat er een diepe kernvan.waarheid in zit . Ook in dit geval, dat aande oppervlakte niet anders is dan een aanvaringtussen twee dames, die het kennelijk niet zogoed met elkaar kunnen vinden (in het Papiamen-tu zeggen we : "nan Banger no to sali ku otro")en de gevolgen daarvan, moet men onwillekeurigaan deze opmerking denken . Met een beetje goedewil, met een beetje wijsheid, met een beetjeverzoeningsgezindheid had deze kwestie de we-reld uitgeholpen kunnen worden . Het heeft ech-ter niet zo mogen zijn . En zo mondde een strub-beling tussen een Minister-President en eenjournaliste uit in een procedure over vrijheidvan meningsuiting, persvrijheid, informatie-plicht van de overheid en nog veel meer . Gezienhet feit dat partij en elkaar kennelij k over enweer •niet erg zien zitten, zouden zij beidentroost kunnen putten uit de woorden van een vande grote rechters van het Amerikaanse Hoogge-rechtshof, Felix Frankfurter: "It is a fairsummary of history to say that the safeguardsof liberty have frequently been forged in cases

2

Page 3: gerecht in eerste aanleg van de nederlandse antillen, zittingsplaats ...

involving not very nice people . 11 Het is nietaan het Gerecht om to oordelen over de vraag ofpartijen al dan niet "very nice" zijn, maar"the safeguards of liberty" zullen in iedergeval uitgebreid aan de orde komen .

2 2 . Wat is er nu eigenlijk gebeurd? Op vrijdagmid-dag, 9 januari 2004, heeft de Minister-Presi-dent, mevrouw Mirna Louisa-Godett, in het Fort

Amsterdam een persconferentie gegeven, waar,voor, zoals gebruikelijk, alle op Curacao ge-vestigde, nieuwsmedia, waaronder de krant Ami-goe, waren uitgenodigd . Amigoe-journalisteNederlof was aanwezig bij deze persconferentie .Vast staat (de persconferentie werd nog diezelfde avond op de televisie uitgezonden) datde Minister-President- tijdens de onderhavigepersconferentie, met nauwelijks verholen ver-ontwaardiging, melding heeft gemaakt 'van eenbrief van de Nederlandse Minister van Justitie,mr P .H . Donner, aan de Curacaose luchtvaart-maatschappij DCA, waaruit zou blijken_ dat Donner DCA verboden had bepaalde gegevens door togeven aan de Antilliaanse regering . De liti-gieuze brief werd na afloop van de persconfe-rentie, zo .begrijpt het Gerecht, door de Minister-President persoonlijk gefotocopieerd enuitgedeeld aan de (nog) aanwezige journalisten .Ook Nederlof ontving een copie . Bij (nauwkeurige) lezing van deze brief blijkt duidelijk datde Minister-President een,_ nogal ernstige,vergissing heeft begaan : in die brief staatnamelijk dat het DCA niet is toegestaan dedaarin bedoelde gegevens over to dragen aan,onder anderen, haar Antilliaanse vestiging,hetgeen - dat hoeft-geen betoog iets geheelanders is dan de Antilliaanse regering . Vaststaat dat Nederlof de Minister-President metdit feit heeft geconfronteerd . Vast staat ookdat dit de Minister-President in het verkeerdekeelgat schoot en dat er vervolgens tussenbeide dames een handgemeen is ontstaan, waarbijde Minister-President de fotocopie, welke •z ijkort daarvoor aan Nederlof had overhandigd,tevergeefs uit de handen van, de kennelijkterecht als vasthoudend bekend staande, Neder-lof trachtte to trekken . Verder werd door deMinister-President verbaal gereageerd met "echtAmigoe-style" (of woorden - van die strekking) endoor Nederlof met "echt FOL-style" (of woordenvan die strekking) . Het incident werd afgeslo-ten met de mededeling van de Minister-Presidentaan Nederlof dat zij niet meer welkom was ophaar persconferenties . Een en ander werd doorde Minister-President bij brief van 12 januari2004 aan de directrice van de Amigoe schrifte-

Page 4: gerecht in eerste aanleg van de nederlandse antillen, zittingsplaats ...

lijk bevestigd . Op 14 januari 2004, kort voorde aanvang van de wekelijkse persconferentievan de Minister-President, bleek dat het haarernst was : Nederlof werd die dag de toegang totde persconfentie ontzegd .

2 3 . Partijen verschillen van mening omtrent dewijze waarop de bovenomschreven schermutselingprecies heeft plaatsgevonden, doch het komt hetGerecht voor dat een nader onderzoek naar defeiten niet zal bijdragen aan een oplossing,welke de vrede tussen partijen weer enigszinszal kunnen herstellen . In de eerste plaats iseen nadere beschouwing van hetgeen tussen deMinister-President en Nederlof heeft plaatsgevonden, zoals hierna zal blijken, niet relevantvoor de in dezen to nemen beslissing . In detweede plaats gal een zodanig onderzoek er naaralle _ waarschljnlijkheid alleen maar toe leidendat de Minister-President nog verder in verle-genheid wordt gebracht dan zij (grotendeelsdoor eigen toedoen) nu al is . In dit verbandbrengt het Gerecht onder de aandacht het feitdat een deel'van het relaas dat door de gemach-tigde van het Land omtrent deze kwestie naarvoren is gebracht niet spoort met hetgeen deMinister-President in haar brief van 12 januari2004 zelf heeft aangevoerd . Zo stelt de gemachtigde van het Land dat de Minister-President,nadat zij door Nederlof was aangesproken, defotocopie, welke zij even tevoren aan Nederlofhad gegeven, "weer tot zich (wilde) nemen"' om"aan to geven" waar de door haar bedoelde pas-sage in de brief stond en dat zij pas, nadatNederlof "een nog ergere arrogante en ongepastehouding" had aangenomen en de opmerking "echtFOL-style" had gemaakt, "gepoogd heeft om debrief op heftige wijze terug to nemen en daar-aan to rukken." De Minister-President heeftevenwel in haar brief van 12 januari 2004 zelfaangevoerd dat de door haar jegens Nederlofgenomen maatregel werd ingegeven door "su kom-portashon semper arogante pa ku mi persona"welk gedrag op genoemde vrijdagmiddag was geculmineerd : "su sistema onbeskop di kuestionami ku a kondusi na mi reakshon pa trata di kitafor di dje kopia di un dokumentu •ku un ratuprome mi a entreg'e" ( . . .) . Hieruit volgt dui-delijk dat er geen sprake van was dat de Minis-ter-President Nederlof even vriendelijk wildelaten zien waar de door haar bedoelde passagestond en dat pas na "een nog ergere arrogantehouding" van Nederlof en het vallen van dewoorden "echt FOL-style" bij de MinisterPresident de stoppen waren doorgeslagen en datzij pas daarna is begonnen aan de brief to

4

Page 5: gerecht in eerste aanleg van de nederlandse antillen, zittingsplaats ...

trekken . Die woorden zijn, ook blijkens debrief van de Minister-President, pas na het"rukken en trekken" gevallen en het waren dezewoorden die, wederom blijkens die brief, deMinister-President ertoe hebben geleid om Ne-derlof "mesora" (onmiddellijk) mede to delendat zij voortaan niet meer welkom was op haarpersconferenties . Gegeven deze incongruentiesgaat het Gerecht er voorshands vanuit dat degemachtigde van het Land in dezen niet geheeljuist of volledig omtrent de feiten geinstru-eerd is, nog daargelaten dat diens betoog ookop geen enkele wijze ondersteund wordt door detalrijke versiagen welke in de diverse krantenover deze betreurenswaardige gebeurtenis zijnverschenen en welke,-mirabile dictu, onderlingeen grote mate van overeenkomst vertonen .

2 .4 Amigoe en Nederlof beschouwen het toegangsver-bod van Nederlof als een ongeoorloofde inmenging van het openbaar gezag (het Land) in devrije en onafhankelijke nieuwsgaring, als fun-damenteel onderdeel van de vrijheid van -meningsuiting, welke is neergelegd in artikel 10EVRM (het Verdrag van Rome) en artikel 19 IVBPR(het Verdrag van New York) . Zij verwijzen inlit verband ook naar artikel 43 van het Statuut . Deze vrijheid kan weliswaar beperkt wor-den, zo erkennen ook Amigoe en Nederlof, dochdeze-beperking (in casu het toegangsverbod) zaldan wel voorzien moeten zijn bij wet, deze zalgeboden moeten zijn door een "pressing socialneed" en voorts moeten voldoen aan het vereistevan de proportionaliteit . Amigoe en Nederlofvoeren aan dat het gewraakte toegangsverbod-aangeen van deze eisen voldoet . Zij betogen verderdat Nederlof zich nimmer "onbeschoft" of opandere wijze ontoelaatbaar heeft gedragen ofuitgelaten jegens de Minister-President, dochdat zij niet meer heeft gedaan dan de Minister-President, wellicht soms op indringende enconfronterende wijze, kritische vragen to stel-len. Amigoe en Nederlof willen aannemen datdeze vragen de Minister-President soms zwaar opde maag vallen, doch menen dat zij daar, kortgezegd, tegen moet kunnen, nu een persoon dieeen publieke funktie vervult kan verwachten aanfellere kritiek to worden blootgesteld-dan eenprive-persoon . Amigoe en Nederlof stellen datde Minister-President (en daarmee het Land,waarvan de Minister-President een orgaan is),door Nederlof voortaan to weren van de bedoeldepersconferenties, een ongeoorloofde invloeduitoefent op de wijze van verslaglegging enberichtgeving van die van de Amigoe in hetalgemeen en van die van Nederlof in het bijzon-

5

Page 6: gerecht in eerste aanleg van de nederlandse antillen, zittingsplaats ...

der . Zij menen dat het Land aldus onrechtmatigjegens hen handelt en dat zij een (spoedeisend)belang hebben om weer onbeperkt en ongehinderdtoegang to krijgen tot de bedoelde persconfe-renties .

2 .5 Het Land heeft zich op alle mogelijke wijzenverweerd . Zo acht het Land Amigoe niet ontvan-kelijk omdat haar de toegang tot de persconfe-renties van de Minister-President uitdrukkelijkniet is ontzegd . Alleen Nederlof is de toegangontzegd, doch ook haar acht het Land niet ontvankelijk omdat zij een orgaan van de Amigoezou zijn en als zodanig slechts een afgeleiden dus Been eigen - recht zou hebben om op depersconferenties aanwezig to zijn . Tenslottehebben Amigoe en Nederlof geen belang bij,hunvordering, aldus het Land, omdat het mevrouwLouisa-Godett in persoon zou zijn en niet me-vrouw Louisa-Godett als Minister-President diebepaalt wie op haar persconferenties wordentoegelaten, zodat het Land niet kan bewerkstelligen dat mevrouw Louisa-Godett zich ook aaneen eventuele veroordeling zal houden .

2 .6 Ten gronde voert het Land aan dat de vorderingvan Amigoe en Nederlof veel to ruim is en bo-vendien een wettelijke basis ontbeert . In deeerste plaats zou over het hoofd worden geziendat persconferenties van de Minister-Presidentgeen openbare aangelegenheden zijn . Het isderhalve haar prerogatief wie zij op haar pers-conferenties uitnodigt . Tot nu toe worden alleofficiele nieuwsmedia op Curacao uitgenodigd,maar dat is, zo begrijpt het Gerecht het betoogvan het Land, geen Wet van Meden en Perzen .Overigens zijn het de nieuwsmedia die door ofnamens de Minister-President worden uitgenodigden niet de individuele journalisten . Deze laat-sten kunnen dus Been rechten ontlenen aan dieuitnodiging. In ieder geval wenst de Minister-President Nederlof, anders dan de Amigoe, nietmeer op haar persconferenties to zien en, watdaarvan de reden ook is, daarmee is volgens hetLand de kous af .Los van het vorenstaande, zo meent het land,komt ook aan de regering het recht van vrijemeningsuiting toe en kan zij zelf bepalen hoezij haar mening verspreidt . Dit behoeft niet(altijd) een voor alle media toegankelijkepersconferentie to zijn .Onder verwijzing naar het Televizier-arrest vande Hoge Raad van 25 juni 1966 (NJ 1966,115) ende uitspraak van het EHRM van 7 juli 1989 (NJ1991, 659) stelt het Land dat op de regering(de Minister-President) niet de plicht rust om

6

Page 7: gerecht in eerste aanleg van de nederlandse antillen, zittingsplaats ...

journalisten to informeren en doet ook hetalgemeen belang die plicht niet ontstaan . Ookde aangehaalde verdragsbepalingen (artikel 10EVRM en artikel 19 IVBPR) bieden geen aankno-pingspunt voor de opvatting dat degene die aande nieuws (ver)garende media gegevens onthoudtin strijd zou handelen met die artikelen (het-geen volgens het Land blijkt uit het arrest vande Hoge raad van 23 oktober 1987, NJ 1988,310) . En - voorzover dew bepalingen de Minister-President al zouden verplichten om mee to werken aan het vergaren van informatie, dan houdtdit nog niet in dat zij verplicht is die infor-matie to verschaffen aan een bepaald persoon ofmedium . Dit zou volgen uit een uitspraak van deEuropese Commissie voor de Rechten van de Mens(ECRM,), gepubliceerd in NJ 1978,237, waarinoverwogen zou zijn dat in een geval een mediumwordt uitgesloten van de informatievoorzieninghet door artikel 10 EVRM gewaarborgde recht vanhet publiek tot onbelemmerde informatievoorziening niet in het gedrang is, to minder als hetpubliek via diverse andere middelen .(nieuwsmedia) verzekerd is van een onbelemmerde informa-tievoorziening . Verder zou de ECRM in genoemdeuitspraak uitdrukkelijk hebben_ overwogen'-enbeslist dat artikel 10 EVRM in het geheel nietde belangen van kranten beoogt to beschermen,doch uitsluitend de belangen van het algemenepubliek (de burgers) Het Land wijst ook nog ophet derde lid (sub a) van artikel 19 IVBPR,waarin is bepaald, dat het recht van vrije me-ningsuiting en informatievergaring kan` wordenbeperkt met het oog op "de rechten of de goedenaam van anderen" . Het Land acht deze grond incasu van toepassing .Tenslotte voert het Land aan dat en waarom devordering van Amigoe en Nederlof to ruim is .Gave toewijzing van deze vordering zou er voorzorgen dat, zo begrijpt het Gerecht de stellin-gen, de Minister-President niet meer baas ineigen huis is en jegens Amigoe en Nederlof totmeer gehouden zou zijn dan jegens anderen. Eendwangsom acht het - Land ten slotte ongepast enonnodig, aangezien het Land uitspraken van derechter pleegt op to volgen .

3 . De beoordelinq van het geschil .

3 .1 Het belang van een vrije en onafhankelijke persin een democratische samenleving kan niet ge-noeg worden benadrukt . Democratie houdt immersniet op nadat de burger, eens in de zoveeltijd, zijn stem heeft uitgebracht . Dan beginthet pas . Een vrije en democratische samenlevingkan niet bestaan, kan niet opbloeien en kan

Page 8: gerecht in eerste aanleg van de nederlandse antillen, zittingsplaats ...

8

niet in leven blijven zonder eerbiediging vande fundamentele vrijheden van meningsuiting enpers, zonder eerbiediging van de rechten vanminderheden (waaronder de politieke oppositie)en zonder een onafhankelijke rechterlijkemacht . Dat zijn geen achterhaalde uitvindingenuit lang vervlogen tijden of uit vreemde cultu-ren . Het zijn de elementen, welke noodzakelijkzijn om hier en nu (en morgen) in vrijheid enmet wederzijds respect to kunnen leven in eenland waarop al zijn burgers trots kunnen-zijn .'Het land de Nederlandse Antillen is zo'n landen het moet ook zo' n land bl ij ven . Ook al 1 ig-gen er zo nu en dan - de laatste tijd wellichtzelfs wel meer dan anders - constitutionelebananenschillen op de weg naar de toekomst,waarover men kan uitglijden, een Bananenrepubliek .. zijn we niet en dat moet ook zo blijven .Vandaar dat in deze zaak de puntjes op de imoeten worden gezet .

3 .2 . Dit alles geldt temeer als ooit - er wordt inhet vooronder door sommigen hoopvol over ge-fluisterd -, het Schip van de Nederlands Antiliaanse of Curaeaose Staat zijn ankers zou

zeewaardig moeten zijn, deugdelijk geconstrueerd en uitgerust, en geleid door goed opgelei-de en betrouwbare stuurlieden, die, afgaande opde fonkelende sterren van recht en wet, in deduisternis van de Grote Wereld, een veiligekoers weten to bepalen . Dan zal er ook een"government of laws, not men" moeten zijn, alwas het maar uit het besef dat vandaag deze enmorgen gene partij aan het bewind is . Machtheb-bers, politieke' gezagsdragers dienen zich danook steeds voor to houden dat zij op elk momentweer in de oppositie terecht kunnen komen endat zij dan de rechten, waarvan het nu oppor-tuun lijkt om die in to perken, weer hard nodigkunnen hebben . Dat besef maakt bescheiden enbescheidenheid s iert .de mens .

3 .3 . De "fonkelende sterren" ., waarop in het onderha-vige geval de juridische sextant gericht moetworden, zijn artikel 19 van de Universele Ver-klaring van de Rechten van de Mens, artikel 10EVRM en artikel 19 IVBPR . Daarnaast moet ookgelet worden op artikel 14 EVRM en artikel 26IVBPR, welke bepalingen discriminatie verbie-den . Van het eerstgenoemde drietal gaat artikel19 IVBPR nog het verst . In het tweede lid van

lichten om het beschutte, zij het soms watroerige, binnenwater van het Koninkrijk toverlaten en zich op die immense, zo betoverendedoch ook zo verradelijke, zee der onafhankelijkheid to begeven . Dan toch zal het Schip

Page 9: gerecht in eerste aanleg van de nederlandse antillen, zittingsplaats ...

dat artikel is bepaald dat "everyone shall havethe right to freedom of expression ; this rightshall include freedom to seek, receive andimpart information and ideas of all kinds,regardless of frontiers, either orally, inwriting of in print . . ." . Aangezien de uitoefe-ning van deze rechten, zo bepaalt het derde lidvan genoemde bepaling, "carries with it specialduties and responsibilities", mogen deze rech-ten aan beperkingen worden onderworpen, zij hetdat "these shall only be such as are providedby law and are necessary (a) for respect of therights or reputations of others ; (b) for theprotection of national security or of publicorder or of public health or morals ." Artikel10 EVRM is vrijwel gelijkluidend aan voormeldebepaling, zij het dat daarin niet met zoveelwoorden het recht "to seek" informatie en d6nk-beelden staat vermeld . Wel bepaalt dit artikeldat het recht in beginsel "without interferenceby public authority" moet kunnen worden uitge-oefend .

3 .4 . Het Land heeft niet ontkend dat de hier be-schreven vrijheid van meningsuiting en pers-vrijheid deel uitmaken van het recht hier tolande . Het Land meent echter dat het recht vanvrije nieuwsgaring, dat aan een ieder toekomt,doch met name voor de pers van belang is, voorde overheid nog Been plicht met zich brengt omde pers ook voortdurend van informatie to voor-Men en al helemaal niet dat dit middels een,voor alle nieuwsmedia en journalisten openge-stelde, persconferentie dient to geschieden .

3 .5 . Het Gerecht is van oordeel dat dit standpuntniet juist is . De uitspraken welke het Land terondersteuning van zijn standpunt aanvoert be-treffen een algemene plicht tot informatiever-schaffing, welke ook voor de ene burger jegensde andere zou gelden en die zelf s zou moetenmeebrengen dat auteursrechtelijk beschermdeinf ormatie, zonder vergoeding, aan derden zouumoeten worden verschaft of dat door de voetbal-bond georganiseerde wedstrijden (gratis) directzouden, kunnen worden uitgezonden . Een derge-lijke verstrekkende plicht tot informatiever-schaffing is inderdaad nooit aangenomen . Hiergaat het echter om informatieverschaffing doorde overheid aan de burgers . Reeds in Resolutie428 (1970) van de Raadgevende (Parlementaire)Vergadering van de Raad van Europa, is bij wegevan indicatie als interpretatie van het rechtop vrije meningsuiting als bedoeld in artikel10 EVRM gesteld : "This right shall includefreedom to seek, receive, impart, publish and

9

Page 10: gerecht in eerste aanleg van de nederlandse antillen, zittingsplaats ...

distribute information and ideas . There shallbe a corresponding duty for the public authori-ties to make available information on mattersof public interest within reasonable limits

In de literatuur wordt wet verdedigd datde tekst van artikel 10 EVRM ruimte laat vooreen ontwikkeling van de rechtsopvattingen indeze richting . Deze ontwikkeling heeft in iedergeval hier to lande plaatsgevonden, blijkens deinwerkingtreding van de landsverordening open-baarheid van bestuur, waarin is neergelegd datde bestuursorganen (zoals de Ministers) bij deuitvoering van hun taak openbaarheid betrachtenen hiertoe informatie verstrekken (art . 2) endat zij uit eigen beweging informatie verschaf-fen over het beleid, de voorbereiding en deuitvoering daaronder begrepen (art . 8) . Blij-kens . .de tekst en de wetsgeschiedenis van delandsverordening dienen de bestuursorganen deinformatie zo spoedig mogelijk to verschaffen .Blijkens de memorie van toelichting wordt metdeze landsverordening gepoogd om bij de over-heid de positieve gezindheid tot het verstrek-ken van informatie to bevorderen . De landsver-ordening heeft als basis artikel 43 van hetStatuut dat bepaalt dat elk der landen van hetKoninkrijk zorg draagt voor de verwezenlijkingvan de fundamentele menselijke,rechten en vrij-heden, de rechtszekerheid en de deugdelijkheidvan bestuur . Illustratief in dit verband is ookde ondertekening . van de zogeheten Declarationof Chapultepec, een project van de Inter Ameri-can Press Association, door Minister-PresidentPourier op 24 mei 2002 . Deze Verklaring, diedoor de meeste Amerikaanse "Heads of State" isondertekend (een frappante uitzondering isVenezuela), bevestigt en benadrukt "the princi-ples of free speech and free press in the Wes-tern Hemisphere ." Het derde beginsel van dezeVerklaring luidt : "The authorities must becompelled by law to make available in a timelyand reasonable manner the information generatedby the public sector . . ." . In de toelichting opdit beginsel wordt verhelderend opgemerkt - enook de autoriteiten in ons land doen er goedaan dit immer voor ogen to houden : "It is in-dispensable for journalists that the officials. . . understand that they do not -own the infor-mation . The information belongs to citizenswho, as its owners, have the right to know it ."Soortgelijk gedachtengoed is ook to vinden inde rechtspraak van de Inter-American Court forHuman Rights, waarbij de meeste, ons omringendelanden zijn aangesloten . Uit het bepaalde inartikel 13 van de American Convention on HumanRights, dat vrijwel gelijkluidend is aan arti-

1 0

Page 11: gerecht in eerste aanleg van de nederlandse antillen, zittingsplaats ...

kel 19 IVBPR, heef t dit Hof uit het recht "toseek and receive information" het fundamentele"right to access information" afgeleid . Deslotsom is dat er op functionarissen als deMinister-President, bij de huidige stand vanhet recht, een heilige plicht rust omm de pers,en door haar de burgers van dit land, op dehoogte to houden van al datgeen wat voor dieburgers van belang kan zijn (tenzij die infor-matie op bepaalde, nauw in de wet omschrevengronden niet of nog niet kan worden versqhaft) .Hierbij gaat het niet alleen om informatie inbeperkte zin, doch tevens omtrent de denkbeel-den welke ten aanzien van bepaalde onderwerpenbij de regering leven .

3 .6 . Hoewel het strikt genomen niet noodzakelijk is44t bovenbedoelde informatieverstrekking 'tijw -dens een persconferentie plaatsvindt, is er inhet huidige tijdgewricht nauwelijks een beteralternatief to vinden . De Regering zou uiter-aard met wekelijkse, aan alle media toe tozenden, perscommuniqu6ls kunnen werken, dochzulks kan heden ten dage eigenlijk niet als eengenoegzame vorm van informatieverschaffingworden gezien, zeker niet als dit de enigemanier zou zijn waarop de regering met de mediacommuniceert . Persconferenties zijn daarom,naar het zich laat aanzien, onontkoombaar . Enzodra Wen lid van) de regering zo'n persconfe-rentie houdt, zal hij of zij daartoe in princi-pe alle nieuwsmedia moeten uitnodigen . Hetstandpunt dat een boom zo volbeladen (metnieuwsmedia), 66n, twee pruimpjes (zo men wil :zuurpruimpjes) niet zal missen, is onjuist . Hetrecht op vrije informatie vereist immers pluri-formiteit in informatieverschaffing en dezemoet dan ook door de overheid gewaarborgd wor-den . Zowel de Europese Commissie als het, Euro-pese Hof hebben dit meermalen uitgesproken . HetHof sprak in het Lingens-arrest zelfs van "thedemands of that pluralism, tolerance and broad-mindedness (sic!) without which there is no'democratic society ." Bedacht moet worden dathet hierbij niet alleen om pluriformiteit vaninformatie maar ook,en vooral om pluriformiteitvan meningen gaat . De in dit verband door hetLand aangehaalde uitspraak- van de ECRM gaatover het verschaffen van programmagegevens enis derhalve niet relevant . Dergelijke gegevensblijven hetzelfde, of ze nu in de Amigoe, deVigilante of de Ultimo Noticia to lezen zijn .Met meningen of door politieke uitgangspuntengekleurde gegevens is dat natuurlijk antlers .Niet voor niets hoort men wel eens zeggen datCuragao acht dagbladen rijk is en dat die het

1 1

CV

Page 12: gerecht in eerste aanleg van de nederlandse antillen, zittingsplaats ...

nieuws vanuit tien verschillende gezichtshoekenbelichten (in sommige redacties zitten nietalle journalisten op een lijn, hetgeen zowelverfrissend als verwarrend kan zijn) .

3 7 Persconferenties zijn bij uitstek geschikt omhet nieuws heet van de naald en "from the hor-se's mouth" to vernemen . Omdat daarbij meestalde mogelijkheid bestaat om vragen to stellenkan de informatieverschaffing ook zo nauwkeurigmogelijk zijn (zoals ook in dit geval maar weergebleken is) . Persconferenties zijn, zoals uithet vorenstaande moge volgen, geen gunstenwelke al dan niet door de autoriteiten kunnenworden verleend . De informatie die daarbijwordt onthuld is niet het eigendom van dieautoriteiten, waarover zij naar believen kunnenbeschikken . -Die . informatie - en de denkbeeldenwelke- daarover door de autoriteiten'zijn ont-wikkeld, behoren niet aan die autoriteiten toe,doch aan de burgers, voor wie zij geacht wordente-werken . Er kan derhalve geen sprake van zijndat het verschaffen van die informatie afhan-kelijk zou zijn van "the whim of authorities" .En . aangezien de overheid pluriformiteit moetwaarborgen, dienen alle-media steeds voor dergelijke persconferenties to worden uitgenodigd .Ook op een andere grond mag de overheid in ditverband niet selectief to werk gaan :-zij- magimmers niet discrimineren op welke grond danook (zoals geslacht, ras, kleur, taal, gods-dienst, politieke_ of andere mening, nationaleof maatschappelijke afkomst, het behoren tot .een nationale minderheid, etcetera) . Van discriminatie in de zin van artikel 14 EVRM enartikel 26 IVBPR is sprake indien een onder-scheid wordt gemaakt zonder dat daarvoor eenobjectieve en gerechtvaardigde grond is aan .tevoeren . Laatstgenoemd artikel maakt in de eer-ste volzin duidelijk waar het om gaat en wathet Gerecht to doen staat : "All persons areequal before the law and are entitledwithout any discrimination to the equal protec-tion of the law ." Beginsel 6 van de genoemdeDeclaration of Chapultepec is ook heel duide-lijk :,"The media and journalists should neither"be discriminated against nor favored because ofwhat they write or say ." En blijkens de toe-lichting op die bepaling is "discrimationany manner of making access to informationdifficult or denying such access, when it isthe duty of the state and its agents to provideit ."

3 .8 . Keren wij terug naar het onderliggende geval ende nog resterende rechtsvragen . Zoals gebleken

1 2

Page 13: gerecht in eerste aanleg van de nederlandse antillen, zittingsplaats ...

is, heeft het Land betoogd dat artikel 10 EVRMvolgens-de Europese Commissie niet de belangenvan kranten doch uitsluitend die van het publiek beoogt to beschermen . Voorzover het Landdaarmee wenst to betogen dat Amigoe en Nederlofgeen beroep toekomt op die bepaling (en dedaarmee samenhangende bepalingen), dient hetbetoog to worden verworpen . Zowel artikel 10EVRM als artikel 19 IVBPR kennen het recht opvrije meningsuiting en vrije nieuwsgaring toeaan "everyone" en dus zonder meer ook aan Ami-goe en Nederlof . Dit blijkt overigens ook uithet door het Land zelf genoemde Sunday Timesarrest (EHRM van 26 april 19.79, NJ 1980, 146),waarin de uitgever en de journalisten van ge-noemde krant niet alleen met succes hun eigenrecht op'vrije meningsuiting verdedigden, dock,ook, zoalss de anotator Alkema dat''noemt, op debres stonden voor het recht op informatie vanhet publiek . Volgens Alkema hebben journalistenin dit opzicht een bijzondere taak ten aanzienvan de grondrechten van anderen, een rechtsop-vatting waar het Gerecht zich bij aansluit .

3 .9 . Is het recht van Amigoe op vrije meningsuitingen nieuwsgaring door de beslissing van de Mi-nister-President ontoelaatbaar beperkt, nulaatstgenoemde uitdrukkelijk heeft bepaald dathet toegangsverbod (voorshands) niet voor Ami-,goe geldt, doch slechts voor haar journalisteNederlof? Naar dezerzijds oordeel lijdt hetgeen twijfel dat bier van een in beginsel on-toelaatbare inperking sprake is . Immers, waarde uitnodiging aan Amigoe is gericht, is het inbeginsel aan haar om to bepalen welke van haarjournalisten zij naar de persconferentiestuurt . Door de gewraakte maatregel wordt Ami-goe onmiskenbaar in die vrijheid beknot . Dewijze waarop het Land vervolgens tot de concl .usie komt dat (in zijn visie : ook) Nederlof geenbelang heeft bij het gevorderde is een prachtigsofisme, dat uiteraard tot mislukken gedoemdis . Nederlof is natuurlijk geen "orgaan" vanAmigoe, doch een werkneemster . Zij is bovendieneen professionele journaliste met een opdrachtvan haar werkgeefster om de,persconferentiesvan de Minister-President bij to wonen en zijwordt in die taakuitoefening door de gewraaktemaatregel gehinderd . Beide eiseressen hebbenderhalve belang bij het gevorderde .

3 .10 Zelfs indien zou worden uitgegaan van de ver-sie, welke de Minister-President van de gebeur-tenissen op 9 januari 2004 heeft gegeven, kantot geen andere conclusie worden gekomen dandat Amigoe en Nederlof door het toegangsverbod

13

Page 14: gerecht in eerste aanleg van de nederlandse antillen, zittingsplaats ...

14

op onrechtmatige wijze in hun rechten zijnaangetast . Dat Nederlof zich al eerder en di-verse malen arrogant en onbeschoft zou hebbengedragen jegens de Minister-President wordtdoor geen enkel feit gestaafd . Vast staat weldat de Minister-President zich nimmer over ditgedrag heeft beklaagd, noch tegenover Nederlof,noch tegenover Amigoe . Dat de Minister-Presi-dent zich gebruskeerd voelde door de indringen-de en confronterende wijze, waarop zij mogelijkdoor Nederlof zal zijn bejegend, kan het Ge-recht zich heel wel voorstellen, doch dit zijnzaken waar een publieke figuur als-de Minister-President tegen moet kunnen . Journalisten mo-gen, binnen zekere grenzen, overdrijven ofzelfs provoceren . Niet voor niets .wordt de perswel de horzel of de luis in de pels van de_macht genoemd, een beeldspraak die menig ge-plaagde autoriteit en wellicht ook de Minister-President uit het hart gegrepen zal zijn . Daar-mee wordt overigens bedoeld dat de pers nietalles wat de autoriteiten zeggen voor zoetekoek moet nemen, doch dat zij daarentegen lastig (kritisch) moet zijn, teneinde to bewerkstelligen dat die autoriteiten niet zomaar watzeggen of inslapen . In de woorden van de Euro-pese Commissie : "The democratic system requiresthat those who hold public power are subject toclose control not only by their political ad-versaries in the institutions of the state, butalso by the public opinion which is to a largeextent formed and expressed in the media . Toexercise such control is not only a right, butmay even be considered as a "duty and respon-sibility" of the press in a democratic State ."(rapport van 11 oktober 1984, A.103 1986) .Ziedaar, de pers als waakhond, als "eyes andears of the public", als Koningin der Aarde .Natuurlijk zijn er ook grenzen aan deze grotevrijheid van de pers . De tari.jke rechtszaken,welke ook hier to lande over dit onderwerp zijngevoerd en die regelmatig op rectificaties ensoms op schadevergoeding uitliepen, bewijzendata Zoals dit Gerecht al eens in een zaak vande (toenmalige) partijcombinatie FOL/SI tegende Ultimo Noticia,. die eerstgenoemde bij voort-during aanduidde met de karikaturale naamCHOL/SI, heeft overwogen : de persvrijheid magniet ontaarden in pestvrijheid . Daarvan is indit geval echter geen sprake .

3 .11 Moet de Minister-President zich dan maar alleslaten welgevallen? Dat kan natuurlijk ook nietde bedoeling zijn . Anders dan in het Moederlandaan gene zijde van de Oceaan, worden bepaaldeomgangsvormen tussen journalisten en autoritei-

Page 15: gerecht in eerste aanleg van de nederlandse antillen, zittingsplaats ...

15

ten hier to lande nog steeds in ere gehouden ennatuurlijk kunnen er op dat punt enige eisenworden gesteld . Die eisen mogen echter nimmerzover gaan dat de journalisten daardoor in huntaak van kritisch volgen van en lastig zijnvoor gezagsdragers wezenlijk worden gehinderd .

3 .12 Het Gerecht komt tot een afronding . Voor hetopgelegde toegangsverbod is geen wettelijkegrondsiag . Reeds daarmee valt het doek . Voortskan bier niet gesproken worden over een maatregel die in een democratische samenleving nood-zakelijk moet worden geacht, ook niet ter be-scherming van de goede naam van de Minister-President . Voorzover die goede naam is aange-tast, is dit niet zozeer door het gedrag vanNederlof, maar, helaas, door dat van de Minis-ter-Pres-ident zelf geschied-.'En voorts kan het(in beginsel voor onbepaalde tijd geldende)toegangsverbod niet ale een evenredige maatregel worden gezien . Tenslotte is er ook geenobjectieve en gerechtvaardigde reden om aanandere journalisten wel en aan Nederlof geentoegang to verlenen om de persconferenties vande. Minister-President bij to wonen . Aan Amigoeen Nederlof moet derhalve de in artikel 26IVBPR bedoelde bescherming worden geboden . Demaatregel van de Minister-President zal dusmoeten worden teruggedraaid .

3 .13 Hoe dit to doen zonder aan Amigoe en Nederlofmeer rechten to verschaffen dan de anderenieuwsmedia? In dit verband moet het Gerechthet Land gelijk geven, waar het stelt dat degevraagde voor-ziening to ruim is Deze zalderhalve zodanig moeten warden aangepast datAmigoe en Nederlof weer in de positie komenwaarin zij waren en waarin zij op voet vangelijkheid met de andere mediaa werden behandeld . Hoewel aan Amigoe en Nederlof weer toe-gang zal moeten worden verschaft'tot de pers-conferenties van de Minister-President, kanuiteraard nooit worden uitgesloten dat er in detoekomst dingen zouden kunnen gebeuren dieredelijkerwijze wel tot enige maatregel zoudenmoeten leiden . Deze slag zal om de arm moetenworden gehouden, hoewel duidelijk is dat nietlicht tot een dergelijke maatregel kan wordenbeeloten .

3 .14 Gevorderd is om aan een veroordeling van hetLand dwangsommen to verbinden . Dat zou, medegezien de bedenkelijke ontwikkelingen van delaatste tijd (die regelrecht op de dictatuurzouden afsteven) nodig zijn, temeer ook daar degemachtigde van het Land heeft gesuggereerd dat

I

Page 16: gerecht in eerste aanleg van de nederlandse antillen, zittingsplaats ...

1 6

de Minister-President zich als prive-persoonmogelijk niet zou behoeven to storen aan eenveroordeling van het Land . Het Gerecht is even-wel voorshands van oordeel dat dwangsommen nietnodig zijn, nu het Gerecht geen reden heeft omaan to nemen dat de Minister-President, dieorgaan is van het Land en ook alleen als zoda-nig de persconferenties geeft, zich niet aaneen bevel van het Gerecht zou houden . De bot-tom-line is deze : het Gerecht constateert. datde Minister-President een menselijke fout heeftgemaakt en dat zij niet erg handig is geweestin het herstellen van die fout . Het Gerechtziet thans geen reden om daar meer achter tozoeken . Hoewel het to geven bevel onvermijde-lijk een zeker vaagheid heeft, heeft de Minis-ter-President geen juristen nodig om aan het,bevel. .. to voldoen; zij kan -hoogstens juristennodig hebben om zich onder dat bevel uit towurmen, doch,het Gerecht vertrouwt erop dat datniet zal gebeuren . De Minister-President zalhet bevel van dit Gerecht naar de letter envooral ook naar de geest ("cabalmente") uitvoeren, al was het maar omdat dat haar constitutionele plicht is . Het Gerecht moge in dit verband wijzen_op het voorbeeldige optreden vandie grote staatsman uit Zuid-Afrika : NelsonMandela . Toen deze nog maar net President was,werd een Presidentiele Proclamatie, waaraan hijerg gehecht was, door het Constitutionele Hofals ongrondwettelijk opzij gezet . Binnen enkelewren belegde Mandela een persconferentie enterwijl de natie de adem inhield, verklaarde-dePresident dat "while disappointed at the ru-ling, he accepted it unhesitatingly and wouldimpliment it at once . In de Sunday Times van30 april 2000 lezen wij : "Explaining the formerPresident's exemplary conduct, Judge Kriegler(toen nog lid van het Constitutionele Hof)commented that Mandela had learnt the hard waythat the rule of law and freedom were insepara-ble, and he urged his audience to ensure thatthis lesson never needed to be learnt again ."Meer hoeft er niet gezegd to worden .

3 15 Het Gerecht zal een bevel geveri als na to mel-den en het Land zal als de in het ongelijkgestelde partij worden veroordeeld in de pro-ceskosten .

4 .

De beslissing ._

Het Gerecht :

beveelt het Land om de journalisten van Amigoe,in het bijzonder Nederlof, toe to laten tot

I

Page 17: gerecht in eerste aanleg van de nederlandse antillen, zittingsplaats ...

alle persconferenties, gehouden door of vanwegehet Land, in het bijzonder die welke wordenbelegd door de Minister-President, en in staatto stellen hun (haar) werk op een normale ma-nier uit to voeren, een en ander op dezelfdevoet als de journalisten van de andere nieuws-media en met inachtneming van hetgeen hierbovenis overwogen .

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bijvoorraad ;

wijst het meer of anders gevorderde af ;

veroordeelt het Land in de kosten van dit ge-ding, tot op heden aan de zijde van Amigoe enNederlof begroot op Naf . 450,-- ter take vangriffierechten,_Naf .,225,-- .voor .verschotten enop Naf . 1.000,-- voor salaris van de gemachtig-de .

Dit vonnis is gewezen door mr . J .Th . Wit,rechter bij dit Gerecht, en in het openbaaruitgesproken op Curacao op 26 januari 2004 inaanwezigheid van de griffier .

r

1 7