Genetica: een perspectief

12
Genetica – mogelijkhed en en bedreiginge n September 14 200 8 De genetica – een onderwerp die op dit moment een extreem snelle ontwikkeling doorloopt. Dit artikel biedt een overzicht over de huidige krachten en stromingen binnen genetisch-medische onderzoek en bespreken mogelijke gevolgen en bedreigingen voor de maatschappij. We verwijzen naar de sociale gevaren van genetische splitsing binnen de maatschappij en de ethisch-morele problemen van dit onderwerp. Ons raad naar de conglomeraat van wetenschappers is de genetische ontwikkelingen als uitdaging te zien zonder de problemen onopgemerkt te laten. Dominic Portain Robert Eiswirt

description

An extensive review over recent developments and possibilities in the area of medical technology, specifically in genetics. Topics include: - background of genetic engineering - powers behind medical development - ethical and medical implications for the society - expectations over future developments

Transcript of Genetica: een perspectief

Page 1: Genetica: een perspectief

Genetica –mogelijkheden en bedreigingen

September 14

2008De genetica – een onderwerp die op dit moment een extreem snelle ontwikkeling doorloopt. Dit artikel biedt een overzicht over de huidige krachten en stromingen binnen genetisch-medische onderzoek en bespreken mogelijke gevolgen en bedreigingen voor de maatschappij. We verwijzen naar de sociale gevaren van genetische splitsing binnen de maatschappij en de ethisch-morele problemen van dit onderwerp. Ons raad naar de conglomeraat van wetenschappers is de genetische ontwikkelingen als uitdaging te zien zonder de problemen onopgemerkt te laten.

Dominic Portain Robert Eiswirt

Page 2: Genetica: een perspectief

Inleiding

In de afgelopen jaren volgde de medisch-technologische ontwikkeling vooral één grote trend. 55 jaar na de ontdekking van de dubbelhelix structuur van DNA is de menselijke genoom nu gecodeerd en de genetische era realiteit geworden. We zullen de belangrijkste stromingen in de recente ontwikkeling en de krachten hierachter voorstellen. De mensheid heeft ook in deze periode nog steeds met problemen te vechten zoals zware en chronische ziektes, ongezonde omstandigheden en menselijke sterfelijkheid in totaal. Een mogelijke oplossing voor deze problemen, zo de hoop van wetenschap, overheid en maatschappij, ligt in de genetica. Een overzicht over waarschijnlijke ontwikkelingen en de eerbij horende mogelijkheden en bedreigingen wordt in de tweede deel aangetoond. Dit artikel bouwt op de overzicht over maatschappelijke veranderingen van Volti (2005) en dient in context hiervan te worden begrepen.

Ontwikkeling

Tegelijk de nieuwste hoewel ook dé belangrijkste stroming binnen de hedendaagse medisch-technologische ontwikkeling – de genetica. Ze bepaalt inmiddels het onderwerp van bijna 90% van de huidige wetenschappelijke artikelen in het celbiologisch gebied. Om het onderwerp uit de inleiding volledig te kunnen weergeven, tonen we in dit sectie aan hoe de ontwikkeling van de genetica tijdens de geleden 20 jaar verliep.

In 1991 werd de DNA van de mens voor de eerste keer volledig bepaald (Adams et al., 1991), en toen begon een hele nieuwe periode van onderzoek en behandeling. Met de procedure van sequencing was het de eerste keer mogelijk de volledige bouwplan in vrij korte tijd te analyseren. De enthousiasme over deze breek in de genetica was niet alleen bepaald door wetenschappelijke kennis, maar het was ook de vervulling van een proof of concept. Samen met onderzoek uit deze jaren werd dan gevonden hoe de menselijke RNA überhaupt in een lichamelijke cel wordt omgebouwd - voor het eerst was het mogelijk het “geheim van leven” open te leggen. Met steeds goedkopere en snellere procedures van sequentie was het algauw mogelijk de DNA van planten ten deel met betere, maar volledig vreemde stukken te vervangen – bijvoorbeeld die van immune bacteriën. Dat was het begin van de “Gen-tomaat” - een tomaat die niet meer kwetsbaar was tegenover bedreigingen zoals ziektes of plaagdieren (Ruf et al., 2001). De genetische verandering van planten bleef toch niet lang op dit experimenteel niveau. Vervangen van enkele stukjes DNA leverde een probleem op: het was een vrij langdurige taak, en de uitkomst van het experiment was in het begin niet duidelijk voorzienbaar. Ook bleek de effect van deze experimenten niet systematisch – het gebeurde vaak dat de plant überhaupt niet op het vervangen stuk reageerde, omdat dit segment DNA niet geactiveerd was.Totale controle

Uit deze observatie volgde al 2002 de volgende revolutie in de genetica: de RNA-Interferentie (Hannon, 2002). Door het gerichte aan- en uitschakelen van relevante genetische schakelaars zou een bepaald stuk RNA heel doelgericht en snel veranderd kunnen worden. En - dat was de eigenlijke revolutie – het was mogelijk duizenden stalen RNA tegelijk beïnvloeden, een andere schakelaar voor elk stukje. De combinatie van het vervangen van vreemde proteïnen en de bewuste controle van effect op het fenotype bleek uitermate effectief. Voor het eerst was het mogelijk effecten te bereiken die in de natuur eigenlijk alleen achter miljoenen van mutaties zal gebeuren - bijvoorbeeld, een boom die suiker produceert of een puur blauwe roos. De genetica begon een zo grote invloed te hebben op de hele celbiologie dat gehele traditionele disciplines door de veel efficiëntere genmanipulatieve procedures werden verplaatst – bijvoorbeeld, de zoek naar nieuwe medicijnen (Collins & McKusick, 2001). Hiervoor is de RNA-Interferentie een tool die in een enorme omvang van variatie eventuele fouten van werkzaamheid in de eerste fase kan detecteren. Samen met de ontdekking van een aantal nieuwe vormen - zoals microRNA, siRNA of piRNA – werden de processen en problemen binnen de menselijke cellen nog een heel groot stuk meer duidelijk. Hier is al de eerste stap zichtbaar op de weg naar geïndividualiseerde medicijnen, toegepast op de eigen genotype (Leon, 2006) – wat natuurlijk nieuwe vragen in het sociale en morele context oplevert.

Bekende talenten

Wat de cellen zelf betreft: met de recente ontwikkeling groeiden ook een bijzondere vorm van menselijke cellen - de stemcellen – tot grote bekendheid. Het idee is dat een cel in haar oorspronkelijke staat zich nog niet gespecialiseerd heeft op een taak in het lichaam. Daarom bestaat de

Page 3: Genetica: een perspectief

mogelijkheid voor die cel een groot deel aan flexibiliteit uit te oefenen om tot een andere soort lichaamscel te transformeren – zelfs tot een neuron of spiercel. Maar dit soort specialisatie gebeurt vrij vroeg in de ontwikkeling: al na het eerste paar weken heeft de embryonale stemcel een andere vorm aangenomen, en dit proces is op zich niet omkeerbaar. In 2000 bleken de experimenten met cloning van embryonale stemcellen te lukken (Amit et al., 2000), de eigenlijke basis voor therapeutische studies met cloning. Eer bestaan twee verschillende soorten van stemcellen – embryonale en volwassene stemcellen, waarvan alleen de eerste zogenoemde pluripotente eigenschappen bevatten, dat wil zeggen, de mogelijkheid ter verandering in totaal andere soorten cellen inhouden. Volwassene stemcellen hebben niet het gehele potentiaal zoals embryonale stemcellen, maar toch een duidelijk grotere aantal mogelijkheden een nieuwe vorm aan te nemen dan een normale cel in het lichaam. Vooral bij patiënten met Alzheimer blijken voorbereidende studies een effect te laten zijn waar een reparatieprocedure met pluripotente stemcellen wordt gebruikt om nieuwe neuronen en hun koppelingen op te bouwen. De enige beperking binnen het kader van dit soort therapie is de gebruik van eigen celmateriaal. Een vervangen cel loopt kans op een afweer door het immuunsysteem, als de inhoud van DNA niet overeen stemt met de resterende lichaamscellen (Hipp & Atala, 2004).Bij een volwassene is de productie van stemcellen in een sterk mate beperkt. Op dit moment zijn alleen twee plekken in het lichaam bekend waarin nog volwassene stemcellen worden geproduceerd – de reukcellen in de neus en het brein. En hoewel al een aantal studies werden uitgevoerd met de benadering volwassene in embryonale stemcellen terug te veranderen (Reubinoff et al., 2000), blijken deze pogingen nog te complex en langdurig te zijn om een efficiënte vorm van therapie te ontwikkelen. Het is daarom nodig fundamenteel onderzoek met menselijke embryonale stemcellen uit te voeren. Die embryo's voor dit soort onderzoek zijn hierbij onderwerp van een kritisch moreel probleem. De oorsprong hiervan ligt in ter vernietiging vrijgegeven restproducten uit de kunstmatige inseminatie, omdat bijna niemand behoefte heeft aan meer dan een kind tegelijk. Embryo's bestaan alleen uit ongeveer 100 cellen, maar ze hebben de volledige potentiaal tot een levendige mens te ontwikkelen. Dus wordt in eerste instantie strikt opgelet dat door de wetenschap geen nieuwe behoefte voor embryo's wordt geproduceerd – hiervoor is in een aantal landen de regel ontstaan alleen embryo’s niet te

gebruiken als ze na een bepaald datum werden geproduceerd. Deze procedure is nog steeds onderwerp in ethische discussies, en we zullen erop dieper ingaan in de deel van maatschappelijke gevolgen. Kort geleden was zelfs een nieuwsbericht te horen van wetenschappers die een bestaande cel direct in een andere vorm konden verwandelen - zonder de omweg van stemcellen (Yu et al., 2007).

Nieuwe medicijnenvormen

Maar - de genetica heeft niet alleen invloed op het onderzoek naar het menselijke leven en op een geoptimaliseerde landbouw, maar ook op de zoek naar nieuwe vormen van mogelijkheden tegen actuele ziektes. Bijvoorbeeld, het vogelgriepvaccin. Er bestaat eigenlijk al een vaccin, Inflexal V, uit 2004. Echter wordt het uiteindelijk effect bedreigd door de hoge mutatiepotentiaal van het vogelgriepvirus. Inflexal V is gebaseerd op een oude stem van de vogelgriep en het is dus mogelijk dat die niet meer voor alle mutaties van het virus kan beschermen (Huckriede et al., 2005). Bovendien bestaan eer nogal beperkingen met de mogelijkheden van transport en de veroorloofbaarheid voor structuurzwakke landen. De wetenschappers zochten daarom een vaccine die een mogelijk grote aantal variaties van griepvieren kan afweren en die niet te duur is. Het idee was nu: Er wordt een stukje DNA genomen warmee het H5-eiwit - de helft van het griepvirus - kan worden opgebouwd. Dat stukje DNA wordt dan in de spieren geïnjecteerd en bereikt de binnenkant van de cellen. Die nemen dan die stukjes DNA op en bouwen nieuwe eiwitten op. Buiten de cel worden dan de vreemde eiwitten van het immuunsysteem gevonden en afweerstoffen tegen dit soort eiwit geproduceerd. Het nieuwe eiwit heeft geen zelfstandige functie en wordt vlug weer verwijderd. De truc is hier dat een echt griepvirus bijna dezelfde effect zal hebben. Allen hij bestaat uit twee stukjes, en daarvan is zeker een helft het H5-eiwit. En op het moment als de griepvirus in het lichaam binnenkomt is het immuunsysteem al bereid om er effectief tegen te werken. Op dit moment is nog niet zeker of het überhaupt een pandemie met het H5 virus zal worden. Maar deze vorm van immunisatie is redelijk goedkoop en de vaccine kan bij vrij hoge temperatuur worden getransporteerd. Op dit moment is dit voorbeeld nog niet rijp voor gebruik aan mensen. Maar er is een groot deel motivatie en een aantal briljante ideeën in de gemeente van wetenschappers om de enorme potentiaal van de genetica zo goed mogelijk uit te putten.

Page 4: Genetica: een perspectief

Krachten

Nadat in het voorafgaande hoofdstuk een overzicht over de ontwikkeling van de genetica werd aangetoond, zullen in dit hoofdstuk de belangrijkste actoren die de ontwikkeling hebben beïnvloedt opgeteld worden en hun invloed op de ontwikkeling nader toegelicht worden.Binnen de huidige wetenschap zijn de Wetenschappers zijn meestal heel enthousiast over hun onderzoek. Ze proberen in hun bereik te excelleren en stoppen veel meer werk binnen dan van hun verwacht wordt. Samen met een voortdurende concurrentiestrijd binnen de wetenschappelijke wereld voert dat tot een vrij hoge prestatiedruk. Binnen deze beroepsgroep wordt dus een behoorlijk deel van de vrije tijd voor onderzoek opgeofferd. Een jonge promovendus bijvoorbeeld zal vaak het gehele weekend aan zijn nieuwe studie werken - alles zonder vergoeding. Maar niet alleen de prestatiedruk is een sterke drijf voor onderzoekers, ook de mogelijkheid zijn eigen idee te kunnen onderzoeken, de wereld te verbeteren of misschien zelfs beroemd te worden is een belangrijke kracht achter de technologische ontwikkeling. Tegenovergesteld en meer in de richting economische voordelen gaan de interesses van de grote pharmabedrijven zoals Roche en Bayer. Pharmabedrijven zijn in veel gevallen de werkgevers van wetenschappers, en raken dus sterk betrokken bij uitvoer en omstandigheden van onderzoeken. Hier staat vermoedelijk ook het meest geconcentreerde invloed op de richting van nieuw onderzoek op een plek. Bijvoorbeeld bestaat er een werkzame medicijn die tegen kankercellen kan werken, waarbij het recept voor dit soort medicijn echter niet onder een regeling van een patent valt (Gotzsche, 2007). Een potentieel bedrijf zal na de dure klinische tests dus niet de mogelijkheid hebben de medicijn exclusief te verkopen. En hiermee heeft dit soort stof op dit moment pas weinig kans op klinische tests - hoewel hij een mogelijkheid biedt om het probleem van kanker op te lossen. Verder stellen pharmabedrijven de infrastructuur voor productie en distributie van medicijnen en nieuwe medische technologieën. Op deze kant staan de

economische belangen op de hoogste kant van alle krachten voor medische ontwikkeling. In het zakelijk leven gebeurt ook vaker dat uit economische redenen een nieuw product binnen de cyclus wordt ingevoerd, hoewel de duurdere medicijn geen verschil in effect voor de patiënten oplevert. Aan de andere kant zorgt de overheid vooral voor de wettelijke ramen voor onderzoek aan nieuwe en het gebruik van al bestaande technologieën. De wetgeving bepaalt in sterke mate aan welke technologieën aandacht wordt besteed en dus wordt vooruitgebracht. Bij het gebruik van stamcellen heersen bijvoorbeeld verschillende richtlijnen in verschillende landen. Daardoor is het in landen zoals Engeland of Brazilië makkelijker om stamcellen te verkrijgen en voor onderzoek of behandelingen te gebruiken. Op dit moment levert dat een ethisch-morele probleem op dat er verschillende opvattingen heersen over hoe men met de nieuwe technologie om moet gaan en onder welke voorwaarden men deze kan gebruiken. Het is af te zien dat dergelijke discussies nog vaker in de toekomst zullen worden gevoerd, en dat wetenschappelijk ontwikkeling vaker en verder voor de wettelijke situatie vooruit zal gaan. Een internationaal standaard voor dit onderwerp zou wenselijk zijn, zodat duidelijk is hoe onderzoek mag worden gedaan en onder welke voorwaarden deze behandeling zou kunnen gebruikt. Onderzoek wordt vaak door de overheid gefinancierd, maar steeds meer geld voor onderzoek komt vanuit private bronnen (en natuurlijk pharmabedrijven). Verder beheren de ziekteverzekeringen (in sommige gevallen gesteund door de overheid) het geld dat het zorgsysteem binnenkomt. Voor hun telt vooral efficiëntie, dus willen ze vooral technologieën die goedkoop zijn en toch effect hebben. Dure behandelingen hebben heel strenge richtlijnen over wie ervoor in aanmerking komt, zodat geen geld verspild wordt dat misschien andere patiënten zou kunnen helpen. Overal bevindt zich de ontwikkeling van medische technologie in een complexe evenwicht uit economische, morele en praktische overwegingen.

Page 5: Genetica: een perspectief

Gevolgen

In de voorafgaande hoofdstukken werd toegelicht hoe de genetica ontstond en waar de mogelijkheden van deze technologie liggen. Voordat wij op de lange termijn gevolgen van de genetica ingaan, worden in dit hoofdstuk de korte termijn gevolgen van de ontwikkeling van de medische technologie nader gespecificeerd.Deze gevolgen zijn nu al waarneembaar en beïnvloeden ons leven en denken als maatschappij al behoorlijk. Over het algemeen kan men zeggen dat de technologische ontwikkeling in de medicijn veel voordelen voor de mensen biedt. De gemiddelde levensverwachting ging (en gaat nog steeds) omhoog. Mensen die last van zware ziekten hebben of bij een ongeluk gewond raken kan beter worden geholpen. Verder is het mogelijk gezonde mensen over hun fysieke en psychische grenzen te schuiven. Voorbeelden voor dit soort dagelijks enhancement werden al eerder genoemd, en deze zullen door de genetica nog drastisch toenemen. Het is natuurlijk zo dat met de technologische ontwikkeling een maatschappelijke verandering eenheengaat. Daardoor ontstaan nieuwe uitdagingen, die wij als maatschappij moeten oplossen. De gevolgen van de vooruitgang van medische techniek zijn nu al te zien. De verhoging van de levensverwachting heeft daartoe geleidt dat wij steeds meer ouderen in ons maatschappij hebben, die zorg nodig hebben. Het is op dit moment niet helemaal duidelijk hoe men al deze ouderen kan verzorgen, en het is af te zien dat het nog veel meer ouderen zullen worden. De kosten voor deze verzorging kunnen heel flink uit de hand lopen en men weet niet precies hoe een zorgsysteem eruitziet, dat voor alle behoeften voldoende middelen bereid stelt. De verzorging van zieke mensen wordt in veel gevallen via het zorgsysteem van de desbetreffende landen geregeld. De kosten moeten door het "productieve" deel van de maatschappij worden betaald. Hoe meer mensen financieel van het zorgsysteem afhankelijk zijn, hoe slechter wordt de zorg voor het individu, omdat een natie slechts over beperkte ressources beschikt. Mensen die over kapitaal beschikken, kunnen de beste (en duurste) zorg veroorloven en zo helemaal van de technologische ontwikkeling profiteren. Maar de meeste mensen zijn afhankelijk van het zorgsysteem en kunnen dus alleen maar een beperkt deel van de medische technologieën voor zichzelf gebruiken. De ontstaande uitdaging is een billijke verdeling van de technologische mogelijkheden naar die mensen die deze het meest nodig hebben. Mensen die meer "waarde" voor de maatschappij hebben, hebben hier een groot voordeel, ze zullen

eerder diegenen zijn die een behandeling verkrijgen. Het lijkt echter wel onmenselijk de "waarde" van een leven vast te leggen, maar waaraan moet je het anders vastmaken als er niet voldoende ressources voor iedereen zijn?

Enhancements

De maatschappij bevindt zich al aan een punt waar men door de inzet van financiële ressources zijn lichaam verbeteren kan, door medicamenten te kopen en medische ingrepen door te laten voeren. Bijvoorbeeld het medicament "Vigil", waarmee het mogelijk is om ongeveer 36 uur met volle concentratie wakker te blijven - zonder achteraan meer te moeten slapen. Perfect voor mensen die het druk hebben en onder alle omstandigheden moeten presteren zou men kunnen denken, maar de kosten van 60 euro voor 20 tabletjes zijn niet door iedereen te veroorloven. Dan bestaat er nog de mogelijkheid van een oogoperatie. Hiermee zal mogelijk zijn zelfs kleine natuurlijke storingen in het hoornvlies weg te laten lazeren. Plotseling zijn brillen niet meer nodig. Omdat men met deze operatie het zichtvermogen boven de natuurlijke grens kan schuiven (de operatie bestaat zelfs voor mensen die geen problemen met hun zicht hebben), ziet men alles scherper dan iedereen anders! Verhoogde kans voor een baan bij de politie of bij de luchtmacht. Maar - een oogoperatie kost zeker zijn 600 tot 1000 euro per oog. Dat is natuurlijk alles van voordeel voor de patiënt, maar niet iedereen kan het veroorloven.

Ethische Discussies

Op dit moment is het onduidelijk waar de genetica heen gaat. Onderzoek naar dit onderwerp is vanwege ethische debatten over stamcellen, die uit menselijke foetussen gewonnen worden, moeilijk. Er bestaan verschillende wettelijke randvoorwaarden in verschillende landen, en daarom kan men sommige technologieën alleen maar in bepaalde landen gebruiken. De wetten die het gebruik van foetale stamcellen regelen zijn bijvoorbeeld in Brazilië, Korea en Engeland minder strikt dan in de rest van de wereld. Niet door wettelijke randvoorwaarden gehinderd te worden is een belangrijk voordeel van het vestigingsplek voor wetenschappers. Daarom zou het van groot voordeel zijn als men internationaal erkende standaards voor de omgang met deze vragen schept, zodat onderzoekers duidelijke richtlijnen hebben om zich eraan te oriënteren. Maar

Page 6: Genetica: een perspectief

niet alleen de huidige onderzoek levert ethische vragen op. Vooral als men naar mogelijk toekomstige toepassingen kijkt (bijvoorbeeld het klonen van een lichaam om er delen te ontnemen) is er veel ruimte voor verkeerde handelingen en misbruik. Een nieuwe soort technologie kan een enorm invloed hebben, en die heeft niet alleen betrekking op de wetenschapper zelf. Een verantwoordelijke onderzoeker is verplicht om de mogelijke gevaren en mogelijkheden van misbruik van zijn technologie in de gaten houden. Hij is daadwerkelijk dé eerste die met dit aspect van de toekomst om zal gaan - en moet daarom ook de consequenties voor de maatschappij (en de toekomst in het algemeen) kennen. Ook andersom - meestal is de werkomgeving binnen een onderzoek erg klein en een nieuwe innovatie bereikt alleen een

klein groep rijke mensen, hoewel ze nuttig voor de hele mensheid zal kunnen zijn. Dat is nog steeds het punt waar iedere wetenschapper zelf verantwoordelijkheid moet overnemen. Omdat al deze maatregels geld kosten, moet men zich afvragen of het langetermijngevolg van de medische ontwikkeling in verband met de arm-rijk kloof een lichamelijk geoptimeerde "upper-class" en "natuurlijke, foutieve" armere mensen creëert - de beroemde "Gattaca-Effect". Het is de vraag of niet gemodificeerde mensen de toenemende prestatiedruk van ons maatschappij pal staan of of ze daardoor in een inferieure positie worden geduwd. Deze vraag wordt in het volgende hoofdstuk behandeld.

Verwachtingen

In het voorgaande hoofdstuk werden de actuele gevolgen van de vooruitgang van de medische technologie besproken. In dit hoofdstuk wordt op de vraag ingegaan wat de langetermijngevolgen van deze ontwikkeling zullen zijn, als de ontwikkeling verder voortloopt.Het is natuurlijk moeilijk te zeggen waar de ontwikkeling heen gaat, maar als men naar de actuele stand van dingen op het gebied medische techniek kijkt kan men een aantal waarschijnlijke ontwikkelingen verwachten. In de nabije toekomst zal er steeds meer gebruik van “dagelijks enhancement” zoals cosmetische ingrepen of functionele oplossingen gemaakt worden. Voorbeelden van deze, die al in het heden gebruikt worden, zijn maagverkleineringen voor mensen met eetstoornis of hormoontherapieën voor mensen met "verkeerde" groei. Maar dit zijn in principe nog primitieve middelen in vergelijking met wat er nog zal gebeuren. Genetica biedt namelijk een aantal nieuwe toepassingen, die zelf bovengenoemde ingrepen overbodig maken. Het zal bijvoorbeeld mogelijk zijn om delen van het lichaam te klonen en in een laboratorium aan te fokken. Als iemand bij een ongeluk een ledemaat zoals een arm verliest, kan men uit de gencode van de patiënt een nieuwe arm in een reageerbuis kweken. Deze arm wordt door het immuunsysteem niet als vreemd voorwerp aangezien en kan daarom de functie van de oude arm geheel vervangen, zonder „compatibiliteitsproblemen“. Moest je 20 jaar geleden nog de rest van je leven zonder het lidmaat terecht komen, kan je nu gewoon een nieuwe bestellen. Ook door bijvoorbeeld kanker of andere

ziektes bevallen lichaamsdelen kunnen gewoon geamputeerd worden en door een “ge-updated” deel vervangen worden, waarin geen kanker meer kan groeien omdat de betreffende DNA delen gemodificeerd zijn. Ook medicijnen kunnen bijvoorbeeld door middel van genetica persoonlijk aan de mens aangepast worden en daardoor een op dit moment onvoorstelbare effectiviteit bereiken.Deze medische technieken zijn interessant voor mensen die al leven, maar een nog belangrijkere toekomstige toepassing van de Genetica zal de “prenatale optimalisering” van ongeboren kinderen zijn. Genetische gebreken bij de ouders, bijvoorbeeld ziektes (kanker, schizofrenie) of ongewenste lichaamskenmerken (te kleine groei, verkeerd staande tanden enzovoort) kunnen van tevoren in het laboratorium verwijderd worden. Door deze technieken kunnen mensen hun opvolgende generatie naar hun wens herstructureren. De natuurlijke vermenging van de menselijke genen zal zeker niet helemaal verdwijnen, omdat ten eerste sommige mensen zeker nog op natuurlijk manier kinderen willen tuigen en ten tweede omdat deze technieken geld kosten. Hoe groter de acceptatie en daarmee de vraag voor prenatale genetische behandeling wordt hoe goedkoper kan het worden aangeboden, maar het is onrealistisch ervan uit te gaan dat ALLE mensen op aarde toegang tot deze technieken krijgen.En daar zit het dilemma. Een denkbaar gevolg van deze ontwikkeling zal een maatschappij zijn waarin de genetisch geoptimaliseerde mensen overheersen. Ze zijn namelijk slimmer en sterker dan de oude natuurlijke mens. In een maatschappij diens waarden aan efficiëntie en effectiviteit gehecht zijn zal de natuurlijke mens snel achteruitgaan. Zelfs met de

Page 7: Genetica: een perspectief

mogelijkheden die de Genetica voor de al geboren mensen biedt zullen natuurlijke mensen niet met geoptimaliseerd geborene bij kunnen houden, omdat ze nog steeds fouten in hun “lichaamssysteem” hebben. En welke potentiële werknemer, welke potentiële partner zal voor iemand kiezen die van begin al meer foutbronnen bevat dan iemand die in het laboratorium gemaakt werd – mens_2.0.Maar is dat een reden om deze mogelijkheden te verwensen? Uiteindelijk was de mens altijd gedreven om uitdagingen aan te gaan en zijn vermogen nog verder uit te breiden. Zijn we nu aan het punt aan gekomen waar de mogelijkheden van zelfverbetering ons maatschappij vernietigen door jalousie en haat te verspreiden? Amper, want het zal nog een tijdje duren tot wij zo ver zijn. De ontwikkeling vindt langzaam plaats, de mens_2.0 moet zelf ook nog groeien. Op dit tijdstip als een groot deel van de bevolking uit genetisch aangeteelde mensen bestaat zullen de meeste mensen die op natuurlijke manier ontstonden zijn door medische behandelingen dicht bij het prestatievermogen van genetisch geoptimaliseerde personen komen. De additionele kosten die deze mensen voor het zorgsysteem veroorzaken moeten natuurlijk betaalt worden (genetisch geoptimaliseerde leden moeten waarschijnlijk nauwelijks naar de arts), maar de

kosten zijn op dit punt veel minder dan vandaag, omdat voor veel ziektes betere behandelingsmogelijkheden bestaan en efficiënter gewerkt kan worden. Uiteindelijk is het een win-win situatie, omdat de meeste mensen op aarde van het vooruitgang profiteren.

Het lange termijn gevolg van deze technologieën (ongeveer over 100-120 jaar) zal een genetisch geoptimaliseerde bevolking zijn die bijna geen ziekte kent en waarin de mens zonder problemen 100 jaar bij goede gezondheid kan leven. En die additionele tijd komt de verdere ontplooiing van ons maatschappij ten gunste. Vooral het intellectuele niveau van de mens zal daardoor groeien, omdat iedereen meer tijd voor school en opleiding heeft en daardoor veel meer mogelijkheden tot zelfontplooiing. Minder intellectueel waarde gaat door de dood van belangrijke denkers verloren, deze hebben namelijk veel meer tijd om hun gedachten op te slagen en verder te geven. Het gebruik van genetische optimalisering is uiteindelijk het logische gevolg van een maatschappij die op basis van “scientific management” functioneert, het is de herstructurering van de mens die de verbetering van de productiviteit ten doel heeft. En dat is het waar de mens altijd na streefde.

Conclusies

In dit artikel werd de ontwikkeling en de toekomstige mogelijkheden van de genetica beschreven. De kortetermijngevolgen met die ons maatschappij al te maken heeft werden nader toegelicht, en er werd een vooruitblik gegeven op de mogelijke toekomstige maatschappelijke verandering, die met de genetica enheengaan. De conclusie die men eruit kan trekken is dat mensen de genetica nodig hebben om hun medische problemen effectief aan te kunnen gaan. Op dit moment bestaande ethische debatten zijn zeker belangrijk om te voeren, maar uiteindelijk komt het daarop neer dat genetica een te belangrijk technologisch vooruitgang is, om deze technologie te ignoreren. Men moet zich vooral daarmee bezig houden hoe onderzoek en toepassing van genetica eruit moet zien, en niet of men deze mag onderzoeken en gebruiken. De mogelijkheden die de genetica biedt zijn te groot om ze te ignoreren. Aan mogelijk negatieve gevolgen zoals een tweeklassenmaatschappij moet aandacht worden besteed. Desondanks zou de mensheid te veel verliezen als ze vanwege deze mogelijke gevaren die tegengewerkt kunnen worden geen gebruik van de genetica zou maken.

Page 8: Genetica: een perspectief

Literatuur

Adams, M., Kelley, J., Gocayne, J., Dubnick, M., Polymeropoulos, M., Xiao, H., et al. (1991). Complementary DNA sequencing: expressed sequence tags and human genome project. Science 252(5013), 1651-1656.

Collins, F. S., & McKusick, V. A. (2001). Implications of the Human Genome Project for Medical Science. JAMA 285(5), 540-544.

Hannon, G. J. (2002). RNA interference. Nature 418(6894), 244.

Hipp, J., & Atala, A. (2004). Tissue engineering, stem cells, cloning, and parthenogenesis: new paradigms for therapy. Journal of Experimental & Clinical Assisted Reproduction, 1(1), 3.

Gotzsche, A. (2007). Dichloroacetate and cancer. The New Scientist 193(2592), 23.

Jose de Leon. (2006, May 17). AmpliChip CYP450 Test: personalized medicine has arrived in psychiatry. Retrieved September 27, 2008, from http://www.expert-reviews.com/doi/abs/10.1586/14737159.6.3.277.

Leroux-Roels, I., Bernhard, R., Gérard, P., Dramé, M., Hanon, E., & Leroux-Roels, G. (2008). Broad Clade 2 Cross-Reactive Immunity Induced by an Adjuvanted Clade 1 rH5N1 Pandemic Influenza Vaccine. PLoS ONE 3(2), e1665.

Reubinoff, B. E., Pera, M. F., Fong, C., Trounson, A., & Bongso, A. (2000). Embryonic stem cell lines from human blastocysts: somatic differentiation in vitro. Nat Biotech 18(4), 399-404.

Ruf, S., Hermann, M., Berger, I. J., Carrer, H., & Bock, R. (2001). Stable genetic transformation of tomato plastids and expression of a foreign protein in fruit. Nature Biotechnology 19(9), 870-5.

Volti, R. (2005). Society and Technological Change. New York: Worth Publishers. 5th ed., ISBN: 1-7167-8732-6.

Yu, J., Vodyanik, M. A., Smuga-Otto, K., Antosiewicz-Bourget, J., Frane, J. L., Tian, S., et al. (2007). Induced Pluripotent Stem Cell Lines Derived from Human Somatic Cells. Science 318, 1917.