Klinische moleculaire genetica - internisten · 2018. 11. 30. · Genoomdiagnostiek anno nu Dr. Rob...
Transcript of Klinische moleculaire genetica - internisten · 2018. 11. 30. · Genoomdiagnostiek anno nu Dr. Rob...
Genoomdiagnostiek anno nu
Dr. Rob van der Luijt
Laboratoriumspecialist Klinische Genetica
Afdeling Klinische Genetica/LDGA LUMC
NIV - COIG – cursus Genoom & Genetica Bunnik, 30 november 2018
Klinische moleculaire genetica
Klinische moleculaire genetica Genoomdiagnostiek anno nu
Hoofdonderwerpen
• Inleiding genoomdiagnostiek
• Onderzoekstechnieken genoomdiagnostiek
• Interpretatie van varianten in het genoom
• Trends in de genoomdiagnostiek
Inleiding Genoomdiagnostiek Het hoe en waarom van de genoomdiagnostiek • Opsporen van afwijkingen in het erfelijk materiaal
(het genoom)
• Interpreteren van afwijkingen in het erfelijk materiaal (het genoom)
• Verband leggen tussen genotype en fenotype
• Erfelijkheidsvragen beantwoorden
-2
Geboorteplanning - Dragerschapscreening
-0.5
Zwangerschap - NIPT (trisomie 13/18/21, geslacht, dragerschap)
Geboorte - i.p.v. hielprik: dragerschap erfelijke aandoeningen
0 0-10
Onbegrepen aangeboren afwijkingen - De novo screening - Whole genome scan
10-20
Ziekte preventie - BRCA, CFTR
Kanker - Gepersonaliseerde behandeling
>50
Farmacogenetica -medicatie keuze
60
Veroudering - Gezond ouder worden
>100
Overlijden - Moleculaire autopsie bij onbegrepen doodsoorzaak
8.000 ziekten met genetische oorzaak 1 op 30 kinderen 1 op 6 ziekenhuisopnamen van kinderen 1 op 5 oorzaak kindersterfte
Toepassingen genoominformatie Van (pre-)conceptie tot na de dood
Variatie in het genoom Klinisch relevant ?
Het genoom van een individu bevat miljoenen variaties Grootste deel : geen consequenties Natuurlijke of normale variatie (genetisch polymorfisme) Ieder individu heeft ca. 3 miljoen SNP’s Sommige variaties in het genoom veroorzaken (verhoogd risico op) bepaalde erfelijke ziekten: pathogene varianten (mutaties)
Onderzoekstechnieken genoomdiagnostiek Van chromosoomonderzoek naar WGS
Detecteren van het complete spectrum van variatie
in het genoom
• Chromosomale afwijkingen (numeriek / structureel)
• Grote deleties, inserties, Copy Number Variations (CNV)
• Repeatexpansies
• Puntmutaties, Single Nucleotide Variations (SNV)
Onderzoekstechnieken genoomdiagnostiek Van chromosoomonderzoek naar WGS
Cytogenetica • Aantal chromosomen • Structuur chromosomen
Moleculaire Cytogenetica • Deleties & Duplicaties Moleculaire Genetica • Intragene mutaties (puntmutaties)
Groot
Klein
Chromosoomonderzoek m.b.v. de microscoop
(cytogenetisch onderzoek, karyotypering, FISH)
Moleculaire cytogenetica
(array-CGH, SNP-array)
DNA sequencing
(Sanger, NGS, WES, WGS)
N.B. Voor de detectie van kleinere deleties en duplicaties
(bijv. 1 exon) is meestal aparte test nodig (bijv. MLPA)
Inleiding Genoomdiagnostiek Het hoe en waarom van de genoomdiagnostiek
Onderzoekstechnieken genoomdiagnostiek Van chromosoomonderzoek naar WGS
DNA-sequentie = volgorde van de basen, nucleotiden Aflezen DNA sequentie-analyse (‘DNA sequencing’)
Vergelijken met normale referentie-sequentie Opsporen van verschillen Nagaan of deze verschillen klinisch relevant zijn
Proces Genoomdiagnostiek Overzicht
Proces Genoomdiagnostiek Doorlooptijden Nieuwe patiënt (familie) Bevestiging/uitsluiting klinische diagnose 4-8 weken Lid van bekende familie, mutatie bekend max. 4 weken Dragerschapbepaling Presymptomatisch onderzoek Spoeddiagnostiek (o.a. prenatale diagnostiek) max. 2 weken Complexe genetische diagnostiek (grote genpanels, exoom sequencing) 1-26 weken
Onderzoekstechnieken genoomdiagnostiek Van chromosoomonderzoek naar WGS
Onderzoekstechnieken genoomdiagnostiek
Voorbereidende opdracht 1.
Waarom is het uitvoeren van Sanger sequencing als enige test bij veel erfelijke aandoeningen onvoldoende om een genetische diagnose te kunnen stellen ?
Sanger sequencing is
a. niet in staat om de meeste SNP's aan te tonen.
b. niet in staat om de meeste VUS-sen aan te tonen.
c. niet in staat om de meeste structurele veranderingen aan te tonen.
d. niet in staat om de meeste puntmutaties aan te tonen.
Onderzoekstechnieken genoomdiagnostiek
Voorbereidende opdracht 1.
Waarom is het uitvoeren van Sanger sequencing als enige test bij veel erfelijke aandoeningen onvoldoende om een genetische diagnose te kunnen stellen ?
Sanger sequencing is
a. niet in staat om de meeste SNP's aan te tonen.
b. niet in staat om de meeste VUS-sen aan te tonen.
c. niet in staat om de meeste structurele veranderingen aan te tonen.
d. niet in staat om de meeste puntmutaties aan te tonen.
Onderzoekstechnieken genoomdiagnostiek
Voorbereidende opdracht 1.
Waarom is het uitvoeren van Sanger sequencing als enige test bij veel erfelijke aandoeningen onvoldoende om een genetische diagnose te kunnen stellen ?
Sanger sequencing is niet in staat om de meeste …. aan te tonen.
SNP's VUS-sen Structurele Punt- variaties mutaties
Onderzoekstechnieken genoomdiagnostiek
Voorbereidende opdracht 1.
Waarom is het uitvoeren van Sanger sequencing als enige test bij veel erfelijke aandoeningen onvoldoende om een genetische diagnose te kunnen stellen ?
Sanger sequencing is niet in staat om de meeste …. aan te tonen.
SNP's VUS-sen Structurele Punt- variaties mutaties
Onderzoekstechnieken genoomdiagnostiek
Voorbereidende opdracht 1.
Waarom is het uitvoeren van Sanger sequencing als enige test bij veel erfelijke aandoeningen onvoldoende om een genetische diagnose te kunnen stellen ?
Eervolle vermelding 1
“Sanger sequencing = DNA met primer in 4 aparte epjes voor normale PCR reactie. Per epje 1 nucleotide toevoegen die de reactie stopt (ddNTP). Daarna gelelectroforese, scheiden op 1 base, en sequentie aflezen. Derhalve krijg je een sequentie waarbij je 1 base-verschil (*) kunt detecteren (=SNP's, VUS, puntmutaties). Structurele veranderingen kun je niet detecteren”.
Onderzoekstechnieken genoomdiagnostiek
Voorbereidende opdracht 1.
Waarom is het uitvoeren van Sanger sequencing als enige test bij veel erfelijke aandoeningen onvoldoende om een genetische diagnose te kunnen stellen ?
Eervolle vermelding 2
"Antwoord C lijkt mij het meest passend, echter het juiste antwoord lijkt mij eerder dat Sanger sequencing veel te tijdrovend is voor de meeste aanvragen van genetische diagnostiek. Er moet immers naar veel te veel genen (en dus nucleotiden) worden gekeken".
Principe Next Generation Sequencing (NGS) Massively parallel sequencing
DNA molecuul
glasplaatje
G A A T G C C C T A T G C T A C
DNA-moleculen worden aan een oppervlak gebonden en enkelstrengs gemaakt Elke base heeft een eigen kleur, hiermee wordt de basenvolgorde (sequentie) bepaald Als er een base wordt ingebouwd in de groeiende DNA-keten, ontstaat er een lichtsignaal Een hoge-resolutie camera ‘scant’ de slide en registreert de signalen (=basen) Dit gebeurt op vele miljoenen posities op de slide tegelijk De sequentie van een single molecuul noemen we een read
Principe Next Generation Sequencing (NGS) Massively parallel sequencing
Overzicht NGS
Sample prep
Multiplexen
Sequencen
Data Analyse
Data interpretatie
Proband
Father
Mother
NGS patroon & Sanger patroon
NGS
Sanger
Genoomdiagnostiek en Next Generation Sequencing
Whole Exome Sequencing (WES)
• Exoom
– de coderende gebieden
(alle exonen) van het genoom
– ca. 1 % van het genoom
– ca. 20.000 genen
– Ongeveer 50 miljoen basen
(50 Mb)
• De basevolgorde van dit exoom wordt
met massively parallel sequencing bepaald (NGS)
PACBIO RS II
Ion Torrent PGM
Solid 5500 xl
GS FLX 454
HiSeq / MiSeq
Oxford Nanopore MINION
Next Generation Sequencing (NGS) platforms
NovaSeq 6000
Onderzoekstechnieken genoomdiagnostiek Van chromosoomonderzoek naar WGS
Whole Genome Sequencing
Interpretatie Mutatie-nomenclatuur
HGVS mutatie nomenclatuur http://varnomen.hgvs.org/
• g.1162G>A genomische referentie sequentie
• c.6232_6236del cDNA referentie sequentie
• p.(Gly542*) eiwit (protein) referentie
sequentie
Interpretatie Klassificatie van varianten in het genoom
Het IARC 5-klassensysteem voor genetische varianten
Klasse 5. Pathogeen (P)
Klasse 4. Waarschijnlijk pathogeen (LP)
Klasse 3. Onbekende klinische relevantie (VOUS of VUS*)
Klasse 2. Waarschijnlijk klinisch niet-relevant (LB)
Klasse 1. Klinisch niet-relevant, benigne (B)
* Variant Of Unknown Clinical Significance
• 50.000 varianten per patiënt
• Meesten zijn “normaal” of niet relevant
• Diverse filterstappen nodig om tot
de causale variant te komen
Voorbeeld 1: Klinische interpretatie van een exoom
• Waarop is de filtering gebaseerd ?
1. Bekende variant J/N ?
• Lokale databases (MVL’s) en externe databases
(MVL=Managed Variant List, gecureerde lijst)
• Zo ja, in welke klasse (1B, 2LB, 3VUS, 4LP, 5P) ?
• Frequentie in normale controlepopulaties
(let op: ethische achtergrond: AMR, ASJ, EAS, NFE, etc.)
Klinische interpretatie van een exoom
• Waarop is de filtering gebaseerd ?
2. Onbekende variant
• Wat is het te verwachten effect op het gen / transcript / eiwit ?
• Leidt de verandering tot een prematuur stopcodon ?
• Is er een effect op RNA splicing ?
• Is de aminozuurverandering (missense mutatie) ingrijpend ?
• Betreft het een geconserveerd aminozuur ?
• Ligt de variant in een functioneel domein ?
• Verschillende predictieprogramma’s
Klinische interpretatie van een exoom
Klinische interpretatie van een exoom
Voorbereidende opdracht 2.
Bij het ophelderen van de klinische betekenis van tot dusver onbekende genetische varianten wordt veelal gebruik gemaakt van in silico predictie programma's.
Noem twee belangrijke redenen waarom uiterste voorzichtigheid geboden is bij het includeren van dergelijke resultaten in klinische uitslagbrieven.
Klinische interpretatie van een exoom
Voorbereidende opdracht 2.
Bij het ophelderen van de klinische betekenis van tot dusver onbekende genetische varianten wordt veelal gebruik gemaakt van in silico predictie programma's.
Noem twee belangrijke redenen waarom uiterste voorzichtigheid geboden is bij het includeren van dergelijke resultaten in klinische uitslagbrieven.
“de aanvrager is zich vaak niet bewust van de valkuilen en onzekerheden en de kans bestaat dat deze uitslagen onterecht als de absolute waarheid worden beschouwd”
Klinische interpretatie van een exoom
Voorbereidende opdracht 2.
Bij het ophelderen van de klinische betekenis van tot dusver onbekende genetische varianten wordt veelal gebruik gemaakt van in silico predictie programma's.
Noem twee belangrijke redenen waarom uiterste voorzichtigheid geboden is bij het includeren van dergelijke resultaten in klinische uitslagbrieven.
“er zijn geen statistieken van de sensitiviteit en specificiteit en dus van de positief en negatief voorspellende waarde van dergelijke analyses”
“deze testen zijn niet gevalideerd”
“in silico is geen causaal verband tussen variant en ziekte”
Klinische interpretatie van een exoom
Voorbereidende opdracht 2.
Misschien niet precies wat we hier bedoelden, maar zeker ook belangrijke aspecten van klinisch-genetisch onderzoek:
• mogelijk problemen met verzekeringsaanvragen voor patiënt (ook genoemd: hypotheek, leningen)
• de patiënt heeft recht op het "niet-weten" van een uitslag
• risico op "genetisch determinisme"
• speculatieve resultaten zouden ten koste kunnen gaan van de werkelijke klinische boodschap
• uitslagen zonder medische consequenties kunnen wel veel impact hebben op het leven van patiënten
Grade /Histology
unknown
BRCA1 / BRCA2
variant
Personal and
family history
of cancer of the
carrier
Severity of the
protein
modification
Biochemical
functional assays
Loss of
heterozygosity
ER/PR/Her-2-Neu
status
Integrated
algorythms
Co-segregation
with the disease
in-silico
assessment
Co-occurrence with
a deleterious in
trans mutation
Voorbeeld 2:
Interpretatie van varianten in de ‘borstkankergenen’
BRCA1 en BRCA2
een geïntegreerde multidisciplinaire benadering
Trends in de genoomdiagnostiek (1/3) Toepassingsgebied en onderzoeksmethoden
• Steeds verdere uitbreiding van de mogelijkheden van genetisch onderzoek
– één specifiek gen
– een ‘genpanel’ (EPI, CAR, MET, NEF, NEU, ONC, VBE, IDP)
– een volledig exoom (WES)
• In nabije toekomst wellicht analyse van het volledige genoom: Whole Genome Sequencing (WGS)
Trends in de genoomdiagnostiek (2/3) Toepassingsgebied en onderzoeksmethoden
• Van zeldzame monogene aandoeningen naar complexe, veelvoorkomende ziekten met een erfelijke component
• Van “last resort” naar “genome first” of “genetics first”
• Van (gen- of ziekte-) specifieke test naar “one-test-fits-all”
• multidisciplinair overleg belangrijker dan ooit tevoren
• “mainstreaming” medische genetica
Nanopore sequencing
Trends in de genoomdiagnostiek (3/3) Toepassingsgebied en onderzoeksmethoden
DNA sequencing. Iets voor u ?