© Gemeente Voorst Deelschema Mensen die niet mee · PDF fileHet lijkt er op dat iedereen...
Transcript of © Gemeente Voorst Deelschema Mensen die niet mee · PDF fileHet lijkt er op dat iedereen...
Werkgelegenheid is toegenomen en mensen lijken nog minder tijd te hebben voor andere dingen. We leven in een prestatiemaatschappij waarbij we niet meer ruimte maken voor tolerantie of afwijkingen. Daarin een balans vinden lijkt me een uitdaging en er zitten kansen. Een maatschappij is ingericht op efficiëntie en economie. Er zijn groepen die ook wat kunnen, maar die buitengesloten worden of buiten de boot vallen. Er zijn genoeg mensen die nog niet zijn gevraagd, er zijn hiervoor bijvoorbeeld vluchtelingen of andere mensen die aan de zijlijn staan. Als mensen geen plek krijgen in deze maatschappij en zich buitengesloten voelen, krijg je dit soort uitval groepen. Het wegvallen van de Melkertbanen, sociale werkplaatsen gaf veel uitval.
Het belangrijkste is dat we kansen bieden. Groot deel van de problemen is geboren uit onvrede. We zijn een prestatiegerichte maatschappij. Je stelt pas wat voor als je wat hebt bereikt. Ons aanzien, de sociale ladder, dat is vaak een meetgraad hoe goed we zijn, hoe gelukkig we zijn. Als mensen niet mee kunnen doen, niet snel genoeg kunnen stijgen op die ladder, dan gaan mensen allerlei andere manieren zoeken om zich te profileren, om op te vallen in de maatschappij. Je ziet dat bij het terrorisme heel duidelijk. Wat zijn dat voor gasten die dat doen? Dat zijn vaak begin twintigers, zielige jongens, nooit wat bereikt, komen uit achterstandswijken. Dit is het moment om te laten zien dat ze toch wat hebben bereikt. Foto op televisie. Wat is de kern? Dat dit voor hen een moment om te laten zien wat ze kunnen. Ik denk dat daar het probleem zit, ook in wijken. Ik kan niet hetzelfde wat een ander kan. Ik vind het daarom ook heel kwalijk dat de basisbeurs voor studeren is afgeschaft. Dan krijg je verschillen. De rijke jongen kan wel dokter worden, en ik niet. Want ik kan niet met zoveel schuld, dan red ik het niet. Dus maken we andere keuzes, zo snel mogelijk aan het werk om geld te verdienen.
In mijn ogen is er steeds meer aandacht voor mensen die boven het gemiddelde niveau presteren. Maar voor het middensegment is weinig aandacht, bijvoorbeeld in de pers. En juist dat middensegment hebben we nog harder nodig dan die ene die universiteit doet. Juist de goede vakman is hard nodig of dat nou een timmerman is of een goede ICT-er. Het lijkt er op dat iedereen maar moet gaan studeren. Dat je dan pas geslaagd bent. Hierdoor ontstaat een groter wordende grotere kloof in de samenleving, meer onnodige scheiding van niveaus. Voor het middensegment moet meer aandacht voor komen. Oorzaak is bijvoorbeeld de manier waarop scholen toetsen. Als je in een toets geen Havoadvies hebt dan tel je al niet meer mee. Hugo Borst zei laatst dat als je verpleegster bent in een ziekenhuis je dat met trots vertelt en dat een verpleegster in een verpleegtehuis zich daarvoor schaamt. Dat verschil in aanzien moet kleiner worden. Als we daar meer aandacht voor hebben dan voorkomen we misschien wel burn-outs. Mensen moeten erkend worden in hun werk, ze voelen zich daardoor nuttig en daarmee kun je misschien wel ziekte voorkomen. Het maakt niet uit wat je doet, als je het maar goed doet.
In onze maatschappij draait het steeds
meer om prestaties
Het knellende daaraan is ja omdat die mensen voor zo een laag loon werken, komen de Nederlandse chauffeurs niet aan de bak. Dan krijg je dus het verhaal van als jij je vracht vervoert wil hebben dan zet je dat op een of andere site. En als je dan een Nederlands bedrijf bent met Nederlandse chauffeurs dan dien je daar een bod in. Maar vervolgens gaat er een Nederlands bedrijf met Poolse chauffeurs een heel eind onder zitten. Dus ja zo gaan de Nederlandse bedrijven kapot. Ja die buitenlandse chauffeurs zijn gewoon heel veel goedkoper. Ja, daar gebeurt veels te weinig mee door de overheid.
En ik denk (dat stijgt de gemeente Voorst ver te boven) dat we alleen maar op de gezonde werkende mensen gericht zijn. Dus vallen er veel mensen buiten de boot met hoe we nu in Nederland bezig zijn. En ik snap ontzettend goed dat je ziek en depressief wordt als je niet zinvol bezig kunt zijn. Zingeving werd vroeger door de kerk gegeven, is natuurlijk weggevallen. Maar mensen zijn nog steeds op zoek naar een zinvol bestaan.
In onze maatschappij kan je bijna niet meer zonder computer. Ik zie dat wel als
probleem. Als je daar niet in mee komt of je snapt dat niet dan is dat heel
lastig, want heel veel dingen moet je tegenwoordig online doen, wachtwoorden
of DigiD. Dit soort zaken. Daarvan zie ik wel dat mensen het heel lastig vinden.
Het gaat dan bijvoorbeeld om de doelgroep die binnen de bijstand valt,
mensen die toch wel een laag inkomen hebben. Andere specifieke problemen
zijn bijvoorbeeld: waar je dingen moet aanvragen, dat je hier moet zijn voor dit
loketje en de vraag daar moet stellen, dat je vergoeding kan krijgen maar dit
niet wist. Dus heel veel informatie die mensen gewoon niet mee krijgen. Dat
staat dan misschien wel in een krant, maar soms kunnen ze niet zo goed lezen
of ze snappen niet zo goed wat er bedoeld wordt. Ik vind dat de maatschappij
maar door en door gaat, maar die doelgroepen krijgen daar niet alles van mee.
Het meest knellende en problematische is dat onze samenleving steeds veeleisender wordt. Denk ook aan de techniek, het internet. Een oorzaak is dat het leven complexer wordt. Er is een veelheid aan informatie. En voor deze doelgroep (LVB) is dat ingewikkelder. De samenleving beweegt een kant op waarin digitalisering steeds belangrijker wordt. Wat als je je bankzaken niet digitaal kan regelen? Als dat te moeilijk is? Als je dat niet kan bevatten wordt het steeds ingewikkelder. Een ontwikkeling die we nu ook zien vloeit voort uit het VN-verdrag dat alle organisaties toegankelijk moeten zijn voor mensen met een beperking. Is de informatie op orde? Is de bejegening goed?
De hele maatschappij is steeds meer toegespitst op intellect. Ook als je bijstand wilt aanvragen, moet je enige verstand van zaken hebben. Ik hoor vaak: ik kom het formulier niet door, begin er niet eens aan. Alles in de maatschappij is op tekst of op begrip van taal gericht. Er is nu zo’n campagne wat ik heel geweldig vind, voor het opleiden van vakmensen. Zo zit de hele maatschappij in elkaar: heel talig en heel erg op begrip Het is heel moeilijk om simpel Nederlands te maken. En als ze niet kunnen lezen, hoe kunnen we ze dan toch iets duidelijk maken. Zo ontstaan ook schulden, mensen die brieven terzijde leggen.
De sneller wordende maatschappij. Alles gaat veel sneller. En
het feit dat alles duurder wordt en er zijn heel veel mensen die
het gewoon niet meer kunnen betalen. Als je nu geen werk
hebt, of je gaat scheiden, je komt in de problemen, je kan niets
meer betalen. Je komt in de schuldhulpverlening; zie er dan
maar weer eens uit te komen. Dat zie je zeker toch in de
doelgroep waarmee wij werken, de landelijke tendens, daar
ontstaan heel veel problemen. Vroeger kun je altijd in een
fabriek aan het werk, ook al had je gedragsproblemen en ging
het thuis niet zo goed, dan ging je aan de lopende band, maar
dat heb je nou bijna niet meer. Dus dat is eigenlijk een heel
groot maatschappelijk probleem in deze maatschappij. Steeds
meer gericht op denken en kennis in plaats van op handwerk.
Snelle veranderingen vragen veel van mensen en daar moeten zij mee leren omgaan. Voor mensen met een goede opleiding is dit makkelijker dan mensen uit een sociale groep. Zij worden misschien nog harder getroffen en kunnen vaak minder goed dealen met de situatie omdat zij het vaak al moeilijker hebben. Laaggeletterden zitten al snel in een verdomhoekje.
Toenemende digitalisering. Daar zitten kansen en bedreigingen aan vast in ons vakgebied. Denk aan robotisering en het zelf managen/regelen met bijvoorbeeld apps en skype verbindingen en google om dingen zelf te regelen waaronder behandelingen. Welke rol hebben wij als huisarts in deze ontwikkeling. Daar moeten we over nadenken. Het knelpunt daarvan is de smart-health en de eHealth waarin de zelfcontrole centraal staat. Veel mensen zijn daartoe niet in staat. Daardoor kan verschil in gezondheid van groepen gaan ontstaan.
De maatschappij wordt door o.a.
digitalisering steeds ingewikkelder
Als je goed in het ene bent, ben je minder in het andere. Nou, so what. Er stond vandaag nog weer een mooi stuk in de krant over die man van eigen, huis en tuin. Thomas, die timmerman. Dat is eigenlijk een goeie vakman, dat ieder kind maar naar het theoretisch vmbo moet of naar havo/vwo. Dat je als ouder dat eigenlijk niet wil dat je kind naar het vmbo gaat, want dan….
Het hoofdprobleem is dat er veel gevraagd wordt van de burger in de samenleving, je moet maar mee kunnen komen. De wet- en regelgeving leiden tot een zoektocht van bij wie moet ik zijn. Bij de opvoeding van kinderen vragen ouders zich af: Doe ik het wel goed? Het is een kluwen, je moet aan veel eisen voldoen, er is een hoog tempo, er worden veel eisen gesteld. En er is geen verbinding. Mensen voelen zich heel erg alleen staan.
Wij ondersteunen mensen met een beperking en wat je tegenwoordig ziet is dat het steeds sneller gaat, digitaal. Dat is een probleem wat je ziet. Digitale aanvragen, alles via de computer. Het wordt dan niet herkend dat iemand een beperking heeft. En zeker licht verstandelijke beperkten. Dat zijn groepen die steeds meer verwijderen van de maatschappij terwijl ze zo mooi meegingen. Dat is 1 ding.
Als je een paar jaren terug gaat was het heel
gebruikelijk dat mensen met een beperking
naar een tehuis gingen. Ook die vind je nu
veel meer in de samenleving dus die
participeren mee. En daar sta ik ook
helemaal achter. Maar de samenleving is
heel moeilijk te begrijpen. Ja, als we zeggen
dit is de regel, we lezen het en snappen het
gelijk, maar een persoon met een
verstandige beperking kan het wel letterlijk
lezen maar hij of zij snapt de reikwijdte ervan
niet. Om het duidelijk te maken als je bij de
gemeente zou komen en je een aanvraag
voor een uitkering zou doen, dat lukt dan
nog wel maar dan krijg je opdrachten mee,
met name dan moet je de volgende keer dit
en dat doen. Dan als je vraagt aan een
persoon met een licht verstandige beperking
is het goed? Heb je het begrepen? Zal deze
gauw zeggen ja en ja. Maar als die de deur
uit is, dan weet hij of zij het niet meer. Die
weet gewoon niet hoe je dat moet doen.
Mensen met een goede vooropleiding en een goed sociaal netwerk. Mensen die het uiteindelijk toch wel redden. Mensen die vanuit hun thuissituatie gestimuleerd worden om toch even door te pakken. Of hun studie op te pakken, dat soort zaken. Dat zie ik groter worden, een laag van mensen die en weinig inkomen hebben en weinig kansen hebben. Dat is een hele hardnekkige laag. Die komen er gewoon niet uit. En die laag die wordt steeds wel groter. Weinig opleiding, dat soort zaken. Soms zijn ze verstandelijk beperkt, of ze worden geboren in een milieu waarin ze niet zo worden gestimuleerd om door te studeren. Dat vooral.
Kansen en inkomen, het meest wat daar aan te
doen is, is op het gebied van inkomen. Kansen
daar kan je niet altijd wat aan doen. Sommige
mensen hebben nu eenmaal weinig
vooropleiding. Daar is niet altijd wat aan te
doen. Soms wel en dat moet zeker geprobeerd
worden. Maar dat lukt niet altijd, mensen zijn
soms te beperkt om vooruit te komen.
Steeds meer mensen begrijpen de
complexere samenleving niet
goed
Hoe ga je om me LBV en een kinderwens. Ieder heeft in feite het recht en kind te krijgen maar hoe ga je dat gesprek aan. Want dat is wel de combi die we vaak tegenkomen. Een LVB met kind, al dan niet ook LVB. We werken niet veel met normaal begaafde ouders, zitten er wel tussen maar meestal ouders met beperking en kind met beperking of ouders wel en kinderen geen beperking. En dat is ook heel lastig. Ouders weten niet oe ze goed moeten opvoeden. Begrijpen niet waarom een kind huilt of merken op dat het kind van patat stil wordt. Dan zijn gezondheid en ontwikkeling van kind ook risicopunten.
Heel veel problemen zijn intergenerationeel. En
sommige dingen kun je niet heel erg veranderen, als
verstandelijke beperkingen. Als die met elkaar gaan
hokken, ja dan is de kans toch redelijk aanwezig dat
…. Maar dan nog kan je daar best wat aan mee
doen. Kinderen die vanuit onveilige situaties groot
worden, ja de kans is echt levensgroot dat het weer
gaat gebeuren. Dus wat je meemaakt en niet goed
verwerkt, ja die kans is zo groot dat je dan terugvalt
in diezelfde problematiek.
Steeds meer kinderen met taal- en
spraakontwikkelingsachterstand: kleine
woordenschat, slecht articuleren, mondmotoriek, etc.
Je ziet meer sociaal-emotionele
ontwikkelingsproblemen bij deze kinderen; meer
duwen/ruzie in plaats van oplossen met woorden. Ik
heb wel aannames over de oorzaken voor
toenemende taalachterstand:
opvoedingsproblematiek, minder voorlezen door
ouders, kinderen al heel jong in een groep, waar
gebrabbeld wordt, geen vader/moeder in de buurt als
goed voorbeeld, veel kinderen met spenen/
afkoopgedrag, drinken nog steeds uit flesje met
speen, opvoeden is begrenzing, veel prinsen/
prinsesjes, schuldig voelen van ouders, veel werken
om huis te betalen. Dan wil je het gezellig houden.
Zoals taalachterstand, sociaal emotioneel niet goed
ontwikkelen of waar thuis iets aan de hand is, dat ze
thuis onvoldoende in staat zijn om dat kindje te
begeleiden. Dat zie je vooral bij
vluchtelingenkinderen, bijvoorbeeld, en bij gezinnen
waar heel veel aan de hand is. En die komen er
helaas, zien wij, steeds meer.
De Nederlandse laaggeletterden zijn vaak ouder 50-70 jarigen, omdat zij vroeger geen geld hadden voor een verdere opleiding of van school af moesten gaan om te werken. Vaak hebben zij dingen niet zo gemist, maar bijvoorbeeld door verlies van een partner vallen zij in een gat. Dyslexie, ADHD en andere leerproblemen werden ook niet onderkend. ’Jij kunt niet lezen, dus ben jij dom.’ Nu is er meer maatwerk en individuele begeleiding.
Als je als ouder al de taal nauwelijks machtig bent en je vindt school al heel stom, want ik kon vroeger ook niet leren, m’n kind vast ook niet. Dan wordt het daarmee al gebagatelliseerd, dat komen we nog al eens tegen. Ouders hebben een beeld van school zoals dat vroeger ging, maar het is natuurlijk allemaal veranderd. Er zijn ook heel veel open ouders, maar over die doelgroep hebben we het nu niet.
Wij moeten dus zelf die bieb hier in
school hebben, omdat anders ouders
dus zeggen, ja maar, hallo die bieb zit in
Twello, daar ga ik echt niet heen rijden.
Dan heb je daar dus dat cultuurverschil.
Dus lezen kinderen hier bijna niet. En wij
moeten dat promoten. Dan heb je de
ouder die denkt; ok, ik ga naar school,
dat zijn dan niet die ouders die je wilt
bereiken, maar die andere kinderen die
lezen thuis dus niet. Wat is dan jouw
algemene ontwikkeling? Hoe help je
daar thuis in mee? Niet. Helemaal niet,
denk ik. Want dat gebeurt dus niet.
Ik denk dat de gemeente dat ook wel moet
realiseren. Dat ik echt wel zwakke kinderen
binnen krijg. Veel VVE kinderen. Veel kleuters
met taal/spraak problemen. De kinderen zijn
voornamelijk blank. Ik heb een paar Syrische
kinderen. We hebben twee gezinnen van
nieuwkomers. Dus het zou niet eens moeten
mogen. En we hebben, als je naar de resultaten
kijkt, op rekenen scoren we altijd boven het
landelijk gemiddelde. Als je op het gebied van taal
kijkt, al jaren er bijna onder. En we zijn maar aan
het investeren en vanuit thuis wordt dat gewoon
veel te weinig gevoed.
En wat ik ook zie is laaggeletterdheid. Ik dacht
niet dat het bestond, want voor mij gevoel is dat
iets van heel lang geleden. Iedereen is toch naar
school geweest zou je zeggen. Maar ik zie veel
mensen die toch ineens de bril vergeten zijn, of
die vragen of ik iets wil voorlezen. En dat heb ik
het niet over allochtone mensen. Daar sta je echt
verbaasd van. Daar was ik me nooit van bewust
eerder.
Ook kan je zeggen dat het een
taalarme omgeving is. Er wordt lager
dan je mag verwachten gescoord. Dit
is kenmerkend voor een
plattelandsgemeente maar wel een
aandachtspunt. Niet een probleem
maar wel opvallend. Het is wel
moeilijker om mensen te bereiken.
Gemeente Voorst kent van oudsher
veel laaggeletterdheid
De participatiemaatschappij is een mooi begrip. We gaan er van uit dat alle mensen mee willen, vaardig en mondig zijn. Maar daar verkijken we ons op. Ik zie veel mensen lijdzaam kijken, nemen geen initiatieven. En dat bedoel ik naar beide kanten: hulp vragen en hulp geven.
Een ontwikkeling die ik zie is dat de doelgroep van mensen met een beperking, vooral wanneer deze niet-zichtbaar is, buiten de boot dreigt te vallen. Zo trekt de banenmarkt aan, maar deze groep krijgt geen werk. Een oorzaak is dat fabrieken verdwijnen naar goedkope arbeidslanden. Maar daarmee verdwijnt ook het eenvoudige werk. Er blijft weinig over. Bovendien wordt deze groep overvraagd en overschat. Deze doelgroep, voorheen niet-zichtbaar, wordt nu ‘gezien’.
Door de techniek wordt de hoeveelheid werk minder, daar moeten we
wat mee. Deze ontwikkelingen in de samenleving leidt tot mensen die
niet meedoen.
Dus ik kan me voorstellen dat vroeger mensen aan de lopende band
gingen of ja….dat ze kleine klusjes deden om toch een echt
arbeidsbestaan op te bouwen. Dat soort werk verdwijnt allemaal. Dus
wat ik zie dan, dat mensen die laagopgeleid zijn of sociaal zwakker zijn,
daarom lukt het niet voor hen om werk te vinden.
Door technologie, lage lonen elders is
er steeds minder werk voor handen
Als ik kijk naar jongeren die moeite hebben om mee te komen in het onderwijs, en daar dus hulp bij nodig hebben. Dan is er een grote groep die daar absoluut buiten valt omdat dan altijd betaalde hulp moet zijn, betaald door ouders in het algemeen en lang niet alle ouders kunnen dat betalen. En daardoor werken we dus eigenlijk mee aan een soort tweespot. En dat vind ik eigenlijk wel lastig. Leerlingen komen hier via ouders, school of ze horen het van vrienden/vriendinnetjes. We proberen wel zo laagdrempelig te werken. Bijvoorbeeld door ook een keer per week of een keer per twee weken te komen. Maar ook dat kunnen sommige ouders niet betalen. En dat zijn, denk ik dan vaak ook net de ouders die het zelf niet kunnen.
Niet alle ouders doen kinderen naar de peuterspeelzaal vanwege de financiële situatie van de ouders. Daardoor is de startpositie heel verschillend. Die kinderen zijn niet gewend om in een groep te zijn. Dat kan voor sommige kinderen een probleem zijn. Er wordt nu veel meer van kinderen verlangd. Slechtere startpositie voor kinderen die niet de peuterspeelzaal hebben gehad. Is het tijdelijk? Na een aantal jaren is het te merken, jaar of drie. De kosten voor de peuterspeelzaal en het financiële verschil tussen wel/niet peuterspeelzaal wordt groter. Ouders kiezen minder voor een peuterspeelzaal. De populatie ouders is heel divers in Voorst. Van behoorlijk inkomen, hogere opleiding en ambities, meestal van buiten tot uit dorp zelf, boerenleven, andere levensstandaard, met handen werken, als het kind maar gelukkig is. Groot verschil in verwachtingen/ambitie van ouders.
Faciliteiten als bibliotheek (op school) lopen terug waardoor mensen zelf oplossing moeten zoeken, laagdrempelige voorziening wordt lastiger toegankelijk vooral voor doelgroep die het vaak al lastig heeft.
Als logopediste kom je op scholen, je hebt te maken met kinderen, je krijgt te maken met ouders. Dat je ook wel merkt uit wat voor een milieu iemand dan komt. Daar zit echt verschil tussen. Kijk als je uit een taalrijk milieu komt, ouders die voorlezen, ouders die veel met hun kind doen. Dan merk je dat die kinderen talig veel sterker zijn. Taal leer je door imitatie. Ouders zijn de spiegel. En heb je te maken met een wat lager milieu, dan merk je dat ze in een taalarme omgeving opgroeien. Die kinderen zien we in de bus. Want dat kind slaat, of knijpt…vraagt negatieve aandacht. Dat is eigenlijk heel sneu.
De kinderen van de 30-40 jarigen worden ook
vaak aangemeld vanwege taalachterstand.
Moeder had hekel aan leren en geven dit aan
de kinderen door.
Via de Voorleesexpress hoop je de ouders mee
te krijgen en te motiveren. Ga voorlezen.
Leesmaterialen zijn niet vanzelfsprekend in de
gezinnen. De kinderen leren technisch lezen op
school, maar daarna moeten zij wel lezen.
Sterker nog, ze vinden het veel eerlijker. De kinderen
hebben daar gelijke kansen want ze hebben allemaal
vanaf hun eerste een goede pedagogische setting
met professionals. Je hebt daar geen
onderwijsachterstanden want je hebt gelijke kansen.
Terwijl In Nederland kun je theoretisch tot en met je
vierde jaar alleen in een thuissituatie zitten en stel
dat die heel erg kansarm is dan heb je al een
achterstand voordat je begint. En in Zweden wordt
veel meer geïnvesteerd in het onderwijs en opvang.
Kinderen groeien op in een taalarm gezin
Weinig faciliteiten in de dorpen heeft
gevolgen voor de geletterdheid
Als school zijn we heel blij met de logopedisten. Van mij mag dit nog wel uitgebreid worden. Er zijn veel taal- en spraakproblemen onder kinderen, meer problemen dan vroeger.
Je ziet eigenlijk al vrij vroeg, als kinderen op school
komen, dat leerkrachten zeggen “ik kan het kind niet
verstaan” of “het kind communiceert niet”. En dat lijkt
allemaal wel wat vroeger te zijn. We hebben ook een
peuterpilot gehad, van 1 september tot 1 maart.
Puur voor preventie. Je ziet ook dan dat we echt al
wel veel ‘problemen’ zien en/of horen. En dat we dus
eigenlijk ook al heel veel peuters op het logopedisch
spreekuur zien.
Ik hoor dat er steeds meer kinderen op school komen
met een achterstand op dit gebied. Door de
maatschappelijke druk en drukte hebben ouders
sowieso meer moeite met andere dingen. Kinderen
zijn minder zelfredzaam, later zindelijk. In de haast
doen ouders snel even dingen zelf en de kinderen
komen er niet aan toe om dit zelf op te pakken.
Er is een toename van taal- en
spraakproblemen onder kinderen
1,3 miljoen Nederlanders zijn laaggeletterd. Dat is niveau groep 7 basisschool. Als zij dit niet onderhouden, vallen zij terug. Welke consequenties heeft dat op hun leven. Alle informatie is talig; digitaal is ook taal. In welke wereld leef je dan. Om een tekst goed te kunnen begrijpen, moet de lezer ruim 90% van de gebruikte woorden kennen.
Health literacy is een probleem. 10 tot
20% van de mensen leest en schrijft
niet goed. Je ziet zo vaak brieven van
gemeenten die niet te begrijpen zijn
voor deze groep mensen. Ingewikkelde
bijsluiters van medicijnen begrijpen
mensen niet. Heel veel mensen
gebruiken daardoor te veel of te weinig
medicatie, of ze gebruiken het
verkeerd. We kunnen de health literacy
vergroten door simpele filmpjes in
plaats van ingewikkelde bijsluiters.
Een groot probleem is de tweedeling in de maatschappij, het
verschil tussen arm en rijk. De laaggeletterdheid zie ik als een groot
probleem. Tegenover ons woont een Syrische vrouw, zij spreekt
geen Nederlands en haar kinderen ook niet, daardoor is de
integratie een groot probleem. Je hebt in de samenleving een groep
die meedoet, goed mee kan draaien en een groep die zich afzijdig
houdt. De instroom van vluchtelingen is een probleem terwijl ik vind
dat je ze wel moet helpen. Ik denk dat de laaggeletterdheid het
grootste probleem is. Laaggeletterdheid onder zowel allochtonen
als autochtonen. Deze mensen doen nergens aan mee.
Kinderen en ouders die leesvaardigheid meest nodig hebben blijven zo (relatief) achter, er is te weinig ruimte voor zwakke ouders ook al is er laatste jaren verbetering door schoolklimaat om je niet neer te leggen bij de lage taalvaardigheid van veel inwoners uit Klarenbeek. Sterke gezinnen ontwikkelen zich sneller en beter wat kan leiden kan tot sociale achterstelling.
Veel mensen voelen zich gedwongen om in de pas te lopen. Als je in de pas loopt, zijn er in dit land veel kansen en mogelijkheden in vergelijking met andere landen in de wereld.
De hoge maatschappelijke druk. Ik zie nu groepen in de samenleving die moeite hebben mee te komen in die complexe samenleving met een hoge verwachtingsdruk. Mensen met een lichte verstandelijke handicap of een niet zo’n grote sociale vaardigheid lopen stuk en vallen terug op allerlei zorgopvang en toenemende zorgvragen. Ik zie veel burn-outs. De maatschappelijke druk is wel een item. Er moet veel. Veel in het onderwijs, veel op je werk, veel in je vrije tijd, met je kinderen, vrijwilligerswerk, mantelzorg. Er wordt op allerlei manieren aan je getrokken. Een grote groep mensen weet daarin wel de weg te vinden. Een deel lukt dat ook niet en gaan afhaken of geleidelijk afhaken. Hebben niet het zelfinzicht en lukt het niet een vraag te stellen of weten niet waar ze terecht kunnen. Heb je geluk en bezit je een goed netwerk of een sterke sociale omgeving dan ga je het nog redden. Heb je dat niet, dan dikke pech. Je moet toch wel een zekere sociale vaardigheid en weerbaarheid op hebben kunnen bouwen. Je moet zelf kunnen doorhebben en begrijpen. Je moet weten waar je terecht kan en dan de goede vraag kunnen stellen. Je moet kunnen inzien dat er een probleem is.
Wat ik nu zeg, gaat niet alleen over Voorst, maar over een algemeen probleem. Je krijgt een steeds grotere groep mensen, een beetje aan de onderkant van de maatschappij, zal ik maar zeggen, die moeite hebben om mee te komen in deze snelle wereld. De mensen die vroeger de baantjes hadden, die wat makkelijker waren, maar die nu door computers en weet ik veel gedaan worden. Dat die groep steeds groter wordt, die niet mee kan komen, en daarom dreigt uit te vallen. Je ziet ze overal terug, op televisie, bij allerlei programma’s met schuldhulpverlening en weet ik wat allemaal, ik denk dat dat een heel groot probleem is, dat ook in deze gemeente zal gaan spelen.
Voor LVB is deze maatschappij complex, en vraagt het veel.
Bovendien zijn de problemen rondom deze groep vaak cumulatief.
Als er geen werk is, is er geen inkomen, ontstaan er schulden,
ontstaan er gedragsproblemen. Verslaving, depressie, impulsief
gedrag met soms gevangenisstraffen als gevolg, relatie problemen
komen veel voor onder LVB. Het is niet-zichtbaar dat ze meer
nodig hebben. In de pubertijd zijn ze slim genoeg om zelf te zien
dat ze anders zijn, maar niet slim genoeg om daar mee om te
kunnen gaan.
Er ontstaat een groep mensen met
minder kansen
Mensen met een groot sociaal netwerk (lid van
sportclub, buurt, familie e.d.) redden zich vaak
wel, zij kennen de weg en vragen gewoon door
totdat de hulp of oplossing aanstaande is. Ook
hier geldt dat mensen die geen sociaal netwerk
hebben steeds verder achterop raken in onze
huidige maatschappij.
Mensen zonder netwerk of vangnet raken nog verder
achterop
Laaggeschooldheid heeft te maken met niet genoeg inkomen om goed mee te kunnen doen maar ook met gebrek aan intelligentie en te weinig stimulans uit de directe omgeving. Laaggeschoold betekent automatisch laaggeschoolde arbeid. Dat levert bij elkaar knelpunten op zoals: uitsluiting, werkloosheid, ongezonder werk, fysiek zwaarder werk.
Zo ook mensen met beperkingen en mensen met verslavingen. Die hebben toch soms een andere drive om dingen aan te gaan. Soms is de een super gemotiveerd, maar je hebt ook toch minder gemotiveerde burgers vaak omdat ze het niet meer overzien. Spanning beneemt hun motivatie. De spanning blokkeert veel in het hoofd. Door de spanning geraken ze in een situatie waar er steeds minder oplossingsgericht wordt omgegaan.
De jeugd die tussen de wal en het schip valt. Een groot deel van de jeugd redt zich prima maar er is een ontzettend grote groep jeugd die het niet redt. Achterliggende oorzaken van het probleem zijn het aantal mensen dat geen startkwalificatie heeft, een aantal, dat uit een school dropt (die het niet gered krijgt om wat voor reden dan ook), de oorzaken zijn vaak helemaal niet intellectueel van aard maar sociaal van aard.
Dat mensen vergeten worden, dat is het meest knellende. Als je niet assertief genoeg bent en zeker bij LVB'ers, die zijn vaak geneigd om op te geven.
Jongeren hebben het gevoel niet mee te tellen, boos op de samenleving. Dan ga je maar blowen en drinken enz. enz. En dan vinden mensen het raar dat een jongere tegen een vluchteling is (niet allemaal natuurlijk). Ik snap de onvrede in samenleving wel want er is een groep die niet gezien wordt.
Kinderen die in een isolement zitten die zijn gevoelig
voor extremistische gedachten. Ik hoor hier dagelijks
verhalen, bij onze zwakkere broeders, over de Illuminatie
(ik noem maar een zijpad) – de kleine groep die de
wereld besturen -. Mensen gaan heel erg mee met
doemdenk-gedachtes en complottheorieën. Van daar is
het niet zo’n hele grote stap naar extremistische
gedachten. Vergis je niet. Ik vind het heel bedreigend.
Het betreft jongeren die door uiteenlopende omstandigheden in een
isolement zitten. Meestal trekken ze zich terug. Ze kunnen zich
moeilijk handhaven in de steeds sneller wordende maatschappij. De
eenzaamheid betekent dat ze al snel gaan blowen, hangjongere
worden met alle gevolgen van dien. Het is vaak een complex aan
problemen: gezinssituatie, autisme enz.
Mensen komen in een soort van circuit ook in hun eigen gedachten waar je zelf niet uit komt. Anders zie je mensen afglijden, mensen komen in de criminaliteit, plegen zelfmoord, opgesloten alleen in huis, opgenomen in de psychiatrie. Wil je die als maatschappij loslopend op straat hebben. Om te zien dat mensen zo lijden, niet dat we het daarom moeten doen, want er is lijden. Iedereen heeft zijn eigen verantwoordelijkheid, maar we hebben ook wel verantwoordelijkheid naar elkaar. In verbinding met de mensen. Niet alleen maar doorverwijzen. Dichtbij. Mensen raken uit verbinding.
Een zorgelijke ontwikkeling die ik zie is dat jongeren met een niet zo zichtbare beperking, met name schoolverlaters tussen wal en schip dreigen te vallen. Dit is een grote groep jongeren, zo’n 15 a 20%. Ze zijn kwetsbaar, bijvoorbeeld praktijkschoolleerlingen, lagere vmbo-ers en niet technisch opgeleid. Dit is een groep die net te goed is om in aanmerking te komen voor reguliere zorg op basis van een indicatie. Ze komen later toch in de knel, tussen 20 en 25 jaar.
En dan zie je ook een ontwikkeling dat de problematiek steeds
complexer wordt. Als je al een beperking hebt, komen er schulden en
verslaving bij, ja dan wordt het wel heel ingewikkeld. En dit komt
steeds vaker voor. Ja, omdat enerzijds wel al de trend bezig is om
mensen zoveel mogelijk in de maatschappij op te nemen. En
anderzijds die maatschappij er daar helemaal niet klaar voor is. Vanuit
gemeentes die heel welwillend zijn, worden geen
begeleidingsindicaties meer afgegeven omdat het zo lijkt dat je prima
een heleboel dingen kan. Terwijl je eigenlijk in de basis deze dingen
helemaal nog niet kan. Dus dan word je ergens neergezet waar je het
allemaal niet aankan en dan wordt de kans op teruggrijpen op alcohol
en drugs wel heel erg groot. Dus dat zie je steeds vaker gebeuren. En
dan merk je op het moment dat dat gebeurt, het zorgland ook nog niet
klaar is voor dat soort bijzondere, complexe gevallen, omdat ze dan
naar elkaar wijzen. Ja maar, verslaving is de basis dus dat moet
aangepakt worden. En bij de verslavingszorg zeggen ze, nee de
beperking is de basis dus daar moet tie aangepakt worden. Nou ja, en
zo ga je in een kringetje rond en loop je het risico dat iemand tussen
de wal en het schip valt, met alle gevolgen van dien. De problematiek
wordt steeds complexer
Waar wil die man nog energie in steken? Die man is 65 maar wil nog wel 10 jaar door met mensen die de weg verloren hebben, die huis en gezin kwijt zijn. Kijk het is geen drug of iets dergelijks, ze werken met gezonde mensen die van hun mandje gevallen zijn om wat voor reden dan ook. En ik was bij de gemeente Deventer en daar was de wethouder heel enthousiast en deed een voorstel. Maar ook de wethouder daar zei: maar we hebben in Deventer toch helemaal geen daklozen. En er zat ook een ambtenaar, waarop ik zei; nou, is dat wel zo juist? Wij kennen ze niet. Ga maar eens naar de brug, ga maar eens naar het meester Geertshuis. Er zijn er zat. Laatst stond er in de krant dat er wel 20 of 30 daklozen waren, minimaal. In de gemeente Voorst hebben we ze ook, maar het is vaak verkapt. Ze wonen vaak tegen heug en meug bij de ouders in met alle ellende en toestanden, of ze wonen in een opvangtehuis waar het een grote rampspoed is. Dus je hebt ze hier natuurlijk ook. Je hebt ze, zeg maar, mensen die in feite psychologisch dakloos zijn maar die nog wel een dak boven hun hoofd hebben maar die in feite daar helemaal niet goed gedijen.
Ik verwacht meer verwarde mensen. Alcohol, schulden en armoe en weinig onderlinge betrokkenheid in de maatschappij. Mensen kunnen de zorg niet meer betalen. Sneller afhaken en elk jaar nieuwe indicatie moeten aanvragen via het Wmo-loket, eigen bijdrage terwijl er vaak al een sociaal minimum hebben. De moeite die gedaan moet worden en het geld wat er bijna niet is, wordt dan liever ander uitgegeven. Mensen met schulden kunnen ook niet mee doen aan de gemeente polis en kunnen dan ook niet zomaar overstappen. Iemand blijft langere tijd verstoken van…en komt zo dieper in de problemen. Als ze weten dat er wel een gemeentepolis is voor hen dan kunnen ze beter aanhaken of aangehaakt blijven. Ook bij ”verwarde" mensen speelt contact en goed contact juist een belangrijk rol. In slechtere periodes en als de hulp dan gestaakt is dan overzien ze situatie en problemen helemaal niet meer.
Het meest knellende aan het probleem is dat er een grotere
tweedeling in de samenleving komt van mensen die wel in staat
zijn om voor zichzelf te zorgen en mensen die dat niet kunnen.
Specifiek naar de jeugd kijkend is het meest knellende dat er
straks een generatie komt die het erg moeilijk gaat krijgen en niet
goed hun plek in de samenleving weten te vinden, hier niet goed
genoeg op toe zijn gerust. Voor jongeren die in een kwetsbare
situatie opgroeien, kan het risico ontstaan dat zij nóg kwetsbaarder
worden. Echter, ook juist bij jongeren met ouders die zich heel
goed kunnen redden geldt dat zij in een heel moeilijke situatie
terecht kunnen komen. Het is niet per definitie zo dat als je ouders
hebben die het goed hebben je automatisch ook gelukkig bent en
je goed kunt ontwikkelen omdat de onderliggende oorzaken veel
breder zijn. Natuurlijk speelt de gezinssituatie een grote rol.
Ik zie twee ontwikkelingen. De eerste is dat er wellicht een groter
onderscheid komt tussen mensen die voor zichzelf kunnen zorgen
en mensen die dit niet kunnen. Enerzijds de kwetsbare groepen
mensen in onze samenleving die het moeilijker gaan krijgen om ook
van preventie gebruik te gaan maken dan mensen die wel goed
voor zichzelf kunnen zorgen.
Soms doen we het expres, de hele rechtspraak is gebaseerd op het feit dat we het zo moeilijk maken dat een buitenstaander het niet meer begrijpt. Dat je een advocaat nodig hebt. Dat is het beschermen van de groep. Dat doen we allemaal hoor, dat doen we in kerkgenootschappen, er ontstaat een bepaalde afstemming in een groep. Die kan zo evolueren tot een sekte, dat is een ander onderwerp. Dat is heel normaal, want je wilt bij een groep wonen. Alleen als je dat zo ingewikkeld maakt voor anderen, dat het een gesloten groep wordt, dan heb je andere mensen nodig. Het is een vorm van zelfbescherming.
De maatschappij is steeds meer gericht op tekst en intellect
De verwarde personen. Dat worden er steeds meer omdat die zelfstandig wonen, die wonen vaak in een woning van de corporatie omdat mensen vaak zelf niet genoeg middelen hebben om op een andere manier in een woning te wonen, en daar hangen wel heel veel problemen rondom heen. Ze hebben moeite om zelfstandig te wonen. Dus de huur betalen, netjes betalen, elke maand betalen wat je gebruikt. Ze moeten betalen voor de woning, maar ook geen overlast geven, vaak hebben ze een ander dag/nachtritme. Het zijn mensen die ook niet altijd aan het werk zijn. Je kunt ze niet allemaal zo noemen maar ze zijn vaak vatbaar voor verslaving. In mijn functie als woonconsulent kom ik vaak als er al wat is, dus signalen van omwonenden, van bewoners in hetzelfde appartementencomplex, of uit de wijk. Of ik krijg signalen door van onze netwerkpartners. En als ik er dan naartoe ga, als het een woning is met een tuin, dat het niet verzorgd is, dat ze ook moeite hebben dat ze geen geld hebben, dat je ze aanspreekt van; ‘he, het is wel de bedoeling dat je de boel een beetje netjes hebt’, ‘ja, ik heb geen geld’. Dan komt er emotie. Hetzelfde als voor iedereen, boos, onherkenbaarheid. Zo van ‘soms is het niet eerlijk’ en ‘ik word daarop aangekeken, anderen hebben de boel ook niet voor elkaar’, ‘ze komen altijd bij mij’. Soms geven ze daar mensen de schuld van en soms niet en soms denken ze, is het echt, en dat is ook zo, vaak is het ook wel echt één buurman of één buurvrouw die bij zichzelf denkt van ‘nou, ik wil jou niet hier’, en zo voelen ze dat dan ook.
Jongeren met een stoornis lopen aan tegen de eisen die
gesteld worden. Er is een discrepantie tussen kunnen en
verwachtingen. De oorzaak is vooral systemisch. Degenen die
beleid maken spreken een andere taal dan mensen die een
probleem hebben. Ook al is het systeem gelijk voor iedereen
toch zullen er altijd mensen zijn die in problemen raken.De samenleving wordt dus individualistischer, meer op het
individu gericht. Als je niet voldoet aan een aantal voorwaarden,
bijvoorbeeld een bepaalde intelligentie om iets te doen, val je al
wel sneller buiten de boot en zijn er minder mogelijkheden. Dit
sluit aan op het eerste punt. Veel mensen lukt het dit zelf te
regelen en zijn hier prima toe in staat. Anderen kunnen dit minder
goed. Niet alleen jongeren, ook kwetsbare ouderen of mensen
met een verstandelijke handicap. Ook daar moeten we oog voor
houden in deze tijd. Iedereen wordt ouder, vermogens nemen af
zowel fysiek als geestelijk. Ook al zijn mensen heel goed bij, dan
nog is het lastig met name digitale ontwikkelingen bij te benen.
Mensen raken in de problemen door de
eisen die de samenleving stelt
Ik vind het een maatschappelijk probleem dat er mensen zijn die wel en die niet hun invloed kunnen uitoefenen. Dat heeft te maken met de complexiteit van de samenleving. Ik zie dat veel mensen de politiek niet begrijpen. Formeel niet en inhoudelijk niet. Dus dat je deel uitmaakt van een samenleving die jou overkomt, zonder dat je participeert. Ik zie dus een andere tweedeling dan tussen jong en oud, ziek en gezond, met of zonder een baan, hoog of laag opgeleid. Of je wel of niet je invloed kunt doen gelden. Het knellende is dat mensen dan cynisch staan tegenover maatschappij / overheid. Ze haken af, en bouwen niet mee aan de samenleving, politieke besluitvorming. Ze handelen naar wat ze voelen, namelijk dat ze er buiten staan, dat ze er niet toe doen, en lijken zich dan af te zetten. Terwijl overheid, verenigingen, maatschappelijk middenveld, belangenorganisaties willen dat mensen zich aansluiten, meedoen, ook in de organisatie; niet alleen maar gebruiken maken van.
Opvoedings-problematiek leidt tot een achterstand in
ontwikkeling
De derde ontwikkeling is het economische systeem. Het kapitalisme zet alleen maar aan tot vermenigvuldigen. Het kapitalisme moet echter leren delen om daarna weer te vermenigvuldigen. Je hebt echter nooit een volledig passend systeem. Mensen zijn onbewust in een situatie terecht gekomen. Is iets gewild of niet gewild. Voorbeeld: zwervers zijn feitelijk afvallers van het economische systeem. Het kapitalistische systeem veroorzaakt ook afgunst omdat de één meer of iets anders heeft dan de ander. Problemen die het systeem veroorzaken zijn: zwerven op straat, criminaliteit, schuldenproblematiek en als gevolg daarvan een uitvlucht in drugs en alcohol. Oorzaak en gevolg komen hier samen.
Laaggeletterdheid in een talige wereld leidt tot grote problemen
Even nadenken hoor. Als we even terug gaan naar de doelgroep waar ik mee werk of iets anders wat ik dan zie is dat ze niet zo goed voor zichzelf kunnen zorgen. Dus dat is wat ik heel erg merk aan ze, dat ze niet aan hun gezondheid kunnen werken. Er wordt veel gerookt, slecht gedronken of ongezond gegeten dus heel veel mensen zijn veel ziek. En die mensen die "ziek zwak en misselijk zijn" dat….bij ons kan dat ook wel want ze zijn vrijwillig"….dan balen we ervan maar we balen er ook soms zo van dat je soms toch ook met iemand dan stopt omdat hij of zij er bijna nooit is en dan kan je ook niet op iemand bouwen en rekenen. Maar er is ook een groep mensen die om "die" reden nooit een baan zou kunnen krijgen. Als je dat in je proeftijd doet, dan ben je er alweer uit. Wat ik zie is dat mensen ongezond zijn daardoor, maar dat ik in mijn visie, ze depressief zijn. Depressiviteit heeft ook te maken met hoe je leeft. Dat weet de arts niet of wil het niet weten, dan krijgen de patiënten antidepressiva of andere medicijnen om het probleem te onderdrukken, maar daar help je het probleem niet mee weg te krijgen. Ze krijgen een terugslag en dan zijn ze al zo bezig om ze zichzelf staande te houden wat dan al een taak is met hun lichamelijke en psychische gesteldheid. En dat is al een baan op zich. En dan moeten ze hierheen en daarheen en iemand is er die hen thuis helpt, waardoor er helemaal geen baan eigenlijk bij kan.
De tweedeling verdiept tussen
mensen die kunnen meekomen en
mensen die dat niet kunnen
Mensen worden boos of keren zich af van
de maatschappij
Deelschema Mensen die niet mee kunnen komen
Ik denk ook dat kinderen te weinig uitgedaagd worden. En dat ouders weinig prikkels krijgen om met je kind ergens heen te gaan. Je hebt geen knutselclubje. Je hebt weinig muziek hier. Ja, de fanfare. Maar dat is het. Nu ben ik er ook mee bezig. We beginnen met schooljudo, swim to play. Ik ben met de fanfare in gesprek gegaan. Die gaan nu muziekles geven hier op school omdat ik wat cultuur subsidie heb. Zoals het type juf. Die biedt typelessen aan, zodat kinderen blind leren typen. Hartstikke handig. Als buurjongetje of die of die niet gaat dan valt dat al af. Het is echt het beperkte van een dorp, waarvan ik denk; oh jongens.
Er is minder logopedie in het dorp
Voorst, nu 1x in de twee weken. Dit zou
elke week moeten. Kinderen moeten nu
naar Twello. Dit gaat ten koste van
onderwijstijd, terwijl deze kinderen al
kwetsbaar zijn. Hetzelfde geldt ook voor
de fysiotherapie.
Het meest problematische is dat je heel lang kunt
blijven zoeken naar de juiste vorm van hulp en dat
de problemen zich kunnen verergeren. En ook dat je
de juiste inschatting niet kunt maken van, tenminste
dat zie ik veel gebeuren nog. Voor mensen die dat
nodig hebben, om te kijken wat is er nu precies aan
de hand, wat vraagt die nou eigenlijk echt. Dan kan
het dus langer duren en kunnen de problemen
oplopen en met gevolg dat het nog duurder is
natuurlijk. Maar ook voor de mensen zelf dus. Niet
de juiste inschatting kunnen maken heeft te maken
met ervaring omdat de doelgroep zich niet altijd zo
zichtbaar uit van he, er is iets aan de hand met mij.
Mensen met een heel laag IQ die haal je er wel uit
maar de tussengroep de LVB’ers, ik denk dat daar
een groot probleem nog ligt. Die van zichzelf het
gevoel hebben van nou ja, ik weet het wel. Met alle
gevolgen van dien, he.
Mensen krijgen niet de juiste hulp
Ik zie dat kenmerkend is voor de jongeren uit de doelgroep van 18-21 jaar van het speciaal onderwijs, dat zij de motivatie missen vanuit hun opvoeding en het ontbreken van een gevarieerd netwerk. De opvoeding van jongeren van 18-21 jaar missen van ouders ook tevens de stimulans- een goed voorbeeld, problemen lijken van ouder op kind doorgegeven. Ouders geven te weinig stimulans in de opvoeding mee.
Iedere levensovergang (van basisschool naar VO, van VO naar werk, van thuis naar uitwonend, etc.) biedt voor deze groep extra problemen. Keuzes maken is erg moeilijk en vraagt om ondersteuning en begeleiding. Deze groep zie je altijd weer terug rondom levensovergangen. Levenslang hebben ze mensen om zich heen nodig om op terug te kunnen vallen bij het maken van keuzes. Een netwerk, zowel informeel als formeel, is hard nodig. Om samen te kunnen optrekken. Dan werk je preventief. Wij maken nu vaak mee dat wij (MEE) in beeld komen als er al iets aan de hand is. Vaak heeft de LVB doelgroep geen adequaat en constructief netwerk.
© Gemeente Voorst
Mensen zijn ook aangewezen op social media, maar ook daar weten mensen
nog onvoldoende mee om te gaan. Dit geldt voor alle groepen (jeugd, ouderen,
vluchtelingen). Dus het is niet zo dat jongeren hier gemakkelijk mee omgaan
en ouderen hier veel meer last van hebben.
Zie ook deelschema
Mensen komen niet in zorg
Zie ook deelschema
Grenzen aan eigen kracht