Gemeente en bibliotheek van de toekomst - VNG · ‘BoekStart levert bibliotheken veel klanten...
Transcript of Gemeente en bibliotheek van de toekomst - VNG · ‘BoekStart levert bibliotheken veel klanten...
Gemeente en bibliotheek van de toekomstVERSLAG VAN VIER VNG - CONGRESSEN OVER HET TOEKOMSTIG BIBLIOTHEEKBELEID
2011
Gemeente en bibliotheek van de toekomstVerslag van vier VNG - congressen over het toekomstig bibliotheekbeleid.Almere, Dordrecht, Deventer en Tilburg, november en december 2010
ColofonDe VNG bijeenkomsten en dit verslag zijn tot stand gekomen met subsidie van het ministerie van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Congresverslag
Rondeel Media Consultancy
Batjanstraat 19
2585 VS Den Haag
T: 070-352 3867
M: 06-33 308 905
E-mail: [email protected]
Vormgeving
Chris Koning (VNG)
Januari 2011
1 Samenvatting 5
2 Inleidingen VNG en VOB 9
3 Bibliotheekdirecteuren over de nieuwe bibliotheek en de gemeente 13
4 Toekomst van de bibliotheek/Bibliotheek van de toekomst: Welke keuze heeft de gemeente 15
5 Certifi catie van de bibliotheek: Wat is de meerwaarde voor de gemeente? 23
6 Workshops 27
‘De bibliotheek in het gemeentelijke participatiebeleid’ 27
‘Loes, het ouderloket van het Centrum voor Jeugd en Gezin’ 28
‘BoekStart levert bibliotheken veel klanten op’ 28
‘Het Cursushuis gaat op eigen benen staan’ 29
‘Wiki Loves Bibliotheek’ 29
Lijst van sprekers 31
Inhoudsopgave
4 Vereniging Van nederlandse gemeenten
5Vereniging Van nederlandse gemeenten
1 Samenvatting
Toenemende digitalisering in de samenleving is van grote invloed op het bibliotheekwezen. Om die
reden ondertekenden de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), het Inter Provinciaal Overleg
(IPO) en het ministerie van OCW in december 2009 het zogenoemde Bibliotheekcharter 2010-2012.
Het Charter regelt onder meer de digitalisering van de openbare bibliotheken en de tweede fase van
certifi cering van de lokale bibliotheken. De gemeenten spelen daarin een belangrijke voorwaarden-
scheppende rol.
In november en december 2010 organiseerde de VNG met steun van het ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap (OCW) vier regionale congressen over de toekomst van het gemeentelijk
bibliotheekbeleid. Dit gebeurde in samenwerking met het Congres- en Studiecentrum en de landelijke
bibliotheekinstellingen, te weten SIOB, VOB, SCOB en Bibliotheek.nl. Uitgenodigd waren wethouders
van Cultuur, beleidsambtenaren Cultuur en directeuren van bibliotheken.
Doel van de bijeenkomsten Doel van de VNG-bijeenkomsten was aan de VNG-leden een toelichting te geven op de afspraken in
het Charter. Ook werd geschetst op welke wijze gemeenten de openbare bibliotheek toekomstgericht
kunnen organiseren en positioneren. Daarbij wilden de organisatoren van gedachten wisselen over de
effecten van de gemeentelijke bezuinigingen. Een enquête onder de gemeentelijke deelnemers heeft
uitgewezen dat 82 procent van de gemeenten in 2011 bezuinigingen op de bibliotheken doorvoert. De
helft van de ondervraagde gemeenten bezuinigt 10%. Bijna een derde bezuinigt tot 30% op de biblio-
theek.
In de bijeenkomsten is uitgebreid stilgestaan bij de toekomst van de bibliotheek. Om vitaal te blijven
als instelling staat de bibliotheek voor een grote uitdaging. Deze bestaat uit een combinatie van suc-
cesvolle digitalisering en inspelen op de informatiesamenleving. Dit alles moet plaatsvinden in een
maatschappelijk en fi nancieel relatief ongunstig klimaat.
6 Vereniging Van nederlandse gemeenten
De bibliotheek heeft de toekomstAlle sprekers beklemtoonden de belangrijke maatschappelijke functie van de bibliotheek, zowel voor
burgers in het algemeen als voor doelgroepen in het bijzonder. Ap de Vries van de VOB: ‘U wilt een
aantrekkelijke gemeente zijn voor burgers en bedrijven. Bibliotheken zijn voorzieningen met een
breed bereik en kunnen daarbij behulpzaam zijn. Als mensen een leven lang willen kunnen blijven le-
ren, moeten zij wel over kennisbronnen beschikken.’ Vooral voor jongeren is de bibliotheek belangrijk
– in samenwerking met scholen – voor het bevorderen van lezen, maar ook als ideale plek om huiswerk
te maken. De behoefte aan kennis en lezen verandert niet door de digitaliseringtrend.
Volgens Bart Drenth van Berenschot denken veel mensen geen bibliotheek meer nodig te hebben en
het wel met Google en internet af te kunnen. Op het internet is echter voornamelijk gesponsorde
informatie te vinden. Informatie waarvan de aanbieder zelf wil dat die gelezen wordt. ‘Internet geeft
de informatie dus niet zonder meer vrij. Dat is de belangrijke rol van de bibliotheek’. De openbare
bibliotheek wordt steeds vaker en met succes ingezet bij het participatiebeleid, het jeugdbeleid en de
cultuureducatie. Door de VNG werd daarom aangegeven dat bezuinigen soms onvermijdelijk is, maar
dat daarbij moet worden gewaakt niet de kip met de gouden eieren te slachten.
De digitale bibliotheekDigitalisering zal een stempel drukken op de toekomstige bibliotheek. Dat vraagt een omschakeling
die door Bibliotheek.nl landelijk wordt ondersteund. Volgens Peter van Eijk hebben gemeenten daarbij
een sleutelrol: bibliotheken zullen bij deze innovatie bestuurlijke steun en bescherming nodig heb-
ben. Daarnaast moeten zij bevorderen dat de bibliotheek gebruik maakt van de landelijk ontwikkelde
toepassingen.
Volgens Theo Bijvoet van OCW zou het niet doorgaan van de digitalisering wel eens erger kunnen zijn
dan het sluiten van bibliotheekfilialen.
Vele organisatiemodellen De directeuren van de vier gastbibliotheken erkenden dat bezuinigingen noodzakelijk zijn maar dat zij
niet mogen leiden tot een stop op het denken over bibliotheekbeleid. Gemeenten moeten constructief
samen met de bibliotheken aan een toekomstvisie werken. Zij moeten zich pragmatisch opstellen en
open staan voor onorthodoxe benaderingen. Cor Wijn van BMC benadrukte het belang van een open
dialoog tussen gemeente en bibliotheek.
De sprekers schetsten in diverse modellen en scenario’s hoe gemeenten hun bibliotheken kunnen stu-
ren. Bezuinigingen kunnen ook creatief maken. Daarbij kan worden gedacht aan werken met leespun-
ten in plaats van bibliotheken. Ook kunnen kleine bibliotheken worden gehuisvest in gebouwen van
de Brede School. Andere waren cross-over-oplossingen, zoals het bundelen van vergelijkbare functies.
Dit analoog aan het Deense Kulturhus; de multifunctionele accommodatie Huis van de Wijk, of het
Groninger Forum. Ook kan worden samengewerkt met marktpartijen, zoals in Breda, waar de biblio-
theek samen met de Rabobank in een pand is gehuisvest. Een ander voorbeeld was om te sturen op
meer structurele regionale samenwerking tussen bibliotheken en tussen bibliotheken en de Provinciale
Service Organisatie.
7Vereniging Van nederlandse gemeenten
Bibliotheek als beleidsinstrument Daarnaast kan de gemeente de bibliotheek inzetten als samenwerkingspartner van maatschappelijke
organisaties zoals scholen, Centra voor Jeugd en Gezin en bij participatiebevordering. In Breda zijn de
bibliotheken wijkgerichte maatschappelijke voorzieningen geworden die het zeer goed doen, zo ver-
telde wethouder Willems van Breda. Gebleken is nu al dat bezuinigingen niet tot verschraling van het
bibliotheekaanbod hoeven te leiden maar de rol van de bibliotheek juist kunnen versterken.
CertificeringEen ander groot thema op de agenda was de vraag wat certificering van de bibliotheken voor de ge-
meente voor meerwaarde heeft. Door certificering en normering zijn bibliotheken actief gaan werken
aan kwaliteitsverbetering van hun bedrijfsvoering. Het vertrouwen tussen gemeenten en bibliotheken
is daardoor toegenomen en de bibliotheekorganisatie is naar een hoger plan getild. Dat blijkt uit de
audits, die uitwijzen dat bedrijfsprocessen nu goed op orde zijn. Voor gemeenten betekent dit tevens
minder werk: het certificaat garandeert dat de bibliotheek een verantwoord ondernemer is en hoeft
daar geen eigen onderzoek meer naar te verrichten. Een professionele bibliotheek wordt bovendien
als aantrekkelijke werkgever beschouwd, die jonge mensen ontwikkelingskansen biedt.
Conclusie Noodzakelijke bezuinigingen mogen niet vergezeld gaan van een ‘stop op het denken’ bij de gemeen-
ten over het nut, de rol en de vernieuwing van de bibliotheek. Gemeenten moeten als opdrachtgever
samen met de bibliotheek zoeken naar de rol die deze partner in de gemeenschap moet spelen. Samen
moeten zij een passende, lokale invulling van het Bibliotheekcharter 2010-2012 zoeken.
Door de certificering kan de gemeente erop vertrouwen dat de kwaliteit van dienstverlening van de bi-
bliotheek is gewaarborgd. Door de digitale innovatie zal de bibliotheek vitaal kunnen blijven als maat-
schappelijke instelling. Bezuinigingen kunnen ook leiden tot creatieve oplossingen. Voorbeelden als de
bibliotheken van Zwolle en Almere tonen aan dat door een combinatie van aantrekkelijke presentatie,
nauwe samenwerking in de regio en met maatschappelijke partners, het binden van doelgroepen
als ZZP’ers en scholieren in combinatie met forse investeringen in digitalisering, de dalende trend in
het aantal abonnementhouders niet alleen tot staan kan worden gebracht, maar zelfs gekeerd. Door
gebruik te maken van de laagdrempeligheid en groot bereik van de bibliotheek kan de gemeente de
bibliotheek ook inzetten voor andere lokale beleidsdoelstellingen.
8 Vereniging Van nederlandse gemeenten
9Vereniging Van nederlandse gemeenten
VNG: ‘De kip met de gouden eieren niet slachten’(door J. Jawad, beleidsmedewerker van de VNG)
Jawad liet geen twijfel bestaan over de rol van de gemeente in het bibliotheekstelsel: ‘gemeenten
vervullen de hoofdrol in het bibliotheekbeleid.’ Zij fi nancieren de bibliotheek op basis van het zoge-
noemde instapniveau, stellen subsidievoorwaarden vast en zorgen ervoor dat de bibliotheek aansluit
op het provinciaal netwerk. Krachtens het bibliotheekcharter 2010-2012 zijn de gemeenten er bestuur-
lijk verantwoordelijk voor dat de basisbibliotheek innoveert en wordt gecertifi ceerd.
Omdat de bibliotheek van de toekomst een meer digitaal karakter krijgt, zal de wetgeving moeten
worden aangepast. Daarnaast wordt gewerkt aan een inhoudelijke schets van de ‘bibliotheek van de
toekomst.’
Ook zal een onderzoek komen naar de fi nancieringsbehoefte van de bibliotheken, want bij een
nieuwe situatie past een ander fi nancieel plaatje, zei Jawad.
Hij herinnerde eraan dat het Regeerakkoord ervoor heeft gekozen bibliotheken zoveel mogelijk te
ontzien, gezien het grote belang van deze instellingen voor de burgers. Hij wees er echter op dat het
op lokaal niveau anders kan uitpakken: fi nanciële tegenvallers maken het onvermijdelijk dat gemeen-
ten (en provincies) op de bibliotheken bezuinigen. Tegelijkertijd moeten gemeenten de bibliotheek
naar een volgend stadium brengen. Het is nu de kunst om secuur met de bezuinigingen om te gaan en
de kip met gouden eieren niet te slachten, aldus Jawad.
Beleid kan immers worden ingevuld op maat van de betreffende gemeente. Er kan ook gekozen
worden de bibliotheek als beleidsinstrument voor andere maatschappelijke doelen van de gemeente
in te zetten. Nu bijvoorbeeld, zetten veel gemeenten de bibliotheek in voor leesbevordering. Jawad: er
liggen nog andere, onderbenutte mogelijkheden, zoals participatiebevordering, jeugdbeleid, alfabeti-
sering en welzijn. Eén van de grote voordelen van de bibliotheek is haar laagdrempeligheid. Dat maakt
2 Inleidingen VNG en VOB
10 Vereniging Van nederlandse gemeenten
het voor een gemeente mogelijk de bibliotheek krachtiger in te zetten voor het eigen voorlichtingsbe-
leid of in de kenniseconomie. De bibliotheek is een voorziening die redelijk op zichzelf staat in het lo-
kaal beleid, maar als de gemeente deze richting met ze op wil, moeten bibliotheken ook actief worden
betrokken bij het gemeentelijk beleidsoverleg (jeugdoverleg, LEA), besloot Jawad.
Dialoog met de aanwezigen
De aanwezigen waren benieuwd naar de verschijningsdatum van de schets van de ‘bibliotheek van de
toekomst.’ Die wordt volgens Jawad in de loop van 2011 verwacht. En hoewel de VNG bereid is om
daarover mee te denken, moet de schets wel vanuit de sector zelf komen.
Ook wilde men weten hoe hard de Charterverplichtingen zijn om het financieringsniveau van de
bibliotheek te handhaven, te certificeren en te digitaliseren. Jawad lichtte toe dat afspraken daarover
niet afdwingbaar zijn. Het gaat meer om een morele verplichting. ‘Voor de rijksoverheid moeten wij als
betrouwbare partner worden gezien.’
Anderen vroegen zich af wat er zal gebeuren als een gemeente onverhoopt wel de ‘kip met gouden
eieren slacht’. In dat geval, zei Jawad, verliest de gemeente een belangrijk kenniscentrum in de stad.
Schrappen van de bibliotheek hoeft ook niet nodig te zijn: de gedigitaliseerde bibliotheek van de toe-
komst ziet er immers anders uit dan die van nu.
Meer praktische vragen betroffen het instapniveau. Zo wilde men weten of huisvestingskosten daar-
onder vallen. Dat is niet het geval, zei Jawad. Ook wordt er gevraagd naar de jaarlijkse indexering.
Die is niet verplicht maar wel aan te bevelen, omdat anders het niveau van dienstverlening op termijn
verschraalt. Gemeenten hanteren daarbij verschillende systemen voor indexeren.
Er waren ook sceptische geluiden over het streven van het Regeerakkoord om bibliotheken te ontzien.
Men wees er op dat zo’n standpunt weinig zoden aan de dijk zet, aangezien het de gemeenten zijn die
de hoofdmoot betalen. Jawad wees er op dat het digitaliseringproces wel door de rijksoverheid wordt
gefinancierd, waardoor op ontwikkelingskosten belangrijk wordt bespaard. Gemeenten zijn verant-
woordelijk voor de uitvoering.
VOB: ‘Met de bibliotheek een aantrekkelijke gemeente voor burgers en bedrijven’(door Ap de Vries, directeur Vereniging Openbare Bibliotheken)
Volgens Ap de Vries past op de vraag ‘moeten gemeenten hun bibliotheken in stand houden?’ ‘een
volmondig ja.’ Bibliotheken hebben door hun maatschappelijke functie grote invloed op de kwaliteit
van het economische en sociaal leven in gemeenten. ‘Zij maken als basisvoorziening onderdeel uit van
de gemeenschap. Gemeenten moeten daarom de bibliotheek bij het gemeentelijk beleid betrekken.’
De toekomstige bibliotheek is meer dan een fysiek gebouw met fysieke collecties, zei Ap de Vries, al
zullen die collecties altijd nodig blijven. ‘Immers, wie gaan straks de E-books subsidiëren en wie gaat de
kosten van auteursrechten voor zijn rekening nemen?’ Het gaat nu om herontdekken en herdefiniëren
op onderdelen. ‘Bibliotheken zijn nadrukkelijk bezig toekomstbestendig te worden.’ Zes procent van
de Nederlanders heeft moeite met lezen. Als zij in de samenleving willen participeren, is leesbevorde-
ring hard nodig. De bibliotheek van de toekomst speelt daar een rol in. Zij houdt zich bezig met media-
educatie, en informatie-educatie. Zij vormt een podium voor ontmoeting en debat en betrekt mensen
bij de democratische samenleving. Juist in dit digitale tijdperk spelen de collecties van de bibliotheken
een grote rol.
Om bibliotheken toekomstbestendig te maken doen gemeenten er goed aan dit samen met de biblio-
11Vereniging Van nederlandse gemeenten
theek te doen. Geef de bibliotheek meer verantwoordelijkheid en stel haar in staat zich te ontwikkelen
in netwerkverband. Maak de keuzes in overleg, en geef bibliotheken de ruimte voor hun maatschappe-
lijk ondernemerschap. ‘Dat houdt tevens in dat gemeenten niet meer voorschrijven dat bijvoorbeeld de
contributietarieven niet omhoog mogen.’
‘U wilt een aantrekkelijke gemeente zijn voor burgers en bedrijven. Bibliotheken – als voorzieningen
met een breed bereik – kunnen daarbij behulpzaam zijn. Als mensen een leven lang willen kunnen blij-
ven leren, moeten zij wel over kennisbronnen beschikken. U kunt de keuze maken dit te faciliteren. De
enige keuze die u niet kunt maken is: geen verantwoordelijkheid voor uw bibliotheek meer nemen,’
besloot De Vries.
12 Vereniging Van nederlandse gemeenten
13Vereniging Van nederlandse gemeenten
‘Geen stop op het denken zetten’(door Chris Wiersma, directeur De Nieuwe Bibliotheek Almere)
Het vakblad Bibliotheekblad riep eind november 2010 de nieuwe bibliotheek Almere uit tot de beste
van Nederland. Het nieuwe gebouw, dat in maart de deuren opende, trok in de maanden tot novem-
ber circa 500.000 bezoekers, zei Wiersma. ‘Dat is bijna twee keer zoveel als onze ‘oude’ bibliotheek
in een vergelijkbare periode trok. Dit toont het algemeen belang en de maatschappelijke appreciatie
voor de openbare bibliotheek van de 21e eeuw aan.’ Op dit moment is 35% van de totale bevolking
van Almere lid. Nieuwe doelgroepen als zzp-ers vinden in de bibliotheek een steun.
Wiersma: ‘Onze bibliotheek gaat moeilijke jaren tegemoet. Die worden veroorzaakt door een combi-
natie van de digitalisering en de vraag hoe moet worden ingespeeld op de informatiesamenleving. Dit
alles moet plaatsvinden in een ruig maatschappelijk en fi nancieel klimaat.
Dit zijn spannende tijden voor alle Nederlandse bibliotheken, door de impact van digitalisering en
nieuwe technologieën. De effecten daarvan pakken vaak anders uit dan men aanvankelijk dacht. Toe-
komstvoorspellingen blijken vaak al snel achterhaald door de snelle technologische ontwikkelingen.
Bezuinigingen zijn nodig, maar ze mogen niet leiden tot een stop op het denken over zo’n buitenge-
woon belangrijke maatschappelijke voorziening als de bibliotheek,’ besloot hij.
‘Gemeenten erkennen bibliotheken als strategische partner’(door Ankie Kesseler, directeur van de Bibliotheek A tot Z)
De bibliotheek in Dordrecht is gevestigd in een monumentaal pand, vormt sinds 2010 onderdeel uit
van de Bibliotheek A tot Z. Het gaat daarbij om bibliotheken in Alblasserdam, Dordrecht, Ridderkerk
en Zwijndrecht. Ankie Kesseler: ‘Wij werken voor vier gemeenten. Omdat er bezuinigd wordt hebben
wij ze gevraagd om samen een businesscase op te stellen. Daarin kunnen de bezuinigingsvoorstellen
3 Bibliotheekdirecteuren over de nieuwe bibliotheek en de gemeente
14 Vereniging Van nederlandse gemeenten
worden verwerkt, waarbij het gemeentelijk beleid en ons strategisch kader als leidraad dienen.’’ Zij
noemde het van groot belang dat de vier gemeenten zich bereid hebben getoond hierin samen met
de bibliotheek op te trekken. “Daarbij erkennen de gemeenten ze als strategische partner in deze
moeilijke tijd.’
Uit eigen ervaring is haar gebleken dat lokale gemeenten zich doorgaans erg betrokken voelen met
hun bibliotheek, en zich bewust zijn van het maatschappelijk belang. ‘Dit is toch nog grote winst in de
pijnlijke discussies en besluitvorming rond de bezuinigingsoperatie. Mijn handen jeuken om te begin-
nen met het ontwikkelen van een innovatieve, verrassende en laagdrempelige bibliotheek.’
‘Bezuinigen, maar op een constructieve manier’(door Jos Debeij, directeur van de bibliotheek Deventer)
De Openbare bibliotheek Deventer heeft meer dan 30.000 leden. Zij staat midden in een netwerk van
Overijsselse en stedelijke bibliotheken, maar ook midden in de stad, zei Jos Debeij. De bibliotheek
werkt intensief samen met woonzorgcentra en scholen. ‘Wij intensiveren onze dienstverlening door
samen te werken met Wmo-partners maar ook met partners in de sectoren educatie, kennis en cultuur.’
‘Ook wij moeten bezuinigen,’ zei Debeij. Dat proces verloopt echter op creatieve en constructieve
wijze. Ondanks de bezuinigingen heeft het gemeentebestuur onlangs ingestemd met de nieuwbouw
van de centrale bibliotheek.
Samenwerkingsverbanden hebben de bibliotheek Deventer geen windeieren gelegd: na jaren van da-
ling in het gebruik, zijn in 2010 meer dan 1 miljoen media uitgeleend. In januari start het ‘Innovatielab
bibliotheken Overijssel’, in samenwerking met Hogeschool Saxion. De Provincie heeft de afgelopen
jaren extra geld geïnvesteerd. Daardoor hebben programma’s rond winkelformules, de dienstverlening
aan het onderwijs en de gezamenlijke website zich goed ontwikkeld.
‘Bibliotheekcharter géén papieren tijger’(door Henriëtte de Kok, directeur bibliotheek Midden-Brabant)
‘Het Bibliotheekcharter 2010-2012 biedt gemeenten houvast om op een nieuwe manier met de biblio-
theek van de toekomst om te gaan,’ zei Henriëtte de Kok.
Het document besteedt namelijk veel aandacht aan innovatie. Voor gemeenten die moeten bezuinigen
is dit interessant. Veel gemeenten kijken namelijk eerst naar wat bezuinigingen voor de fysieke biblio-
theek inhouden en hoe de bibliotheek in haar huidige staat kan worden behouden. Daarbij kijken zij
te weinig naar de toekomstmogelijkheden van de bibliotheek.
Het Charter bevat echter elementen, die de gemeenten het beste met de bibliotheek kunnen bespre-
ken. Partijen moeten zich afvragen hoe zij willen omgaan met de balans tussen de fysieke plek van de
bibliotheek en de digitale bibliotheek, zei mevrouw De Kok.
‘Staan daarbij lokale verankering en centralisatie tegen over elkaar of trekken gemeenten en biblio-
theken samen op om het ene te behouden en het andere te bewerkstelligen?’
‘Als het gaat over laagdrempeligheid, betrokkenheid en belang voor grote groepen van de bevolking,
speelt de bibliotheek een grote rol. Om het belang te schetsen: Eén op de twee Nederlanders maakt
immers gebruik van de bibliotheek, één op de vier heeft een abonnement en één op de vijf gezinnen
heeft een betaald abonnement.’
15Vereniging Van nederlandse gemeenten
‘Bibliotheken hebben bestuurlijke steun en bescherming nodig om te innoveren’(door Peter van Eijk en Dennis Eijsten, resp. directeur en manager van de Stichting Bibliotheek.nl)
Peter van Eijk gelooft in de vitale bibliotheek, ‘zij het wel dat deze zich moet gaan aanpassen. Het zijn
turbulente tijden, gezien de bezuinigingen. Bibliotheken hebben bestuurlijke steun en bescherming
nodig om te innoveren. Gemeenten hebben daarbij een belangrijke sleutelrol.’
Bibliotheek.nl is een stichting die bibliotheken helpt bij vernieuwingsprocessen. ‘Onze Agenda voor de
Toekomst 2009-2013 stelt de klant centraal en wil een gezamenlijke visie in de branche ontwikkelen.
Wij gaan voor een groter bereik, een beter aanbod en een betere dienstverlening,’ zei Van Eijk. Samen
innoveren is essentieel. De klemtoon ligt daarbij op de ‘digitale bibliotheek.’ Daartoe is een herken-
baar en gezamenlijk beeldmerk, een zekere standaardisering, van belang, zei hij.
‘Bibliotheken doen veel maar zijn eigenlijk nog nauwelijks zichtbaar,’ zei Dennis Eijsten. Er is op dit
moment geen standaardisatie in de informatiearchitectuur van bibliotheken. Ook bestaat er geen
‘gezamenlijke aanwezigheid’ op het internet, zoals een gemeenschappelijke catalogus. Daarnaast kost
het personen die via Google zoeken, grote moeite daarop de Nederlandse bibliotheken te vinden, laat
staan een overzicht van het totale bibliothekenaanbod aan te treffen.
Hoewel websites van bibliotheken er verschillend uitzien, hoeft niet alles overhoop te worden gehaald
om tot een gezamenlijk beeldmerk en een gezamenlijke uitstraling te komen, zei Eijsten. Veel websites
zijn tegenwoordig opgebouwd uit die kleine bouwsteentjes, zogenoemde widgets. Een widget kan
bijvoorbeeld de openingstijden van de bibliotheek vermelden of een lokale evenementenkalender
bevatten.
Zo hebben alle lokale Rabobank-websites een eigen karakter, maar is er een overkoepelende digitale
4 Toekomst van de bibliotheek/Bibliotheek van de toekomst: Welke keuze heeft de gemeente
16 Vereniging Van nederlandse gemeenten
dienst met een centrale ingang. Daar overheen is een zogenoemde huisstijl gelegd. Het gaat daarbij
niet om een collectieve nationale website, maar een overkoepelende huisstijl, zonder dat de individu-
ele Rabobanken hun lokale autonomie hoeven op te geven. Soortgelijke constructies kunnen ook voor
de bibliotheken worden toegepast om ‘de zichtbaarheid beter te organiseren.’
Hetzelfde geldt volgens Eijsten voor de invoering van een collectieve catalogus van alle bibliotheken.
Het blijkt dat de gebruikers invoering van zo’n bibliografisch systeem op prijs zouden stellen. De ge-
bruiker wil - onafhankelijk van de bibliotheeklocatie - weten waar welk boek te vinden is. Bovendien
biedt zo’n catalogus ook een betere zichtbaarheid op het internet. De bibliotheken worden – doordat
Google een zogenoemde ‘ranking’ hanteert – sneller gevonden omdat al het zoekverkeer bij elkaar
wordt opgeteld. Bibliotheek.nl is al een eind gevorderd met zo’n nationale catalogus. Een eerste versie,
met overigens alleen de fundamenten, wordt binnenkort opgeleverd. In 2011 wordt die verder uitge-
werkt. Eijsten wees op de obstakels die het snel meegaan met digitale trends belemmeren. Zo verloopt
het overleg- en besluitproces nog te traag. Bovendien is de financiering ingewikkeld, omdat daar
gemeentelijke, provinciale en landelijke bestuursorganen bij betrokken zijn.
Dialoog met de aanwezigen
Afgevaardigden van vooral kleinere bibliotheken zeiden zich zorgen te maken of zo’n systeem voor
hun wel betaalbaar is. ‘Implementatie en overgangskosten zijn wel zaken waar we rekening mee
zullen moeten houden. Mijn zorg is dat door bezuinigingen weinig bereidheid zal bestaan om geld
daarvoor vrij te maken,’ zei een afgevaardigde van een bibliotheek.
Zo’n catalogus moet wel een besparing opleveren, zeiden anderen. Zij meenden dat innovaties ze dan
wellicht veel werk uit handen kan nemen, zodat zij zich meer kunnen richten op hun lokale onderne-
merschap.
Een gemeentelijke deelnemer vroeg zich af of deze ontwikkelingen kunnen betekenen dat een
gemeente het met minder bibliotheekvestigingen af kan. Volgens de directeur van de bibliotheek Dor-
drecht zijn er op dit moment veel mogelijkheden en kansen. ‘Er zullen echter keuzes moeten worden
gemaakt.’
Een afgevaardigde vroeg: Hoe helpt een landelijk logo een lokale bibliotheek efficiënter te opereren?
Volgens Eijsten maakt het landelijk logo een merk sterker. Een lokale bibliotheek die voor haar website
collectieve faciliteiten gebruikt, hoeft zelf geen nieuwe te laten bouwen en bespaart daardoor geld.
‘De meeste bibliotheken blijken bereid om een deel van hun couleur locale op te geven.’
Een andere wilde weten hoe het met het beheer op lange termijn is gesteld. Eijsten: ‘Wij willen een
fundament maken dat kan meebewegen met alle snelle ontwikkelingen. Onze kleine, landelijke orga-
nisatie met vijftien medewerkers, zal nooit een complete landelijke infrastructuur kunnen onderhou-
den. Op dit moment zoeken wij daarom samenwerking met PSO’s en de grotere bibliotheken om het
beheer en het onderhoud met ons te doen.’
Er werden veel vragen gesteld over hoe straks moet worden omgegaan me E-books en met plaatselijke
boekhandels. ‘Het is niet uit te sluiten dat wij straks met de voet in elkaars voortuintje komen te staan.
Zijn er afspraken gemaakt met de boekhandels over de leenfunctie?’ Anderen wilden weten of er al
voldoende landelijke content is voor E-books.
Eijsten wees er op dat een E-book niet gratis is. ‘Bibliotheken moeten licenties afkopen. Daarover is
nog weinig te zeggen. Bibliotheek.nl is wel al in gesprek met het Centraal Boekhuis, van waaruit E-
books centraal zullen worden gedistribueerd. De E-content kan landelijk via de infrastructuur van de
toekomstige Nationale bibliotheek Catalogus worden ontsloten.’
17Vereniging Van nederlandse gemeenten
Verder wilde men weten of de landelijke overheid deze infrastructuur op termijn zal blijven betalen.
Eijsten: ‘gedeeltelijk, voor het overige deel zijn er momenteel gesprekken gaande met PSO’s.’
Ook vroeg men zich af wat de invloed van E-books zal zijn op de fysieke functies van de bibliotheken.
Volgens Eijsten is daarover weinig te zeggen omdat de ontwikkelingen op ICT-gebied daarvoor te snel
gaan. ‘Een jaar geleden had nog niemand van de iPad gehoord.’
‘Blauwdrukken werken niet, dialoog wel’(door Cor Wijn, senior consultant en interim-manager kunst & cultuur BMC)
‘De bibliotheek is nog steeds een centrum van ontwikkeling en educatie. De bibliotheek is de encyclo-
pedie van kennis en cultuur; de inspiratiebron voor lezen en literatuur en het podium voor ontmoeting
en debat. Om dat zo te houden en verder te ontwikkelen moeten gemeenten samen met hun biblio-
theken een permanente dialoog over de toekomst gaan voeren.’
Bij bezuinigingen gaan gemeenten op verschillende manieren met hun bibliotheken om. Er zijn grof-
weg zes scenario’s: zij kunnen – zonder dialoog – de subsidie bevriezen, sturen op centralisatie of stu-
ren op decentralisatie. Zij kunnen sturen op ontmanteling, op de inhoud of sturen op een permanente
dialoog over de toekomst.
Bevriezen van de subsidie kan tot geleidelijke verschraling leiden. Sturen op centralisatie houdt in
dat er filialen moeten worden gesloten. De bibliotheek krijgt wel in ruil daarvoor een aantrekkelijke
hoofdvestiging, waar wordt geïnvesteerd in extra mogelijkheden.
Bij het sturen op decentralisatie staat de wijkgerichte aanpak van de bibliotheek centraal. Er wordt ge-
mikt op de jeugd, de ouderen en de migranten. Zo’n familiebibliotheek heeft in de regel een beperkt
aanbod.
Er zijn ook gemeenten die er serieus over nadenken hun bibliotheek te sluiten. Zij doen dat overigens
niet vanuit een negatief oogpunt. Zij zijn van mening dat er vervanging mogelijk is door het accent te
leggen op schoolbibliotheken en bibliotheken in tehuizen. Daarnaast menen zij dat het internet een
goede aanvulling op dit aanbod kan zijn.
Gemeenten die scenario 5 volgen, sturen op inhoud en activiteiten via speerpunten. Daar wordt de
bibliotheek actief ingezet voor leesbevordering, jeugdliteratuur en fungeert zij als schakel tussen scho-
len en culturele instellingen. ‘Hier, op het gebied van de cross over, liggen kansen voor de bibliotheek.’
Daarbij kan worden gedacht aan het bundelen van vergelijkbare functies, analoog aan het Deense
Kulturhus; de multifunctionele accommodatie Huis van de Wijk, of het Groninger Forum.
Er zijn echter gemeenten die met hun bibliotheek de dialoog over de toekomst aan zijn gegaan. ‘Ik be-
veel dit scenario van harte aan!’ Het gaat bij deze dialoog niet om een strategie maar om een houding.
Men erkent elkaars problemen en men gaat niet van één ontwerp voor de toekomst uit. Doordat de
huidige trends onvoorspelbaar en niet eenduidig zijn, heeft het ook niet veel zin om met blauwdruk-
ken te werken. Hier stellen de partners zich pragmatisch op en staan open voor onorthodoxe benade-
ringen. ‘Daarin ligt de toekomst.’
18 Vereniging Van nederlandse gemeenten
‘Vijf kernfuncties van de bibliotheek als leidraad nemen’ (door Bart Drenth, lid groepsdirectie Berenschot)
Volgens Bart Drenth liggen alle kosten voor de bibliotheken eigenlijk al vast. De drie grote kostenpos-
ten worden gevormd door het personeelsbestand, de huisvesting en de aanschaf van materialen. In die
posten zit niet veel variatie. Doordat de variabele middelen vrij beperkt zijn, is er voor bibliotheken
weinig keuzevrijheid.
De gemeente kan echter wel kiezen welke kant zij met de bibliotheek op wil. Volgens Drenth moeten
gemeenten digitalisering vooral zien als kans om keuzes te maken, en niet alleen als extra kostenpost.
Gemeenten moeten vijf kernfuncties van de bibliotheek in het oog houden. Die zijn: het ‘Warenhuis
van kennis en informatie’, het ‘Centrum voor ontwikkeling en educatie’, de ‘Inspiratiebron voor lezen
en literatuur’, de ‘Encyclopedie van kunst en cultuur’ en het ‘Podium voor ontmoeting en debat’.
Bij het ‘Warenhuis van kennis en informatie’ komt de digitalisering om de hoek kijken. Veel mensen
denken vanwege Google en internet geen bibliotheek meer nodig te hebben, zei Drenth. Op het inter-
net is echter voornamelijk gesponsorde informatie te vinden. Informatie waarvan de aanbieder zelf wil
dat die gelezen wordt. ‘Internet geeft de informatie dus niet zonder meer vrij. Dat is de belangrijke rol
van de bibliotheek.’
De vraag is of de bibliotheek de digitalisering zelf ter hand neemt of kiest voor een centrale georgani-
seerde optie. Bij educatie kan een centrale digitale voorziening bij de bibliotheek aanknopingspunten
bieden. Veel bibliotheken maken op die manier al verbinding met de scholen.
De echt fysieke functie als podium voor ontmoeting en debat, kan alleen in de bibliotheek. Er wordt
tegenwoordig vaak gekozen voor het clusteren van functies bij andere vestigingen, zoals bioscopen en
theaters. Ook kiezen steeds meer scholieren voor de bibliotheek als studeerplek. ‘Het is dan ook een
plek die uitnodigt om jezelf te ontwikkelen en die kennelijk in een behoefte voorziet.’
Voorbeeld samenwerking regio Utrecht
‘Bibliotheken sturen op structurele samenwerking’(door Didi Dorrestijn-Taal, wethouder van de gemeente Renswoude en Jobke Vonk-Vedder, wethou-
der van Abcoude)
‘Krimp, versobering en kortere openingstijden, daardoor verminderde aantrekkelijkheid en vervolgens
afnemend gebruik en wederom krimp. Dat is de neerwaartse spiraal waarin bibliotheken zich de laat-
ste decennia bevinden,’ zei mevrouw Vonk-Vedder.
Deze spiraal kan echter omgebogen worden in een positieve cyclus. Een goed voorbeeld is samenwer-
king in Cultuurhuizen, bij exposities en bij evenementen. Het media-aanbod van de vernieuwende
bibliotheek is uitgebreid. De nieuwe bibliotheek functioneert als ondersteuning voor gemeenten en
maatschappelijke organisaties.
‘In Utrecht hebben wij in samenspraak met bibliotheekdirecteuren en gemeenten de Adviescommissie
Utrechts Bibliotheekstelsel in het leven geroepen. Die concludeerde dat er grote financiële en inhoude-
lijke voordelen zijn te behalen in verdergaande structurele provinciale samenwerking.’
Die samenwerking bestaat uit onder andere het samenbundelen van ICT- en digitale diensten, van col-
lecties, van marketing en communicatie, van HRM en administratie en van transport en logistiek.
De voordelen van deze samenwerking worden uitgewerkt in een business case. ‘Zo’n business case kan
19Vereniging Van nederlandse gemeenten
helpen de wethouder ervan te overtuigen dat opschaling werkt,’ besloot mevrouw Vonk-Vedder.
De bibliotheek in Renswoude heeft zich in 2007 aangesloten bij de regiobibliotheek Zuid Oost Utrecht
en daar is Didi Dorrestijn-Taal, behoorlijk tevreden over. ’Er is goed overleg en de lijnen zijn kort. Onze
klanten kunnen nu provincie breed boeken lenen, wat voor hen een grote vooruitgang betekent. De
directeur heeft daardoor meer tijd om aan de inhoud en de uitstraling van de bibliotheek te werken.’
Dat laatste is volgens haar van groot belang omdat een gemeente haar bibliotheek graag behoudt,
tegen een betaalbare prijs. De voorziening moet laagdrempelig en aantrekkelijk blijven. ‘Samen met
de bibliotheek zijn wij op zoek naar nieuwe toepassingen. Wij bekijken wat moet blijven, wat er moet
verdwijnen en wat er voor in de plaats moet komen.’ Zij zei gecharmeerd te zijn van zogenoemde
cross-over toepassingen. Echter, het breder inzetten van de bibliotheek en het sturen van transitiepro-
cessen vergt tijd en geld.
Didi Dorrestijn-Taal ziet een toenemende noodzaak van structurele samenwerking tussen de biblio-
theken, al staat zij kritisch tegenover opschaling van haar bibliotheek in Renswoude. ‘Onze regiobi-
bliotheek bestaat pas sinds 2007 en nu al moeten wij nadenken over de volgende stap.’ Bij eventuele
opschaling moet eerst de behoefte van de gebruiker worden gemeten. De klantbehoefte vormt het
vertrekpunt en het bestaansrecht van de bibliotheek.
Bibliotheekdirecteuren adviseert zij: ‘Doe niets overhaast, maar neem de tijd om lokale bestuurders bij
transitieprocessen te betrekken. Zoek draagvlak, dat is een moeilijke factor. Bij opschaling moet ook de
lokale component van de bibliotheek goed geborgd blijven.’
De keuze van Breda(door Wilbert Willems, wethouder Breda)
‘Waar de meeste gemeenten bezuinigen op de bibliotheek, heeft Breda er voor gekozen er juist in
te investeren,’ zei Wilbert Willems. Toen de tien bibliotheken financiële tekorten hadden, besloot hij
samen met de gemeenteraad en de directie van het bibliotheeknetwerk een beleidsvisie op te stellen.
De instellingen waren toentertijd nauwelijks onderdeel van het culturele netwerk in de stad. Zij waren
niet vaak genoeg open terwijl er toch wel genoeg leden waren.
Besloten werd om niet te bezuinigen, maar een manier te vinden om de bibliotheek weer rendabel
maken. Om dit te faciliteren werd eenmalig 1 miljoen euro uitgetrokken, zei Willems.
Hij vindt dat bibliotheken moeten inspelen op de behoeften van bewoners van wijken. Boeken en cd’s
uitlenen is een onderdeel van het takenpakket maar niet de hoofdmoot, meent hij.
Breda heeft er voor gekozen de komende vier jaar zoveel mogelijk bibliotheekvestingen samen met
andere – al dan niet commerciële – instellingen onder te brengen in één multifunctioneel pand. Op
die manier denkt hij alle Bredase bibliotheken open te houden. ‘Immers, men deelt samen de hoogste
kostenpost, het gebouw. Bovendien is zo’n gebouw veel vaker open dan daarvoor.’
Inmiddels is een van de bibliotheken samen met de Rabobank in één gebouw in de wijk Hoge Vucht
gehuisvest. In deze wijk woont een grote Turkse en Marokkaanse gemeenschap. In de bibliotheek
worden onder andere taal- en computercursussen gegeven. Het boekenaanbod is geheel gericht op de
nieuwe Nederlanders.
Willems: ‘Wij gaan hetzelfde in een paar andere wijken doen en leveren maatwerk per wijk. De biblio-
theek moet wijkgericht werken en dicht bij de mensen staan. Niet meer als gebouw met boekenplan-
ken, maar als een maatschappelijke voorziening.’
20 Vereniging Van nederlandse gemeenten
Dat vraag wel om enkele aanpassingen, zei Willems. Zo moet het personeel worden omgeschoold van
loketbediende tot informatieleverancier. Omdat de medewerkers voor maatschappelijke functies wor-
den ingezet, is automatisering van hun voormalige loketwerk nodig. Die heeft Breda gevonden in een
computer die boeken automatisch afstempelt. Met deze automaten kan men boeken afhalen, stempe-
len en terugbrengen. Het systeem werkt zonder personeel en werkt efficiënt.
De centrale bibliotheek in het hart van Breda is Willems’ paradepaardje. ‘De voorziening gaat ook
’s avonds en in het weekeinde open, daar is grote vraag naar.’ zegt Willems. In het pand van de cen-
trale bibliotheek is ook de Nieuwe Veste, een centrum voor kunsten, gehuisvest. Er is daardoor ‘altijd
wat te doen, zoals boekencafés, thema-avonden, cultuurmarkten en concerten.’
Willems: ‘Er zijn nieuwe kansen, laten we die grijpen. Bezuinigen kan ook op een andere manier.’
Dialoog met de aanwezigen
Enkele gemeenten wilden weten of het wel is toegestaan om de bibliotheek af te bouwen. Dat is het
geval, zei Wijn. ‘Gemeenten zijn niet verplicht een bibliotheek in stand te houden.’
Een afgevaardigde van een basisbibliotheek liet weten dat verschillende wethouders van verschillende
gemeenten aan tafel moeten zitten. Daar ligt volgens Wijn echter ‘een kans voor de bibliotheekdirec-
teur’. In plaats van zich een speelbal van de vijf of zes gemeenten te voelen kan deze door een proac-
tieve houding zelf oplossingen aandragen.’
Een afgevaardigde van een bibliotheek zei dat leesgewoonten en zoekgewoonten zullen veranderen
door de voortschrijdende digitalisering. ,,Hoewel wij bereid zijn de bibliotheek van de toekomst te
ontwikkelen, vrezen wij dat daar behoorlijke investeringen mee zijn gemoeid.’’
Drenth beaamde dat het zoekgedrag is veranderd door de toepassing van internet, iPads en andere
mobiele applicaties. Tegelijkertijd komt steeds meer informatie op het web vrij beschikbaar. Dat blijft
niet zo, waarschuwde Drenth. Hij voorspelde dat er nu al rekening mee wordt gehouden dat de inter-
netcontent straks niet meer gratis toegankelijk is. Zo verkopen kranten nu al speciale abonnementen
voor mobiele applicaties.
De bibliotheek moet nagaan hoe dit soort informatie straks toch voor iedereen toegankelijk wordt.’’
Een andere aanwezige vroeg waarom de landelijke vragendienst van openbare bibliotheken ‘Al@din
is opgeheven. Volgens Drenth legde de organisatie van dit zoeksysteem teveel beslag op de tijd van de
bibliothecaris. Er wordt echter gewerkt aan een nieuwe, gedigitaliseerde vragendienst.
Ook rees de vraag wat de consequenties voor de indexering zijn als een bibliotheek niet aan de certi-
ficeringnormen voldoet. Drenth wees op de afspraken die over het instapniveau zijn gemaakt. Indexe-
ring blijft lokaal autonoom beleid.
Vanuit een bibliotheek werd gevraagd of de financiële voordelen zouden kunnen inhouden dat het
gemeentelijk budget omlaag gaat.
Een andere aanwezige zei zich zorgen te maken over de positie van vrijwilligers. ‘Hoe verhoudt dit
zich tot certificering?’ Mevrouw Vonk-Vedder zei te hopen dat vrijwilligers kunnen worden behouden,
‘anders kan ik mijn bibliotheek niet meer runnen.’ Zij zei te hopen dat de certificering op regioniveau
goed wordt aangepakt. Het is volgens haar nog niet bekend hoe het zal gaan met de kleine biblio-
theken die over weinig professionals beschikken en dus aangewezen zijn op het werk van hun vrijwil-
ligers.
21Vereniging Van nederlandse gemeenten
Forumdiscussie Bibliotheek 3.0
In het kader van een forumdiscussie over de bibliotheek van de toekomst belichtten vertegenwoordi-
gers van de PSO’s, de bibliotheken en het ministerie van OCW hun visie op de toekomst van de biblio-
theek.
Partners verleiden tot netwerken (door Tineke van Ham, voorzitter stichting PSO’s Nederland)
Hoe krachtig, betekenisvol en goedgeorganiseerd bibliotheken ook zijn, het wordt nog beter en
toekomstgerichter als zij samen een netwerk vormen waarin ook de provinciale serviceorganisatie PSO
partner is, zei Tineke van Ham. Zo is in Zwolle niet alleen het aantal uitleningen maar ook het aantal
leden sinds 2007 sterk gestegen. Dat heeft Zwolle mede te danken aan het netwerk-Overijssel, waar
deze bibliotheek deel van uitmaakt. Onder de leden bevinden zich bijvoorbeeld nu ook de studenten
aan de ROC’s. De focus ligt op de digitale bibliotheek.
Tineke van Ham: ‘Gemeenten moeten hun bibliotheek aanzetten deel uit te maken van een netwerk.
Stel daar eisen aan en verbindt het aan resultaten om meer uit bibliotheekwerk te halen. Netwerken
betekent dat iedere partner in het netwerk dat ook echt moet willen. Het is geen rechte weg. Het is
een weg met diepe dalen maar het is de moeite waard. In je eentje lukt het nog wel even, maar de
vraag is hoe lang je dat kan volhouden.’
Bibliotheek 3.0 is geen nieuwe softwareversie (door Francien van Bohemen, public affairs VOB)
Bij bibliotheek 3.0 moet niet worden gedacht aan een nieuwe softwareversie, zei mevrouw Van Bo-
hemen. 3.0 Is een bibliotheek van mensen. ‘Ondanks alle verdrietige verhalen in de krant is de biblio-
theek nog steeds de grootste publieksvoorziening met 4,1 miljoen geregistreerde leden. Zij maken
gebruik van de bibliotheek om zich te ontwikkelen. De fysieke plek van de bibliotheek is daartoe van
wezenlijk belang.’
Zij steunde de oproep van Tineke van Ham om meer in netwerkverband samen te werken. ‘De tot-
standkoming van de digitale bibliotheek kan alleen in samenwerkingsverband. Een bibliotheek kan
dat niet alleen voor elkaar krijgen. De samenwerking moet er tevens toe leiden dat het beeld van de
bibliotheek herkenbaarder en zichtbaarder wordt.’ Zij riep bibliotheken op om ook de samenwerking
met de gemeenten niet uit de weg te gaan.
Al jaar en dag regelt de bibliotheek een aantal basiszaken, waaronder bevordering van de leesvaardig-
heid. ‘Taalontwikkeling van een kind begint in de bibliotheek. Het gaat nu om het zoeken naar nieuwe
vormen, die passen bij de trends in deze samenleving maar er tevens voor zorg blijven dragen dat
kinderen niet met een taalachterstand het basisonderwijs instromen,’ besloot Francine van Bohemen.
‘Digitalisering is een prioriteit’(door Theo Bijvoet, ministerie van OCW)
Als de digitalisering niet zou doorgaan, zou dat wel eens erger kunnen zijn dan het sluiten van biblio-
theekfilialen, zo gooide Theo Bijvoet, ‘een steen in de vijver.’ Hij is van mening dat veel meer moet
worden geïnvesteerd in digitale ontwikkelingen. Met deze ontwikkelingen wordt het toekomstper-
spectief voor bibliotheken zekerder. Zij passen overigens goed binnen de functie van de bibliotheek als
ontmoetingsplek. ‘Fysiek en digitaal moeten goed op elkaar aansluiten.’
Het ministerie van OCW heeft voor 2010 € 3,5 miljoen beschikbaar gesteld voor de digitale aansluiting
22 Vereniging Van nederlandse gemeenten
van lokale bibliotheken. Vooralsnog blijft dat budget overeind staan, zei Bijvoet. Volgend jaar wordt
verder in de infrastructuur en de verdere ontwikkeling van de organisaties geïnvesteerd, waar een
budget van ongeveer € 15 miljoen voor beschikbaar is.
Dialoog met de aanwezigen
Veel aanwezigen constateerden dat bibliotheken op dit moment in een transformatieperiode van
fysiek naar digitaal verkeren. Bij hen stond de vraag centraal: moet je daarvoor kiezen of moet je voor
beide gaan?
Een gemeentebestuurder zei het aan zijn bibliotheek over te laten om voorstellen te doen en te advise-
ren. ‘Als wethouder ben ik geen bibliotheekvakman. Mensen hebben behoefte aan de beschikbaarheid
van informatie. Dat laat ik over aan de bibliotheek.’ Een andere gemeentelijke deelnemer zei het wel
op prijs te stellen enige controle te kunnen verrichten. De dagvoorzitter Rento Zoutman wijst erop dat
de gemeente uiteindelijk altijd als opdrachtgever optreedt, ook laat ze adviseren door de bibliotheek.
Een gemeenteraadslid zei een fundamentele discussie over de functie van de bibliotheek te missen.
‘Wij zien een oud instituut doorgroeien en toch grijpen wij weer krampachtig terug naar zijn leesfunc-
tie.’ Volgens Francien van Bohemen heeft echter ‘niemand een pasklare oplossing paraat.’ Zij wees
er op dat de bibliotheek een goede start is voor de taalontwikkeling van kinderen. ‘Er wordt gezocht
naar nieuwe vormen die passen bij de trends in deze samenleving en die tevens bewerkstelligen
dat kinderen niet met taalachterstand het basisonderwijs instromen.’ Door zo’n nieuwe bibliotheek
‘draaien kinderen meer leeskilometers,’ zei Peter van Eijk. ‘De bibliotheek is een effectief instrument
voor leesbevordering.’
23Vereniging Van nederlandse gemeenten
‘Voor gemeenten wordt zichtbaar of bibliotheek aan standaardwaarden voldoet’(door Jaap Verkroost, lid van het bestuur van de stichting Certifi cering Openbare Bibliotheken)
Volgens Jaap Verkroost is certifi cering een logisch vervolg op de eerdere regionalisering van bibliothe-
ken. Door regionalisering hebben kleine bibliotheken, die tot dan toe ‘verknipte diensten leverden,
meer body gekregen.’Door certifi cering en normering zijn bibliotheken actief gaan werken aan kwa-
liteitsverbetering en hebben de zogenoemde ‘Plan-Do-Check-Act’-cyclus doorgevoerd in hun bedrijfs-
voering. Voor een gemeente is dat al zeer goed merkbaar. ‘Als gemeentelijke organisatie hoef ik niet
meer aan de bibliotheek te vragen of er bepaalde zaken zijn geregeld. Certifi cering zorgt voor vertrou-
wen tussen de partners, maar neemt de gemeentelijke organisatie veel werk uit handen en zorgt voor
een betere afstemming van het overleg tussen gemeente en bibliotheek.’
Wat de bezuinigingen betreft zei Verkroost te verwachten dat het certifi ceringsysteem enige fl exibi-
liteit heeft. Als een gemeente op de dienstverlening van de bibliotheek gaat bezuinigen, moet het
systeem van certifi cering daarmee om kunnen gaan.
‘Certifi cering kan een competitie-element toevoegen’(door Chris Wiersma, directeur De Nieuwe Bibliotheek Almere)
‘In onze budgetsubsidievoorwaarden staat wel een verwijzing naar certifi cering, maar certifi cering is
geen voorwaarde voor de subsidie’, zei Chris Wiersma. Onze jaarrekening moet zijn voorzien van een
accountantsverklaring. De gemeente heeft hierdoor inzicht in elementaire zaken zoals onze bedrijfs-
voering en dienstverlening.
De bibliotheek Almere is in 2007 gecertifi ceerd. ‘Wij hebben het certifi ceringproces als nuttig en waar-
devol ervaren.’ Door de certifi cering is het vertrouwen tussen gemeenten en bibliotheken toegeno-
men. De bibliotheek draagt zelf argumenten aan die tot verdere ontwikkeling en kwaliteitsverbetering
leiden.
5 Certifi catie van de bibliotheek: Wat is de meerwaarde voor de gemeente?
24 Vereniging Van nederlandse gemeenten
Wiersma pleitte voor invoering van een competitie-element. De bibliotheek met de beste bedrijfsvoe-
ring, de beste dienstverlening en de beste ‘value for money’ voor klant en subsidiegever, zou daarvoor
extra moeten worden beloond.
Wiersma heeft bij zijn bibliotheken het fenomeen ‘mystery guest’ ingevoerd. Anonieme controleurs
toetsen op exterieur, interieur, informatie en communicatie, productkennis en vaardigheden, klant-
vriendelijkheid en service. ‘Dan zie je hoe geweldig motiverend competitie werkt. De dynamiek van het
verbeteringsproces die na de toets ontstaat is indrukwekkend. Competitie creëert een dynamiek die er
voor kan zorgen dat we nog warmer lopen voor certificering.’
‘Certificering tilt bibliotheekorganisatie naar een hoger plan’(door Gerard van Dijk, directeur van de stichting Certificering Openbare Bibliotheken)
‘Het streven naar kwaliteit op de werkvloer leidt tot grotere efficiency en meer aandacht voor de klan-
ten. Uit de rapportages blijkt dat processen beter op orde zijn. Dat betekent winst voor de bibliotheek,
de gemeente en voor de burger. Eigenlijk biedt certificering alleen maar voordelen,’ zei Van Dijk.
Gerard van Dijk: “Het jaar 2000 vormde voor de bibliotheekwereld een omslagpunt. Zij gingen meer
vraaggericht werken, besloten tot meer samenwerking en gingen actief op zoek naar hun rol in het
sociaal-maatschappelijke veld. Gemeenten van hun kant werden zich meer bewust van het belang voor
hun inwoners.
‘De gemeente kan bibliotheek doelen laten stellen’(door Liesbeth Zuidema, beleidsmedewerker van de gemeente Alphen aan den Rijn)
De bibliotheek Rijn en Venen bedient 148.693 inwoners van Alphen aan den Rijn, Kaag en Braassem,
Nieuwkoop, Rijnwoude en Zoeterwoude-Dorp, zei Liesbeth Zuidema. De gemeentelijke doelen voor
het nieuwe Cultuurgebouw zijn: bestrijding van laaggeletterdheid; bevordering van mediawijsheid;
introduceren van nieuwe media en een plaats voor ontmoeting en debat.
Om aan de certificeringnorm te voldoen, moest voor de bibliotheek in Alphen, die met een begrotings-
tekort kampte, een herstelplan worden gemaakt. Uit onderzoek naar het tekort bleek dat subsidies de
afgelopen jaren niet waren geïndexeerd en dat de abonnementsgelden wegens opzeggingen waren
teruggelopen.
Bij het daaropvolgende besluitvormingsproces heeft de gemeente de bibliotheek nauw betrokken.
De subsidie werd structureel verhoogd en de bibliotheek kreeg daarnaast een eenmalige subsidie. De
plannen voorzagen verder in een Cultuurgebouw in 2014 met een bibliotheek, een archief en een mu-
ziekschool, en de bibliotheek ging van 2 naar 1 locatie. Voorwaarde voor de verhoogde subsidie is dat
de bibliotheek in 2012 voldoet aan de eisen van het kwaliteitscertificaat van de Stichting Certificering
Openbare Bibliotheken (SCOB).
‘Bibliotheek wordt professionele en aantrekkelijke werkgever’(door Jannie van Vugt, directeur BibliOosterschelde)
‘Certificering leidt tot professionalisering van de bibliotheekorganisatie,’ zei Jannie van Vugt. Voor de
klant betekent dit een verhoging van de kwaliteit. De bibliotheek kan door professionalisering tege-
moet komen aan nieuwe eisen van de informatiemaatschappij.
Een professioneel georganiseerde bibliotheek wordt als aantrekkelijke werkgever beschouwd, vooral
als jonge mensen zien dat de bibliotheek kansen tot ontwikkeling biedt. ‘Er komt namelijk een tijd dat
we onze traditionele bibliotheekmedewerker kwijtraken,’ zei Jannie van Vugt.
25Vereniging Van nederlandse gemeenten
Voor de subsidiegever betekent certificering dat de bibliotheek een lokaal beleidsinstrument wordt.
Er kunnen resultaatsafspraken worden gemaakt met certificering als toetsingsinstrument. Bij verbeter-
plannen kan de gemeente sturen op de koers en de kwaliteit. ‘Een gemeente die over een gecertifi-
ceerde bibliotheek beschikt, weet dat die onderdeel is van een netwerk.’
BibliOosterschelde laat periodiek onderzoeken uitvoeren op deelonderwerpen. ‘Vervolgens geven wij
de gemeente inzicht in de uitkomsten, leggen daar verbeterplannen naast en evalueren deze na een
jaar.’
‘Audit wijst uit: de zaken zijn beter op orde dan ooit’(door Johanneke Liemburg, voorzitter bestuur stichting Certificering Openbare Bibliotheken)
Volgens mevrouw Liemburg levert het streven naar kwaliteit efficiencyvoordelen op. Het certificering-
systeem is in het leven geroepen omdat de commissie-Meijer van mening was dat er een dwingend en
samenhangend kwaliteitssysteem, moest komen. Certificering geeft de gemeente de mogelijkheid om
te toetsen of de gewenste kwaliteit wordt geleverd. De normen helpen de bibliotheek zelf ook om
zaken beter te organiseren en op een hoger plan te brengen.
De normen zijn voor de periode 2010-2013 aangepast en de lat is hoger gelegd. Nu krijgen andere
gebieden meer aandacht. Daarbij kan worden gedacht aan meer aandacht voor klanten en subsidiege-
vers, meer aandacht voor de eigen bijdrage aan een netwerk en meer inspanningen op ICT-gebied. In
de herziene normen wordt er ook op gelet hoe de gebruiker de dienstverlening ervaart.
‘De resultaten tot nu toe zijn zeer bemoedigend, zei mevrouw Liemburg. Veel Bibliotheken hebben
wederom hun certificaat gekregen en volgens de auditors zijn de processen beter op orde dan in 2006.’
‘Door certificering voeren wij nu kwaliteitsbeleid’(door Jos Debeij, directeur van de bibliotheek Deventer)
Volgens Jos Debeij zorgt certificering voor een verantwoorde bedrijfsvoering. Voor zijn bibliotheek
betekende de eerste ronde van certificering ‘het moment dat wij kwaliteitsbeleid gingen voeren.’ De
certificering heeft er tevens toe geleid dat zijn bibliotheek een periodiek onderzoek naar klanttevre-
denheid heeft ingesteld.
Debeij: Door certificering kan een bibliotheek zichtbaar maken dat het eindproduct niets met geluk
of toeval te maken heeft. ‘Integendeel: het is een product van een stevig beleid waaraan wij zijn
getoetst.’ Een ander voordeel van het traject is, dat het voor een directie snel duidelijk wordt ‘waar de
gaten in de organisatie vallen.’
‘Certificering heeft voor de bibliotheek een stimulerende werking maar betekent ook minder werk
voor de gemeente. Het certificaat is immers de garantie dat wij een verantwoord bibliotheekonderne-
mer zijn. De gemeente hoeft daar geen eigen onderzoek meer naar te doen,’ zei Debeij.
Dialoog met de aanwezigen
Op de vraag: ‘wat is het nut van certificering’ zei Siewert Pilon dat dat voor een gemeente een instru-
ment is om te zien of haar bibliotheek aan bepaalde standaarden voldoet. Niet elke gemeente heeft
de kennis in huis om dat zelf te beoordelen.
Een gemeentelijke deelnemer vroeg wat er gebeurt als de bibliotheek niet wordt gecertificeerd. ‘Cer-
tificering beoogt niet bibliotheken te declasseren maar juist om ze vooruit te helpen,’ zei Jannie van
Vugt. Wel zou zij graag zien dat certificering een verplicht keurmerk wordt.
26 Vereniging Van nederlandse gemeenten
Worden niet-gecertificeerde bibliotheken uitgesloten van allerlei zaken?, zo werd gevraagd. Volgens
mevrouw Liemburg zou het niet slecht zijn dat daar consequenties aan worden verbonden maar er zijn
tot nu toe geen juridische implicaties. ‘Een gecertificeerde bibliotheek krijgt een bordje op de gevel.
Dat zal een bepaalde uitstraling moeten geven.’
De tarieven van de bibliotheek zijn erg laag. Hoeveel ruimte is er voor het cultureel ondernemerschap
van bibliotheek, zo werd gevraagd. Volgens mevrouw Van Vugt moeten bibliotheken daarover afspra-
ken met de gemeente maken. Zij noemde daarbij de beleidsgestuurde contractfinanciering, mogelijke
andere subsidiestromen of samen met commerciële partners huisvesting zoeken.
Men wilde verder weten of zo’n goed product straks niet om een hogere bijdrage van de klanten
vraagt. Debeij wees er op dat Deventer al één van de duurdere bibliotheken in de provincie is. ‘De
duurste bibliotheken hebben het beste resultaat. Dat zou kunnen betekenen dat de betere bibliothe-
ken kennelijk gewend zijn een hogere prijs te vragen.’
Hoe moet de bibliotheek straks de klanten meer kwaliteit bieden als door bezuinigingen nevenves-
tigingen moeten worden gesloten?, zo luidde een andere vraag. Volgens mevrouw Van Vugt brengt
teveel verdunning de kwaliteit in gevaar. ‘Zelf hebben wij ook een bibliotheek moeten sluiten om de
andere levensvatbaar te houden.’
Gemeentelijke bezuinigingen hebben geen invloed op de normen, zei mevrouw Liemburg desge-
vraagd. ‘Wij staan weliswaar open voor signalen uit de bibliotheekwereld, maar wij kunnen niet meer
doen dan die doorgeven. Aan die bezuinigingen valt niet meer te tornen.’
‘Ook heeft het bestuur geen standpunt over al dan niet indexeren van het instapniveau. Dat is aan de
VNG en VOB.’
Over de inzet van vrijwilligers zei zij dat hun functie in de certificeringnormen zorgvuldig zijn gefor-
muleerd. Zij mogen geen professionele krachten verdringen en de bibliotheken moeten een beleid
formuleren ten aanzien van vrijwilligers. ‘Als dat het geval is, kan ook de bibliotheek Abcoude een
certificaat krijgen.’
27Vereniging Van nederlandse gemeenten
‘De bibliotheek in het gemeentelijke participatiebeleid’(door Lydia van Duijn, Stadsbibliotheek Haarlem/stichting openbare bibliotheken)
Lydia van Duijn is consulent laaggeletterden bij de bibliotheek Haarlem en omstreken. Deze biblio-
theek heeft Concept NL-Plein ontwikkeld, een plan waarmee mensen worden ondersteund die bezig
zijn met het leren of herleren van de Nederlandse taal en personen in participatie- of inburgering-
trajecten. Concept NL-Plein is een pleintje in de bibliotheek, met een collectie boeken en cd’s die
behulpzaam kunnen zijn bij het leren van de taal. Het gaat daarbij ook om boeken over Nederland en
plaatjesboeken.
Om deze mensen in eerste instantie te bereiken doen medewerkers van de bibliotheek, in samenwer-
king met de gemeente Haarlem, introductiebezoeken bij onderwijsinstellingen en maatschappelijke in-
stellingen. ‘Het leren van de Nederlandse taal is een heidens karwei voor mensen die uit andere landen
komen. Voor ons is het te vergelijken met het leren van de Chinese taal.’
Haarlem hanteert een variant op de participatieladder van de VNG. Mensen die bijvoorbeeld in de
bijstand komen, worden volgens deze participatieladder naar werk toegeleid. Deze ladder loopt van
niveau 1 (de betrokkene is geïsoleerd), via ‘sociale contacten buitenhuis’; ‘deelname aan georganiseer-
de activiteiten’; ‘onbetaald werk’ en ‘betaald werk met ondersteuning’, naar stap 6 (betaald werk). Bij
een bepaalde trede aangekomen, wordt de cliënt geholpen om een trede hoger te komen.
Bij niveau 1 van onze participatieladder kan worden gedacht aan allochtone vrouwen die hun huis
niet of nauwelijks uitkomen. Zij blijken snel trouwe bezoekers van het pleintje, want het is er warm en
veilig. Het materiaal dat zij aanvankelijk krijgen bestaat uit plaatjesboeken, fotomateriaal en puzzel-
dobbelstenen. Zij leren woorden, leren zinnen maken en leren met elkaar converseren.
Bij elke trap van de ladder worden de boekjes moeilijker. Zij maken mensen stapsgewijs bewuster van
de buitenwereld. De deelnemers beginnen deel te nemen aan georganiseerde activiteiten.
6 Workshops
28 Vereniging Van nederlandse gemeenten
‘Als je die buitenwereld beter begrijpt, wordt die minder eng.’
Op niveau 5 van de ladder aangekomen vormen de deelnemers al leeskringen, waarin zij de door hun
gelezen boeken samen bespreken.
Voor alle niveaus geldt echter dat zij de bibliotheek als een welkome aanvulling zien. ‘Ons Concept
toont tevens aan dat de bibliotheek van ons allemaal is.’
‘Loes, het ouderloket van het Centrum voor Jeugd en Gezin’(door Patricia Doornbos van Loes, ouderloket CJG in de bibliotheek van Enschede)
Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) in Enschede is gevestigd in de openbare bibliotheek. Bij dit
Loes-loket kunnen ouders en verzorgers terecht met vragen over de opvoeding van kinderen in de leef-
tijd van 0-16 jaar. Het Loes-loket is laagdrempelig; iedereen kan er binnenlopen. Enschede heeft veel
aandacht besteed aan het ontwikkelen van een concept voor het ouderloket van het CJG, van waaruit
de opvoedondersteuning Loes is ontstaan.
Patricia Doornbos: ‘Loes heeft in de bibliotheek een fysiek loket, maar heeft ook een telefonisch loket
voor het spreekuur en een digitaal loket, waar ouders met hun vragen over opvoeding terecht kun-
nen. Het voordeel van de bibliotheek is dat deze laagdrempelig is. Niemand ziet dat je de bibliotheek
instapt omdat je problemen met de opvoeding hebt.’
Loes en de bibliotheek Enschede hebben een goede samenwerking en kunnen elkaar versterken met
gezamenlijke activiteiten. Zo nemen ouders na een bezoek aan het CJG steevast een kijkje in de biblio-
theek. Daarnaast loopt er het project Boekstart voor leesbevordering, zijn er veel groepsactiviteiten
met kleuters, peuters en leerlingen van de basisscholen, zei Patricia Doornbos. Loes organiseert echter
ook ouderavonden en cursussen in de bibliotheek.
Loes betaalt de bibliotheek overigens huur voor de groepsruimten, de kantoren, het loket, maar ook
voor de koffie en de thee. De organisatie gaat het Loes-concept verder uitwerken in de Twentse ge-
meente. Almelo heeft zich al bereid verklaard.
‘BoekStart levert bibliotheken veel klanten op’(door Adriaan Langendonk, landelijk projectleider Stichting Lezen/SIOB)
Het programma BoekStart bevordert het lezen met heel jonge kinderen én helpt ouders met jonge kin-
deren te laten genieten van boeken. Kinderen die al op jonge leeftijd in aanraking komen met boeken
hebben op school al een voorsprong, en houden die vast gedurende hun hele schoolloopbaan. Zij blij-
ken al snel taalvaardiger, kunnen sneller lezen maar ook beter rekenen. Aan het BoekStart-programma
doen 10.000 baby’s mee in 160 basisbibliotheken van 45 gemeenten. BoekStart heeft vestigingen in Ne-
derlandse bibliotheken. Dat heeft de bibliotheken volgens Adriaan Langendonk al veel nieuwe klanten
opgeleverd. Belangrijke voorwaarde is wel dat er nauw met het CJG wordt samengewerkt.
BoekStart is ontstaan naar voorbeeld van het landelijke programma Bookstart in Groot-Brittannië.
Daar krijgen ouders drie keer een boekenpakket, voordat hun kind naar school gaat. In het Neder-
landse programma speelt de openbare bibliotheek een actieve rol. De bibliotheek werkt samen met
gemeente en consultatiebureau om ouders en kinderen vanaf het allereerste begin met boeken in
aanraking te brengen. BoekStart in Nederland richt zich om te beginnen op ouders van baby’s. Later
zal BoekStart zich richten op kinderen vanaf 1 jaar.
‘BoekStart wordt gefinancierd door het ministerie van OCW. Het is nog onbekend hoe de toekomst van
BoekStart er uit zal zien als dit ministerie uit het project stapt,’ zei Langendonk. Hij zei desgevraagd
dat BoekStart tot nu toe vooral de ontwikkelde milieus bereikt. In samenwerking met gemeenten
moet het in de toekomst mogelijk zijn om ook de ouders uit de achterstandsgroepen bij het project te
betrekken.
29Vereniging Van nederlandse gemeenten
‘Het Cursushuis gaat op eigen benen staan’(door Herman Horst, directeur bedrijfsvoering Bibliotheek Midden Brabant en bestuurder van het
Cursushuis)
Zes jaar geleden vroeg de gemeente Tilburg aan de bibliotheek om een deel van het cursusaanbod van
de toenmalige Open Universiteit over te nemen. Daaruit is het Cursushuis ontstaan, dat in een aparte
stichting is ondergebracht, zo lichtte Herman Horst toe. ‘Als traditionele volksuniversiteit vervult het
Cursushuis tevens een belangrijke marktplaatsfunctie voor non-formele educatie. De eigen website
verwijst namelijk ook naar onderwijsmogelijkheden bij andere instellingen. Hij zei non-formele educa-
tie onmisbaar te vinden omdat ‘een leven lang leren’ niet in alle opzichten is in te vullen door formele
educatietrajecten.
Herman Horst: ‘Wij zijn een kleine volksuniversiteit met ongeveer 1500 cursisten. Onze financiële posi-
tie is relatief zwak. Zo kost een cursus € 7,50 per uur. Door de bezuinigingen wordt deze positie er niet
beter op. Zij hebben het Cursushuis in Tilburg hard getroffen. Inmiddels is besloten de subsidierelatie
met de gemeente te beëindigen en op commerciële basis verder te gaan. Met de gemeente Tilburg is
een afbouwperiode afgesproken. Daarna staat het Cursushuis op eigen benen’.
‘Wiki Loves Bibliotheek’(toelichting van Kees Hamann, directeur bibliotheek Vlissingen, vanwege verhindering schriftelijk)
Door het innovatieproces van bibliotheken worden de collecties multimediaal van karakter. De dien-
sten worden beter zichtbaar gemaakt en de bibliotheek gaat met zijn collectie naar de gebruiker toe,
zei Kees Hamann van Wiki loves Bieb (wikilovesbieb.nl). De bibliotheek zoekt naar kanalen om burgers,
die op hun zoektocht naar informatie of cultuur niet aan de bibliotheek denken, toch van dienst te
kunnen zijn. Volgens hem kan Wikipedia daarbij helpen.
Wikipedia verzamelt en ontsluit vrij toegankelijke informatie. Dat doel komt sterk overeen met die van
bibliotheken. De Nederlandse versie van deze elektronische encyclopedie bevat inmiddels bijna 700.000
artikelen en er worden dagelijks vijf miljoen pagina’s geraadpleegd. Daarbij worstelt Wikipedia met de
betrouwbaarheid van de informatie. Iedereen kan namelijk aan de Wikipedia-encyclopedie meewer-
ken. Daardoor is lang niet alle informatie honderd procent correct, aldus Hamann.
Hamann: ‘Op die punten kan met bibliotheken worden samengewerkt. Openbare bibliotheken zijn op
lokaal niveau vaak de spin in het sociaal-culturele web. Daardoor kunnen zij bemiddelen om informa-
tie van verschillende instellingen te helpen ontsluiten via Wikipedia. Zo ontwikkelen zij zich tot coördi-
nator en facilitator van digitale kanalen waardoor een breder publiek kan worden bereikt.’
30 Vereniging Van nederlandse gemeenten
31Vereniging Van nederlandse gemeenten
Theo Bijvoet, ministerie OCW
Francien van Bohemen, public affairs, VOB
Jos Debeij, directeur bibliotheek Deventer
Gerard van Dijk, directeur stichting Certifi cering Openbare Bibliotheken
Patricia Doornbos, coördinator Loes loket
Didi Dorrestijn-Taal, wethouder gemeente Renswoude
Bart Drenth, lid groepsdirectie Berenschot
Lydia van Duijn, Stadsbibliotheek Haarlem/stichting openbare bibliotheken
Peter van Eijk directeur, Stichting Bibliotheek.nl
Dennis Eijsten, manager Stichting Bibliotheek.nl
Tineke van Ham, voorzitter stichting PSO’s Nederland
Kees Hamann, directeur bibliotheek Vlissingen
Herman Horst, directeur bibliotheek Midden Brabant/het Cursushuis
J. Jawad, beleidsmedewerker voor bibliotheekbeleid, VNG
Ankie Kesseler, directeur Bibliotheek A tot Z
Henriette de Kok, directeur bibliotheek Midden-Brabant
Adriaan Langendonk, projectleider Kunst van Lezen van de stichting Lezen/SIOB
Johanneke Liemburg, bestuursvoorzitter stichting Certifi cering Openbare Bibliotheken
Jaap Verkroost, bestuurslid stichting Certifi cering Openbare Bibliotheken
Jobke Vonk-Vedder, wethouder gemeente Abcoude
Ap de Vries, directeur Vereniging Openbare Bibliotheken
Jannie van Vugt, directeur BibliOosterschelde
Chris Wiersma, directeur De Nieuwe Bibliotheek Almere
Cor Wijn, senior consultant en interim-manager BMC
Wilbert Willems, wethouder gemeente Breda
Liesbeth Zuidema, beleidsmedewerker gemeente Alphen aan den Rijn
Lijst van sprekers
32 Vereniging Van nederlandse gemeenten
DagvoorzittersSiewert Pilon, hoofd beleidsafdeling Onderwijs, Zorg en Welzijn, VNG
Rento Zoutman, bestuurder en partner van de DSP-groep