Geconsolideerd Jaarverslag 2017 Stichting Sectorinstituut … ons... · 2018-06-19 · Voor de raad...

Geconsolideerd Jaarverslag 2017Stichting Sectorinstituut Transport en Logistiek

Inhoudsopgave

Voorwoord 5

Bestuursverslag 7

Samenstelling van bestuurlijk kader en directie 8

Bestuurlijke aangelegenheden 9

Ontwikkeling activiteiten 11

Instroom van nieuw personeel in de sector (regulier) 11

Instroom van nieuw personeel in de sector (innovatie) 12

Behoud van personeel in de sector (reguliere activiteiten) 14

Behoud van personeel (innovatie) 19

Aandachtsgebieden directie 21

HRM in cijfers 22

Financiële resultaten 23

Financiële kengetallen 24

Risico’s en onzekerheden 24

Strategie 24

Operationele activiteiten 26

Financiële positie en (vermogens)beleid 26

Wet- en regelgeving 26

Verwachting 2018 27

Financiële verwachting 30

Geconsolideerde Jaarrekening 31

4 Geconsolideerd Jaarverslag 2017 Stichting Sectorinstituut Transport en Logistiek

“ Transport en logistiek is en blijft mensenwerk. Ik hou van deze uitdagende sector met mensen die houden van hun werk.”

4 Geconsolideerd Jaarverslag 2017 Stichting Sectorinstituut Transport en Logistiek � 5

Voorwoord

Beste lezer,

Graag bied ik u ons jaarverslag 2017 aan Een jaar waarin wij ons volop hebben gericht

op de instroom en duurzame inzetbaarheid van vakbekwaam personeel in de sector

transport en logistiek

De�belangrijkste�ontwikkeling�is�de�grote�behoefte�aan�nieuwe�chauffeurs�naast�de�

reguliere instroom Door het sectorplan transport en logistiek 2016-2017 hebben we

2.638�extra�nieuwe�chauffeurs�kunnen�laten�instromen�in�de�sector.�In�het�hele�land�

hebben�we�bijeenkomsten�gehouden�om�mensen�met�passie�voor�het�chauffeursvak�

te werven,�selecteren,�testen�en�te�helpen�aan�een�baan!

Ook zien we dat het urgentiebesef onder werkgevers en werknemers om te investeren

in inzetbaarheid groeit Het is belangrijk om werknemers die al actief zijn in de sector te

koesteren Hierbij ondersteunen we werkgevers en werknemers op het gebied van veilig

en gezond werken, met veel verschillende producten, diensten en tips

Het is goed te zien dat de populariteit van het werken in de sector toeneemt en dat

belang�van�duurzame�inzetbaarheid�hoger�op�de�agenda�staat!

Ik�hoop�dat�dit�jaarverslag�interessant�voor�u�is.�En�hebt�u�vragen,�bel�of�mail�mij�gerust!

Willem de Vries

Directeur Sectorinstituut Transport en Logistiek


Bestuursverslag

SECTORINSTITUUT TRANSPORT EN LOGISTIEK

Als juridische structuur is sprake van een stichting en 2 besloten vennootschappen:

• Stichting Sectorinstituut Transport en Logistiek

• Sectorinstituut Transport en Logistiek B V

• STL Werk B V

In STL Werk B V worden inkomsten en kosten verantwoord, die te maken hebben met de

detachering van BBL-leerlingen en het doorlenen van personeel aan uitzendbureaus, als onderdeel

van de uitvoering van het Sectorplan Transport en Logistiek STL Werk B V ressorteert onder

Sectorinstituut Transport en Logistiek B V

De medewerkers van Stichting Sectorinstituut Transport en Logistiek en Sectorinstituut Transport

en Logistiek B V zijn ondergebracht in één werkorganisatie, die onder leiding staat van een

statutair directeur en een managementteam

Als doelstellingen van de organisatie zijn in de statuten van de stichting vastgelegd:

a het functioneren als instituut op het gebied van werk, opleiding en gezondheid voor en ten

behoeve van werkgevers en werknemers in de sector transport en logistiek, in het bijzonder

gericht op het beroepsgoederenvervoer over de weg, logistiek en de verhuur van mobiele

kranen (“de sector”);

b het functioneren als het kennis-, advies- en innovatiecentrum voor de sector;

c het helpen realiseren van goede arbeidsomstandigheden in de sector en het bevorderen van de

gezondheid van medewerkers in de sector;

d het op weg helpen van werknemers en bedrijven met advies, informatie, preventie en

verzuimbegeleiding, teneinde de inzetbaarheid van medewerkers te verhogen;

e het in stand houden en beheren van het functiewaarderingssysteem in de sector;

f het bevorderen van de employability, arbeidsmobiliteit en -participatie, waaronder begrepen

de in- en doorstroom van werknemers, waaronder (arbeidsgehandicapte) jongeren en (jong)

volwassenen in de sector;

g het beperken van de uitstroom uit de sector;

h het bevorderen van de opleiding alsmede het bevorderen van de verhoging van de

vakbekwaamheid van toekomstig en reeds werkzaam personeel in de sector;

i het werven, selecteren en begeleiden van jongeren in de vorm van detachering in de sector;

j het adviseren van organisaties op het gebied van arbeidsomstandigheden, functiewaardering,

scholing, arbeidsmarktbeleid en andere aanverwante en relevante onderwerpen;

k het adviseren van werknemers op het gebied van werk, functiewaardering,

arbeidsomstandigheden, gezond werken, scholing, employability en andere aanverwante en

relevante onderwerpen;


l het vormgeven en (doen) uitvoeren van een beroepsprocedure op het gebied van functie- en

loonschaal indeling als bedoeld in de voort het beroepsgoederenvervoer geldende collectieve

arbeidsovereenkomst;

m het uitvoeren van sociale zekerheid en het adviseren en voorlichten over sociale zekerheid, in

het bijzonder werkloosheidsvoorzieningen;

n al hetgeen met het vorenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de

ruimste zin van het woord

Gelet op de gelieerdheid van stichting en B V ’s is de opstelling van een geconsolideerde

jaarrekening verplicht

Voorliggend bestuursverslag neemt de werkorganisatie als uitgangspunt Daar waar nodig is een

onderverdeling aangebracht in de drie juridische entiteiten

SAMENSTELLING VAN BESTUURLIJK KADER EN DIRECTIE

De benoeming van de raad van toezicht is conform de statuten voorbehouden aan de Stichting

Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Beroepsgoederenvervoer over de weg en de Verhuur van

Mobiele Kranen (SOOB) In de statuten is eveneens bepaald dat de samenstelling van de raad van

toezicht paritair is en dat de leden afkomstig zijn uit het bestuur van SOOB

Per�31 december�2017�zijn�de�volgende�personen�lid�van�de�raad�van�toezicht�van�het�

Sectorinstituut:

• De heer E A Groen, namens FNV Transport en Logistiek, voorzitter vanaf 15 mei, daarvoor

vicevoorzitter

• De heer P W Kievit, namens Transport en Logistiek Nederland, voorzitter tot 15 mei, daarna

vicevoorzitter

• De heer T J van Rijssel, namens CNV Vakmensen

• De heer L G A M Verhagen, namens de Vereniging Verticaal Transport

Alle genoemde personen zijn sinds 1 juli 2014 actief Er hebben geen wisselingen plaatsgevonden

Er geldt een benoemingsperiode van 4 jaar voor de leden van de raad van toezicht, met een

mogelijkheid van herbenoeming

De heer W A de Vries was gedurende het gehele jaar als statutair bestuurder actief als directeur


BESTUURLIJKE AANGELEGENHEDEN

Raad van Toezicht Sectorinstituut Transport en Logistiek

De raad van toezicht is in 2017 vier keer bijeen geweest

Gelet op de gelieerdheid tussen SOOB en het Sectorinstituut heeft de raad van toezicht met het

SOOB bestuur afgesproken, dat zij primair actief is in haar rol van werkgever Voor het (strategisch)

overleg over inhoudelijke zaken van de dienstverlening ligt het initiatief bij het bestuur van SOOB

Aan dit overleg neemt de directie van het Sectorinstituut deel Op initiatief van het bestuur van

SOOB is een Overlegraad ingesteld, waarin sociale partners participeren alsmede de directie en

management van het Sectorinstituut Deze Overlegraad is eveneens beschikbaar voor overleg over

de inhoudelijke zaken van de dienstverlening van het Sectorinstituut

Voor de raad van toezicht was in 2017 zoals gebruikelijk allereerst aandacht voor haar reguliere rol:

de beoordeling van de managementrapportages, de afwikkeling van de jaarverslagen over 2016 en

tegen het einde van het jaar de planvorming en de begroting voor het nieuwe jaar Omdat SOOB

eind�2016�nog�geen�definitief�uitsluitsel�kon�geven�over�de�hoogte�van�de�financiële�bijdragen�voor�

het Sectorinstituut, is in de raadsvergadering van 24 maart de exploitatie- en investeringsbegroting

van het Sectorinstituut goedgekeurd

In 2017 was bijzondere aandacht voor 4 inkoopprojecten van relatief omvangrijke aard Twee

projecten hadden te maken met de inkoop van dienstverlening en twee projecten met de aanschaf

van software Voor de uitvoering van de BBL rijopleidingen werd voor de 3e maal sinds 2010

een�openbaar�offerteproject�gerealiseerd.�Nadat�in�het�voorjaar�de�openbare�publicatie�plaats

vond,�zijn�in�de�zomer�48�offertes�ontvangen�en�beoordeeld�en�kon�op�9�oktober�het�besluit�

tot voorlopige gunning bekend gemaakt worden Vanaf 1 januari 2018 is een nieuwe groep van

verkeers scholen gestart met de uitvoering De raad is gedurende het jaar geïnformeerd over de

voortgang.�Voor�de�uitvoering�van�de�dienstverlening�met�betrekking�tot�Verzuim�is�een�offerte

project verzorgd, gericht op de selectie van een nieuwe groep van bedrijfsartsen Doelstelling

daarbij was om te komen tot een groep waarmee de dienstverlening, waaronder kortere

doorlooptijden, verbeterd zou kunnen worden In april 2017 zijn 7 partijen benaderd, waarvan

uiteindelijk�2�partijen�een�offerte�hebben�uitgebracht.�Nadat�een�keuze�is�gemaakt,�is�per�1�juli�

een overgangsfase in gegaan van de oude naar de nieuwe werkwijze met de nieuwe leverancier

In verschillende vergaderingen is de raad hierover geïnformeerd De twee projecten die te maken

hadden�met�de�aanschaf�van�nieuwe�software�betroffen�software�voor�de�verloning�van�BBL�

leerlingen in dienst van het Sectorinstituut en software voor de administratieve ondersteuning

van de dienstverlening met betrekking tot Verzuim De nieuwe software voor de verloning was

noodzakelijk, omdat de software die in 2016 in gebruik was genomen, onvoldoende functioneerde

Omdat geen vertrouwen bestond in de continuering van de samenwerking met de betrokken

leverancier, is gekozen voor een nieuw inkoopproject Dit heeft ertoe geleid dat op 15 mei 2017

10 Geconsolideerd Jaarverslag 2017 Stichting Sectorinstituut Transport en Logistiek10 Geconsolideerd Jaarverslag 2017 Stichting Sectorinstituut Transport en Logistiek

door de raad een besluit is genomen tot aanschaf van nieuwe software Daarna is een omvangrijk

implementatietraject verzorgd, zodat vanaf het nieuwe jaar de verloning met de nieuwe software

kon plaatsvinden In het implementatietraject is ook aandacht geschonken aan het toepassen van

de Inlenersbeloning De voorstellen die door het Sectorinstituut hierover zijn voorgelegd, zijn

door de raad onderschreven Ook voor de aanschaf van nieuwe software voor de administratieve

ondersteuning van de dienstverlening met betrekking tot Verzuim is een inkoopproject verzorgd

Voor�dit�project�gold,�dat�de�voorbereidingen�al�in�2016�zijn�getroffen�en�dat�de�selectie�medio�

2017 heeft plaatsgevonden en in het nieuwe jaar is gestart met de nieuwe software

Naast de hiervoor genoemde nieuwe software speelt automatisering ook op andere onderdelen

van de bedrijfsvoering een steeds belangrijkere rol Dit was reden voor de raad om de directie te

vragen een samenhangend totaaloverzicht te presenteren en met de raad te bediscussiëren Dit

heeft op 3 oktober plaatsgevonden

In de loop van 2017 heeft de directie aan de raad voorgesteld het Trucksimulatiecentrum

per�31 december�2017�te�sluiten.�De�apparatuur�in�dit�centrum�was�verouderd.�Opnieuw�een�

aanzienlijke investering doen in vernieuwing achtte de directie, gelet op de kosten/baten-

verhouding,�niet�verantwoord.�De�raad�onderschreef�deze�zienswijze,�zodat�op�31 december�de�

activiteiten zijn beëindigd en in 2018 de ontmanteling zal plaatsvinden De directie kijkt met veel

waardering terug op de betekenis van het centrum voor de bedrijfstak

Met betrekking tot personele aangelegenheden is de raad betrokken en/of geïnformeerd over de

wisselingen in de samenstelling van het managementteam en het onderliggend middenkader De

benoemingen in het MT waren het directe gevolg van de splitsing van de grote afdeling Operations

in 2 kleinere afdelingen, waarvoor de raad eind 2016 toestemming had gegeven Ook voor

andere zaken van personele aard was belangstelling, bijvoorbeeld de uitkomsten van de Risico-

inventarisatie en -evaluatie (RI&E) en het Periodiek Medisch Onderzoek (PMO) onder het eigen

personeel

Vermeldenswaard is tevens dat op 13 oktober een positieve reactie van het ministerie is ontvangen

op het verzoek van sociale partners om vrijstelling op de Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS) voor

de BBL-ers waarvoor het Sectorinstituut als collectief werkgever binnen de sector actief is Dit in

verband�met�inhoudingen�voor�de�spaar�en�financieringsregeling�voor�rijopleidingen.�De�raad�is�

hierover onmiddellijk geïnformeerd

De raad heeft op 12 januari deelgenomen aan de nieuwjaarsbijeenkomst van het personeel van het

Sectorinstituut en het personeel ook toegesproken

Met betrekking tot het evalueren van het eigen functioneren als raad van toezicht besloten om in

2017 geen bijeenkomst te organiseren, maar hiervoor in 2019 weer een moment te kiezen


ONTWIKKELING ACTIVITEITEN

Voor een toelichting van de activiteiten van de werkorganisatie geldt dat is gekozen voor een

onderverdeling in activiteiten die zijn gericht op:

• instroom van nieuw personeel in de sector

• behoud van personeel dat al actief is in de sector

Binnen beide categorieën is vervolgens een onderscheid gemaakt in reguliere activiteiten en

activiteiten met een innovatief karakter Laatstgenoemde activiteiten zijn veelal van betekenis

voor de ontwikkeling van reguliere activiteiten en/of worden projectmatig uitgevoerd en hebben

daarmee een eenmalig karakter

Instroom van nieuw personeel in de sector (regulier)

Instroom van leerlingen via BBL-trajecten

Met�het�oog�op�de�toenemende�behoefte�aan�nieuwe�instroom�van�chauffeurs�is�het�van�

vitaal belang dat jongeren enthousiast gemaakt worden voor een baan in onze sector SOOB

stimuleert�de�instroom�van�leerlingen�door�financieel�bij�te�dragen�aan�voorlichtingsactiviteiten,�

detachering van BBL-leerlingen in bedrijven uit de sector en scholingssubsidies voor de rij-

opleidingen van BBL-leerlingen In 2017 zijn 935 nieuwe BBL-leerlingen in dienst getreden en

waren�er�ultimo�2017�1.645�BBLleerlingen�in�dienst.�Er�is�bijna�€ 3,3�mln.�aan�scholingssubsidies�

verstrekt Vermeldenswaard is ook de belangstelling voor Studieplan Studieplan is een spaar- en

financieringsregeling�voor�BBLleerlingen�in�dienst�van�het�Sectorinstituut.�Studieplan�is�bedoeld�

om�het�financieringsprobleem�van�de�leerling�voor�de�kosten�van�de�rijopleidingen�te�verlichten.�

Eind 2017 namen hieraan 1 218 BBL-leerlingen deel

Het Sectorinstituut faciliteert ook bedrijven met BBL- leerlingen bij het aanvragen van subsidies

in het kader van de Subsidieregeling Praktijkleren In 2017 maakten 406 bedrijven, met gezamen-

lijk 1 236 leerlingen, gebruik van de digitale tool en de telefonische ondersteuning Deze

bedrijven�ontvingen�gezamenlijk�€ 2,6�mln.�subsidie�van�het�Ministerie�van�Onderwijs,�Cultuur�

en Wetenschap.�

Instroom en doorstroom van werkzoekende chauffeurs, kraanmachinisten, planners en

logistiek middenkader.

Binnen het Sectorinstituut is met deze activiteit een afdeling onder de naam Mobiliteitscentrum

(MC) actief Kern binnen MC vormt een internetapplicatie waarmee vacatures en kandidaten

worden geregistreerd Medewerkers van MC verzorgen met telefonische ondersteuning de

matching tussen vacatures en kandidaten In 2017 hebben 204 matches succesvol plaatsgevonden

MC�is�niet�alleen�actief�voor�chauffeurs.�Ook�voor�kraanmachinisten,�planners�en�logistiek�

middenkader is de dienstverlening met succes aangeboden

12 Geconsolideerd Jaarverslag 2017 Stichting Sectorinstituut Transport en Logistiek12 Geconsolideerd Jaarverslag 2017 Stichting Sectorinstituut Transport en Logistiek

Bedrijven die zogenaamde doorstromers rijopleidingen laten volgen hebben in 2017 voor ruim

€ 0,9�mln.�aan�toezeggingen�ontvangen�voor�scholingssubsidies.�Dit�bedrag�is�voor�het�tweede�jaar�

50% hoger en is daarmee een indicatie voor een zich herstellende economie

Instroom van nieuw personeel in de sector (innovatie)

2000 chauffeurs gezocht (Sectorplan 2016-2017)

In het Sectorplan 2016-2017 is een belangrijke plaats ingeruimd voor het werven, selecteren

en�opleiden�van�nieuwe�chauffeurs.�Gelet�op�de�zich�herstellende�economie�is�er�toenemende�

behoefte�aan�nieuwe�chauffeurs.�In�het�Sectorplan�is�rekening�gehouden�met�2.000�nieuwe�

chauffeurs.�In�2017�zijn�51�regionale�voorlichtingsavonden�georganiseerd.�In�2017�hebben�meer�

dan 3 500 personen deze avonden bezocht Op zo’n avond wordt voorlichting gegeven over het

beroep,�de�branche�en�de�mogelijkheden�en�voorwaarden�voor�instroom�als�chauffeur.�Direct�

aansluitend is er een mogelijkheid tot een voeren van een (selectie)gesprek, waarin de kansen

op een succesvol vervolgtraject worden beoordeeld Voor het tweejaren-programma gelden

per�31 december�2017�de�volgende�resultaten.�Aan�de�gesprekken�is�door�4.344�personen�

deelgenomen Personen die dit gesprek met een positief resultaat hebben afgesloten zijn

vervolgens uitgenodigd om aan een aantal testen deel te nemen, waaronder een rijcapaciteiten

test In totaal zijn 4 239 personen getest, waarvan 3 230 met een positieve uitslag Voor de

personen met een positieve testuitslag verzorgt het Sectorinstituut vervolgens de bemiddeling

naar bedrijven die eerder vacatures hebben aangemeld Ultimo 2017 was de bemiddeling van

2.670 personen�succesvol�afgerond,�zodat�gestart�kon�worden�met�de�rijopleidingen.�Voorwaarde�

voor bemiddeling is, dat sprake is van een baangarantie van ten minste 12 maanden (meer dan

32 uur per week) Voor deze personen geldt dat bijna 70% werkloos was Voor de personen

die afkomstig zijn vanuit een werksituatie, geldt dat deze personen afkomstig zijn vanuit een

groot aantal andere branches De intersectorale betekenis van het project is hiermee duidelijk

aangetoond

Bezien over de 2 jaren van het Sectorplan waren eind van het jaar 2 670 personen bemiddeld,

zodat de doelstelling van het Sectorplan 2016-2017 met betrekking tot zij-instroom ruimschoots

is behaald.�

In�het�kader�van�het�project�“2.000�chauffeurs�gezocht”�is�een�groot�aantal�communicatie�

activiteiten uitgevoerd Enerzijds om voldoende belangstelling te verkrijgen vanuit personen die

geïnteresseerd�zijn�om�een�opleiding�te�volgen�en�in�dienst�te�treden�als�vrachtwagenchauffeur.�

Anderzijds om bedrijven te informeren over de mogelijkheden om deel te nemen en hen uit te

nodigen om vacatures te melden Dankzij de subsidie van het ministerie SZW en aanvullend van

SOOB blijven de kosten voor de rijopleiding voor zowel werkgever als kandidaat laag Voor beiden

geldt een eigen bijdrage van slechts 10% van het lesgeld Voor de afwikkeling van subsidies wordt


gebruik gemaakt van SOOB Subsidiepunt In 2017 zijn 8 022 subsidieaanvragen ingediend met een

subsidiebudget�van�€ 3,8�mln.�Bij�deze�aanvragen�waren�596�bedrijven�betrokken,�waarvan�265�ook�

al in 2016 en was er sprake van 1 546 nieuwe kandidaten

Omdat de subsidies van het ministerie SZW beschikbaar zijn tot eind maart 2018 en alleen

betrekking mogen hebben op daadwerkelijk uitgevoerde opleidingen, is bijna het gehele jaar

onverminderd doorgegaan met werven, matchen en opleiden van kandidaten Voor de periode

in 2018 geldt dan, dat geen nieuwe deelnemers kunnen instromen Deelnemers die al wel zijn

ingestroomd moeten tijdig de rijopleidingen afronden

Gebaseerd op de positieve ervaringen met het Sectorplan 2016-2017 hebben sociale partners al

in�de�zomer�van�2017�aan�het�Sectorinstituut�gevraagd�om�de�voorbereidingen�te�treffen�voor�

een�samenhangend�programma�ter�bevordering�van�instroom�van�nieuwe�chauffeurs,�middels�

doorstroom van zittend personeel en zij-instroom van belangstellenden van buiten de sector,

werkloos of werkend in een andere bedrijfstak Als uitgangspunt voor dit nieuwe programma gold,

dat er geen subsidiëring vanuit het ministerie van SZW meer mogelijk was Kort voor het einde

van het jaar presenteerde het Sectorinstituut haar plannen en besloot SOOB om voor 2018 met

een vernieuwd en samenhangend stimuleringsbeleid budget vrij te maken voor de instroom van

750 doorstromers en 750 zij instromers Medio februari 2018 is dit beleid geïntroduceerd onder

werknemers en werkgevers en onder potentiële zij instromers vanuit buiten de bedrijfstak

Experiment voor chauffeurs met werkloosheid bedreigd (Sectorplan 2016-2017)

Gebruikmakend van subsidies vanuit het Sectorplan is in 2016 een experiment gestart voor

chauffeurs�die�geconfronteerd�werden�met�werkloosheid�als�gevolg�van�reorganisatie�dan�wel�

faillissement Na ontvangst van de eerste signalen trad het Sectorinstituut in contact met deze

bedrijven�en�werden�chauffeurs�geïnformeerd�over�de�dienstverlening�van�het�Sectorinstituut.�

Allereerst�is�aangeboden�om�chauffeurs�te�bemiddelen�naar�een�nieuwe�werkgever.�Mocht�dit�niet�

mogelijk�zijn,�dan�bood�het�Sectorinstituut�deze�chauffeurs�de�mogelijkheid�om�tijdelijk�in�dienst�

te treden bij STL Werk B V , om vanuit die positie via tijdelijk werk, tot indiensttreding bij een nieuw

transportbedrijf�te�komen.�In�2016�zijn�7�bedrijven�benaderd�en�40�chauffeurs�ingestroomd�en�39�

uitgestroomd.�De�laatste�chauffeur�is�in�2017�uitgestroomd.�In�2017�zijn�geen�nieuwe�werknemers�

ingestroomd Gelet op de economische ontwikkeling konden werknemers die werkloos werden, al

dan niet met hulp van het Mobiliteitscentrum, relatief snel een nieuwe baan vinden

Behoud van personeel in de sector (reguliere activiteiten)

Duurzame inzetbaarheid

Het urgentiebesef onder werkgevers en werknemers om te investeren in inzetbaarheid groeit

Werknemers laten nog niet altijd het bijbehorende gedrag zien Als middel om het bewustzijn

onder werknemers en werkgevers te verhogen over het belang van veilig en gezond werken,

biedt het Sectorinstituut introductieprogramma’s en workshops aan onder de naam Drive Het


introductieprogramma dient om op een creatieve en laagdrempelige manier werknemers en

leidinggevenden voor het eerst te laten kennismaken met het belang van veilig en gezond werken

Als vervolg hierop worden workshops voor werknemers en leidinggevenden aangeboden Ruim

720 personen�hebben�deelgenomen�aan�de�introductieprogramma’s�en�aan�48�workshops.�Dat�is�

ruim 2,5 keer meer dan in 2016

In vervolg op het Sectorplan 2014-2015 heeft de branche nu de activiteiten uit het Sectorplan

op�het�gebied�van�duurzame�inzetbaarheid�volledig�gefinancierd�vanuit�SOOB.�Deze�activiteiten�

zijn gericht op zowel werknemers als ook werkgevers Om werknemers te stimuleren en te

faciliteren invulling te geven aan de eigen verantwoordelijkheid om zonder langdurige uitval de

opschuivende pensioenleeftijd te halen, biedt het Sectorinstituut werknemers de mogelijkheid

om een Inzetbaarheidscheck te doen Met de Inzetbaarheidscheck beoogt het Sectorinstituut om

werknemers in de sector te helpen hun vitaliteit, gezondheid en werkplezier te verbeteren De

check is een online vragenlijst Deze vragenlijst gaat over gezondheid (lichamelijk en mentaal),

werkbeleving, leefstijl en loopbaan Kortom over ‘inzetbaarheid’ Na het invullen van de vragenlijst

krijgt�de�werknemer�een�rapport�met�een�persoonlijk�advies.�In�2017�hebben�1.532 werknemers�de�

inzetbaarheidscheck ingevuld Met 54 van deze werknemers heeft aansluitend een inzetbaarheids-

gesprek plaatsgevonden

Werkgevers zijn nog beperkt gewend om een visie en strategie voor inzetbaarheid te ontwikkelen

en van daaruit maatregelen te nemen Ook ontbreekt vaak een goed zicht op de meerjarige

(financiële)�consequenties�van�verminderde�inzetbaarheid�en�langdurige�uitval.�Sectoradviseurs�

van het Sectorinstituut informeren bedrijven over nut en noodzaak van investeren in duurzame

inzetbaarheid en ondersteunen hen bij het uitwerken van een plan van aanpak om de inzetbaarheid

van medewerkers te borgen en/of te vergroten

Scholing van werkenden (SOOB Subsidiepunt)

SOOB�heeft�er�voor�gekozen�om�alleen�branchekwalificerende�scholing�te�subsidiëren.�Het�

gaat�daarbij�om�branche�specifieke�opleidingen�die�worden�afgesloten�met�een�onafhankelijk�

examen Door het subsidiëren van deze vorm van scholing draagt SOOB bij aan de kwaliteit

en professionalisering van de sector De sociale partners zetten daarnaast in op themagericht

subsidiebeleid.�Hiermee�kunnen�specifieke�en�voor�de�sector�belangrijke�ontwikkelingen�worden�

gestimuleerd.�In�dat�kader�is�er�jaarlijks�per�werknemer�€ 100,�subsidie�beschikbaar�voor�een�

praktijkdag�code�95.�Daarmee�wil�SOOB�stimuleren�dat�chauffeurs�tijdig�aan�hun�verplichtingen�

voldoen In 2017 was voor het tweede jaar sprake van een nieuw thema te weten Veiligheid

De sector kent relatief veel risico’s als het gaat om aanrijd- en valgevaar, fysieke belasting en

agressie�en�geweld.�Voor�een�aantal�opleidingen�op�dit�terrein�is�€ 100,�dan�wel�€ 200,�subsidie�

beschikbaar gesteld


In�2017�is�€ 3,5�mln.�aan�scholingssubsidies�toegezegd.�Dat�is�bijna�15%�meer�dan�in�2016.�

Binnen�dit�budget�geldt,�dat�voor�de�opleidingen�op�het�terrein�van�Veiligheid�ruim�€ 0,9�mln.�is�

aangevraagd voor 9 115 opleidingen

Belangrijk in de aanpak is dat de scholingssubsidie alleen mogelijk is als er wordt opgeleid via

een�SOOBgecertificeerde�opleider.�Het�Sectorinstituut�heeft�hiervoor�een�certificeringsregeling�

ontwikkeld, die zij uitvoert in samenwerking met KIWA Ultimo 2017 waren 216 opleiders

gecertificeerd�ofwel�ruim�20%�meer�dan�in�2016.�Via�de�internetapplicatie�SOOB�Subsidiepunt�

kunnen subsidieaanvragen worden ingediend In 2017 is voor ruim 24 000 werknemers subsidie

aangevraagd Daarbij waren 2 171 bedrijven betrokken

Code95check

Sectorinstituut verricht ook voorlichtingsactiviteiten in het kader van de Richtlijn Vakbekwaamheid,

de�verplichte�nascholing�voor�chauffeurs�(Code�95).�Tevens�kan�zij�een�adviesrol�vervullen�naar�

werkgevers die branchegewijs met elkaar samenwerken Om werkgevers te faciliteren bij het tijdig

starten van opleidingsactiviteiten in het kader van Code 95 is de website www code95check nl

beschikbaar Eind 2017 maakten 573 bedrijven gebruik van deze applicatie met gezamenlijk

9.415 chauffeurs.

Veilig en gezond werken

In 2016 is gestart met een langlopende Campagne Veilig en gezond werken Ook hierin wordt

de methode bij de bedrijven onder de aandacht gebracht In de Campagne is gekozen voor een

thematische aanpak gericht op zowel werkgevers als werknemers De thema’s van 2016 waren

fysieke belasting, RI&E en werkstress In 2017 is opnieuw aandacht gevraagd voor deze thema’s

De branche beschikt al geruime tijd over een branche RI&E Het aantal bedrijven dat hiervan

gebruik maakt is in 2017 gegroeid en bedraagt nu 563

Als middel om het bewustzijn onder werknemers en werkgevers te verhogen over het belang

van veilig en gezond werken, biedt het Sectorinstituut introductieprogramma’s en workshops

onder de naam DRIVE aan Het bewustwordingsprogramma dient om op een creatieve en

laagdrempelige manier werknemers en leidinggevenden voor het eerst te laten kennismaken

met het belang van veilig en gezond werken Als vervolg hierop zijn workshops voor werknemers

en leidinggevenden aangeboden Aan 48 workshops is door circa 720 personen deelgenomen

Dat is een verviervoudiging van het aantal in 2016 In het DRIVE aanbod is in 2017 voor het

eerst�ook�een�specifieke�workshop�voor�leidinggevenden�opgenomen.�In�totaal�hebben�daaraan�

30 leidinggevenden�deelgenomen.�


Op�verzoek�van�werkgevers�is�in�2016�gestart�met�de�ontwikkeling�van�branche�specifieke�

toolboxen die online geraadpleegd kunnen worden Daarbij waren 8 bedrijven, 80 werknemers

en 9 zogenaamde toolboxbeheerders betrokken In 2017 zijn 9 nieuwe toolboxen ontwikkeld,

waarmee het totaal uitkomt op 39 toolboxen In deze toolboxen worden zowel algemene als

wat�meer�specifieke�onderwerpen�toegelicht,�zoals�valgevaar,�pesten,�agressie,�lading�zekeren�

en�aanrijdgevaar�in�de�bouw.�De�toolboxen�bestaan�uit�korte�stukjes�tekst,�foto’s�en�video’s �

afgewisseld met vragen Elke toolbox wordt afgesloten met een vijftal toetsvragen De uitrol

hiervan naar bedrijven zal vanaf het tweede kwartaal 2018 gefaseerd plaatsvinden

Op 1 juli 2017 is de Arbowet gewijzigd De belangrijkste wijzigingen gaan over meer aandacht

voor preventie van verzuim en over meer inspraak voor werknemers Er zijn ook activiteiten

uitgevoerd om ervoor te zorgen dat de dienstverlening van het Sectorinstituut voldoet aan deze

wijzigingen Daarnaast zijn zowel werkgevers als werknemers uit de sector geïnformeerd over

de wijzigingen Hierbij is maximaal gebruik gemaakt van samenwerking met sociale partners Zo

zijn kennissessies voor werkgevers georganiseerd in samenwerking met TLN Voor werknemers

is in samenwerking met werknemersorganisaties voorlichting verzorgd op themadagen voor

leden van ondernemingsraden De training voor preventiemedewerkers is eveneens aangepast

naar aanleiding van de gewijzigde Arbowet Vanaf september tot het eind van het jaar zijn er 3

trainingen georganiseerd

Per 1 januari 2017 verliep de formele status van de Arbocatalogus Transport en Logistiek Sociale

partners hebben besloten de looptijd voor een periode van vijf jaar te verlengen Nadat enkele

aanpassingen zijn doorgevoerd en achterbanraadpleging succesvol heeft plaatsgevonden, is het

verzoek ter toetsing voorgelegd aan de Inspectie SZW We zijn in afwachting van de reactie

17 000 personen maken jaarlijks gebruik van de catalogus en bijbehorende 100 tipkaarten

Verzuim

De adviseurs verzuim voeren op locatie van werkgever persoonlijke gesprekken met werkgevers

en werknemers om te adviseren en invulling te geven aan de eisen van de wet verbetering

poortwachter, re-integratie én het inzetbaar houden van werknemers Door verzuim weer actief

onder de aandacht van potentiële klanten te brengen, is het aantal aangesloten werknemers met

2% gegroeid

De gemiddelde leeftijd van de aangesloten werknemers is gedaald naar 43 jaar en het percentage

chauffeurs�van�51�jaar�is�licht�gedaald.�Bekend�is�dat�oudere�werknemers�langer�(niet�vaker)�

verzuimen dan jongeren Daardoor kan worden geconstateerd dat binnen steeds meer bedrijven

het verzuim stijgt

Er zijn in 2017 669 keuringen uitgevoerd


Fuwa

SOOB bevordert dat functies conform de CAO voor het Beroepsgoederenvervoer worden

gewogen en ingedeeld Bedrijven kunnen advies en informatie inwinnen op het gebied van

functie�waardering�en�beloningsvraagstukken.�In�2017�zijn�18�bedrijven�bezocht en�zijn�29�functie

onderzoeken�uitgevoerd.�Dit�kan�voor�functies�die�binnen�de�salarissystematiek�van�de�CAO vallen.�

Aan advies, informatie en ondersteuning bij functiewaardering zijn voor bij SOOB aangesloten

bedrijven geen kosten verbonden In 2017 zijn 4 workshops gegeven, die eveneens als in

voorgaande jaren door TLN voor haar leden worden georganiseerd Deze workshops zijn bedoeld

om werkgevers wegwijs te maken en te laten oefenen met het indelen van functies

Ook werknemers kunnen kosteloos advies en informatie inwinnen over de indeling van hun functie

Hier wordt veelvuldig gebruik van gemaakt Wanneer er een blijvend meningsverschil is tussen

werknemer en werkgever over de indeling van een functie, kan de werknemer overwegen gebruik

te maken van de beroepsprocedure bij de Beroepscommissie Deze doet een bindende uitspraak

In 2017 zijn 5 beroepszaken afgerond In alle beroepszaken voert het Sectorinstituut de functie-

onderzoeken voor de commissie uit

Behoud van personeel (innovatie)

Branchekwalificatiestructuur (BKS) en beroepscompetentieprofielen (BCP’s)

In�2017�is�verder�gewerkt�aan�de�totstandkoming�van�de�Branchekwalificatiestructuur�Transport�

en�Logistiek�(BKS).�Onder�een�branchekwalificatiestructuur�wordt�verstaan�een�methode�om�

kennis, kunde en vaardigheden van (een) beroep(en) binnen de eventuele relevante wettelijke

kaders, inzichtelijk, beoordeelbaar (valideerbaar) en aantoonbaar te maken Het startpunt van de

BKS is het in kaart brengen van datgene wat een persoon een vakvolwassen beroepsbeoefenaar

maakt Hiervoor worden kennis, inzichten en vaardigheden beschreven op basis van de

verschillende�beschikbare�beroepsstandaarden�en�profielen,�zoals�wettelijke�beroepsvereisten,�

beroepscompetentieprofiel,�kwalificatiedossier�mbo,�Europese�standaarden�etc.�Uiteindelijk�

resulteert dit in een omschrijving van het beroep waar de hoofdtaken, subtaken en handelingen

tot leerdoelen uiteengerafeld zijn In 2017 is voor de machinist mobiele kranen een pilot afgerond

met�betrekking�tot�de�ontwikkeling�van�de�BKS�voor�deze�kwalificatie.�Sociale�partners�hebben�

vervolgens besloten om door te gaan met de ontwikkeling van de BKS en wel voor de logistieke

beroepen�op�kwalificatieniveau�0,�1�en�2.�Vooral�omdat�voor�deze�beroepen,�de�beroepsvereisten�

nauwelijks in wetgeving zijn vastgelegd, kan de BKS van grote betekenis zijn voor de horizontale

en verticale mobiliteit in de Logistiek Omdat de beoordeling op de werkvloer veelal zal plaats-

vinden door de praktijkopleider die ook de BBL-ers begeleidt, zal aan de bestaande opleider

Praktijkopleider,�een�specifieke�module�worden�toegevoegd,�die�is�gericht�op�het�beoordelen�

van de�logistieke�beroepsuitoefenaren.�


Mede gebaseerd op basis van de ervaringen met de BKS in 2017, hebben sociale partners eind 2017

besloten�de�ontwikkeling�van�beroepscompetentieprofielen�(BCP’s)�weer�op�te�pakken.�In�een�

beroepscompetentieprofiel�wordt�de�beroepsstandaard�vastgesteld,�die�gebruikt�kan�worden�als�

standaard�voor�de�BKS,�voor�de�MBO�kwalificatiedossiers,�maar�ook�voor�andere�dienstverlening�

van�het�Sectorinstituut.�Gestart�wordt�met�de�BCP’s�van�de�chauffeur�en�de�logistiek�medewerker.�

Ontwikkeling dienstverlening duurzame inzetbaarheid

Als innovatief beschouwen we ook de activiteiten, die zijn verricht om te komen tot een aanbod

aan dienstverlening voor werkgevers en werknemers om actief te worden op het gebied van

Duurzame Inzetbaarheid In 2017 is dit aanbod verder ontwikkeld en bekend gemaakt Het aanbod

omvat onder meer; diagnosemiddelen, opleidingen en trainingen, workshops en mogelijkheden

van coaching Deze innovatie is een vervolg maar tevens uitbreiding op de activiteiten die op

tijdelijke basis zijn uitgevoerd als onderdeel van het eerste Sectorplan Genoemd kunnen worden

de inzetbaarheidscheck voor werknemers en de inzetbaarheidsroute voor werkgevers Beide

vormen van dienstverlening zijn ook in 2017 aangeboden

ESF aanvraag Duurzame Inzetbaarheid

Eind 2016 heeft SOOB een subsidieaanvraag ingediend, gericht op de ontwikkeling van

een Mobiliteitsplatform Transport en Logistiek, ten behoeve van het duurzaam behoud van

vakmanschap door het vergroten van de sectorale mobiliteit Het betreft een aanvraag in het

kader�van�de�regeling�“ESF�20142020�Duurzame�Inzetbaarheid�regio’s�en�sectoren”.�Op�22 februari�

2017 is de beschikking van het ministerie van SZW ontvangen, waarin een subsidiebedrag

wordt�toegezegd�van�bijna�€ 250.000,�ofwel�50%�van�de�projectkosten.�De�uitvoering�van�het�

project moet gerealiseerd zijn voor 1 december 2018 SOOB heeft op 22 februari de beschikking

ontvangen�en�wel�voor�het�gevraagde�bedrag�van�€ 0,5�mln.�

Het project moet leiden tot een gedigitaliseerd mobiliteitsplatform Transport en Logistiek, dat

door het Sectorinstituut online beschikbaar kan worden gesteld aan werkgevers en werknemers

met behulp waarvan:

1 Werknemers d m v een loopbaancheck en advies de mogelijkheid krijgen om kansrijke en

effectieve�loopbaanroutes�uit�te�stippelen�gericht�op�horizontale�en�verticale�doorstroming;

2 Werkgevers d m v een personeelscheck de huidige werknemerspopulatie in kaart kunnen

brengen ten opzichte van de benodigde populatie in de toekomst (gekoppeld aan te plaatsen

vacatures);

3 Werkgevers en werknemers worden ondersteund in het voeren van inzetbaarheidsgesprekken

De realisatie van het project zal bijdragen aan een verdere ontwikkeling van dienstverlening op het

gebied van Duurzame Inzetbaarheid, zowel voor werkgevers als werknemers


In 2017 is in dit kader een onderzoek uitgevoerd onder werknemers De resultaten van dat

onderzoek zijn begin 2018 beschikbaar gekomen Loopbaanveranderingen en -wensen en

bevorderende en belemmerende factoren zijn in kaart gebracht De eerste stappen in de

ontwikkeling van een digitale platform zijn inmiddels gezet

AANDACHTSGEBIEDEN DIRECTIE

De heer De Vries voerde gedurende het gehele jaar de eenhoofdige directie Tot de reguliere

aandachtsgebieden behoorden: het aansturen van het managementteam (5) een groep van

sectoradviseurs (6), het leiding geven aan het reguliere proces van planning en control, en de

uitvoering van activiteiten uit het jaarplan

In 2017 hebben zich 3 bijzondere ontwikkelingen voorgedaan die bijzondere aandacht van de

directie vergden: organisatieontwikkeling, uitvoering van het Sectorplan SOOB en het vervolg

hiervan, en aandacht voor directe contacten met (nieuwe) werknemers en werkgevers in de sector

Organisatieontwikkeling

Om een meer evenwichtige onderverdeling in afdelingen te verkrijgen is de grote afdeling

Operations in 2 kleinere afdelingen opgesplitst De voorbereidingen hiertoe zijn in 2016

getroffen.�De�daadwerkelijke�implementatie�heeft�in�2017�plaatsgevonden.�Twee�nieuwe�

managers zijn benoemd en samen met deze managers is gewerkt aan een goede start van deze

nieuwe afdelingen Er is een plan van aanpak opgesteld door deze managers met als doel de

interne organisatie voor te bereiden voor een optimale integrale dienstverlening De focus is

gericht op klanttevredenheid van zowel werknemers als werkgevers en op het laten ervaren

van de toegevoegde waarde van het Sectorinstituut Hierbij is ook de samenwerking met de

sectoradviseurs van belang Deze adviseurs beheersen alle disciplines en verzorgen de contacten

met bedrijven en organisaties die van relatief grote betekenis zijn voor het Sectorinstituut

In 2017 zijn ook verschillende activiteiten verricht in het kader van het programma voor

managementontwikkeling Allereerst op niveau van het middenmanagement en later op het

niveau van het management De aanpak is groepsgewijs en individueel en is gericht op persoonlijke

ontwikkeling, ontwikkeling van professionele competenties en managementvaardigheden Een

groep met 11 medewerkers van het midden management is al in belangrijke mate gevorderd Een

2e groep is samengesteld en kort geleden begonnen

De organisatieontwikkeling vindt plaats in nauw overleg met de raad van toezicht en de

ondernemingsraad

Leiding geven aan de uitvoering van Sectorplan SOOB en zorgdragen voor vervolg

In het tweede Sectorplan van SOOB lag het accent op zij-instroom ter verkrijging van nieuwe

chauffeurs.�Al�in�2016�zijn�de�activiteiten�goed�op�gang�gekomen�en�deze�kregen�in�2017�een�

vervolg Dit heeft ertoe geleid dat over de totale projectperiode 2 670 kandidaten voor nieuwe


chauffeurs�zijn�geworven�en�zijn�begonnen�met�de�opleiding.�Voor�het�Sectorinstituut�is�sprake�van�

een project van relatief grote omvang De directie heeft leiding gegeven aan de uitvoering, waarbij

het accent lag op het onderhouden van de contacten met het bedrijfsleven en de betrokken

uitzendbureaus, maar ook met onderhouden van de contacten met de pers en een directe

betrokkenheid met de uitvoering door alle collega’s van het Sectorinstituut

Omdat�duidelijk�was�dat�in�2018�niet�meer�gerekend�kon�worden�op�cofinanciering�vanuit�het�

ministerie van SZW is in 2017 ook veel aandacht geschonken aan een vervolg van de activiteiten,

maar�dan�volledig�gefinancierd�door�SOOB.�Eind�2017�was�sprake�van�een�perspectief�op�een�

vernieuwde aanpak, met een samenhang tussen activiteiten gericht op doorstroom van zittend

personeel�en�zijinstroom�van�nieuwe�chauffeurs.�Het�beleid�en�het�plan�zijn�uiteraard�in�nauwe�

samenwerking met SOOB opgesteld

Directe contacten met (nieuwe) werknemers en werkgevers

De directie hecht groot belang aan het onderhouden van externe contacten Dit betreft zowel

contacten met (nieuwe) werknemers als met werkgevers Zowel in georganiseerd verband via

de organisaties van de sociale partners, maar ook in individuele contacten Bijeenkomsten van

vakbonden en werkgeversorganisaties werden bezocht en veelal zijn presentaties verzorgd

De directie acht de informatie die hieruit wordt verkregen van groot belang voor de nadere

concretisering van de dienstverlening van het Sectorinstituut en de aansturing van de eigen

organisatie

HRM IN CIJFERS

In 2017 is de organisatie voor wat betreft aantal werkzame personen nagenoeg stabiel gebleven

Dit geldt zowel voor de medewerkers, die werkzaam zijn bij Sectorinstituut Transport en

Logistiek BV als de gedetacheerde medewerkers, die zijn gedetacheerd door STL Werk B V bij

bedrijven in de sector De gedetacheerde medewerkers zijn BBL-ers, dan wel zij-instromers, die

maximaal�12 maanden�gedetacheerd�worden,�in�opdracht�van�4�uitzendbureaus,�waarmee�wordt�

samengewerkt in het project zij-instroom

Het ziekteverzuim is het afgelopen jaar licht gestegen naar 4,3% Verschillende activiteiten worden

voorbereid om het ziekteverzuim terug te dringen

2016 2017

Aantal medewerkers in dienst op 1 januari 131 151

Aantal medewerkers vertrokken 6 21

Aantal medewerkers in dienst gekomen 26 18

Aantal�medewerkers�in�dienst�per�31 december 151 148

Aantal�medewerkers�in�dienst�per�31 december�(in�fte) 131,1 126,4


2016 2017

Aantal medewerkers gedetacheerd op 1 januari 1 721 1 809

Aantal�medewerkers�gedetacheerd�op�31 december 1 809 1 798

Totaal aantal medewerkers op 1 januari 1 852 1 960

Totaal�aantal�medewerkers�op�31 december 1 960 1 946

Gemiddeld aantal medewerkers 1 906 1 953

Ziekteverzuim (exclusief zwangerschap) 4,1% 4,3%

Voor 2018 geldt, dat de directie uitgaat van een consolidatie van het aantal directe medewerkers

Voor eenmalige activiteiten, bijvoorbeeld op het gebied van innovatie van processen of dienst-

verlening, zal op tijdelijke basis menskracht worden ingezet

FINANCIËLE RESULTATEN

De omzet bestaat uit inkomsten voor verzuimbegeleiding, preventieve dienstverlening, Opleiding

en Ontwikkeling, detachering, en een bijdrage van het O&O-fonds SOOB voor sectorale projecten

De�omzet�voor�Verzuimbegeleiding�kwam�uit�op�€ 2,1�mln.,�€ 0,3�mln.�hoger�dan�2016.�

De�omzet�preventieve�dienstverlening�bedroeg�in�2017�€ 0,15�mln.,�bijna�een�halvering�ten�

opzichte van 2016 De reden is dat in 2016 in verband met Code 95-verplichtingen zeer veel

keuringen waren In 2017 lag dit weer op het niveau van 2015

De�omzet�voor�Opleiding�&�Ontwikkeling�bedroeg�€ 5,0�mln.�Dit�is�vergelijkbaar�met�2016.

De�bijdrage�van�het�O&Ofonds�SOOB�bedroeg�€ 25,4�mln.�Deze�bijdrage�was�bestemd�voor�de�

dekking van de kosten van de uitvoering van brancheprojecten, waaronder de Sectorplannen, en is

inclusief de verstrekte scholingssubsidies aan bedrijven en BBL’ers

Voor het detacheren van BBL-leerlingen geldt, dat er eind 2017 in totaal 1 645 leerling-werknemers

in�dienst�waren.�De�totale�netto�omzet�van�Detachering�bedroeg�€ 32,6�mln.�Dat�is�€ 3,1�mln.�meer�

dan in 2016 De stijging is voornamelijk te danken aan hogere tarieven De stijging in de tarieven

waren noodzakelijk om de stijging in de salariskosten te compenseren Hierdoor is de brutomarge

in absolute zin gelijk gebleven

De�totale�beheerskosten�bedroegen�€ 15,3�mln.,�en�kwamen�daarmee�€ 0,3�mln.�hoger�uit�dan�vorig�

jaar Dit was voornamelijk te danken aan een stijging van de personeelskosten

Het�resultaat�voor�belastingen�bedroeg�€ 0,05�mln.�en�is�daarmee�€ 0,48�mln.�lager�dan�2016.�


FINANCIËLE KENGETALLEN

De�directie�hecht�waarde�aan�het�presenteren�van�de�belangrijkste�financiële�kengetallen.�

2016 2017

Bruto marge Opleiding & Training 22,5% 25,4%

Bruto marge Detachering 13,3% 12,1%

Bruto marge Verzuimbegeleiding 71,5% 65,6%

Solvabiliteit STL 48,1% 41,8%

Liquiditeit�STL�(current�ratio) 1,8 1,6

RISICO’S EN ONZEKERHEDEN

Strategie

De strategische koers voor de organisatie is ten tijde van het fusieproces in 2014 door sociale

partners bepaald en is vastgelegd in statuten en vervolgens in de daarop volgende jaarplannen

Vanaf 2014 is de koers sterk bepaald door de uitvoering van de Sectorplannen Deze uitvoering

zal in het eerste kwartaal van 2018 worden beëindigd, omdat de mogelijkheden van subsidiëring

vanuit het ministerie van SZW dan ophouden te bestaan Sociale partners hebben echter in 2017

samen met het Sectorinstituut nauw samengewerkt aan een vervolg, maar dan volledig met eigen

financiering�vanuit�SOOB.�Dit�heeft�ertoe�geleid�dat�begin�2018�een�aantrekkelijk�vernieuwd�

aanbod�beschikbaar�is�voor�de�instroom�van�nieuwe�chauffeurs,�via�doorstroom�van�zittend�

personeel en zij-instroom van nieuw personeel

Met betrekking tot de strategische koers is ook de totstandkoming van een nieuwe 5-jarige CAO

voor de branche van betekenis Deze cao is per 12 september 2017 door de minister van SZW

algemeen verbindend verklaard voor de periode 1 juli 2017 tot en met 30 juni 2022 In deze nieuwe

cao zijn artikelen opgenomen die van directe betekenis zijn voor het Sectorinstituut, met name op

het gebied van Duurzame Inzetbaarheid en Employability en Vitaliteit

Naast het beleid van de sociale partners wordt de strategie ook voor een belangrijke gedeelte

beïnvloed door het beleid van de Overheid In dit kader is het regeerakkoord van het nieuwe

kabinet van belang, dat op 10 oktober 2017 is gepubliceerd In dit akkoord wordt geconstateerd,

dat veel werkenden tijdens hun loopbaan weinig aan bijscholing doen Dit is in het bijzonder het

geval voor lager opgeleiden en ouderen Om die reden, en om ervoor te zorgen dat iedereen zich

na�het�afstuderen�kan�blijven�ontwikkelen,�heeft�het�kabinet�de�inzet�om�de�fiscale�aftrekpost�

voor scholingskosten te vervangen door een individuele leerrekening Deze rekening moet het

levenslang-leren beleid vanuit de overheid bundelen Met sociale partners en onderwijsinstellingen

worden afspraken gemaakt over hun bijdrage aan een levenslang leren bij de invoering van deze

scholingsregeling Hierbij wordt ook de positie van de O&O-fondsen betrokken Om een cultuur-

omslag te bewerkstelligen voor ouderen op de arbeidsmarkt is een ambitieus leeftijdsbewust


personeelsbeleid nodig Het kabinet verwacht van sociale partners dat ze hier niet vrijblijvende

afspraken over maken, met aandacht voor scholing, intersectorale mobiliteit, zicht op minder

belastend�werk�en�de�nut�en�noodzaak�van�specifieke�voorzieningen�voor�ouderen�in�cao’s.�

Inmiddels hebben sociale partners de eerste initiatieven genomen om met het ministerie van SZW

hierover in gesprek te treden De sociale partners gaan er daarbij vanuit dat de nadere uitwerking

van het nieuwe kabinetsbeleid de positie van de O&O-fondsen versterkt, waarmee de strategie

voor het Sectorinstituut niet in gedrang komt

Operationele activiteiten

Eind 2016 zijn enkele organisatorische wijzigingen doorgevoerd en begin 2017 zijn management-

posities volledig ingevuld De verwachting is dat de huidige structuur voldoende sterk is om de

activiteiten�in�de�komende�jaren�op�een�doeltreffende�wijze�uit�te�voeren.�

Het accent is in 2017 gelegd op de verhoging van de kennis en vaardigheden van de medewerkers,

in het bijzonder van het management en middel management Ook zijn de nodige initiatieven

genomen om binnen de organisatie extra aandacht te besteden aan de verhoging van meer

marktgericht denken en handelen Van belang is ook om te wijzen op de voortdurende aandacht

voor de ontwikkeling van ondersteunende ICT applicaties Op belangrijke onderdelen hebben

innovaties�plaatsgevonden,�waarmee�een�stevige�basis�voor�een�efficiënte�uitvoering�van�de�

werkzaamheden is gelegd

Financiële positie en (vermogens)beleid

De�financiële�positie�van�de�organisatie�wordt�als�gezond�beschouwd.�Er�worden�geen�bijzondere�

risico’s en onzekerheden voorzien De directie heeft met de raad van toezicht haar vermogens-

beleid�opgesteld�en�beoordeelt�jaarlijks�deze�positie.�De�financiële�positie�heeft�een�dusdanige�

omvang,�dat�bij�het�wegvallen�van�inkomsten�van�het�O&Ofonds�SOOB,�voldoende�buffer�

aanwezig is om tegenvallers op te vangen

Wet- en regelgeving

Zowel het Sectorinstituut als eigen organisatie, als ook haar dienstverlening is sterk afhankelijk

van bestaande en nieuwe weten regelgeving Directie en management hebben voortdurend

aandacht hiervoor Zo is afgelopen jaar met het ministerie van SZW met succes overleg gevoerd

over een vrijstelling voor de WAS (Wet aanpak schijnconstructies) in verband met de inhoudingen

die worden gedaan op de salarissen van de BBL-leerlingen Het Sectorinstituut zal regelmatig

monitoren of zij nog aan gestelde voorwaarden voldoet Ook is voortdurend aandacht voor het

juist toepassen van de Inlenersbeloning, omdat het Sectorinstituut de verloning voor haar BBL-

leerlingen in eigen beheer uitvoert


In het afgelopen jaar zijn wederom weer de nodige maatregelen genomen op het gebied van

privacy wetgeving Enerzijds gericht op het verhogen van bewustwording en anderzijds gericht

op het doorvoeren van maatregelen Daarmee wordt geanticipeerd op de Algemene verordening

gegevensbescherming�(AVG),�die�vanaf�25�mei 2018�van�toepassing�is.�

Ook wordt gewezen op de wijzigingen in de Arbowet, die in 2017 door de Tweede Kamer zijn

goedgekeurd Hoewel de wijzigingsvoorstellen niet substantieel van aard waren, hebben we onze

dienstverlening hierop afgestemd

In het nieuwe regeerakkoord worden tevens enkele maatregelen aangekondigd, die van

betekenis zijn voor het Sectorinstituut Genoemd worden: de verruiming van de mogelijkheid om

scholingskosten in mindering te brengen op de transitievergoeding, de wijzigingen in de periode

waarna elkaar opeenvolgende tijdelijke contracten overgaan in een contract voor onbepaalde tijd

(deze wordt verlengd van twee naar drie jaar) en de mogelijkheden voor een langere proeftijd om

het aangaan van een contract voor onbepaalde tijd aantrekkelijker te maken voor werkgevers Deze

maatregelen kunnen van betekenis zijn voor het Sectorinstituut, zowel voor de eigen organisatie

als haar dienstverlening

De handhaving van de wet DBA is verder uitgesteld Opdrachtgevers en zzp‘ers krijgen tot

1 januari 2020�geen�naheffingen�en�boetes.�Dit�staat�in�de�Kamerbrief�van�de�minister�van�SZW�

en de staatssecretaris van Financiën Het kabinet streeft naar nieuwe weten regelgeving op

1 januari 2020�om�de�Wet�Deregulering�beoordeling�arbeidsrelaties�(Wet�DBA)�te�vervangen.�Tot�

die tijd wordt de handhaving van de Wet DBA opgeschort Dat betekent dat er niets verandert voor

opdrachtgevers en opdrachtnemers die niet kwaadwillend zijn

Om verschillende redenen zijn alle hiervoor genoemde (voorgenomen) maatregelen van betekenis

voor het Sectorinstituut De directie zal de ontwikkelingen nauwlettend volgen en zo nodig tijdig

maat�regelen�treffen�om�dienstverlening�dan�wel�processen�van�belang�voor�de�eigen�bedrijfs

voering, aan te passen

VERWACHTING 2018

Voor 2018 heeft de directie de focus ingesteld op drie ontwikkelingen:

1 de instroom van nieuwe medewerkers in de sector;

2 activiteiten gericht op duurzame inzetbaarheid van medewerkers in de sector;

3 activiteiten gericht op de versterking van het Sectorinstituut

Voor wat betreft de instroom van nieuwe medewerkers in de sector zal het Sectorinstituut allereerst

het�accent�leggen�op�de�instroom�van�nieuwe�chauffeurs,�middels�doorstroom�(zittend�personeel)�

en zij-instroom (nieuw personeel) Samen met sociale partners is een vernieuwd stimuleringsbeleid

� 29

ontwikkeld.�De�financiering�hiervan�vindt,�nu�er�geen�mogelijkheid�meer�is�voor�financiering�

vanuit SZW (sectorplannen), volledig plaats door SOOB Er is ruimte voor het subsidiëren van de

rijopleidingen voor 750 doorstromers en 750 zij-instromers

Het Sectorinstituut zal een krachtige campagne verzorgen en ook weer zorgdragen voor een

zorgvuldig wervings- en selectieproces, met o a de inpassing van een inmiddels beproefde test

Instroom�van�nieuwe�chauffeurs�zal�natuurlijk�ook�weer�plaatsvinden�met�de�BBL�detacheer

activiteit van het Sectorinstituut Voor 2018 is voorzien in de instroom van 1 000 nieuwe BBL-ers

Ook hier geldt, dat door de gewijzigde arbeidsmarkt, de aanpak weer aangepast zal moeten

worden, om te kunnen blijven rekenen op een instroom van deze omvang

Met betrekking tot de instroom, zal ook sprake zijn van een wezenlijke vernieuwing in de

dienstverlening Het Sectorinstituut heeft van sociale partners het verzoek gekregen om

dienstverlening te ontwikkelen ter bevordering van de instroom van HBO-geschoolden

HBO-geschoold personeel is van grote betekenis voor de professionalisering van de bedrijven

Geconstateerd moet echter worden dat het imago van de sector voor deze doelgroep nog

niet sterk ontwikkeld is Ook lijkt er sprake te zijn van discrepanties tussen de vraag vanuit het

bedrijfsleven en het onderwijsaanbod

Voor wat betreft activiteiten gericht op duurzame inzetbaarheid van medewerkers in de sector,

geldt dat de relevantie van activiteiten op dit terrein nu door alle betrokkenen stevig wordt

onderschreven Het Sectorinstituut heeft de afgelopen jaren de nodige ervaringen opgedaan met

activiteiten op dit terrein Eerder in dit jaarverslag zijn de resultaten toegelicht Voor 2018 is het

van belang, dat de dienstverlening nu op een samenhangende wijze stevig wordt geïntroduceerd

onder werkgevers en werknemers Het wordt tijd dat werkgevers en werknemers overgaan

tot het nemen van concrete acties op het terrein van duurzame inzetbaarheid Allereerst in

het belang van de gezondheid van de individuele werknemers Voor werknemers geldt dat de

AOW-leeftijd in stappen omhoog gaat naar 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021 Vanaf 2022 is de

AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting Voor bepaalde beroepscategorieën geldt

dat�de�beroepsuitoefening�dermate�zwaar�is,�dat�zonder�het�treffen�van�specifieke�maatregelen�

voortijdige uitstroom dreigt Dat is niet in het belang van de individuele werknemer, ook niet van

het bedrijf waar de werknemer actief is en ook niet voor de sector als geheel, die te maken heeft

met toenemende arbeidsmarktkrapte Het Sectorinstituut zal met aansprekende campagnes en

een�aanbod�van�doeltreffend�ondersteuning,�werknemers�en�werkgevers�ondersteunen.�

Voor wat betreft de activiteiten gericht op de versterking van het Sectorinstituut zijn in 2017 enkele

structurele maatregelen genomen, alsmede zijn alle posities in het management vervuld Voor

(middel) management is bovendien een omvangrijk opleidingsprogramma in uitvoering De directie

heeft met deze maatregelen vertrouwen in de verdere professionalisering binnen de organisatie

Deze is nodig, omdat ook voor het Sectorinstituut sprake is van gewijzigde marktomstandigheden


met nieuwe uitdagingen, die waargemaakt moeten worden Daarbij is de inzet van ICT van steeds

groter belang Ook op dit terrein zijn de afgelopen jaren de nodige stappen gezet, die in 2018

haar vruchten zullen afwerpen Voor 2018 zal de directie de resultaten kritisch volgen en zo nodig

nieuwe�maatregelen�op�het�gebeid�van�HR�en�ICT�nemen,�met�als�doel�een�effectieve�en�efficiënte�

werkorganisatie

Gelet op de maatschappelijke ontwikkelingen en de toekomstagenda’s van de sociale partners

ziet de directie veel toekomstmogelijkheden voor het Sectorinstituut Transport en Logistiek

Het Sectorinstituut zal de komende jaren van grote betekenis zijn bij het verminderen van de

arbeidsmarktproblematiek van bedrijven en van werknemers

De ervaringen die de directie ook afgelopen jaar weer heeft opgedaan stemmen tot optimisme

Dat geldt zowel voor de samenwerking met managementteam en personeel als voor de samen-

werking met de sociale partners, in het bijzonder met de raad van toezicht Betrokkenheid van

werkgevers en werknemers is daarbij onmisbaar

FINANCIËLE VERWACHTING

Onderstaand is de geconsolideerde begroting voor 2018 gepresenteerd

Bedragen x €1.000

Baten 55 643

Lasten 55 313

Saldo Baten en Lasten 330

Financiële Baten en Lasten -29

Resultaat voor belastingen 301

De volgende toelichting kan worden gegeven BBL-leerlingen zijn twee jaar in dienst, en een

groot deel van de arbeidscontracten loopt door in 2017 Daarnaast stromen er dit schooljaar weer

nieuwe leerlingen in De inkomsten voor verzuimbegeleiding nemen toe uitgaande van meer

afgesloten kalenderjaarcontracten De omzet preventieve dienstverlening zal gelijk blijven Verder

is de verwachting dat de omzet voor Opleiding en Training iets lager zal zijn dan in 2017 als gevolg

van het sluiten van het Truck Simulatie Centrum in Houten De bijdrage van het O&O-fonds zal in

lijn liggen met de begroting


Geconsolideerde Jaarrekening


) 000.1 € * () 000.1 € * (.oN

Activa

Immateriële Vaste Activa 1.927 1erawtfoS 266 1 435gnireovtiu ni avitcA -

2 263 266 1

Materiële Vaste Activa 2.-seitallatsnI ehcsinhceT 6

Inventaris en Apparatuur 281 094 2neleddimreovreV 2

283 894

Financiële Vaste Activa 3. 231 441

Vlottende Activa 4.218 3neruetibeD 375 3

-seimerP elaicoS ne negnitsaleB 43 822negniredroV egirevO - 883 2avitcA ednepolrevO 901 2

6 429 617 5

Liquide Middelen 5. 25 061 841 22

34 267 861 03

31 december 2017 31 december 2016

Geconsolideerde Balans(PER 31 DECEMBER 2017 VOOR RESULTAATBESTEMMING)


) 000.1 € * () 000.1 € * (.oN

Passiva

Groepsvermogen 6.256 31evreser enemeglA 066 31 234evreser ekjiletteW - 044nevaH sdnofsgnimmetseB 274

-taatluseR dleedreV 193 -212taatluseR dleedrevnO -

14 312 325 41

Voorzieningen 7. 157 -

Kortlopende Schulden 8

410 2neruetiderC 773 2 017 8nejitraP nednobreV 788 4 792 1nalpeidutS 965 1 806 1seimerP elaicoS ne negnitsaleB 365 1 211 3nedluhcS egirevO 155 2 650 3avissaP ednepolrevO 896 2

19 798 546 51

34 267 861 03

31 december 2017 31 december 2016

Geconsolideerde Balans (PER 31 DECEMBER 2017 VOOR RESULTAATBESTEMMING)


Geconsolideerde Staat van Baten en Lasten over 2017

) 000.1 € * () 000.1 € * (.oN

Omzet en Kostprijs Omzet 9.

048 93tezmO 006 63 -802 33tezmO sjirptsoK -141 03

Brutomarge Omzet 6 632 954 6

Overige Opbrengsten en Kostprijs Overige Opbrengsten 10.

273 52netsgnerbpO egirevO 923 42 -560 71netsgnerbpO egirevO sjirptsoK -692 51

Dekkingsbijdrage Overige Opbrengsten 8 306 330 9

Brutomarge / Dekkingsbijdrage Totaal 14 939 294 51

Algemene Beheerskosten 11.

027 01netsoksleenosreP 082 01 560 1netsaL elaicoS 440 1 915netsoksgnivjirhcsfA 884 449 2netsoK enemeglA ne egirevO 829 2 54netsaL ne netaB erednozjiB 952

15 294 000 51

Saldo Baten en Lasten 355- 294

Financiële Baten en Lasten 12. 1- 53 Bijzondere Baten en Lasten 13. 405 -

Resultaat voor Belastingen 50 725

Belastingen 14. 262- -631

Resultaat na Belastingen 212- 193

61027102


) 000.1 € * () 000.1 € * (

Kasstroom uit Operationele Activiteiten

Bedrijfsresultaat 355- 294

Aanpassingen547AVI negnivjirhcsfA 623 503AVM negnivjirhcsfA 253

Mutaties Werkkapitaal-317negniredroV 711 1

351 4nedluhcS ednepoltroK 965 751negnineizrooV -06

Saldo Aanpassingen 4 647 403 2

-1tseretni negnavtnO 53 504netsaL ne netaB erednozjiB

-843gnitsalebspahcstoonneV -681

4 349 546 2

Kasstroom uit Investerings Activiteiten

(Des)investeringen Immateriële Vaste Activa 1 346- -054 1 (Des)investeringen Materiële Vaste Activa 91- -661

1 437- -616 1

Mutatie Liquide Middelen 2 912 920 1

841 22neleddiM ediuqiL dnatsnigeB 911 12

Eindstand Liquide Middelen 25 061 841 22

61027102

Geconsolideerd Kasstroomoverzicht over 2017


Toelichting op de Geconsolideerde Balans en Staat van Baten en Lasten

GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA

Algemeen

De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, in het

bijzonder�Richtlijn�640�"organisaties�zonder�winststreven."

De jaarrekening is opgesteld in duizenden euro’s, tenzij anders vermeld Activa en passiva worden

gewaardeerd tegen de nominale waarde, tenzij een andere waarderingsgrondslag is vermeld In de balans

en staat van baten en lasten zijn referenties opgenomen waarmee wordt verwezen naar de toelichting

Groepsverhoudingen

Stichting Sectorinstituut Transport & Logistiek heeft een 100% kapitaalsbelang in Sectorinstituut

Transport�&�Logistiek�B.V.,�beide�gevestigd�te�Gouda.

Sectorinstituut Transport & Logistiek B V heeft een 100% kapitaal belang in STL Werk B V , eveneens

gevestigd te Gouda

De cijfers van Sectorinstituut Transport & Logistiek B V maken onderdeel uit van de jaarcijfers

(consolidatie) van Stichting Sectorinstituut Transport & Logistiek als gevolg van het feit dat Stichting

Sectorinstituut�Transport�&�Logistiek�invloed�kan�uitoefenen�op�het�operationele�en�financiële�beleid�

van Sectorinstituut Transport & Logistiek B V

Vergelijking met Voorgaand Jaar

De gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het

voorgaande jaar De vergelijkende cijfers zijn waar nodig aangepast aan de huidige presentatie Dit heeft

geen�gevolgen�voor�het�vermogen�en�resultaat.

Immateriële Vaste Activa

De immateriële vaste activa is gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve

afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen De afschrijvingen

worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast

percentage van de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een eventuele residuwaarde Afschrijving

vindt plaats van het moment van ingebruikname

Binnen STL is zowel sprake van bij derden aangekochte software als intern ontwikkelde software (zgn

regielaag) De kosten die samenhangen met bij derden aangekochte software omvat de inkoopprijs

inclusief alle direct toe te rekenen uitgaven om het actief geschikt te maken voor het voorgenomen


gebruik Deze kosten worden geactiveerd Met betrekking tot de intern ontwikkelde software wordt in

beginsel een onderscheid aangebracht tussen onderzoeks en ontwikkelingskosten Onderzoekskosten

komen direct ten laste van het resultaat gezien de onzekerheid omtrent de realisatie van toekomstige

economische voordelen

Ontwikkelingskosten komen alleen voor activering in aanmerking indien aan alle voorwaarden van

RJ 210 224 is voldaan Intern ontwikkelde software en van derden aangekochte software worden

verantwoord als activa en worden lineair afgeschreven over hun gebruiksduur variërend van 3 tot 5 jaar

Voor ontwikkelingskosten die samenhangen met intern ontwikkelde software wordt een wettelijke

reserve gevormd De wettelijke reserve wordt gevormd ten laste van de overige reserves

Materiële Vaste Activa

De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, verminderd met de cumu la-

tieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen De afschrijvingen

worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een

vast percentage van de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een eventuele residuwaarde Er wordt

afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming

Financiële Vaste Activa

Onder�de�financiële�vaste�activa�is�een�actieve�belastinglatentie�opgenomen,�indien�en�voor�zover�het�

waarschijnlijk is dat realisatie van de belastingclaim te zijner tijd zal kunnen plaatsvinden Deze actieve

latentie is gewaardeerd tegen de nominale waarde en heeft overwegend een langlopend karakter

De deelneming in Sectorinstituut Transport & Logistiek B V wordt gewaardeerd tegen de netto

vermogenswaarde

Vorderingen

Vorderingen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde onder aftrek van noodzakelijk geachte

voorzieningen voor oninbaarheid en zijn allen kortlopend

Liquide Middelen

Liquide�middelen�bestaan�uit�kas,�banktegoeden�en�deposito’s�met�een�looptijd�korter�dan�twaalf�

maanden

Voorziening Verlieslatend Contract TSC

Als gevolg van de sluiting van het Trucksimulatiecentrum te Houten is een voorziening gevormd De

voorziening bestaat voornamelijk uit de verplichting tot doorbetaling van de lopende huurpenningen

voortvloeiend uit de bestaande huurovereenkomst met de verhuurder en de kosten in verband met het

in oude�staat�terugbrengen�van�het�pand.�De�voorziening�is�gewaardeerd�tegen�de�nominale�waarde.


Toelichting op de Geconsolideerde Balans en Staat van Baten en Lasten (vervolg)

GRONDSLAGEN VOOR BEPALING VAN HET RESULTAAT

Algemeen

Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de opbrengstwaarde van de geleverde prestaties

en de kosten en andere lasten over het jaar De resultaten op transacties worden verantwoord in het

jaar waarin zij zijn gerealiseerd Verliezen zodra zij voorzienbaar zijn Subsidies worden in het resultaat

verantwoord�zodra�het�waarschijnlijk�is�dat�de�desbetreffende�subsidies�zullen�worden�ontvangen.

Omzet en Kostprijs Omzet

Onder�omzet�wordt�verstaan�de�aan�derden�in�rekening�gebrachte�c.q.�te�brengen�bedragen�voor�

de geleverde goederen en diensten onder aftrek van kortingen en exclusief omzetbelasting De

kostprijs omzet wordt bepaald op historische basis en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij

betrekking hebben

Overige Opbrengsten en Kostprijs Overige Opbrengsten

De overige opbrengsten hebben betrekking op ontvangen subsidies en bedrijfstakbijdragen over het

boekjaar De kostprijs overige opbrengsten heeft betrekking op externe kosten die aan projecten in

opdracht van de subsidieverstrekker worden uitgevoerd De interne kosten die betrekking hebben op

deze projecten worden in de bedrijfskosten verwerkt

Subsidies

Subsidies worden verantwoord in het verslagjaar waarin deze zijn gerealiseerd De kosten, betrekking

hebbende op de subsidieactiviteiten worden toegerekend aan het juiste verslagjaar

Afschrijvingen

Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de geschatte economische

levensduur

Belastingen

De belastingen over de resultaten omvatten zowel de op korte termijn te verrekenen belastingen als

de�latente�belastingen,�rekening�houdend�met�fiscale�faciliteiten�en�nietaftrekbare�kosten.�Op�winsten�

worden geen belastingen in mindering gebracht indien en voor zover compensatie van deze winsten met

een in voorgaand jaar geleden verlies mogelijk is

Op verliezen worden belastingen in mindering gebracht, indien compensatie met in voorgaande jaren

behaalde winsten mogelijk is en dit leidt tot belastingrestitutie Tevens worden belastingen in mindering

gebracht indien waarschijnlijk mag worden aangenomen dat compensatie van verliezen met toekomstige

winsten mogelijk is


Verbonden Partijen

Stichting Sectorinstituut Transport & Logisitiek heeft als verbonden partij Sectorinstituut Transport en

Logistiek B V

Als verbonden partij worden alle rechtspersonen aangemerkt waarover overheersende zeggenschap,

gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend Ook rechtspersonen die

overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij In dit kader

wordt O&O Fonds SOOB aangemerkt als een verbonden partij

Transacties van betekenis met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale

marktvoorwaarden zijn aangegaan Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie en

andere�informatie�die�nodig�is�voor�het�verschaffen�van�het�inzicht.

Voor zover voor het vereiste inzicht noodzakelijk wordt geacht worden de verbonden partijen afzonderlijk

opgenomen en toegelicht

Copyright © juni 2018 Sector instituut Transport en Logistiek. Aan deze informatie kunnen geen rechten worden ontleend.

BEZOEKADRES

Kampenringweg 43

2803 PE Gouda

POSTADRES

Postbus 308

2800 AH Gouda

TIJDENS

KANTOORUREN

088 – 2596111

24/7 ONLINE

BEREIKBAAR

[email protected]

www.stlwerkt.nl

Geconsolideerd Jaarverslag 2017 Stichting Sectorinstituut … ons... · 2018-06-19 · Voor de raad...

Documents

Transcript of Geconsolideerd Jaarverslag 2017 Stichting Sectorinstituut … ons... · 2018-06-19 · Voor de raad...