Fragment uit mijn onderzoeksverslag

1. Conclusie Aan de hand van de resultaten per deelvraag, welke in het vorige hoofdstuk beschreven zijn, zal er in dit hoofdstuk een antwoord gegeven worden op de hoofdvraag van dit onderzoek, namelijk:Wat kan zorgboerderij ‘de Koningshoeve Kids’ doen om de doelgroepgerichtheid van de door haar geboden zorg te verbeteren, waarbij zij rekening houdt met de wensen van de 14 samenwerkende Twentse gemeentes ten aanzien van het zorgaanbod van zorgboerderijen binnen hun gemeentes?

Uit de interviews met de cliënten en hun ouders, komt allereerst naar voren dat zij over het algemeen erg tevreden zijn over de doelgroepgerichtheid van de geboden zorg. De cliënten en de ouders van cliënten zijn tevreden over de bejegening en vinden dat er een prettige sfeer hangt op de zorgboerderij. Ouders geven aan dat gemaakte afspraken goed nagekomen worden en de cliënten zijn tevreden over de activiteiten die zij op de zorgboerderij doen. Deze activiteiten, maar ook de manier waarop de begeleiders met de cliënten omgaan, passen volgens de respondenten goed bij wie zij zijn. Toch zien alle respondenten punten voor verbetering of verrijking van de doelgroepgerichtheid van zorgboerderij ‘de Koningshoeve Kids’. Zo noemen de cliënten verschillende activiteiten die zij graag (vaker) zouden willen doen, bijvoorbeeld vissen en paardrijden. Deze antwoorden zijn echter niet te generaliseren voor alle cliënten van zorgboerderij ‘de Koningshoeve Kids’, omdat alle cliënten andere interesses hebben. Belangrijk is dus dat de begeleiders bij de keuze voor activiteiten rekening houden met wat de cliënten leuk vinden en hun activiteiten daarop afstemmen. Het zal waarschijnlijk moeilijk zijn om altijd activiteiten te doen die aansluiten bij alle cliënten, maar door af te wisselen kan er wel zo veel mogelijk rekening gehouden worden.De ouders van de cliënten die worden gebracht, zijn tevreden over de hoeveelheid informatie die zij krijgen over hoe het met hun kind gaat op de boerderij. Ook over de manier van informatieverstrekking, mondeling na elke dag, voornamelijk bij bijzonderheden en tijdens evaluatiemomenten, zijn zij tevreden. De ouder die haar kind niet meer ophaalt bij de zorgboerderij, geeft aan dat zij wel vaker zou willen horen hoe het met haar dochter gaat. Of dit voor alle ouders wier kind zelfstandig naar de zorgboerderij gaat geldt, is op basis van deze ene ouder niet te zeggen. Wel blijkt dat alle ondervraagde ouders het prettig vinden dat zij op de hoogte worden gehouden van hoe het met hun kind gaat op de boerderij. Dit zal dan waarschijnlijk ook gelden voor de niet ondervraagde ouders. Uit de antwoorden van de respondenten bij deelvraag 1, blijkt ook dat de cliënten van zorgboerderij ‘de Koningshoeve Kids, verschillende begeleidingsbehoeften hebben. De ene cliënt heeft behoefte aan meer rust wanneer hij niet lekker in zijn vel zit, een andere cliënt heeft behoefte aan consequentie en er zijn cliënten die behoefte hebben aan veel positieve bekrachtigingen. Ook respondent twee heeft aangegeven dat zij het prettig vind om te weten wat haar leerdoelen zijn, zodat ze ook weet wat zij goed doet. Daarin komt ook het stukje positieve bekrachtiging naar voren. Ook hier kunnen geen generaliserende uitspraken worden gedaan. Alle cliënten zijn verschillend, ondanks eventuele gelijke problematieken. Dit sluit ook aan bij wat er in de inleiding is gezegd over deze problematieken, namelijk dat geen twee cliënten met dezelfde problematiek hetzelfde zijn (De Beer, 2011) (Rigter, 2010).Het bieden van voldoende uitdaging op het niveau van de cliënt, komt uit de antwoorden van twee ouders ook naar voren. Hier gaat het wederom om het feit dat de uitdagingen bij de cliënt moeten passen. Deze uitdagingen zullen dus voor alle cliënten verschillend zijn.De cliënten zouden graag zien dat zij betrokken worden bij het opstellen van hun leerdoelen, zodat zij weten waar zij aan werken en of ze daar in groeien.

Uit de analyse van de antwoorden uit de enquête bij deelvraag 2, komt naar voren dat er een aantal werkwijzen en methoden zijn die door andere zorgboerderijen met een gelijke doelgroep gebruikt worden, die effectief blijken te zijn. Alle door de respondenten genoemde werkwijzen en methoden worden met een ander doel ingezet, maar zijn wel allemaal doeltreffend. Gezien het feit dat alle respondenten een gelijke doelgroep hebben als zorgboerderij ‘de Koningshoeve Kids’, mag er aangenomen worden dat er een grote kans is dat deze werkwijzen en methoden ook effectief zouden zijn voor deze zorgboerderij. Dit is echter niet met zekerheid te zeggen omdat we ook hier weer te maken hebben met het feit dat geen één cliënt met een bepaalde problematiek, hetzelfde is als een andere cliënt met dezelfde problematiek.

Van een aantal werkwijzen en methoden die genoemd zijn door de respondenten van de enquête, kan echter wel met een grote mate van zekerheid gezegd worden dat deze ook effectief zullen zijn voor de cliënten van zorgboerderij ‘de Koningshoeve Kids’. Deze werkwijzen en methoden zijn namelijk Evidence Based op basis van wetenschappelijke theorieën en onderzoek en/of bewezen effectiviteit. Dat blijkt uit het literatuuronderzoek bij deelvraag 3.Het gaat daarbij om de methodes TEACCH, Equitherapie en de oplossingsgerichte werkwijze. Deze methodes zijn allen geschikt voor (een deel van) de doelgroep van zorgboerderij ‘de Koningshoeve Kids’. Equitherapie en de oplossingsgerichte werkwijze, zijn in principe geschikt voor alle cliënten. Ook hier geldt weer dat geen één cliënt hetzelfde is. De begeleiders zullen daarom, binnen het werken volgens deze methode of werkwijze, wel onderscheid moeten maken in de benadering en begeleiding van de individuele cliënten.De TEACCH methode is gebaseerd op het gegeven dat hier al meerdere malen is genoemd, namelijk dat geen enkele cliënt met dezelfde problematiek het zelfde is als een andere cliënt. Deze methode is specifiek gericht op cliënten met een ASS. Binnen deze methode wordt er rekening gehouden met individuele verschillen en de begeleiding wordt daar op afgestemd. Deze methode kan ook ingezet worden voor cliënten met een andere diagnose dan ASS, maar die wel communicatieproblemen hebben of behoefte hebben aan structuur.Ook het Eigen Initiatief Model gaat uit van de individuele verschillen tussen cliënten met een verstandelijke beperking. Door te werken volgens dit model leren cliënten, aan de hand van drie algemene vaardigheden, nieuwe vaardigheden aan. Ook leren ze deze nieuwe vaardigheden te generaliseren. Het proces van leren, blijft bij dit model bij de cliënt liggen. Aan de hand van oriënterende, (bij)sturende en evaluerende of reflectieve vragen, leren de cliënten op hun manier nieuwe vaardigheden aan. DIR of floortime gaat uit van de ontwikkelingsfase waarin een kind zich bevindt. Door hier als ouder of begeleider bij aan te sluiten in spel, worden de kinderen gestimuleerd tot een gezonde sociale, emotionele en intellectuele ontwikkeling. Ook dit model gaat uit van de individuele verschillen tussen kinderen. Dit komt al terug in de naam. De letter I uit DIR staat voor individual differences (individuele verschillen).

Het aansluiten bij de individuele verschillen tussen cliënten, is ook iets wat de gemeentes aangeven belangrijk te vinden in de zorg die zorgboerderijen bieden. Bij alle respondenten komt meerdere malen naar voren dat er altijd gekeken wordt naar de hulpvraag en problematiek van een cliënt, om vervolgens te kijken welke zorg en begeleiding daar het beste bij past en welke zorgboerderij dat het beste kan bieden.

En dan zoeken we de samenwerking met een zorgboerderij op om met elkaar te gaan kijken. Wat kunnen jullie bieden, wat is de hulpvraag van deze jongere en van dit gezin. Matcht dat en uiteindelijk

komt het dan ook van hoe gaat dat financieel.(Bijlage G, R1.5)

Uhm om toch ook meer zicht te kunnen hebben en samen te kunnen oordelen of doelen wel of niet behaald worden. En of de zorg goed ingezet wordt en het kind wel op z’n plek zit.(Bijlage G, R2.8)

Daarnaast is het ook de wens van de gemeentes om nauw contact te hebben met zorgboerderijen. Ze willen graag op de hoogte gehouden worden van hoe het met geplaatste cliënten gaat. Op die manier is het voor hen ook mogelijk om te in de gaten te houden of de geboden zorg en begeleiding inderdaad het beste is voor een cliënt of dat er naar een andere boerderij of zorgvorm gezocht moet worden. Dit draagt bij aan een vertrouwen vanuit de gemeente in de zorgboerderij. Wanneer zij goed contact hebben met een zorgboerderij, de zorgboerderij weten te vinden en andersom, is het waarschijnlijk dat op deze zorgboerderij sneller cliënten geplaatst zullen worden dan op een zorgboerderij waar weinig contact mee is. Deze wens van de gemeentes, om nauw contact te hebben, sluit aan bij de wens van ouders om op de hoogte gehouden te worden hoe het met hun kind gaat. Ook de positieve ervaringen van ouders, welke ook door de respondenten van dit onderzoek benoemt zijn, zijn ook een belangrijk gegeven die gemeentes meenemen in de keuze voor een zorgboerderij voor een cliënt.

Samenvattend kan er gezegd worden dat er twee zaken belangrijk zijn voor alle betrokken partijen, wanneer het gaat om de doelgroepgerichtheid van zorgboerderij ‘de Koningshoeve Kids’. De eerste is nauw contact tussen de zorgboerderij en de ouders van cliënten en de gemeentes. In dit contact is het belangrijk dat alle partijen goed op de hoogte worden gehouden van hoe het met een specifieke cliënt gaat. Voor ouders is het fijn om te weten wat er goed en wat er minder goed gaat met hun kind en om (op die manier)betrokken te zijn bij hun kind op de zorgboerderij. Voor de gemeentes is het voornamelijk belangrijk dat zij weten wanneer het niet goed gaat met een cliënt, zodat er op tijd gezocht kan worden naar een beter passende vorm van hulp. De wens van de cliënten om betrokken te worden bij het opstellen van hun leerdoelen, past hier ook bij.Het tweede punt gaat over het aansluiten bij de individuele cliënt. Het is voor alle partijen, zowel de cliënten en hun ouders, als de gemeentes, belangrijk dat de zorgboerderij in de organisatie en uitvoering van de zorg en begeleiding rekening houdt met de individuele problematiek, hulpvraag, behoeften en interesses van de cliënten en daarbij aansluit. Er zijn meerdere Evidence Based methoden en werkwijzen, die de begeleiders kunnen gebruiken om een passende begeleiding te bieden aan hun cliënten. Deze zijn eerder in dit hoofdstuk al genoemd en uitvoeriger beschreven in hoofdstuk 3.3. Al deze methodes en werkwijzen zijn ontwikkeld voor of sluiten aan bij de doelgroep van zorgboerderij ‘de Koningshoeve Kids’ en kunnen, wanneer er in de uitvoering rekening wordt gehouden met de individualiteit van de cliënten, effectief zijn. Dat blijkt ook uit de antwoorden van de respondenten bij deelvraag 2. Ook in de activiteiten die de zorgboerderij organiseert, is het belangrijk om rekening te blijven houden met de individuele interesses van cliënten en daar zo veel als mogelijk bij aan te sluiten.