FP_2012_07
-
Upload
shelflife-publishing-bv -
Category
Documents
-
view
241 -
download
13
description
Transcript of FP_2012_07
Fastfood, geen junkfood: bij Exki ● Rainer
Anskinewitsch (SymphonyIRI) ● Coop en
de vleeswarenvoorsprong ● Ondernemersclub
‘Staverden’ van start ● Ocado, dé internetsuper uit
Engeland ● Captain of the Category
7/ 8
De maaltijdenbuurtwinkel
van STACH01 cover 7-8 1 20-07-2012 13:56:37
02 advertentie 2 19-07-2012 16:35:50
3FoodPersonality juli/augustus 2012
INHOUD
4 Deze maand
5 Hoofdredactioneel: Albert Heijn en Sligro
6 Personality’s
8 Formulecijfers GfK
Met Pim op straat
Superkijken: Jean Marc van Cutsem (Délitraiteur)
Exki, fastfood maar dan méditerraan
EFMI: Waar blijft de crisis?
Coop met bijzondere vleeswarenverpakking
Ondernemersgroep ‘Staverden’
Ruzie met Rutte: bij Lidl in Huizen
22 Rainer Anskinewitsch en het promogeweld
25 Kremer: Plastic helden
26 Captain of the Category: beeldbepalende fabrikanten
48 Bij Evelyn aan tafel: Peter d’Angremond (Max Havelaar)
52 Stach Food, premiummaaltijden voor de buurt
56 Ocado, internetexperiment van twaalf jaar
59 Ammerlaan: trenddocumenten
Vleursvloer: Supermarkt Kippersluis
Locatienieuws
62 Suzette’s TM: Vincent Massemyn (Hero/Friso)
64 Productnieuws
5222
56
03 Inhoud 3 23-07-2012 14:44:17
4FoodPersonality juli/augustus 2012
DEZE MAAND
Rozendaal erkennen dat het lang duurt, maar laten
weten dat je in feite ook best zonder zo’n hoogste
foodretailman door kunt werken. Slippens: “We
hebben meer zelf gedaan.” Van Rozendaal: “Bij
onze foodretailtak werken ruim 6.600 mensen. Het
kan niet zo zijn dat die opeens niet meer weten wat
ze moeten doen.” Begrijpelijk, maar kennelijk kun
je ook een tijd zonder zo’n hoge post
Wordt vervolgd dus. Want er wordt nog wel de-
gelijk gezocht. Maar het blijft opmerkelijk, ook al
omdat de consolidatieslag in de supermarktsector
een patroon heeft als die van supermarkten zelf;
minder, maar wel groter. Dus zijn er steeds minder
hoge posten beschikbaar voor mensen in de sector.
Denk aan Super de Boer, denk aan C1000.
En nu we het toch over hoge posten hebben,
Marqt zoekt een commercieel directeur. En dat
duurt ook al een tijdje. Begin juli adverteerde
werving- en selectiebedrijf Ebbinge ermee, maar
eind juli kwam de vacature weer voorbij. Nou is de
functie van commercieel directeur bij Marqt niet
te vergelijken met die andere twee (vier vestigin-
gen, oké, met Rotterdam straks erbij vijf, versus
honderden vestigingen), maar toch. Het blijkt dat
Marqt een leidsman/-vrouw zoekt om een team
van zeven mensen aan te sturen en verantwoor-
delijk te zijn voor ‘buying/merchandising’. Marqt
vraag: ‘de ideale kandidaat snapt de dynamiek van
werken in een klein bedrijf met grootste ambities.
Kent ook de professionele omgeving van een grote
(food) retailer. Gelooft in het gedachtegoed van
Marqt, begrijpt het assortiment, heeft liefde voor
echt eten…” Marqt zoekt dus iemand uit de super-
marktsector, die echter in is voor het alternatieve
levensmiddelenaanbod van Marqt.
Pardoel, Pietryga, Marqt
Jubileum- maaltijdsalade AH
De echo van Laurus
In maart stapte Johan Pardoel op bij Sligro,
binnen het bestuur de hoogst verantwoordelijke
voor de foodretailtak (Emté, Golff). Hij vertrok
naar Action, om daar de algemeen directeur te
worden. In april bleek opeens Jeroen Pietryga
weg te zijn bij AH, als directeur verantwoordelijk
voor de marketing en de formule bij AH. En
zowel Sligro als AH melden bij het ter perse gaan
van dit blad nog geen opvolger te hebben. Het is
bijzonder dat beide marktpartijen er zo lang over
doen, te meer omdat het om cruciale posten gaat.
Bij Albert Heijn overleefde Pietryga de stoelen-
dans in de directie niet. Sander van der Laan was
coo Ahold Europa, maar werd daarnaast weer
algemeen directeur voor AH zelf in Nederland.
Cees van Vliet, die dat tot op dat moment was,
werd weer operationsverantwoordelijke (direc-
teur winkels en distributie). In die Zaanse turbu-
lentie verdween Pietryga van het toneel. Navraag
bij AH leert dat AH nog steeds zoekende is.
“Zodra we een opvolger hebben, melden we dat
uiteraard”, horen we van de communicatiemen-
sen.
En een opvolger voor Pardoel bij Sligro? Die
vraag leggen we bestuursvoorzitter Koen Slip-
pens en cfo Huub van Rozendaal voor bij de
persbijeenkomst over de halfjaarcijfers. Zeker
ook omdat je verwacht dat zo’n hoge functie snel
vervuld zou moeten zijn, niet? Slippens en Van
Albert Heijn jubileert, dat weten we al langer. 125
jaar. En onderdeel van de marketinginspanningen
van AH dit jaar is een opname van ‘jubileumpro-
ducten’. Zoals de chocoladereep met mokkasmaak
onder het AH-merk Delicata, dat was de start van
deze reeks.
Inmiddels zitten we in een productgroep die allang
niet meer met het dagelijkse thuisverbruik van
125 jaar terug te maken heeft: een kant-en-klare
maaltijdsalade, een ‘Zaanse’. Niet dat de Zaanstreek
daar een traditie heeft, hoor, maar het zit in een
jubileumverpakking.
En misschien blijft-ie. Dat horen van de communi-
catiemensen van AH: als-ie goed loopt, krijgt hij na
het jubileumjaar een plek in het reguliere aanbod.
Met een aangepaste ‘niet-jubileum’-uitmonstering.
En hij blijft zeker tot eind dit jaar. Hoeveel jubile-
Ze kwamen twee weken geleden aan bod in het FD,
in een ‘drieluik’ over ‘fuseren of overnemen?’: Har-
ry Bruijniks en Kenaad Tewarie. Hoe zit dat? Nadat
Bruijniks bij Laurus was opgestapt, werd hij na een
tijd directeur bij Euretco, een franchise-organisatie
voor kleding-, sportartikelen- en interieurwinkels
(o.a. Runnersworld en Topform). Euretco is aan het
fuseren. Met Intres, dat formules heeft als Livera
en Intersport. Euretco kon Intres niet zomaar
overnemen, want Intres is een coöperatie, met de
winkeliers als lid. Uit het artikel blijkt dat Euretco
best Intres had willen overnemen. Zelfs de Intres-
leiding had er niks op tegen gehad. Intres is geen
verlieslijdende partij meer, maar financieel houdt
het niet over.
Het valt op dat Bruijniks en Tewarie in dat artikel
aan bod komen. Stapte Tewarie in 2006 niet bij
Laurus op, omdat het tussen hem en Bruijniks
uit de hand was gelopen, met Bruijniks als ceo en
Tewarie als cfo? Nou, ze doen nu bij Euretco weer
samen hetzelfde. Ze zullen het er toch wel over ge-
had moeten hebben, over die verwikkelingen in de
nazomer van 2006. Zeker omdat Bruijniks eerst bij
Euretco is begonnen en dus op z’n minst een stem
in de benoeming van Tewarie moet hebben gehad.
Opmerkelijk is de toon over die fusie. Geen kwestie
van de wens om groter te zijn, nee, het móet. Zowel
Euretco als Intres weet zich geconfronteerd voor
ingrijpende ict-investeringen. Je zou nog kun-
nen denken: we kopen samen hetzelfde, zoals ook
Superunie-leden wel eens collectief in automatise-
ring investeerden. Of DeWitKomart overnamen.
Tewarie formuleert omzichtig over de fusie.
“Met financieel geweld bereik je niets. Dan raken
alle waardevolle elementen van Intres onderge-
sneeuwd.” Lees het en je denkt meteen aan alle
mensen en formule-elementen die bij Laurus de
deur uitgingen, zeker toen Bruijniks’ voorganger
Ole van der Straaten alle zeven formules tot één
Konmar wilde maken. Verder zegt Tewarie: “Bij
harde overnames krijg je een bovenliggende partij
die vroeg of laat de boventoon gaat voeren. Dan
ontstaat een bloedgroepenstrijd. Dat wilden wij
hoe dan ook voorkomen.”
Hier spreek een man die samen met zijn ceo een
bedrijf heeft geleid dat door zo’n strijd ten onder
is gegaan. Ook de fusieplannen zijn zó opgezet dat
niemand er pijn van mag hebben. Als de inves-
teringsmaatschappij van Euretco zijn belang wil
verkopen, moeten de Intres-leden dat toestaan. En:
de naam van het fusiebedrijf gaat Euretco heten,
maar de vestiging wordt die van Intres: Hoevela-
ken. Bruijniks en Tewarie beseffen hoe het vooral
níet moet. En trouwens, met enige fantasie zien we
opeens ook de rol van Bruijniks als commissaris
bij Jumbo voor ons: Burgmans als de merkenman,
Jiskoot als de financiënman en Bruijniks als die
bruggenbouwer voor SDB- en C1000-ondernemers
die daaroverheen moeten lopen richting Jumbo.
umproducten heeft AH nu al? Het begon dus met
de chocoladereep, daarna: postzegels (inmid-
dels uitverkocht), potje pindakaas, hagelslag met
Zaanse huisjes, bewaarblikken (ook tijdelijk, zijn
er niet meer), het perentaartje en er was even een
soort ‘Zaans zaden- & pittenbrood’.
Al een tijd zijn hoge functies in de super-
marktsector onbezet. Directeur food retail
bij Sligro, na het vertrek van Johan Par-
doel. En directeur formule en marketing bij
AH, na het verdwijnen van Jeroen Pietryga.
04 Dezemaand-Hoofdredactie 4 23-07-2012 17:09:46
5 FoodPersonality juli/augustus 2012
Gé Lommen, [email protected]
Bijeen weer weg
Bijeen is na 12 augustus ‘niet meer’. Fabrikanten zeggen dat ze vanaf dan zaken moeten doen met wat in de wandelgangen ‘Jumbo merchanding’ wordt genoemd. Daarmee verdwijnt hét grote inkoopkantoor van de Nederlandse supermarkten na Superunie. Bijeen, zoals bekend, was een vondst van Jumbo en C1000, nadat Jumbo bekend had gemaakt Super de Boer over te nemen en een fl ink deel aan C1000 door te verkopen. In Vianen, vlakbij het grote Miele-bord aan de A2, kwam een kantoor, al snel het nieuwe adres voor veel leveranciers. Nieuwe werkgever voor fl ink wat bekende inkopers uit de levensmiddelensector.Met de overname van C1000 door Jumbo en het besluit om C1000 op te heff en was het al snel duidelijk: dan hoef je dat inkoopkantoor voor twee formules niet meer in de lucht te houden.Exit Bijeen. Er stond onder het logo; ‘sinds 2010’. Alsof wij over talloze jaren een ‘heritage’ mee zouden maken. Sinds 1958, zoiets. Maar het is een korte levensduur geworden.Hoe zal het nu dan gaan? Daar wil Jumbo eind juli, als dit blad ter perse gaat, nog niks over zeggen. “We komen ermee naar buiten als dat wij geschikt vinden”, aldus de communicatie bij Jumbo desgevraagd.
Bijeen houdt op 12 augustus op te bestaan, al-
dus fabrikanten. Maar Jumbo wil er nog geen
uitspraken over doen.
Bert Holterhues: “Goed van AH
dat er even pas op de plaats wordt gemaakt bij
twijfel onder haar klanten. Jammer dat je dit als
onprofessioneel aanmerkt, Chris. Beter in één
keer een goede hele start, dan een halve start
waar klanten mee gefrustreerd worden. Ik heb
al toestemming gegeven om mij gericht over
aanbiedingen te informeren.”
Sales manager Bert Holterhues van Europastry reageert op het bericht dat Albert Heijn Mijn Bonus uitstelt én op het commentaar van Chris Vuyk op dat bericht; “Wat onprofessioneel van AH. Het lijkt het Elektronisch Patienten Dossier wel van onze overheid. Jammer AH.”
Van LinkedIn-groep FoodPersonality1.700 leden per 23 juli
Het pand van Bijeen in Vianen, nog in aanbouw, januari 2010
AH en SligroSligro Food Groep behoort nog steeds tot de overnemende partijen en niet tot
de overnamekandidaten. Dat geldt zowel voor de foodservicetak, waarvan de
omzet tweederde van het bedrijf uitmaakt, als voor de foodretailtak, die eenderde
doet. Sligro heeft dan ook een naam hoog te houden als overnemer: Culivers,
Van Hoeckel, Emté, Prisma, een zwik Edah-winkels… onlangs nog had bestuurs-
voorzitter Koen Slippens grote interesse in een pluk C1000-winkels en zelfs de
formulenaam C1000.
Bij de presentatie van de halfj aarcijfers onlangs, erkenden Slippens en fi nancieel
directeur Huub van Rozendaal ontevreden te zijn met de halfj aarresultaten. In
foodservice wilde dit voorjaar het regenweer maar niet verhelpen dat de consu-
ment in out of home en horeca weer wat meer gaat besteden, door de eurocrisis
en zijn lage vertrouwen eens opzij te zetten voor een lekker ijsje op een terras.
En in foodretail (Emté en nog vijf om te bouwen Golff s) hield Sligro nog geen 1%
rendement op het vermogen over.
Er zat een bijzondere paradox in de presentatie. AH neemt in de foodretail
eenderde omzet voor zijn rekening, maar: tweederde van de winst in de hele
sector. Oud nieuws, daar niet van, eerder al meldde EFMI Business School dit. Voor
Superunie-leden, Jumbo/C1000 en de discounters een zuur gegeven. Slippens en
Van Rozendaal haalden dit voorbeeld nog eens aan. Waarom? Om uit te leggen
dat het in foodservice Sligro is die die marktpositie inneemt, zo’n eenderde van de
omzet en tweederde van de winst. Voor Slippens en Van Rozendaal een argument
om Sligro als overnemende partij te zien. Want er zijn nog fl ink wat familiebedrij-
ven in foodservice die het zo zwaar hebben dat een of meer van hen er vandaag
of morgen de brui aan wil geven. Geen verder verlies nemen en verkopen, die
handel. En in dat geval is Sligro kapitaalkrachtig genoeg om dat over te nemen en
te integreren.
Maar kunnen we de situatie niet omkeren, zowel voor die andere families als voor
het gebrekkige rendement van de supermarkttak? Jawel. Zolang de supermarkt-
tak zo weinig oplevert, kan ook Sligro eens de brui geven aan die tak en verder
gaan in foodservice. Nou is een sector niet gebaat met steeds minder partijen-
diversiteit, maar dat doet er even niet toe: Sligro is beursgenoteerd en aandeel-
houders kunnen in principe een paar gele en rode kaarten trekken om Sligro het
foodretailveld uit te sturen. Zelfs al zijn de grotere aandeelhouders van Sligro
langetermijninvesteerders in plaats van activisten: de stemming kan een keer
omslaan. Zoals het weer.
Nu zal Sligro zelf bij deze mogelijkheid denken: ‘Verkopen? Dat nooit!’ Ook al vind
je die ene procent maar mager, ‘strategisch’ maar vooral ook emotioneel wil je die
foodretailtak niet kwijt. Niet aan AH, en niet aan stadsgenoot Van Eerd. Maar in
dat geval kun je je ook afvragen of de familiebedrijven in de foodservicetak die
emotie kunnen laten voor wat het is: ‘Verkopen aan Slippens? Dat nooit!’ Waarom
zouden zij dat dan wél doen? Het is ook maar de vraag waar de fi nanciële druk
het hoogst ligt: bij een familiebedrijf, dat jaren achter elkaar een vermogen heeft
vergaard en een moeilijke tijd best wil uitzitten, of bij een beursgenoteerd bedrijf
met aandeelhouders? Daar zit altijd veel meer ongeduld. Zie Carrefour, zie Laurus,
zie Metro. Het familiebedrijf – zie Detailresult met zijn twee families en naar nu
bekend beperkte winst – verkoopt desnoods een buitenverblijf. Maar onder
aandeelhouders gaat het zelfs zo ver dat retailers het vastgoed moeten afstaan.
Met andere woorden, passen we dezelfde meetlat toe, dan is het zo: óf iedereen
blijft op zijn plaats en dus krijgt Sligro er aan foodservice niet zomaar wat bij en
behoudt het zijn supermarkttak. Of iedereen heeft genoeg van dat magere rende-
ment en foodservicepartijen melden zich bij Sligro, maar dan - volgens diezelfde
meetlat - is de supermarkttak voor Sligro niet meer de moeite waard.
04 Dezemaand-Hoofdredactie 5 23-07-2012 17:09:48
6FoodPersonality juli/augustus 2012
DEZE MAAND
Personality’sWie wat waarheen en waarvandaan, in de personaliarubriek
van FoodPersonality.
Mailen? [email protected]
Abendanon, Heineken, Bier Authentiek
Na ongeveer twintig jaar werken bij Heineken, is Jack
Abendanon voor zichzelf begonnen. Hij was tot deze maand
national accountmanager bij Heineken, en is nu zelfstandig
ondernemer. Het bedrijf heet Bier Authentiek. Een eenper-
soonsbrouwer? Dat is nogal wat anders dan de consolidatie-
slag in de brouwerswereld, van Heineken, SAB Miller, AB
Inbev et cetera. Abendanon: “Bier Authentiek is een soort
intermediair voor kleine brouwers die speciale bieren op de
markt willen brengen. Stel, zo’n kleine brouwer wil met een
bepaald bier de markt op en zoekt distributie, dan ga ik met
die wens aan de slag en zoek ik die distributie. Dan vervul ik
de salesrol voor die brouwer. Maar het kan ook andersom:
stel, een supermarktke-
ten zoekt een speciaal
bier, om het assortiment
onderscheidender te
maken. Dan ga ik met díe
wens aan de slag en zoek
een brouwer die dat be-
paalde, ‘authentieke’ bier
brouwt of wil brouwen.”
Inmiddels is bij Heine-
ken in de opvolging van
Abendanon voorzien. De
nieuwe national account-
manager is Annelotte
Palthe. ■
Leon van den Boom (60) is deze
maand als commissaris bij Jumbo
voorgedragen. Hij was eerder
al commissaris bij Schuitema,
rechtsvoorganger van C1000. Zoals
bekend, is C1000 overgenomen
door Jumbo en worden alle C1000-
vestigingen omgebouwd tot Jumbo.
Weer andere C1000’s worden on-
derdeel van Albert Heijn en Coop.
Met Van den Boom als commissaris
bij Jumbo heeft C1000 als overgeno-
men partij een soort stem in de raad
van commissarissen. Het idee om
Van den Boom als commissaris toe
te voegen aan de raad, is afkomstig
van de ondernemersverenigingen
van C1000 en Jumbo.
Van den Boom is partner bij Park
Hoogenboom, Mars, Hak
Timo Hoogenboom (45) wordt in september de nieuwe direc-
teur van conservenproducent Hak. Hoogenboom is afkomstig
van Mars, waar hij zeven jaar directeur was van Mars Neder-
land. Daarvóór werkte hij van 2003 tot 2005 bij SC Johnson
(van o.a. Brise) als general manager en daarvóór bij Sara Lee/
DE. In zijn periode als directeur kwam Mars met de aange-
paste versie van de legendarische candybar, gericht op minder
calorie-inname.
Hoogenboom volgt Michiel van Ginkel op, die afgelopen voor-
jaar bekend maakte te willen stoppen bij Hak en een ‘andere
uitdaging’ te willen zoeken. Van Ginkel werkt tot september
nog bij Hak. ■
Bij pizza-aanbieder Wagner werken sinds kort Noor Rekmans
en Marko Berkhout. Rekmans is als ‘category channel sales
development manager’, verantwoordelijk voor ‘categorychannel
sales development’, Berkhout is key accountmanager. Rekmans
was voorheen o.a. category manager bij Nestlé, voor het merk
Nescafé (Nestlé is aandeelhouder van Wagner). Berkhout is
afkomstig van Granfood. De twee nieuwe medewerkers zijn
een aanvulling op het bestaande team. ■
Corporate Finance. Verder is hij
commissaris bij FD Media Groep
(van o.a. Het Financieele Dagblad
en BNR Nieuwsradio), bij RFS (de
holding van e-commerce retailer
Wehkamp), OAD, Rabo Bouwfonds
Communication Infrastructure
Fund, Metalcorp. En hij vervult
bestuursfuncties bij stichtingen van
Vopak, Fugro en TKH.
Met deze functie erbij is Van den
Boom de vijfde commissaris. De
andere vier zijn Karel van Eerd
(voorzitter, en oprichter Jumbo
en vader van bestuursvoorzitter
Frits van Eerd), Harry Bruijniks
(Euretco, ex-Laurus, ex-Ahold/AH),
AntonyBurgmans (ex-Unilever) en
Wilco Jiskoot (ex-ABN Amro). ■
Van den Boom, Jumbo, C1000
Rekmans, Berkhout, Wagner
06 Deze maand 6 23-07-2012 17:19:34
7FoodPersonality juli/augustus 2012
Maarleveld, GS1
Pieter Maarleveld is de nieuwe
directeur van GS1 Nederland,
de instelling die een betere en
gemakkelijkere uitwisseling
van gegevens en producten
tussen handel en industrie
moet bevorderen. Maarleveld
is afkomstig uit de cosmeti-
caverkoop en vervulde lange
tijd een een bestuursfunctie
bij de Nederlandse Cosmetica
Vereniging. ■
Supermarktfonds, leden
Het Supermarktfonds, het vastgoedfonds voor en door ondernemers,
met AH-franchiser Ton ten Have, C1000-ondernemer Mario de Veij en
Plus-ondernemer Ton Henst als initiator, is nu geheel voorzien, laat het
fonds weten. Er zijn onlangs twee nieuwe leden van de raad van commis-
sarissen benoemd, Martijn Burghout en Arco van de Ven. Burghout is
eigenaar van Freeland Partners, directeur van de Batavia-factory-outlet
in Lelystad en hij was een tijd ook directeur van vastgoedbedrijf Ro-
damco Retail. Van de Ven is hoogleraar accountancy aan de TiasNimbas
Business School in Tilburg en aan de Open Universiteit.
Verder zijn er twee nieuwe leden van de beleggingscommissie benoemd:
Tie Liebe, directeur van Liebe Vastgoed en bekend vastgoedexpert, en
Robert Grakist. Grakist is AH-franchiser in Sneek. ■
Peek, Hero
Jop Peek is de nieuwe managing director bij Hero Benelux. Peek werkte al
voor Hero, zo’n vier jaar. Hij was hiervóór financieel directeur. Vóór zijn
komst naar Hero heeft Peek voor Unilever gewerkt.
Peek is de opvolger van Rob Versloot. Versloot was tot nu toe zowel alge-
meen directeur voor Hero Benelux als lid van de directie van Hero internati-
onaal, maar voor die eerste functie werd opvolging gezocht. ■
advertentie
Tabbers, Mars
Jack Tabbers is de nieuwe algemeen
directeur van Mars Nederland. Tabbers is
de opvolger van Timo Hoogenboom, die
(zie hiernaast) naar Hak vertrekt. Tab-
bers wordt verder nog ‘site-directeur’ van
Mars’ chocoladefabriek in Veghel.
Tabbers was hiervóór general manager
van Mars Global International Tra-
vel Retail, de tak die zich richt op de
verkoop van zoetwaren en diervoeding
van Mars op vliegvelden etc. Daarvóór
was Tabbers salesdirecteur voor Mars, en
in zijn eerdere loopbaan werkte hij voor
PepsiCo en Ferrero. ■
Bij C1000 werkt een nieuwe operationsverantwoordelijke, Duncan Hoy. Hoy
heeft het takenpakket van Rein van de Wal, die eerst operations deed, maar
kort na de bekendmaking van Jumbo dat C1000 Jumbo en de rest in handen
in komt van AH en Coop, ontslag nam bij C1000. Hoy is afkomstig van
‘Schuitema- oost’, de dc-activiteiten aldaar, waar hij hetzelfde takenpakket op
regionaal niveau had. Hoy werkt al sinds 2008 bij C1000. Daarvóór werkte
Hoy voor adviesbedrijf McKinsey en daarvóór bij ‘Gurkha Rifles’ in het
Britse leger. ‘Gurkha’s’ zijn elite-eenheden uit het Britse leger, oorspronkelijk
van Nepalese komaf. ■
Hoy, C1000
Topman Colruyt en Delhaize zijn baron
Deze maand zijn twee bestuursvoorzitters van Belgische super-
marktbedrijven in de adelstand verheven. Pierre-Olivier Beckers,
bestuursvoorzitter van Delhaize, en Jef Colruyt, bestuursvoorzitter
van Colruyt, mogen zich voortaan baron noemen. In België wor-
den elk jaar voorafgaand aan de nationale feestdag op 21 juli men-
sen in de adelstand verheven. Dit jaar dus ook twee kruideniers.
Jef Colruyt behoort – de achternaam zegt het al – tot de familie die
het Colruyt-concern oprichtten, maar dat geldt indirect ook voor
Beckers. Om de stamboomcomplexiteit even beperkt te houden:
een grootmoeder van hem was kleindochter van een schoonbroer
van de oprichters. De familie Beckers geldt verder als invloedrijke
aandeelhouders van Delhaize. Beckers was overigens al jaren in de
adelstand, hij is onlangs dus zogezegd ‘bevorderd’. ■
06 Deze maand 7 23-07-2012 17:19:35
8FoodPersonality juli/augustus 2012
GfK-formulecijfersDEZE MAAND
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
65
70
Albert Heijn 62,8 63,1 64 65,2 64,8 63,2 62,5 63,4 66 64,2 63,8 64,4 64,4C1000 33,6 32,1 31,8 36,1 33,1 34,3 34,1 36,0 35,2 32,7 33,3 33,4 34Super de Boer 6,7 6,4 5,8 5,2 4,5 4,2Dirk-formules 13,7 13,7 14,3 14 14 14,3 14,3 15,1 14,1 14,1 14,2 14,4 14,1Aldi 33,7 34,4 34,1 33,7 33,5 35,2 34,2 34,5 32,6 32,9 33,0 33,5 32,2Lidl 35,4 35,2 37,2 35,8 36,3 36,4 36,8 38,2 37,2 37,1 37,8 38,2 37,6Jumbo 20,7 20,7 21,4 21,5 22,3 23,2 23,2 23,2 24,1 26 26,1 27,7 25,9Plus 14,8 13,8 14,3 14,6 14,3 15,3 13,4 14,9 13,6 13,1 13,4 13,6 13,6Emté 7,2 7,3 7,1 7 6,9 6,9 7,2
P06 P07 P08 P09 P10 P11 P12 P13 P01 P02 P03 P04 P05
In FoodPersonality maandelijks de penetratiecijfers van 8 landelijke supermarktformules van
onderzoeksbureau GfK. Penetratiecijfers - het percentage huishoudens dat een bepaalde formule
bezoekt - laten zich lezen als een verkapt marktaandeel (omdat bestedingen en bezoekfrequentie
- de factor klantentrouw in feite - ontbreken) maar brengen, gevolgd over een langere periode,
het switchgedrag van de consument tussen AH, C1000, Aldi, Lidl, Jumbo, de Dirk-formules, Plus
en Emté in kaart. Deze maand periode 5 (week 17 tot en met week 20).
Penetratiecijfers t/m periode 5
Periode 5 loopt van eind april tot en met halverwege
mei. Van GfK weten we dat de supermarktomzet over de
hele maand mei met 1,5% is gegroeid tot € 2,54 miljard.
Kijken we naar de ontwikkeling van de klantenkringen,
dan kunnen we in elk geval vaststellen dat er in deze
periode wél formules zijn geweest die klanten hebben
verloren (de vorige periode waren alle klantenkringen
nog stabiel of groeiend).
Het meest fors en opvallend is de daling bij Jumbo
(-1,8), aangezien Jumbo in de voorgaande periode nog
een ‘grote sprong voorwaarts’ maakte (+1,6). Even terug
bij af, maar Jumbo gaat de komende tijd natuurlijk nog
heel veel C1000-klanten inlijven. C1000 is deze periode
juist de grootste stijger (+0,6).
Wie moeten er nog meer een stapje terug doen? Om te
beginnen Aldi (-1,3) maar ook Lidl moet dit keer inleve-
ren (-0,6). En verder ook de Dirk-formules (-0,3).
Periode 5 kent eigenlijk maar weinig stijgers. C1000
hadden we al genoemd. Verder weet uitsluitend Emté
(+0,3) de klantenkring uit te breiden, aangezien de
penetratie van Albert Heijn en Plus in deze periode
stabiel is.
Prijsbewustheid: Plus vs. Emté, P05
Deze maand kijken we bij de verbijzondering van de pe-
netratie naar de klantenkringen van Plus en Emté. Hoe
prijsbewust zijn de klanten van deze formules eigenlijk?
Wat meteen opvalt is dat het aandeel zeer prijsbewuste
klanten bij Emté naar verhouding veel groter is dan bij
Plus. Plus heeft daarentegen weer relatief veel gematigd
prijsbewuste klanten, daar waar deze categorie klanten
bij Emté zelfs iets ondervertegenwoordigd is. De totale
penetratie van Emté komt namelijk op 7,2%, terwijl
de penetratie onder ‘prijsbewuste’ klanten op 7,1%
uitkomt.
Plus heeft wel weer een fors lagere score onder klanten
die eigenlijk niet zo op de prijs letten. Daar heeft Emté
er verhoudingsgewijs weer een stuk meer van.
Penetratiecijfers t/m periode 5
€ 500.000
€ 550.000
€ 600.000
€ 650.000
€ 700.000
2010 € 547.238 € 632.782 € 610.036 € 602.605
2011 € 648.854 € 599.603 € 619.656 € 604.441
02 keew91 keew 81 keew71 keew
18,6% -5,3% 1,6% 0,3%
Supermarktomzet, periode 5
Prijsbewustheid: Plus vs. Emté, P05
08 Formulecijfers 8 19-07-2012 16:36:14
Programma
directeur onderzoek Strabo Marktonderzoek & Vastgoedinformatie
voorzitter Supermarkt-fonds.nl en ‘prominent zelfstandig super-
marktondernemer’ (Gelders Have Groep)
Het belang van vastgoed-eigendom voor zelfstandig supermarktondernemers
Een vakjury bespreekt waar goede super-marktlocaties aan moeten voldoen en kiest op basis daarvan de beste supermarkt-locatie van Nederland
Deelnamekosten: Inschrijven:
Centraal in het land gelegen, direct aan de A27, gratis parkerenAdres:
Supermarkt-vastgoedcongres
8 november 2012Hotel Houten
De vakjury:senior consultant
Bureau Stedelijke Planningpartner Retail Prospect
manager operations Locatus
‘vastgoedautoriteit’ en eigenaar van Liebe Vastgoed
Zijn visie op de wereld van het supermarktvastgoed van dit moment en de uitdagin-gen voor de toekomst.
Het Supermarktvastgoedcongres is een initiatief van:Supermarkt & Ruimte | BVDW (www.supermarktenruimte.nl)
FoodPersonality (www.foodpersonality.nl)
adv supervastgoedcongres.indd 1 23-07-12 12:04
Kom op 25 september naar de AH Managers Meeting.
Albert Heijn is in 1887 begonnen met een kleine kruidenierszaak in Oostzaan. Deze winkel vormde de basis voor Ahold, waar we dagelijks miljoenen mensen inspireren in meer dan 2.900 winkels in Europa en de Verenigde Staten. Voor onze grote Albert Heijn-winkels zoeken we ervaren managers die energie krijgen van leidinggeven aan een dynamische supermarkt. En daarmee in de voetsporen van Albert Heijn treden.
Als Supermarktmanager bij Albert Heijn krijg je de verantwoordelijkheid voor je eigen winkel; een moderne supermarkt waar je een team aanstuurt van 100 mensen of meer. Je draait een miljoenenomzet en bent het middelpunt van de buurt. Een eigen winkel runnen betekent hard werken. Daar draai jij je hand niet voor om. Je trekt de kar, enthousiast en resultaatgericht. Zo motiveer je mensen en zorg je ervoor dat je klanten elke dag in een perfecte winkel
boodschappen kunnen doen. Afhankelijk van je ervaring start je als supermarktmanager of assistent supermarktmanager. Ahold beloont je met een goed salaris, een aantrekkelijke bonusregeling en uitstekende secundaire arbeidsvoorwaarden. Of een Albert Heijn-winkel bij jou past? Dat ontdek je tijdens de AH Managers Meeting op dinsdag 25 september. Meld je vóór maandag 17 september aan via career.ahold.eu.
Jij trekt graag de kar.
i
Supermarktmanager Bruto jaarsalaris vanaf 45k
10 Advertentie 10 19-07-2012 16:36:39
11FoodPersonality juli/augustus 2012
DEZE MAAND
‘Superkijken’‘Superkijken’: hoe bekijken mensen uit de branche
supermarkten? Waar letten ze op, wat bepaalt hun
oordeel? Deze maand: Jean Marc van Cutsem, ceo
van Délitraiteur en Delfood (Louis Delhaize, België).
Op verzoek van Monny Querido, vorige maand.
Door: Anke Groenendaal Foto: Dries Van den Brande
Waar let u op in een supermarkt?“Properheid, versheid en klantvriendelijkheid. Properheid: tapijt, vloer en bijvoorbeeld het personeel. Versheid: kijk alleen al naar het fruit en groente. De mentaliteit van een winkelmana-ger maakt alleen al het verschil uit tussen schoon/vers en niet vers. Dat is een bepaalde verant-woordelijkheid die zeker ook bij de afdelingschef ligt. Bij klantvriendelijkheid denk ik vooral aan communicatie. De glimlach op de gezichten van de medewerkers. Het écht in de ogen kijken van de mensen. Het welgemeende ‘goedemorgen, mevrouw’.”
Ziet u of een supermarkt winst of verlies draait?“Ja, wanneer ik een blik achter de coulissen werp.”
Welke supermarkt of levensmiddelenwinkel in het buitenland maakte een bijzondere indruk?“Daylesford. Een aantal boeren uit een familie die in eerste instantie met fruit en bier van topkwa-liteit begonnen. Onbekend bij distributeurs in
Europa. Later voegden ze er biologische products aan toe. Nadien in Daylesford kwamen er een kapper en massagesalon bij, waarmee ze inspelen op ‘feeling well’.”
En in Nederland?“Ze zijn er veel met prijs bezig. En er kan kwalita-tief nog veel verbeteren. ”
Wat is het stomste dat u ooit heeft meegemaakt in een supermarkt?“In de jaren ’90 was ik verkoopdirecteur. In een supermarkt stond een display, volledig geprijsd, met de rug naar de consumenten toe.”
Wat is het ergste dat u ooit gezien heeft?“Een Procter & Gamble-actie met Pampers – 2 + 1 gratis – en erboven een fantastisch groot kartonnen vliegtuig. Zo groot dat niemand meer naar de actie keek.”
Wat koopt u in de supermarkt veel vaker dan andere mensen?“Vers. Meer en meer vers.”
Wat moet er anders/beter in de supermarkten in Nederland?“Nederlandse supermarkten zijn te veel bezig met Aziatische merken en te weinig met Belgische, Franse en Italiaanse.”
Stel, u begint zelf een winkel, wat zou u doen?“Meer kwaliteit en duurdere producten. Een grote groep staat daar al lang voor open. De tijd van fastfood en bereide producten is aan het verdwij-nen. Gezondheid en onze planeet zijn belangrijk. Onze gezondheid is voor 30% erfelijk bepaald en voor 70% door wat wij eten. Er is te weinig aan-dacht voor onverzadigde vetten en vers. We fritu-ren te veel en krijgen zo te veel verzadigde vetten en te weinig omega 3 binnen. Er zit te veel maïs in de producten die we frituren. Maïs neemt veel water op en zorgt voor armoede van onze grond. Varkens en kippen eten die maïs en krijgen ook nog eens antibioticum gedurende hun hele le-venscyclus. Ook gebruiken we te veel soja-olie uit China, van lage kwaliteit. Met gevolgen voor onze gezondheid. Het heeft, denk ik, te maken met een wat naïviteit van de mensen en politiek.”
De estafettereeks wordt vanaf hier onderbroken. Volgende maand… zien we dan weer. ■
“Dit hier zag ik tijdens een recente ontdekkingsreis naar Tokio en Mumbai. Ik ging erheen om met een multinationale fabrikant bij mensen thuis in de keukenkastjes en de toiletten te kijken.Kwam ik ‘good old’ 7 Eleven tegen.Na al dat gezoek toch een verrassing; de ‘conve-nience store’. Niet echt gelukt in Nederland. Wel in Scandinavië en zeker ook in de VS. Was het voor Nederlandse begrippen nog een beetje te vroeg?
Met Pim op straatElke maand een foto uit de collectie van Pim van
den Berg, ‘straat-o-loog’ bij zijn eigen bedrijf Pim
van den Berg Perspectives. Van den Berg kijkt
naar ‘alles’ in de detailhandel, waar dan ook.
Lopen die Japanners toch niet een beetje voor op ons met hun dienstverlening? Je mag het hopen.Sommige retailers die naar Japan gaan, kunnen er nauwelijks iets van leren.Voor mij, die altijd winkelontwikkelingen bij wil houden, is het juist net een paradijs. Of anders ge-zegd, ik ben daar als een kind in een snoepwinkel.De essentie is meestal in de eenvoud te ontdekken. Dat maakt kijken en ervaren bijzonder.Convenience wordt ook hier een doordeweekse essentie.
In het weekend willen mensen slow retail. Staan ze een half uur in de rij voor een warm broodje...Het wordt weer tijd om de kernwaarden van de convenience shop te omarmen.Warme maaltijden, tickets, gas, water en licht, gemeentelijke diensten, het postkantoor, klusaan-vragen, medische hulpdiensten en dat allemaal combineren.En voor Selexyz doen we er ook nog boeken en tijdschriften bij.Wie pakt de handschoen op?” ■
11 Superkijken- Met Pim 11 23-07-2012 16:25:26
12FoodPersonality juli/augustus 2012
keten GB, marktleider in België, dat later werd
overgenomen door Carrefour en ook tot deze
formule werd vertimmerd, met nog steeds geen
resultaten om over naar huis te schrijven, gezien
de aanhoudende Carrefour-perikelen. Ook
onderdeel van GIB was Quick. Het Belgisch-
Franse McDonald’s, toen overal in die landen te
Het is nog maar één vestiging, maar toch: mid-
den in Den Haag, tegenover de Tweede Kamer.
Van Haaften en Vehmeijer zijn licentiehouder
in ons land, van een keten die aan de Belgische
kok Frank Fol verbonden is. In 2001 startte een
paar ex-werknemers van GIB met Exki. GIB,
dat was toen nog het concern van supermarkt-
Fastfood, geen junkfoodSinds een jaar nu draaien de ondernemers Joep van Haaften en Servaas Vehmeijer Exki, of,
zoals zij het schrijven, ‘EXKi’. Fastfood, maar dan anders: gezond, biologisch, ambachtelijk
eten. ‘Fast’ zoals fastfood, maar wel met een volstrekt ander aanbod.
vinden. Het drietal had dus fastfoodervaring en
ontwikkelde een alternatief daarvoor. Met aan de
hand Frank Fol. Die saneerde in zijn aanbod alle
boter, room en mayonaise en gebruikte in plaats
daarvan groente als basis voor smaakmakers. Zo-
als: ‘légumaise’, wij zouden ‘groentenaise’ zeggen.
In een Exki geen broodje kroket, broodje bal, er
Door: Anke Groenendaal Foto’s: Rob Keeris
EXKI
Aan de kassa bij Exki: Servaas Vehmeijer (l.) en Joep van Haaften.
12 Exki-EFMI 12 19-07-2012 16:39:01
13FoodPersonality juli/augustus 2012
wordt ook niet gefrituurd. Geregeld moeten alle Exki-ondernemers en –medewerkers naar België om nieuwe vondsten van Fol voor het menu zich eigen te maken. Exki omvat tegenwoordig ruim zestig vestigingen, in België, Frankrijk, Italië en dus sinds een jaar in ons land.Fastfood, maar dan geen junkfood… Exki mikt uiteraard op een ander publiek dan de jongeren die doorgaans een McDonald’s of Burger King bevolken. Maar ja, van de andere kant, waar begin je aan, het moet ook omzet en winst ople-veren. We praten met Joep van Haaften, een van de twee ondernemers. Over omzet, winst etc. wil men niks kwijt.Van Haaften: “Onze doelgroep – 25+, hoogopge-leid, werkend en/of expat – wil ook snel kunnen
kiezen, maar dan uit een goed assortiment. Heeft weinig tijd, is over het algemeen meer internatio-naal georiënteerd en wil in die weinig beschikba-re vrije momenten lekker en gezond kunnen eten. Ook andere ketens, neem McDonald’s, hebben dat door en passen hun assortiment aan door een gezondere keuze te bieden. Wij willen ons niet vergelijken met McDonald’s – we zijn immers maar een klein bedrijf naast zo’n reus –maar wij onderscheiden ons door een internationaler, ex-clusief assortiment van hoogwaardige kwaliteit.”
Is dat voor binnenkomende klanten meteen duidelijk?“We proberen zo transparant mogelijk te zijn, onder andere door onze gasten precies aan te ge-
ven welke ingrediënten wij voor onze producten gebruiken en wat de voedingswaarde daarvan is. We informeren door een lente/zomer- en herfst/wintermenukaart aan te bieden en door een maandgroente te presenteren waar wij dan diverse gerechten van maken. We hebben een duidelijk missie en productfilosofie. We merken dat onze gasten dit interessant vinden en graag meer informatie willen. Deze behoefte aan meer informatie lijkt in Nederland zelfs groter dan in de andere landen en dit is dan ook een onderdeel waar we momenteel aan werken. Afgelopen jaar waren we vooral bezig deze Exki operationeel op orde te maken, nu richten we ons op verdere verbeteringen, zoals informatie-verstrekking.”
Deze grote koelwand met het aanbod vormt het centrale punt van Exki. Voorin het terras en de ingang, en achterin vinden we de zitplaatsen. Het aanbod vormt het midden van de mogelijke routing. Het aanbod is zowel horeca als ‘on the go’ als thuisverbruik.
Bij Exki geen broodje bal. Bij Exki geen gefrituurd eten. Salades, quiches, hartige taarten, belegde stokbroodjes of rozijnen-notenbrood. Soepen? O.a. Belgische waterzooi, Thai curry en ‘low-carb’-tomatensoep.
12 Exki-EFMI 13 19-07-2012 16:39:14
14FoodPersonality juli/augustus 2012
Uit de jaarlijkse ‘Monitor Duurzaam Voedsel’ van het ministerie van EL&I bleek onlangs weer dat de omzet van duurzaam voedsel in supermarkten weer is gestegen, met 30%, tot € 1,75 miljard. Maar de horecasector staat onder druk…“Wij groeien sinds de start. Er is duidelijk vraag naar onze producten en we denken dan ook beslist verder na over de toekomst. We willen in de toekomst meer vestigingen openen. Ergens in de Randstad, zou een voor de hand liggende keuze zijn. We hebben echter wel te maken met locatie-wensen en ook Exki internationaal stelt bepaalde eisen. Verder spelen de financiën en de logistieke consequenties ook mee.”
Hoe zit dat, die logistiek? “Alles wat we aanbieden, is dagvers. In Nijvel, vlak
bij Brussel, ligt de productiecentrale van waaruit Exki de producten in de Benelux op de diverse locaties levert. Dat klinkt niet ambachtelijk – cen-trale, grote hal, industrieterrein, massale produc-tie – dat is het echter wél. Ook op grotere schaal kun je ambachtelijk produceren. Dagelijks wordt een groot deel van onze producten aangeleverd, deels van ambachtelijke leveranciers, deels uit die eigen, centrale keuken. Ook de ingrediënten voor de broodjes en diverse salades worden dagelijks geleverd. Dit brengt natuurlijk wel kosten met zich mee. Bovendien is ongeveer 60 % van de ingrediënten biologisch en de bekende Belgische groentekok Frank Fol is het brein achter de recep-ten. Ook werken we met ecologische footprints en van daaruit komen de logistieke consequenties die ik eerder noemde. Uit die footprint blijkt
dat locaties binnen een straal van 280 km vanuit Brussel beleverd kunnen worden. Die aanlevering vanuit Brussel gebeurt ’s nachts. Elke ochtend om 7.00 uur vullen we ons restaurant en maken we bijvoorbeeld de stokbroodjes en bepaalde salades klaar. We openen vervolgens om 7.30 uur. Elke avond gaat het restant naar het Leger des Heils, de volgende morgen beginnen we weer fris opnieuw.Verder werken we met een aantal typisch Nederlandse ingrediënten, zoals oude kaas van Reypenaer. Op dit moment is het lastig om enkel Nederlandse producten te contracteren omdat wij als stand-alone-restaurant nog op de operatio-nele steun en inkoopkanalen van Exki in België steunen. Stapje voor stapje werken we meer met streekgebonden producten.”
Het assortiment van Exki wordt nu vooral nog bepaald vanuit België, waar het vandaan komt. Maar Exki wil steeds meer het lokale element erin brengen, door bijvoorbeeld per land verschillende elementen toe te voegen, zoals streekkazen. En Exki wil de klant ook duidelijk maken dat het zo verantwoord mogelijk met zijn ecologische voetafdruk om wil gaan.
12 Exki-EFMI 14 19-07-2012 16:39:25
15FoodPersonality juli/augustus 2012
Hoe zit het met de Belgische keuken versus de Nederlandse eetgewoonten? “Er zijn zeker verschillen, maar wij willen juist de
overeenkomsten benadrukken, het internationale
karakter. Dat past ook bij onze doelgroep, onze
gasten zoeken producten die zij ook in Brussel,
Parijs, Milaan of Turijn zouden kunnen eten.
Bovendien hebben we enkele typisch Hollandse
gerechten ingevoerd. Zoals een gerecht met snert.
Dat bleek overigens zo goed te lopen dat dit
ook in België in het assortiment is opgenomen.
Omgekeerd zijn er ook producten die hier in
Nederland niet lopen. Die halen we dan ook uit
het assortiment.”
ExkiExki wordt door het bedrijf zelf geschreven als ‘EXKi’,
drie hoofdletters, een kleine. Exki is afgeleid van het
Franse ‘exquise’. Het bestaat sinds 2001. In Nederland
startten vorig jaar Servaas Vehmeijer en Joep van
Haaften als licentiehouder in Nederland.
-
pen, lasagnes, quiches, broodjes, salades, croissants,
taarten etc.); Exki wisselt geregeld het aanbod, zeker
een maand lang elke dag wat anders kunnen eten.”
gezinnen, expat
2 vvo
Waar blijft de crisis?Op het moment dat u dit leest, geniet u wellicht van een van de gemiddeld
bent u morgen wel van plan om een pretpark te bezoeken, staat u in de rij
voor de kassa van de Apple-store of bevindt u zich op een andere plek waar
de crisis in geen velden of wegen te bekennen is. Afgaande op het historisch
lage consumentenvertrouwen zou Nederland echter in blinde paniek moeten
zijn. Bekijken we de deelindicatoren van deze graadmeter beter, dan blijkt dat
Nederlanders vooral denken dat het slecht gaat met de buren. Over de eigen
financiële situatie van het huishouden is de Nederlander aanmerkelijk minder
negatief. Het deprimerende beeld van de rest van Nederland wordt vooral
veroorzaakt door de ‘rampspoed’ die we vrijwel dagelijks in de media over ons
uitgestort krijgen. Een beeld dat niet strookt met de feiten.
Nederland is namelijk nog steeds een van de meest welvarende landen ter
wereld. Alleen Luxemburg, Noorwegen en Zwitserland hebben binnen Europa
op een zevende positie. Met onze internationale concurrentiepositie is dus niks
mis. Ook staan er nog geen rijen voor de arbeidsbureaus. Hoewel het aantal
werkzoekenden op dit moment oploopt, was ons werkloosheidspercentage
economie. Ondanks de zorgen om de dekkingsgraad van onze pensioenen,
nog onze schuldenlast. Nederlandse huishoudens hebben Europees gezien
weliswaar torenhoge hypotheekschulden, maar de woningwaarde die daarte-
Huishoudens beschikken gemiddeld genomen dan ook nog steeds over een
enorme financiële buffer. Het bank- en spaartegoed van een gemiddeld huis-
door de overwaarde op de eigen woning met 160.000 euro zelfs nog een stuk
Ondanks alle doemberichten is er in Nederland dus nog steeds sprake van een
stevig economisch en financieel fundament. Tegelijkertijd moeten we natuurlijk
Ook in Nederland zullen we eraan moeten wennen dat de tijden van ‘automati-
sche’ welvaartsgroei voorlopig voorbij zijn.
Hoewel de Europese regeringsleiders de spanning er tot het laatst toe in
houden, zal er uiteindelijk een ‘Marshallplan’ komen voor de eurozone. Hoe dat
‘wij’ gaan de rekening daarvoor betalen. Om die kosten te dragen en onze
overheidsfinanciën op termijn weer op orde te krijgen, lijken hervormingen
op het gebied van onder andere de woningmarkt, hypotheekrenteaftrek en
immers een relatieve verbetering. Je kunt consumenten namelijk ook een crisis
aanpraten.
EFMIMarcel van Aalst, Irene van Berlo,
Koen Hazewinkel en Melanie Murk wisselen elkaar af als columnist.
Deze maand Marcel van Aalst.
Reacties: [email protected]
12 Exki-EFMI 15 19-07-2012 16:39:29
16FoodPersonality juli/augustus 2012
Klappack 2.0De vleeswarencategorie staat aan de vooravond van een grote omwenteling: een
hoogwaardiger generatie vleeswaren verovert de vleeswarenkoeling. Nieuwe snij- en
verpakkingstechnieken maken dit mogelijk en Coop en Plus blijken de wegbereiders.
Door: Dave van Loon Foto’s: Gerard van Bree, Jan Willem Houweling
Harry Vergeer, unitmanager Vers bij Coop, is er-
van overtuigd dat deze verpakkingen (wijzend op
de ‘Authentieke vleeswaren’ van Coop) allang op
de hoofdkantoren in Zaandam en Veghel liggen.
“Reken maar! Iedereen in het vleeswarenwereldje
kijkt hiernaar.” Waar Vergeer op doelt, is een
nieuwe generatie vleeswaren die nu sinds twee
jaar bij Coop in de schappen ligt. Nieuwe, uiterst
innovatieve snij- en verpakkingstechnieken
maken deze hoogwaardiger vleeswaren moge-
lijk. Hoogwaardiger, omdat voor conventioneel
klappack gebruik wordt gemaakt van zogeheten
‘snijpalen’, speciaal gevormde vleesproducten
waarmee op hoge snelheid gesneden kan worden.
Maar om die snijpalen te maken, moet het vlees
bewerkt worden en moeten er allerlei additieven
en bindmiddelen aan worden toegevoegd. Met
nieuwe snijtechnieken kunnen nu authentieke
bulkstukken verwerkt worden, waardoor er als
eindresultaat een kwalitatief veel hoogwaardiger
vleeswarenproduct gepresenteerd kan worden
- vooral omdat er geen of nauwelijks additieven
aan zijn toegevoegd
En dat is hard nodig, want volgens Vergeer is
de kwaliteit van vleeswaren de afgelopen jaren
dramatisch teruggelopen, geholpen door een meer
dan forse prijsdruk en de mede daardoor in zwang
geraakte praktijk van tenderen van vleeswaren-
contracten. Door de concentratie in de sector
gaat het ook om steeds grotere contracten. De
belangen voor de industrie zijn enorm. Vergeer:
“Het kwijtraken van een contract heeft me-teen
gevolgen voor de dekking van een fabriek, voor de
werkgelegenheid ook. En omdat prijs allesbepalend
is, worden er steeds verdergaande kwaliteitsconces-
sies gedaan. Industrieel klappack zit aan het einde
van z’n levenscyclus. Daarom zit er in vleeswaren
geen groei meer.”
Rendementsrevolutie Eind jaren negentig was industrieel klappack echter
een enorme innovatie in vleeswaren. Het verdrong
al snel de traditionele vleeswarenzakjes en het
conventioneel zuurstofarm verpakken. Snijden op
de winkelvloer vraagt om een intensieve personele
bezetting en daarnaast bestaan er strenge eisen en
voorschriften op het gebied van hygiëne. Vergeer:
“Er gingen heel veel uren in zitten. Vaak waren
we vanaf woensdag aan het voorsnijden voor het
weekend en was je op zaterdagmiddag alsnog
out-of-stock en liet je omzet liggen. Vandaar dat
klappack al snel de standaard werd; een enkele
retailer snijdt nog een paar soorten vleeswaren op
de winkelvloer, maar met de nieuwe regels van de
VWA wordt dat nagenoeg ondoenlijk.”
Bovendien zijn vers gesneden vleeswaren veel
minder lang houdbaar en is de kans op derving
daarom veel groter.
Volgens Vergeer was de innovatie van klappack
vooral een revolutie voor het rendement (minder
personeelskosten, betere verkrijgbaarheid) en
niet voor de kwaliteit. Het gebruik van talloze
E-nummers werd op de koop toe genomen.
Vergeer: “Ik zocht voor Coop daarom al een tijd
naar een betere kwaliteit vleeswaren, waarbij de
efficiëntie van industrieel klappack overeind blijft.
Ik moet zeggen, in al die 13 jaar dat ik bij Coop
verantwoordelijk ben voor vleeswaren, heb ik nog
nooit de handen zó op elkaar gekregen als voor
dit vleeswarenconcept van WSP.”
‘Index gigantisch’Het uitgangspunt voor de vleeswaren van WSP
(Wijnhoven Slicing Products, de vleeswarenleve-
rancier van Coop, red.) zijn namelijk bulkstuk-
Unit manager Vers Harry Vergeer bij het assortiment gebraden vleeswaren (‘Grill’) van Coops Authentieke vleeswaren in de Supercoop in ’s Heerenberg.
16 Coop 16 20-07-2012 13:16:24
17FoodPersonality juli/augustus 2012
ken waarvan een veel hogere kwaliteit vleeswaren
te snijden zijn. Het probleem tot nu toe was dat
deze niet industrieel te snijden waren. “WSP kan
dat, onder meer door op een veel lager toerental
te snijden, maar dat is maar één aspect. Ambach-
telijke vleeswaren laten zich veel lastiger opleggen
(presenteren op het schaaltje, red.) en verpakken.
Ook hiervoor heeft WSP een speciale techniek
ontwikkeld waardoor de producten beter gepre-
senteerd worden. Daar komt nog bij dat ze gebruik
maken van een innovatieve, hersluitbare verpak-
king”, aldus Vergeer.
Hij vertelt dat hij wel eens golfde met WSP-eige-
naar Kevin Wijnhoven. De twee kenden elkaar
uit de tijd dat Wijnhoven bij Langeveld Sleegers
werkte. Het tweetal praatte dan over de behoefte
aan ouderwets lekkere vleeswaren en hoe je die op
een moderne manier in het schap krijgt. Op basis
daarvan sloeg Wijnhoven aan het ontwikkelen en
kwam met zijn eigen vleeswarenconcept, een soort
klappack 2.0.
Daar kreeg Vergeer intern bij Coop dus snel de
handen voor op elkaar. Twee jaar geleden startte
het op bescheiden schaal met ‘Authentieke vlees-
waren’, zoals het concept bij Coop heet. Dertien
items bij de start, maar inmiddels staat de teller op
35 en omvat het zowel vleeswarenspecialiteiten als
gebraden vleeswaren.
Vergeer: “Die laatste zijn er later bijgekomen. Ook
daar heeft WSP een eigen concept voor ontwikkeld
waarbij de producten in eigen huis gegrild worden
om de keten extra kort te maken. Kijk naar onze
rosbief, dat is een echt topproduct.”
Niet alleen Vergeer is overtuigd van het concept,
dat is ook de Coop-klant. “We zien een enorme
verschuiving naar dit assortiment. Onze index
met Authentieke vleeswaren is gigantisch en sinds
Pasen halen we het ene na het andere volumere-
cord. En dat is niet alleen in actie, maar ook onze
basisomzet en ons fair share stijgt. Met dit concept
slagen we erin de aandacht te verleggen van prijs
naar kwaliteit.”
NagelhoutMaar Coop heeft het vleeswarenconcept van WSP
niet exclusief, want ook bij Plus liggen vleeswaren
van WSP in de schappen. Daar heet het Puur van
Smaak en ligt het naast het premium huismerk
Appétit en de ‘streekvleeswaren’ van Gijs. Vergeer:
“Uiteraard zoek ik zoveel mogelijk onderscheid,
maar reëel gezien kan WSP voor alleen de Coop-
winkels niet rendabel draaien.” Zijn toenmalige
evenknie bij Plus, Bert Leffers, zag echter ook al
snel de meerwaarde van het concept in. En ook
Boni heeft vleeswaren van WSP in het schap, maar
dan alleen de gebraden vleeswaren, want deze val-
len buiten de exclusiviteitsafspraken met Plus.
Intussen is Vergeer met vervolgstappen bezig: seg-
menteren, bijvoorbeeld in kipfilet. Maar ook bio en
streek/regionaal zijn interessante thema’s die prima
binnen het concept van hoogwaardiger vleeswaren
passen. “Ik denk bijvoorbeeld aan Nagelhout uit de
Achterhoek. Dat zou toch prachtig zijn? Maar we
moeten daarnaast nog veel meer dan we nu doen
het verhaal over deze vleeswaren aan de consu-
ment vertellen. Hier zit nog heel veel potentie
in. Onze Authentieke vleeswaren zijn nu al goed
voor een substantieel aandeel van onze vleeswa-
renomzet en ik ben ervan overtuigd dat dit alleen
maar zal toenemen.”
Nieuwe standaardDe keerzijde van het succes heet kopiëren of –
vriendelijker gezegd – navolging. Dat is nou een-
maal de realiteit: een geslaagd concept trekt de
aandacht, zeker wanneer de voordelen zo evident
zijn: de hogere kwaliteit van het product, de ver-
beterde presentatiemogelijkheden en een fraaie,
hersluitbare verpakking. Vergeer: “Iedereen in het
vleeswarenwereldje heeft dit gezien. Albert Heijn
kiest waarschijnlijk binnenkort voor dezelfde
verpakking. Dit wordt dus de nieuwe standaard.
Ach, je wordt gekopieerd, maar tegelijkertijd
zetten we hiermee de vleeswarenwereld op z’n
kop. We doorbreken een jarenlange neerwaartse
spiraal. We accepteren als handel een lagere
Vanaf het begin was duidelijk dat het door WSP
ontwikkelde vleeswarenconcept onmogelijk
rendabel te produceren viel voor alleen Coop.
Gelukkig zocht ook Plus naar een hogere kwaliteit
vleeswaren om zich in de markt te onderscheiden.
Toenmalig unit manager Vers bij Plus, Bert Leffers
(ook wel bekend als mede-oprichter van Bio+),
speelde daar een belangrijke rol in. Sinds mei 2010
liggen bij Plus twaalf varianten vleeswaren van
WSP onder de naam Puur van Smaak in het schap.
“Recent hebben we daar nog runderrookvlees
aan toegevoegd”, aldus senior category manager
Jasper de Jong. Volgens De Jong gaat Plus met
Puur van Smaak terug naar de basis van ambach-
telijke en smaakvolle vleeswaren. “De vleeswaren
bevatten zo weinig mogelijk toevoegingen en
worden op een natuurlijke manier gepresenteerd.
De vleeswaren zelf zijn heerlijk mals en hebben
een unieke smaak. Bovendien is de verpakking
makkelijk hersluitbaar.”
Maar Plus heeft in vleeswaren behalve Puur
van Smaak ook Appétit en Gijs als kwalitatieve
verbijzonderingen van het assortiment. “Dat
klopt. Appétit biedt een selectie internationale
vleeswaren voor bijzondere momenten, waarmee
we vooral willen inspireren, terwijl we met Gijs een
aantal specifiek regionale specialiteiten bieden. De
verschillende concepten vervullen ieder een eigen
rol binnen het Plus-assortiment.”
Cijfers over de prestaties van Puur van Smaak
brengt Plus niet naar buiten, maar volgens De
Jong herkennen en waarderen de klanten van
Plus het product. “Ze proberen het en blijven het
vervolgens kopen. Onze klanten zijn erg te spre-
ken over de hersluitbare verpakking. Het volume
neemt nog steeds toe.”
“In het vleeswarenschap vindt al jarenlang weinig
innovatie plaats. Door de focus op efficiënter en
goedkoper produceren ligt er vandaag de dag een
overwegend voorverpakt en weinig onderschei-
dend assortiment vleeswaren in de schappen van
de Nederlandse supermarkt. Met Puur van Smaak
vleeswaren heeft Plus - in samenwerking met
WSP - een zeer kwalitatieve en onderscheidende
propositie ontwikkeld. Hierbij is kwaliteit het
uitgangspunt geweest. Echte smaken, traditionele
bereidingswijzen en minimale toevoegingen van
E-nummers. Deze uitgangspunten, in plaats van
maximale focus op efficiency in het productiepro-
ces, leiden tot een fantastisch eindproduct.”
“We hadden verwacht dat dit product relatief snel
zou worden gekopieerd. In de regel wordt succes
namelijk altijd snel gekopieerd. Het blijkt echter
dat dit concept dermate complex is, dat niemand
hier tot op heden in is geslaagd.”
procentuele marge, maar kunnen gerechtvaardigd
een betere prijs vragen. Tegelijkertijd zal er voor
regulier industrieel klappack een markt blijven.
Het gaat erom dat het besef bij retail Nederland
groeit dat kwaliteit maatgevend moet zijn en niet
de laagste ‘pakjesprijs’.”
Hoe lang het duurt voordat andere partijen met
‘klappack 2.0’ kunnen starten, vragen we nog.
Vergeer: “Elke ‘slicer’ is inmiddels op zoek naar
een antwoord op deze ontwikkeling. Het gáát dus
gebeuren. De vraag is in hoeverre zij in staat zijn
het volledige concept van WSP te kopiëren. Het
gaat tenslotte om meer dan alleen een hersluit-
bare verpakking. Het meest essentiële is namelijk
de keuze voor de kwaliteit van het basisproduct.
De meeste vleeswarensnijders zijn vooral speci-
alisten in snelle stromen. Dit gaat in feite tegen
hun natuur in. Het is nou eenmaal een geavan-
ceerder proces dat nauw luistert. Ik schat in dat
er vrij snel proeven gedaan kunnen worden, maar
volledig opschalen is veel lastiger en zal wel enige
tijd vergen.” ■
Jasper de Jong, senior category manager bij Plus
Pure smaken, naast Appétit en Gijs
16 Coop 17 20-07-2012 13:16:27
18FoodPersonality juli/augustus 2012
Ondernemersgroep ‘Staverden’Er start een nieuwe club voor supermarktondernemers: ‘Kennisgroep Staverden’, een
initiatief van EFMI Business School. Het gaat om een groep van zo’n veertig onder-
nemers van een of meer grotere supermarkten. We praten erover met Wiet van den
Brink (ex-Nettorama) en André Michel (ex-Vomar).
Door: Gé Lommen Foto: Jan Willem Houweling
Even in het kort: Kennisgroep Staverden, het
moet een groep van ongeveer veertig supermarkt-
ondernemers worden, komt vier keer per jaar bij
elkaar in kasteel Staverden (bij Ermelo). Onder-
werpen: alle mogelijke relevante maatschappelijke
en branche-ontwikkelingen.
Directeur Laurens Sloot van EFMI Business
School kwam in contact met André Michel en
Wiet van den Brink. Bekend uit de sector. Michel
was jarenlang directeur bij Vomar Voordeel-
markt en daarvóór (tot ongeveer midden jaren
negentig) commercieel directeur bij Konmar. Van
den Brink was jarenlang directeur bij Nettorama.
Twee ‘rechterhanden’ van eigenaren, eigenlijk.
Wiet van den Brink als tweede beslisser naast
eigenaar Jaap Bastmeijer bij Nettorama en André
Michel naast eigenaar Cees Zwanenburg bij
Vomar.
Wat hebben deze twee echter met supermarkton-
dernemers? En waarom ‘weer een netwerk’ voor
ondernemers?
Een ondernemersgroep en EFMI, past dat wel bij elkaar? EFMI is een kennis- en opleidingsinsti-tuut voor hoofdkantoormensen en mensen van fabrikanten.Michel: “Dat is niet per se zo. Het komt vaker
voor dat ondernemers zich inschrijven voor een
opleiding hier, zoals commercieel management.
Ook ondernemers willen zich verdiepen in
category management, merk ik in mijn rol van
gastdocent hier. Alleen, we merkten dat onder-
nemers vaak een volstrekt andere achtergrond
hebben en daarom binnen de sector wel eens
sterk verschillen van de unit managers, inkopers,
account en sales managers die grotendeels hier
opleidingen volgen. Juist daardoor zagen we dat
er behoefte was aan een nieuwe groep voor zulke
ondernemers.”
Van den Brink: “Ik merkte zoiets ook in mijn rol
als gastdocent aan het OVD. Je ontmoet onder-
nemers, uiteraard een andere grondhouding en
interesse dan hoofdkantoormensen, maar wel op
een niveau van ondernemerschap waarbij ze aan
verdere verdieping toe zijn. Laurens was degene
die dit idee van een groep voor topondernemers
concreet maakte.”
Maar er zijn al zo veel netwerkclubs voor onder-nemers.Van den Brink: “We hebben gezegd dat deze
groep op termijn ongeveer veertig leden moet
omvatten. Als je nu kijkt naar de aanmeldingen
nog voordat we begonnen zijn: er zijn al twintig
aanmeldingen. Dat illustreert de behoefte. Maar
deze groep onderscheidt zich ook van andere
netwerkclubs. De meeste zijn clubs waar onder-
nemers en fabrikanten samen lid van zijn. Deze
is echter alleen voor ondernemers beschikbaar.
En het heet niet voor niets ‘kennisgroep’, het doel
is dat een ondernemer van een of meer super-
markten, met altijd toch een stevige omzet en een
stevige marktpositie, zich verder ontwikkelt en
bekwaamt.”
Wat is het educatieve element?Michel: “Je hoeft hen niets meer te leren over
hoe je een supermarkt runt. Ze hebben een goed
draaiende, grote winkel, door alle formules heen,
en wij willen hen verdieping bieden. De eerste
bijeenkomst ging om de overstap naar Jumbo
en wat de marktvergroting van Jumbo betekent,
voor het supermarktlandschap in het algemeen
en voor hen specifiek. Maar we zullen ook andere
onderwerpen aandragen. De volgende bijeen-
komst staat in het teken van e-commerce. Wat
gaat de rol van internet betekenen in de super-
marktsector, welke nieuwe concurrentie is er
en zal er komen en wat kan jouw rol als super-
marktondernemer zijn hierin? Tot nu toe zie je
e-commerce van bestaande ketens en van nieuwe
marktpartijen. Maar wat kan een ondernemer
daar nou in betekenen? En soms zal een bijeen-
komst ook in het teken staan van een onderwerp
dat niet direct met de branche te maken heeft.
Bijvoorbeeld: politieke ontwikkelingen. We zijn
bezig daar een bijeenkomst over voor te berei-
den.”
In principe is elke supermarktondernemer wel-kom, maar: we hebben het wel over het niveau van de grotere. Dus geen Spar, Attent, Dagwin-kel… hoe ziet de ballotage eruit?Van den Brink: “Ballotage… o, dat vind ik zo’n
rotwoord. We trekken niet zomaar ergens een
streep, dat klinkt zo onvriendelijk. Maar deze
groep dient wel een zekere verwantschap in
kansen en bedreigingen te hebben. Dus ja, een
AH-franchiser met meer vestigingen komt eerder
in aanmerking om lid te zijn dan een ondernemer
van een kleine buurtwinkel. Maar we bekijken
dat gevalsgewijs: Laurens, André en ik, maar ook
ondernemers die lid zijn en deel uitmaken van
de adviesraad. Nogmaals, het klinkt onvrien-
delijk om aanmeldingen buiten te sluiten, maar
de leden zelf moeten ook bij elkaar terugvinden
waar ze tegen aanlopen. In die zin moet je dan
wel gaan nadenken over zaken als omzetgrootte,
formule en marktpositie.”
Waarom komen nu juist twee voormalige filiaal-directeuren in aanmerking om deze groep vorm te geven en te onderhouden? Michel: “Ik geef toe dat dat vreemd kan klinken,
maar het deed zich voor. Het is Laurens geweest
die als eerste met de gedachte speelde en hij liep
ons tegen het lijf, zogezegd. Ik ben gastdocent
hier, ik heb geen fulltime-baan meer en ben
gepensioneerd, net als Wiet. Ik ben natuurlijk
wel werkzaam bij mijn bedrijf AM Retail Advies.
Wiet en ik hebben beiden lang in de sector
gewerkt en waren beschikbaar. En trouwens, het
lijkt me ook hartstikke boeiend!”
Van den Brink: “Dat sowieso, inderdaad. Voor
mij gold hetzelfde; beschikbaarheid na de loop-
baan. Maar er is nog iets: je zou kunnen zeggen
dat je voor deze groep beter mensen kunt hebben
die met ondernemersformules hebben gewerkt in
plaats van Vomar en Nettorama, maar je kunt net
zo goed zeggen: juist wél iemand met filialener-
varing. Onze achtergrond is misschien juist wel
prikkelender, onze invalshoek is anders. Dat
maakt het nog boeiender.”
WIET VAN DEN BRINK EN ANDRÉ MICHEL OVER:
18 Staverden 18 20-07-2012 13:16:57
19FoodPersonality juli/augustus 2012
Hoe gaat een dag van deze groep eruit zien? Michel: “Een bijeenkomst duurt van ongeveer
één uur ’s middags tot acht uur ’s avonds. We
komen aan de lunchtafel bij elkaar, dan volgen er
presentaties van sprekers en andere gasten, dan is
er ruimte voor onderlinge discussies en we zullen
ook workshops erin voegen, om zelf in groepjes
met opdrachten in de weer te gaan. Dan volgt het
diner en de uitloop. We willen een programma
met ruimte voor het informele moment, zodat je
elkaar goed leert kennen en er in de loop der tijd
een hechte band ontstaat, en ruimte voor goede
sprekers en presentaties. Die moeten in die vier
keer per jaar ook echt relevante presentaties ge-
ven. Bijvoorbeeld: als we die e-commercedag or-
ganiseren, dat kan ik wel alvast verklappen, komt
Cor Molenaar spreken. Hoogleraar e-commerce
en even dwars als uitdagend. Hij stelt dat e-
commerce het bestaansrecht van fysieke winkels
onderuit zal kunnen halen. Tweede spreker is
Jos Ahlers. Hij heeft een boek gepubliceerd over
‘generatie Z’, de eerste generatie die nooit zonder
internet geleefd heeft, en de gevolgen daarvan
voor bedrijven.
En kasteel Staverden, mag ik wel zeggen, is een
toplocatie! De ligging, het kasteel zelf, en ook
het culinaire niveau van het diner en de wijn-
kaart. Moet ook wel, want we vragen niet niks.
Wiet van den Brink (l.) en André Michel.
Het moet zichzelf ook bedruipen, want er zit geen
fabrikant tussen die sponsort.”
O ja, inderdaad, wat kost het?Michel: “€ 2.450,- per jaar. Voor een ondernemer
op dat niveau is dat wel te betalen, maar: we besef-
fen dat we dan ook echt hoge kwaliteit daartegen-
over moeten stellen. Of het nu om de locatie gaat,
de kwaliteit van het programma of de kwaliteit van
het ledenbestand.”
Van den Brink: “En daar komt nog bij dat alle leden
toegang hebben tot alle informatie en publicaties
van het EFMI over de retail. Een detail, maar gezien
de kennis hier in huis geen onbelangrijk detail.” ■
18 Staverden 19 20-07-2012 13:16:59
GEBRUIK SAMEN VOOR GEZONDER TANDVLEES IN 2 WEKEN
NIEUW
TOT
NIEUW
20 ADV 20 19-07-2012 16:37:18
21FoodPersonality juli/augustus 2012
Lidl, wat een bedreiging wordt ditIk ben me de kolere geschrokken. Ik had het
anderen al horen zeggen, maar het was nog erger
dan ik me had voorgesteld. ‘Erger’, maar dan niet
voor Lidl zelf. De verhalen klopten: wat een goeie
winkel is dit! Wat is deze winkel een bedreiging
voor de hele markt. Een discounter die de zwakke
plekken van servicesupermarkten feilloos bloot-
legt. Een Duitse keten die verstand heeft van de
consument en zijn veranderende koopgedrag.
Lidl in Huizen, daar heb ik het nu over. Zet de
winkel op uw lijst en ga er kijken. Het is de eerste
discountwinkel waar je op momenten het gevoel
van een servicesupermarkt krijgt. Een goed
gevoel, als een warm bad na een koude nacht
zonder vrouw. Duidelijke keuzes, in inrichting,
in assortiment en (uiteraard) in prijs. Het bedrijf
komt tegemoet aan de steeds sterkere behoefte
aan eenvoud. ‘Less is more’ – zoals Steve Jobs en
vele andere goeroes het zeiden. Geen tien soorten
tomaten, maar een of twee. Geen vijf soorten
honig, maar één. Geen tien soorten toiletpapier,
maar drie. Zelfde geldt voor agf en vlees. Niet te
veel keuze, maar keuze genoeg.
Alleen in brood gaat de keten zich enigszins te
buiten. Dat illustreert wel dat deze productgroep
belangrijk is voor Lidl. Je waant je er in ieder
geval in een servicesupermarkt. Als die in Neder-
land al zo’n afdeling hebben staan. Ik denk dat
veel formules hier niet aan kunnen tippen. Brood
is opmerkelijk gepresenteerd. De geur is aansteke-
lijk, de verse broodjes zijn niet te versmaden. Dat
‘grab and go’-systeem voor kleinbrood komt mij
wat onhandig over, maar goed, dat kunnen ze er
probleemloos uithalen. Verpakkingen en uitstra-
ling van de broodafdeling zijn sterk. Voor vlees
zijn duidelijke keuzes gemaakt. Beperkt aantal
items, zorgvuldig gekozen en gecommuniceerd.
Gaaf is ook de speciale agf-man met afwijkende
groene kleren. Navraag leert dat hij speciaal voor
de agf is opgeleid en getraind. Daarmee geef je je
klanten een duidelijk statement: ‘Wij hebben weer
een groenteboer in huis!’
Ook in dkw zie ik een assortiment met geweldige
verpakkingen, een zichzelf respecterende A-
merkfabrikant hoeft zich er niet voor te schamen.
A-merken zijn niet meer nodig voor uitstraling,
compleetheid of vulling. De winkel is logisch
ingedeeld en het wijnassortiment is compleet,
zo niet overvloedig. Alleen het non-food vind ik
weer te veel van het goede. Kan best een beetje
minder. Is voor de margemix volgens mij ook
niet noodzakelijk. En klanten worden er op lange
termijn niet vrolijk van. Service is niet mogelijk
en het nabestellen of bijbestellen van reserve-
onderdelen echt een mission impossible.
Ook verrast ben ik bij de koelingen: niet het
gebruikelijke ‘wij discounters doen ook een beetje
de rest na.’ Nee, daar vind je een modern aanbod
aan voorgesneden agf, maaltijdsalades, aardap-
peltjes met rozemarijn voor in de oven en noem
maar op.
Voor een discounter – je vergeet in de winkel dat
je bij een prijsvechter rondloopt – is het personeel
goed getraind op klantvriendelijkheid. De winkel
is netjes, verzorgd en vol. En je wordt goed te
woord gestaan. Al filmend word je zelfs vriende-
lijk verzocht het rolletje uit de camera te halen.
Altijd leuk, zo’n discussie. Maar wel goed dat ik
op dit soort ‘misdrijven’ aangesproken word. De
moslima met hoofddoek deed dat bij mij in ieder
geval buitengewoon subtiel.
De prijzen van vers en dkw zijn bespottelijk laag.
Natuurlijk zijn de paprika’ s bij Lidl niet te verge-
lijken met die van andere supermarkten, maar dat
zal de klant worst zijn. Deze Lidl lokt gulzigheid
en hebberigheid uit bij de klant. Een klant die zich
serieus genomen zal voelen.
Klanten hebben de winkel al gevonden. Ik was er
op een vrijdagochtend: beredruk! Het parkeerter-
rein was vol en goed georganiseerd. Belachelijk
professioneel voor een discounter. Want Lidl blijft
een discounter met – opnieuw – onverklaarbare
belachelijk lage prijzen.
Lidl wordt met deze invulling voor veel klanten
op zijn minst de secundaire supermarkt. Lekker
snel prima boodschappen en vers halen. In het
weekend wellicht naar de ‘echte’ servicesuper-
markt. Voor de A-merken en het assortiment dat
ongetwijfeld gemist wordt, door echte kokers of
merkenadepten, als die nog bestaan. Discounters
waren tot voor kort alleen maar een bedreiging als
prijsvechter. Met deze Lidl is dat voorbij. Bood-
schap: onderschat de mannen in Huizen vooral
niet.
Gerard, je beseft het niet eens, wellicht. Maar
je bent het eens met Sander van der Laan, de
persoon die jij doorgaans graag een steek onder
water uitdeelt: Lidl is een levensgevaarlijke con-
current aan het worden, fullservice vermomd als
discounter.
“Sander van der Laan is de beste foodprofessional
van Nederland, en misschien wel daarbuiten.”
Trouwens, gebruik jij een camera met rolletje?
“Tja, ik ben niet zo digitaal.”
* Gerard Rutte is onafhankelijk, maar niet altijd
even objectief, zeker niet als het om Plus, Deka-
markt en C1000 gaat, want dat zijn klanten van
hem.
met Rutte!
Ruzie met Rutte! De rubriek waarin Gerard Rutte*
weer eens de knuppel in het branchehoenderhok
gooit. (En als het nodig is reageren wij daar weer op,
om schandalen te voorkomen.) RUZIE
21 Rutte 21 23-07-2012 14:43:23
22FoodPersonality juli/augustus 2012
RAINER ANSKINEWITSCH SYMPHONYIRI:
‘Promotiedruk gaat te ver’Marktonderzoeksbureau SymphonyIRI heeft onlangs een onderzoek gepubliceerd
over het prijspeil en de promotiedruk in supermarkten in Europa. Wie het rapport
leest, concludeert: zo veel promoties, dit gaat helemaal nergens meer over.
Door: Gé Lommen Foto: Vaans Ruijten
Rainer Anskinewitsch is sinds afgelopen voorjaar algemeen directeur van SymphonyIRI Nederland. Hij had een voorganger, Fred Valk, maar je kunt niet zeggen dat Anskinewitisch hem is opgevolgd. Hij leidde al SymphonyIRI Duitsland en daar is ‘Nederland’ nu bijgekomen. Met als gevolg dat Anskinewitsch sinds mei flink op en neer van Düsseldorf naar Zaltbommel rijdt. Anskinewitsch heeft ook een persoonlijke missie voor SymphonyIRI in Nederland: van informa-tieleverancier naar adviseur. Klinkt vreemd, in-formatiebezit is toch veel onderscheidender dan advieswerk? Anskinewitsch vindt van niet: “We zijn nu al jaren leverancier van marktgegevens, maar we kunnen onze klanten, supermarktketens en fabrikanten, veel meer van dienst zijn als we meer aan duiding doen. Wat zeggen die cijfers? Wat kan een fabrikant ermee? Welke segmenten kunnen nog verder groeien en welke producten of promoties zijn daarvoor nodig? Dát zou meer onze rol in Nederland moeten zijn. In Duitsland zijn we hier eerder mee begonnen en het heeft ons geleerd dat dit de goede weg is.” A-merkartikelfabrikanten hebben ook behoefte aan dat advies, aldus Anskinewitsch. “Ze moeten steeds meer werk met steeds minder mensen doen. Dus er wordt wél meer marktkennis gevraagd, maar de capaciteiten vallen weg. Steeds meer hebben fabrikanten aan ons gevraagd om richtinggevend te adviseren, soms tot product-ontwikkeling aan toe. We zien hen dus meer ken-nis en inzichten van externe bronnen halen.”
Promotie camoufleert SymphonyIRI heeft een maand terug onder zijn klanten een rapport verspreid. Daarin wordt gesteld dat ‘every day low price’ een hernieuwde opleving zou kunnen meemaken. En dat in een tijd dat supermarktketens en fabrikanten juist steeds meer promoties doen. Dat loopt eigenlijk de spuigaten uit. In Engeland is inmiddels 56%
22 Anskinewitsch - Kremer 22 23-07-2012 10:37:31
23FoodPersonality juli/augustus 2012
van de supermarktomzet een afgeprijsd artikel.
In Nederland 21%. Met andere woorden, van de
ongeveer € 33 miljard foodomzet is bijna
€ 7 miljard omzet de aankoop van afprijzing.
Oorzaak: concurrentie, verdringingsmarkt,
stijgende grondstofprijzen en het lage consumen-
tenvertrouwen. Per saldo stijgt in de Neder-
landse branche het prijspeil. Met meer promoties
camoufleren supermarktketens die prijsstijgin-
gen, bang als ze zijn om voor duur versleten te
worden.
Anskinewitsch: “Er is één trend: prijzen stijgen.
Maar: in Nederland, Duitsland en Engeland is het
economische klimaat nog redelijk. In Frankrijk
en Spanje gaat het economisch een stuk minder
en ziet de consument daar het nog somberder in.
Juist in die landen beginnen de supermarktke-
tens de promoties beetje bij beetje af te zweren.
Terwijl die in Nederland, Engeland en Duitsland
juist toenemen. Maar ook tussen die drie landen
zien we verschillen, in Engeland wordt inmid-
dels meer dan de helft van de omzet in promotie
verkocht, in Nederland 21%. En in Duitsland,
waar discounters een groter marktaandeel heb-
ben, is die slechts 11%. Met andere woorden,
er ís geen echt dominante trend, de verhouding
tussen consumentenvertrouwen, prijsgerichtheid
promotiegerichtheid en het beleid van de super-
marktketens ziet er in elk land weer anders uit.
Deze verschillen hebben ons zelf ook verrast.”
Terug naar die ‘every day low price’-aanpak
(edlp) waar SymphonyIRI impliciet voor pleit.
Zowel voor supermarktketens als fabrikanten.
Opmerkelijk, omdat wij edlp vooral associëren
met supermarktketens en dan in ons land met
name Jumbo. En in het buitenland Walmart.
Maar SymphonyIRI houdt ook fabrikanten de
edlp-suggestie voor.
EDLP voor fabrikanten. Want dan ben je van al die prijsverlagingen af.Anskinewitsch: “Ja. We tonen aan dat de consu-
ment van prijsverlaging naar prijsverlaging loopt.
Betrek je dat op één merk, dan went de consu-
ment aan die verlaagde, tijdelijke prijs. Dat is een
bekend mechanisme; de shopper slaat dat ene, in
prijs verlaagde merk flink in en koopt het dan een
tijd niet meer, vanwege die ingeslagen voorraad.
De formule waar die korting is gegeven, is dan
een tijd de formule die de winst heeft gepakt:
de omzet van zes flacons wasmiddel zit dan bij
die ene partij, en niet bij de concurrentie. Maar
supermarkten proberen dit nu allemaal. En wat is
dan nog het voordeel voor de fabrikant? Dat hij
een tijdelijke groei heeft in het marktaandeel ten
opzichte van zijn concurrenten? Ja, deels. Vooral
tijdelijk. Want ook die concurrenten verlagen
hun prijzen met tijdelijke kortingen. Wat ontstaat
er dan? Een categorie waarbij de shopper de regu-
liere prijzen niet meer aanvaardt en zijn toevlucht
neemt tot de actie. De fabrikant kan niet meer
terug naar een vroeger prijsniveau. Zijn concur-
renten ook niet. Iedereen zit gevangen in het
actiegeweld. De perceptie van de waarde van het
aanbod is blijvend afgenomen.
Zelfs bij wc-papier, suiker en zout, producten die
totaal geen traffic builder-rol vervullen, zien we
die afprijzingen. Waarom toch?”
Toch snap ik die vele promoties wel: volume pak-ken. En wellicht groei? “Nee, winstgroei kan dan nog alleen door kosten
te sparen. Maar marktgroei komt dan nog alleen
door verdringing, groei ten koste van een ander.
Dat geldt voor supermarkten en fabrikanten.
Wat is de beste promotie? Bij de een zorgt 10%
afprijzing voor groei van markt, bij de andere
20%. Een fabrikanten moet zelf uitzoeken wat
het beste voor hem is en wij kunnen hem daarbij
helpen, dat is nu juist die adviesrol waar ik eerder
op doelde. Tesco is trouwens als geen ander bezig
met zoeken wat ‘de beste actie’ is. Met andere
woorden, acties zijn niet per se verkeerd. Maar
kijk naar Omo: in de jaren zeventig in Duitsland
nog een gerenommeerd A-merk wasmiddel van
Unilever. Het bestaat nog in Nederland, maar in
Duitsland niet meer. Het merk is afgebroken door
prijsacties. Er viel niets meer mee te verdienen,
door de supermarkten niet en door Unilever niet.
In Duitsland hebben Procter & Gamble met Ariel
en Henkel met Persil het heft van de wasmidde-
lenmarkt nu in handen.”
Gaan we naar de supermarkten. Even naar ons land, met AH, Superunie-leden en C1000 als high-lowformules en Jumbo als edlp-formule. Moeten die andere ook maar edlp hanteren? Zo klínkt het wel.“Nee, zo hard stellen we dat niet. Een actie kan
onderscheidend zijn. Hoe minder andere acties er
zijn, hoe onderscheidender de actie. In een sector
als de Nederlandse echter is eerder Jumbo onder-
scheidend, juist omdat het als enige zegt edlp te
hanteren. Wat trouwens niet helemaal zo is, want
afhankelijk van hoe je het bekijkt, zou je ook kun-
nen zeggen dat Aldi en Lidl edlp hanteren.”
Aldi en Lidl bieden toch ook kortingen, in hun folders?“Ja. Ook in Duitsland. Maar daarin bieden Aldi
en Lidl vooral wisselende producten, huishou-
delijke goederen, elektronica, kleding. Niet het
standaard-aanbod.”
Prijspeil en promotiedruk
Symphony onderzocht het prijspeil en de promo-
tiedruk in Engeland, Duitsland, Frankrijk, Spanje,
Italië, Griekenland en Nederland. Ten eerste de grote
landen, ten tweede Nederland als het land dat al jaren
een laag prijspeil heeft (een tijd lang zelfs het laagste
van Europa). En ten derde Griekenland vanwege de
unieke situatie: in staat van bijna-faillissement, met
een extreem laag consumentenvertrouwen. Gemeten
is van half maart 2011 t/m half maart 2012.
Prijspeil
Prijsstijging supermarkten Europa: 3 %
Prijsstijging food Europa: 3,2%
Prijsstijging non-food in supermarkten Europa: 2 %
Prijsstijging food per land:
Volumegroei Europa: 0,8%
Omzetgroei Europa: 3,7%
Omzetgroei food Europa: 4,2%
Omzetgroei non-food in supermarkten Europa: 1,8%
Promotiedruk
Aandeel promoties in omzet:
Stel nu dat de prijs van een product in een edlp-strategie het midden is tussen – bij een high-lowstrategie – de reguliere prijs en de verlaagde prijs. Dan maakt het rekenkundig gezien niet uit; levert evenveel op.“Klopt, bij één aankoop; maar zoals gezegd, op
termijn tasten die afprijzingen de waardepercep-
0 10 20 30 40 50 60
Europa gemiddeld
Engeland
Frankrijk
Duitsland
Spanje
Italië
Nederland
25,6%
56%
17,9%
11,6%
18,5%
29,7%
21,5%
0 1 2 3 4 5 6
Engeland
Duitsland
Frankrijk
Griekenland
Spanje
Italië
Nederland
5,1%
3,3%
3,2%
0,4%
1,3%
2,7%
3,7%
22 Anskinewitsch - Kremer 23 23-07-2012 10:37:31
24 ADV 24 19-07-2012 16:37:49
25FoodPersonality juli/augustus 2012
Een held wordenJe hoeft niet over profetische gaven te beschikken om te beseffen dat het gebruik van
plastic verpakkingsmateriaal ook in de levensmiddelenbranche een issue gaat worden.
Natuurlijk is het plasticprobleem veel wijder verbreid dan alleen de foodbranche. Maar
de kans dat de toenemende bewustwording van de plasticvervuiling zich opeens zal
concentreren op het levensmiddelenassortiment is levensgroot. Of je het leuk vindt of
niet, levensmiddelen worden door veel mensen automatisch geassocieerd met de con-
sumptiemaatschappij en met de verspilling en vervuiling die deze met zich meebrengt.
Als je mij vraagt welk foodassortiment zich er het beste toe leent om als eerste getroffen
te worden door het anti-plasticsentiment, dan zeg ik: bronwater. Het is opvallend hoe-
veel lelijke dingen er de laatste tijd in kranten en tijdschriften worden geschreven over
bronwater. Die artikelen hebben altijd de vermeende overbodigheid van het product
als vertrekpunt. Kort samengevat: kraanwater is evengoed voor je gezondheid, zo niet
beter; het is in ieder geval beter voor je portemonnee, en bovendien een zegen voor het
milieu: er hoeven geen vervuilende vrachtwagens voor de weg op en het heeft geen
verpakking van vervuilende kunststof nodig.
De case tegen bronwater is keihard, harder dan die tegen de meeste andere producten
uit het foodassortiment, waarvan de ‘overbodigheid’ minder evident is. Maar juist daarom
is de plastic bronwaterfles bij uitstek geschikt als katalysator om ook de rest van het as-
sortiment in diskrediet te brengen. Dat proces wordt geholpen door de toenemende pu-
bliciteit rond de plasticsoep in de Stille en Atlantische Oceaan, waaraan overigens sinds
kort weer een nieuwe dimensie is toegevoegd. Er is namelijk een plastic-‘bouillon’ aan
het ontstaan in onze eigen Noordzee. Microscopisch kleine plasticdeeltjes - scrubs - die
sinds een aantal jaren worden toegevoegd aan zeep, douchegel, cosmetica en tandpasta,
dragen in zee bij aan de vervuiling van de voedselketen.
Wat te doen? De discussie rond plastic heeft tot nu toe voornamelijk in het teken van de
inzameling gestaan. Zo heeft de foodbranche flink gelobbyd in de politiek om van de
verplichting tot statiegeld af te komen. Een kardinale vergissing, want een supermarkt
zonder retourfust heeft een levensgroot marketingprobleem. Het is niet uit te leggen aan
de consument, die het als een milieuonvriendelijke maatregel zal beschouwen, en het
laat de talloze mogelijkheden onbenut die statiegeld biedt in relatie tot klantenbinding -
opname in spaarsystemen, klantenkaart etc. In mijn ogen zou het statiegeldsysteem eer-
der uitgebreid dan afgeschaft moeten worden, een stelling die overigens al met succes
door verschillende vooraanstaande supermarktondernemers in praktijk wordt gebracht.
Maar goed, stel dat wij niettemin het statiegeldloze tijdperk ingaan, wat dan? Waarschijn-
lijk komt de oppassende burger, die nu nog braaf zijn zak met plastic aan de straat zet,
er snel genoeg achter dat hij belazerd wordt: 70 procent van het ingezamelde plastic
verdwijnt in Duitsland in de verbrandingsoven. Ik zie de krantenkoppen al voor me als dit
openbaar wordt. Hoe het allemaal nog moet aflopen met die Plastic Heroes, ik weet het
niet.
Wat ik wel weet is dat we met het inzamelingsdebat weer eens ‘heldhaftig’ bezig zijn de
vorige oorlog uit te vechten. Want de aardolieverpakking zal verdwijnen en plaatsmaken
voor bioplastic of PLA. Dat wordt de norm, wat de Greenpeaces van deze wereld ook
mogen beweren. Het voornaamste bezwaar tegen PLA - het kost landbouwgrond en
drijft daarmee de voedselprijzen op - zal worden ondervangen door nieuwe technologie.
Nederlandse supermarkten lopen achter bij het buitenland als het om bioplastics gaat.
Mijn voorstel: zet die achterstand om in een voorsprong, bezwijk niet voor goedkope
schijnoplossingen als oxo-degradable, behoud het statiegeld en geef je formule bioplas-
tic vleugels. Echte helden lopen niet op sokken. ■
Om de maand in dit blad: Hans Eysink Smeets en Frits Kremer als columnist.
Deze maand: Frits Kremer
Reacties: [email protected]
KREMER
tie aan. Edlp is beter voor de waardeperceptie,
en daarmee ook de marge van de retailer en de
fabrikant.
High-low brengt ook andere nadelen met zich
mee: de inkoper moet scoren, met een deal. En
voor die deal moet de retailer kosten maken:
reclamekosten, winkelmateriaal, logistieke extra
kosten doordat de voorraad in de keten zijn
gewone patroon kwijt raakt, en aan die verande-
ringen moeten extra mensen werken, dus ook de
kosten van human resources stijgen. De bijdrage
van de fabrikant moet de bron zijn waar dat uit
betaald wordt. Bij edlp heb je die extra kosten
niet. Zodoende kan een edlp-formule ook een
lagere prijs hanteren dan een high-lowformule, in
theorie. Walmart doet dat, Aldi en Lidl eigenlijk
ook, maar die laatste dan met hun eigen merken,
dus de prijsvergelijking gaat mank.”
Maar nou ben ik even van de high-lowkant: nu heb ik geen reclameboodschap meer voor de consument!“Jawel, je bent altijd goedkoop en het klopt ook
nog eens. Je kunt als retailer voortdurend werken
aan een centrale boodschap die luidt: ‘bij ons zit
je altijd goed’. Die boodschap klopt ook, want je
prijzen zijn altijd laag.”
Zoals Jumbo in ons land. Maar Jumbo laat ook inkoopvoordeel zien.“Dat is waar. Maar het is een beperkt deel. Het
fungeert als een extra lokmiddel. Jumbo moet
het volgens mij grotendeels tóch hebben van dat
complete aanbod lage prijzen en de service.”
Nou is het lastige dat de cultuur bij een super-marktbedrijf ook niet zomaar verandert. Een inkoper moet een deal maken.“De leidinggevende van een edlp-formule moet
zorgen dat inkopers andere doelen krijgen. Geen
deal of bonuscultuur, maar: wat is het beste as-
sortiment in mijn categorieën? Of: welk prijspeil
kan ik aanhouden om de wirwar van promoties
van de concurrenten irrelevant te maken?”
Stel nu dat de Nederlandse levensmiddelensector toch doorgroeit in acties, van de huidige 21% van de omzet naar Britse proporties, 56%?“Dan voorzie ik grote problemen met de winstge-
vendheid van fabrikanten. En ook van sommige
retailers. En zoals gezegd, problemen ook met de
waardeperceptie van merken. Zoals Omo jaren
geleden in Duitsland.” ■
22 Anskinewitsch - Kremer 25 23-07-2012 10:37:33
26FoodPersonality juli/augustus 2012
CAPTAIN OF THE CATEGORY
Gemiddeld toch maar een 7,2Captain of the Category, het jaarlijkse onderzoek van FoodPersonality, is er weer:
welke fabrikant is leidend en bepalend in welke categorie?
Door: Gé Lommen Foto’s: archief FoodPersonality/Jan Willem Houweling
Het jaarlijkse Captain of the Category-onderzoek
wordt gehouden onder ondernemers en bedrijfs-
leiders van supermarkten. Het is geen beoorde-
ling door category managers, assortiments-
managers en inkopers die op de verschillende
hoofdkantoren werkzaam zijn. Daardoor geeft
Captain of the Category vooral een beeld van wat
ondernemers en bedrijfsleiders vinden hoe ver-
schillende fabrikanten in hun supermarktschap-
pen presteren en van zich doen spreken.
Wie? Het onderzoek is uitgevoerd door onderzoeksbu-
reau VisionWorks, in samenwerking met 1Zero
Data Facilities.
Wanneer?VisionWorks en 1Zero hebben in de maanden
april en mei met de ondernemers en bedrijfslei-
ders gesproken.
Wie geeft de antwoorden? Bedrijfsleiders van een Aldi of een Lidl vallen
buiten het onderzoek, deze formules voeren niet
of nauwelijks A-merken en de bedrijfsleiders heb-
ben doorgaans geen toestemming om aan zulke
onderzoeken mee te werken. Het onderzoek om-
vat dit jaar bijna 800 zogeheten ‘productgroeps-
waarnemingen’. Research & consultancy director
André Doffer van VisionWorks: “De resultaten
zijn daarmee representatief voor de Nederlandse
supermarktsector, op basis van regio, metrage
en de organisatie/formule waar de ondernemer
bij aangesloten is of waar de bedrijfsleider voor
werkt.”
Categorie-indeling? De categorieën worden bepaald aan de hand van
de indeling in productgroepen zoals het CBL die
ooit heeft opgesteld. En bij twijfelgevallen over
de juiste indeling van een productgroep bepalen
VisionWorks en FoodPersonality wat de meest
aannemelijke indeling kan zijn.
Hoe wordt de captain bepaald? De captains worden bepaald doordat Vision-
Works de respondenten per categorie vraagt een
fabrikant te nomineren. In het onderzoek vraagt
VisionWorks onder ondernemers en bedrijfslei-
ders naar de producten en merken die er op de
punten van marge/afzet, promoties, vernieuwing
etc. uitspringen, en dat wordt gekoppeld aan de
leverancier daarvan. Zo ontstaan nominaties.
Deze nominaties worden gebaseerd op rapport-
cijfers die de respondenten geven. Let wel, de
captain die het meest genoemd is, wordt captain.
Rapportcijfers & criteria?Die rapportcijfers hebben betrekking op de
volgende punten:
1) Goede marges in combinatie met een goede
omloopsnelheid van producten, in vergelijking
met andere producten in de betreffende categorie.
2) De uitvoering van promoties in het afgelopen
jaar (voorjaar 2011 tot afgelopen voorjaar).
3) De vernieuwing en de innovatie die de fabri-
kant met zijn merken in de categorie brengt.
4) De regelmaat waarmee de fabrikant succesvolle
nieuwe of vernieuwde producten aan de categorie
toevoegt.
5) De ondersteuning van de fabrikant aan zijn
merk of merken in de media en ‘instore’.
26 CoC Inleiding 1 26 23-07-2012 16:43:20
27 FoodPersonality juli/augustus 2012
6) De aansprekendheid van de verpakkingen en de uitstraling op het schap.7) Goede productinformatie aan consumenten, met betrekking tot zaken als ‘fair trade’, verant-woorde voeding, gezondheidsclaims en ingredi-entenspecifi caties.
Hoogste cijfer, meest genoemd? Alle rapportcijfers die een fabrikant krijgt, resulteren in een gemiddelde. De fabrikant die het meest wordt genoemd door de responden-ten, wordt Captain of the Category. Bij een gelijk aantal nominaties van twee fabrikanten wordt het waarderingscijfer doorslaggevend.
Het resultaat In de tabel op deze pagina’s is te zien wie de
winnaars zijn en wat hun gemiddeld rapport-cijfer is. Ook geven we weer wat alle genoemde fabrikanten in zo’n categorie gemiddeld pres-teren. Het verschil laat zien dat een Captain of the Category erboven uitsteekt. Het is lang niet altijd zo dat een winnende fabrikant een veel hoger gemiddelde krijgt dan de andere genoemde fabrikanten in dezelfde categorie. Een teken dat de concurrenten in de ogen van de ondernemers en bedrijfsleiders elkaars fl ink op de hielen zit-ten. In de supermarktsector verwacht je ook niet anders, A-merkartikelfabrikanten vechten elkaar zogezegd om het hardst van de plank af. En van de folder af...
Op de volgende pagina’s gaan achtereenvolgens Imperial Tobacco, Fred & Ed, Douwe Egberts,
Aviko, Remia, Procter & Gamble, Westland en Heinz in op hun uitverkiezing tot captain en de wijze waarop zij in de betreff ende categorie(ën) opereren. Verderop ook nog: een overzicht van de winnaars over vier jaar.Volgende maand het volgende deel van het Captain of the Category-onderzoek. Dan gaan we in op de stellingen die aan de ondernemers en be-drijfsleiders werden voorgelegd. En we vervolgen met andere captains en hun categorie. ■
Categorie Captain Gewogen
waardering
categorie
Gewogen
waardering
captain
Aardappelen, groenten en fruit Fred & Ed 7,2 7,3
Zuivel (melk, melkproducten), eieren en eiproducten, (houdbare) room en koffi emelk FrieslandCampina 7,2 7,5
Vleeswaren, vleesconserven en salades Johma 6,9 7,4
Ontbijtproducten, ontbijtgranen en cereals Peijnenburg 6,9 7,1
Niet-alcoholische dranken (o.a. frisdranken, vruchtendranken, sappen en siropen) Coca-Cola 7,2 7,6
Maaltijden, maaltjdcomponenten (houdbaar en vers), groente- en fruitconserven Unilever 7,3 7,5
Bakproducten en decoratie-ingrediënten Dr. Oetker 7,3 7,3
Smaakmakers (zuren, specerijen, mixen en aroma's) en maaltijdversierders (sauzen, warm en koud) Remia 6,8 7,0
Zoetwaren (snoep, drop, chocolade en candy bars) Leaf 7,1 7,2
Schoonmaak- en onderhoudsartikelen, poetsmiddelen Unilever 7,2 7,4
Bieren Heineken 7,4 7,4
Rijst en deegwaren H.J. Heinz 7,1 7,2
Desserts, ijs en dessertingrediënten Unilever 7,1 7,3
Brood en gebak Bakkersland 7,1 7,2
Verse vis, visconserven en schaal- en schelpdieren John West 6,7 7,0
Diervoeding en dierbenodigdheden Mars 6,9 7,1
Koffi e, thee, cacao en suiker en zoetstoff en Douwe Egberts 7,3 7,4
Boterhambeleg (zoet broodbeleg, spreads) Unilever 6,6 7,0
Koek en koekjes, luxe koek, banket en tussendoortjes Kraft Foods 7,2 7,3
Reform- en dieetproducten Foodprints 6,5 6,8
Bake-off en broodmixen Dr. Oetker 7,0 7,1
Huishoudelijke artikelen Procter & Gamble 6,5 7,3
Wijnen en aperitieven Bacardi 6,8 7,4
Kaas (Nederlands en buitenlands) Westland 7,2 7,5
Soepen, soepproducten en bouillons Unilever 7,3 7,5
Baby- en kindervoeding Nutricia 7,2 7,3
Rookwaren en -benodigdheden Imperial Tobacco 6,1 6,2
Diepvriesproducten en -snacks Aviko 7,3 7,5
Witvet, geelvet en olie (boter, margarine, olijf- en zonnebleoemolie en frituurvet) Unilever 6,8 7,2
Cosmetica, lichaamsverzorging en medische verzorging Unilever 7,5 7,9
Zoutjes, chips, cocktailsnacks en noten PepsiCo 7,1 7,3
Broodvervangers (beschuit, crackers e.d.) Bolletje 6,8 7,0
Hygiënische en huishoudelijke papierwaren Kimberly-Clark 6,8 7,0
(Vers) vlees, vleesvervangers, wild en gevogelte FrieslandCampina 6,7 7,0
Wasmiddelen en wasverzachters Procter & Gamble 7,1 7,2
26 CoC Inleiding 1 27 23-07-2012 16:43:24
28FoodPersonality juli/augustus 2012
CAPTAIN IMPERIAL TOBACCO
De ‘smart smoker’ rukt opVoor de derde keer op rij is Imperial Tobacco tot Captain of the Category in rookwa-
ren gekozen. Dan moet je als bedrijf wel iets bijzonders presteren. “We zitten boven-
op de markt, innoveren als marktleider volop en zijn de enige partij die investeert in
het margerijke mainstream shagsegment.”
Op het moment van schrijven van dit artikel staat
Imperial Tobacco aan de vooravond van alweer
een belangrijke introductie: John Player Special
(JPS) is er vanaf begin juli namelijk ook als shag
en hulzentabak (waarover verderop meer). De
introductie illustreert niet alleen de vernieuwings-
drang bij Imperial Tobacco, maar laat ook zien
hoezeer de rookwarencategorie in beweging is.
Met name hulzentabak, oftewel het segment ‘make
your own’ (‘myo’, red.), is de laatste jaren aan een
opmerkelijke opmars bezig. Een conjunctureel
verschijnsel? “Zeker”, bevestigt trade marketing
manager Ruud van den Eertwegh, “maar daarmee
verklaar je maar een deel van de toegenomen
populariteit.” Hij legt uit dat rokers hun ‘rokertje’
steeds meer afhankelijk van het rookmoment
kiezen. Een sigaret wordt gekozen voor onderweg
of voor het uitgaan, shag meer voor een genietmo-
ment thuis en hulzentabak voor als je even krap
bij kas zit. Hulzentabak of myo is daarbij steeds
meer geaccepteerd geraakt. Van den Eertwegh:
“Het is een ‘smart buy’, want het is per saldo het
goedkoopste rokertje. We zien het volume aan het
eind van de maand, wanneer mensen krapper bij
kas zitten, stevig oplopen. Hoewel myo een vorm
van downtrading is, doen supermarkten er toch
goed aan hier ruimte aan te geven, aangezien het
een segment is waar ze van oudsher groot in zijn.
Wij innoveren hier ook in, bijvoorbeeld met ons
merk West. Met West zijn we in myo het afgelo-
pen jaar met dubbele cijfers gegroeid en inmid-
dels hebben we binnen het supermarktkanaal een
marktaandeel van 35% binnen dit segment, wat
de margeontwikkeling van hulzentabak ten goede
komt. Ook andere internationale sigarettenmerken
stappen hier nu in.” Waar de opmars van hulzen-
tabak stopt weet Van den Eertwegh niet, maar
inmiddels omvat dit segment al 10% van de markt.
“Dat kun je niet negeren en wij beschouwen het als
onze rol als captain om deze categorie optimaal te
laten renderen. Daar hoort inspelen op de ‘smart
buy’ en de rookmomenten zeker bij.”
Meerdere frontenInvesteren doet Imperial Tobacco zeker niet alleen
in hulzentabak, dat doet het ook in shag. Imperial
Tobacco wordt in de markt gezien als specialist in
shag. Dat is ook niet zo gek wanneer je leidende
merken als Drum en Van Nelle in het merkport-
folio hebt. Key account manager Ron van den
Heuvel: “Ik durf te stellen dat wij de enige partij
zijn die volop investeert in mainstream shag. Dat
hebben we gedaan met Drum 50 gram, Van Nelle
Zwaar 50 gram en onze tijdelijke Drum Special
Edition. Hiermee creëren we in de ‘fast moving’
mainstream shagmarkt hogere marges en een
hogere kassa-aanslag.” Iets vergelijkbaars heeft
Imperial Tobacco in het value for money-segment
voor elkaar gekregen met de introductie van Zilver
XL (een 55 grams verpakking, red.). Zilver – met
de vaste pay-off ‘van de makers van Brandaris’
– spreekt met name de ‘heavy users’ aan en de
XL-verpakking blijkt bij de doelgroep zeer aan te
slaan. “Zo zijn we in shag op meerdere fronten
actief, maar onderscheiden we ons vooral in het
mainstream gedeelte van de markt. Voor super-
markten, waar mainstream en value for money
beide belangrijke segmenten zijn, voegen we daar-
mee veel waarde toe”, aldus Van den Heuvel.
Juiste verpakkingsinhoudImperial Tobacco zet sinds een aantal jaren de re-
tailer en zijn klant centraal in denken en doen. Dat
blijkt geen dooddoener, maar een dwingend kader
om bij alle initiatieven de consumentenbehoefte
en het belang van de retailer te dienen. Slaagt het
daarin, dan is dat bijna vanzelf ook goed voor
Imperial Tobacco, zo is het idee. Van den Heuvel:
“Het betekent dat we actief zoeken naar margerijke
initiatieven, in plaats van de meer gebruikelijke
prijsinitiatieven. Maar we staan eigenlijk nog maar
aan het begin van deze ontwikkeling. Dat gaat de
markt merken, niet alleen in shag, want we zijn
ook marktleider in de totale rookwarencategorie.”
“En kijk je dan naar voorbeelden van het centraal
stellen van de consument, dan wijs ik ook op onze
initiatieven in het sigarettensegment. Daar hebben
we met Gauloises Blondes de big box met 23 stuks
geïntroduceerd die de jong volwassen roker erg
aanspreekt”, aldus Van den Eertwegh. Het heeft ge-
resulteerd in een stijging van het marktaandeel van
2,2 naar 2,7%. Dat lijkt misschien niet veel, maar
in tabak zijn dat substantiële verschuivingen. Ook
met het merk JPS is Imperial Tobacco al enige tijd
met een big box op de markt. Van den Eertwegh:
“We hebben tijdens de recente prijsverhoging
vastgehouden aan de behoefte van de juiste verpak-
Captain: Imperial Tobacco
Categorie: Rookwaren en -benodigdheden
LIP succesvol doorgevoerdNovember 2011: als gevolg van Europese wetgeving
moet de tabaksindustrie over op LIP (Low Ignition
Paper) oftewel zelfdovend sigarettenpapier. Het
‘managen’ van overheidsmaatregelen voor de retail
rekent Imperial Tobacco tot het takenpakket.
retail weten op te lossen. Een strakke voorraadplan-
ning in combinatie met een soepele opstelling bij
het terugnemen van voorraad.”
van ondernemers voor gekregen. Het was een be-
werkelijke operatie, maar ook dit zien wij als de ver-
antwoordelijkheid van een Captain of the Category.”
Captain of the Category2012, 2011, 2010
onderscheidend in ondersteuning, vernieuwing en innovatie en marges en omloopsnelheid
28 CoC Tobaco 28 23-07-2012 16:57:09
29 FoodPersonality juli/augustus 2012
kingsinhoud in plaats van het verkleinen van de
inhoud om niet in prijs omhoog te hoeven. We
hebben in mainstream shag met onze succesvolle
50 grams-verpakkingen gezien dat consumenten
een juiste verpakkingsinhoud veel belangrijker vin-
den dan de prijs. Dat geldt voor de sigarettenroker
net zo goed.”
MargeverbeteringBij de rol van captain hoort ook dat je als aanbieder
je verantwoordelijkheid neemt voor de categorie
als geheel. Van den Heuvel: “Retailers weten dat we
dat aspect heel serieus nemen. We zijn niet bang
om in eigen vlees te snijden. Zo hebben we het af-
gelopen jaar drie varianten Winner-shag gesaneerd
en ook de klassieke Evergreen Menthol. Daar is een
nieuwe Drum Menthol voor in de plaats gekomen.
Per saldo hebben we dus drie sku’s geschrapt.”
“De implementatie en communicatie bij dit soort
stappen zijn cruciaal. Het moet voor de handel
wel duidelijk zijn waarom dit soort omzettingen
nodig zijn en hoe die gedaan moeten worden.
Daarom leveren we niet alleen de argumentatie,
maar leveren we ook de handjes in de vorm van
onze buitendienst om zo’n stap in het schap door
te voeren”, aldus Van den Eertwegh.
Een andere opvallende stap van Imperial Tobacco
was de prijsverhoging van Rizla-vloeipapier. Van
den Heuvel: “Tegelijk met de verhoging van de
inkoopprijs is de consumentenadviesprijs van
€ 0,25 naar € 0,30 opgetrokken waardoor per
saldo de marge van ons Rizla-papier voor de
retail is verbeterd. Toch hebben we hiermee onze
nek uitgestoken, omdat de prijs al zo lang op dat
punt lag. Tien jaar lang hebben we grondstof-
prijsstijgingen niet doorberekend, maar er komt
een moment waarop je moet bewegen. Met de
manier waarop we dat hebben gedaan komen we
de retail tegemoet.”
Ben SlimWaar Imperial Tobacco zich ook in onderscheidt,
en waar het de komende jaren nog meer op wil
inzetten, is ondersteuning op de winkelvloer.
Daarbij gaat het niet alleen om de klassieke taken
van de buitendienst, maar steeds vaker ook om
het informeren en zelfs trainen van winkelper-
soneel. Van den Eertwegh: “We zijn net met alle
tabaksverantwoordelijken van Hoogvliet op stap
geweest om onze productkennis over te dragen.
En ook met voorlichting over het belang van
out-of-stock-bestrijding richten we ons op het
personeel. Daarbij bieden we ook praktische tools
om out-of-stocks te voorkomen.”
Maar het begint met bewustwording, want 70%
van de out-of-stock-situaties ontstaat op de
winkelvloer door te laat of verkeerd bestellen of
door niet-optimaal bijvullen. Imperial Tobacco
gaat ver in het bestrijden van out-of-stocks. Zo
ontwikkelde het ‘Ben Slim’, een programma ter
voorkoming van lege plekken in het tabakschap.
Onder de titel ‘Ben slim, verkoop geen nee’ is het
programma erop gericht de oorzaken van out-of-
stocks in beeld te brengen en daarvoor oplossin-
gen aan te dragen. “Dat beperkt zich niet alleen
tot het schappenplan, maar gaat dus ook over de
manier van bestellen en momenten van bijvullen.
We ondersteunen deelnemers daar actief in. Dat
doen we nu bij zo’n 80 winkels waarvan ongeveer
de helft supermarkten zijn. Daar boeken we goe-
de resultaten mee”, aldus Van den Eertwegh. Een
van de bevindingen van Imperial Tobacco is dat
ook de kwaliteit van data nog wel eens oorzaak
van het probleem is. Elke prijswijziging betekent
een nieuwe EAN-code en dan is het zaak die
goed in de systemen te krijgen. Zeker wanneer er
een tussenpartij bij betrokken is, ontstaat de kans
op extra ruis. Van den Eertwegh: “Ook op het
stroomlijnen van dit soort processen zetten we in,
gewoon omdat het retailers en ons klanten en dus
omzet kan kosten.”
Herwaardering tabakscornerMet een omzetaandeel van 5,7% is tabak nog
altijd een van de grootste categorieën in de
supermarkt en als traffi c builder van onschatbare
waarde. Daarbij zijn de marges uiterst stabiel. Van
den Heuvel: “Het belang is voor ons duidelijk,
maar ook aan retailzijde is het belangrijk om de
dynamiek in de tabaksmarkt te begrijpen. Niet
alleen marktbewegingen maar ook overheids-
maatregelen en de consequenties daarvan (zie
ook kader LIP). Prijsverhogingen die hier nati-
onaal worden doorgevoerd, hebben een enorme
afvloeiing naar de buurlanden tot gevolg (ter
illustratie: het prijsverschil tussen Nederland en
België op een slof Van Nelle bedraagt momenteel
€ 20,-, red.). Ook in het informeren en adviseren
hierover steken we veel energie.”
Andersom volgt Imperial Tobacco ook de
formuleontwikkelingen op de voet. Van den
Eertwegh: “De herwaardering van de klanten-
balie/tabakscorner bij diverse partijen zien wij
uiteraard als een welkome ontwikkeling. Juist de
corner biedt immers de mogelijkheid invulling
te geven aan de service-uitgangspunten van
de formule en tegelijkertijd traffi c te genereren
door er tabak in onder te brengen.”
In de komende zes maanden zal Impe-
rial Tobacco weer van zich doen spreken met
nieuwe initiatieven. Van den Eertwegh: “Ik zeg
vernieuwen en innoveren. En dat het margerijke
initiatieven zullen zijn mag je verwachten van
een Captain of the Category. Ook komend jaar
zetten we weer in op deze titel!” ■
Key account manager Ron van den Heuvel en trade
marketing manager Ruud van den Eertwegh. “Ook
aan retailzijde is het belangrijk om de dynamiek in de
tabaksmarkt te begrijpen. Daar steken we veel energie
in.” (Foto: Ingrid Bertens)
C1000 kiest voor Imperial Een van de partijen die heeft besloten nauw samen te
werken met Imperial Tobacco is C1000. Een logische
keuze gezien het profi el van de C1000-shopper. Deze
shopper heeft weliswaar een lager dan gemiddeld
inkomen, maar blijkt tegelijkertijd een bovengemid-
delde shagkoper te zijn. En laat Imperial Tobacco daar
nou specialist in zijn…
C1000: “Dit resultaat is wat mij betreft tekenend voor
Imperial Tobacco, door zelfs voor het 3e jaar op rij
alleen mogelijk door juist en structureel te blijven
innoveren en feeling te blijven houden met de klant,
de consument.”
zijn we in staat het rendement aanzienlijk te verbete-
ren. Dat kunnen we cijfermatig onderbouwen.”
John Player Special: shag en hulzentabak2 juli 2012: Imperial Tobacco introduceert naast de
shag en hulzentabak onder dit merk.
diverse consumenteninzichten:
meer af op het gebruiksmoment, dus wordt de mo-
gelijkheid om ‘op merk’ te blijven steeds belangrijker
die sigaretten, shag en/of hulzentabak naast elkaar
die deze verschillende modaliteiten bieden
moderne en stijlvolle toevoegingen aan het be-
staande aanbod
28 CoC Tobaco 29 23-07-2012 16:57:22
30FoodPersonality juli/augustus 2012
CAPTAIN FRED&ED
‘Een (kinder)merk binnen agf, het kan – en het werkt’In een door formulemerken gedomineerde categorie als agf een succesvol kinder-
merk neerzetten: ga er maar aan staan. Food Sense en The Greenery slaagden er met
Fred&Ed-snackgroente en -fruit, verkozen tot ‘category captain’, wél in.
Het is alweer negen jaar geleden dat Fred&Ed
het daglicht zag. Karin Löwik en Wouter Pol,
voorheen werkzaam bij Unilever, besloten een
eigen bedrijf te starten, Food Sense, en een nieuw
kinderfoodmerk in de markt te zetten: Fred&Ed.
Tubes met zoet broodbeleg – jam en chocolade-
pasta – waren de eerste producten die met het
Fred&Ed-logo in de supermarkt verschenen.
Inmiddels is het Fred&Ed-assortiment flink
uitgebreid, evenals de categorieën waarin het merk
vertegenwoordigd is. Dat Fred&Ed zijn naam in
de supermarkt definitief heeft gevestigd, blijkt
ook uit het jongste wapenfeit: Fred&Ed werd door
ondernemers en supermarktmanagers uitgeroepen
tot captain in de categorie agf.
En dat kunnen we gerust een prestatie noemen.
Circa 70% van alle agf wordt ‘los’ verkocht, de ove-
rige 30% wordt vooral ingevuld door private label.
Nemen we alleen de verpakte agf-producten, dan
is het aandeel private label 90%. Wie met een merk
in zo’n merkloze en door private label gedomineer-
de categorie daadwerkelijk waarde wil toevoegen,
moet van goeden huize komen; een appel is al snel
een appel, een tomaat een tomaat, zogezegd.
Fred&Ed lukte het wél om die onderscheidende
positie te verwerven. Dit dankzij Fred&Ed-snack-
groente en -fruit, dat Food Sense en The Greenery
in 2010 gezamenlijk op de markt brachten.
Snackgroente en -fruit is een gezond, verantwoord
en smaakvol tussendoortje, bedoeld voor kinderen
(en hun ouders) en jongvolwassenen. “Vanuit
The Greenery waren we op zoek naar een gezond
snack- en snoepconcept voor kinderen, om hen
meer verse groente en fruit te laten eten”, zegt
Christ Spierings, account manager The Greenery
Benelux. “De vraag was: hoe kunnen we kinderen
meer gezonde producten laten eten, in plaats van
lolly’s, chips, of chocolade? Kinderen zijn de toe-
komst, en als je kinderen warm kunt laten lopen
voor verse groente en fruit, krijg je ook de ouders
mee. We hadden al de kleine snoeptomaatjes,
Tommies, maar we wilden een breder merk: meer-
dere groentevarianten en diverse fruitsoorten.”
Naamsbekendheid Fred&EdEen geheel nieuw merk kindergroenten ontwik-
kelen bleek echter kostbaar en nam voor The
Greenery te veel tijd in beslag. Besloten werd bij
een bestaande partij aanhaken. Daar kwam al
snel Fred&Ed in beeld. Spierings: “Fred&Ed was
al aanwezig in de supermarkt en het merk genoot
een grote merkbekendheid: 70% van de kinderen
en hun ouders kende Fred&Ed. Het merk spreekt
kinderen aan, het is ‘stoer’. Met een appel van
Mickey Mouse kan de jeugd op de sportschool niet
aankomen, bij Fred&Ed speelt dat minder. Ook
is Fred&Ed meer dan alleen een
plaatje. Je kunt een sticker van
een stripfiguur op een product
plakken, maar dat werkt niet.
Er moet ook een filosofie achter
zitten. Dat is bij Fred&Ed het
geval.”
Koersen op verantwoordWouter Pol, mede-eigenaar/
directeur van Food Sense: “Toen
The Greenery ons benaderde,
waren wij juist bezig om met
Fred&Ed een switch te maken
naar meer ‘bewuste’ producten.
Eerder hadden we Fred&Ed-
chips op de markt gebracht, dat waren we weer
aan het afbouwen, omdat we dat toch niet zo goed
vonden passen bij dat waar Fred&Ed voor staat:
producten die zorgen voor fun, die lekker zijn,
maar ook net wat meer verantwoord dan andere
vergelijkbare producten. Neem onze fruitwaters:
een verfrissend drankje dat wel suiker bevat, maar
stukken minder dan de meeste frisdranken. Op dat
spoor wilden we verder.”
Zo geschiedde. The Greenery en Food Sense intro-
duceerden onder het merk Fred&Ed drie varianten
snackgroenten: tomaatjes, komkommertjes en
paprikaatjes. Spierings: “We kozen voor producten
die kinderen aanspreken, omdat ze een toeganke-
lijke smaak hebben en klein en herkenbaar zijn.”
“Daarbij moeten ze in een broodtrommeltje pas-
sen,” aldus Pol, “want daarmee creëer je een extra
consumptiemoment, namelijk op school.”
‘Tomaatjes niet aan te slepen’De snackgroenten bleken een succes. Vooral
de tomaatjes zijn een echte hardloper. Jumbo-
franchiser André Heikoop in Zeist, in wiens
winkel we Spierings en Pol spreken, zegt wekelijks
tweehonderd emmertjes (500-gram) te verkopen.
“Ze zijn niet aan te slepen.” Spierings beaamt dat.
“Fred&Ed-tomaatjes zijn een van de belangrijkste
tomatenproducten in volume, er worden ongelofe-
lijke hoeveelheden van verkocht.”
Volgens hem ligt dat aan de uitstraling en her-
kenbaarheid van het Fred&Ed-merk. En aan de
constante smaak en kwaliteit. “Veel formules
kopiëren inmiddels de snoeptomaatjes. Daarbij is
vaak sprake van wisselende kwaliteit. De tomaatjes
komen telkens van een andere teler vandaan. Bij
Fred&Ed is de kwaliteit continu. Het is één ras,
geteeld door telers van The Greenery, jaarrond
verkrijgbaar, en de tomaatjes worden speciaal ge-
teeld en geselecteerd op hun zoete smaak. Dat wekt
vertrouwen bij de consument.”
Een andere belangrijke succesfactor is de presenta-
Captain: Fred&Ed (Food Sense & The Greenery)
Categorie: Agf
Twee voorbeelden uit het assortiment Fred& Ed-snackgroente- en fruit:
tomaatjes en Toffe Peertjes.
30 CoC Fred & Ed 30 20-07-2012 13:17:53
31 FoodPersonality juli/augustus 2012
tie. “Veel supermarkten presenteren de tomaatjes
niet alleen bij de andere tomaten, maar ook op een
prominente plaats, bijvoorbeeld bij de weegschaal.
De tomaatjes zijn een impulsartikel, en als consu-
menten het een of twee keer hebben gekocht, leidt
het meestal tot herhalingsaankopen.”
Uitbreiding assortimentDe Fred&Ed-tomaatjes, -komkommertjes en
-paprikaatjes werden vorig jaar aangevuld met
snoepfruit: Fred&Ed Mini Appeltjes en Toff e Peer-
tjes, beide verpakt in een kilozak, en de Fred & Ed
Blauwe Besjes, in bekers van 175 gram. Spierings:
“We willen het assortiment verder uitbreiden.
Maar behoedzaam. Het moet kloppen.”
Acties en promotiesNiet alleen qua samenstelling van het assortiment,
ook qua acties en promoties trekken Food Sense
en Th e Greenery nauw samen op. Pol: “Denk
aan gezamenlijke display- en thema-acties. Pas
hebben we samen een succesvolle demo-ronde
georganiseerd in honderd Jumbo-winkels, waarbij
Fred&Ed-snackgroente- en -fruit onder de aan-
dacht werd gebracht. Sommige Jumbo’s bouwden
hele Fred&Ed-marktstalletjes.”
Dat niet alleen consumenten, maar ook onderne-
mers dit soort acties waarderen, blijkt uit de resul-
taten van het captain-onderzoek. Fred & Ed scoort
niet alleen bovengemiddeld op het punt ‘brengt
vernieuwing en innovatie’ (7,7 versus het catego-
riegemiddelde van 7,4), maar ook op de punten
‘geeft goede ondersteuning van de productgroep
in de media’ (7,3 versu 7,0) en ‘goed uitgevoerde
promoties’ (7,3 versus 7,0).
Fred & Ed-app: verborgen codeDe samenwerking van Food Sense en Th e
Greenery laat zich ook zien in de nieuwe, scanbare
verpakkingen. Pol: “We hebben vanuit Food Sense
een Fred&Ed-app ontwikkeld waarmee consu-
menten een verborgen code in de verpakkingen
van Fred&Ed-producten kunnen opsporen. Geen
QR-code, maar een code die onzichtbaar is en
in de verpakking verstopt zit. Die code kun je
scannen met je telefoon en dan krijg je ‘de mop
van de dag’ te zien. We zijn de eerste in Nederland
die deze technologie toepast, en Th e Greenery
stimuleert dit soort acties. De scanbare code is al
verwerkt in de appelzakken, binnenkort volgen de
bekers van de snackgroenten.”
De code kan ook naar allerlei andere informa-
tie verwijzen. Spierings: “Zo hebben we vanuit
Th e Greenery het platform Verse Oogst – www.
verseoogst.nl – waarop we informatie geven over
onze telers en producten, hun verse producten
en recepten, en handige tips en weetjes delen. We
kunnen de code in de Fred&Ed-verpakkingen
koppelen aan dit platform, waardoor consumenten
informatie over de telers van de Fred&Ed-groen-
ten en -fruit kunnen krijgen.”
Fun en verantwoordDe Fred&Ed-app en de scanbare verpakking zijn
een goed voorbeeld van de manier waarop Food
Sense met Fred&Ed ‘fun’ en ‘verantwoord’ zoveel
mogelijk probeert te combineren. Pol: “We willen
in onze producten altijd een verantwoord element
inbouwen. Waarbij je verantwoord breed moet
zien. Neem de tubes chocoladepasta. Chocolade-
pasta is niet per defi nitie een heel gezond product.
Toch kregen we bij de introductie complimenten
van het Voedingscentrum, omdat we er met het
product in slagen kinderen meer brood te laten
eten en zo een gezond en bewust eetpatroon
stimuleren. Wat ‘fun’ betreft : hoewel we onze
producten breed geaccepteerd willen krijgen, zijn
kinderen tot 12 jaar onze hoofddoelgroep. Voor
hen willen we het merk voortdurend aantrekkelijk
houden.” Vandaar ook de actie die het merk bin-
nenkort start en waarbij consumenten met twee
streepjescodes van een Fred&Ed-product 50% kor-
ting krijgen op een sporttas met hun eigen naam
erop. Pol: “Kinderen vinden het leuk, we verkopen
er extra producten door en een sporttas sluit aan
bij een gezond leefpatroon.”
Food Sense blijft zoeken naar zulke vernieuwende
acties. Pol: “Na een paar jaar gaan kinderen van
de basisschool af en komt er een nieuwe ‘Fred
&Ed-generatie’. We doen daarom ook voortdurend
onderzoek naar de naamsbekendheid van het
merk en blijven zoeken naar manieren om onze
producten zo aantrekkelijk mogelijk te houden. We
kunnen niet stil blijven zitten.”
Fred & Ed-kaas en -vis?Pol ziet het daarbij als een uitdaging om breder te
kijken dan alleen de huidige Fred&Ed-categorieën.
“De captain-titel is een extra motivering om op
deze manier door te gaan. Een kindermerk neer-
zetten binnen vers is lastig, maar wij laten in agf,
samen met Th e Greenery, zien dat het kan en dat
het werkt. We zijn dan ook aan het nadenken om
meer van dit soort trajecten te ontwikkelen.”
Zo kan de handel later dit jaar iets van Fred&Ed
verwachten binnen de kaascategorie. “Dat ligt
in het verlengde van dit traject. Maar ook in een
categorie als vis zouden we met een kinderconcept
kunnen komen. Dat is slechts een idee en totaal
niet concreet, zie het als een open uitnodiging aan
andere partijen. Maar voor dat soort vormen van
samenwerking zijn we altijd in. De herkenbaarheid
van het Fred & Ed wordt zo verder vergroot, en dat
helpt ook weer de andere categorieën.” ■
Wouter Pol (l.), eigenaar/directeur Food Sense, en Christ Spierings, account manager The Greenery Benelux
(Foto: Jan Willem Houweling).
Rapportcijfers Fred&Ed
Fred&Ed Categorie-
gemiddelde
Marge/omloopsnelheid 6,7 – 6,8
Goed uitgevoerde promoties 7,3 – 7,0
Vernieuwing/innovatie 7,7 – 7,4
Geregeld succesvolle intro’s 7,3 – 7,2
Ondersteuning in de media 7,3 – 7,0
Aansprekende verpakking/
schapuitstraling 7,3 – 7,6
Goede consumenteninfo 7,3 – 7,3
Gemiddelde alle factoren 7,3 – 7,2
Consumenten kunnen
binnenkort tegen
inlevering van twee
streepjescodes van
Fred&Ed-producten
50% korting krijgen
op een sporttas met
hun naam erop. Wou-
ter Pol: “Een sporttas
sluit aan bij een
gezond leefpatroon.”
30 CoC Fred & Ed 31 20-07-2012 13:17:59
32FoodPersonality juli/augustus 2012
CAPTAIN KONINKLIJKE DOUWE EGBERTS
‘We gaan extreem hard groeien’Douwe Egberts is weer thuis: het internationale moederbedrijf, D.E Master Blenders
1753, is een in Nederland beursgenoteerd bedrijf met enorme groeiambities. “Samen
met retailers willen we heel sterk groeien”. Snelheid, innovatie en ‘premiumization’
zijn daarbij de belangrijkste ingrediënten.
“Er gaat een wervelwind door dit huis”, zo
beschrijft sales director Michel Acda de situatie
binnen zijn bedrijf op dit moment. Het afgelopen
jaar is er in feite een nieuw koffiebedrijf gebouwd
met een door topman Jan Bennink geformuleerd
extreem hoog ambitieniveau. De investeringen in
innovatie worden aanzienlijk opgeschroefd en het
nieuwe bedrijf moet daarbij een ongekend inno-
vatietempo aan de dag leggen. “Het afgelopen jaar
zijn marketingteams de hele wereld over geweest
om relevante trends te signaleren en inspiratie op
te doen. Dat heeft een hele waslijst aan innovatie-
projecten opgeleverd. En daar gaat de markt heel
snel van horen”, aldus Acda.
D.E Master Blenders 1753 is de nieuwe internati-
onaal in koffie en thee gespecialiseerde moederor-
ganisatie van Douwe Egberts, daar waar dat voor
kort het Amerikaanse Sara Lee was. De nieuw
verworven zelfstandigheid, met een Nederlandse
beursnotering om het compleet te maken, voelt
volgens Acda als thuiskomen. Shopper marketing
manager Marjan Emonds: “Tegelijkertijd zijn we
de derde koffiebrander ter wereld, na Nestlé en
Kraft. We zouden het overigens niet erg vinden om
over een tijdje Kraft te passeren…”
Snelheid en innovatieDie ambities wil Douwe Egberts op een aantal
manieren waarmaken. Om te beginnen is dat
snelheid. Het wil in hoog tempo producten naar
de markt gaan brengen. “Daar is hier in huis een
praktische en mentale omslag voor nodig. Douwe
Egberts is van oudsher een uiterst professioneel
bedrijf maar tegelijkertijd ook wel wat behoudend
en voorzichtig. We gaan zaken gedurfder neerzet-
ten. We zullen grotere stappen zetten. Daar zijn
we het afgelopen jaar al mee begonnen. Kijk maar
naar onze luxe filterkoffies en de nieuwe koffie-
melange Blend 1753. Qua design hebben we daar-
mee stappen gezet waar we anders langere tijd
over zouden doen”, aldus Emonds. “Het feit dat we
nu een gespecialiseerd koffie- en theebedrijf zijn,
verhoogt door de focus overigens ook de snelheid.
Maar ook innovatie moet een flinke duit in het
zakje doen bij het realiseren van de groeiambities.
Acda: “De investeringsbudgetten voor innovatie
zijn fors verhoogd. En samen met de snelheid
die we willen maken, gaat dat een sneltrein van
introducties opleveren.” Ter illustratie: binnen 24
maanden worden álle producten van het bedrijf
geherintroduceerd, in Nederland zou dat zelfs wel
eens binnen 12 maanden kunnen zijn.
Waarde per kopjeHet overkoepelende innovatiethema zal ‘pre-
miumization’ zijn oftewel het verhogen van de
waarde per kopje (koffie of thee). Emonds: “Het
verhogen van het volume is lastig als je bedenkt
dat de koffieconsumptie in Nederland al tot de
hoogste in Europa behoort. We zoeken het dus
veel meer in waardecreatie met wat ik de ‘rijkheid
van koffie’ noem. De kwaliteit en beleving van
koffie kan nog veel beter. Daar ligt de ruimte. Dan
moet je denken aan de wereld die er inmiddels
rondom wijn is gecreëerd.” Daarbij geldt dat nog
altijd 49% van de koffiemarkt uit filterkoffie be-
staat, terwijl een product als Douwe Egberts L’OR
EspressO – de grootste introductie van vorig jaar –
goed is voor een factor drie in termen van waarde
per kopje. En ook in thee ziet het bedrijf nog volop
ruimte, want in Nederland ligt de waarde per kopje
thee op het laagste niveau in Europa. “Al slaag je
er maar in een heel klein stukje van de theebele-
ving uit Azië naar hier te halen, dan is dat al een
aanzienlijke verbetering”, aldus Emonds.
Tegelijkertijd werkt het bedrijf uiteraard ook aan
volumebehoud. Dat is met name gericht op het
laten kennis maken van jongeren met koffie en om
ouderen langer voor de productgroep te behouden.
Segmentering en groeipijlersHet afgelopen half jaar is er vanuit de disciplines
sales, marketing en shopper marketing ook hard
gewerkt aan een nieuwe categorievisie. Emonds:
“Dat biedt een nieuwe kader voor de retail om
toekomstige ontwikkelingen een plek te geven.”
Letterlijk doordat de visie uiteindelijk ook een
vertaling krijgt in het schap, maar ook in een
nieuwe oriëntering op koffie. Tot dusver werd er in
koffie in hoofdzaak gesegmenteerd op zetsysteem
(filterkoffie, Senseo, capsules), terwijl in de nieuwe
visie wordt gesegmenteerd naar de combinatie van
producteigenschappen en doelgroep van koffie (en
thee) waarbij ‘Classic’, ‘Modernist’ en ‘Purist’ de
hoofdsegmenten vormen. “Wanneer je koffie als
een ‘ervaring die je rijker maakt’ wilt presenteren,
dan moet je ook iets van die rijke wereld tot uit-
drukking brengen in je presentatie”, aldus Emonds.
Eén van de door Douwe Egberts geformuleerde
groeipijlers is dan ook ‘classic koffie herontdek-
Captain: Koninklijke Douwe Eberts
Categorie: Koffie, thee, cacao en suiker en
zoetstoffen
Het nieuwe design van de verpakkingen van de Senseo-basisreeks. Opvallender, gewaagder.
32 CoC DE 32 23-07-2012 11:19:46
33 FoodPersonality juli/augustus 2012
Met Douwe Egberts L’OR EspressO zette Douwe Egberts vorig jaar het segment koffi ecapsules in de
supermarkt op de kaart. Ook deze reeks heeft een nieuw design gekregen.
ken’. “Bij ‘classic koffi e’ - zeg maar het ouderwetse huiskamergevoel - hebben we het over fi lterkof-fi e en de basisvarianten Senseo. Die vormen met een aandeel van 70% de bulk van de markt. Daar zullen een groot deel van de initiatieven op gericht zijn. De andere groeipijler bestaat uit het vertel-len van het verhaal van koffi e om koffi eliefh ebbers uit te dagen meer te experimenteren met koffi e en thee. Emonds: “Dat kan op allerlei manieren, maar we willen met ons verhaal nadrukkelijk ook naar de winkelvloer. We hebben gemerkt dat onze handelspartners hier open voor staan.”
Impulsen winkelbeeldDe nieuwe categorievisie is volgens Emonds uitermate geschikt voor het ontwikkelen van gedif-ferentieerde categorieplannen. Op basis van het shopperprofi el van een formule kan zo een eigen koffi ewereld gecreëerd worden. “We hebben hier de afgelopen weken vertegenwoordigers van 23 formules over de vloer gehad. Veelal directie en inkoop. We hebben ze kennis laten maken met
onze nieuwe visie en hebben hier een aantal ‘koffi ewerelden’ nagebouwd. Die sessies zijn heel positief ontvangen en we hebben ook achteraf nog geweldige reacties gehad.” Gek is dat eigenlijk niet als je bedenkt dat Douwe Egberts gehoor geeft aan de bekende roep van de retail om meer innovatie en lef. Daarbij komt de nieuwe segmentatie tegemoet aan de wens van retailers zich te kunnen onderscheiden. Acda: “Ook zij zien in dat je nog veel waarde kunt toevoegen als je bereid bent een stap verder te gaan. Koffi e is een destination categorie en verdient de aan-dacht. Op de vraag hoe koffi e en thee in de totale formule past, willen we samen met de retail, en per retailer, een antwoord vinden. Hier liggen wellicht mooie kansen voor impulsen voor het winkelbeeld.” Acda denkt bijvoorbeeld aan het betrekken van de koffi ecorner bij het koffi eschap. Emonds: “Het gaat om het vinden van slimme, formulespecifi eke antwoorden. Het mooie is dat retailers daar sinds die sessies hier zelf al mee aan de slag zijn gegaan. Die ideeën kunnen we op die van ons leggen om te zien waar ze overeenkomen. Het zichtbaar maken van smaaknavigatie in het schap is daarbij een van de meest veelbelovende ideeën. In die zin willen we ons captainship nog veel meer gaan waarmaken, maar het is geweldig dat handelspartners ons die rol al geven, want de medewerking van de handel is cruciaal bij het realiseren van onze ambities.” ■
Shopper marketing manager Marjan
Emonds en sales director Michel Acda.
“De nieuw verworven zelfstandigheid,
compleet met Nederlandse beursnote-
ring, voelt als thuiskomen.”
(Foto: Jan Lankveld)
Innovatiesneltrein
Douwe Egberts gaat het innovatietempo vanaf nu
fl ink opschroeven. Dat is zelfs keihard aan beleggers
in het nieuwe D.E Master Blenders 1753 toegezegd.
Waar moeten we aan denken?
Om te beginnen is daar Senseo Sarista, hét vervolg
op de samenwerking met Philips; een nieuwe gene-
ratie zogeheten bean-funnel koffi eapparaten waar-
mee hoogwaardige koffi e op basis van bonenkoffi e
gemaakt kan worden. “Op het trade event rondom
de lancering, waar we opnieuw vrijwel alle handels-
partners mochten ontvangen, waren de reacties
overweldigend”, aldus Emonds.
Verder gaat Douwe Egberts bij Senseo alle verpak-
kingen vervangen en wordt de kwaliteit van de koffi e
verder verbeterd. Aan de Senseo-reeks voegt Douwe
Egberts binnenkort ook zes nieuwe, krachtige en
intense Lungo-varianten toe, die dan de meest
hoogwaardige koffi e binnen het Senseo-aanbod
vertegenwoordigen.
In thee zal Douwe Egberts de met de Pickwick Dutch
Tea Blend ingezette koers verder ontwikkelen. Bin-
nen het Pickwick-aanbod zal ook kruidenthee een
nieuwe impuls krijgen.
Ook in thee wordt het innovatietempo opge-
schroefd. Voortbouwend op het succes van
Pickwick Dutch Tea Blend, introducteert Douwe
Egberts daarom nieuwe varianten: Golden Bata-
via, Flowery Jave en Dutch Grey. Dutch Tea Blend
zelf wordt geherintroduceerd.
32 CoC DE 33 23-07-2012 11:19:56
34 FoodPersonality juli/augustus 2012
Voorspellend, inderdaad. Want Aviko zet met de
introductie van de reeks ‘Kokkerellen’ een belang-
rijke stap van vriesvers naar koelvers. “Dat wij
een paar jaar geleden als category captain in agf
zijn genoemd, toont weer eens aan hoe sterk het
merk Aviko is verbonden aan aardappelen”, zegt
senior trade marketeer Peter Kok. “Aviko is een
merk aardappelproducten dat ondernemers en
consumenten verwachten in vriesvers, maar ook
in het koelvak. We hebben onze basis in vriesvers
opgebouwd. In die markt is het echter moeilijk
om nog verdere volumegroei te realiseren. Van-
daar dat we nu de ambitie hebben om in de retail
ook in koelvers met Aviko een sterke merkpropo-
sitie te bouwen.”
“Deze stap sluit ook aan bij ons beleid om niet
zozeer in producten te denken, maar in proposi-
ties”, zegt Ingeborg Blaauw, senior brand manager
retail. “We bieden de consument een oplossing.
Of een verrassend nieuw product. Daar zijn we
in vriesvers al goed mee bezig en zo creëren we
meerwaarde. Neem Supercrunch. Dat is een écht
ander product.”
“Het is hét voorbeeld van waarde toevoegen”, stelt
Kok. “Van ons mag het kannibaliseren op onze
Pommes Frites. Zelfs dán voeg je nog waarde toe.
Maar die kannibalisatie blijft uit, dus is Super-
crunch écht een product dat voor groei zorgt.
Het heeft een aandeel van bijna 40% van de
omzet in Aviko-frites.”
Vandaar ook dat de meeste ondernemers die
aan het Captain of the Category-onderzoek
deelnemen Supercrunch met name noemen
als succesvol product. Kok: “Vriesvers is een
stabiele markt. Tot en met periode vijf heeft
deze categorie 2% omzetgroei. Het volume is
echter met 3% gedaald, vanwege de slechte
ijsverkopen. Laat je dat buiten beschouwing,
dan is het volume stabiel. Aardappelproducten
groeien net iets boven het marktgemiddelde. In
2011 was Aviko verantwoordelijk voor 80% van
de omzetgroei in aardappelproducten.”
MargebehoudAviko scoorde in het captainsonderzoek
bovengemiddeld op de criteria ‘goede marges
en goede omloopsnelheid’ en ‘brengt geregeld
succesvolle nieuwe of vernieuwde producten’.
Kok: “Goede marges zijn uiteraard belangrijk
om de categorie relevant te houden voor de
retailer. Met een sterk merk komen retailers
in de verleiding om prijssignalen af te geven.
Maar dat blijkt voor de categorie niet positief te
werken: door frites goedkoper te maken, gaat de
doorstroming niet omhoog en verlies je omzet.”
“Met onze relaunches en nieuwe producten bren-
gen we meer ‘schwung’ in de vriesverscategorie”,
voegt Blaauw toe. “Daarvoor zijn consumenten
bereid om juist wat meer te betalen. Onze nieuwe
en vernieuwde proposities vormen de basis voor
het behoud van een goede marge.”
Supercrunch in vriesvers is net zoals Kokkerellen
in koelvers een vernieuwing waarvoor Aviko een
speciale productielijn heeft opgezet. Blaauw:
“Supercrunch is echt een technologische in-
novatie, terwijl Kokkerellen is ontwikkeld
vanuit de behoeft e van de consument om snel
en gemakkelijk, maar ook smaakvol en gezond
een goede maaltijd te kunnen bereiden. In onze
productontwikkeling kijken we uiteraard naar de
capaciteit en de mogelijkheden van onze huidige
productielijnen. Dat bepaalt de kostprijs en is van
directe invloed op de marge. Maar aan de andere
kant moet je jezelf als A-merkartikelleverancier
losmaken van je bestaande productielijnen.
Creativiteit en innovatie zijn bepalend en indien
nodig passen we onze productielijnen aan. Het
is de enige manier om als merkleverancier een
sterke positie te behouden.”
Waarde in promotiesBij promoties scoort Aviko ook bovengemiddeld.
Niettemin vinden Kok en Blaauw dit thema een
lastig onderwerp. Waarom? Blaauw: “Vriesvers
heeft de beperking dat je niet buiten de vrieskas-
ten en -kisten kunt communiceren. Dan wordt
het moeilijker om een waardepromotie te doen.
Vandaar de vele prijspromoties in vriesvers, die
ook nog eens op bestaande gebruikers zijn ge-
richt. Want vriesvers is meestal geen impuls. Het
zijn voorraadproducten die op de boodschap-
penlijstjes staan. We hebben wel een promotie
gedaan waarin de consument voor bordjes kon
sparen. Daarvoor hebben we displays gebruikt,
uiteraard zonder product, maar met allerlei infor-
CAPTAIN AVIKO
Dominant in vriesvers, nieuwkomer in koelversIn 2009 werd Aviko al eens tot category captain uitgeroepen. Niet in diepvries &
snacks, maar - verrassend – in agf. Nu Aviko ditmaal wél tot captain is gekroond in
diepvries – of ‘vriesvers’, zoals Aviko het bij voorkeur noemt – blijkt die eerdere be-
kroning in agf er tóch eentje met voorspellende waarde.
Captain: Aviko
Categorie: Diepvriesproducten en –snacks
Met relaunches en nieuwe producten wil Aviko meer ‘schwung’in de vries-
verscategorie brengen. Twee voorbeelden: de vernieuwde röstilijn en een bill-
board voor Aviko’s in 2011 geïntroduceerde lijn ‘Frites van ’t Huis’. Dit verwijst
naar de Boerenfriet.
34 CoC Aviko 34 23-07-2012 15:11:40
35 FoodPersonality juli/augustus 2012
matie. Dat bleek toch een heel eff ectief middel te zijn. Als je de consument maar kunt verleiden. Dat heeft die categorie echt nodig.”“Het is ook iets waar niet alleen Aviko, maar ook andere leveranciers en retailers zich sterk voor maken binnen het Vriesvers Platform”, zegt Kok. “De winkelvloer is er actief mee bezig. We heb-ben geen buitendienst die dit voortdurend sti-muleert. Gelukkig slagen we er tóch in om onze boodschap goed over te brengen. Onze visie is duidelijk en die communiceren we goed.”
Emotie, inspiratie, internetDat de ondernemers dit oppikken, blijkt wel uit de goede scores in het captainsonderzoek op de punten ‘media-ondersteuning’ en ‘goede consumenteninformatie’. “Uit onderzoek krijgen we inderdaad teruggekoppeld dat Aviko een in-novatief merk is dat voor goede kwaliteit staat”, beaamt Kok. “Maar als we kritisch naar onszelf kijken, dan moeten we concluderen dat de emo-tionele invulling van onze merkcommunicatie wel wat beter kan. We hebben altijd erg functio-neel gecommuniceerd. Met onze nieuwe website, die sinds eind juni online is, communiceren we veel sterker op de emotionele waarde van Aviko en de Aviko-producten. Hierbij willen we vooral inspireren en streven we ernaar om de beleving die je op de winkelvloer rondom het merk kunt
creëren ook op de website tot zijn recht te laten komen.”Niet geheel toevallig valt de lancering van de nieuwe Aviko-site samen met de introductie van Kokkerellen. Blaauw: “Het sluit aan bij onze ambitie om ook in andere categorieën te groeien. We willen inspireren, of dat nou in vriesvers is of in koelvers. Met Kokkerellen is Aviko een echte kookhulp. Alle toegevoegde verse groente, saus of kruiden zijn gesneden of voorbereid. De consu-ment hoeft er desgewenst alleen nog maar vlees of vis aan toe te voegen. Het is ook op verschil-lende manieren te bereiden. Dat kan de consu-ment zelf bepalen. Dat werkt heel inspirerend.”
Start bij C1000Het is niet eenvoudig om een merkpropositie te bouwen in koelvers, waar de huismerken de dienst uitmaken. Aviko doet het, op basis van de positie die het in vriesvers heeft opgebouwd. Blaauw: “Wij komen vanuit een vriesverscatego-rie waar we producten maken met een veel lange-re houdbaarheidsdatum, dus voor ons is het ook een grote omslag om producten te ontwikkelen en te ‘handlen’ met een houdbaarheid van enkele dagen. De logistiek luistert heel nauw. Bovendien moet je de productievolumes aankunnen. We hebben vanaf het begin van de ontwikkeling van Kokkerellen hierover gesproken met C1000. Met name de ins en outs van de koelversketen waren daarin voor ons belangrijke leerpunten. Ook C1000 vindt dat in de koelverscategorie innovatie nodig is. Dat is de functie die het A-merk moet vervullen. In vriesvers hebben we geleerd en bewezen dat we dit kunnen.”Aan Kokkerellen heeft Aviko zo’n twee jaar gewerkt en de contacten met C1000 dateren volgens Kok nog van vóór de overname door Jumbo. “Bij zo’n project moet je ervoor waken dat je teveel hooi op de vork neemt”, zegt hij. “C1000 was groot genoeg om dit voor het begin samen op te pakken. De C1000-consument is hiervoor heel geschikt. Bovendien hebben we samen met C1000 vastgesteld dat we in het C1000-koelvers-aanbod wel wat kunnen toevoegen. Het past in de visie die de retailer heeft op de categorie.”
Ingeborg Blaauw en Peter Kok willen het succes van Aviko in vriesvers doortrekken naar koelvers.(Foto: Voermans Van Bree).
Voortdurend vernieuwingHoewel Kokkerellen een strategisch zeer belang-rijke introductie is voor Aviko, is de aandacht voor vriesvers niet verslapt. Integendeel, er zit weer heel wat aan te komen. Kok: “In 2011 zijn we al heel actief geweest en heeft Aviko een sig-nifi cante bijdrage geleverd aan de omzetgroei binnen vriesvers. Volgens mij komt daar ook de uitverkiezing vandaan tot captain in vriesvers.”“We hebben relaunches gedaan met XXL-scho-tels, Frites van ‘t Huis en verschillende specialitei-ten”, zegt Blaauw. “We zijn producten gaan voor-bakken in zonnebloemolie en hebben logischer verpakkingsformaten ontwikkeld. Ook in de toekomst blijven we vriesvers verder ontwikkelen. Bijvoorbeeld in de maaltijden. Dat is een niet al te grote markt, maar er zit groei in en we hebben er een stevige tweede positie in verworven.”“In het verleden Supercrunch en nu Kokkerel-len… we blijven voortdurend op zoek naar vernieuwing”, stelt Kok. “Eind dit jaar zullen we in vriesvers een nieuw fritesconcept lanceren. Dat wordt een nieuw type frites. Zoiets bestaat nu nog niet. We hebben er speciaal een nieuwe produc-tielijn voor ontwikkeld.” ■
Rapportcijfers Aviko
Aviko Categorie-
gemiddelde
Marge/omloopsnelheid 7,0 – 6,8
Promoties 7,5 – 7,4
Vernieuwing/innovatie 7,5 – 7,5
Geregeld succesvolle intro’s 7,8 – 7,5
Ondersteuning in media 7,3 – 7,2
Aansprekende verpakking/
schapuitstraling 7,8 – 7,6
Goede info 8,0 – 7,5
Gemiddelde alle factoren 7,5 – 7,3
Aviko wil ook in koelvers groeien. Door de consu-ment te inspireren en te helpen. Met Kokkerellen neemt Aviko de rol van‘kookhulp’. Alle toegevoeg-de verse groente, saus of kruiden zijn gesneden of voorbereid. De varianten zijn bepaald op namen, zoals Hannah, Lucas, Sophie en Thom.
34 CoC Aviko 35 23-07-2012 15:11:48
36FoodPersonality juli/augustus 2012
Remia neemt in de sauzencategorie een unieke
positie in. Als A-merk biedt het een compleet
assortiment sauzen, maar daarnaast is het ook
producent van veel sauzen die onder de verschil-
lende huismerken op het schap staan. Een sau-
zenspecialist bij uitstek dus. “Daarnaast heb je in
deze categorie veel aanbieders die zich vooral op
één of enkele sauzentypes toeleggen” weet senior
product manager Marcos Garcia Moral. Heinz
met ketchup, Hela met curry, Wijko met saté…
“Door onze positie van totaalaanbieder hebben
we diepgaande contacten met handelspartners”,
aldus sales manager Gerard Kooijman. “We
verkopen in Nederland bijna net zoveel onder het
Remia-merk als onder huismerk. Dat geeft ons
veel inzicht in de klantbehoefte.”
Volgens Kooijman is Remia geen typisch marke-
tingbedrijf, maar opereert het altijd uiterst prag-
matisch. Voor het retailkanaal beschikt Remia
over twee accountmanagers, twee product mana-
gers en sinds een tijdje ook een trade marketeer.
Kooijman: “We hebben hier wel eens binnen een
week een concept ontwikkeld. Dat kan omdat
we korte lijnen hebben. Wat daarbij ook een rol
speelt is dat we een familiebedrijf zijn – de derde
generatie inmiddels – dat geheel onafhankelijk is
en durft te vernieuwen.”
MarktleiderschapIn de lokale, Nederlandse markt is Remia als het
gaat om sauzen de grootste speler. Tegelijkertijd
garandeert de platte organisatie het vermogen
snel bij te sturen. Garcia: “Met onze durf en flexi-
biliteit weten we het Remia-merk aardig voor het
voetlicht te brengen, waarbij ook onze uitsteken-
de positionering in de foodservicemarkt helpt. Zo
maken we ook in onze communicatie opvallende
keuzes; door te kiezen voor namen als Gerard
Joling en nu Afro Jack. Mensen denken wel eens
dat Remia deel uitmaakt van een grote organisa-
tie. Dat beschouwen we maar als compliment.
Kennelijk zijn we in staat met relatief bescheiden
middelen een vergelijkbaar niveau te halen.”
Dat andere grote merk is Remia inmiddels in
het belangrijke segment tubes/knijpflessen
gepasseerd. De sauzen in de bekende Remia-
knijpflessen blijken een schot in de roos, nog
altijd. Kooijman: “Dat was een instant succes
met van meet af aan extreem hoge rotaties. In dit
segment zijn we veruit marktleider. Die positie
hebben we in drie, vier jaar tijd overgenomen.”
In het Captain of the Category-onderzoek blijkt
ook uit opmerkingen van ondernemers en
bedrijfsleiders dat zij de prestaties van Remia
in met name dit segment hoog waarderen. “We
scoren goed op het onderdeel promoties en
worden dus als een heel actief merk gezien, maar
ik ben zeker ook blij met deze goede beoorde-
ling, want het is een eerlijk oordeel, omdat je op
de winkelvloer heel direct op je prestaties wordt
afgerekend.”
Verpakkingsinnovatie Het succes van de knijpflessen van Remia laat
zien hoe belangrijk verpakkingsinnovaties in
deze markt zijn. “Gek genoeg blijken verpak-
kingen meer dan smaak bepalend voor succes
in de sauzenmarkt. Wij lopen daarin sinds jaar
en dag voorop. Op het gebied van innovatieve
verpakkingen hebben we een reputatie opge-
bouwd”, aldus Garcia. Uiteraard zijn smaken
wel belangrijk, maar als afzender van meer dan
1.500 verschillende recepturen naar meer dan
100 landen weet Remia als geen ander wat de
smaakvoorkeuren zijn en hoe die zich ontwik-
kelen. “Onze welbekende fritessaus is onlangs
weer als beste getest. Daar moet je dus niet aan
gaan sleutelen. En er zijn uiteraard al heel veel
verschillende smaken sauzen. De ruimte in de
CAPTAIN REMIA
Groeien = durvenRemia is de sauzenspecialist bij uitstek, zo vinden ook supermarktmanagers. In de
categorie zijn Remia-sauzen dan ook prominent aanwezig en weten de consument
te overtuigen. De slagvaardige Remia-organisatie houdt de volwassen sauzenmarkt
daarbij met aansprekende innovaties in beweging.
Captain: Remia
Categorie: Smaakmakers en maaltijdversierders
In het belangrijke segment knijpflessen/tubes is Remia sinds enkele jaren veruit marktleider.
36 CoC Remia 36 20-07-2012 13:18:31
37 FoodPersonality juli/augustus 2012
markt ligt veel meer op het gebied nieuwe concep-
ten. Zo waren we een paar jaar terug de eerste met
kant-en-klare satésaus, een product waar we ook
succesvol in zijn geworden.”
De beweging in de markt gaat daarnaast in de
richting van ‘low calory’, al staat die beweging
momenteel wat onder druk door de recessie en
de discussie over de additieven die voor dat soort
producten gebruikt worden. Volgens Garcia is
Remia allang in staat om een saus met 0% vet te
maken. “Voor een dergelijke saus smaakt dat heel
acceptabel, maar het punt is dat wij acceptabel
niet goed genoeg vinden. Op smaak doen we geen
concessies.”
Een andere belangrijke ontwikkeling die ook grote
gevolgen heeft voor de sauzencategorie, is het
ontstaan van clean labels. “Dit is een ontwikkeling
die ondanks de recessie doorzet. We zijn hier volop
mee bezig. Zo werken we aan de reductie van vet,
zout en suiker en zoeken we naar steeds beter re-
cyclebare verpakkingen. Ook het Ik Kies Bewust-
logo past bij deze ontwikkeling”, aldus Garcia.
Herstel consumentenprijzenTegelijkertijd mogen zaken als clean label en IKB
geen vrijbrief zijn voor hogere prijzen. Kooijman:
“Ruimte voor prijsverhogingen is er nauwelijks.
We hebben de afgelopen jaren in de kosten
geknepen, in marges ook. Ook nieuwe producten
moeten in dat keurslijf om een kans te krijgen. Dat
zet hoe dan ook een rem op innovatie.”
Het herstel van de consumentenprijzen ziet hij als
een van de grootste uitdagingen. “Onze fritessaus
kostte destijds vier gulden, nu staat dezelfde saus
voor € 1,65 op het schap, terwijl in al die jaren de
grondstofprijzen in meerdere gevallen zijn verdub-
beld”, aldus Kooijman. Onder die omstandigheden
is het volgens Remia niet eenvoudig in koude en
natte sauzen om te innoveren en groeien.
Toch staat er dezer dagen weer een grote introduc-
tie op stapel in Den Dolder. Remia introduceert
namelijk Remia Saus voor Ovenschotel, een
warme maaltijdsaus voor aardappelen of pasta
in verschillende herkenbare smaken. “De eerste
kant-en-klare oplossing voor ovenschotels”,
aldus Garcia. “Ingrediënten in een schaal doen,
saus erover en dan zo de oven in. Makkelijk en
lekker.”
Met deze introductie blijft Remia dicht bij huis
(saus), terwijl het toch de overstap maakt van
de sauzencategorie naar de maaltijdencategorie.
Opnieuw een gedurfde stap. Kooijman: “Dit is
een manier voor ons om verder te groeien, maar
dat kan alleen als je ook met een overtuigende
introductie komt. De handel gelooft hierin, dus
krijgen we de kans om het te proberen.”
Volgens Garcia vraagt deze stap wel om extra
uitleg aan de consument: “Daar moeten we veel
tijd en moeite in steken. Vandaar dat we een
redelijk zware campagne inzetten, waarbij met
name tv een belangrijke rol speelt.”
WeersbestendigEen andere manier voor Remia om verdere groei
te realiseren, is door overnames. Zo nam het
in 2010 mosterdproducent Marne over en eind
vorig jaar de sauzendivisie van Van Dijk Foods
met het merk Gouda’s Glorie als bekendste
merk. Het heeft alles te maken met de beperkte
ruimte en groeimogelijkheden in de volwassen
sauzencategorie. Kooijman: “Dit is geen markt
van extreme groei. De meeste segmenten zijn
stabiel en hier en daar zien we wat daling. Kant-
en-klare satésaus groeit en ook een segment als
mosterd. Dit jaar doet het slechte voorjaar de
markt geen goed. Het barbecueseizoen heeft de
nodige impact op de sauzenmarkt – dan kan
het ineens heel hard gaan - maar dan moet de
periode april-juni goed zijn. Gelukkig voor ons
zijn de Remia-knijpfl essen ‘weersbestendig’ en
is er aan het eind van het jaar ook nog een kort
maar krachtig gourmetseizoen.” ■ Eén van de trends in sauzen: ‘low calory’.
Remia op overnamepad
Een manier voor Remia om verder te groeien
zijn ook overnames. Dit blijken de afgelopen
jaren wel uiterst gerichte overnames te zijn:
Marne en de sauzen van Gouda’s Glorie.
Dat Remia in 2010 mosterdproducent Marne over-
nam, is mogelijk niet eens zo bekend. En mosterd
spreekt wellicht ook niet zo tot de verbeelding,
maar het blijkt binnen de grote sauzenmarkt wel
een groeiend segment. Garcia: “De bulk van de
markt bestaat uit Franse mosterd met daarom-
heen een aantal specialty mosterds. Grappig is
dat in sauzen mosterdsmaak, en dan met name
mosterd-honing, sterk in opkomst is, terwijl in
mosterd zoete varianten met bijvoorbeeld honing
aan terrein winnen. Sowieso lijkt de smaakvoor-
keur van de consument steeds zoeter te worden.”
En eind vorig jaar nam Remia de sauzendivisie
van Van Dijk Foods over. De sauzen van het
merk Gouda’s Glorie, maar bijvoorbeeld ook de
bekende Mad Sauce zijn daarmee in het portfolio
van Remia terechtgekomen. Een strategische
overname… Kooijman: “We hebben er in het
sauzenschap tientallen producten bij gekregen.
We zijn nog volop bezig met de integratie, want
ook de productie verhuist naar Den Dolder. En
hoewel we al diverse designs en verpakkingen
van Gouda’s Glorie hebben vernieuwd, zijn we
nog druk doende om te bepalen hoe we het merk
weer opbouwen. Gouda’s Glorie heeft immers een
wezenlijk andere positionering dan Remia.
Sales manager Gerard Kooijman (links) en senior product manager Marcos Garcia Moral. . “Gek genoeg blijken verpakkingen meer dan smaak bepalend voor succes in de sauzenmarkt.” (Foto: Jan Lankveld)
36 CoC Remia 37 20-07-2012 13:18:38
38FoodPersonality juli/augustus 2012
Procter & Gamble heeft Ambi Pur in 2010 aan
z’n merkenportfolio toegevoegd. “Met de juiste
mensen, het juiste budget en de juiste introduc-
ties hebben we direct vanaf het begin gas gege-
ven”, aldus Rob Manhoudt, marketingdirecteur
household Benelux. “Gewoonlijk heb je bij de
overname van een merk te maken met een moei-
zame opstartfase, maar daar hebben we absoluut
geen last van gehad. We zijn er trots op dat we
met Ambi Pur weer Captain of the Category zijn
geworden.”
Hoge waarderingProcter & Gamble behaalde in het onderzoek een
hoge waardering voor vernieuwing en innovatie;
waar de categorie hier gemiddeld een 6,5 kreeg,
werden de inspanningen van Procter & Gamble
met een 7,3 gewaardeerd. Manhoudt: “Procter &
Gamble zet bewust elk halfjaar een innovatie in
de markt voor Ambi Pur. We hebben luchtverfris-
sers in verschillende vormen zoals sprays, gels,
geurstokjes en elektrische verfrissers voor huis en
auto. In elk segment introduceren we producten
die relevant zijn voor de consument en dat wordt
gewaardeerd. In februari hebben we Air Effects
geïntroduceerd, de spray die vieze geurtjes niet
maskeert, maar elimineert en een lichte, frisse
geur achterlaat. Dit product hebben we in Enge-
land met het merk Febreze gelanceerd en daar
is het inmiddels al de helft van de omzet in het
segment airsprays.”
Opvallend is ook de hoge waardering van onder-
nemers en supermarktmanagers voor marge en
omloopsnelheid; de andere fabrikanten van deze
categorie behalen hier gemiddeld een 5,9 terwijl
Procter & Gamble een 7,0 boekt. “Een bewijs dat
we hard werken aan de waarde voor de categorie.
Onze marge is hoger dan die van andere produc-
ten in deze categorie, maar we bepalen onze prijs
op basis van wat de consument ervoor overheeft
en de hogere marge voor de handel is daarbij
mooi meegenomen.”
Geur als sfeerelementVolgens Manhoudt heeft de Nederlandse markt
voor luchtverfrissers nog veel potentieel, zeker in
vergelijking met het buitenland. “Door onze in-
ternationale ervaring, onder andere met Febreze,
weten we dat de penetratie van luchtverfrissers in
Nederland veel lager is dan in andere landen. Het
laatste jaar groeit de markt voor luchtverfrissers
omdat de Nederlandse consument geur meer als
sfeerelement gebruikt en niet puur functioneel.
Consumenten ontdekken dat er meer ruimtes
dan het toilet zijn waar luchtverfrissers kunnen
worden gebruikt.”
Over de afgelopen twaalf maanden is Ambi Pur
marktleidend merk, met een gemiddeld markt-
aandeel van 31%, gevolgd door Brise met 28%,
Airwick met 13% en het private label met 11%
(data tot april 2012, bron: Nielsen). De hele
categorie is het afgelopen jaar met 3% gegroeid,
waarbij private label 1% marktaandeel heeft
gewonnen. Manhoudt: “De penetratie van lucht-
verfrissers neemt in Nederland toe en het private
label groeit mee. Zolang de innovaties van Ambi
Pur voor groei van de categorie zorgen, stoort de
ontwikkeling van het private label helemaal niet.
Ik zie het meer als een goed huwelijk. De markt
bestaat namelijk uit een gezonde mix van aanbie-
ders, waaronder ook het private label. Het private
label houdt goede concurrentie in de categorie en
zorgt dat je blijft zoeken naar creatieve acties en
waardevermeerdering in de keten. Zodat de hele
Het team van Ambi Pur. Zittend op de trap v.l.n.r.: Rob Manhoudt, Wouter Schipper, Rik van Doorten en Gijs Krimp. Staand van v.l.n.r.: Stephanie Groen, Alicia Jitaru en Florine van de Wolfshaar. (Foto: Jan Willem Houweling).
CAPTAIN PROCTER & GAMBLE
Procter-technologie versterkt Ambi Pur Procter & Gamble is met Ambi Pur dit jaar opnieuw ‘captain’ geworden in de
categorie huishoudelijke artikelen.
Captain: Procter & Gamble
Categorie: Huishoudelijke artikelen
38 CoC Procter Ambi 38 20-07-2012 13:43:03
39 FoodPersonality juli/augustus 2012
markt daarmee groeit. Door te blijven vernieu-wen is het mogelijk om nieuwe consumenten in dit segment te krijgen en verdere groei te stimu-leren. Sterk groeiende segmenten zijn de continu niet-elektrische luchtverfrissers en de instant-oplossingen zoals Ambi Pur Air Eff ects. In deze segmenten zijn ook een groot aantal innovaties op de markt gezet door ons en de concurrentie.”
Procter-technologie toegepastProcter & Gamble zet groots in om luchtverfris-sers meer onder de aandacht van de Nederland-se consument te brengen. “We willen mensen vooral kennis laten maken met de geuren zelf en de verschillende mogelijkheden van geur. Dat deden we al met ons geurtheater op grote evenementen. Maar we hebben de consument vorig jaar ook de gelegenheid gegeven om hun favoriete geur met anderen te delen. Consumen-ten hebben zich ingetekend als geurambassadeur voor Ambi Pur en deelden hun geur met een grote groep nieuwe gebruikers. Dit jaar zetten we in met het overkoepelende Breathe Happy-experiment. Daarbij laten we de consument er-varen dat Ambi Pur Air Eff ects daadwerkelijk de vieze geur van bijvoorbeeld intensief gebruikte sportschoenen of sterk ruikende etenswaren elimineert. Heel veel mensen hebben al aan dit experiment meegedaan, ook tijdens de afgelopen Huishoudbeurs, en het is tijdens het internatio-
nale Cannes Lions Award met brons bekroond.” Procter & Gamble heeft hooggespannen ver-wachtingen van de verdere groei van Air Eff ects: “Bij deze introductie hebben we de Procter-tech-nologie om vieze luchtjes te elimineren en de er-varingen die we wereldwijd met Febreze hebben opgedaan, op Ambi Pur kunnen toepassen. Deze spray is het eerste echte Procter-product van Ambi Pur. En in juli hebben we Set & Refresh in vier varianten geïntroduceerd, een controleerbaar parfum in strak design, dat ook vieze luchtjes verwijdert in plaats van maskeert. Set & Refresh werkt zonder stroom of batterijen en is dankzij het strakke design op meerdere plaatsen in het huis te gebruiken.”
Verleiding en overzicht Manhoudt weet dat luchtverfrissers niet de meest enerverende categorie voor de consument is. “Maar het is wel een categorie waarin consumen-ten graag een goede keus maken. Iedereen vindt het vervelend als het huis niet fris ruikt, zeker als er bezoek komt. Consumenten zijn redelijk geurtrouw, ze creëren als het ware hun eigen geur in huis. Met nieuwe producten per seizoen halen we ze over om andere geuren te proberen. Nu bevindt het schap met luchtverfrissers zich in het deel van de supermarkt waar consumenten alleen voor functionele aankopen komen. Een tweede presentatie in de winkel zou de aandacht voor luchtverfrissers zeker verhogen. Opvallend is dat de consument lang voor het schap met lucht-verfrissers staat; gemiddeld 3 à 4 minuten. Dit betekent dat ook daar ruimte is om consumenten te informeren en met verschillende geuren te verleiden. Dat doen we door geurbeleving aan het schap toe te voegen met geurstrips of andere oplossingen. Het schap met luchtverfrissers oogt doorgaans rommelig en daarom zoeken we de samenwerking met de handel op om meer struc-tuur aan te brengen. Dat gebeurt met uitleg en informatie, welk product is waarvoor geschikt, en een indeling die daarop is gebaseerd. Dit maakt het de consument nog makkelijker om een goede keuze te maken. Daarnaast hebben we een nieuw systeem waardoor onze producten netjes op hun plek blijven en automatisch naar voren worden geschoven. Deze zomer loopt een test met deze verschillende schapoplossingen bij C1000 en we verwachten dat de resultaten zo goed zijn dat andere formules ook hun schapindeling willen aanpassen.”
Kansen met reguliere verkoop“In vergelijking met andere huishoudproducten, haalt het luchtverfrissersegment een groot deel van zijn omzet, 80%, uit de reguliere verkoop”, aldus Manhoudt. “Daardoor zijn de gemiddelde
marges op de producten hoger en is de categorie interessant voor retailers. Promoties zijn eff ectief als ze kunnen bijdragen aan het probeergebruik van de doorgaans hoger geprijsde luchtverfris-sers. Promoties in het basissegment creëren marktaandeel, maar het zijn vaak kortetermijn-oplossingen. Om op lange termijn waarde toe te voegen, adviseren we dit steeds minder. We proberen de waarde te laten groeien door de producten zichtbaarder te maken, letterlijk op de winkelvloer en met innovaties en campagnes.” Manhoudt ziet dat verschillende formules wel stunten met de hardlopers uit het Ambi Pur-assortiment, maar vindt dat eigenlijk een gemiste kans. “Het foodkanaal verliest in deze categorie omzet aan kanalen als de drogisterijen en het huishoudkanaal. Deze winkels werken aan hun presentatie met displays, uitleg, informatie en geurbeleving, maar ze springen ook goed in op innovaties. In plaats van te stunten met hardlo-pers, zetten zij in op probeeraankopen van de nieuwste producten. Daar liggen voor food nog mooie kansen die we in samenwerking graag wil-len benutten.” ■
Rapportcijfers Procter & Gamble
Procter & Gamble Categorie-
gemiddelde
Marge/omloopsnelheid 7,0 – 5,9
Promoties 6,8 – 6,5
Vernieuwing/innovatie 7,6 – 6,7
Geregeld succesvolle intro’s 7,8 – 6,7
Ondersteuning in media 7,6 – 6,5
Aansprekende verpakking/
schapuitstraling 7,2 – 6,9
Goede info 7,2 – 6,6
Gemiddelde alle factoren 7,3 – 6,5
Met de Breathe Happy-campagne wil Procter & Gamble de consument ervan overtuigen dat Ambi Pur vieze luchtjes elimineert.
De ideale schapindeling voor Ambi Pur zou er volgens Procter & Gamble zó uitzien
Procter & Gamble maakt in deze twee recente Ambi Pur-producten gebruik van een technologie die geurtjes verwijdert in plaats van maskeert.
38 CoC Procter Ambi 39 20-07-2012 13:43:08
40FoodPersonality juli/augustus 2012
We hebben ze eens op een rijtje gezet. En dan: wat
krijgen we te zien als we de resultaten van dit jaar
met die van 2011, 2010 en 2009 vergelijken?
Ten eerste: er zijn uiteraard fabrikanten die zó
dominant zijn in een categorie, dat ze elk jaar
opnieuw als categoriebepalende spelers uit het
Captain of the Category-onderzoek naar voren
komen. Dat was vorig jaar en dit jaar ook. Maar,
ten tweede, er zijn ook heel wat categorieën waarin
het elk jaar weer anders is.
2012 versus 2011 Kijken we eerst eens naar de verschillen van dit
jaar en vorig jaar. Van de 35 categorieën die we in
het onderzoek hanteren, zijn er 18 waar dit jaar
een andere captain uit is gekomen.
1 Agf: Fred&Ed i.p.v. Cêla Víta.
2 Ontbijtproducten etc.: Peijnenburg i.p.v.
Kellogg’s.
3 Smaakmakers etc.: Remia i.p.v. Heinz.
4 Zoetwaren: Leaf, met RedBandVenco, i.p.v.
Kraft Foods (Milka).
5 Schoonmaak-, onderhouds- en poetsmidde-len: Unilever,met Cif, i.p.v. Sorbo.
6 Bier: Heineken i.p.v. Bavaria.
7 Rijst en deegwaren: Heinz, met Honig,
i.p.v. Grupo SOS, met Lassie.
8 Desserts, ijs etc.: Unilever,met Hertog, i.p.v.
FrieslandCampina, met Mona.
9 Verse vis, visconserven, schaal-/schelpdie-ren: John West i.p.v. Bolton, met het merk Rio
Mare.
10 Diervoeding/-benodigdheden: Mars, met o.a.
Pedigree, i.p.v. Nestlé Purina.
11 Broodbeleg: Unilever, met Calvé, i.p.v. Heinz
(De Ruijter).
12 Wijnen en aperitieven: Bacardi, met de prosec-
co van Martini, i.p.v. Heineken (‘wijnbrouwer’
Heineken? Vorig jaar won Heineken met Jillz,
dat onder deze categorie valt).
13 Kaas: Westland (Old Amsterdam/Maaslander)
i.p.v. Cono Kaasmakers.
14 Soepen, etc.: Unilever met Unox i.p.v. Heinz,
met Honig.
15 Diepvriesproducten en -snacks: Aviko i.p.v.
Ad van Geloven (Mora).
16 Cosmetica, lichaams-/medische verzorging: Unilever, met Axe, i.p.v. L’Oréal.
17 Broodvervangers (beschuit, crackers, ontbijt-
koek, let wel: géén ontbijtgranen etc.): Bolletje
(met crackers van dat merk) i.p.v. Peijnenburg.
18 Wasmiddelen en -verzachters: Procter & Gam-
ble, met Ariel, i.p.v. Unilever.
2012 t/m 2009Zijn er categorieën waarin vier jaar achter elkaar
dezelfde captain naar voren komt? Ja, in 9 van de
35. In zuivel blijft Friesland Campina dé spel-
bepaler, in vleeswaren/salades Johma, in brood
Bakkersland, in koek en de rest blijft Kraft Foods de
onbetwiste captain met koekmerken Lu en Liga, in
reform Foodprints met Zonnatura, in bake-off en
broodmixen Dr. Oetker met Koopmans, in baby-
en kindervoeding Nutricia met Olvarit, Unilever
blijft veruit dé aanbieder van wit- en geelvetten en
oliën, denk aan Becel, Blue Band, Bertolli en dit
jaar hebben we zelfs Lätta weer terug in de markt,
PepsiCo blijft met Lay’s veruit de nummer één in
zoutjes/chips etc. en Kimberly-Clark met Page in
het papierwerk.
Dat houdt ook in: in 26 categorieën is de concur-
rentie nog zo hevig dat het altijd kan wisselen.
Denk aan:
vier smaakmakerscaptains in vier jaar.
-
anderlijk: vier diepvriescaptains in vier jaar.
vier jaar.
-
naar, ooit won Unilever met het Lipton-theemerk.
* Rijst en deegwaren: Granfood met Gran’Italia,
Heinz met Honig, Grupo SOS met Lassie… blijft
maar wisselen.
agf.
naar vers, en daardoor: van John West naar Profish
naar Rio Mare-eigenaar Bolton naar weer John
West.
En je hebt veel categorieën waarin twee fabrikanten
elkaar beconcurreren: Unilever en L’Oréal in cos-
metica, Heinz en Granfood in pasta, Peijnenburg
en Bolletje in het ochtendeten als het geen brood
en geen ontbijtgranen mogen zijn, Unilever en
Procter & Gamble in wasmiddelen, Kraft en Leaf als
eeuwige suikerwerkconcurrenten, Mars en Nestlé in
het beestenspul.
Wat blijft wél altijd terugkomen? De sterke markt-
positie van Unilever. Vier jaar terug: vijf keer cap-
tain. Drie jaar terug: zes keer captain. Vorig jaar was
het even wat minder: drie keer captain. Dit jaar?
Zeven keer captain. 20% van de 35 categorieën. ■
André Doffer, research & consultancy director VisionWorks, is altijd de coördinator van het onderzoek Captain of the Category. Zijn bevindingen komen in FoodPersonality september nog aan bod, over: hoe kijken ondernemers en bedrijfsleiders tegen de promoties aan, prijsconcurrentie, duurzaamheid in as-sortimentsontwikkeling etc.
CAPTAIN OF THE CATEGORY
Winnaars door de jaren heenCaptain of the Category: welke fabrikant is leidend in welke categorie? In de ene
categorie is dat ook dit jaar weer geen verrassing, in de andere is voor de zoveelste
keer stuivertje gewisseld.
Door: Gé Lommen Foto: Jan Willem Houweling
40 CoC Inleiding 2 40 23-07-2012 16:30:58
41 FoodPersonality juli/augustus 2012
Categorie Captain
2012
Captain
2011
Captain
2010
Captain
2009
Aardappelen, groenten en fruit Fred & Ed Cela Víta Cela Víta Aviko*
Zuivel (melk, melkproducten), eieren en eiproducten, (houdbare) room en koffi emelk FrieslandCampina FrieslandCampina FrieslandCampina FrieslandCampina
Vleeswaren, vleesconserven en salades Johma Johma Johma Johma
Ontbijtproducten, ontbijtgranen en cereals Peijnenburg Kellogg's PepsiCo PepsiCo
Niet-alcoholische dranken (o.a. frisdranken, vruchtendranken, sappen en siropen) Coca-Cola Coca-Cola Vrumona FrieslandCampina
Maaltijden, maaltjdcomponenten (houdbaar en vers), groente- en fruitconserven Unilever Unilever Hak Hak
Bakproducten en decoratie-ingrediënten Dr. Oetker Dr. Oetker H.J. Heinz Dr. Oetker
Smaakmakers (zuren, specerijen, mixen en aroma's) en maaltijdversierders
(sauzen, warm en koud)Remia H.J. Heinz Silvo Unilever
Zoetwaren (snoep, drop, chocolade en candy bars) Leaf Kraft Foods Kraft Foods Leaf
Schoonmaak- en onderhoudsartikelen, poetsmiddelen Unilever Nedac Sorbo Unilever Unilever
Bieren Heineken Bavaria Heineken Grolsch
Rijst en deegwaren H.J. Heinz Grupo SOS Granfood Granfood
Desserts, ijs en dessertingrediënten Unilever FrieslandCampina Unilever Unilever
Brood en gebak Bakkersland Bakkersland Bakkersland Bakkersland
Verse vis, visconserven en schaal- en schelpdieren John West Bolton Profi sh John West
Diervoeding en dierbenodigdheden Mars Nestlé Purina Nestlé Purina NestléPurina
Koffi e, thee, cacao en suiker en zoetstoff en Douwe Egberts Douwe Egberts Unilever Douwe Egberts
Boterhambeleg (zoet broodbeleg, spreads) Unilever H.J. Heinz Lotus Bakeries H.J.Heinz
Koek en koekjes, luxe koek, banket en tussendoortjes Kraft Foods Kraft Foods Kraft Foods Kraft Foods**
Reform- en dieetproducten Foodprints Foodprints Foodprints Foodprints**
Bake-off en broodmixen Dr. Oetker Dr. Oetker Dr. Oetker Dr. Oetker
Huishoudelijke artikelen Procter & Gamble Procter & Gamble Nedac Sorbo Sara Lee***
Wijnen en aperitieven Bacardi Heineken Maxxium Bacardi
Kaas (Nederlands en buitenlands) Westland Cono Cono Cono
Soepen, soepproducten en bouillons Unilever H.J. Heinz Unilever Unilever
Baby- en kindervoeding Nutricia Nutricia Nutricia Nutricia
Rookwaren en -benodigdheden Imperial Tobacco ImperialTobacco Imperial|Tobacco Agio
Diepvriesproducten en -snacks Aviko Ad van Geloven Beckers Iglo
Witvet, geelvet en olie (boter, margarine, olijf- en zonnebleoemolie en frituurvet) Unilever Unilever Unilever Unilever
Cosmetica, lichaamsverzorging en medische verzorging Unilever L'Oréal Unilever L'Oréal
Zoutjes, chips, cocktailsnacks en noten PepsiCo PepsiCo PepsiCo PepsiCo
Broodvervangers ( beschuit, crackers e.d.) Bolletje Peijnenburg Peijnenburg Peijnenburg
Hygiënische en huishoudelijke papierwaren Kimberly-Clark Kimberly-Clark Kimbery-Clark Kimberly-Clark
(Vers) vlees, vleesvervangers, wild en gevogelte FrieslandCampina FrieslandCampina Vion FrieslandCampina
Wasmiddelen en wasverzachters Procter & Gamble Unilever **** ****
Uitleg/verantwoording**** De categorie wasmiddelen en wasverzachters is pas
sinds vorig jaar losgekoppeld van de categorie schoon-
maak- en onderhoudsmiddelen en poetsmiddelen. We
geven toe: daarom zit er een ongerijmdheid in deze
presentatie van twee categorieën over deze vier jaar.
*** Sara Lee was in 2009 captain in huishoudelijke
artikelen: op grond van het merk Ambi-Pur. Procter &
Gamble is in 2011 en dit jaar captain in die categorie:
ook op grond van het merk Ambi-Pur. Procter nam dit
merk van Sara Lee over.
** Anders dan bij Sara Lee, waar we ervoor hebben
gekozen om de naam van de fabrikant van toen aan
te houden (anders zou er Unilever moeten staan?
Omdat Unilever de meeste Sara Lee-cosmeticamerken
overnam?), kiezen we doorgaans voor de naam van de
‘rechtsopvolger’. Dus: Kraft Foods was in 2009 in deze
presentatie Lu, General Biscuits. En Foodprints was in
dat geval Wessanen.
* Aviko is captain in diepvries dit jaar. Maar Aviko was
captain in agf in 2009. Beide met het Aviko-merk. Hoe
kan dat nu? Nou is het ten eerste zo dat Aviko in 2009
met een koelversassortiment kwam, dat moet een rol
hebben gespeeld. Maar er is nog iets anders. Respon-
denten zijn supermarktondernemer en bedrijfsleider.
Zij krijgen telefonisch vragen voorgelegd en wijzen in
categorieën fabrikanten aan. Het gevolg hiervan is dat
ondernemers en bedrijfsleiders van het ene jaar na het
andere een fabrikant benoemen in een andere catego-
rie, terwijl die fabrikant zelf niet eens verschuift. Is dat
‘hun fout’, zogezegd? Nee, de branche werkt al jaren
met een categorie-indeling met twee uitgangspunten:
het soort product (groenten, sauzen) en de tempera-
tuur/houdbaarheid (dkw, vers/koelvers, diepvries). Die
indeling werkt misverstanden in de hand. ‘Wie doet het
goed in aardappelen, groenten en fruit?’ ‘Aviko.’ Maar
je kunt ook zeggen: ‘wie doet het goed in diepvries?’
‘Aviko.’
En om het nog ingewikkelder te maken: sinds een tijd
opereert Aviko weer in de koeling, met maaltijden.
40 CoC Inleiding 2 41 23-07-2012 16:31:02
42FoodPersonality juli/augustus 2012
Uitstekende cijfers voor Westland Kaas, met
name voor de merkondersteuning en de uitstra-
ling van de verpakking. En wat valt ook op?
Westland steekt 0,6 boven het categoriegemiddel-
de uit als het gaat om marge en omloopsnelheid:
7,5 voor Westland, terwijl de andere kaasaanbie-
ders een 6,9 gemiddeld scoren.
Sales manager Huub Postma heeft daar wel een
verklaring voor. “Tot ongeveer een jaar terug wa-
ren onze merken onderdeel van het prijs- en pro-
motiegeweld, of we dat nu wilden of niet. Er zijn
natuurlijk acties waar we graag ja tegen zeggen,
maar zoals elke andere A-merkartikelfabrikant
zagen we ook dat onze producten meegingen in
die neerwaartse prijs- en actiespiraal zonder dat
we dat wilden. Het gevolg was onder andere dat
de handel niet of nauwelijks nog aan onze pro-
ducten kon verdienen, de marge holde achteruit.
We hebben zwaar ingezet om dat te herstellen.”
En daarmee volgt een opsomming van Postma,
van wat Westland allemaal gedaan heeft.
“We hebben onze producten van nieuwe verpak-
kingen voorzien, die de consument een relevant
onderscheid bieden.
…We hebben aan de positionering van Maaslan-
der gewerkt om het onderscheidend vermogen
van het merk beter over de bühne te krijgen.
…We hebben nieuw gemak gebracht, in de vorm
van de ‘KeepKantjes’.
…We hebben onlangs een nieuwe Old Amster-
dam-variant op de markt gebracht, Old Amster-
dam ‘geschaafd’.
…We hebben gesleuteld aan de verhouding van
de hoeveelheid plakken in relatie tot prijs en
huishoudensgrootte.
… En we hebben uiteraard ook de handel erop
gewezen dat wij niet meer met die neerwaartse
spiraal meewilden en ons best gingen doen om
daar middelen voor te bedenken, zowel voor
nieuwe als bestaande producten. Zodoende levert
ons assortiment inmiddels weer een gezonde
marge op voor onze afnemers, gelukkig maar.”
Trade marketing manager Bart Bikker: “Bij dat
sleutelen aan ons aanbod is altijd het uitgangs-
punt geweest: wat kunnen we met ons huidige
aanbod nog meer doen? Kijken naar wat de con-
sument thuis doet, kijken naar hoe de consument
wikt en weegt bij zijn aankoop in de winkel en bij
zijn gebruik thuis, dat is de rode draad hierin.”
‘KeepKantjes’ Wat moeten we ons dan bij die rode draad
voorstellen? Ten eerste: de ‘KeepKantjes’ van
Maaslander. Die heeft niet voor niets onlangs
een Wheel of Retail van Distrifood gewonnen
en het werd het ‘Product van het Jaar 2012’. Met
de KeepKantjes-methode hoeft de kaasgebrui-
ker thuis niet meer de korst van zb-stukken van
Maaslander af te snijden. Korst van de kaas halen
zorgt nog altijd voor ongelukjes doordat je met
een mesje of met de kaasschaaf uitschiet. Maar
met de KeepKantjes kan de consument de korst
van de kaas afhalen als was het een soort schil.
Bikker: “Zoals bij een mandarijntje.”
Het procédé is zo bijzonder dat Westland het
woord ‘KeepKantjes’ als een merk voor zichzelf
heeft gedeponeerd.
Maaslander en zachtMaar er werd niet alleen aan de korst van
Maaslander gewerkt, ook aan de consumenten-
perceptie van de kaas zelf. Postma: “We hebben
Maaslander altijd gepositioneerd als: ‘minder
zout, dus je proeft meer kaas’. Die positionering
is nog steeds helemaal in overeenstemming met
de kaas zelf, minder zout, dus ook gezonder van-
wege het lagere zoutgehalte. Maar door gericht
consumentenonderzoek kwamen we erachter dat,
naast de reguliere Maaslander-gebruikers, er een
groep was die zich door ‘minder zout’ helemaal
niet aangesproken voelde. Wél als het om gezond-
heid gaat, maar níet als dat een concessie voor de
smaak is. Nu is dat niet zo, maar de perceptie zat
in de weg met de claim ‘minder zout’. Daarom
hebben we dat aangepast: de centrale commu-
nicatie rondom Maaslander is nu:‘zacht als geen
ander’. Met die omschrijving stoten we die andere
gebruikersgroep niet meer af, maar spreken we
hen juist aan op die onderscheidende smaak van
Maaslander, namelijk de zachtste en smeuïgste
kaas.”
Old Amsterdam: zb-plakkenVolgende voorbeeld. Postma en Bikker wijzen op
de nieuwe verpakking van 140 gram zb-plakken
van Old Amsterdam. Postma: “Minder plakken,
maar wel met een zeer aantrekkelijke marge voor
de handel. Maar ook voor de consument een be-
ter idee: een groot deel van de Old Amsterdam-
plakken wordt door ‘heavy users’ gekocht. Maar
daarnaast is er een grote groep die Old Amster-
dam in mindere mate gebruikt: zij kopen het als
verwenproduct voor het weekend of andere mo-
menten. De hoeveelheid vormde voor deze groep
consumenten echter een barrière. Door naast de
CAPTAIN WESTLAND KAAS
‘Beter luisteren naar kaaskoper en kaasverkoper’Westland Kaas heeft de afgelopen tijd veel vernieuwd in het aanbod van de
A-merken Old Amsterdam en Maaslander. Daarmee wordt de kaaskoper beter
bediend, aldus Westland Kaas, maar het zorgt er ook voor dat de handel weer een
beter rendement maakt op de merken van Westland Kaas.
Captain: Westland Kaas
Categorie: Binnen- en buitenlandse kaas
Rapportcijfers Westland Kaas
Westland Kaas Categorie-
gemiddelde
Marge/omloopsnelheid: 7,5 – 6,9
Promoties: 7,8 – 7,4
Vernieuwing/innovatie: 7,0 – 7,0
Geregeld succesvolle intro’s: 6,8 – 6,7
Ondersteuning in media: 8,0 – 7,5
Verpakkingen/
schapuitstraling: 8,0 – 7,4
Goede info: 7,8 – 7,3
Totaal (gemiddeld): 7,5 – 7,2
42 CoC Westland 42 20-07-2012 13:19:41
43 FoodPersonality juli/augustus 2012
huidige verpakking van acht plakken ook een
verpakking met vijf plakken toe te voegen, zijn
we erin geslaagd de kopersgroep voor Old Am-
sterdam uit te breiden. Dat blijkt ook uit de eerste
resultaten: de verkopen zijn geheel additioneel.
En dat geldt ook voor de marge voor de handel.”
Old Amsterdam: ‘geschaafd’Westland Kaas wijst verder op het groeipotentieel
voor Old Amsterdam door andere gebruiksmo-
menten te bieden, zoals: in de keuken. Voorheen
kon de culinair ingestelde consument veelal
alleen van de bekende en beroemde Italiaanse
kazen een schaafsel kopen. Zo’n schaafsel dient
als ingrediënt in een warm gerecht, maar anderen
gebruiken schaafsel van oude kazen in koude ge-
rechten, zoals salades of carpaccio. Bikker: “Tijd
dus om ons premiummerk Old Amsterdam ook
aan die gebruiksmogelijkheid te koppelen. Oude
kaas als maaltijdonderdeel is populairder aan het
worden, maar we weten dat gebruikers niet graag
aan het snijwerk hiervoor willen beginnen. Kant-
en-klaar schaafsel biedt dan een uitkomst.”
Kaas in envelopNog een voorbeeld van het aloude adagium ‘luis-
teren naar de klant’? Ja, de ‘envelopverpakking’.
Bikker: “Wij hebben als innovator een naam
hoog te houden: de gemaksverpakking met her-
sluitbaar deksel was destijds een echte innovatie.
Maar ook deze verpakkingen konden we ver-
beteren. Nóg makkelijker en minder belastend
voor het milieu. De nieuwe envelopverpakking
van Maaslander voldoet hieraan.”
De envelop, dat is een verpakking voor plakken
kaas waarbij de consument aan een lange zijkant
een envelopfl ap opent en dan de kaasplakken er
zo uithaalt. De plakken kunnen er ook gemak-
kelijk weer in terug. Bikker: “Het is ten eerste
een verlaging van het plasticgebruik van 65%,
dus dat alleen al is een reden om er tevreden
over te zijn. Maar het grootste voordeel is toch
wel het gebruiksgemak voor de consument, dat
is evident, vergeleken met de verpakkingen van
daarvóór. We hebben op de afdeling consumen-
tenservice vele spontane reacties op die nieuwe
envelopverpakking gehad, zozeer is dit aange-
slagen.”
Postma wijst erop dat Westland deze envelop-
verpakking nu ook als verpakkingsvorm voor
Old Amsterdam gaat gebruiken, voor de variant
zb-plakken 225 gram. Postma: “Het stroomt in
week 34 de supermarkt in. We hebben er ook
voor dit merk hoge verwachtingen van.” ■
Trade marketing manager Bart Bikker (l.) en sales manager Huub Postma (Foto: Ron Off ermans).
Kaasafdeling en klantperceptie
Altijd weer een vraag om een kaasaanbieder voor
te leggen: bediening erbij of alleen zelfbediening?
Altijd ook een goede vraag voor Bart Bikker, die als
trade marketing manager van Westland markt-
onderzoeksbureau GfK het jaarlijkse kaasrapport
laat opstellen. Dat is: hoe scoren de formules met
hun kaas? Uitgesplitst in bediening en zelfbedie-
ning en in criteria als prijs, kwaliteit, aanbiedin-
gen, keuze, overzichtelijkheid afdeling, netheid,
vriendelijkheid en deskundigheid van personeel
en wachttijden.
Dit jaar eindigde AH XL als nummer één (zie ook
FoodPersonality mei blz. 46-47). De kaaskoper
geeft de rapportcijfers. En daar zijn de retailers
meer of minder tevreden over, al naar gelang de
uitslag. Tot nu toe is er ieder jaar weer een andere
formule die het beste scoort.
Wat blijkt ook in dat onderzoek? Formules met
versafdelingen scoren het beste. Bikker: “Dat is
een van de onderbouwingen die wij de category
manager bieden om een versafdeling te kunnen
verantwoorden. Want een retailer heeft doorgaans
wel de kosten haarfi jn in beeld, maar niet de
opbrengsten. Daardoor sneuvelen soms bedie-
ningsafdelingen en dat is vaak ten onrechte. Een
bedieningsafdeling voegt nog altijd kaasomzet
toe aan de supermarktomzet, correlatie-analyses
tonen dat aan. Maar ook: de consument komt lie-
ver in een supermarkt mét een versafdeling, zelfs
de consument die kaas toch in zb koopt. Het feit
dat er kaas in bediening is, is voor de consument
het – soms onbewuste – signaal dat die winkel
meer aanbod heeft, meer keuze en een betere
service. Wij houden de handelspartners altijd
voor wat de waarde van de versafdeling is voor de
formule. Daarmee geven wij de category manager
argumenten om extra meters en uren voor zijn
categorie gerealiseerd te krijgen als dat nodig is,
en daarmee helpen we de formule vooruit. We
zitten daarmee dicht op de retailer. En we helpen
de retailer beter te luisteren naar zíjn klant, de
shopper. Dát doen we met het kaasrapport. Dat
meet de perceptie van de shopper. En die stemt
niet altijd met de werkelijkheid overeen. Bijvoor-
beeld: een groot assortiment garandeert niet altijd
een goede score op keuze. Het is van belang om
van deze perceptie uit te gaan: het aanbod op de
kaasafdeling beter presenteren doet soms meer
dan het assortiment uitbreiden. Heel goed weten
wat werkt bij de kaaskoper, daar draait het om.”
Maaslander in de hersluitbare ‘envelopverpakking’, een verpakking voor plakken kaas waarbij de consu-
ment aan een lange zijkant een envelopfl ap opent en dan de kaasplakken er zo uithaalt. Westland claimt
hiermee een verlaging van het plasticgebruik van 65%, maar bovenal meer gebruiksgemak.
42 CoC Westland 43 20-07-2012 13:19:48
44FoodPersonality juli/augustus 2012
Heinz is met het Honig-merk al jaren marktleider
in de categorie rijst en deegwaren. Honig is een
oersterk merk dat al meer dan 100 jaar veran-
kerd is in de Nederlandse eetcultuur en deze
mede heeft bepaald. Zo heeft Honig in de jaren
20 van de vorige eeuw Nederland kennis laten
maken met pasta (macaroni). Honig is intussen
uitgegroeid tot een van de grootste, bekendste en
meest gewaardeerde merken van Nederland.
Honig heeft op dit moment binnen pasta een
marktaandeel van 25% (bron: Nielsen MAT P6).
Doritt Bloemscheer, category manager pasta:
“De categorie rijst en deegwaren is een grote en
groeiende categorie met ongeveer € 200 mil-
joen omzet binnen een categorie die sinds 2007
jaarlijks groeit met zo’n 5%. Het eetpatroon van
de Nederlander verandert. In plaats van de heilige
drie-eenheid aardappelen, vlees, groente zet de
consument vaker pasta of rijst op tafel. Een op de
tien maaltijden is inmiddels een pastamaaltijd.
Pasta wordt gemiddeld 7,5 keer per jaar gekocht
en kent een penetratie van bijna 84%. Pasta- en
rijstgerechten die voorheen als variatie werden
gezien, zijn nu de standaardgerechten aan de
Nederlandse eettafel geworden. De pastamarkt is
een volwassen en dynamische categorie. Dat zie je
onder andere aan het succes van Honig Vezelrijk.
Het is een complete pastarange met extra tar-
wevezels, maar de pasta heeft dezelfde smaak en
hetzelfde uiterlijk als gewone pasta. We hebben in
één keer een range van vijf Vezelrijk-pastavormen
geïntroduceerd: macaroni, spaghetti, penne,
fusilli en farfalle. En we hebben de tijd genomen
om deze vijf optimaal te ondersteunen.”
Het hoge cijfer dat H.J. Heinz in het Captain of
the Category-onderzoek voor goed uitgevoerde
promoties behaalde, schrijft Bloemscheer dan
ook helemaal aan het succes van Honig Vezelrijk
toe.
Verantwoord zonder concessies Volgens Bloemscheer wordt pasta dus steeds
populairder en de rol ervan binnen het week-
menu groeit. “Pasta wordt relatief vaak gekozen
als avondmaaltijd, vanwege de voedingswaarden
en omdat het snel en gemakkelijk te bereiden is.
Daarnaast kun je met pasta gemakkelijk variëren.
Wij zien dat ook veel huishoudens met kinde-
ren vaak voor pasta kiezen, want veel kinderen
vinden pasta lekker. Maar naast lekker vinden,
is gezondheid een belangrijk argument bij de
hoofdmaaltijd. We eten met zijn allen veel te wei-
nig vezels, terwijl ons lichaam die juist zo nodig
heeft. De introductie van Honig Vezelrijk maakt
het de consument gemakkelijk om een gezondere
keuze te maken, zonder concessies aan de smaak
te doen. Dit wordt onder andere ook erkend door
het Voedingscentrum, dat Honig Vezelrijk dit
jaar met de Voedingscentrum Jaarprijs heeft be-
loond. Deze prijs is bedoeld om onder fabrikan-
ten te bevorderen dat zij gezondere producten op
de markt brengen. Zo’n 8.000 bezoekers brachten
op de website van het Voedingscentrum hun stem
uit voor het beste gezonde product van 2011.
Bijna de helft koos voor Honig Vezelrijk-pasta.”
Bijzondere pasta’sHoewel de promotionele inspanningen van de
afgelopen jaren de toename van de pastacon-
sumptie volgens Bloemscheer hebben versneld,
is er op dit moment ook steeds meer sprake van
V.l.n.r.: William Konings (category manager), Henk Swinkels (space manager), Jan Willem Verloop (brand manager) en Maurits van der Aa, key account manager (Foto: Jan Willem Houweling).
CAPTAIN H.J. HEINZ
Beweging in traditioneel pastaschapH.J. Heinz heeft dit jaar weer de titel Captain of the Category verworven, ditmaal
onder andere doordat Heinz het succesvolle Honig Vezelrijk in de categorie rijst en
deegwaren introduceerde.
Captain: H.J. Heinz
Categorie: Rijst en deegwaren
44 CoC Heinz 44 19-07-2012 16:35:12
45 FoodPersonality juli/augustus 2012
een ‘promotieplafond’. “We hebben niet het idee dat prijsacties aan verdere groei van de catego-rie bijdragen. Waardegroei is wel mogelijk met producten met toegevoegde waarde. De consu-ment raakt steeds beter bekend met verschillende soorten pasta en is daarom meer geïnteresseerd in betere kwaliteit en bijzondere pasta’s. Volume-groei kan volgens ons worden gerealiseerd door goed in te spelen op de voordelen van pasta, zoals gemak, variatie en gezondheid. Onze introductie van Honig Vezelrijk heeft voor het eerst sinds lange tijd bijgedragen aan innovatieve waarde-vermeerdering in het traditionele pastaschap. Het feit dat we waarde creëren door een product aan te bieden met een concrete toegevoegde waarde voor de consument, werd heel positief ontvangen. Niet alleen door de consument, zoals blijkt uit het marktaandeel van 3% dat we binnen een jaar wis-ten te bereiken, maar ook door de handel. Binnen drie weken was Honig Vezelrijk verkrijgbaar in 70% van de winkels en na vijf weken was het in 85% van de winkels te vinden. Met deze snelle distributie-opbouw zien we dat de retailers het onderscheidende concept herkennen.”
Onderscheidend presenterenRijst en deegwaren vallen in het routinepakket van een huishouden. De categorie wordt steeds belangrijker door de toegenomen populariteit. Daarom is een goede invulling van het schap essentieel. Bloemscheer: “Wij werken in deze categorie nauw samen met onze retailklanten om te kijken hoe we voor meer toegevoegde waarde kunnen zorgen. Met verschillende onderzoe-ken brengen we voortdurend de wensen van de consument in beeld. Daarbij maken we veelvuldig gebruik van diverse bronnen; zoals markton-derzoeksbureaus als GfK en Nielsen en diverse kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeken. We maken klantgerichte marktanalyses, geven klant-specifi ek advies en werken aan veel samenwer-kingstrajecten. Met een enthousiast en ervaren team van professionals werken we aan duurzame groei en de optimale invulling van het schap per klant. Maar behalve sterke introducties, nemen
we nog veel meer initiatieven om de markt te laten groeien. Zoals schapvisies, promoties, pro-ductverbeteringen en acties van de buitendienst op de winkelvloer.” Een goede invulling van het schap betekent dat de consument gemakkelijk haar weg in dat pasta-schap kan vinden. Space manager Henk Swinkels: “Door de vele varianten aan shoppingtrips in de categorie is duidelijkheid scheppen heel belang-rijk. De schapindeling verschilt per formule. Dus de ideale schapindeling verschilt ook per formule. Het hangt af van de rol van de formule: is het een primaire of secundaire supermarkt, ofwel voor de weekboodschappen of de vergeten boodschappen? In het algemeen kun je stellen dat de shopper het snelst zijn keuze kan maken bij indeling per segment. Daarbinnen adviseren wij blokvorming per merk om rust in de presentatie te realiseren. Hierdoor kan de shopper beter en sneller navigeren en dat vergemakkelijkt en ver-eenvoudigt het keuzeproces. Naast de samenwer-king in schapadvies, is een goede samenwerking met de handel cruciaal voor groei. Bijvoorbeeld op het gebied van promoties. Pasta is goed met vers te combineren, ook in de presentatie, waar op het gemak voor de consument kan worden ingespeeld. Op de winkelvloer richten we ons dan ook op onderscheidende activiteiten, zoals cross-selling met verse producten en de combi-natie met andere maaltijdcomponenten, zoals pastasauzen en maaltijdsauzen. De komende tijd blijven we ons daarmee in de winkels profi leren om de shopper tot verrassende pastamaaltijden te inspireren.”Dat meedenken over zulke promoties van Heinz is niet alleen een kwestie van contacten op hoofd-kantoorniveau. Juist ook met supermarktonder-nemers wil Heinz dat contact. Bloemscheer: “Een goed voorbeeld is onze buitendienst, www.heinzbuitendienst.nl, waar supermarktondernemers via een inlogcode hun eigen Heinz-website kunnen benaderen. Zij kunnen diverse lokale activiteiten bekijken waar toegevoegde waarde, marge en win-win een es-sentieel onderdeel zijn. Met hun supermarkten
kunnen zij hier in hun marktgebied op inspelen. Je kunt denken aan displays, promotiesuggesties of extra acties die ingezet kunnen worden. Daarnaast kunnen ondernemers suggesties en ideeën aan-dragen of vragen stellen die wij vervolgens direct oppakken.” Swinkels benadrukt de combinatie van vers en dkw in zulke acties. “Wat we bijvoorbeeld al zien, is de combinatie groente met groentesaus. We ver-wachten dat ook deze cross-selling zal opkomen bij rijst en pasta, een gecombineerde presentatie met groente, vlees en sauzen. Vers is steeds belangrijker geworden in de supermarkt, daar is het rendement verreweg het hoogst. Doel is dus om klanten een goede sfeerbeleving in dkw te bieden, zodat aanko-pen in die categorie toenemen.”Bloemscheer besluit: “De titel Captain of the Category is een mooie bevestiging dat onze han-delspartners vertrouwen hebben in H.J. Heinz. Wij zijn dan ook enorm trots op deze prestatie. Deze waardering bereiken we niet alleen met sterke introducties, maar ook met de andere inspannin-gen zoals schapvisies, promoties, en acties van de buitendienst in winkels. Ons doel is om samen met de handelspartners aan duurzame groei te werken, samen met de klant kijken we naar hoe er meer winst te behalen valt voor de retailer, de leveran-cier en de shopper.” ■
Raportcijfers H.J. Heinz
H.J. Heinz Categorie-
gemiddelde
Marge/omloopsnelheid 6,5 – 6,5
Promoties 7,3 – 6,9
Vernieuwing/innovatie 7,3 – 7,3
Geregeld succesvolle intro’s 7,1 – 7,4
Ondersteuning in media 7,3 – 7,1
Aansprekende verpakking/
schapuitstraling 7,7 – 7,3
Goede info 7,2 – 7,1
Gemiddelde alle factoren 7,2 – 7,1
Heinz is niet alleen tot captain in rijst en deegwaren uitgeroepen, met Honig Vezelrijk won Heinz ook een FoodAward (prijs voor goede intro-ducties, een initiatief van dit blad).
44 CoC Heinz 45 19-07-2012 16:35:19
46FoodPersonality juli/augustus 2012
“De markt van wasmiddelen en wasverzachters is jarenlang een categorie geweest met de focus op prijs”, zegt Rob Manhoudt, marketingdirecteur household Benelux. “Maar na de introductie van Ariel Excel Tabs in januari dit jaar, claimen wij dat de hele categorie opnieuw is uitgevonden. Onze vloeibare tabletten krijgen de ene prijs na de andere en zijn door de handel bekroond, zoals een Wheel of Retail voor de meest margetoevoe-gende innovatie van dit jaar. Inmiddels hebben ook een concurrent en een huismerk vloeibare tabletten op de markt gezet.”Manhoudt herkent in de waardering van het onderzoek naar de Captain of the Category de invloed die de Excel tabs op de categorie hebben gehad, maar ook de recente inspanningen van Procter & Gamble om wasmiddel, vlekverwij-deraar en wasverzachter als één pakket aan te bevelen. “Het hoge cijfer voor goed uitgevoerde promoties is in ieder geval niet voor diepe pro-moties, want die raden wij juist af. We zien veel meer in het aanbieden van totaaloplossingen voor
wat wij ‘de perfecte wasbeurt’ noemen, en daar hebben we ons het afgelopen jaar op gericht.”
Broodnodige innovatieDe wasmiddelenmarkt is een sterk concurrerende markt waarin Procter & Gamble het grootste merk heeft: Ariel, met een gemiddeld marktaan-deel van 21%. Robijn volgt met 17%, Dash met 6%, Omo met 5% en het private label heeft 13% van de markt in handen (data t/m mei 2012, bron Nielsen). Manhoudt: “De laatste zes maanden groeit deze categorie met 8% en de laatste drie maanden zelfs met 10%. Dat kunnen we voor een groot deel toeschrijven aan de introducties die echt waarde toevoegen, zoals Ariel Excel tabs. En omdat de categorie nu in omzet stijgt in plaats van alleen in volume, spreek ik van een baanbre-kende innovatie. Dit had de categorie ook nodig. Ondanks dat wasmiddelen in alle vormen en ma-ten worden aangeboden, van poeder, vloeibaar, poedertabletten en geconcentreerde wasmiddelen tot ecologische middelen en alles-in-één-oplos-
singen, vroeg de handel echt om vernieuwing. Ariel en de Excel Tabs bevinden zich in de hogere prijsklasse, maar de consument heeft het ervoor over. Aan de andere kant neemt het private label de derde plaats in de markt in, dat is groot, maar nog niet schrikbarend. Het private label heeft bewezen dat het in deze categorie bestaansrecht heeft. Maar dat geeft wel aan dat de A-merken moeten blijven innoveren.”
Omslag in categorieProcter& Gamble is er niet bang voor dat de vloeibare tabletten een tijdelijke trend zijn. Man-houdt: “In Europese landen waar het al wat langer verkrijgbaar is, zie je dat ook het middensegment en de onderkant van de markt hun wasmiddel in vloeibare tabletten brengen. Het is gewoon de
CAPTAIN PROCTER & GAMBLE
‘Nieuwe standaard in de wasmiddelenmarkt’Procter & Gamble is dit jaar in de categorie wasmiddelen en wasverzachters ‘captain’.
Het bedrijf introduceerde onder het marktleidende merk Ariel de Excel tabs en dat
lijkt de opmaat tot een nieuwe standaard te worden voor de hele categorie.
Captain: Procter & Gamble
Categorie: Wasmiddelen en wasverzachters
Procter stimuleert bij de consument het gebruik van wasmiddel, vlekverwijderaar en wasverzachter voor wat het ‘perfecte wasbeurt’ noemt.
46 CoC Procter Ariel 46 20-07-2012 13:42:25
47 FoodPersonality juli/augustus 2012
totale besteding aan de categorie wasmiddelen. Daarnaast zal de categorie-omzet volgens ons groeien door de verschuiving naar eenheids-dosering. We hebben Ariel-vlekverwijderaar in 2010 geïntroduceerd en dat was een groot succes, het won dat jaar alle prijzen. Nu is de ‘3D Booster-vlekverwijderaar’ de eerste die verschijnt als een vloeibare tablet die ook poeder bevat. De handel reageerde daar enthousiast op. Het is nu nog te vroeg om verkoopresultaten bekend te maken, maar we verwachten veel van deze nieuwe vorm in vlekverwijderaars. De een-heidsdoseringen zijn duurzamer en beter voor de handel omdat supermarkten meer producten kwijt kunnen in dit overvolle schap. Bovendien maak je met de vloeibare tabletten 100 procent gebruik van de waskracht en verspil je geen wasmiddel omdat je het middel in het hart van de was gebruikt. Er blijft dus niets achter in het bakje van de wasmachine of in de wasmachine zelf. Bij gewone wasmiddelen gaat zo 25% verlo-ren; dat gaat ongebruikt de afvoer in. Als laatste zijn consumenten gecharmeerd van het gemak van de tabletten; ze hoeven niet meer te doseren met schepjes, dopjes of scheuten; het is vooraf gedoseerd.”
‘De perfecte wasbeurt’ als vangerProcter & Gamble zal de consument meer gaan aanspreken op het gebruik van wasmid-del, vlekverwijderaar en wasmiddel tegelijker-tijd, om zo de ‘perfecte wasbeurt’ te bereiken. Manhoudt: “Wasmiddelen is een categorie die veel consumenten naar de winkel trekt. Dat weten de supermarkten, maar we zien ook dat drogisterijen, huishoudelijke zaken en zelfs doe-het-zelfzaken wasmiddel gebruiken om de consument naar hun zaak te trekken. De super-markten geven een prijssignaal af, maar zouden
Met Ariel Excel tabs claimt Procter & Gamble een nieuwe standaard in de wasmiddelenmarkt.
beter gebruik kunnen maken van hun uitgebreide assortiment. En van het zo groot mogelijk maken van innovaties, want daar halen zij hun waarde- en margegroei uit. Een aantal formules begrijpt dit; zij plaatsen op de kopstelling verschillende combinaties tussen wasmiddel, vlekverwijderaar en wasverzachter. Ze boeken hier goede resul-taten mee, dus het inspireert de consument tot het aankopen van een totaalpakket. Wij kunnen hierin goed adviseren met Ariel-wasmiddel, Ariel-vlekverwijderaar en Lenor-wasverzachter. We hebben Lenor zo’n vier jaar geleden opnieuw geïntroduceerd in een geconcentreerde vorm, waardoor het een goede aanvulling op Ariel is. Een ander mogelijkheid om de categorie te laten groeien, is probeeraankopen stimuleren. C1000 heeft kleine verpakkingen Ariel in de euroweken meegenomen en dat heeft voor een goede pene-tratie gezorgd. In het supermarktkanaal zou een verandering in de presentatie veel teweegbrengen. Het is nu een zee van merken, terwijl een dui-delijk gesegmenteerd schap met aandacht voor combinaties en introducties veel meer bereikt.” ■
Rapportcijfers
Procter & Gamble Procter & Gamble Categorie-
gemiddelde
Marge/omloopsnelheid 6,2 – 6,3
Promoties 7,7 – 7,3
Vernieuwing/innovatie 7,1 – 7,2
Geregeld succesvolle intro’s 7,2 – 7,2
Ondersteuning in media 7,7 – 7,5
Aansprekende verpakking/
schapuitstraling 7,4 – 7,3
Goede info 7,3 – 7,1
Gemiddelde alle factoren 7,2 – 7,1
Het team van Ariel. Staand v.l.n.r.: Roland Wiedhaup, Stephanie Swart, RubbenPannevis, Ronald van Workum, Nanne Praamstra en Rob Manhoudt. Zittend v.l.n.r.: Charlotte de Wilde, Stephanie Groen, Joyce Hoekstra,Axel Aardoom, Cristina Calceanu en Caroline Hoefsloot (Foto: Jan Willem Houweling).
nieuwe manier van wassen. Wasmiddelen zijn van poeder naar vloeibaar gegaan, van vloeibaar naar meer geconcentreerd en van meer gecon-centreerd naar eenheidsdoseringen. Kijk naar vaatwasmiddelen; ook daar zijn de eenheidsdo-seringen helemaal geaccepteerd. En het feit dat andere wasmiddelproducenten nu al vloeibare tabletten hebben geïntroduceerd, bevestigt dit idee. De penetratie van vloeibare tabletten zal stap voor stap groeien, dat gaat nu eenmaal niet zo hard in deze categorie. Maar we hebben al een groot aantal nieuwe gebruikers aangesproken en we verwachten dat meer consumenten voor het gemak van vloeibare tabletten zullen kiezen.”
Gemak en waskrachtHet vertrouwen van Procter& Gamble in vloei-bare tabletten is zo groot, dat het in juli ook Ariel-vlekverwijderaar in een eenheidsdosering-heeft gelanceerd. “Wasverzachters en vlekverwij-deraars zijn belangrijk voor de vergroting van de
46 CoC Procter Ariel 47 20-07-2012 13:42:32
48FoodPersonality juli/augustus 2012
Bij Evelyn aan tafel
Door: Evelyn Günther Foto: Jan Willem Houweling
Heb je een flink stuk van je salaris ingeleverd?Bij Schiphol, waar ik voorheen werkte, had ik inderdaad meer, maar hier heb ik voor gekozen en daar moet ik verder niet over miauwen. Het is geen slecht salaris en bovendien hebben we twee goede salarissen. Ik doe dit nu drie jaar en heb het enorm naar mijn zin, omdat Max Havelaar geen traditionele hulporganisatie is die met de collectebus rondgaat en allerlei projecten doet. Het is een businessmodel waar mensen zitten die vanuit een visie werken. Wij creëren een situatie waarin boeren en ondernemers voor hun producten voldoende geld krijgen, zodat ze zelf hun investeringen kunnen bepalen. Dat vind ik mooi, want ik weet niet of ik in een omgeving zou kunnen gedijen waar mensen afhankelijk zijn van de gulle gever. Kijk, wij doen natuurlijk ook een appèl op de verantwoordelijkheid van de con-sumenten en van de handelspartners, maar wel altijd vanuit een businessgedachte.
Je klinkt zakelijk en ambitieus. Welk doel wil je bereiken?Het volume moet groeien. Op zich doen we het hartstikke goed. We hebben 1,2 miljoen boeren die baat hebben bij fair trade, maar op een totaal van één miljard kleine boeren moet je ook wel een beetje de nederigheid opzoeken en beseffen dat we op grotere schaal kunnen werken. Dat vind ik wel essentieel. Je kunt het allemaal wel heel goed doen, maar als je daarmee slechts een beperkt aantal boeren helpt, dan is dat niet het verschil in de wereld dat ík wil maken.
Wat was bij Max Havelaar vooral nieuw voor je?Dit is heel spannend, omdat het zo breed en divers is. Wat voor mij echt nieuw is, is het politieke gelobby. Dat heb ik nog nooit eerder in
mijn werk meegemaakt. Je werkt met mensen van zeer verschillend pluimage, een enorme rijkdom, eigenlijk. Als je kijkt naar de Procters en de de Unilevers, het zijn allemaal Rotterdammers, al-lemaal lid geweest van dezelfde studentenvereni-ging, dat ben ik zelf ook geweest, maar dat blijft toch een beperkt wereldje. Je komt hier ook die Rotterdammers tegen, maar ook mensen die met geitenwollen sokken zijn grootgebracht. En dat gaat desondanks goed samen. Al die dogma’s over verschillende werelden; het is aan het verdwijnen, we groeien naar elkaar toe. Als je goed naar el-kaar luistert en met elkaar door durft te bouwen, kom je veel verder.
Je vertelde straks dat je met een retailer naar Colombia geweest bent.We proberen de inkoper en de boer veel dichter bij elkaar te brengen. We merken in de praktijk vaak dat inkopers niet altijd goed op de hoogte zijn van wat er speelt op de plek waar het product geproduceerd wordt. We hebben met Sjaak de Korte (verantwoordelijk voor duurzaamheidsini-tiatieven bij Plus Retail, red.) het besluit genomen om helemaal om te gaan naar fairtrade-bananen. Ik vond dat Sjaak dan ook wel moest zien waar de bananen vandaan komen; dat wilde hij zelf ook graag. Hij was ervan overtuigd dat het goed was wat hij deed, maar wat hij daar gezien heeft, heeft grote indruk op hem gemaakt. Dat kan ik wel zeggen.
Was het jouw idee om hem mee te nemen?We hebben het een beetje van de Engelsen gepikt, zijn nemen mensen zo hoog mogelijk uit de organisatie mee. Zo zien die mensen hoe er wordt geproduceerd, wat de omstandigheden zijn en waar alle producenten tegenaan lopen. Je moet
visionaire mensen hebben, die het ook echt an-ders durven te doen. De echte grote slagen maak je als iemand als Sjaak de Korte of Bart Merkus destijds bij Verkade (hij zorgde bij Verkade voor overstap op fairtrade-cacao, red.), besluiten om over te stappen. Dat is geen marketingtrucje, maar een veranderde verhouding tussen onder-neming en maatschappij.
Wie is er het meest verantwoordelijk voor het aanbod in de winkel? De retailers zelf zijn de partij met meer macht, omdat ze het private label kunnen beïnvloeden en tegelijkertijd de fabrikant eisen kunnen opleg-gen. Niet voor niets vormt de handel een cruciale doelgroep voor ons. Daarom denken we ook met hen mee over hoe ze zich kunnen onderschei-den. En hoe ze aan hun marktpositie waarde kunnen toevoegen door middel van duurzame en fairtrade-producten. Plus is daar een goed voorbeeld van. Het heeft z’n aandeel in een paar categorieën echt significant zien stijgen. Dat valt anderen natuurlijk op en dat helpt ons doel weer.
Wat vond je belangrijk om intern aan te pakken?Op het moment dat je met Albert Heijn en Uni-lever gaat werken, moet je professionele dienst-verlening kunnen bieden. Ik had het er laatst over met iemand die met Max Havelaar in het verleden zaken had gedaan, omdat er ‘zulke aar-dige mensen werkten’. Ik wil niet dat mensen uit medelijden zaken met ons doen. Het moet echt komen vanuit de menselijke wens dat er aan de andere kant van de wereld iets goeds gebeurt. En ook omdat je op termijn je sourcing op een duur-zame manier wilt organiseren. Met die profes-sionalisering zijn we de komende jaren nog bezig. Ik ben er heilig van overtuigd dat het helemaal
Evelyn Günther van People Select Executive Search interviewt managers uit de branche
over hun waarden/normen, werk/privé, uitdagingen/ergernissen en ‘leermomenten’.
Deze maand Peter d’Angremond, directeur Max Havelaar.
48 Evelyn 48 20-07-2012 13:20:20
49FoodPersonality juli/augustus 2012
klopt bij organisaties die het vanuit hun genen
doen. Plus is zo’n voorbeeld die het helemaal zo
inricht; van het personeel tot aan de aangesloten
ondernemers. Dan gaat er iets leven. En je ziet dan
binnen Superunie iets veranderen: Plus heeft de
kar getrokken, maar je ziet nu ook Coop, Deen,
Boni en Spar overstappen. De olievlek is zich aan
het verspreiden.
Was het lastig voor je om je mensen mee te krij-gen?Dat gaat echt met horten en stoten. Op een gege-
ven moment stonden we met een klein clubje al
op de tweede berg, maar de rest stond nog op de
eerste. Toen hebben we ze opgehaald. Ik ben voort-
durend bezig met waar ik sta, waar de rest van het
team staat en of ik ze nog een hand kan geven.
Leg eens uit…We hebben teams samengesteld die het moesten
gaan doen. Ik zat in geen enkel team, maar ik heb
wel de stip op de horizon gezet. Zo kwam ook alles
vanuit de teams zelf, natuurlijk wel binnen een
bepaalde context en met een duidelijke richting,
maar ze hebben het zelf gedaan. Zo krijg je draag-
vlak voor wat er komen gaat. Want als ik naar de
plannen op lange termijn kijk die opgesteld zijn,
dan hebben we hoge doelstellingen. Dan denk ik:
zo, dat wordt nog buffelen. Je ziet dat wanneer
mensen hun eigen verantwoordelijkheid nemen
en ik dat ook durf te geven, ze over hun eigen
grenzen heen gaan. Ik vond het mooi om terug
te kijken; het eerste jaar heb ik ongeveer in mijn
eentje de strategie neergezet. Iedereen zat braaf te
knikken en het bestuur was het ermee eens. Dus
dat voelt wel goed, maar het was niet echt van
iedereen. Dus door iedereen erbij te betrekken,
zoals nu, krijg je meer draagvlak.
Wat is jouw zwakke punt?Procesbewaking. Ik moet kunnen ondernemen.
Met vijf man vormden we nu een mt’tje waarbij
iedereen verantwoordelijk is voor een bepaalde
discipline.
Wat vind je moeilijk aan je huidige baan?De diversiteit en complexiteit soms. Aanvankelijk
is het dit jaar vrij rustig en overzichtelijk begon-
nen. Ik was als het ware als een boogschutter
die zijn pijl precies op het oog van de stier had
gericht. In de loop van dit jaar stond ik nog steeds
zo, maar dan met drie trekkende kinderen aan
mijn armen. Dan wordt het wat lastiger om dat
oog te raken.
Een andere complicerende factor is dit: mijn dag
kan bij Albert Heijn beginnen waar ik een sa-
lespitch heb voor een bepaalde categorie. Dan rij
ik door naar het ministerie in Den Haag en dan
eindigt de dag ergens in een dorp met een lezing
over een fairtrade-campagne voor een clubje van
vijftien man. Dat vergt flexibiliteit, je moet op tijd
je pet wisselen. Maar tegelijk is het ook bijzonder,
het levert energie op.
En wat kóst energie?Soms moet ik snel reageren op iets waarvan ik
denk dat het niets oplevert. Laatst werden we
bijvoorbeeld benaderd door iemand die een
documentaire wilde maken en het archief van
Stichting Max Havelaar wilde gebruiken. Ik heb
laten weten dat we dat niet doen, omdat het ook
vertrouwelijke stukken bevat. Dan is het alsof wij
iets te verbergen hebben, maar onze afspraken
met klanten zijn vertrouwelijk. We zijn geen
overheidsinstantie.
En soms kan mijn werk persoonlijk dichtbij
komen. Confronterende momenten: ik was in
Colombia, bij een school die door middel van
fairtrade-premies is ingericht. De stoelen waar
de kinderen in de klas op zaten, oogden heel
armoedig. Ik dacht meteen: hier ga ik nú iets aan
doen. Maar daarna hoorde ik het verhaal van de
boeren. Ze hadden met eigen geld de school op-
gezet en waren trots. Voor mij wel het bewijs dat
als mensen zelf vooruitgang boeken, ze dat veel
meer waarderen dan wanneer ze die vooruitgang
cadeau krijgen.
Zou je ooit nog terug kunnen naar een traditio-neel bedrijf?Jazeker! Ik denk juist dat sommige A-merkarti-
kelfabrikanten ontdekken dat de propositie méér
omvat dan alleen maar het merk of het product.
De manier waarop het product is gemaakt, kan
juist onderscheidend vermogen creëren. Neem
nu een bedrijf als Tony’s Chocolonely: volstrekt
andere filosofie en propositie. Tony’s Chocolonely
zal daarom z’n conditiegesprekken op een andere
manier voeren. De ‘first movers’ in duurzaam
ondernemen gaan ook het ‘first mover’s-voordeel’
pakken. Unilever gaat daar een enorme voor-
sprong in maken. Als jíj de eerste bent, bepaal
jíj de snelheid en de partners met wie je samen-
werkt. Als je als laatste in de rij aansluit, is de
koek verdeeld.
Erger je je ook wel eens ergens aan?Aan laksheid. Ik ben ongeduldig, dus ik erger me
vrij snel als mensen iets niet snel oppakken. Ik
kan dan af en toe wel primair reageren. Ik heb er
ook moeite mee als mensen heel ingewikkelde
oplossingen aandragen. Je moet een mooi idee
praktisch kunnen maken, anders blijft het een
luchtkasteel. ■
‘Ik wil niet dat mensen uit medelijden zaken met ons doen’
48 Evelyn 49 20-07-2012 13:20:22
50FoodPersonality juli/augustus 2012
‘INNOVEREN EN BLIJVEN WERKEN AAN DIEPVRIESIMAGO’
Wagner, de pizzaspecialistWagner manifesteert zich steeds nadrukkelijker in de pizzamarkt. Het marktaandeel
van deze uitdager in de pizzamarkt groeide de afgelopen jaren tot 15%, maar het
bedrijf ziet volop mogelijkheden voor verdere groei.
Dezer dagen staat Wagner volop in de belangstel-
ling als sponsor van de Zwarte Cross, een van de
grootste publieksevenementen tijdens de zomer-
maanden. Het is voor het eerst dat pizzaspeci-
alist Wagner zich zo nadrukkelijk manifesteert.
De keuze voor de Zwarte Cross mag opvallend
heten. Wagner laat ermee zien dat het verder wil
op de Nederlandse markt en bereid is daarin te
investeren.
Het bedrijf, dat al sinds de jaren zeventig pizza’s
produceert en sinds 2005 tot het Nestlé-concern
behoort, investeerde in 2011 in een volledig
nieuwe productielocatie in het Duitse Saarland
om de groei van Wagner-pizza’s in Duitsland en
daarbuiten te kunnen faciliteren. De Nederlandse
Wagner-organisatie valt onder Nestlé Culinary &
Drinks en wordt vanuit het Nestlé-hoofdkantoor
in Amsterdam ondersteund. Key account manger
Marko Berkhout: “Voor handelsrelaties zijn we
direct aanspreekbaar. Ikzelf ben verantwoordelijk
voor Albert Heijn en Bijeen en Wim Beeker is dat
als key acount manager voor Superunie en de
out-of-home markt. Daarnaast is er een category
manager in de persoon van Noor Rekmans en
beschikken we over een field sales team.” Een ui-
terst platte organisatie dus, maar met voldoende
handelingsvrijheid voor inkopers en category
managers.
Waardegroei hoger dan volumegroeiHet marktaandeel van Wagner groeide de af-
gelopen twee jaar met 3% tot 15% procent. “De
komende jaren willen we, net zoals op de Duitse
markt, waar Wagner een van de grootste spelers
in de pizzamarkt is, ook in de Benelux-landen het
merk verder op de kaart zetten en laten groeien”,
aldus Berkhout, die daar nog voldoende ruimte
voor ziet.
De diepvriescategorie groeide in 2011 met ruim
4%. Diepvriespizza’s groeiden zelfs nog harder.
Binnen het gehele diepvriesschap zijn diepvries-
pizza’s de grootste omzetmaker. “Ook in 2012
zet de groei in pizza’s door”, aldus Rekmans
(5,4% YTD week 16, red). “Het lijkt er dus op
dat de consument steeds meer de voordelen ziet
van diepvries en meer specifiek van diepvries-
pizza. Om de markt verder te laten groeien in
volume en omzet moeten we blijven innoveren
en inzetten op de segmenten met een hogere
positionering zoals Wagner Sensazione en
Wagner Piccolinis.” Door deze segmenten zal
de waardegroei hoger zijn dan de volumegroei,
verwacht Rekmans. “Om ook de volumegroei te
stimuleren zullen we moeten blijven werken aan
het imago van diepvries en daarmee diepvries-
pizza.” Een andere uitdaging is het zorgen voor
inspiratie tijdens de shoppingtrip. Diepvries
en daarmee ook diepvriespizza zijn vaak de
sluitpost van het boodschappen doen. Rekmans:
“De diepvriesafdeling is nog te veel een ‘koude
afdeling’ en je komt er vaak alleen wanneer er
iets uit de vriezer op het boodschappenlijstje
staat. Hier liggen zeker nog kansen.”
Big Pizza, Sensazione, PiccolinisDe uitgangspositie voor diepvriespizza’s is
echter uitstekend. De afgelopen jaren is de
markt voor diepvriespizza immers continu
gegroeid. In 2011 groeide de omzet zelfs met
7,3% (!) ten opzichte van 2010. De consument
realiseert zich langzaam aan het verschil tussen
de gekoelde pizza en de diepvriespizza. Het
bewustzijn groeit dat diepvriesproducten in
feite verser zijn, aangezien de groente direct na
de oogst wordt ingevroren en alle vitamines en
mineralen behouden blijven. Daarbij komt dat
diepvriespizza vaak gekocht wordt vanwege de
voorraadfunctie. Na een lange werkdag komt
een diepvriespizza dan ook veel eerder spontaan
op tafel. Dit belangrijke ‘spontaniteitseffect’
ontbreekt bij de gekoelde pizza, omdat deze
na aankoop vrijwel direct geconsumeerd moet
worden.
Wa
Key account manager Marko Berkhout en category manager Noor Rekmans. “Shoppers zien pizza’s nog te vaak als een keuzejungle.”
50 ADVO Wagner 50 23-07-2012 16:56:16
51FoodPersonality juli/augustus 2012
Daarbij komt dat het productassortiment van Wagner goed aansluit bij de behoeften van verschillende shoppers. De populaire Big Pizza is zeer geliefd onder studenten en jongvolwassenen, met de Sensazione, met zijn natuurlijk gerezen zuurdesemdeeg en de vele ingrediënten die direct na de oogst worden verwerkt, spreekt Wagner vooral gezinnen aan. En de Piccolinis zijn lekker bij een aperitief of als tussendoortje.
Facebook en winkelvloerGroeien wil Wagner vooral door de omzet en de winstgevendheid van diepvriespizza’s te laten groeien. Dit kan door nieuwe kopers naar de productgroep te trekken, door huidige kopers meer te laten kopen en door uptrading te realise-ren bij huidige kopers. Rekmans: “Daarbij is een optimaal assortiment met de juiste productmix belangrijk, maar ook een juiste segmentering speelt een grote rol. Shoppers zien pizza’s vaak als
een keuzejungle. We moeten de shopper daarom helpen navigeren en zorgen dat het keuzepro-ces leuk wordt en niet frustreert. Pizza kan een belangrijke trekker zijn op de folder. Meestal zien we dit terug in de vorm van een multibuy en wor-den thuis de vriezers gevuld. Een beperkende fac-tor is de vriezerruimte die mensen thuis hebben. Nederlanders staan erom bekend dat de vriezer vol ligt met brood. Achteraf weten consumenten vaak niet welke pizza ze hebben gekocht. Ook op dit vlak blijven kansen nog veelal onbenut.”Wagner probeert op een ludieke manier de con-sument en shopper te bereiken. Alle campagnes van afgelopen jaar, zoals de Efteling-actie, het Waylon Home Concert, de Big Spender-campag-ne en nu ook als hoofdsponsor van de Zwarte Cross 2012 hebben een zogeheten 360 graden aanpak waarin facebook en de winkelvloer een belangrijke rol spelen. Door middel van POS-materiaal en on-pack communicatie probeert het
Wagner, hoofdsponsor van de Zwarte Cross 2012.
Samenwerking handel
Shoppers verwachten merkenveelzijdigheid. Met
aantrekkelijke acties bij het POS zorgt Wagner
ervoor dat de consument meer tijd doorbrengt
bij de diepvries. Berkhout: “De verkoopconcep-
ten zijn op charmante wijze afgestemd op de
verschillende doelgroepen en net even anders.
Op deze manier zorgen we voor extra aankopen
en groei binnen de diepvriescategorie. Daar
adviseren we handelsrelaties graag over. Maar
dat geldt ook voor schapadviezen. Zo zijn we
op dit moment deelnemer aan het Category
Champion-project van Plus. Een intensieve
samenwerkingsvorm, waarin je ook met andere
retailers brainstormt over algemene thema’s.
Daarnaast geven we uiteraard ook schapadvies,
specifiek gericht op diepvriespizza.”
de shopper op de winkelvloer te bereiken. De uitstraling en bekendheid van Wagner is namelijk enorm belangrijk voor de verdere ont-wikkeling van het merk en de categorie. Wagner is voortdurend bezig het merk extra lading te geven. Niet alleen door productintrinsieke verbe-teringen zoals bijvoorbeeld op het gebied van ver-pakkingen, maar met name ook door activiteiten richting de consument.
Wagner-koerierDaarnaast speelt ook innovatie in de vorm van nieuwe producten een belangrijke rol bij het bewerkstelligen van groei. Zo werd onlangs de nieuwe variant Big Pizza Beef Jalapeños geïn-troduceerd. Deze variant is helemaal afgestemd op de behoeften van een jonge doelgroep, op mensen die ook eens ongewonere smaken willen uitproberen. Daarnaast zijn sinds begin dit jaar de Piccolinis Prosciutto terug in het Wagner-assortiment. Maar het meest zichtbaar was Wagner recent als hoofdsponsor van de Zwarte Cross. Specifiek met de Big Pizza was het in de voorbije maand groots aanwezig op dit evenement dat maar liefst 155.000 bezoekers trok. Op het festivalterrein stonden diverse Big Pizza Punten, en op het campingterrein bezorgden Wagner –koeriers Big Pizza’s per crossmotor. Op zondag nam een Wagner-koerier zelfs deel aan de officiële motorcross in de superklasse, waarbij fans van de facebook-pagina kans maakten op een echte Yamaha-crossmotor. Maar daar blijft het niet bij, want eind dit jaar zal Wagner nogmaals van zich doen spreken met een tweetal campagnes. De eerste sluit aan opHalloween en ook rond Sinterklaas volgt er nog een campagne. ■
Het assortiment van Wagner sluit goed aan bij de verschillende shopperbehoeftes. De populaire Big Pizza is zeer geliefd onder studenten en jongvolwassenen, met de Sensazione spreekt Wagner vooral gezinnen aan en de Piccolinis zijn lekker bij een aperitief of als tussendoortje.
50 ADVO Wagner 51 23-07-2012 16:56:21
52FoodPersonality juli/augustus 2012
52 Stach 52 20-07-2012 13:41:23
De maaltijdenbuurtwinkel van StachStach Food heet het. Ingericht als een café, de artikelen als kleding gepresenteerd.
Genoemd naar de ondernemer zelf: Stach Schaberg. Van vakkenvuller tot districtslei-
der bij Aldi, toen operationsman bij Marqt en nu ruim een half jaar zijn eigen winkel
met eten en drinken dat je bij de Albert Heijn en de Dirk niet kunt krijgen.
“Mijn leveranciers, tja, dat wil ik liever geheim houden.”
Door: Gé Lommen Foto’s: Rein van Zanen en Jerome de Lint
Wat zien we als we het oude pand op de hoek
binnenkomen? Dan hebben we al gezien dat
tegenover hem een AH zit, de Route 99-posters
vallen op. Aan de andere kant een Coffee Com-
pany. En schuin tegenover hem een winkel met
keukenspullen. En druk is het op straat. De Van
Woustraat in De Pijp is altijd druk, maar nu nog
meer, met wegopbrekingen. Passanten genoeg, in
de auto, op de fiets, te voet.
Twee weken lang fietste Stach Schaberg door Am-
sterdam, van negen tot zes, kijkend naar pleinen,
hoeken, straten, panden. Waar hij een plek zag
die hem wat leek, stopte hij en ging hij met pas-
santen tellen. Zijn keus viel op dit pand, aan de
kruising Van Woustraat-Pieter Aertszstraat.
Nou goed, wat zien we als we binnenkomen?
Geen overvolle winkel. Eerder een soort café, eet-
huis, kroeg. Of, zoals je die vooral in Amsterdam
hebt, trendy kledingwinkels in een oud pand.
Planken vloer, oude wanden, een wenteltrap. En
boven kun je eten, drie, vier ruime tafels in een
huiskameromgeving. Het zal alles bij elkaar zo’n
100 m2 vvo zijn.
We zien maaltijden, desserts, taarten, quiches,
cake- en brownie-achtigen, nootjes, andere knab-
bels, kazen als taleggio en appenzeller, koffie,
thee, wijnen, veel olijfoliesoorten, balsamico,
bijzonderheden als biologische limoncello. Bij
elkaar zullen het niet meer dan 200 sku’s zijn, al
is dat altijd lastig in te schatten. Geen boodschap-
pentas, klanten krijgen hun maaltijden en andere
boodschappen in een netje. Veel zakjes, bakjes,
bekers, flesjes en doosjes hebben de formulenaam
erop staan: Stach.
Wie is Stach, die hier een levensmiddelenwin-
kel heeft opgezet die best wel wat van Marqt
wegheeft maar tegelijk ook juist niet? En wat wil
hij? Wil hij misschien een soort Jamie Oliver zijn?
‘Nee!’, antwoordt Stach daar uitdrukkelijk op.
“Pertinent geen kok!”
Stach is: Stach Schaberg (32), met een oor-
spronkelijk Poolse voornaam, omdat zijn ouders
daarmee de bevrijders van Breda in de Tweede
Wereldoorlog wilden vereren. Staszek werd Stach.
Schaberg studeerde rechten in Groningen, specia-
liseerde zich nog in bedrijfsrecht, maar voelde
gaandeweg aankomen dat hij niet de rest van
zijn leven bezig wilde zijn met de taaie stof uit
zijn leerboeken. Rondneuzend onder bedrijven
kwam hij bij Aldi terecht. Daarna werkte hij bij
Marqt . In die jaren merkte hij dat hij steeds meer
een eigen opvatting ontwikkelde over hoe een
levensmiddelenwinkel moet zijn en hoe je die
aanstuurt. En hij vertrok, fietste door de stad en
uiteindelijk – vorig jaar – opende hij deze winkel.
En daar blijft het niet bij. Eind dit jaar, begin vol-
gend jaar krijgt Amsterdam een tweede Stach.
We doen Stach te kort door de winkel als een
maaltijdenwinkel te noemen. Traiteur, eetcafé,
delizaak, buurtwinkel, supermarkt, van alles een
beetje. Supermarkt, nou… Bij Stach vinden we
geen kratten bier, wc-papier, diepvries, conser-
ven, melk, et cetera. En zoals gezegd, de artikel-
presentatie is zeker niet conform een supermarkt.
“Veel klanten lopen met een winkelwagentje
Bovenin tafels en stoelen waar klanten de maaltijd kunnen nuttigen, beneden de winkel zelf, met de waren en
de kassa.
53FoodPersonality juli/augustus 2012
52 Stach 53 20-07-2012 13:41:27
of -mandje kriskras door een supermarkt”, legt
Schaberg uit. “Zeker als ze thuis zijn in hun super-
markt, is die rationele indeling voor hen niet meer
van belang. In deze kleinere winkel verdwaal je
sowieso niet, dus kon ik net zo goed een presenta-
tie aanhouden waarbij ik ideeën aandraag. Dus de
wijn en de nootjes bij de maaltijden, de toetjes bij
de kaasjes. Kledingwinkels groepeerden vroeger
broeken bij broeken en shirts bij shirts, maar loop
nu eens door een moderne kledingwinkel – alles
wordt gegroepeerd om ideeën aan te dragen, com-
binaties. Dat doe ik hier met eten en drinken.”
Maaltijden en lokale leveranciers Hoofdmoot is en blijft: maaltijden. Schaberg:
“Hier in De Pijp wonen vooral jonge mensen,
van 20 tot 40 jaar. Mensen met een druk sociaal
leven, dat redelijk ongepland verloopt. De klant
in deze buurt gaat niet met de auto voor een week
boodschappen inslaan. Zelfs niet voor drie dagen.
Dat doet ook de klant bij de AH hiertegenover
niet. Die klant bedenkt in de namiddag pas wat
hij met eten doet, uit eten met anderen, thuis eten
met anderen, met z’n tweetjes, of de een om half
zeven en de ander om half negen. En ze komen
te voet of te fiets. De een moet wat meer op de
bestedingen letten dan de ander, maar in principe
zijn het mensen die genieten van het wonen en
leven in een grote stad en ze waarderen daarom
ook de voorziening van een breed aanbod aan
eten en drinken voor thuis of buitenshuis. Als ze
beslissen om een maaltijd te kopen, moet dat er
wel een zijn die goed voor hen is: gezond, verant-
woord, goede voeding met voldoende groenten
erin, en het moet goed smaken. Dat is de kern
van mijn assortiment: een mix van twintig
maaltijden, vijftien salades, tien soepen. En dat
assortiment is elke week anders.”
Bij Stach wordt dus niet ‘zelf geproduceerd’. Scha-
berg werkt met een vijftiental verschillende leve-
ranciers, veelal uit de buurt. Hij wil niet vertellen
wat voor leveranciers dat zijn, maar kijkend naar
het aanbod moet het een Italiaanse maaltijdbe-
reider zijn, een Indiase, Surinaamse, een bakker
of banketbakker, een traiteur enzovoort. Van de
andere kant, hij wijst de klant juist op zijn rol
als verzamelpunt van het marktgebied. “Daarom
noem ik Stach ook een buurtwinkel. We willen
juist niet concurreren met andere levensmidde-
lenwinkeliers – nou ja, uiteindelijk doen we dat
altijd wel, maar niet in de reguliere zin. Bijvoor-
beeld: ik bied ook brood aan. Van een bakker
vier deuren verder, een goede bakker. De klanten
weten dat het zijn brood is, want we hebben ten
tijde van de opening een soort buurtkrant laten
maken – oplage 50.000 – waarin we juist gemeld
hebben dat we zijn brood aanbieden. Hetzelfde
Lessen van ‘oom Johan’
Johan Schaberg, oom van Stach, was ooit de inves-
teerder die Jamin overnam en dat later weer aan
Ahold verkocht. Lezers van NRC Handelsblad kennen
Schaberg nog als de calvinistische, steile columnist,
die de lezers voorhield dat het bedrijfsleven en onder-
nemers in het bijzonder een rolmodel in de samen-
leving moeten zijn, omwille van het behoud van die
vrije markt. Een overtuiging die ‘oom Johan’ met tal
van foute voorbeelden kon illustreren in de afgelopen
jaren van de financiële crisis, bank- en andere schan-
dalen en lukraak poenerig potverteren, terwijl andere
massaal de laan uitvlogen. “Ja, in gesprekken met
mijn oom komt vooral naar voren dat ondernemen
spitsroeden lopen is. Een goed uitgangspunt.”
Start bij Aldi....
Schaberg begon er als vakkenvuller met potentieel bij
Aldi, hij had het gehad met bedrijfsrecht, wilde ‘iets
met mensen’, verontschuldigt zich voor dat cliché, en
achteraf gezien klopt het ook wel dat hij in het levens-
middelenvak belandde, want als hij in zijn studietijd
boodschappen ging doen, zette hij al producten
goed in het schap. “Bij Aldi werd ik aangenomen als
potentiële doorgroeier, maar uiteindelijk: ik moest in
een Aldi gaan werken. En wat doe je dan? Wat ieder-
een er moet doen, vakken vullen. Zes maanden lang,
in Almelo, en ik verstond bijna niemand.”
En toch aardde hij er, bij Aldi. “Uitstekend bedrijf, zoals
ik het heb meegemaakt: veel mensenwerk, waardoor
de mensen ook onderling met elkaar omgaan, er is
solidariteit.”
We houden Schaberg voor dat Aldi een historie heeft
met dc-stakingen, vakbonden die iets zeggen over
intimidatie en over klagend winkelpersoneel dat
zijn mond niet open durft te doen en wat dies meer
zij. “Weet ik. Maar mijn ervaring is het tegendeel.”
Enfin, na zes maanden werd hij districtsleider, van vijf
vestigingen en hij opende zelf Aldi Nieuwleusen en
Meppel, “goeie, nieuwe winkels”.
...en dan Marqt.
Na zijn verhuizing naar Amsterdam begon hij
opnieuw. Zijn volgende functie werd operationeel
verantwoordelijke bij Marqt. “Een totaal ander soort
bedrijf uiteraard. Ik kwam er binnen toen Quirijn
Bolle en Meike Beeren net de tweede Marqt hadden
geopend, in Haarlem. Ik heb er met veel plezier
gewerkt en ik heb er zeker zo veel geleerd als bij Aldi.
Ik bewonder de manier waarop zij een antwoord
hebben verzonnen op de behoefte aan ‘echt eten’,
authentieke levensmiddelen. Zij zijn voorloper
geweest, door een alternatief te bieden in een wereld
van kiloknallers.”
Schaberg vindt niet dat hij Marqt min of meer nadoet.
“Natuurlijk zijn er overeenkomsten, maar ik zie vooral
verschillen. Wat ik doe, is andersom. Ik voorzie als het
goed is in een behoefte van drukke mensen die lekker
en gezond willen eten en tijd over willen houden. Ik
wilde zelf ondernemen, nadat ik bij twee tegenpolen,
Aldi en Marqt, ervaring heb opgedaan. Van Aldi neem
ik de platte organisatiestructuur mee en van Marqt de
productbeleving.”
Een Marqt-uiterlijk met een Aldi-operatie, dus. Dat is
bij Schaberg meer dan alleen maar een keuze, het is
een overtuiging. “Zoals Leen Hoogvliet vroeger op za-
terdag zelf in een van zijn filialen kassa ging draaien.”
En hoe gaat Schaberg dat dan doen als hij straks meer
winkels heeft? “Dan moet ik mijn uren over die twee
winkels verdelen, en als er nog meer winkels bijko-
men, over nog meer, inderdaad. Hoe dat precies in
zijn werk gaat, kan ik nu ook nog niet zeggen, maar:
uitgangspunt moet zijn: géén hoofdkantoor. Het
hoofdkantoor is deze winkelvloer, en dat uitgangs-
punt wil ik vasthouden.”
‘Oom Johan’, Aldi, Marqt
Maaltijden, wijnen, nootjes, salades, koffie, thee, kriskras door elkaar. En zo wil Stach dat ook. Deze zwarte wand
wordt dus deels gekoeld, deels niet, afhankelijk van de presentatie.
54FoodPersonality juli/augustus 2012
52 Stach 54 20-07-2012 13:41:28
geldt voor de notenbar verderop. We werken samen met die bakker en die notenman. We proberen voor elkaar een aanvulling te zijn, de bakker sluit om half zes ’s middags, deze winkel is elke dag open van 11.00 u tot 22.00 u. Met andere woorden, ik verkoop zijn brood nog als hij al-lang dicht is. De piektijd van deze winkel is van half zes tot half tien.” De openingstijden hebben
verder een typisch grotestadskarakter, van 11.00 u tot ’s avonds tien uur. Zeven dagen per week.Dat buurtelement vormt ook de kern van zijn maaltijden. Maaltijden, pizza’s, quiches, salades, allemaal leveranciers die met bestelautootjes even op de stoep staan en hup, snel afleveren. Stach kent vijftien drops per dag.Die rol van ‘bindende buurtwinkel’ in plaats van ‘een nieuwe concurrent’ komt terug in de openingsfolder die Schaberg laat zien, eerder een soort buurtkrant. Daarin wijst Stach op de geschiedenis van het pand. Het was eerst een sla-gerij, daarna een videozaak. En Stach wijst op de samenwerkingsvormen met andere levensmidde-lenwinkeliers in de buurt, juist om het collectief aan voorzieningen over de bühne te brengen.Die samenwerking laat onverlet dat er juist een grote concurrent tegenover hem zit, met grote Route 99-biljetten tegen de muur. Schaberg: “Dat is juist prima. Als ik dat per se had willen vermij-den, was mijn keuze niet op dit pand gevallen. Een AH zorgt altijd voor aanloop. De klanten uit de omgeving kopen daar en als ze een ander assortiment willen en zeker een andere maaltijd, kunnen ze hier terecht.”
Prijs, kosten, winstEen maaltijd, 450 gram, kost bij Stach € 6,50. Een euro meer dan de reguliere prijs van de Koken &
Stomen-maaltijden die je als inwoner van De Pijp hiertegenover kunt halen. “Eén euro meer. Ik vind dat ik meer mag vragen omdat onze maaltijden toch net iets exclusiever, opvallender en origineler zijn. Ze zijn verder vrij van alle geur-, kleur- en smaakstoffen, want het moet een volwaardige maaltijd zijn. En het moet zó smaken dat je als klant reden hebt om voor die ene euro extra voor Stach op het bord te kiezen in plaats van AH.”En maaltijden van Stach zijn ook onderscheidend, dat zien we zo: oké, Stach biedt naar gelang het seizoen ook gewoon stamppot en lasagne, maar andere maaltijden verschillen opvallend van dat wat AH en andere supermarktketens doorgaans bieden. We zien hier bijvoorbeeld linzencurry met bloemkool en amandel, pittige groente met panir (Indiase kaas) en melanzane parmiggiano, een soort lasagne van brooddeeg.De winkel maakt al winst. Schaberg wil geen cij-ferdetails geven. Ook niet de omzet. Er komt een tweede winkel, ergens eind dit jaar, begin volgend jaar. En op termijn…. Hij voorziet dat als alles goed gaat, er ruimte in Amsterdam moet kunnen zijn voor ongeveer tien vestigingen. Maar het is nu ook weer niet zo dat hij koste wat kost snel wil uitbreiden, eerst moet de operatie een automa-tisme zijn.En op de kosten let hij. Hij heeft zes mensen in dienst, één full-time, vijf part-time, voor 32 uur. ■
Niet alle producten hebben het Stach-huismerk. Wijnen
niet en ook niet deze ‘organic lemonade’ en ‘ginger beer’
van het merk Belvoir.
Ook met kaas onderscheidt Stach zich, gezien de ap-
penzeller en de truffelkaas.
Stach biedt een ongekend aanbod olie.
De pui begon met grote ramen, om doorheen te kijken, maar gaandeweg is Stach op deze ramen steeds meer reclame
gaan maken. Niet met schreeuwerige posters, maar met woorden op het glas zelf.
Kern van de zaak: de maaltijden. Eén euro meer dan de
Koken & Stomen-maaltijden bij Stach tegenover. Maar
wel: originelere combinaties en meer horecakwaliteit.
55FoodPersonality juli/augustus 2012
52 Stach 55 20-07-2012 13:41:33
56FoodPersonality juli/augustus
OCADO
Britse internetsuper volgt weg van de meeste weerstand
Door: Pascal Kuipers Foto: Ocado, Kantar Retail
Het geboortejaar van Ocado is 2000. Het jaar
waarin de dotcom-zeepbel in extremis werd opge-
pompt, om een jaar later uiteen te spatten. Ocado
overleefde omdat het een degelijke offline-partner
had. In oktober 2000 tekende Ocado – toen nog
‘L.M. Solutions’ geheten, voordat het in juni 2001
werd omgedoopt tot ‘Ocado Ltd.’ – een overeen-
komst met de Britse retailer Waitrose. Waitrose
zou voor Ocado inkopen en Ocado zou namens
Waitrose de e-commerce verzorgen. Ook nam
Waitrose’s moederbedrijf, de John Lewis Partner-
ship, een belang van 40% in de onderneming.
Ook de achtergrond van Ocado’s grondleggers is
veelzeggend. Want Tim Steiner, Jason Gissing en
Jonathan Faiman, die in 2000 met ‘L.M. Solutions’
van start gingen, waren bankiers bij Goldman
Sachs. Onervaren in de retail, maar gepokt en
gemazeld in allerlei financiële constructies. Niet
voor niets is Goldman Sachs een van de iconen
van het ongebreidelde aandeelhouderskapitalisme
en wordt het door vele critici gezien als een van
de medeveroorzakers van de financiële crisis van
2008. Slim als ze zijn, brachten de drie bankiers
hun aandelen onder in trusts, met elk een fiscaal
zeer vriendelijke vestigingsplaats. Steiner’s 2008
Millennium Trust is gevestigd in Nassau (de Ba-
hama’s), Faiman zocht het iets dichterbij en stalde
zijn aandelen bij het in Zürich gevestigde Tem-
pest Capital. En Gissings Trident Trust Company
was gevestigd op de Britse Maagdeneilanden.
De waarde van vertrouwenInvesteringsbankiers die zich opeens met een
– zeker in 2000 – nieuw en onbewezen business-
model in foodretail gaan bezighouden. Gewend
aan de wereld van high finance, die naar nu, in
deze jaren, blijkt eerder dienstbaar is aan zichzelf
dan aan de klanten. En zonder enige affiniteit met
de foodretail, waar de marges mager zijn en de
kritische klant koning is. Dat is nou niet bepaald
een vertrouwenwekkende basis. Nu hoeft dat
nog niet het grootste probleem te zijn, zolang het
bedrijf niet beursgenoteerd is en het risico tot
een select gezelschap aan investeerders beperkt
blijft. Naast de belangrijkste investeerder, de John
Lewis Partnership, waren dat volgens de Britse
website This is Money vermogende partijen zoals
de miljardair Jorn Rausing, Zweeds zakenman
en lid van de familie die Tetra Pak oprichtte. Een
ander was Michael Sherwood, mededirecteur
van Goldman Sachs in Londen en voormalig chef
van de drie Ocado-musketiers, die er privé in
investeerde. Andere aandeelhouders waren het
investeringsfonds van de Amerikaanse oud-vice-
president Al Gore en Nick Roditi, een multimili-
onair die in het verleden de zaken regelde van de
bekende hedgefundinvesteerder George Soros.
In de zomer van 2010 ging Ocado naar de beurs.
Daarmee werden de investeerders flink groter in
aantallen, en gingen over de schouder van het
management meekijken. Ooit zou hun investe-
ring toch rendement moeten gaan opbrengen.
De beursgang was een belangrijke stap voor het
immer verlieslijdende Ocado, dat kapitaal moest
aantrekken om in capaciteitsuitbreiding te kun-
nen blijven investeren. Want schaalgrootte zou op
termijn structureel zwarte cijfers moeten opleve-
ren. Maar zo ver was het toen nog niet.
Project Titan: de beursgang“We zijn naar de beurs gegaan om kapitaal te
vergaren om ons plan uit te voeren, namelijk
het bouwen van een tweede customer fulfilment
centre”, zegt een woordvoerster namens Ocado.
“Dit project ligt op dit moment op schema, zowel
financieel als in de tijdsplanning.”
Dat tweede distributiecentrum is in aanbouw in
Dordon, in het midden van Engeland, vanwaar
de grote steden in het noorden kunnen worden
bediend. Het is een voor Ocado noodzakelijke
toevoeging aan de capaciteit van het eerste dc
dat in Hatfield ligt, net boven Londen (zie kader
hiernaast: Ocado’s ‘as en spaak’-systeem).
De beursgang werd – niet geheel onverwacht –
begeleid door Goldman Sachs en had als werktitel
‘Project Titan’. Het was omstreden, gezien de
langjarige verliezen en de achtergrond van de
grondleggers. En vanwege de financiële crisis die
zich ook twee jaar geleden deed gelden.
De Britse internetsupermarkt Ocado staat synoniem voor rode cijfers. Sinds de op-
richting in 2000 heeft het voor vele miljoenen geïnvesteerd en nog nooit winst ge-
maakt. Heeft deze pionier in e-commerce nu de basis gelegd voor een stevige posi-
tie in de foodretail van morgen? Of zal Ocado uiteindelijk sterven in schoonheid?
Ocado’s ‘as en spaak’-systeem
Sinds 2002 werkt Ocado met een ‘as en spaak’-systeem voor de
thuisbezorging van online bestelde levensmiddelen. Het is een
soort crossdocking-operatie, waarbij goederen in containers
vanuit een distributiecentrum (de as) door middel van 12 meter
lange opleggers naar de verschillende verdeelstations (de spaken)
worden vervoerd. Daar wordt elk
van de zes containers die op zo’n
oplegger passen, op een kleine be-
steltruck overgezet. Die besteltrucks
bezorgen dan aan huis. Als begin
2013 Ocado’s tweede dc operatio-
neel wordt, kan het de tien spaken
optimaal beleveren en 70% van de
Britse huishoudens bedienen.
56 Ocado - Ammerlaan 56 20-07-2012 15:54:51
57FoodPersonality juli/augustus
Het prospectus voor potentiële nieuwe aandeel-
houders bevatte liefst 18 pagina’s met risicofacto-
ren. Eén ervan is de afhankelijkheid van Ocado’s
ene dc in Hatfield. Een risico waarvoor Ocado nu
alles op alles zet om het te spreiden en de capa-
citeit uit te breiden. Andere risicofactoren waren
onder meer de onzekerheid over de ontwikkeling
van de online markt voor levensmiddelen, de
structurele verliezen van Ocado en de vooruit-
zichten voor nieuwe verliezen in de toekomst,
de afhankelijkheid van de samenwerking met
Waitrose en de mate waarin een nieuwkomer als
Ocado de concurrentie aankan met de gevestigde
Britse retailers en met mogelijke nieuwkomers.
Geen schoonheidsprijsOndanks de vele risico’s die in het prospectus
werden omschreven, ging de beursgang van Oca-
do toch door. Al moest de gewenste koers voor de
eerste notering wel behoorlijk naar beneden wor-
den bijgesteld. In plaats van 200 tot 275 pence (€
2,50 tot € 3,50) die Ocado in gedachten had, werd
de eerste koers op 180 pence (€ 2,30) vastgesteld.
Maar het was noodzakelijk voor Ocado om zo
snel mogelijk de omzet naar een niveau te tillen
dat vergelijkbaar is met het almachtige Tesco, dat
in 2011 met een internetomzet van ruim € 3 mil-
jard zes keer zo groot is als Ocado (zie figuur op
blz. 54). Daar is nu eenmaal veel geld voor nodig.
Chief executive Jim Steiner (van de andere twee
grondleggers is Gissing nu commercieel direc-
teur en is Faiman afgezwaaid) erkende een jaar
geleden in de Britse media dat de beursgang van
Ocado geen schoonheidsprijs verdiende. Maar
hij vond het toch een succes. “Omdat we onze
ambitie hebben uitgesproken om onze omzet te
verdrie- of zelfs te verviervoudigen”, zei hij juli
vorig jaar in de Sunday Telegraph. “Daarvoor
hebben we veel kapitaal nodig. Vandaar dat we
via een beursgang 300 miljoen pond sterling
wilden ophalen. We hebben iets meer bereikt.”
Feit is dat de koers van het aandeel Ocado een
zeer grillig verloop kent en het aantal dalen is
veel groter dan de pieken. Zo leed Ocado een
gevoelig koersverlies nadat Waitrose in februari
2011 aankondigde een eigen internetoperatie te
gaan ontwikkelen. Geen reden tot klagen voor de
aandeelhouders: het stond prominent als een van
de grootste risico’s in het prospectus vermeld.
Waar aandeelhouders wél hun wenkbrauwen over
fronsten, was een actie van Steiner die op een
vrijdagavond – net voordat de koers op de vol-
gende maandag in zou zakken door het nieuws
over Waitrose – nog snel even twee miljoen
aandelen loosde. Steiners trust op de Bahama’s
stelde hiermee voor 5 miljoen pond aan waarde
veilig, tegen de oude beurskoers. Het leidde tot
een storm van kritiek, maar strikt gezien had
Steiner geen regels overtreden, want hij liet bij de
beursgang al weten op termijn een deel van zijn
aandelenpakket te verkopen.
Vertrouwen is echter niet aan regeltjes gebon-
den, en het is duidelijk dat dit het vertrouwen in
Ocado er niet groter op maakte. Steiners contro-
versiële aandelenverkoop geschiedde in februari
2011 tegen een koers van iets meer dan 245 pence
(zo’n € 3,10). Tegenwoordig koerst het aandeel
Ocado zo rond de 70 pence (88 eurocent).
Van ‘grote niche’ naar nieuw kanaalIn juni dit jaar maakte Ocado de halfjaarcijfers
bekend. In de 24 weken tot 13 mei 2012 groeide
de omzet met 12%, tot ruim 332 miljoen pond
(€ 415 miljoen), nam de brutowinst met 4,5%
toe, tot 14,9 miljoen pond (€ 18,5 miljoen), maar
kwam de winst vóór belasting met 181.000 pond
(€ 225.000) op nagenoeg 0% groei uit. En dat ter-
wijl de schuldenlast flink is opgelopen: van ruim
19 miljoen pond (€ 24 miljoen) een jaar geleden
naar ruim 71 miljoen pond (€ 90 miljoen) nu.
De stijging van de schuld heeft te maken met de
investeringen in het nieuwe dc, dat 210 mil-
joen pond (€ 265 miljoen) zal gaan kosten. Een
riskante investering, vinden sommige financi-
eel analisten. Ze hebben grote twijfels over het
langetermijnperspectief van de online-retailer.
Veel van de risicofactoren die bij de beursgang
al werden onderkend, geven nog steeds voeding
aan de twijfel. In de basis komt het erop neer dat
Ocado als een pure ‘online player’ geen bewezen
businessmodel heeft. Waar gevestigde retailers op
basis van hun bestaande merk en offline-operatie
een online-positie bouwen, moet Ocado dit van
nul af aan doen.
Ocado zelf kent – uiteraard – geen twijfels.
“Analisten hebben recht op een mening”, zegt de
woordvoerster. “maar wij geloven hartstochtelijk
in ons businessmodel. Hoe meer investeringen
in online, des te sneller online zal groeien. Dan
zal het veranderen van een grote nichemarkt in
een belangrijke verandering van kanaal, waar de
meerderheid van de dagelijkse boodschappen
online wordt gekocht. Binnen deze marktontwik-
keling verwachten wij een redelijk marktaandeel
te verwerven.”
Uitbreiding vooral in non-foodEen ‘grote nichemarkt’ is een tegenstrijdigheid,
maar het gaat hier dan ook om een groeiproces
naar een geheel nieuw verkoopkanaal waarin
Ocado al twaalf jaar investeert. “Online levens-
middelen is het snelst groeiende kanaal in het
Verenigd Koninkrijk”, zegt senior online retail-
analist Richard Wallace van de Britse onder-
zoeksinstelling IGD (Institute of Grocery Distri-
bution). “We verwachten dan ook dat de online
markt voor levensmiddelen tussen 2011 en 2016
nagenoeg zal verdubbelen. Van 5,9 miljard pond
in 2011 naar 11,2 miljard pond in 2016.” (Dat is
in euro van € 7,4 miljard naar € 14,1 miljard.)
Net als Ocado gelooft ook het IGD in de le-
vensmiddelenverkoop via internet, maar over
de vraag of Ocado een kans maakt om hierin
op basis van de investeringen van vele jaren een
degelijke positie in te nemen, spreekt Wallace
Wie is dit? Jess Varnish, Brits wielrenster, evenknie van Bradley Wiggins dus, en dé kandidaat voor een medaille op de
Olympische Spelen voor de Britten. Gesponsord door: Ocado. Varnish heeft officieel een paar Ocado-bestelwagens
mogen ontwerpen. Dat heeft waarschijnlijk een ontwerper gedaan, maar het komt op naam van deze wielrenster.
Bij wijze van publiciteitsstunt. De bestelauto heeft motieven van onder andere Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band
(wereldberoemd Beatles-album) en het klassieke pop-artdoek ‘Whaam!’ van Roy Lichtenstein.
Ocado kiest pertinent níet voor afhaal-/ophaalpunten,
alleen voor thuisbezorging.
56 Ocado - Ammerlaan 57 20-07-2012 15:54:54
58FoodPersonality juli/augustus
zich niet uit. De kernvraag is, of zo’n degelijke
positie mogelijk is op basis van de merknaam
Ocado. Is die naam sterk genoeg om ook zonder
de steun van Waitrose te overleven? De klap die
het aandeel Ocado begin 2011 te verwerken kreeg
toen Waitrose de ontwikkeling van een eigen
internetplatform aankondigde, is veelzeggend.
Dus is Ocado’s management er veel aan gelegen
om loyaliteit aan het merk Ocado te bouwen
en de capaciteit voortvarend uit te bouwen. Vol
vertrouwen dat de internetmarkt zal meegroeien.
Omdat de internetverkoop in non-food een
bewezen businessmodel is, zet Ocado hier flink
op in. Hoewel het - zeker in Groot-Brittannië -
inmiddels een verdringingsmarkt lijkt te worden,
wil Ocado het aantal non-foodartikelen in twee
jaar ruim vertienvoudigen, van 3.500 in 2011 naar
zo’n 40.000 in 2013. Momenteel voert Ocado zo’n
20.000 non-foodartikelen. “We ontwikkelen ons
van een supermarkt nu, naar een hypermarkt aan
het eind van dit jaar”, zei Steiner afgelopen mei te-
gen Bloomberg. Daarbij is Tesco het referentiepunt
voor Ocado. “We zullen morgen geen Amazon
zijn”, erkende hij. Maar ook bij Tesco, dat via
internet 75.000 non-food- en 25.000 foodartikelen
aanbiedt, komt Ocado vooralsnog niet in de buurt.
Uitbreiding in assortiment en capaciteit gaan hand
in hand met de bouw van het merk Ocado. Daar-
toe heeft Ocado najaar 2010 een huismerklijn ge-
introduceerd, die in recordtijd tot ruim 600 items
is uitgebreid. Ocado’s huismerk maakt nu zo’n 4%
uit van de omzet en dat wil Ocado verder opvoe-
ren om minder afhankelijk van het huismerk van
Waitrose te zijn, dat Ocado verkoopt.
Desondanks werkt Ocado sinds ruim een jaar
ook samen met Carrefour, waarvan het de regi-
onale huismerkenlijn ‘Reflets de France’ in Groot-
Brittannië verkoopt. Het illustreert de gretigheid
van Ocado om op te vallen en optimaal te profi-
teren van de mogelijkheid dat je op internet een
onuitputtelijk assortiment kunt aanbieden. Zodra
het tweede dc operationeel is, heeft Ocado naar
eigen zeggen de capaciteit om 70% van de Britse
huishoudens te bereiken. Zo kan Ocado ook al-
lerlei specialistische nicheproducten bieden, die
eenvoudig via de site te vinden zijn.
Om klanten trouwer te maken heeft Ocado twee
passen ontwikkeld: de ‘delivery pass’ en de ‘sa-
vings pass’. Bij eerstgenoemde betalen de klanten
vooruit voor de thuisbezorging. Hierdoor betalen
ze uiteindelijk een lager tarief dan bij Ocado’s
reguliere thuisbezorging. Voor Ocado is het
voordeel dat het eerder geld voor de bezorging
ontvangt, en het bindt de klanten aan Ocado.
Want de delivery pass heeft een minimale loop-
tijd van een jaar. De ‘savings pass’ kost 8,99 pond
(€ 11,35) per jaar en geeft 10% korting op een
selectie van 620 producten, vooral A-merken.
Ocado’s online marketing is erop gericht om Oca-
do als merk te bouwen, maar ook om Ocado als
een soortnaam voor online retailing te munten.
Zo heeft Ocado speciale webshops. Voor het ei-
gen huismerk en voor speciale voedingsmiddelen
voor mensen met een voedselallergie. In juni dit
jaar heeft Ocado een speciale webshop geopend
waar klanten de ingrediënten kunnen kopen van
recepten die door Britse sterrenkoks zijn samen-
gesteld. In mei dit jaar kondigde Ocado aan, dat
het in samenwerking met designbureau JKR – dat
ook Ocado’s huismerklijn heeft vormgegeven –
en met diepvriesleverancier Birds Eye (het Britse
Iglo) een virtuele kopstelling ontwikkelt, waarbij
een animatiefiguur in beeld verschijnt zodra een
klant een diepvriesproduct bestelt.
Tesco als prijsreferentieIn deze online-marketingmix mag prijs uiteraard
niet ontbreken. Ook hier is Tesco weer de refe-
rentie, want Ocado claimt dat het voor duizen-
den artikelen net zo goedkoop is als Tesco. Hoe
doet Ocado dat? Want Tesco is oppermachtig
op inkoopgebied. “Ocado houdt al vier jaar het
prijsniveau van Tesco aan”, zegt de woordvoer-
ster. “We hebben nooit het bewijs gezien dat er
een waarachtige prijsoorlog plaatsvindt. Gezien
de dunne marges, denken wij dat het vermogen
van onze grote concurrenten om een prijsoorlog
Tesco 1, Ocado 4
Tesco is de grootste online-retailer in Europa, het
steekt met kop en schouder boven de andere uit. En
Groot-Brittannië is Europa’s belangrijkste internet-
markt. De top-vier internetretailers zijn alle Brits. Van-
daar ook dat internet al een aandeel van 4,5% in de
totale Britse levensmiddelenomzet vertegenwoordigt.
De omzet van Ocado was in 2011 nog steeds kleiner
dan de internetomzet van Tesco, Sainsbury en Asda
afzonderlijk. Dat wil Ocado uiteraard veranderen,
maar dat lukt alleen als de totale internetmarkt ge-
noeg groeit. De grafiek hiernaast geeft de omzet weer
van de producten uit het ‘gewone’ supermarktassorti-
ment, dus wél: wasmiddelen, maar niet: wasmachines
(ofwel: geen meubeuls, kleding, tv’s, etc.)
Sinds vorig najaar gebruikt Ocado soms in Britse steden
deze wand, waar klanten die Ocado’s ‘on the go’-app
hebben gedownload streepjescodes kunenn scannen.
Tijdelijk, want Ocado = online. In de eerste helft van
2012 werd 24% van alle aankopen bij Ocado gedaan via
mobiele apparatuur, zoals smartphones en tablets.
Ocado’s huismerk bestaat uit zo’n 620 items. Volgens
Ocado maakt het huismerk deel uit van het boodschap-
penpakket in bijna 80% van de bestellingen.
Sinds vorig jaar verkoopt Ocado ook ‘Reflets de France’,
het huismerk voor regionale producten van Carrefour. Ze
zijn met name bedoeld voor Franse expats in Londen.
Om
zet
in €
mil
joe
n (
20
11
)
56 Ocado - Ammerlaan 58 20-07-2012 15:54:59
59FoodPersonality juli/augustus
AMMERLAANAnneke Ammerlaan, trendonderzoekster voor voeding en consumentenwensen, beoordeelt
de branche op het evenwicht tussen goede smaak en commercie.
E-mail: [email protected]
Hoe duur zijn die? Dat is waarschijnlijk de vraag die deze kop oproept. Nou,
alles bij elkaar niet meer dat een paar tientjes per maand. Wie dat te veel
vindt: het kan ook ónder een tientje. En als je een supermarkt hebt, kan het
ook gratis.
De beste culinaire trenddocumenten voor de levensmiddelenbranche zijn
namelijk tijdschriften. Daarin kun je precies zien waar de interesse van jouw
consument naar toe gaat. Redacteuren voelen – als het goed is – feilloos aan
waar hun lezers latent mee bezig zijn. Om relevant te zijn, moeten ze dus
altijd iets op hun lezers voorlopen.
Het verbaast me; iedere keer weer als ik tijdens een presentatie voor food
retailers of levensmiddelenfabrikanten de aanwezigen vraag wie een abon-
nement heeft op een culinair of publiekstijdschrift, gaan er maar een paar
handen omhoog. Ze worden niet gelezen, omdat er een verkeerd beeld
bestaat van de inhoud. ‘Ze zijn tuttig!’, is steevast de reactie. Vaak weten ze
ook niet dat die bladen zich op een lezersprofiel richten.
Nog zoiets: in de tijd van internet hebben tijdschriften geen bestaansrecht
meer, hoor je geregeld. Ik geloof daar niks van. Internet is zo’n brij, dat het
voor veel mensen ondoenlijk is om alles eruit te halen. De nieuwe taak van
tijdschriften is dan ook: informatie verzamelen en filteren voor de lezer.
Aangepast aan de doelgroep, want publieksbladenuitgevers segmenteren
zich een ongeluk. En dat gaat steeds verder. Voor wie er niet thuis in is, is het
onoverzichtelijk. Daarom een paar tips: begin bij Libelle. Als er één tijdschrift
is dat aanvoelt waar – om in de juiste termen te blijven - de trendvolger
interesse in heeft, is het dit blad wel. Feilloos vertalen de Libelle-redacteuren
ontwikkelingen voor hun lezer. Wie het blad lang niet heeft gezien, zal ver-
baasd staan over het niveau en over de onderwerpen. Dat gaat veel verder
dan ‘vrouwenzaken’.
En kijk je naar de culinaire inhoud ervan, dan weten ze feilloos grote trends,
zoals lokaal, duurzaam en gezond te vertalen in passende gerechten. Duik je
in de recepten zelf, dan zie je dat ook de kooktechnieken aan het veranderen
zijn, dat gemak en tijd een andere betekenis krijgen en dat het belang van
eenvoud steeds groter wordt. Wie voor supermarktketens of fabrikanten
trends wil signaleren die nog op een groot publiek kunnen rekenen, moet
Libelle serieus nemen.
Voor mij staat Libelle meestal in het midden van een trendcurve en de
culinaire bladen vooraan. Dat is ook logisch, anders dan Libelle zijn culinaire
bladen ‘special interest’. Op mijn vaste lijstje staan Jamie’s, Delicious en Elle
Eten. Alle drie trendsettende bladen, maar elk op hun eigen manier.
Jamie’s lees ik vooral voor de kijk (van de redactie) op lokaal, op puur en
de focus op echte mensen, maar ook voor de smaakcombinaties in zijn
gerechten. Veel daarvan is de laatste jaren bij een groter publiek in de smaak
gevallen. Delicious geeft mij vooral een inkijkje in het nieuwe thuiskoken,
welke ingrediënten favoriet zijn en waar ze worden gekocht. Elle Eten ten
slotte geeft een inkijkje in de trendy wereld van uit eten en uitgaan. ‘Waar je
gezien wilt worden.’ En dus: wat zijn dat voor restaurants, bars etc. en wat is
daar dan weer trendy of trendmatig aan?
Marketeer, volg die bladen. Neem desnoods – als het anders te veel kost
– één abonnement. Volg dat ene blad één jaar lang en je zult trendverande-
ringen signaleren. Dat gebeurt ongetwijfeld, want die bladen moeten ook
overleven en moet zich voortdurend bewust zijn van de trends die bij hun
lezers (latent) leven.
Trenddocumenten
te ontketenen en vol te houden, beperkter is dan
veel commentatoren denken. We verwachten dat
onze inkoopcondities beter worden als we onze
schaal vergroten. Zeker als leveranciers zien dat
we overall sneller groeien dan de retailers met
een winkeloperatie.”
Schaalgrootte, daar draait het om bij Ocado. Als
het z’n omzet echt wil verviervoudigen, zal het
een veel bredere clientèle moeten aanspreken
dan klanten met veel geld en weinig tijd. Alleen
met hulp van de concurrentie zal Ocado het ooit
kunnen meemaken dat internet een dominant
verkoopkanaal wordt voor de dagelijkse bood-
schappen. “Het zou geweldig zijn als Tesco, Asda
en Morrisons al hun klanten naar online zouden
krijgen”, zei Ocado-chef Jim Steiner begin juli
tegen RetailWeek. “Dan zouden wij een retailer
met omzet van 16,5 miljard pond kunnen zijn.”
Dit klinkt als wishful thinking. Het toont echter
het rotsvaste vertrouwen aan van de voormalige
bankier bij Goldman Sachs, die stelt dat elke 100
pond online omzet Tesco 15 tot 20 pond kost,
nog afgezien van de kannibalisatie op de winkel-
omzet. “Zij verschuiven shoppers van de winkels
naar internet, dat maakt het eenvoudiger voor
ons om die internetklanten voor ons te winnen.”
Zwarte cijfers of zwart scenarioMaar Ocado’s model, dat puur online en thuis-
bezorging is (afhaalpunten zijn volgens Ocado
geen optie), is ook kwetsbaar. Want waar ‘multi-
channel retailers’ nog op hun winkeloperatie
kunnen terugvallen, gaat Ocado onderuit als de
site uitvalt, of als verkeersdrukte de punctualiteit
in de bezorging in gevaar brengt. Wat dit laatste
betreft, zijn de Olympische Spelen in Londen de
ultieme testcase voor Ocado.
Uiteindelijk moet Ocado een plek veroveren
tussen de multi-channelspelers op de online
foodmarkt. En die plek moet ook nog eens groot
genoeg worden om een duurzaam winstgevende
business te bouwen. En Ocado moet in staat zijn
te overleven zonder afhankelijkheid van Waitrose.
Pas als dat is gerealiseerd, komen voor Ocado
zwarte cijfers in beeld. Zo niet, dan is het scena-
rio zwart en blijven de cijfers rood. Dan betalen
de aandeelhouders het gelag en bewijzen de drie
oud-bankiers dat je rijk kunt worden met een
bedrijf dat nog nooit winst heeft gemaakt. ■
Ocado in cijfers(in miljoen Britse pond)
2010 2011
Omzet 515,7 598,3
Operationele winst -5,4 1,1
Winst vóór belasting -12,2 -2,4
Klantenkring Ocado
2009 220.000
2010 262.000
2011 298.000
Bron: jaarverslag Ocado 2011
56 Ocado - Ammerlaan 59 20-07-2012 15:55:01
60FoodPersonality juli/augustus 2012
Supermarkt KippersluisHet is alweer bijna vier jaar geleden dat de familie
Van Eerd Super de Boer overnam. Inmiddels is de
laatste Super de Boer verdwenen. Maar niet elke
Super de Boer is Jumbo geworden. De Super de
Boer in Amersfoort van Martin Kippersluis bij-
voorbeeld niet. Het stond breed uitgemeten in de
vakbladen: Kippersluis had twee Super de Boers,
deze in Amersfoort en een in Utrecht. Hij kon zich
niet verenigen met Jumbo en alle bijbehorende
voorwaarden. En startte de formule Kippersluis.
Hier in Amersfoort moet hij die zelfbedachte for-
mule staande houden tegenover een Albert Heijn,
aan de overkant van de straat, en verderop, op
nog geen kilometer afstand, tegenover de grootste
Plus van Nederland, die van ondernemer Krijn
Vermeulen.
Wat trekt mensen nu naar deze supermarkt? Het
kan solidariteit zijn, als je als klant weet dat de
middenstander in jouw buurt het voortaan al-
lemaal zelf moet doen. Maar die moet dan ook wat
bieden, niet? Wat biedt Kippersluis? Ten eerste:
een forse broodafdeling. Een grote, ambachtelijke
bakkerij met daarin drie dames voor de bediening.
Er ligt gewoon brood, maar ook veel speciaal
rustiek uitziend brood. De sfeer is gezellig, de
houten tafel waar gesneden wordt draagt daaraan
bij. Achter de broodsnijdende dames zie je door het
raam de bakkerij, waar brood gebakken wordt voor
de twee Kippersluis-vestigingen. Je ziet de bakkers,
je ziet hen verse muesli te maken: verse haver- en
tarwevlokken, honing erdoor mengen, dan even
roosteren, verpakken en klaar.
Bakker en brood hebben hier een merk. Niet Kip-
persluis, maar: Painpadour. Ik zeg brood, maar ook
banket, bonbons en alles wat je in een volwaardige
bakkerij kunt vinden. Goed brood, goede beleving
en bovenal kakelvers: het is uren verser dan wanneer
het elders in het land gebakken wordt en dan nog
naar de winkels moet.
Dat ziet en waardeert de klant. En dat zie je terug in
het omzetaandeel. Een gemiddelde supermarkt heeft
zo’n 5,5 % omzetaandeel in brood, Kippersluis bijna
het dubbele. En het mooie van brood is: je koopt het
iedere dag, dus het creëert dagelijkse aanloop. En
wie eenmaal hier is, kan ook de andere boodschap-
pen meenemen.
En deze ambachtelijkheid gaat Kippersluis ook
uitbreiden naar de andere versafdelingen. Het vlees
komt uit Twente ( Twents Roem). De slagerij-afde-
ling maakte altijd al eigen rosbief, maar heeft nu ook
VleursvloerGemiste kansen, rariteiten, misvattingen en flaters (en ook goeie zetten!) uit het oogpunt van een
weldenkende shopper. De rol van weldenkende shopper wordt ‘gespeeld’ door Evelyn van Leur,
partner bij de Category & Trade Company. Reageren? Mail [email protected]
een eigen worstmakerij. Daarnaast grillen ze verse
spareribs en worden ook andere grillproducten vers
gegrild. Je kunt de slagers aan het werk zien en het
resultaat kopen.
Deze ambachtelijke afdelingen vormen een sterk wa-
pen tegen de landelijke ketens. Mooie, ambachtelijke,
eerlijke producten. Kwalitatief hoogwaardig, lijkt
me, dus ook margetechnisch interessant. Daarnaast
wil Kippersluis in de dkw-groepen laaggeprijsd en
concurrerend zijn, met behulp van de inkoop bij
Superunie-lid MCD.
Maar is dit genoeg om de concurrentie het hoofd te
bieden?
Nog twee zaken moeten minimaal veranderen, denk:
sterkere communicatie en investeringen in de rest
van de winkel.
De ambachtelijkheid moet veel duidelijker aan de
klant verteld worden. Aan de buitenkant van de
winkel zie je eigenlijk niets daarover en lijkt het een
normale, helaas zelfs anonieme supermarkt. En ook
op de slagerij-afdeling is de communicatie beperkt.
Wie niet hier geregeld komt, valt het niet op. En dat is
jammer, want daardoor trek je niet de nieuwe klanten
die dit enorm zouden waarderen.
En dan die investering in de rest van de supermarkt.
De slagerij biedt prima producten, maar dat zie je er
niet zomaar aan af. De agf-afdeling, hetzelfde. Kies
ervoor om een uitzonderlijke speciaalzaak te worden.
Want nu is er geen keuze gemaakt tussen super-
markt of buurtwinkel en ontstaat het risico dat een
mooie bakkerij een middelmatige supermarkt moet
compenseren. Dat is in dit concurrentieveld niet
genoeg. De andere supermarktketens hebben meer
geïnvesteerd in winkelbeleving en communicatie. De
consument kiest dan voor de bekende supermarkten.
Be good and tell it! Familie Kippersluis, zorg dat
Amersfoort weet dat jullie de lekkerste, verste en
beste bakkerij en slagerij van Amersfoort hebben.
Straal het uit in de winkel en de communicatie. Kijk
naar Marqt, Landmarkt of voor mijn part Whole
Foods of Trader Joe. Maak de communicatie net zo
onderscheidend als de afdelingen zelf. Trek daardoor
de aandacht van de mensen in het hele Leusderkwar-
tier dat hier iets heel nieuws en anders te koop is dan
in de Albert Heijn aan de overkant van de straat en
bouw die unieke positie uit! ■
60 Vleursvloer 60 20-07-2012 13:21:53
LocatienieuwsMaandelijks een overzicht van openingen, uitbreidingen, opheffingen en de planvorming
van supermarktlocaties. Tips? Mail de redactie: [email protected]
VELP – Coop Supermarkten heeft een nieuwe
supermarkt geopend op het Churchillplein, aan
een doorgaande weg en richting het nabij gelegen
Velperbroekcircuit. De winkel heeft een verkoopop-
pervlakte van 1.200 m2 en is voorzien van onder
andere een servicebalie, slijterij, ambachtelijke slagerij
en PostNL-servicepunt. De winkel is ingericht volgens
het ‘nieuwe stijl’-format.
EEMNES – Ter vervanging van twee kleinere Coop-
vestigingen is een compleet nieuwe vestiging van
1.200 m2 vvo gebouwd aan de Minnehof 8. De winkel
is voorzien van onder andere een eigen slagerij
met ambachtelijk vlees en vleeswaren, een slijterij,
een oplaadpunt voor de OV-chipkaart, een PostNL-
servicebalie. De winkel is voorzien van het nieuwe
Coop-design en is door de grootschalige toepassing
van LED-verlichting volgens Coop de energiezuinig-
ste supermarkt van Nederland.
EMMEN - In het pand van Autoschade Sanders aan
de Noordbargerstraat komt een Boni-filiaal. Het is de
vierde supermarkt in dit deel van het centrum. Aan de
Noordbargerstraat is namelijk ook een Lidl gevestigd
en aan de Wilhelminastraat zitten Jumbo en Aldi al.
Albert Heijn aan De Baander is de vijfde supermarkt
in het Emmer stadshart, de zesde is Jumbo aan de
Weerdingerstraat. Boni gaat het pand verbouwen
waarbij een naastgelegen pand wordt gesloopt om
ruimte te maken voor parkeerplaatsen. Boni wil eind
dit jaar openen.
SON EN BREUGEL - Plus Verhoeven mag van de
gemeente plannen voor een uitbreiding concreter
maken. De supermarkt aan de Amerikalaan wil
extra parkeerplaatsen creëren en eigenaar Marcel
Verhoeven wil zijn winkel met 250 m2 uitbreiden. De
gemeente heeft daar geen bezwaren tegen en zou
eventueel ook grond van een aangrenzend plantsoen
aan Verhoeven willen verkopen mocht dat nodig zijn
voor de realisatie van de plannen.
ARNHEM – Afgelopen maart berichtten we al over de
komst van een ondergrondse supermarkt in de Arn-
hemse wijk Lombok (Utrechtseweg). De supermarkt
wordt ondergronds gerealiseerd op de locatie van
een voormalige autogarage waarbij een oude villa
gehandhaafd blijft. Op dat moment was nog niet
bekend wie de supermarkt zou gaan exploiteren.
De projectontwikkelaar heeft intussen met Hoogvliet
een overeenkomst gesloten. De bouw moet nog dit
jaar beginnen.
HEINKENSZAND - De gemeente Borssele heeft
een prijsvraag uitgeschreven voor een tweede
supermarkt in Heinkenszand. Het afgelopen jaar
hebben meerdere supermarktorganisaties bij de
gemeente aangeklopt met plannen voor een tweede
supermarkt in Heinkenszand. Door de regionale
verzorgingsfunctie en de groei van Heinkenszand
zien verschillende partijen hiervoor kansen. Ook de
gemeente is positief over een tweede supermarkt,
naast de reeds bestaande Emté en heeft daarom een
prijsvraag uitgeschreven. In januari 2013 wordt het
winnende ontwerp bekend gemaakt.
LEIDERDORP - Er moet een supermarkt komen op de
hoek van de Willem Alexanderlaan en de Ericalaan in
Leiderdorp. Dat schrijft de gemeente in de nieuwe
detailhandelsnota. Men gelooft niet dat een super-
markt in de nabijgelegen Oranjegalerij haalbaar is.
Hiermee gaat de gemeente in tegen de adviezen van
de winkeliers van de Oranjegalerij en de Leiderdorpse
ondernemersvereniging LOV. Die denken dat een su-
permarkt op genoemde locatie de doodsteek is voor
het buurtwinkelcentrum in het Oude Dorp.
HENGELO - In het project Lange Wemen gaat Lidl zich
als tweede supermarkt vestigen. Daarvoor is 1.330 m2
vrijgemaakt. Het was al lange tijd bekend dat er een
tweede supermarkt naast de Albert Heijn zou komen,
maar de naam van de keten is lang stil gehouden.
Lange Wemen wordt medio 2015 opgeleverd.
PANNERDEN – De Duo-markt op het Dorpsplein
is overgestapt op de CoopCompact-formule. De
vernieuwde winkel is 19 juli geopend en is de eerste
CoopCompact-winkel in het ‘nieuwe stijl’-format van
de supermarktketen. Ondernemers Frans van Loon
en Thera Leenders hebben de overstap aangegrepen
voor een verbouwing en uitbreiding. Coop heopende
eerder deze maand in Doetinchem (Slotlaan) al een
kleinere vestiging op basis van het nieuwe formule-
concept.
61FoodPersonality juli/augustus 2012
Campagne voor topkwaliteit olijfolie van startDe campagne ‘Extra vergine olijfolie – gun jezelf iets extra’s, elke dag!’ ter promotie van topkwa-liteit olijfolie en olijven uit Europa is gestart.De campagne is tot stand gekomen met steun van onder meer de Europese Commissie en de Italiaanse overheid en heeft als doel om het bewustzijn en de consumptie van hoge kwaliteit Europese extra vergine olijfolie te promoten. Unaprol, het grootste consortium van olijfolie-producenten in Italië, is verantwoordelijk voor de uitvoering. Er zullen tal van promotieactiviteiten en evenementen worden georganiseerd voor consumenten en handel. De campagne loopt in Nederland, België, Dene-marken en Italië, duurt drie jaar en richt zich op ruim 32 miljoen potentiële nieuwe consumenten. Er is een investering van meer dan € 5 miljoen mee gemoeid. Die wordt gedragen door: EU
(50%), Italie (20%) en Unaprol (30%).De campagne bestaat onder meer uit voorlich-ting aan consumenten over de productkwaliteit, de toepassing van olijfolie bij het bereiden van gerechten, uitleg over de regelgeving omtrent etikettering en het productieproces en de traceer-baarheid van het product. Doel is het marktaan-deel van Europese bedrijven in Nederland, België, Denemarken en Italië te vergroten, door middel van het ontwikkelen van een communicatiecam-pagne (inclusief instore-promoties) die gericht is op een duidelijk omschreven doelgroep van nieuwe, met name jongere consumenten.Het programma is verder gericht op het verster-ken van relaties met distributeurs in de desbe-treffende landen en op het uitvoeren van instore promotionele activiteiten om probeeraankopen te stimuleren.
Voor inkopers en handelsondernemingen worden educatieve seminars georganiseerd om de producten te promoten, zowel in de retail als binnen de gastronomie en horecakanalen. De belangrijkste retailers en distributeurs zullen wor-den benaderd voor het ontwikkelen van instore promoties (proeverijen, distributie van recepti-deeën en ander informatiemateriaal). ■
61 locatienieuws-open 61 23-07-2012 16:50:04
62FoodPersonality juli/augustus 2012
Suzette’s TM
Elke maand interviewt Suzette Moerman van Caracter Company (adviesbedrijf
voor trade en shopper marketing en category management) een trade marketeer,
category manager of inkoper. Uitgangspunt: hoe gaat het met trade en shopper
marketing in de samenwerking met de handel? Deze maand Vincent Massemyn,
senior trade marketeer bij Hero Benelux.
Door: Suzette Moerman Foto: Joyce van Belkom
In gesprekken met leveranciers maakt Caracter gebruik van z’n zogeheten ‘topscan’ (zie hieronder). Dit beoordelingsmodel bestaat uit vragen die de geïnterviewde voorafgaand aan het gesprek invult. Zo wordt duidelijk waar de trade marketing-afde-ling van het bedrijf op dat moment volgens hem of haar staat: wat zijn de sterke en zwakke punten van de onderdelen ‘intern’, ‘extern’, ‘processen’ en ‘output’ (resultaat)? Dat is het uitgangspunt van het gesprek.
Is Friso een apart onderdeel binnen Hero Bene-lux?Hero Benelux heeft twee business units, de fruittak en de ‘infant’-tak. Beide zijn zelfstandige units met een eigen sales-, marketing- en trade marketing-afdeling. Bij ‘infant’ hebben we twee merken: Friso,
bekend van de flesvoeding, en de nieuwe peuter-tussendoortjes van Organix Goodies.
Hoe ziet de trade marketing-afdeling eruit?Ik bén zogezegd de trade marketing-afdeling. Ik val onder sales en dat vind ik ook prettig: de salessfeer en horen wat er binnen de retail speelt. We zijn een hecht team, klantgericht, en zo hoort trade marketing te zijn. Sinds kort heb ik een halve fte erbij gekregen om de informatiestroom beter te kanaliseren en de verwerking ervan te versnellen.
Wat trof je aan toen je aan de slag ging bij Hero, of eigenlijk Friso?Ik ben eind 2010 bij Friso begonnen. Trade marketing stond vooral in het teken van cijfers produceren en rapporten draaien. Ik heb trade
marketing anders mogen vormgeven. In de eerste fase ging het puur om kennis verzamelen. Je loopt vanzelf tegen bepaalde kwesties aan. We hebben belangrijke categoriefactoren in kaart gebracht en daarbinnen een aantal merkenkwesties bepaald. Dat heeft tot een koerswijziging voor Friso geleid. Verder moesten we zorgen dat we de vergaarde kennis ook goed gebruikten. Intern, als basis voor beslissingen, en extern, in gesprekken met onze handelspartners. Daarnaast was het een kwestie van een duidelijk visie en strategie ontwikkelen, zodat we onze rol van ‘challenger’ bij de handel konden vervullen. Nu zijn we een belangrijke gesprekspartner en klankbord voor de handel geworden.
Welke opdracht heb je bij de start meegekregen?Toen ik bij Friso startte, was er net een relaunch geweest. De cijfers stemden positief, de relaunch leek goed gelukt te zijn. Daar zat alleen wel een groot probleem achter, namelijk de export. Door het melamineschandaal in China hadden slimme handelaren enorm veel van de schappen gehaald en naar China gestuurd, zo’n 12% van de flesvoedingomzet. Chinese moeders wilden Nederlandse melk, omdat ze dat vertrouwden. Mijn eerste uitdaging was om voor zuivere data te zorgen. We bedienen de Nederlandse moeder, niet de Chinese. Met SymphonyIRI hebben we uiteindelijk een database opgezet om die 12% uit de cijfers te halen. Op zichzelf is er voor de han-del natuurlijk niks mis met die 12% omzet voor niet-Nederlandse moeders, maar als marketeer moet je wel beslissingen kunnen nemen op basis van zuivere data. In plaats van een juichstem-ming riepen de cijfers juist heel veel vragen op. Er waren veel kwesties bij Friso. De belangrijkste zijn weer opgelost en we groeien weer. Friso staat bij Nederlandse moeders weer op de kaart.
62 Suzette 62 20-07-2012 13:21:07
63FoodPersonality juli/augustus 2012
Hoe ben je tot een visie gekomen?Eigenlijk op basis van scherpe ‘shopper insights’.
We hebben de problemen binnen Friso benoemd,
gekeken naar wat er in de categorie allemaal speel-
de en een concreet stappenplan geformuleerd. Juist
bij Friso deden we anderhalf jaar geleden heel veel
op grond van aannames en buikgevoel. De opvat-
ting was dat een jonge moeder trouw aan een merk
was en nauwelijks switchte. Maar door onderzoek
hebben we nu een ander beeld. Er is op zich niks
mis met buikgevoel, maar om juiste beslissingen
te kunnen nemen heb je feitelijke inzichten en on-
derbouwing nodig. Factoren als prijselasticiteit of
een merkswitch na zes maanden: daar moeten we
rekening mee houden. Ook is er de afgelopen tijd
heel veel in de markt gebeurd. Nestlé is bijvoor-
beeld op de markt gekomen met standaardvoeding
en er is een private label geïntroduceerd en dat
wordt sterker.
Ik hoor je voorbeelden geven van projecten, zoals met SymphonyIRI. Dat is toch enorm kostbaar. Is er zoveel budget om die inzichten te kunnen verwerven?Nee, dat is een keuze die je moet maken. Toen ik
binnenkwam, had ik een duidelijk beeld waar ik
over een paar jaar wilde staan. Daarom heb ik in
een eerste fase het merendeel van mijn budget
aan ‘insights’ besteed om onze strategie te kunnen
bepalen en een categorievisie te ontwikkelen. Mijn
budget is nu totaal anders ingedeeld.
Was dit budget beschikbaar of heb jij je daarvoor hard moeten maken?Ik denk dat ik dat vooral te danken heb aan het
vertrouwen van de anderen in de organisatie. Ik
heb de vrijheid gekregen om dit te doen. Ze wilden
een volgende stap zetten in category management
en waren overtuigd van de meerwaarde ervan.
Was dat vertrouwen in trade marketing er al voordat jij kwam of heb jij ervoor gezorgd dat het groter werd?Dat is gaandeweg ontstaan. Door de manier
waarop ik de dingen heb aangepakt, heeft het
management beseft dat je met trade marke-
ting echt iets kunt bereiken. Het bewijs is de
koerswijziging van Friso. De organisatie heeft
op basis van een aantal onderzoeken zwaar ge-
investeerd en de nadruk gelegd op een bepaald
onderdeel.
Toen er vijf jaar geleden huismerken in babyvoeding kwamen, werd er getwijfeld of jonge moeders dat wel als veilig genoeg zouden ervaren. We zijn nu vijf jaar verder. Hoe ziet het eruit, A-merk versus private label?Het private label spreekt een bepaalde doel-
groep aan, maar het blijft redelijk klein. On-
geveer eenderde van je aandeel is opgebouwd
door de medische invloed van een merk. Het
advies dat medische professionals verstrekken,
heeft een enorme invloed op de keuze van de
moeder. A-merkartikelfabrikanten is er veel aan
gelegen om het medisch advies van die profes-
sionals voor zich te winnen. En dat is niet het
speelveld van private labels. Een private label
blijft ongeveer rond de 5% hangen, heel laag in
vergelijking met andere categorieën. De moeder
ziet het als minder vertrouwd. Een private label
dat het wél goed doet, is Kruidvat. Maar Kruid-
vat heeft er dan ook een heel apparaat achter
staan, met een informatielijn en heel veel com-
municatie in de winkel. Ze zijn ook leverancier
bij kinderdagverblijven. We hebben geen harde
cijfers, maar we denken dat ongeveer 30% van
de flesvoedingverkoop bij Kruidvat voor reke-
ning van het private label is. Wat dat betreft,
blijft Kruidvat ‘steeds verrassend’.
Wat spreekt je aan in trade marketing? Juist de vele facetten ervan, en zeker strategie.
Intern heb je met alle afdelingen te maken en kun
je de vertaling van sales naar de afdelingen maken
of andersom. Dat vind ik prachtig. Ook de directe
interactie met de klant boeit me.
Welke stappen dienen zich de komende tijd aan voor jou?Met de verdere ontwikkeling en aanscherping van
de visie en de strategie ben je nooit helemaal klaar.
Wat ik tot nu toe vanuit trade marketing heb ge-
daan, is: de huidige strategie keren, dat is al iets heel
moois. Nu moet category management onderdeel
worden in de routine van ons dagelijks werk. Ik wil
de manier waarop we met onze kennis naar buiten
treden, verbeteren. De inzichten en actuele updates
beter toegankelijk maken, zowel intern als extern.
En een stap verder in de samenwerking met onze
klanten.
Je gaf aan afgelopen jaar eens in de drie weken bij AH te zitten. Hoe krijg je het voor elkaar om zo veel zendtijd te krijgen?Je hoeft niet altijd met een presentatie aan te komen
bij een category manager, gewoon koffie drinken en
goed luisteren volstaat soms. Wat is zijn probleem?
Daar ga je over praten en bij het volgende gesprek
heb je misschien een oplossing of ‘insights’. Je moet
de retailer echt helpen, niet alleen zelf de agenda
willen bepalen: dat is samenwerken.
Strikt genomen kan ik niet bij elke retailer aan tafel
zitten. Om dit te ondervangen heb ik een jaarplan-
ning met een aantal onderwerpen. Die onderwer-
pen werk ik per retailer uit en geef ik het account
management mee, als zij met klanten overleggen.
‘Willen we daar actie op ondernemen of niet?’
Tegelijkertijd is er natuurlijk ook ruimte om met
ad-hocvragen van de retailer aan de slag te gaan. ■
62 Suzette 63 20-07-2012 13:21:08
PRODUCTNIEUWS
Bio+ introduceert koffiemelk en koffieroomHet assortiment van Bio+ omvat nu ook biologi-
sche halfvolle koffiemelk en koffieroom.
De halfvolle koffiemelk is verkrijgbaar in een fles van
200 gram en 500 gram. De mild romige koffieroom
is verkrijgbaar in doseercupjes. Deze handige cup-
jes gaan makkelijk open zonder te spatten. Voor het
foodservicekanaal is ook een doos met 500 losse cupjes
beschikbaar. Eerder introduceerde Bio+ al de houdbare
halfvolle- en volle melk in literpak.
Vechtenaer is specialist in biologische houdbare zuivel
en is één van de licentiehouders van Bio+. Het is een
dochterbedrijf van Thise Mejeri, gevestigd te Harden-
berg. Behalve de Bio+ koffiemelk, produceren zij ook
de Bio+ houdbare
melk, die verkrijg-
baar is als volle- en
halfvolle melk.
Bio+ omvat al meer
dan 300 biologische
producten en ont-
ving vorig jaar nog
de FNLI Award in
de nieuwe categorie
grootste maatschap-
pelijke bijdrage. ■
Inlichtingen: Stich-ting Merkartikel Bio+, (033) 422 00 36 (www.bio-plus.nl)
2TH Care Products introdu-
ceert 2TH Picks: onbreek-
bare kunststof tandenstokers,
voorzien van een borsteltje.
Een handige en hygiënische
combinatie: één keer stoken,
één keer ragen en klaar! Sinds
vorige maand verkrijgbaar in
een handige meeneemverpak-
king van 2 x 60 stuks.
Tandartsen adviseren de meeste
patiënten om naast het poetsen ook
dagelijks te stoken en te ragen. De
hoogwaardige kunststof 2TH Picks
hebben de ideale combinatie om de
mondhygiëne te verbeteren en het
gebit op de lange termijn gezond te
houden. Ze verwijderen etensresten
en tandplak in een handomdraai
en stimuleren de doorbloeding van
tandvlees, zonder beschadiging van
kronen en bruggen. De 2TH Picks
splijten niet en zijn onbreekbaar.
Het borsteltje is flexibel en komt
met gemak tussen tanden en kiezen.
Onafhankelijk universitair onder-
zoek heeft aangetoond dat gebruik
van 2TH Picks een gunstiger effect
heeft op de mondhygiëne en de
kwaliteit van het gebit dan flossen.
2TH Care Products houdt zich
sinds 2011 bezig met het vermark-
ten van (private label) mondver-
zorgingsproducten in Europa.
Directeur Ralph de Weijer: “De
2TH Picks zijn de eerste producten
die we in Nederland en België op
de markt brengen. De combinatie
van stoker en borsteltje is handig,
effectief en hygiënisch. De onbreek-
baarheid is uniek. Dat neemt de
grootste ergernis weg bij gebruikers.
De reacties uit de markt zijn dan
ook zeer positief. We verwachten op
korte termijn het assortiment verder
uit te breiden met nog een aantal in-
novatieve 2TH Care-producten.” ■
Inlichtingen: 2TH Care Products, 06 – 53 17 77 46 (www.2thpicks.com)
Jules Destrooper komt naar Nederland
met zijn authentieke West-Vlaamse
koekjes.
Grondlegger Jules Destrooper begint eind
19e eeuw amandelbroodkoekjes te bakken.
Hij breidt de productie uit en in 1886 is
Biscuiterie Jules Destrooper een feit. Inmid-
dels staat de vierde generatie Destrooper aan
het roer.
Een van de belangrijkste ingrediënten die
hebben bijgedragen aan het succes van de
Jules Destrooper-koekjes, is de echte hoeve-
boter. Die zorgt voor de volle en karakteris-
tieke smaak. Meest bekend zijn het aman-
delbrood en de natuurboterwafel. Beide zijn
onlangs onderscheiden met een Superior
Taste Award.
Jules Destrooper gebruikt voor zijn koekjes
uitsluitend natuurlijke ingrediënten. Een-
voud, authenticiteit, kwaliteit en puurheid
staan hoog in het vaandel. Hiermee passen
de koekjes van Destrooper in de huidige tijd.
De koekjes van Jules Destrooper zijn in Ne-
derland verkrijgbaar bij delicatessenzaken,
Albert Heijn, C1000, Jumbo, Jan Linders en
via www.destrooper.be. Voor de horeca en
de foodservice zijn er individueel verpakte
koekjes verkrijgbaar via onder andere De
Kweker, Deli XL en Hanos. ■
Inlichtingen: Jules Destrooper, 0032 58 28 80 41 (www.destrooper.com)
2TH Picks, de onbreekbare tandenstoker met borsteltje
Jules Destrooper naar Nederland
Bakker Wiltink komt met de eerste
ambachtelijke ‘bread bar’ en geeft
daarmee de tussendoortjesmarkt een
nieuwe impuls.
De basisingrediënten van de nieuwe fruit-
repen zijn granen, fruit en noten. Bakker
Wiltink introduceert drie varianten: Kracht
(muesli), Klassiek (krenten) en Xtra (fruit).
De repen zijn rijk aan vezels en vitaminen en
zitten boordevol energie.
De fruitrepen zijn per stuk verpakt en heb-
ben een gewicht van 90 gram. Ze worden per
24 stuks geleverd in een displaydoos. ■
Inlichtingen: Bakker Wiltink, (0314) 35 33 33 (www.bakkerwiltink.nl)
Ambachtelijke fruitrepen van Bakker Wiltink
64FoodPersonality juli/augustus 2012
64 Prod.nieuws 64 23-07-2012 14:38:48
Nieuw: Douwe Egberts Senseo LungoDouwe Egberts voegt een nieuwe smaakdi-
mensie toe aan het Senseo-aanbod: Lungo.
Daarnaast vernieuwt de koffiebrander de
smaak van de huidige Douwe Egberts Senseo
Originals pads. ‘Met smaak gemaakt’ is dan ook
het credo van het nieuwe Senseo, dat nog eens
extra wordt onderstreept door een volledig
vernieuwd design.
De standaard zwarte koffie was lange tijd
de gemiddelde smaak van de Nederlander.
Toevoeging van melk en suiker was de enige
vorm van variatie. Met het kleiner worden van
de gezinnen en het individueler worden van de
samenleving, werden koffievoorkeuren steeds
persoonlijker. Die trend versnelde in rap tempo
met de introductie van Senseo in 2001.
De koffiepot maakte plaats voor het individuele
kopje koffie, met als gevolg de opkomst van
inmiddels 19 smaakvariaties en verschillende
sterktes. Nu heeft iedereen op ieder moment
een eigen specifieke koffievoorkeur en is koffie
een lifestyle product geworden. Een belangrijke
trend is de groeiende behoefte aan intensere,
meer aromatische koffie. Met de introductie
van Douwe Egberts Senseo Lungo wordt inge-
speeld op deze behoefte.
De nieuwe Lungo-reeks bestaat uit zes vari-
anten, inclusief een cafeïnevrije variant. Deze
fijngemalen melanges met een hogere koffie-
dosering, geven de koffie een intense en volle
smaak. Ook de Originals-varianten uit het
bestaande koffieassortiment zijn verbeterd –
meer aroma en een vollere smaak.
Alle Senseo-varianten zijn vanaf begin augustus
in de winkel verkrijgbaar met een compleet
nieuw design en een adviesprijs van € 2,99. ■
Inlichtingen: Koninklijke Douwe Egberts, (030) 297 24 55 (www.senseo.nl)
In die periode dronk men thee uit platte brede
theekopjes, die alleen zonder knoeien vast te
pakken waren met je pink omhoog als tegenge-
wicht. Het alom bekende ‘pinkje omhoog’ kwam
daardoor in de mode en staat vandaag de dag
nog steeds wereldwijd symbool voor verfijning.
En wie wordt er anno 2012 nou niet blij van
een beetje extra verfijning en hoffelijkheid? Met
Pickwick Finest Classics kan iedereen die verfij-
ning en hoffelijkheid van weleer daarom opnieuw
met elkaar delen.
De drie nieuwe varianten, Dutch Grey, Flowery
Java en Golden Batavia, behoren samen met de
moderne zwarte theeklassieker Dutch Tea Blend
tot het Pickwick theesegment Finest Classics.
Pickwick Finest Classics zijn herkenbaar aan de
oranje kleurensetting van de doosjes, waarbij elke
verpakking een eigen karakter heeft. De nieuwe
Finest Classics varianten zijn vanaf september
2012 landelijk verkrijgbaar. De consumentenad-
viesprijs bedraagt €1,49. ■
Inlichtingen: Koninklijke Douwe Egberts, (030) 297 24 55 (www.pickwick.nl)
In navolging van het succes van Pickwick
Dutch Tea Blend, introduceert Pickwick
vanaf september 2012 drie verfijnde
moderne klassiekers binnen het zwarte
theesegment Finest Classics.
De nieuwe varianten Dutch Grey, Flowery Java en
Golden Batavia zijn geïnspireerd op het rijke Ne-
derlandse theeverleden en de bijzondere verhalen
en rituelen die daar bij horen.
In de 17e eeuw was thee kostbaarder dan goud,
waardoor het bewaren en uitschenken van deze
delicate luxegoederen het ultieme gebaar van
hoffelijkheid en verfijning was. Anno 2012 heeft
Pickwick de ambitie om deze verfijning met Fi-
nest Classics terug te brengen in het Nederlandse
theeritueel.
Pickwick brengt met Dutch Grey, Flowery Java
en Golden Batavia een ode aan de verfijnde thee-
rituelen van weleer. In de 17e eeuw waren het de
Nederlanders die thee in Europa presenteerden.
Zo werden de delicate zwarte theeën in de 17e
eeuw thuis bewaard in een speciaal vergrendel-
baar theekistje, de caddy. De vrouw des huizes
droeg de sleutel van het slot altijd bij zich.
Pickwick: nieuwe klassiekers
Bio+ vernieuwt roomijsBio+ vernieuwt de receptuur, het assor-
timent en de verpakking van haar ijs. IJs
van Bio+ is nu verkrijgbaar in twee nieuwe
smaakvolle varianten, vanille roomijs en
aardbeien roomijs.
Beide verpakkingen hebben een inhoud van één
liter en zijn in deze combinatie van smaak en
inhoud hardlopers binnen de categorie. Het ijs is
bereid van biologische volle melk en is heerlijk
romig.
Leverancier De IJsfabriek is specialist in het ma-
ken van biologisch roomijs en licentiehouder van
Bio+. Het bedrijf is opgericht door Jan Monster
en produceerde in maart 1998 zijn eerste eigen
roomijs te Doetinchem. Momenteel maakt De
IJsfabriek twee Bio+ varianten roomijs.
Voor meer informatie over De IJsfabriek: www.deijsfabriek.nl.
Bio+ biedt met meer dan 300 lekkere biologische
producten van natuurlijke komaf een oplossing
voor ieder eetmoment. Bio+ was in de afgelopen
twee jaar het snelst groeiende merk in het super-
marktkanaal. ■
Inlichtingen: Stichting Merkartikel Bio+, (033) 422 00 36 (www.bio-plus.nl)
PRODUCTNIEUWS
65FoodPersonality juli/augustus 2012
64 Prod.nieuws 65 23-07-2012 14:38:51
De rol die al 80 jaar niet kan rollenAl 80 jaar kunnen Nederlanders genieten van het fruitige snoep van Fruittella. De uiterst herkenba-re vierkante rol is door de jaren heen nauwelijks veranderd en is inmiddels een icoon; ‘Vierkant de fruitigste’. Veel Nederlanders krijgen nostalgische gevoelgens bij het zien van Fruittella.
In de tijd dat gezinnen voor het eerst massaal met de auto naar het zuiden afreisden, ging Fruittella al standaard mee op reis. Het welkome zoethou-dertje werd daarom ook wel het ‘achterbank-snoepje’ genoemd. En nog steeds is Fruittella een ideaal snoepje voor onderweg.
Om te vieren dat het Fruittella-snoep dit jaar alweer 80 jaar bestaat, heeft creatief designer en auteur Marcel Verhaaf een boek geschreven over Fruittella waarin de historie van het snoepmerk en het bedrijf erachter beschreven wordt. Het verhaal van Fruittella en de iconische rol is prach-tig geïllustreerd met historisch beeldmateriaal (Marcel Verhaaf, Iconic packaging – de Fruittella rol). ■
Inlichtingen: Perfetti Van Melle, (076) 527 58 16 (www.iconicpackaging.com)
Winkeldisplay van Fruittella uit 1959
Douwe Egberts en Philips introduceren per
1 oktober Senseo Sarista. Met deze innova-
tie kunnen koffieliefhebbers genieten van
de smaak van vers gemalen koffie, waarbij
verschillende ‘bonenblends’ eenvoudig te
verwisselen zijn per kopje of per kan.
De Senseo Sarista bean–funnels zijn speciaal ont-worpen voor gebruik in het gelijknamige apparaat van Philips. De transparante Senseo Sarista bean–funnel sluit de juiste hoeveelheid koffi ebonen – voor 20 kopjes koffi e – direct na het melangeren en branden in‚ waardoor de versheid en aroma’s bewaard blijven. Vervolgens is het mogelijk om kopje voor kopje of per kan te variëren met de selectie van zes kwalitatieve koffi eboonblends die verschillen in kracht en intensiteit en allemaal op duurzame wijze geteeld zijn.
“Deze fl exibiliteit in keuze is ongekend in de wereld van volautomatische koffi ezetapparaten”‚ licht Julie Baker‚ general manager Douwe Egberts Retail Nederland toe. “70 procent van koffi emin-nend Nederland geeft de voorkeur aan grote
Douwe Egberts en Philips kondigen Senseo Sarista aan
koppen koffi e boven kleine espresso shots en ze willen individueel kunnen variëren in smaak, maar ook een groter gezelschap eenvoudig kunnen bedienen. Senseo Sarista is een uitkomst voor alle koffi eliefh ebbers die de charmes van vers gemalen bonenkoffi e ontdekken‚ een koffi esegment dat snel aan populariteit wint.”
Senseo Sarista, zowel de koffi e als de apparaten, zal vanaf 1 oktober 2012 verkrijgbaar zijn; de koffi e in de supermarkt en de apparaten via elektrospeciaal-zaken en de webshops www.douweegbertsshop.nl en www.philips.nl/shop. Voor de zes bean–funnel melanges in de smaken Mellow Flow‚ Bright Zing‚ Rich Reveal‚ Free from Cafeïne‚ Pure Explosion en Bold Burst‚ geldt een consumentenadviesprijs van € 4,79. Voor het apparaat in de uitvoering Pearl White is de adviesprijs € 249 en de Pearl Black (incl. bijpassende Deep Black themoskan) € 289. De thermoskan voor het Pearl White-apparaat heeft een consumentenadviesprijs van € 39,-. ■
Inlichtingen: Koninklijke Douwe Egberts, (030) 297 24 55 (www.senseo.nl)
66FoodPersonality juli/augustus 2012
PRODUCTNIEUWS
FoodPersonality
Onafhankelijk maandblad voor managers in de
levensmiddelenhandel en -industrie
FoodPersonality is een uitgave van:
Shelfl ife Publishing bv
Molenveldlaan 104
6523 RN Nijmegen
Telefoon: 024 – 365 16 70
E-mail: [email protected]
www.foodpersonality.nl
HR 09160015
Abonnementen:
€ 159,- per jaar exclusief btw
Collectieve afname: prijs op aanvraag
Opzegging abonnementen: 2 maanden voor
einddatum van het abonnement
Prijs los nummer: € 17,50 exclusief btw
en portokosten
Abonnementsopgave, klachten
en/of (verhuis)mededelingen:
Vakblad FoodPersonality
T.a.v. Klantenservice
Molenveldlaan 104
6523 RN Nijmegen
Redactie:
Gé Lommen, [email protected]
Dave van Loon, [email protected]
Marieke Venbrux, [email protected]
Redactionele medewerking:
Anke Groenendaal
Martijn Kregting
Pascal Kuipers
Ivonne de Thouars
Jeroen van der Weerd
Verkoop:
Robin Kramp, [email protected]
Vormgeving:
Giesbers bv - Velp, Walter Bouwman, Hans de Vries
Druk:
Grafi sch Adviesbedrijf Jonker
Distributie:
PostNL
Auteursrecht
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen
in een geautomatiseerd bestand, of openbaar gemaakt, in
enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch,
door fotokopie of enig andere manier, zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van de uitgever.
Aansprakelijkheid
Hoewel FoodPersonality met de meeste zorg
wordt samengesteld, kunnen uitgever en redactie
niet aansprakelijk worden gesteld voor mogelijke
onjuiste berichtgeving en/of zetfouten.
ISSN: 0925 – 8051
© Shelfl ife Publishing bv
66 Prod.nws-colofon 2 23-07-2012 14:35:49
67 advertentie 67 19-07-2012 16:34:27
Om optimaal van Duyvis Borrelnootjes
Knappers te profiteren, plaatst u het
product op ooghoogte in het schap bij
de hardlopende Duyvis Borrelnootjes.
D e e l d e a m b i t i e
“Zo knapperig, dat wordt een kassa kraker”
(Stijn Storms, Account Manager)
Nederlandse consumenten zijn gek op Duyvis Borrelnootjes.
Daarom hebben wij onze knappe koppen eens extra hard
aan het werk gezet. Met als resultaat de introductie van
Duyvis Borrelnootjes Knappers; nootjes met een extra
knapperig jasje. Speciaal bereid in hete lucht en zorgvuldig
gekruid waardoor het een unieke kraak en smaak krijgt.
Dit product zal de categorie een nieuwe impuls geven. Met
de Duyvis Borrelnootjes Knappers trekken wij nieuwe
kopers naar de categorie en natuurlijk zullen ook de huidige
fans van Duyvis Borrelnootjes hun mandjes extra vullen. Wij
ondersteunen Duyvis Borrelnootjes Knappers uiteraard
groots bij u op de winkelvloer.
Meer informatie? Bel ons: 030-247 3811.
TIP
164901174_Pepsico_Smiths_Lays_maak_de_smaak_240x340.indd 1 19-07-12 12:22